Projectdossier AGRO & FOOD CLUSTER WEST-BRABANT
Bloed, zweet en… vertrouwen In de Oud Prinslandse Polder wil een aantal private en publieke partijen een duurzaam bedrijventerrein annex glastuinbouwgebied ontwikkelen. Dankzij de TNO-methode ProVer® verstaan de partijen elkaar nu beter dan in de beginfase. ‘Ieders belang is helder geworden en daardoor snap je elkaar beter.’
D
de Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij (TOM). Andere partners zijn de provincie Noord-Brabant, de gemeenten Steenbergen en Halderberge en waterschap Brabantse Delta. Directeur Lex Roberti van Suiker Unie: ‘De komst van andere bedrijven en glastuinbouw maakt het mogelijk om in onderlinge samenwerking voordeel te bereiken met innovatie, duurzaamheid en kostenbewust te opereren’. Tegelijkertijd wilde de provincie glastuinbouw bevorderen, en wees in het Streekplan 2002 locaties aan. Eind 2003 stelde de provincie voor beide ambities te combineren. Nadat Suiker Unie en de TOM in 2005 met een concreet plan voor de Oud Prinslandse Polder
Bron: Bureau Alle Hosper
e suikerfabriek maakt sinds jaar en dag deel uit van het West-Brabantse landschap en van het economisch en sociaal leven van de streekbewoners. De eerste plannen voor een duurzaam bedrijventerrein stammen al uit 1996. Suiker Unie zocht naar wegen om de activiteiten uit te breiden en zo de druk van het Europese suikerbeleid te kunnen weerstaan. Daar komt bij dat de fabriek slechts drie à vier maanden per jaar op volle toeren draait; de rest van de tijd zijn de apparatuur, installaties en infrastructuur in principe beschikbaar voor andere bedrijven. De initiatiefnemers voor het Agro & Food Cluster West-Brabant (AFC) zijn de Suiker Unie en
mei 2007
37
Projectdossier
waren gekomen, besloot de inmiddels gevormde stuurgroep1 om een gezamenlijke visie te ontwikkelen. TNO kreeg de opdracht om de eerste fase van dit proces te begeleiden.
Uitgangspunten
Als hoofddoelen kwamen in de voorfase van deze complexe gebiedsontwikkeling naar voren: • een goede basis leggen voor samenwerking tussen partijen binnen de stuurgroep;
• het opstellen van een gezamenlijke Nota van Uitgangspunten voor de ontwikkeling van het AFC. De aftrap voor de eerste fase van het proces was een interviewronde, waarin TNO met partijen binnen en buiten de stuurgroep sprak. Tot de laatste horen de Brabantse Milieufederatie, Staatsbosbeheer, ZLTO, SES, REWIN en de gemeente Moerdijk. (Zie voor een beeld van de aanpak van het hele ProVer®-proces figuur 2.)
Écht met elkaar contact maken, belangen verbinden... ‘Dit is een project dat niet zomaar landt. We praten over een gebied van 800 ha, zo groot als de locatie van DSM in Geleen/Sittard. Ik kan me heel goed voorstellen dat de mensen die hier wonen zich achter de oren krabben en zich afvragen of ze dit wel willen. Het gevoel van ruimte met vlakke polders en verre vergezichten zal worden aangetast.’ Paul Hagens, namens Suiker Unie nauw betrokken bij de totstandkoming van het Agro & Food Cluster, toont zich realistisch. ‘Voor het succes van dit soort projecten is het heel cruciaal dat partijen nader tot elkaar komen. Dan is het handig dat er een onafhankelijke partij tussen staat, die objectief verslag legt en het proces kan sturen. Ik denk dat we veel van wat TNO boven water heeft gekregen, ook zelf boven water hadden kunnen krijgen, maar dan was het veel minder gemakkelijk geaccepteerd door andere partijen.’ Hagens somt de argumenten op waarom Suiker Unie
Knelpunten Generiek doel
Kansen
Doelen (individueel & collectief) Randvoorwaarden waarover geen discussie is
DOELEN (collectief)
Randvoorwaarden waarover wel discussie is
Belangen Feitelijke factoren
Voorwaarden Randvoorwaarden
F IG U U R 1 . S C HE M AT I S C HE W E E RG AV E S TA PPE N PROV E R®
Diepteinterviews
mei 2007
38
Groepssessies Randvoorwaardennotitie
Nota van uitgangspunten
versterking zoekt in de combinatie van een Agro & Food Cluster. ‘Een suikerfabriek is een heel solitaire locatie zonder relaties met de directe omgeving. Nu willen we aansluiting vinden bij andere bedrijven voor de optimalisatie van onze processen. Denk aan reststroom en de energie die we met anderen kunnen delen, het personeel dat we samen kunnen gebruiken, en het uitwisselen van kennis en ervaring. We willen de ruimte, zowel fysiek als qua milieu, beter benutten.’
Haalbaarheid
Suiker Unie werkt al ruim tien jaar aan dit plan. Er zit eindelijk schot in, vooral nadat de provincie zich heeft uitgesproken voor concentratie van nieuwe glastuinbouw in de Oud Prinslandse Polder. ‘Het is de kunst om meters te maken op het moment dat je de wind mee hebt. Dat doen we nu.’ Paul Hagens is ervan overtuigd dat de uiteindelijke beslissing voor welke variant wordt gekozen, nog wel wat discussie zal opleveren. ‘Clusteren van agro-industrie heeft net zo goed te maken met landschap, milieu, logistiek, en hoe we met onze steden omgaan. Je krijgt natuurlijk nooit op alle fronten je gelijk. We weten van elkaar waar de pijnpunten zitten. Uiteindelijk beslist de politiek wat maatschappelijk wenselijk en haalbaar is. Uiteindelijk is haalbaarheid vooral ook financiële haalbaarheid.’ ‘De urgentie is inderdaad groter geworden met de wens van de provincie om een grootschalige nieuwe tuinbouwlocatie te ontwikkelen en na het wegvallen van Moerdijk als mogelijke plek’, zegt ook Ronald Kramps, projectleider bij de provincie Noord-Brabant.
Resultaten proces
250-300 netto ha nodig om het project haalbaar te maken. Een ander punt van discussie is de precieze inrichting en inpassing van het AFC in het landschap. Wat moet daarbij behouden blijven? Het waterschap vindt het behoud en herstel van de Derriekreek die in het gebied ligt een randvoorwaarde voor het bereiken van haar doelen. Maar volgens de TOM vormt de kreek een bedreiging voor een efficiënte uitgifte van de grond. Voortdurend speelt de vraag: wat is reëel en effectief om te behouden in relatie tot een grootschalige
‘Toen is het balletje weer gaan rollen. Verder heeft de Nota Ruimte voor de nodige versnelling gezorgd.’ Door de aanpak van TNO als procesfacilitator is de provincie zich professioneler gaan opstellen, meent Kramps. Hij is degene die vanuit de kennis over belangenmanagement zelf aan het bestuur voorstelde om er een derde partij bij te halen. ‘In de stuurgroep is heel duidelijk meer begrip voor elkaars belangen ontstaan en men probeert op dit moment zoveel mogelijk van die belangen een plek te geven en tot een product te komen waarin iedereen de meerwaarde ziet. We gaan straks praten over de definitieve inrichting en dan komt het dikke boek van TNO weer uit de kast, waarin we onze afspraken hebben vastgelegd over de belangen en hoe we daarmee omgaan.’
misschien heroverwegen. Geen enkele partij krijgt alle wensen ingewilligd. Daar moet je wel tegen kunnen. De gemeente Steenbergen heeft al erkend dat het allemaal wat te groot is voor haar organisatie. Er kan een moment komen dat de provincie nog sterker de nek moet uitsteken om het voor elkaar te krijgen. Ik ben benieuwd of het bestuur daartoe bereid is. In Belangen Knelpunten Doelen gebiedsontwikkeling heb je krachtige bestuurders (individueel & Generiek doel Feitelijke nodig. Belangrijk is datKansen je werkt metcollectief) een bestuurlijk factoren boegbeeld en met een onafhankelijk voorzitter om alle Randbelangen goed te kunnen dienen. Verder is een goede voorwaarden waaroverkunnen geen procesfacilitator een voordeel; misschien dieVoorwaarden discussie is rollen samengaan. Heel belangrijk is dat mensen echt RandDOELEN (collectief) voorwaarden Rand-verbinden. met elkaar contact maken, zich aan elkaar voorwaarden Kortom: geen rituele dansen maken, maar ontwikkelwaarover wel discussie is kracht genereren.’
Uit de interviews bleek dat er een goede basis is voor samenwerking. Men is het eens over een aantal doelen: de daadwerkelijke realisatie van het AFC en het ontwikkelen van het AFC als duurzaam en innovatief gebied, en over de financiële haalbaarheid. Over zaken als de precieze omvang en ligging is nog afstemming nodig, en de partijen zijn het nog niet eens over de omvang van het glastuinbouwgebied. Volgens de initiatiefnemers en de provincie is een terrein van
Boegbeeld
De provincie heeft in dit project een heel duidelijke regisserende rol, geeft Ronald Kramps aan. ‘We hebben inhoudelijke belangen, zoals de concentratie van de glastuinbouw, een duurzame oplossing, een mooie landschappelijke inpassing, én we willen dat de zaak op stoom blijft. Daar doen we al het mogelijke aan vanuit onze verantwoordelijke rol ten aanzien van de provinciale procedures, en door het stroomlijnen van de procesgang.’ ‘Het is absoluut denkbaar dat het hele plan niet doorgaat’, zegt Kramps desgevraagd. ‘Ontwikkelingsplanologie zie ik als een gezamenlijke trektocht waarvan het einddoel van de reis niet honderd procent helder is. Je krijgt te maken met allerlei veranderende en onvoorziene omstandigheden. Continu moet je afwegen en
Ë
Marcel Bayer
Diepteinterviews
Groepssessies Randvoorwaardennotitie
Met partijen binnen en buiten de stuurgroep
Overzicht en ordening resultaten interviews partijen
Nota van uitgangspunten Drie bijeenkomsten met alle leden stuurgroep op basis van notitie over: - datgene waar wel en geen overeenstemming over bestaat - positionering van elementen waar discussie over bestaat - focus op bouwstenen voor gezamenlijke, gedragen visie
F IG U U R 2 . S C H E M AT I S C H E W E E RG AV E PROV E R ® - PRO C E S A F C W E S T - B R A B A N T
mei 2007
39
Projectdossier
VA N V.L .N.R .: INV E S T E R E N IN DE POLDE R ; S UIK E RFA B R I E K C E N T R A A L ; L A N D S C H A P S PA R K RON D DE R R I E K R E E K ; L A N D S C H A P S PA R K T U S S E N D OR PE N .
ontwikkeling als het AFC? Wat is ruimtelijke kwaliteit, en hoe kan die worden verbeterd? Verder is er discussie over een bijdrage die de initiatiefnemers aan de gemeente Steenbergen zouden moeten leveren voor (bovenwijkse) voorzieningen. Behalve discussie over de financiële constructie gaat het er ook om dat de initiatiefnemers willen weten waaraan het geld precies wordt besteed. Ook over randvoorwaarden die te maken hebben met het profiel en beheer van het AFC is de stuurgroep het nog niet eens. Hoe kan worden gewaarborgd dat er
op het bedrijventerrein bedrijven komen die binnen het profiel van ‘agro en food’ passen? Wat houdt dit profiel precies in? Hoe voorkom je dat er concurrentie ontstaat tussen gemeenten in de omgeving, waardoor geschikte bedrijven toch niet op het bedrijventerrein terechtkomen? Wie kan daarin sturen, en hoe ondersteun je dit organisatorisch? Laatste voorbeelden van discussiepunten zijn de organisatiestructuur voor de ontwikkeling, de uitvoering en het beheer van het AFC.
Methode ProVer® De kern van ProVer® is: het op een gestructureerde, heldere en expliciete manier managen van feiten, belangen en doelen van de partijen in een samenwerkingsproces. De onderliggende randvoorwaarden worden zichtbaar gemaakt en gestructureerd. Op grond hiervan kunnen doelen eenvoudiger worden geformuleerd en geprioriteerd. Hierdoor verloopt het samenwerkingsproces efficiënter en sneller. Het idee achter ProVer® is dat als er weinig aandacht wordt besteed aan het formuleren van belangen, doelen en randvoorwaarden in het beginstadium van de samenwerking het draagvlak voor oplossingsrichtingen later in het proces (plotseling) kan verminderen. Er ontstaan discussies over al genomen beslissingen. Discussies waarin onduidelijk blijft waarin de belangen en randvoorwaarden van partijen overeenkomen of verschillen. Soms worden plannen in een laat stadium afgeblazen of grondig herzien. Het expliciteren van de randvoorwaarden gedurende het samenwerkingsproces zorgt voor transparantie van de besluitvorming én voor het draagvlak. In eerste instantie betekent dit een investering, ook in tijd. Maar in latere fasen van de samenwerking verdient dit zich terug.
mei 2007
40
Stappen • Formuleren van het doel van het samenwerkingsproces en het ProVer®-traject. De betrokkenen formuleren gezamenlijk een globaal doel, bijvoorbeeld de ontwikkeling van een gezamenlijke visie of de verbetering van de kwaliteit van een bedrijventerrein. • Diepte-interviews met betrokkenen. Hierin worden de kansen, knelpunten, doelstellingen, belangen en randvoorwaarden bepaald die betrokkenen zien als het gaat om het gezamenlijke doel. • Aantal (minimaal drie) groepssessies met alle geïnterviewden. Hierin worden de randvoorwaarden en doelstellingen besproken. De randvoorwaarden worden geordend: over welke randvoorwaarden zijn we het eens, en over welke (nog) niet? Vervolgens wordt gefocust op de randvoorwaarden waarover de partijen het niet eens lijken te zijn. Deze zouden immers een obstakel kunnen vormen voor de samenwerking en het bereiken van de doelen. De randvoorwaarden waarover de partijen het van meet af aan eens zijn, vormen het kader voor de samenwerking.
Bron: Alle Hosper/Rudolf Zielinski (artist impressions)
Procesversneller
Tijdens de eerste groepssessie gaven sommige deelnemers aan weinig vooruitgang te zien. (‘Ik heb vandaag niet veel nieuws gehoord.’) Toch erkent iedereen dat het de eerste keer is dat de doelen, belangen en randvoorwaarden van alle partijen zo expliciet naar voren worden gebracht. ‘Ieders belang is helder geworden en daardoor snap je elkaar beter. Om een stap verder te kunnen komen in het onderhandelingsproces moet je vertrouwen hebben’, aldus Aart de Kok, manager projectbureau van de gemeente Steenbergen. Daarnaast wordt duidelijk waar de discussiepunten liggen. ‘En dat was nodig’, zo zegt De Kok. ‘Er was net een nieuw college aangetreden, en dat zette de hele discussie op scherp. In het voortraject was er onvoldoende zicht op het proces en de inhoud rondom het AFC. De gemeentelijke partijen hadden echter wel stelling genomen, ook met het oog op de verkiezingen. Hierdoor ontstond een onwezenlijke situatie. Twee sporen, de gemeentelijke dynamiek en de dynamiek van het AFC, sloten niet meer goed op elkaar aan. Alsof je besluit een huis te bouwen en je vult dit in voordat er een programma van eisen op tafel ligt.’ De gemeenteraad in Steenbergen gaat in haar raadsprogramma 2006-2010 voor ontwikkelen van het AFC en kiest voor netto 250 ha glastuinbouw. De gemeente beschouwt deze ambitie in haar collegeprogramma 2006-2010, met als motto ‘Ruimte gevend voor ontwikkeling’, als een van haar belangrijkste projecten.
Verdieping
In de tweede en derde groepssessie is uitgebreid gesproken over de randvoorwaarden waarover verschil van mening bestond. Er kwam een prioriteitenlijst en ieder lichtte zijn standpunten toe. Over veel randvoorwaarden was de stuurgroep het snel eens. Deze vormen de uitgangspunten voor een gezamenlijke visie; ze dienen als input voor het uitwerken van varianten voor de inrichting van het AFC en het bepalen van een voorkeursvariant voor de inrichtingsMER.
Lessen en aandachtspunten Afstemming van de partijen die samenwerken, wordt gemakkelijker als er meer oog en oor is voor elkaars belangen, randvoorwaarden en doelen. Aandacht in de voorfase van de gebiedsontwikkeling voor elkaars belangen, randvoorwaarden en doelen vraagt tijd. Maar dit maakt veel duidelijker wat er nog besproken en besloten moet worden. Daarnaast wordt duidelijker wat de verschillende partijen intern moeten doen om de gebiedsontwikkeling vooruit te helpen. De processen in de verschillende organisaties raken beter op elkaar afgestemd. Analyse en bespreking van randvoorwaarden werkt verhelderend in conflictsituaties Juist bij wrijving of terugkerende discussies werkt het neutraliserend om niet in termen van standpunten te praten, maar juist over belangen en randvoorwaarden. Versnelling op de lange termijn vraagt tijdsinvestering op de korte termijn Duidelijkheid over elkaars belangen, randvoorwaarden en doelen ondersteunt het samenwerkingsproces op de lange termijn. Maar hierin moet op de korte termijn wel tijd worden geïnvesteerd. Dit strookt niet altijd met de snelle start die men wil maken, maar op lange termijn verdient het zich terug. Continuïteit en mandaat van betrokkenen in de visieontwikkeling is uiterst belangrijk Het is voor de kwaliteit van het groepsproces noodzakelijk dat alle geïnterviewden bij elke groepssessie aanwezig zijn. Daarnaast is het ook belangrijk dat bestuurders betrokken zijn, zodat men knopen kan doorhakken en er op bestuurlijk niveau draagvlak is voor de resultaten van het proces.
mei 2007
41
Foto: Marcel Bekken
Projectdossier
PE T E R VA N ZA NDVO ORT (L) E N PAUL H AG E N S
Discussie bestaat nog over de • inrichting: Precieze ligging en omvang AFC, de benodigde landschapstransformatie, compensatie of behoud van bestaande natuur- en cultuurhistorische waarden, hydrologische inpassing in gebied (o.a. omgang met Derriekreek), ontsluiting AFC en benodigde infrastructuur; • financiën: Bepaling benodigde bovenwijkse voorzieningen en bijdrage TOM en Suiker Unie hieraan, financiering aanpassingen waterkeringen; • organisatie: Bepalen en opzetten van een organisatiestructuur voor de huidige fase van voorbereiding, ontwikkeling AFC en beheer AFC.
het altijd met elkaar eens bent, maar je begrijpt elkaar wel beter.’ Daardoor is er ook commitment om tot resultaatafspraken te komen. Ook wethouder Wilma Baartmans van Steenbergen is enthousiast over de voortgang: ‘Ik vond het een bijzonder inspannend proces, ook omdat ik net begonnen was als wethouder. Maar we hebben er nog steeds plezier van. De zaken waarover we het wel en niet eens zijn, zijn echt heel duidelijk en scherp neergezet. (…) Ik merk ook het verschil met mijn collega-wethouder, die niet bij dit proces betrokken is geweest. Ik heb gewoon veel meer kennis van wat er speelt. De helderheid die is gecreëerd, schept een band. Door dit proces heb ik meer het gevoel gekregen: “dit gaan we samen doen”.’ Ë
Elsbeth Roelofs (
[email protected]) en Geiske Bouma (
[email protected])
Referenties Roelofs, E.M.G., K.G.P. Molendijk en J.W. Ekelenkamp, ProVer®: randvoorwaardenanalyse als aanvullend instrument voor procesondersteuning, april 2003, TNO-MEP – R2003/149. Idem, Test ProVer® voor het Juliaterrein te Kerkrade, januari 2004, TNO-MEP R2004/010. Roelofs, E.M.G. en J.W. Ekelenkamp, Kwaliteitsbeheer bedrijventerrein Saxe Gotha, mei 2005, TNO B&O-A R2005/026. Bouma, G.M., E.M.G. Roelofs en M. Rijnveld, Uitgangspunten voor een gezamenlijke visie voor het Agro & Food Cluster West-Brabant, 12 oktober 2006, 2006-I&R-N036-RSE-PEM-66127, conceptrapport.
Aart de Kok vertelt hoe hij gaandeweg zijn houding ten aanzien van het project bijstelde. ‘In eerste instantie was ik enthousiast, daarna sceptisch en uiteindelijk erg positief. Het traject heeft tot verdieping geleid, en er is meer onderling begrip. Dit wil niet zeggen dat je
1 Partijen zijn: de initiatiefnemers voor het AFC (Suiker Unie en de Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij) en partijen met wie de initiatiefnemers nauw samenwerken (provincie Noord-Brabant, gemeente Steenbergen, gemeente Halderberge, en waterschap Brabantse Delta).
Feiten en cijfers
mei 2007
42
Bedrijventerrein rond suikerfabriek Bedrijven gerelateerd aan de suikerfabriek, de agro- en foodsector en de glastuinbouw.
Gekoppelde glastuinbouwlocatie Totaal oppervlak terrein is ± 500 ha, waarvan 250-300 ha netto bebouwd glasoppervlak.
In totaal 295 ha, dit is inclusief het bestaande terrein van Suiker Unie (175 ha); in totaal 120–160 ha terrein voor nieuw te vestigen bedrijven.
Zoveel mogelijk gesloten teeltsystemen optimaal energierendement.
Samenwerking in grondstoffen, energie, water en reststromen, procesinstallaties en andere faciliteiten, inkoop, werknemers, kennis & ervaring, R&D.
Ten minste 95% vermindering van de lichtuitstoot.
Geen toename van hinder voor de woonkernen in de omgeving.
Groente en sierteelt, ongeveer de helft belicht.
Gefaseerde ontwikkeling 2009-2019.
Gefaseerde ontwikkeling 2009-2014.