Julie Klassen
De stille gouvernante Roman Vertaald door Marian Muusse
3epr08072011Destille.indd 3
07-07-11 21:14
© Uitgeverij Voorhoeve – Utrecht, 2011 Postbus 13288, 3507 LG Utrecht www.kok.nl Oorspronkelijk verschenen onder de titel The Silent Governess bij Bethany House Publishers, a division of Baker Book House, 11400 Hampshire Avenue South, Bloomington, Minnesota 55438, USA © Julie Klassen, 2009 Vertaling Marian Muusse Omslagillustratie Bethany House Publishers Omslagontwerp IDD ISBN 978 90 297 9660 6 NUR 302 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher.
3epr08072011Destille.indd 4
07-07-11 21:14
Proloog
Jarenlang kon ik niet aan die dag terugdenken zonder dat er een smeulende kool van wroeging in mijn binnenste brandde. Ik probeerde de herinnering diep weg te stoppen in de donkere plekken van mijn geest, maar af en toe werd hij toch ergens door opgeroepen – het uithangbord van een taveerne, een reeks getallen, een goed geklede heer – en dan, als de herinnering verscheen en weer weg scharrelde als een zilvervisje onder de deur, vertrok mijn gezicht… De dag begon zo fijn. Mijn vader, moeder en ik, twaalf jaar indertijd, reden samen Chedworth binnen en brachten een zeldzame middag als harmonieus gezin door. We bekeken veel mooie vergezichten en bezichtigden de Romeinse ruïnes, waar mijn moeder toevallig een oude vriendin tegenkwam. Ik vond het een heerlijk uitje en weet nog dat ik me heel gelukkig voelde, want mijn vader en moeder leken samen ook gelukkig. Tijdens de reis terug naar huis was de sfeer gespannen, maar dat weet ik aan vermoeidheid. Al snel viel ik in het rijtuig in slaap en mijn hoofd zakte tegen mijn moeders schouder. Toen we thuiskwamen, was ik nog steeds zo vrolijk dat ik, toen mijn vader op vlakke toon aankondigde dat hij naar de Crown and Crow ging, voorstelde mee te gaan, hoewel ik dat maanden niet meer had gedaan. Hij mompelde: ‘Als je dat wilt,’ en draaide zich zonder nog een woord te zeggen om. Ik begreep niet waarom zijn humeur zo was omgeslagen, maar ach, had ik dat ooit gedaan? Ik ging al sinds ik een kind van drie of vier was met hem mee naar de Crown and Crow. Hij zette me er altijd op de hoge toog en dan telde ik daar tot duizend of nog verder. Als je honderd onder de knie hebt, zijn twee- en vijf- en negenhonderd toch 7
3epr08072011Destille.indd 7
07-07-11 21:14
kinderspel? Tegen de tijd dat ik zes was, rekende ik tot groot vermaak van de rest van de vaste bezoekers sommen uit. Papa noemde twee of drie getallen en dan zag ik, als op een glazen lei, hun som voor me. ‘Hoeveel is zevenenveertig plus vijfenvijftig, Olivia?’ Onmiddellijk verschenen de getallen en hun som. ‘Een nul twee, papa.’ ‘Honderdtwee. Dat klopt. Goed zo, knappe meid van me.’ Toen ik ouder werd, werden de sommen moeilijker en begon ik me af te vragen of de vermoeide reizigers en de aangeschoten, oude mannen eigenlijk wel konden nagaan of ik de sommen goed uitrekende. Maar mijn vader kon het. Dat wist ik zeker, want hij was bijna even snel met getallen als ik. Hij nam me ook mee naar de paardenrennen – zelfs een keer naar de renbaan in Bibury – waar hij geld inzette dat hem was toevertrouwd door mannen van Lower Coberly tot Foxcote aan toe. Ik zat naast hem met zijn zwarte boek in mijn kleine handen en noteerde wat hij had ingezet en hoeveel hij won en verloor, en in gedachten trok ik mijn vaders deel van het totaal af voordat ik opschreef wat hij moest uitbetalen. Ik vond de opwinding op het terrein meeslepend, de geuren van de vleespasteitjes en de gekruide appelwijn, de menigte, het gejuich en de kreten van teleurstelling, de vader-dochterband waar ik naar had verlangd. Moeder vond het nooit prettig als ik met papa naar de paardenrennen en de taveerne ging, maar ik wilde hem niet voortdurend afwijzen, want ik hunkerde naar zijn waardering. Toen ik juffrouw Cresswells meisjesschool begon te bezoeken, ging ik echter minder vaak mee. Die dag in de Crown and Crow was ik te oud om nog op de toog te zitten. Ik was twaalf. In plaats daarvan zat ik naast mijn vader in het hoekje bij de grote haard en dronk van mijn gemberbier terwijl hij het ene glas bier na het andere achterover sloeg. De andere vaste bezoekers voelden zijn slechte humeur kennelijk aan en lieten ons met rust. Toen kwamen zij binnen, een goed geklede heer en zijn zoon. 8
3epr08072011Destille.indd 8
07-07-11 21:14
De jongen droeg net als alle schooljongens een blauwe jas en een strohoed met het lint erom. De man was duidelijk een heer van stand, misschien zelfs wel van adel, en we rechtten allemaal onze rug om voor onze nederige taveerne op te komen. De jongen, die nog geen twee jaar ouder kon zijn dan ik, keek naar me. Natuurlijk trok ik zijn aandacht, want we waren de enige twee jonge mensen in de ruimte. Zijn blik was ongeïnte resseerd en minachtend. Die indruk kreeg ik tenminste. De man groette de vaste bezoekers joviaal en vertelde dat zij zojuist ene lord huppeldepup hadden bezocht en dat hij nu naar Londen terugreisde om zijn zoon naar Harrow, de gerenom meerde kostschool, terug te brengen. Mijn vader, die rode konen had, kreeg plotseling een levendige blik in zijn ogen. Hij draaide zich om en nam de snoevende heer in zich op. ‘Dus uw zoon zit op Harrow?’ ‘Inderdaad,’ antwoordde de heer. ‘Net als zijn vader vroeger.’ ‘Fijne, pientere knaap, zeker?’ vroeg papa. Er gleed een aarzelende uitdrukking over het gezicht van de heer. ‘Uiteraard.’ ‘Dus geen jongen die zich door een dorpsmeisje als dit laat overtroeven?’ Papa neigde zijn hoofd naar mij en mijn hart begon te bonzen. Een misselijkmakende angst vulde mijn maag. De heer wierp een korte blik op mij. ‘Dat lijkt me niet, nee.’ Vader glimlachte. ‘Wat dacht u van een vriendschappelijke weddenschap?’ Dat was niets nieuws. In de loop der jaren hadden veel stamgasten kleine geldbedragen ingezet op mijn talent voor het oplossen van ingewikkelde sommen. En zelfs mannen die hadden verloren, hadden in hun handen geklapt en bier voor papa gekocht en gemberbier voor mij. De mond van de man vertrok. ‘Waar wilt u om wedden?’ ‘Dat dit meisje uw zoon overtreft met rekenen. Hij leert op Harrow toch rekenen, neem ik aan?’ ‘Natuurlijk, man. Het is de beste school van het land. Van de wereld.’ 9
3epr08072011Destille.indd 9
07-07-11 21:14
‘U hebt ongetwijfeld gelijk. Maar dit meisje hier is erg intelligent, nietwaar, mensen?’ Papa draaide zich om en zocht bijval bij de vaste bezoekers. ‘Ze zit op de meisjesschool van juffrouw Cresswell.’ ‘Juffrouw Cresswell?’ Ik huiverde bij het sarcasme van de man. ‘Tjonge, Herbert, dan kunnen we het wel opgeven voordat we zelfs maar beginnen.’ Mijn vader slaagde er op de een of andere manier in zijn woede te onderdrukken. Hij haalde zelf quasi-onverschillig zijn schouders op. ‘Misschien levert het aardig vermaak op.’ De heer keek hem met zijn glas vlak voor zijn mond aan. ‘Wat stelt u voor?’ ‘Niets bijzonders. Optellen, delen, vermenigvuldigen.Wie het eerste een juist antwoord geeft, wint dat onderdeel en degene met de meeste punten is de uiteindelijke winnaar.’ Op dat moment zag ik het: de gespeeld onverschillige houding van de jongen, zijn blik vol zelfvertrouwen verdween volkomen. Hij werd bleek en angstig en ademde gejaagd. De heer keek naar zijn zoon en dronk zijn glas leeg. ‘Ik heb geen aardigheid in zulke spelletjes, mijn beste man. Trouwens, we moeten weer eens verder.We hebben nog een lange reis voor de boeg.’ Hij zette zijn glas neer en legde een gouden guinje op de toog. ‘Ik neem het u niet kwalijk.’ Papa stond op en legde zijn eigen guinje op de toog. ‘Een bittere pil om door een meisje te worden verslagen.’ ‘Pa-pa…’ fluisterde ik. ‘Houd op.’ ‘Nou, Herbert, dat kunnen we niet op ons laten zitten, wel?’ De heer prikte zijn zoon met zijn wandelstok in zijn schouder. ‘Wat vind je? Voor de eer van Harrow en onze familie?’ En in de sprakeloze angst waarmee de zoon naar zijn vader keek, zag ik de rest. Ik herkende de vrees om een kritische ouder teleur te stellen, het verlangen van de jongen naar het kleinste blijk van waardering en zijn ontzetting over de voorgestelde wedstrijd. Rekenen was duidelijk niet zijn sterkste kant, een feit 10
3epr08072011Destille.indd 10
07-07-11 21:14
dat hij misschien wel wanhopig had geprobeerd te verbergen en dat nu op een zeer beschamende manier in het openbaar aan het licht dreigde te komen. ‘Uitstekend,’ zei mijn vader. ‘Tien guinjes op de winnaar?’ ‘Per onderdeel? Uitstekend,’ praatte de heer mijn vader slim na. ‘Dertig guinjes in totaal. Zelfs ik ben handig met cijfers, zoals u wel merkt.’ Ik slikte. Mijn vader had geen dertig guinjes bedoeld. Bezat ook geen dertig guinjes, zoals de heer vast wel wist. Mijn vader knipperde niet eens met zijn ogen. ‘Afgesproken. We beginnen eenvoudig, goed? Wie als eerste het juiste antwoord geeft, wint.’ Hij noemde twee getallen van drie cijfers en de som verscheen direct voor mijn geestesoog en nog voordat ik bewust had nagedacht, gaf ik het antwoord. Ik keek naar Herbert. Een zweetdruppel rolde traag van zijn haargrens naar zijn wang. ‘Kom, Herbert, in dit geval hoef je geen heer te zijn. “Dames gaan voor” geldt nu even niet.’ Herbert knikte, met zijn ogen op mijn vaders mond gericht alsof hij hem wilde dwingen simpele sommen uit te spreken, hem met zijn blik kon beheersen. Papa gaf een deelsom op, geen heel moeilijke, en opnieuw verscheen de uitkomst in de lucht voor me. En weer zei de jongen niets. Toe nou, moedigde ik hem in stilte aan. Geef dan antwoord. ‘Kom, Herbert,’ drong zijn vader met gefronst voorhoofd aan. ‘We hebben niet de hele avond de tijd.’ ‘Wilt u de getallen herhalen, mijnheer?’ vroeg Herbert zacht en ik had met hem te doen. Ik voelde mijn vaders doordringende blik en hoorde zijn zachte aansporing. ‘Vooruit, kind.’ ‘Zeshonderdvierenveertig,’ zei ik verontschuldigend en ieders blik mijdend. Goedkeurend gemompel vulde de ruimte. 11
3epr08072011Destille.indd 11
07-07-11 21:14
De heer stond woedend op. ‘Het is onmogelijk dat dat meisje dat uit haar hoofd heeft uitgerekend. Ik heb door wat hier aan de hand is. Het is doorgestoken kaart, hè? We zijn ongetwijfeld niet de eerste reizigers die worden beetgenomen door uw af gerichte aapje dat al uw sommen uit haar hoofd heeft geleerd.’ Ik kromp in elkaar en verwachtte dat mijn vader met gebalde vuisten overeind zou komen om de man te lijf te gaan.Vals spel maakte hem razend en ik had hem vaak genoeg woedend zien worden als iemand oneerlijk was. Ja, hij had zijn deel genomen van de winst van andere mannen, maar ook geen shilling meer. ‘Laten we eens kijken wat ze presteert als ik de som opgeef,’ eiste de heer. ‘En het eerste juiste antwoord wint de hele inzet.’ Zou mijn vader zo’n beledigende toespeling dulden? De baas van de taveerne legde zijn hand op mijn vaders arm. Hij maakte zich ongetwijfeld zorgen om zijn zaak. ‘Waarom niet, man?’ drong hij zacht aan. ‘Laat Olivia maar bewijzen dat ze zo intelligent is als wij allemaal weten.’ Mijn vader aarzelde. ‘Of durft u niet?’ hoonde de heer. ‘Ik ben niet bang.’ Mijn vaders ogen keken de trotse reiziger indringend aan terwijl mijn ogen zich niet konden losmaken van die van de zoon. Er stond zoveel vernedering en schaamte in te lezen. Dat een meisje een goed verstand had was één ding. Dat verwachtte men niet. Een trucje, al was het niet oneerlijk. Maar dat een zoon, de trots van zijn vader en ongetwijfeld zijn erfgenaam, dom bleek en door een meisje voor gek werd gezet? Ik huiverde bij de gedachte aan de reprimandes en de kille afwijzing die hem tijdens de lange reis te wachten stonden, misschien wel de rest van zijn leven. De heer liet zijn ogen langs de bosjes hop aan de daksparren gaan terwijl hij de volgende som bedacht en opgaf. Hij wist ongetwijfeld ook het antwoord, want het was waarschijnlijk het aantal hectaren grond dat hij bezat vermenigvuldigd met de gemiddelde opbrengst van vorig jaar. Iets dergelijks in ieder 12
3epr08072011Destille.indd 12
07-07-11 21:14
geval. Tegen de achtergrond van het bleke gezicht van de jongen en zijn sombere, groene ogen, verschenen de getallen voor me, maar minder duidelijk dan gewoonlijk. Ze wiebelden en schuifelden als het zilvervisje en glipten onder de deur door. De ogen van de jonge man lichtten op. Hij had zich de uitkomst waarschijnlijk eerder herinnerd dan berekend, maar zodra hij het antwoord gaf, wist ik dat het klopte. De opluchting en triomf op zijn gezicht vrolijkten mij heel even op. De glimlach die zijn vader hem schonk en de klap op zijn schouder ook heel even. Daarna werd ik me bewust van de afkeurende blik van mijn eigen vader en zag ik de vreselijke realiteit van wat ik had gedaan, maar het was te laat. Nooit zou hij me meer meenemen. Nooit meer zou hij mij zijn knappe meid noemen of zelfs maar Olivia. De heer pakte mijn vaders guinje van de toog. ‘Ik neem maar één guinje en laat dat een les voor u zijn. Ik laat de rest voor u liggen. Daarmee kunt u de schulden afbetalen die u ongetwij feld bij de andere mensen hebt gemaakt die u in de loop der jaren voor de gek hebt gehouden.’ De heer draaide zich zwierig om, legde zijn in een handschoen gestoken hand op de schouder van zijn zoon en leidde hem naar buiten. Ik keek hen na, zo vol afschuw dat ik niet eens opgelucht was dat ik mijn vader maar één guinje had gekost. Want ik wist dat ik hem veel meer had gekost: het respect van alle aanwezigen in de taveerne. Langzaam werd ik me bewust van hun heimelijke blikken, van de afstand die ze onbewust tussen henzelf en ons creëerden. Nu zouden ze de beschuldigingen van de reiziger geloven: dat mijn talent altijd bedrog was geweest. Al hun applaus en bier en wedgeld waren onterecht aanvaard. In zijn ogen, de hunne, hadden we hen allemaal belachelijk gemaakt. Ik had hen belachelijk gemaakt. Door te zwijgen.
13
3epr08072011Destille.indd 13
07-07-11 21:14
3epr08072011Destille.indd 14
07-07-11 21:14
1
Het is niet goed een slapende hond wakker te maken. Geoffrey Chaucer
Twaalf jaar later 1 november, 1815 Met een hart dat bonsde van angst en spijt rende Olivia Keene voort alsof haar leven van haar ontsnapping afhing. Ze vluchtte het dorp uit en stormde een weide over, sprong het hek voor de schapen over, bleef met haar jurk haken en viel languit in de modder. Het bundeltje in de zak van haar cape stootte tegen haar heup. Ze besteedde er geen aandacht aan, stond op en keek terwijl ze voort holde achterom om zich ervan te overtuigen dat niemand haar volgde.Voor haar lag het bos van Chedworth. De waarschuwingen die ze jarenlang had gehoord, echoden door haar hoofd. ‘Niet ’s avonds door het bos dwalen.’ ’s Nachts liepen er wilde honden door dat bos en kampeerden er zwervers met scherpe messen en nog scherpere ogen die op zoek waren naar een gemakkelijke prooi. Een vrouw die net als Olivia vier entwintig was, zou zo wijs moeten zijn zich ’s nachts niet in het bos te wagen. Maar de kreten van haar moeder weerklonken nog in haar oren en overstemden de oude, waarschuwende stem. De dreiging achter haar was wezenlijker dan de ingebeelde gevaren voor haar. Haar huid prikte van angst en ze huiverde. Ze wierp zich in de uitgestrekte armen van het bos, dat op deze kille herfstavond al schemerig en vol schaduwen was. Onder haar dunne schoen 15
3epr08072011Destille.indd 15
07-07-11 21:14
zolen knisperden dorre bladeren. Takken grepen naar haar als knokige handen. Ze struikelde over gevallen takken en kreupelhout en elke knappende twijg herinnerde haar eraan dat er vlak achter haar achtervolgers konden lopen, net buiten haar blikveld. Olivia rende tot ze een steek in haar zij kreeg. Hijgend vertraagde ze haar stap. Ze liep voor haar gevoel nog een uur en had toen nog steeds de rand van het bos niet bereikt. Maakte ze een rondje? De gedachte de nacht in het snel donker wordende bos te moeten doorbrengen, zorgde ervoor dat ze de pas er weer inzette. Ze struikelde over een wirwar van wortels, viel opnieuw lang uit en hoorde stof scheuren. Op haar wang brandde een schram en even bleef ze liggen om op adem te komen. De pijn die de val had veroorzaakt, drong door de dam van schrik en de hete tranen die ze steeds had teruggedrongen, begonnen te stromen. Moeizaam kwam ze overeind en ging snikkend tegen een boom zitten Almachtige God, wat heb ik gedaan? Een tak knapte en een uil riep een waarschuwing naar een soortgenoot. Angst onderdrukte onmiddellijk haar gesnik. Oli via voelde dat de haren in haar nek overeind gingen staan en ze tuurde met wijd opengesperde ogen in het donker. Ogen staarden terug. Nog geen zeven meter verderop stond een hond, pezig en donker en met ontblote tanden. In blinde paniek tastte Olivia over de grond om haar heen op zoek naar iets wat als wapen kon dienen. Het kreupelhout bewoog en de grond dreunde door rennende poten. Twee andere honden renden langs haar heen, een met iets ronds en wits in zijn bek. Een schapenkop? De eerste hond draaide zich om en rende achter de twee andere aan, juist op het moment dat Olivia’s vingers een flinke stok vonden. Ze greep hem stevig vast en wenste even dat ze de kachelpook nog had. Huiverend van afkeer zette Olivia de herinnering aan het koude, harde gewicht ervan uit haar hoofd. Ze luisterde een paar angstige tellen. Toen ze niets meer hoorde, 16
3epr08072011Destille.indd 16
07-07-11 21:14
stond ze op, de stok nog in haar hand, en haastte ze zich door het bos in de hoop dat de honden haar spoor niet zouden volgen. De maan stond hoog boven de boomtoppen toen ze het zag. Het licht van een vuur in de verte. Opluchting. Wilde dieren waren toch bang voor vuur? Behoedzaam liep ze verder. Ze was niet van plan zich aan te sluiten bij de mensen die daar hun kamp hadden opgeslagen, een zigeunerfamilie misschien of een jachtgezelschap. Zelfs als de geruchten over dieven en stropers onzin waren, zou ze niet het risico nemen zich te vertonen. Maar ze verlangde naar de veiligheid die het vuur voor haar verbeeldde. En ze verlangde ook naar de warmte ervan, want de nachtelijke novemberlucht drong genadeloos door haar cape en jurk. Als er een andere vrouw was, zou Olivia misschien vragen of ze zich mocht warmen. Ze waagde het wat dichterbij te komen, ging achter een boom staan en gluurde eromheen. Ze zag een door de vlammen verlichte open plek en vier gestalten die in verschillende houdingen rond het vuur uitrustten. Het geluid van pratende, schertsende mannenstemmen bereikte haar. ‘Alweer eekhoorn vanavond, Garbie?’ wilde een schorre stem weten. ‘Als Croome niet nog wat wild komt brengen, wel ja.’ ‘Om deze tijd nog? Weinig kans.’ ‘Die ligt eerder dronken in de Brown Dog met zijn hoofd op Molly’s zachte kussens.’ ‘Croome niet, hoor,’ zei een ander. ‘Nog nooit zo’n monnik achtig type meegemaakt.’ Gelach volgde. Olivia verstarde op haar plek en haar intuïtie vertelde haar te vluchten. Dit was geen familie, geen jachtgezelschap. Angst kroop langs haar ruggengraat omhoog. Ze draaide zich om en liep bij de boom vandaan. ‘Wa’s dat?’ Het luide gefluister van een jongeman deed Olivia halt 17
3epr08072011Destille.indd 17
07-07-11 21:14
houden. Ze was bang nog meer geluid te maken. ‘Wat is er? Ik hoor niks.’ ‘Misschien is het Croome.’ Voorzichtig, op haar tenen, deed Olivia nog een stap. En nog een. Een kleverig web plakte aan haar gezicht. Ze schrok en struikelde over een boomstronk. Nog voordat ze kon opkrabbelen, werd ze omringd door het geluid van voetstappen en verblind door het felle licht van een lamp. ‘Kijk nou toch,’ zei een jongeman zacht. Olivia kwam moeizaam overeind en trok haar rokken omlaag. Ze streek haar losgeraakte haar uit haar gezicht en probeerde kalm te blijven. ‘Croome is een stuk knapper geworden sinds we hem de vorige keer hebben gezien,’ zei een tweede jongeman. Naast hem keek een baardige reus op haar neer. Met de norse, schorre stem die ze het eerste had gehoord vroeg hij: ‘Wat doe je hier?’ Paniek schoot door haar aderen. ‘N-niets! Ik zag uw vuur en ik…’ ‘En je zocht zeker wat gezelschap?’ Het werd haar koud om het hart toen ze de grijns van de man zag. ‘Nou, dan ben je op de juiste plek, nietwaar, jongens?’ ‘Zekers,’ zei een ander instemmend. De grote man stak zijn hand naar haar uit, maar Olivia deed een stap naar achteren. ‘Nee, u begrijpt me verkeerd. Ik ben gewoon verdwaald. Ik wil geen…’ ‘O, maar wij wel.’ Zijn ogen glinsterden als die van een wilde hond. De stevige stok die ze bij zich had gehad, lag op de grond, waar hij terecht was gekomen toen ze was gevallen. Ze deed er een greep naar, maar de man pakte haar van achteren vast. ‘Je wilde toch zeker nog niet weggaan?’ Olivia slaakte een kreet, maar het lukte haar wel haar hand om de stok te krijgen terwijl hij haar naar zich toe trok. 18
3epr08072011Destille.indd 18
07-07-11 21:14
‘Laat me los!’ De reus lachte. Olivia draaide zich om in zijn armen en gebruikte de stok als een knuppel. Met een tok raakte hij de zijkant van zijn hoofd. Hij slaakte een kreet en bedekte de wond met zijn handen. Olivia probeerde ervandoor te gaan, maar de twee andere mannen grepen haar bij haar armen en benen, trokken de stok uit haar handen en droegen haar naar het vuur terug. ‘Gaat het, Borcher?’ vroeg de jongste man met hoge stem. ‘Het komt wel weer goed. Wat zij niet kan zeggen.’ ‘Alstublieft!’ smeekte Olivia de mannen die haar vasthielden. ‘Laat me gaan. Ik smeek u. Ik ben een fatsoenlijk meisje uit Withington.’ ‘Daar woont mijn broer in de buurt,’ zei de jongste man. ‘Hou je mond, Garbie,’ beval Borcher. ‘Misschien heb ik uw broer wel eens ontmoet,’ zei ze wanhopig. ‘Hoe heet…?’ ‘Hou je waffel!’ Borcher sprong met opgeheven hand naar voren. ‘Borcher, niet doen,’ drong Garbie aan. ‘Laat haar los.’ ‘Nadat die wildebras me heeft geslagen? Geen denken aan.’ Borcher greep haar ruw vast, klemde met één lange, zware arm haar beide armen tegen haar lichaam en duwde haar met haar rug tegen een boom. Vergeefs probeerde ze op zijn tenen te gaan staan, maar haar geitenleren schoentjes waren niet tegen zijn zware laarzen opgewassen. ‘Nee!’ riep ze. ‘Help me! Alstublieft!’ Zijn vrije hand schoot omhoog en nam haar kin in een ijzeren greep die haar het zwijgen oplegde. Ze wrong haar hoofd opzij en beet zo hard ze kon in zijn duim. Borcher slaakte een kreet, rukte zijn hand los en hief hem op als een dreigende vuist. Olivia kneep haar ogen stijf dicht en zette zich schrap voor de onvermijdelijke klap. Fwwt. Tsjak. Er zoefde iets langs het oor van haar belager dat 19
3epr08072011Destille.indd 19
07-07-11 21:14
trillend in de boom boven haar bleef steken. Ze deed haar ogen open terwijl Borcher met een ruk zijn hoofd omdraaide. Aan de overkant van de open plek, waar het vuur nog net zijn licht wierp, stond een man met een pijl en boog in de aanslag op een boomstronk. ‘Laat haar los, Phineas,’ zei hij op geërgerde toon. ‘Bemoei je met je eigen zaken, Croome.’ Borcher hief zijn vuist weer op. Een tweede pijl zoefde voorbij en spleet krakend de bast van de boom. ‘Croome!’ Borcher vloekte. ‘Volgende keer richt ik,’ zei de man die Croome heette droogjes. Hoewel hij eruit zag als een tengere, oudere man, verleenden zelfbeheersing en gezag gewicht aan zijn woorden. Borcher liet Olivia met een harde duw los. Haar achterhoofd stootte tegen de boom waarin nog steeds de lange pijlen trilden. De pijn die door haar schedel schoot, drukte het gevoel van opluchting dat haar overspoelde niet. Bij het flakkerende licht van het vuur keek ze nog eens naar haar redder, die nog op de boomstronk stond. Het was een broodmagere man van een jaar of zestig. Hij droeg een versleten hoed en een jagersjas. Asgrijs haar hing tot op zijn schouders. Over een ervan hing een jagers tas. Hij hield de boog vast alsof het een natuurlijke verlenging van zijn arm was. ‘Dank u wel, mijnheer,’ zei ze. Hij knikte. Olivia zag bij het licht van de vergeten lamp de dikke stok liggen en ze bukte om hem te pakken. Daarna draaide ze zich om en wilde vluchten. ‘Wacht.’ Croomes stem klonk onbehouwen, maar niet dreigend. Hij stapte van de boomstronk en ze bleef staan terwijl hij naar haar toe liep. Zijn manke tred en lengte, aanzienlijk voor een man van zijn leeftijd, verrasten haar. ‘Neem het eten mee dat ik voor deze mannen had meegebracht. Ze verdienen het niet.’ Ze nam een kwart brood en een zak appels van hem aan. Haar 20
3epr08072011Destille.indd 20
07-07-11 21:14
maag begon direct te knorren. Maar toen hij een slappe haas uit zijn jagerstas haalde, schudde ze haar hoofd. ‘Nee, dank u. Dit is meer dan genoeg.’ De man trok één borstelige wenkbrauw op. ‘Om goed te maken wat ze u hebben aangedaan? En u wilden aandoen?’ Olivia verstarde. Ze schudde haar hoofd en zei met rustige waardigheid: ‘Nee, mijnheer, ik ben bang van niet.’ Ze gaf hem het brood en de appels terug, draaide zich om en verliet toen met opgeheven hoofd de open plek. Zijn schorre lach volgde haar. ‘Dwaas…’ En ze wist niet of hij het over haar had of over zichzelf. Olivia liep snel weg in het maanlicht dat door de herfstig kale bomen viel. Haar stok hield ze voor zich uit als een blinde zijn geleidestok. Ze luisterde aandachtig of ook maar iets erop wees dat ze werd gevolgd, maar ze hoorde niets dan af en toe het oehoe van een bosuil en het geritsel van kleine nachtdieren. Uiteindelijk maakte haar angst plaats voor uitputting en honger. Misschien had ik niet zo trots moeten zijn, dacht ze terwijl haar maag haar strafte met een hardnekkige pijn. Ten slotte, toen ze niet meer verder kon lopen, ging ze in elkaar gedoken naast een boom liggen. Ze zocht in de zakken van haar cape naar haar handschoenen, maar ze vond er maar een. De andere was ze ongetwijfeld in het bos verloren. Ze voelde het stevige bundeltje in haar zak weer, maar nam niet de moeite het in het donker te bekijken. Rillend trok ze haar cape en de capuchon dichter om zich heen en bedekte haar dunne schoentjes met handenvol bladeren en dennennaalden om haar voeten warm te krijgen. Beelden van de angstige ogen van haar moeder en het lichaam van een man die voorover op de donkere, aarden vloer lag, drongen zich opnieuw aan haar op, maar ze verdrong ze en vluchtte in de zoete onwetendheid van de slaap.
21
3epr08072011Destille.indd 21
07-07-11 21:14
2
Stuur haar naar een kostschool om wat foefjes en handigheidjes te leren.Voorts, mijnheer, zou ze uitstekend moeten kunnen boekhouden… R.B. Sheridan, The Rivals, 1775
Olivia werd wakker bij het gezang van vogels. Het bos was in mist gehuld en haar hand omklemde nog steeds de zware stok. Hij herinnerde haar weer aan de kachelpook en ze had de neiging hem weg te slingeren. Maar was hij niet haar enige be scherming tegen wilde honden en slechte mannen? De opgaande zon scheen flauw door het dak van takken dat hier en daar nog met een hardnekkig blad was getooid. Haar armen en benen waren stijf en haar tenen gevoelloos van het slapen op de koude grond vol wortels. Ze wreef haar handen warm en daarna haar voeten voordat ze die weer in haar schoenen stak. Als ze gisteren had geweten wat haar te wachten stond, had ze de moeite genomen haar rijglaarsjes aan te trekken in plaats van haar dunne, geitenleren schoentjes aan te houden. Het vreselijke tafereel ging weer door haar hoofd. Ze was laat thuisgekomen van haar betrekking op de school van juffrouw Cresswell en had vaders jas op een omgevallen stoel zien liggen. Onder haar schoentjes kraakten glasscherven. Waar had hij ditmaal mee gegooid? Een glas? Een fles? Bij het horen van een schrille kreet haastte ze zich naar de slaapkamer, waar het donker was, maar nog licht genoeg om een angstwekkend beeld te zien: de rug van een man die zijn handen om haar moeders keel had. Haar moeder had haar ogen wijd openge sperd en ze snakte naar adem… 22
3epr08072011Destille.indd 22
07-07-11 21:14
Olivia had niet nagedacht, alleen maar gehandeld, en plotse ling had ze met de pook in haar hand gestaan. Ze had hem hoog opgeheven en met een misselijkmakend, metalig geluid laten neerkomen, waarna de man voorover op de vloer was gevallen. De kracht van de klap trilde door haar arm naar haar schouder. Daarna werd ze overspoeld door een ijzige golf van ontzetting en bleef ze onbeweeglijk en als verdoofd staan staren terwijl haar moeder uit alle macht naar adem hapte. Toen was haar moeder naast haar komen staan en had de pook uit haar verstijfde vingers getrokken. Ze had haar mee de kamer uitgenomen en haar door de keuken naar de voordeur geleid. Ze trilden allebei. ‘Heb ik hem vermoord?’ fluisterde Olivia terwijl ze over haar schouder naar de donkere slaapkamerdeur keek. ‘Dat was niet mijn bedoeling. Ik wilde alleen maar…’ ‘Sst. Hij ademt nog en kan elk moment weer bijkomen. Je moet gaan voordat hij je ziet.Voordat hij ontdekt wie hem heeft geslagen.’ Bij het licht van het vuur in de keuken zag Olivia de striemen die al in haar moeders hals kwamen opzetten. ‘Dan moet u meegaan. Hij had u wel kunnen vermoorden!’ Dorothea Keene knikte en drukte haar trillende vingers tegen haar slapen in een poging zich te concentreren. ‘Maar ik ga eerst naar Muriel. Die weet wel wat er moet gebeuren. Maar hij mag niet weten dat je hier bent geweest. Jij… jij bent uit het dorp weggegaan vanwege… een betrekking. Ja.’ ‘Maar waar dan? Ik weet nergens…’ ‘Ver weg.’ Haar moeder kneep haar ogen stijf dicht en dacht na.‘Ga naar mijn… ga naar St. Aldwyns.Ten oosten van Barnsley. Ik ken een van de twee zussen die de school daar leiden. Mis schien hebben zij werk voor je of zijn ze in ieder geval bereid je onderdak te geven.’ Haar moeder draaide zich om en liep haastig de keuken door. Haar gezicht vertrok terwijl ze haar arm ophief en een klein bundeltje achter de lijst van een portret vandaan haalde. 23
3epr08072011Destille.indd 23
07-07-11 21:14
‘Ik kan u niet achterlaten, mama. U hebt pijn!’ Haar moeder kwam terug en greep haar bij haar arm. ‘Als hij sterft, betekent dat voor jou de strop. En dat brengt me eerder in mijn graf dan wat hij me aandoet!’ Ze stopte het bundeltje in de zak van Olivia’s cape. ‘Neem dit mee en ga. En beloof me dat je niet terugkomt. Ik kom naar jou toe zodra ik de kans heb. Als het veilig is.’ Een dof gekreun kwam uit de slaapkamer en ze raakten alle bei in paniek. ‘Ga nu. Rennen!’ En Olivia rende. Het beeld verdween langzaam uit haar hoofd en Olivia huiverde. Ze haalde het kleine bundeltje tevoorschijn en bekeek het bij het ochtendlicht. Op het eerste gezicht leek het een opgevouwen, oude zakdoek, maar toen ze beter keek, zag ze dat het zoompjes had en een met steentjes bezet slotje. Waarom had haar moeder dit gemaakt? Had ze de gebeurtenissen van gisteravond zien aankomen en geweten dat Olivia zou moeten vluchten? Of was ze erop voorbereid geweest om zelf weg te vluchten van een echtgenoot wiens woedeaanvallen al maandenlang steeds erger werden? Olivia maakte het verborgen beursje open en bekeek de inhoud. Er zaten met garen vier guinjes ingenaaid, naar ze aannam om te voorkomen dat ze zouden rinkelen en zouden verraden waar ze verstopt zaten. Er zat ook een brief in. Ze pakte hem, maar zag dat hij grondig was verzegeld met was. Ze draaide hem om en las de kleine lettertjes van haar moeders fijne handschrift: Alleen te openen na mijn dood. Olivia’s hart sloeg een slag over. Wat is dit? Ze dacht nog eens aan haar vaders razende aanvallen van jaloezie: de omgegooide stoelen, de gebroken glazen, de deuken die hij in de muur had gestoten. Toch had Olivia nooit geloofd dat hij zijn eigen vrouw iets zou aandoen. Had haar moeder die vrees wel gehad? Nieuwsgierigheid knaagde aan haar, maar ze stopte de brief snel weer op zijn plaats. Terwijl ze dat deed, voelde ze een schijfje in de plooien van 24
3epr08072011Destille.indd 24
07-07-11 21:14
de stof, een vijfde, kleiner muntje kennelijk. Een scheurtje in de voering verklapte hoe het erachter had kunnen schuiven. Nieuwsgierig duwde ze het muntje met haar stijve vingers naar het gat terug.Terwijl ze de shilling tevoorschijn haalde, kwam er een stukje papier mee. Het was tweeënhalve centimeter bij acht centimeter, uit een krant gescheurd en door de tijd vergeeld. Het leek een stukje van een huwelijksaankondiging. …de graaf van Brightwell van zijn zoon, lord Bradley met juffrouw Marian Estcourt van Cirenster, dochter van… Brightwell… Estcourt… de namen echoden vaag door Olivia’s hoofd. Ze kon zich niet herinneren dat haar moeder ze ooit had genoemd. Waarom had ze het berichtje bewaard? Haar maag knorde en Olivia stopte het papiertje – evenals haar vragen – weg.Voorzichtig stond ze op en begon de bladeren en dennennaalden uit haar haar te halen. Ze sloeg haar cape en jurk af en trok een gezicht toen ze een lange scheur in haar lijfje zag. Haar hemd en een balein van haar korset waren zichtbaar. Ze rilde toen ze aan het gevaar van gisteravond terugdacht en besefte dat de schade veel groter had kunnen zijn. Ze trok de neerhangende flap van het lijfje omhoog en knoopte hem slordig aan de gescheurde reep stof bij haar schouder. Ze hoopte dat ze er niet zo vreselijk uitzag als ze zich voelde. Ze probeerde haar vingers door haar haar te halen en ontdekte dat het vreselijk in de knoop zat. Haar keurige vlecht was al lang geleden losgeraakt. Ze verlangde naar een bad en een kam. Het heeft geen zin daar nu over te piekeren, zei ze tegen zichzelf. Als ik niet op weg ga, zien sowieso alleen de bomen me maar. Olivia zocht opnieuw haar weg tussen de bomen en het struikgewas door en vroeg zich af of de schooljuffrouw die haar moeder kende werkelijk een vreemde in huis zou nemen en wat ze moest doen als de vrouw daar niet toe bereid was. Ze beet op de binnenkant van haar wang en droeg zichzelf op haar tranen van zelfmedelijden binnenboord te houden. Ze deed een schiet 25
3epr08072011Destille.indd 25
07-07-11 21:14
gebedje voor haar moeder en liep door. Haar adem steeg op in de koude ochtendlucht. Het bos werd minder dicht naarmate de zon hoger aan de hemel kwam te staan en ze kreeg weer hoop. Ze zag verderop een weg en besloot die te volgen in de wetenschap dat ze terug kon naar de beschutting van het bos als dat nodig was. Ze liep een paar minuten langs de weg en mocht toen achterop de wagen van een boer meerijden. Zijn vrouw keek achterdochtig naar de stok in haar hand, maar zei niets. Nadat ze heel wat mijlen hadden voortgehobbeld, riep de boer een welkom ‘ho,’ naar zijn oude knol en glimlachte over zijn schouder naar Olivia. ‘Dat is onze boerderij daar verderop, dus verder kunnen we je niet meenemen.’ Olivia bedankte het echtpaar, klom stijf van de wagen en vroeg de weg naar St. Aldwyns. ‘Volg die rivier daar maar,’ zei de boer en wees. ‘Dan kom je er sneller dan over de weg, al kom je er geen wagen meer tegen.’ Olivia liep langs de rivier die door een glooiende vallei liep en daarna door een dorpje en nog een dorpje. Al snel daarna ver dween hij in een kreupelbos. Niet nog een bos… klaagde Olivia. Ze wilde de weg niet kwijtraken, dus haalde ze diep adem en liep het bos in. De bomen stonden niet dicht op elkaar en ertussendoor zag ze een open veld. Omdat ze na de vorige avond genoeg had van bomen, versnelde ze haar pas. Een geluid maakte Olivia aan het schrikken en ze stond abrupt stil. Ze luisterde en hoorde het boven het bonken van haar hart uit. Geblaf. Haar maag kromp ineen. Weer wilde honden? Ze kwamen snel dichterbij. Ze begon al te rennen voordat ze erover had nagedacht en de stok sloeg tegen haar been. Met haar vrije hand tilde ze haar rokken op en schoot het veld op. Zonder acht te slaan op de brandende pijn in haar zij, rende ze voort zonder stil te durven staan om achterom te kijken. Een tweede geluid voegde zich bij het eerste – een zacht gedreun 26
3epr08072011Destille.indd 26
07-07-11 21:14
dat luider werd. Onweer? Een opsporingsploeg? De honden kwamen dichterbij. Ze kon ze nu duidelijk horen blaffen en ze waren bijna bij haar. Paniek overviel haar. Er trok iets aan haar rokken en ze draaide zich met een ruk om terwijl ze de stok door de lucht zwaaide en uit alle macht schreeuwde. ‘Wegwezen! Ga weg!’ De blaffende honden kwamen met een schuiver tot stilstand en sprongen naar haar op. Ze raakte er een op zijn rug en het dier rende jankend weg. Langzaam begon ze de gevlekte knoedel vachten scherper te zien en drong het tot haar door dat dit helemaal geen wilde honden waren. Ze keek verward op toen een klein legertje rode jassen en zwarte petten, mannen in jachtkleding, van alle kanten op haar toe kwam rijden. ‘Aan de kant!’ riep een van de ruiters terwijl zijn ruin gevaarlijk dicht naar haar toe galoppeerde. Ze sprong opzij. Daarna gilde ze en hield haar armen boven haar hoofd, want ze was pal voor een aanstormend paard gesprongen. Zijn berijder hield het abrupt in en het zwarte dier steigerde. Aarde vloog door de lucht in Olivia’s gezicht. De paardenhoeven schoten vlak langs haar kin en kwamen toen dreunend op de grond voor haar terecht. ‘Wat doet u in vredesnaam?’ riep de ruiter van het zwarte paard naar beneden. ‘Bent u soms niet goed bij uw hoofd?’ Andere ruiters, hondenmeesters en heren op witte, grijze en kastanjebruine jachtpaarden, kwamen in een kring om haar heen staan en verhieven boos hun stem tegen haar. ‘U hebt een prachtige jacht verknoeid!’ De opmerking kwam van de jachtmeester. Hij had zilveren bakkebaarden die onder de zwartfluwelen pet uitkwamen die hem van de andere jagers onderscheidde. ‘Ze probeerde de honden te doden!’ zei een andere man beschuldigend. ‘De leider loopt kreupel.’ ‘Ik dacht dat het wilde honden waren!’ verdedigde Olivia zich zwakjes. ‘Wilde honden!’ herhaalde de jachtmeester die zijn koperen 27
3epr08072011Destille.indd 27
07-07-11 21:14
hoorn om zijn nek had hangen. ‘Dat geloof ik niet! Bent u niet wijs?’ Ze veegde met haar mouw over haar ogen om zich van de modder en haar warrige gedachten te ontdoen. ‘Nee. Ik… ik…’ ‘Ik geloof haar wel, heren.’ De berijder van het zwarte paard stapte af en greep de stok die ze bij zich had. ‘Ze is duidelijk tegen wilde honden gewapend.’ ‘Als ik die deerne zo zie,’ zei de gedrongen ruiter op de ruin, ‘zou ik eerder denken dat ze het tegen een modderpoel heeft opgenomen. En dat ze heeft verloren.’ De andere mannen lachten. Olivia sloeg geen acht op hun gespot en hield haar ogen op de lange jongeman voor haar ge richt. Hoewel hij niet de leider van de groep jagers was en niet ouder leek dan zij, was hij duidelijk iemand die van nature de leiding nam. Hij zag er imponerend uit in zijn jachtkostuum en Hessische laarzen. Olivia dwong zichzelf kalm en beschaafd te spreken. ‘Het spijt me van die hond. Mag ik alstublieft mijn stok terug, mijnheer?’ Zijn ogen waren als glinsterend blauw glas in een gezicht dat zonder de hooghartige, boze uitdrukking knap zou zijn geweest. ‘Nee, juffrouw, u bent veel te gevaarlijk.’ Olivia voelde haar woede oplaaien toen de mannen doorgingen met lachen en spotten. Maar het was de verachtelijke grijns van de jongeman voor haar waardoor ze haar zelfbeheersing, die toch al te lijden had gehad door spanning en slaapgebrek, dreigde te verliezen. Ze stak haar hand uit. ‘Geef hem onmiddellijk hier.’ De oude jachtmeester riep vermanend: ‘Hebt u enig idee tegen wie u het hebt, jongedame?’ Met haar ogen strak op de arrogante jongeman voor haar gericht antwoordde ze effen: ‘Tegen iemand met erg slechte manieren.’ De andere mannen reageerden met nauw verholen gesnuif en gelach. Mooi zo, dacht ze. Eens zien hoe hij het vindt om uitgelachen te worden. 28
3epr08072011Destille.indd 28
07-07-11 21:14
Even werd er op het gezicht van de man een nieuwe emotie zichtbaar, maar die werd al snel weer verdrongen door hoogmoed. Zijn brede schouders spanden zich onder zijn nauwsluitende jasje toen hij de stok achteloos in de struiken tien meter verderop gooide. Olivia deed haar mond open om te protesteren, maar de jachtmeester riep een strenge waarschuwing omlaag. ‘Pas maar op, jongedame. Bradley is zowel magistraat als lord. U wilt zich zijn woede vast niet op de hals halen.’ Ze keek nog eens naar de jongeman die Bradley heette. Zijn gouden bakkebaarden duidden op blond haar onder zijn pet. Onder de klep keken zijn blauwe ogen naar een kluitje aarde op de mouw van zijn jasje. Na een korte blik op haar schoot hij het weg met zijn vinger en door dat ene gebaar wist Olivia dat hij haar even achteloos uit zijn hoofd zette. ‘Ross!’ riep hij en een jongere man, die zo te zien zijn stalknecht was, kwam aan draven. ‘Hoe is het met mijnheer Lintons hond?’ ‘Het gaat goed met hem, mijnheer. Alleen maar wat kneu zingen.’ ‘Neem hem toch maar bij je op je paard. Lintons hondenmeester wil straks naar hem kijken.’ ‘Ja, mijnheer.’ ‘Dank je, Bradley,’ zei de heer. ‘Ik denk dat we de jacht vandaag maar moeten afgelasten.’ De jachtmeester knikte en duwde zijn hoorn naar achteren. ‘Die vos zit ondertussen al in Wiltshire.’ ‘Misschien kunnen we haar als vos gebruiken.’ De stevige rui ter op de ruin wees spottend met zijn zweep naar Olivia. ‘Uitstekend idee,’ zei iemand anders. ‘Het spijt me, mijnheer. We zagen dit arme schepsel voor een vos aan.’ ‘Nee, voor een dolle hond!’ Een tweede man porde met zijn zweep tegen Olivia’s schouder en al snel reden de drie lachend rondjes om haar heen. ‘Heren!’ klonk het luid en bevelend. 29
3epr08072011Destille.indd 29
07-07-11 21:14
De drie mannen hielden hun paarden in en keken naar lord Bradley. ‘Zo is het wel genoeg,’ zei hij. ‘Boerenlui zijn er niet om te plagen.’ ‘Precies,’ zei een van de andere mannen. ‘Die zijn er om ons pacht te betalen.’ Lord Bradley keek boos en duidelijk geïrriteerd. ‘Niet getreurd, heren,’ troostte de jachtmeester de mannen. ‘Het seizoen is nog maar nauwelijks begonnen. We gaan de komende winter nog vaak genoeg jagen.’ Lord Bradley maakte aanstalten om weer op zijn grote, zwarte paard te stappen. Hij aarzelde een moment en wierp Olivia een kille blik toe. ‘Staat u daar nog steeds?’ Ze liet een kort pufje horen. ‘Nee, mijnheer. Ik ben helemaal verdwenen.’ Zijn ogen vernauwden zich. ‘Hebt u geen plek om naartoe te gaan?’ Het was geen vraag. ‘Ik…’ ‘Wegwezen!’ beval hij en wees ongeduldig met zijn zweep naar het zuiden. Olivia liep met grote stappen en als verblind het veld over, vernederd en verontwaardigd. Ze nam het zichzelf kwalijk dat ze gehoorzaamde, dat ze precies in de richting vluchtte waarin hij had gewezen. Ze was toch geen hond? Het had hem vast niet uitgemaakt welke kant ze opging. Hij had alleen maar gewild dat ze wegging. Ik ging die kant toch al op, dacht ze kwaad en vervolgde haar weg langs de rivier.
30
3epr08072011Destille.indd 30
07-07-11 21:14
3
Denk er altijd aan de geheimen van de familie als heilig te beschouwen, aangezien u geen ervan ongestraft kunt onthullen. Samuel & Sarah Adams, The Complete Servant
De zon stond hoog aan de hemel toen Olivia bij de rivier knielde om haar gezicht en handen te wassen. Ze boende over het vuil dat zich stevig had vastgezet in de rimpels van haar handpalmen en onder haar nagels. Ze hoopte dat het vuil op haar gezicht niet even hardnekkig was. En het schuldgevoel dat ze ervoer evenmin. Had ze niet anders kunnen handelen? Ze had toch wel een andere manier kunnen bedenken om haar vader tegen te houden? Ze had een politieagent kunnen halen of een van de buren. Maar daar was het nu te laat voor. Olivia plensde het koude water over haar gezicht en wenste dat ze de herinne ring – en de spijt – ook kon wegwassen. Ze vond nog maar twee haarspelden in haar verwarde, losge raakte krullen en uiteindelijk scheurde ze een stuk van het lint waarmee haar lijfje was afgezet en bond daarmee haar haar naar achteren. Ze wilde het volgende dorp niet binnenlopen met het uiterlijk van een bedelares. Of nog erger. Het water, dat te koud was voor een plezierige wasbeurt, leek wel aantrekkelijk voor haar droge keel. Ze boog zich ver voorover om te drinken en maakte een kommetje van haar schoongewassen hand. Koud en heerlijk. Ze boog zich nog eens over het water. ‘Kijk nou toch eens! Hallo daar! Niet – Gaat het wel goed met u?’ Olivia keek nog op haar knieën gezeten om. Een man met 31
3epr08072011Destille.indd 31
07-07-11 21:14
een zwart pak en een witte halsdoek kwam kwiek aanlopen. Hij werd gevolg door een gevlekte hond en vier jongetjes, wat Olivia geruststelde. ‘Ja, hoor. Ik heb alleen dorst.’ ‘O!’ Hij deed een stap naar haar toe. ‘Ik was bang dat u zichzelf iets wilde aandoen. Maar de rivier is hier waarschijnlijk te ondiep en te rustig om gevaarlijk te zijn.’ ‘Dat was niet mijn bedoeling, mijnheer.’ ‘Natuurlijk niet. Vergeef me. Een jongedame als u heeft vast geen reden om zo wanhopig te zijn.’ Ze aarzelde en haar mond werd strak. ‘Geen reden…’ ‘Ik ben mijnheer Tugwell,’ zei hij terwijl hij zijn ronde, breedgerande hoed van zwart vilt afnam. ‘Dominee van St. Mary’s, de kerk in het dorp.’ ‘Hoe maakt u het.’ Ze vermoedde dat hij midden dertig was. Hij had donkerblond haar en een zachtaardig, beweeglijk gezicht. Hij stak zijn hand uit. ‘Mag ik u overeind helpen?’ ‘Ik ben bang dat mijn handen nat en koud zijn, mijnheer,’ zei ze verontschuldigend terwijl ze haar hand in de zijne legde. Hij trok haar overeind. ‘Dat kunt u wel zeggen! Het lijkt wel een koude vis, zeg.’ Hij glimlachte. ‘Maar maakt u zich geen zorgen. Ik heb wel ergere dingen meegemaakt.’ Ondanks de akelige ervaringen die nog maar net achter haar lagen, glimlachte ze. ‘Mijn gezicht is zeker niet om aan te zien?’ Hij hield zijn hoofd schuin en nam haar keurend op. ‘U hebt een innemend gezicht.’ Hij knikte naar zijn jongens. ‘U past goed bij mijn groepje hier. Dit zijn mijn zoons: Jeremiah, Ezekiel, Isaiah en Tom. Mijn oudste, Amos, zit op school.’ ‘Dag, jongens, ik ben juffrouw Keene.’ Ze had de naam al uitgesproken voordat ze er goed over had nagedacht. Maar hoe zou ze tegen vier van zulke engelachtige, maar ook vieze jongetjes kunnen liegen? Meneer Tugwell gaf haar zijn zakdoek en tikte toen met een brede vinger tegen een plekje op zijn kaak. Blozend veegde ze over hetzelfde plekje op haar eigen kaak. 32
3epr08072011Destille.indd 32
07-07-11 21:14
‘Ik ben bang dat ik ben gevallen en heel vies ben geworden.’ ‘Zijn we dat niet allemaal, juffrouw Keene?’ vroeg hij met een twinkeling in zijn vriendelijke, lichtbruine ogen. ‘Zijn we niet allemaal gevallen?’ Omdat ze niet wist wat ze daarop moest zeggen, gaf ze hem zijn zakdoek terug en vroeg: ‘En wie is dit?’ Ze keek naar de spaniël die aan haar rokken snuffelde. ‘Dat is Harley,’ zei de kleine Tom. ‘Harley houdt net zo van lange wandelingen als wij,’ legde meneer Tugwell uit. ‘De vrouw des huizes gelooft dat veel lichamelijke inspanning voorkomt dat mannelijke dieren in huis gaan rondrennen.’ Hij grijnsde. ‘Dat geldt ook voor de hond.’ Ze glimlachte. ‘Kunt u me de weg naar St. Aldwyns wijzen, mijnheer?’ ‘Met plezier.’ De dominee stopte de zakdoek weer in zijn zak en zei: ‘Wij zijn op weg naar Arlington. Daar moet u langs. Mogen we u in ieder geval tot daar vergezellen?’ ‘Dank u.’ Ze dacht even na. ‘Ik denk dat ik er allereerst voor moet gaan zorgen dat ik weer toonbaar word. Is er in Arlington een winkel waar ik naald en draad en misschien ook een paar handschoenen kan kopen?’ ‘Jazeker. Eliza Ludlows winkel. Juffrouw Ludlow is een vriendin van ons. Mogen wij u misschien aan haar voorstellen?’ ‘Graag, dat zou heel vriendelijk van u zijn. Dank u wel.’ In het gezelschap van mijnheer Tugwell en zijn zoons stak Oli via een stenen brug in de buurt van de watermolen van het dorp over en liep de hoofdstraat in. Ze kwam langs herberg The Swan en een rij wevershuisjes, die ze herkende aan de stenen troggen waarin stof werd gewassen en geverfd en aan de smalle molenvliet die erlangs stroomde. Ze liepen over de met keien bestrate weg en naderden een groepje winkels: een kaarsenma kerij, een wolwinkel en de beloofde dameswinkel waar hoeden en luifelhoeden stonden uitgestald achter het glas-in-lood van het erkerraam. 33
3epr08072011Destille.indd 33
07-07-11 21:14
‘Wacht hier alsjeblieft op me, jongens,’ zei mijnheer Tugwell. ‘En houd Harley dit keer bij de waren van de kaarsenmaker uit de buurt, hè?’ De dominee hield de deur voor haar open. Olivia streek snel het haar bij haar slapen naar achteren en stapte naar binnen terwijl de bel klingelde. De winkel was klein en keurig en rook lekker. Ze zag planken vol uitgestalde handschoenen, sjaals, kousen, waaiers en omslagdoeken. Over een paspop hing een met stroken afgezette wandeljapon van witte batist en op de toonbank voor in de winkel lagen modebladen en een verzameling cosmetica en parfums. Een vrouw in een geklede japon van gestreepte keper stond achter een opgeruimde toonbank. Ze moest tussen de dertig en de veertig zijn en glimlachte vrolijk naar de dominee. ‘Mijnheer Tugwell, wat een aangename verrassing.’ Haar hartelijke glimlach verflauwde slechts een klein beetje toen Olivia op haar toeliep. ‘Goedemiddag, juffrouw Eliza.’ Hij maakte een kleine bui ging. ‘Mag ik u juffrouw Keene voorstellen uit…?’ Olivia aarzelde even. ‘De buurt van Cheltenham.’ ‘Zij heeft uw hulp nodig.’ ‘Zegt u het maar.’ Juffrouw Ludlow richtte haar hartelijke, bruine ogen op Olivia. Mijnheer Tugwell rechtte zijn rug. ‘Ik laat de dames wel even alleen. Ik heb geen verstand van zulke zaken en beken dat ik me er liever niet mee bemoei.’ Hij glimlachte naar Olivia. ‘Maar u kunt juffrouw Ludlow uw volledige vertrouwen schenken. Dat verzeker ik u.’ De vrouw bloosde bij deze lof. Mijnheer Tugwell wreef nadenkend over zijn lip. ‘Ik wil me niet opdringen, juffrouw Keene, maar het begint al laat te worden en het is nog een paar mijl naar St. Aldwyns. U bent van harte welkom als u de nacht in de logeerkamer van de pastorie wilt doorbrengen. Juffrouw Tugwell zal u graag welkom heten. Dat weet ik zeker.’ 34
3epr08072011Destille.indd 34
07-07-11 21:14
‘Dat is heel vriendelijk van u… Misschien neem ik dat aanbod maar aan, maar alleen als u zeker weet dat het niet teveel moeite is.’ ‘Natuurlijk. En de jongens en ik zullen ons keurig gedragen. Hoewel ik Harleys gedrag niet kan garanderen.’ Hij grijnsde en wendde zich toen weer tot juffrouw Ludlow. ‘Wilt u zo goed zijn juffrouw Keene de weg te wijzen als zij hier klaar is?’ ‘Natuurlijk.’ Toen het geklingel van de winkelbel wegstierf, vroeg Eliza Ludlow vriendelijk: ‘Waar kan ik u mee van dienst zijn, juffrouw Keene?’ ‘Ik hoop een betrekking te vinden, ziet u…’ begon Olivia. De vrouw fronste haar donkere wenkbrauwen. ‘Ik ben bang dat deze kleine winkel maar nauwelijks in mijn eigen onderhoud voorziet.’ ‘O, nee. Neem me niet kwalijk, ik bedoelde niet hier. Ik heb begrepen dat er in St. Aldwyns een meisjesschool is.’ ‘Ja, daar heb ik van gehoord. Hij wordt geleid door twee oudere zussen, geloof ik. Ik weet niet of ze daar iemand nodig hebben, maar u kunt het proberen.’ ‘Dat ben ik ook van plan. Maar voordat ik erheen ga, moet ik me eerst opknappen.’ Olivia trok haar cape van haar ene schou der en liet de slordig vastgebonden stof van haar lijfje zien. ‘Ik ben bang dat ik wat tegenslag heb gehad, verschillende keren zelfs, onderweg hiernaartoe.’ Mevrouw Ludlow klakte meelevend met haar tong. ‘Wat vervelend voor u.’ ‘Kan ik hier een naald en garen kopen om dit te verstellen?’ ‘Jazeker. Blauw garen?’ Olivia knikte. ‘En misschien ook nog een haarborstel en haarspelden?’ Haar maag liet een onbeschaafde klacht horen en Olivia boog haar hoofd om te verbergen dat ze bloosde. ‘Natuurlijk.’ Eliza Ludlow glimlachte lief. ‘En komt u maar mee naar achteren. Dan kunt u zich daar opknappen. Misschien hebt u trek in een kopje thee en cake?’ 35
3epr08072011Destille.indd 35
07-07-11 21:14
Olivia kreeg tranen in haar ogen door dit onverwachte aanbod. ‘U bent erg vriendelijk. Dank u.’ Een uur later was Olivia’s haar geborsteld en stevig opge stoken en was haar jurk versteld en redelijk schoon geborsteld. Ze droeg een nieuw hoedje, twee handschoenen en een kleine reticule, die aan haar pols bungelde. Ze had geld genoeg om het hoedje te kopen, maar Eliza had erop gestaan haar een losse, lange handschoen te geven. Ze had gezegd dat ze de andere kwijt was en dat hij precies bij de handschoen paste die Olivia nog had. Olivia had haar dankbaar gelijk gegeven en had het aanbod aanvaard. Nu zaten haar moeders beursje, een nieuwe kam en een zakdoek in een reticule die juffrouw Ludlow haar voor een verdacht lage prijs had verkocht. Terwijl ze zich klaarmaakte om te vertrekken, luisterde Olivia naar Eliza, die haar uitlegde hoe ze bij de pastorie moest komen. ‘Als u de hoofdstraat verder door loopt, buigt hij af naar het noorden. De pastorie staat net voorbij een oud, wit huis met een duiventil.’ ‘Vindt u het wel gepast als ik de uitnodiging van de dominee aanneem?’ vroeg Olivia. ‘Zou mevrouw Tugwell het niet erg vinden?’ ‘U bedoelt juffrouw Tugwell, zijn zus.’ ‘O. Ik dacht…’ ‘Mevrouw Tugwell is een paar jaar geleden overleden, die arme ziel.’ ‘Wat tragisch. Die arme jongens zonder moeder…’ ‘Ja.’ Er kwam een meelevende blik in juffrouw Ludlows brui ne ogen. ‘Maar ik vind dat u de uitnodiging wel kunt aannemen. Tenzij u zich in de herberg prettiger voelt. Maar in The Swan maakt u misschien meer kosten dan u zou willen.’ ‘Daar ben ik wel bang voor, ja.’ ‘Dan zullen we maar hopen en bidden dat de school u onmiddellijk nodig heeft.’ Olivia gaf de eigenares van de winkel een hand. ‘Dank u. U bent erg vriendelijk geweest en dat zal ik nooit vergeten.’ 36
3epr08072011Destille.indd 36
07-07-11 21:14
‘Het was me een groot genoegen.’ Juffrouw Eliza werd plotseling afgeleid door een hoedendoos op de toonbank en ze fronste geschrokken of geërgerd haar donkere wenkbrauwen. ‘O, wat vervelend…’ ‘Voelt u zich wel goed?’ De vrouw zuchtte.‘Ik zou me beter voelen als mevrouw Howe had betaald voor deze hoed met veren die ze heeft besteld. Ze zei dat ze hem wilde voor een feest dat op Brightwell Court wordt gegeven, maar dat is vanavond al en ze heeft nog niemand gestuurd om hem op te halen. En de kans dat ik zo’n frivool Londens hoedje aan iemand anders in het dorp kan verkopen is klein.’ ‘Wat vervelend voor u,’ mompelde Olivia, maar haar gedachten waren blijven hangen bij iets wat juffrouw Ludlow had gezegd. ‘Brightwell Court?’ vroeg ze. Ze herinnerde zich Brightwell uit het krantenknipseltje van haar moeder. ‘Ja. Kent u het? Het is het grootste landgoed van ons dorp op dat van de familie Linton na. Ze geven er vanavond een feest.’ Ze knipoogde naar Olivia. ‘Maar ik kan mijn uitnodiging niet vinden.’ Olivia lachte om haar grapje. ‘Ik ook niet.’ Terwijl ze beloofde haar nieuwe vriendin op te zoeken zodra ze in de gelegenheid was en haar nog eens bedankte, liep Olivia de winkel uit. Buiten schemerde het al. Het werd vroeg donker in deze laatste maanden van het jaar. De wind trok aan haar cape en ze huiverde. Het was inderdaad te donker en te koud om nog verder te gaan.Voor iemand die te voet reisde tenminste wel. Ze liep door de hoofdstraat tot hij een bocht naar het noorden maakte en daarna langs het dorpsplein. Ernaast zag ze een statige kerk die waarschijnlijk St. Mary’s was. Een aantal mooie koetsen reed voorbij en een van de koetsiers stopte om te vragen of ze wilde meerijden. ‘Gaat u naar St. Aldwyns?’ vroeg ze hoopvol. Hij schudde zijn hoofd. ‘Bent u niet op weg naar Brightwell 37
3epr08072011Destille.indd 37
07-07-11 21:14
Court, zoals alle andere dames van het dorp? Groot feest daar vanavond.’ Brightwell… Daar had je het weer. Olivia schudde haar hoofd. ‘Toch bedankt.’ Ze wachtte tot de koets doorreed en keek hem na terwijl hij een poort binnenreed, een lange, met fakkels verlichte oprijlaan op. Had haar moeder iets met Brightwell Court te maken? Olivia vond dat ze het landgoed even moest gaan bekijken. Daarna zou ze direct doorlopen naar de pastorie. Olivia liep door de poort, de met grint bestrooide oprijlaan op, een aantal kleine gebouwtjes langs en toen zag ze het. Een hoog, grijs herenhuis in Tudorstijl. Het was gebouwd in de vorm van een E was en had een dak met veel punten. Had haar moeder hier vrienden? Was ze er een keer op bezoek geweest of had ze er een betrekking gehad? Olivia was beslist niet van plan om aan te kloppen en het te vragen en al helemaal niet terwijl de eigenaren een feest gaven. Ze wilde juist teruglopen toen de levendige, vrolijke mu ziek haar aandacht trok. Het geluid wervelde haar oren binnen en zwol in haar borst. Ze liep voorzichtig het gazon over, aangetrokken door het licht dat door de smalle, hoge ramen viel. Toen ze dichterbij kwam, kon ze voor het eerst goed een van de stijlvolle kamers binnenkijken. Knappe vrouwen in chique japonnen en voorname heren in zwarte avondkleding stonden in groepjes te praten, te lachen, te buigen, te eten en te drinken. Een zucht ontsnapte haar. Gefascineerd liep ze langs de eerste vleugel. Ze ving een blik op van een buffet dat versierd was met een levensgrote zwaan van ijs, hoog opgestapelde vormpjes met gelatinepudding, een gevuld varken en een enorme, gouden fruitschaal vol fruit. Ze liep langs de inspringende binnenplaats van de korte poot van de E en daarna om de laatste vleugel heen. Ze staarde door elk raam naar binnen alsof ze door honderden kaarsen verlichte ta bleaux vivants bekeek. Toen ze om het huis heen liep, passeerde ze nog een raam. Het stond open, naar ze vermoedde om de 38
3epr08072011Destille.indd 38
07-07-11 21:14
sigarenrook of de hitte van de mensenmassa naar buiten te laten. Ze vertraagde haar pas. In een ruimte die een bibliotheek leek te zijn, omarmde een knappe man van middelbare leeftijd zijn vrouw, die ongeveer even oud moest zijn als hij. Ze waren alleen. De man kuste haar op haar kruin, streelde haar rug en mompelde geruststellende of bemoedigende woorden in haar oor. Zijn vriendelijkheid en tederheid bezorgden Olivia een steek in haar hart. Ze wist dat ze zich zou moeten omdraaien, maar kon het niet. Daarna legde de man zijn handen om haar gezicht en zei iets. De vrouw knikte en haar bleke gezicht was nat van tranen. De man streek ze met zijn duimen weg en kuste de vrouw vol op haar mond. Beschaamd boog Olivia haar hoofd en liep weg. Ze leunde in de schaduw tegen een boom om op adem te komen. Hadden haar vader en moeder maar zoveel genegenheid voor elkaar getoond in plaats van steeds ruzie te maken en elkaar dood te zwijgen. Ze hoopte op een dag zelf zulke tedere liefde te kennen. Een zijdeur ging open. Olivia verstarde naast de boom.Voetstappen klonken op de tegels van het terras, gevolgd door het geluid van een tweede paar voeten. ‘Edward, wacht.’ ‘Dit is niet iets wat ik in het bijzijn van al die gasten wil bespreken of in het bijzijn van de bedienden.’ ‘Moeten we het sowieso wel bespreken?’ Olivia keek om de boom heen op zoek naar een manier om weg te komen. Het donkere terras was bespikkeld met vlekjes maanlicht. Ze zag de oudere heer die ze in de bibliotheek had gezien. Hij stond voor een langere man, die met zijn rug naar haar toe stond. De lange man sputterde op ongelovige toon tegen. ‘Moet ik dan maar gewoon vergeten wat ik heb gelezen?’ ‘Nee, ik denk niet dat dat kan. Maar het hoeft geen ramp te zijn, jongen.’ ‘Hoe kunt u dat nu zeggen?’ 39
3epr08072011Destille.indd 39
07-07-11 21:14
‘Ik heb het altijd geweten en het heeft niets aan mijn gevoe lens veranderd.’ ‘Maar hoe bent u…? Waar kom ik vandaan? Wie was mijn moeder, mijn…’ ‘Edward, praat niet zo luid. Op een dag zal ik het je vertellen als je het echt wilt weten. Maar vandaag niet. Niet op de avond voor ons vertrek.’ Olivia vond het vervelend dat ze zo’n persoonlijk gesprek op ving. Wat moest ze doen? Als ze ook maar enigszins bewoog, als ze haar handen maar naar haar oren bracht, zouden ze haar zien. De oudere man legde zijn arm om de schouders van de jongeman. ‘Het spijt me dat je het moest ontdekken en vooral op dit moment, maar er is niets veranderd. Niets. Begrijp je dat?’ De jongere man gaf een klap op zijn borst en zijn stem klonk schor: ‘Alles is veranderd. Alles. Of dat gaat nog gebeuren. Als…’ Zijn stem brak en Olivia kon de rest van de zin niet verstaan. ‘We kunnen er nu niets meer aan doen. Beloof me dat je niet zult proberen meer uit te zoeken voordat we terugkomen. Laat het voorlopig rusten, Edward. Er zijn al genoeg dingen waaraan je je moet aanpassen.’ ‘Dat is nog zacht uitgedrukt.’ De vader nam zijn zoon mee terug naar het huis. ‘Kom mee naar binnen, jongen. Het is koud. Je moeder zal zich afvragen wat er van ons is geworden.’ De jongeman mompelde iets onverstaanbaars toen ze de deur binnengingen en Olivia zuchtte van opluchting. ‘Laten we moeder hier op dit moment niet mee belasten,’ zei de oudste man. ‘Ik wil deze reis niet voor haar bederven.’ Zijn zoon zuchtte. ‘Natuurlijk niet. Haar gezondheid is het voornaamste.’ Hij hield de deur voor zijn vader open. ‘Na u.’ De oudere man glimlachte triest en verdween in het huis. Olivia kwam achter de boom vandaan, klaar om er eindelijk vandoor te gaan. Maar de jongeman bleef plotseling staan, zijn hand nog op de geopende deur. Hij keek in haar richting. Had hij haar gezien? Gehoord? 40
3epr08072011Destille.indd 40
07-07-11 21:14
Haar hart bonkte. Ze deed een stap naar achteren in de hoop zich in de schaduwen te kunnen verstoppen, maar in plaats daarvan botste ze tegen iets stevigs, iets warms op. Ze slaakte een kreet toen er een vuile zak over haar hoofd werd getrokken en pezige armen haar bij haar schouders grepen en wegsleepten.
41
3epr08072011Destille.indd 41
07-07-11 21:14
4
Een stroper wordt een zwakke oude man als hij het geluk heeft aan de galg te ontsnappen en niet verbannen te worden… The Gamekeeper’s Directory
Toen de zak van haar hoofd werd getrokken, stond Olivia in een kleine zitkamer en staarde ze naar een kale man en een mollige vrouw met een schort. De man stelde zich voor. ‘Ik ben John Hackam, dorpsagent. Alweer.’ ‘Alweer,’ herhaalde de vrouw. ‘Niemand wil zijn werk hier overnemen.’ De agent knikte naar de vrouw. ‘Mijn dierbare echtgenote.’ ‘Waar heeft de beheerder van de graaf haar op betrapt?’ wilde mevrouw Hackam weten. ‘Diefstal?’ ‘Misschien wel.’ Een graaf? ‘Nee,’ protesteerde Olivia, ‘ik heb niets…’ ‘Ik heb nu geen tijd om naar uw gejeremieer te luisteren, jongedame. Ik heb een herberg die ik moet laten draaien en we zitten vanavond helemaal vol.’ ‘Helemaal vol.’ Zijn vrouw knikte. Mijnheer Hackam pakte Olivia bij haar elleboog.‘Vannacht zit u in het cachot en morgenochtend kijken we wel weer verder.’ De agent leidde haar de zitkamer van de herberg uit en bracht haar door een zijdeur naar buiten, naar een raamloos, achthoekig gebouw een meter of zeven verderop. ‘Er worden op gezette tijden rechtszittingen in mijn nederige herberg gehouden, maar vanavond zijn alle rechters op Brightwell Court, dus kunnen ze u niet te woord staan.’ Hij deed een zware deur open en duwde haar vastbesloten, 42
3epr08072011Destille.indd 42
07-07-11 21:14
maar niet ruw naar binnen. De deur viel achter haar dicht en de ruimte werd donker. Ze hoorde de sleutel in het slot knarsen en voetstappen wegsterven. Vermoeidheid en angst streden in haar binnenste om voorrang. Was dit Gods oordeel over wat ze had gedaan? Ze verweet zichzelf opnieuw dat ze niet rechtstreeks naar de pastorie was gegaan. Olivia knipperde met haar ogen en probeerde ze aan het duister te laten wennen. Het was toch niet helemaal donker. Een paar meter verderop zag ze iets kleins, iets rood gloeien. Een rattenoogje? Nee. Een brandende sigaar. Plotseling sputterde er een vlammetje dat een grote man verlichtte die in zijn ene hand een stompje kaars hield en in de andere een sigaar. Haar hart sloeg een slag over en haar maag kromp ineen. Borcher! De grote man hield de kaars omhoog en tuurde naar haar. Ze bad dat hij haar niet zou herkennen uit het bos bij Chedworth. ‘Zo, zo. Wie hebben we daar?’ Hij deed een stap naar haar toe en hield de kaars bij haar gezicht. In het flakkerende licht krulden zijn vlezige lippen zich tot een roofdierachtige grijns. ‘De wildebras uit het bos.’ ‘Nee. Ik…’ Borcher gooide de kaars aan de kant en duwde haar ruw tegen de deur. Een pijnscheut ging door haar rug. Ze draaide zich om en bonkte op de deur. ‘Help! Help me, alstublieft!’ Een schreeuw bleef in haar keel steken toen Borcher zijn ene hand tegen haar mond drukte en met zijn andere hand haar arm greep en haar tegen zich aantrok. Hij lachte gruwelijk en hinnikend in haar oor en ze kokhalsde van zijn smerige adem. ‘Ik zei toch dat ik je wel zou krijgen, meisje. En nu heb ik je.’ Ze verzette zich en probeerde te schreeuwen, maar meer dan een gesmoord gemompel kwam er niet achter zijn dikke hand vandaan. Het duizelde haar. Nee, nee, nee! Ze deed haar mond open en probeerde in zijn hand te bijten. ‘Deze keer niet, schattebout.’ Hij haalde zijn hand van haar 43
3epr08072011Destille.indd 43
07-07-11 21:14
mond, maar greep haar daarna met twee handen bij haar keel. Hij kneep tot Olivia dacht dat zijn duimen haar luchtpijp zouden vermorzelen. Er knapte iets in haar keel. Ze snakte naar adem en worstelde tegen de pijn en de benauwdheid. Paniek overviel haar en ze probeerde uit alle macht een heel klein beetje lucht binnen te krijgen. Was dit wat haar moeder had doorgemaakt? Haar had Olivia in ieder geval kunnen redden. O, God, bad ze. Vergeef me alstublieft. Ik wilde hem alleen maar tegenhouden… Ze hoopte dat hij het niet nog eens zou proberen. Bescherm haar alstublieft, smeekte Olivia in stilte terwijl haar gedachten wazig werden en de luiken van haar hersenen dichtsloegen. Duisternis. Ze hoorde vaag iets. Een sleutel in het slot? De deur vloog open, hoewel Olivia het lamplicht dat plotseling naar binnen moest vallen niet kon zien. Borcher gromde, liet haar los en duwde haar ruw van zich af. Ze zou zijn gevallen als sterke armen haar niet hadden opgevangen. Ze probeerde adem te halen, maar had het gevoel dat haar keel was verzegeld.Verpletterd. Ze hapte naar lucht en rook mannenzweet en de rook van een pijp. Haar ademhaling kwam sputterend en raspend weer op gang. Ze kreeg weer lucht in haar longen en haar zicht kwam terug. De agent zette haar rechtop en trok een boos gezicht, eerst naar haar, toen naar Borcher. ‘U daar.’ Hij keek haar belager kwaad aan. ‘Twee weken extra voor u. En u komt met mij mee. Iemand wil u spreken.’ Twee weken? dacht Olivia versuft. Is dat alles wat mijn leven waard is? Omdat ze opgelucht was dat ze het cachot uit mocht, stelde ze geen vragen. Ze bracht een trillende hand naar haar keel en bevoelde die. Ze vond het een wonder dat haar nek niet was gebroken. Haar benen trilden van de schrik en het geweld dat haar was aangedaan. Toen ze struikelde, pakte de agent haar arm en trok haar mee, anders zou ze niet op de been zijn gebleven. ‘Lord Bradley wil u ondervragen.’ De agent zuchtte alsof er 44
3epr08072011Destille.indd 44
07-07-11 21:14
veel geduld van hem werd geëist. ‘Hij wil zich er vast van overtuigen dat de indringster haar straf krijgt.’ Hij floot laag. ‘Hij kijkt ontzettend kwaad.’ Hij leidde haar terug naar de herberg, duwde de deur naar de zitkamer weer open en duwde haar naar binnen. Ze kromp ineen bij het zien van de lange man in avond kostuum. Zijn blauwe ogen namen haar nauwlettend en achterdochtig op, maar ze dacht niet dat hij haar herkende. Zij her kende hem echter onmiddellijk. De hooghartige jongeman van de jacht. Lord Bradley.Was zijn vader een graaf? Was hun gesprek het gesprek dat ze per ongeluk had opgevangen? Ze keek naar de grond in de hoop dat hij zich haar niet zou herinneren. Ze stelde zich voor dat ze er heel anders uitzag met een schoon gezicht, keurig opgestoken haar – tenminste, dat was het geweest – en een fatsoenlijke hoed. Olivia voelde de boze blik op haar gebogen profiel. Ze zag de dure schoenen aan zijn voeten en hief toen langzaam haar hoofd op. Ik hoef me niet te gedragen als een hond die bang in een hoekje kruipt, sprak ze zichzelf bemoedigend toe en dwong zichzelf de man in zijn ijzige, blauwe ogen te kijken. Hij fronste zijn wenk brauwen en zijn gezicht werd nog norser. Had hij haar zojuist herkend van de verstoorde jacht? Terwijl hij naar de tengere, jonge vrouw voor zich keek, probeerde Edward Stanton Bradley zichzelf te kalmeren en zijn boosheid te bedwingen. Zijn hoofd tolde, niet alleen door het nieuws dat hem als een mokerslag had getroffen, maar ook door het vreselijke idee dat iemand het bericht dat hij met zijn hele wezen voorgoed hoopte te begraven had afgeluisterd. Hij balde zijn handen tot vuisten en probeerde tevergeefs het onredelijke verlangen te onderdrukken om deze onbekende vijand te vermorzelen, het zwijgen op te leggen voordat ze haar mond kon opendoen. Toen ze naar hem opkeek, werd Edward heel even door een vaag gevoel van herkenning overvallen, maar dat ebde snel weg. 45
3epr08072011Destille.indd 45
07-07-11 21:14
Hij kende dit meelijwekkende schepsel niet. Lieve help, wat was haar overkomen? Ze leek nauwelijks in staat om te lopen en al helemaal niet om te staan. Als Hackam haar arm niet vasthield, zou ze vast omvallen. Haar gezicht was asgrauw en haar hals… Wat was er in vredesnaam met haar aan de hand? ‘Hackam, wat hebt u met dat kind uitgevoerd?’ ‘Niets, mijnheer.’ ‘Heeft deze man u dit aangedaan?’ vroeg hij haar rechtstreeks in de wetenschap dat Hackam niet zou aarzelen de wild beheerder de schuld in de schoenen te schuiven. Het meisje schudde met glazige ogen haar hoofd. ‘Verdorie, Hackam. Straf voor de rechtszaak?’ ‘Nee, mijnheer. Dit heeft een andere gevangene gedaan. Gordon had me niet verteld dat hij een stroper in het cachot had gestopt. Ik dacht dat het leeg was.’ Edward onderdrukte een vloek en schudde zijn hoofd. Toch geloofde hij Hackam. Hij was geen wrede man, maar hij had het druk met zijn herberg en vervulde zijn extra werk als agent met weinig geduld. De grote rechtszittingen die elke drie maanden werden gehouden en ook de kleine zittingen, die vaker plaatsvonden, leverden hem werk in zijn herberg op, dus als niemand anders zich beschikbaar stelde, nam hij de taak, die niemand aantrekkelijk vond, jaar in, jaar uit met tegenzin op zich. ‘Wilt u niets over die stroper horen, mijnheer?’ vroeg Hackam. ‘Hij hoort waarschijnlijk bij het groepje dat ons de hele zomer al steeds door de vingers glipt. Is dat geen goed nieuws, mijnheer?’ Edward sloeg geen acht op Hackams poging hem van de vrouw af te leiden. ‘De volgende rechtszitting is pas over twee weken en we kunnen geen vervroegde zitting houden. Mijn vader gaat morgen het land uit en Farnsworth zit ook in het buitenland. Als er in een half uur al zoiets gebeurt, wat moet er dan in een week van haar terechtkomen?’ ‘Ik ben van plan haar naar Northleach te sturen en de rechters daar haar zaak te laten afhandelen.’ 46
3epr08072011Destille.indd 46
07-07-11 21:14
Hackam had het over het nieuwe opvoedingsgesticht, een gevangenis die eruitzag als een fort en die nog maar ongeveer even oud was als Edward zelf. Een verbetering vergeleken bij de oude gevangenissen waar mannen en vrouwen gemengd werden vastgehouden, maar toch nog een gevangenis. ‘Dat is niet nodig.’ ‘Natuurlijk wel. Uw wildbeheerder zei dat ze zich op uw land bevond en misschien zelfs wel een dievegge is.’ De jonge vrouw wankelde en Hackam greep haar steviger vast. ‘Heb je bewijs dat ze iets wilde stelen?’ vroeg Edward. Hij wist dat het maar een kleine overtreding was als iemand op ver boden terrein was aangetroffen, tenzij diegene ook was betrapt op diefstal, vernieling van het terrein of het toebrengen van letsel aan een ander persoon. Maar kon hij zelf niet in grote moeilijkheden raken doordat zij voor luistervink had gespeeld? Om nog maar te zwijgen van de gevolgen voor zijn vader als zijn bedrog aan het licht kwam? ‘Nou, ze hoorde toch niet bij de genodigden? Wat moest ze anders op het landgoed?’ ‘Dat is wat ik graag zou willen weten.’ Edward wendde zich tot de bleke vrouw. ‘Hoe heet u?’ Ze deed haar mond open om te spreken en haar smalle lippen vormden een geluidloze O. Haar gezicht vertrok verbaasd en tranen van pijn vulden haar helderblauwe ogen. Ze bracht vlug haar slanke vingers naar haar snel verkleurende hals. Kon ze werkelijk niet praten of was ze goed in toneelspelen? ‘Ik kan haar zweepslagen laten geven aan de schandpaal,’ stelde de agent opgewekt voor. ‘Dat maakt haar tong wel los.’ De toch al bleke huid van het meisje werd spierwit. ‘Of haar op de dorpsweide aan de schandpaal zetten. Een voorbeeld voor andere mensen die willen gaan stelen.’ De agent wiegde nadenkend op zijn hakken heen en weer. ‘Of ik kan haar op de duikstoel in het water laten zakken. Dat ding heb ik sinds mijn eerste dienstperiode niet meer gebruikt.’ 47
3epr08072011Destille.indd 47
07-07-11 21:14
De vrouw sperde haar ogen wijd open en liet ze daarna half dichtvallen. Haar lichaam werd stijf en ze viel voorover voordat hij het door had. Haar ogen waren open, maar zagen niets. Hackam had haar niet stevig genoeg vast om te voorkomen dat ze viel en ze zakte op de grond in elkaar. Toen Olivia even later weer bij haar positieven kwam, keek ze door haar wimpers en zag een man van middelbare leeftijd. Hij droeg een bril en boog zich over haar heen. Ze wilde een stap achteruit doen, maar kwam tot de ontdekking dat ze plat lag en hij op haar neerkeek. Hij raakte haar keel aan en maakte uiterst behoedzame kneedbewegingen. Een apotheker, vermoedde ze. Of een dokter. Ze deed haar ogen weer dicht en luisterde naar het gesprek boven haar. ‘Door dergelijk letsel kan iemand inderdaad enige tijd zijn spraakvermogen kwijt zijn. Hebt u reden om te denken dat ze zich stom houdt?’ ‘Ze werd betrapt terwijl ze op ons landgoed rondliep.’ De stem van lord Bradley. ‘Er zijn vanavond veel mensen op Brightwell Court. Waarom denkt u dat ze kwade bedoelingen had?’ Lord Bradley gaf geen antwoord. In plaats daarvan vroeg hij: ‘Kan ze vervoerd worden?’ ‘Ik denk het wel.Volgens mij heeft ze niets gebroken. Maar ik zal haar toch laudanum geven. Ze moet veel pijn aan haar keel hebben.’ ‘Vervoerd, mijnheer?’ De ongelovige stem van de agent. ‘Waar naartoe?’ ‘Ik kan haar duidelijk niet hier laten, Hackam. En ik wil ook niet dat ze naar Northleach wordt gebracht alleen maar omdat ze zich op mijn terrein bevond.Voorlopig houd ik haar zelf wel in hechtenis.’ Hackams stem schoot omhoog. ‘Weet u zeker dat dat verstandig is, mijnheer?’ ‘Ze lijkt me niet gevaarlijk,’ merkte de arts op. 48
3epr08072011Destille.indd 48
07-07-11 21:14
‘Is dat een professionele diagnose?’ Lord Bradleys stem klonk cynisch. ‘Ik houd u eraan.’ ‘Maar…’ probeerde Hackam nog eens. ‘Misschien blijkt ze toch nog een dievegge te zijn.’ ‘Dan krijg jij alsnog de kans om haar te geselen.’ Olivia zonk weer in het duister weg door een fikse dosis laudanum. En door angst. Edward en de agent hielpen dokter Sutton de jonge vrouw achterop Suttons kar te leggen. ‘Over vervoeren gesproken,’ zei de dokter. ‘Ik hoop van harte dat de reis naar Italië uw moeder goed doet.’ ‘Dank u, Sutton. Ik hoop het ook.’ ‘Veel van mijn vakgenoten zijn het erover eens dat een warme winter in het Middellandse Zeegebied heilzaam voor hun patiënten is.’ ‘Bent u het er ook mee eens?’ ‘Waar ik in ieder geval van overtuigd ben, is dat het heilzaam is de vochtige, Engelse winter te ontlopen. Dat beveel ik van harte aan. Wanneer vertrekken ze?’ ‘Morgen.’ De dokter knikte. ‘Dat wens ik hun een voorspoedige reis.’ De agent wenste hun juist een goede avond en liep naar de herberg terug toen dominee Tugwell over de keien naar hen toe kwam. ‘Bradley. Sutton.’ Zijn vriendelijke ogen schoten van de mannen naar het liggende meisje en op zijn gezicht kwam een bezorgde uitdrukking. ‘Zeg, wat is hier aan de hand?’ ‘Charles,’ zei Edward snel. ‘Ik ben bang dat je me op een ongelukkig moment treft. Mag ik volgende week in de pastorie langskomen?’ ‘Natuurlijk. Maar die jonge vrouw… die ken ik.’ Edward was verbijsterd. ‘Meen je dat?’ ‘Dat wil zeggen, ik heb haar vandaag bij de rivier ontmoet. Wat is er met haar aan de hand?’ ‘Ze is op Brightwell Court betrapt en ik ben bang dat ze in 49
3epr08072011Destille.indd 49
07-07-11 21:14
het cachot door een mannelijke gevangene is belaagd.’ ‘Lieve help!’ ‘Dokter Sutton verwacht dat ze snel zal herstellen.’ ‘God zij dank.’ De geestelijke schudde zijn hoofd. ‘Een jongedame als zij, opgesloten met een misdadiger!’ ‘We weten niet of zij ook geen misdadiger is.’ De dominee schudde zijn hoofd. ‘Ze leek me een keurige jongedame en ze klonk beschaafd.’ ‘Dame?’ spotte Edward. ‘Wat voor dame staat er zonder chape ronne in het donker achter bomen te gluren en privégesprekken af te luisteren?’ ‘Een wanhopige jongedame. Dat staat vast. Maar laten we niet te snel oordelen. Ik heb haar zelf naar juffrouw Ludlows winkel gebracht. Ze wilde daar handschoenen kopen, omdat ze de hare was kwijtgeraakt tijdens een vervelend voorval. Ik meen dat ze zei dat ze naar St. Aldwyns onderweg was om een betrekking te zoeken.’ ‘En jij geloofde dat natuurlijk.’ De dominee keek hem nadenkend aan. ‘Heb je reden om haar van meer dan nieuwsgierigheid te verdenken? Mijn eigen zoons stonden in de verleiding om vanavond stiekem bij Brightwell Court te gaan kijken. Al die mooie koetsen en paarden, bedienden en muziek en ga zo maar door. Ik heb Zeke zonder eten naar bed moeten sturen en Tom moeten verbieden zijn raam open te zetten. Hij hoopte iets van de muziek op te vangen. Iedereen in het dorp weet van het feest. Ik denk dat juffrouw Ludlow haar erover heeft verteld. De jongedame zou vanavond naar de pastorie komen en in onze logeerkamer slapen.’ ‘O, ja?’ ‘Ik vroeg me af waar ze gebleven was en ben net bij juffrouw Ludlow langs geweest om te vragen of ze van gedachten was veranderd. Ik vermoed dat ze een kleine omweg heeft gemaakt om een kijkje op het landgoed te nemen en dat dat alles is. Beschadig alsjeblieft haar reputatie niet door haar een misdadiger 50
3epr08072011Destille.indd 50
07-07-11 21:14
te noemen voordat ze is hersteld en je hebt gehoord wat ze van plan was.’ ‘Wat ze ook van plan was, ze heeft waarschijnlijk…’ Edward brak zijn zin af, keek naar Sutton en wachtte tot de dokter op de bok van zijn wagen klom. ‘Waarschijnlijk wat?’ drong Tugwell aan. Edward liet zijn stem dalen. ‘Dat kan ik niet zeggen. Maar ik moet beslist weten wie ze is en of ze van plan is munt te slaan uit wat ze heeft gehoord.’ ‘Lieve help, Edward. Waar heb je het over?’ ‘Vergeef me, Charles. Dat kan ik niet zeggen.’ De wenkbrauwen van zijn vriend gingen omhoog. ‘Zelfs niet tegen mij?’ Edward trok een gezicht. ‘Zelfs niet tegen jou.’
51
3epr08072011Destille.indd 51
07-07-11 21:14
5
Mensen verlaten hun geboorteland en vertrekken om een van de volgende algemene redenen naar het buitenland: zwakheid van het lichaam, imbeciliteit van de geest of uit onafwendbare noodzaak. Stearne, A Sentimental Journey Through France and Italy
Het was bijna middernacht toen Edward tegenover zijn stijve dienstbode stond. Gelukkig was ze nog aangekleed. Het feest was nog maar net afgelopen. Hij hield de jonge vrouw in zijn armen. Ze was nog slap van de laudanum. Hij vond het ironisch dat iemand die zo weinig woog, geestelijk een zware last voor hem en zijn toekomst vormde. ‘Dit meisje is gewond geraakt in het dorp,’ begon hij. ‘Ze is door een man belaagd die van stropen wordt verdacht.’ ‘In het dorp?’ herhaalde mevrouw Hinkley met grote ogen. Hij aarzelde, herinnerde zich Tugwells verzoek en zweeg over de arrestatie. ‘Ja, de details weet ik niet allemaal, want door het letsel dat ze heeft opgelopen – ziet u die blauwe plekken in haar hals? – schijnt ze niet meer te kunnen praten.’ ‘Dat arme kind.’ Ze deed de deur naar haar kleine zitkamer open en gebaarde dat hij het meisje op de bank moest leggen. ‘Haar belager zit in het cachot, mevrouw Hinkley. U hoeft niet bang te zijn.’ ‘Zal ik Ross naar dokter Sutton sturen?’ ‘Sutton heeft haar al onderzocht. In de herberg. We hebben haar met zijn kar hiernaartoe gebracht.’ Hij zag dat ze nadacht en pogingen deed om in zijn onsamen hangende zinnen een reden te vinden waarom hij de jonge 52
3epr08072011Destille.indd 52
07-07-11 21:14
vrouw had meegebracht naar Brightwell Court. ‘En u dacht dat ik… ik kan zorgen…?’ ‘Ik wil dat ze beter wordt. Ik voel me in zekere zin verantwoordelijk omdat ze in ons dorp gewond is geraakt en ik de nieuwe magistraat ben.’ Opnieuw kon hij de radertjes in haar hoofd zien draaien. Hij kon haar gedachten wel raden. Was de pastorie niet geschikter? Of de behandelkamer van dokter Sutton? Of zelfs het armenhuis? Maar de vrouw had haar positie niet verworven door haar werkgevers vragen te stellen. ‘Zal ik haar hier in mijn zitkamer verzorgen, mijnheer? Het dienstmeisje uit de kinderkamer lag hier ook toen ze van een verstuikte enkel moest herstellen.’ ‘Uitstekend. Dokter Sutton komt morgen langs, maar hij denkt niet dat haar verwondingen ernstig zijn. Ondertussen heb ik liever niet dat lord Brightwell hier iets van hoort en lady Brightwell ook niet. Ik wil niet dat hun vertrek morgenochtend ook maar ergens door wordt verstoord.’ ‘Dat begrijp ik, mijnheer. Zoals u wenst.’
a Edward sliep die nacht onrustig. De volgende ochtend, toen zijn ouders op het punt stonden om te vertrekken, nam hij vormelijk afscheid van zijn vader en omhelsde hij zijn moeder hartelijk. Toen de koets eenmaal de oprijlaan afreed, liep Edward onmiddellijk naar de zitkamer van de huishoudster. Hij was vastbesloten uit te zoeken hoeveel het meisje had gehoord en of ze begreep hoe belangrijk het gesprek was geweest. Hij had nog niet voldoende tijd gehad om de mogelijke consequenties voor hemzelf goed te overdenken. Hij had nauwelijks geslapen bij de gedachte aan wat er zou gebeuren als ze zulk nieuws aan de hoogste bieder zou verkopen of als ze zelfs maar in gezelschap haar mond voorbij praatte. Het nieuws zou zich als een lopend vuurtje door het graafschap verspreiden, door de balzalen en clubs van Londen, 53
3epr08072011Destille.indd 53
07-07-11 21:14
naar de familie Harrington en in de familie Bradley. Hij zou alles kwijtraken: zijn reputatie, zijn erfenis, zijn titel, zelfs zijn huis. Kon één zo’n tenger meisje zijn hele vertrouwde leven overhoop halen? Mevrouw Hinkley begroette hem met een kort knikje bij de deur. Ze liet hem binnen en deed de deur discreet achter hem dicht. De jonge vrouw lag half achterover op de sofa. Op haar hals lag een of ander stinkend kompres. Of dat door dokter Sutton of door mevrouw Hinkley was aangebracht, interesseerde hem niet. Ze had nog dezelfde lichtblauwe japon aan, die noch de jurk van een del, noch die van een dame was. Een schram ontsierde haar ene wang. Haar gezicht was nog bleek, maar niet meer zo grauw als de vorige avond. Haar donkere haar zat netjes opgestoken op haar achterhoofd. Haar gevoelige, blauwe ogen keken hem recht aan van onder zwarte wimpers. Ze kneep haar handen dicht en ontspande ze weer. Daarna strekte ze, alsof ze in haar eigen zitkamer een gast ontving, een hand uit om te beduiden dat hij moest gaan zitten. Hij bleef staan. ‘Zou ik deze jongedame even onder vier ogen mogen spreken, mevrouw Hinkley?’ De degelijke huishoudster aarzelde en kneep haar smalle lippen op elkaar, maar liep toch de kamer uit. Toen ze weg was, zei hij bruusk: ‘Nu u een beetje bent opgeknapt, moet ik u wat vragen stellen.’ Ze aarzelde even en knikte toen instemmend. ‘Bent u alweer in staat om te spreken?’ Opnieuw aarzelde ze en deed toen haar mond iets open. Een haperend, raspend geluid kwam uit haar keel en haar ogen vulden zich onmiddellijk met tranen. Voorzichtig raakte ze het kompres op haar keel aan en schudde met een verontschul digende uitdrukking op haar gezicht haar hoofd. Dat komt haar vast goed uit, dacht hij niet bepaald vriendelijk. ‘Goed, dan stel ik u vragen en u knikt of schudt met uw hoofd om te antwoorden.’ Ze knikte. 54
3epr08072011Destille.indd 54
07-07-11 21:14
Hij haalde diep adem. ‘Wat het gisteravond uw bedoeling ons te bespioneren?’ Ze schudde van nee. Nou ja, een ander antwoord viel niet te verwachten. ‘U hebt het gesprek tussen mijn vader en mij op het terras gehoord?’ Haar bleke wangen werden rood van schaamte en ze keek omlaag naar haar ineen geklemde handen voordat ze knikte. Zijn hart bonsde. ‘U hebt… alles gehoord?’ Ze knikte nog een keer zonder hem aan te kijken,. Zijn maag kromp ineen van angst. Verdraaid, ik ben geruïneerd. ‘Was u daar in opdracht van iemand anders?’ Hij begon voor de sofa te ijsberen. ‘Had iemand u gestuurd?’ Het meisje schudde haar hoofd. ‘Sebastians advocaat? Admiraal Harrington?’ Hij boog zich naar haar toe en keek haar indringend aan om te zorgen dat ze het niet in haar hoofd zou halen tegen hem te liegen. Toen hij zag dat ze van hem schrok, ging hij snel weer rechtop staan en probeerde hij zijn emoties in de hand te krijgen. Hij had nooit eerder iemand zo hardvochtig behandeld. ‘Waar komt u…? Ik bedoel, woont u in de buurt of…?’ Hij haalde opgewonden zijn hand door zijn haar. ‘Verdraaid, wat een vervelende situatie.’ Ze deed alsof ze schreef. ‘U kunt schrijven?’ Ze knikte en was zo brutaal met haar ogen te rollen om zijn twijfel. Hij liep naar het bureautje in de zitkamer van de huishoudster en pakte een vel papier, een ganzenveer en een inktpot. Hij zette alles op een laag tafeltje voor de sofa en wachtte terwijl zij de dop van de inktpot draaide en de veer pakte. Ze keek naar hem op, verwachtingsvol als een schoolmeisje dat op instructies van haar lerares wacht. Hij vroeg: ‘Hoe heet u?’ Ze doopte de veer in de inkt, maar aarzelde. Ze beet op haar lip en schreef toen Juffrouw Olivia Keene. 55
3epr08072011Destille.indd 55
07-07-11 21:14
Achterdocht overviel hem. ‘Is dat uw echte naam?’ Ze meed zijn blik en knikte alleen maar. ‘En waar komt u vandaan, juffrouw Olivia Keene?’ Opnieuw die korte aarzeling. Uit de buurt van Cheltenham. Ze antwoordde opzettelijk vaag. Maar waarom? Cheltenham kende hij wel; een studievriend van hem was er onlangs in de buurt gaan wonen, maar hij had daar geen vijanden. Had dat iets te betekenen? ‘Hoe oud bent u?’ Ze schreef: 24. Zijn leeftijd. Dat verbaasde hem. Ze leek jonger. ‘Wat kwam u in ons dorp doen?’ Ik zocht een betrekking. ‘Dat zei onze dominee ook al. Vrome man. Denkt altijd het beste van mensen, soms in zijn eigen nadeel. Waarom kwam u naar Brightwell Court?’ Opnieuw die ergerlijke aarzeling terwijl ze kennelijk overwoog hoe ze het beste kon antwoorden. Ze schreef: Juffrouw Ludlow vertelde me over het feest. Ik wilde alleen het huis maar even zien. ‘En luistervink spelen?’ Ze schudde haar hoofd. Dat deed ik niet opzettelijk. Ik heb er spijt van. ‘Dat is maar goed ook,’ mompelde hij. ‘Kende u Brightwell al voordat die behulpzame juffrouw Ludlow u erover vertelde?’ Ze knikte. Schaapachtig, vond hij. ‘Hoe had u ervan gehoord?’ Ze pakte een opgerold zakdoekje van de bank naast haar en haalde er een vergeeld krantenknipsel uit. Ze gaf het hem. Sceptisch las hij de oude drukletters en het duurde even voordat het tot hem doordrong wat er in de annonce stond. Hoe kon dit? ‘Hoe komt u hieraan?’ Ze schreef Ik heb het in mama’s beursje gevonden. ‘Zo? Wat eigenaardig. En waarom zou mama dit in haar beursje hebben?’ 56
3epr08072011Destille.indd 56
07-07-11 21:14
Dat weet ik niet. ‘Lieg niet tegen me.’ Ze schudde haar hoofd en haalde nog eens haar schouders op. ‘En u wilt dat ik geloof dat u hier zonder andere motieven naartoe bent gekomen? Terwijl u de namen Brightwell en Bradley bij u had?’ Ik had geen andere motieven, lord Bradley. Nu was het zijn beurt om te aarzelen. Het verbaasde hem dat ze hem zo noemde en hij verbaasde zich ook over haar fraaie handschrift, maar dat compliment sprak hij uiteraard niet uit. Als ze niet meer op haar kerfstok had dan hem afluisteren, wat moest hij dan met haar aan? Haar laten gaan? Haar dwingen een gelofte af te leggen dat ze zou zwijgen? Haar omkopen? Ze boog zich over het papier en schreef weer iets. Terwijl ze dat deed, raakten er twee opgestoken haarlokken los. Ze vielen naar voren en toen ze weer opkeek, met haar donkere krullen langs haar gezicht, herkende hij tot zijn schrik het meisje van de jacht. Hij was geneigd geweest haar te geloven: dat ze zonder bijbedoelingen op zijn landgoed verzeild was geraakt. Maar nu… Nu ze de jacht had verstoord en vervolgens bij zijn huis was aangetroffen? Met de namen Brightwell en Bradley in haar zak? Dat kon geen toeval zijn. Hij keek van haar gezicht naar de laatste woorden die ze had geschreven.Woorden die zijn trots pijnlijk raakten. U hebt niets van mij te vrezen. ‘Ik, u vrezen? U zult nog wel merken, juffrouw Keene, dat u mij beter kunt vrezen. Als magistraat heb ik de macht u gevangen te laten zetten of nog erger. Ben ik zo duidelijk?’ Ze knikte, maar leek minder bang dan hij zou willen. Toen de huishoudster klopte en aarzelend haar eigen zitkamer weer binnenstapte, ging Edward rechtop staan en kondigde aan: ‘Nou, mevrouw Hinkley, juffrouw Keene schijnt niets liever te willen dan een betrekking op Brightwell Court, op proef. Drie maanden. Zo is het toch, juffrouw Keene?’ 57
3epr08072011Destille.indd 57
07-07-11 21:14
Weer, die ergerlijke aarzeling. Dacht dat kind soms dat hij haar een andere keuze liet? Hij keek haar kwaad aan en achter haar helderblauwe ogen gingen duizenden onuitgesproken gedachten voorbij.Wat zou hij niet voor een transcriptie over hebben. Uiteindelijk knikte ze. Bijna nederig, vond hij. ‘Wat kan ze?’ vroeg de huishoudster, die duidelijk haar twijfels over de beslissing had. ‘Kamerpotten legen?’ stelde Edward behulpzaam voor. ‘Of de was doen misschien?’ Het idee juffrouw Keene de was te laten doen, sprak hem wel aan. Dan zou ze haar dagen in het washok doorbrengen, weinig contact met de andere bedienden hebben en helemaal geen contact met de familie. Juffrouw Keene keek naar hem en vernauwde haar ogen. ‘Kijkt u eens naar haar handen, mijnheer. Ze heeft nog nooit een washok van binnen gezien. Dat weet ik zeker.’ ‘Nu, het is nooit te laat om iets nieuws te leren, wel?’ Mevrouw Hinkley tikte bedachtzaam tegen haar kin. ‘Nu juffrouw Dowdle weg is en Becky nog steeds mank loopt door die enkel, komen we in de kinderkamer personeel tekort. We kunnen wel iemand gebruiken om het kindermeisje te helpen. Een van de dienstmeisjes heeft een handje geholpen, maar dat deed ze niet graag.’ ‘En wat doet de hulp van een kindermeisje, mevrouw Hinkley?’ Hoewel hij tegen de huishoudster sprak, hield hij zijn ogen gericht op die van juffrouw Keene. ‘Nou, ze doet de kinderen in bad en kleedt ze aan. Ze brengt de dienbladen met het ontbijt en het avondeten naar boven en past op de oudste kinderen. Juffrouw Peale houdt zich natuurlijk voornamelijk met de baby bezig.’ Het idee juffrouw Keene in de kinderkamer te laten werken, stond hem ook wel aan. Dan zou ze op de bovenste verdieping verblijven, waar ze gescheiden van al het andere personeel zou eten en slapen. Ze zou alleen contact hebben met de oude juffrouw Peale, die vroeger zijn eigen verzorgster was geweest en 58
3epr08072011Destille.indd 58
07-07-11 21:14
hem tot haar laatste snik trouw zou blijven. En Judith? Die ging minder vaak naar de kinderkamer dan hij persoonlijk nodig vond, maar als ze ging, was ze zeker niet iemand die bedienden aanmoedigde haar in vertrouwen te nemen. Kon hij de kinderen aan juffrouw Keene overlaten? Dat leek hem wel. Hij zou met juffrouw Peale overleggen en haar vragen het nieuwe meisje goed in de gaten te houden. En mocht ze tijdens haar werk toevallig een van de andere bedienden of familieleden tegenkomen, dan zou ze vast niet snel om papier en een ganzenveer vragen. Ja, de kinderkamer leek hem een uitstekend idee. ‘Goed, dan gaat ze juffrouw Peale helpen, mevrouw Hinkley.’ Hij wendde zich tot het meisje. ‘U mag niet zonder mijn toestemming het landgoed verlaten en ook geen brieven posten zonder mijn permissie. Ik neem aan dat ik duidelijk ben?’ Ze opende haar mond alsof ze wilde antwoorden – of protes teren – maar ze deed hem weer dicht en knikte. Zolang ze niet kon praten, was hij veilig en had hij de tijd om na te gaan of hij deze zwijgende, moeilijk te doorgronden nieuwkomer kon vertrouwen.
59
3epr08072011Destille.indd 59
07-07-11 21:14
6
Een Engelse jongedame wenst een betrekking als kindermeisje, Kamenierster of Onderwijzeres op een school. Reizen geen bezwaar. Advertentie in The Times, 1853
Toen lord Bradley haar met zijn ijzige blauwe ogen priemend aankeek en verkondigde dat ze graag op proef een betrekking op Brightwell Court wilde – ‘Zo is het toch, juffrouw Keene?’ – had Olivia geweten dat het een bevel was en geen vraag. Toch had ze geaarzeld. Een deel van haar raakte in paniek bij het idee daar te blijven. Ze was niet ver genoeg bij Withington vandaan. Ook had ze St. Aldwyns niet bereikt, zoals ze van plan was geweest. Haar moe der zou haar op Brightwell Court niet kunnen vinden. Maar het was een feit dat ze een betrekking nodig had en alleen maar heel vage hoop had dat ze die op de haar onbekende meisjesschool zou kunnen vinden. Ze had nog maar een paar munten in haar beursje en geen referenties, dus kon ze het zich eigenlijk niet permitteren een betrekking en een dak boven haar hoofd af te wijzen. En had hij haar een keuze gelaten? Zodra ze de gelegenheid had, zou ze de school bericht sturen en de directrice vragen haar moeder te laten weten waar ze was. Wat had ze ook alweer gezegd? ‘Ik kom naar je toe zodra ik kan. Als het veilig is.’ Maar zou Olivia hier veiliger zijn? Want ze had heel wat van het gesprek tussen lord Bradley en zijn vader opgevangen en kon de rest wel invullen. Zou die kennis haar niet meer in gevaar brengen dan ooit? 60
3epr08072011Destille.indd 60
07-07-11 21:14
Mevrouw Hinkley had Olivia nog een paar uur rust gegund en daarna het kompres verwijderd. Ze gaf Olivia een lang, wit schort dat ze over haar jurk kon dragen – de enige jurk die ze bezat. Alleen de huisknecht droeg een livrei, had ze uitgelegd. De vrouwelijke bedienden droegen bescheiden japonnen en effen schorten. Zonder plichtplegingen tilde de huishoudster Olivia’s gerafelde zoom op, wierp een blik op haar dunne, smoezelige schoentjes en zei: ‘Van je eerste salaris zul je nieuwe rijglaarsjes moeten kopen. Je krijgt acht guinjes per jaar en krijgt per kwartaal betaald.’ Acht guinjes? Dat stelde niets voor. ‘Je krijgt een eigen kamertje naast de kinderkamer als Doris haar spullen daar weghaalt.’ Olivia knikte en probeerde het allemaal te verwerken. Het feit dat de jonge lord kinderen had, verbaasde haar. Was hij de lord Bradley uit de huwelijksaankondiging die mama had bewaard? ‘Kom maar mee. Dan laat ik je alles zien en stel ik je aan juffrouw Peale voor.’ Olivia liep achter mevrouw Hinkley aan de kamer uit. De vrouw bleef staan. ‘Links zijn de voorraadkamer en de serveer kamer voor de huisknecht.Van daaruit wordt er in de eetkamer en de ontbijtkamer verderop geserveerd. Beneden zijn de slaapkamers van de mannelijke bedienden, de keuken en de bediendenkamer. Die zie je een andere keer wel.’ Mevrouw Hinkley ging rechtsaf de hoge hal met zijn dubbele voordeur, hoge ramen en zwart met witte marmeren vloer binnen. ‘Aan de andere kant van deze hal zijn de bibliotheek, de biljartkamer en de salon. Die hoef je niet te zien.’ Olivia volgde de huishoudster de stenen trap op die aan een kant tegen de muur gebouwd was. Ze greep de bewerkte, houten leuning stevig vast om steun te hebben. Toen ze de eerste verdieping bereikten, bleef mevrouw Hink ley niet staan. ‘Op deze verdieping zijn de slaapkamers van de familie en de studeerkamer van mijnheer Bradley.’ Olivia was tegen de tijd dat ze de bovenste verdieping bereik61
3epr08072011Destille.indd 61
07-07-11 21:14
ten buiten adem, maar mevrouw Hinkley marcheerde onvermoeibaar als een soldaat de trap op en de gang door. ‘En hier boven zijn de kinderkamer, de slaapkamer van de kinderen en de schoolkamer. Het kindermeisje en de dienstmeisjes hebben hier ook hun kamers.’ Ze klopte op een stel dubbele deuren en duwde ze zonder op antwoord te wachten open. Ze wenkte dat Olivia moest binnenkomen. In de lichte, vrolijke kinderkamer zag Olivia een mager tienermeisje dat het rooster van de open haard zwart maakte en een oude vrouw die een kind zat te wiegen. De vrouw stond voorzichtig op toen ze binnenkwamen. De schommelstoel wiegde nog even achter haar door. De mollige baby in haar armen zat op eigen kracht overeind, maar was nog geen jaar oud. Hij droeg een lange, witte jurk en had een aureool van lichtblonde piekhaartjes om zijn hoofdje. Het kind leek op zijn vader. ‘Juffrouw Peale, dit is Olivia Keene, het nieuwe meisje dat u komt helpen. Ze heeft nog niet eerder een betrekking gehad, dus u moet haar instructies geven over haar taken.’ De oude kinderverzorgster fronste haar voorhoofd. ‘Nooit eerder een betrekking gehad? Op haar leeftijd? Wat heeft ze dan al die tijd gedaan?’ De huishoudster kneep haar lippen op elkaar. ‘Ik ben bang dat ik dat niet weet. Lord Bradley heeft haar de betrekking aangeboden.’ De grijze wenkbrauwen gingen omhoog. ‘Zo? Wie heeft haar aanbevolen?’ ‘Niemand bij mijn weten. Ze had geen aanbevelingsbrief bij zich.’ De beide vrouwen keken naar haar alsof ze een wangedrocht was. Zelfs het jonge dienstmeisje stopte met werken om naar haar te staren. Olivia probeerde verontschuldigend te glimlachen. Juffrouw Peale kneep haar ogen half dicht. ‘En wat heb je hier zelf over te zeggen, meisje?’ 62
3epr08072011Destille.indd 62
07-07-11 21:14
Mevrouw Hinkley schraapte haar keel. ‘Ik ben bang dat ze niet kan praten.’ De oude vrouw staarde haar ongelovig aan. ‘Wat? Is ze stom?’ ‘Alleen tijdelijk. Tenminste, dat zegt dokter Sutton. Ze heeft een ongeluk gehad, maar als het goed is, komt haar stem binnenkort terug.’ ‘En jongeheer Edward heeft haar een betrekking aangeboden?’ ‘Ja, ik meen dat ik dat net al zei. Ik ga nu naar beneden zodat u elkaar kunt leren kennen. Olivia kan lezen en schrijven, mocht u op die manier willen overleggen.’ In de ogen van de vrouw kwam even een sombere blik, maar daarna lichtten ze op. ‘Ik zorg er wel voor dat ze me begrijpt, mevrouw Hinkley.Weest u maar niet bezorgd. Maar voor jongeheer Andrew en jongejuffrouw Audrey zorgen… zonder dat ze een woord kan spreken? Wat hebben we aan haar? Ik durf er niet aan te denken. Het zijn de kinderen die gezien en niet gehoord moeten worden, niet hun kindermeisjes.’ Mevrouw Hinkley glimlachte stijfjes. ‘Tja, nou ja. Ik reken erop dat u samen tot een goede regeling komt.’ Toen mevrouw Hinkley eenmaal was vertrokken, begon de oude vrouw het kind weer te wiegen. Ze nam Olivia met een scherpe blik op. ‘Ik ben jongeheer Edwards kindermeisje ge weest. Heeft hij je dat verteld?’ Olivia schudde haar hoofd en probeerde niet naar de weerbarstige, lange haren te staren die in alle richtingen uit de vage boog van juffrouw Peales wenkbrauwen staken. ‘Het was zo’n fijne jongen. En altijd aardig tegen mij. Ik heb hem verzorgd en ervoor gezorgd dat het hem aan niets ontbrak. Ik was ook degene aan wie hij zijn problemen vertelde.’ Omdat ze niet wist hoe ze moest reageren, was Olivia blij dat er niet van haar werd verwacht dat ze antwoord gaf. Juffrouw Peale hield haar hoofd schuin en liet haar zilveren haar tegen de blonde krullen van de baby rusten. ‘Dit is jongeheer Alexander. Tien maanden is hij. Hij lijkt precies op jongeheer Edward toen die zo oud was. Is dat niet wonderlijk?’ 63
3epr08072011Destille.indd 63
07-07-11 21:14
Hoewel ze niets bijzonders aan de baby zag, glimlachte Olivia beleefd. Juffrouw Peale wees naar het jonge dienstmeisje. ‘En dat is Becky. Zij doet schoonmaakwerk en andere karweitjes in de kinderkamer.’ Becky bleef poetsen, maar glimlachte naar haar van de andere kant van de kamer. Olivia op haar beurt knikte naar haar. Ze vond dat zo’n jong meisje op school hoorde te zitten in plaats van te werken, maar ze wist dat veel meisjes op nog wel jongere leeftijd uit werken werden gestuurd. Met een dreun en een schreeuw kwamen twee kinderen met bruin haar de kamer binnenvallen. Ze droegen een jas, hoeden en handschoenen. Aan hun kleding en hun rode wangen was te zien dat ze net van buiten kwamen. Een jonge vrouw kwam hijgend achter hen aan. Ze droeg een grijze cape over een effen groene jurk en een zelfde schort als Olivia. Een eenvoudig mousselinen mutsje en rossig haar omlijstten haar brede, sproe tige gezicht. Ze had heldergroene ogen en een mopsneusje. Toen ze Olivia in het oog kreeg, bleef ze staan en sloeg ze haar handen in elkaar. ‘Het nieuwe kindermeisje?’ Toen Olivia knikte, liep het meisje snel naar haar toe, pakte een van Olivia’s handen met twee handen vast en drukte ze hartelijk. ‘O! Ik kan niet zeggen hoe opgelucht ik ben dat u bent gekomen! Nu mag u de verantwoordelijkheid voor deze wilde dieren op u nemen en mag ik heerlijk rustig in stille kamers gaan schoonmaken.’ ‘We zijn geen wilde dieren, Dory,’ zei het meisje. ‘Dat hoor je niet te zeggen.’ ‘Jullie niet wild?’ vroeg het meisje. ‘Jazeker wel. Leeuwen en tijgers zijn jullie.’ Hierop hief het jongetje zijn ‘klauwen’ op en liet een luid gebrul horen. Olivia deinsde terug. ‘Wat zei ik? Nou, u mag ze hebben, hoor. Ik ben voor de rest van mijn leven uw vriendin. Deze deugniet is jongeheer Andrew en dit is juffrouw Audrey.’ 64
3epr08072011Destille.indd 64
07-07-11 21:14
Het jongetje was zes of zeven en het meisje elf of twaalf. Ze waren beslist te oud om lord Bradleys kinderen te zijn.Tenzij hij ouder was dan hij leek. En ze leken trouwens in niets op hem. Ze moesten op zijn vrouw lijken. ‘En ik ben Doris.’ Het roodharige dienstmeisje keek Olivia verwachtingsvol aan. ‘En hoe heet u?’ ‘Dit is… eh, Olivia,’ zei juffrouw Peale. ‘Een nogal deftige naam voor een tweede kindermeisje. We zullen haar Livie noemen.’ Olivia deed haar mond open om bezwaar te maken, maar deed hem even snel weer dicht. Zelfs als ze zou kunnen spreken, kon ze er moeilijk op staan met juffrouw Keene te worden aan gesproken. Doris stond naar haar te kijken, haar hoofd schuin. ‘Bent u altijd zo stil?’ ‘Ze kan op het ogenblik niet praten,’ legde juffrouw Peale uit. ‘Ze heeft haar hals bezeerd, volgens mevrouw Hinkley.’ Doris sperde haar ogen wijd open. ‘Bent u dat meisje dat bijna is gewurgd in het cachot? Daar hoorde ik gisteravond iemand over praten. Een stroper was het toch?’ Had het gerucht al de ronde gedaan? Daar zou lord Bradley niet blij mee zijn. En Olivia hoopte ook niet dat het verhaal over haar arrestatie bij iedereen bekend zou worden. ‘Of is het in The Swan gebeurd? Dat zei Johnny, maar ik heb gehoord dat het in het cachot is gebeurd.’ Olivia haalde haar schouders een beetje op en Doris’ ogen vernauwden zich. Ze wendde zich tot de kinderjuffrouw. ‘Is ze behalve stom ook achterlijk?’ ‘Dat denk ik niet. Jongeheer Edward heeft haar zelf aangenomen en ik neem aan dat hij daar een goede reden voor had. Zeg, wat sta je daar eigenlijk? Zie ik aan de voeten van de kinderen geen modderige schoenen en moeten die jassen niet worden opgehangen?’
65
3epr08072011Destille.indd 65
07-07-11 21:14
In het kleine kamertje dat het hare zou worden, legde Olivia haar lijst met taken, die juffrouw Peale Doris had laten opschrij ven, op de ladekast. Olivia was ervan onder de indruk geweest dat het dienstmeisje kon lezen en schrijven tot ze de lijst had bekeken. Wat een vreselijk handschrift en die spelling! Ze trok de bovenste lade open en legde daar haar reticule en handschoenen in. Daarna hing ze haar cape en haar nieuwe hoed aan een haak aan de binnenkant van de deur. Ze had belachelijk weinig om op te ruimen en de kamer de hare mee te maken. Het was een smalle ruimte en het plafond, dat boven het eenpersoonsbed hoog was, liep heel schuin af naar de buitenmuur, waardoor de loopruimte werd gehalveerd voor iedereen die langer was dan een meter. De kamer was betimmerd met witte panelen en over het smeedijzeren bed lag een zachte, witkatoenen sprei. Door een klein dakraam viel de zachte gloed van de middagzon. Het raampje keek uit op een braakliggende akker en het bos erachter in de verte. Welke richting? Uit de manier waarop het licht haar kamer binnenviel, leidde ze af dat haar kamer op het noordwesten lag. De richting waaruit ze was gekomen. De richting van thuis, hoewel het haar thuis niet meer was. Wat zou zich daar nu afspelen? Was haar vader weer bij bewustzijn gekomen? Had Muriel Atkins zijn wonden behandeld en ook die van haar moeder? Of was hij… overleden? Was de dorpsagent op dit moment naar haar op zoek? Waarom, o waarom, had ze haar echte naam opgegeven? Ze moest van de schrik en de vermoeidheid in de war zijn geweest. Ze had niet snel genoeg nagedacht. En toen ze de dominee haar naam eenmaal had verteld, had ze andere mensen geen andere naam meer durven geven. Mocht ze hopen dat ze hier verborgen zou blijven, als eenvoudig dienstmeisje op de bovenste verdieping van dit grote herenhuis? Ze zette haar gedachten over haar eigen problemen uit haar hoofd en dacht nog eens na over wat ze had gehoord en wat dat voor lord Bradley en zijn vrouw en kinderen kon betekenen. 66
3epr08072011Destille.indd 66
07-07-11 21:14
Was zijn vrouw erg teleurgesteld, aangenomen dat hij haar er over had verteld? En hoe zat het met die arme Andrew, de oudste zoon? Bij het horen van paardenhoeven en kreten liep Olivia nogmaals naar het kleine raampje. Door het gebochelde glas keek ze omlaag naar de lange oprijlaan beneden. Een huisknecht in livrei sprong op de grond en deed de deur van de koets open. Olivia keek toe hoe een vrouw in de smalle deuropening verscheen, haar hoedje schuin op een bos blonde krullen. Een donkere cape golfde om haar voeten toen ze elegant uitstapte. De moeder van de kinderen, vermoedde Olivia. Zijn vrouw. Alsof het was afgesproken kwam lord Bradley aanlopen. Hij begroette de vrouw op een kleine afstand van de koets. Ze boog zich dicht naar zijn oor, misschien om hem iets vertrouwelijks te vertellen of hem een kus op zijn wang te geven. Dat kon Olivia van die afstand niet zeggen. Statig liepen de twee gearmd naar het grote huis en verdwenen uit Olivia’s gezichtsveld. Olivia had de kinderjuffrouw niet over een mevrouw of lady Bradley horen spreken, alleen over lady Brightwell, die ‘naar Ita lië was, die arme ziel.’ Maar als dit de moeder van de kinderen was, wist Olivia dat ze haar snel genoeg zou ontmoeten. De vrouw kwam een kwartier later de kinderkamer binnenzetten. Over haar goudblonde krullen droeg ze nu een kanten mutsje dat over haar voorhoofd viel. Haar lichtblauwe ogen waren rond en haar wangen roze, wat haar het engelachtige voorkomen van een klein meisje gaf. De gelijkenis hield echter op als men zijn blik over de volle rondingen onder haar nauw sluitende, duifgrijze japon liet gaan. Olivia voelde zich veel te sjofel om met haar in één kamer te staan. De grote ogen van de vrouw richtten zich op de baby in juffrouw Peales armen. ‘Daar is hij. Hoe is het vandaag met mijn kleine mannetje?’ ‘Het gaat goed met hem, mevrouw,’ zei juffrouw Peale. 67
3epr08072011Destille.indd 67
07-07-11 21:14
Audrey liep bijna schuchter op de vrouw af. ‘Alexander heeft naar me gelachen,’ zei ze. ‘Kijk, ik zal hem nog eens laten lachen.’ ‘Laat maar, Audrey. Hij lacht nu naar zijn moeder.’ Andrew liet zijn speelgoedsoldaatjes liggen, trok aan de rokken van de blonde vrouw en glimlachte naar haar. ‘O, Andrew, veeg alsjeblieft je neus af,’ zei ze. Nog voordat Olivia in beweging kon komen, veegde het jongetje gehoorzaam met zijn mouw onder zijn neus. Het gezicht van zijn moeder vertrok en ze keek omhoog alsof ze om geduld bad. Olivia liep haastig met een zakdoek naar het kind en hielp het jongetje zijn mouw en zijn besmeurde wang schoon te maken. Juffrouw Peale wees in Olivia’s richting. ‘Dit is ons nieuwe tweede kindermeisje, Livie Keene.’ Olivia maakte een reverence en glimlachte beleefd naar de vrouw. De vrouw nam haar aandachtig op en als Olivia zich niet vergiste, zag ze even een waarderende blik in haar ogen. ‘Welkom. Ik neem aan dat ik het aan u kan overlaten om ervoor te zorgen dat Audrey en Andrew krijgen wat ze nodig hebben?’ Olivia knikte en maakte nog een reverence. De vrouw richtte zich weer op haar jongste kind en stak haar handen uit. ‘Kom maar, Alexander. Kom maar bij mama. Lord Bradley wil zien hoe groot je bent geworden.’ Olivia keek naar haar en dacht Zijn vrouw is erg knap. Nu ze haar beter bekeek, zag ze dat ze achterin de twintig moest zijn, misschien een paar jaar ouder dan lord Bradley. De vrouw nam het kind in haar armen en liep babbelend en koerend tegen haar jongste de kamer uit. Olivia deed de deur achter haar dicht, want ze herinnerde zich dat juffrouw Peale haar had gewaarschuwd dat ze het lawaai van de kinderkamer binnen moest houden. ‘Dat was mevrouw Howe,’ zei juffrouw Peale. Mevrouw Howe? Olivia hield vragend haar hoofd schuin. ‘De nicht van de graaf. Ze is weduwe, helaas.’ 68
3epr08072011Destille.indd 68
07-07-11 21:14
Aha. Dat verklaarde de saaie, grijze jurk. ‘Haar man is overleden. Ik weet niet meer precies wanneer, maar meer dan een jaar geleden, nog voordat Alexander werd geboren. Audrey en Andrew zijn haar stiefkinderen uit zijn eerste huwelijk. Zijn vrouw is in het kraambed gestorven, naar ik heb begrepen.’ Dat verklaarde waarom Audrey en Andrew noch op lord Bradley, noch op mevrouw Howe leken. Olivia knikte be grijpend en ordende haar gedachten. Niet lord Bradleys vrouw dus, maar zijn nicht, die na de dood van haar man uit noodzaak in dit grote huis was komen wonen. Of waren er ook nog andere redenen? Olivia vond het een opluchting dat lord Bradley niet was ge trouwd. Dat betekende dat hij geen vrouw en toekomstige erfgenaam had die hij teleur zou stellen. Ze herinnerde zich dat juffrouw Peale had gezegd dat de kleine Alexander op lord Bradley leek en ‘Is dat niet wonderlijk?’ Had dat iets te betekenen? Doris bleef de rest van de middag in de kinderkamer om Olivia haar taken uit te leggen. Ze zei dat ze geluk had dat Becky de vervelendste karweitjes deed: schoonmaken en de zware emmers met badwater halen. Later bracht Doris het dienblad met avondeten naar boven en gingen ze als een eigenaardig gezin bij elkaar zitten met juffrouw Peale als eerbiedwaardige grootmoeder aan het hoofd van de tafel. Alexander was al gevoed en zat op een kleed op de grond met een rammelaar te schudden. Na de maaltijd van erwtensoep, koud rundvlees, aardappelpuree en wortelpudding, stond Becky op om de borden op te stapelen. ‘Laten we die wilde dieren maar eens flink gaan inzepen,’ zei Doris. ‘Ze zijn te vies om beet te pakken.’ Terwijl Becky het blad naar de laagste verdieping bracht en water naar boven sjouwde, maakten Doris en Olivia de kinderen klaar voor hun bad. Terwijl Becky de koperen badkuip vol goot, 69
3epr08072011Destille.indd 69
07-07-11 21:14
rende Andrew poedelnaakt door de kamer en sprong met een woeste kreet in het bad. Opnieuw schrok Olivia van het lawaai, dat in de rustige gangen van juffrouw Cresswell zo ongewoon was geweest. Ze zou aan jongens moeten wennen. Doris had een natuurlijk overwicht op Andrew. Ze legde uit dat dat kwam doordat ze een broertje had en Olivia liet haar het voortouw nemen terwijl ze de kinderen in bad deden en in hun pyjama hielpen. Uit haar ooghoeken zag Olivia Doris gapen. Olivia wees op haarzelf en gaf Doris een zacht duwtje in de richting van de deur. Het dienstmeisje kneep haar ogen een beetje dicht, een beetje slaperig en niet-begrijpend. Olivia wees naar Doris en legde haar wang op haar handen die ze tegen elkaar naast haar hoofd hield. Daarna deed ze haar ogen dicht alsof ze sliep. ‘Echt? Breng je ze helemaal alleen naar bed?’ Olivia knikte. ‘Dank je wel. Zodra ik je zag, wist ik dat je een schat bent. Ik ben bekaf. Lief zijn voor Livie, leeuwen en tijgers. Denk erom dat jullie de nieuwe kinderjuffrouw niet meteen de eerste avond opeten. Afgesproken?’ Audrey knikte. Andrew brulde. Toen Doris weg was, trok Olivia een stoel voor de haard en kamde Audreys vochtige, bruine haar tot het glad en recht omlaag hing. Andrew was gekalmeerd en zat nu op zijn bed in een platenboek te kijken dat Olivia in de kinderkamer had gevonden. Ze wilde dat ze hun kon voorlezen zoals haar moeder haar altijd voor het slapen gaan had voorgelezen. Een psalm, een gedicht of een kort verhaaltje, maar niets griezeligs. Er stonden geen boe ken op het rek tussen de twee bedden, wat Olivia vreemd vond. Lazen juffrouw Peale en mevrouw Howe de kinderen niet voor? Terwijl ze Audrey en Andrew aankeek, legde Olivia haar vinger op haar mond en hief daarna diezelfde vinger op om te beduiden dat ze moesten wachten. Ze nam de kaarslamp mee, liep de slaapkamer uit en ging 70
3epr08072011Destille.indd 70
07-07-11 21:14
de kinderkamer weer binnen. Ze hield de lamp omhoog en keek de kamer rond, maar het leek erop dat er geen ander boek was dan Andrews prentenboek. Ze zag een kindertafel en een kinderstoel, een hobbelpaard, een kist met speelgoed en een rij mooie poppen op een erkerbank, maar geen boeken. Ze keek naar de gesloten deur achterin de kinderkamer die juffrouw Peale achteloos als ‘het schoollokaal’ had aangewezen. Het schoollokaal… Olivia had altijd genoten van de beslotenheid en de eindeloze horizon binnen de muren. De kabbelende stem van de lerares die omhoog en omlaag ging als een partituur. De aanblik van boeken; zwarte, blauwe en groene ruggen in een rij naast elkaar als de huizen in Londen, elke leren rechthoek een geschenk dat stond te wachten tot het zou worden open gemaakt, bestudeerd en gewaardeerd. Voorzichtig probeerde Olivia de deurknop en trok de kra kende deur open. Hoewel juffrouw Peale had verteld dat de vorige gouvernante nog niet lang geleden was vertrokken, hing de muffe geur van onbruik al in de kamer. Maar daar bovenuit rook Olivia de geuren waar ze van hield. Krijtstof, oude, leren boeken, verdroogde, wilde bloemen, verf en plaksel. Olivia deed haar ogen dicht, ademde diep in en werd teruggevoerd naar haar idyllische dagen als assistente van juffrouw Cresswell, nog niet zo lang geleden. Ze hief de lamp op en liet het licht door het lokaaltje gaan: het bureau van de gouvernante, de stoelen om een tafel met leien, de wereldbol in de hoek, de boekenplank ertegenover. Ze zou het allemaal graag goed in zich willen opnemen, de boeken en de platen aan de muur willen bekijken, maar de kinderen zaten te wachten. Ze ging voor de boekenplank op haar hurken zitten en bekeek de ruggen. Aesop, Mangnall, Hannah More, Sermons to Young Women van Fordyce, Fabulous Histories van Sarah Trimmer, dat beter bekend stond als The History of Robins. En een mooie uitgave van het Nieuwe Testament en de Psalmen. Ze koos de laatste twee boeken, nam ze mee het lokaal uit en deed zorgvuldig de deur achter zich dicht. 71
3epr08072011Destille.indd 71
07-07-11 21:14
Toen ze in de slaapkamer terug was, luisterde ze naar de ge beden van Audrey en Andrew en verbaasde zich erover dat hun moeder daar niet voor naar boven kwam. Daarna ging ze naast Audrey op bed zetten en wenkte dat Andrew bij hen moest komen zitten. Het leek de kinderen te verbazen, maar ze maakten geen bezwaar. Het jonge dienstmeisje, Becky, lag al op haar stromatras op de vloer. Zij hoorde de eerste te zijn die het hoorde als een van de kinderen iets nodig had. Maar zo te zien zou het arme kind al slapen voordat er ook maar één zin was gelezen. Olivia sloeg het boek bij Psalm 46 open en wees met haar vinger bij terwijl Audrey voorlas. Ze moedigde Andrew aan om mee te lezen, hoewel ze betwijfelde of het jongetje meer dan een paar woordjes kon lezen. Daarna sloeg ze The History of Robins open en moedigde Audrey aan weer hardop te lezen. ‘… de Roodborstjes aten hun maaltijd met veel haast, want de hen wilde graag naar haar kleintjes terug en de haan wilde een ontbijt voor hen bijeen zoeken; en nadat hij zijn vrienden een… se-… se-re-na-de had gebracht, vond hij het niet nodig nog langer te blijven en nog meer te zingen…’ Tegen de tijd dat Olivia het boek dichtdeed, drong het tot haar door dat Audrey haar hoofd tegen haar schouder had gelegd en dat Andrew onder haar andere arm was gekropen. Ze voelde een bitterzoete steek in haar hart. Dank U dat U me naar deze plek hebt gebracht, Almachtige God.
72
3epr08072011Destille.indd 72
07-07-11 21:14
7
Mevrouw Goddard was de hoofdonderwijzeres van een… echte, eerlijke, ouderwetse kostschool, waar men een behoorlijke kwaliteit bood tegen een redelijke prijs. Jane Austen, Emma
De volgende ochtend stuurde mevrouw Peale Olivia naar beneden om het dienblad met het ontbijt te halen. Olivia hoopte dat ze niet zou verdwalen. Ze haastte zich met lichte tred de vele trappen af tot ze in het souterrain kwam. Daar liep ze twee gesloten deuren voorbij, de open deur van de voorraadkamer en een met witte panelen betimmerde kast met planken vol porselein en ingemaakte groenten en fruit. Het gerammel van pannen en de geur van gebraden worstjes en warm brood voerde haar naar de keuken. Aan de hoog geplaatste raampjes daar was te zien dat de ruimte niet helemaal onder de grond lag. Een enorm fornuis met een spit en haken waaraan ketels konden hangen nam het grootste gedeelte van een van de muren in beslag. De andere muren zaten verborgen achter hoge kasten en planken vol bakblikken en keukengerei. In het midden van de keuken stond een lange werktafel en aan het hoofd daarvan stond een brede, mollige vrouw die op besliste, maar vriende lijke toon leiding gaf aan twee magere keukenmeisjes. Mevrouw Hinkley kwam haastig door een tweede deur naar binnen. Haar gezicht stond streng en haar houding straalde duidelijk gezag uit. Een lange huisknecht volgde in haar kielzog. ‘Er is boven meer koffie nodig, mevrouw Moore. En mag ik vragen waarom het ontbijt nog niet klaarstaat in de bediendenkamer?’ 73
3epr08072011Destille.indd 73
07-07-11 21:14
‘Maakt u zich geen zorgen, mevrouw Hinkley,’ stelde de stevige vrouw haar gerust. ‘We lopen nog geen tien minuten achter op schema. Alsjeblieft, Osborn.’ Ze gaf de huisknecht een zilveren koffiekan. ‘Neem deze maar mee naar boven. En Edith, breng dit blad naar de bediendenkamer voordat meneer Hodges een rolberoerte krijgt.’ Toen ze Olivia op de drempel zag staan, werd mevrouw Hink leys strenge gezicht nog somberder. ‘Mevrouw Moore,’ zei ze. ‘Dit is Olivia Keene, het nieuwe tweede kindermeisje.’ Mevrouw Moore onderbrak haar gejaagde voorbereidingen om vriendelijk naar Olivia te lachen. ‘Wat een knap meisje ben je, zeg. Welkom, liefje. Het blad voor de kinderkamer staat al voor je klaar. Laat het me maar weten als je meer wilt dan brood en melk. Dat is het enige wat de kinderen willen, maar als je pap wilt of eieren hoef je er alleen maar om te vragen.’ Olivia mocht mevrouw Moore onmiddellijk, maar mevrouw Hinkley drukte haar opgewekte humeur meteen de kop in. ‘Dit is geen herberg, mevrouw Moore,’ zei de huishoudster. ‘Ze eet wat u haar voorzet en ze zal er dankbaar voor zijn. Kom, meisje, laat me je aan de anderen voorstellen. Dan hebben we dat ook maar achter de rug.’ Ze wenkte en wachtte ongeduldig terwijl Olivia naar haar toe liep. Toen ze voor mevrouw Hinkley de lange, smalle bediendenkamer binnenging, werd Olivia zenuwachtig en haar oren werden rood van verlegenheid omdat zoveel ogen zich op haar richtten. Mevrouw Hinkley ging bij haar plaats aan het uiteinde van de tafel staan. ‘Mag ik even uw aandacht, alstublieft? Dit is Olivia Keene, het nieuwe tweede kindermeisje.’ ‘Van mevrouw Peale moeten we haar Livie noemen,’ onderbrak Doris haar. Haar wenkbrauwen fronsend omdat ze in de reden werd gevallen, vervolgde mevrouw Hinkley: ‘Ze is hier gisteren op proef begonnen. Door een verwonding aan haar hals die ze heeft 74
3epr08072011Destille.indd 74
07-07-11 21:14
opgelopen voordat ze hiernaartoe kwam, kan ze op het moment niet praten.’ Doris boog zich naar een ander dienstmeisje toe en fluisterde luid: ‘Ik heb het je toch gezegd?’ Een jongeman met kastanjebruin haar grijnsde naar haar vanaf de overkant van de tafel. ‘Sommigen van ons zouden wel willen dat jij hetzelfde mankeerde, Dory.’ Mevrouw Hinkley legde de twee met een ijzige blik het zwij gen op. ‘Jullie mogen niet met haar praten tenzij dat voor jullie werk noodzakelijk is. Als ze vragen heeft, komt ze daarmee bij mij.’ ‘Hoe moet ze vragen stellen als ze niet kan praten?’ vroeg de stevig gebouwde huisknecht haar vanaf het hoofd van de tafel. ‘Ze kan lezen en schrijven, mijnheer Hodges. Tenminste, dat heb ik begrepen.’ De huishoudster was duidelijk sceptisch en Olivia voelde haar oren weer gloeien. Mevrouw Hinkley wees met een snelle buiging van haar pols de aanwezige bedienden een voor een aan en ratelde hun namen af. Links van mevrouw Hinkley zat een knap kamermeisje dat juffrouw Dubois heette. Mevrouw Moore, de mollige kokkin zette een schaal worstjes op de tafel en nam rechts van me vrouw Hinkley plaats. Naast haar zaten Doris en Martha, de twee dienstmeisjes en de keukenmeisjes Edith en Sukey. Aan de overkant van de tafel knikte mijnheer Hodges kort naar haar. De mannelijke bedienden zaten aan zijn kant van de tafel bij elkaar: de koetsier en de deurjongen, wiens namen ze niet verstond, Osborn, de verwaande huisknecht in livrei die net van boven kwam en de stalknecht met het kastanjebruine haar die verlegen naar haar glimlachte. Ze betwijfelde of ze alle namen zou onthouden, maar zoals juffrouw Peale haar had gewaarschuwd hoefde ze niet ‘te dik te worden met het personeel’. Behalve op feestdagen en als de kinderen bij de familie aten, zou Olivia alleen met juffrouw Peale, het dienstmeisje Becky en de kinderen in de kinderkamer eten. Olivia probeerde naar het hele gezelschap tegelijk te glim75
3epr08072011Destille.indd 75
07-07-11 21:14
lachten, maar haar gezicht voelde stijf aan en ze wist bijna zeker dat haar lippen niet meer deden dan even trillen. Mevrouw Hinkley ging zitten en iedereen boog zijn hoofd terwijl meneer Hodges het gebed begon op te zeggen. Olivia kon vertrekken.
a ‘Ik heb het nieuwe tweede kindermeisje gisteravond ontmoet,’ zei Edwards nicht Judith terwijl ze de bibliotheek binnenkwam. ‘Heb je haar al gezien?’ Edward was onmiddellijk op zijn hoede. ‘Ja.’ Hij schoof het briefje dat zijn leven had veranderd onder de sigarendoos op het bureau van zijn vader. ‘Heel ongebruikelijk, vind je niet? Dat mevrouw Hinkley zo’n meisje aanneemt, bedoel ik.’ Judith beet op haar volle onderlip. ‘Er klopt iets niet.’ Hij verstarde en zijn hart sloeg een slag over. Hij vroeg zich af wat Judith had gehoord of geraden, maar vroeg alleen: ‘Wat bedoel je?’ ‘Alleen maar dat er meer achter zit.’ Ze leek het een heerlijk vooruitzicht te vinden. ‘Ik kan je niet volgen.’ Hij merkte dat hij zijn wenkbrauwen fronste. ‘Bedoel je omdat ze niet kan praten?’ ‘Natuurlijk. Wat dacht je anders?’ Hij gaf geen antwoord op die vraag. ‘Vind je het zorgelijk dat de kinderen aan haar worden overgelaten?’ ‘Helemaal niet.’ Ze keek peinzend naar een punt boven zijn hoofd. ‘Maar het is wel apart, nietwaar? Ze heeft nooit eer der een betrekking gehad. Zegt geen woord.’ Ze richtte haar blik weer op hem. ‘Weet je wie haar getuigschrift heeft geschreven?’ ‘Nee.’ Hij aarzelde. ‘Je verbaast me, Judith. Je hebt nooit eerder belangstelling voor de bedienden getoond.’ ‘Jij hebt ook nog nooit eerder een stomme in dienst genomen.’ 76
3epr08072011Destille.indd 76
07-07-11 21:14
Haar grote, blauwe ogen lichtten plotseling op. ‘Misschien is ze wel helemaal niet stom en doet ze maar alsof.’ Dit wekte zijn belangstelling, hoewel hij zijn best deed dat niet te laten merken. ‘Als ze nu eens alleen maar doet alsof ze niet kan praten om haar geheimen niet prijs te hoeven geven? Ze kan wel de dochter van een machtige lord zijn die haar een gearrangeerd huwelijk wil laten sluiten.’ ‘Zulke huwelijken zijn niet legaal meer, Judith. Dat weet je heel goed.’ ‘Maar vaders oefenen nog steeds heel veel druk uit. Dat weet ik ook heel goed.’ ‘Goed, als ze van adel is, waarom hebben we haar dan nooit in Londen gezien?’ Judith kneep haar lippen stijf op elkaar. ‘Misschien zat ze in een toren opgesloten? Of… ik weet het! Ze spreekt geen Engels!’ Hij leunde achterover op zijn stoel. ‘Ik heb haar foutloos Engels zien schrijven en ze begrijpt alles wat tegen haar wordt gezegd.’ Judith liet haar vinger over de wereldbol op zijn vaders bureau glijden. ‘Dan spreekt ze misschien met een accent en is ze bang dat ze zichzelf verraadt als ze praat. Ze is een…’ Judith maakte een snelle, dramatische draaibeweging met haar slanke hand – ‘Pruisische prinses die voor haar wrede echtgenoot op de vlucht is.’ Zijn belangstelling verflauwde. ‘Wat een onzin, Judith. Je leest teveel romans. Dat heb ik altijd gezegd.’ Ze zuchtte. ‘Ach, ja. Je hebt ongetwijfeld gelijk.’ Ze zocht in de schaal met snoepjes op het bureau en veranderde van onderwerp. ‘Zijn je ouders zonder problemen op weg gegaan?’ ‘Ja, precies op tijd.’ ‘Ik vond het jammer dat ik niet op hun feest kon komen. Ik was van plan op tijd terug te zijn, maar ik werd opgehouden bij mama.’ Judith stak een gembersnoepje in haar mond. ‘Ach, Ita 77
3epr08072011Destille.indd 77
07-07-11 21:14
lië… Dominick en ik zijn er op huwelijksreis geweest, weet je.’ ‘Is dat zo? Ja, ik geloof dat ik het me herinner.’ ‘Jij zat in die tijd in Oxford. Je vertrok direct na het huwelijks ontbijt.’ Dominick Howe was maar twee jaar later overleden, wist Edward nog, aan verwondingen die hij in de napoleontische oorlog had opgelopen. Judith zuchtte nog eens. ‘Wat zou ik het heerlijk vinden om nog eens naar Italië te gaan. Ik benijd je ouders.’ ‘Dat zou ik maar niet doen. Deze reis is meer bedoeld voor herstel dan als plezierreis. Hoewel vader hoopt dat ze een paar bezienswaardigheden kunnen bezoeken, mocht moeder opknappen door het klimaat.’ ‘Is dit de eerste keer dat ze naar Italië gaan?’ ‘Ja.’ ‘Zijn ze niet op huwelijksreis geweest?’ Hij ademde in en kneep zijn lippen op elkaar. ‘Weet ik niet. Dat was een beetje voor mijn tijd.’ Ze trok een van haar volmaakte, blonde wenkbrauwen op. ‘Heb je dat nooit gevraagd?’ ‘Nee.’ Ze kneep haar ogen half dicht en keek naar hem. ‘Je bent niet erg nieuwsgierig, neef.’ ‘Terwijl jij, mijn beste nicht, nieuwsgierig genoeg bent voor ons tweeën.’ Hij stond op en ze liepen samen de bibliotheek uit. ‘Wil je zo vriendelijk zijn Alexander voor me naar beneden te halen?’ vroeg ze terwijl ze voor de deur van de salon bleef staan. ‘Ik heb op het moment geen zin om al die trappen op te lopen.’ ‘Natuurlijk. Ik was toch al van plan om te gaan kijken hoe het met de kinderen gaat. Zal ik ze alle drie meebrengen? Misschien geef ik de oudste twee wel een paardrijles als je het goed vindt.’ ‘Je gaat je gang maar.’ Hij boog en liep de gang in. Ze riep hem na. ‘En let ook op dat nieuwe kindermeisje als je toch boven bent.’ 78
3epr08072011Destille.indd 78
07-07-11 21:14
Hij draaide zich weer om en trok zijn wenkbrauwen op. ‘En waar moet ik dan wel op letten? Een koninklijke broche die ze vergeten is te verstoppen? Een deukje in haar ringvinger?’ Ze keek hem van opzij aan. ‘Drijf jij maar de spot met mij, Edward. Maar na verloop van tijd kom ik heus wel achter haar geheim.’
a Olivia had net Audreys haar gevlochten en er een lint omheen gebonden toen de deur van de kinderkamer krakend openging. Becky was naar beneden om het badwater van de kinderen weg te brengen en juffrouw Peale was de kleine Alexander nog aan het aankleden. ‘Neef Edward!’ Andrew gooide zijn bal aan de kant en rende de kamer door. Lord Bradley liet zich op een knie vallen en het jongetje wierp zich in zijn armen. Hij grinnikte. ‘Goedemorgen, Andrew. Ik neem aan dat je goed hebt geslapen.’ ‘Ik heb gedroomd dat ik een vlieger was!’ Lord Bradley glimlachte vriendelijk.‘Je vliegt inderdaad in het rond alsof je een vlieger bent.’ Audrey liep naar hem toe terwijl hij overeind kwam, maar bleef een meter bij hem vandaan staan. Ze keek verlegen en bewonderend tegelijk, trok aan haar vlecht en beet op haar lip, waar een kloofje in zat. Lord Bradley glimlachte naar Audrey en schonk haar de aandacht waar ze overduidelijk naar verlangde. ‘Goedemorgen, juffrouw Audrey. Wat ben je mooi vanmorgen. Je haar zit prachtig.’ ‘Dat heeft het nieuwe kindermeisje gedaan.’ Hij aarzelde. ‘Zo.’ Zijn ogen gingen de kamer door en ontmoetten die van Oli via, die op de drempel van de slaapkamer stond. Ze maakte een reverence. Zijn ogen bleven nog even op haar rusten voordat hij zijn aandacht weer op Audrey richtte. 79
3epr08072011Destille.indd 79
07-07-11 21:14
‘Nou, ik kom eens kijken hoe het met jullie drieën is.’ Hij legde zijn handen op de hoofden van de kinderen. ‘We zijn heel blij dat juffrouw Dowdle weg is,’ zei Andrew. ‘Nu hoeven we niet meer naar de klas! Geen lessen meer!’ Olivia beet op haar lip. ‘Maar we moesten van juffrouw Livie wel onze gebeden oplezen voor het ontbijt,’ zei Audrey. ‘En een van de fabels van Aesopus.’ ‘O, welke?’ ‘Die over de wolf in schaapskleren.’ Een blonde wenkbrauw ging omhoog. ‘Wat een interessante keuze. Weet je nog wat de moraal is?’ ‘Bedriegers en leugenaars vallen uiteindelijk altijd door de mand,’ antwoordde Audrey. ‘En dan krijgen ze hun verdiende loon.’ ‘Ik hoop dat jullie dat allemaal onthouden.’ Opnieuw ging zijn blik naar Olivia en ze voelde dat ze bloosde van verlegenheid. Andrew grinnikte. ‘Audrey moest van Livie opnieuw beginnen toen ze probeerde een hele alinea over te slaan. Audrey dacht dat ze het niet zou merken, maar ze merkte het wel!’ Audrey boog haar hoofd. ‘Nou, zorg maar dat je niet teveel gewend raakt aan het leven zonder lessen,’ zei lord Bradley, ‘want jullie moeder neemt ongetwijfeld binnenkort een nieuwe gouvernante aan.’ Andrew kreunde. ‘Zeg.’ Lord Bradley klapte in zijn handen. ‘Wie wil er vandaag paardrijden?’ De beide kinderen slaakten enthousiaste kreten. ‘Mooi zo.’ Hij keek op. Zijn glimlach verdween en zijn ogen richtten zich op een plek ergens boven Olivia’s hoofd. ‘Trekt u ze alstublieft hun rijkleding aan en breng ze om tien uur naar de stallen.’ Olivia knikte, maar zuchtte inwendig en terwijl lord Bradley de kleine Alexander naar zijn moeder bracht, begon Olivia 80
3epr08072011Destille.indd 80
07-07-11 21:14
alle strikken en haakjes los te maken die ze zojuist had vastgemaakt.
a Tien minuten voor de afgesproken tijd leidde Olivia de kinderen de trap af en door de achterdeur naar de tuin. Of liever gezegd, de kinderen leidden haar. Audrey nam Olivia bij de hand alsof ze een blinde moest begeleiden in plaats van een stomme. Ondertussen huppelde Andrew over het vochtige gazon, zijn beentjes vol energie. Hij draaide zich om en rende terug om te zien of ze wel opschoten. Ze zou graag tegen hem hebben gezegd dat hij voorzichtig moest zijn, maar dat kon ze natuurlijk niet. Hij struikelde over een boomwortel en zou zijn gevallen als de jongeman met het kastanjebruine haar die ze bij het ontbijt had gezien geen sprong naar voren had gemaakt en hem had opgevangen. Olivia drukte met een gebaar van opluchting haar hand tegen haar borst en glimlachte naar de staljongen. Hij op zijn beurt glimlachte nog breder dan hij al deed. Hij zag er goed uit: hij was niet erg lang, maar wel breedgeschouderd en had een blanke, sproetige huid en bruine ogen. De staljongen die ze bij het jachtgezelschap had gezien, herinnerde ze zich nu. ‘Ik ben Johnny Ross,’ zei hij. ‘En jij bent het meisje dat niet kan praten. Juffrouw Livie, was het toch?’ Ze knikte. ‘Maar je kunt toch wel horen?’ Ze knikte weer en deed haar best om niet te glimlachen. Natuurlijk kon ze horen. Dacht hij soms dat ze gedachten kon lezen? ‘Veel jongens zouden blij zijn met een meisje dat niet kan praten.’ Hij vervolgde haastig: ‘Ik niet, hoor. Ik bedoel, niet dat ik het erg vind als een meisje niet kan praten, maar ik vind het ook niet erg als ze het wel kan.’ Zijn gezicht werd rood van verlegenheid. Ze beet op haar lip, maar kon een glimlach ditmaal niet on81
3epr08072011Destille.indd 81
07-07-11 21:15
derdrukken. Ze boog haar hoofd en liep toen om hem heen om Audrey en Andrew in te halen. Ze waren doorgelopen om lord Bradley te begroeten, die op het erf voor de stal op hen stond te wachten. Hij zou het niet goedkeuren als hij haar met de staljongen zag praten of liever gezegd, niet met de staljongen zag praten. ‘Ik hoop je een andere keer nog eens te zien, juffrouw Livie,’ riep Ross haar na. Terwijl ze kwam aanlopen, keek lord Bradley op zijn zakhorloge. ‘Precies op tijd. Prachtig. Ik breng ze wel terug naar de kinderkamer als we klaar zijn.’ Olivia was graag gebleven om te kijken als de kinderen paardreden, maar ze begreep dat hij van haar verwachtte dat ze vertrok. Omdat ze verder niets te doen had, liep Olivia naar de keuken in de hoop een glimlach en een amandelkoekje van mevrouw Moore te krijgen. Ze trof de kokkin gebogen over de werktafel aan. ‘O, wat vervelend,’ mompelde de vrouw duidelijk van streek. Ze tuurde met half dichtgeknepen ogen naar het recept in haar mollige hand en Olivia vroeg zich af of de vrouw soms een bril nodig had. Mevrouw Moore keek Olivia vragend aan. ‘Hallo, let maar niet op mij, liefje.’ Ze knikte naar de koektrommel. ‘Ga je gang.’ Olivia deed haar cape af, koos een koekje uit en ging op een kruk zitten. Mevrouw Moore wapperde met een recept. ‘Weet je, lady Brightwell ‘leent’ voor feesten en partijen soms de mannelijke, Franse kok van de familie Linton,’ legde ze duidelijk door die praktijk beledigd uit. ‘Alle vooraanstaande families geven de voorkeur aan mannelijke koks, vooral als ze Frans zijn,’ zei ze verontwaardigd. ‘Nu wil juffrouw Judith dat ik zijn coq au vin nog een keer maak, maar het lukt me niet die Franse krabbels van hem te ontcijferen.’ Olivia legde haar koekje neer en stak haar hand uit. 82
3epr08072011Destille.indd 82
07-07-11 21:15
De oudere vrouw aarzelde en gaf haar toen het papier vol vetvlekken. Olivia liet haar ogen snel over de regels gaan en gebaarde dat ze een ganzenveer wilde. De kokkin pakte er snel een van haar kleine secretaire. Ze pakte ook een inktpot en gaf ze aan Olivia. Terwijl ze even de tijd nam om het handschrift te bestuderen, doopte Olivia de ganzenveer in de inkt en begon de ingrediën ten en de werkwijze in het Engels over te schrijven. ‘Wat een mooi handschrift hebt je, Livie,’ zei mevrouw Moore over Olivia’s schouder. Olivia keek glimlachend naar haar op en boog zich toen weer over de veer. Binnen een paar minuten had ze de vertaling af en gaf hem met een grappig buiginkje aan mevrouw Moore. De kokkin schudde haar hoofd, klakte met haar tong en zei: ‘Dank je, lieverd. Je hebt dat koekje beslist verdiend.’ Na haar bezoek aan de keuken ging Olivia naar boven om het klaslokaal te bekijken, want ze wilde het in het volle daglicht zien. Terwijl ze naar binnenging, ademde ze diep het krijtstof en de herinneringen in. Haar moeder had op de zolder van hun huisje hun eigen klaslokaal ingericht en ze had maar een lerares gehad tot ze les sen was gaan volgen aan juffrouw Cresswells meisjesschool. Wat hadden haar ouders daar een ruzie om gemaakt. Uiteindelijk had haar moeder een beroep gedaan op de trots van haar man. Wilde hij soms dat de buren dachten dat hij het zich niet kon veroorloven om zijn eigen kind naar school te sturen? Wilde hij niet meemaken dat zijn dochter de beste van haar klas werd? Ze had zelfs beloofd zelf haar opleiding te betalen van het naaiwerk dat ze elke week deed en van de bijlessen die ze af en toe gaf. Ze had gewonnen. Wat had Olivia genoten van die uren bij juffrouw Cresswell. De volwassenen op de school spraken duidelijk, maar vriende lijk, zelfs als ze iemand een standje gaven. De leerlingen hadden 83
3epr08072011Destille.indd 83
07-07-11 21:15
er verwonderd geglimlacht als juffrouw Cresswell hun voorlas uit haar lievelingsgedichten, romans of geschiedenisboeken en elke figuur met haar warme, muzikale stem tot leven wekte. Ja, er waren ook moeilijke uren geweest, worstelingen met de vertaling van Franse en Italiaanse werkwoorden en de vervoeging van Latijnse werkwoorden. De meisjes hadden samen toneelstukken opgevoerd en met elkaar in de natuur gewandeld en elkaar hun spellingwoordjes en idioomlessen overhoord. Ze straalden als juffrouw Cresswell hen prees en werkten nog harder als ze hen berispte. Wat verlangde Olivia ernaar om zo’n onderwijzeres te zijn, om kinderen te inspireren tot leren, hen bekend te maken met de wereld van de literatuur, de schoonheid van muziek en de harmonie van de wiskunde, met de wonderen van de schepping door aardrijkskunde, natuur- en scheikunde en nog veel meer. Als assistente van juffrouw Cresswell had ze de smaak te pakken gekregen, maar nu leken haar dromen verder buiten bereik dan ooit. Zuchtend deed ze de deur dicht en wijdde zich weer aan haar taken als tweede kindermeisje van Brightwell Court.
84
3epr08072011Destille.indd 84
07-07-11 21:15
8
Een stroper heeft in het algemeen kenmerken die bij zijn beroep horen: de achterdochtige, loerende blik van zijn holle, diepliggende ogen, bleke wangen, een wijde jas vol zakken. The Gamekeeper’s Directory
Die avond had Olivia zich net tot op haar hemd uitgekleed toen er op haar deur werd geklopt. Even vergat ze haar pijnlijke keel en ze deed haar mond open om ‘Ja?’ te roepen, maar meer dan een schor gekraak bracht ze niet uit. Behoedzaam deed ze haar deur een kiertje open en zag tot haar opluchting het vriende lijke dienstmeisje staan dat Doris heette. ‘Vlug, lieverd, laat me binnen,’ fluisterde ze. Olivia deed de deur open en duwde hem zachtjes weer achter het rossige meisje dicht. ‘Je wilt toch niet dat ze me op straat zetten? Als mevrouw H. me erop betrapt dat ik hier ben en met je praat… Maar dat lukt haar natuurlijk niet, hè, want je kunt niet praten! Ik kan me haast niet voorstellen hoe dat is. Maar goed, je kakelt in ieder geval niet zo als Edith.’ Ze duwde Olivia een bundeltje kleren in haar handen.‘Hier is een oude nachtjapon van mij. Je mag ‘m hebben, al is er niet veel van over.’ Dank je wel, zei Olivia geluidloos. Ze nam de nachtpon dankbaar aan. Ze had ertegenop gezien om te slapen in het ondergoed dat ze al dagen droeg. Nu kon ze haar hemd wassen en ’s nachts laten drogen. ‘Vind je het goed dat ik je iets vertel?’ vroeg Doris. ‘Ik moet het aan iemand kwijt, anders barst ik uit mijn korset. En bij jou zijn verhalen toch veilig?’ 85
3epr08072011Destille.indd 85
07-07-11 21:15
Olivia knikte. Ze wist zeker dat ze er geen speld tussen zou krijgen, zelfs niet als ze kon spreken. Doris liet zich met kleren en al op het bed vallen, sloeg haar ene been over het andere en klopte op de matras. Olivia ging naast haar zitten. ‘Het gaat om Martha, dat arme kind. Die heeft zich flink in de nesten gewerkt.’ Doris boog zich dichter naar Olivia toe. ‘Ze krijgt een kind terwijl ze niet getrouwd is en niet eens een vrij er heeft voor zover ik weet. Ze wil niet zeggen wie de vader is. Mevrouw H. is erachter gekomen en dat betekent dat mijnheer het ook snel te horen krijgt. Weet je wat er de vorige keer dat een van de meisjes in de knoei zat gebeurde?’ Olivia schudde haar hoofd. ‘Ik heb gehoord dat de oude mijnheer, de vierde graaf – of was het de derde? – haar op de keien zette. En ze kreeg geen rooie shilling mee. Dus als je een bidder bent, zeg dan maar een gebedje voor Martha. Als het al niet te laat is, tenminste.’ Olivia maag trok alleen al bij de gedachte dat ze zich in zo’n netelige situatie zou bevinden samen. Die arme Martha! Doris hield haar hoofd schuin en keek haar ernstig aan. ‘Ik ben nieuwsgierig naar jou, schat. Waarom je hier bent. Geen getuigschrift. Geen valies.Volgens mij ben je van huis weggelopen. Klopt dat?’ Te verbluft om het te ontkennen, knikte Olivia. ‘Ik dacht het gelijk al. Het ging vast om een man. Een wrede echtgenoot, zeker?’ Olivia schudde haar hoofd. ‘Je vader dan. Een akelige kerel? Een niksnut?’ Olivia knikte weer en tranen vulden haar ogen bij dit onverwachte medeleven. Wat een opluchting om met iemand te praten, ook al kon ze geen woord zeggen. Doris gaf haar een kneepje in haar hand. ‘Net als de mijne. Hij ging ervandoor toen mijn broertje en zusje nog maar baby’s waren. Ik moest al op mijn tiende gaan werken. De ploert.’ Ze begon Olivia onmiddellijk te troosten. ‘Ach, arm schaap. Zo gaat 86
3epr08072011Destille.indd 86
07-07-11 21:15
het nu eenmaal. Het heeft geen zin om in de put te gaan zitten. Wij kunnen best met elkaar overweg, hè? Gedeelde smart is halve smart.’ Olivia knipperde haar tranen weg en glimlachte naar het meisje. ‘Nou, ik kan maar beter weer naar mijn kamer gaan voordat Martha zich afvraagt waar ik zit. Geen woord over wat ik je heb verteld, hoor. Maar jij kunt wel zwijgen, hè?’ Doris sloeg even stijf haar armen om Olivia heen voordat ze snel naar de deur liep. Ze deed hem een kiertje open, tuurde de gang in en glimlachte toen over haar schouder. ‘Slaap lekker, schat.’ En weg was ze. Olivia had niet zoveel gebeden als ze had moeten doen, maar nu, nu ze het verhaal had gehoord van een jonge vrouw die het nog moeilijker had dan zijzelf, deed ze het.
a De volgende middag was het mooi weer, dus nam Olivia de kinderen mee naar buiten om te zorgen dat ze wat beweging kregen. Zij en Audrey wandelden over de gazons terwijl Andrew zijn bal alle kanten op schopte. Nadat hij een tijd op hen had ingepraat, lieten ze zich overhalen om een beetje met hem te voetballen. Olivia had weinig ervaring met de sport en al snel vloog de bal langs haar heen. Ze draaide zich om en keek waar hij naartoe ging. De bal rolde naar de bosrand en bleef liggen onder een jonge lijsterbes waar nog wat felrode blaadjes aan zaten. Olivia rende er achteraan en bukte. Ze stak haar hand naar het struikje uit. De bal lag in een nest van afgevallen, rode blaadjes. Ze raapte hem op, kwam weer overeind, maar verstarde toen. Op het bolle oppervlak zat een rode veeg, alsof de blaadjes hadden afgegeven. Of was het… bloed? Ze keek op, over het struikje heen en slikte toen een geluidloze gil in. Erachter stond een lange, oude man, roerloos tussen 87
3epr08072011Destille.indd 87
07-07-11 21:15
de wiegende boomtakken. Zijn ingevallen gezicht was een stijf masker en zijn neus leek wel een kromme snavel met diepe, norse lijnen die naar een smalle mond leidden. Lang, grijs haar hing tot op zijn schouders. Hij was het. De oude man uit het bos bij Chedworth. Had hij haar gevolgd? Had hij haar alleen maar van Borcher gered om haar nu op te sporen en zelf kwaad te doen? Ze stond als aan de grond genageld, bang om zich om te draaien. Vanonder zijn borstelige wenkbrauwen staarden zijn kleine, zilvergrijze ogen haar aan. Daarna keken ze naar de bal in haar hand. Hij hief een paar dode vogels op als verklaring. Opluchting overviel haar. Het was maar vogelbloed… ‘Geef hier,’ zei hij met zijn schorre stem en hij stak zijn hand naar de bal uit. Olivia raakte in verwarring. Was hij wild komen stropen en wilde hij nu nog een kinderbal ook? Als verdoofd stak ze haar in een handschoen gestoken hand uit. Met kromme, besmeurde vingers greep hij de bal. Ze keek roerloos toe hoe hij de bal aan de mouw van zijn jas afveegde, hem nog eens bekeek en toen teruggaf. Ze nam hem aan en keek omlaag naar de bal die nu schoon was. Andrew kwam aanrennen om te zien wat er aan de hand was, maar toen ze weer opkeek, was de man verdwenen. Alleen aan het heel zachte wiegen van een boomtak kon ze zien dat hij er echt was geweest
a Terwijl de kinderen rustig in de kinderkamer zaten te spelen, liep Olivia te ijsberen. Moest ze lord Bradley vertellen dat ze een stroper had gezien? Kon dat zonder dat ze liet blijken dat ze hem al eerder was tegengekomen? Ze had iets opgevangen over het probleem van stropers in de omgeving. Als magistraat zou hij het willen weten. Was de oude man gekomen om Borcher uit het cachot te bevrijden? Alleen al bij de gedachte dat de twee man88
3epr08072011Destille.indd 88
07-07-11 21:15
nen over het landgoed zouden zwerven, kreeg ze het benauwd. Ze moest het iemand vertellen. Olivia schreef snel een briefje. Toen ik met de kinderen aan het wandelen was, zag ik een vreemde, oude man in het bos die een koppel dode vogels bij zich had. Een stroper misschien? Het leek me dat u dit zou willen weten. Ze liet de kinderen bij Becky en juffrouw Peale achter en bracht het briefje naar de studeerkamer van lord Bradley, een verdieping lager. Toen ze over de gang had gelopen om de kinderen naar boven te brengen, had ze hem daar gezien. Ze klopte op de openstaande deur en gaf hem het briefje nog voordat hij een woord zei. Terwijl hij het las, nam ze de kamer in zich op. Het leek wel een kleine bibliotheek met ingebouwde boekenkasten en een bureau vol onderleggers, paperassen en schrijfbe nodigdheden: veren en een washoudertje om de was te smelten waarmee hij zijn brieven verzegelde. Beeldjes van steigerende paarden stonden op de schoorsteenmantel. Onder het lezen fronste hij zijn voorhoofd, maar daarna klaarde zijn gezicht op. ‘Man van een jaar of zestig, heel mager, lang, grijs haar?’ Ze knikte. ‘Dat was vast Croome.’ Croome! Ja, zo heette hij, herinnerde Olivia zich. Maar hoe wist lord Bradley dat? Werd die Croome soms gezocht? Was hij een bekende misdadiger? Haar verblufte gezicht leek hem te amuseren. ‘Ik neem het u niet kwalijk dat u van Croome bent geschrokken. Ik was als kind ook heel bang voor hem.’ Ze staarde hem aan, van haar stuk gebracht door zijn lucht hartigheid. Hij ging voorover zitten en zette zijn ellebogen op zijn bureau. ‘Croome is onze wildbeheerder. Hij werkt al jaren voor ons.’ Wildbeheerder van Brightwell? 89
3epr08072011Destille.indd 89
07-07-11 21:15
Hij legde haar niet-begrijpende blik duidelijk verkeerd uit, want hij verduidelijkte: ‘Als wildbeheerder is hij verantwoorde lijk voor het domein dat bij ons landgoed hoort. Hij zorgt ervoor dat er voldoende wild is, roeit ongedierte uit en let op rovers en stropers… Hij is ook de man die jou op ons landgoed gevangennam en je aan de agent overdroeg.’ Haar hoofd tolde zo dat ze nauwelijks aandacht besteedde aan het feit dat lord Bradley haar bij de categorie rovers en stropers indeelde. Een wildbeheerder die met stropers onder een hoedje speelde? Dat was onbegrijpelijk. Had hij haar herkend voordat hij die zak over haar hoofd had getrokken? Ze had zich wel afgevraagd waarom ‘de beheerder van de graaf ’ haar bij de agent had afgeleverd en al was vertrokken voordat ze ook maar een blik van hem had kunnen opvangen. Was hij soms bang geweest dat ze hem zou herkennen? Hem op zijn beurt bij de agent zou aangeven? Toch had de man haar een keer gered en haar geen kwaad gedaan toen hij de kans had. Ze besloot voorlopig niets meer over hem te vertellen. Lord Bradley had op het moment genoeg aan zijn hoofd. Nog één gedachte hield haar bezig toen ze de trap naar de kinderkamer weer opliep. Als zij een gesprek had opgevangen dat niemand had mogen horen… had Croome het dan ook gehoord?
90
3epr08072011Destille.indd 90
07-07-11 21:15
9
Er waren altijd liefdesaffaires onder de bedienden, maar als die mijn heer ter ore kwamen, volgde er in de regel ontslag op staande voet. Upstairs & Downstairs, Life in an English Country House
Mevrouw Hinkley, die eruit zag alsof ze nogal van slag was, vroeg Olivia naar haar zitkamer beneden te komen. De dominee scheen haar te willen spreken en de huishoudster kon moeilijk toestaan dat een van de bedienden een bezoeker in de salon van de familie ontving. Maar ze kon de dominee ook niet vragen naar de keuken te gaan, waar de meeste bedienden het bezoek ontvingen dat ze af en toe kregen. ‘Wat wil de dominee van u?’ fluisterde mevrouw Hinkley. Olivia haalde haar schouders op. ‘Hij zei dat hij u heeft ontmoet toen u in het dorp aankwam en dat hij wilde zien hoe u het maakt.’ Ze zei het alsof zoiets verdacht was. Olivia op haar beurt was blij dat mijnheer Tugwell nog aan haar dacht. Ze herinnerde zich nog goed dat hij zo vriendelijk was geweest haar aan juffrouw Ludlow voor te stellen. Ze had er spijt van dat ze die avond niet naar de pastorie was gegaan, zoals ze van plan was geweest. Ze hoopte dat hij en zijn zus geen tafel voor haar hadden gedekt en dat ze ook niet laat waren opgebleven om op haar te wachten. Ze zou het heel vervelend vinden als ze het gevoel hadden gehad dat ze hun gastvrijheid had afgewezen. Mijnheer Tugwell stond op toen ze binnenkwam. ‘Juffrouw Keene. Wat ziet u er gezond uit! Veel sterker dan toen ik u de vorige keer zag! Maakt u het goed?’ 91
3epr08072011Destille.indd 91
07-07-11 21:15
Ze knikte een beetje verbaasd. Had ze er die dag bij de rivier zo slecht uitgezien? ‘Fijn. Ik hoop dat u nog weet wie ik ben? Charles Tugwell, dominee van St. Mary’s.’ Ze knikte nogmaals. ‘Toen u die avond niet naar ons toe kwam, was ik…’ Ze stak met een smekend gebaar haar hand uit, haar ogen wijd open. ‘Het geeft niet, mijn beste. Ik begrijp het volkomen. Ik heb gehoord wat u is overkomen en ik vind het heel naar voor u. Ik heb u diezelfde avond zelfs nog gezien, al was u zich daar niet van bewust. De laudanum, weet u. Ik heb zo voor u gebeden.’ Nu begreep ze het. Hij had haar inderdaad op haar slechtst gezien. Ze kreeg tranen in haar ogen door zijn vriendelijkheid en deed haar best hem een voorzichtig glimlachje te schenken. ‘Kom, kom, alles is nu toch weer goed? Ik had gehoopt u in de kerk te zien, maar omdat u daar niet was, kom ik kijken hoe u het maakt.’ Hij hield zijn hoofd schuin. ‘U hebt blauwe plekken in uw hals, zie ik. Moet ik uit uw zwijgen opmaken dat u uw stem nog niet terug hebt? Of heb ik u niet de gelegenheid gegeven om te antwoorden?’ Ze schudde haar hoofd en onderdrukte een glimlach. ‘U kunt blijkbaar wel lopen en het is een mooie dag. Mag ik u uitnodigen voor een wandeling?’ Ze keek hem met open mond aan. ‘Vergeef me. Ik begrijp dat u hier nu een betrekking hebt. Ik moet bekennen dat ik soms vergeet hoe gezegend ik ben dat ik maar kan gaan wandelen wanneer ik wil, tenzij ik moet dopen of een huwelijk moet sluiten. Ik bedenk zelfs mijn preken al wandelend, wist u dat? Natuurlijk niet. Hoe zou u dat moeten weten? Ja, een stevige wandeling is voor mij een beproefde methode om op goede gedachten te komen en mijn humeur te verbeteren.’ Hij zweeg even om adem te halen en trok toen een gezicht. ‘Neem me niet kwalijk, ik ratel maar door. Dat weet ik. Ik waarschuw u, als u de kerkdienst bijwoont, zult u ontdekken 92
3epr08072011Destille.indd 92
07-07-11 21:15
dat mijn preken ook ongeveer zo verlopen. Het lukt me maar niet om bondig te zijn. Verschillende gemeenteleden zijn al zo behulpzaam geweest me daarop te wijzen.’ Ze glimlachte. ‘Overigens, juffrouw Ludlow heeft me verteld dat u het voornemen hebt naar een betrekking op de meisjesschool in St. Ald wyns te solliciteren. Ik was van plan om daar voor u te informeren als ik er de volgende keer ben. Maar ik neem aan dat het niet meer nodig is omdat u hier nu in dienst bent?’ Geestdriftig gebaarde ze dat hij moest wachten en ging aan mevrouw Hinkleys bureautje zitten.Terwijl ze zich voornam dat ze het de huishoudster uit haar eerste loon zou vergoeden, pakte Olivia een vel papier en schreef een zo beknopt mogelijke brief. Geachte mevrouw, Mijn moeder, mevrouw Dorothea Keene, heeft me aanbevolen contact met u op te nemen over een eventuele betrekking. Ik ben tijdelijk op Brightwell Court in dienst, maar als u na 4 fe bruari een betrekking beschikbaar hebt, schrijft u me dan alstublieft op dit adres. Mocht mijn moeder u bezoeken, wilt u dan zo vriendelijk zijn haar (en alleen haar, alstublieft) op de hoogte te stellen van mijn verblijf plaats? U zeer erkentelijk, Juffrouw Olivia Keene Ze vouwde de brief op, stond op en wilde hem net aan mijnheer Tugwell overhandigen toen de deur van de zitkamer open ging en lord Bradley met grote stappen binnenkwam. Zijn starre gezicht drukte achterdocht uit. ‘Ah, Edward,’ zei mijnheer Tugwell. ‘Ik ben even langsge komen om te zien hoe juffrouw Keene het maakt.’ ‘Ik hoorde het, ja.’ Maar lord Bradleys ogen rustten niet op de dominee, maar op het opgevouwen vel papier in Olivia’s hand. Mijnheer Tugwell volgde zijn blik. ‘O. Ik heb aangeboden een 93
3epr08072011Destille.indd 93
07-07-11 21:15
brief voor juffrouw Keene af te geven als ik weer in St. Aldwyns ben. Ze was onderweg naar de meisjesschool daar toen, eh, haar wat narigheid overkwam. Wat vriendelijk van je haar in plaats daarvan hier een betrekking aan te bieden.’ Lord Bradley gaf geen antwoord, maar keek Olivia in plaats daarvan boos en indringend aan. De dominee stak zijn hand uit, maar Olivia had het gevoel dat de brief plotseling loodzwaar was. Ze herinnerde zich dat lord Bradley had gezegd dat ze zonder zijn toestemming geen brieven mocht versturen en ze wist dat ze die regel overtrad door de dominee te vragen een brief van haar te bezorgen. Maar dacht hij nu werkelijk dat ze zijn geheim in een brief aan een schooljuffrouw zou onthullen… en dat ze die brief nog door een dominee zou laten bezorgen ook? Toen ze de ijzige waarschuwing in zijn blik zag, slikte ze. Kennelijk wel. Ze deed een stap naar voren en gaf de brief aan lord Bradley. Hij vouwde hem open en begon te lezen. De dominee fronste zijn wenkbrauwen. ‘Kom, Edward, is dat nu wel nodig?’ Ook daar gaf hij geen antwoord op. Toen hij de haastig geschreven regels had gelezen, keek hij haar over het papier heen aan. ‘Verwacht u nu echt dat u door zo’n vage brief een betrekking krijgt? Zonder referenties of getuigschrift? U noemt zelfs geen diploma’s.’ Ze aarzelde en knikte toen. Hij trok een gezicht. ‘Bent u hier werkelijk naartoe gekomen in de vage hoop werk te krijgen op een school waarvan u de hoofdonderwijzeres niet eens bij naam kent en zonder ook maar te weten of er een betrekking vacant is?’ Ze hief koppig haar kin op en knikte weer. Hij schudde zijn hoofd. ‘Ongelooflijk. En hoe zit dat met uw moeder? Die heeft zoveel vertrouwen in haar aanbeveling dat ze er niet aan twijfelt dat ze u als onderwijzeres op de school zal aantreffen als ze daar een keer langsgaat?’ 94
3epr08072011Destille.indd 94
07-07-11 21:15
Olivia haalde haar schouders op. ‘Waarom schrijft u niet nog een brief, maar dan rechtstreeks aan uw moeder? Laat haar weten dat u hier een betrekking hebt aangenomen. Daar heb ik geen bezwaar tegen.’ Ze aarzelde en schudde toen langzaam haar hoofd. Zijn lichtblauwe ogen keken even naar haar ineen geklemde handen en de naar ze hoopte vriendelijke uitdrukking op haar gezicht voordat ze zich weer op de brief richtten. ‘Ik vraag me af, juffrouw Keene, wat u verbergt.’ Ze dwong zichzelf zijn kritische blik vast te houden zonder haar ogen neer te slaan. Hij vouwde de brief op. ‘Dank je, Charles, maar ik zal tegen Hodges zeggen dat hij deze brief rechtstreeks verstuurt. Je hoeft geen moeite te doen.’ Hij keek nog eens naar haar. ‘Maar als ik u was, zou ik maar niet op antwoord hopen. En uiteraard staat het u niet vrij ander werk te aanvaarden tenzij ik u daarvoor toestemming geef.’ Mijnheer Tugwell maakte bezwaar. ‘Edward, ik begrijp werkelijk niet…’ Hij stak zijn hand op om hem het zwijgen op te leggen. ‘Laat maar, Charles. Juffrouw Keene begrijpt het wel.’ Hij keek haar met half dichtgeknepen ogen aan. ‘Nietwaar?’ Olivia kneep op haar beurt haar ogen ook half dicht, maar knikte omwille van de dominee. ‘Goed. Dan laat ik u tweeën nu alleen voor de rest van het bezoek.’ Lord Bradley draaide zich abrupt om en vertrok even plotseling als hij was gekomen. Na een ongemakkelijke stilte pakte de dominee zijn hoed van de sofa. ‘Goed, ik kan nu maar beter gaan. Dan kunt u verder met uw werk.’ Hij aarzelde en draaide de hoed aan de rand rond. ‘Ik hoop dat u zich niet ongemakkelijk voelt als ik zeg dat ik nog steeds voor u bid, juffrouw Keene.’ Hij keek van haar naar de ge sloten deur en weer terug. ‘Ik heb het gevoel dat sommige dingen in uw leven niet in orde zijn. Ik vraag God of Hij “alles wil laten medewerken ten goede”. In de Bijbel staat dat Hij dat doet 95
3epr08072011Destille.indd 95
07-07-11 21:15
voor hen die Hem liefhebben en die volgens Zijn voornemen geroepenen zijn. Doet u dat, juffrouw Keene?’ vroeg hij vriendelijk. ‘Hebt u Hem lief? Vertrouwt u op Hem en dient u Hem?’ Ze keek hem verward aan. Dat een man die ze nauwelijks kende haar zulke vragen stelde! Ze wist niet of ze ontroerd of beledigd moest zijn. Zijn gezicht, waar fijne rimpeltjes in zaten, werd wazig en beschaamd merkte ze dat ze opnieuw tranen in haar ogen kreeg en dat die tranen over haar wangen rolden. Nee… Ze schudde haar hoofd. Ik vertrouw en dien God niet, dacht ze. En of ik van Hem houd? Soms. Is mijn leven zoals het zou moeten zijn? Ben ik wie ik zou moeten zijn? Nee, nee en nog eens nee. Hij nam haar hand in de zijne. ‘Ook daar zal ik voor bidden.’
a Een paar dagen later bood Olivia aan Becky te helpen de kleden van de kinderkamer eens goed uit te kloppen. Terwijl ze met moeite een van de zware tapijten naar buiten droeg, draafde Johnny Ross van de stallen naar het wasveldje. ‘Mag ik je daar misschien bij helpen, Livie?’ vroeg de staljongen. ‘Voor mij is het een kleine moeite.’ Ze liet hem helpen toen ze het tapijt over een lijn hing en schonk hem daarna een glimlach die naar ze hoopte dankbaarheid uitdrukte. Zijn lach verbreedde zich. ‘Ik vroeg me af wanneer je je halve dag vrij hebt,’ begon hij. ‘Als dat zondagmiddag is, tegelijk met mij, zullen we dan samen naar het dorp wandelen?’ Ze schudde langzaam haar hoofd. ‘Je krijgt geen halve dag.’ Ze schudde haar hoofd weer. ‘Goed. Nou ja, niet goed, maar in ieder geval zeg je geen nee tegen me in het algemeen. Of wel soms?’ Olivia schudde haar hoofd. Maar omdat ze hem niet wilde aanmoedigen, begon ze het tapijt uit te kloppen met de mattenklopper die juffrouw Peale haar had gegeven. Ze voelde zijn 96
3epr08072011Destille.indd 96
07-07-11 21:15
bruine ogen langs haar figuur gaan, maar kennelijk gaf hij het op, want toen ze over haar schouder keek, was hij verdwenen. Een paar minuten later had ze weer het gevoel dat er iemand achter haar stond. Met een waarschuwende glimlach draaide ze zich om in de verwachting Johnny weer te zien. De lach ver dween van haar gezicht. ‘Verwachtte u uw bewonderaar?’ vroeg lord Bradley spottend. Olivia keek om zich heen en realiseerde zich dat ze door het hangende tapijt vanuit het huis niet te zien waren. Misschien beschouwde hij dit moment als een kans om zijn dreigement te herhalen zonder dat hij met haar werd gezien en zonder dat de kinderen erbij waren. ‘Ik dacht dat u had begrepen dat u met niemand mag praten.’ Nog voordat ze kon reageren, ging hij verder: ‘Naar de glimlach op het gezicht van Ross te oordelen zegt u veel met uw ogen. Een belofte voor een rendez-vous op een later tijdstip misschien?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Dat mag ik hopen. Als hij weer in uw buurt wordt gezien, loopt hij de kans zijn baan kwijt te raken.’ Ze hapte naar adem. ‘Dat is onrechtvaardig!’ Haar uitbarsting verraste hen beiden. Lord Bradley was even stil, maar sprak toen rustig verder. ‘U hebt u stem terug, hoor ik. Wat hebt u Ross verteld?’ ‘N… niets,’ antwoordde ze schor. Hij keek haar indringend aan, alsof hij wilde peilen of ze oprecht was. ‘En dat houdt u zo tot ik u toestemming geef om te spreken.’ Ze was verontwaardigd. ‘U kunt toch niet bedoelen…’ Ze slikte. Haar keel voelde droog en rauw aan. ‘U kunt toch niet bedoelen dat ik altijd moet blijven zwijgen?’ ‘Het lukte u in The Swan anders ook uitstekend, toen het in uw voordeel was.’ ‘Maar toen kon ik niet praten,’ wierp ze met schorre stem tegen. 97
3epr08072011Destille.indd 97
07-07-11 21:15
‘En nu mag u niet praten.’ ‘Drie maanden lang? Dat is onmogelijk!’ ‘Voor een vrouw is dat inderdaad twee keer zo moeilijk, denk ik.’ Olivia slikte met moeite haar tegenwerpingen in en redeneerde in plaats daarvan: ‘Het heeft geen zin. Als ik het aan iemand wil vertellen kan dat best…’ ze slikte nog eens, ‘terwijl ik ondertussen tegenover andere mensen doe alsof ik stom ben.’ ‘Denkt u nu echt dat het mij in een huishouden als dit niet binnen enkele minuten ter ore zou komen als u begon te praten?’ Ze gooide haar handen in de lucht. ‘Ik beloof dat ik geen mens zal vertellen wat ik heb gehoord.’ ‘Wat stelt een belofte van u voor?’ Olivia staarde hem aan met het gevoel dat hij haar een klap had gegeven. Hij trok een gezicht. ‘Het…’ Hij wreef over zijn nek. ‘Dat had ik niet moeten zeggen. Maar…’ ‘Als u zo slecht over mij denkt,’ zei ze stijfjes, ‘waarom stuurt u me dan niet weg? Dan bent u van me af.’ ‘Omdat ik niet het risico wil lopen dat u uw mond voorbij praat.’ Alsof hij in zichzelf sprak, voegde hij eraan toe: ‘En zeker nu niet.’ Ze vroeg zich af wat hij bedoelde. Hij rechtte zijn rug en vervolgde kordaat: ‘Maar over een paar maanden moet een aantal belangrijke zaken wel geregeld zijn. Misschien kan ik dan iets doen aan… aan de situatie die mijn vader en ik bespraken op de avond dat u werd opgepakt.’ ‘Maar doen alsof ik niet kan praten terwijl ik het wel kan, andere mensen misleiden… dat is niet goed!’ ‘Gesprekken afluisteren ook niet,’ zei hij kortaf en beende weg.
98
3epr08072011Destille.indd 98
07-07-11 21:15
10
Bij mooi weer worden de kinderen door het tweede kindermeisje mee naar buiten genomen voor frisse lucht en lichaamsbeweging. Bij slecht weer moet hun vermaak worden geboden dat tot andersoortige lichaamsbeweging leidt, zoals dans, touwtjespringen en gewichtheffen. Samuel & Sarah Adams,The Complete Servant
De huishoudster stond voor Edwards bureau. ‘De kinderen willen in het bos gaan wandelen om herfstbladeren en dergelijke te zoeken,’ begon mevrouw Hinkley. ‘Mag Livie ze meenemen?’ Juffrouw Keene, merkte Edward op, stond respectvol een paar passen achter de huishoudster.Waarom had ze hulp gevraagd aan mevrouw Hinkley in plaats van weer een briefje te schrijven? Verwachtte ze dat hij haar verzoek zou weigeren? Hij dacht terug aan de hardvochtige woorden die hij de vorige dag tegen haar had gesproken en betreurde ze opnieuw. Maar hij had geen spijt van zijn beslissing haar op Brightwell Court te houden en haar te laten zwijgen. Het was ten slotte zijn toekomst die ze in handen had. Zijn erfenis, zijn huwelijksvooruitzichten, zijn vaders dromen en plannen voor hem. Zijn thuis zelfs. Edward keek juffrouw Keene recht in haar ogen. Kon ze zijn wantrouwige gedachten lezen? Want hij verwachtte inderdaad dat ze van de gelegenheid gebruik zou maken om te vluchten. ‘Als ze zo ver weg gaat dat ze vanuit het huis niet meer te zien is, moet ze iemand meenemen. Juffrouw Peale of een van de dienstmeisjes.’ ‘Juffrouw Peale gaat tegenwoordig niet meer naar buiten, 99
3epr08072011Destille.indd 99
07-07-11 21:15
mijnheer. Ze is niet zo sterk meer als toen u een kind was.’ Dat verbaasde Edward. Juffrouw Peale had voor zijn gevoel een blakende gezondheid. Maar hij was nu vierentwintig en zijn vroegere verzorgster moest bijna zeventig zijn. ‘Natuurlijk. Dat was ik vergeten. Een dienstmeisje dan maar.’ ‘Is dat echt nodig, mijnheer?’ Omdat hij niet gewend was aanmerkingen te krijgen, ver nauwde hij zijn ogen en keek hij de huishoudster aan.Tegen zijn vader zou ze zoiets nooit hebben gezegd. ‘Ja.’ Onder mevrouw Hinkleys onderzoekende blik keek hij juffrouw Keene nog een keer aan en zei effen: ‘Ze is hier nieuw, ziet u, en ze zou per ongeluk kunnen verdwalen.’
a Met hun capes om en handschoenen aan volgden Olivia en Doris Andrew en Audrey die over het pad door het bos renden. De herfstlucht was fris, het bos een fleurig fresco van vlammend bruine en oranje beuken, oranjerode lijsterbessen en de gerimpelde bessen van de haagdoorn. Bladeren dwarrelden omlaag en onthulden stukje bij beetje meer van de loodgrijze takken. Een fazant scharrelde dwars over het pad en uit de richting van de rivier klonk het gekwinkeleer van een waterspreeuw. Dory kwebbelde onder het lopen onafgebroken, opgewekt en zonder zich aan Olivia’s zwijgen te storen. Olivia dacht nog na over lord Bradleys onwil om haar alleen buiten het zicht van het grote huis te laten wandelen. Hij kon niet weten dat ze tot de conclusie was gekomen dat zijn landgoed haar een prettige schuilplaats bood – tot haar moeder haar kwam halen. Ze vroeg zich af of de hoofdonderwijzeres in St. Aldwyns haar brief al had ontvangen. Een smal weggetje leidde van het brede pad naar een open plek waar Olivia tot haar verrassing een aardig, stenen huisje met een leiendak ontdekte. Aan een stapel gehakt brandhout, scharrelende kippen, varkens in een omheining en een sliertje rook 100
3epr08072011Destille.indd 100
07-07-11 21:15
boven de schoorsteen zag ze dat het bewoond was, hoewel bladderende verf, vuile ramen en een vergeten kous die stijf aan een waslijn wapperde op verwaarlozing duidden. Hadden ze zich buiten de grenzen van lord Brightwells landgoed begeven? Olivia bleef staan en legde een hand op Dory’s arm. Ze wees met haar vrije hand naar het huisje en keek het dienstmeisje vragend aan. ‘O, dat is het huis van de wildbeheerder,’ zei Dory. Olivia wees naar een gerafeld touw dat lusteloos heen en weer zwaaide aan een boomtak. ‘Hij heeft geen kinderen, als je dat soms bedoelt. Hij woont daar alleen en is erg op zichzelf. Goede plek voor hem, volgens mij.’ Olivia trok verwachtingsvol haar wenkbrauwen op. Dory vervolgde: ‘Een ruwe, oude kerel, zeggen ze, hoewel ik die zuurpruim nooit heb gesproken. Hij ziet eruit alsof hij zijn hele leven nooit iets anders dan mosterd heeft gegeten.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Maar hij schijnt zijn werk goed te doen. De kokkin heeft altijd wild in overvloed. Hoewel ik zelf wel genoeg heb van haas en snip.’ Ze liepen verder en haastten zich om Audrey en Andrew in te halen. ‘Op het pad blijven, moppies!’ riep Dory. Aan Olivia legde ze uit: ‘Je weet maar nooit waar die man zijn vallen heeft staan. En ik wil er in ieder geval niet in stappen.’ Olivia huiverde. Zij ook niet.
a Omdat het weer de volgende ochtend onstuimig en koud was, hield Olivia de kinderen binnen. Ze ging met Audrey aan de oude piano zitten, hielp haar de juiste vingerzettingen te vinden en wees met haar eigen vinger bij als er moeilijke noten in een maat zaten. Andrew rende ondertussen onvermoeibaar door de kinderkamer. Hij schopte tegen een bal en gooide Alexanders 101
3epr08072011Destille.indd 101
07-07-11 21:15
houten paardjes om, zodat de hummel begon te huilen. Na een uitbrander van juffrouw Peale, pakte Andrew een racket uit een paraplubak in de hoek en begon ermee te zwaaien alsof het een cricketslaghout was. Hij sloeg een houten bal door de kamer en die ketste gevaarlijk dicht bij Olivia’s hoofd tegen de muur. Olivia stond van de pianokruk op en stak haar hand uit. Met een schuldbewust gezicht legde Andrew het racket erin. Ze liep naar de paraplubak, maar in plaats van het racket erin te zetten, pakte ze er nog een en zocht de kamer af tot ze een goede shuttle had gevonden. Ze liep terug naar het jongetje, dat beteuterd stond te kijken, gaf hem het racket en ging gewapend met haar eigen racket een paar meter bij hem vandaan staan. Zijn gezicht klaarde onmiddellijk op. Ze serveerde zachtjes onderhands en de shuttle vloog door de lucht. Andrew sloeg er zo hard met zijn racket naar dat hij helemaal om zijn eigen as draaide en de shuttle volkomen miste. ‘Lieve help,’ mopperde juffrouw Peale goedmoedig. ‘Ik kan jongeheer Alexander maar beter weghalen, anders slaan jullie hem ook nog door de kamer. Ze bukte kreunend, tilde het kind op en nam het mee naar haar eigen kamer. Andrew pakte de shuttle van de grond en sloeg hem terug. Ditmaal kwam hij in de speelgoedkist terecht. Maar na nog een paar pogingen lukte het hem twee of drie keer over te slaan voordat hij de shuttle moest oprapen. Audrey keek belangstellend toe. ‘Mag ik ook meedoen?’ vroeg ze. Olivia knikte. ‘Twee tegen een is niet eerlijk,’ klaagde Andrew. ‘Dan moet ik maar met jou samenspelen.’ Olivia schrok van de lage stem. Ze had lord Bradley niet in de half geopende deur zien staan. Ze hoopte dat hij geen last had gehad van hun bokkensprongen. Maar hij maakte een tevreden of op zijn minst geamuseerde indruk. ‘Hebben jullie nog een shuttle?’ vroeg hij terwijl hij zijn jas uittrok. 102
3epr08072011Destille.indd 102
07-07-11 21:15
Olivia zocht nog twee rackets. Ze gaf Audrey de goede en haar neef die met de twee scheuren. Hij bekeek hem weifelend, maar mompelde alleen: ‘Mooi.’ Het spel werd met veel enthousiasme en wilde kreten voortgezet. Olivia kon deze glimlachende, speelse man bijna niet rijmen met de arrogante lord Bradley die ze anders zag. ‘Tjonge, wat een herinneringen brengt dat boven.’ Olivia draaide zich om. Op de drempel stond dit keer me vrouw Howe. Ze had haar armen onder haar boezem over elkaar geslagen en er zaten kuiltjes in haar wangen. ‘Dag, Judith.’ Lord Bradley maakte een kleine buiging die er een beetje informeel uitzag door zijn hemdsmouwen. Ze schudde haar hoofd en wierp hem met haar grote, blauwe ogen een geamuseerde en tegelijkertijd geïrriteerde blik toe. ‘George Linton is langs geweest. Hodges kon je niet vinden.’ Lord Bradley nam een sprong om een van Andrews wilde slagen op te vangen. ‘Het spijt me.’ ‘Het spijt je helemaal niet. Dat weet je best.’ Hij zwaaide zijn arm hoog op om een shuttle uit de lucht te plukken. De man had de spanwijdte van een kraanvogel. ‘Weet je nog hoe jij, Felix en ik in deze kamer speelden?’ vroeg Judith. ‘Soms deden George Linton of zelfs je vader als vierde speler mee.’ Hij knikte, afgeleid door het spel. Audrey sloeg een shuttle in de richting van de muur en toen Olivia haar best deed hem terug te slaan, kwam ze vlakbij me vrouw Howe te staan. Spontaan stak ze haar het racket en de shuttle toe. De vrouw aarzelde en keek omlaag naar haar zwart-wit gestreepte wandeljapon. ‘Nee, dank u, ik ben niet echt…’ ‘Ach, kom, Jude,’ plaagde lord Bradley. ‘Je bent nog niet seniel, hoor.’ ‘Doe ook mee! Alstublieft!’ drong Audrey aan. Judith Howe glimlachte. ‘Nou, vooruit dan maar. Maar als 103
3epr08072011Destille.indd 103
07-07-11 21:15
mijn haar in de war raakt en Dubois boos op me wordt, is het jullie schuld.’ ‘U speelt aan mijn kant, mama,’ riep Andrew. Olivia keek een tijdje toe en ervoer een vreemd, hol gevoel toen het spel zonder haar werd voortgezet.
a Olivia liep vrijdagmiddag door de hal toen er een jongeman door de voordeur naar binnenkwam en zijn jas uittrok. ‘Wilt u deze even aannemen?’ Olivia keek om zich heen en omdat ze geen spoor van Osborn en mijnheer Hodges zag, nam ze de dikke overjas van hem aan. Eronder droeg hij een blauwfluwelen jas over een bont vest met een druk patroon en verder een kniebroek en hoge laarzen. De jonge fat had rossig haar. Titiaans haar, meende ze dat het heette, en groene ogen. Ogen die oplichtten toen ze haar beter opnamen. ‘En wie bent u?’ Hij glimlachte. ‘Ik weet zeker dat ik u nog niet eerder heb gezien.’ Olivia keek nog eens goed om zich heen, maar er was niemand die haar kon helpen. ‘Wat is er, mijn beste? Sprakeloos? Ik wist niet dat ik zo imponerend kon zijn. Ik moet zeggen dat dat idee me wel aanstaat.’ Hij leek jonger dan zij, misschien nog maar negentien of twintig, maar hij bezat een zelfvertrouwen of in ieder geval een bravoure die niet bij zijn leeftijd paste. ‘Niet dat het mijn bedoeling was om u te intimideren, hoor.’ Hij boog zich naar haar toe. ‘Ik zorg er altijd voor dat ik alle dienstmeisjes ken en ik wil u ook heel graag leren kennen. Uw naam, schoonheid?’ Olivia keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘U hebt gelijk. Heel ongemanierd van me. Ik ben Felix Bradley, de broer van Judith Howe en een neef van lord Bradley. En u bent…?’ Olivia kon nauwelijks geloven dat deze ongedwongen, zwie 104
3epr08072011Destille.indd 104
07-07-11 21:15
rig geklede jongeman een neef van lord Bradley was. Maar aan de andere kant… Ze liet de gedachte onafgemaakt. Uit haar zak haalde ze een kaartje waarop ze voor gelegenheden als deze haar naam had geschreven. ‘Direct al liefdesbriefjes? Grandioos, zeg.’ Hij tuurde naar haar handschrift. ‘Lydia?’ Ze schudde geamuseerd haar hoofd. Ze vond zijn vriendelijke glimlach en ondeugende groene ogen heel charmant. Hij keek nog eens. ‘Lilly?’ Ze bewoog snel haar hand heen en weer om duidelijk te maken dat hij in de buurt zat. Hij keek op en glimlachte nog een keer. Olivia zag dat hij lang en mager was. Niet zo lang als lord Bradley, maar door zijn smalle bouw wekte hij wel die indruk. Zijn gelaatstrekken waren fijn, aristocratisch zelfs. ‘Mijnheer Bradley! Ik heb u niet horen binnenkomen.’ Me vrouw Hinkley liep snel de gang door, legde discreet haar hand op Olivia’s rug en gaf haar een zetje in de richting van de trap. ‘Lord Brightwell is in het buitenland, zoals u weet. Zal ik aan Hodges vragen u bij lord Bradley aan te kondigen?’ ‘Dat hoeft niet, mevrouw H. Ik ga alleen maar even naar boven voor een bezoekje aan mijn zus.’ ‘Goed, mijnheer. De Chinese kamer staat zoals altijd voor u klaar.’ Olivia liep zoals haar was opgedragen naar de trap. Ze had het gevoel dat het meer mevrouw Hinkleys bedoeling was geweest om haar te beschermen dan om haar te berispen. Ze hoorde de rest van het gesprek boven het geluid van haar schoentjes op het marmer uit. ‘Wie is dat nieuwe meisje? Heel bijzonder.’ ‘O,’ zei mevrouw Hinkley overdreven achteloos, ‘dat is Livie. Die is hier na uw vorige bezoek komen werken.’ ‘Livie. Aha.’ ‘U hebt zeker wel begrepen dat ze stom is?’ ‘Stom? O, ja?’ Hij zei het nonchalant, alsof Olivia al weg was – of doof. 105
3epr08072011Destille.indd 105
07-07-11 21:15
Ze voelde zijn ogen in haar rug terwijl ze de trap opliep. ‘Nu ik erover nadenk… ze heeft inderdaad geen woord ge zegd. Toch heb ik sterk het gevoel dat ze een prachtige stem heeft.’
106
3epr08072011Destille.indd 106
07-07-11 21:15
11
Als een meisje de pantoffel bij het doorgeven per ongeluk laat vallen, moet ze een onderpand betalen. Mrs. Child, The Girl’s Own Book
Later die middag zat Olivia naast Audrey terwijl die hardop een verhaal over Peter de Grote voorlas. Ze las mee en tikte af en toe met haar vinger op een woord dat het meisje had overgeslagen of verkeerd had uitgesproken. Als Audrey de betekenis van een woord niet kende, hielp Olivia haar het in een van de delen van het woordenboek van Johnson op te zoeken. Boem. De deur van de kinderkamer sloeg tegen de muur en ze schrokken allemaal. Andrew liet zijn tol vallen en riep: ‘Oom Felix!’ Audrey slaakte een kreetje, sprong van de sofa en vergat haar boek. ‘Hallo, stelletje handenbinders,’ plaagde Felix Bradley. Hij klopte op zijn zakken en haalde er voor ieder een pepermuntje uit. ‘Snoepjes voor snoepjes van kinderen.’ Zijn blik zocht over hun hoofden heen die van Olivia. Hij wuifde de dank van de kinderen weg. ‘Ik wist dat mijn bezoekjes voor jullie geen waarde hebben als ik niets meebreng.’ Hij keek weer naar Olivia. ‘Waar kwelt het nieuwe kindermeisje jullie mee?’ Hij liep op zijn gemak naar de sofa en pakte het boek op.‘O, vreselijk. Dit herinner ik me. Ontzaglijk slaapverwekkend.’ Hij grijnsde om haar vermanende blik. ‘Echt, ik meen het. Zeg, wie heeft er zin in een potje zoek de pantoffel?’ De kinderen juichten om zijn voorstel en ruimden snel hun speelgoed van het versleten, ronde kleed dat voor de haard van 107
3epr08072011Destille.indd 107
07-07-11 21:15
de kinderkamer lag. Olivia stond op om het grote, houten hobbelpaard weg te halen, maar Felix Bradley kwam haar snel helpen. Hij liep naar haar toe en zei: ‘Alstublieft, lieve Livie. En lieve Livie is moeilijk uit te spreken, hoewel ik besef dat u me wat dat betreft op mijn woord zult moeten geloven. Ik heb onderweg op de trap de hele tijd geoefend.’ Ze schudde haar hoofd om zijn dwaasheid, maar kon een glimlach niet onderdrukken. Een beweging trok haar aandacht en terwijl ze omkeek verscheen er een tweede gestalte in de deuropening. Lord Bradley stond daar met zijn armen over elkaar geslagen en zijn ogen half dichtgeknepen. Hij keek van haar naar Felix en weer terug en leek zich eraan te ergeren dat zijn neef zo vlak bij haar stond. Ze had het gevoel dat ze zich moest verdedigen. Zij was niet degene door wie de afstand zo klein was geworden. Toch deed ze ongemakkelijk een stap achteruit. ‘Felix. Het verbaast me je hier aan te treffen.’ ‘O, ja? In de kinderkamer of hier in huis?’ ‘Allebei, denk ik. Je krijgt pas over een paar weken vakantie.’ ‘Dat klopt.Vlak voor Kerst. Ik ben alleen maar op bezoek. Ik neem aan dat je dat niet erg vindt?’ Lord Bradley keek hem nadenkend aan voordat zijn schou ders even in een gebaar van onverschilligheid omhoog gingen en zijn mondhoeken omlaag. ‘Neef Edward, doet u ook mee, alstublieft?’ smeekte Audrey. ‘We hebben niet genoeg spelers om het spel goed te kunnen spelen. Juffrouw Peale zegt dat ze te oud is om op de grond te zitten.’ ‘Wat voor spel gaan we doen?’ vroeg hij met zijn ogen op Felix gericht. ‘Zoek de pantoffel,’ antwoordde Andrew. ‘Livie heeft het nog nooit gedaan. Kunt u zich dat voorstellen?’ Lord Bradley deed of hij geschokt was. ‘Nee, dat kan ik me niet voorstellen.’ ‘Juffrouw Livie, u moet in het midden gaan staan en proberen 108
3epr08072011Destille.indd 108
07-07-11 21:15
te raden wie de pantoffel heeft,’ legde Audrey uit. ‘We gebruiken een van mijn poppenpantoffeltjes, want een echte pantoffel kun je met zo weinig spelers te makkelijk zien.’ Andrew keek ernstig naar haar op. ‘Eigenlijk moet u zeggen: “Schoenmaker, schoenmaker, mijn pantoffel is kapot, maak hem alstublieft heel vlot.” Maar omdat u niet kunt praten, zullen wij het voor u doen.’ Olivia knikte om haar waardering te laten blijken. ‘Wie met de pantoffel wordt betrapt, moet in de kring staan en krijgt straf. Hij moet een liedje zingen of een dansje doen of een geheim vertellen of een kunstje doen.’ ‘En als iemand de pantoffel laat vallen terwijl ze hem doorgeeft,’ voegde Andrew eraan toe, ‘krijgt ze ook straf.’ ‘Waarom zeg je ‘ze’?’ wilde Audrey weten. ‘Ik laat hem heus niet vallen, hoor.’ ‘Jij laat hem altijd vallen.’ ‘Niet waar.’ Terwijl Olivia opstond, gingen de anderen op de grond zitten: Audrey, Andrew, Becky, Felix en lord Bradley. Ze verbaasde zich erover dat hij zo gewillig aan het spelletje meedeed. Hij was duidelijk dol op zijn neefje en zijn nichtje. De vijf op het tapijt trokken hun knieën op en gaven het pantoffeltje met veel vertoon onder het tentje van hun opgetrokken benen aan elkaar door. Iedereen balde zijn handen tot vuisten en deed alsof hij iets aan zijn buurman gaf om het Livie moeilij ker te maken te raden waar de pantoffel was. Het kringetje was echter maar klein en Olivia wist zeker dat Andrew het schoentje had. Maar toen gaf hij hem zo snel door dat ze onzeker werd. Felix’ ogen begonnen ondeugend te twinkelen. Ze wees naar hem met een onderdrukte glimlach. Hij hield zijn lege handen op en knipoogde. Daarna raadde Olivia dat Audrey de schoen had en omdat dat klopte kreeg ze de opdracht van plaats te ruilen met het meisje – dat naast lord Bradley had gezeten. Olivia slikte en ging zitten. Ze zorgde ervoor dat haar knie de zijne niet 109
3epr08072011Destille.indd 109
07-07-11 21:15
raakte en trok haar rokken om haar benen. Audrey maakte een pirouette om haar schuld in te lossen en begon daarna direct aan de volgende ronde. ‘Schoenmaker, schoenmaker, mijn pantoffel is kapot, maak hem alstublieft heel vlot,’ zei ze zangerig. Andrew gaf de pantoffel aan lord Bradley die zijn hand naar de hare uitstak om haar het pantoffeltje te geven. Olivia was bang dat haar handpalm klam was van de zenuwen doordat ze zo dichtbij hem zat. Toen zijn vingertoppen haar hand raakten, schrok ze, ze pakte het pantoffeltje onhandig vast en liet het op de grond vallen. ‘Nu bent u de sigaar, juffrouw Livie!’ zei Felix. ‘U krijgt straf.’ ‘U hebt straf, u hebt straf,’ riep Andrew. Olivia’s hart bonsde. Ze veegde met haar handpalmen over de zoom van haar rok die om haar enkels zat. Wat moest ze doen? Wat kon ze doen? Ze stond op, liep naar de piano en speelde een paar maten van de Turkse mars, een pianoconcert van Mozart dat ze op de school van juffrouw Cresswell had geleerd. Toen ze klaar was, boog ze zwierig en ging weer op haar plekje op de grond zitten. Iedereen klapte verrukt behalve lord Bradley. Die staarde alleen maar naar haar. Had ze een grens overschreden door op de piano te spelen die voor de kinderen was bedoeld? Blijkbaar, want hij stond op, trok zijn jasje recht en ver ontschuldigde zich bij zijn neven en nicht. ‘Vergeef me, ik was vergeten dat ik een afspraak met vaders boekhouder heb.’ Wat voelde ze zich dwaas, terechtgewezen. De kinderen mopperden, maar Felix keek hem even stil na als zij.
a Olivia had het koud toen ze wakker werd. Haar kleine kamertje had geen aparte haard, maar kreeg zijn warmte van de haard in de aangrenzende slaapkamer. En het vuur daar was ongetwijfeld al uren geleden uitgegaan. Ze trok de dekens over haar hoofd in 110
3epr08072011Destille.indd 110
07-07-11 21:15
een poging warm te worden en weer in slaap te vallen. Ze hoor de iets, bleef stil liggen en luisterde zo ingespannen dat ze zelfs stopte met rillen. Haar deur ging zacht krakend open en Olivia ging met bonkend hart overeind zitten. Terwijl haar ogen aan het duister wenden, zag ze een gestalte haar kamer binnenkomen. Een kleine gestalte op zijn tenen. Andrew. ‘Ik heb een enge droom gehad,’ mompelde hij en huiverde hoorbaar. Olivia sloeg haar dekens weg en hij klom onmiddellijk bij haar in bed. Ze besefte dat ze hem naar zijn eigen bed zou moeten terugbrengen en een extra deken voor hem zou moeten zoeken of Becky zou moeten wakker maken, zodat die de haard kon aanmaken. In plaats daarvan trok ze haar beddengoed tot onder zijn kin omhoog en vroeg God hem een mooie droom te schenken. Andrew kroop tegen haar zij en viel binnen een paar tellen met een klein zuchtje in slaap. Ach, nou ja… Ze zou wel vroeg opstaan en hem naar zijn bed terugdragen. Terwijl ze zijn haar streelde, vroeg Olivia zich af hoe het zou zijn om moeder te zijn, om de mooie, heerlijke macht te hebben te troosten en gerust te stellen. Ze vroeg zich ook af of ze ooit kinderen zou hebben. In aanmerking genomen dat ze al bijna vijfentwintig was en nog steeds niet getrouwd, was dat onwaarschijnlijk. Ze dacht vluchtig aan de enige jongeman die haar ooit het hof had gemaakt en onderdrukte de kille twijfel die volgde. In plaats daarvan legde ze haar arm om Andrew heen en genoot ze terwijl ze in slaap viel van zijn warmte, zijn nabij heid en de zonnige geur van zijn pas gewassen haar.
a Toen Olivia ’s ochtends wakker werd, lag Andrew nog steeds naast haar en had ze het onbehaaglijke gevoel dat iemand haar gadesloeg. Ze keek naar de deur en zag dat Andrew hem had laten open111
3epr08072011Destille.indd 111
07-07-11 21:15
staan toen hij die nacht was binnengekomen. Ze schrok toen ze lord Bradley en Audrey op de drempel naar hen zag kijken. Ze rukte de dekens over haar dunne nachtjapon. ‘Vergeef ons,’ mompelde lord Bradley en wendde zijn ogen af. ‘Audrey maakte zich zorgen toen ze Andrew niet kon vinden.’ Olivia deed haar mond open om zich te verdedigen, maar herinnerde zich net op tijd dat ze niet mocht praten. ‘Had hij een nare droom gehad en heeft hij toen gevraagd of hij bij u mocht slapen?’ vroeg Audrey. Olivia knikte. Audreys vermoeden lag dicht genoeg bij de waarheid en als ze het bevestigde zouden ze waarschijnlijk wel snel weggaan. ‘Nou, Audrey, zie je nu wel? Niets om je zorgen over te maken. Er is niets met Andrew aan de hand.’ Lord Bradley keek naar haar en Olivia voelde dat ze een kleur kreeg. Ze trok de dekens nog hoger. Andrew deed slaperig zijn ogen open en keek van Olivia naar zijn zus en zijn neef, duidelijk verbaasd dat hij in het bed van het tweede kindermeisje lag. ‘U hebt in uw slaap gepraat, juffrouw Livie!’ zei Andrew tot schrik van Olivia en ook de rest van het gezelschap. Olivia schudde haar hoofd, maar Andrew hield vol. ‘Jawel! U zei iets over een kam en toen ‘Dat had ik niet moeten doen. Dat was niet de bedoeling.’ Dat zei u twee keer. Wat was niet uw bedoeling?’ Olivia was sprakeloos en voelde dat ze weer bloosde. Ze waagde het een blik op lord Bradley te werpen en wist dat hij boos zou zijn. ‘Andrew, dat heb je vast gedroomd,’ zei Audrey terwijl ze de kamer binnenkwam. ‘Juffrouw Keene kan niet praten.’ Ze pakte Andrews hand terwijl hij uit bed klom en nam hem mee de kamer uit. ‘Je had vannacht toch ook weer een enge droom?’ ‘Ja, maar…’ ‘Zie je nu wel? Dat was dus alles. Juffrouw Keene die in haar slaap praat? Wat heb jij toch een fantasie.’ 112
3epr08072011Destille.indd 112
07-07-11 21:15
Toen de kinderen weg waren, bleef lord Bradley alleen nog lang genoeg staan om even te knikken en daarna trok hij de deur dicht. Olivia zuchtte. De volgende keer kon ze Andrew beslist niet meer bij zich in bed nemen.
a Woensdagochtend bracht Olivia de kinderen naar de stal voor hun paardrijles.Toen ze daar aankwam, was lord Bradley nergens te bekennen, dus liep ze met de kinderen naar de achterste stal en keken ze hoe Talbot een paard besloeg. Daarna keek ze naar Johnny die het kleine paard en de pony optuigde waar Audrey en Andrew op zouden rijden. Toen er een kwartier om was en lord Bradley er nog steeds niet was, kreeg Johnny medelijden met de ongedurige kinderen. ‘Wat vind je, Livie? Deze twee apenkoppen staan te trappelen om te gaan rijden. De paarden ook.’ Hij knipoogde. ‘Zal ik ze het erf rondleiden tot lord Bradley komt?’ Olivia knikte dankbaar. Met een glimlach maakte Johnny een leidsel aan het halster van de paarden vast. De kinderen stegen enthousiast op en de staljongen leidde hen in een ruime cirkel het erf rond. Niet zo spannend als een rit met hun neef, maar ze waren in elk geval bezig. Een paar minuten later kwam lord Bradley met een korte blik op Olivia haastig de stallen binnenlopen. Hij liep naar een van de afgescheiden ruimten en streelde over de deur heen de neus van zijn grote, zwarte paard. ‘Hebben u en de kinderen lang staan wachten?’ vroeg hij met zijn ogen nog op het paard gericht. Het verbaasde haar dat hij een gesprek met haar begon. Omdat er niemand binnen gehoorsafstand was, antwoordde Olivia zacht: ‘Dat valt wel mee.’ Hij knikte en omdat er geen staljongen was die het voor hem kon doen, deed hij zelf het hek open en begon het paard op te tuigen. 113
3epr08072011Destille.indd 113
07-07-11 21:15
Ze wachtte, maar toen hij haar niet berispte omdat ze tegen hem had gesproken, vroeg ze: ‘Hoe heet dat prachtige paard van u?’ Dat me bijna heeft doodgetrapt, voegde ze er in gedachten aan toe. ‘Raad eens.’ Hij plaatste het bit tussen de grote tanden van het paard en trok de leren teugels over het koninklijke hoofd en de oren. ‘Ehm…’ peinsde ze. ‘Als ik naar zijn kleur kijk en naar uw manier van doen in het algemeen zou ik denken… Zwartje.’ ‘U kwetst me.Vindt u me zo fantasieloos?’ ‘Dat is de eerste indruk die iemand krijgt.’ Wat bezielde haar om hem te plagen zoals ze Johnny zou plagen? Zat ze zo om volwassen aanspraak verlegen? Toen hij klaar was met zijn werk, vernauwde hij zijn ogen een keek haar aan. ‘Zou u willen weten wat ik me op dit moment verbeeld?’ Probeert hij me te intimideren? dacht ze, maar ze fluisterde alleen maar: ‘Nee. Beslist niet.’ Na de rijles kwam Olivia in de ongemakkelijke situatie dat ze naast lord Bradley naar het huis terug moest lopen terwijl de kinderen, zoals hun gewoonte was, vooruit renden. Ze vertraagde haar pas om op een respectvolle afstand achter hem te raken, zoals bij haar positie paste. Hij sprak haar niet meer aan en uiteraard sprak zij ook hem niet aan. Ze schrok toen Croome de hoek van het herenhuis om kwam lopen. Lord Bradley schrok duidelijk ook, want hij hield abrupt stil en ze botste bijna tegen hem op. ‘Ah… mijnheer Croome.’ Lord Bradleys stem klonk plotse ling onnatuurlijk en onzeker. Hij draaide zich om en volgde de strakke blik van de man. De beide mannen keken even kritisch naar haar. Omdat hij zich kennelijk gedwongen voelde de stilte te vullen, zei lord Bradley: ‘Dit is… dat is juffrouw Keene, zoals u zich misschien herinnert.’ ‘Ik herinner het me,’ mompelde Croome. ‘Ik herinner me dat 114
3epr08072011Destille.indd 114
07-07-11 21:15
ik haar betrapte terwijl ze stond te gluren op een plek waar ze niets te zoeken had.’ ‘Ja. Goed, ze heeft hier inmiddels een betrekking. Ze helpt met mijn nichtje en mijn neefje.’ Croomes blik was verzengend, maar ze doofde hem door ijzig terug te staren. Want ze herinnerde zich hem ook op een plek waar hij niets te zoeken had gehad. Hij wendde als eerste zijn ogen af en zei toen tegen lord Bradley: ‘Er zwerft een bunzing over het landgoed. Ik ben van plan een val voor hem te zetten, tenzij u hem liever zijn gang laat gaan. Bunzings houden de ratten uit de buurt, maar ze zijn funest voor de wildstand.’ ‘Juist. Nou, doet u maar wat u het beste lijkt, mijnheer Croome. Vader is in deze zaken altijd op uw oordeel afgegaan.’ Olivia keek verbluft naar lord Bradley. Hij leek wel een zenuwachtig schooljongetje dat voor een veeleisende leraar stond. Croome knikte en liep weg met zijn iets hinkende gang. Ze draaiden zich allebei om en keken hoe de wildbeheerder in het bos verdween. ‘U bent nog steeds bang voor hem,’ waagde ze zacht op te merken. ‘Heeft hij u ooit iets aangedaan?’ ‘Nee.’ Hij ademde luidruchtig uit. ‘Dwaas, hè? Ik denk dat het met mijn vader te maken heeft. In mijn jeugd leek het altijd of hij dichter bij me kwam staan als Croome in de buurt was.’ Wat vreemd, dacht Olivia en ze zei: ‘Ik vraag me af of lord Brightwell iets onplezierigs over die man weet.’ En in gedachten voegde ze eraan toe Of over zijn contact met stropers? ‘Ik weet het niet,’ bekende lord Bradley. ‘Maar misschien vraag ik het hem wel eens als hij terug is.’ Ze stond opnieuw in de verleiding lord Bradley te vertellen waar ze Croome voor het eerst was tegengekomen, maar ze aarzelde. Ze wist dat het tot vragen zou leiden die ze niet wilde beantwoorden.
115
3epr08072011Destille.indd 115
07-07-11 21:15
a Laat in de middag, toen Olivia naar de keuken beneden ging om het blad met avondeten voor de kinderkamer te halen, waren de keukenmeisjes bezig een mand vol kleine vogels te plukken. Toen ze haar zag kijken, legde mevrouw Moore uit: ‘Korhoen ders van de wildbeheerder. Korhoenderpastei is lekker voor de afwisseling, niet waar? Onze buurman George Linton heeft de provisiekast volgestopt met patrijzen van zijn landgoed, maar daar heeft iedereen meer dan genoeg van.’ Mevrouw Moore zette nog een bord niervetknoedeltjes op het dienblad en keek Olivia toen aan. ‘Heb je mijnheer Croome al ontmoet?’ Olivia gaf haar een kort knikje dat als een huivering naar haar schouders trok. ‘Je bent bang voor hem, hè? Dat verbaast me niet. Hij ziet er meestal uit als een vogelverschrikker.’ Olivia knikte instemmend. Mevrouw Moore klakte met haar tong. ‘Hij is ook broodmager. Wat zou die man eten, vraag ik me af? Hij heeft vast al in geen jaren een fatsoenlijke maaltijd gehad.’ Olivia verbaasde zich over het medeleven in haar stem. Natuurlijk was ze wel lang genoeg op Brightwell Court om te beseffen dat mevrouw Moore de gedachte dat iemand honger had niet kon verdragen. ‘En hij is te trots om samen met ons te eten,’ mengde een van de keukenmeisjes zich in het gesprek. ‘Sst, Edith. Houd jij je nou maar bij het plukken,’ zei me vrouw Moore. ‘Hij woont toch op zichzelf en niet bij de familie, zoals wij?’ Mevrouw Moore zuchtte. ‘En ik zit hier met twee prachtige patrijspasteien die niemand wil opeten.’ Ze keek treurig van de pasteien naar Olivia en weer terug. Nee… dacht Olivia en ze schudde langzaam en nadrukkelijk haar hoofd. 116
3epr08072011Destille.indd 116
07-07-11 21:15
Sukey liep tot het smalle paadje met haar mee, maar weigerde verder te gaan. Slikkend greep Olivia het bundeltje steviger vast en liep de open plek op. Croome zat op het stoepje van zijn huis en haalde een lang mes over een wetsteen. Zodra ze de open plek op liep, hief hij met een ruk zijn hoofd op. ‘Wat moet je?’ Croomes borstelige wenkbrauwen vormden een boze V boven zijn kleine ogen. ‘Er valt hier niets te koeke loeren.’ Ze herinnerde zich mevrouw Moores waarschuwing. ‘Laat hem nooit merken dat je bang bent. Als hij zwakheid ruikt, is hij nog erger dan de roofdieren die hij uit het bos weg houdt.’ Hij staarde naar haar en ze moest zich beheersen om haar ogen niet af te wenden van zijn boosaardige blik. Plotseling richtten zijn ogen zich op het pakketje in haar handen. ‘Wat het ook is, je kunt het meteen weer meenemen. Ik heb geen behoefte aan liefdadigheid.’ Ze tilde haar kin op en stak hem het in papier verpakte pakje toe waar mevrouw Moore Patrijspastei op had geschreven. De uitdrukking op zijn gezicht veranderde van boos in afkerig en tot Olivia’s stomme verbazing greep hij het pakje uit haar hand en smeet het nijdig in het varkenshok. Het papier scheurde en de pastei, die op de grond viel, werd al snel omringd door de varkens die hem knorrend opschrokten. Ze kromp in elkaar en voelde zich gekwetst dat hij haar geschenk weigerde, al was mevrouw Moore degene van wie het afkomstig was. Patrijspastei werd als een delicatesse beschouwd, een lekkernij voor wie dan ook. Wat was hij lomp en ondankbaar. Ze had zijn geheim bewaard en zich tegen beter weten in door mevrouw Moore laten overhalen hem een cadeau te brengen. Nou, meer zou ze niet doen als dank voor het feit dat hij haar had gered. Ze bleef woedend tot ze weer bij het grote huis was. Ze had genoeg van die man. Croome mocht wat haar be treft verhongeren. Opgeruimd stond netjes! 117
3epr08072011Destille.indd 117
07-07-11 21:15
12
Vermijd het zoveel mogelijk met het andere geslacht alleen te zijn, want de grootste misère ontstaat door kleine omstandigheden. Samuel en Sarah Adams, The Complete Servant
De volgende ochtend ging Olivia naar beneden om mevrouw Hinkley te zoeken. Ze had een briefje bij zich dat juffrouw Peale had gedicteerd terwijl ze druk met Alexander bezig was. Ze verzocht de huishoudster erin een ivoren bijtring te kopen. Zolang die er nog niet was, wilde ze graag een korstje oud brood hebben waar het huilerige kind dat een nieuw tandje kreeg op kon kauwen. Olivia zag de huishoudster aan het bureautje in haar zitkamer zitten, gebogen over een schrift met gelinieerd papier. Ze keek op toen Olivia binnenkwam en kreunde. ‘Ik werk al bijna drie uur aan dit huishoudboek en ik krijg het maar niet kloppend. Meneer Walters wil morgen een verantwoording voor elke shilling hebben en ik begrijp niet waar de fout zit.’ Olivia beet op haar lip. Durfde ze haar hulp aan te bieden? Ze wees met haar vinger naar haar borst. ‘Jij wilt ernaar kijken?’ Mevrouw Hinkley liet een lachje horen. ‘Heb je verstand van boekhouden dan?’ Olivia haalde haar schouders op en bewoog haar hand heen en weer. Mevrouw Hinkley stond op. ‘Vooruit, ik denk niet dat de hoeveelheid spek en suiker die we kopen of de prijs die we voor de steenkool betalen vertrouwelijk is.’ Ze bleef achter de stoel staan tot Olivia haar vriendelijk weg wuifde. 118
3epr08072011Destille.indd 118
07-07-11 21:15
‘Nou, goed dan. Maar als je mijn fout niet binnen een half uur vindt, moet ik het zelf opnieuw gaan proberen.’ Tien minuten later tikte Olivia met haar knokkels op het bureau. Mevrouw Hinkley stond opgewekt van de sofa op en liep haastig naar haar toe. ‘Heb je iets gevonden?’ Olivia knikte en wees naar een verkeerd subtotaal. Ze pakte een kladpapiertje met de opnieuw uitgerekende som. ‘Lieve help, je hebt gelijk. Hoe heb ik dat over het hoofd kunnen zien?’ Olivia glimlachte en stond op van de stoel. Nog steeds naar de getallen kijkend, zei mevrouw Hinkley: ‘Soms is er alleen maar een frisse blik nodig, denk ik.’ Toen keek ze nog eens naar Olivia op. ‘Zou je zo vriendelijk willen zijn dit tussen ons te houden?’ Olivia knikte. Ze had er geen behoefte aan om het anderen te vertellen. Ze wilde niet dat iemand haar vroeg waarom ze zo goed kon boekhouden. Ze overhandigde mevrouw Hinkley alsnog het briefje van juffrouw Peale. De huishoudster las het vluchtig en stuurde Olivia naar de keuken om de broodkorst te halen. De bijt ring beloofde ze zo snel mogelijk te kopen. Even later kwam Olivia met het brood in de kinderkamer terug, waarna juffrouw Peale haar niet begrijpend aankeek en zei dat ze geen honger had.
a Die middag zat Edward met de boekhouder van zijn vader in de studeerkamer. Een beweging op het gazon trok zijn aandacht. Hij stopte even met dicteren om uit het raam te kijken. Juffrouw Keene was buiten. Ze had een rode sjaal om haar ogen en haar luifelhoed gebonden en hield haar armen uitgestrekt. Ze was blindemannetje aan het spelen. Zijn neefje en nichtje, die van top tot teen waren ingepakt, renden om haar heen en probeerden haar grijpende handen te ontwijken. De kinderen 119
3epr08072011Destille.indd 119
07-07-11 21:15
lachten en riepen. Juffrouw Keene draaide rond en haar rokken en cape zwierden om haar heen en haar gezicht lichtte op door een brede glimlach. Hij merkte dat hij zelf ook glimlachte. Hij wist dat hij haar niet aantrekkelijk hoorde te vinden, maar toch was het zo. Hij wilde dat hij wist of hij haar kon vertrouwen. Hij dacht aan Sybil Harrington. Ze had klassieke gelaatstrekken en een grote bruidsschat en zijn vader hoopte dat hij met haar zou trouwen. Ze was knapper dan welk tweede kindermeisje ook. Dat was zeker. Andrew waagde zich te dicht bij juffrouw Keene en ze greep hem om zijn middel, tilde hem op en draaide rondjes met hem tot zijn hoed op de grond viel. Andrew lachte vrolijk en het geluid was door het raam heen te horen. Juffrouw Keene zette het kind op de grond en trok haar blinddoek af. Ze woelde vol genegenheid door Andrews haar voordat ze zijn hoed opraapte en op zijn hoofd zette. Audrey liep naar haar toe en stak haar hand in die van juffrouw Keene. ‘Zal ik die laatste zin voor u herhalen, mijnheer?’ vroeg de boekhouder. ‘Hmm?’ mompelde Edward en richtte zich weer op het werk waar hij mee bezig was geweest. ‘O, ja, als u dat wilt doen graag, Walters.’
a Olivia stopte de rode sjaal in de zak van haar cape. Ze sloeg haar handen voor haar ogen en wees toen naar de bijgebouwen. ‘Ze wil verstoppertje doen!’ riep Andrew. Olivia knikte met een wrang glimlachje. Ze begon heel goed te worden in gebarentaal. ‘Ik heb geen zin meer in kinderachtige spelletjes,’ mopperde Audrey. ‘Toe nou, Aud,’ smeekte haar broertje. ‘Ik zal als eerste zoeken. Een, twee, drie!’ Audrey liet zich overhalen en rende in de richting van de tuin. 120
3epr08072011Destille.indd 120
07-07-11 21:15
Olivia volgde rustiger, te verlegen om te rennen als de kinderen niet naast haar liepen. Terwijl Andrew aan het tellen was, keek Olivia zoekend rond naar een plekje om zich te verstoppen. Johnny Ross kwam de stallen uit met ledervet en een borstel in zijn hand. ‘Hier!’ riep hij en zwaaide naar haar. ‘Ik weet een plekje waar die handenbindertjes je nooit kunnen vinden.’ Ze liep snel naar de staljongen en toen ze naar hem glimlachte, verscheen er een blozende grijns op zijn gezicht. ‘Deze kant op, juffrouw.’ Olivia volgde hem naar de stallen. Daar duwde hij tegen een deel van een houten wand dat in feite een goed verborgen deur naar een kleine kast was. ‘Deze ruimte gebruiken we niet meer sinds de tuigkamer is gebouwd.’ Olivia stapte de donkere kast in en verwachtte dat Johnny de deur van buiten dicht zou doen. In plaats daarvan stapte hij ook naar binnen en trok de deur tegen zijn rug dicht. Plotseling voelde ze zich niet meer op haar gemak. Ze deed een stap in de richting van de deur, maar hij zette ook een stap en versperde haar de weg. ‘Je bent een juweeltje,’ fluisterde hij terwijl hij haar bij haar middel greep. ‘Een schoonheid.’ Olivia probeerde zijn handen weg te duwen, maar zijn greep bleef stevig. Bij het licht van de smalle lichtbundels die door de kieren in de wand vielen, zag ze dat hij zich naar haar toe boog. Ze draaide haar hoofd weg, zodat zijn vochtige lippen alleen een stukje van haar wang en haar oor vonden. ‘Juffrouw Livie!’ riep Andrew van vlakbij. ‘Kom tevoorschijn, waar u ook zit!’ Olivia duwde Johnny met al haar kracht van zich af en liep haastig de kast uit en het erf voor de stallen op. Ze kneep haar ogen half dicht tegen het felle zonlicht en kon al snel weer zien, maar ze schrok van wat ze zag. Mevrouw Hinkley. 121
3epr08072011Destille.indd 121
07-07-11 21:15
De ogen van de huishoudster namen haar gloeiende gezicht in zich op. Olivia wendde als eerste haar blik af. Andrew, die zich niet van de ongemakkelijke situatie bewust was, legde uit: ‘Mevrouw Hinkley kwam u zoeken, dus heb ik gezegd dat ze me mocht helpen.’ ‘Ik stel uw hulp op prijs, jongeheer Andrew,’ zei mevrouw Hinkley droogjes. Johnny kwam de schemerige stal uit. Olivia keek even naar hem en toen naar mevrouw Hinkley. Olivia wist dat hun schuldige blikken de schrandere huishoudster niet zouden ontgaan. ‘Mag ik je uit je spel halen, Livie?’ vroeg ze effen en achteloos. ‘Lord Bradley wil je spreken.’ Olivia slikte, maar haar maag kromp ineen van bezorgdheid terwijl ze zwijgend volgde. Lord Bradley zat achter zijn bureau. Hij droeg een blauwe jas en een witte halsdoek en zijn blonde haar was netjes naar voren geborsteld. De krachtige lijnen van zijn gezicht stonden vastberaden en in zijn lichtblauwe ogen lag een onverbiddelijke uitdrukking. Toen mevrouw Hinkley de deur van de studeerkamer eenmaal had dichtgedaan en haar voetstappen in de hal waren weggestorven, zei Olivia stijf: ‘U wilde me spreken?’ ‘Ja. Ga zitten, alstublieft.’ Lord Bradleys stem klonk vormelijk en vastbesloten. Hij vouwde zijn handen op het glanzende blad van zijn bureau.‘Ik heb gehoord wat u de laatste tijd hebt gedaan en ik moet zeggen dat het me verbaast.’ ‘Het stelde niets voor. Echt niet,’ stamelde ze en ze bloosde bij de gedachte dat ze erop was betrapt dat ze met de staljongen in een kast was betrapt. ‘Er is niets gebeurd.’ ‘Niets? Kom nou, juffrouw Keene. Al het personeel heeft het erover. Ik heb uw bezigheden vanochtend zelf vanachter dit raam gadegeslagen.’ De moed zonk Olivia in de schoenen. ‘Meent u dat?’ 122
3epr08072011Destille.indd 122
07-07-11 21:15
‘Jazeker. Mevrouw Howe is erg onder de indruk en ik moet zeggen dat ik dat zelf ook ben.’ Hij zweeg. ‘Ik zie dat ik u verlegen maak.’ Zijn stem werd zachter en in zijn ogen kwam een mildere blik. ‘Ik heb u hier alleen maar naartoe laten komen om u te bedanken dat u de zorg voor de kinderen zo bewonderens waardig op zich hebt genomen. U doet veel meer dan er van een kindermeisje wordt verwacht. Ik waardeer het ten zeerste, vooral omdat ze op het ogenblik geen gouvernante hebben.’ Hij pakte een brief van zijn bureau en gaf die haar. ‘En ik wilde u deze geven.’ De brief was aan haar geadresseerd en tot haar verbazing was het zegel niet verbroken. Hij had hem niet gelezen. Ze vouwde het papier open en las de inhoud vluchtig. De brief was geschreven in het reumatische handschrift van een oudere vrouw. Juffrouw Keene, Op dit moment zijn we niet van plan iemand aan te nemen. Ook is er niemand langs geweest om naar u te vragen. Hoogachtend, Juffrouw Kirby, hoofdonderwijzeres School voor Meisjes, St. Aldwyns Uit het briefje spraken geen warme herinneringen aan de vroegere vriendschap met haar moeder en helemaal niets waar uit bleek dat de briefschrijfster erkende dat die had bestaan. Had haar moeder te veel vertrouwen in haar kennis gehad? ‘Nog vooruitzichten op een betrekking?’ vroeg hij schijnbaar onbezorgd. Ze schudde haar hoofd. ‘En hebben ze uw moeder verteld waar ze u kan vinden?’ Opnieuw schudde ze haar hoofd, zich afvragend waardoor haar moeder was opgehouden. ‘Misschien is het maar beter zo.’ Hij schraapte zijn keel. ‘Ik heb mevrouw Hinkley gevraagd u een halve dag per week vrij te geven – hoewel ik u nog steeds moet vragen op het landgoed 123
3epr08072011Destille.indd 123
07-07-11 21:15
te blijven. Ik besef dat hier niet veel te beleven valt voor een jonge vrouw, vooral in deze tijd van het jaar niet, maar…’ ‘Dat vind ik niet erg,’ onderbrak Olivia hem en ze glimlachte moeizaam. ‘Ik kan in mijn eentje een wandeling op het landgoed gaan maken of op mijn kamer blijven en wat lezen. Er staan verschillende boeken in het klaslokaal. Als ik die mag gebruiken, tenminste.’ Hij knikte. ‘Gaat u vooral uw gang.’ ‘Dank u, mijnheer.’ Ze rechtte haar rug en haalde diep adem. ‘Ik verheug me erop. Wanneer krijg ik mijn halve dag? Op zondag?’ Zijn glimlach kreeg iets geforceerds. ‘Heeft Ross zijn halve dag niet op zondag?’ Ze aarzelde en knikte toen. ‘Dan is de uwe op woensdag.’
a Toen ze maandag de kinderen meenam voor een wandeling om het heesterpark, ving Olivia een blik op van lord Bradley, die langs de stenen schuur met tuingereedschap liep en vervolgens achter een houten gebouwtje ernaast verdween. Ze had de kinderen graag willen vragen waar het gebouwtje voor diende, maar omdat dat niet kon, nam ze hen er mee naartoe. Ze liepen de hoek om en zagen lord Bradley de twee treden naar de deur op lopen, met zijn vinger over een barst in het enige raam strijken en vervolgens naar de deurknop reiken.Toen hij hen in het oog kreeg, trok hij met een ruk zijn hand terug en ging met zijn rug naar de gesloten deur staan. Tegen zijn gewoonte in begroette hij zijn neefje en nichtje niet met een glimlach. ‘Dag, Andrew. Audrey.’ Hij sprak haar niet aan en legde ook niet uit waarom hij daar stond of wat hij ging doen. ‘De tuinman heeft zojuist ontdekt dat er een witte kat onder het houtschuurtje woont,’ zei hij tegen de kinderen. ‘Hij heeft 124
3epr08072011Destille.indd 124
07-07-11 21:15
één groen oog en één blauw. Als jullie opschieten, kan hij hem jullie vast wel laten zien.’ Audrey en Andrew hadden geen verdere aansporing nodig en renden snel weg. Olivia wachtte nog even, zich afvragend of hij iets zou zeggen als de kinderen buiten gehoorsafstand waren. In plaats daarvan bleef hij met zijn armen over elkaar staan en staarde hij uitdagend op haar neer. ‘Kunt u niet beter achter de kinderen aan gaan?’ Gepikeerd draaide ze zich om en liep weg in de richting waaruit ze gekomen was. Juist toen ze de hoek om ging, zag ze lord Bradley het gebouwtje binnenglippen en stevig de deur achter zich dichtdoen. De boodschap was helder. Ze waren hier niet welkom.Wat deed hij daar binnen? Was hij alleen? Ze stond in de verleiding om als de spion die ze volgens hem toch al was door het raam te gluren, maar toen ze aan zijn uitdagende blik dacht, onderdrukte ze de neiging.
a Toen Olivia de kinderen de volgende dag voor hun paardrijles bij de stallen afleverde, was lord Bradley nog niet terug van zijn ochtendrit, dus leidde Johnny de kinderen weer aan leidsels om het erf. Even later kwam lord Bradley op zijn zwarte paard aan galopperen. Hij hield het dier in, zwaaide zijn been over het zadel om af te stijgen en bond het paard aan het hek. Zijn ogen gingen over het erf. ‘Wat voert Ross uit? Dit paard moet goed worden geborsteld.’ ‘Wilt u mij soms laten zien hoe dat moet?’ Een sardonische wenkbrauw ging omhoog. ‘Neemt u uw vrijer weer in bescherming?’ Zonder aandacht aan zijn woorden te besteden, zei ze eerlijk: ‘De gedachte om op zo’n prachtige herfstdag naar binnen te gaan, benauwt me. Ik zou graag hier blijven en het proberen.’ 125
3epr08072011Destille.indd 125
07-07-11 21:15
Hij aarzelde. ‘Hebt u het al eens eerder gedaan?’ ‘Nee. Maar u zult merken dat ik snel leer.’ ‘Goed dan.’ Hij ging de tuigkamer binnen en kwam direct weer terug. Hij gaf haar een borstel en trok het riempje ervan strakker aan over de rug van haar hand. Hij legde zijn vrije hand op de schoft van het paard, tilde met zijn andere hand de hand waarmee ze de borstel vasthield op en begon samen met haar te borstelen tot ze gehypnotiseerd raakte door het ritme en de stevige greep van zijn hand op de hare. Ze kon de warmte van zijn lichaam achter haar bijna voelen, hoewel hij alleen haar hand maar aanraakte. Hij kuchte. ‘Zo, volgens mij hebt u de beweging wel onder de knie.’ Hij deed een stap naar achteren en ze had het gevoel dat de prachtige herfstdag plotseling kil werd. Lord Bradley leunde tegen de muur van de stal en keek haar sluw aan. Hij klopte met zijn knokkels op de verborgen deur en veroorzaakte een hol geluid. ‘Ik begrijp dat u de geheime kast hier hebt ontdekt.’ Ze hief met een ruk haar hoofd op en keek hem aan. ‘Ja, ik weet ervan. Ik liep als jongetje onze oude beheerder in de weg toen hij hem bouwde. Ik denk dat hij een kast wilde waar hij uiltjes in kon knappen of misschien wel voor privé afspraken. Daar is hij heel geschikt voor, vindt u niet?’ Hij observeerde haar nauwlettend. Hij zag ongetwijfeld de blos die zich over haar wangen verspreidde. ‘Andrew zei gisteravond dat u zich met de staljongen in de stallen verstopte. U hebt hier samen gezeten, nietwaar?’ ‘Heel even maar,’ fluisterde ze terwijl ze zich afvroeg of hij zijn aanbod van een halve vrije dag zou intrekken. ‘En mag ik weten wat u deed tijdens dat moment alleen in het donker?’ ‘Niets.’ ‘Waarom betwijfel ik dat?’ ‘Misschien neemt u aan dat ik dezelfde verkeerde bedoelingen heb als u.’ 126
3epr08072011Destille.indd 126
07-07-11 21:15
‘Touché.’ Hij hief een verzoenende hand op. ‘Vergeef me, juffrouw Keene. Ik bedoelde er niets kwaads mee.’ ‘Ik kan maar beter teruggaan naar de kinderkamer.’ Ze liet de borstel vallen, draaide zich om en beende weg. Ze had het warm en koud tegelijk.
127
3epr08072011Destille.indd 127
07-07-11 21:15
13
De timmerman van het landgoed maakte vaak speelgoed voor de kinderen in de kinderkamer en meubels voor het huis. Ook repareerde hij dingen. Upstairs & Downstairs, Life in an English Country House
Op de eerste woensdagmiddag van december liet Olivia de kinderen achter onder de hoede van Becky en juffrouw Peale, trok haar cape en handschoenen aan en ging door de achterdeur naar buiten. Terwijl ze om het huis heen naar de tuin liep, zag ze lord Bradley weer met zijn jas aan en zijn hoed op achter het bij gebouwtje bij de schuur met tuingereedschap verdwijnen. Gedreven door nieuwsgierigheid volgde ze hem om het gebouw heen. Daar stond lord Bradley naast een handwerksman die zijn tas met gereedschap inpakte. De beide mannen stonden even stil, hun ogen op een helder raampje gericht alsof het een kunstwerk was. Daarna hief de handwerksman zijn hand op in een groet en draaide zich om om te vertrekken. Het nieuwe raam was beslist in betere staat dan de rest van het houten gebouwtje, waar het ook voor mocht dienen. Zich afvragend hoe ze dit keer zou worden bejegend, fluisterde ze: ‘Mijnheer?’ Hij keek haar met lichte verbazing aan. ‘Juffrouw Keene. Wat is er? Is alles goed met de kinderen?’ ‘Ja, mijnheer. Ik heb mijn halve dag vrij.’ ‘Aha.’ Hij knikte. ‘Dat was de glazenmaker die u net zag. Hij heeft deze ruit vervangen.’ Hij deed een stap naar de deur. ‘Wat is dit voor gebouwtje?’ 128
3epr08072011Destille.indd 128
07-07-11 21:15
Hij aarzelde op de drempel en keek haar toen over zijn schouder aan. ‘Kom binnen en kijkt u zelf maar.’ Ze vroeg zich af of dat wel gepast was, maar nieuwsgierigheid – en het verlangen te praten met de enige persoon met wie dat mocht – kregen de overhand op haar gevoel voor fatsoen. Ze volgde hem naar binnen. ‘Het is maar een kleine timmermanswerkplaats,’ zei hij. ‘Een werkruimte.’ De zon scheen door het nieuwe raam naar binnen en ver lichtte het interieur van onafgewerkt hout. Een lamp brandde op de werktafel, waarop een groot voorwerp stond dat was afgedekt met een doek. Een klein kacheltje in de hoek verwarmde de ruimte. Gereedschap hing netjes aan haken aan de muur en eronder lagen planken van verschillende afmetingen opgestapeld. Een stoel, die half gerepareerd was, stond in een hoek. De ruimte rook naar schaafkrullen, rook en naar hem en ze vond het een heel prettige geur. Lord Bradley trok zijn jas uit en hing hem aan een haak. Ze verbaasde zich opnieuw toen hij een leren schort om zijn middel bond. ‘Onze vorige beheerder deed veel timmerwerk.’ Lord Bradley keek om zich heen. ‘Ik kwam hier als kind bij hem zitten en volgde hem over het landgoed als hij aan het werk was. Ik heb een kleine bijdrage – en veel splinters – geleverd aan de bijgebouwen en het prieel en natuurlijk aan de stallen die er nu staan en waar u zo van houdt.’ Hij schonk haar een betekenisvolle blik, maar ze wendde snel haar ogen af. Hij zuchtte. ‘Toen overleed Matthews en ik ging naar kostschool en deze werkplaats raakte in onbruik.’ ‘Hij ziet er niet verlaten uit.’ ‘Ik heb hem schoongemaakt en opgeknapt.’ Hij pakte een schaaf en begon hem over een blank stuk hout te halen. ‘Matthews’ gereedschap lag hier nog… een schat voor een man als ik.’ 129
3epr08072011Destille.indd 129
07-07-11 21:15
‘Wat bent u aan het maken?’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Kerstcadeautjes. Een cricket slaghout voor Andrew en blokken voor Alexander. Maar er lij ken er een paar zoek te zijn.’ Hij knikte naar het voorwerp onder de doek. ‘En iets voor Audrey. Tenminste, dat probeer ik. Ik wil u vragen dat geheim te houden, want ik ben het timmeren bijna verleerd en ik wil de kinderen niet teleurstellen als mijn werk mislukt.’ Nog een geheim dat ze moest bewaren… Ze keek belangstellend naar het werkstuk onder het kleed. ‘Mag ik in ieder geval even gluren?’ Hij begon zijn hoofd te schudden, aarzelde toen en keek haar met een twinkeling in zijn blauwe ogen aan. ‘Weet u, ik kan wel een handlanger gebruiken.’ ‘Een handlanger?’ zei ze en haar stem klonk wat scherper dan haar bedoeling was, omdat ze vermoedde dat hij weer op haar ‘misdaad’ zinspeelde. Hij hief sussend zijn hand op.‘Verkeerde woordkeuze. Maar… u bent vroeger toch een klein meisje geweest?’ ‘Uiteraard.’ ‘En naait u?’ Haar enthousiasme verflauwde snel. ‘Wilt u dat ik naaiwerk doe?’ ‘Laat maar.’ Ze zuchtte. ‘Vergeef me. Ik zei het alleen maar omdat ik nu al flink wat naaiwerk heb ’s avonds. Ik help Becky met het verstellen van de kinderkleren – vooral Andrews kousen en de knieën van zijn broeken. Maar als ik iets voor u moet verstellen…’ ‘Niet verstellen, maar maken.’ ‘Wat dan?’ Ze keek naar de stoel in de hoek. ‘Een kussen voor uw stoel of…’ Hij volgde haar blik. ‘Geen gek idee. Maar het gaat niet om die stoel.’ Hij hield zijn duim en wijsvinger twee centimeter van elkaar. ‘Kunt u een kussen, laten we zeggen, ongeveer zo groot maken?’ 130
3epr08072011Destille.indd 130
07-07-11 21:15
Ze keek onzeker. ‘Voor een muis?’ Hij hield zijn hoofd schuin.‘U stelt me teleur, juffrouw Keene.’ Zijn blauwe ogen fonkelden terwijl hij de doek van het grote voorwerp op de werktafel trok. ‘Hebt u geen fantasie?’ Hij onthulde een drie verdiepingen tellend poppenhuis, een schaalmodel van een herenhuis dat erg op Brightwell Court leek. Olivia hield van verbazing haar adem in. ‘Hebt u dit gemaakt?’ ‘Uw vertrouwen verwondert me.’ ‘Het is prachtig. Echt waar.’ ‘Denkt u dat Audrey het mooi zal vinden?’ ‘Hoe zou ze het niet mooi kunnen vinden?’ zei Olivia hoewel ze zich in feite afvroeg of Audrey niet een beetje te oud werd voor poppen.Toch leek het haar dat elk meisje versteld zou staan van zo’n cadeau. Ze trok aan een tekening die onder het huis uitstak en vouwde het zware papier open om het geheel te zien: een gedetailleerd ontwerp van het poppenhuis met afmetingen op schaal. ‘Hebt u dit ook getekend?’ ‘Ja. Dus… doet u het?’ Ze maakte haar blik los van de indrukwekkend getekende plattegrond. ‘Hmm?’ ‘Helpt u me wat gordijntjes en kussentjes en beddengoed en dergelijke te maken?’ Ze keek naar hem op, verbaasd en ontroerd dat hij er zoveel tijd aan besteedde om kinderen blij te maken die de zijne niet waren. ‘Met plezier, mijnheer.’ Hij glimlachte naar haar. Zijn lippen werden zachter terwijl zijn blik zich op haar mond leek te richten. Ze haalde adem en draaide zich om naar het poppenhuis. ‘Hier is de kinderkamer,’ zei ze snel. ‘Maar mijn kamer hebt u weggelaten, hoewel u er bent geweest.’ Ze kreeg een kleur toen het tot haar doordrong wat ze had gezegd. Hij kwam naast haar staan en boog zich naar haar toe terwijl ze beiden deden alsof ze zijn werk bewonderden. Ze voelde zijn 131
3epr08072011Destille.indd 131
07-07-11 21:15
ogen op haar profiel rusten en wist dat hun gezichten maar nauwelijks tien centimeter bij elkaar vandaan waren. Een lange krul raakte los uit haar kapsel, een gordijn dat tussen hen in viel. Hij streek langzaam met zijn vinger langs haar slaap en duwde de lok achter haar oor. Haar hart bonsde en haar huid prikte onder zijn aanraking. Als ze haar gezicht ook maar iets naar hem toe draaide, raakten haar lippen misschien de zijne. Wilde ze dat? Wilde hij het? De deur van de timmerwerkplaats ging krakend open en Olivia schrok. Naast haar ging lord Bradley met een ruk overeind staan. Croome stond in de deuropening, zijn ogen wantrouwig half dichtgeknepen, een dode vogel in zijn hand. ‘Ja? Wat is er?’ vroeg Bradley ietwat uitdagend. De man keek van lord Bradley naar Olivia. ‘Ik zag de deur hier openstaan en dacht dat er een das of een zwerver naar binnen was gegaan.’ Hij keek Olivia indringend aan. Lord Bradley antwoordde: ‘Zoals u kunt zien, is dat niet het geval.’ Croome keek nog even naar Olivia en liet zijn blik toen door de ruimte gaan. ‘Gebruikt u de werkplaats van de oude Matthews weer?’ ‘Ja, zoals u ziet.’ Croome keek naar het keurig gerangschikte gereedschap, het zaagsel, het werk dat werd verricht. ‘Hebt u een reden om daar bezwaar tegen te maken, mijnheer Croome?’ vroeg lord Bradley scherp. De borstelige wenkbrauwen gingen omhoog. ‘Het is mijn zaak niet.’ ‘Precies.’ ‘Ik ben rattenvallen aan het zetten in de bijgebouwen. Wilt u er hier ook een?’ ‘Graag, mijnheer Croome.’ Hij richtte zijn ogen nog een keer op Olivia. ‘Pas op dat u er niet intrapt.’
132
3epr08072011Destille.indd 132
07-07-11 21:15
Toen juffrouw Keene de werkplaats uitliep, haalde Edward diep adem en probeerde zichzelf weer in de hand te krijgen. Hij wilde en zou zich niet tot haar aangetrokken voelen. Hij zag juffrouw Harrington in zijn verbeelding en herinnerde zichzelf eraan dat hij haar met Kerst ongetwijfeld zou zien. Kerst… Zijn geschenken zouden nooit op tijd klaar zijn als hij zichzelf belachelijk bleef maken met een kindermeisje. Hij werd al net zo erg als Felix. Hij dwong zichzelf zijn aandacht weer op de blokken voor Alexander te richten. Hij had er tien gemaakt. Dat wist hij zeker, want hij had de cijfers 1 tot en met 10 er tamelijk grof in gebeiteld en op het vlak ertegenover de letters A tot en met J. Ze leken zoek. Zijn hersenen waren in zaagsel veranderd door zo dicht bij die vrouw te staan. Waar had hij ze neergelegd? Op dat moment klopte Osborn op de deur en kondigde aan dat George Linton net was gearriveerd. ‘Is mijnheer thuis voor bezoekers?’ Edward had de neiging te kreunen, maar hij beheerste zich en maakte zijn schort los. Het werk – en het zoeken – zou moeten wachten.
a Judith keek die avond van de overkant van de tafel naar hem terwijl ze haar kapoen sneed. Ze begon hun tafelconversatie zoals ze dat vaak deed door op te merken dat het uitzonderlijk mooi weer was geweest en kon hij geloven dat het al december was? Terwijl hij gedachten aan juffrouw Keene uit zijn hoofd zette, mompelde Edward iets instemmends, maar hij wist dat hij er met zijn hoofd niet bij was. Hij vond het nog steeds vreemd om alleen met Judith te dineren nu zijn ouders weg waren en Felix terug was naar Oxford. Het leek hem dat hij toch ondertussen wel aan Judiths gezelschap gewend zou moeten zijn. Ze had sinds Dominicks begrafenis, nu ruim een jaar geleden, bij hen ingewoond. Judiths moeder, die in een klein huis in Swindon 133
3epr08072011Destille.indd 133
07-07-11 21:15
woonde, had deze oplossing voorgesteld en lord Brightwell had snel toegestemd en zijn huis voor zijn toen zwangere nicht en haar twee stiefkinderen opengesteld. ‘Ik heb George Linton gesproken toen hij voor jou langs kwam,’ zei Judith. ‘Wat wilde hij?’ ‘Opscheppen met zijn nieuwe jachtopziener.’ Edward vermoedde dat het bezoek maar een voorwendsel was geweest om Judith te kunnen zien. George bewonderde haar al sinds zijn jeugd tevergeefs. Ze probeerde een ander onderwerp. ‘Dominicks moeder heeft me geschreven en gevraagd of ik al een nieuwe gouvernante voor Audrey en Andrew heb aangenomen.’ Ze zweeg even om een slokje wijn te nemen. ‘Ik denk dat het wel zal moeten, maar ik zie ertegenop. Straks krijg ik hier weer zo iemand als juffrouw Dowdle. Die vond dat ze een betere opleiding dan ik had en van dezelfde stand was, al was ze dan in financiële problemen geraakt. Ze wilde met ons dineren, onze feesten bijwonen en de mannelijke leden van de familie verleiden.’ Ze stopte een klein stukje kapoen in haar mond. ‘Je hebt gezien hoe ze met Felix omging. Ik was enorm opgelucht toen juffrouw Dowdle vertrok. En niet alleen omdat ze zo streng voor Audrey en Andrew was. Ze had zelfs het lef me te vertellen hoe ik de kinderen moest opvoeden.’ Edward sprak haar niet tegen. Ook hij was niet bepaald gecharmeerd geweest van juffrouw Dowdle en had zich zorgen gemaakt over de gevolgen die Felix’ geflirt kon hebben. Toen het tot hem doordrong dat hij het te lang aan Judith had overgelaten om de conversatie op gang te houden, veegde hij zijn mond af aan een linnen servet en bracht een nieuw onderwerp ter sprake. ‘Wat doen we met Kerst?’ Judith beet een stukje van een bonbon en zei bedachtzaam: ‘Ik denk dat we het vanwege de kinderen wel op de een of andere manier moeten vieren.’ ‘Dat ben ik met je eens. Maar laten we dit jaar niet te veel gasten uitnodigen.’ 134
3epr08072011Destille.indd 134
07-07-11 21:15
Judith knikte instemmend. Zich bewust van de afwezigheid van lord en lady Brightwell maakten ze samen plannen voor een kleiner gezelschap dan gewoonlijk. Geen verre familie. Geen vrienden uit Londen. Ze zouden alleen hun buren vragen – George Linton, zijn zus Charity en hun ouders – de dominee en zijn zus en admiraal Harrington en zijn dochter. Edward zou ook de zussen van zijn vader uitnodigen, hoewel hij betwijfelde of zijn ongetrouwde tantes in deze tijd van het jaar de reis van de kust naar het landgoed zouden maken. En Judith zou haar moeder uitnodigen, hoewel ze meende dat die van plan was de Kerst bij vrienden in Bath door te brengen. ‘Maar Felix komt uiteraard,’ voegde Judith eraan toe. Edward knikte. ‘Wanneer arriveert hij?’ ‘Wie zal het zeggen met Felix? Maar de zoete pasteitjes van mevrouw Moore wil hij niet missen, net zo min als de kans langer te blijven dan hij welkom is.’ Edward zuchtte inwendig. Dat was waar hij bang voor was.
135
3epr08072011Destille.indd 135
07-07-11 21:15
14
Ik ben druk bezig geweest een waardige Kerst voor te bereiden. Mijn rundvlees en zoete pasteitjes zijn klaar (mijn arme buren krijgen daar hun deel van) en mijn hulst en maretakken heb ik verzameld. Brief uit A Wife, a Mother, and an Englishwoman, Examiner, 1818
Olivia sloeg de metamorfose van Brightwell Court met ontzag en verrukking gade. Mevrouw Hinkley versierde met hulp van de dienstmeisjes en de deurjongen de schoorsteenmantels, de ramen en de deurposten met in elkaar gedraaide stengels rozemarijn, laurier, klimop en taxus. Daarna bevestigde de huishoudster een lange slinger van hulst langs de statige trap. Al snel hing de kruidige geur van groen in het hele herenhuis. Doris, die altijd plannetjes uitbroedde, hing een kusboog en een bos maretakken boven de drempel van de bediendenkamer. Mevrouw Hinkley had boven zulke decoraties verboden voor alle kamers die vrij toegankelijk waren uit vrees dat de dominee zijn wenkbrauwen zou optrekken bij het zien van die heidense traditie. In de kinderkamer liet Olivia de kinderen zien hoe ze sterren en slingers uit zijdevloeipapier en goudpapier konden knippen. Ze versierden er hun eigen haard en muren mee. Ze wilde dat ze wat kleine cadeautjes voor de kinderen kon kopen en ook voor mevrouw Moore. Volgend jaar misschien, dacht ze en wees zichzelf toen snel terecht. Volgend jaar zou ze niet meer op Brightwell Court zijn. Haar moeder kon haar elk moment komen opzoeken en alleen God wist waar ze de volgende Kerst zou zijn. In haar vrije momenten, als de kinderen andere dingen deden 136
3epr08072011Destille.indd 136
07-07-11 21:15
of sliepen, was Olivia stiekem met een schaar, spelden en naald en draad in de weer en naaide ze miniatuur beddengoed, gordijntjes en kussentjes voor het poppenhuis. Ze maakte een piepkleine borduurring van een reepje balsahout en maakte kleine draadjes stopwol van borduurzijde. Ze schilderde een paar kleine landschapjes met de spullen uit het schoollokaal en lijstte ze in met oude schoengespen. Ze betrok zelfs Audrey erbij zonder dat die het wist. Ze gaf haar een heel klein stukje schilderdoek en stelde voor dat ze een van de motieven op de muren van de kinderkamer zou naschilderen. Audrey bracht zo een plezierige middag door zonder in de gaten te hebben waar ze mee bezig was. Toen het weer dat toeliet, bracht Olivia de kleine geschenkjes in de zak van haar cape naar de timmerwerkplaats, waar lord Bradley ze wel zou vinden. Ze voelde zich zowel opgelucht als teleurgesteld dat hij er niet was om ze aan te nemen. Ze hoopte dat hij er blij mee zou zijn en ze stelde zich voor hoe zijn ene mondhoek in een scheve glimlach omhoog zou trekken. Op een ochtend had ze het plezier die glimlach te zien. Ze klopte zacht en toen ze binnenkwam, zag ze dat hij zat te kijken naar een van de houten blokken die hij voor Alexander had gemaakt. ‘Ah, juffrouw Keene,’ zei hij. ‘Ik zat juist aan u te denken.’ Er schoot een tinteling door haar heen. Dacht hij goed over haar of…? ‘Ik ben een paar blokken kwijt die ik voor Alexander had gemaakt. Hebt u ze soms gezien?’ ‘Nee.’ Ze antwoordde zonder erbij na te denken.Toen merkte ze dat hij nog naar haar zat te kijken alsof hij probeerde te peilen of ze oprecht was. Het kwetste haar. ‘U beschuldigt me er toch niet van…’ Hij hief sussend zijn hand op. ‘Ik vroeg me alleen af of u mis schien had gezien dat ik ze op een vreemde plaats legde of dat u ze ongemerkt hebt opgepakt terwijl u een klos katoen of iets dergelijks pakte.’ ‘Nee.’ 137
3epr08072011Destille.indd 137
07-07-11 21:15
Hij knikte, maar bleef verstrooid de werkplaats afzoeken. Teleurgesteld legde ze de kleine schilderijtjes en tapijtjes die ze had gemaakt op de werktafel. Ze draaide zich om en wilde weggaan. Zijn stem hield haar bij de deur tegen. ‘Deze zijn prachtig, juffrouw Keene. Erg mooi. En die kussentjes passen precies op de sofa. Knap gemaakt.’ Ze boog haar hoofd als dank voor zijn compliment, maar merkte dat haar plezier was bedorven door het knagende gevoel dat hij onmiddellijk had aangenomen dat zij – overtreedster, luistervink, dievegge – verantwoordelijk was voor het ontbreken van de blokken.
a Toen Olivia de dag voor Kerst haar bed eenmaal had opgemaakt en zich had gewassen en aangekleed, trok ze haar la open en haalde vanonder een zakdoek het beursje van haar moeder tevoorschijn. Ze pakte de verzegelde brief en hield hem tegen het zwakke ochtendlicht dat door haar raam viel. Ze kon niets onderscheiden. Ze keek nog eens naar het handschrift op de buitenkant en streek met haar vingers over de fijne lettertjes die haar moeder had geschreven. Ze legde de brief neer en pakte het oude krantenknipsel. Het drong tot haar door dat dit de aankondiging van het huwelijk van zijn vader was en niet van dat van de huidige lord Bradley, zoals ze aanvankelijk had gedacht. Lord Bradley was kennelijk de titel die de oudste zoon gebruikte totdat zijn vader stierf. Die zoon werd daarna de volgende graaf, de volgende lord Brightwell. Ze vroeg zich opnieuw af waarom haar moeder de aankondiging had bewaard. Iemand klopte op haar deur en deed hem open voordat Olivia kon opstaan. Ze deed snel het beursje dicht en toen ze opkeek zag ze mevrouw Howe, die met opgetrokken wenkbrauwen naar haar keek. Olivia stond met bonzend hart op. Wat had ze gedaan? 138
3epr08072011Destille.indd 138
07-07-11 21:15
Pas toen zag ze de jurk die over Judith Howes arm hing. Er moest vast een kantje of een zoom van worden vastgenaaid. ‘Goedemorgen, juffrouw Keene.’ Olivia vroeg zich af waarom haar werkgeefster haar zo aansprak, maar het kennelijke teken van respect deed haar plezier. ‘Het is me opgevallen dat u maar één japon hebt.’ Olivia voelde dat haar lippen van elkaar gingen. Ze keek omlaag in de hoop zo haar blozende wangen te verbergen. Had ze de familie in verlegenheid gebracht? Mevrouw Howe vervolgde: ‘Omdat het Kerst is, wilde ik u een van mijn eigen japonnen geven.’ Een afgedankte jurk? Olivia’s trots kwam in opstand. Mevrouw Howe tilde de donkerblauwe japon van haar arm. ‘Ik zal deze nooit meer dragen. Als mijn rouwtijd eenmaal voorbij is, heb ik een compleet nieuwe garderobe nodig.’ De aangeboden jurk paste goed bij Olivia’s positie. Ze kon zich nauwelijks voorstellen dat mevrouw Howe voordat haar man overleed zo’n zedige, saaie japon had gedragen. Olivia had opnieuw de neiging hem uit trots te weigeren, maar haar praktische aard dwong haar hem aan te nemen. Het was tenslotte Kerst. En had het haar niet gekwetst toen Croome had geweigerd wat zij hem had aangeboden? Ze schonk mevrouw Howe een glimlachje, maakte een reverence en stak haar handen uit om het geschenk te aanvaarden.
a Later die middag bleef Olivia stilstaan bij het hoge raam in de hal bij de voordeur omdat ze buiten het geluid van paardenhoeven en een koets hoorde. Het was niet de koets van Brightwell, maar een reiskoets. Ze keek hoe een huisknecht in livrei een elegante jongedame met een grote, rijk versierde hoed en een met bont afgezette mantel hielp uitstappen. Achter haar volgde een vrouw met een bescheiden uiterlijk die de mantel van de dame recht trok nadat ze was uitgestapt. Haar kamermeisje, ongetwijfeld. 139
3epr08072011Destille.indd 139
07-07-11 21:15
Wie was die dame? Iemand die was uitgenodigd om Kerst met de familie te komen vieren, natuurlijk, maar wie? Ze had Judith aan Audrey horen uitleggen dat Kerst dit jaar minder groots zou worden gevierd dan anders. Lord Bradley zou in zijn vaders plaats de gasten ontvangen terwijl Judith, zo vermoedde Olivia, de rol van gastvrouw op zich zou nemen. Iemand pakte haar arm vast en Olivia schrok, maar het was Doris maar met een plumeau in haar hand. ‘Kom, lieverd,’ fluisterde ze. ‘Ze willen niet dat jij hun gasten begroet.’ Ze trok Olivia in een kast vlakbij hen juist op het moment dat Hodges de hal in kwam lopen en de voordeuren opendeed. Dory trok de kastdeur zover dicht dat hij nog maar op een kiertje openstond en gluurde de hal in waar de gasten welkom werden geheten. Mismoedig keek Olivia over Dory’s schouder hoe de elegante, jonge vrouw langzaam haar cape losknoopte. Ze was lang, had karamelkleurig haar, fijne gelaatstrekken en grote, bruine ogen. Toen haar cape los was, nam Hodges hem van haar aan. Haar ivoorkleurige jurk had een laag uitgesneden lijfje bestikt met kleine kraaltjes. Een grote camee hing om haar hals en met schitterende edelstenen bezette armbanden sierden haar polsen die door handschoenen waren bedekt. ‘Wie is dat?’ fluisterde Olivia bijna. Maar voordat ze die misstap beging, zei Doris zacht: ‘Dat is juffrouw Harrington. Wat is ze mooi, hè? Haar vader is admiraal en heel rijk. Ze zeggen dat lord Bradley met haar gaat trouwen vanwege haar bruidsschat, ook al is ze beneden zijn stand.’ Rijk en mooi… De gedachte knelde als een te krappe schoen. Olivia bewoog onrustig achter de deur. Misschien was juffrouw Harrington de belangrijke kwestie die lord Bradley had ge noemd, de zaak waarover snel beslist moest worden en die ingewikkeld kon worden door geruchten en onthullingen. Plotseling trok Hodges de kastdeur open en Olivia onderdrukte een kreetje van schrik. Dory legde haar vinger op haar 140
3epr08072011Destille.indd 140
07-07-11 21:15
lippen. De man leek enigszins verbaasd hen daar aan te treffen, maar Doris en Olivia drukten zich tegen de muur en hij hing de mantel van de dame naast hen op. Daarna draaide hij zich om en deed zonder een woord te zeggen de kastdeur dicht. Ze zouden ongetwijfeld later een uitbrander krijgen. ‘Maak je geen zorgen, moppie,’ fluisterde Doris. ‘Ze kunnen je niets verwijten. Dienstmeisjes horen zichzelf onzichtbaar te maken.’ Doris duwde de deur weer een kiertje open en zag dat lord Bradley ook naar de hal was gekomen. Hij boog voor juffrouw Harrington en nam haar handen in de zijne. ‘Waar is de admiraal?’ vroeg hij. ‘Die brengt een paar dagen bij een zieke oom door, maar hij stond erop dat ik hierheen ging zoals we hadden afgesproken.’ ‘Daar ben ik blij om,’ glimlachte lord Bradley hartelijk en Olivia’s maag kromp ineen. Hij bood juffrouw Harrington zijn arm aan en leidde haar uit het zicht. Terwijl ze hen nakeek, zei Doris met een zucht: ‘Jammer dat ze zo leeghoofdig is als een albasten borstbeeld. En nog ongeveer even zachtaardig ook.’ Olivia wist dat ze moest hopen dat dat niet waar was. Al snel daarna arriveerden de familie Tugwell en de familie Linton om een feestelijke avond bij de open haard door te brengen. Toen Olivia Audrey en Andrew naar de zitkamer bracht, bleef ze even op de drempel staan om de kamer te bewonderen. Op de muren waren panelen aangebracht die waren overtrokken met rode en groene zijde. Daarop hingen portretten in vergulde lijsten.Voor de hoge ramen hingen bijpassende gordijnen en de stoelen en sofa’s waren met zwaar, appelgroen fluweel bekleed. Kaarsen en kristallen kroonluchters schitterden en werden weerkaatst in de grote spiegel boven de marmeren schoorsteenmantel. De jongens van de familie Tugwell stonden dicht bij elkaar rond een kaarttafeltje en begonnen net aan een spelletje Sinaasappels en Citroenen terwijl de volwassenen voor een 141
3epr08072011Destille.indd 141
07-07-11 21:15
laaiend haardvuur theedronken. Mijnheer Tugwell glimlachte hartelijk naar Olivia vanaf de overkant van het vertrek, maar de kille blik van zijn zus bedierf het prettige moment. Olivia herkende de oude mijnheer Linton als de jachtmeester en zijn stevige zoon George als de onvriendelijke ruiter op de ruin, maar ze wist dat het onwaarschijnlijk was dat de mannen haar zouden herkennen. Ze draaide zich om en wilde naar boven gaan toen Judith Howe haar vroeg te blijven om de kinderen op de piano te begeleiden. Mijnheer Tugwells oudste zoon Amos was thuis van kostschool en hij zong met zijn vier jongere broers een fraaie, meerstemmige versie van Komt allen tezamen. Olivia kreeg er onder het spelen tranen van in haar ogen. Audrey en Andrew, die heel mooi waren aangekleed voor de gelegenheid, zongen De herder tjes lagen bij nachte. Hun enthousiasme deed niet onder voor dat van de broertjes Tugwell, hun talent echter wel. Toen ze uitgezongen waren, bracht Osborn een blad met kerstversnaperingen binnen: smient, ingemaakte gember, appeljam, sandwiches en pasteitjes. De volwassenen dronken gekruide cider en grog en de kinderen melkpunch en syllabub. Olivia kon de heerlijke, zoete drankjes die haar moeder altijd maakte bijna proeven, hoewel haar nu niets werd aangeboden. Olivia’s Kerst thuis was altijd veel ingetogener geweest, maar toch miste ze de gezelligheid van het feest zoals ze dat vroeger vierde. Dan zat ze met haar vader en moeder om de haard kastanjes te poffen, te praten en kleine cadeautjes open te maken. Hun vader bleef meestal de hele avond bij hen. Met Kerst ging hij zelden naar de The Crown and Crow. Soms gaf hij toe als haar moeder aandrong dat hij Komt allen tezamen zong en dan verbaasde Olivia zich altijd over zijn mooie, trieste stem. Waren al hun dagen maar zo prettig geweest. Audrey smeekte om een kerstbal. Ze zei dat ze vorige jaar ook hadden gedanst en vroeg of het dit jaar niet weer mocht. Uiteindelijk gaven de volwassenen toe en stonden op. Lord Bradley, Felix, George Linton en mijnheer Tugwell zetten snel 142
3epr08072011Destille.indd 142
07-07-11 21:15
de zware fauteuils aan de kant en rolden het tapijt op omdat ze het personeel op kerstavond geen extra werk wilden bezorgen. Opnieuw werd Olivia gevraagd te spelen. Ze vormden vijf paren: Edward en juffrouw Harrington, Felix en de niet al te knappe juffrouw Charity Linton, mijnheer Tugwell en zijn zus Augusta, George Linton en zijn moeder, Amos Tugwell en Audrey. Judith verontschuldigde zich vanwege haar rouwperiode en de oude heer Linton vanwege zijn jicht. Ze stelden zich ermee tevreden om toe te kijken. Andrew en de jongste zoons van dominee Tugwell gingen verder met hun spelletje. Olivia wilde dat ze beter piano kon spelen. Ze had nooit eer der voor een echt bal gespeeld, alleen voor de dansleraar van de school van juffrouw Cresswell. Ze speelde een volksdans en een snelle rigaudon, maar daarna kwam juffrouw Tugwell naar de piano toe lopen en zei: ‘Het zou veel makkelijker zijn om te dansen als u strakker en beter in de maat speelde. Laat mij het maar van u overnemen.’ Olivia stond met gloeiende oren en wangen op. Ze maakte snel een reverence en draaide zich om naar de deur in de hoop snel te kunnen ontsnappen. De stem van mijnheer Tugwell hield haar tegen. ‘Juffrouw Keene, wilt u dansen?’ Een tweede kindermeisje vragen samen met de familie te dansen? Zelfs zij wist dat zoiets ongepast was. Er viel een ongemakkelijke stilte. Olivia schudde haar hoofd en haar hele gezicht werd nu rood. ‘Maar mijn partner heeft me in de steek gelaten. Heb mede lijden met mij.’ Verschillende mensen in het gezelschap wisselden geïrriteerde blikken uit. Augusta Tugwell speelde een paar vinnige noten bij wijze van inleiding. ‘Doe niet zo belachelijk, Charles.’ ‘O, ik heb wel medelijden met u, mijnheer Tugwell,’ zei Judith Howe terwijl ze opstond. Ze wierp Olivia een begrijpende blik toe die haar wat op haar gemak stelde. Mevrouw Howe sprak de dominee weer aan. ‘Tenminste, als u het niet ongepast vindt?’ 143
3epr08072011Destille.indd 143
07-07-11 21:15
‘Helemaal niet, mevrouw. U bent al een tijdje weduwe.’ Hij boog. Een weduwe en een weduwnaar, schoot het even door Olivia’s hoofd, maar ze kon zich de twee niet als toekomstig echtpaar voorstellen. Als volgende dans speelde juffrouw Tugwell een vlotte, levendige Schotse volksdans. Het militaire ritme deed Olivia denken aan soldaten die weg marcheerden naar het slagveld. Weggestuurd en eenzaam glipte Olivia de trap af naar beneden. Ze hoopte mevrouw Moore te treffen en bij de warme haard in de keuken een glas cider met de vriendelijke vrouw te drinken. Terwijl ze langs de bediendenkamer liep, schoot er iemand de deur uit die haar bij haar schouders greep. Geschrokken slaakte ze een kreet juist op het moment dat Johnny haar vol op haar mond kuste. Hij grijnsde ondeugend en keek omhoog. ‘Je staat onder de kusboog, Livie. Dus geef me nou maar geen klap, al ben je dat van plan, want dat zie ik aan je ogen.’ Haar hand jeukte inderdaad, maar ze hield zich in. Plotseling fronste hij zijn wenkbrauwen. ‘Zeg, maakte je nu net geluid?’ O, nee… Ze aarzelde en haalde haar schouders op. Hij glimlachte. ‘Ik ben gewoon de kluts kwijt door die zoen. Dat is alles.’ Hij boog zich voorover om haar weer te kussen, maar ze trok zich los. Olivia liep hoofdschuddend verder. Het drong tot haar door dat Johnny niet had kunnen weten dat ze naar beneden zou komen. Op wie had hij stiekem staan wachten? Misschien had ze hem toch een klap moeten geven. Toen ze bij de keukendeur kwam, hoorde Olivia het geroezemoes van zachte stemmen. Ze bleef staan en keek om de deurpost heen. Mevrouw Moore zat op een kruk aan de tafel. Ze steunde op haar ellebogen en had haar handen om een grote beker voor haar. Tegenover haar zat mijnheer Croome met het 144
3epr08072011Destille.indd 144
07-07-11 21:15
glas cider waar Olivia zelf op had gehoopt. Ze was stomverbaasd hem daar te zien. Hij hield zijn hoofd gebogen en leek te luisteren naar wat mevrouw Moore ook tegen hem mocht zeggen. Olivia’s zelfzuchtige gevoelens van teleurstelling maakten plaats voor een meer edelmoedige emotie, die alleen het gevolg kon zijn van de bijzondere dag. Want ze was blij dat de humeurige kluizenaar op Kerstavond niet alleen zat. Plotseling schoot de man overeind en gooide de kruk waarop hij had gezeten bijna om. ‘Ik zou het op prijs stellen, mevrouw, als u me dat nooit meer vroeg.’ ‘Avery…’ zei mevrouw Moore sussend en probeerde hem met zachte stem te overreden weer te gaan zitten. Olivia bleef niet staan om te zien of ze erin slaagde. Olivia gaf het op en liep de trap naar boven weer op. Ze wilde niets liever dan rechtstreeks naar haar eigen kamer gaan en zich op haar bed laten vallen, maar ze wist dat ze moest kijken of de kinderen haar nodig hadden. Ze liep terug naar de zitkamer en keek door de half openstaande deur. Het bal was kennelijk beëindigd. Ze hoorde alleen het gebrom van volwassenen die met elkaar converseerden en af en toe de schaterlach van een kind. De volwassenen zaten weer voor het vuur en Audrey zat aan tafel domino te spelen met de zoons van de dominee. Aan de bewonderende blik in haar ogen was duidelijk te zien dat ze weg was van Amos Tugwell. Maar waar zat Andrew? Was hij al naar boven gegaan? Olivia keerde zich weer om naar de gang en zag hem liggen, diep in slaap op de beklede bank waar de jongens van Tugwell hun jassen op hadden gelegd. Ze ging voor hem op haar hurken zitten. ‘Andrew?’ fluisterde ze, even vergetend dat ze niet mocht praten. De jongen bewoog niet. Ze streek voorzichtig het bruine haar van zijn voorhoofd. Ze vond het vervelend hem wakker te moeten maken, maar omdat hij te zwaar voor haar was, kon ze hem niet naar boven dragen. ‘Zal ik hem dragen?’ vroeg een stem. 145
3epr08072011Destille.indd 145
07-07-11 21:15
Geschrokken keek ze op. Lord Bradley stond achter haar. Ze had hem niet de gang in horen komen. Had hij haar Andrews naam horen zeggen? Ze knikte en zei geluidloos Dank u. Hij bukte lenig, tilde de jongen op en droeg hem naar de trap. Olivia volgde. Op weg naar de kinderkamer boven, werd lord Bradleys ademhaling zwaarder, maar hij droeg het kind zonder te blijven staan. Toen ze bij de slaapkamer kwamen, haastte Olivia zich om hem te helpen. Ze sloeg het beddengoed terug, zodat hij Andrew op het bed kon leggen. ‘Dank u,’ fluisterde ze ditmaal hoorbaar. ‘Dat zijn heel wat trappen,’ zei hij onbekommerd en zette zijn handen op zijn knieën om op adem te komen. ‘Het spijt me. Ik had moeten proberen…’ ‘Nee, natuurlijk niet. Het is treurig dat ik zo afgepeigerd ben. Ik merk dat ik meer beweging moet nemen.’ Olivia trok Andrews schoenen uit en vroeg zich af waar Becky was, maar ergens was ze ook blij dat het meisje er niet was. Tot haar verbazing ging lord Bradley niet weg. ‘Ik zorg wel voor hem, mijnheer. U wilt vast naar uw feest terug.’ Hij blies met bolle wangen wat lucht naar buiten. ‘Niet zo graag als ik zou moeten.’ Hij hielp haar Andrews broek en jas uit te trekken. Zijn kinderhalsdoekje had hij al een tijd geleden ergens neergegooid. ‘Laat hem zo maar slapen,’ fluisterde lord Bradley. Ze knikte en maakte zijn kraagje een beetje los bij de hals. Het wijde, witte overhemd, dat nu loshing, leek sowieso op een nachthemd. Ze trok het beddengoed omhoog tot aan Andrews kin. Toch bleef lord Bradley nog treuzelen. Hij bukte en streek het haar van het voorhoofd van de jongen, net zoals zij beneden had gedaan. Hoe zou het voelen, vroeg ze zich af, om zo zacht door hem te worden aangeraakt? Of om zijn blonde haar te strelen? ‘Hij lijkt erg op zijn vader,’ zei hij zacht. 146
3epr08072011Destille.indd 146
07-07-11 21:15
‘O, ja?’ ‘Ja. Dat donkere haar, die kuif, zijn ondeugende gezichtje, precies Dominick.’ ‘Hebt u hem goed gekend?’ ‘Redelijk, ja, hoewel hij zes of zeven jaar ouder was dan ik. Ons huis in Londen stond niet ver bij het zijne vandaan en we brachten tijdens de vakanties vaak veel tijd met elkaar door. Zelfs al voordat hij wist dat ik een knappe nicht had met wie hij op een dag misschien zou trouwen. Hij was in die tijd verliefd op zijn Jeannette en trouwde al heel jong met haar. Hij heeft heel veel verdriet gehad toen zij stierf. Ik geef toe dat het me verbaasde dat hij zo snel weer opveerde en anderhalf jaar later al met Judith trouwde. Ik zou niet zo snel over zo’n verlies heen komen.’ Ik ook niet, dacht ze. ‘Maar aan de andere kant… hij had twee kinderen die een moeder nodig hadden.’ Zijn gezicht versomberde. ‘Ja.’ Hij aarzelde, sprak niet uit wat hij had willen zeggen en rechtte in plaats daarvan zijn rug. ‘Ik stel de zorg die u mijn neefje en nichtje geeft erg op prijs, juffrouw Keene. Ik weet zeker dat hun stiefmoeder er hetzelfde over denkt, al zegt ze het niet.’ ‘Dank u, lord Bradley. Ik doe het graag.’ Het drong opnieuw tot haar door dat Audrey en Andrew zowel hun vader als hun moeder hadden verloren. Arme schapen! Geen wonder dat lord Bradley hun zoveel genegenheid schonk. Hij kneep zijn lippen op elkaar en zei toen zacht: ‘Ik vind het interessant dat u me met ‘lord’ aanspreekt, terwijl u mijn geheim kent.’ Haar hart bonsde toen ze hem hoorde praten over het geheim dat ze nooit hadden besproken. ‘U noemt mij juffrouw Keene.’ Hij liet dat bezinken. ‘Uit respect, misschien?’ Ze knikte en voelde warmte door haar lichaam stromen. ‘Vreemd,’ peinsde hij. ‘Doorgaan… doen alsof alles bij het oude is gebleven.’ Hij haalde diep adem en liep toen naar de deur. Opnieuw aarzelde hij. ‘En voor wat het waard is, ik vond 147
3epr08072011Destille.indd 147
07-07-11 21:15
wel dat u goed speelde. Het spijt me dat u zo ongemanierd werd weggestuurd.’ Ze voelde dat haar oren bij de herinnering gingen gloeien. ‘Het geeft niet. Juffrouw Tugwell had vast gelijk.’ ‘Goed, welterusten, juffrouw Keene. En prettige Kerst.’ Een paar minuten later deed Olivia zacht de deur van de slaapkamer achter zich dicht. Ze vroeg zich af tot hoe laat Audrey nog beneden bij de gasten zou blijven. Omdat ze verwachtte dat de donkere kinderkamer leeg was, schrok ze toen ze een schimmige gestalte zag staan. Was lord Bradley niet naar zijn gasten teruggegaan zoals ze had verwacht? Maar het was Felix’ stem die in het duister klonk. ‘Weet u, juffrouw Livie, toen ik een paar minuten geleden boven kwam, had ik sterk het idee dat ik twee stemmen hoorde – in een geheime tête à tête. Ik heb in het donker gewacht om te zien wie er na mijn neef de kamer uit kwam en sta versteld te zien dat u het bent.’ Met bonzend hart haalde Olivia haar schouders op en schudde haar hoofd. ‘Was het uw stem niet?’ Olivia keek hem nerveus aan. Felix kwam dichter bij haar staan. ‘Dus u blijf stommetje spe len, hè?’ Olivia knikte. Zijn stem klonk zoet als honing toen hij verder sprak. ‘Dus als ik, laten we zeggen, uw handen pakte’ – hij nam ze stevig in de zijne – ‘zou u me niet kunnen vragen u los te laten?’ Ze bleef roerloos staan en alle spieren in haar lichaam spanden zich. ‘En als ik u zou vasthouden’ – hij trok haar met een verbazend sterke arm om haar middel tegen zich aan – ‘zou u niet kunnen weigeren?’ Ze probeerde zich uit zijn greep te bevrijden, maar het lukte haar niet. 148
3epr08072011Destille.indd 148
07-07-11 21:15
‘En als ik u wilde kussen… zou u niet kunnen protesteren?’ Hij drukte haar tegen de muur achter haar en zijn stem werd schor. ‘Niet protesteren, lieve Livie. Toe, het is tenslotte Kerst.’ Hij boog zich naar haar toe en probeerde haar te kussen. Ze draaide haar hoofd weg en hij kuste haar ruw in haar hals. Olivia worstelde, trok ten slotte een arm los en gaf hem een stomp tegen zijn oog. Felix slaakte een kreet van pijn en liet haar vloekend los om zijn handen voor zijn gezicht te slaan. ‘Livie!’ riep hij ongelovig. Ze liep snel de kamer uit. Zijn stem, die nog achter haar klonk, kreeg een smekende klank. ‘Dat had je niet hoeven doen. Ik plaagde je alleen maar. Ga nou geen stampij maken!’ Was hij bang dat ze linea recta naar zijn neef zou lopen en een boekje zou opendoen over zijn gedrag? Misschien moest ze dat maar doen. Heel even vroeg ze zich af welke man de ander het meeste vreesde. Maar wie zou haar woord tegen dat van Felix geloven? Het geheim van lord Bradley zou ze meenemen in haar graf, maar als Felix Bradley het lef had haar nog eens aan te raken, zou ze niet langer zwijgen.
149
3epr08072011Destille.indd 149
07-07-11 21:15
15
We deden 12 gewone dansen en 5, 6 of 7 gezelschapsdansen. Daarna speelden we zoek de pantoffel en we besloten de dag met sandwiches en pasteitjes… Ik moet niet vergeten te noemen dat de kleintjes zich zoals gewoonlijk verkleedden en kerstliederen zongen. Fanny Austen Knight, Christmas Eve, 1808
Op kerstochtend ontbeet Olivia na het opstaan op haar gemak op haar kamer terwijl Becky, die zich uitputte in verontschuldi gingen omdat ze de vorige avond was verdwenen, in haar eentje de kinderen in bad deed en aankleedde. Olivia vroeg zich af waar haar moeder de dag doorbracht en hief in een stille kerst toast haar theekopje op. Ze keek nog eens naar de donkerblauwe jurk die aan de deur hing. Ze zou hem aantrekken, besloot ze, en ze stond op. De japon paste haar goed, hoewel ze tengerder was dan mevrouw Howe. Ze vermoedde dat de vrouw voor Alexanders geboorte slanker was geweest. Om de japon een beetje eigen te maken, droeg Olivia er haar nieuwe, kanten omslagdoek – een kerstcadeau van mevrouw Moore – bij. Toen ze de kinderkamer binnenkwam, zag ze Becky met Audreys haar worstelen, dus borstelde Olivia het zelf en stak het op. Audrey droeg een nieuwe, lange bontmantel over een be drukte, mousselinen japon. Andrew droeg zijn zondagse broek, een vestje en een nieuwe, groene jas. Olivia liep met de kinderen naar de ontbijtkamer, waar ze zich bij de volwassenen moesten voegen voordat die naar de kerk gingen. Tot haar opluchting merkte ze dat Felix nadrukkelijk afwezig 150
3epr08072011Destille.indd 150
07-07-11 21:15
was. Hun worsteling van de vorige avond lag haar nog vers in het geheugen. Juffrouw Harrington was er ook niet, hoewel ze verscheidene dagen op Brightwell Court zou blijven. Op het dressoir stond voor elk kind een kerstdoos. Toen ze hem openmaakte, werden Audreys ogen zo rond als de munten. ‘Twee guinjes.’ ‘We zijn rijk!’ riep Andrew uit terwijl hij zijn guinjes in de lucht hield. ‘Alexander heeft zijn eigen guinjes,’ legde Judith uit. ‘Maar omdat hij ze wil opeten, bewaar ik ze tot hij ouder is.’ Lord Bradley legde zijn handen op de hoofden van de kinderen en voegde er hartelijk aan toe: ‘Van lord en lady Brightwell. Speciaal voor jullie klaargelegd voordat ze vertrokken.’ ‘O… Kerst in Rome,’ zuchtte Judith. Daarna draaide ze zich naar Olivia om die met de jassen van de kinderen over haar armen bij de deur stond te wachten. Ze nam haar van top tot teen in zich op. ‘U ziet er goed uit vandaag, juffrouw Keene,’ zei ze. Olivia glimlachte verlegen en maakte een reverence. Lord Bradley keek ook naar haar, maar zijn blik was ondoorgrondelijk. Olivia was opgelucht dat mevrouw niet aan lord Bradley en Osborn, die in de kamer bezig was, uitlegde dat Olivia een van haar afdankertjes droeg. Felix kwam stuntelig binnen zetten, zijn haar ongekamd en op zijn wangen een rode stoppelbaard van een dag. Hij zag eruit alsof hij nog dronken was van de vorige avond. Olivia herkende de tekenen: bleke, groenige gelaatskleur, holle ogen. Verder zag ze zijn blauwe ooglid. Ook dat kon ze aan de drank toeschrijven. Indirect tenminste wel. Judith begroette haar broer hartelijk. ‘Goedemorgen, Felix. Mevrouw Moore heeft de kerstpasteitjes gemaakt waar je zo van houdt.’ ‘Het enige wat ik wil is koffie.’ ‘Wat is er met je oog gebeurd, Felix?’ vroeg lord Bradley. ‘O.’ Felix wierp een heel korte blik op Olivia. ‘Ik, eh, ben in het donker tegen een onverwacht obstakel opgelopen.’ 151
3epr08072011Destille.indd 151
07-07-11 21:15
Hij schonk met trillende handen koffie in. ‘Na deze koffie, nog een paar uurtjes slaap, een bad en een scheerbeurt ben ik weer helemaal mezelf. Ik ben bang dat het me niet lukt naar de kerk te gaan.’ Hij roerde wat suiker door zijn koffie. ‘Ik zou ook maar niet op juffrouw Harrington wachten. Uit wat haar vader me heeft verteld, begrijp ik dat haar voetjes in de regel niet voor twaalven de vloer raken.’ Toen ze hadden ontbeten, reden mevrouw Howe, lord Bradley en de kinderen in de koets de oprijlaan af en om de hoge muur heen, de korte route die Brightwell Court van St. Mary’s scheidde. Blij dat ze mee mocht, liep Olivia naast Doris en de andere paar bedienden die op dat moment niet in het huis nodig waren. Vanuit het voorportaal van de kerk volgde Olivia Dory naar boven om bij de andere bedienden op de galerij te gaan zitten. Ze had nooit eerder op een galerij gezeten. Thuis hadden zij en haar moeder altijd beneden in de kerk gezeten samen met de rest van het groepje gelovigen dat de zondagse diensten bezocht. Haar vader had daar geen deel van uitgemaakt. Doris gaf haar een klopje op haar knie en ze wachtten tot de dienst begon. Er heerste een sfeer van kameraadschap op de galerij. De bedienden van verschillende huizen, die elkaar af en toe op zondag en verder zelden zagen, wisselden zwijgend glimlachjes uit. Staljongens en dienstmeisjes die elkaar kenden, knipoogden naar elkaar en porden elkaar goedmoedig in de zij. Doris, begreep Olivia al snel, woonde de dienst alleen maar bij om te lonken naar mannelijke bedienden die ze anders niet zou zien. Dat kind was dol op jongens. Beneden, op de tweede rij van voren, zag Olivia lord Bradley staan. Audrey en Andrew stonden aan weerszijden van hem. Naast Audrey stond Judith. Ze droeg een zwarte mantel en een mooi zwart hoedje met een halve voile van ragfijne, zilverkleurige kant. Alexander was te jong om zich rustig te houden in de kerk. Hij was thuis bij juffrouw Peale. Olivia vroeg zich af hoe Andrew zo lang stil moest zitten.Wat zag hij er anders uit dan ze 152
3epr08072011Destille.indd 152
07-07-11 21:15
gewend was. Zijn bruine haar was glad gekamd en hij wiebelde in zijn zondagse jas. Audrey droeg een hoedje, een japon en handschoenen. Ze stond rustig en elegant naast lord Bradley en haar hand lag in de zijne. Ze leken wel een gezin: man, vrouw, kinderen. Zouden ze dat op een dag worden als Judiths rouwperiode voorbij was? Mijnheer Tugwell hield zijn preek verbazend kort. Hij zei dat alleen de gedachte aan het prachtige feest dat hem wachtte zijn tong op zo’n mooie dag in bedwang konden houden. Hij herinnerde de gemeente eraan dat hij en zijn dierbare zus hun jaarlijkse open huis hielden en dat iedereen was uitgenodigd voor een lopend buffet. Na de dienst stond Olivia op en keek nog eens omlaag naar lord Bradley, mevrouw Howe en de kinderen, die ook opstonden en hun eigendommen bij elkaar zochten en naar de mensen naast hen glimlachten. Lord Bradley reikte over de kerkbank heen en drukte de hand van een man achter hem. Toen de man zich omdraaide, schrok Olivia. Zijn profiel kwam haar bekend voor. Ze had hem eerder gezien. De man keek op naar de galerij en Olivia wendde snel haar hoofd af in de hoop dat haar luifel hoed haar gezicht zou verbergen. Ze wilde niet herkend worden, mocht niet herkend worden. Wie was die man? Ze wilde nog eens kijken, maar durfde niet. Iemand van thuis? Iemand uit Withington die hier familie of vrienden bezocht? Iemand die lord Bradley kende… Olivia’s hart bonsde en ze bad dat de man niet met hen mee naar huis zou gaan voor het kerstdiner. Terwijl ze deed alsof ze iets in haar reticule zocht, gebaarde Olivia naar Doris dat die vast moest gaan en het lukte haar als laatste de galerij te verlaten. Zoals ze hoopte was de man die haar bekend voorkwam, samen met bijna alle andere mensen, vertrokken. Bij de deur wenste mijnheer Tugwell de laatste paar leden van zijn gemeente die naar buiten liepen ‘Gezegende Kerst’. Juffrouw Tugwell stond naast hem en deelde kleine zakje uit die waren dichtgebonden met een reepje stof. Wat gul. Ze zag dat 153
3epr08072011Destille.indd 153
07-07-11 21:15
juffrouw Tugwell alle mensen in zich opnam als ze hun een zakje overhandigde. Toen ze Olivia’s nieuwe jurk opmerkte, fluisterde ze: ‘Ik neem aan dat U geen graan nodig hebt, juffrouw Keene?’ Olivia dacht aan mijnheer Croome, knikte en stak haar hand uit. Augusta sloeg er geen acht op. ‘Dwaas idee in deze tijden. Als ik aan de prijs van tarwe denk!’ Mijnheer Tugwell keek opzij. Zijn ogen gingen van Olivia’s uitgestoken hand naar de zak die zijn zus stevig vasthield. ‘Zus, juffrouw Keene wacht op haar geschenk.’ Hij glimlachte naar Olivia terwijl juffrouw Tugwell alleen maar snoof en de zak losliet.
a Edward voelde zich kinderlijk nerveus terwijl hij wachtte tot zijn neef en nicht hun cadeaus zouden openmaken. Hij hoopte maar dat juffrouw Keene gelijk had en dat Audrey het poppenhuis mooi zou vinden, al was ze geen klein meisje meer. ‘Verwacht er niet te veel van, hoor,’ zei hij. ‘Het zijn maar dingen die ik in de timmerwerkplaats heb gemaakt. Niets nieuws uit de winkels in Londen, ben ik bang.’ Juffrouw Harrington zat elegant en met rechte rug in de leunstoel naast hem. Ze zag er uitgerust en bevallig uit en droeg een zachtgele jurk en een kanten sjaal die ze in de hals van haar jurk had gestopt. Felix zat onderuitgezakt op de sofa. Zijn ogen stonden helderder en hij was beslist beter verzorgd dan die ochtend. Judith zat op de andere hoek van de sofa met de kleine Alexander voor zich op de grond. Hij zat los, maar zijn moeder hield een oogje op hem om te voorkomen dat hij zou omvallen. Judith zette Edwards ingepakte cadeau voor het jongetje neer, maar Alexander had meer belangstelling voor de zilveren gespen op de schoenen van zijn moeder. Judith trok het papier er voor hem af, zodat de blokken tevoorschijn kwamen. In elk ervan was een letter, een nummer en een dier gebeiteld. 154
3epr08072011Destille.indd 154
07-07-11 21:15
‘Kijk eens wat een mooie blokken neef Edward voor je heeft gemaakt, Alexander.’ Ze hield hem er een voor. ‘Wat een leuke beer, Edward. Ik ben onder de indruk, hoor. Kijk eens, Alexander, de b van beer. En op deze staan een e en een heel mooi eendje.’ Edward staarde naar de blokken terwijl Judith ze verder bewonderde en prees. Hij voelde zich nog net zo verward als toen ze met twee tegelijk weer in de timmerwerkplaats waren opgedoken. Hij had in elk ervan eenvoudige cijfers en letters gebei teld. Maar nu stonden er ook nog gedetailleerde afbeeldingen van dieren op. Had juffrouw Keene de blokken soms bewerkt en ook nog zo knap de kussentjes en gordijntjes gemaakt? Als dat zo was, had ze er niets over gezegd. Op de een of andere manier kon hij zich juffrouw Keene niet met een beitel voorstellen. Maar wie had het dan gedaan? ‘Heb je die echt zelf gemaakt?’ vroeg juffrouw Harrington. Edward aarzelde. ‘Iemand heeft me geholpen met het uitsnij den van de dieren.’ Felix hief zijn handen op. ‘Kijk niet naar mij.’ ‘Een anoniem kerstelfje,’ antwoordde Edward droog. Zonder te wachten tot het hem werd gevraagd, scheurde Andrew het papier van zijn lange cadeau. ‘Bliksems!’ riep hij, zijn oom Felix imiterend. ‘Andrew, dat is niet netjes,’ berispte Judith hem. Maar de jongen luisterde niet. ‘Een splinternieuw cricketslaghout! En nog een bal ook.’ Hij hief de bal op alsof hij hem een flinke mep wilde geven. Edward greep direct zijn armpjes vast. ‘Dit is een cadeau om buiten mee te spelen, jongeman.’ ‘Ah, het is winter!’ ‘Morgen kleden we ons goed aan en gaan we het uitproberen. Goed?’ Andrew duwde de neus van zijn schoen in het tapijt en keek een beetje verongelijkt. ‘Vooruit, dan maar.’ 155
3epr08072011Destille.indd 155
07-07-11 21:15
‘Is het nu mijn beurt?’ vroeg Audrey rustig terwijl ze verlegen naar haar neef keek. Edward knikte en voelde zijn handpalmen klam worden terwijl hij toekeek hoe het meisje aan het kleed trok dat over haar cadeau hing. ‘Ik ben bang dat ik niet genoeg papier had om het in te pakken.’ Audrey trok de doek langzaam naar zich toe. ‘Geef er gewoon een flinke ruk aan, Aud!’ moedigde Andrew haar aan. ‘Zal ik het doen?’ ‘Laat je zus met rust, Andrew,’ zei Judith. Laat ze het alsjeblieft leuk vinden, dacht Edward. Hij wenste bijna dat de deftige Sybil Harrington er niet was om getuige te zijn van de mislukking als zijn cadeau niet in de smaak zou vallen. Audrey sperde haar ogen wijd open en nam het huis, dat bij na tot aan haar schouders reikte, sprakeloos in zich op. ‘Dat is Brightwell Court,’ zei ze ademloos. Ze keek hem onzeker aan. De moed zonk hem in de schoenen. Ze vindt het niet mooi. ‘Is dat echt voor mij?’ vroeg ze. ‘Ja, maar als je te groot bent voor poppen, voel ik me niet beledigd…’ ‘Kijk toch!’ riep Audrey. Ze knielde voor de open verdiepingen en de vele kamers. Er was zelfs een prachtige trap. ‘Daar is de zitkamer, waar we nu zitten. En daar boven is de kinderkamer!’ Edward voelde de blikken van de anderen en toen hij opzij keek, zag hij dat zowel Judith als juffrouw Harrington stomverbaasd en ongelovig naar hem keken. ‘Hoe lang heb je erover gedaan om dit te maken?’ vroeg Judith. Hij wuifde haar bewondering weg. ‘O, ik heb er een paar maanden zo af en toe aan gewerkt. Als ik tijd had.’ Audrey keek naar haar stiefmoeder. ‘Kijk! Dit is de sofa waar u op zit. Er ligt zelfs een kussen op!’ Judiths blonde wenkbrauwen gingen omhoog toen ze van het 156
3epr08072011Destille.indd 156
07-07-11 21:15
miniatuurbankje naar Edward keek. ‘Als je me vertelt dat je dat ook hebt gemaakt, geloof ik je niet.’ ‘Ik heb hulp gehad bij het naaiwerk en de meubeltjes.’ ‘Het kerstelfje weer?’ vroeg juffrouw Harrington met één donkere wenkbrauw hoog opgetrokken. Het leek hem beter geen namen te noemen. Audrey keek met grote ogen naar hem op. ‘Dat landschapje heb ik zelf geschilderd, maar ik had geen idee waar het voor was!’ Nadat ze nog een poosje kreten had geslaakt over allerlei details die ze mooi vond, stond Audrey op en maakte een sierlijke reverence. ‘Dank u, neef Edward. Dit is het mooiste cadeau dat ik ooit heb gekregen.’ Judith keek een beetje beledigd, opende haar roze mond, maar sloot hem weer. Het was niet Edwards bedoeling geweest iemand te overtreffen. Hij had alleen de kinderen een plezier willen doen, het nageslacht van zijn vriend die deze wereld had verlaten. Ver dienden ze vandaag niet wat bijzondere vreugde? Hij boog zo hoffelijk naar Audrey als hij kon en pakte toen haar hand en gaf er een kneepje in. ‘Heel graag gedaan, mijn lieve Audrey.’ Toen hij weer opkeek, lag er op Judiths gezicht een uitdrukking van bedachtzame waardering. Juffrouw Harrington keek van Judith naar hem alsof er iets was wat haar helemaal niet zinde. Terwijl de kinderen met het poppenhuis begonnen te spelen, wendde Felix zich tot Edward en vroeg: ‘Herinner je je dat vlot dat je hebt gebouwd?’ ‘Daar wil ik het niet meer over hebben.’ Felix’ ogen twinkelden ondeugend. ‘Ziet u, juffrouw Harrington, onze grote Noach hier heeft vroeger eens een mooi vlot gebouwd. Het was groot genoeg voor ons tweeën en die terriër. Hoe heette die ook alweer?’ 157
3epr08072011Destille.indd 157
07-07-11 21:15
‘Dat weet ik niet meer.’ ‘Hoe dan ook, we stapten er vlakbij de Brightwellbrug op en werden snel door de stroom meegevoerd. Pas toen we langs de kerk voeren, op de plaats waar de rivier breder wordt, drong het tot Edward door dat hij was vergeten er een roer en roeispanen bij te maken!’ Edward grinnikte verlegen en schudde zijn hoofd. ‘Maar het vlot was zeewaardig. Dat geef ik toe,’ vervolgde Felix. ‘We dreven helemaal naar de molen van Arlington en het zou ons nog verder hebben gebracht als Edward zich niet aan een laag hangende tak had vastgegrepen en ons naar de molenvliet had getrokken.’ Hij keek naar zijn neef. ‘Vertel me niet dat je je dat niet herinnert.’ ‘Ik weet wel nog dat de molenaar flink uit zijn humeur was. Dat herinner ik me nog goed.’ ‘Wat is er eigenlijk met dat vlot gebeurd?’ vroeg Felix. ‘Ik hoop niet dat Andrew het ergens vindt, want dan zien we die kleine piraat nooit meer terug.’ ‘Maak je maar geen zorgen. Ik weet zeker dat dat vlot hetzelfde lot beschoren was als alle werkstukken die ik in die tijd maakte. Moeder heeft ze stilletjes weggedaan toen ik in Oxford zat.’ ‘Dat meen je niet! Zo’n kunstwerk. Hoewel ik er na dat tochtje wel van overtuigd ben dat een loopbaan als scheepsbouwer niet voor je weggelegd zal zijn.’ ‘Dat zou ik niet willen ook.’ Felix leunde achterover op de bank. ‘Jij hebt natuurlijk ook geen loopbaan nodig ook. Ik ben hier de enige die een manier moet zien te vinden om zijn kostje bij elkaar te scharrelen.’ ‘Je zegt het alsof je op het land moet gaan werken of iets dergelijks,’ zei juffrouw Harrington vriendelijk. ‘Met een diploma van Balliol zal het zover niet komen, hoor.’ ‘Nee,’ zei hij. ‘Ik kan me Felix Bradley niet als landarbeider voorstellen.’ ‘Ik ook niet,’ zei Judith. 158
3epr08072011Destille.indd 158
07-07-11 21:15
‘Wat ga je wel doen?’ vroeg juffrouw Harrington. ‘Heb je dat al besloten?’ ‘Nee.Voor de kerk heb ik geen belangstelling en ik gruw van de gedachte in een oorlog te moeten vechten.Voor rechten heb ik geen hoofd…’ ‘Ach, kom nou toch,’ zei Edward. ‘Je bent intelligent genoeg en je kunt best een bul halen. Er moet iets zijn wat je belangstelling heeft.’ ‘Ik heb voor heel veel zaken belangstelling. Maar die leveren geen van alle een verbijsterend honorarium op. Ik denk dat ik vast van plan was een heer te blijven, net als mijn vader en zijn vader voor hem.’ ‘Waarom niet?’ vroeg Judith zorgeloos. ‘Omdat, zoals je wel weet, Jude, vader ons weinig anders heeft nagelaten om van te leven dan schulden. Oom is erg vrijgevig, maar ik kan niet van hem verwachten dat hij ook nog een vrouw en kinderen gaat onderhouden.’ ‘Een vrouw en kinderen?’ Judith ging rechtop zitten, plotse ling vol aandacht. ‘Lieve help, Felix, je bent toch niet verloofd? Ik had er niet het flauwste idee van dat je al snel wilde trouwen.’ Haar broer werd vuurrood. ‘Ik ben niet verloofd. Ik heb nog geen plannen, hoor. Alleen maar… hoop.’ Hij glimlachte een beetje verlegen naar juffrouw Harrington. ‘Ik heb nog niet het geluk gehad de volmaakte vrouw te ontmoeten, zoals Edward.’ Juffrouw Harringtons fraaie huid kreeg een roze gloed en Edward werd verlegen. Felix gaf Edward een klap op zijn schouder en voegde er toen vol bravoure aan toe: ‘Maar Edward wordt niet de enige Bradley die een gunstig huwelijk sluit. Wis en waarachtig niet!’
a Olivia zette de zak met tarwe voor Croomes deur. Toen ze zich omdraaide om weg te gaan, zag ze hem gebukt aan de rand van 159
3epr08072011Destille.indd 159
07-07-11 21:15
de open plek staan. Hij legde een krans van taxustakken op de grond. Ze vroeg zich af wat hij van plan was, maar dacht toen aan zijn humeurige karakter en besloot hem niet te storen. Toen ze in de kinderkamer terugkwam, zat daar tot haar verbazing lord Bradley op de bank naast Alexander en zijn nieuwe blokken. Hij keek op toen ze binnenkwam. ‘Ik had er geen idee van dat u ook nog kunt houtsnijden, juffrouw Keene. U hebt veel talenten.’ Ze fronste haar voorhoofd en nadat ze zich ervan had overtuigd dat er niemand in de kinderkamer was, fluisterde ze: ‘Ik ben bang dat u me overschat, mijnheer. Ik heb die blokken niet bewerkt, hoor. Ik dacht dat u dat had gedaan.’ ‘Ik heb er eenvoudige cijfers en letters in gesneden. Maar er staan nu ook nog dieren in gebeiteld. Op dit blok met de h staat een heel gedetailleerde hond.’ Hij pakte lukraak nog een blok van de stapel. ‘En op de f staat een of andere vogel.’ Hij reikte haar het blok aan. ‘Wat denkt u dat het is?’ Olivia liep naar hem toe, pakte het blok van zijn uitgestoken hand en bekeek het fraaie houtsnijwerk. Het leek haar een fazant. Doordat ze aan dieren dacht, gingen haar gedachten naar de oude wildbeheerder. ‘Denkt u dat mijnheer Croome mis schien…’ ‘Dat zou me zeer verbazen.’ Olivia knikte. Haar ook. Lord Bradley stond op en kuchte. ‘Goed, ik dank u nogmaals voor al uw hulp.’ Hij pakte een opgevouwen bankbiljet en stak het haar toe. ‘Hier is een kleinigheid voor al uw moeite.’ Ze had dankbaar moeten zijn, maar voelde zich in plaats daarvan vreemd teleurgesteld dat hij wilde betalen voor iets wat een daad van vriendschap was geweest. Ze werd opnieuw herinnerd aan de aard van hun relatie: ze was niet meer dan een van de bedienden. ‘Nee, dank u,’ zei ze en draaide zich om. 160
3epr08072011Destille.indd 160
07-07-11 21:15
Olivia bracht de middag door met het helpen van de kinderen. Ze vulden dozen voor de bedienden, die op Tweede Kerstdag zouden worden uitgedeeld. Daarna bracht ze Audrey en Andrew naar de eetkamer beneden waar de familie zich al om vier uur voor het kerstdiner verzamelde. Na de maaltijd werden alle bedienden uitgenodigd om een glas mee te drinken en een kersttoast uit te brengen. Het was vreemd om als genodigde met mevrouw Moore, Doris, Johnny en de anderen in de eetkamer te staan. Croome was er niet en niemand scheen hem te missen. Audrey en Andrew zongen weer kerstliederen, zonder begeleiding ditmaal. Onder het zingen voelde Olivia Johnny’s ogen op zich gericht, maar ze keek niet in zijn richting. Wel keek ze even naar Doris, die naar haar knipoogde. Martha, merkte ze, keek met tranen in haar ogen naar de kinderen. Toen ze uitgezongen waren, voelden de mannelijke bedienden in hun jaszakken en de vrouwen in de zakken van hun schort en de kinderen haalden de muntjes op die hun werden aangeboden. Mevrouw Moore, die haar verwarring misschien zag, boog zich naar Olivia toe en legde uit dat het geld later aan de armen zou worden gegeven. Olivia wilde dat ze het had geweten. Dan had ze de laatste muntjes die ze nog bezat meegenomen. Ze zaten in haar beursje. Olivia hoopte dat haar moeder het geld niet miste. Miste haar moeder haar? Dit was de eerste Kerst die ze gescheiden hadden doorgebracht, maar Olivia vreesde dat haar nog veel eenzame kerstfeesten te wachten stonden. Waar was ze? Olivia zette haar glas aan haar mond. Ze had geen trek in wijn, maar hoopte dat het gebaar het trillen van haar lippen zou verbergen.
161
3epr08072011Destille.indd 161
07-07-11 21:15
16
Wees in de omgang met uw bedienden beslist en vriendelijk, zonder amicaal te worden. Voer nooit persoonlijke gesprekken met hen, tenzij het om zaken gaat of om het verbeteren van de wijze waarop ze hun werk doen. Samuel & Sarah Adams, The Complete Servant
Toen de feestelijkheden rond Driekoningen voorbij waren, de gasten vertrokken en het huis weer stil was, ging Edward zitten om in alle rust van zijn koffie en zijn krant te genieten. Hodges kwam onopvallend als altijd binnen en droeg het brievenblaadje voor zich. Edward pakte het enige poststuk dat erop lag en bedankte de huisknecht, die even geruisloos verdween als hij was gekomen. Edward wierp een blik op de brief, herkende het handschrift en zag het onbekende poststempel. De inkt was gevlekt, maar hij meende het toch te kunnen lezen. Roma. Aan de andere kant van de tafel keek Judith vanachter haar theekopje toe. ‘Wat ziet die brief er exotisch uit, zeg.Van wie is hij?’ ‘Van vader.’ Terwijl ze aan haar geroosterde muffin knabbelde, keek Judith hem enthousiast aan. ‘Ik hoop dat ze van hun tijd in het buitenland genieten.’ Hij hoopte dat het geen slecht nieuws was. Met handen die plotseling klam en onhandig aanvoelden, verbrak hij het was zegel en vouwde de brief open.
162
3epr08072011Destille.indd 162
07-07-11 21:15
Mijn beste Edward, Tot mijn spijt moet ik je informeren dat je moeder is heengegaan. Ze heeft haar lijden en deze wereld voor betere oorden verlaten. Ze is vredig in haar slaap overleden terwijl ik haar hand vasthield. Ik kom direct naar huis en zou Deo volente de tiende moeten arriveren. Je liefhebbende vader Brightwell Een steek van verdriet ging door hem heen. Zijn moeder… overleden. Was ze bang geweest om te sterven… of had ze haar lot aanvaard? God zij dank was ze vredig gestorven met haar man aan haar zijde. Een onvolwassen deel van hem was blij dat hem de aanblik van zijn moeders dood bespaard was gebleven, maar het nobeler gedeelte van zijn hart wenste dat hij erbij was geweest. Dat hij de laatste woorden die ze misschien tot hem zou hebben gesproken had kunnen horen. Dat hij haar had kunnen vertellen dat hij van haar hield. Ondanks het verleden. Ondanks alles. Dat hij had kunnen zeggen ‘Tot ziens’. Hij herinnerde zich hoe teder het afscheid was geweest toen ze naar Italië vertrok. Wat was hij blij dat hij haar een kus op haar wang had gegeven en innig afscheid van haar had genomen, zonder te weten dat het de laatste keer zou zijn. Almachtige God, bad hij, troost alstublieft mijn vader. ‘Edward?’ vroeg Judith. ‘Wat is er?’ Hij slikte een brok in zijn keel weg. ‘Lady Brightwell is overleden.’ Judiths handen schoten naar haar hart. ‘O, Edward! Wat erg voor je.’ Ze sprong overeind, liep om de tafel heen en legde een hand op zijn schouder. Hij pakte hem met zijn eigen hand vast. ‘Dank je.’ Even later stond hij op en verontschuldigde zich omdat hij alleen wilde zijn. Hij ging naar boven, sloot zich in zijn studeerkamer op en las de brief daar nog een keer. Het viel hem op dat zijn vader had afgesloten met zijn titel. Een titel waarvan 163
3epr08072011Destille.indd 163
07-07-11 21:15
Edward ooit had gedacht die op een dag te erven. En nu kon dat allemaal voorbij zijn. Zijn toekomst. Zelfs zijn naam. Maar op dat moment kon het hem niet schelen. Hij legde zijn voorhoofd op zijn vuist en huilde om zijn moeder, zijn vader die weduwnaar was geworden en om zichzelf – een verschoppeling, die de enige moeder die hij ooit had gekend, had verloren.
a Het nieuws van lady Brightwells overlijden verspreidde zich snel door het herenhuis. Olivia had verdriet om lord Brightwells verlies en ook om dat van lord Bradley. Ze vroeg zich af hoe hij het maakte, wenste dat ze hem op de een of andere manier kon troosten. Ze wist dat zij, als ze zulk nieuws over haar moeder zou krijgen, zielsbedroefd zou zijn. Toen de volgende ochtend aanbrak, was het somber, regenachtig weer, dat wel een afspiegeling leek van de stemming in huis. De kinderen deden ’s middags zelfs een dutje, wat ze anders zelden deden. Omdat die luxe haar niet was toegestaan, zocht Olivia in het klaslokaal naar een nieuw boek voor Andrew. Omdat ze geen geschikt exemplaar kon vinden, schreef ze de titel die ze zocht op een stukje papier. Mevrouw Howe, gekleed in antracietkleurige bombazijn, kwam de kinderkamer binnen om Alexander naar juffrouw Peale terug te brengen. Olivia hield haar werkgeefster het briefje beleefd voor en trok vragend haar wenkbrauwen op. Mevrouw Howe verzekerde haar dat ze beslist een exemplaar van The His tory of Little Goody Two-Shoes hadden gehad, maar dat het mis schien door een overijverig dienstmeisje naar de bibliotheek was teruggebracht. Nadat ze had aangekondigd dat ze naar haar eigen kamer ging om ook even te slapen, liep Judith naar de deur. ‘Heeft ze dan uw permissie om naar de bibliotheek van mijnheer te gaan?’ vroeg juffrouw Peale. ‘Ja, ja.’ Mevrouw Howe wuifde met haar hand alsof ze genoeg had van het onderwerp. ‘Er is daar niemand die ze kan storen.’ 164
3epr08072011Destille.indd 164
07-07-11 21:15
Olivia stak een kaarslamp aan omdat het donker begon te worden in de kamers en liep naar de bibliotheek beneden. Ze klopte zacht en toen er niemand antwoord gaf, ging ze naar binnen. De vage geur van sigaren, leer en muffe gordijnen kwam haar tegemoet. Ze hield haar lamp hoger en keek de kamer rond. Hoge boe kenkasten stonden tussen de ramen en langs de hele achtermuur. Voor in de kamer stond een indrukwekkend bureau en tegenover de donkere schouw stonden twee stoelen met hoge rugleuningen. Olivia zette haar lamp op de tafel bij de muur van boeken en begon vluchtig de titels te lezen. Ze voelde zich niet op haar gemak en hoogmoedig omdat ze in de bibliotheek van de graaf rondneusde, maar ze herinnerde zichzelf eraan dat ze een boek voor de kinderen zocht. Plotseling ging de deur van de bibliotheek achter haar open en Olivia draaide zich met een ruk om. Een oudere heer met een kaarslamp liep onvast naar binnen. Hij was duidelijk uitgeput en droeg verkreukelde kleren. Hij zette zijn lamp neer, liet zich op een stoel zakken en leek zich niet van haar aanwezigheid bewust. Lord Brightwell, besefte ze. Even was Olivia niet in staat zich te bewegen en haar ogen af te wenden van het gebogen, grijsblonde hoofd en het diepe verdriet dat in het gerimpelde voorhoofd geëtst stond. Beelden uit haar herinnering vulden haar gedachten. Ze zag hoe de graaf zijn vrouw had vastgehouden, haar met vriende lijke woorden had getroost, teder haar wang had gestreeld en haar had gekust. Ze had nooit geweten dat een man zo van zijn vrouw kon houden en nu was hij haar kwijt. In een opwelling rende Olivia naar hem toe. Ze knielde voor zijn stoel en nam voorzichtig zijn slappe hand in de hare. Hij deed verbaasd zijn ogen open. ‘Mijnheer,’ fluisterde ze, al haar beloftes om te zwijgen vergetend. ‘Ik vind het heel erg voor u.’ Tranen vertroebelden haar blik, maakten zijn reactie even onzichtbaar en vergrootten die toen. 165
3epr08072011Destille.indd 165
07-07-11 21:15
Hij kneep zijn ogen stijf dicht en sperde ze daarna wijd open. Ook zijn mond ging open van de schrik. Olivia legde zijn ver bijsterde uitdrukking uit als afkeer dat hij door een bediende was aangesproken. Aangeraakt. Ze liet zijn hand los, bloosde en sloeg haar ogen neer. ‘Het spijt me,’ fluisterde ze en stond op. ‘Juffrouw Keene!’ klonk het ademloos en onthutst. Judith Howe stond in de deuropening, haar hand op de deurkruk. ‘Wat doet u in vredesnaam? Ga onmiddellijk naar de kinderkamer terug!’ Met gebogen hoofd haastte Olivia zich naar de deur. De verontschuldigende, bezorgde blik die Judith lord Brightwell schonk, ontging haar niet. ‘Ik wist niet dat u terug was, oom. Ik zal ervoor zorgen dat niemand u nog stoort.’ Olivia voelde twee paar ogen op zich gericht terwijl ze de kamer uitliep.
a Toen ze de volgende ochtend werd geroepen, schrok Olivia, maar het verbaasde haar niet. Ze had het verwacht. Ik deed het in een opwelling, verdedigde ze zichzelf in stilte. Ik had geen kwaad in de zin. Waar zou lord Bradley bozer over zijn, vroeg ze zich bezorgd af terwijl ze naar beneden liep. Dat ze het had gewaagd zijn vader aan te spreken of alleen al over het feit dat ze iets had gezegd? Ze liep de studeerkamer binnen zoals haar was opgedragen, deed de deur dicht en ging met rechte rug voor zijn bureau staan. Lord Bradley stond op. ‘Ik wilde u over mijn vader spreken,’ begon hij kalm. Olivia tilde haar kin op en hield haar hoofd opgeheven. ‘Juffrouw Keene?’ Ze keek hem koel aan en deed haar uiterste best geen emotie te tonen. 166
3epr08072011Destille.indd 166
07-07-11 21:15
‘Hoewel het u niet is aan te zien,’ zei hij ironisch, ‘schijnt mijn vader te denken dat u een erg meelevende jongedame bent. Wat hebt u gisteren tegen hem gezegd?’ Ze staarde hem verward aan. ‘Ja, hij heeft me verteld dat u tegen hem hebt gesproken. Judith heeft hem ervan overtuigd dat hij in de war moet zijn geweest door zijn verdriet en het zich moet hebben verbeeld, omdat u doofstom bent.’ Hij sprak het woord met enig leedvermaak uit. ‘Vertel eens wat u hebt gezegd, hoe u zoveel indruk hebt gemaakt.’ Olivia fronste haar wenkbrauwen, even verbaasd als lord Bradley duidelijk was over de manier waarop de graaf kennelijk had gereageerd. ‘Ik heb alleen maar gezegd hoe erg ik het voor hem vind.’ Hij trok een wenkbrauw op. ‘En wat nog meer?’ ‘Meer niet.’ Ze deed haar best zich nog meer details te herinneren. Een vreemd licht verscheen in zijn ogen. ‘Wat hebt u dan gedaan? Doe het eens voor? Laat me zien wat u hebt gedaan, wat u hebt gezegd en hoe u het hebt gezegd.’ Ze slaakte een zucht van frustratie. ‘Dat kan ik niet, hoor! Hij kwam onverwachts binnen. Het verdriet op zijn gezicht was zo hartverscheurend en zijn liefde voor uw moeder zo duidelijk dat ik zonder erbij na te denken naar hem toe liep. Ik deed het in een opwelling. Ik dacht er niet bij na…’ Hij liep om het bureau heen, ging ervoor staan en leunde er met zijn armen over elkaar geslagen tegenaan. ‘Doe het eens voor.’ ‘Maar u bent…’ Ze zweeg plotseling omdat er een steek van verdriet door haar hart ging. Hoe kon ze zich zo druk maken om de manier waarop ze zich moest verdedigen terwijl zijn moeder net was overleden? De enige moeder die hij ooit had gekend. Ze wist hoe het was om van een moeder te houden en haar te missen. Het was een pijn die voortdurend aanwezig was. 167
3epr08072011Destille.indd 167
07-07-11 21:15
Zonder dat ze het wilde, welden er tranen in haar ogen op. De man die voor haar stond, deed alsof hij hard en afstandelijk was, maar in zijn hart was hij een jongetje dat net zijn moeder had verloren. Edward zag de verandering op haar gezicht en sloeg haar gefascineerd gade. Toen haar ogen zich met tranen vulden, kreeg hij een brok in zijn keel en begonnen ook zijn eigen ogen te branden. Zwijgend keek hij hoe ze naar hem toe liep en met grote ogen en een bleek, verdrietig gezicht voor hem ging staan. Ze legde haar slanke vingers om zijn hand, nam hem in haar beide handen en omsloot hem met een warme greep. Edward haalde bevend adem. ‘Ik vind het heel erg voor u, mijnheer,’ fluisterde ze hem strak aankijkend. ‘Het spijt me heel erg.’ Edward zonk weg in haar levendige, blauwe ogen en vond daar schoonheid en medeleven, troost en vrede. Even vergat hij zijn vader, zijn moeder, alles. Toen hij zich niet verroerde of sprak, drukte juffrouw Keene haar zachte wang tegen zijn hand.Terwijl Edward op haar mooie profiel neerkeek, ging zijn vrije hand onwillekeurig omhoog alsof hij haar haar wilde strelen. Hij kon zich slechts met moeite bedwingen. ‘Het moet heel moeilijk zijn je moeder te verliezen,’ mompelde ze. Hij verstrakte onmiddellijk. Dit was geen list geweest om haar medeleven te winnen. Hij had geen behoefte aan medelijden of aandacht van een dienstmeisje, hoe knap ze ook was. Hij ging rechtop staan en zei streng: ‘We hebben het niet over mij.’ Ze liet snel zijn hand los en deed een stap achteruit. De innige houding die ze had aangenomen, bracht haar duidelijk in verlegenheid, vooral omdat die haar initiatief was geweest. Hij wilde niet laten merken wat voor uitwerking haar na bijheid op hem had, weigerde zo ontroerd te raken als zijn vader. 168
3epr08072011Destille.indd 168
07-07-11 21:15
‘Ik moet zeggen,’ begon hij, hopend dat zijn stem niet zou trillen en hem zou verraden, ‘dat ik erg van uw acteertalent onder de indruk ben. Er ligt een toekomst in het theater voor u open als u dat wilt. Ik begrijp waarom vader u innemend vond, een vrouw half zo oud als hij die zich aan hem opdrong.’ ‘Zo ging het niet.’ ‘En u hebt tegen hem gepraat!’ ‘Dat ging vanzelf. Ik…’ ‘Tegen hoeveel anderen hebt u gesproken?’ Edward merkte dat hij steeds bozer werd, maar wist dat dat weinig te maken had met het feit dat juffrouw Keene een paar woorden tegen zijn vader had gezegd. Het was zijn vaders reactie waar hij zich aan ergerde. En als hij eerlijk was ook zijn eigen reactie. ‘Het spijt me. Echt. Maar zoals mevrouw Howe al zei, uw vader was in de war. Misschien herinnert hij zich niet goed meer wat er gisteravond is gebeurd. Hij hoeft me nooit meer te zien en dan vergeet hij de hele zaak wel weer.’ ‘Au contraire,’ zei Edward lijzig. ‘Hij wil u morgenmiddag spreken.’
169
3epr08072011Destille.indd 169
07-07-11 21:15
17
De begrafenisondernemer zorgde voor beroepsrouwklagers of ‘stommen’ die in zwarte kledij in de buurt stonden en waardigheid aan de gebeurtenis verleenden. Daniel Poole, What Jane Austen Ate and Charles Dickens Knew
Olivia streek met trillende handen het lijfje van de donker blauwe jurk glad toen ze de volgende middag de trap afliep en de hal door naar de bibliotheek. Becky had de kinderen voor haar mee naar buiten genomen en Olivia had veel liever bij hen willen zijn dan onderweg naar de graaf van Brightwell. Wat zou de graaf van haar willen? Van de toespeling van lord Bradley klopte beslist niets. Ze huiverde. Nee. Dat kon niet. Zo verkeerd kon hij haar medeleven niet hebben uitgelegd. Ze haalde diep adem en klopte. ‘Kom binnen.’ Ze ging naar binnen en deed met bonzend hart de deur achter zich dicht. Zou hij haar terechtwijzen of erger? De graaf zat op een van de hoge stoelen bij de haard, maar stond op toen ze binnenkwam. ‘Alstublieft,’ wenkte hij. ‘Kom maar hier, mijn beste. U hebt niets van me te vrezen.’ Olivia slikte en liep verder. Terwijl ze naar hem toeliep, sloeg lord Brightwell haar nauwlettend gade en op zijn gezicht lag dezelfde verbijsterde uitdrukking als de avond dat ze hem voor het eerst had gezien. Had hij toch niet om haar gevraagd? ‘Ga zitten,’ verzocht hij haar zacht. Ze deed wat hij zei en klemde haar klamme handen op haar schoot in elkaar. Hij schraapte zijn keel. ‘Juffrouw Keene, mijn zoon heeft me 170
3epr08072011Destille.indd 170
07-07-11 21:15
verteld over de omstandigheden waaronder u hier bent ge komen. U hoeft tegen mij niet te zwijgen.’ Zijn stem klonk vriendelijk en zijn hoffelijke woordkeuze viel haar op. Opnieuw werd ze overvallen door wroeging. ‘Mijnheer, het was niet mijn bedoeling u beiden af te luisteren.’ Hij stak een hand op.‘Dat is niet de reden dat ik u heb laten komen. En hoewel ik niet weet of ik de manier waarop hij heeft gehandeld wel goedkeur, weet ik dat Edward het beste met de familie voor heeft. Juffrouw Keene, toen u gisteren tegen me sprak…’ ‘Het spijt me dat ik die vrijheid nam, mijnheer.’ ‘Verontschuldigt u zich alstublieft niet!’ Zijn heftigheid verraste haar. ‘Mijn eigen familie heeft me als een paria behandeld. U was de enige die me die dag echte hartelijkheid schonk.’ Olivia voelde een voorzichtige blijdschap bij die woorden en bestudeerde haar ineen geklemde handen. Toen ze zijn blik op haar profiel voelde, keek ze op en zag ze dat hij naar haar zat te kijken. ‘We hebben nog geen kennis gemaakt, is het wel?’ vroeg hij zacht. ‘Nee, mijnheer. Ik heb u en uw vrouw van een afstand gezien op de avond dat ik… de avond voordat u vertrok, maar dat is alles.’ ‘Mag ik vragen waar u vandaan komt?’ Ze aarzelde. ‘Uit een plaatsje ten noordwesten van hier. In de buurt van Cheltenham.’ Hij keek naar haar en schudde ongelovig zijn hoofd om een of ander onbegrijpelijk wonder. Hij boog naar voren, zette zijn ellebogen op zijn knieën en deed een niet erg geslaagde poging achteloos te klinken. ‘Juffrouw Keene, mag ik u naar uw… uw familie vragen?’ Ze voelde de vertrouwde pijn in haar maag en ging verzitten. ‘Wat wilt u weten?’ ‘Wat zijn uw ouders voor mensen? Waar komen ze vandaan?’ Ze greep de eerste vraag aan. ‘Mijn moeder is een geweldige vrouw.’ 171
3epr08072011Destille.indd 171
07-07-11 21:15
Het gezicht van de graaf lichtte op. ‘O, ja?’ ‘Ze is lief en mooi. Intelligent en geduldig. Ze lacht graag…’ Olivia aarzelde en probeerde zich de laatste keer dat haar moe der had gelachen te herinneren. Lord Brightwell knikte en liet duidelijk merken dat hij meer wilde weten. Maar waarom? vroeg Olivia zich af. ‘Ga door.’ Maar ze had tranen in haar ogen gekregen en beet op haar lip om ze terug te dringen. De graaf zei zacht: ‘U mist haar.’ ‘Heel erg,’ fluisterde Olivia. ‘En uw vader?’ Ze slikte en sloeg haar ogen neer. ‘Op zijn eigen manier is hij slim. Hij kan goed rekenen, is ambitieus, openhartig.’ ‘Maar?’ drong hij aan. Ze haalde beverig adem. ‘Hij is… wispelturig.Vaak boos.’ ‘Mishandelt hij u, mijn beste?’ ‘Nee, nooit.’ ‘Uw moeder?’ Ze keek omlaag naar haar handen. ‘Hij viel soms erg tegen haar uit, beschuldigde en bedreigde haar. Maar hij gebruikte nooit zijn handen totdat…’ Ze wendde haar ogen af van zijn ernstige blik en ging op een ander onderwerp over. ‘Hij is niet altijd zo geweest. Maar nu… nu is er niet veel hartelijkheid meer tussen ons, ben ik bang.’ ‘Het spijt me dat te horen.’ ‘Toch was ik niet van plan…’ Ze maakte haar zin niet af. ‘Wat was u niet van plan, juffrouw Keene?’ Ze zag het medeleven in zijn ogen en stond in de verleiding hem het hele verhaal te vertellen. ‘Laat maar.’ Hij gaf haar zijn zakdoek. ‘Vergeeft u me, alstublieft, juffrouw Keene. Ik was niet van plan u van streek te maken.’ ‘Er valt niets te vergeven,’ zei ze en veegde haar tranen weg.‘U bent degene die een groot verlies hebt geleden.’ ‘Het is inderdaad een groot verlies. Mijn vrouw was me erg 172
3epr08072011Destille.indd 172
07-07-11 21:15
dierbaar. Maar er was een tijd dat er ook tussen ons geen warmte was.’ Ze veegde weer over haar ogen. ‘Dat kan ik maar moeilijk geloven.’ ‘Het is waar, maar ik neem u alleen maar in vertrouwen om u hoop te schenken. Misschien gaat uw vader in deze periode wel weer vriendelijker over u denken, juffrouw – Mag ik uw voornaam weten? Ik weet zeker dat Edward die me niet heeft verteld.’ ‘Ik heet Olivia, maar de meeste mensen hier noemen me…’ ‘Olivia?’ zei hij ademloos en zichtbaar verbluft. ‘Ik weet het. Nogal deftig voor een meisje met een betrekking.’ ‘Olivia…’ herhaalde hij. In zijn ogen stond zowel triomf als smart te lezen. ‘Je moeder…’ Hij aarzelde. ‘Heet die soms… Dorothea Hawthorne?’ Olivia staarde hem sprakeloos aan. ‘Nee.’ Ze schudde langzaam haar hoofd. ‘Ze heet Dorothea Keene.’ Ze keken elkaar aan tot Olivia fluisterde: ‘Hoe kent u mijn moeder?’ Hij schudde verwonderd zijn hoofd. ‘Ik dacht het al toen ik je voor het eerst zag. Ik dacht dat ik een geest zag. Of een engel. Dorothea’s dochter. Ik kan het haast niet geloven. Hoe gaat het met haar? Wanneer heb je haar voor het laatst gezien?’ ‘Meer dan twee maanden geleden nu.’ Hij knikte. ‘Woonde je nog bij je ouders voordat je hiernaartoe kwam of had je ergens anders een betrekking?’ ‘Ik had een betrekking, maar ik woonde wel thuis.’ ‘Mag ik je vragen waarom je dan bent vertrokken? Is er iets voorgevallen of zocht je alleen maar werk?’ Ze aarzelde. ‘Dat… dat kan ik u niet vertellen, mijnheer.Vergeef me.’ Zijn gezicht drukte bezorgdheid uit. ‘Maar… ze maakt het toch wel goed, hoop ik?’ Tranen brandden opnieuw in haar ogen. Haar gefluister klonk 173
3epr08072011Destille.indd 173
07-07-11 21:15
even schor als haar stem toen die net terug was.‘Ik weet het niet.’ ‘Wil je naar huis terug? Edward zou het je toestaan als ik…’ Ze schudde haar hoofd. ‘Ik kan niet terug.’ Omdat ze het gesprek graag op een ander onderwerp wilde brengen, vroeg Olivia weer: ‘Hoe hebt u haar leren kennen? Dat hebt u nog niet verteld.’ ‘Weet je dat niet?’ Lord Brightwells lichtblauwe ogen twinkelden. ‘Ze heeft hier zelf een betrekking gehad.’ Olivia schudde haar hoofd. ‘Dorothea was de gouvernante van mijn halfzusters. Die zijn veel jonger dan ik. Ze was precies zoals je haar beschreef: mooi, vriendelijk, intelligent.’ Hij keek alsof hij nog iets wilde zeggen en aarzelde toen. ‘Ik zou graag langer met je praten. Maar… gezien de onfortuinlijke omstandigheden, moet dat gesprek misschien maar wachten.’ Olivia dacht aan de naderende begrafenis en knikte plechtig en instemmend.Vragen lagen op het puntje van haar tong, maar ze slikte ze in. Ze wist niet helemaal zeker of ze de antwoorden wel wilde weten.
a Over Brightwell Court hing de volgende dagen een donkere wolk. Judith Howe droeg weer volle rouwkleding van doffe, zwarte bombazijn en crêpezijde. Een horde mannen in zwarte jassen daalde als een zwerm kraaien op het huis neer. Ze droegen zwarte hoeden en armbanden. Mijnheer Tugwell kwam ook verschillende keren langs. Hij drukte handen en mompelde zijn condoleances voor de familie en ook voor de bedienden. Als voorbereiding op de rouwperiode bestelde Judith Howe in de winkel van juffrouw Ludlow een nieuwe, zwarte rok voor Audrey. Olivia naaide ondertussen een strook zwarte kant van tien centimeter langs de zoom van Audreys enige zwarte jurk, want het meisje was sinds de dood van haar vader flink ge174
3epr08072011Destille.indd 174
07-07-11 21:15
groeid. Ze haalde ook de glanzende gespen van Andrews zwarte schoenen en verving de vergulde knopen van zijn donkere jas door eenvoudige zwarte. De kinderen zouden de begrafenis zelf niet bijwonen, maar waren wel gevraagd aanwezig te zijn als het gezelschap zich voor de plechtigheid in het huis verzamelde. Toen Olivia hen naar de zitkamer beneden bracht, hoorde ze het zachte geroezemoes van de sombere gesprekken in de salon, waar de rouwenden koud vlees en pasteien aten, herinneringen aan het verleden uitwisselden en vragen over de toekomst stelden. In de gang stond Felix. Hij droeg de zwarte handschoenen en sjaal van een drager. Hij groette haar en de kinderen met een plechtige buiging en liet zijn geflirt en geknipoog deze keer gelukkig achterwege.Van juffrouw Peale had Olivia gehoord dat Felix en Judith als kind veel tijd op Brightwell Court hadden doorgebracht – in tegenstelling tot hun ouders – en hij had duidelijk verdriet om het verlies van zijn tante. De aarzelende, trieste uitdrukking op zijn gezicht gaf hem de aanblik van het jongetje dat hij ooit moest zijn geweest. Olivia zou uiteraard noch de kerkdienst noch de begrafenis bijwonen. Maar vanachter het raam van de kinderkamer keek ze hoe de lijkkoets en de rouwenden naar St. Mary’s vertrokken en de lange stoet rouwkoetsen, getrokken door paarden opgetuigd met zwart fluweel en zwarte pluimen, later de oprit afging en zich in de richting van het graf van de familie Estcourt begaf. Olivia hoorde de kerkklokken zes keer slaan om het over lijden van een vrouw aan te geven. Na een korte stilte sloegen ze nog één maal voor elk jaar van lady Brightwells leven. De trage, regelmatige slagen raakten Olivia’s hart en nog lang nadat de laatste echo was weggestorven, bad ze dat lord Brightwell en lord Bradwell troost mochten vinden.
175
3epr08072011Destille.indd 175
07-07-11 21:15
18
Toen een van de dienstmeisjes in verwachting bleek te zijn, verlengde dominee Woodforde haar jaarlijkse dienstovereenkomst niet. Hij gaf haar bij haar vertrek echter wel een extra maandsalaris mee om haar gewone loon aan te vullen. Pamela Horn, inleiding op The Complete Servant
Toen hij op een rustige avond in januari met zijn vader in de bibliotheek zat, las Edward de korte dreigbrief nog eens die zijn vader hem voor het eerst op de avond voor zijn onzalige reis naar Italië had laten zien. Ik ken je geheim.Vertel het hem, want anders doe ik het. Het handschrift was klein en regelmatig. Misschien met opzet alledaags en onopgesmukt? Wie heeft dit geschreven? vroeg hij zich voor de zoveelste keer af. Om nog maar niet te spreken van de vreselijke uren waarin hij zich afvroeg wat voor gevolgen de brief kon hebben. Hij had het juiste moment afgewacht om de kwestie nog eens ter sprake brengen. En nu zijn vader thuis was en de begrafenis een week geleden, leek het hem dat de tijd misschien rijp was. Hij keek op toen zijn vader iets mompelde over wat parlementair nieuws in de ochtendkrant. Terwijl hij de krant opvouwde, zei de graaf:‘Doordat je moeders gezondheid vorig jaar zo slecht was, kreeg ik zonder problemen verlof voor die zitting. Wat ben ik daar nu blij om.’ Lord Brightwell stond op en schonk een glas port voor zichzelf in. ‘Ik waardeer het ook dat jij hier de lopende zaken voor me hebt behartigd, Edward.Toen ik in het buitenland was en ook nu nog. Ik moet bekennen dat ik er nog steeds niet aan toe ben.’ 176
3epr08072011Destille.indd 176
07-07-11 21:15
Edward knikte begrijpend toen zijn vader zich weer in zijn lievelingsstoel bij de haard liet vallen. ‘Op een dag neem je ook mijn parlementszetel over. Ik wilde dat ik nog kon meemaken dat jij je officiële oproep krijgt. Ik zou je graag de eed horen afleggen en de documenten zien ondertekenen…’ Lord Brightwell hief zijn glas in een gespeelde toast en vervolgde toen: ‘Zo’n intelligente jongen als jij, Edward… het is zonde dat je met het dienen van je land moet wachten tot ik dood en begraven ben.’ ‘Op het moment ziet het er anders helemaal niet naar uit dat ik uw zetel ooit zal overnemen.’ ‘Dat moet je niet zeggen, jongen. Ze hebben ons nog niet verslagen. Het was maar één brief en nog een vage ook. Ver moedens, op zijn best.’ ‘Misschien, maar wel vermoedens die kloppen.’ Lord Brightwell gaf geen antwoord, maar staarde alleen in het vuur. Edward maakte van de stilte gebruik, haalde diep adem en vroeg: ‘Bent u eraan toe om het me te vertellen?’ ‘Je wat te vertellen?’ ‘Alles.Waar ik vandaan kom.Wie mijn moeder was. Mijn va…’ De oudere man slaakte een geïrriteerde zucht. ‘Je moeder was Marian Estcourt Bradley, lady Brightwell. De vrouw die je heeft gedragen was een aardig meisje van nederige komaf.’ ‘En mijn vader…? En zeg nu niet “Oliver Stanton Bradley”, want u hebt al toegegeven dat ik uw zoon niet ben.’ ‘Natuurlijk ben je dat wel.’ ‘Wilt u zeggen dat u toch mijn vader bent? Dat de een of andere arme melkmeid uw kind heeft gedragen?’ ‘Nee. Ik ben je moeder trouw geweest. Maar je bent wel mijn zoon – misschien niet in de juridische zin van het woord, maar wel in elk ander opzicht.’ Edward sloeg met zijn vuist op zijn bureau. ‘Dat is niet goed genoeg! Wie ben ik? Wie is mijn vader? Wie is de vrouw die me heeft gedragen?’ 177
3epr08072011Destille.indd 177
07-07-11 21:15
‘Wil je het echt weten, jongen? Het is niet van belang…’ ‘Niet van belang? Wis en waarachtig wel! Natuurlijk is het van belang.’ Edward ijsbeerde door de bibliotheek. ‘Je weet dat ik geen waarde hecht aan al dat gebeuzel over adellijke geboorte en bloedbanden. Je bent door mij opgevoed; je bent van mij. Je bent evenzeer een Bradley als ik.’ ‘In Engeland zijn maar weinig mensen die het met u eens zouden zijn. Binnen de adel zelfs niemand, verzeker ik u.’ Edward liet zich in de leunstoel naast die van zijn vader vallen en boog zich naar voren. ‘Wie was ze? Hoe heette ze?’ Lord Brightwell haalde geagiteerd zijn hand door zijn dunner wordende, blonde haar. ‘Ze was een bescheiden, vrome, jonge vrouw. Haar vader was een… ambachtsman die goed bekend stond.’ ‘Hoe kende u haar?’ Hij hief hulpeloos zijn hand op.‘Ze was aangesteld als keuken meisje. Ben je nu tevreden? Of misschien als dienstmeisje. Hoe dan ook, ik kende haar nauwelijks.’ Edward kreunde. Het was zoals hij had gevreesd. Hij schudde zijn hoofd alsof zijn hoofd de informatie weigerde op te nemen. ‘Mijn moeder was een dienstmeisje. En mijn vader? Laat me raden. De huisknecht? De kolenboer? Een stroper?’ ‘Nee.’ De graaf klemde zijn kaken op elkaar. ‘Nog erger, ben ik bang.’ Edward staarde hem sprakeloos aan. Maar hoe hij ook aandrong, lord Brightwell wilde hem niet meer vertellen. ‘Als de tijd er rijp voor is,’ was het enige wat hij zei.
a Mevrouw Hinkley stond nerveus met haar handen wriemelend in de deuropening van de studeerkamer. ‘Mijnheer, kan ik u even spreken?’ ‘Natuurlijk, mevrouw Hinkley. Komt u binnen.’ Edward wachtte tot ze de deur had dichtgedaan en bij zijn bureau was komen staan. ‘Wat is er?’ 178
3epr08072011Destille.indd 178
07-07-11 21:15
‘Het gaat om een van de dienstmeisjes. Martha. U zei dat ik u na Kerst moest vragen wat er met haar moet gebeuren. Maar toen overleed lady Brightwell en…’ ‘Ja, ik begrijp het.’ Edward zuchtte inwendig om de last van zijn verantwoordelijkheden; de graaf stond er nog steeds op dergelijke beslissingen aan hem over te laten. ‘Heeft ze u verteld wie de vader is?’ ‘Nee, mijnheer. Dat durft ze niet.’ ‘Dat durft ze niet? Waarom niet?’ ‘Ze zegt dat ze zal moeten vertrekken als ze me dat vertelt en dat ze nergens naartoe kan. Ik heb tegen haar gezegd dat ik de man misschien verantwoordelijk kan stellen als ze het me wel vertelt, maar ze blijft volhouden dat ze alleen kan blijven als ze het niet vertelt.’ Edward merkte dat hij zijn voorhoofd fronste en hij vroeg zich af waarom het meisje in vredesnaam zoiets dacht en wie haar dat misschien had beloofd. Een van de mannelijke bedienden misschien? Felix? Hij keek op en zag dat mevrouw Hinkley hem verwachtingsvol aankeek. ‘Nou, mevrouw Hinkley, u weet toch wel dat u niet kunt verwachten…’ ‘Natuurlijk, mijnheer. Dat meisje gedraagt zich heel dwaas. Daar ben ik van overtuigd.’ ‘Zegt u dat wel. Denkt ze soms dat dit een weeshuis is? Een tehuis voor ongehuwde moeders?’ Mevrouw Hinkley boog haar hoofd. ‘Dus ik moet haar de deur uitzetten, mijnheer?’ vroeg ze, haar stem iel van angst. ‘Ik weet dat dat de gebruikelijke gang van zaken is.’ Edward vertrok zijn gezicht. Wat zou hij dat een paar maanden geleden nog gemakkelijk hebben gedaan. Hij bleef even zwijgend zitten en zuchtte toen diep. ‘Nee, mevrouw Hinkley. Ik wil niet dat u haar de deur uit zet. Zeg maar tegen haar dat ze mag blijven zo lang u tevreden bent over haar werk of tot ze bevalt. Als ze iemand kan vinden die op haar kind wil passen, 179
3epr08072011Destille.indd 179
07-07-11 21:15
mag ze te zijner tijd weer komen werken. Mocht ze vertrekken, dan moet u haar een getuigschrift meegeven. Maar, mevrouw Hinkley, u moet dat meisje ervan overtuigen dat mijn beslissing niets te maken heeft met het feit dat ze heeft geweigerd de naam van de vader te noemen. Is dat duidelijk?’ ‘Ja, mijnheer.’ Mevrouw Hinkley slaakte een zucht van opluchting. ‘Dank u wel, mijnheer.’ Ze keek hem stralend aan terwijl ze achteruit naar de deur liep. Het drong tot hem door dat hij haar nog nooit zo hartelijk had zien glimlachen.
a Pas een paar weken na de begrafenis stuurde lord Brightwell Osborn weer naar Olivia om haar te vragen bij hem in de biblio theek te komen zodra het haar schikte. Ze vlocht alleen nog Audreys haar en gaf Andrew een boek. Daarna liet ze de kinderen bij Becky en mevrouw Peale achter en liep de trap af naar beneden. Toen ze de gang in liep, kwam Osborn eraan om de deur van de bibliotheek open te doen, maar hij nam niet de moeite haar aan te kondigen. Toen ze binnenkwam, zat de graaf aan zijn bureau over een boekhoudschrift gebogen. Hij was zo aandachtig bezig dat hij niet opkeek toen ze de kamer binnenkwam. ‘Verdraaid,’ mompelde hij. ‘Ik kan die cijfers niet lezen.’ Ze wachtte tot Osborn de deur achter haar had dichtgedaan en ze tegen zijn nieuwsgierige ogen en oren beschermd waren. Lord Brightwell keek op toen de deur in het slot klikte. ‘Ah, Olivia, mijn beste.’ Ze liep naar zijn bureau en bood zacht aan: ‘Kan ik u mis schien helpen, mijnheer?’ Hij wuifde afwerend met zijn hand. ‘Mijn ogen worden slechter. Nog even en ik zal blind op mijn boekhouder moeten vertrouwen.’ ‘Volgens mij overdrijft u.’ Hij grinnikte. ‘Mijn gevoel voor humor laat me in ieder geval 180
3epr08072011Destille.indd 180
07-07-11 21:15
nog niet in de steek. Kun jij dit lezen?’ Ze tuurde over zijn schouder. ‘Tweeduizendnegenenzeventig.’ ‘En de opbrengt van die hectaren een jaar geleden?’ Hij wees naar een getal in de kolom ernaast. ‘Negentienhonderdtweeënzestig. Samen vierduizendeenenveertig.’ ‘Heb je dat uit je hoofd uitgerekend?’ Ze haalde haar schouders op. ‘Ik heb altijd goed kunnen re kenen.’ ‘Dat heeft je moeder je zeker geleerd? Ik weet nog dat ze uitstekend lesgaf.’ Olivia vertelde niet dat haar vader degene was die haar talent had ontwikkeld en ook niet op welke manier. Ze zou zich diep schamen als ze daar met lord Brightwell over sprak. ‘Goed, ik heb je niet bij me geroepen om de boekhouding met je door te nemen.’ Hij stond op en wees naar de twee leunstoelen bij het vuur. ‘Ga zitten, alsjeblieft.’ Ze deed wat hij zei en toen ze haar rokken had gladgestreken en opkeek, zag ze dat hij haar gadesloeg. ‘Ik vind je aanwezigheid erg troostvol, Olivia. Dat komt doordat je zo op je moeder lijkt, denk ik, en doordat zij vroeger een dierbare vriendin van me was.’ Hij keek omlaag naar zijn handen. ‘Er was zelfs een tijd dat ik met haar hoopte te trouwen, maar mijn vader wilde geen toe stemming geven. Uiteindelijk denk ik dat dat een goede beslis sing was, want Marian en ik hebben het al die jaren goed kunnen vinden samen, maar indertijd deed het me veel verdriet dat ik Dorothea moest opgeven.’ Hij schudde zijn hoofd en grinnikte om een herinnering. ‘Dorothea en ik hadden het zelfs al gehad over namen voor de kinderen die we hoopten te krijgen. Onze zoon zouden we Stanton noemen, naar mijn grootvader, en onze dochter Olivia, naar mij. IJdel, ik weet het.’ Lord Brightwell zweeg en staarde voor zich uit. ‘Naar u?’ Olivia voelde dat er rimpels in haar voorhoofd kwamen. 181
3epr08072011Destille.indd 181
07-07-11 21:15
Hij keek haar aan. ‘Ik heet Oliver. Wist je dat niet?’ Haar adem stokte. Zonder iets te zeggen, schudde ze haar hoofd. ‘Oliver Stanton Bradley, lord Brightwell.’ Wat zegt hij daar? vroeg ze zich af. Zou hij bedoelen…? Ze kon de verbijsterende vragen niet uitspreken. In plaats daarvan probeerde ze aarzelend luchthartig te doen. ‘U bent blijkbaar van gedachten veranderd, mijnheer, want uw zoon heet geen Stanton.’ Maar hij glimlachte niet en vertelde ook geen grappig verhaal over zijn vrouw die hem had afgetroefd en de naam die hij had gekozen had vervangen door de naam die zij het mooiste had gevonden. In plaats daarvan fronste hij zijn wenkbrauwen en mompelde hij: ‘Nee. Edward was niet mijn keuze.’ Zijn sombere stem nodigde niet uit tot vragen. De graaf wendde zijn ogen af en staarde door het natgeregende raam naar herinneringen in de verte. Olivia keek naar het vuur en zag haar eigen herinneringen. Wat als…? Haar oren werden rood van verlegenheid door de gedachten die ze over haar moeder, over zichzelf had en schaamte vulde haar hart. Toch zou het beslist haar vaders kille houding verklaren. En als hij het pas later had gehoord, wierp dat dan geen licht op de reden waarom de band die ze als kind met hem had gehad, was verbroken? Of minachtte hij haar alleen maar omdat ze die vreselijke wedstrijd had verloren? Omdat hij zijn geld en aanzien was kwijtgeraakt, zoals ze lang had gedacht? Ja, dat was veel gemakkelijker te geloven. Want zelfs al had haar moeder haar haar naam gegeven om een vorige liefde te eren, dan betekende dat nog niet vanzelf… iets anders. Een tijdje gingen ze beiden zwijgend in hun eigen gedachten op. Maar al snel kwamen er in Olivia twijfels op als beukende golven. ‘Hoe lang is het geleden, mijnheer, dat u, eh, mijn moe der voor het laatst hebt gezien?’ Lord Brightwell dacht na. ‘Och, lieve help… kan dat al zes 182
3epr08072011Destille.indd 182
07-07-11 21:15
entwintig jaar geleden zijn? Ja, dat moet wel. Misschien zelfs langer.’ Hij knikte bedachtzaam. ‘Natuurlijk kan ik de jaren verkeerd hebben opgeteld. Mijn geheugen is niet meer wat het is ge weest. Mijn rekenkunst ook niet.’ Hij keek haar indringend aan en schonk haar een beverig glimlachje. ‘Je lijkt zo op haar, lieve kind.’ Olivia’s ogen vulden zich met tranen die over haar wangen omlaag rolden. Ze greep zijn handen vast. Edward klopte hard op de deur. Hij wachtte niet op antwoord, duwde hem snel open en liep met grote passen naar binnen. Toen hij zijn vader en juffrouw Keene vertrouwelijk met elkaar zag praten en elkaars handen zag vasthouden, bleef hij staan. Er kwam een geschokte uitdrukking op zijn gezicht. ‘Het spijt me dat ik uw tête-à-tête verstoor, vader,’ zei hij bits. In gedachten voegde hij eraan toe Zo snel na moeders dood! ‘Edward, je raadt nooit…’ ‘Volgens mij wel.’ Hij zag dat juffrouw Keene een kneepje in de hand van de graaf gaf om zijn aandacht te trekken en ze wierp hem een smekende blik toe. Zijn vader trok een wenkbrauw op en ze schudde haar hoofd, nee. Edward zag hun betekenisvolle blikken minachtend aan. ‘Nou?’ bromde hij nors. De graaf aarzelde en zei toen: ‘Juffrouw Keene en ik hebben ontdekt dat we een wederzijdse bekende hebben.’ ‘U meent het.’ Edward betwijfelde dat de twee door zoiets, als het al klopte, elkaars handen zo innig hadden vastgegrepen. Toen hem geen verklaring werd geboden, zei hij kortaf: ‘Walters is er om de boekhouding na te kijken, vader. Zou het… u nu uitkomen?’ ‘Eigenlijk geniet ik nu van mijn tijd met Olivia.’ Olivia…? Hij vond het niet prettig haar naam uit zijn vaders mond te horen. 183
3epr08072011Destille.indd 183
07-07-11 21:15
Lord Brightwell zuchtte en ging rechtop zitten. ‘Maar als het niet kan wachten…’ ‘Ik moet toch naar de kinderkamer terug, mijnheer,’ zei juffrouw Keene terwijl ze opstond. ‘Maar…’ De graaf wilde bezwaar maken, maar toen hij haar gezicht zag, zweeg hij. ‘Goed dan, Olivia. Eh, juffrouw Keene.’ De twee wisselden een veelzeggende glimlach uit die Edward een wrange smaak in zijn mond bezorgde. Zijn vader zou toch geen ongepaste belangstelling voor het meisje hebben? Het was waar, lords verleidden al eeuwenlang meisjes, maar hij had niet gedacht dat zijn vader zo was. Hij herinnerde zich het gesprek over een van de dienstmeisjes dat hij onlangs met mevrouw Hinkley had gehad en hij werd opnieuw woedend. Ook ervoer hij nog een andere emotie, maar hij nam niet de tijd om daarover na te denken.
184
3epr08072011Destille.indd 184
07-07-11 21:15
19
Zonder bescherming van haar eigen familie was de gouvernante kwetsbaar voor seksuele avances. Kathyn Hughes, The Victorian Governess
Op haar volgende vrije middag liep Olivia over de knerpende, pas gevallen sneeuw door het bos. Er lag niet zoveel sneeuw dat de kinderen erin konden spelen. Op de grond lag maar een fijn laagje en de takken, struiken en bessen gingen schuil onder een dikke laag poedersuiker. Polletjes gras en rode en gele bladeren schemerden door het witte laagje ijs en Olivia moest aan een geglazuurde taart van gedroogde vruchten en noten denken. Ze liep verder over het met bomen omzoomde pad dat bij Croomes huis vandaan leidde en dwaalde toen, gelokt door het gefluister van stromend water, van het pad af in de richting van het geluid. Op de rivieroever zag ze twee waterspreeuwen die op hun kenmerkende manier met hun kopjes knikten. Een houtsnip, die van haar komst schrok, fladderde wild met zijn vleugels en vloog weg. Olivia veegde de sneeuw van een omgevallen boom bij de waterkant en ging zitten. Wat was het hier vredig. Ze hief haar gezicht op en genoot van de zon die ongebruikelijk warm was voor de tijd van het jaar en die de sneeuw veel te snel zou laten smelten. Terwijl ze zo zat, drong het tot Olivia door dat ze het einde van haar proefperiode van drie maanden had bereikt. Lord Bradley zou haar nu toestaan om te vertrekken, had zijn vader gezegd.Toch voelde ze zich niet opgelucht als ze aan vertrekken dacht. Het schonk haar eerder een vreemd gevoel van onzeker185
3epr08072011Destille.indd 185
07-07-11 21:15
heid. Almachtige God, laat me zien wat ik moet doen… Ze wilde dat ze wist waar haar moeder was en hoe het met haar ging, maar ze had Olivia gesmeekt niet terug te komen en had erop gestaan dat zij haar zou komen zoeken als het veilig was. Maar waarom was haar moeder niet gekomen? Was haar iets overkomen of was ze weggebleven uit angst de politie – of Simon Keene – naar Olivia’s deur te leiden? Toen viel haar nog een gedachte in. Zou ze eigenlijk nog wel mogen blijven van lord Bradley? Plotseling hoopte ze het heel sterk. Dan had ze in ieder geval een dak boven haar hoofd zo lang ze op haar moeder wachtte of tot ze een andere betrekking vond. Edward liep door het bos en liet een geweer losjes naast zijn zij bungelen. Hij had de bosrand afgezocht naar wilde honden en stropers en nu, op de terugweg, bleef hij op zijn lievelingsplekje naast de rivier staan. Hij keek door het bladerdak omhoog en zag een eenzame gans overvliegen. Hij vroeg zich af hoe het dier van de rest van de zwerm gescheiden was geraakt.Waar ging het heen? Zou het zijn bestemming vinden? Daar, omgeven door sneeuw en stilte, vervulde het schouwspel Edward met plotselinge eenzaamheid. Hij voelde dat er vlakbij iets bewoog. Hij verstarde en zocht met zijn ogen het bos af in plaats van de lucht. Bladeren knisperden en een houtsnip vloog op, sneeuw achter zich opwerpend. Zo dicht bij het huis liepen vast geen honden. Toen werd juffrouw Keene zichtbaar op de andere oever. Ze neuriede zacht en ging op een omgevallen boom bij de rivier zitten. Even hief ze haar gezicht op naar de zon, haar ogen ge sloten, haar donkere krullen om haar ovale gezicht. Ze was niet zo elegant als juffrouw Harrington of Judith, maar had, in tegenstelling tot hen, natuurlijk geen cosmetica, mooie jurken of een kleedster. Toch was juffrouw Keene mooi en had ze – zoals Judith vaak terloops zei – een kalme, voorname manier van doen, een damesachtige gratie. Hij vroeg zich opnieuw af welke aard 186
3epr08072011Destille.indd 186
07-07-11 21:15
de belangstelling van zijn vader voor haar had. Ze strekte haar benen voor zich uit en Edward ving een glimp op van een kous en een slanke enkel. Hij wendde zijn blik af. Hij was niet het soort man dat stiekem naar vrouwenbenen keek. Hij herhaalde dat principe voor zichzelf. En nog eens. Vlaagjes sneeuw begonnen te vallen. Ze dwarrelden en zweefden als de bloesemblaadjes van een vogelkers door de lucht. Hij richtte zijn blik weer op het gezicht van juffrouw Keene en zag dat ze als een schoolmeisje haar mond opendeed en haar roze tong uitstak om de sneeuwvlokken te vangen. Hij glimlachte en had de neiging met grote stappen door de ondiepe rivier te lopen om bij haar te gaan zitten. Hij wilde een glimlach met haar delen, veel meer met haar delen. Maar obstakels veel groter dan een ijskoude rivier scheidden hen van elkaar. Ik ben een dwaas, vermaande hij zichzelf. Ze zou zich geen raad weten van schaamte als ze wist dat ik naar haar heb staan kijken. Hij bleef waar hij was en herinnerde zichzelf eraan dat zijn vader vast van plan was op de ingeslagen weg door te gaan. Hij zou de volgende graaf Brightwell worden en een huwelijk sluiten dat bij die positie paste. Juffrouw Keene bleef nog even zitten, stond toen van de boomstam op en draaide terwijl ze haar achterste schoon sloeg haar rug naar de rivier toe. Edward besloot dat hij ook terug zou gaan om te zien of hij haar bij de Brightwellbrug kon treffen. Tot haar verbazing zag Olivia Johnny Ross op het houten bankje op de top van de heuvel zitten. Ze deed haar mond open om hem te waarschuwen, maar dacht er nog net op tijd aan dat ze voor stom moest doorgaan en deed hem weer stijf dicht. Hij keek op, kwam overeind en rende het pad af. ‘Ik heb je verrast, hè?’ Hij lachte en legde zijn handen onder haar ellebogen. ‘Ik hoop al dagen je alleen te treffen.’ Olivia schudde haar hoofd, duwde zacht zijn handen weg en liep de bevroren heuvel op. Ze waren heel dicht bij het landhuis. 187
3epr08072011Destille.indd 187
07-07-11 21:15
Als iemand hen samen zag, zou diegene aannemen dat zij en Johnny… en als lord Bradley hen zag, zou hij Johnny de laan uitsturen. ‘Ach, toe nou,’ drong hij aan terwijl hij op een drafje liep om haar in te halen. ‘Kom in ieder geval een poosje bij me op dat bankje zitten. Ik heb de sneeuw weggeveegd.’ Hij pakte haar bij haar arm en trok haar omlaag op het bankje naast hem. Ze schoof naar de zijkant en haalde diep adem. Ze wilde zijn gevoelens niet kwetsen, maar hem ook niet aanmoe digen. ‘Livie, je weet dat ik weg van je ben, hè? Wil je me geen teken van genegenheid geven?’ O, wat frustrerend! Hoe kon ze het uitleggen zonder te spre ken? Alleen maar nee schudden leek zo ontoereikend. Johnny vatte haar aarzeling op als een aansporing om haar te overtuigen. Hij pakte haar onhandig bij haar schouders en boog naar voren om haar te kussen. Toen Olivia haar gezicht wegdraaide, zag ze lord Bradley op het pad en de schaamte die ze aanvankelijk voelde, sloeg om in ergernis toen ze zijn arrogante lichaamshouding zag. Even stond ze in de verleiding haar hoofd weer om te draaien en Johnny terug te kussen om te laten zien dat ze niet van hem onder de indruk was. Maar ze wist dat het niet eerlijk was om Johnny op die manier te gebruiken. Heel even hield ze over Johnny’s schouder lord Bradleys kille blik vast, omdat ze weigerde als eerste haar ogen neer te slaan. Ze had niets gedaan waarvoor ze zich hoefde te schamen. Johnny trok haar dichter naar zich toe en mompelde: ‘Toe, Livie. Eén kusje maar. Je hoeft geen woord te zegen…’ De baardstoppels op zijn kin schuurden over haar wang terwijl hij zijn gezicht tegen het hare drukte. Olivia moest zich tot het uiterste beheersen om haar mond te houden. Ze probeerde zich los te rukken, maar de staljongen was erg sterk. Zou lord Bradley daar zomaar blijven staan? Was hij dan helemaal geen heer? 188
3epr08072011Destille.indd 188
07-07-11 21:15
Ze dacht Dus ik hoef geen woord te zeggen? Nou,ik heb er anders wel zin in. Olivia spande zich in om zich los te maken en deed haar mond open om haar minachting voor hen allebei duidelijk onder woorden te brengen. Een geweerschot knalde door de lucht. Johnny schoot overeind, zodat Olivia van de bank op de grond viel. Hij trok wit weg toen hij zich omdraaide en lord Bradley een paar meter verderop met zijn geweer tegen zijn heup zag staan. Hij liep vastberaden naar hen toe. Op zijn gezicht lag een harde uitdrukking. ‘Terug naar de stallen, Ross,’ beval hij terwijl hij zich naar Olivia boog en zijn hand uitstak om haar overeind te helpen. Ze sloeg er geen acht op en kwam zonder hulp overeind. Haar wangen gloeiden van verontwaardiging. Johnny bleef alleen nog lang genoeg staan om zonder haar rechtstreeks aan te kijken een blik in haar richting te werpen en zachtjes ‘Het spijt me, juffrouw Livie,’ te mompelen. Daarna rende hij bijna het pad op, uit het zicht. Zodra hij buiten gehoorsafstand was, siste Olivia:‘Dat was niet nodig. Ik had me wel gered.’ ‘Daar leek het anders niet op.’ ‘Misschien hebt u een verkeerde inschatting gemaakt. Mis schien vind ik het wel jammer dat u ons hebt gestoord.’ Op koele toon zei hij: ‘Dan moet u mij dat maar vergeven. Als u en uw vrijer alleen willen zijn, stel ik voor dat u een minder opvallende ontmoetingsplaats te zoeken. Als Hodges dit tafe reeltje had gezien, was Ross nu al bezig zijn spullen te pakken. U zou naar het huis terug moeten gaan. Het is niet veilig voor u om alleen door het bos te lopen.’ ‘Het is volmaakt veilig.’ ‘In de buurt van Barnsley zijn wilde honden gezien, juffrouw Keene. Ik kan niet garanderen dat die hier niet naartoe komen.’ ‘U wilt me alleen maar bang maken.’ ‘U moet ook bang zijn. U hebt uw stok ditmaal niet bij u.’ Ze staarde hem aan, een beetje verbluft dat hij op hun eerste ontmoeting zinspeelde. Dus hij herinnerde zich haar toch van 189
3epr08072011Destille.indd 189
07-07-11 21:15
de jacht. Mooi. Dan herinnerde hij zich misschien ook nog hoe ongemanierd hij en zijn vrienden haar hadden behandeld. ‘Ik stel uw bezorgdheid op prijs,’ zei ze afstandelijk. ‘Maar ik weet zeker dat u belangrijker dingen te doen hebt dan mij beschermen.’ ‘Daar hebt u gelijk in. Daarom zeg ik het nog eens: ga terug naar het huis. Nu.’ ‘Ik ben nog niet klaar met wandelen.’ ‘Wandel zoveel u wilt in de buurt van het huis.’ ‘Ik wandel waar ik wil.’ ‘U vergeet uw plaats.’ ‘En u vergeet uw belofte dat ik mijn halve dag mag doorbrengen zoals ik wil. En uw plicht als heer om me als mens te behandelen.’ ‘Al bent u een indringer.’ ‘U zult me mijn fout altijd blijven voorhouden, nietwaar? Ver geven en vergeten komen in uw woordenboek niet voor. Ik ben aan veel dingen schuldig, maar, voor de laatste keer, ik ben noch een spion, noch een dief. Ik ben zo dwaas geweest me op uw landgoed te begeven, ja, maar ik ben liever een indringer dan een arrogant, ongevoelig en ongemanierd heerschap als u!’ Ze keerde hem de rug toe, omdat ze niet wilde dat hij haar tranen zag. ‘Juffrouw Keene!’ berispte hij haar. Ze voelde zijn blik in haar achterhoofd prikken, maar wei gerde zich om te draaien. Hij verhief zijn stem. ‘Juffrouw Keene!’ Ze keek hem over haar schouder aan. ‘Ik ben niet doof, mijnheer,’ diende ze hem van repliek. ‘Alleen maar stom.’Vervolgens tilde ze haar rokken op en rende het pad af, dieper het bos in, ondertussen haar snikken onderdrukkend. Edward ging met een diepe zucht op het bankje zitten en liet zijn hoofd op zijn handen zakken. Haar woorden klonken nog in zijn hoofd na en zijn maag kromp ineen. 190
3epr08072011Destille.indd 190
07-07-11 21:15
Goed, op één punt heeft ze het mis, dacht hij. Ik ben niet ongevoelig. Ik voel. Ik voel wel degelijk. Toen Edward haar met Ross had gezien, was hij boos geweest, maar hij wist dat die emotie weinig te maken had gehad met het feit dat liefdesverhoudingen onder de bedienden als afkeurens waardig werden beschouwd. Hodges had in het verleden meer dan eens zijn ogen voor verliefde huisknechten en dienstmeisjes gesloten. Als hij eerlijk was, bekende hij dat hij een steek van jaloezie had gevoeld, hoe onlogisch het ook was. Jaloezie… omdat iemand aandacht aan het tweede kindermeisje besteedde? Hij had zich nooit eerder tot een van de bedienden aangetrokken gevoeld, zich zelfs nooit speels met de dienstmeisjes vermaakt, zoals Felix. Toen Ross zich voorover had gebogen om juffrouw Keene te kussen, was Edwards maag ineen gekrompen. Hij had geweten dat hij zich zou moeten omdraaien en stilletjes had moeten vertrekken, het aan Hodges had moeten overlaten om de staljongen later ter verantwoording te roepen. Maar ik weiger me schuldig te voelen, dacht hij. Zij heeft mij toch ook bespioneerd? Maar in plaats van Ross terug te kussen, had juffrouw Keene haar hoofd afgewend. Aan de boze blik die ze over Ross’ schouder had geworpen, had hij gemerkt dat ze hem had gezien en dat dat haar irriteerde.Toch had ze tot zijn opluchting de kus van de staljongen geweigerd. Terwijl hij hun woordenwisseling nog eens door zijn hoofd liet gaan, werd hij overvallen door wroeging. Waar ben ik mee bezig? Hij bleef op het bankje zitten en deed een poging zijn turbulente gedachten en emoties te ordenen. Hij wist dat hij het recht niet had om haar langer in dienst te houden en geen eerlijke manier had om zich van haar zwijgen te verzekeren. Hij hoorde haar te laten gaan. Letterlijk en figuurlijk. In de verte hoorde hij een schrille kreet en hij wist onmid191
3epr08072011Destille.indd 191
07-07-11 21:15
dellijk wie er had geschreeuwd. Hij sprong overeind, greep zijn geweer en rende het pad op. ‘Ga weg! Wegwezen! Help… lord Bradley!’ De paniek in haar stem gaf hem vleugels. Takken kraakten terwijl hij zich in de richting van haar kreten een weg door het kreupelhout baande. Geblaf en gegrom bereikten zijn oren en zijn hart bonsde. Wilde honden… Hij rende verder en probeerde ondertussen zijn geweer te laden. Toen hij een bocht om was, namen zijn ogen in een fractie van een seconde het tafereel in zich op. Drie honden. Eén in elkaar gedoken, klaar om te springen. Edward sloot met een ruk de patroonkamer van zijn geweer en richtte. Te laat… De hond sprong al, zijn tanden ontbloot. Het moment vertraagde als een droom. Hij zag een flits, hoorde een scherpe knal en de vurige ogen van de hond verbleekten tot grijs, tot leegte, terwijl hij slap op de grond viel. Maar Edward had nog niet geschoten. Hij draaide zijn hoofd om en zag Croome tussen een web van takken staan, armen opgeheven voor zich, zijn geweer nog ro kend. Nog voordat Edward iets kon doen, dook de tweede hond in elkaar om aan te vallen. Boem! Zijn eigen schot schokte door de hond op het moment dat hij sprong. Olivia slaakte een gil toen hij voor haar voeten op de grond viel. Al voordat Edward zijn geweer kon herladen, schoot de derde hond naar voren, zette zijn tanden in haar rokken en gaf er zo’n ruk aan dat ze onderuit ging en hard met haar hoofd op de grond viel. Hij zag dat Croome zijn jachtgeweer weer optilde en hun blikken kruisten elkaar. Croome schoot niet opnieuw. Waarom vuurde de man niet? Omdat hij bang was dat zijn eigen schot zijn doel zou missen en juffrouw Keene zou raken, rende Edward naar voren en sloeg de hond met de kolf van zijn geweer. Hij schreeuwde iets onverstaanbaars en sloeg het beest nog een keer. Ten slotte liet de hond los en draafde weg. Croomes schot joeg hem het bos in. Edward ging snel naast Olivia staan, die nog stil en onbeweeglijk op de grond lag. 192
3epr08072011Destille.indd 192
07-07-11 21:15
‘Juffrouw Keene? Gaat het? Juffrouw Keene?’ Geen antwoord. Hij drukte zijn trillende vingers tegen haar hals en vond geen hartslag.Voorzichtig rolde hij haar op haar zij door tegen haar schouder te duwen en onderzocht de plek op haar achterhoofd die de grond had geraakt. Er lag een puntige, met bloed besmeurde steen onder. Hij keek op en zijn blik viel op de dode hond die het dichtst bij lag. Zijn gebroken ogen waren dof, zijn tong zwart en ge zwollen. Een plasje schuimend kwijl lag onder zijn bek. Edwards hart bonkte, ijs vormde zich in zijn maag. Hij bad dat het beest dat was ontsnapt alleen in haar rokken had gebeten en niet in haar been. Snel trok hij zijn jas uit, vouwde hem tot een kussen voor haar hoofd en draaide haar voorzichtig weer op haar rug. Hij was zich vaag bewust van Croome die de dode dieren wegsleepte. Edward kroop naar juffrouw Keenes voeten en schoof haar rok niet verder dan nodig was omhoog. Zijn gezicht vertrok. Net onder haar knie sijpelde bloed door haar kous. God, nee… Hij herinnerde zich maar al te goed de verhalen van zijn vader. Hondsdolheid was in het Londen van zijn jeugd een ware plaag geweest. Vee en mensen waren er met honderden tegelijk aan gestorven en jongens kregen vijf shilling voor elke hond die ze doodden. Aanvallen door hondsdolle honden en vossen kwamen de laatste jaren minder vaak voor, maar de ziekte – en de angst ervoor – hadden Engeland nooit verlaten. Edward rolde de kous omlaag en bekeek de wond. De beet leek niet diep; door de dikke rokken had de hond niet veel schade kunnen aanrichten. Hij gooide haar schoen opzij, rukte de kous van haar gewonde been en bond hem strak boven haar kuit vast. Croome kwam terug en bekeek met woordeloze goedkeuring wat hij deed. De oude man haalde zijn jagersmes uit de schede en trok de kurk van zijn heupfles. Hij goot wat brandewijn over het lemmet en stak Edward de fles toe. Die goot de amberkleurige vloeistof over de wond, waarna Croome hem het mes gaf, maar toen Edward aarzelde, liet de man zich 193
3epr08072011Destille.indd 193
07-07-11 21:15
steunend op zijn knieën zakken en maakte zonder plichtple gingen een snee over de wond. Olivia kreunde, maar kwam niet bij.Toen het bloed sneller begon te stromen, spoelde Edward het met nog meer brandewijn weg. Hij wist niet of het zou helpen, maar iets anders kon hij niet bedenken. Opnieuw kruiste zijn blik die van Croome en hij keek in de diepliggende ogen onder de borstelige, grijze wenkbrauwen. De daar altijd aanwezige boosheid bood hem weinig hoop. Edward tilde Olivia op en droeg haar zo snel hij kon over het pad. Croome volgde hem niet. Toen hij het gazon bereikte, zag hij Talbot en Johnny, die binnen de omheining met een nieuw paard bezig waren. ‘Talbot!’ riep hij. ‘Stuur Ross op je snelste paard naar dokter Sutton. Juffrouw Keene is gewond!’ ‘Gewond?’ Johnny keek hem bezorgd aan. ‘Een dolle hond,’ zei hij grimmig. De jongeman trok wit weg en ging er vandoor om zijn opdracht uit te voeren.
194
3epr08072011Destille.indd 194
07-07-11 21:15
20
Men beschouwde het als vreselijk sociaal wangedrag als iemand met een van zijn bedienden trouwde, zelfs als die persoon een hoge positie had. Mark Girouard, Life in the English Country House
Dokter Sutton arriveerde binnen een uur. Met hulp van me vrouw Hinkley spoelde hij de wond met warm water en zeep en daarna met verdund zoutzuur. Toen hij Edward prees omdat hij er zo snel aan had gedacht het mes en de brandewijn te gebruiken, antwoordde Edward dat zijn wildbeheerder de eer toekwam, omdat die had geweten wat hij moest doen. ‘Is dit het werk van Avery Croome?’ Sutton trok zijn wenkbrauwen op en stak zijn onderlip vooruit, maar of hij onder de indruk was of alleen maar verbaasd, wist Edward niet. Dokter Sutton maakte Olivia’s hoofdwond schoon en verbond hem. Hij weet haar bewusteloze toestand aan haar val. Een beet, zo zei hij, zelfs die van een hondsdolle hond, kon daar de verklaring niet voor zijn. ‘Hoe lang duurt het voordat we weten of ze besmet is?’ Sutton haalde zijn schouders op en duwde zijn bril omhoog. ‘Het kan wel een week of langer duren eer de symptomen zich aandienen.’ ‘Waar moeten we op letten?’ vroeg mevrouw Hinkley. ‘Pijn en jeuk in het gebied rond de wond, hoofdpijn, slapeloosheid, misselijkheid, afkeer van eten en drinken, opwinding, agressie…’ Edward huiverde. ‘En als die symptomen zich voordoen?’ ‘Dan kunnen we er alleen nog maar voor zorgen dat ze de 195
3epr08072011Destille.indd 195
07-07-11 21:15
ziekte niet aan anderen doorgeeft. Als de symptomen zich eenmaal volledig hebben ontwikkeld, sterven de slachtoffers meestal binnen een week.’ Angst verspreidde zich als een doffe, bonzende pijn door Edwards lichaam. ‘Hoe lang blijft ze nog bewusteloos?’ ‘Dat weet alleen God. Hoofdwonden zijn een mysterie. Zal ik een verpleegster laten komen om bij haar te blijven?’ ‘Ik zal haar wel aflossen als dat nodig is,’ bood mevrouw Hink ley aan. ‘Zelfs een verpleegster heeft af en toe rust nodig.’ Edward knikte instemmend en sprak mompelend en verslagen zijn dank uit. Dokter Sutton bleef de wond spoelen en legde uit dat hij niet meer dan zijn uiterste best kon doen om te voorkomen dat het speeksel van de hond zijn weg door het lichaam van het slacht offer vond. Want er was geen remedie voor de ziekte.
a Edward ging later die avond naar de ziekenkamer terug om de aangestelde verpleegster te vragen of ze rust nodig had. Tot zijn verbazing trof hij de graaf naast juffrouw Keene aan en het deed hem verdriet dat zijn vader zo snel na de dood van zijn vrouw weer aan een ziekbed moest zitten. De moederlijke verpleegster zat in de hoek bij kaarslicht aan een borduurwerkje te werken. ‘Is er iets veranderd?’ fluisterde Edward terwijl hij zijn ogen over Olivia’s met dekens bedekte gestalte liet gaan. ‘Ze wordt rusteloos,’ antwoordde de oude man zacht. Alsof ze de woorden hoorde, trok juffrouw Keene rimpels in haar voorhoofd. Ze wendde haar gezicht van hen af en draaide haar hoofd toen weer terug. Edward herinnerde zich de lijst van symptomen die de dokter had genoemd en de schrik sloeg hem om het hart. ‘Ik zou ook rusteloos zijn als ik de hele dag in bed had gelegen,’ zei hij met geveinsd vertrouwen. 196
3epr08072011Destille.indd 196
07-07-11 21:15
Zijn vader keek hem aan en wendde zijn blik af. ‘Geen te kenen van misselijkheid. Of ’ – hij probeerde te grijnzen – ‘slapeloosheid. En zuster Jones heeft haar wat water kunnen laten drinken. Ook een goed teken, vind je niet?’ ‘Dat hoop ik,’ antwoordde Edward. Alsof hij aanvoelde dat zijn zoon ongerust was, verzocht lord Brightwell zuster Jones hen even alleen te laten en hij stelde voor dat ze naar de keuken zou gaan om thee te drinken. ‘Dat lijkt me wel fijn, mijnheer.’ Ze kwam stijf overeind en liet hen achter. Na een paar momenten van stilte, bekende Edward: ‘Het was mijn schuld dat ze het bos in vluchtte.’ De graaf trok zijn wenkbrauwen op, maar vroeg Edward niet zich nader te verklaren. ‘Het voornaamste is dat ze weer beter wordt.’ ‘Ja. Ik vrees dat ik me voor veel dingen zal moeten ver ontschuldigen.’ ‘Voor meer dan je denkt,’ zei de graaf. Er kwam een tedere blik in zijn ogen toen hij naar Olivia’s bleke gezicht keek. ‘Hoe bedoelt u?’ vroeg Edward. De warme toon waarop zijn vader de geheimzinnige woorden sprak, bezorgden hem een angstig voorgevoel. Zijn vader zou toch geen romantische plannen met het meisje hebben? Toen hun blikken elkaar ontmoetten, blonken er tranen in de ogen van de oude man. ‘Ik denk dat Olivia wel eens mijn dochter zou kunnen zijn.’ ‘Wat?’ bulderde Edward. ‘Sst…’ waarschuwde de graaf en ze richtten allebei hun ogen weer op juffrouw Keenes bewusteloze gestalte. ‘Olivia lijkt erg op haar moeder,’ fluisterde de graaf vol respect. ‘Daarom schrok ik zo toen ik haar voor het eerst zag. Haar uiterlijk, haar intelligentie, haar hartelijkheid… precies Dorothea.’ ‘Wie is Dorothea?’ wilde Edward weten terwijl zich in zijn binnenste een donkere wolk vormde. ‘Ze was de gouvernante van mijn halfzusters, jouw tantes 197
3epr08072011Destille.indd 197
07-07-11 21:15
Margery en Phillipa.’ De graaf fronste plotseling zijn wenkbrauwen. ‘Ga toch zitten, jongen. Ik krijg een stijve nek.’ Edward deed wat hem werd gevraagd en ging op de laatste lege stoel zitten. De houten latten drukten pijnlijk tegen zijn ruggengraat. Wie had dat martelwerktuig ontworpen? ‘Olivia’s haar is donkerder, maar de gelijkenis is treffend.’ ‘En die Dorothea was… uw maîtresse?’ De graaf vertrok zijn gezicht. ‘Zo smakeloos was het niet. We dachten dat we verliefd waren. Ik wilde met haar trouwen, maar zoals je wel kunt raden, wilde mijn vader daar niet van horen.’ Lord Brightwell stond op, ging bij het raam staan en keek naar de maan die zijn wasachtige licht over de witte wereld beneden wierp. ‘Mijn vader stond erop dat ik met je moeder zou trouwen omdat de Estcourts een welgestelde familie met goede connecties waren.’ Hij zuchtte. ‘Natuurlijk hadden we geen van allen verwacht dat hij zou overlijden voor het jaar om was. Hoe dan ook, ik had nog maar nauwelijks toegestemd toen het huwelijk al in de kerk werd afgekondigd en mijn familie vaststelde dat de bruiloft drie weken later zou zijn. Zodra Dorothea ervan hoorde, nam ze ontslag en vertrok ze zonder ook maar iets over haar bestemming los te laten. Ik had geen idee dat ze een kind verwachtte, hoewel ik het misschien wel had kunnen raden. Wat was ik onverantwoordelijk en zelfzuchtig… en zwak. Ik maak mezelf graag wijs dat ik anders zou hebben gehandeld als ik het had geweten. Ik heb wel geprobeerd haar te vinden, maar ik moet toegeven dat het op z’n best een halfslachtige poging was. Zelfs haar familie wist niet waar ze was.’ ‘Olivia,’ fluisterde Edward bij zichzelf terwijl de betekenis van het verhaal plotseling tot hem doordrong. ‘Ja,’ fluisterde de graaf. Edward keek hem boos aan. ‘Zet ze u onder druk of was dit uw initiatief?’ ‘Het mijne. Ze wil geen shilling van me, mocht je dat soms denken.’ ‘Dat dacht ik niet,’ mompelde Edward hoewel de gedachte 198
3epr08072011Destille.indd 198
07-07-11 21:15
wel door zijn hoofd was gegaan. ‘Ik heb Olivia niet met zoveel woorden verteld wat ik vermoed, hoewel ze dat, intelligent als ze is en ‘subtiel’ als ik ben geweest, volgens mij wel heeft geraden. Omdat ze zo welopgevoed is, vindt ze het idee een onecht kind te zijn ongetwijfeld vreselijk. Dat kun je je voorstellen.’ ‘Dat kan ik me zeker voorstellen,’ zei Edward cynisch. Lord Brightwell keek hem aan. ‘Je moet weten, Edward, dat Olivia niet overtuigd is. De periode van mijn herinneringen en haar leeftijd kloppen niet met elkaar.’ Edward haalde zijn schouders op. ‘Dat is makkelijk te veranderen.Veel onwettige kinderen vieren hun eerste verjaardag een paar maanden later dan ze eigenlijk zouden moeten.’ Edward vroeg zich voor het eerst af wat zijn echte geboortedatum was. De graaf stond plotseling op. ‘Dorothea zou het willen weten. Ze zou hier bij haar dochter willen zijn. Heeft Olivia jou meer verteld dan dat ze “uit de buurt van Cheltenham” komt?’ Edward schudde zijn hoofd. ‘Nee. Ik vraag me af waarom niet…’
a Toen Edward de volgende dag van de stallen naar het huis liep nadat hij zijn paard wat beweging had gegeven, schrok hij van een schrille stem. ‘Mijnheer Edward! Kom snel!’ Mevrouw Hinkley stond bij de tuindeur wild naar hem te zwaaien. In haar stem klonk paniek. ‘Het gaat om Olivia! Ze ligt te woelen en… te praten!’ Ze hield de deur voor hem open terwijl hij met grote passen naar het huis beende en ondertussen zijn handschoenen uittrok en rijhoed afzette. ‘Laat de dokter komen, mevrouw Hinkley. Ik ga naar boven om te zien wat ik kan doen.’ ‘Ja, mijnheer,’ antwoordde ze, duidelijk opgelucht dat hij de leiding over de situatie nam. Terwijl hij zijn spullen op een bank in de gang gooide, rende 199
3epr08072011Destille.indd 199
07-07-11 21:15
Edward met drie treden tegelijk naar boven. Haastig liep hij de ziekenkamer binnen en deed de deur achter zich dicht. Olivia had een hoogrode kleur en ze lag te draaien. De lakens en een lange nachtpon zaten door haar onrustige bewegingen om haar slanke gestalte gewikkeld. Haar mond vertrok en in haar voorhoofd zaten rimpels. Daarna begon ze hardop te mompelen, hoewel haar ogen gesloten bleven. ‘Nee! Ga weg! Edward! Edward!’ Zijn hart hamerde in zijn borstkas. Hij had haar nog nooit zijn voornaam horen uitspreken. Ze riep hem, herbeleefde onge twijfeld dat vreselijke moment met de honden. Hij liep naar het nachtkastje, wrong het overtollige water uit een doek en ging op de stoel naast het bed zitten. Met zijn ene hand hield hij haar gezicht vast en met de andere drukte hij voorzichtig de koele lap tegen haar wangen, lippen en voorhoofd. ‘Sst,’ mompelde hij. ‘Alles is goed… Ik ben er. De honden zijn weg. Je bent nu veilig, Olivia. Helemaal veilig.’ Ze werd bijna onmiddellijk rustig. Hij veegde met de doek over haar rechte neus, haar geschaafde kin en daarna over de gloeiende huid van haar hals. Ten slotte legde hij de lap weer in de kom en nam een van haar kleine handen in de zijne. Hij streelde haar ranke vingers en praatte zacht tegen haar. ‘Je wordt weer beter, Olivia,’ zei hij, wetend dat hij met zijn woorden evengoed zichzelf gerust wilde stellen als haar. Hij dacht weer aan haar stem die zijn naam had geroepen. Niet mijnheer, niet lord Bradley. Alleen maar Edward. Hij wilde dat ze het nog eens zei, maar dan gezond en bewust. Toen dokter Sutton een uur later kwam, gaf hij haar kamille en valeriaan om haar te kalmeren en hij gaf opdracht haar te helpen meer te drinken.‘Het kan zijn dat het maar een lichte koorts is en geen rabiës, maar het is nog te vroeg om het te kunnen zeggen,’ zei hij. ‘We kunnen weinig anders doen dan afwachten.’ Edward knikte. Hij zou wachten. Maar hij zou ook bidden. Hij stuurde Osborn met een kort briefje naar Charles Tugwell om de dominee te vragen met hem mee te bidden. 200
3epr08072011Destille.indd 200
07-07-11 21:15
21
Wanneer u wat voor levend wezen dan ook aanleiding geeft om u te vertrouwen, zorg er dan altijd voor het niet teleur te stellen. Sarah Trimmer, Fabulous Histories Designed for the Instruction of Children, 1786
Toen zijn nicht de ziekenkamer binnenkwam, zat Edward in de leunstoel bij het raam een oud exemplaar van Chaucer te lezen. Zuster Jones was naar beneden om te eten en Olivia lag rustig te slapen in het bed. ‘Hoe is het met haar?’ fluisterde Judith. ‘Een paar uur geleden werd ze rusteloos, maar nu is ze kalm.’ Judith deed een paar stappen naar voren, maar ging niet bij het bed staan, alsof ze bang was te dichtbij te komen. Ze keek op juffrouw Keene neer met een ondoorgrondelijke uitdrukking op haar knappe gezicht. ‘Ik sprak je vader net. Hij lijkt erg bezorgd om haar.’ Edward haalde opgelaten zijn schouders op. ‘Hij is nogal… weg van haar.’ ‘Wat ik een beetje eigenaardig vind.’ Ze hield haar hoofd schuin en keek hem aan. ‘Jij niet?’ Edward haalde opnieuw zijn schouders op, in verlegenheid gebracht. Ze sloeg hem bedachtzaam gade. ‘En jij zit hier als een trouwe hond aan haar zijde. Ben je niet bang dat je rabiës oploopt?’ Hij schudde zijn hoofd. ‘De dokter denkt dat het alleen maar koorts is.’ ‘Maak je je geen zorgen?’ ‘Natuurlijk wel, maar Sutton…’ 201
3epr08072011Destille.indd 201
07-07-11 21:15
‘Ik heb het niet over de koorts,’ viel ze hem in de rede. ‘Ik bedoel, vind je het niet zorgelijk dat je vader een zwak heeft voor ons tweede kindermeisje?’ Toen Edward geen antwoord gaf, vroeg Judith: ‘En wat bedoelde mevrouw Hinkley toen ze zei “Is het geen wonder?”’ ‘Pardon?’ ‘Toen ik haar zo-even tegenkwam, zei ze: “Is het geen wonder, van Olivia?”’ Edward knikte. ‘Ik neem aan dat ze bedoelt dat juffrouw Keene in haar slaap heeft gepraat.’ Judiths volle lippen weken vaneen.‘Heeft ze dat gedaan?’ Haar ogen schitterden triomfantelijk. ‘Ik zei toch dat ze alleen maar deed alsof ze stom is?’ Edward voelde zijn ergernis groeien. Maar had hij aanvankelijk niet hetzelfde gedacht? ‘Wat zegt ze?’ vroeg Judith nieuwsgierig. Edward werd plotseling verlegen. ‘Hmm…?’ mompelde hij opzettelijk vaag. ‘Wat zegt juffrouw Keene als ze in haar slaap praat?’ drong Judith aan. Hij aarzelde omdat hij de waarheid niet wilde onthullen, maar zijn ogen moesten iets hebben verraden. Judiths blonde wenkbrauwen gingen omhoog en haar mond hoeken krulden geamuseerd.‘Vertel me niet dat ze om jou roept.’ Edward voelde zijn hals warm worden. ‘Ze… mompelt een heleboel onzin. Dat is alles.’ Zijn nicht keek hem veelbetekenend aan en Edward wendde verontrust zijn blik af.
a Olivia deed haar ogen open en keek verward om zich heen. Ze lag in een vreemde kamer. Op het nachtkastje brandde een kaarslamp en in de haard een vuur. Een vrouw die ze niet her kende zat in een leunstoel naast de schoorsteenmantel te dom202
3epr08072011Destille.indd 202
07-07-11 21:15
melen. Op haar schoot lag een verfrommeld borduurwerkje. Langzaam ging Olivia overeind zitten. Ze was bezorgd dat dat haar zoveel moeite kostte. Waarom was ze zo zwak? Door haar bewegingen kraakten de touwen van het bed en de onbekende vrouw werd wakker en staarde Olivia met wijd open ogen aan. ‘Juffrouw Keene? Gaat het… goed?’ Olivia knikte. De herinneringen aan de honden kwamen langzaam boven. De vrouw liep met wankele passen naar het bed. ‘Ik ben me vrouw Jones, verpleegster. Hebt u iets nodig? Wilt u wat water?’ Mevrouw Jones bracht het glas naar haar mond, maar Olivia nam het voorzichtig van haar aan en dronk er zelf uit. De verpleegster keek haar stralend aan, alsof ze zojuist iets geweldigs had gepresteerd. ‘Wacht u hier,’ zei ze. ‘De anderen zullen willen weten dat u bent bijgekomen.’ Olivia vroeg zich af hoe lang ze in bed had gelegen en of ze er wel fatsoenlijk genoeg uitzag om bezoek te ontvangen. Ze keek omlaag en voelde zich vreemd ontroerd toen ze ontdekte dat ze een mooie, zedige nachtjapon aan had. Van wie? vroeg ze zich af. Even later klonk er ergens in het herenhuis een stem die langs de trap en door de gang echode. ‘Ze is wakker! Ze is wakker!’ Doris, peinsde Olivia en bleef wachten. Een paar minuten la ter ging de deur open en stak Doris haar hoofd om het hoekje. ‘Hallo, schat! Voel je je goed genoeg voor bezoek?’ Olivia knikte. Ze voelde zich slap en een beetje duizelig, maar verder wel goed. Doris kwam binnen, gevolgd door mevrouw Hinkley. Ze keken haar allebei vol verwachting aan, wat haar een beetje in verwarring bracht. Doris schudde twee kussens achter haar op en trok het beddengoed recht. ‘Je hebt twee dagen geslapen, Livie. Wist je dat?’ Olivia schudde haar hoofd. Mevrouw Hinkley glimlachte naar haar. ‘Je hebt in je slaap gepraat, lieve kind. Ik heb het zelf gehoord.’ 203
3epr08072011Destille.indd 203
07-07-11 21:15
Olivia’s hoofd tolde achter een stijf, verbaasd glimlachje. Wat zou lord Bradley zeggen? Wat had zij gezegd? ‘Ik heb gehoord dat je allerlei malle dingen hebt gezegd,’ viel Doris haar bij. ‘Ik had er een shilling voor over gehad om ze zelf te horen.’ ‘Kun je nu praten?’ Mevrouw Hinkleys stem klonk vriendelijk. Olivia aarzelde; ze keken haar allebei zo verwachtingsvol aan. Lord Bradley kwam achter hen de kamer binnen en ving haar blik op. Hij gaf haar een kort knikje. ‘Ik… j-ja,’ stamelde Olivia. ‘Ik geloof het wel.’ ‘Ooo!’ riep Doris uit. ‘En wat praat ze netjes! Net een dame! Zeg mijn naam eens, lieverd?’ ‘En de mijne?’ voegde mevrouw Hinkley er verlegen aan toe. Olivia grinnikte. ‘Mijn vriendin, Doris McGovern… en mijn dierbare mevrouw Hinkley.’ Haar ogen ontmoetten die van de laatste persoon in de kamer. Op zijn gezicht lag een ondoorgrondelijke uitdrukking. Ze slikte. ‘En… lord Bradley.’ Zijn mondhoeken gingen omhoog in een klein glimlachje. Doris en mevrouw Hinkley, plotseling niet meer op hun gemak, mompelden: ‘Excuseer me,’ en ‘God zegene je,’ en verlieten haastig de kamer. ‘Misschien kon ze altijd al praten, maar wisten we dat alleen niet,’ hoorde Olivia Doris opperen toen de twee vrouwen de gang door liepen. ‘Misschien wel,’ antwoordde mevrouw Hinkley. ‘Of misschien is ze door de ziekte genezen.’
a Toen Olivia de kinderkamer binnenkwam na verscheidene dagen afwezig te zijn geweest, vloog Andrew op haar af en sloeg zijn armen om haar heen. Omdat ze nog zwak was en wankel op haar benen door alles wat er was gebeurd, moest Olivia de deurpost vastgrijpen om niet achterover te vallen. 204
3epr08072011Destille.indd 204
07-07-11 21:15
‘Hallo, juffrouw Livie. Gaat het nu weer goed met u?’ ‘Ja.’ Zijn kleine mondje viel open. ‘Zeg dat nog eens.’ Olivia glimlachte.’Ja, hoor, het gaat goed met me.’ Audrey kwam bedachtzaam aanlopen en Olivia stak haar hand uit. Het meisje versnelde haar pas en onderdrukte een verlegen glimlachje. ‘Dag, juffrouw Keene,’ zei ze. ‘We hebben u gemist.’ ‘En ik jullie.’ ‘Ik heb je toch gezegd dat ze kon praten!’ zei Andrew. ‘Ik heb haar in haar slaap horen praten, maar niemand wilde me geloven!’ ‘Misschien is dat wel gebeurd, Andrew,’ kalmeerde Olivia hem, ‘maar besefte ik toen ik wakker was niet dat ik kon praten.’ ‘Ik moet zeggen dat u me teleurstelt, juffrouw Keene.’ Olivia keek op en zag tot haar schrik dat Judith Howe met de kleine Alexander op haar heup in de deur van de kamer stond. ‘Het spijt me, mevrouw. Ik heb niet…’ ‘Ik had me namelijk voorgesteld dat u met een Pruisisch of misschien een Duits accent zou spreken. Zoals een buitenlandse prinses die van huis wegvlucht betaamt.’ Olivia glimlachte geforceerd. ‘Het spijt me dat ik u moet teleurstellen.’ Judith ging rechtop staan. ‘U bent niet gevlucht voor een tirannieke vader die u dwong een vreselijk huwelijk te sluiten?’ Olivia’s mond werd droog. ‘Nee… geen gedwongen huwe lijk, nee.’ De vrouw zuchtte dramatisch. ‘Nou, ja. Het zij zo.’ Lord Brightwell klopte en kwam de kinderkamer binnen. ‘Het is hier vol, vandaag.’ ‘Hallo, oom,’ zei Judith. ‘Ons tweede kindermeisje is gezond, zoals u ziet, maar ze is niet de buitenlandse prinses die ik had gehoopt.’ Hij klopte zijn nicht geamuseerd op haar schouder. ‘Het leven zit vol met zulke kleine teleurstellingen, mijn beste.’ Zijn ogen 205
3epr08072011Destille.indd 205
07-07-11 21:15
twinkelden. ‘Hoewel juffrouw Keene je misschien toch nog zal verbazen.’ ‘Wat bedoelt u daarmee?’ vroeg Judith scherp. Olivia probeerde de aandacht van de graaf te trekken, maar Judith betrapte haar erop dat ze haar hoofd schudde. Mevrouw Howe keek met groeiende achterdocht en open mond van de een naar de ander. ‘Wat is er aan de hand?’ ‘Helemaal niets, mijn beste. Je moet een oude man zijn dwaasheid vergeven.’ ‘O, ja?’ Omdat ze vreesde dat mevrouw Howe zelf tot meer fanta sierijke conclusies zou komen, legde Olivia uit: ‘Lord Brightwell bedoelt alleen maar dat hij tot de ontdekking is gekomen dat mijn moeder gouvernante van zijn twee jongere zussen is geweest.’ ‘O ja?’ zei Judith Howe verbaasd. Ze knikte langzaam en beet op haar onderlip terwijl ze het nieuws tot zich liet doordringen. Het idee hield haar duidelijk nog bezig toen ze de kamer uitliep.
a Die avond, toen Olivia de kinderen naar bed bracht, smeekten ze haar hun voor te lezen. Ze stemde met plezier toe en las Psalm 46, haar lievelingspsalm, en ook nog een hoofdstuk uit The History of Robins. Opnieuw legde Audrey haar hoofd op Olivia’s schouder terwijl Andrew tegen haar aankroop, haar arm optilde en die als een menselijke mantel om zich heen legde. ‘Toen de moedervogel bij de met klimop begroeide muur kwam, bleef ze met bonzend hart bij de ingang van het nest zitten; maar toen ze zag dat haar broedsel veilig en wel binnen zat, haastte ze zich het onder haar vleugels te nemen…’ ‘Ik vind dat u een mooie stem hebt, juffrouw Keene,’ zei Audrey. 206
3epr08072011Destille.indd 206
07-07-11 21:15
‘Ik ook,’ mompelde Andrew, die al bijna sliep. ‘Klonk de stem van onze mama ook zo?’ En door de eerbied waarmee hij het woord uitsprak, wist Olivia dat hij zijn eerste moeder bedoelde. Olivia voelde een huivering door Audreys lichaam gaan en legde haar wang op de kruin van het meisje. ‘Ik weet het niet meer,’ fluisterde Audrey. ‘Maar ik denk het wel.’ Olivia kreeg een brok in haar keel en was niet meer in staat nog voor te lezen.
207
3epr08072011Destille.indd 207
07-07-11 21:15
22
Gevraagd: een gouvernante – een gerieflijk huis, maar geen salaris, wordt geboden aan een dame die een betrekking wenst en die twee kinderen muziek, tekenen en Engels wil onderwijzen. Advertentie in The Times, 1847
Toen Olivia voor het eerst na het voorval met de honden de keuken in kwam lopen, deed mevrouw Moore haar armen wijd en omhelsde Olivia alsof ze haar eigen kind was. ‘Livie, liefje, wat heb ik voor je gebeden. Ik kan niet zeggen hoe fijn ik het vind je weer in mijn keuken te zien. Ga lekker zitten, dan schenk ik een kopje chocolademelk voor je in en dan kunnen we daarna even bijpraten.’ Olivia glimlachte en voelde zich van binnen al warm worden voordat ze ook maar een slok van de warme drank had genomen. Mevrouw Moore liep bedrijvig heen en weer en zette toen een beker warme chocolademelk voor Olivia neer en ook nog een met boter besmeerde scone. Ze trok haar smalle wenkbrauwen op en sperde haar ogen vol verwachting open. ‘Nou?’ ‘Nou wat, mevrouw Moore?’ ‘O! Ik heb zitten wachten tot je mijn naam zou zeggen. Zeg nog eens iets.’ ‘Mevrouw Moore, ik word er verlegen van. Het is net alsof ik bij mijn leraar Frans moet komen en hem moet laten horen of ik de nieuwe taal goed spreek.’ ‘O!’ Ze klapte in haar handen. ‘Doris zei al dat je als een echte dame sprak en lieve help, ze heeft gelijk.’ Olivia lachte. ‘Is het zo vreemd me te horen praten?’ 208
3epr08072011Destille.indd 208
07-07-11 21:15
‘Vreemd en heerlijk, lieve kind.Vreemd en heerlijk.’ Er werd op de keukendeur geklopt en mevrouw Moore stond op. ‘Blijf hier maar zitten om je chocolademelk op te drinken. Ik kom zo terug.’ Olivia keek zwijgend toe hoe mevrouw Moore de deur naar de buitentrap opendeed en drie hazen van mijnheer Croome aannam. Over hun gevlekte vacht heen ving de wildbeheerder Olivia’s blik op. Hij knikte kort, draaide zich om en vertrok toen zonder groeten. ‘Dank je, Avery,’ riep mevrouw Moore hem na. Zonder zich om te draaien, stak de man zijn hand op om te laten merken dat hij haar had gehoord en klom de trap weer op. Mevrouw Moore legde de hazen in een mand naast de werktafel en keek naar Olivia. ‘Weet je, hij heeft naar je gevraagd toen je ziek was.’ ‘O, ja?’ Mevrouw Moore knikte. ‘Je hoeft echt niet bang te zijn voor mijnheer Croome, hoor, Livie. Hij is geen kwaaie. Hij heeft een moeilijk leven gehad, die arme man.’ Olivia trok haar wenkbrauwen op. ‘U bent de eerste die ik vriendelijk over hem hoor spreken.’ ‘Hoe zou ik iets lelijks over hem kunnen zeggen? Hij is zijn vrouw kwijtgeraakt. Het was mijn eigen zuster.’ Olivia was sprakeloos. Even keek ze mevrouw Moore alleen maar aan. Toen legde ze over de tafel heen haar hand op die van mevrouw Moore. ‘Was hij met uw zus getrouwd?’ Olivia kon zich niet voorstellen dat zo’n harde, boze man als Croome een vrouw verdiende die ook maar enigszins op de hartelijke, vriendelijke Nell Moore leek. Maar aan de andere kant, verdiende Simon Keene Dorothea Hawthorn wel? Mevrouw Moore knikte.‘Maar ze is al lang geleden overleden. Ze ligt op de begraafplaats bij de kerk.’ Tranen vertroebelden de blik van de kokkin, ondanks alle jaren die verstreken waren. ‘Ze… ach, let maar niet op mij.’ Ze haalde haar neus op en deed geforceerd vrolijk. ‘We vieren nu je terugkeer, van je ziekbed en 209
3epr08072011Destille.indd 209
07-07-11 21:15
je stilzwijgen.’ Mevrouw Moore drukte haar hand. ‘Dit is een vrolijke dag.’ Olivia glimlachte en nam een slokje van haar chocolademelk. ‘Weet u, lord Bradley vertelde me dat mijnheer Croome een van de honden heeft doodgeschoten voordat hij me kon aanvallen.’ ‘O, ja? Daar heeft hij tegen mij geen woord over gezegd.’ ‘Ik vraag me af of ik hem niet zou moeten bedanken.’ Mevrouw Moores smalle wenkbrauwen gingen weer omhoog, een en al onschuld. ‘Denk je?’ Olivia miste de twinkeling in haar ogen niet. ‘U hebt zeker geen eten over dat dreigt te bederven?’ Olivia trof Croome aan terwijl hij aan het houthakken was en ze rilde bij de aanblik van de scherpe bijl die hij gebruikte. Bij zijn voeten zat een grijze vogel met oranje-bruin gevlekte vleugels die haar angst niet leek te delen. Hij volgde Croome terwijl die een nieuw houtblok op de boomstronk zette en het in één klap kloofde. Tsjak. Hij aarzelde toen hij haar zag. ‘Wat doe jij hier?’ ‘G-goedendag, mijnheer Croome. Ik ben Olivia Keene, zoals u zich misschien herinnert.’ ‘Jazeker, dat kind dat rond kwam snuffelen op een plek waar ze niets te zoeken had.’ Tsjak, tsjak. Ze dacht aan mevrouw Moores waarschuwing. ‘Denk erom dat je hem direct een weerwoord geeft.’ Olivia rechtte haar rug. ‘En ik herinner me u ook, mijnheer Croome, op een plek waar u niets te zoeken had. In het bos bij Chedworth. Met een… interessant… groepje bekenden.’ Hij liet zijn bijl langs zijn zij vallen en keek haar indringend aan. Zelfs de vogel met zijn trotse, haanachtige kop, leek haar spottend aan te kijken. ‘Wat ik doe als ik niet hier ben, is jouw zaak niet en ook niet die van iemand anders.’ ‘Goed.’ 210
3epr08072011Destille.indd 210
07-07-11 21:15
Hij keek haar strak aan en ze dwong zichzelf haar ogen niet neer te slaan. Hij bukte en pakte een nieuw blok hout. ‘Ik dacht wel dat je dat aan mijn baas zou vertellen.’ ‘Dat heb ik niet gedaan.’ Zijn ogen vernauwden zich. ‘En waarom niet?’ ‘Wat u verder ook mag zijn, u hebt me die avond in het bos wel gered.’ Hij hief zijn bijl weer op, maar aarzelde. ‘Natuurlijk heb ik je gered. Een jong meisje overgeleverd aan de genade van een slechte, gemene kerel…’ Hij liet de bijl met een harde klap neerkomen en ze vroeg zich af of hij het alleen over Borcher had. Ze vervolgde: ‘En naar ik heb begrepen hebt u nu weer geholpen om me te redden. Van een gevaarlijke hond in dit bos deze keer.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik deed toch alleen maar mijn werk?’ Hij gooide de gekloofde blokken op de stapel. ‘Toch ben ik u dankbaar. Ik ben bang dat ik me de gebeurtenissen van die dag niet goed herinner, maar lord Bradley spreekt lovend over de snelle manier waarop u hebt gehandeld.’ Croome stond stil en keek naar haar. ‘O, ja?’ Even klaarde zijn gezicht op, maar toen viel zijn oog op de met een doek bedekte pot die ze in haar handen hield. Zijn norse blik kwam terug. ‘Ik heb je al eerder gezegd dat ik geen liefdadigheid nodig heb.’ ‘Ik ben blij dat te horen, want ik heb u niets te bieden. Dit komt van mevrouw Moore. Ingemaakte haas, zei ze, geloof ik. Ze heeft er meer van gemaakt dan er op Brightwell Court wordt gegeten en ze zei dat u het misschien weer aan uw varkens kunt voeren als u zo koppig bent het niet aan te nemen. Haar kan het niet schelen.’ ‘Heeft ze dat gezegd?’ Een flauw glimlachje speelde om zijn mondhoeken, maar daarna wuifde hij afwerend met zijn hand. ‘Echt iets voor Nell. Bazig mens.’ 211
3epr08072011Destille.indd 211
07-07-11 21:15
‘Wilt u het hebben of zal ik het onderweg naar huis in het bos weggooien? Ik wil haar niet kwetsen.’ ‘Van verspillen houd ik niet. Je had het niet mee moeten brengen, maar ik heb een hekel aan verkwisten. Dat weet ze heel goed, dat slimme mens. Laat het maar hier. Ik heb honden en varkens. Met z’n allen krijgen we het wel op.’ ‘Goed.’ Ze zette de pot op het stoepje voor de deur, draaide zich om en liep zonder nog een woord te zeggen met haar neus in de lucht weg. Maar het duurde nog verscheidene minuten voordat haar hart weer normaal klopte.
a Bij het ontbijt dronk Edward koffie en Judith thee. Zijn vader was nog niet beneden. Hodges bracht het dienblad met post. Rekeningen voor hem, een brief uit Swindon voor Judith. Judith zette haar kopje neer, maakte de envelop open en nadat ze vluchtig een paar regels had gelezen zei ze: ‘Een brief van mijn moeder. Het schijnt dat mijn dierbare schoonmoeder, mevrouw Howe, haar heeft geschreven dat de kinderen op dit moment geen gouvernante hebben. Bemoeial!’ Ze zweeg even om een slokje thee te nemen en tuurde toen weer naar de brief. Edward vermoedde dat zijn nicht een bril nodig had, maar te ijdel was om het toe te geven. ‘Lieve help!’ Judith kreeg een kleur. ‘Mama biedt aan – dreigt, zou ik zeggen – mijn oude gouvernante aan te nemen als ik zelf niemand kan vinden. De brutaliteit!’ ‘Ik weet zeker dat mijn tante Bradley alleen maar vriendelijk wil zijn en je wil helpen.’ ‘Vriendelijk!’ Judith keek hem ontsteld aan. ‘Herinner jij je juffrouw Ripley soms niet? Ik weet zeker dat je haar verschillende keren hebt ontmoet.’ ‘Ik ben bang dat ik me dat genoegen niet herinner.’ ‘Ik was heel bang voor dat gemene, veeleisende mens.Vergele212
3epr08072011Destille.indd 212
07-07-11 21:15
ken met Rip was juffrouw Dowdle een schat. Die vrouw was nooit tevreden. Ik krijg de rillingen als ik er alleen al aan denk dat ik zo iemand onder ons… dat wil zeggen, jouw dak zou moeten vragen.’ ‘Brightwell Court is nu je thuis, Judith. Dat weet je.Voor zolang je maar wilt.’ ‘Dank je, maar ik wil er niet zomaar van uitgaan…’ ‘Natuurlijk moet je ervoor zorgen dat de kinderen een opleiding krijgen.’ ‘Maar het zijn mijn kinderen niet.’ ‘Judith’ – zijn stem klonk mild berispend en overredend – ‘ze zijn nu van jou. Je weet dat Dominick zou hebben gewild dat je hen als je eigen kinderen behandelde.’ ‘Dat zal wel. Als zijn moeder niet zoveel last had van jicht, zou ze er vast op hebben gestaan hen zelf groot te brengen.’ Judith zuchtte. ‘Heel jammer dat meisjeskostscholen niet meer in zwang zijn onder mensen van stand.’ ‘Maar Audrey is ook nog jong. Ik zou het een naar idee vinden haar nu al weg te sturen.’ ‘Meen je dat?’ Judiths ogen werden milder. Edward wendde zijn ogen van haar smeltende blik af. ‘Andrew moet uiteindelijk wel naar een kostschool, maar ik hoop nog niet te snel.’ ‘Wat bent je toch vriendelijk, Edward. De meeste mannen zouden het niet op prijs stellen om de kinderen van een andere man om zich heen te hebben.’ ‘Judith, ze zijn uiterst welkom, zoals je heel goed weet.’ Ze fronste peinzend haar voorhoofd. ‘Ik heb begrepen dat er in St. Aldwyns een meisjeskostschool is. Dan zou Audrey niet zo ver weg zijn.’ ‘Tugwell en ik hebben het laatst nog over die school gehad,’ zei hij effen, zonder uit te leggen waarom. ‘Toch zou het veel beter zijn als ze hier thuis les kreeg.’ ‘Ik vind het zo fijn je dat te horen zeggen, Edward,’ zei Judith met een blosje op haar wangen. 213
3epr08072011Destille.indd 213
07-07-11 21:15
Edward knikte, maar voelde zich ongemakkelijk bij haar lof. Het was zijn vaders vrijgevigheid die hun allen onderdak verschafte, niet de zijne. Judith keek nog eens nadenkend naar de brief. ‘Ik denk niet… Nee, ik betwijfel of dat een goed oplossing is.’ ‘Wat?’ ‘Ik vraag me af… wat dacht je van juffrouw Keene?’ ‘Juffrouw Keene?’ ‘Ze is erg lief voor de kinderen en vertoont in geen enkel opzicht het superieure gedrag en de aanstellerij die je bij sommige gouvernantes ziet. Daar heb ik zo’n hekel aan.’ Edward staarde haar aan. Hij was nogal verrast en wist niet of hij het plan moest omarmen of afwijzen. Hij wist dat juffrouw Keenes ‘straf ’ erop zat en dat hij geen enkel recht had haar langer te houden als ze wenste te vertrekken. Zou zo’n betrekking haar ertoe verleiden om te blijven? Judith sprak verder en werd geestdriftiger naarmate ze langer over het idee nadacht. ‘Ik ken haar al en de kinderen ook. En ze is heel goed opgeleid, weet je. Ze heeft een fraai handschrift en spreekt of schrijft in ieder geval Frans en Italiaans. En ze speelt piano. Tenminste, een beetje dan.’ Hij kon het niet laten haar te plagen. ‘Ben je zo teleurgesteld dat ze geen buitenlandse prinses is dat je nu in elk geval een gouvernante van haar wilt maken?’ Ze trok haar neus naar hem op en haar gelaatsuitdrukking deed hem denken aan de dagen dat ze in hun jeugd samen speelden. Hij vroeg: ‘Heeft ze al eerder als gouvernante gewerkt?’ ‘Dat geloof ik niet, maar haar moeder was vroeger de gouvernante van tante Margery en tante Phillipa. En toen ik aandrong, vertelde ze dat ze ergens op een meisjesschool heeft lesgegeven. Ik weet niet meer waar. Als ze daar een aanbeveling voor haar willen schrijven, zou ik heel tevreden zijn.’ Hij sloeg haar verbluft gade. ‘Waarom doe je dit, Judith? Heb je echt zo’n hekel aan gouvernantes in het algemeen of heb je 214
3epr08072011Destille.indd 214
07-07-11 21:15
nog een andere reden waarom je juffrouw Keene voor die betrekking wilt?’ ‘Ik heb heel veel redenen. Ze is duidelijk een intelligente, geduldige jonge vrouw die dol is op kinderen. Op mijn kinderen. Ze heeft al de taak op zich genomen om met hen te rekenen en hun leesvaardigheid te verbeteren. En ondertussen voert ze haar andere taken ook nog uitstekend uit. Hoe groot is de kans dat ik een vreemde vind die haar werk even goed doet en die even goed in ons huishouden past? Ik geef toe dat er het een en ander zou moeten veranderen als we haar als gouvernante aannemen. We zouden haar bijvoorbeeld juffrouw Keene moeten noemen in plaats van bij haar voornaam.’ ‘Jij en ik doen dat al.’ Judith knikte. ‘Ik heb het nooit prettig gevonden haar voornaam te gebruiken. Haar gezicht heeft zoiets damesachtigs. Ik ben bang dat ze alsnog van adel zal blijken te zijn en dan wil ik nergens verantwoording voor hoeven af te leggen.’ De kuiltjes in haar wangen werden dieper. ‘Maar verder zie ik geen grote problemen.’ ‘Ik moet zeggen dat ik onder de indruk ben, Judith. Ik geloof bijna dat je om dat meisje geeft.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Geen zier. Ik verheug me er alleen op mijn vriendinnen te vermaken met verhalen over onze vroeger zwijgende gouvernante.’ Edward schudde langzaam zijn hoofd en merkte dat er een grijns op zijn gezicht kwam. ‘Het lijkt me dat een proefperiode van een maand geen kwaad kan. We kunnen altijd nog een andere gouvernante aannemen als juffrouw Keene niet voldoet. Zal ik mevrouw Hinkley vragen met haar te praten of wil je het zelf doen?’
a Olivia aarzelde. ‘Gouvernante? Lieve help. Ik weet niet wat ik moet zeggen.’Was dit een verhoring van haar gebed om leiding? 215
3epr08072011Destille.indd 215
07-07-11 21:15
Of moest ze weggaan nu het kon en het erop wagen om naar huis te gaan, ook al had haar moeder haar gesmeekt niet terug te komen? Mevrouw Hinkley gaf Olivia een kopje thee. Ze zaten samen in haar zitkamer. ‘Ik neem het je niet kwalijk, Olivia. Het zou een hele verandering voor je betekenen. Je kunt niet vriendschappelijk meer met de rest van het personeel omgaan, geen thee en koekjes meer bij mevrouw Moore in de keuken…’ ‘Maar waarom niet?’ ‘Lieve kind, ben je niet op de hoogte van de positie van een gouvernante?’ ‘Nee.’ Haar moeder had haar maar weinig over die tijd verteld. ‘Een gouvernante is noch bediende, noch deel van de familie. Ze mag met geen van beide partijen omgaan. Ze heeft alleen het gezelschap van haar leerlingen en heeft alleen contact met de ouders van de kinderen als er problemen zijn waar ze van op de hoogte moeten worden gesteld.’ ‘Ik beschouw mezelf niet als deel van de familie, mevrouw Hinkley.’ De ironie van die bewering echode in haar oren. ‘Maar wilt u me echt vertellen dat die lieve mevrouw Moore zal weigeren met me te praten mocht ik deze betrekking aanvaarden? En u ook?’ Mevrouw Hinkley ging onrustig verzitten. ‘Het is niet zo dat we het botweg zouden weigeren of opzettelijk onbeleefd tegen je zouden zijn, maar er zou wel degelijk een muur tussen ons in komen te staan. Dat zeg ik niet om je ervan te weerhouden de betrekking aan te nemen, want je biedt de kinderen zonder twijfel meer dan juffrouw Dowdle ooit heeft gedaan en ik weet dat je een hoger salaris zou krijgen… maar ik wil ook niet dat je ja zegt voordat je je ervan bewust bent wat dat inhoudt. We zullen je kwijtraken, beste Olivia. En mij zal dat in ieder geval spijten.’ Olivia pakte de hand van mevrouw Hinkley en gaf er een kneepje in. ‘Het is erg vriendelijk van u me te waarschuwen. Maar ik heb altijd al les willen geven. Ik wilde dat wat u zegt 216
3epr08072011Destille.indd 216
07-07-11 21:15
niet waar was, want ik zal me heel eenzaam voelen zonder iedereen.’ ‘Ja, lieve kind. Daar ben ik ook bang voor.’ Nog even keek de huishoudster haar met een bijna verdrietige blik aan. Daarna rechtte ze abrupt haar rug alsof ze in haar handen had geklapt. ‘Goed, als je hebt besloten, hoeft er nog maar één ding te gebeuren.’ Mevrouw Hinkley stond op en pakte een veer, inkt en papier uit haar bureautje. ‘Mevrouw Howe wil graag naar die school schrijven waar je hebt lesgegeven en wil om een getuigschrift vragen.’ Olivia’s hart begon te bonzen. Haar kortstondige vreugde verdween. Dit had ze moeten verwachten. Het was één ding om haar zonder referentie aan te nemen als een onbeduidend tweede kindermeisje, maar als gouvernante? Iemand die verantwoordelijk zou zijn voor de opleiding van twee kinderen? ‘Dus als u het adres zou willen opschrijven, geef ik het aan mevrouw Howe.’ Ze gaf Olivia de veer en het papier. Olivia’s bloed bonsde in haar oren. Durfde ze dat? Ze twij felde er niet aan dat juffrouw Cresswell een eerlijke, gunstige beoordeling zou schrijven – tenminste, vóór alle gebeurtenissen van de afgelopen tijd zou ze daar zeker van zijn geweest. Zou juffrouw Cresswell hebben gehoord wat ze had gedaan? Als ze de brief ontving, zou juffrouw Cresswell ontdekken waar Olivia woonde. Zou ze zich verplicht voelen haar vader in te lichten, als hij nog leefde? Of de politie, als dat niet zo was? Ze dacht nog eens aan het stille klaslokaal op de bovenste verdieping van Brightwell Court. Het wachtte als een braakliggende akker tot het weer in gebruik zou worden genomen. Zenuwachtig tilde Olivia de veer op en doopte hem in de inkt. Met trillende handen schreef ze de naam van de school en het adres op. En zo schiep ze met lussen die louter uit inkt bestonden een verbinding die op een dag een strop kon vormen.
217
3epr08072011Destille.indd 217
07-07-11 21:15
23
Wie hield er, toen ik haperend de letters las, rekening mee dat ik een kleine jongen was? En wie maakte een aanlokkelijk oord van onze klas? Mijn gouvernante. William Upton, My Governess, 1812
De geuren werden sterker toen Olivia de trap afliep naar de keuken. Iets kruidigs, iets zoetzuurs, als de herfst die nu zo lang geleden leek. ‘Wat ruik ik voor heerlijks?’ vroeg ze mevrouw Moore die weckpotten vulde met in vieren gesneden appels. ‘Hallo, Olivia. Ik ben alleen maar de laatste appels aan het inmaken met gembersiroop. Lieve kind, ik heb het nieuws gehoord en ik moet je feliciteren.’ ‘Het is nog niet officieel, mevrouw Moore.We moeten nog een getuigschrift afwachten van de directrice van mijn vorige school.’ ‘Ik twijfel er niet aan dat ze de loftrompet over je zal steken.’ ‘Ik hoop dat u gelijk hebt.’ ‘Natuurlijk heb ik gelijk. Zo’n intelligente, vriendelijke jongedame als jij. Jouw korte verleden kent nog geen nare geheimen, lijkt me.’ ‘Dat weet ik nog zo net niet.’ Mevrouw Moore keek haar opmerkzaam aan. ‘Dan hebben jij en ik iets met elkaar gemeen, liefje.’ Olivia wilde vragen wat ze bedoelde, maar de vrouw begon bedrijvig de theekopjes te halen en citroenkoekjes op een bord te leggen. Haar gezicht stond ondertussen uitdrukkingsloos en nodigde niet uit tot vragen. 218
3epr08072011Destille.indd 218
07-07-11 21:15
‘We gaan nog een laatste keer samen theedrinken, goed? Nog een laatste feestje.’ Mevrouw Moore ging op een kruk naast haar aan de werktafel zitten. ‘Maar iedereen zal het jammer vinden.’ Olivia kon zich haast niet voorstellen dat ze niet meer welkom zou zijn in mevrouw Moores keuken. Dapper dronk ze van haar thee en proefde haar koekje. ‘Heerlijk!’ Mevrouw Moore glimlachte, maar het was een glimlach die haar ogen niet bereikte. ‘Mag ik vragen,’ zei Olivia voorzichtig, ‘hoe lang het geleden is dat uw zus is overleden?’ De vrouw knikte alsof ze de vraag had verwacht, alsof ze in gedachten al met het onderwerp bezig was geweest. ‘Dat zal nu achtentwintig jaar geleden zijn. Alice was nog maar veertien.’ ‘Alice? Is dat… hun dochter?’ Mevrouw Moore knikte. ‘Ze hadden maar één kind. Het was zo’n lief meisje. Nooit een liever kind gezien. Tante Nellie, noemde ze me, hoewel iedereen me gewoon Nell noemde. Ik kan haar lieve stem nog horen en haar armen nog om mijn nek voelen…’ In mevrouw Moores ogen blonken weer tranen en ze zocht in de zak van haar schort naar een zakdoek. ‘Avery was een andere man in die tijd. Dat kan ik je wel vertellen. Hij had Maggie om voor hem te koken en Allie om zijn hart mild te houden.’ Olivia merkte dat ze zelf ook tranen in haar ogen kreeg. Vrezend dat ze het antwoord al wist, vroeg ze zacht: ‘Hoe is het verder met Alice gegaan?’ Mevrouw Moore haalde haar neus op en keek omlaag naar haar handen. ‘Ze zeggen dat ze er toen ze achttien was met een jongeman vandoor is gegaan, maar…’ Ze keek op naar Olivia en wendde toen haar blik af. ‘Maar onder ons gezegd,’ fluisterde ze, ‘ik weet beter.’ ‘Hebt u nooit meer iets van haar gehoord?’ Mevrouw Moore schudde haar hoofd en staarde naar een onzichtbaar punt tussen de hoge ramen. ‘Ze is nu bij Maggie. Dat biedt wat troost.’ 219
3epr08072011Destille.indd 219
07-07-11 21:15
‘Arme mijnheer Croome,’ zei Olivia zacht. ‘Zeg dat wel.’ Mevrouw Moore zuchtte en rechtte toen haar rug. ‘Goed, genoeg daarover. Wat een treurig afscheidsfeestje is dit. Maar ik zal je missen, meisje. Echt, dat meen ik.’ ‘Ik u ook.’ Olivia drukte de hand van haar vriendin.Te stevig, begreep ze toen het gezicht van de vrouw vertrok, maar ze kon er niets aan doen. De herinnering eraan moest blijvend zijn. Toen ze de keuken uitliep, kwam Olivia in de gang voor de bediendenkamer Johnny Ross tegen. Zijn brede schouders versperden haar bijna de weg en ze had geen andere keuze dan te blijven staan. Hij stak zijn handen in zijn zakken en stak zijn kin naar voren. ‘Zo. Gouvernante, hè? Nu wil je zeker niet meer met mensen als ik omgaan? Nu voel je je vast boven ons verheven.’ ‘Nee, mijnheer Ross, ik wil niet…’ ‘Dus je noemt me nu mijnheer Ross? En moet ik jou nu juffrouw Keene noemen en mag ik je nooit meer kussen?’ Om zich heen kijkend en hopend dat er niemand in de buurt was, fluisterde ze gespannen: ‘Dat had je sowieso nooit moeten doen.’ ‘Dat had je anders nooit gezegd.’ ‘Ik kon toen niet praten, weet je nog?’ Zijn mondhoeken gingen omhoog. ‘Wat doe je nu al uit de hoogte, zeg. Ik had de anderen al voorspeld dat het zo zou gaan.’ Ze keek hem verbijsterd aan. ‘Nou, zeg. Ik zou het op prijs stellen als je helemaal niet over me sprak. Waaraan heb ik die hardvochtigheid te danken?’ ‘Hardvochtig? Ik? Jij bent degene die mij slecht heeft behandeld.’ Ze fronste haar wenkbrauwen. ‘Hoe dan?’ ‘Door me aan de kant te schuiven. Nu voel je je te goed voor mij.’ Ze schudde haar hoofd. Ze had Johnny nooit als een serieuze 220
3epr08072011Destille.indd 220
07-07-11 21:15
huwelijkskandidaat beschouwd. Als ze eerlijk was, bekende ze voor zichzelf dat ze zich altijd een beetje boven hem verheven had gevoeld, maar dat kon ze op dit moment niet toegeven. Hij zou niet geloven dat het niet haar betere betrekking was die tussen hen in was komen te staan. Doris kwam in hun richting lopen, met een mand met wasgoed op haar heup. ‘Laat haar met rust, Johnny,’ zei ze vinnig. ‘Je krijgt het met mij aan de stok als je haar lastigvalt.’ Doris gaf Olivia een knipoogje terwijl ze langs hen heen liep.
a Nog geen week nadat Olivia juffrouw Cresswells adres had doorgegeven, kwam Judith Howe met een brief in haar hand in de gang naar haar toe lopen. ‘Een prachtige aanbevelingsbrief.’ Ze zwaaide met de brief. ‘Zoals ik al verwachtte. Ik heb een uitstekend gevoel voor mensen.’ Mevrouw Howe liep naar de trap. Ze ging het nieuws aan lord Bradley vertellen, vermoedde ze. Olivia was opgelucht. Ze was ook nieuwsgierig naar de brief van juffrouw Cresswell en wenste dat ze hem zelf kon lezen. Zou er tussen de regels door iets in staan over hoe het thuis was? Ze besloot juffrouw Cresswell zelf te schrijven en het haar te vragen. Wat kon het voor kwaad nu ze haar toch al had laten weten waar ze zich bevond? Ze vroeg zich af of ze lord Bradwell nog steeds om toestemming moest vragen als ze een brief wilde schrijven nu haar proefperiode voorbij was. In afwachting van de aanbevelingsbrief had Olivia zich zo goed mogelijk op haar taak voorbereid. In het klaslokaaltje stonden verschillende boeken over lesgeven. Ook waren er boeken met goede raad voor gouvernantes, een ervan speciaal over het begeleiden van meisjes. De adviezen die ze las, waren vaak tegenstrijdig. Moest een gouvernante het vooral als haar taak zien om van haar leerling een ‘voltooide’ dame te maken of meer om haar kennis bij te brengen? Olivia worstelde niet lang met deze vraag en begon al snel 221
3epr08072011Destille.indd 221
07-07-11 21:15
haar eigen methode te bedenken om Andrews leesvaardigheid te vergroten. Ook wilde ze de kinderen laten kennismaken met literatuur, poëzie, Frans, Italiaans (dat was tenslotte de taal van de muziek), aardrijkskunde, natuur- en scheikunde, godsdienst en uiteraard rekenen. Volgens de handboeken moest ze Audrey ook nuttig en decoratief leren handwerken, leren dansen en tekenen en moest ze de pianolessen voortzetten. Later zou er een muziekleraar moeten worden aangesteld en een dansleraar. De lijst leek eindeloos. Maar in plaats van moedeloos te worden bij de gedachte aan de overweldigende hoeveelheid werk die voor haar lag, voelde Olivia zich energieker en vastbe radener dan ooit. Ze kon bijna niet geloven dat ze zou lesgeven in dezelfde ruimte waar haar moeder vroeger had gestaan. Ze zou al blij zijn als ze haar werk maar half zo goed deed als zij.
a Olivia was zowel opgewonden als gespannen die eerste ochtend in het leslokaal. Meer gespannen dan ze anders zou zijn geweest, want Judith Howe kwam bij hen zitten. Ze wilde zien hoe de lessen verliepen, zei ze. Audrey zat keurig aan de tafel, met haar handen in elkaar geklemd voor haar, rug recht. Andrew zat onderuit gezakt naast haar en keek met een waakzame blik naar Olivia, alsof hij niet goed wist wat hij moest denken van dit nieuwe schepsel dat erg op zijn kindermeisje leek, maar dat daar nu zo officieel voor hem stond en herhaalde welke regels er in het klaslokaal golden. ‘Ga rechtop zitten, Andrew,’ fluisterde mevrouw Howe luid. Olivia ging door met de regels, zoals juffrouw Cresswell ook aan het begin van elk seizoen had gedaan. Judith Howe onderbrak haar door te zeggen: ‘Ik sta geen lichamelijke straffen toe, juffrouw Keene. Laat dat duidelijk zijn. Mijn eigen gouvernante was een kreng en ik wil niet dat Dominicks kinderen wreed worden behandeld.’ 222
3epr08072011Destille.indd 222
07-07-11 21:15
Olivia knikte. Ze keurde wrede methoden niet goed, maar een zekere discipline zou waarschijnlijk wel nodig zijn en ze vreesde dat mevrouw Howe nu al veel had gedaan om haar gezag te ondermijnen. Toen ze duidelijk had gemaakt wat de regels waren, besloot Olivia te beginnen met het vak waarin ze zich het meeste thuis voelde: rekenen. Ze begon ermee om een paar eenvoudige sommen op Andrews lei te schrijven en een paar wat meer ingewikkelde op die van Audrey. Audrey begon snel te rekenen, maar Andrew bleef stil zitten en bewoog zijn stift niet. Judith liep naar hem toe en ging naast hem staan. ‘Andrew, die zijn heel gemakkelijk! Je probeert het niet eens.’ ‘Jawel, mama. Dat doe ik wel, mama, maar u maakt me zenuwachtig. Ik wou dat u niet naar me keek.’ Olivia wenste hetzelfde. Andrew fronste zijn voorhoofd. Zijn tong kwam uit zijn mond toen hij hard met zijn stift op zijn lei drukte, een antwoord uitrekende en daarna even aarzelde. Olivia zag vanuit haar ooghoeken dat Audrey heel klein een getal in het hoekje van haar lei schreef en er toen zacht op tikte om zijn aandacht te trekken. Ze had haar eigen sommen ongetwijfeld al af kunnen hebben, maar in plaats daarvan probeerde ze haar broertje te helpen. Olivia wist dat ze het meisje eigenlijk terecht moest wijzen, maar ze deed het niet. Ze begreep wat Audrey deed. Ze probeerde haar broertje te helpen om een kritische ouder tevreden te stellen. Want hoewel ze meestal vriendelijk voor de kinderen was, wees mevrouw Howe Andrew veel vaker terecht dan Audrey. Olivia moest onwillekeurig aan zichzelf denken toen ze nog een meisje was, aan de keer dat ze die jongen van Harrow had laten winnen om te zorgen dat hij niet vernederd zou worden. Ze kreeg tranen in haar ogen, zowel door het verdriet dat de herinnering opriep als door de genegenheid die ze voor Audrey voelde die haar broertje probeerde te beschermen. Olivia 223
3epr08072011Destille.indd 223
07-07-11 21:15
besloot dat ze haar uiterste best zou doen om de hiaten in Andrews scholing op te vullen… en in de aandacht die hij kreeg. Uiteindelijk begon mevrouw Howe zich te vervelen. Ze ver ontschuldigde zich en zei terwijl ze met haar blanke hand naar Olivia wuifde dat die verder moest gaan. Toen de deur achter haar dichtging, haalde Olivia diep adem. Audrey en Andrew deden hetzelfde. Omdat ze wist dat de kinderen het niet gewend waren urenlang in de klas te zitten, stopte Olivia om twee uur. Ze had hen graag mee naar buiten genomen, maar het weer was te slecht. IJskoude regen sloeg tegen de ruiten. Dus in plaats daarvan deed Olivia een potje kringtikkertje met ze en ze merkte dat ze zelf ook vrolijker werd door haar pogingen haar leerlingen bezig te houden. Becky, die nu naast haar gewone taken ook de rol van tweede kindermeisje vervulde, ging naar beneden om het dienblad met avondeten te halen. Olivia verraste de kinderen door de hele maaltijd Frans te spreken. Ze moedigde hen aan de namen van eenvoudige voorwerpen, zoals fourchette, poulet en pomme de terre te herhalen en hun te vragen dingen door te geven met s’il vous plaît en merci. Audrey speelde het spelletje onmiddellijk mee, maar Andrew mopperde dat hij gewoon ‘kip en aardappels’ wilde en dat hij met zijn vork wilde eten en niet met zijn fourchette. Olivia gaf hem ook geen standje. Ze begreep hoe moeilijk het voor hem was de hele dag zijn hoofd te gebruiken terwijl hij dat niet gewend was. Ze was zelf ook moe. Na het eten stond ze hem toe touwtje te springen terwijl ze Audrey een paar nieuwe danspasjes leerde. Die avond, nadat Becky de kinderen had geholpen hun nachtkleding aan te trekken, ging Olivia naar hun slaapkamer om naar hun gebeden te luisteren. Omdat Audrey en Andrew de hele dag in de klas hadden gezeten en daar veel hadden gelezen, dacht Olivia dat ze het voorlezen voor het slapengaan misschien liever 224
3epr08072011Destille.indd 224
07-07-11 21:15
zouden overslaan. Beide kinderen riepen om het hardst dat dat niet zo was. Olivia vond het bemoedigend dat ze hun bedtijd ritueel wilden voortzetten, zelfs nu ze hun gouvernante was. Ze herinnerde zich maar al te goed wat hun – of in ieder geval Andrews – oordeel over hun vorige gouvernante was geweest.
225
3epr08072011Destille.indd 225
07-07-11 21:15
24
Een gouvernante moet zo verstandig zijn zich niet met privéaangelegenheden te bemoeien. En, uiteraard, moet ze ook niet te amicaal met de bedienden omgaan. Samuel & Sarah Adams, The Complete Servant
Nog voordat Olivia de kans had een brief naar juffrouw Cresswell te schrijven, ontving ze er zelf een. Becky bracht hem op verzoek van mijnheer Hodges boven. Blijkbaar wenste lord Bradley de post die ze kreeg niet meer te inspecteren. Toen Olivia de brief aannam, herkende ze onmiddellijk het fijne, sierlijke handschrift en ze verontschuldigde zich bij de kinderen om de brief in haar eentje te kunnen lezen. Lieve Olivia, Met genoegen heb ik een aanbevelingsbrief aan mevrouw Howe ge schreven. Ik heb haar verteld dat je uiterst geschikt bent om gou vernante te worden. Ik hoop dat mijn schrijven zal leiden tot een betrekking die zowel voor jou als je leerlingen gunstig zal zijn. Ik moet bekennen dat ik opgelucht was bericht van je te ontvangen, lieve kind. Je bent zo plotseling vertrokken. Ik vreesde het contact met je te verliezen en dat stemde me droevig.Weet je misschien ook En daar was een woord – waar, meende ze – doorgestreept, iets wat juffrouw Cresswell gewoonlijk nooit deed. De zin ging verder. wanneer je ons kunt bezoeken?
226
3epr08072011Destille.indd 226
07-07-11 21:15
Wat vreemd, dacht Olivia. Uiterst beleefd, maar geen woord over het lot van haar vader en ook niets over haar moeder, hoewel zij en juffrouw Cresswell al heel lang bevriend waren. Had Lydia Cresswell niets te zeggen over het vertrek van haar moeder? Of was die uiteindelijk niet weggegaan? Als haar moeder nog thuis was, zou juffrouw Cresswell haar vast over het verzoek om een getuigschrift vertellen en dan zou haar moeder op die manier horen waar Olivia was. Wanneer zou ze komen? Olivia was in ieder geval opgelucht dat er geen condoleances of kritiek in de brief stonden. Juffrouw Cresswell had vast niet zo’n kort, beleefd briefje geschreven als het ergste was gebeurd.
a Olivia begon de middaglessen met het stellen van vragen uit Mangnalls oefenboek. Juffrouw Cresswell had dat vaak in haar eigen lessen gebruikt en tot haar opluchting had Olivia een exemplaar op de plank van het leslokaal gevonden. ‘Andrew, jij kunt deze vragen nog niet beantwoorden, maar let alsjeblieft toch maar goed op.’ Ze schraapte haar keel en las: ‘Noem de belangrijkste gebeurtenissen uit de eerste eeuw.’ ‘Ik ben bang dat ik het antwoord ook niet weet, juffrouw Keene,’ zei Audrey. ‘Goed, laten we dan maar eens naar een paar van die gebeurtenissen kijken.’ Maar nog voordat ze kon beginnen, vulde de lage stem van lord Bradley de stilte. ‘De stichting van Londen door de Romeinen,’ begon hij terwijl hij tegen de achtermuur van de schoolkamer leunde.‘Rome verbrandde tijdens de regering van Nero, en de eerste christenvervolging door hem.’ Olivia keek naar hem, haar mond iets geopend. ‘Jeruzalem verwoest door Titus en het Nieuwe Testament geschreven.’ ‘Bravo, lord Bradley,’ zei Olivia goedkeurend. ‘Een pluim van 227
3epr08072011Destille.indd 227
07-07-11 21:15
de juffrouw. U bent de vervolging van de druïden in Engeland nog vergeten, maar toch heel goed.’ Hij boog. Afgeleid van wat ze aan het doen was geweest en van haar stuk gebracht door zijn blauwe ogen, die haar opnamen, richtte ze haar blik op het boek en las nog een vraag voor. ‘Noem een aantal gevierde personen uit de zestiende eeuw.’ ‘Ah!’ zei Audrey. ‘Die weet ik. Christopher Columbus en… Maarten Luther.’ ‘Heel goed, Audrey.’ Lord Bradley leek minder tevreden. ‘Maar hoe zit het dan met hervormers als Calvijn, Melanchton en Knox? En de grote zeevaarders Bartholomew Gosnold en Sebastian Cabot, naar wie oom Sebastian is genoemd? En wat dachten jullie van de astronomen Tycho Brahe en Copernicus?’ Olivia begon zich een beetje te ergeren. ‘Goed zo, mijnheer, maar u bent geen leerling van mij.’ ‘Dat klopt en daar ben ik blij om. Kan ik u even spreken?’ Ze keek hem onzeker aan. ‘Onder vier ogen?’ voegde hij eraan toe. Ze slikte. ‘Andrew, schrijf jij alsjeblieft het alfabet op en Audrey alle gebeurtenissen uit de eerste eeuw die je maar kunt bedenken.’ Ze volgde lord Bradley naar de kinderkamer, maar daar zat juffrouw Peale zacht te snurken in haar schommelstoel, dus ging hij haar voor naar de gang. ‘Juffrouw Keene, probeert u mijn nicht en neef onderwijs te geven of wilt u dat ze zich suf vervelen?’ Ze hapte naar adem. ‘Wat bedoelt u?’ ‘Mangnalls oefenboek? Dat is alleen maar stampwerk. U moet hun leren nadenken, juffrouw Keene, hun logisch leren denken en leren onderscheiden.’ ‘Dat ben ik ook van plan, mijnheer, maar bepaalde feiten moeten ze kennen. Die leggen een basis voor latere lessen in politiek, geschiedenis… En Audrey heeft precies de juiste leef 228
3epr08072011Destille.indd 228
07-07-11 21:15
tijd om feiten uit haar hoofd te leren. Ze lijkt wel een spons.’ ‘In tegenstelling tot Andrew.’ ‘Die is nog jong, dat geef ik toe, maar hem geef ik andere opdrachten die meer bij zijn leeftijd passen.’ ‘Dat mag ik hopen. Een jongen met zoveel energie kan niet de hele dag op zijn stoel zitten luisteren naar u en zijn zus, die het ene feit na het andere afratelt over dode mannen en ingewikkelde begrippen waar hij even weinig van zou snappen als u ze in het Latijn besprak.’ ‘Ik begrijp dat u zich zorgen maakt. En nu we het toch over Latijn hebben, u zult al snel een leraar voor hem moeten aanstellen. Mijnheer Tugwell misschien?’ ‘Andrew is nog een beetje jong, vindt u niet?’ ‘Niet als mevrouw Howe van plan is hem later naar Harrow of Eton of een andere school van dat niveau te sturen.’ ‘Ik geloof niet dat ze al vaste plannen heeft, juffrouw Keene. Ik laat zijn onderwijs aan uzelf over, aan uw beste vermogen. Voorlopig tenminste.’ ‘Ik zal mijn best doen, mijnheer, met wat ik heb.’ Hij keek naar haar. ‘Waar ontbreekt het aan?’ ‘Boeken die bij zijn leeftijd passen, een schoolbord voor aardrijkskunde…’ ‘Een schoolbord?’ ‘Een grote lei die aan de muur wordt gehangen. Bedacht door een Schotse hoofdmeester, begrijp ik. Hoewel ik me voorstel dat het niet makkelijk is om aan grote stukken lei te komen.’ Zijn ene mondhoek ging sardonisch omhoog. ‘Verder nog iets?’ ‘Wat geduld van uw kant zou ik zeer op prijs stellen. Dat verzeker ik u.’ ‘Ook dat is niet makkelijk.’ Hij hield lang haar blik vast, draaide zich toen abrupt om en botste bijna tegen Felix op die net de gang in kwam. Ze wist niet dat hij het weekeinde weer op Brightwell Court zou doorbrengen. Lord Bradley liep zonder een woord te zeggen langs hem heen. 229
3epr08072011Destille.indd 229
07-07-11 21:15
Felix keek hem met opgetrokken wenkbrauwen na en draaide zich toen naar haar om. ‘Hij moet wel een hoge dunk van u hebben, anders zou hij u niet zo onder druk zetten.’ Dus Felix had lord Bradleys kritiek opgevangen. Ze twijfelde aan zijn uitleg. ‘Echt,’ hield Felix vol. ‘Volgens mijn zus bent u een uitste kende onderwijzeres en erg intelligent. Ja, dat waren volgens mij haar woorden. Edward ziet vast wat u in uw mars hebt en daarom zit hij u achter de vodden.’ Vriendelijk voegde hij daaraan toe: ‘En besteedt hij nauwelijks aandacht aan mij.’ Dat wekte haar belangstelling. ‘Is dat zo?’ ‘O, begrijp me niet verkeerd, hoor. Hij is goed voor me. Hij is alleen nooit tevreden. Hij is een vreselijke perfectionist, zoals u ondertussen wel zult beseffen. Ik heb geprobeerd een hekel aan hem te hebben, maar dat lukt me niet goed. Ik zou heel jaloers op hem moeten zijn en in sommige opzichten ben ik dat ook… Maar ik heb tegelijkertijd met hem te doen. Hij heeft er nooit helemaal bij gehoord en ook nooit een gelukkige indruk gemaakt. In Harrow niet, in Oxford niet en ook in Londen niet. Ziet u hem ooit lachen?’ Olivia dacht na. ‘Af en toe, geloof ik… met de kinderen.’ ‘Als het zo is, dan lacht hij alleen maar als hij bij hen is. Hoe dan ook, als ik weer jaloerse gevoelens heb, zeg ik: Felix, wat ben je liever? Een ongelukkige, toekomstige graaf of een vrolijke man zonder titel met een fatsoenlijk inkomen en een eindeloze stapel uitnodigingen?’ Olivia glimlachte naar hem en voelde zich ontroerd door de kwetsbaarheid in zijn ogen. ‘Ach, juffrouw Keene. Wat bent u toch een juweel dat u naar dat gewauwel van me wilt luisteren. U weet dat het heel ongebruikelijk is dat een man een gouvernante in vertrouwen neemt. In bed, dat wel, maar niet in vertrouwen. Niet dat u niet welkom in mijn bed zou zijn, hoor, als u daarin zou willen liggen, maar dat wilt u natuurlijk niet. Of wel soms?’ Olivia schudde vastberaden haar hoofd. Ze was in verlegen230
3epr08072011Destille.indd 230
07-07-11 21:15
heid gebracht, maar kon niet boos worden om een voorstel dat zo nederig werd gedaan. ‘Och, vragen kan geen kwaad, zeggen ze.’ Hij haalde een sigaar uit zijn zak. ‘En nu moet u me excuseren. Deze sigaar wil worden opgerookt, maar mijn zuster verbiedt me dat binnen te doen.’ Hij draaide zich om, zweeg even en vervolgde toen: ‘Het was me zoals altijd een waar genoegen, juffrouw Keene, hoewel ik vrees dat ik het gesprek nog even aanstootgevend heb gedomineerd als toen u nog stom was.’
a De volgende ochtend gebaarde Edward dat juffrouw Keene zijn studeerkamer moest binnenkomen en deed de deur achter haar dicht. Hij begon rustig:‘Juffrouw Keene, past u op voor mijn neef.’ ‘Felix, bedoelt u?’ Hij fronste zijn wenkbrauwen. ‘Inderdaad. Het is me opgevallen dat u… samen… praat.’ Ze tilde haar kin op. ‘Ik mag nu toch zeker wel praten?’ Hij klemde zijn lippen op elkaar. ‘Ja, en u hebt duidelijk indruk op hem gemaakt, maar…’ Hij deed een stap naar haar toe en liet zijn stem dalen. ‘Ik hoop dat u zich niet beledigd voelt, juffrouw Keene, maar u bent niet de eerste gouvernante waar hij… belangstelling voor toont.’ Ze keek hem uitdagend aan. ‘Maakt u zich geen zorgen, ik vleide mezelf al niet met die gedachte. Hoe dan ook, hij lijkt me een prettige jongeman.’ Ze aarzelde. ‘Meestal tenminste. U zou hem best wat vriendelijker mogen behandelen.’ ‘Vriendelijker? Felix en ik kunnen het uitstekend vinden samen.’ ‘Hij denkt dat u niet tevreden over hem bent.’ ‘Niet tevreden?’ Edward fronste zijn voorhoofd. ‘Heeft hij dat tegen u gezegd?’ Ze knikte. ‘Hoewel ik zijn vertrouwen niet zou moeten be schamen.’ 231
3epr08072011Destille.indd 231
07-07-11 21:15
Edward bekende:‘Een aantal van zijn gewoonten en manieren staan me niet aan. Maar als persoon keur ik hem niet af.’ Toen ze geen antwoord gaf, keek hij op en zag dat ze nadenkend naar hem stond te kijken. ‘Wat is er?’ ‘Bent u ongelukkig?’ Edward voelde zich plotseling geïrriteerd. ‘Waarom vraagt u dat? Heeft Felix dat gezegd?’ Ze haalde haar schouders op. Het idee dat Felix en juffrouw Keene zijn karakter hadden besproken, stond Edward helemaal niet aan. Ze hadden vast geen hoge dunk van hem. ‘Ik ben de laatste tijd misschien somber, maar dat komt door… de omstandigheden.’ ‘Maar voor… de omstandigheden… was u toen werkelijk gelukkig?’ Hij dacht even na en merkte dat zijn bewustzijn overspoeld dreigde te raken door een golf van verdriet. Hij verdrong de emotie. ‘Wat een vreemde vraag, juffrouw Keene. Een erg ongepaste ook, vindt u niet?’ Het drong tot hem door dat hij het weer deed: haar op haar positie wijzen om haar aan haar plaats te herinneren en zo te voorkomen dat ze lastige vragen stelde. Hij zag hoe haar gekwetste blik snel plaatsmaakte voor een boze en, ja, ook een teleurgestelde blik. Ze zei geen ‘huichelaar’, maar hij hoorde het toch en had geen verweer.
a Aan het einde van haar eerste week als gouvernante liep Olivia naar beneden in de hoop mevrouw Moore tegen te komen, hoewel ze wist dat ze dat niet hoorde te doen. Doris en de deurjongen stonden in de hal en Olivia hoorde hun gezellige gebabbel en Doris’ meisjesachtige gegiechel. Terwijl ze naar hen toe liep, zag Olivia de keukenmeisjes Sukey en Edith in de provisiekamer en ze begreep dat ze met zijn vieren van een rustig moment genoten. 232
3epr08072011Destille.indd 232
07-07-11 21:15
‘Voorzichtig, meisjes, daar komt een dame aan,’ waarschuwde Edith. ‘O, houd toch je mond, Edie,’ zei Doris. ‘Ze doet alleen maar wat we allemaal zouden doen als we de kans kregen.’ ‘Mij zou je nooit met mijn neus in de lucht zien, hoor.’ Omdat ze niet wist wat ze anders moest doen, liep Olivia hen zonder een woord te zeggen voorbij. ‘Als ze afstandelijk doet, neem ik haar dat niet kwalijk,’ siste Doris. ‘Zij heeft de regels niet bedacht. Hoe had je het gevonden als die vorige gouvernante, die zuurpruim van een juffrouw Dowdle, zich bij ons hier beneden had willen aansluiten?’ ‘Vreselijk, maar dat was zo’n echte gouvernante, een snob.’ Doris gefluister volgde Olivia terwijl ze de gang door liep. ‘Maar dat is juffrouw Livie nu ook. Een gouvernante, bedoel ik, geen snob. Ze hoort nu eenmaal niet met ons om te gaan. Daar kan ze niets aan doen.’ Hoewel ze Doris dankbaar was dat die het voor haar opnam, was Olivia opgelucht dat ze de veilige keuken binnen kon gaan. Mevrouw Moore keek op van haar receptenboek en ging rechtop zitten. ‘Liv- juffrouw Keene. Het verbaast me u hier te zien.’ Olivia zuchtte. ‘Ik was al bang dat u niet blij zou zijn me te zien. Niemand lijkt blij me te zien.’ ‘Kom, kom, lieverd. Ga nu niet de martelaar spelen. Ik ben best blij je te zien, maar gouvernantes wagen zich meestal niet beneden.’ ‘Maar ik ben toch geen gewone gouvernante?’ ‘Zeker niet. Ik heb er nooit een gekend die zo intelligent en zo vriendelijk was.’ Mevrouw Moores ogen twinkelden. Olivia glimlachte. ‘Zou u het erg vinden als ik een paar mi nuutjes bij u kwam zitten?’ Mevrouw Moore klopte op de kruk naast zich. ‘Een eenzaam leven, hè, met alleen die kleintjes en juffrouw Peale daar boven.’ Olivia knikte. ‘Juffrouw Peale zegt niet veel. Als ze praat, vertelt ze meestal over herinneringen aan vroeger. Steeds dezelfde 233
3epr08072011Destille.indd 233
07-07-11 21:15
verhalen over lord Bradley uit de tijd dat ze nog op hem paste.’ ‘Niet interessant?’ ‘Wel een beetje. Maar het is niet hetzelfde als met u praten.’ Ze gaf een kneepje in de mollige hand van de lieve vrouw. Mevrouw Moore knipoogde. ‘Wat jij al niet uitkraamt om aan mijn citroenkoekjes te komen.’ Toen ze terugliep naar boven, kwam Olivia Judith Howe tegen. De vrouw keek van de deur waar Olivia net uit was gekomen naar Olivia’s ongetwijfeld schuldige, blozende gezicht. ‘Juffrouw Keene, ik weet dat u een tijdje bij de bedienden hebt gehoord, maar ik hoopte dat die ervaring u niet al teveel had beïnvloed. Ik ben me ervan bewust dat u nog niet eerder gouvernante bent geweest, dus sta me toe u uit te leggen wat gepast is en wat niet.’ Olivia slikte terwijl ze naar mevrouw Howes aanwijzingen luisterde en besefte dat ze haar laatste bezoekje aan haar dierbare mevrouw Moore had gebracht.
234
3epr08072011Destille.indd 234
07-07-11 21:15
25
Het laagst gelegen meer wemelt nu van de schaatsers en dames die in hun sleden door hen worden voortgeduwd. Mercurius was zonder twijfel de eerste die schaatsen vervaardigde… S.T. Coleridge, The Friend, 1809
Op een middag in februari stapte Edward de schoolkamer binnen en zag dat juffrouw Keene en de kinderen op het punt stonden naar buiten te gaan. Ze waren warm gekleed in jassen, mutsen, moffen en handschoenen. ‘Waar gaan jullie naartoe?’ ‘We gaan schaatsen,’ zei Audrey. ‘Gaat u mee?’ ‘Schaatsen? Ik heb al jaren geen schaatsen meer onder gebonden.’ Andrew trok aan zijn hand. ‘Kom, neef Edward. Alstublieft.’ Juffrouw Keene haalde zwierig het grootste paar schaatsen uit de kist en hield ze hem voor. ‘Wat een… geluk,’ mopperde hij. Een paar minuten later liep Edward, net als de kinderen tegen de kou gewapend met een muts van beverbont en handschoenen, voorop terwijl het groepje door de sneeuw in het dorp stapte en daarna over het veel belopen pad naar de watermolen. Hij legde uit dat de molenaar het water uit de molenvliet elk jaar omleidde om een schaatsvijver achter de molen te laten vollopen. ‘Wat aardig van hem,’ zei juffrouw Keene. Edward dacht daarover na. ‘Tja, nu u het zegt. Ik heb er nooit over na gedacht.’ Ze gebruikten een oude molensteen als bankje en juffrouw 235
3epr08072011Destille.indd 235
07-07-11 21:15
Keene hielp Audrey de riempjes over haar laarsjes vast te maken terwijl Edward Andrew hielp. ‘Wacht op mij, Andrew. Ik kom je zo helpen,’ riep juffrouw Keene terwijl ze Audreys laatste riempje aantrok. Edward keek naar de schaatsen die nog op de molensteen lagen. ‘Gaat u niet schaatsen, juffrouw Keene?’ ‘O, nee, mijnheer, dat lijkt me niet gepast. Ik heb deze alleen maar meegebracht voor het geval er bij een van u een riempje zou breken.’ Ze keek om zich heen naar de paar andere schaat sers op de vijver. ‘Trouwens, op mijn laarsjes sta ik steviger en kan ik beter steun bieden.’ ‘Dat is niet eerlijk,’ zei hij met een gezicht alsof hij mokte. ‘Eerst erop staan dat ik meega en dan zelf blijven zitten.Toe, wat in Londen of op uw keurige meisjesschool misschien niet gepast is, vindt men hier wel gepast, hoor.’ ‘Ik… O, nou, vooruit. Ik zal het proberen.’ ‘Zo mag ik het horen.’ Ze had haar schaatsen al onder gebonden voordat hij klaar was en ze haastte zich het ijs op om Audrey te helpen die met haar magere armen door de lucht maaide en leek te gaan vallen. Andrew klepperde dapper over het ijs. Hij viel niet, maar schaatste ook niet echt. ‘Glijden, Andrew, glijden!’ riep ze. Edward ging naast Andrew schaatsen en hield zijn in een handschoen gestoken hand vast. Juffrouw Keene pakte Audrey bij haar arm en probeerde haar in evenwicht te houden terwijl ze rustig instructies gaf over de juiste techniek. Plotseling zwaaide het meisje weer met haar armen. Haar voeten schoten onder haar vandaan en ze viel achterover, juffrouw Keene meetrekkend in haar val. Ze smakten allebei hard tegen het ijs. Edward vertrok vol medeleven zijn gezicht en schaatste snel naar hen toe, Andrew aan zijn lot overlatend. Hij hurkte neer bij de plek waar ze lagen. ‘Gaat het?’ ‘Ik schaam me en ik krijg een blauwe plek. Dat is alles,’ antwoordde juffrouw Keene gevat terwijl ze overeind ging zitten. 236
3epr08072011Destille.indd 236
07-07-11 21:15
‘Het spijt me, juffrouw,’ zei Audrey die met een van pijn vertrokken gezicht overeind krabbelde. ‘Het geeft niet, hoor, Audrey. Je krijgt de slag vast wel te pakken.’ Edward stak zijn hand uit naar juffrouw Keene en toen ze die aannam, trok hij er hard aan om haar overeind te krijgen. Door de ruk schoot hij naar achteren, verloor zijn evenwicht en viel achterover, en omdat hij juffrouw Keenes hand nog vast had, trok hij haar al mee voordat hij eraan dacht hem los te laten. Hij raakte het ijs als eerste en juffrouw Keene viel op zijn borst, zodat de lucht uit zijn longen sloeg. Edward deed zijn ogen open en daarna weer half dicht tegen het zonlicht dat verblindend tegen de sneeuw weerkaatste en ook door de verontrustende ervaring dat de gouvernante lang uit over zijn lichaam lag. Als hij maar kon ademhalen, dacht hij, dan zou het helemaal geen onprettig gevoel zijn. Haar blauwe ogen, die ze van de schrik wijd open had gesperd, zochten de zijne. Even staarden ze elkaar alleen maar aan. Toen giechelde Audrey en Andrew lachte hardop en verbrak de betovering die hen in zijn greep hield. Juffrouw Keene bloosde tot achter haar oren en wendde haar blik af. Ze duwde zichzelf van hem af en stond zonder haar gewone gratie op. Andrew, die zich niet van hun ongemakkelijke gevoelens bewust was, bleef lachen. ‘Het is niet aardig om te lachen als iemand anders pech heeft,’ mopperde Edward en keek Andrew quasistreng aan, wat alleen maar tot gevolg had dat zijn neefje dubbelsloeg van de lach. Een kwartier later schaatste lord Bradley naast haar. ‘Ik zie dat u ons voor de gek hield toen we begonnen. U schaatst heel gracieus, juffrouw Keene.’ ‘Dank u, mijnheer.’ Olivia had niet meer geschaatst sinds ze een meisje was en hoorde juffrouw Cresswell in gedachten nog zeggen dat dames een dergelijke sport niet beoefenden. Ze konden zich misschien nog wel op een slee laten voortduwen, maar schaatsten…? 237
3epr08072011Destille.indd 237
07-07-11 21:15
De jongens van de familie Tugwell kwamen aanlopen. Ze zwaaiden en groetten al vanuit de verte. Ze vroegen of Andrew wilde meedoen aan een spel waarin ze met bezems en stokken een bal over het ijs sloegen. Audrey ging naast het nichtje van George Linton op een molensteen zitten. Het meisje was ongeveer net zo oud als zij en al gauw bogen ze hun hoofden onder hun luifelhoedjes naar elkaar toe en zaten ze vertrouwelijk te babbelen. Omdat de kinderen zich vermaakten, gingen lord Bradley en Olivia door met schaatsen. Ze genoot van de vaart, de vrijheid, de frisse lucht en het zeldzame moment dat er geen beroep op haar werd gedaan. ‘Ik ben blij te zien dat u geniet, juffrouw Keene,’ zei hij. Ze glimlachte naar hem. ‘Betalen we u hiervoor?’ plaagde hij. ‘Heel weinig.’ ‘O. Mooi zo.’ ‘En u, mijnheer, geniet u ook?’ vroeg ze. ‘Ik geloof het wel. Het komt de laatste tijd niet zo vaak meer voor, maar inderdaad, ik geloof dat ik dit gevoel als genieten herken.’ Ze schudde haar hoofd en lachte. ‘Ik hoop dat u zich niet beledigd voelt, mijnheer, maar wat hebt nog meer te doen dan uzelf te vermaken?’ Hij trok een gezicht. Omdat ze begreep dat hij zich ergerde, veranderde ze snel van onderwerp. ‘U houdt zich veel met de kinderen bezig, meer dan veel vaders, en ze genieten van uw aandacht, maar…’ ‘U vindt het vreemd?’ ‘Ik ben alleen maar benieuwd. Ik bedoel het zeker niet als kritiek.’ Hij knikte. ‘Hun vader was een goede vriend van mij, zoals ik u al heb verteld, al was hij ouder dan ik. Een soort mentor.’ ‘U voelt zich jegens hem… verplicht?’ Hij trok een schouder op alsof hij een ongemakkelijk zittend 238
3epr08072011Destille.indd 238
07-07-11 21:15
kledingstuk van zich af wilde schudden. ‘Niet direct, nee. Maar hoe zou iemand zich niet enigszins verantwoordelijk kunnen voelen voor kinderen die zowel hun vader als hun moeder hebben verloren?’ ‘Volgens mij zijn veel mensen daartoe in staat. Kijk maar eens naar de tehuizen voor vondelingen.’ Hij zuchtte. ‘U zult me nog vreemder vinden dan u onge twijfeld al doet.’ ‘Onmogelijk,’ plaagde ze. Hij keek haar aan alsof hij zich ervan wilde overtuigen dat ze een grapje maakte. ‘Goed, dan heb ik niets te verliezen. Ziet u, toen ik een jongetje van elf was, heb ik mezelf iets beloofd. Ik heb het zelfs opgeschreven.’ Toen hij aarzelde, keek ze met een verwachtingsvolle blik naar hem op. ‘Ik weet dat u mijn vader bewondert, juffrouw Keene, en ik ontken niet dat hij altijd uitermate vriendelijk en gul voor me is geweest en ik wil niets in zijn nadeel zeggen. Dat moet u goed begrijpen.’ ‘Maar?’ Ze schaatste naar de rand van de vijver en bleef daar staan om hem haar volle aandacht te schenken. Hij bleef naast haar staan. ‘Maar hij was erg vaak in Londen. Als lid van het parlement was hij verplicht daar van januari tot juni of zelfs juli zijn tijd door te brengen. Zes of zeven maanden per jaar, soms nog meer. Mijn moeder en ik hebben verschillende seizoenen bij hem in Londen doorgebracht. Daar heb ik Dominick Howe voor het eerst ontmoet. Maar toch zagen we vader ook daar maar zelden. Zelfs als hij bij ons thuis was in de stad had hij het druk met wetsvoorstellen, correspondentie en ga zo maar door. Moeder kreeg al snel genoeg van het leven in de stad. Ik denk dat haar gezondheid toen al niet goed meer was. Dus bleven we steeds meer thuis. En zelfs als vader naar Brightwell Court terugkwam, bracht hij meer tijd met zijn boekhou der door dan met mij.’ Hij hief zijn hand op. ‘Dit is geen verwijt en ik hoef geen medelijden, juffrouw Keene, ik wil alleen maar 239
3epr08072011Destille.indd 239
07-07-11 21:15
de situatie schetsen die ertoe heeft geleid dat ik een belofte heb opgeschreven.’ Ze knikte en vergeleek onwillekeurig zijn vader met de hare. Hij had vele uren met haar doorgebracht, hoewel er maar weinig plezierig waren geweest. Hij had haar leren rekenen, boekhouden en kansberekenen en had haar bovendien vaak meegenomen naar de renbaan en de Crown and Crow… ‘Ik zie mezelf nog, een ventje van negen, misschien,’ vervolgde lord Bradley, ‘daarna als jongen van tien en ten slotte elf. Ik stond met mijn hengel bij de tuindeur te wachten op mijn vader die weer eens had beloofd dat hij me mee uit vissen zou nemen – “morgen”.’ ‘En hij heeft het nooit gedaan?’ Edward schudde zijn hoofd. ‘Uit jagen wel een paar keer, een potje schaak zo af en toe, maar nooit mee uit vissen. Ik herinner me dat Croome me een keer zag terwijl ik met mijn hengel in mijn hand stond te wachten en dat mijn vader eindelijk naar buiten kwam, maar alleen om me te vertellen dat hij niet weg kon. Croome bood aan mij mee te nemen, maar mijn vader wees zijn aanbod van de hand. Ik weet nog dat ik het op een vreemde manier zielig voor de wildbeheerder vond, hoewel ik nooit iets anders dan angst voor de man had gevoeld’ – hij trok een gezicht – ‘en sindsdien ook niet.’ Arme mijnheer Croome, dacht Olivia. Toen al een verworpene. ‘Vergeef me. Ik praat net zo eindeloos door als mijnheer Tugwell. Wat ik dus wilde vertellen, is dat ik toen naar boven ben gerend, naar de schoolkamer, en dat ik daarna een vel papier en een veer zocht en een belofte aan mezelf opschreef: dat ik zou onthouden hoe het was om elf jaar te zijn, zou onthouden waar de zomer voor was en dat ik, als ik zelf een zoon had, hem wis en waarachtig mee uit vissen zou nemen.’ Hij keek haar schaapachtig aan. ‘Ik heb toen misschien sterkere bewoordingen gebruikt, maar u begrijpt wel wat ik bedoel.’ Ze glimlachte. ‘Helemaal.’ ‘Ik weet dat Audrey en Andrew niet mijn kinderen zijn, maar 240
3epr08072011Destille.indd 240
07-07-11 21:15
ze wonen zonder eigen vader onder mijn dak.’ ‘Ik vind het heel mooi,’ zei ze en begon weer te schaatsen. Hij schaatste achter haar aan. ‘Niet elke vrouw uit mijn kennissenkring is het met u eens.’ Ze vermoedde dat hij juffrouw Harrington bedoelde. ‘En u?’ vroeg ze. ‘Wat bedoelt u?’ ‘Hebt u met ze gevist?’ Hij zuchtte zo diep dat hij bijna kreunde. ‘Ik heb alles gedaan behalve dat. Ik moet bekennen dat ik het nooit heb geleerd.’ Duidelijk in verlegenheid gebracht veranderde hij van onderwerp. ‘En uw vader, juffrouw Keene? Heeft die u wel eens mee uit vissen genomen of de meisjesvariant daarvan, wat die ook mag zijn?’ Olivia betwijfelde of paardenrennen en taveernes de meisjesvariant waren van iets zo gezond als vissen. ‘Ik had er tot u uw eigen jeugd beschreef nooit bij stilgestaan dat mijn vader, ook al maakte hij veel fouten, wel tijd met me doorbracht. Toch was mijn vader…’ Ze zweeg abrupt. ‘Is mijn vader heel anders dan de uwe. Ik was in uw plaats heel dankbaar geweest voor een vader als lord Brightwell.’ ‘Ik ben ook dankbaar voor hem. Maar ik idealiseer hem niet. U kent hem zoals hij nu is, als de welwillende grootvader die hij in de loop der jaren is geworden.’ ‘Wilt u dan zeggen dat hij vroeger wreed was?’ ‘Nee, nooit wreed. Alleen maar… heerszuchtig, druk, afwezig. En uw vader?’ Ze besloot het erop te wagen hem over haar jeugd te vertellen, omdat ze besefte dat hij anders misschien zou denken dat ze geen goede reden had om ongunstig over haar vader te denken. ‘Hij nam me mee naar de taveerne in het dorp waar we woonden en liet me daar sommen maken om de andere bezoekers te amuseren.’ ‘Hij was blijkbaar trots op u. Hij wilde dat de andere heren wisten wat een knappe dochter hij had.’ 241
3epr08072011Destille.indd 241
07-07-11 21:15
Ze beet op haar lip. In zekere zin had hij gelijk. ‘Hij nam me ook mee naar de renbaan. Naar Bibury zelfs, dat hier naar ik heb begrepen niet al te ver vandaan ligt.’ ‘Meent u dat? Ik had als kind niets leuker gevonden dan zo’n uitstapje.’ Hij draaide alles om. Bracht haar in verwarring. ‘Hij nam zijn boekhoudwerk mee naar huis en liet het mij doen…’ ‘Verbazend! Beseft u wel hoe bijzonder het is als een man zijn dochter zijn eigen vak leert? Een zoon, ja. Mijn vader heeft mij erop voorbereid dat ik het op een dag van hem overneem, dus dat is iets wat onze vaders met elkaar gemeen hebben.’ Ze voelde haar boosheid en ongeloof groeien. ‘Heeft de graaf van Brightwell u geleerd de inzet voor weddenschappen aan te nemen en een flink deel van de winst die hij daarmee maakte in te houden? Dronk hij teveel en smeet hij met spullen als hij boos werd?’ Ze zweeg. Begreep hij niet wat voor man Simon Keene was? ‘Nee. Zulke dingen deed hij niet. Hoewel hij me in Londen wel meenam naar de herenclubs, waar ik min of meer aan hetzelfde werd blootgesteld.’ Andrew kwam tussen hen in schaatsen. Hij pakte van ieder een hand vast en het gesprek stokte. Toen ze later naar huis liepen, renden de kinderen vooruit en gooiden sneeuwballen naar elkaar. Hoewel Olivia het verhaal over de belangrijkste weddenschap in de Crown en Crow nooit aan iemand had verteld, had ze nu het gevoel dat ze het wel moest doen. Ze had behoefte aan iemand die de situatie afstan delijker kon bekijken dan zijzelf. Had ze haar vader werkelijk verkeerd beoordeeld? Of had hij haar toch onrechtvaardig behandeld? Lord Bradley luisterde belangstellend terwijl ze het verhaal vertelde en haar best deed zichzelf niet in een gunstiger daglicht te plaatsen, noch haar vader in een kwader. Maar lord Bradley reageerde niet zoals ze had verwacht of gehoopt. ‘U zei dat die jongen op Harrow zat?’ Ze haalde haar schouders op. ‘Herbert nog iets.’ 242
3epr08072011Destille.indd 242
07-07-11 21:15
Zijn ogen begonnen te schitteren. ‘Herbert? Herbert Fitzpatrick?’ ‘Ik heb zijn achternaam niet gehoord. Zijn vaders naam helemaal niet.’ De naam Fitzpatrick kwam haar vaag bekend voor, al wist ze niet waarom. ‘Het was vast mijn oude schoolmakker Herbert.’ Hij lachte. ‘Die jongen kreeg het rekenen maar niet echt onder de knie. Een bleke knul. Pikzwart haar. Hij zweette peentjes tijdens examens! We plaagden hem altijd genadeloos.’ ‘Ik weet niet of hij het was. Hij kwam uit Londen, zegt u?’ ‘Weet u, ik heb zijn vader met Kerst nog in de kerk gezien. Ik meen dat hij op bezoek was bij een zus van hem.’ Was dat de man die ze tijdens de kerstdienst vanaf de galerij had gezien? De man die haar bekend was voorgekomen, maar die ze niet had kunnen thuisbrengen? ‘Volgens mij woont hij in Cheltenham. Maar hij vertelde dat Herbert een van zijn landgoederen ergens in het noorden beheert.’ Olivia fronste haar voorhoofd en dacht aan wat ze zich van de man en zijn zoon herinnerde. ‘Ik weet niet zeker of het dezelfde Herbert is. Ik herinner me nog wel heel duidelijk dat ze op doorreis naar huis waren, naar Harrow en Londen.’ ‘Volgens mij zijn ze een jaar of twee geleden naar de streek rond Cheltenham verhuisd.’ Ze gaf geen antwoord en na een paar minuten van stilte zei hij zacht: ‘Het was niet eerlijk van uw vader u in zo’n positie te brengen, juffrouw Keene. Maar ziet u niet hoeveel vertrouwen hij in u had? Hoe trots hij op u was? Maar hij had moeten inzien waarom u die arme Herbert liet winnen en ook daar had hij trots op moeten zijn. Het was heel nobel van u, vooral omdat u toen nog zo jong was.’ ‘Hij was helemaal niet trots.’ Lord Bradley keek haar aan en zijn blik was vriendelijk en begrijpend. ‘Ik begrijp dat u geen gewone opvoeding hebt gehad, geen gewone vader, juffrouw Keene. Maar u hebt ervoor 243
3epr08072011Destille.indd 243
07-07-11 21:15
gezorgd dat ik mijn vaders goede eigenschappen opnieuw waardeer en nu hoop ik dat u voor uzelf zult toegeven dat uw vader ook zijn goede kanten had.’ ‘Dat wil ik niet toegeven.’ Hij keek haar verbaasd aan. ‘Waarom niet? Wat riskeert u daarmee?’ ‘Meer dan u denkt.’ Want als ze aan zijn goede kanten evenveel aandacht schonk als aan zijn slechte, hoe zou ze dan met zichzelf kunnen leven na wat ze hem had aangedaan? Ze vertelde hem niet wat haar grootste aanklacht tegen haar vader was, wat hij haar moeder had aangedaan of in ieder geval had geprobeerd aan te doen. Ze schaamde zich teveel om het in woorden uit te drukken.
244
3epr08072011Destille.indd 244
07-07-11 21:15
26
Ik voelde me terechtgewezen en verdrietig en legde me er onwillig bij neer dat ik zoals gewoonlijk moest lesgeven. Waar waren alle romantische ideeën en trotse verwachtingen waarmee ik de betrekking van gouvernante had aanvaard…? Anna Leonowens, The English Governess at the Siamese Court
Die hele avond bleven juffrouw Keenes woorden door Edwards gedachten spelen. ‘Wat hebt nog meer te doen dan uzelf te vermaken?’ De vraag hield hem meer bezig dan het geval had moeten zijn. Edward keek naar zichzelf in de spiegel boven zijn waskom. Het gezicht dat hij daar altijd zag, staarde hem aan. Zijn blonde haar werd bij zijn bakkebaarden bronskleurig en de gouden stoppels op zijn wangen glinsterden in het kaarslicht. Zijn blonde wenkbrauwen waren een tint lichter dan zijn haar en zijn lichtblauwe ogen, die veel voorkwamen bij de Bradleys, beschouwde hij als een ironisch geschenk van het lot. De neus was bij de punt iets krom; een ‘cadeautje’ van Felix, die in hun kindertijd met een slee tegen zijn neus had gestoten. De sneeuw was zo rood geworden als kersenijs. Edward had altijd aangenomen dat hij zijn uiterlijk van zijn vader had. Mensen hadden zelfs gezegd dat hij zo op zijn vader leek, qua uiterlijk, maar niet qua karakter of temperament. Zijn vader was altijd opgewekt en makkelijk in de omgang geweest, iemand die noch van zichzelf, noch van anderen perfectie verwachtte. Hij voelde zich op zijn gemak in gezelschap, glimlachte vaak en was geliefd. Edward glimlachte echter niet zo snel. Zijn gezicht stond vaak 245
3epr08072011Destille.indd 245
07-07-11 21:15
gespannen, wist hij, leek altijd op het punt een ontevreden of afkeurende uitdrukking aan te nemen.Waarom wist hij niet. Zoals juffrouw Keene zo bijdehand had opgemerkt, wat had hij nog meer te doen dan van het leven te genieten? Tot voor kort had hij in ieder geval geen echte reden gehad om niet voortdurend te glimlachen en had hij een makkelijk, plezierig leven gehad. Toch was hij niet vrolijk geweest. Hij had altijd het gevoel gehad dat het sprookje een keer zou eindigen, dat iemand hem zou teleurstellen, het hem allemaal zou afnemen en de grote illusie zou verstoren. Maar nee, hij kon de recente onthullingen niet in verband brengen met een karakter dat zich in de loop van vierentwintig jaar had gevormd, in de jaren dat hij er nog geen idee van had dat hij zijn vaders zoon niet was, zijn moeders zoon niet was. Zijn moeder had echter wel van zijn nederige komaf geweten en Edward vroeg zich of dat feit haar waarneming had gekleurd, haar had doen vermoeden dat zijn gedrag en bekwaamheden niet helemaal waren wat ze zouden moeten zijn. Ze had soms kritiek gehad: hij had verder moeten zijn met Latijn en wat bedoelde hij toen hij zei dat hij geen aanleg had om Italiaans te leren? Wat had zijn lach op haar zenuwen gewerkt en zijn tafelmanieren waren niet bepaald voornaam. Zou niet elke moeder zulke kritiek op haar zoon hebben? Jongens waren nu eenmaal jongens, vooral als ze nog klein waren. Toch had hij geweten dat ze op haar eigen manier van hem had gehouden. En hij had van haar gehouden. Tranen prikten bij die gedachte in zijn ogen. Hij zou haar altijd missen. Misschien had hij qua karakter meer op zijn moeder geleken. Kritischer ten opzichte van anderen, nooit tevreden over wat hij zelf deed. Hij had tenslotte meer tijd met haar doorgebracht dan met zijn vader, die zich het grootste deel van het jaar met het parlement had beziggehouden. Het parlement. Edward had als kind al geweten dat hij op een dag zijn vaders zetel daar zou overnemen. Hij dacht dat hij mis schien goed zou kunnen zijn in het opstellen van wetten omdat 246
3epr08072011Destille.indd 246
07-07-11 21:15
hij de dingen zwart-wit zag. Goed of fout. Waar of niet waar. Een hoogstaand iemand of niet. Goed opgeleid of slecht. Heer of bediende. Maar nu…? Wat voor iemand was hij? Als zijn geheim uitkwam, wat kwam er dan van zijn loopbaan in het parlement terecht, van zijn huwelijk met juffrouw Harrington, zijn toekomst als graaf? Niets was meer zeker. En als het morgen allemaal verdween…? Wat dan? Wat ging hij dan met zijn leven doen?
a Olivia zat op zondagmiddag aan de tafel in de bibliotheek met lord Brightwell te schaken. Het winterse zonlicht viel naar binnen door het raam waardoor ze de graaf en zijn vrouw de eerste keer had gezien. Wat leek dat lang geleden. Stofjes zweefden in de bundel zonnestralen die de fraaie stukken en het ingelegde schaakbord op het rozenhouten tafeltje verlichtten. De graaf leek in gedachten verzonken. Of hij aan zijn volgende zet dacht of aan een zaak van groter belang wist ze niet. Terwijl hij zijn koningin optilde, begon lord Brightwell: ‘Olivia, ik moet je iets over je moeder vertellen.’ Olivia liet haar schaakstuk vallen. ‘Hebt u nieuws van mijn moeder?’ Hij knikte ernstig. ‘Toen jij ziek was, heb ik er iemand op uit gestuurd om haar te zoeken. Ik dacht dat ze het zou willen weten.’ ‘Haar te zoeken?’ ‘Misschien weet je nog dat je ons maar heel weinig had verteld over de plaats waar je woonde. Niet meer dan iets als “in de buurt van Cheltenham”.’ Olivia bloosde. ‘Ik vrees dat hij onverrichter zake is teruggekeerd. Toen jij vanwege het getuigschrift eindelijk de naam van je dorp noem de, heb ik Talbot er opnieuw te paard op uit gestuurd. Door het winterse weer zijn de wegen zo slecht dat hij er met een koets 247
3epr08072011Destille.indd 247
07-07-11 21:15
nooit zou zijn gekomen. Zelfs te paard lukte het maar nauwe lijks. In Withington vond hij een agent die hem het huis van Simon en Dorothea Keene kon wijzen.’ Olivia knikte. ‘Het huisje met de groene deur, net voorbij de schoenmaker en naast de begraafplaats.’ ‘Niet meer,’ zei hij zacht. Olivia wilde zeggen dat Talbot het moest hebben gemist. Het was tenslotte maar een klein huisje, maar iets in de ogen van de graaf zorgde ervoor dat ze haar mond hield. ‘Hij heeft het wel gevonden, maar er was niemand.’ Olivia slikte. Gedachten schoten door haar hoofd. ‘Mijn vader was misschien op zijn werk en mijn moeder weg om…’ ‘Lieve kind, ik bedoel niet dat er op dat moment niemand thuis was, ik bedoel dat het al enige tijd niet meer bewoond is. Het huis staat leeg. Een buurvrouw heeft dat bevestigd.’ Olivia’s gezicht vertrok. Was het zoals ze had gevreesd? Was haar moeder vertrokken en haar vader dood? Maar als haar moe der was vertrokken, waarom was ze dan niet naar de school in St. Aldwyns gegaan, waar ze haar naar Brightwell Court zouden hebben doorgestuurd? Waarom had ze juffrouw Cresswell niet naar haar verblijfplaats gevraagd en was ze haar direct komen zoeken? Lord Brightwell schoof zijn stoel dicht naast de hare en pakte haar hand. ‘Talbot heeft verschillende buren gesproken. Niemand beweerde iets zeker te weten, maar het gerucht gaat dat Simon Keene uit het dorp is weggevlucht om te voorkomen dat hij werd gearresteerd en dat je moeder…’ Vader leeft. Ik heb hem niet vermoord. Ze had nauwelijks de tijd zich opgelucht te voelen door dat bericht, want ze werd onmiddellijk door een nieuwe angst overvallen. ‘Nou?’ drong ze aan. ‘Er is een nieuw graf op de begraafplaats, Olivia. Het spijt me erg je te moeten vertellen dat men denkt dat Dorothea Keene dood is.’ Olivia staarde nietsziend voor zich uit. Ze voelde een kloppende pijn in haar binnenste, alsof haar hart was gescheurd. Had 248
3epr08072011Destille.indd 248
07-07-11 21:15
haar vader haar moeder vermoord en was hij zelf blijven leven? ‘De agent wilde niets bevestigen of ontkennen. Hij zei dat Talbot het de kerkvoogd moest vragen als hij wilde weten wie er bij de kerk was begraven. De man stuurde Talbot door naar de plaatselijke vroedvrouw, ene juffrouw…’ ‘Juffrouw Atkins.’ ‘Zo heette ze. Maar ze wilde Talbot niet veel vertellen. Ze leek erg achterdochtig en zei dat het niet haar plicht was vreemden iets te vertellen. Toen Talbot haar vroeg waar Dorothea Keene was, zei ze alleen maar “Die komt niet meer terug.”’ ‘Ik begrijp het niet,’ zei Olivia met trillende stem. ‘Het moet een misverstand zijn. Juffrouw Atkins zou me alles vertellen. Dat weet ik zeker.’ Olivia sprong op. ‘Ik zal naar huis moeten.’ Met een meelevende, verontschuldigende blik zei de graaf: ‘Lieve kind, de wegen zijn op het moment volkomen onbegaanbaar door de sneeuw die er ligt. Je zult moeten wachten tot het gaat dooien.’ Ze beet op haar lip en knipperde met haar ogen om haar tranen terug te dringen. ‘Zodra het mogelijk is dan.’ Ze liep met grote stappen naar de deur, dwong zichzelf toen zich om te draaien en voegde er nog stijf aan toe: ‘Dank u dat u het me hebt verteld.’
a Edward trof juffrouw Keene even later op de omgevallen boom bij de rivier aan. Ze zat met haar handen voor haar gezicht te huilen. Hij veegde de natte sneeuw weg en ging naast haar zitten. Ze keek met roodomrande ogen naar hem op. ‘Heeft lord Brightwell u erop uitgestuurd om me te zoeken? Het spijt me dat ik u last bezorg.’ ‘Hij heeft me niet gestuurd, juffrouw Keene,’ zei Edward vriendelijk. ‘Maar hij maakt zich wel zorgen om u. Net als ik.’ Ze slaakte een trillende zucht. ‘Dank u, maar ik voel me straks wel weer beter.’ 249
3epr08072011Destille.indd 249
07-07-11 21:15
Hij hield zijn hoofd schuin alsof hij haar beter wilde aan kijken. ‘Fijn, maar ik wil graag bij u blijven als dat mag.’ ‘Zijn er nog wilde honden gezien?’ ‘Nee.’ Ze knikte en er rolden tranen over haar wangen. Edward verlangde ernaar haar gezicht aan te raken, haar tranen weg te vegen, maar ze wendde haar hoofd af naar de rivier. Hij zei: ‘Lord Brightwell heeft me in het kort verteld wat Talbot heeft gehoord, de geruchten van uw vaders betrokkenheid bij de verdwijning van uw moeder. Als die kloppen, spijt het me dat ik hem die dag op het ijs heb verdedigd.’ Edward aarzelde. ‘Denkt u… dat zoiets mogelijk is?’ Ze haalde adem. ‘Een jaar geleden zou ik het niet hebben geloofd. Maar nu… ja, het is mogelijk, hoewel ik bid dat ik het mis heb.’ Hij tilde haar koude hand op en legde hem in de zijne. Ze had geen handschoenen aangetrokken. Toen ze niet verstarde, begon hij met zijn vrije hand zacht haar knokkels te strelen. ‘Ik weet het,’ mompelde hij. ‘Ik weet het.’ ‘Ja,’ fluisterde ze. ‘U kunt het begrijpen. U hebt zelf twee moeders verloren.’ Voor het eerst stond hij zichzelf toe die waarheid onder ogen te zien. ‘Ja, zo zou je het kunnen zeggen.’ Ze bleven een tijdje zwijgend zitten. Edward aarzelde. ‘Het spijt me dat ik u hier heb gehouden. U niet naar huis heb laten gaan.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Dat had toch niet gekund. En nu… als wat Talbot heeft ontdekt waar is… is er niets meer om naar terug te gaan.’ Hij wist niet wat hij moest antwoorden. Hield alleen maar haar hand vast. Na een tijdje zei ze: ‘Meneer Tugwell heeft me een keer verteld dat God alles laat medewerken ten goede. Maar ik zie niet hoe dat nu zou kunnen.’ Ik ook niet, dacht Edward, maar hij sprak die gedachte niet uit. 250
3epr08072011Destille.indd 250
07-07-11 21:15
27
Ik zit ’s avonds alleen, in de schoolkamer. Wat zou ik blij zijn met wat gezelschap. Ik zou er zo van genieten. Juffrouw Ellen Weeton, Journal of a Governess, 1811-1825
Olivia onderdrukte haar verdriet en deed haar best zich aan een rooster te houden. Ze wist dat kinderen het beste gedijen bij orde en regelmaat. Acht uur was hun vaste bedtijd, hoewel me vrouw Howe hen vaak stoorde door Alexander ‘nog één kusje’ te komen brengen nadat de kaarsen al waren gedoofd. Als ze er was, wenste ze Audrey en Andrew ‘goedenacht’ of ‘mooie dromen’ en dan keken ze stralend naar haar op, vooral Andrew. Zo nu en dan bleef Judith bij zijn bed staan en legde ze haar hand op zijn hoofd om door zijn haar te strijken, ongeveer zoals lord Bradley dat ook vaak deed. Olivia had altijd verdriet om de blijdschap op het gezicht van het jongetje. Zag die vrouw niet hoeveel macht ze had om vreugde of verdriet te brengen? Omdat ze zag hoe haar leerlingen van de bezoekjes genoten, haalde Olivia het niet in haar hoofd erover te klagen. Ze had het niet gedurfd ook. En zo brachten ze de paar volgende weken van de winter in betrekkelijke rust en vrede door, al werd Olivia door de onzekerheid over haar moeder heen en weer geslingerd tussen hoop en verdriet. Ze hield zichzelf bezig en bedacht nieuwe, leukere manieren om Andrew les te geven terwijl Audrey vooruitgang boekte door de methoden die bij juffrouw Cresswell zo doel treffend waren gebleken. Toch had Olivia nooit eerder in haar leven zoveel tijd alleen 251
3epr08072011Destille.indd 251
07-07-11 21:15
doorgebracht. Als de kinderen ’s avonds met hun familie aten of in bed lagen, ging Olivia in haar eentje in de klas zitten, omdat die ruimer en warmer was dan haar eigen kamer en haar meer afzondering bood dan de kinderkamer, die duidelijk juffrouw Peales domein was. Daar las of naaide ze bij kaarslicht. Ze dacht aan het fijne borduurwerk dat haar moeder had gedaan voor mevrouw Meacham, de vrouw van haar vaders vroegere werkgever en later ook voor de vrouw van zijn nieuwe werkgever. Olivia was niet zo handig met naald en draad en had ook het geduld niet om te borduren, maar ze kon zomen herstellen en sokken stoppen en daar kwam ze de tijd beter mee door dan met nietsdoen. Ze dacht met een glimlach terug aan het beddengoed en de kussentjes die ze voor het poppenhuis had genaaid dat lord Bradley had gemaakt. Wat had ze het leuk gevonden hem in het geheim te helpen. Lord Brightwell had haar een open uitnodiging gegeven ’s avonds af en toe bij hem in de bibliotheek te komen zitten, maar ze deed het zelden omdat ze bang was dat de bedienden zouden gaan roddelen. ’s Avonds in bed kwamen de twijfels. Ze kwelden haar eindeloos met ideeën over wat er gebeurd kon zijn nadat ze van huis was weggegaan en voedden haar zorgen over het lot van haar moeder en ook dat van haarzelf. En waar was haar vader? Ergens hoopte ze dat de wegen snel weer begaanbaar zouden worden, maar tegelijkertijd vreesde ze dat haar grootste angsten dan waarheid zouden worden. Ondertussen verheugde ze zich er ’s ochtends bij het opstaan altijd weer op om naar het leslokaal te gaan en zichzelf en haar zorgen weer te verliezen in het lesgeven. Ze begon zelfs Becky te leren lezen en schrijven als de zware werklast van het dienst meisje dat toeliet. Daar vond ze veel bevrediging in. Ze verwachtte dat juffrouw Peale, die soms rondscharrelde en toekeek als Becky haar hoofd over haar lei boog, zou klagen. Maar dat deed ze niet. 252
3epr08072011Destille.indd 252
07-07-11 21:15
a Op een dag begin maart luisterde Olivia naar Becky die uit een van Andrews boeken voorlas en ze hielp haar als ze over een woord struikelde. De twee vrouwen verstarden toen lord Bradley zonder kloppen de kinderkamer binnenstapte. Hij bleef abrupt staan toen hij hen dicht bij elkaar bij de haard zag zitten, een kaarslamp tussen hen in omdat het een donkere, regen achtige avond was. ‘Een nieuwe leerling, juffrouw Keene?’ vroeg hij en ze wist niet of hij boos was of alleen maar nieuwsgierig. Ze stond op. ‘Ja, mijnheer. Becky maakt goede vorderingen met lezen. Maar we houden ons alleen met de lessen bezig als Becky klaar is met haar werk en Andrew en Audrey bij u of hun stiefmoeder zijn.’ ‘Waar zijn ze nu? Ik kom net uit Northleach terug en ik zie niemand.’ ‘Mevrouw Howe heeft de kinderen meegenomen voor een bezoek aan hun grootmoeder.’ ‘Dominicks moeder? Mooi. En mijn vader?’ ‘Ik ben bang dat ik dat niet weet.’ ‘Nu, de wegen zijn eindelijk weer begaanbaar. Misschien is hij een boodschap gaan doen die hij al veel eerder had willen doen of iets dergelijks.’ Olivia dacht aan de beloofde reis naar Withington als de wegen eenmaal goed waren. Hij zou toch niet zonder haar zijn gegaan? ‘Wilt u bij mij in de studeerkamer komen, juffrouw Keene? Als u hier klaar bent, uiteraard.’ ‘Zeker, mijnheer.’ Becky keek haar verontschuldigend aan, alsof het haar schuld was dat Olivia op het matje zou worden geroepen. Ze glimlachte naar het meisje in de hoop haar gerust te stellen. Toen Olivia even later door de openstaande deur de studeerkamer binnenkwam, stond lord Bradley op van zijn stoel bij de haard. 253
3epr08072011Destille.indd 253
07-07-11 21:15
‘Gaat u zitten, alstublieft.’ Als ze zich moest verantwoorden, bleef ze liever staan. ‘Vindt u het niet goed dat ik Becky lesgeef? Zoals ik al zei, we werken alleen als we allebei…’ Hij hief zijn hand op om haar het zwijgen op te leggen. ‘Ik keur het niet af, juffrouw Keene. Dat zou nogal hypocriet zijn, nietwaar? Maar ik waarschuw u wel dat mevrouw Howe mis schien niet even ruimdenkend is als ik de laatste tijd.’ ‘Juist.’ ‘Gaat u alstublieft zitten,’ herhaalde hij. ‘Ik zou wel om thee willen bellen, maar, nu ja, ik denk…’ Ze ging in de stoel tegenover de zijne zitten. ‘Nee, dank u, mijnheer. Ik hoef niets te drinken.’ Ze begreep heel goed dat er direct zou worden gepraat als een van de bedienden de jonge heer des huizes en de gouvernante thee zou brengen. Hij ging ook weer zitten. ‘Ik ben nieuwsgierig, juffrouw Keene. Het lijkt mij dat een extra leerling wel het laatste is wat u wilt na een hele dag lesgeven.’ Ze lachte zacht. ‘Volgens mij is het andersom. Becky is aan het einde van de dag zo uitgeput dat ze nauwelijks haar ogen open kan houden om te lezen.’ Hij leunde achterover en zette zijn vingertoppen tegen elkaar. ‘Hebt u er werkelijk zoveel plezier in?’ Olivia haalde haar schouders op. ‘Ik weet dat het misschien vreemd klinkt. Maar ik geloof dat God me heeft geschapen om les te geven of me op zijn minst de bekwaamheden heeft geschonken die daarvoor nodig zijn. Ik wilde als kind al lesgeven, net als mijn moeder vroeger.’ Tranen prikten in haar ogen en ze veranderde snel van onderwerp.‘Wat wilde u vroeger worden?’ Ze keek onderzoekend naar zijn gezicht alsof het antwoord daar misschien op te lezen stond. Hij wendde zijn ogen af, niet op zijn gemak. ‘Wat ik wilde worden? Ik wilde worden wie ik dacht dat ik was.’ ‘Doen, dan. Wat wilde u doen?’ Nu was het zijn beurt om zijn schouders op te halen. ‘Van 254
3epr08072011Destille.indd 254
07-07-11 21:15
adellijke heren verwacht men niet dat ze veel werk doen. Ik ben niet geboren met een brandend verlangen om iets groots soli deo gloria te bereiken, zoals Bach of Beethoven, Rembrandt of Copernicus.’ Hij zweeg even om na te denken. ‘Ik verheugde me er wel op dat ik op een dag graaf van Brightwell zou zijn: lid van de adel, lid van het Hogerhuis, van het parlement, u weet wel, hoewel ik niet zou kunnen zeggen waarom ik me daarop verheugde. Ik denk dat het kwam doordat ik altijd had verwacht dat ik dat zou gaan doen.’ Hij ging verzitten. ‘Mag ik eens vragen, voordat u hier naartoe kwam, wat waren toen uw plannen? Wilde u werkelijk gaan lesgeven op dat schooltje in St. Aldwyns?’ ‘Dat hoopte ik, ja.’ ‘Is dat de droom waar ik u vanaf heb gehouden?’ ‘Nee, mijnheer, het zou op zijn best een springplank zijn geworden.’ Hij keek haar verwachtingsvol aan. ‘U zult me uitlachen.’ ‘Nee.’ ‘Goed dan. Mijn droom is op een dag een eigen school te hebben. Liefst samen met mijn moeder, hoewel ik altijd heb geweten dat het onwaarschijnlijk was dat mijn vader haar dat zou toestaan. Maar nu…’ Ze klemde haar handen ineen, ont spande ze weer en haalde diep adem om moed te vatten. ‘Maar ik denk dat ik op een dag zelfs alleen aan het hoofd van een school zou kunnen staan. En ik zou niets liever doen dan de deuren van die school voor alle meisjes openzetten, of ze het nu kunnen betalen of niet.’ Een van zijn mondhoeken ging omhoog.‘Alleen voor meisjes?’ ‘Er zijn meer dan genoeg scholen voor jongens en iemand is zo vriendelijk geweest mij erop te wijzen dat lesgeven aan jongens niet mijn sterkste kant is.’ ‘Het spijt me dat ik dat heb gezegd.’ ‘U had groot gelijk. Op dat moment. Maar volgens mij gaat Andrew de laatste tijd met sprongen vooruit.’ 255
3epr08072011Destille.indd 255
07-07-11 21:15
‘Ik geloof dat u gelijk hebt. Wat hadden we zonder u gemoeten, vraag ik me af.’ Ze voelde dat ze bloosde. Het was niet haar bedoeling ge weest haar eigen kwaliteiten te prijzen. ‘Dan zou een andere gouvernante ongetwijfeld uitstekend werk leveren. Misschien nog wel beter. Weest u maar niet bezorgd, ik beschouw mezelf niet als onvervangbaar.’ Hij keek haar indringend aan. ‘O, maar er zijn mensen die dat zouden tegenspreken.’ Ze vroeg niet of hij daarbij hoorde. Toen juffrouw Keene weg was, ging Edward weer bij het vuur naar de gloeiende kolen zitten staren en naar de oranje vlammetjes die af en toe opflikkerden. Wat hij tegen juffrouw Keene had gezegd, was waar. Hij voelde geen brandend verlangen iets specifieks te doen. Ja, hij zou hebben genoten van het privilege de heer van Brightwell te worden, van het prestige dat daarbij hoorde. Hij zou er plezier in hebben gehad het landgoed te beheren, erin te investeren en de resultaten van zorgvuldig beleid te zien. Maar zelfs dan zou hij in feite heel weinig doen. Een boekhouder en misschien een nieuwe beheerder zouden de lopende zaken behartigen en zijn pachters, arbeiders en bedienden zouden het echte werk doen. Hij had geen plezier in leidinggeven en werd nerveus als mevrouw Hinkley of Walters bij hem kwamen met hun zorgen over een van de bedienden of de pachters. Hij vond het niet erg het probleem aan te horen en ook niet om oplossingen te zoe ken, maar als er tranen vloeiden en verontschuldigingen werden aangeboden, voelde hij zich niet op zijn gemak. Zijn nieuwe rol als magistraat beviel hem wel. Die leek hem een goede oefening voor zijn toekomstige werk in het Hogerhuis. Hij had er ook van genoten om in Oxford rechten te studeren, hoewel hij als welgesteld man en toekomstige graaf nooit had overwogen een juridisch beroep te gaan uitoefenen. Geen enkel ander beroep ook, trouwens. Maar nu? 256
3epr08072011Destille.indd 256
07-07-11 21:15
Juffrouw Keene had gezegd dat ze als klein meisje al had geweten dat ze net als haar moeder onderwijzeres wilde worden. Charles Tugwell geestelijke, net als zijn vader voor hem. Was het niet vanzelfsprekend dat ook hij van plan was geweest in zijn vaders voetsporen te treden? Het enige echte werk waar hij als jongen plezier in had gehad, was timmeren met mijnheer Matthews. De oude beheerder had niet erg van cijfers gehouden, maar kon vol zelfvertrouwen het wiel van een koets of een raamkozijn repareren. Hij had Edward en de kleine Felix stukjes afvalhout, kromme spijkers en houten hamers gegeven en hen laten maken wat ze maar wilden. Felix had planken met kromme spijkers geproduceerd, Edward een bankje dat tot op de dag van vandaag op het erf bij de stallen stond en verder een nederig boekenkastje met drie planken dat verscheidene jaren dienst had gedaan in zijn slaapkamer en dat toen hij op kostschool zat, was verdwenen en vast bij het brandhout terecht was gekomen. Mijnheer Matthews had met steen of hout gebouwd. Naar een tekening of naar een ontwerp in zijn hoofd. En Edward had het heel bevredigend gevonden hem te helpen, vooral tijdens de lange maanden dat zijn vader weg was. Maar Edward had alleen maar geholpen en bezat maar weinig echt noemenswaardige vaardigheden. Hij had het als jongeman allemaal opgegeven. Timmeren en bouwen hoorden niet bij de wereld van Oxford. Architectuur misschien nog wel, maar hij had geen verheven dromen over het bouwen van kathedralen of paleizen. En hij kon toch moeilijk een ambacht gaan uitoefenen, bankjes, boekenkasten en poppenhuizen gaan maken? Wat zouden zijn zogenaamde vrienden, ja, zelfs de dorpsbewoners en zijn pachters lachen om het idee dat Edward Stanton Bradley zo’n nederig beroep uitoefende. Waren andere mannen ook zo richtingloos? In zijn eigen kringen zeker. Maar, waarschuwde hij zichzelf, het waren zijn kringen niet meer.
257
3epr08072011Destille.indd 257
07-07-11 21:15
28
In elke plaats waar u doorheen reist, kunt u in gouden letters geschreven zien: Een kostschool voor jongedames. Clara Reeve, 1792
De wegen waren glad, modderig en vol diepe sporen. Olivia pakte de lus boven haar stoel vast en hield zich stevig vast terwijl de koets schokte en slingerde. Ze had gedacht dat lord Brightwell overdreef toen hij de staat van de wegen beschreef en dat hij deze reis alleen maar had willen uitstellen, dat hij de onvermijdelijke teleurstelling die Olivia volgens hem zeker te wachten stond, had willen uitstellen. Nu ondervond ze aan den lijve wat hij had beschreven en leek de reis veel langer dan de vijfentwintig kilometer die ze in werkelijkheid moest afleggen. Toen Talbot stopte om de paarden te laten drinken, liet Johnny Ross het trapje zakken om haar de kans te geven haar benen te strekken. Olivia meed zijn kille blik en zag tot haar grote schrik dat de paarden en de koets onder de modder zaten. Toen ze verder reden, keek Olivia uit het raampje naar de dorpen die ze passeerden en die er steeds vertrouwder uitzagen. Fossebridge, Chedworth en ten slotte de rand van Withington zelf, een uit grijze steen opgetrokken dorpje aan de rivier, hoog in de Cotswolds. Naarmate ze dichterbij kwam, ging haar hart sneller kloppen en uiteindelijk roffelde het als een trom. Lord Brightwell, die naast haar zat, gaf een kneepje in haar hand. Toen de koets halt hield, liet Johnny het trapje weer zakken, deed de deur open en hielp haar met uitstappen. Ze had zijn hulp meer nodig dan anders, want haar benen voelden plotse ling slap en gewichtloos aan. Ze keek om zich heen en zag dat 258
3epr08072011Destille.indd 258
07-07-11 21:15
er weinig was veranderd. Er zaten alleen jonge knoppen aan de bomen terwijl de bladeren geel en bruin waren geweest toen ze vertrok. Daar stond de oude Mill Inn met zijn met mos begroei de dak en aan de overkant van de rivier stond de Crown and Crow. En daar was de slaperige, schuin aflopende begraafplaats van de kerk, St. Michael and All Angels. Omdat ze er nog niet aan toe was om over het kerkhof na te denken, draaide ze zich snel om. De deur van de schoenmaker stond open om de zachte bries binnen te laten. En daar was hun lage, stenen muurtje, haar moeders lapje tuin, hun uit lichte stenen opgetrokken huisje met de groene deur. Het zag er nog net zo uit als vroeger, maar toch ook anders.Verloren. Er kwam geen rook uit de schoorsteen en uit de ramen scheen geen licht om haar welkom te heten. Olivia liep het stenen pad op en probeerde de deur. Op slot, wat hij zelden was geweest. Ze hield haar handen naast haar ogen, tuurde door de ramen en zag dat het huis er opgeruimd uitzag, maar niet alsof het was bewoond. Er stond geen vaas met voorjaarsbloemen op tafel, boven het fornuis hing geen ketel en in de haard gloeide geen houtblok. Geen… leven. Haar maag draaide zich om. Misschien was haar moeder echt dood. ‘Heb je een sleutel?’ vroeg lord Brightwell. ‘Of een van de buren misschien?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Laat maar.’ Ze wilde mensen zien, geen lege kamers. Ze stak de weg over en klopte bij Muriel Atkins aan, maar daar deed niemand open. Ze vroeg lord Brightwell op haar te wachten en liep het dorp door in de hoop juffrouw Cresswell te zien. Toen ze bij de school kwam, liet ze zichzelf binnen en trof de vrouw brieven schrijvend in haar kantoor aan. Olivia was opgelucht dat ze de klaslokalen niet af hoefde om haar te zoeken. Ze was nog niet zover dat ze haar vroegere leerlingen onder ogen wilde komen of onhandige vragen wilde beantwoorden. ‘Olivia!’ riep juffrouw Cresswell uit toen ze haar zag. Ze stond 259
3epr08072011Destille.indd 259
07-07-11 21:15
snel op en liep haastig om haar bureau heen om haar te omhelzen. ‘Lieve kind, wat fijn je te zien. Ik moet zeggen dat ik heel opgelucht was toen ik dat verzoek om een getuigschrift kreeg, anders zou ik nooit hebben geweten wat er van je terecht was gekomen. Waarom ben je zo plotseling vertrokken? Ik was bang dat ik je op de een of andere manier had beledigd.’ ‘Helemaal niet, juffrouw Cresswell.’ ‘Jij en je moeder zijn zomaar van de ene op de andere dag vertrokken!’ Olivia kreeg plotseling het gevoel dat ze geen adem meer kon halen. ‘Wanneer hebt u haar voor het laatst gezien?’ ‘Toen jij de vorige herfst vertrok. Ik dacht… hoopte… dat jullie samen waren weggegaan.’ Olivia schudde haar hoofd. Dus haar moeder was direct nadat Olivia was gevlucht vertrokken… of vermoord? Juffrouw Cresswells gezicht betrok en ze ging weer achter haar bureau zitten terwijl ze gebaarde dat Olivia de stoel tegenover haar moest nemen.‘Ik durfde er in mijn brief niet naar te vragen, want ik wilde je niet laten schrikken als je het nog niet wist.’ ‘Is het waar wat de mensen zeggen?’ vroeg Olivia. ‘Van dat verse graf op de begraafplaats?’ Juffrouw Cresswell reikte over het bureau heen en raakte haar arm aan. ‘Och, lieve kind. Ik hoopte dat dat gerucht je bespaard was gebleven. Ik heb het met opzet niet genoemd toen ik je schreef. De beheerder van het kerkhof wil niet zeggen wie er begraven ligt. Muriel zou het wel eens kunnen weten, want die gedraagt zich al maanden heel eigenaardig, maar ze heeft me niets verteld. Je zou haar ernaar kunnen vragen, maar ze is op het platteland om een bevalling te begeleiden. Ik weet niet waar.’ ‘Waar is mijn vader nu?’ Lydia Cresswell aarzelde. ‘Heb je dat niet gehoord? Er loopt een arrestatiebevel tegen hem.’ Olivia slikte. ‘Wegens… moord?’ Haar vroegere mentor hield haar hoofd schuin. ‘Moord? Hoe kom je daar nu bij? De aanklacht is nog niet openbaar gemaakt, 260
3epr08072011Destille.indd 260
07-07-11 21:15
maar volgens de geruchten gaat het om verduistering.’ ‘Verduistering?’ ‘Dat zegt men. Hoewel sommigen ook volhouden dat het te maken heeft met zijn rol in je moeders verdwijning, maar daar sta ik niet voor in.’ ‘Ik begrijp niet…’ ‘Je weet toch dat je vader de boekhouding deed voor het gezondheidsoord dat Sir Fulke in de buurt van Cheltenham aan het bouwen is?’ Olivia schudde haar hoofd. Ze wist dat haar vader een nieuwe werkgever had, maar niet dat hij zulke grote verantwoorde lijkheden had gekregen. ‘Ik heb wel gehoord dat hij het dorp uit was gevlucht om niet gearresteerd te worden nadat hij… nadat ik was vertrokken.’ Lydia Cresswell drukte bedachtzaam haar lippen op elkaar. ‘Dat gerucht ging, maar het arrestatiebevel is nog maar pas uitgevaardigd.Volgens mij heeft hij de hele winter bij het bouwterrein gewoond. Maar nu… omdat hij daar al bijna twee weken niet is gezien en hier ook niet, zou hij wel eens kunnen zijn vertrokken om de aanklacht die Sir Fulke tegen hem inbrengt te ontduiken.’ Juffrouw Cresswell vouwde haar handen op haar bureau. ‘Ik neem aan dat Sir Fulke heeft verzocht de aanklacht geheim te houden, want als het om slecht beheerde fondsen gaat en zijn investeerders krijgen daar lucht van, dan komt er een vreselijk schandaal van en trekken ze zich misschien wel terug.’ Papa, stelen? Waarom kon ze het niet geloven? Ze meende tenslotte dat hij veel ergere dingen had gedaan. Olivia kneep haar ogen stijf dicht om haar tollende hoofd helder te krijgen. Daarna keek ze juffrouw Cresswell weer aan. ‘Als u juffrouw Atkins ziet, wilt u haar dan vragen mij te schrijven? Alles wat ze over mijn moeder weet. Zelfs… slecht nieuws.’ Lydia Cresswell gaf haar een kneepje in haar hand. ‘Dat zal ik doen, meisje. Mag ik je naar je betrekking vragen? Gaat het goed?’ 261
3epr08072011Destille.indd 261
07-07-11 21:15
‘Ja, dat geloof ik wel.’ ‘En heb je er plezier in om gouvernante te zijn?’ ‘Ik kan niet zeggen dat ik niet liever weer hier op school zou werken, maar het is goed zo, al is het soms wel een eenzame positie.’ Juffrouw Cresswell knikte. ‘Ik ben bang dat ik mevrouw Jennings heb aangenomen omdat je niet liet weten dat je terug zou komen. Maar als je problemen hebt, kan ik misschien…’ ‘Nee, dank u, juffrouw Cresswell. Dat is heel vriendelijk van u, maar ik ben tevreden op de plaats waar ik nu ben, hoor.Voorlopig wel tenminste.’ Ze stond op. Juffrouw Cresswell volgde haar voorbeeld en beloofde dat ze zou schrijven en het Olivia zou laten weten als ze nieuws hoorde. Olivia bezocht vervolgens de agent – smid, van beroep. Wat was het vreemd uitgerekend de man te bezoeken van wie ze nog niet zo lang geleden had gevreesd dat hij achter haar aan zou komen. Toen ze de werkplaats binnenkwam, keek de lange, kale man op van de spijkers die hij aan het sorteren was. ‘Juffrouw Keene! Wat fijn om u te zien.We waren bang dat u ook iets ernstigs was overkomen.’ ‘Ook, mijnheer Smith?’ Hij keek schaapachtig bezorgd en stopte zijn met verf be smeurde handen in zijn zakken. Olivia kneep haar mond dicht. ‘Ik maak het goed, zoals u ziet, mijnheer Smith. Dank u. Maar ik ben op zoek naar mijn moe der. Hebt u haar gezien?’ Hij schudde zijn glanzende hoofd. ‘U bent niet de enige. Vorige herfst zijn hier verschillende mensen langs geweest die naar haar vroegen. Uw vader was een van hen. Het spijt me vreselijk u te moeten vertellen dat hij wordt gezocht, juffrouw. Wist u dat?’ ‘Ik heb het net gehoord. Wie heeft er nog meer geprobeerd mijn moeder te vinden?’ 262
3epr08072011Destille.indd 262
07-07-11 21:15
‘O, een poosje geleden was hier een man in livrei. Hij vroeg inlichtingen uit naam van ene lord Huppeldepup waar ik nooit van had gehoord. Tenminste, dat zei hij. Ik heb hem snel de deur uit gewerkt. Sir Fulke heeft ook naar haar gevraagd. Het schijnt dat uw moeder borduurwerk voor zijn vrouw deed of iets dergelijks. Hij is met een flinke smak van de trap af gevallen. Ik denk dat hij nog zit bij te komen.’ ‘Het spijt me dat te horen.’ ‘Meent u dat? Ik heb die man zelf nooit gemogen. Het verbaast me dat u dat zegt na wat hij u en uw vader heeft aangedaan.’ ‘U bedoelt dat hij vader… van een of andere misdaad beschuldigt?’ ‘Dat ook, maar… weet u het niet meer? In de Crown and Crow, die wedstrijd tussen u en die zoon van hem die op Harrow zat?’ ‘Wat dat Sir Fulke?’ ‘Ja. Sir Fulke Fitzpatrick. Wist u dat niet?’ Fitzpatrick… Lord Bradley had gelijk gehad.‘Die man had zijn naam niet genoemd en ik heb weinig reden gehad de nieuwe eigenaar van Meacham te gaan bezoeken. Hij heeft mijn vader kennelijk niet herkend, anders zou hij hem nooit als boekhou der hebben aangehouden.’ ‘O, zijn beheerder was degene die hem heeft aangehouden. Sir Fulke bemoeit zich niet met de dagelijkse besognes.’ ‘En zijn zoon, Herbert, is die hier ook?’ ‘Die komt keurig elke maand zijn moeder bezoeken, maar hij woont ergens in het noorden en beheert het een of andere landgoed van zijn vader.’ Lord Bradley had weer gelijk gehad. ‘Ik begrijp het.’ Maar Olivia begreep het niet. Haar hoofd tolde. Kon het echt waar zijn? Waren die snobistische heer en zijn zoon die meer dan tien jaar geleden door het dorp waren gereisd, naar deze streek teruggekomen? Hadden ze het landgoed van mijnheer Meacham, waar haar vader vroeger had gewerkt, gekocht en hem als boekhouder aangehouden zonder te weten 263
3epr08072011Destille.indd 263
07-07-11 21:15
dat hij de man was die ze in het bijzijn van zijn vrienden had vernederd? En hadden ze hem nu beschuldigd van zwendel? Maar had haar vader hem dan niet herkend? Ze moesten elkaar toch wel hebben ontmoet, ook al was de beheerder degene die hem had aangenomen. Een rilling liep over Olivia’s rug. Had haar vader Sir Fulke wel direct herkend, zijn mond gehouden en het plan opgevat wraak te nemen door hem te ruïneren? Hoe logisch het ook klonk, iets in Olivia verzette zich tegen de gedachte. ‘En juffrouw Cresswell was ook naar u op zoek. We vonden het zo vreemd dat u uit het dorp was vertrokken zonder een woord tegen uw vader of werkgeefster te zeggen.’ ‘Ik… moest snel weg.’ Zijn wenkbrauwen gingen omhoog. ‘En waarom dan wel?’ Ze ging niet op zijn vraag in en vroeg: ‘Is mijn moeder… dezelfde dag… verdwenen?’ ‘Dat zou ik niet kunnen zeggen, omdat ik niet precies weet wanneer u bent weggegaan en wanneer zij wegging. Ik weet alleen dat uw vader u allebei als vermist heeft opgegeven…’ hij keek in een groezelig opschrijfboekje, ‘op twee november.’ Als ze het zich goed herinnerde, was Olivia op de avond van de eerste november vertrokken. ‘’s Ochtends of ’s avonds?’ ‘’s Avonds, hoewel ik de tijd niet precies meer weet. Ik vermoed dat hij de avond ervoor was thuisgekomen en in slaap was gevallen zonder te merken dat het huis al leeg was. Hij zag u de volgende ochtend geen van beiden, maar dacht dat u misschien de deur al uit was. En omdat hij zich moest haasten om op zijn werk te komen, gaf hij u die avond pas als vermist op. Zo nuch ter als een kalf, was hij. Daar zei ik toen nog iets over.’ ‘Bent u nagegaan of… of hij die dag op zijn werk heeft doorgebracht?’ Zijn ogen vernauwden zich. ‘Waarom vraagt u dat? Verdenkt u uw vader er soms van dat hij iets met de verdwijning van uw moeder te maken heeft?’ Deed ze dat? Ze haalde haar schouders op. ‘Staat een echtge264
3epr08072011Destille.indd 264
07-07-11 21:15
noot niet altijd onder verdenking?’ Hij schudde langzaam zijn hoofd en zijn donkere ogen schitterden. ‘Die man houdt van uw moeder. Ik kan me niet voorstellen dat hij haar iets zou aandoen. U had zijn gezicht moeten zien toen hij u beiden hier als vermist kwam opgeven. Hij zag krijtwit. Was bang dat u iets akeligs was overkomen.’ Was Simon Keene inderdaad geschokt geweest toen hij merkte dat zijn vrouw weg was? Of kwam het door wat hij haar had aangedaan? ‘Wilt u zeggen dat u niet samen bent vertrokken?’ vroeg Smith. ‘Nee, mijnheer,’ zei Olivia. ‘Zij was nog thuis toen ik wegging.’ ‘U hebt me nog steeds niet verteld waarom u bent vertrokken.’ Durfde ze hem de hele waarheid te vertellen? Zou ze problemen krijgen als ze opbiechtte dat ze haar vader had neergeslagen om haar moeder te verdedigen, ook al had ze hem niet vermoord, zoals ze aanvankelijk had gevreesd? Haar vader werd al gezocht. Wilde ze werkelijk de verantwoordelijkheid op zich nemen hem van nog iets ergers te beschuldigen? Wilde ze ver antwoordelijk zijn als hij werd opgehangen? Terwijl ze van niets ernstigers dan aanranding getuige was geweest? Terwijl Simon Keene de laatste keer dat ze hem had gezien bewusteloos op de grond had gelegen? ‘Ik ben vertrokken vanwege een betrekking, mijnheer. Mijn moeder meende dat er plaats was op een school in St. Aldwyns die zij kende.’ ‘Is dat op dit moment uw verblijfplaats?’ ‘Nee. Maar ik werk daar wel in de buurt.’ ‘Bij de heer die u vergezelde toen u het dorp binnenkwam?’ Hij zag kennelijk haar verbaasde blik. ‘Ja, juffrouw, ik heb overal ogen en oren. Had ik op die avond ook.’ Wat suggereerde hij? Dat hij wist wat die avond haar aandeel in het geweld was geweest of het had geraden? Of dat hij nog iets anders wist? ‘Ja, hij is mijn werkgever.’ 265
3epr08072011Destille.indd 265
07-07-11 21:15
Hij pakte zijn opschrijfboekje. ‘Wilt u zo goed zijn om zijn naam en adres op te schrijven? Voor het geval ik nog vragen heb of nog iets over mevrouw Keene hoor?’ Olivia slikte, maar deed wat hij vroeg.Waarom was ze zo dom geweest om naar Withington terug te gaan? Nu zou iedereen horen waar ze woonde. Maar deed het er nog wel toe? De agent zocht haar niet meer en haar vader ook niet, naar het scheen. ‘En als u iets van een van uw eerbiedwaardige ouders hoort, vooral van mijnheer Keene, mag ik er dan op vertrouwen dat u zo goed zult zijn me daar bericht van te sturen?’ Olivia’s keel werd plotseling kurkdroog. Ze knikte zwijgend en liep de deur uit. De terugreis naar Brightwell Court verliep in diepe stilte.
266
3epr08072011Destille.indd 266
07-07-11 21:15
29
Slechts weinig gouvernantes konden na de leeftijd van veertig jaar verwachten een aanstelling te krijgen. Ruth Brandon, Governess,The Lives and Times of the Real Jane Eyres
Het huis had leeg geleken terwijl zijn vader en juffrouw Keene weg waren en Edward was achtervolgd door het idee dat juffrouw Keene niet meer naar Brightwell Court terug zou komen. Tot zijn opluchting merkte hij dat hij het mis had gehad. Zijn vader vertelde hem in vertrouwen het weinige wat hij over de onderneming had gehoord en juffrouw Keene, zo leek het, had zich opnieuw in zwijgen gehuld. Drie dagen na de reis schrok Edward toen Judith de studeerkamer binnen rende en hem bij zijn arm greep. ‘Edward, wees lief en kom mee. Mijn moeder en schoonmoeder zijn er. Allebei! Ik heb morele steun nodig. Afleiding.Versterking. Doet er niet toe wat.’ Hij grinnikte en stond op. ‘Ik zal ze uiteraard begroeten, maar verwacht niet van me dat ik uren ga zitten roddelen en over mode en weet ik wat nog meer ga praten.’ Hij volgde haar terwijl ze haastig de gang in liep. Ze begroette de dames al voordat Hodges hen naar de salon kon brengen. ‘Mama! Moeder Howe! Wat een verrassing. Ik verwachtte u niet. Zeker niet tegelijkertijd. Als ik…’ Judith aarzelde, blijkbaar verbluft door de aanblik van een derde vrouw achter de eerste twee. Terwijl ze haar blik volgde, zei mevrouw Howe senior: ‘Je moeder was zo vriendelijk me te helpen je vroegere gouvernante op te sporen.’ 267
3epr08072011Destille.indd 267
07-07-11 21:15
Judith knikte stijfjes naar een weinig aantrekkelijke, broodmagere vrouw van midden tot eind veertig. ‘Juffrouw Ripley,’ mompelde ze en wendde zich toen snel weer tot haar moeder. ‘Maar hebt u mijn brief dan niet gekregen, mama? Ik heb een nieuwe gouvernante aangenomen zoals u had voorgesteld. Het was niet nodig juffrouw Ripley hier naartoe te brengen.’ ‘Goed, we zijn er nu eenmaal allemaal,’ zei Judiths moeder. ‘Worden we nog uitgenodigd om binnen te komen of moeten we in de gang blijven staan?’ ‘Natuurlijk niet. Kom mee naar de zitkamer. Ik zal thee laten komen.’ Terwijl Osborn en Hodges hun capes aannamen, stond Edward ongemakkelijk aan de kant te wachten op een moment om de vrouwen welkom te heten. Judith leek zich zijn aanwezigheid, die nog maar even geleden zo noodzakelijk had geleken, plotse ling te herinneren. ‘Herinnert u zich lord Bradley, onze neef?’ ‘Jazeker,’ zei de oudste mevrouw Howe. ‘Een goede vriend van mijn arme Dominick. Hoe maak je het, mijn beste jongen?’ Edward drukte de hand van de vrouw.‘Goed, mevrouw Howe. Wat fijn om u weer te zien. Ik hoop dat u het goed maakt?’ ‘Jicht in mijn been, helaas.Verder maak ik het uitstekend.’ ‘En tante Bradley. Wat een genoegen.’ Hij kuste de gepoeder de wang van zijn tante. ‘Lieve help,’ zei Judiths moeder. ‘Je lijkt meer op je vader dan ooit.’ ‘O, ja?’ zei Edward aarzelend. ‘Ik… dank u. U bent welkom, dames. Ik hoop dat u een plezierige tijd met elkaar zult hebben.’ ‘Drink je geen thee met ons?’ vroeg Judith, gespannen glimlachend. ‘Nee, dank je. Ik moet jullie helaas alleen laten.’ Hij boog naar de dames en trok zich niets aan van de pa niekerige uitdrukking op Judiths gezicht. Hij wilde niet met deze troep vrouwen in een kamer gevangen zitten.Voor geen goud.
a 268
3epr08072011Destille.indd 268
07-07-11 21:15
Osborn wenkte Olivia hijgend onmiddellijk naar de salon te komen. Hij legde uit dat mevrouw Howe en haar gasten wilden dat ze bij hen kwam zitten. Toen Olivia even later binnenkwam, nam ze het tafereel snel in zich op. Judith Howe stond met nerveus wapperende handen naast de schoorsteenmantel. Twee matroneachtige dames van eind vijftig zaten met kaarsrechte rug op de bank. Een sjofele, spichtige tien jaar jongere vrouw zat op een stoel in de hoek. Toen Olivia de kamer door liep, liet Judith goedkeurend haar blik over haar gestalte gaan en Olivia was blij dat ze een moment had genomen om haar haar opnieuw op te steken en haar rokken glad te strijken. ‘Moeder, moeder Howe, mag ik juffrouw Olivia Keene, onze nieuwe gouvernante aan u voorstellen?’ Mevrouw Howe, de oudste van de twee matrones, kneep haar ogen iets dicht. ‘Die japon, die heb ik eerder gezien. Is dat er niet een die ik je voor je trousseau heb aanbevolen?’ ‘Dat geloof ik niet,’ lachte Judith geforceerd. ‘Maar ik ben al zo lang in de rouw dat ik me mijn vroegere japonnen niet meer herinner. Hoe dan ook, ik betwijfel of ik er nog in pas nu ik een kind heb gekregen.’ ‘Probeer minder te eten, lieve kind,’ zei mevrouw Howe. ‘Dan bespaar je zowel op levensmiddelen als op kleding.’ Judiths glimlach werd gespannen. ‘Het is vriendelijk van u me advies te geven, maar waar maakt u zich eigenlijk druk om? Het is niet uw geld waarmee ik mijn kleren koop en mezelf en de kinderen voed.’ De oudere vrouw verstrakte. ‘Als je bij mij wilt komen inwonen, Judith, dan ben je welkom. Als we zuinig zijn en naaiwerk aannemen, kan het best.’ ‘Nee, dank u, mevrouw. De kinderen en ik hebben het hier heel goed.’ ‘Maar voor hoe lang, vraag ik me af?’ zei de jongere matrone, Judiths moeder. ‘Wat bedoelt u?’ vroeg Judith. 269
3epr08072011Destille.indd 269
07-07-11 21:15
‘Lord Bradley is van huwbare leeftijd, meisje. Als hij trouwt, zou het wel eens zo kunnen zijn dat het de nieuwe vrouw des huizes niet zint dat ze het huis, het geld en de… aandacht van haar man met jou moet delen.’ Mevrouw Howe, die op haar vorige onderwerp doorging, zei: ‘Mijn eerste schoondochter, Jeannette, kon na Audreys geboorte direct haar oude kleren weer aan.’ ‘Wat fijn voor haar,’ zei Judith gespeeld lief. Mevrouw Bradley, die nog steeds elegant en aantrekkelijk was, zoals haar dochter ongetwijfeld ook zou blijven, richtte haar kille blik op Olivia. ‘Juffrouw Keene, was het toch? Waar komt u vandaan? Ken ik uw familie misschien?’ ‘Dat denk ik niet, mevrouw. Ik kom uit Withington.’ ‘Ik ken geen Keenes. Heeft uw familie relaties die vermeldens waardig zijn?’ ‘Dat weet ik niet.’ ‘En uw vader… wat voor man is hij?’ Olivia tilde haar kin op. ‘Hij is niet van adel. Hij is boekhouder op een landgoed.’ ‘Boekhouder? Nee maar, Judith, waar heb je dit meisje vandaan, zeg? Waarom denk je dat ze geschikt is?’ ‘Ze heeft een erg goede opleiding, mama. Ze leest en schrijft Frans, Italiaans en weet ik wat nog meer.’ ‘Meen je dat?’ ‘Ja, mevrouw,’ antwoordde Olivia zelf. ‘Ik heb op de meisjes school van juffrouw Cresswell gezeten en daarna is juffrouw Cresswell zo goed geweest me tot haar assistente te benoemen.’ ‘Nooit van die juffrouw Cresswell gehoord,’ mompelde Judiths schoonmoeder terwijl ze een los draadje van haar mouw trok. ‘En uw moeder, juffrouw Keene?’ vroeg mevrouw Bradley. ‘Ik mag hopen dat die van adel is?’ ‘Dat was inderdaad zo,’ sprak de graaf vanuit de deuropening. De vrouwen schrokken. ‘Vergeef me, dames, ik kon het niet helpen dat ik uw, eh, gesprek met juffrouw Keene opving.’ 270
3epr08072011Destille.indd 270
07-07-11 21:15
‘Lord Brightwell!’ riep zijn schoonzus uit. ‘Het was niet onze bedoeling u te storen.’ ‘U stoort mij wel, mevrouw, als u aan juffrouw Keenes bekwaamheden twijfelt. Ze is niet alleen uitermate intelligent en goed opgeleid, maar haar moeder komt uit de familie Hawthorn uit Cirencester, die u naar ik meen oppervlakkig kent.’ ‘De Hawthorns?’ zei de oudste mevrouw Howe. ‘Die familie hebben we al jaren niet gezien, niet sinds Thomas Hawthorn is overleden en zijn vrouw en dochters zijn verhuisd.’ ‘Hadden uw zussen geen gouvernante die Hawthorn heette?’ vroeg de vrouw van zijn broer. ‘Inderdaad, mevrouw. Dorothea Hawthorn is juffrouw Keenes moeder. Een betere gouvernante heb ik nooit meegemaakt.’ Er verschenen rimpels in het voorhoofd van zijn schoonzus. ‘Ik meen me iets over die gouvernante te herinneren. Kom, wat was het? Volgens mij is ze vertrokken zonder ontslag te nemen. Maar er was nog iets…’ De waarschuwende blik van de graaf paste niet bij zijn woorden. ‘Wat hebt u een goed geheugen, mevrouw Bradley.’ ‘Weet u, ik herinner me ook nog iets over die familie,’ zei mevrouw Howe senior terwijl haar ogen oplichtten bij het zien van het dienblad vol cake en gebakjes dat Osborn binnenbracht. ‘Natuurlijk zijn ze hun huis kwijtgeraakt toen mijnheer Hawthorn stierf. Hun bezit was vastgezet op de een of andere neef. Maar een van de zussen heeft een uitstekend huwelijk gesloten. Ze is met een bemiddelde heer getrouwd, ene mijnheer Crenshaw uit Faringdon, en mevrouw Hawthorn woont bij haar dochter op Crenshaws landgoed, naar ik heb begrepen.’ Mevrouw Bradley gebaarde naar Osborn dat hij het blad op het tafeltje voor haar moest zetten alsof ze de vrouw des huizes was. Daarna richtte ze weer een koele blik op Olivia. ‘En de oudste zus, jouw moeder, is dus met een… boekhouder ge trouwd?’ ‘Juffrouw Keene,’ kwam lord Brightwell tussenbeide, ‘als uw bezoek aan deze twee hoogstaande, christelijke dames voorbij is, 271
3epr08072011Destille.indd 271
07-07-11 21:15
zou u dan naar de bibliotheek willen komen? Ik ben weer op een probleem in de boekhouding van het landgoed gestuit en ik heb uw scherpe oog en rekenkundige vaardigheden nodig.’ Olivia vermoedde dat hij het laatste verzon om haar in een gunstig daglicht te stellen, maar dat vond ze niet erg. Ze kon zijn hand wel kussen. Nadat ze de bibliotheek van lord Brightwell even was binnengelopen om zoals gevraagd een blik in de boekhouding te slaan – waarin ze binnen een paar minuten een klein foutje vond – verontschuldigde Olivia zich, omdat ze naar Audrey en Andrew terug wilde. In de gang trof ze juffrouw Ripley aan, die in haar eentje op een bankje bij de deur van de zitkamer zat.Van binnen kwam het geluid van stemmen en het melodieuze gerinkel van porseleinen serviesgoed. Juffrouw Ripley zag er meelijwekkend uit en Olivia, die iets van het lot van de gouvernante had ge proefd, had met haar te doen. ‘Juffrouw Ripley, zou u het leuk vinden om met mij naar de klas te gaan?’ Het sombere gezicht van de vrouw klaarde op, maar betrok toen weer. ‘Dank u, juffrouw, maar u wilt mij daar niet.’ ‘Jazeker wel. Ik vraag het u toch?’ Gedwongen door Olivia’s antwoord, dat bitser had geklonken dan haar bedoeling was geweest, stond de vrouw op en volgde Olivia de vele trappen op naar de klas. Olivia deed zwierig de deur open, heimelijk trots op de manier waarop ze de ruimte had ingericht.Terwijl Olivia nog wat kolen in de kachel schepte, liet juffrouw Ripley met kennelijke goedkeuring haar blik over het opgeruimde bureau, de tafel, de kaarten en de wereldbol, de ezels en de boeken en de landschappen aan de muur gaan. Ze streek met haar graatmagere vingers over de boeken op Olivia’s bureau en vroeg: ‘Welke methoden gebruikt u?’ ‘Voornamelijk Mangnalls oefenboek, maar ook…’ ‘Uitstekend. Er bestaat niets beters. En de tucht, juffrouw Keene? Hebt u uw leerlingen goed onder de duim?’ 272
3epr08072011Destille.indd 272
07-07-11 21:15
‘Ik weet het niet. Ik moet toegeven dat ik het soms moeilijk vindt hun aandacht te krijgen.’ ‘Dat moet u nooit zeggen! U moet heersen met een ijzeren vuist. Of met een stok, juffrouw Keene. Een flinke draai om de oren mist nooit zijn uitwerking.’ ‘Ik vind niet…’ Olivia besloot dat het geen zin had de vrouw te vertellen dat ze het niet met haar eens was en in plaats daarvan zei ze: ‘Ik weet zeker dat mevrouw Howe dat niet toestaat.’ ‘Juffrouw Judith heeft haar portie tucht gehad als kind, dat kan ik u wel vertellen, en ze is er erg van opgeknapt. Ik zal met haar praten voordat ik vertrek. Moedig haar aan strenger voor de kinderen te zijn en u dat ook toe te staan.’ ‘D-dank u, juffrouw Ripley. Maar dat is niet nodig. Ik bedoel, het gaat steeds beter.’ ‘U redt het nooit zonder tucht, juffrouw Keene. Maak niet de fout om te proberen met uw leerlingen bevriend te raken. U bent hun vriendin niet; u bent hun gouvernante en u moet gezag over ze uitoefenen. Ze zullen u niet aardig vinden. Verwacht dat niet. Verwacht geen hartelijkheid of waardering van ze, dan raakt u niet teleurgesteld.’ Olivia keek naar de oudere vrouw en zag een broze façade die was ontstaan doordat ze jarenlang was afgewezen en slecht behandeld. Ze zei zacht: ‘Het is een eenzaam bestaan, nietwaar?’ ‘Natuurlijk is het dat. Maar elke goede gouvernante weet waar ze aan begint en verwacht niet anders.’ ‘Maar… geen vriendinnen, hartelijkheid of waardering?’ De oudere vrouw keek haar als voor de eerste keer aan. ‘Dat is uw lot.’ Olivia raakte de arm van de vrouw aan en juffrouw Ripley schrok alsof ze zich brandde. ‘Zullen we samen thee drinken, juffrouw Ripley?’ In de ogen van de oudere vrouw blonken tranen. ‘Dank u.’ Becky bracht hun thee en een bord gemberkoekjes die me vrouw Moore had gebakken, en de twee gouvernantes gingen samen in het klaslokaal aan de tafel zitten. 273
3epr08072011Destille.indd 273
07-07-11 21:15
‘Ik had me voorgenomen een hekel aan u te hebben, juffrouw Keene,’ bekende juffrouw Ripley vanachter haar thee kopje. ‘U, het onervaren meisje dat de plaats inneemt die ik zelf had gewild. Ik heb een betrekking nodig, ziet u. Niemand schijnt een gouvernante te willen die zo oud is als ik.’ Juffrouw Ripley nam een damesachtig slokje en keek Olivia toen ernstig aan. ‘Ik was niet de enige die zich erover verbaasde hoe jong u bent, juffrouw Keene. Voordat de dames me wegstuurden, zei mevrouw Bradley het ook tegen juffrouw Judith. Ze zei dat u beslist te jong en te mooi bent om betrouwbaar te zijn. Ik denk dat ze bezorgd is dat u lord Brightwell het hoofd op hol brengt.’ ‘Lord Brightwell?’ Olivia ging ervanuit ze het verkeerd had verstaan. ‘Ja.’ Juffrouw Ripley beet een klein stukje van haar koekje af. Als ze niet zo’n onopvallend uiterlijk had gehad, was ze elegant geweest. ‘Juffrouw Judith vroeg haar moeder of ze soms lord Bradley bedoelde, lord Brightwells zoon, maar mevrouw Bradley bleef bij wat ze had gezegd. Toen ze merkte dat ik luisterde, zei ze niets meer.’ ‘Wat vreemd. Lord Brightwell is oud genoeg om mijn…’ Het woord bleef Olivia in de keel steken. ‘Ik verzeker u, juffrouw Ripley, dat zoiets totaal niet aan de orde is.’ Juffrouw Ripley haalde een van haar magere schouders op. Haar glimlachje was veelbetekenend. ‘Ik zou het u niet kwalijk nemen als het wel zo was. Ik vind dat we moeten doen wat we kunnen om onze toekomst veilig te stellen.’ Olivia greep deze verandering van onderwerp dankbaar aan. ‘En wat gaat u nu doen, juffrouw Ripley? Gaat u naar huis te rug?’ ‘Ik heb geen huis, juffrouw Keene. Ik heb ruim twintig jaar in de huizen van andere mensen gewoond. Kamers gedeeld met jongetjes met krullend haar en nachthemden, jongens die al lang geleden in oorlogen zijn omgekomen of die zelf kinderen hebben gekregen. Ik heb één keer een gouvernante ontmoet, ene 274
3epr08072011Destille.indd 274
07-07-11 21:15
mevrouw Hayes, die zo door haar leerlingen op een voetstuk werd geplaatst dat ze bij hen mocht inwonen toen ze volwassen waren en de gouvernante van hun kinderen mocht worden. Toen ze te oud werd om te werken, bleef ze als een dierbare vriendin bij het gezin wonen. Zo’n verhaal heb ik maar één keer gehoord. Je hoort vaker verhalen over gouvernantes die te oud zijn om te werken of in ieder geval om er aantrekkelijk uit te zien en die dus niet meer worden aangenomen. Ze moeten smeken om huishoudelijk werk, wonen in krappe, gehuurde kamertjes en raken later op straat en sterven langzaam van de honger.’ Ze nam nog een hapje van haar koekje. ‘Niemand is gouvernante omdat ze dat wil, juffrouw Keene. Het is een rol die men uit noodzaak aanneemt. Om te overleven. De enige manier voor een dame om een dak boven haar hoofd te krijgen en te zorgen dat ze te eten heeft en iets om aan te trekken.’ Juffrouw Ripley bekeek Olivia van top tot teen. ‘Het zijn de omstandigheden geweest die mij al die jaren geleden hebben gedwongen dit beroep te gaan uitoefenen, maar ik vraag me af waarom u dat bent gaan doen. Ik neem aan dat uw vader u niet kon of wilde onderhouden. Maar u bent te knap om geen huwelijksaanzoeken te hebben en u had ook op een meisjesschool kunnen lesgeven. Mag ik vragen hoe u hiertoe bent gekomen?’ Olivia staarde de vrouw aan, van haar stuk gebracht door het lange, openhartige verhaal. Wanneer was de laatste keer geweest dat juffrouw Ripley als gelijke de gelegenheid had gehad met een andere volwassene te spreken? ‘Ik heb ook op een meisjesschool lesgegeven,’ gaf Olivia toe. ‘Maar net als u was ik door omstandigheden gedwongen hier naartoe te komen.’ Haar vader had haar wel financieel onderhouden. Olivia kon niet anders zeggen. Toch voelde ze zich niet verplicht hem te verdedigen. Hij was tenslotte deels de oorzaak van haar aanwezigheid hier.
275
3epr08072011Destille.indd 275
07-07-11 21:15
30
Neem een dame in elke zin des woords, een dame van geboorte, en laat haar vader failliet gaan. Dan voldoet ze aan ons hoogste ideaalbeeld van een begeleidster en onderwijzeres voor onze kinderen. Lady Elizabeth Eastlake, Quarterly Review
Toen Judiths moeder, schoonmoeder en vroegere gouvernante waren vertrokken, liep Judith naar de biljartkamer, waar Edward solitaire zat te spelen. ‘Had ik het niet gezegd?’ riep ze uit. ‘Juffrouw Keene is de kleindochter van een man van adel.’ ‘Bepaald geen Pruisische prinses, Judith.’ ‘Maar toch. Ik had al het idee dat ze een goede achtergrond had. We wisten het alleen niet.’ ‘Waarom ben je daar zo opgetogen over? Gouvernantes zijn toch meestal adellijke vrouwen die in moeilijke omstandigheden terecht zijn gekomen?’ ‘Kom, Edward, geef het nu maar toe. Jij vond haar niet beter dan een wasvrouw toen ze hier pas was.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Haar grootvader mag dan van adel zijn geweest en haar moeder mag uit een goede familie komen, maar haar moeder is met een boekhouder getrouwd, dus is juffrouw Keene niet eens de dochter van een heer.’ ‘Wat ben je toch een snob, Edward. Echt, het is verbazend.’ Hij verstarde. ‘Wat?’ ‘Hmm?’ zei Judith terwijl ze doelloos een biljartbal op het vilt liet ronddraaien. ‘Je zei dat het verbazend is. Wat vind je verbazend? Dat ik een snob ben of dat juffrouw Keene de dochter van een boekhouder is?’ 276
3epr08072011Destille.indd 276
07-07-11 21:15
In haar ogen zag hij een lach, maar ook een spoor van ergernis. ‘Allebei, denk ik.’ Ze draaide zich om en liep abrupt de kamer uit.
a Die avond zat Olivia op haar smalle bed en draaide opnieuw de verzegelde brief om die ze in het beursje van haar moeder had gevonden. Moest ze hem openmaken? Als haar moeder dood was, zoals ze diep in haar hart vreesde, vroeg de korte instructie die erop stond dan niet van haar dat ze dat deed? En als ze niet dood was, zoals Olivia nog steeds hoopte en bad, kon de inhoud haar dan helpen haar moeder te vinden? Ze vroeg zich opnieuw af of ze de brief eerder had moeten openmaken. Ze werd heen en weer geslingerd tussen schuldgevoel en besluiteloosheid. Al machtige God, wat moet ik doen? Wat is juist? Ik wil haar verzoek respecteren, maar als ze me nodig heeft, wil ik haar helpen… Met trillende handen schoof ze een nagel onder het zegel en maakte het los. Ze vouwde de brief open en vond daarin nog een brief, die eveneens verzegeld was. Hij zag eruit als een gewone brief gericht aan ene ‘Mevrouw Elizabeth (of Georgiana) Hawthorn.’ De achternaam kwam Olivia bekend voor. Hadden mevrouw Howe en mevrouw Bradley de familie Hawthorn niet genoemd als familie van haar moeder? Haar moeder had vroeger nooit veel over haar familie verteld, behalve dan dat alle banden waren verbroken. Nu schreef haar moeder naar hen, maar een brief die bedoeld was om pas na haar dood te worden bezorgd? Ze wilde een brief die aan iemand anders was gericht niet openmaken en kon het ook niet met haar geweten overeen komen om hem te posten zonder te weten wat haar moeders lot was. Omdat ze raad nodig had, ging ze lord Brightwell zoeken. Ze vond hem op de tuinbank. Hij zat tussen de uitbottende bomen en de narcissen een sigaar te roken en genoot van de vroege lenteavond. Ze liet hem zowel de buitenste als de binnenste brief zien. 277
3epr08072011Destille.indd 277
07-07-11 21:15
‘Heb je die al die tijd in je bezit gehad?’ Hij bekeek de bui tenste brief nauwkeuriger. ‘Ze moet bezorgd zijn geweest dat haar iets zou overkomen. Vergeef me, lieve kind, natuurlijk hopen en bidden we nog steeds dat ze leeft en dat het goed met haar gaat.’ Terwijl lord Brightwell over de situatie nadacht, bad Olivia om wijsheid voor hen beiden. Even later legde hij de brieven neer. ‘Goed, er zit niets anders op. Je moet naar Faringdon om ze te bezoeken.’ Olivia’s hart begon sneller te kloppen. ‘Denkt u dat ze me willen ontvangen?’ ‘Dat weet ik niet. Maar ik hoop het wel. Jij kunt er per slot van rekening niets aan doen dat je moeder een slecht huwelijk heeft gesloten.’ De woorden kwamen hard aan. Ze vond het niet prettig ze te horen, als waren ze nog zo waar. ‘Zal ik met je meegaan?’ vroeg lord Brightwell. ‘Ik wil u geen last bezorgen, mijnheer.’ ‘Het is misschien wel verstandig als ik je vergezel. Het klinkt misschien verwaand, maar dan heb je kans dat je prettiger wordt ontvangen.’
a De huisknecht nam lord Brightwells visitekaartje mee en ging vooruit om zich ervan te overtuigen of mevrouw Hawthorn ‘thuis’ was voor bezoekers. Olivia’s hart bonkte en haar handen werden klam in haar handschoenen. Ze had extra tijd voor haar uiterlijk genomen en haar hoge laarsjes aangetrokken en een nieuw, kort jasje dat ze bij juffrouw Ludlow had gekocht en dat ze over haar donkerblauwe japon droeg in de hoop dat het haar het zelfvertrouwen zou geven dat ze voor de komende ontmoe ting nodig had. Al was deze vrouw dan misschien haar grootmoeder, ze verwachtte geen hartelijk welkom, want ze had haar eigen dochter blijkbaar al jaren geleden verstoten. Olivia slaakte 278
3epr08072011Destille.indd 278
07-07-11 21:15
een diepe, bevende zucht en was blij dat lord Brightwell erop had gestaan met haar mee te gaan. Ze werden een deftige salon binnen geleid. Een elegante vrouw van halverwege de zestig stond op om hen te begroeten en Olivia schrok van de gelijkenis. De neus van de vrouw was enigszins havikachtig en haar gezicht gerimpeld, maar wel aantrekkelijk. Lord Brightwell boog en de vrouw maakte een kleine reverence. Of dat kwam doordat haar ledematen stijf waren of door gebrek aan respect wist Olivia niet. ‘Lord Brightwell, hoe maakt u het?’ Olivia vroeg zich af of ze zou vertellen dat haar dochter Doro thea in het verleden een betrekking bij zijn familie had gehad, maar ze deed het niet. ‘Mevrouw Hawthorn, dank u dat u ons wilt ontvangen.’ Bij het woord ‘ons’ wierp mevrouw Hawthorn een blik op haar. Olivia’s hart sloeg een slag over. Ja, er was beslist een gelij kenis met haar moeder in de ogen en de hoge jukbeenderen. Verbeeldde ze het zich maar of aarzelde de vrouw ook even? ‘Mag ik juffrouw Olivia Keene aan u voorstellen?’ vroeg lord Brightwell. Olivia maakte een diepe reverence en toen ze weer overeind kwam, had de vrouw zich niet bewogen, maar nam ze haar wel aandachtig op. En niet met een glimlach. ‘Ik heb juffrouw Keene niet eerder ontmoet of wel?’ ‘Nee, mevrouw,’ zei Olivia zacht. ‘Gaat u zitten.’ Mevrouw Hawthorn ging op haar eigen stoel zitten. Lord Brightwell nam plaats op een stoel tegenover de salontafel terwijl Olivia links van de vrouw ging zitten. ‘Nu, waar heb ik dit bezoek aan te danken?’ Met vingers die plotseling dik en onhandig aanvoelden, haalde Olivia de binnenste brief uit haar reticule en gaf hem aan de vrouw. ‘Wat is dit?’ De smalle, met kohl zwart gemaakte wenkbrauwen van de vrouw gingen omhoog en ze tuurde met half dicht 279
3epr08072011Destille.indd 279
07-07-11 21:15
geknepen ogen naar het handschrift. Olivia vroeg zich af of ze slecht zag. Ze draaide de brief om en zag het zegel. ‘Wie heeft dit geschreven? Ik neem aan dat je dat weet?’ Olivia knikte, enigszins verbaasd en teleurgesteld dat de vrouw het handschrift niet herkende. ‘Dorothea,’ antwoordde ze eenvoudig. Wat voor reactie ze ook had verwacht, deze niet. De vrouw smeet de brief op de grond alsof er een giftige spin op zat. ‘Na al die jaren? Ze schrijft een brief en laat hem door een vreemde bezorgen?’ Olivia pakte de buitenste envelop en gaf die aan de vrouw. ‘Hij zat hierin verzegeld,’ zei ze rustig. De vrouw staarde ernaar en bracht hem toen zo dicht naar haar gezicht dat hij haar voorhoofd raakte. Toen ze hem weer liet zakken, zag Olivia tranen in haar ogen. Ze trok een gezicht en zei bitter: ‘Ik had het kunnen weten. Na meer dan vijfentwintig jaar zou ze niet op een andere manier contact met me opnemen.’ ‘We weten niet zeker of Dorothea… is overleden,’ zei lord Brightwell. ‘Maar ze is verdwenen en we vrezen het ergste. We hopen dat we het mis hebben. Misschien staat er iets in wat ons kan helpen haar te vinden.’ Toch aarzelde de vrouw nog. ‘Alstublieft, mevrouw.’ Olivia raapte de neergegooide brief op en gaf hem opnieuw aan haar. De vrouw slikte en in haar magere, verweerde hals bewoog een benige bal. Ze nam de brief aan en keek nog eens naar Olivia voordat ze haar blik weer op het zegel richtte. Ze verbrak het met stijve vingers en vouwde het enkele vel papier open. Olivia wachtte met groeiende bezorgdheid. Wat kon hier in vredesnaam voor goeds uit voortkomen? Het was een vergissing geweest om hier naartoe te komen. Ze voelde mevrouw Hawthorns doordringende blik en dwong zichzelf de vrouw aan te kijken. ‘Jij bent die Olivia. Haar dochter?’ 280
3epr08072011Destille.indd 280
07-07-11 21:15
Olivia knikte. Mevrouw Hawthorn keek nog even naar haar en vouwde toen de brief op. Olivia deed haar uiterste best haar gezicht onbewogen te houden.Wat wilde ze hem graag lezen.Woorden die haar moeder had geschreven! ‘Ik ben bang dat er niets in staat wat je kan helpen,’ zei de vrouw. ‘Niets?’ vroeg Olivia en ze vond zelf dat haar stem als die van een kribbig kind klonk. Mevrouw Hawthorn legde de opgevouwen brief op de stoel naast zich en sloeg haar armen over elkaar alsof ze het koud had en zichzelf wilde beschermen. Was ze bang dat Olivia om geld kwam vragen of als een arme, berooide vondeling in haar huis wilde worden opgenomen? ‘Ik vraag niets van u, mevrouw,’ zei Olivia zacht. ‘Alleen maar informatie over mijn moeder. Ik hoopte dat ze naar u was gegaan toen ze… verdween… en mij niet kon vinden.’ ‘Dat is niet gebeurd.’ Toen de vrouw verder niets zei, stond Olivia op en zei ietwat koel: ‘We zullen u niet langer lastigvallen.’ De graaf stond ook op. ‘Ik acht het zeer onwaarschijnlijk dat Dorothea contact met mij opneemt,’ zei mevrouw Hawthorn. ‘Maar mocht ik het mis hebben, begrijp ik dan dat je… op Brightwell Court verblijft?’ Ze keek van Olivia naar lord Brightwell. Lord Brightwell, die Olivia misschien wilde verdedigen, die misschien een hartelijk gebaar wilde maken omdat haar grootmoeder van haar moeders kant dat niet had gedaan, zei: ‘Ja, juffrouw Keene staat onder bescherming van mij en mijn zoon.’ Olivia vroeg zich af waarom hij zijn zoon noemde. Was hij bang dat mevrouw Hawthorn zou denken dat zijzelf en hij een ongepaste relatie hadden? Dat was heel goed mogelijk, besefte Olivia. ‘Je hebt blijkbaar toch vrienden,’ zei mevrouw Hawthorn, zodat Olivia zich opnieuw afvroeg wat haar moeder had ge281
3epr08072011Destille.indd 281
07-07-11 21:15
schreven en uit de woorden van de vrouw trok ze de conclusie dat die zich niet verplicht meer voelde om haar te helpen of zelfs ooit nog maar contact met haar op te nemen. Mevrouw Hawthorn voegde er achteloos aan toe: ‘Misschien interesseert het je te weten… dat hier een paar weken geleden een man naar Dorothea kwam vragen. Ik heb geweigerd hem te ontvangen, hoewel hij zich niet makkelijk liet wegsturen.’ Vader? vroeg Olivia zich af. De agent? ‘Wat…voor man?’ ‘Een heer, zo te zien, hoewel hij zich niet zo gedroeg. Ik beken dat ik uit het raam heb gekeken en ik zag hem tegen mijn huisknecht tekeer gaan terwijl hij in zijn rijtuig klom. Zijn gezicht kon ik niet zien.’ Niet de agent. Haar vader misschien, met nieuwe kleren en een gehuurd rijtuig? Het leek haar onwaarschijnlijk, maar wie kon het anders zijn geweest?
282
3epr08072011Destille.indd 282
07-07-11 21:15
31
Aan een gouden ketting zal het u niet ontbreken, noch aan linten voor uw haren; Noch aan onverschrokken honden, tamme haviken, sterke paarden. Sir Walter Scott, Jock O’Hazeldean
Op een mistige ochtend in maart liep Olivia met de kinderen door het bos. Ze droeg een mand aan haar arm en al lopend wees ze naar sleutelbloemen, bosanemonen en de laatste sneeuw klokjes met hun gebogen kopjes. Ze herkende ook veel vogels: voorbij schietende geelgorzen, kauwen die met hun nest bezig waren en een troep roeken die over de uitbottende boomtoppen heen vlogen. Toen ze het huis van de wildbeheerder naderden en de open plek op liepen, zagen ze daar Croome die zijn varkens aan het voeren was. ‘Wat is het deze keer?’ vroeg hij op berustende toon en alsof het een enorme beproeving was om lekkernijen van de beste kok van het dorp aan te nemen. Olivia tilde de mand aan haar arm op. ‘Lendebiefstukpastei en custardpudding.’ Hij stak zijn hand naar de mand uit, maar Olivia draaide zich om alsof ze het niet zag. ‘Onze les van vandaag gaat over dieren, mijnheer Croome,’ zei Olivia. ‘En ik dacht dat u ons misschien kon helpen.’ ‘Wat? Moet ik uw werk doen?’ ‘Wie zou het beter kunnen? Wie weet er meer over dieren dan u?’ ‘Ik heb alleen verstand van wild en van koeien en varkens 283
3epr08072011Destille.indd 283
07-07-11 21:15
en kippen en dergelijke beesten. En natuurlijk van hoenders en watervogels.’ ‘En van roofdieren, mijnheer Croome?’ ‘Ja, daar ook van. Een wildbeheerder moet zijn vijanden kennen, nietwaar? De uil, de raaf, de wilde kat en de wezel. Maar ik ben geen schoolmeester. Nooit geweest en ik word het niet ook.’ Olivia zuchtte. ‘Goed dan. Kinderen, leeft een patrijs op het land of in het water?’ ‘Is dat een vogel?’ raadde Audrey. ‘Een duif!’ riep Andrew. Mijnheer Croome schudde zijn hoofd en hapte niet. ‘En wat eten wilde katten?’ ‘Melk?’ raadde Audrey. ‘Duiven!’ riep Andrew. Croome hief vol afschuw zijn handen op. ‘Maar jongen, heb je dan nog nooit een wilde kat gezien?’ Andrew schudde zijn hoofd. ‘Als je er een had gezien, had je geweten dat zo’n gulzig beest geen moeite doet om een klein vogeltje te vangen terwijl het bos vol hazen zit. Want die vindt hij het lekkerst, hoewel hij ook wel fazanten of patrijzen en allerlei andere grote vogels eet. Daarom houd ik Bob ’s nachts ook binnen.’ ‘Wie is Bob?’ Toen de man aarzelde, legde Olivia vriendelijk uit: ‘Ik geloof dat dat mijnheer Croomes tamme patrijs is.’ Ze werd beloond met een boze blik. ‘Hebt u een tamme patrijs?’ vroeg Audrey vol ontzag. ‘Ja, en drijf de spot niet met me.’ ‘Nee, mijnheer!’ zei Andrew. ‘Mogen we hem zien?’ Audrey voegde eraan toe: ‘Mogen we hem voeren?’ Croome wierp een lange blik op Olivia en zijn ergernis maakte plaats voor berusting. ‘Nou, vooruit dan maar, stelletje schooiers. Ik breng hem wel naar buiten, dan kunnen jullie hem zien.’ 284
3epr08072011Destille.indd 284
07-07-11 21:15
Uit de mand haalde Olivia het stapeltje van twee afgedekte borden. Croome stak zijn hand ernaar uit, maar Olivia hield ze vast. ‘Mevrouw Moore wil deze terug. Hebt u iets waar we dit eten in kunnen doen?’ Zijn wenkbrauwen zakten omlaag, maar ondanks zijn wre velige blik meende ze een sprankje humor in zijn zilverblauwe ogen te zien. ‘Mij houd je niet voor de gek, jongedame. Je wilt zeker in mijn huis rondneuzen?’ Ze haalde alleen maar haar schouders op. ‘Deze borden worden zwaar…’ ‘Nou, toe dan maar.Veeg je voeten, jongeheer Andrew. Het is hier geen zwijnenstal.’ Binnen liet Croome de pastei en de citroengele pudding op zijn eigen schalen glijden terwijl de kinderen probeerden Bob te lokken, die als een trouwe hond achter Croome aan liep. Olivia liep langzaam de kamer door. Ze nam het stof in zich op, de spinnenwebben, een eenvoudige boekenkast en twee schilde rijen met vrolijke kleuren die in mooie beukenhouten lijsten aan de muur hingen als in een portrettengalerij. Ze boog naar voren om ze beter te bekijken. Hoewel het papier grof was, waren de schilderijen zelf verbazend goed. Op het eerste stond een man afgebeeld, tot aan zijn middel en met zijn hoofd schuin om naar een vogeltje te kijken dat hij in zijn hand hield. Om zijn mond speelde een glimlach, alsof hij wist dat er naar hem werd gekeken. De schilder had een wrevelige, maar tegelijkertijd verdraagzame gezichtsuitdrukking gevangen. ‘Maar dit bent u!’ riep Olivia uit. Ze had mijnheer Croome door de glimlach nauwelijks herkend. Hij wierp haar over zijn schouder een boze blik toe. ‘Hou op met koekeloeren. Ik zou een schilderij van mezelf anders niet zo in het zicht hangen, maar Alice heeft het gemaakt. Zij heeft het geschilderd, ingelijst en daar opgehangen. Ze vond het mooi, dus laat ik het hangen. Laat het met rust.’ Olivia sloeg geen acht op hem en bestudeerde het tweede schilderij. Daarop stond een vrouw, hoofd en schouders, om285
3epr08072011Destille.indd 285
07-07-11 21:15
geven door een rand van vrolijke bloemen en engeltjes. Haar gezicht was niet zo duidelijk als dat van mijnheer Croome, maar het bezat een ongrijpbare, hemelse schoonheid. ‘Is dat uw vrouw?’ vroeg Olivia. ‘Ja, dat is mijn Maggie.’ Croome liep weg bij de kinderen, die Bob vliegen voerden, en kwam bij haar staan. ‘Het lijkt heel aardig, hoewel Alice het uit haar geheugen heeft geschilderd nadat haar moeder was overleden.’ ‘Ze is mooi.’ Hij knikte. ‘In mijn herinnering is ze nog mooier, hoewel ik me dat misschien maar verbeeld.’ ‘Wat erg voor u dat ze er niet meer is,’ zei Olivia. Ze zou graag naar Alice willen vragen, maar durfde het niet. ‘Je vindt het niet half zo erg als ik.’ Hij liep weer naar de tafel. ‘Goed, hier heb je Nells borden. En hou nu maar op met rondneuzen.’
a Edward liep op zijn gemak door het bos met de bedoeling zijn lievelingsplek bij de rivier te bezoeken. De lucht was fris en rook naar jong gras en de regen die pas was gevallen. Roodborstjes zongen hun opgewekte twiet-twiet-oe, twiet-twiedelie rondom hem. Bij hun gekwinkeleer voegde zich het geluid van kinderstemmen en Edward bleef staan. Hij hoorde gelach en een vreemd geluid. Ffft-tsjak. Wat was dat in vredesnaam? Was juffrouw Keene soms met de kinderen in het bos op een van haar ‘ontdekkingstochten in de natuur’? Hij ging op het geluid af, aanvankelijk enthousiast, maar daarna langzamer omdat het tot hem doordrong dat het hem naar het huisje van de wildbeheerder voerde. Toen hij de open plek naderde, bleef hij staan en zag een onverwacht tafereel door de bomen. Juffrouw Keene zat op een boomstronk. Audrey zwaaide op een oude touwschommel heen en weer als de trage slinger van 286
3epr08072011Destille.indd 286
07-07-11 21:15
een klok. Mijnheer Croome hielp Andrew een boog tegen zijn kleine schoudertje te zetten en deed hem voor hoe hij de pijl tegen de pees moest plaatsen.Toen de jongen de pijl losliet, schoot die met een slap boogje weg en viel ver voor de met stro gevulde schietschijf aan de overkant van de open plek op de grond. ‘Ah… het is te moeilijk,’ klaagde Andrew. ‘Waarom gebruikt u een pijl en boog terwijl u een jachtgeweer hebt, mijnheer Croome? Laat me dat maar eens vasthouden. Dan schiet ik vast en zeker precies in de roos.’ ‘Geweren zijn soms nuttig, jongeman, maar pijl en boog in sommige gevallen ook.’ ‘Dat snap ik niet. Waarom knalt u dat wild niet gewoon af en klaar is Kees?’ ‘Gebruik toch je hoofd, jongen. Als je één keer met dat geweer schiet, weet het hele graafschap het. Al het wild gaat ervandoor of vliegt weg. Maar met een pijl en boog werk je in stilte, jongen. Daarmee kun je een haas of een konijn doden zonder dat zijn buurman het in de gaten heeft.’ ‘O…’ ‘Probeer het nog maar eens, jongeheer Andrew, en trek de pees dit keer naar achteren met alle kracht die God u heeft gegeven.’ Andrew knikte en tilde de boog weer op. Croome hielp hem de pijl recht te leggen, fluisterde wat aanwijzingen in zijn oor, legde zijn hand over die van de jongen en hielp hem de pees nog strakker te spannen. ‘Je kunt het, Andrew,’ moedigde juffrouw Keene hem aan. ‘Vergeet niet te richten,’ voegde Audrey eraan toe. De man en de jongen lieten de pijl los. Ffft, tsjak. De pijl drong in de buitenste ring van de papieren schietschijf en bleef trillend in het stro erachter steken. Audrey en juffrouw Keene juichten. Croome gaf Andrew zo’n klap op zijn kleine schoudertje, dat de jongen naar voren schoot, maar Andrews glimlach werd alleen maar breder. Edward ervoer tegenstrijdige emoties. Hij dacht aan zijn vader die 287
3epr08072011Destille.indd 287
07-07-11 21:15
hem in het verleden voor de wildbeheerder had gewaarschuwd. Edward had juffrouw Keene zelfs over zijn bezorgdheid verteld, maar vond ze het nu toch veilig en verstandig de kinderen hier mee naartoe te nemen? Croome zag hem als eerste. Hij keek waakzaam over zijn schouder. Zijn oude oren waren kennelijk nog steeds gespitst op naderende prooien en roofdieren. Welke van de twee? Edward liep de open plek op en de kinderen renden op hem af om hem te begroeten. ‘Ik heb de schietschijf geraakt, neef Edward. Hebt u dat gezien?’ vroeg Andrew. ‘Ja, goed gedaan.’ Audrey trok een pruillip. ‘U hebt mijn beurt gemist. Ik heb de schietschijf ook een keer geraakt, nog dichter bij de roos dan Andrew.’ ‘Jammer dat ik dat niet heb gezien. Misschien mag je het nog eens proberen?’ ‘Misschien kan lord Bradley eerst een keer schieten om ons te laten zien hoe het moet?’ stelde juffrouw Keene voor en haar blauwe ogen twinkelden. Hij kneep zijn ogen half dicht en keek haar aan. ‘Het is vriendelijk van u om dat aan te bieden, maar ik wil de les van de kinderen of wat dit ook moet voorstellen niet onderbreken.’ ‘Dit is sport. Goed voor lichaam en geest.’ ‘Toe, neef Edward, probeer het eens,’ drong Andrew aan. ‘U doet het vast niet slechter dan juffrouw Keene. Die heeft mijnheer Croomes huis geraakt!’ Juffrouw Keene kreeg een kleur. Mijnheer Croome wendde zijn blik af en krabde aan zijn nek. ‘Meen je dat?’ vroeg Edward met moeite een grijns onderdrukkend. ‘Gaan we nog schieten of blijven we de rest van de dag rondhangen?’ vroeg Croome. ‘Ik moet nog strikken zetten en eieren warm houden.’ Edward slikte. ‘Goed dan. Ik zal het eens proberen.’ 288
3epr08072011Destille.indd 288
07-07-11 21:15
Croome gaf hem een tweede, grotere boog en daarna een pijl. Zijn ogen vernauwden zich en keken zo onderzoekend naar Edwards gezicht dat die zich ongemakkelijk begon te voelen. ‘Nooit eerder gedaan zeker?’ Was het zo duidelijk? ‘Nee, mijnheer.’ Croome knikte en zei zacht: ‘Leg de pijl daar en houd hem recht. Twee ogen open. De pees naar uw rechterschouder trekken, richten en dan loslaten.’ Edward deed wat hem werd gezegd. De pees schampte langs zijn wang toen hij hem losliet en de pijl smakte in de schiet schijf, niet ver van die van Andrew. ‘Niet gek voor een eerste keer,’ zei Croome. Hij keek naar Edwards schrijnende wang. ‘Dat overleeft u wel.’ ‘Misschien,’ zei Olivia, ‘kunt u ons laten zien hoe het moet, mijnheer Croome, want we hebben nog geen van allen de slag te pakken, ben ik bang.’ ‘Jullie hoeven alleen maar te oefenen.’ ‘We willen u graag zien schieten, mijnheer Croome,’ zei Audrey. ‘Kunt u het heel goed?’ ‘Ik ben niet slecht, maar ik wil mezelf nou ook weer niet op de schouder slaan.’ ‘Het geeft niet als het niet goed gaat. We willen het zien,’ zei Andrew. ‘Alstublieft?’ Croome keek naar Edward alsof hij zijn goedkeuring wilde, wat hem verbaasde. ‘Natuurlijk, mijnheer Croome,’ zei hij. ‘Ja, ja!’ ‘Nou, vooruit dan, stelletje boefjes. Maar schei uit met dat geschreeuw. Ik wil rust.’ Croome ging klaar staan en legde de pijl in één vloeiende beweging op zijn plaats. Met een geoefende hand trok hij de pees naar achteren en richtte op de schijf. Ffft, tsjak. Recht in de roos. Edward bedacht dat hij deze man niet graag als vijand zou hebben. Tot zijn verbazing kwam er een vogel over de open plek naar 289
3epr08072011Destille.indd 289
07-07-11 21:15
hen toe lopen, zijn grijze nek gestrekt, zijn brede borst boven dunne pootjes balancerend als een snobberige, weldoorvoede huisknecht. Hoewel hij weinig verstand had van vogels, vermoedde Edward dat het een patrijs was. Andrew, die net weer op de schietschijf richtte, draaide zich plotseling om, richtte op de patrijs en maakte voor de grap met bolle wangen een ffft, tsjak-geluid. Croome nam razendsnel zijn arm in een ijzeren greep. ‘Nee, jongeheer Andrew, u moet niet eens doen alsof.’ Edward had meteen het gevoel dat hij zijn neefje moest verdedigen. De ruwe manier waarop de man de jongen behandelde, stuitte hem tegen de borst. Om een wilde vogel? Er kwam een schaapachtige uitdrukking op Andrews gezicht. ‘Het spijt me, mijnheer Croome. Het was maar een grapje. Ik zou Bob nooit doodschieten, hoor. Nooit.’ Bob? Had die man een tamme patrijs die Bob heette? Misschien was hij wel niet zo gevaarlijk als Edward was verteld.
290
3epr08072011Destille.indd 290
07-07-11 21:15
32
De tijd die ik aan de ontwikkeling van mijn leerlingen besteed, vormt een klein cijfertje in mijn dagboek. Ik vertrouw erop dat het voor hen en voor mijzelf van nut mag zijn in het Boek des Levens, waarin alle daden, gedachten en plannen worden vastgelegd door een genadige hand die nooit fouten maakt. Gouvernante in de tijd van Jane Austen: Dagboeken en brieven van Agnes Porter
Die avond stond Edward in de deuropening, geamuseerd door het tafereel in de zitkamer. De tapijten waren opgerold en op de grond lag een boek van de een of andere dansleraar open. Andrew stond op een rechte stoel, met zijn gezicht tegenover dat van zijn gouvernante die op de vloer voor hem stond met haar handen in de zijne. Audrey stond met een ondeugende grijns op haar gezicht naast juffrouw Keene. Op juffrouw Keenes aanwijzingen tilde Andrew zijn ene hand op, maar nog voordat juffrouw Keene eronderdoor kon ronddraaien, kietelde Audrey hem onder zijn arm. Andrew sloeg dubbel en giechelde. Juffrouw Keene zuchtte. Het was duidelijk niet de eerste keer dat dit gebeurde. Edward kon het niet laten. Hij liep door de kamer naar hen toe, boog en vroeg beleefd: ‘Mag ik aftikken?’ Andrew sprong met een vreugdekreet van de stoel en gleed na een aanloopje op zijn sokken over de glad gewreven vloer. Edward schudde zijn hoofd en keek weer naar juffrouw Keene die aarzelend naar zijn uitgestoken hand stond te kijken. Ze zei: ‘Ik probeerde hem alleen maar de negen posities voor de Duitse en Franse wals te laten zien.’ 291
3epr08072011Destille.indd 291
07-07-11 21:15
‘Dat zag ik. Zullen we verder gaan?’ ‘U hoeft niet… Dat wil zeggen, ik weet zeker dat u het veel te druk hebt om…’ ‘Helemaal niet. Het is toch voor de kinderen? Voor hun opvoeding?’ Ze deed haar mond open om hem weer tegen te spreken, maar voordat ze de kans kreeg, zei Audrey: ‘Laat u ons de vierde positie eens zien, neef Edward, want die krijgen Andrew en ik geen van beiden onder de knie.’ Edward vroeg zich af of Audrey Howe evenveel romantische fantasieën had als haar moeder, maar hij klaagde niet. ‘Je deed het uitstekend, Audrey,’ zei juffrouw Keene. ‘Het was moeilijk zonder echte partner. Ik vind het moeilijk om de man te zijn.’ Edward voelde zijn wenkbrauwen omhoog gaan. ‘Toe?’ vroeg Audrey haar gouvernante smekend. Juffrouw Keene zuchtte nog een keer. ‘Goed dan. Ik zal jou zijn, Audrey.’ Ze wendde zich tot Edward. ‘En dan bent u de man.’ Hij antwoordde droog: ‘Ik kan het alleen maar proberen.’ Edward tilde zijn arm boven zijn hoofd en zij deed onwillig hetzelfde. Hij greep haar opgeheven hand vast, zodat er boven hen een boog ontstond. ‘Volgens mij moet de vrouw voor positie vier haar hand om het middel van de man leggen. En de man – dat ben ik – moet de zijne om haar middel leggen. Dat klopt toch?’ Ze slikte. ‘Ja.’ Edward legde met genoegen zijn arm om haar heen en trok haar dicht naast zich. Hij keek naar haar onder de boog van hun opgeheven armen en zag dat ze haar blozende gezicht had afgewend. ‘Staat u zo dichtbij zonder uw partner aan te kijken, juffrouw Keene? Dat hoort niet, hoor.’ Ze probeerde hem in zijn ogen te kijken, maar was duidelijk te verlegen. Audrey rende snel naar de piano en riep: ‘Ik zal spelen en dan 292
3epr08072011Destille.indd 292
07-07-11 21:15
moeten jullie dansen! Ik weet zeker dat ik het wel begrijp als ik de posities zie.’ Kleine slimmerik, dacht Edward en voelde zijn genegenheid voor zijn nichtje groeien. Audrey begon een stuk in driekwart maat te riedelen zonder ook maar iets van de gratie die de componist had bedoeld. Juffrouw Keene keek hem verontschuldigend aan. ‘Het hoeft niet, hoor. Ik…’ ‘Onzin.’ Hij legde zijn beide handen om haar smalle middel – Positie zeven of acht? Het kon hem niet schelen, hij wilde haar alleen maar vlakbij zich houden – en hij duwde haar naar voren voordat ze bezwaar kon maken. Ze greep zijn bovenarmen en hield zich wanhopig vast terwijl hij haar door de kamer liet zwieren. Hij trok haar naast zich – positie vijf? – en draaide hen allebei rond, tilde toen een arm op en liet haar er, juist op het moment dat Audrey de laatste noten hamerde, een pirouette onderdoor maken. Terwijl hij een van haar handen bleef vasthouden, boog hij voor haar en de kamer draaide een beetje om hem heen. Ze leek op het punt te staan een reverence te maken, maar wankelde in plaats daarvan. Hij greep haar bij een van haar ellebogen om haar overeind te houden. Wat was ze aantrekkelijk met die hoogrode kleur en die donkere krullen om haar gezicht. Om van hun ineen gestrengelde ledematen nog maar niet te spreken. Terwijl hij zo dichtbij haar stond, met zijn gezicht naar het hare gebogen, voelde hij de sterke aandrang haar te kussen. Dat kon natuurlijk niet. Hij zou het niet doen. ‘Gaat het?’ vroeg hij zacht. ‘Ik ben alleen maar buiten adem, duizelig en verlegen.’ Grinnikend liet hij zijn blik over haar gezicht gaan: haar helderblauwe ogen, haar geopende mond, het snelle rijzen en dalen van haar borst. Hij merkte elk detail op, maar met niets van de afstandelijkheid die zijn vriend dokter Sutton aan de dag zou hebben gelegd. Hij tilde haar hand, die nog in de zijne lag, op. Ze droeg geen handschoenen en hij voelde een rede293
3epr08072011Destille.indd 293
07-07-11 21:15
loze neiging zijn lippen tegen haar warme, onbedekte huid te drukken. ‘Wat is er?’ vroeg ze bezorgd toen hij naar haar vingers bleef kijken. ‘Is er iets?’ Ze probeerde haar hand weg te trekken, maar hij hield hem vast. ‘Ik keek alleen maar of uw knokkels wit waren. U hield zich met indrukwekkende kracht aan mijn arm vast.’ Haar mond vormde een O en haar blos werd nog dieper. Hij vond haar reactie heel charmant. ‘De afdruk blijft vast nog uren zichtbaar,’ zei hij terwijl hij zijn ene mondhoek optrok in een grijns. ‘Tenminste, dat hoop ik wel.’ Toen gaf hij toe aan zijn verlangen en kuste de rug van haar hand. Warm en zacht, zoals hij zich had voorgesteld. Audrey klapte en Andrew kwam glijdend naast hen tot stilstand. ‘Hoort dat ook bij de dans?’ ‘Misschien wel,’ zei Edward terwijl hij juffrouw Keene met tegenzin losliet. ‘Als je veel ouder bent.’
a Audrey zat op een krukje in de tuin, met ezel en waterverf voor haar. Haar tong stak van inspanning uit haar mond. Terwijl het meisje het prieel schilderde, wandelde Olivia een eindje achter haar heen en weer met een Latijns boek in haar hand. Af en toe bleef ze even staan om Audrey aan te moedigen of iets voor te stellen. Andrew zat in kleermakerszit op het gras. Hij ving kevers in zijn hand en luisterde lusteloos naar Olivia die probeerde hem Latijn te geven. In de muur om de tuin van de kerk ging knarsend een deur open en Olivia schrok. Mijnheer Tugwell verscheen in de boogvormige opening. ‘Goedendag, dames. Jongeheer Andrew.’ Hij boog. ‘Was u degene die ik Latijnse werkwoorden hoorde vervoegen, juffrouw Keene?’ 294
3epr08072011Destille.indd 294
07-07-11 21:15
Olivia kreeg een kleur. ‘Mijn beheersing van het Latijn is vast niets vergeleken bij die van u, mijnheer Tugwell. Ik hoop dat ik u niet heb gestoord.’ ‘Helemaal niet. U hebt een mooie stem. Weet u, dat heb ik ook tegen Bradley gezegd toen u hier net aankwam.Want ik had u een keer ontmoet voor dat… eh, dat nare voorval u van uw spraak beroofde. En uit onze korte ontmoeting had ik afgeleid dat u een goed opgeleide, welgemanierde vrouw bent.’ ‘Meent u dat? Dank u. Lord Bradley heeft dat oordeel toen kennelijk niet overgenomen.’ ‘Nee. Hij is iemand die zijn eigen conclusies trekt en soms doet hij dat te snel, vrees ik.’ Ze glimlachte. ‘Ik denk dat hij van u hetzelfde zou zeggen.’ ‘U hebt ongetwijfeld gelijk. Hoewel ik te snel gunstig oordeel en hij te snel ongunstig, denk ik dat mijn fout minder kwalijk is, al zeg ik het zelf.’ Zijn ogen twinkelden. ‘Ik ben het helemaal met u eens. Maar als ik lord Bradley moet geloven, hebt u er vaak een hoge prijs voor betaald om het beste van mensen te denken.’ Ze hield haar hoofd schuin en vroeg: ‘Wilt u me eens over zo’n voorval vertellen?’ Mijnheer Tugwell trok zijn kin naar zijn borst. ‘Ach, nu gaat u de draak met me steken, net als hij.’ ‘Helemaal niet, mijnheer. Maar het maakt een mens natuurlijk wel nieuwsgierig.’ ‘Goed dan. Als u erin toestemt met me door de tuin te wandelen, geef ik u een voorbeeld.’ Olivia glimlachte en moedigde Audrey aan om door te gaan met schilderen en verzekerde de beide kinderen ervan dat ze over een paar minuten terug zou zijn. ‘Ik hoop dat mijn verhaal u er niet van zal weerhouden om mensen te vertrouwen, juffrouw Keene,’ begon hij. ‘Ik zal proberen een open geest te houden.’ ‘Goed. Nu, hoe zal ik eens een voorbeeld uit al die verhalen kiezen… Eens zien… Uiteraard heb ik in het armenhuis zo af en toe problemen gehad. Ik dacht dat die oude man op krukken 295
3epr08072011Destille.indd 295
07-07-11 21:15
echt een voormalig soldaat was die pech had gehad. Hij stal alle meubels uit zijn kamer en liet alleen zijn krukken achter om mij te ergeren!’ Olivia lachte en sloeg snel haar hand voor haar mond. ‘En dan was er nog dat jonge meisje. Een knap kind, dus waarschuwde Edward me uitdrukkelijk voor haar. Maar ik vertrouwde haar en daar ging de avondmaalswijn voor een heel jaar. Dan is daar natuurlijk nog mijn zus, maar het zou niet aardig zijn om door te gaan.’ Hij knipoogde naar haar op een manier die helemaal niet bij een dominee paste. Olivia grinnikte. Ze liepen nog een rondje door de tuin, Audrey en Andrew steeds in het oog houdend. Olivia stelde de dominee nog meer vragen en terwijl Charles Tugwell over zijn werk in het armenhuis vertelde, kreeg Olivia het verlangen te helpen. Zou dat de fouten die ze had gemaakt niet weer een beetje goedmaken, iets goeds laten voortkomen uit al het verkeerde dat haar naar dit dorp had gebracht?
a In zijn studeerkamer staarde Edward juffrouw Keene ongelovig aan. ‘Waar wilt u uw halve dag doorbrengen?’ ‘In het armenhuis. Mijnheer Tugwell zegt dat ik me daar mis schien nuttig kan maken.’ ‘Heeft mijnheer Tugwell u uitgenodigd?’ ‘Ja. Daar kunt u toch geen bezwaar tegen hebben? Ik begrijp dat u met hem bevriend bent.’ Oneerlijke, maar slimme strategie, dacht hij terwijl ze verder sprak. ‘U vertrouwt mijnheer Tugwell toch wel?’ Was dat zo? Zou hij Tugwell zijn geheim toevertrouwen? Misschien wel. Zou hij hem met juffrouw Keene vertrouwen? De man had in zes jaar tijd vijf kinderen gekregen. Nee, hij vertrouwde Charles Tugwell niet met juffrouw Keene. ‘Ik dacht dat zijn zus hem assisteerde.’ ‘Die doet wat ze kan, maar omdat ze ook voor de jongens en 296
3epr08072011Destille.indd 296
07-07-11 21:15
het huishouden moet zorgen, heeft ze maar weinig tijd. Juffrouw Ludlow helpt er ook als ze van haar winkel weg kan. Maar er is altijd meer te doen. Ik heb begrepen dat uw moeder beschermvrouw van het armenhuis is geweest.’ ‘Ja, dat klopt.’ Edward ervoer opnieuw het verdriet om zijn verlies en was even stil. ‘U… kunt misschien een keer meegaan,’ zei juffrouw Keene. Hij draaide met een ruk zijn hoofd om en keek naar haar gezicht. Er lag een blos op haar wangen. ‘Om te zien hoe ik me gedraag, bedoel ik,’ zei ze snel op verzoenende toon.‘Om ervoor te zorgen dat ik niets zeg of doe wat ik niet hoor te doen of te zeggen.’ Over zijn geheim, vroeg hij zich af, of met Tugwell? ‘Bewondert u die man?’ Ze sperde haar ogen wijd open. Ook haar mond ging open, weer dicht en toen weer open. ‘Ik… ik heb zeker veel respect voor zo’n onzelfzuchtige geestelijke. En hij is erg vriendelijk voor me geweest sinds ik hier ben aangekomen.’ Veel vriendelijker dan ik, dacht Edward met wroeging. ‘Ik wil u hier niet gevangen houden,’ zei hij. Niet meer. ‘U woont de diensten bij en ziet hem elke zondag.Weet u zeker dat u uw halve dag niet op een andere manier wilt doorbrengen? Wilt u geen vriendin bezoeken of misschien zelfs de markt in Cirencester?’ ‘Wilt u me daar verlof voor geven?’ Hij slikte. Haalde diep adem. ‘Ik denk het wel. Ik zou na tuurlijk wel iemand met u mee sturen die u kon vergezellen om ervoor te zorgen dat u weer veilig terug zou komen. Misschien ikzelf wel, mocht er niemand anders beschikbaar zijn.’ Ze staarde hem met haar betoverende, blauwe ogen aan en hij voelde zich gevangen als een bunzing in een van Croomes vallen. Zijn blik streelde de rondingen van haar gezicht, haar gladde, blanke wang en puntige kin. Haar stem klonk zacht en hartelijk. ‘Ik wil heel graag naar de markt in Cirencester als u of iemand anders met me meegaat.’ 297
3epr08072011Destille.indd 297
07-07-11 21:15
Hij probeerde te knikken, maar kon zijn blik niet van de hare losmaken. ‘Ik zal u erheen brengen.’ Hij stond in de verleiding, sterk in de verleiding, haar te vertellen hoe mooi ze was, hoeveel spijt hij had van de manier waarop hij haar had behandeld, haar te vragen hem te vergeven, haar te vragen… ‘Ik zou verschillende dingen voor het armenhuis willen kopen,’ vervolgde ze opgewekt. ‘Mijnheer Tugwell liet vallen dat een hele kaas goed van pas zou komen en misschien nieuwe handschoenen voor de bewoners.’ De boom in met dat armenhuis en Tugwell kan naar de pomp lopen, dacht Edward. De betovering was verbroken. Hij knikte kort en deed een stap naar achteren. ‘Talbot kan u wel brengen,’ zei hij en beende weg.
298
3epr08072011Destille.indd 298
07-07-11 21:15
33
Het werkelijke ongemak van een betrekking als gouvernante is dat die niet afgebakend is. Een gouvernante is geen familielid, geen gast, geen vrouw des huizes, geen bediende, maar iets wat elementen uit al die posities bevat. Niemand weet goed hoe hij met haar moet omgaan. M. Jeanne Peterson, Suffer and Be Still
Tijdens de wandeling naar de kerk die zondag liep Olivia een eindje achter de familie, zoals gepast was. Toen ze na de Bradleys en de Howes de kerk binnenging, viel het haar op dat veel mensen naar hen glimlachten en hen zacht begroetten, maar dat niemand aandacht aan haar besteedde. Eliza Ludlow lachte echter naar haar en klopte naast zich op de bank. Olivia ging dankbaar naast haar zitten. Het was haar al eerder opgevallen: ze was geen familie en kon niet bij het gezin gaan zitten, maar ze hoorde ook niet bij de bedienden op het balkon, hoewel ze zich daar meer op haar gemak zou hebben gevoeld. Alsof ze aanvoelde hoe ongemakkelijk Olivia zich voelde, schoof juffrouw Ludlow haar in een handschoen gestoken hand in de hare en hield haar met haar andere hand het gebedenboek voor. Wat een schat was ze. Na de dienst liep juffrouw Ludlow achter haar aan door het gangpad. ‘Dat lijfje staat u goed, juffrouw Keene.’ ‘Dank u. Ik vind deze donkerrode kasjmier die u voorstelde erg mooi.Veel mooier dan het paarsbruin dan ik wilde kopen.’ ‘Ik ben blij dat het u bevalt.’ Eliza Ludlow glimlachte en pakte Olivia bij haar arm. ‘Ik begrijp dat we elkaar woensdag in het armenhuis zien?’ 299
3epr08072011Destille.indd 299
07-07-11 21:15
‘Ja, als u me daar kunt gebruiken.’ ‘Dat weet ik wel zeker. Mijnheer Tugwell geeft hoog op van uw vrijgevigheid en ijver.’ Olivia had met haar vriendin te doen toen die met een blik van onverholen verlangen de kerk door keek in de richting van de dominee, die bij de deur de handen van zijn vertrekkende kudde stond te schudden. Toen ze bij hem kwamen, glimlachte hij kort naar juffrouw Ludlow en richtte daarna zijn engelachtige blik op Olivia. Hij nam zijn hand in de hare. ‘Juffrouw Keene. Ik hoop dat het goed met u gaat?’ ‘Ja, mijnheer, dank u.’ Het ontging Olivia niet dat juffrouw Ludlows grote, onschuldige ogen tussen haar en mijnheer Tugwell heen en weer gingen en evenmin dat haar glimlach wat verflauwde toen ze de aandacht opmerkte die de dominee de betrekkelijke nieuwkomer schonk evenals de handdruk, die iets langer duurde dan normaal. Was die man blind? Of schonk hij bewust geen acht aan juffrouw Ludlow, besefte hij niet hoe waardevol zo’n vrouw was? Olivia vond Eliza Ludlow een juweel. Ze had bruine ogen, kuiltjes in haar wangen en een opgewekte, maar iets scheve glimlach. Haar donkere haar was losjes naar achteren gekamd en omkranste haar gezicht in een fraai licht. Eliza bezat niet de verbluffende schoonheid van Judith Howe en Sybil Harrington, maar wel een natuurlijke lieftalligheid. Juffrouw Ludlow was ook vriendelijk, intelligent, welwillend en ontspannen in haar omgang met mensen. Ze zou een uitstekende domineesvrouw zijn. Wat miste mijnheer Tugwell in Eliza dat hij haar zo volkomen over het hoofd zag? Olivia hoopte van harte dat mijnheer Tugwells voorbijgaande belangstelling voor haar geen wig tussen juffrouw Ludlow en haarzelf zou drijven. Het was in haar positie niet gemakkelijk om vriendinnen te vinden. ‘Misschien kunnen we woensdagmiddag samen thee drinken,’ stelde juffrouw Ludlow voor toen ze afscheid namen. ‘Na ons werk in het armenhuis?’ 300
3epr08072011Destille.indd 300
07-07-11 21:15
Olivia glimlachte. ‘Ik zou het een eer vinden.’ Echt een juweel.
a Het Jezus Armenhuis. Olivia bekeek het bord op het lage, witte gebouw belangstellend en nam de gegraveerde woorden en de goed gelijkende afbeelding van een duif in zich op. ‘Lady Brightwell heeft opdracht gegeven voor dat bord,’ zei Charles Tugwell die door de tuin van de pastorie naar haar toe kwam lopen. ‘Eigenlijk vind ik het ironisch. Het armenhuis is gesticht door een boer en landeigenaar die zijn geld verdiende met de handel in land en huizen. Hij had een twijfelachtige reputatie. Ik vraag me af of hij soms dacht dat deze goede daad tegen al zijn slechte zou opwegen.’ ‘Hecht u dan geen waarde aan goede daden?’ Ze pakte het hengsel van haar mand met twee handen vast en op hetzelfde moment blies de wind een van de linten van haar luifelhoed in haar gezicht. ‘Mijn beste juffrouw Keene, hoe zou de wereld er zonder uitzien?’ Hij streek het lint weg. ‘Worden we niet aangespoord om daders en niet alleen maar hoorders van Gods woord te zijn? Maar we kunnen niet vanaf een berg van goede daden naar de hemel klimmen.’ Zijn woorden brachten haar in verwarring. Kon ze haar verkeerde daden niet meer goedmaken? Dit was niet wat ze wilde horen. ‘Het verbaast me dat u dat zegt. Als goede daden God er niet toe kunnen bewegen ons te vergeven, wat dan wel?’ ‘Niets. Daarom vind ik de naam van dit huis ook zo toepasselijk. Wij kunnen onze slechte daden niet goedmaken, juffrouw Keene. Dat kan alleen de Heer – en dat heeft Hij al gedaan. Het enige wat we kunnen doen is de genade die Hij lang geleden aan het kruis voor ons heeft bewerkstelligd, aanvaarden. Maar’ – hij glimlachte en wreef in zijn handen – ‘we kunnen er wel onze 301
3epr08072011Destille.indd 301
07-07-11 21:15
medeschepselen mee dienen en het hart van onze hemelse Vader mee verheugen.’ Ze fronste haar voorhoofd. ‘Kan een mens God werkelijk blij maken? Ik moet bekennen dat ik niet op die manier aan Hem denk.’ ‘Nee? Hoe ziet u Hem dan?’ Ze haalde haar schouders weer op en pakte de zware mand nog een keer anders vast. ‘Als een God van wraak en oordeel, denk ik. Kil en grimmig bij het zien van onze verkeerde daden.’ Hij keek haar peinzend aan. ‘Mijn beste juffrouw Keene, is het mogelijk dat u de eigenschappen van uw aardse vader aan uw Schepper toeschrijft?’ Ze zweeg bij die gedachte. Deed ze dat? Maar was het niet vanzelfsprekend om dat te doen? ‘God is inderdaad heilig en rechtvaardig,’ vervolgde mijnheer Tugwell. ‘Maar Hij is ook oneindig liefdevol en genadig. Hij heeft u lief, juffrouw Keene, wat u ook doet of laat.’ Had haar vader maar op die manier van haar gehouden. Hield God echt van haar, na wat ze had gedaan? ‘Echt,’ zei mijnheer Tugwell alsof hij haar gedachten las. Ze glimlachte onzeker, geroerd, maar niet overtuigd. Kon het waar zijn? Ze keek op en zag dat hij schaapachtig naar haar stond te kijken. ‘Nu hoeft u deze week niet meer naar de kerkdienst te komen, want u hebt al een van mijn preken doorstaan! Vergeef me, juffrouw Keene.’ Ze boog haar hoofd. ‘Er valt niets te vergeven.’ Hij keek naar haar mand. ‘Mag ik vragen wat u hebt meegebracht? Is dat misschien een kruidkoek van mevrouw Moore?’ ‘Helaas niet, mijnheer. Ik heb alleen maar kaas en handschoenen voor de armen bij me.’ Hij slaakte een trillende zucht. ‘Het zal goed voor me zijn met u samen te werken, juffrouw Keene. Ik ben te verwend geraakt door weduwen die me volstoppen met cake en andere zoetigheid. Laten we ons maar inspannen om de honger van de 302
3epr08072011Destille.indd 302
07-07-11 21:15
armen te stillen in plaats van om onze aardse behoeften te be vredigen, als u dat goed vindt.’ Ze vond zijn laatste opmerking een beetje verontrustend.Toen ze opkeek, wendde hij zijn ogen af en bloosde hij jongensachtig, alsof het zojuist tot hem was doorgedrongen wat zijn woorden hadden gesuggereerd. Binnen trof Olivia juffrouw Ludlow aan die in de zitkamer van het armenhuis op een versleten sofa zat, omringd door meters stof. ‘Wat gaan we doen vandaag?’ vroeg Olivia. ‘Nieuwe gordijnen voor het raam van de zitkamer naaien. De oude zijn erg versleten. Wat vindt u van deze geribbelde mousseline?’ ‘Prachtig.Veel lichter en vrolijker dan de gordijnen die er nu hangen.’ Eliza glimlachte stralend zodat ze weer kuiltjes in haar wangen kreeg. ‘Ik hoopte al dat u het mooi zou vinden.’ Olivia hielp juffrouw Ludlow met het afhalen van de stoffige, oude gordijnen, die ze als patroon voor de nieuwe stof gebruik ten. Juffrouw Ludlow vertelde dat ze het naaiwerk liever thuis wilde doen en nodigde Olivia opnieuw uit voor de thee. Mijnheer Tugwell nam net afscheid van een oude bewoner toen de twee dames vertrokken. Uiterst beleefd nodigde juffrouw Ludlow ook mijnheer Tugwell uit en ze leek verbaasd toen hij de invitatie aannam. Olivia hoopte maar dat hij het niet vanwege haar deed. Even later zaten ze in juffrouw Ludlows zitkamer. Charles Tugwell pakte zijn theekopje en vroeg: ‘Hoe gaat het met uw werk als gouvernante, juffrouw Keene?’ ‘Goed, mijnheer. Dank u. Ik mis het lesgeven op een school nog steeds, maar voor dit beroep valt ook veel te zeggen.’ ‘O, dat zou ik bijna vergeten, ik ben vorige week bij de school in St. Aldwyns langs geweest om te zien hoe de dames Kirby het maakten. Ik heb voor u geïnformeerd, maar ze schijnen op dit moment alle hulp te hebben die ze nodig hebben.’ 303
3epr08072011Destille.indd 303
07-07-11 21:15
‘Dat geeft niet, mijnheer Tugwell,’ zei Olivia die gedachten aan haar moeder onderdrukte. ‘Ik ben tevreden met de betrekking die ik op het moment heb.’ Hij knikte bedachtzaam. ‘Weet u, ik heb een oude vriendin, een vriendin van mijn overleden vrouw om precies te zijn, die een zeer goed lopende meisjesschool in Kent heeft. Als u ooit van betrekking wilt veranderen, wil ik u met plezier aan haar voorstellen.’ ‘Dank u. Dat zal ik in gedachten houden.’ De dominee keek Olivia over het blad met theespullen aan. ‘U bent hoe oud, juffrouw Keene? Vijfentwintig?’ vroeg hij. Olivia knikte. Haar vijfentwintigste verjaardag was nog niet zo lang geleden geweest. Niemand behalve zijzelf had aan die datum gedacht. ‘En nog niet getrouwd?’ Verlegen schudde Olivia haar hoofd. Dat moest hij toch weten. Dacht hij soms dat ze behalve haar andere geheimen ook nog een verborgen echtgenoot had? ‘Het is een wonder dat een vrouw als u niet al lang geleden door een goede man is gevraagd.’ Olivia glimlachte onzeker en nam een hapje van haar cake. ‘Nooit verliefd geweest?’ Ze haalde haar schouders op en voelde zich steeds minder op haar gemak bij zijn vragen, temeer daar de kwetsbare, waakzame ogen van Eliza haar gadesloegen. ‘U hebt toch op zijn minst wel aanbidders gehad?’ hield hij vol. Ze aarzelde. ‘Er is wel een jongeman geweest die me het hof maakte,’ begon Olivia in de hoop nog persoonlijker vragen te voorkomen. ‘Hij was vriendelijk en op zijn eigen manier charmant, maar ik zag mezelf niet met hem trouwen. Hij werkte als hulp in de werkplaats van de borstelmaker. Hij sorteerde haren en maakte er bundels van. Hij was trots op wat hij verdiende, weet ik nog. ‘Twintig knopen voor één en een kwart penny, een halve penny voor een goede bezem.’ 304
3epr08072011Destille.indd 304
07-07-11 21:15
Juffrouw Ludlow glimlachte bemoedigend naar haar. Dat riep het beeld van de jongen in Olivia’s gedachten op – zijn donkere haar en vriendelijke ogen, zijn ondeugende, jongensachtige glimlach. ‘Hij was de enige jongen in het dorp die zich niet stoorde aan mijn nette manier van spreken en mijn eindeloze gelees, hoewel hij zelf nooit iets anders dan de krant las.We hadden zo weinig met elkaar gemeen.’ Olivia dacht terug aan de frustratie, de wrok en zelfs de onechte, onbehaaglijke rust die ze vroeger dagelijks had gezien in een huwelijk tussen twee mensen die niet bij elkaar pasten. Ze had niet de wens gehad zelf zo’n huwelijk aan te gaan. Olivia schudde haar hoofd, haalde diep adem om haar verhaal af te ronden. ‘Ik denk dat de meisjes in het dorp gelijk hadden. Misschien had ik wel een te hoge dunk van mezelf.’ Want wie was ik tenslotte nu helemaal? dacht ze. Niet meer dan de dochter van een boekhouder en een dame die in financiële problemen was geraakt. Mijnheer Tugwell knikte begrijpend, maar zei niets. Hij had plotseling zijn aandacht op juffrouw Ludlow gericht, alsof het net tot hem was doorgedrongen dat zij er ook nog was. ‘En waarom bent u nooit getrouwd, juffrouw Eliza?’ Juffrouw Ludlow trok haar kin naar haar borst en kreeg een kleur. ‘Ik weet het niet,’ mompelde ze met een vreugdeloos lachje. ‘We dachten allemaal dat u met de molenaar zou trouwen,’ zijn mijnheer Tugwell vriendelijk. ‘Een welgesteld, invloedrijk man.’ ‘Misschien had ik dat wel moeten doen.’ Juffrouw Ludlows stem klonk bijna bitter en Olivia had met haar te doen. De dominee had haar met zijn vragen in verlegenheid gebracht. Zou hij werkelijk geen idee hebben wat voor gevoelens ze voor hem had? Zijn wenkbrauwen gingen omhoog.‘Heeft hij u dan gevraagd?’ Juffrouw Ludlow knikte een keer heftig. ‘Vergeef me, juffrouw Eliza. Het was niet mijn bedoeling u in verlegenheid te brengen. Ik heb als dominee van nature be305
3epr08072011Destille.indd 305
07-07-11 21:15
langstelling voor mijn kudde en bekommer me om haar. Het verbaasde me gewoon dat u niet getrouwd bent.’ Ze keek met een gekwetste blik in haar bruine ogen naar hem op. ‘Ik hield niet van hem.’ ‘Zo…’ Hij knikte bedachtzaam en keek in zijn theekopje. ‘Nooit verliefd geweest… een goede reden om alleen te blijven.’ Ze keek hem uitdrukkingsloos aan. ‘Dat heb ik niet gezegd, mijnheer.’ Hij leek niet goed te weten wat ze bedoelde, maar was zich er eindelijk wel van bewust dat hij zich in troebel water en op ongemakkelijk terrein had begeven. Hij dronk zijn thee op en ging overeind zitten. ‘Nu, ik dank u voor de thee, juffrouw Eliza. Ik zal niet langer misbruik maken van uw gastvrijheid.’ Hij stond op en boog. ‘Ik wens u een goede dag, dames.’ Hij meed de blik van de beide vrouwen terwijl hij zijn hoed opzette en vertrok.
306
3epr08072011Destille.indd 306
07-07-11 21:15
34
Gouvernantes nemen een plaats in die zich voegt naar de behoeften en gewoonten van de families bij wie ze inwonen. Daardoor worden ze voortdurend vernederd. Dat krenkt hun gevoelens en soms verliezen ze er hun kalmte door. Advice to Governesses, 1827
Charles Tugwell ging ’s ochtends op visite en liet zijn bezoek, zoals zijn gewoonte was, samenvallen met het ontbijt op Brightwell Court. Hodges bracht hem naar de ontbijtkamer waar Edward met zijn koffie en de krant zat. De dominee keek naar het buffet alsof het een verloren ziel was. ‘Ha, mijn oude vrienden. Warme broodjes en citroenboter. Wat heb ik jullie gemist.’ Edward rolde verdraagzaam en geamuseerd met zijn ogen. ‘Ja, hoor, het gaat goed met me. Dank u, dominee.’ ‘Vergeef me, Bradley. Hoe gaat het? Je ziet er een beetje moe uit, vind ik.’ ‘Het gaat wel, hoor.’ Edward sloeg een pagina om. ‘En nu we de formaliteiten achter de rug hebben, mag je je ontbijt opscheppen.’ ‘Als ik niet tot last ben.’ Even later kwam Hodges terug met het blad en bood Edward zijn post aan. Zonder op het gelukzalige gekreun van zijn etende vriend te letten, maakte Edward de eerste brief open. En verstarde. Het koude zweet brak hem uit. De letters vervaagden en werden toen weer scherp.
307
3epr08072011Destille.indd 307
07-07-11 21:15
Mevrouw Brightwell heeft nooit een levend kind ter wereld gebracht. U mag dan misschien onschuldig zijn, maar uw vader heeft de wereld willens en wetens misleid ten koste van iemand anders. Waar is de gerechtigheid? ‘Wat is er, mijn vriend?’ vroeg mijnheer Tugwell met een hap van zijn warme broodje in zijn mond. ‘Je ziet er zo beroerd uit.’ Edward gooide zijn servet neer, stond zo abrupt op dat zijn stoel omviel en wilde de kamer uit stormen. Tugwell stond ook op. ‘Edward! Wacht!’ Edward kneep zijn ogen stijf dicht en haalde diep adem. ‘Wat is er aan de hand? Mijn beste vriend, zo heb ik je nog nooit gezien. Je bent helemaal van slag.’ Edward raakte steeds meer in paniek en ijsbeerde als een gekooid dier door de kamer. ‘Precies.Van slag, van de kook, van mijn stuk.’ ‘Edward, je laat me schrikken! Vertel toch wat er is gebeurd!’ ‘Beloof je dat je het geheim houdt?’ ‘Moet je dat vragen?’ Edward wierp hem de brief toe. De dominee las en herlas hem en liet zich ondertussen langzaam weer op zijn stoel zakken. ‘Is dat waar?’ fluisterde hij met grote ogen. Edwards bloed bonsde in zijn oren. ‘Als het een gerucht was, zou ik niet zo van slag zijn.’ ‘Lord Brightwell…?’ ‘Die geeft het toe. Dit is niet de eerste brief.’ ‘Wat erg voor je, mijn vriend.’ ‘Je vindt het erg?’ Edward onderdrukte zijn frustratie en sprak zachter. ‘Nou, ik ook.’ ‘Heeft hij je verteld wie of hoe…?’ ‘Alleen dat ik een vondeling was die door hen in huis is genomen.’ ‘Edelmoedig.’ ‘Edelmoedigheid was niet hun belangrijkste drijfveer. Dat was 308
3epr08072011Destille.indd 308
07-07-11 21:15
eerder het vaste voornemen dat mijn oom Sebastian Brightwell Court nooit in handen zou krijgen.’ ‘Maar die is nu toch dood?’ ‘Ja, alleen Felix is nog over.’ ‘Denk je dat…?’ ‘Ik weet niet wat ik moet denken.’ Edward haalde geagiteerd zijn vingers door zijn haar. ‘Of wie ik de schuld moet geven.’ Charles Tugwell staarde nog eens naar de brief. ‘En als dit be kend wordt…?’ ‘Als het bekend wordt, ben ik geruïneerd. Dan is mijn reputatie naar de maan en word ik een bastaard, een nul zonder titel. Felix wordt de volgende lord en mijn politieke toekomst valt in duigen. Waarom denk je dat ik zo vastbesloten was juffrouw Keene hier te houden?’ ‘Weet zij het?’ ‘Ja, ze heeft het per ongeluk opgevangen op de avond dat ze werd gearresteerd.’ ‘Aha…’ De dominee schudde langzaam zijn hoofd en zijn ogen lichtten begrijpend op. ‘Ik sta op het punt alles te verliezen. Mijn erfenis, mijn huis, mijn hele identiteit.’ Charles legde de brief weg en stond op. ‘Nee, Edward. Die verlies je niet.’ Hij greep Edward bij zijn schouder. ‘Beste vriend, wat er ook gebeurt, je zult altijd Gods kind blijven. Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en medeerfgenamen van Christus.’ Edward streek met zijn hand over zijn gezicht. ‘Een schrale troost voor iemand die had verwacht de titel van graaf te erven, Charles.’ Toen Charles Tugwell was vertrokken, liep Edward naar zijn vader, die in de bibliotheek zat. Hij trof hem achter zijn bureau aan. Edward deed zorgvuldig de deur achter zich dicht en liet zich op een stoel vallen die in de buurt stond. Zijn vader keek op en nam Edwards slordige verschijning in zich op. 309
3epr08072011Destille.indd 309
07-07-11 21:15
‘Dat was dan het einde van mijn toekomst in het parlement,’ begon Edward. ‘Waar heb je het over? Natuurlijk word jij gevraagd als ik stop. Zo gaat dat.’ ‘Niet altijd en zeker niet in dit geval.’ ‘Wie heeft je op dat idee gebracht? Je bent mijn rechtmatige erfgenaam, de volgende graaf van Brightwell. Dat kan niemand je afnemen.’ ‘Weet u dat wel zeker, vader?’ Edward gooide de brief op het bureau. ‘Wat is dat? Geef me mijn bril eens.’ Edward stond op om de bril met het draadmontuur te pakken en keek vervolgens toe hoe zijn vader het korte briefje las. Lord Brightwell zette de bril weer af en wreef met zijn duim en wijsvinger in zijn ogen. Hij zuchtte diep. ‘Wanneer is dit gekomen?’ ‘Vanochtend.’ In plaats van weer te gaan zitten, begon Edward te ijsberen. ‘Heb je er nog meer gehad?’ ‘Dit is de eerste die aan mij is gericht. Hebt u er nog meer ontvangen?’ ‘Niet sinds die eerste vlak voordat je moeder en ik naar Italië vertrokken.’ ‘Wie kan deze hebben geschreven?’ ‘Ik weet het niet. Ik heb het nooit aan iemand verteld. Ik kan uiteraard niet voor je moeder spreken. Het zou kunnen dat zij iemand in vertrouwen heeft genomen, een vriendin of iemand van de familie.’ De graaf staarde in de verte alsof hij daar een antwoord verwachtte. ‘Wel verdraaid, wie zou zo iets kunnen doen?’ Hij haalde de eerste brief uit een bureaula en legde ze naast elkaar. Edward keek over zijn schouder en bekeek het handschrift. Zijn vader vroeg: ‘Denk je dat ze door dezelfde persoon zijn geschreven?’ 310
3epr08072011Destille.indd 310
07-07-11 21:15
‘Ik neem aan van wel. Maar het is moeilijk te zeggen. De eerste is zo kort.’ Lord Brightwell hield de nieuwe brief een armlengte van zich af, keek ernaar en trok zijn kin naar zijn borst. ‘Het lijkt me een vrouwenhandschrift.’ Edward ging rechtop staan. ‘Maar Felix is de meest voor de hand liggende verdachte.’ ‘Felix? Felix kan nauwelijks bedenken wat voor kleren hij moet aantrekken, laat staan dat hij iets als dit kan verzinnen.’ ‘Hij heeft er het meeste bij te winnen.’ ‘Niet op dit moment. Vergeet niet, Edward, dat de beleefdheidstitel die jij gebruikt de mijne is. Zelfs als jij hem zou afstaan, zou Felix hem niet in jouw plaats kunnen gaan gebruiken. Hij zou niet meer worden dan mijn vermoedelijke erfgenaam. Pas na mijn dood zou hij een titel en erfenis krijgen.’ Edward knikte en begon weer heen en weer te lopen. ‘Aan het heden zou dan misschien niets veranderen, maar aan zijn vooruitzichten voor de toekomst wel degelijk.’ ‘Daar heb je gelijk in, denk ik. Toch kan ik het nog niet ge loven. Waar is de brief gepost?’ Edward draaide de brief om. ‘Cirencester.’ Het woord bleef in zijn gedachten hangen en hij herinnerde zich dat juffrouw Keene er laatst was geweest om ‘kaas voor het armenhuis te kopen.’ Edward fronste zijn wenkbrauwen. Dat moest toeval zijn. ‘Zo dichtbij!’ zei lord Brightwell. Moest hij het zijn vader vertellen? Maar nee, juffrouw Keene kon het onmogelijk zijn… of toch wel? Hij besloot het feit dat ze nog maar een paar dagen geleden in Cirencester was geweest nog niet aan zijn vader te vertellen. ‘Zit Felix niet weer in Oxford?’ vroeg zijn vader. ‘Ja, maar dat ligt er niet zo ver vandaan als hij ons op een dwaalspoor wilde zetten.’
a 311
3epr08072011Destille.indd 311
07-07-11 21:15
Rusteloos en niet in staat zich op de boekhouding te concentreren, nam Edward het boekhoudschrift onder zijn arm en ging het naar Walters terugbrengen.Toen hij de boekhouder niet kon vinden, liep Edward naar boven. Hij had er behoefte aan om juffrouw Keene te zien, zich op de een of andere manier van haar onschuld te overtuigen. Met het boek onder zijn arm, ging Edward stilletjes naar binnen en ging achterin het leslokaal staan. Audrey en Andrew, die de andere kant op keken, merkten niet eens dat hij binnen kwam. Juffrouw Keene echter wel en er viel een korte stilte in de les die ze gaf. Ze keek hem verwachtingsvol aan, maar toen hij niets zei, zette ze de Latijnse les voort, hoewel ze duidelijk door zijn aanwezigheid was afgeleid. ‘Uitdrukkingen die zelden in het Engels worden vertaald,’ las ze uit het boek voor. ‘Viva voce betekent mondeling. Inter nos betekent onder ons.’ Heeft ze die uitdrukkingen vanwege mij gekozen? vroeg Edward zich af. Hij dacht terug aan de dagen waarin alleen hij juffrouw Keenes stem hoorde. ‘Non liquet betekent: het is niet bewezen.’ Dat klopte. Hij had geen enkel bewijs dat zij de brieven had geschreven, maar onmogelijk was dat zeker niet. ‘Alias, anders genoemd.’ Edward trok zijn wenkbrauwen op. Had hij haar er niet van beschuldigd dat ze een alias had opgegeven in plaats van haar echte naam te noemen? Verbeeldde hij het zich of werd haar hals echt langzaam rood? ‘Alibi, ergens anders zijn.’ Ze keek naar hem – met een schuldige blik, meende hij. Had ze een alibi nodig? Door zijn gemoedstoestand kregen al haar woorden een dubbele betekenis en ze leken haar allemaal te beschuldigen. Maar ze was toch onschuldig? Ze schraapte haar keel en sprak toen verder. ‘Bona fide, zonder misleiding of bedrog.’ Had juffrouw Keene hen niet bedrogen? Zijn vader geloofde 312
3epr08072011Destille.indd 312
07-07-11 21:15
dat ze oprecht was en Edward hoopte van harte dat hij gelijk had. Maar ze verborg wel iets. Ze had nooit echt uitgelegd hoe ze zonder bezittingen en andere plannen dan de naam van een school op Brightwell Court terecht was gekomen. Ook had ze niet verklaard waarom ze aanvankelijk had verzwegen waar ze vandaan kwam. Het had ongetwijfeld met haar gemene vader te maken, maar het wilde nog niet zeggen dat zij niets met de brieven te maken had. Genadige God, laat haar alstublieft niets met de brieven te maken hebben… ‘Extortus, afpersing.’ Juffrouw Keene keek weer naar hem. Ze was duidelijk niet op haar gemak en deed het boek dicht. Waarom was ze zo zenuwachtig? ‘Goed, ik denk dat we voor vandaag wel genoeg Latijn hebben gedaan. Laten we nu gaan rekenen. Pakken jullie je lei maar, kinderen.’ Ze zocht haar toevlucht bij het vak dat ze het beste beheers te, begreep hij, en het verhaal over de wedstrijd in de herberg schoot hem te binnen. Plotseling nieuwsgierig stak hij zijn hand op. ‘Mag ik een vraag stellen?’ De kinderen draaiden zich om en glimlachten naar hem, maar juffrouw Keene keek allesbehalve vrolijk. ‘Natuurlijk.’ Hij sloeg het boekhoudschrift open en wees naar een van de sommen die Walter er met zijn keurige handschrift in had geschreven. ‘Hoeveel is 4119 keer 4 en gedeeld door 12?’ Heel even staarde ze naar iets boven zijn hoofd. ‘Dat is 1373. Waarom wilt u dat weten?’ Hij keek haar verbluft aan. ‘Ik… ik vraag me gewoon af hoe intelligent u eigenlijk bent.’
313
3epr08072011Destille.indd 313
07-07-11 21:15
35
Is het niet het hoge doel van godsdienst… de verderfelijke hartstochten van de mens uit te roeien, zijn geweld in te dammen, zijn begeerten te beheersen en zijn ruwe woorden glad te strijken…? William Wilberforce
Olivia had vast liggen slapen toen ze wakker schrok van de schreeuw van haar vader. Had ze hem werkelijk gehoord of was het maar een nachtmerrie geweest? Ze luisterde met bonzend hart. Daar hoorde ze hem weer. Echter dan haar lief was. Hoe heeft hij me gevonden? vroeg ze zich angstig af. Heeft juf frouw Cresswell het hem verteld? De agent zeker niet, want vader wordt gezocht! Zou ze de dekens over haar hoofd trekken en hopen dat hij wegging? Bij de derde kreet klom Olivia uit bed, liep snel naar het raam en keek naar beneden, maar ze kon de voordeuren niet zien vanaf de plek waar ze stond. Ze maakte het raam los en duwde het open. Nu hoorde ze zijn stem duidelijker en kon ze hem op de deur horen bonken alsof hij hem wilde inslaan. ‘Dorothea! Dorothea!…’ Het klonk half als een tirade, half wanhopig en Olivia’s hart kromp in elkaar terwijl ze in verwarring raakte, helder werd en opnieuw in verwarring raakte. Zij was helemaal niet degene die hij riep. Als hij zijn vrouw probeerde te vinden, moest hij ervan uitgaan dat ze nog leefde en was hij niet in de veronderstelling dat hij haar had omgebracht. ‘Dorothea!’ Moest ze naar hem toe gaan? Wist hij dat zij degene was die hem die klap had gegeven? 314
3epr08072011Destille.indd 314
07-07-11 21:15
‘Doe open! Ik wil mijn vrouw zien!’ Zijn stem klonk onbeheerst, onvast. Ze kende die klank, die intonatie. Hij was dron ken. Ze hoorde het geluid van een geweer dat werd geladen en ze verstarde. Croome, wist ze onmiddellijk. ‘Wegwezen, mijnheer. Voordat ik u in een vurenhouten kist wegstuur.’ Lord Bradleys stem voegde zich bij die van Croome, hoewel Olivia geen deur had horen opengaan. ‘Naar wie bent u op deze onchristelijke tijd op zoek, man?’ Hij was waarschijnlijk door een van de zijdeuren naar buiten gegaan en had vast ook zelf een pistool bij zich. ‘Dat heb al gezegd. Dorothea. Mijn vrouw. Ze is hier. Dat weet ik.’ ‘Er is hier niemand die zo heet. Op mijn erewoord niet.’ ‘Wie bent u?’ ‘Lord Bradley.’ ‘Nee… niet Bradley. Ik wil Brightwell spreken.’ ‘Lord Brightwell is mijn vader.’ ‘Uw vader? Maar u bent zo… volwassen. Dan moet hij net zo oud zijn als ik en dat is zijn verdiende loon. Dus ze is naar hem teruggegaan, hè?’ Hij verhief zijn stem weer. ‘Ik wil haar geen kwaad doen. Maar ik moet haar spreken. Dat moet!’ ‘Schreeuw niet zo, beste man. Ik verzeker u, mijn vader heeft geen vrouw. Hij rouwt om zijn eigen echtgenote die nog maar pas is overleden.’ ‘Is hij weduwnaar? Het lot is hem gunstig gezind! Dan is er geen hoop meer voor mij. Ik ben haar kwijt. Helemaal kwijt.’ Wat klonk hij verslagen. Verloren. Olivia probeerde niet weekhartig te worden. Het is zijn berouw dat daar spreekt. En zijn schuldgevoel. En misschien ook zijn angst voor de gevolgen. Ik mag het niet vergeten: ik heb hem met zijn handen om haar hals gezien. Maar ze kon het argument niet helemaal verenigen met de gebroken man die ze beneden hoorde. Olivia gooide haar cape over haar nachtpon en rende de trap315
3epr08072011Destille.indd 315
07-07-11 21:15
pen af. Ze was plotseling vastbesloten met hem te praten, hem tot een bekentenis of een verklaring te dwingen. Ze wist dat ze veilig zou zijn in het gezelschap van mijnheer Croome en lord Bradley. In de gang trof ze Hodges en Osborn aan, die vlak naast elkaar bij de voordeuren stonden en ze vasthielden. Mevrouw Hinkley schoof het gordijn van de grote ramen open. ‘Hij is weg.’ Iedereen slaakte een zucht van verlichting. Zelfs Olivia. Hij zou haar dronken als hij was geweest geen betrouwbare antwoorden hebben gegeven, bedacht ze. En wie wist hoe hij in zijn geagiteerde toestand zou hebben gereageerd als hij haar daar had aangetroffen, onder het dak van zijn vijand? Want hij was duidelijk op de hoogte van haar moeders verhou ding met lord Brightwell, hoe lang die ook al voorbij was.
a Hoewel het haar halve dag nog niet was, liet Olivia de kinderen bij Becky en juffrouw Peale achter. Ze zette haar luifelhoed op, liep haastig de oprijlaan af en stak de straat over naar het armenhuis. Ze was nog van slag door het nachtelijke bezoek van haar vader en hoopte dat een bezoekje aan de kalme mijnheer Tugwell of de opgewekte Eliza Ludlow haar zou kalmeren. Toen ze naar binnen stapte en haar hoed ophing, zag ze geen teken van juffrouw Ludlow. Haar eigen hoed was het enige vrouwelijke kledingstuk aan de haken bij de deur. De deur naar de zitkamer stond open en toen ze mijnheer Tugwell hoorde, ging ze naar binnen om hem te begroeten. Ze stapte de drempel over en verstarde. Charles Tugwell zat ernstig te praten met Simon Keene, die in elkaar gedoken in een leunstoel zat. Zijn hoofd was gebogen en hij steunde met zijn ellebogen op zijn knieën. Ze was stomverbaasd hem te zien. Het was zo’n botsing tussen haar oude wereld en de nieuwe… dat ze een moment lang roerloos bleef staan, sprakeloos. 316
3epr08072011Destille.indd 316
07-07-11 21:15
Mijnheer Tugwell zag haar als eerste en stond op. ‘Juffrouw Keene.’ Het hoofd van haar vader schoot met een ruk omhoog.‘Livie!’ Zijn haar, donker, net als het hare, moest geknipt worden. Een schaduw van stoppels lag over zijn wangen. Hij was verbazend goed gekleed, al waren zijn kleren wat gekreukt. Hij stond op en deed een stap naar voren alsof hij… wat wilde doen? Ergens wilde ze vluchten voordat ze daar achter kwam, maar tegelijkertijd had ze het gevoel dat ze aan haar plek stond vastgenageld als in een droom waarin het niet lukte om te vluchten voor gevaar. Hij bleef staan waar hij stond en staarde naar haar. Even kon ze geen woord uitbrengen. Toen ze bleef zwijgen, doofde het licht in zijn bruine ogen en liet hij zich weer op zijn stoel zakken, de hoeken van zijn smalle mond omlaag. Tugwell vroeg haar zacht: ‘Zal ik jullie alleen laten?’ ‘Blijft u alstublieft.’ ‘Kom je me uitschelden?’ vroeg haar vader. ‘Ik weet dat ik me vannacht dwaas heb gedragen. Ik kan het je niet kwalijk nemen dat je niet naar de deur kwam.’ Mijnheer Tugwell zei berouwvol: ‘Ik ben bang dat ik me heb laten ontvallen dat u uw intrek hebt genomen op Brightwell Court.’ Olivia haalde stijf haar schouders op en hield haar blik op haar vader gericht. ‘U vroeg niet naar me.’ ‘Als ik had geweten dat je er was, had ik dat wel gedaan. Goddank gaat het goed met je.’ Ze begreep dat hij niet wist dat zij degene was die hem had neergeslagen. Al die tijd had ze in angst geleefd… Hij masseerde zijn handen alsof ze pijn deden. ‘Je moeder… maakt het goed, neem ik aan?’ Olivia merkte dat er rimpels in haar voorhoofd kwamen. Hoe kon hij zoiets vragen terwijl hij…? ‘Ik heb geen idee,’ zei ze bitterder dan haar bedoeling was. ‘Maar als het goed met haar gaat, heeft ze dat niet aan u te danken.’ 317
3epr08072011Destille.indd 317
07-07-11 21:15
Ze voelde Tugwells verbaasde blik, maar sloeg geen acht op hem. Ze wilde op dit moment geen preken over vergeving. Haar vader boog zijn hoofd. Toen hij opkeek, keek hij haar niet rechtstreeks aan. ‘De dominee heeft me ervan verzekerd dat Dorothea niet op Brightwell Court is, maar ik moet bekennen dat ik hem niet helemaal geloof.’ ‘Ze is daar niet. Ik heb haar niet meer gezien sinds ik ben vertrokken. Ik vrees al sinds een paar maanden dat ze dood is.’ ‘Dood? Waarom?’ ‘En dat vraagt u?’ Hij trok een gezicht. ‘Je hebt de geruchten over het graf gehoord?’ Ze knikte. ‘Ik moet toegeven dat ik ook het ergste vreesde toen ik die ochtend wakker werd en het gebroken glas en zelfs een bloedspoor ontdekte. Ik vermoedde dat ik dronken was thuisgekomen en verschrikkelijke ruzie met Dorothea had gehad.’ Hij zuchtte. ‘Het drong pas de volgende dag tot me door dat jullie tweeën weg waren. Ik ging naar juffrouw Atkins, maar die wilde me niet eens binnenlaten. Ze vertelde dat jij was weggegaan om een betrekking te zoeken en dat Dorothea was vertrokken en niet meer terug zou komen. Meer wilde ze niet zeggen.’ Herinnerde hij zich echt niet dat hij had geprobeerd zijn vrouw te wurgen, dat hij een klap op zijn hoofd had gekregen? Was hij zo dronken geweest? Hoe had hij de grote snee of bult verklaard die hij op zijn achterhoofd moest hebben gehad? Ze vroeg: ‘Maar hoe zat het met dat bloed waar u het over had?’ ‘Dat weet ik niet.’ Hij hief zijn handen op, draaide ze om. ‘Ik dacht dat ik weer tegen een muur moest hebben gestompt of me aan het glas had gesneden, maar ik heb geen snee in mijn handen kunnen ontdekken.’ De vraag of zijn hoofd had gebloed lag op het puntje van haar tong, maar dan zou ze moeten verklaren hoe ze wist dat hij gewond was geweest. Dat wilde ze hem niet vertellen. Niet nu, 318
3epr08072011Destille.indd 318
07-07-11 21:15
nu hij wist waar hij haar kon vinden. Hij leek op dit moment heel vredelievend en berouwvol, heel nuchter, maar hoe lang zou dat duren? ‘Ik heb die verhalen over het nieuwe graf op de begraafplaats ook gehoord,’ zei hij zacht. ‘Maar ik wist wel beter. Ik wist dat ik haar deze keer had weggejaagd. Terug naar de armen van die Oliver van haar.’ Oliver? Het schokte haar die naam uit haar vaders mond te horen. Hoeveel wist hij eigenlijk over de relatie die zijn vrouw vroeger met de graaf had gehad? ‘Ik heb geprobeerd haar los te laten… Ben naar het kuuroord verhuisd om het beter te kunnen beheren en uit de buurt te kunnen blijven van dat lege huis en alle argwanende blikken die ik in het dorp kreeg toegeworpen. Ik heb haar de hele winter zo gemist dat ik gek werd. Uiteindelijk hield ik het niet meer uit. Ik moest haar vinden. Het duurde een tijd voordat ik ontdekte waar die Oliver woonde, want zijn achternaam had ik nooit gehoord. Ik probeerde Dorothea’s familie te benaderen, maar die wilde me niet ontvangen. Ten slotte kende iemand die ik ernaar vroeg Oliver en die persoon verwees me naar Brightwell Court.’ Hij schudde vol spijt zijn hoofd. ‘Ik had gisteren nooit naar de herberg moeten gaan. Eentje maar, om moed uit te putten, zei ik tegen mezelf. Maar één werd twee, daarna drie…’ Hij trok een gezicht en kneep zijn ogen dicht. ‘Ik heb me haar zo lang met hem voorgesteld. Wat heeft dat mijn hart uitgehold. Als ze niet bij hem is, waar is ze dan in vredesnaam wel?’ ‘Ik weet het niet,’ zei Olivia. ‘Ik dacht dat ze me zou komen zoeken, maar dat heeft ze niet gedaan. Misschien was ze bang dat u haar zou vinden als ze dat deed.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Zoals jij naar mij kijkt, meisje… Heb je zo’n hekel aan me?’ ‘Dat u me dat nog vraagt! U kon het jarenlang nauwelijks verdragen om naar me te kijken. Niet sinds die wedstrijd in de Crown and Crow. U haatte me omdat ik daar had verloren.’ 319
3epr08072011Destille.indd 319
07-07-11 21:15
Simon Keene fronste zijn voorhoofd. ‘Ik vond het vreselijk om die wedstrijd te verliezen, maar jou heb ik nooit gehaat.’ Ze pufte ongeduldig en ongelovig. ‘U hebt me na die dag nooit meer hetzelfde behandeld. Dat kunt u niet ontkennen.’ ‘Ik ontken het ook niet. Maar dat kwam niet door die ellendige wedstrijd. Wist je dat niet? Diezelfde dag was ik er ook achter gekomen dat jij… dat ik…’ Hij vertrok zijn gezicht terwijl hij naar woorden zocht. ‘Dat je moeder jou naar die kerel, die Oliver had vernoemd.’ Olivia schudde haar hoofd. ‘Ik herinner me niet dat…’ ‘Nee? Toen we met zijn drieën naar Chedworth reden, eerder die dag?’ ‘Om die Romeinse ruïnes te bezichtigen. Dat herinner ik me nog wel.’ ‘En herinner je je ook nog die vrouw die naar ons toekwam en je moeder begroette als een verloren gewaande vriendin?’ ‘Vaag.’ ‘Ik herinner het me als de dag van gisteren. Je moeder stelde me aan haar voor en zei toen: “En dit is onze dochter.” Mijn naam noemde ze wel, zie je, maar de jouwe niet. Dus was ik zo dom om te zeggen: “Dit is onze Olivia.” “Olivia! Naar Oliver?” zei die vrouw en toen werd ze vuurrood en probeerde ze eroverheen te praten. Ze mompelde iets als “O, nee, natuurlijk niet. Dat is vast toeval.” Zo kwam ik achter de naam van die vent. Oliver. Dorothea ontkende het verband. Zei dat ze de naam Olivia altijd al mooi had gevonden. Maar wat kon ze zeggen? Wat voor bewijs had ik verder nog nodig?’ Zijn smalle mond vertrok van afschuw. ‘De brutaliteit om een meisje dat ik onderhield naar een man te noemen die nooit een hand voor een van jullie beiden uitstak. Het was jouw schuld niet, dat weet ik wel. Maar ik kon nooit meer met dezelfde ogen naar jou kijken, nooit meer met dezelfde ogen naar mezelf kijken. Ik was zo belachelijk trots op je geweest, maar daar had ik het recht niet toe gehad.’ 320
3epr08072011Destille.indd 320
07-07-11 21:15
Olivia wierp een blik op mijnheer Tugwell die plotseling belangstelling scheen te hebben voor de staat van zijn vingernagels. Als de dominee haar bewonderde, zoals ze vreesde, zou dit hem zeker van zijn romantische ideeën genezen. Simon Keene schudde zijn hoofd weer. ‘Ik wist dat ze een minnaar had gehad voordat ik haar ontmoette. En dat ze die kerel een keer had opgezocht toen we al waren getrouwd. Maar de tijd verstreek, zie je, en we hadden een paar goede jaren en ik hield mezelf voor dat ze geen belangstelling meer voor hem had, dat ze misschien toch wel van mij kon houden…’ Zijn stem brak. ‘Maar toen begreep ik dat ze al die jaren tegen me had gelogen, dat mijn kleine meisje toch niet van mij was en vernoemd was naar de man van wie ze werkelijk hield, opdat ze hem nooit zou vergeten.’ Een onbehaaglijke stilte volgde en haar vader probeerde zijn emoties in de hand te krijgen. Olivia voelde zich heen en weer geslingerd tussen de neiging hem de huid vol te schelden en de verwarring die haar door zijn verhaal overviel. Het duizelde haar en ze probeerde tevergeefs zijn relaas in overeenstemming te brengen met haar eigen herinneringen. Simon streek met zijn hand over zijn baardstoppels. ‘Ik moet bekennen dat het me razend maakte en tot in het diepst van mijn ziel kwetste. Wat werd ik woest bij het idee dat ze nog steeds naar hem verlangde en nog steeds wenste dat ze niet met een eenvoudige man als ik was getrouwd.’ Was dit de reden geweest voor zijn sombere buien en zijn woede-uitbarstingen? Had dit hem ertoe gebracht om zoveel te drinken? ‘U weet vast wel dat dat niet de reden is waarom ze u heeft verlaten,’ zei Olivia. ‘Ik heb haar nooit over een andere man gehoord of iets gezien wat me het idee gaf dat…’ ‘Hoe had dat gekund?’ viel hij haar in de rede. ‘Jij ging elke dag naar die school. Je moeder was alleen thuis, tenminste, dat dachten we. Heb je nooit twee glazen op het buffet zien staan of sigarenrook in huis geroken?’ 321
3epr08072011Destille.indd 321
07-07-11 21:15
‘Moeder zou nooit…’ Olivia aarzelde. Had ze sigarenrook geroken? Ze wist het niet zeker. Olivia had inderdaad het grootste deel van de dag en soms ook de avonden bij juffrouw Cresswell doorgebracht. Maar om nu aan te nemen dat de bezoeker lord Brightwell was? Na al die jaren? Belachelijk. ‘Als er iemand bij ons thuis kwam, was dat vast alleen maar een vriend die haar kwam bezoeken,’ zei ze. ‘Of iemand die borduurwerk kwam ophalen… of…’ ‘Waarom wilde ze dan niet vertellen wie er was geweest? Waarom deed ze dan zo zenuwachtig en geheimzinnig? Hoe meer ze erover loog, hoe kwader ik werd. Soms dacht ik dat ik zou ontploffen!’ Was er iets in hem geknapt? Had zijn redeloze jaloezie hem tot die laatste daad van geweld gedreven? De klok op de schoorsteen sloeg het hele uur en iedereen zweeg terwijl hij klingelde en het geluid wegstierf. De deur van de zitkamer, die op een kier stond, ging nog een stukje verder open en lord Brightwell zelf verscheen in de opening. Vanuit zijn gezichtspunt, besefte Olivia, kon hij alleen haar en misschien mijnheer Tugwell zien. ‘Olivia, er is een poppenspeler op het plein aangekomen en ik dacht dat de kinderen misschien…’ Hij duwde de deur verder open en zijn ogen namen de hele kamer op. ‘O, neem me niet kwalijk. Ik wist niet…’ Olivia raakte in paniek. Deze twee mannen samen in één ruimte? Wat een verkeerd moment! ‘Lord Brightwell. Ik…’ Simon Keene veegde met zijn mouw over zijn gezicht en stond op. ‘Als je het over de duvel hebt… Oliver, nietwaar?’ Mijnheer Tugwell legde een bezwerende arm op haar vaders arm en zei zacht en dringend: ‘Rustig…’ Olivia schraapte haar keel en kon bijna geen adem halen in een kamer waar de spanning plotseling om te snijden was. ‘Dit is eigenlijk lord Brightwell. En dit is Simon Keene, mijn…’ Olivia slikte en voordat ze verder kon spreken, kwam de graaf beschermend naast haar staan. 322
3epr08072011Destille.indd 322
07-07-11 21:15
Simon Keene keek van de een naar de ander en schudde langzaam zijn hoofd. ‘Ik zie hoe het zit.’ Hij schudde de hand van de dominee van zijn arm en keek de graaf recht in zijn ogen. ‘Ik wil u iets vragen, mijnheer. Op de man af.Weet u waar Dorothea is?’ Lord Brightwell keek hem koel aan. ‘En ik antwoord volkomen naar waarheid nee. Maar als ik het wel wist, zou ik het u niet vertellen.’ Olivia kromp ineen. Ze verwachtte dat haar vader in woede zou uitbarsten, de graaf zou aanvliegen… of hem zou wurgen. Maar Simon Keene was zijn vechtlust kennelijk kwijt. ‘Juist. Goed.’ Hij pakte zijn hoed en draaide hem tussen zijn handen rond. ‘Ik zal gaan. Het spijt me dat ik u heb lastiggevallen.’ Mijnheer Tugwell raakte zijn arm nog een keer aan. ‘Mijnheer Keene, wacht. U bent teveel van streek om verder te reizen.Voelt u zich vrij om te blijven zolang dat nodig is.’ De dominee keek naar de graaf alsof hij zijn reactie wilde peilen, maar lord Brightwell keek naar haar. Hij bood haar zijn arm aan. Samen liepen ze het armenhuis uit en lieten de twee mannen samen achter.Tugwell sprak ondertussen vriendelijk tegen zijn bezoeker en Olivia vermoedde dat Simon Keene nog nooit in zijn leven naar een dominee had geluisterd. Ze betwij felde of hij dat nu wel zou gaan doen. Pas toen zij en lord Brightwell de hoofdstraat waren over gestoken, drong het tot Olivia door dat ze haar vader niet had gevraagd of hij wist dat hij werd gezocht.
323
3epr08072011Destille.indd 323
07-07-11 21:15
36
Deze dames, die door de tegenslag in hun familie gedwongen zijn ge weest hun gelukkige thuis en vriendelijke familieleden te verruilen voor het gezelschap van vreemden, zijn het voorwerp van een curieus medeleven. Advice to Governesses, 1827
Dagenlang bleef de ontmoeting met haar vader door haar hoofd spoken. Ze bedacht wat ze tegen hem had moeten zeggen, welke vragen ze hem had moeten stellen, welke feiten ze van hem had moeten eisen. Nadat ze zichzelf een aantal lange, rusteloze nachten had gekweld, besloot Olivia zich te richten op de goede kant van hun ontmoeting. Simon Keene geloofde dat haar moeder nog leefde. En Olivia zou haar best doen dat ook te geloven. Op haar volgende vrije middag hield Olivia Eliza Ludlow gezelschap in haar winkel en het lukte haar heel overtuigend daar plezier in te hebben. Toen ze op Brightwell Court terugkwam, lagen daar twee brieven op haar te wachten. Op een ervan stond geen afzender. De andere was geschreven in het elegante, artistieke handschrift van juffrouw Cresswell. Olivia maakte eerst de brief van haar vroegere lerares open. Ze ervoer zestig procent verlangen en veertig procent vrees. Had juffrouw Cresswell van haar moeder gehoord? Via Muriel Atkins, de vroedvrouw? Lieve Olivia, Muriel is eindelijk terug. Na de bevalling op het platteland schijnt ze direct naar haar nicht in Brockworth te zijn gereisd, wier tijd te vroeg kwam. Het was een lange, zware bevalling (een tweeling – beide kin 324
3epr08072011Destille.indd 324
07-07-11 21:15
deren leven, Goddank) en ik heb Muriel zelden zo uitgeput gezien. Toen ik haar over jouw bezoek vertelde, zei ze dat ik je in vertrouwen moest vertellen dat je moeder niet op de begraafplaats ligt. Is dat geen goed nieuws? Ik mag het aan niemand anders vertellen dan aan jou. Muriel vreest dat iemand je moeder kwaad wil doen en als diegene gelooft dat ze, nu ja, er niet meer is, dan is dat goed. Ze wilde niet zeggen om wie het gaat, maar ik weet zeker dat jij hetzelfde vermoedt als ik. Ze moet wel wanhopig zijn als ze haar dochter zoiets tragisch wil laten geloven! Ik begrijp dat je moeder ziek is geworden en het grootste deel van de winter bij Muriels zus heeft doorgebracht, maar dat ze inmid dels volledig is hersteld. Toch houdt Muriel vol dat ze niets over je moeders huidige verblijfplaats weet en dat ze ook niet weet hoe het op dit moment met haar is. Ze hoopt alleen maar dat de list heeft voorkomen dat je moeder iets ernstigs is overkomen. Maar omdat ze nog geen brief heeft ontvangen, begint ze te geloven dat dit niet het geval is. Desondanks hopen zij en ik elke dag op bericht van onze lieve vriendin Dorothea. Ik ben bang dat mijn andere nieuws moeilijk voor je zal zijn. Je vader is gevonden en gearresteerd. De specifieke aanklacht is nog niet bekend gemaakt, maar er doen veel geruchten de ronde. Schrijf me en laat me weten of je het goed maakt. Ik bid dat je Gods vrede mag ervaren in deze onzekere tijden. Juffrouw Lydia Cresswell Gearresteerd? Hij moest vanaf het armenhuis rechtstreeks naar Withington zijn gereisd. Opnieuw vroeg Olivia zich af waarvan haar vader werd beschuldigd en of hij schuldig was of niet. Ze ervoer een overweldigende eb en vloed van emoties, van wraakgierig genoegen (hij verdiende toch straf voor het geweld dat hij had gepleegd?) tot schaamte omdat een van haar ouders in de gevangenis zat en onverwacht medelijden als ze aan de gebroken toestand dacht waarin ze hem de laatste keer had gezien.Wat was het vreemd en verontrustend geweest hem te horen erkennen dat hij haar vader niet was. Het had een opluchting moeten zijn, 325
3epr08072011Destille.indd 325
07-07-11 21:15
vooral na het nieuws van juffrouw Cresswell. In plaats daarvan voelde ze zich leeg. Emotioneel bankroet. Ze dacht aan mijn heer Tugwell die had gezegd dat iemand zijn slechte daden niet kon goedmaken en voelde zich nog spiritueel bankroet ook. Want had zijzelf ook geen zonden begaan? Olivia bekeek de buitenkant van de tweede brief en zag het chique zegel en het mooie postpapier. Het handschrift herkende ze niet. Wie kon haar verder schrijven? Mevrouw Hawthorn schoot haar te binnen, maar ze berispte zichzelf snel om die dwaze hoop. Ze maakte het zegel los en keek terwijl ze de brief openmaakte onmiddellijk naar de handtekening. Hij was wel van haar grootmoeder. Lieve Olivia, Vergeef me het oponthoud. Dit is mijn vijfde poging een brief op te stellen. Ik heb veel over je bezoek nagedacht. In feite kan ik aan weinig anders denken, behalve zo af en toe dan aan mijn zorgen om wat Dorothea overkomen kan zijn. Je vindt het misschien kil dat ik aan jou denk in plaats van om mijn dochter te rouwen, maar zie je, ik heb er al meer dan vijfentwintig jaar geleden om gerouwd dat ik haar ben kwijtgeraakt toen ze me schreef dat ze was getrouwd met een man die ik nooit kon goedkeuren of aanvaarden. Ze zei dat ze wist dat ze kon verwachten dat we geen contact meer zouden hebben en besloot me de moeite te besparen de banden zelf door te snijden. Desondanks beken ik dat ik altijd heb gehoopt dat ze op een dag weer contact met me zou zoeken, dat ze me zou laten weten waar ze woonde en dat ze me, al zou ze verder niets vertellen, zou laten weten dat het goed met haar ging. Die brief uit jouw handen te ontvangen was een hele schok. Toen mijn dochter Georgina van het winkelen terugkwam, trof ze me aan op de stoel waar je me had achtergelaten en met die brief nog in mijn hand. Ze hoorde me uit over wat er was voorgevallen en was erg teleurgesteld dat ik je niet had gevraagd te blijven tot ze je zelf had kunnen ontmoeten. 326
3epr08072011Destille.indd 326
07-07-11 21:15
Ik betreur het dat ik je niet hartelijker heb ontvangen, lieve kind.Wil je ons alsjeblieft nog een keer met een bezoek vereren? Mevrouw Elizabeth Hawthorn Toen ze de naam van de vrouw in haar eigen handschrift zag, kromp Olivia’s hart ineen, wat niet was gebeurd voordat ze me vrouw Hawthorn had ontmoet. Elizabeth. Ze heette zelf Olivia Elizabeth. Had haar moeder haar naar haar vader en naar haar oma genoemd? Onder het statige handschrift stond een ps in een zwierig, los handschrift: Kom alsjeblieft, Olivia! Stel je voor! Ik heb een nicht! Je tante, Georgina Crenshaw (Mijnheer Crenshaw laat weten dat je van harte welkom bent.) Olivia merkte dat ze glimlachte en zich nu al aangetrokken voelde tot deze levendige tante die ze nooit had ontmoet.
a Edward en lord Brightwell liepen naar de zitkamer om Felix te begroeten, die voor het weekeinde naar Brightwell Court was gekomen om hen te bezoeken. Judith was al binnen, wat te horen was aan haar stem, die door de openstaande deur in de gang doordrong. ‘Hoe gaat het in Oxford?’ vroeg ze. Edward kwam net op tijd binnen om te zien hoe Felix zijn schouders ophaalde. Hij haakte bij Judiths vraag aan. ‘Ja, Felix, hoe gaat het met je studie?’ ‘Mijn studie? O, is het de bedoeling dat ik me daar in Oxford mee bezighoud? Ik dacht dat ik daar zat om te roeien en te zingen en om indruk op de dames te maken.’ ‘Nou, dat ook, uiteraard,’ zei Edward goedmoedig. 327
3epr08072011Destille.indd 327
07-07-11 21:15
Felix koos een sigaar uit de houten doos op de buffetkast en schoof hem in zijn jaszak. Daarna schonk hij port voor zichzelf in uit de karaf. Lord Brightwell ging zitten en vroeg Felix ook voor hem een glas in te schenken. ‘Felix, ik betaal met plezier je studie aan mijn vroegere alma mater, maar ik had wel gehoopt dat je je best zou doen.’ Felix zuchtte en gaf de graaf zijn glas. ‘Ik ben bang dat ik u moet teleurstellen, oom. Succes schijnt niet voor mij weggelegd te zijn. Ik overweeg met de hele onderneming te stoppen.’ ‘Wat?’ riep Edward. Hij deed zijn best zijn ergernis te verbergen, maar kon niet voorkomen dat die in zijn stem doorklonk. Felix hief zijn handen op. ‘Is het nou echt zo belangrijk? Niemand heeft ooit hoge verwachtingen van me gehad. Vertel me niet dat jullie erop rekenden dat ik een schitterende juridische, kerkelijke of politieke carrière zou krijgen. Dat is belachelijk.’ ‘Dat is niet belachelijk,’ zei Edward. ‘Waarom niet?’ ‘Waarom niet?’ Edward aarzelde en voelde dat Judith nieuws gierig naar hem keek. ‘Omdat… nu, je weet nooit wat de toekomst misschien brengt en tja…’ Zijn vader mengde zich in het gesprek. ‘En Bradleys waren altijd uitblinkers op de universiteit. Zelfs je vader.’ Het verbaasde Edward dat lord Brightwell zijn overleden broer, met wie hij in onmin had geleefd, noemde. ‘Tjonge, we voelen ons vandaag zeker allemaal nogal edelmoedig?’ vroeg Felix. ‘Het schijnt dat zelfs mijn vader, die hier in het huis waar hij is opgegroeid nooit lof ontving, intelligenter is dan ik.’ ‘Je vader was zeker heel intelligent,’ zei lord Brightwell. ‘Maar het gaat nu niet om intelligentie. Je hebt een uitstekend stel hersens, jongen, maar het ontbreekt je aan… wel, aan…’ ‘Zelfdiscipline,’ opperde Edward. ‘Ambitie,’ vulde Judith aan. 328
3epr08072011Destille.indd 328
07-07-11 21:15
Er kwam een bittere uitdrukking op Felix’ gezicht. ‘Nou, hartelijk bedankt allemaal.’ ‘Hoe ernstig is de situatie?’ vroeg lord Brightwell en zijn gezicht betrok al voordat hij antwoord kreeg. Met zijn hand op de schoorsteenmantel en gebogen hoofd staarde Felix in het vuur. ‘Ik slaag niet alleen niet cum laude, ik sta ook nog op het punt het bijltje erbij neer te gooien.’ Lord Brightwells adem stokte. ‘Dat meen je niet!’ ‘Ik vrees dat het echt waar is, oom. Ik heb gefaald op Oxford. Het heeft naar mijn idee geen zin meer de rest van het jaar nog af te maken. Dan verkwist ik alleen nog maar meer van uw geld.’ Edward fronste zijn wenkbrauwen. ‘Je gaat er niet mee stoppen, Felix.’ Felix keek hem indringend aan. ‘Waarom niet? Kun je het soms niet verdragen dat de eer van de Bradleys wordt geschaad?’ ‘Hoe zit het met je eigen eer?’ vroeg Edward. ‘Als je ergens aan begint, maak je dat af. Ga terug naar Balliol, haal je examens en je bul.’ ‘Wat heeft het voor zin? Ik heb jullie al verteld dat ik niet geschikt ben voor de kerk of de rechtszaal.’ Edward voelde dat Judith onderzoekend naar hem keek en net als haar broer zijn antwoord afwachtte. ‘Er ligt een prachtige toekomst voor je open, Felix,’ zei hij ontwijkend. ‘Ik kan nog niet zeggen hoe of in wat voor vorm zich die zal aandienen, maar ik wil graag dat je erop voorbereid bent en je kans grijpt als die zich voordoet.’ Broer en zus bleven hem met gefronst voorhoofd aankijken. Lord Brightwell verbrak de ongemakkelijke stilte en gaf Felix een klap op zijn rug. ‘Toe, jongen. Je kunt het best. We staan allemaal achter je.’
329
3epr08072011Destille.indd 329
07-07-11 21:15
37
Als u zichzelf in brand steekt, komen de mensen graag naar u kijken. John Wesley
De volgende ochtend deden Olivia en de kinderen verstoppertje in optrekkende, grijze mist en bij het schorre gekras van raven. Terwijl Audrey haar handen voor haar ogen hield en telde, ging Olivia achter de timmerwerkplaats staan.Tot haar verbazing was Andrew niet gevolgd om zich, zoals gewoonlijk, vlak bij haar te verstoppen. Misschien had hij Johnny of lord Bradley wel gezien en was hij naar een van hen toe gerend. Audrey zocht met veel vertoon in de tuin en het prieel en rende toen het gazon over in haar richting. Glimlachend ging Olivia achter de muur van de werkplaats staan. ‘Ik heb u gevonden, juf. Ik heb u gevonden!’ kondigde Audrey vrolijk aan. Olivia streek een lok van het voorhoofd van het meisje. ‘Inderdaad, knappe meid.’ Tranen schoten in haar ogen bij een onverwachtse herinnering aan haar vader. ‘Knappe meid van me’ was in gelukkiger tijden zijn koosnaampje voor haar geweest. ‘Het spijt me dat u verdrietig bent dat ik u zo snel heb gevonden,’ zei Audrey geschrokken. ‘Ik ben juist blij dat je me hebt gevonden. Zullen we samen Andrew gaan zoeken?’ Audrey keek om zich heen. ‘Hij is niet bij u?’ ‘Deze keer niet.’ Op dat moment hoorde Olivia iemand roepen. Het kort afgebeten woord ‘brand!’dat werd herhaald in de schrille kreten van een vrouw. ‘Brand! Brand in de stallen!’ Het wasmeisje, 330
3epr08072011Destille.indd 330
07-07-11 21:15
vermoedde Olivia, dat vlakbij het erf werkte. Olivia’s hart sloeg een slag over. De stallen? Al dat hooi en stro. Die arme paarden! Een vreselijke gedachte trof Olivia als een houten moker. Alstublieft, God, nee… ‘Andrew!’ riep ze en ze rende zo hard ze kon het gazon over. Audrey volgde haar en riep de naam van haar broertje. Toen ze bij de stallen kwamen, riep ze naar de koetsier, die in paniek en in zijn eentje probeerde de paarden in veiligheid te brengen. ‘Mijnheer Talbot! Hebt u Andrew gezien? We deden verstoppertje en…’ ‘Nee, juffrouw. Die is hier niet.’ Opluchting maakte zich van haar meester. De koetsier gooide een touw om de hals van een grijze ruin en sleepte het angstige dier haastig de stal uit. Kwam lord Bradley maar terug van zijn ochtendrit! ‘Audrey, ren snel naar huis en ga lord Brightwell zoeken,’ zei Olivia. ‘En vraag iedereen die je tegenkomt of hij Andrew heeft gezien.’ Het meisje deed onmiddellijk wat Olivia vroeg. Johnny kwam met een schaapachtig kijkende Martha in zijn kielzog uit de richting van het bos rennen. ‘Heeft een van jullie Andrew gezien?’ riep Olivia. ‘Nee,’ zei Martha met grote ogen. Ze ging er vandoor om hem te zoeken terwijl Johnny Talbot snel met de paarden ging helpen. Iets vertelde Olivia dat ze moest blijven waar ze was. Ze hoor de doodsbang gehinnik en daarna weer. Boem! De deur van de stal sloeg door de trappende hoeven van een groot, zwart paard naar buiten open. Lord Bradley was niet uit rijden zoals ze had gedacht. Waar zat hij? In een opwelling rende Olivia naar voren, ontweek de gevaarlijke achterbenen van het paard en deed een stap in de richting van het grote hoofd. Ze probeerde het dier te kalmeren, net als op de dag dat ze het had verzorgd, door het stevig vast te grijpen 331
3epr08072011Destille.indd 331
07-07-11 21:15
en sussende woordjes te spreken. Het paard steigerde en stootte zijn hoofd tegen de dakbalken van de stal. Het was duidelijk gedesoriënteerd door de rook en teveel in paniek om op haar aansporingen te reageren. Lord Bradley verscheen door de rook en gooide met één snelle beweging een kap over het hoofd van het paard. ‘Major, lopen!’ En met een enorme zet duwde hij het halsstarrige paard de kapotte deuren door het erf op. Over zijn schouder riep hij: ‘Juffrouw Keene, maak dat u hier wegkomt.’ ‘Pas als ik weet dat Andrew veilig is. Hij deed verstoppertje en we hebben hem nog niet gevonden. Hebt u hem gezien?’ Terwijl hij de laatste paarden losmaakte, keek Talbot haar kwaad aan. ‘Ik heb u toch gezegd dat hij hier niet is, juffrouw? Ik heb in de stallen gekeken, in het kantoor en in de tuigkamer.’ De koetsier hief zijn handen in de lucht. ‘En nu naar buiten allebei voordat het dak instort.’ Olivia en lord Bradley draaiden zich met een ruk om en ke ken elkaar met dezelfde angstige gedachte aan. Het geheime kamertje. Als Andrew zich daar eens had verstopt? Olivia schoot naar voren, maar lord Bradley greep haar arm. ‘Talbot, houd haar weg.’ De koetsier deed een stap naar voren en greep haar boven armen vast. Lord Bradley trok snel zijn jas uit, duwde hem in elkaar gepropt tegen zijn neus en mond en verdween in de rook. Olivia verzette zich tegen Talbot. ‘Laat me los!’ Haar moederinstinct stak de kop op en kreeg zelfs de overhand op haar overlevingsdrang. Een klein jongetje, een kind voor wie zij verantwoordelijk was, raakte misschien wel op dit ogenblik bevangen door de rook. ‘Ik wil naar hem toe. Laat me los.’ De taaie kracht van de koetsier was onverzettelijk. Ze kon niet op tegen een man die paarden in toom hield die zes of zeven keer zo zwaar waren als hijzelf. O, God, alstublieft. Dit is mijn schuld. O, alstublieft, spaart U hen allebei! 332
3epr08072011Destille.indd 332
07-07-11 21:15
De rook kolkte zwart en grijs door de stal. Met luid gekraak stortten de muur en het dak aan de achterkant in – het gedeelte waar het hooi en het stro lagen opgeslagen. De vlammen schoten door de opening en de rook steeg nog hoger op. Van alle kan ten kwamen nu mensen aan hollen, mijnheer Croome voorop. Achter hem vormden Hodges, Osborn, mevrouw Moore, me vrouw Hinkley, de tuinman, de deurjongen en de dienstmeisjes een rij en vanaf de bron in de tuin werd water doorgegeven. Met ernstige gezichten gaven ze de ene klotsende emmer na de andere aan elkaar door naar de gulzige mond van het vuur. Maar Olivia zag dat het zinloos was. Ze liet haar ogen over de steeds groter wordende menigte gaan, maar zag nergens het dierbare kopje met bruin haar. Nergens de grote, bruine ogen. Daar kwam lord Brightwell het huis uit rennen. En daar was Judith, die werd meegetrokken door Audrey. De paniek stond op het gezicht van het meisje te lezen. Olivia’s hart begon nog harder te bonzen. Geen Andrew. Lord Brightwell was het eerste bij hen. ‘Zijn alle paarden bui ten? De stalknecht?’ Achter haar zei Talbot: ‘Dat is allemaal in orde, mijnheer.’ De graaf keek naar de koetsier die haar nog steeds vasthield en wierp haar toen een onderzoekende blik toe. ‘Wat is er, Olivia?’ Ze strekte haar handen uit en greep lord Brightwells arm net zo stevig vast als Talbot haar armen vasthield.‘Ik kon Andrew niet vinden, mijnheer. Edward is naar binnen gegaan om te zien…’ ‘Ik heb nog tegen hem gezegd dat hij het niet moest doen, mijnheer,’ zei Talbot. Ze probeerde langs de koetsier heen te kijken en vroeg hem: ‘Hebt u in de kast gekeken? De verborgen deur tussen de tuigkamer en het zadelrek?’ ‘Daar is geen kast.’ ‘Jawel!’ Rats… krak! Het dak stortte van rechts naar links in als een rij dominostenen. ‘Edward!’ Lord Brightwell schoot naar voren en maakte zich 333
3epr08072011Destille.indd 333
07-07-11 21:15
uit Olivia’s greep los alsof ze niet meer kracht had dan een kind. Door de zwarte rook verscheen een gestalte, zwart tegen zwart, als een geest. Een balk viel en raakte de donkere figuur en Olivia slaakte een kreet. Lord Bradley, die een last in zijn armen droeg, stapte wankelend opzij en viel net voor de plaats waar de balk terechtkwam op zijn knieën.Talbots greep verslapte even en Olivia rukte zich uit Talbots greep los, volgde de graaf op de hielen en was als eerste bij Edward. Ze trok het kleine, in een mantel gehulde lichaam uit zijn armen en hij viel van zijn plicht bevrijd voorover. Zij vader ving hem op en voorkwam dat hij zich bezeerde. Croome kwam naast de graaf staan. Hij zag spierwit. Ze pakten elk een van lord Bradleys armen en sleepten hem bij de vlammen vandaan. Met Andrew in haar armen keek Olivia vanaf een betrekkelijk veilige plek toe. Haar hart bonsde en ze kreeg opnieuw om zoveel redenen dat ze ze niet kon opnoemen tranen in haar ogen.
a Die avond zaten lord Brightwell en Judith Howe in de bibliotheek op de stoelen met de hoge rugleuningen die zo op tronen leken. Olivia stond voor hen, met haar handen ineen geklemd achter haar rug, haar hoofd gebogen – de lichaamshouding van een misdadiger die op zijn vonnis wachtte. Ze had het gevoel dat ze die benaming verdiende. Een ergere nog wel. Audrey stond met roodomrande ogen achter de stoel van haar stiefmoeder. Olivia wilde dat het meisje niet bij haar ontslag aanwezig hoefde te zijn. Olivia hief haar hoofd op. ‘Het spijt me heel erg, mevrouw Howe, lord Brightwell. Ik had Andrew nooit alleen weg moeten laten rennen.’ Judith Howe speelde met de geborduurde kant op de armleuning van de stoel. Ze keek op en zei kil: ‘Ik moet zeggen dat 334
3epr08072011Destille.indd 334
07-07-11 21:15
ik buitengewoon in u teleurgesteld ben, juffrouw Keene.’ ‘Het was haar schuld niet, mama,’ zei Audrey. ‘We deden alleen maar verstoppertje. Juffrouw Keene kon niet weten dat er brand zou komen.’ ‘Wat spring je snel voor je gouvernante in de bres, Audrey,’ zei mevrouw Howe. ‘Je mag nu gaan.’ Olivia’s dierbare leerling wierp haar een verontschuldigende blik toe en haastte zich de kamer uit. Toen de deur achter Audrey dichtging, vroeg mevrouw Howe: ‘Is het uw gewoonte de kinderen in hun eentje, zonder toezicht over het landgoed te laten rondrennen?’ ‘Nee, mevrouw.’ ‘Zelfs dat kindermeisje, dat zelf de kinderschoenen nog maar nauwelijks is ontgroeid, weet beter. Als Andrew iets was overkomen…’ ‘Ik weet het. Ik weet het.’ Olivia kneep haar ogen dicht en voelde zich ellendig. ‘Ik zou het mezelf nooit hebben vergeven.’ ‘En u zou ook nooit meer voor kinderen hebben mogen zorgen. Niet als ik er iets over te zeggen had.’ Een nieuwe gedachte viel Olivia’s werkgeefster in. ‘En waarom was u met hen buiten in plaats van het kindermeisje?’ Olivia slikte. ‘Becky heeft zoveel ander werk en ik vind het leuk om met de kinderen te spelen.’ ‘Het klinkt anders helemaal niet alsof u bij hen was, maar meer alsof u er in uw eentje vandoor was.’ Ze wierp haar oom een blik toe. ‘Had u soms een afspraak met een aanbidder?’ ‘Nee, mevrouw. Daar was beslist geen…’ ‘Judith, toe,’ waarschuwde lord Brightwell. ‘Dergelijke beschuldigingen zijn eerlijk noch gepast.’ Mevrouw Howe keek hem scherp aan. ‘Komt u nu ook al zo snel voor haar op?’ De graaf sprak op sussende toon. ‘Natuurlijk. Juffrouw Keene is een voortreffelijke aanvulling voor ons huishouden geweest. Ik weet zeker dat ze dit voorval betreurt en ervoor zal zorgen dat iets dergelijks niet meer voorkomt.’ 335
3epr08072011Destille.indd 335
07-07-11 21:15
Judith keek van haar oom naar Olivia en weer terug. ‘Ik krijg de indruk dat u haar alles zou vergeven, oom.’ ‘Het was een ongeluk, Judith,’ zei hij. ‘En dokter Sutton heeft ons verzekerd dat Andrew er niets aan zal overhouden. Hij heeft veel rook ingeademd en zal nog wel een paar dagen blijven hoesten, maar zijn ademhaling is goed en hij is binnen de kortste keren weer net zo ondeugend als vroeger.’ Olivia waagde het erop een vraag te stellen. ‘En lord Bradley?’ ‘Hij is ernstig gewond geraakt,’ snauwde mevrouw Howe. ‘Dankzij u.’ ‘Lieve Judith,’ zei lord Brightwell, ‘ga je haar er ook nog van beschuldigen dat ze de brand heeft aangestoken?’ Judith stak koppig haar kin in de lucht, maar gaf geen antwoord. ‘Alsjeblieft Judith! Volgens Talbot zijn er twee personen in de stallen geweest voordat de brand ontstond.’ Hij keek Judith indringend aan. ‘Maar juffrouw Keene was daar niet bij.’ Het viel Olivia op dat mevrouw Howe niet vroeg wie hij bedoelde. Ze vroeg zich af waarom. Na het gesprek liep Olivia naar de ziekenkamer. Daar lag Andrew, zijn hoofd gesteund door een paar kussens en zijn ogen zo rood als het glas bessensap dat hij met beide handen vasthield. Olivia kreeg een brok in haar keel. Dank U dat U hem hebt bewaard, bad ze geluidloos. ‘Dag, jongeheer Andrew.’ Hij glimlachte naar haar, zijn tanden en lippen rood van het sap. ‘Dag, juffrouw Livie.’ ‘Hoe voel je je?’ ‘Mijn ogen branden net als die keer dat ik mama’s parfum erin had gekregen. Mijn keel doet ook zeer, maar Becky heeft me ijs gebracht en dat voelt heel lekker. En het smaakt nog lekker ook.’ Olivia glimlachte. ‘Daar ben ik blij om.’ Hij nam nog een schepje en er vielen een paar druppels op zijn witte nachthemd. ‘Mag ik je daarmee helpen?’ vroeg ze. 336
3epr08072011Destille.indd 336
07-07-11 21:15
Hij haalde goedig zijn schouders op en gaf Olivia de lepel terwijl ze op de rand van het bed ging zitten. Ze gaf hem een hapje en genoot ervan naar het jongetje te kijken en dicht bij hem te zijn. Een vloerplank kraakte en Olivia draaide haar hoofd om. Judith Howe kwam de schemerige kamer binnen. ‘Juffrouw Keene,’ zei ze nadrukkelijk, ‘waarom bent u niet bij Audrey in het leslokaal? Volgens mij betaalt lord Brightwell u daarvoor. Ik zal mevrouw Hinkley vragen bij Andrew te komen zitten totdat de zuster komt.’ Er verschenen rimpels in Andrews voorhoofd. Het was duidelijk dat hij de onderdrukte woede in de stem van zijn stief moeder hoorde. Hij vroeg: ‘Bent u boos op juf Livie, mama?’ ‘Als dat zo is, dan is het alleen maar omdat ik bezorgd om jou ben, Andrew. Je had wel kunnen omkomen in die brand.’ ‘Maar zij heeft hem niet aangestoken.’ ‘Ze had je niet alleen de stallen moeten laten binnengaan.’ Andrew haalde zijn schoudertjes weer op. ‘Dat heeft ze ook niet gedaan. Ik ben er gewoon heen gegaan. Ik zag oom Felix daar en wilde met hem praten.’ ‘O, ja? Maar toch had ze…’ ‘Maar hij stond al met Martha te praten toen ik binnenkwam,’ vervolgde Andrew. ‘Daarom heb ik me toen maar in dat kamertje verstopperd…’ ‘Verstopt.’ ‘Verstopt,waar ik juffrouw Keene een keer uit zag komen.’ Judith keek haar sluw aan. ‘Zo?’ ‘Ik zag oom Felix en Martha door de kiertjes in de muur. Oom Felix klonk boos, dus sprong ik er maar niet uit om hem aan het schrikken te maken, want dat was ik eigenlijk van plan.’ ‘Heel verstandig,’ mompelde Judith afgeleid. ‘Hij rookte zo’n sigaar, mama. Zo’n sigaar waar u een hekel aan hebt. En hij gooide hem op de grond.’ Judith wierp snel een blik op Olivia en zei toen gespannen: 337
3epr08072011Destille.indd 337
07-07-11 21:15
‘Tja, goed, we weten niet of het zo… dat wil zeggen, je hebt niet echt gezien dat de brand ontstond?’ Opnieuw haalde Andrew zijn schouders op. ‘Nee. Ik ging aan de achterkant van de kast naar buiten kijken of Audrey me al aan het zoeken was. Ik zag Martha het bos in rennen en Johnny rende achter haar aan. Ik rook rook en daarom dacht ik dat oom Felix nog in de buurt was, maar dat is het enige wat ik me nog herinner…’ ‘Arme jongen.’ ‘Het gaat goed met me, hoor, mama.’ Hij schonk haar nog een kersenrode glimlach. ‘Ik ben blij je dat te horen zeggen. Nou, ik ga mijn moeder bezoeken. Juffrouw Keene, ik vertrouw erop dat u zich onmiddellijk aan uw taken in het klaslokaal gaat wijden.’ ‘Ja, mevrouw.’ ‘Tenminste… aan wat voorlopig nog uw taken zijn.’ Mevrouw Howe knikte een keer en liep de kamer uit. Andrew deed zijn mond weer open voor een hapje en Olivia gaf hem snel wat hij wilde. Alsof hij het over een groot avontuur had, vroeg hij: ‘Heeft neef Edward me echt gered?’ ‘Ja,’ zei Olivia en Andrew straalde nog meer dan toen hij op Kerstochtend zijn cadeaus had opengemaakt.
338
3epr08072011Destille.indd 338
07-07-11 21:15
38
De gouvernante moet ervoor zorgen dat ze, in wat voor omstandigheden dan ook, nooit de oorzaak wordt van onmin binnen de familie en dat ze in geen enkel huiselijk geschil partij kiest. The Guide to Service, 1844
Olivia kwam lord Brightwell tegen toen hij de kamer naast de studeerkamer uit kwam. Ze wachtte tot hij de deur had dicht gedaan en fluisterde toen: ‘Mijnheer, hoe gaat het met Ed… lord Bradley?’ Het gezicht van de graaf stond strak van uitputting, maar hij deed zijn best naar haar te glimlachen. ‘Dokter Sutton is ervan overtuigd dat hij volkomen zal herstellen. Hij heeft lichte brandwonden rond zijn ogen, maar Sutton verwacht niet dat die zijn gezichtsvermogen langdurig zullen aantasten. Zijn linkerarm is ook gewond en twee van zijn vingers zijn verbrand, maar niet ernstig.’ ‘Wat vreselijk.’ ‘Hij gaat goed met hem, Olivia.’ Hij hief zijn kin op naar de deur waar hij zojuist uit was gekomen. ‘Ik ben net binnen ge weest om bij hem te kijken en hij maakt zich alleen maar zorgen om de gezondheid van Andrew en die van jou.’ ‘Het spijt me zo, mijnheer,’ zei Olivia met een brok in haar keel. ‘Die kinderen rennen al rond sinds ze hier zijn komen wonen, mijn beste, en als Judith je het idee gaf dat ze voor jouw komst voortdurend onder waakzaam toezicht stonden, heeft ze je een verkeerde indruk gegeven.’ Hij keek haar teder aan en gaf haar een klopje op haar hand. ‘Jij hebt die kinderen meer aandacht 339
3epr08072011Destille.indd 339
07-07-11 21:15
en toezicht gegeven dan Judith ooit heeft gedaan.Verzeker haar ervan dat dit niet meer zal voorkomen. Dan komt alles goed.’ Olivia schudde haar hoofd. ‘Ik vind dat ik ontslag moet nemen. Ik weet zeker dat mevrouw Howe dat liever heeft en ik neem haar dat niet kwalijk.’ ‘Olivia, je bent onschuldig in deze kwestie en ik zal ervoor zorgen dat Judith voor rede vatbaar wordt. Maar als het erop aan komt, is zij mijn nicht, maar jij mijn…’ Ze legde haar hand op zijn arm. ‘Niet zeggen.’ ‘Goed, maar als ze jou niet langer als gouvernante wil, nodig ik je uit te blijven als mijn… protegé.’ Olivia schudde haar hoofd. ‘Ik ben vijfentwintig, mijnheer, en vergeet niet dat ik geen wees ben. Ik kom er niet voor in aanmerking om iemands protegé te worden.’ ‘Dat zullen we nog wel zien.’ ‘Ik ben dankbaar dat u dit nog wilt…na alles wat er is gebeurd,’ fluisterde ze. ‘Maar ik smeek u, zet die gedachte uit uw hoofd.’
a Die avond, nadat ze naar Audreys gebeden had geluisterd en haar een kus op haar voorhoofd had gegeven, liep Olivia naar beneden om weer in de ziekenkamer bij Andrew te kijken. Hij lag er zo vredig bij dat ze heel even vreesde dat hij niet meer ademde. Ze hield haar oor dicht bij zijn gezicht en toen ze zijn warme adem op haar wang voelde en zag dat zijn borstkasje rustig rees en daalde, kuste ze hem en liep de kamer uit. In de gang zag ze dat een van de deuren op een kier stond – de deur waar lord Brightwell eerder naar had gewezen. Ze aarzelde en wist dat ze naar boven zou moeten gaan, naar bed. Toch wist ze dat ze niet kon slapen als ze lord Bradley niet met eigen ogen had gezien. Ze wilde zich ervan overtuigen dat het goed met hem ging, dat hij alles had wat hij nodig had en dat hij haar niets kwalijk nam. 340
3epr08072011Destille.indd 340
07-07-11 21:15
Osborn verzorgde hem vast uitstekend – ze gedroeg zich dwaas. Dokter Sutton was een half uur geleden vertrokken en die zou zijn gebleven als er reden tot zorg was. Waarom bonsde haar hart dan zo? Er zat niets anders op. Ze liep de gang door, nauwelijks ge lovend dat ze ’s avonds in haar eentje naar zijn slaapkamer liep. Nee, ze zou er beslist niet alleen zijn. Lord Brightwell zou naast zijn bed zitten, Osborn in ieder geval. Ze bleef even voor de deur staan, maar hoorde niets. Omdat ze bang was hem wakker te maken als hij sliep, klopte Olivia zacht. Toen er geen antwoord kwam, haalde ze diep adem en duwde de deur een stukje verder open. Ze zou alleen maar even bij hem kijken. Als hij lag te slapen, zou ze zich ervan overtuigen dat hij ademde en dan zachtjes weggaan. Naar binnen en weer naar buiten. Als Osborn daar was, zou ze… wat doen? Ze zou een excuus bedenken: Audrey kon niet slapen als ze niet eerst hoorde of het goed ging met lord Bradley? Ze vond het naar om te liegen, maar wilde niet dat het de volgende ochtend in de bediendenkamer zou gonzen van de geruchten. Ze aarzelde op de drempel. Er waren verschillende lampen aan, maar ze zag binnen niemand. Midden in de kamer stond een Chinees, zwart met gouden kamerscherm dat haar zicht belemmerde. Verderop in de hal klonk gegiechel en Olivia draaide haar hoofd om. Aan het einde van de donkere gang zag ze hoe de verwaande Osborn, huisknecht en bediende, Doris tegen de muur duwde en kuste. Olivia glipte stilletjes naar binnen. Terwijl ze de deur verder opendeed, zag ze de theeketel ernaast staan. Ze pakte hem op en stapte behoedzaam de kamer binnen. ‘Waar heb je in vredesnaam gezeten, Osborn?’ mompelde lord Bradley mat. Er was iets in zijn stem wat haar bezorgd maakte en ze liep stilletjes verder zonder zich bekend te maken. Ze hield de ketel in haar hand – die Osborn waarschijnlijk bij zich had ge341
3epr08072011Destille.indd 341
07-07-11 21:15
had toen hij door Doris was onderschept – en gluurde om het scherm heen in de verwachting dat hij op thee lag te wachten. Halverwege een stap verstarde ze en ze onderdrukte een kreet van schrik. Hij zat in een badkuip. Zijn hoofd rustte tegen de hoge achterkant en over zijn ogen zat een groot verband. Restjes donker roet zaten nog op de scherpe lijn van zijn kaak en in de lachrimpeltjes om zijn mond. Zijn linkerhand, die ook verbonden was, hing over de rand van de kuip en lag op een stoel die er duidelijk voor dat doel naast stond. Haar blik ging van zijn verbonden hand naar zijn gespierde onderarm, zijn bicep en zijn schouder. Op zijn brede borst glinsterde gouden haar. Olivia voelde dat ze bloosde en haar hart bonsde als een enorme trommel. ‘Laat het me weten als er een uur voorbij is. Ik heb genoeg van dit smerige kompres.’ Zijn stem klonk vreemd futloos en ze vroeg zich af hoeveel laudanum de dokter hem had gegeven. Ze was dankbaar dat zijn ogen bedekt waren en dat niemand haar gloeiende gezicht zag. Hij zuchtte.‘Als je erop staat mijn haar nog een keer te wassen, doe het dan maar gelijk. Ik heb zin om twee weken te slapen.’ Olivia’s mond werd droog. Zijn haar moest opnieuw gewassen worden. Er zaten nog asgrijze strepen in het anders blonde haar. Hoe zou het voelen om zijn haar te wassen? Haar vingers door de gladde, blonde lokken te halen? Ze stelde het zich voor en slaakte een trillende zucht. Hij hief zijn hoofd op en kreeg rimpels in zijn voorhoofd. ‘Osborn?’ Betrapt. Ze verstarde en verwachtte dat het kompres elk moment van zijn ogen zou vallen en hij haar boos, geschokt en vol afkeer zou aanstaren om de schandelijke manier waarop ze zijn kamer was binnengedrongen. Ze werd bang. Ze zette de ketel zo hard op de grond dat het water eruit klotste en liep haastig de kamer uit.
342
3epr08072011Destille.indd 342
07-07-11 21:15
a Olivia wees zichzelf de volgende ochtend voortdurend terecht. Wat had haar bezield om zijn slaapkamer binnen te gaan? Van Audrey had ze gehoord dat lord Bradley al was opgestaan en rondliep. Dat was in ieder geval goed nieuws. Toch was het laat in de middag voordat ze de moed kon opbrengen naar beneden te gaan en naar zijn studeerkamer te lopen. Als ze dat niet deed, zou hij haar vast erg ondankbaar vinden en denken dat zijn gezondheid haar niet interesseerde. Haar afwezigheid zou eventuele vermoedens over de identiteit van zijn zwijgende bezoeker van de vorige avond vast versterken. Ze drukte haar hand tegen haar borst om haar bonzende hart te kalmeren en klopte op de deur van zijn studeerkamer. ‘Binnen.’ Ze veegde haar klamme handpalmen aan haar rokken af, duwde de deur open en liep de kamer in. ‘Ah, juffrouw Keene…’ Lord Bradley, die aan zijn bureau zat, legde de brief die hij aan het lezen was neer. Zijn jas hing los over zijn ene schouder, omdat zijn gewonde arm niet in de mouw zat. ‘Mijnheer.’ Ze maakte een kleine reverence en voelde tot haar afschuw dat ze bloosde. Want hoewel hij nu volledig gekleed was, zag ze hem voor haar geestesoog onwillekeurig zoals ze hem de vorige keer had gezien. ‘U komt… weer even langs?’ vroeg hij. Zag ze een twinkeling in zijn blauwe ogen of verbeeldde ze zich dat maar? Ze liet haar tong over haar droge lippen gaan. ‘Ik wilde weten of u het goed maakt.’ ‘En wat denkt u nu u me hebt gezien? Van top tot teen?’ Ze voelde haar hals warm worden, hoewel ze hem, zo hield ze zichzelf voor, niet van top tot teen had gezien. Dus hij wist het. Of was er sterk van overtuigd. Ze zou hem niet het genoegen doen het toe te geven. Zijn ogen gingen duidelijk geamuseerd over haar gloeiende 343
3epr08072011Destille.indd 343
07-07-11 21:15
gezicht en wringende handen. Ze hield haar wriemelende handen tegen haar zij en schraapte haar keel. ‘Ja, tenminste… ik wilde u bedanken dat u Andrew zo moedig hebt gered.’ ‘Helemaal niets te danken,’ zei hij. Hij stond op, liep om het bureau heen en leunde er tegenaan. ‘Hoewel ik niet helemaal begrijp waarom u de behoefte voelt mij te bedanken.’ ‘U weet hoe dol ik op Andrew ben en als hem iets was overkomen… En natuurlijk voel ik me heel schuldig dat ik hem in zijn eentje heb laten weglopen.’ Hij knikte. ‘Het was heel ongelukkig dat Andrew uw geheime schuilplaats had ontdekt en dat Talbot niet wist dat hij daar moest zoeken, want anders hadden we dit’ – hij hief zijn verbonden arm op – ‘kunnen voorkomen.’ Ze boog beschaamd haar hoofd. ‘Maar aan de andere kant zou u me dan niet dankbaar zijn geweest.’ Ze keek naar hem op, niet wetend of hij zijn opmerking op recht of sarcastisch bedoelde. ‘Als u me wilt ontslaan, heb ik daar begrip voor en zal ik onmiddellijk vertrekken.’ Hij sloeg zijn armen over elkaar, trok een gezicht en liet ze weer hangen. ‘Ik vind het niet nodig. Ik wil u ook nog niet kwijt. Judith was van streek, dat weet ik, maar dat zou elke moe der, zelfs een stiefmoeder, zijn. Ze bond een beetje in toen ze hoorde dat dat lieve broertje van haar de brand waarschijnlijk op zijn geweten heeft, hoewel Felix dat uiteraard niet toegeeft.’ Hij zuchtte. ‘Hoe dan ook, het was een ongeluk. We zullen de stallen weer opbouwen en de paarden zo lang bij de familie Linton stallen. Die is zo vriendelijk geweest dat aan te bieden. Ik persoonlijk verheug me wel op dat karwei. We gaan plannen maken om het een en ander te verbeteren en ruimer te maken, hoewel ik het jammer vind dat het werk van onze vroegere beheerder is verwoest.’ Ze keek hem oplettend aan. ‘Denkt u dat u dat zult kunnen? Hoe gaat het met u? Doet uw arm geen pijn?’ 344
3epr08072011Destille.indd 344
07-07-11 21:15
‘Het stelt niets voor. Hij doet een beetje zeer, maar hij is niet gebroken, zoals Sutton aanvankelijk vreesde. Mijn vingers jeuken verschrikkelijk door het een of andere goedje dat hij erop heeft gesmeerd. Maar verder gaat het goed met me.’ ‘En uw gezicht?’ Hij grimaste. ‘Zeg het maar. Ik heb het gewaagd in de spiegel te kijken en vond dat ik er belachelijk uitzag met die verschroei de wenkbrauwen en gezwollen neus. Mijn neus is al krom geworden toen ik nog jong was en nu is hij weer gebroken.’ ‘U ziet er… goed uit, vind ik.’ Ze sprak haastig verder. ‘En uw ogen?’ ‘Mijn gezichtsvermogen lijkt Godzijdank onaangetast.’ Hij keek haar onderzoekend aan. ‘Ik geloof zelfs dat ik nu beter zie dan ooit tevoren.’ Ze slikte. ‘Meent u dat?’ Hij hield haar blik nog even vast, blauwe ogen die naar blauwe ogen keken, en in de zijne schitterde iets ondoorgrondelijks. ‘Jazeker.’
345
3epr08072011Destille.indd 345
07-07-11 21:15
39
Het was voor een gouvernante en een jongeman van adel niet eenvoudig elkaar hoffelijk te behandelen, elkaar aantrekkelijk te vinden of met elkaar te flirten, want in sociaal opzicht was ze zijn mindere. M. Jeanne Peterson, Suffer and Be Still
Maandagmiddag liep Edward naar buiten om Judith te begroe ten die met het rijtuig terugkwam van een bezoek aan haar moeder. Ze nam zijn goede arm en ze wandelden gezellig over de binnenplaats, ontspannen door de uitnodigend warme voorjaarsdag. Juffrouw Keene en het kindermeisje hadden de kinderen mee naar buiten genomen om hun stiefmoeder te begroeten. Zoals gewoonlijk had Judith alleen maar oog voor Alexander. Ze nam hem van het dienstmeisje over, kuste het kind en streelde het. Edward glimlachte in haar plaats naar de kinderen, bedankte juffrouw Keene en liet toen zijn nicht achter. Ze onderbrak haar gekoer maar heel even om naar hem te glimlachen en richtte haar blik vervolgens weer op haar zoontje. Edward liep terug naar de bibliotheek om te zien hoe zijn vader het maakte. Toen hij binnenkwam, stond de graaf voor de hoge ramen die op de oprijlaan uitkeken. Hij draaide zich niet om toen Edward binnenkwam. ‘Ik mag hopen dat je niet overweegt met haar te trouwen?’ Edward bleef staan, onmiddellijk op zijn hoede. ‘Waarom vraagt u dat?’ ‘Ik heb gezien dat jullie relatie de laatste tijd is… veranderd. Van haar kant tenminste wel.’ Was ze veranderd? Meer voor hem gaan voelen? Hij had het 346
3epr08072011Destille.indd 346
07-07-11 21:15
wel vermoed, maar zich afgevraagd of hij het zich soms maar verbeeldde. ‘En als je plannen hebt om met haar te trouwen, moet ik dat weten.’ Edward hoorde de bezorgdheid in zijn vaders stem. ‘U keurt het af.’ ‘Ten zeerste.’ Ergernis overviel Edward. ‘Dat verbaast me, gezien… nou, de hele situatie.’ Had hij niet zelf besloten dat Olivia zijn eigen dochter was? De graaf keek weer uit het raam en wreef met duim en wijs vinger over zijn lip. ‘Ik heb er mijn redenen voor.’ ‘Zelfs als ze een bloedverwante van u is, begrijp ik niet waarom dat van belang zou zijn.’ De graaf draaide zijn hoofd naar Edward en zijn gezicht stond streng. ‘Je begrijpt het niet. Dat zeg je precies goed. Je moet me in deze zaak vertrouwen, Edward. Ik heb het beste met je voor. Ook met haar.’ ‘U hebt het beste met haar voor. Wie van ons staat bovenaan uw lijst?’ ‘Het gaat hier niet om de volgorde.’ ‘Maar u denkt dat het voor haar het beste is als ze niets met mij te maken heeft?’ ‘Als het om de romantiek gaat wel, ja.’ Was hij niet zelf verliefd geweest op Olivia’s moeder? ‘Sterk om dat juist van u te horen, vader. U, die op het gebied van liefdesrelaties altijd zo wijs bent geweest.’ ‘Zo is het wel genoeg, Edward.’ Maar Edward ging door. ‘Zelfs als ze mocht zijn wie u denkt dat ze is, dan geloof ik niet dat dat haar in sociaal opzicht boven mij plaatst. Juffrouw Keene is…’ ‘Juffrouw Keene?’ De graaf keek hem vragend aan, een vreemde terughoudende uitdrukking op zijn gezicht. ‘Had u het soms over iemand anders?’ vroeg Edward verward. ‘Eh… nou…’ Lord Brightwell kuchte. ‘Ik ben bang dat ik je 347
3epr08072011Destille.indd 347
07-07-11 21:15
om excuses moet vragen. Ik heb gesproken zonder erbij na te denken.’ De graaf draaide zich abrupt om en liep met grote passen de kamer door. Toen hij bij de deur kwam, aarzelde hij. ‘En je hebt volkomen gelijk, Edward. Ik ben bepaald niet de aangewezen persoon om anderen huwelijksadviezen te geven. Vergeet maar wat ik heb gezegd.’ Edward fronste zijn wenkbrauwen, maar zijn vader – want op een andere manier kon hij niet aan hem denken – was de deur al uit. Edward had sterk de indruk dat hij zich helemaal geen zorgen om juffrouw Keene had gemaakt. Hij liet het gesprek nog eens door zijn hoofd gaan.Als zijn vader het niet over Olivia had gehad, had hij het dan op de een of andere manier over juffrouw Harrington gehad? Maar die was geen familie. Dan bleef alleen Judith nog over. En waarom zou zijn vader zich druk maken om haar?
a Na het gesprek met zijn vader, besefte Edward dat hij de situatie met juffrouw Harrington te lang in het ongewisse had gelaten. Ze verwachtte misschien nog steeds dat hij haar ten huwelijk zou vragen. Wat vreemd dat een verbintenis die hij met genoegen of in ieder geval tevreden tegemoet had gezien hem nu in twijfel bracht. Omdat hij zich rusteloos voelde, vroeg hij Ross Major te zadelen en hij reed de open weg op. Zijn arm zat nog steeds in het verband, maar hij had geen mitella meer nodig. Wat hij wel nodig had was paardrijden. Nadenken. Hij gaf Major de vrije teugel en reed naar het zuidwesten. Daarna hield hij zijn paard in tot het gezonde dier in een tempo liep dat het lang kon volhouden. Toen hij de met bomen omzoomde laan naar Oldwell Hall opreed, kwam een jonge stalknecht haastig naar buiten. Edward gaf de jongen een halve kroon en gaf hem instructies zijn paard water en voer te geven. 348
3epr08072011Destille.indd 348
07-07-11 21:15
Oldwell Hall was een groot herenhuis dat nauwelijks meer dan tien jaar oud was. Het bestond uit een middengedeelte met twee verdiepingen en twee iets naar achteren uitspringende zij vleugels. Edward vond dat het hoekige bouwsel er eerder uitzag als een militair fort dan als een woonhuis. Tot zijn opluchting zag hij juffrouw Harrington in een bocht over het gazon lopen, een parasol op haar schouder. Zonder nog echt te weten wat hij tegen haar ging zeggen, liep Edward over de oprijlaan in haar richting. Ze moest hem hebben gezien, want ze draaide zich om en wachtte tot hij bij haar was. ‘Lord Bradley, wat een leuke verras sing,’ zei ze met een hartelijke glimlach. ‘Ik ben bang dat vader naar Bristol is.’ ‘Dat is maar goed ook, juffrouw Harrington, want ik hoopte u te spreken.’ Een van haar mondhoeken ging in een veelbetekenende glimlach omhoog. ‘Mag ik met u meelopen?’ ‘Natuurlijk.’ Ze nam haar parasol in haar andere hand en pakte Edwards arm. Samen wandelden ze over het gras, dat vochtig was van de regen die pas was gevallen. De tuin was kaal. Slechts een paar struiken en een fontein sierden het landgoed. De temperatuur was aangenaam en de zon scheen af en toe tussen voorbij drij vende wolken door. Hij schraapte zijn keel en begon op een toon die naar hij hoopte achteloos was. ‘Herinnert u zich dat u een keer hebt gezegd dat uw vader geen druk op u uitoefende en dat u mocht’ – hij aarzelde voordat hij het woord uitsprak – ‘trouwen met wie u wilde?’ Ze liet koket haar kin zakken en gaf aarzelend antwoord. ‘Ja-aa.’ ‘Zou u, juffrouw Harrington, willen trouwen met een man die geen titel zal erven en niet in de adelstand zal worden verheven?’ 349
3epr08072011Destille.indd 349
07-07-11 21:15
Ze hief haar hoofd op en glimlachte. ‘Zou die ‘man’ toch rijk zijn?’ Ze lachte, maar werd al snel stil. ‘Lord Bradley, ik plaag u maar. Heeft iemand tegen u gezegd dat ik alleen maar belangstelling voor u heb omdat ik gravin wil worden?’ ‘Misschien.’ Er kwamen rimpels in haar voorhoofd. ‘Maar… hoe zou ik u niet kunnen bewonderen? U bent de toekomstige lord Brightwell… en nog jong en knap en attent ook.’ ‘En als dat niet zo was?’ ‘Mijn lieve lord Bradley, na verloop van tijd worden we allemaal ouder en minder aantrekkelijk. Hoewel ik het heel vervelend zal vinden als niemand zijn hoofd meer omdraait als ik een kamer binnenkom….’ Ze lachte weer en wachtte tot hij haar hoffelijk gerust zou stellen. ‘Ik bedoelde als ik geen graaf zou worden.’ Een lentebriesje liet de ruches van haar parasol wapperen. ‘Tjonge, u bent wel in een eigenaardige stemming, zeg. U weet heel goed dat u de erfgenaam van uw vader bent. En als dat niet zo was, had ik u hoogstwaarschijnlijk niet ontmoet.’ ‘Dan zou er een andere bofferd naast u lopen?’ Juffrouw Harrington grinnikte weer. ‘Een andere aristocratische bofferd.’ Hij knikte en liep zwijgend verder. Ze schonk hem een zijdelingse blik. ‘Waarom spelen we dit spelletje? Heeft uw nicht Judith u over mij aan het twijfelen gebracht?’ ‘Judith? Wat heeft die ermee te maken?’ Juffrouw Harrington liet een kort, droog lachje horen. ‘Zij wil u natuurlijk zelf.Vertel me niet dat u dat niet door had.’ Edward schrok. Had juffrouw Harrington gelijk? Was dat waar zijn vader op had gezinspeeld? Neven en nichten trouwden vaak genoeg met elkaar, dat wist hij. Maar Judith was bijna een zus voor hem. Sybil Harrington keek hem opmerkzaam aan. ‘Hebt u genoeg van uw spelletje, lord Bradley?’ 350
3epr08072011Destille.indd 350
07-07-11 21:15
Hij deed zijn best om te glimlachen. ‘Ja, ik geloof het wel.’ Hij keek haar aan en zuchtte. ‘Ik heb genoeg van alle poppenkast.’ ‘Mooi,’ zei ze monter. ‘Gaan we… dat wil zeggen, gaat u na Pasen naar de stad?’ Hij schudde zijn hoofd en zei zacht: ‘Nee.’ Ze liet haar parasol op haar schouder ronddraaien. ‘Ik vroeg het me af omdat u nog in de rouw bent. Maar wat zal het saai zijn om het seizoen zonder u door te moeten brengen. Vader hoopte dat we er dit jaar helemaal aan konden ontkomen, als…’ Hij wist wat het ‘als’ was. Als hij haar ten huwelijk vroeg, hoefde ze niet naar Londen om een huwelijkspartner te zoeken. Alsof ze de plotselinge verandering in hem aanvoelde, bleef ze staan en sloeg hem nauwlettend en op haar hoede gade. De geamuseerde blik verdween uit haar bruine ogen. Hij draaide zich om en keek naar haar sombere gezicht. ‘Juffrouw Harrington, ik vind dat u moet gaan. Uzelf moet amuseren.’ Haar wangen werden bleek, maar ze verborg haar teleurstel ling goed. ‘O, ja?’ ‘Ja, ik ben er zelfs van overtuigd.’ Hij keek haar ernstig aan. ‘Toe, ontzeg uzelf niets vanwege mij.’ Ze glimlachte dapper, maar hij zag dat haar kin trilde. ‘Goed dan, ik zal doen wat u zegt.’ Ze draaide zich om en keek naar de bewolkte hemel. ‘Ik ben bang dat ik nu naar huis moet. Mijn schoenen zijn doorweekt en het ziet ernaar uit dat het gaat regenen.’
a Die avond, toen de kinderen in bed lagen, ging Olivia bij lord Brightwell in de bibliotheek zitten. Edward was er niet, had ze gehoord. Hij was bij de familie Harrington op bezoek en die gedachte maakte haar neerslachtig. Zwijgend haalde de graaf een fluwelen doosje uit zijn zak en gaf het haar. 351
3epr08072011Destille.indd 351
07-07-11 21:15
Ze voelde zich onmiddellijk niet meer op haar gemak. ‘Mijnheer, u zou mij geen…’ ‘Dit is iets wat ik lang geleden aan je moeder heb gegeven. Iets wat ze me heeft teruggegeven voordat ze vertrok. Ik wil dat jij het hebt.’ Olivia slikte, klapte het scharnierdekseltje open en keek naar de prachtige camee die in het doosje lag. ‘Wat mooi. Dank u wel.’ Hij gaf Olivia een kneepje in haar hand. ‘Olivia, ik heb hier over nagedacht. Ik geef om jou en je moeder was een bijzondere vrouw in mijn leven. Het zou me veel vreugde schenken je mijn dochter te noemen.’ Olivia bloosde en boog haar hoofd. Daarna deed ze het doosje dicht en keek ernstig naar hem op. ‘Maar we weten het niet eens zo zeker en nu… nu komen we het misschien wel nooit meer te weten ook.’ ‘Dat besef ik, maar ik vind dat ik het je moeder verschuldigd ben om voor je te zorgen nu zij… er niet meer is.’ Ze werd overvallen door iets wat op paniek leek. ‘Vat u het alstublieft niet verkeerd op, mijnheer, maar ik heb er weinig behoefte aan de onwettige dochter van wie dan ook te zijn. Bovendien lijkt het me niet goed als u verklaart dat ik uw dochter ben terwijl dat verre van zeker is.’ Hij glimlachte.‘Een verklaring. Uitstekend idee. Ik zal aankondigen dat ik van plan ben je als mijn wettige protegé aan te nemen. We hoeven de bloedband niet te noemen als je daar de voorkeur aan geeft.’ ‘Maar… zoiets is toch heel ongebruikelijk?’ ‘Nou, dat wel.’ De graaf grinnikte. ‘Ik hoor mijn vrienden al praten: “hij heeft een knappe, jonge vrouw als protegé genomen, die sluwe, oude vos.”’ ‘O!’ riep Olivia geschrokken. Hij boog zich naar voren. ‘Olivia, moeten we ons iets aantrekken van wat die dwaze, oude mannen denken? Ik vind niet dat het ertoe doet. Wij kennen de waarheid.’ ‘Maar we weten het niet zeker,’ zei Olivia nadrukkelijk. 352
3epr08072011Destille.indd 352
07-07-11 21:15
‘Olivia…’ ‘Denk niet dat ik ondankbaar ben. Ik kan niet zeggen hoe dankbaar ik ben voor al die keren dat u vriendelijk voor me bent geweest, maar u hoeft mij niet te erkennen.’ ‘Maar ik wil het.’ Ergens was Olivia diep ontroerd dat de graaf zo hartelijk voor haar was terwijl haar eigen vader zo afstandelijk was geworden. Maar aan de andere kant schrok ze er ook voor terug. Het was niet goed. ‘Maar wat zal uw familie wel niet denken?’ vroeg ze. ‘Het kan me niet schelen wat Judith en Felix ervan vinden. Hun vader heeft dingen uitgehaald die veel schandaliger waren. Dat kan ik je wel vertellen.’ ‘En uw zoon? Vindt u zijn mening ook niet belangrijk?’ Hij knikte. ‘Edwards mening vind ik wel belangrijk. Als hij terugkomt, zal ik hem ernaar moeten vragen.’ ‘Wat moet u me vragen?’ zei Edward. Hij kwam nog net op tijd de kamer binnen om zijn vader de laatste zin te horen zeggen. ‘Edward! Je bent al vroeg terug. We verwachtten je nog niet.’ Edward haalde zijn schouders op. Hij wilde het in juffrouw Keenes bijzijn niet over de familie Harrington hebben. ‘Wat wilde u me vragen?’ herhaalde Edward. Juffrouw Keene meed zijn blik en leek op haar stoel ineen te krimpen terwijl de graaf uitlegde wat hij van plan was. ‘Dat meent u niet!’ riep Edward uit. ‘Waarom wilt u dat in vredesnaam? Protegé, op haar leeftijd?’ Na zijn uitbarsting boog juffrouw Keene haar hoofd en zijn vader greep haar hand vast. ‘Omdat ze, zoals ik je heb verteld, volgens mij mijn dochter is.’ ‘Maar dat is waanzin. Ze is een volwassen vrouw!’ ‘Daar ben ik me van bewust.’ Edward liep als een gekooide tijger door de bibliotheek heen en weer. ‘Bent u er werkelijk zo van overtuigd dat ze uw kind is?’ 353
3epr08072011Destille.indd 353
07-07-11 21:15
Lord Brightwell keek naar Olivia’s gebogen hoofd voordat hij zijn blik weer op Edward richtte. ‘Sterker dan Olivia… maar het maakt voor mij niet uit of ze mijn dochter is of niet.’ ‘Hoe kan dat nu niet uitmaken?’ Zijn vader keek hem indringend aan. Edward moest toegeven dat hij besefte hoe weinig zijn vader om bloedverwantschap gaf. Hij dacht zwijgend na, overvallen door allerlei emoties. Juffrouw Keene stond op. ‘Wilt u me alstublieft verontschuldigen?’ zei ze en draaide zich om naar de deur. ‘Natuurlijk, lieve kind,’ zei lord Brightwell sussend. ‘Morgen praten we wel verder.’ Edward stond op, maar Olivia weigerde hem aan te kijken. Ze liep haastig met roodwit gevlekte wangen langs hem heen. Toen de deur achter haar dichtging, zuchtte zijn vader. ‘Dat was ontactisch van je, Edward. Heel ontactisch.’ ‘Ik weet het.’ Edward vond het erg dat hij haar had gekwetst, maar hij had zijn redenen om bezwaar te hebben. ‘Olivia aarzelde toch al om mijn aanbod aan te nemen. Ze weigert zelfs vierkant in het openbaar erkend te worden. Jouw houding heeft me niet geholpen haar over te halen.’ Waarom zou Olivia de bescherming, de connecties en de middelen van de graaf van Brightwell niet willen? vroeg Edward zich af.Vond ze het zo erg om als onwettig te worden beschouwd? En als ze dat erg vond, hoe zou ze dan over hem denken? Maar hij weigerde die verontrustende gedachte, waarvan zijn hart een slag oversloeg, uit te spreken. Want als lord Brightwell Olivia als zijn dochter erkende, zouden zij en Edward in de ogen van de buitenwereld halfbroer en -zus worden.
354
3epr08072011Destille.indd 354
07-07-11 21:15
40
Gouvernantes hadden hun eigen manier om met het standsverschil om te gaan. Meestal deden ze dat door te vluchten. Carissa Cluesman, A Historical View of the Victorian Governess
In ieder geval, zo dacht Olivia bij zichzelf, had ze antwoord op de vraag wat lord Bradley ervan dacht als ze de protegé van de graaf werd. Hij vond het ongepast en zou zich voor haar schamen. Dat leek wel duidelijk. Het had haar niet moeten verbazen, maar het had haar dieper gekwetst om van zijn uitbarsting getuige te zijn dan ze zou hebben verwacht en onderweg naar de schoolkamer moest ze steeds haar tranen terugdringen. Ze verwachtte dat lord Bradley haar na die vreselijke aan varing zou mijden. Zij was in ieder geval van plan hem uit de weg te gaan. Maar twee avonden later, toen ze een brief zat te schrijven aan de directrice van de meisjesschool in Kent, de vriendin van mevrouw Tugwell, gooide lord Bradley de deur van de klas open. Het was moeilijk te zeggen waar ze het meeste van schrok: de enorme klap waarmee de deur tegen de muur sloeg of het feit dat ze erop werd betrapt dat ze een brief zat te schrijven die ze in het geheim had willen versturen. Ze sprong op en legde in een reflex het boek van Mangnall over de brief. De veer in haar hand trilde en ze legde hem snel op het bureau. Zijn blauwe ogen schoten van de veer naar het boek en naar haar ongetwijfeld schuldige gezicht. Zijn blik werd grimmig. ‘Ik zie dat u er alweer een zit te schrijven.’ Hij liep met grote passen naar het bureau. Op zijn gezicht lag een meedogenloze uitdrukking en zijn ogen fonkelden gevaar355
3epr08072011Destille.indd 355
07-07-11 21:15
lijk. ‘Extortus, afpersing, toch?’ spotte hij, haar Latijnse les napratend. ‘Dacht u nu echt dat het u zou lukken?’ Angst en verwarring overvielen haar. ‘Waar hebt u het over?’ Hij vouwde een brief open die hij in zijn hand geklemd hield. ‘Dit briefje is met de post gekomen. Tenminste, dat dacht ik. Maar er staat geen poststempel op en Hodges kan zich niet her inneren hoe het is gekomen.’ ‘Ik heb geen brief geschreven.’ ‘Hier. Misschien frist dit uw geheugen op.’ Hij gooide haar de brief toe. Ze pakte hem en las hem. De gemene, akelige woorden maakten haar sprakeloos. Je hep geprobeert je geheimpje te verbergen, maar ik weet wat je hep gedaan. Stop op Maria Boodschap 50 guinjes in de bloemevaas op het graf van Ezra Sackville. Dan hoort niemand er iets van. ‘O…’ Olivia hijgde alsof iemand haar een stomp in haar maag had gegeven. Ze keek bezorgd naar zijn gezicht op, maar toen ze zijn minachtende blik zag, werd ze opeens boos. ‘U gelooft niet dat ik dit heb geschreven,’ zei ze uitdagend terwijl ze het briefje omhoog hield. ‘Ik wil het niet geloven, maar het bewijs ligt hier toch voor mijn neus?’ Ze sputterde vol ongeloof tegen. ‘Het is mijn handschrift niet eens!’ ‘Een handschrift is eenvoudig te veranderen.’ ‘En die vreselijke spelfouten…’ ‘Slim gedaan, juffrouw Keene. Dat zag ik direct.’ ‘Ik heb het niet geschreven en zou het niet kunnen ook.’ ‘Dan is het uw handlanger geweest. De “hij” die zo slecht spelt. Want u bent de enige die het weet.’ ‘Kennelijk niet. Er moeten in het verleden vast mensen zijn geweest die ervan hebben gehoord. Uw echte moeder of iemand van het personeel of de familie.’ ‘Iemand zou de feiten al die tijd verborgen hebben gehouden 356
3epr08072011Destille.indd 356
07-07-11 21:15
en er nu mee aan komen? Dat lijkt me wel heel toevallig.’ ‘Ik geef toe…’ ‘U geeft het toe?’ brulde hij. ‘Ik geef toe dat het er slecht uitziet, maar ik heb het niet gedaan.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Is uw tijd hier zo onverdraaglijk geweest? Bent u soms van plan op deze manier wraak te nemen?’ ‘Wraak?’ Ze schudde vol ongeloof haar hoofd. ‘Uw drijfveer. En waarom zou u ons op de koop toe niet wat geld afhandig maken?’ ‘Dat vraag ik me ook af,’ riep ze kwaad. ‘Maar ik wil meer dan een paar munten. Honderd guinjes lijkt me wel mooi om mee te beginnen.’ Hij keek kwaad. ‘Er staat vijftig in de brief.’ Ze hief haar kin op. ‘Ik heb het bedrag net verhoogd. Honderd guinjes lijkt me niet veel om te voorkomen dat de wereld erachter komt wie u echt bent.’ Hij staarde haar even sprakeloos aan en schudde toen somber zijn hoofd. ‘Nu spreekt eindelijk de ware Olivia Keene. U hebt ons voor de gek gehouden.’ Zijn woorden kwetsten haar diep en haar woede sloeg om in schaamte. ‘Vergeef me,’ zei ze met verstikte stem. ‘Ik had niet het recht zoiets te zeggen.’ Haar stem klonk gekweld. ‘Maar dit wil ik u wel zeggen, ik heb hier niets mee te maken en ik heb nooit ook maar één woord over uw geheim tegen iemand anders gezegd. Laat me vertrekken en ik zal voor altijd mijn mond houden.’ Ze draaide zich met een ruk om en rende bijna het lokaal uit. Edward liep stampend de trap af. Zijn woede en achterdocht maakten plaats voor spijt en zelfverwijt. Hij had de afpersingsbrief mee naar de klas genomen zonder te geloven dat juffrouw Keene er ook maar iets mee te maken had. Maar toen hij zag dat ze de brief die ze had zitten schrijven verborg, had hij overhaaste conclusies getrokken. 357
3epr08072011Destille.indd 357
07-07-11 21:15
Hij liep naar de bibliotheek om bij zijn vader te gaan zitten. Lord Brightwell zat in zijn lievelingsstoel voor de haard te slapen. Hij schrok wakker toen Edward de deur dichtdeed. ‘Hallo, Edward,’ zei hij en ging overeind zitten. ‘U kunt maar beter blijven zitten,’ adviseerde Edward hem. ‘We hebben weer een brief gekregen.’ De graaf zuchtte vermoeid. ‘Door het handschrift nam ik aan dat hij van een van onze ambachtslieden afkomstig was en ik heb hem samen met de andere post over het landgoed opengemaakt, zoals u had gevraagd.’ Edward pakte zijn vaders bril en gaf hem die en de brief. Zijn vader las hem en vloekte binnensmonds. Hij liet de brief op zijn knie zakken en staarde nietsziend in het vuur. ‘Wie kan hem hebben geschreven?’ vroeg Edward. ‘Ik heb juffrouw Keene ervan beschuldigd, maar…’ ‘Olivia? Meen je dat? Dat geloof ik niet!’ Edward kneep zijn ogen stijf dicht. ‘Ik weet het. Ik weet het. Ik heb het verprutst. Ik liep naar binnen terwijl ze een brief zat te schrijven, een brief die ze snel voor me verborg. Ik denk dat ik daardoor mijn zelfbeheersing verloor.’ Hij haalde zijn hand door zijn haar. ‘Al die ellendige geheimzinnigheid sinds zij hier is. Haar zwijgen over haar verleden en zelfs haar woonplaats. Het is toch geen wonder dat ik haar van een of ander complot verdacht?’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik zal haar mijn excuses aanbieden. Ik geloof niet echt dat zij zo’n brief zou schrijven. Maar wie weet er verder nog van? Misschien iemand die er in die tijd was?’ ‘Dat zou kunnen. De vader van het meisje was op de hoogte, maar die heeft gezworen dat hij zou zwijgen. Juffrouw Peale was je moeders kamermeisje. Zij moet het ook hebben geweten, hoewel ik me niet kan herinneren dat ze vragen heeft gesteld.’ ‘Die trouwe juffrouw Peale. Ik kan met niet voorstellen dat zij er iets mee te maken heeft.’ ‘Ik ook niet.’ ‘Verder nog iemand?’ 358
3epr08072011Destille.indd 358
07-07-11 21:15
‘De dokter en de vroedvrouw die je moeder hebben verteld dat ze waarschijnlijk geen levend kind ter wereld kon brengen, moeten iets hebben vermoed, maar ze waren geen van beiden aanwezig toen ik je hier naartoe bracht.’ ‘Toen u een levend kind voor een doodgeboren kind verwisselde, bedoelt u? En mij voor uw eigen kind liet doorgaan?’ ‘Ja.Veroordeel je ons daar zo sterk om?’ Edward wreef met zijn goede hand over zijn ogen en zuchtte. ‘Nee. Vergeef me. Ik ben dankbaar dat u me als uw zoon hebt grootgebracht. Maar iemand anders is dat kennelijk niet.’
a Edward lag de hele nacht rusteloos te woelen in bed, gekweld door echo’s van zijn onvergeeflijke woorden tegen Olivia. ’s Ochtends kleedde hij zich met weinig zorg. Hij nam niet de moeite een halsdoek om te doen en trok worstelend zelf zijn laarzen aan zonder Osborn te laten komen. Daarna sjokte hij de trap af naar de lege ontbijtkamer. De gedachte aan eten maakte hem misselijk en zelfs de koffie die hij voor zichzelf inschonk, vond hij te bitter om op te drinken. Hij ging voorover hangen in zijn stoel en liet zijn hoofd op zijn handen rusten. Een zacht tikje op de deur haalde Edward uit zijn mist van schuldgevoelens. ‘Binnen.’ Mijnheer Tugwell verscheen met zijn hoed in zijn hand. ‘Hallo, Charles,’ zei Edward mat en zonder de moeite te nemen om op te staan. ‘Ik ben teruggekomen om te zien hoe het met je gaat,’ begon de dominee terwijl hij de deur achter zich dichtdeed. ‘Ik maakte me zorgen om je, mijn vriend, na de brand en’ – hij sprak zachter – ‘de brief. Ik heb natuurlijk voor je gebeden. Is er verder nog iets wat ik kan doen?’ ‘Nee. Tenzij je het verleden kunt herschrijven. Tenzij je een vader voor me kunt toveren die getrouwd was met de vrouw die mijn echte moeder was. Liefst iemand van adel. Dan kan ik 359
3epr08072011Destille.indd 359
07-07-11 21:15
zijn zetel in het Hogerhuis overnemen en doen wat ik ambieer.’ Zijn vriend keek hem met mismoedige hondenogen aan. ‘Ik hoef geen vader voor je te toveren, want Hij noemt je al de Zij ne. En Hij is niet zomaar een graaf of een hertog, nee, Hij is de Koning die voor eeuwig regeert.’ Edward zuchtte. ‘Dank je, Charles. Ik weet dat je het goed bedoelt, maar ik heb het niet over religie…’ De dominee stond op. ‘Ik ook niet!’ ‘Geloof in God verandert de feiten van mijn verleden niet.’ ‘Nee, maar het kan wel grote invloed op je toekomst hebben.’ Edward leunde achterover op zijn stoel. ‘Welke toekomst?’ ‘Ach, kom nou toch, Edward. Nu is het mooi geweest. Je gedraagt je als een verwend kind. Lord Brightwell zal je toch niet berooid achterlaten of wel soms?’ ‘Nee, maar…’ ‘Waar heeft God beloofd ons op onze wenken te bedienen en onze aardse wensen tot in de kleinste details te vervullen? Waar heeft Hij beloofd dat Hij ons zal bewaren voor lijden of teleurstellingen? Dingen waar Hij Zijn eigen Zoon niet voor heeft bewaard? Je bent opgegroeid in een van de mooiste landhuizen in de omgeving en bent grootgebracht door een man en een vrouw die niet meer van je hadden kunnen houden. Je hebt de beste opleiding gehad, het beste van alles. Je bent gezond van lijf en leden en hebt een goed stel hersens en toch durf je nog tegen God tekeer te gaan? Ik heb er wel genoeg van. Houd op met jammeren als een ondankbare snotjongen en maak iets van het nieuwe leven dat je hebt gekregen.’ Edward staarde Charles aan. Zijn trouwe, volgzame vriend was volkomen verdwenen. De man die voor hem stond was op en top dominee Tugwell, een man om ontzag voor te hebben. Emoties streden in Edwards hart om voorrang. Hij stond op en wilde Charles een klap verkopen, de kamer uitlopen of… lachen. Absurd genoeg won de laatste neiging het. Hij voelde dat zijn boze uitdrukking plaatsmaakte voor een glimlach en hij grinnikte. 360
3epr08072011Destille.indd 360
07-07-11 21:15
‘Wat is er?’ vroeg Charles in zijn wiek geschoten. Edward boog voorover, zette zijn handen op zijn knieën en lachte. De dominee fronste zijn voorhoofd. ‘Ik begrijp niet waarom je zo om mijn woorden moet lachen.’ Edward legde een hand op de schouder van zijn vriend. ‘Ik wilde dat je net je eigen gezicht had kunnen zien. Ik wilde dat je vader het had kunnen zien. Wat een heilige verontwaardiging straalde ervan af! Hij zou heel trots op je zijn geweest.’ ‘Je drijft de spot met me.’ ‘Helemaal niet. Alles wat je zei, klopte.’ Edward gaf zijn vriend een klap op zijn rug en de dominee, die kleiner was dan Edward, schoot naar voren. ‘Je hebt me uit mijn apathie gehaald, Charles, en daar ben ik je dankbaar voor.’ Hij legde zijn arm om zijn vriend heen en bracht hem naar de deur. ‘Zo zou je je preken moeten houden. Dan zouden de oude mannen wakker blijven en de weduwen in zwijm vallen.’ Charles Tugwell verliet het huis, maar Edward zag zijn vertrekkende vriend niet. Voor zijn geestesoog speelden zich andere taferelen af, flarden van herinneringen en gesprekken met Olivia. De keer dat hij Andrew in haar bed had gevonden, dat ze samen zijn paard hadden verzorgd en in de gestolen momentjes aan het poppenhuis hadden gewerkt in Matthews’ werkplaats, de keer dat ze samen hadden geschaatst met de kinderen, hij haar zijn naam had horen zeggen in haar slaap, die heerlijke dansles… Wat een dwaas was hij geweest, wat een onredelijke dwaas. En op dat moment besefte hij dat hij het niet meer kon, dat hij niet meer wilde vasthouden wat niet van hem was. Hij werd er een opvliegende, achterdochtige lomperik van die iedereen afsnauwde en bij alles wat er gebeurde bang was dat zijn geheim zou worden onthuld. Er moest een einde aan komen. Het was het niet waard. Edward liep snel en vastberaden de gang door en besefte dat het nieuwe leven dat Tugwell had genoemd, dat hem was op361
3epr08072011Destille.indd 361
07-07-11 21:15
gedrongen, één voordeel had. Het stond hem vrij te trouwen zonder met status en connecties rekening te houden. Hij liep de trap naar de kinderkamer met drie treden tegelijk op en besteedde geen aandacht aan een jong dienstmeisje dat langzaam naar beneden liep en hem met open mond nastaarde. Hij klopte op Olivia’s deur en toen hij niets hoorde, liep hij snel door de gang naar het leslokaal en duwde de deur open. Tot zijn verbazing stond zijn vader daar bij het raam naar buiten te staren. ‘Ze is weg, Edward.’ Edwards hart sloeg een slag over. ‘Weg? Weggelopen?’ ‘Niet “weggelopen”. Dat heb ik kunnen voorkomen, hoewel het niet meeviel. Wat jij aanricht, is niet eenvoudig te herstellen.’ ‘Ik heb een fout gemaakt, dat weet ik. Een vreselijke, onvergeeflijke fout. Hebt u haar niet verteld dat ik nooit echt heb geloofd dat ze voor die brieven verantwoordelijk was? Ik was boos, onredelijk. Ik wilde haar niet…’ Zijn vader hief zijn hand op. ‘Ja, jawel, maar ze wilde sowieso vertrekken.’ Edward wreef met zijn hand over zijn gezicht. ‘Waar is ze?’ De graaf ging aan het bureau van het leslokaal zitten en zag er voor het eerst sinds Edward zich kon herinneren ouder uit dan hij was. ‘Het lijkt me het beste je dat op dit moment niet te vertellen,’ zei hij. ‘Ik denk niet dat het verstandig is als je nu onbesuisd achter haar aan gaat, want ze wilde hier wanhopig graag vandaan.’ ‘Bij mij vandaan.’ ‘Nou, inderdaad ja. En kun je haar dat kwalijk nemen nadat je haar van afpersing hebt beschuldigd? Om nog maar te zwijgen van je niet bepaald enthousiaste reactie op mijn idee haar tot mijn protegé te maken?’ Edward kreunde. ‘Ze mag uw protegé worden. Ze mag wat mij betreft uw dochter worden. Ik wil een einde aan al dat geheimzinnige gedoe. Felix mag alles hebben. De titel, het landgoed, de zetel in het Hogerhuis. Ik wil alleen maar…’ 362
3epr08072011Destille.indd 362
07-07-11 21:15
Toen hij zweeg, trok de graaf zijn wenkbrauwen op. ‘Nou?’ Edward drukte een gekromde vinger tegen zijn lip. ‘Als God het wil, is er later nog tijd genoeg voor alles wat ik wil. Laten we nu eerst maar bedenken hoe we onze tegenstander de wind uit de zeilen kunnen nemen.’
363
3epr08072011Destille.indd 363
07-07-11 21:15
41
Mannen… staan in het algemeen jaloers en vijandig tegenover begaafde vrouwen met een goed ontwikkeld verstand. John Gregory, A Father’s Legacy to his Daughters, 1774
Edward liep stevig door en leidde zijn vader naar zijn lieve lingsplek in het bos. Er knapte een tak en door de bomen ving Edward een blik op van Croome, die in de verte op de grond knielde. Wat hij aan het doen was, kon hij niet zeggen. Croome stond op, liep weg en verdween in het bos. ‘Waarom sleep je me helemaal hier naartoe?’ vroeg lord Brightwell buiten adem. ‘Sst. De muren hebben oren, zeggen ze. Tenminste, dat zou kunnen.’ Edward keek om zich heen. Toen hij zich ervan had overtuigd dat ze alleen waren, zei hij: ‘Goed, ik heb eens over onze inhalige tegenstander nagedacht.’ ‘We gaan zulke verachtelijke eisen uiteraard niet inwilligen.’ ‘Ja, zeker wel.’ ‘Wat? Dan wil die schurk volgende week honderd guinjes en volgend jaar duizend.’ Edward schudde zijn hoofd. ‘We stoppen een paar shillingen in een zakje en stoppen die als lokaas in de vaas op Sackvilles graf. Daarna wachten we af om te zien wie het komt halen en dan hebben we onze man te pakken. Of vrouw.’ ‘En wat moeten we met die boef als we hem, of haar, eenmaal te pakken hebben?’ ‘Ik heb geen flauw idee. Maar dan weten we in ieder geval wie we tegenover ons hebben.’
364
3epr08072011Destille.indd 364
07-07-11 21:15
a Op de avond van Maria Boodschap glipten Edward en zijn vader door de smalle deur in de muur de begraafplaats op. Daar gingen ze op een granieten bankje achter het praalgraf van de tweede lord Brightwell zitten, een plek die zicht bood op de graven van de Bradleys en de Sackvilles. Daar tegenover lag een groepje graven van de familie Bisley. ‘Zie je het graf van mijn moeder?’ fluisterde de graaf. ‘En die bloembak ernaast?’ Edward keek. ‘Ja?’ ‘Daar heb ik onze doodgeboren zoon begraven.’ Edward keek naar de plek en voelde een rilling over zijn rug gaan. Hij vond het al griezelig genoeg om in het donker op het kerkhof te zijn zonder gedachten aan heimelijke, nachtelijke begrafenissen. ‘Ik heb hem goed ingepakt in doeken en hem naast zijn grootmoeder begraven. Ik heb die vaas er neer gezet om de omgewoelde aarde en het omgespitte gras te verbergen. Edward keek naar de grote stenen pot en kon zich niet voorstellen dat iemand die kon verzetten. ‘In uw eentje?’ ‘Ja… ik was toen nog veel jonger natuurlijk. En verschrikkelijk bang dat ik zou worden betrapt.’ Ze bleven nog een tijdje zwijgend zitten wachten, en luisterden en keken ingespannen of ze een teken van de afperser konden ontdekken. Een uil riep en zijn vader schrok. Edward legde zijn hand op zijn arm. Een wolk die het grootste deel van de maan verborgen had gehouden, dreef weg op de wind die door de taxusbomen ruiste, en er viel meer maanlicht over Sackvilles graf. Er stond een gestalte voor, hoewel ze geen van beiden iemand het kerkhof op hadden zien komen. ‘Wat krijgen we…’ fluisterde zijn vader, maar Edward legde hem het zwijgen op door in zijn arm te knijpen. Ze keken toe hoe de figuur zijn hand in de vaas stak, maar 365
3epr08072011Destille.indd 365
07-07-11 21:15
toen hij hem eruit trok, hield hij geen wit zakje vast. Zijn vader maakte aanstalten om op te staan, maar Edward verstevigde zijn greep op zijn arm. ‘Wacht.’ Twee dingen hadden Edward aan het twijfelen gebracht. Ten eerste wilde hij de persoon met het geld in zijn hand betrappen om zijn schuld te bewijzen. En ten tweede had de magere gestalte iets bekends. ‘Het is Avery Croome,’ fluisterde Edward. ‘Wat? Niet te geloven.’ Verbazend genoeg kon Edward het ook niet geloven en hij bleef zitten waar hij zat om na te denken. In plaats van zijn hand weer in de pot te steken om het geld te zoeken – misschien hadden ze een grotere zak moeten gebruiken, zoals zijn vader had voorgesteld – of zich om te draaien, sloop Croome om de gebeeldhouwde, pre-Normandische grafsteen heen en verdween. ‘Waar is hij nou gebleven? Is er soms nog een poort achter de graven van de Bisleys?’ ‘Niet dat ik weet. Misschien ligt hij stiekem te wachten.’ ‘Op ons? Denk je dat hij weet dat we hier zijn?’ ‘Sst…’ Voetstappen naderden door de poort van het kerkhof. Hakken van laarzen klonken op de stenen. Wie kwam er nu weer aan? Edward vreesde dat het Charles Tugwell was die kwam om te bidden of nog erger, de agent die zijn ronde deed. Hoewel de agent er ongetwijfeld bekwamer in zou zijn om de afperser in te rekenen, wilden ze niet dat het in het openbaar zou gebeuren. De gedaante verliet het geplaveide pad en kwam in hun rich ting. Edward en zijn vader zaten roerloos, verborgen door grafstenen en schaduwen. Een vleermuis scheerde vlak langs en raakte het haar op Edwards onbedekte hoofd. Hij vertrok niet eens zijn gezicht, zo geconcentreerd keek hij naar de figuur die hen naderde. De persoon, wie het ook was, droeg een cape met een capuchon, don ker als de nacht die hen omringde. Onder de zwarte schaduwen 366
3epr08072011Destille.indd 366
07-07-11 21:15
van de capuchon werd een sikkelvormig deel van het gezicht door de maan verlicht. ‘Is het een vrouw?’ ‘Sst…’ Edward had niet het idee dat het een vrouw was. De manier van lopen was mannelijk. Maar dat kan een list zijn. De gedaante met de cape liep rechtstreeks naar Sackvilles graf alsof hij zelfs in het donker moeiteloos de weg kon vinden. Een arm ging omhoog en Edward ving een glimp op van een bleke hand die in de bloempot ging – dieper, dieper… Tsjak! Een scherp, metalig geluid verbrak in één klap de stilte en de gestalte schreeuwde het uit. Even zaten Edward en zijn vader verstijfd van schrik. De capuchon van de dader viel naar achteren en Edward zag dat het een man met wit haar was. Terwijl hij nog een kreet slaakte, trok de man zijn hand terug – en daarmee de stalen val die eraan hing. Lord Brightwell keek Edward bij het licht van de maan aan. ‘Heb jij…?’ Edward stond op en schudde zijn hoofd. ‘Croome.’ Hij rende vooruit en de opgekropte woede die hij voelde, zakte snel door de meelijwekkende kreten van de oude man. Croome was al eerder bij hem dan Edward. ‘Haal hem eraf, haal dat ellendige kreng eraf,’ smeekte de man. ‘Vertel me door wie je bent gestuurd,’ eiste Croome op norse toon. Wist Croome wat er aan de hand was? Hoe kon dat? Waarom nam hij aan dat de man niet in zijn eentje handelde? ‘In vredesnaam… Maak dat ding los! Mijn arm is gebroken.’ ‘Croome…’ drong Edward zacht aan. ‘Wie heeft je opgedragen dit te doen, Borcher?’ hield Croome vol. ‘Nou?’ ‘Niemand.’ Croome stak een stok in de vergrendeling van de val, maar in plaats van de klem open te laten springen, drukte hij hem harder dicht. 367
3epr08072011Destille.indd 367
07-07-11 21:15
‘Stop! Goed dan!’ Croome liet de stok zakken. ‘Er kwam een vrouw langs,’ begon de man buiten adem. ‘Ze stelde vragen over de bevallingen van lady Brightwell. Mijn overleden vrouw was vroeger vroedvrouw. Ik had er al jaren niet meer aan gedacht, maar door die vrouw kwam het verhaal weer boven. Ze verklapte dat lord Brightwell een geheim had.’ Hij hijgde en zweette als een paard. ‘En mijn zoon Phineas dacht dat het hem wel eens veel waard kon zijn om dat stil te houden. Hij heeft de brief geschreven. Ik heb zelf nooit leren schrijven.’ Croome maakte de val los. ‘Phineas Borcher. Ik dacht al dat hij er iets mee te maken zou hebben.’ Edward zag de bloedende wond van de man en zocht in zijn zak naar een schone zakdoek. ‘Wie was die vrouw die bij je langskwam?’ vroeg hij. ‘O, lord Bradley! Ik…’ De oude man keek geschrokken toen Edward hem in het oog kreeg. ‘Ik weet het niet. Ze droeg een zwarte sluier. Ik heb haar gezicht niet gezien.’ Edward gaf hem zwijgend de zakdoek. De man drukte hem tegen de wond. ‘Ik wilde u geen kwaad doen, hoor . U…’ ‘Maar mij wel?’ vroeg zijn vader terwijl hij naast Edward kwam staan. De man zette nog grotere ogen op. ‘Lieve help, lord Brightwell! Het was niet mijn bedoeling om… Ik weet echt niet waar het allemaal om gaat.’ Edward wendde zich tot Croome. ‘Heb jij ons in het bos met elkaar horen praten?’ De jachtopziener knikte kort. ‘Maar dan nog, hoe heb je…?’ Croome stak zijn hand op. ‘Laten we alleen maar zeggen dat ik de pech heb de zoon van deze oude man te kennen. En dat ik ervoor zorg van zijn zaakjes op de hoogte te blijven. Ik heb hem horen opscheppen dat hij u ging uitknijpen, mijnheer.’ 368
3epr08072011Destille.indd 368
07-07-11 21:15
‘We bedoelden het niet kwaad,’ jammerde de man. ‘Phineas zei dat we zo gemakkelijk aan een zak duiten konden komen en het zijn zware tijden, weet u.’ Croome wierp hem een boze blik toe. ‘En ze worden nog zwaarder.’
369
3epr08072011Destille.indd 369
07-07-11 21:15
42
Mijn verzorgster was mijn vertrouwelinge. Zij was degene bij wie ik mijn hart uitstortte. Winston Churchill, My Early Life
Hoewel het haar speet dat ze Audrey en Andrew in de steek had gelaten en was vertrokken zonder afscheid te nemen van de mensen op Brightwell Court die haar dierbaar waren geworden – en daarnaast nog juffrouw Ludlow en mijnheer Tugwell – was de tijd die ze bij de familie van haar moeder doorbracht prettiger dan ze had verwacht. Ze was bezorgd geweest dat mijnheer Crenshaw niet blij met haar komst zou zijn, omdat haar moe ders onfortuinlijke huwelijk en verdwijning – en het mogelijke schandaal – op een dag bekend konden worden. Maar mijnheer Crenshaw, een kleine, kalende man met een opgewekt gezicht en levendige, bruine ogen, verzekerde haar er hartelijk van dat hij het helemaal gewend was om aan lager wal geraakte Hawthorns binnen te halen die in moeilijkheden zaten en gedwongen waren geweest om huis en haard te verlaten. Hij zei dat hij zich niets fijners kon voorstellen dan er nog een op te nemen en voegde er met een knipoog en een glimlach naar zijn vrouw aan toe dat het al heel wat jaren geleden was sinds hij dat had gedaan. Olivia glimlachte onwillekeurig ook. Zoals Olivia door de paar regeltjes die Georgiana Crenshaw onderaan haar grootmoeders brief had geschreven al had verwacht, mocht ze haar tante direct. Ze was hartelijk en vriendelijk en gedroeg zich ontspannen en ongekunsteld. Misschien kwam het doordat ze op haar moeder leek, maar Olivia had het gevoel dat ze Georgiana al jaren kende. 370
3epr08072011Destille.indd 370
07-07-11 21:15
Haar grootmoeder was aanvankelijk wat onzeker en ernstig en stelde vragen over Olivia’s jeugd en scholing. Tot Olivia’s opluchting vermeed ze het om naar mijnheer Keene te vragen. Toch was Olivia zich ervan bewust dat haar grootmoeder op rechte pogingen deed deze kleindochter die ze maar nauwelijks kende te verwelkomen en dat ontroerde haar. De Crenshaws drongen aan dat ze net zo lang moest blijven als ze maar wilde. Olivia hoopte in de herfst te kunnen gaan lesgeven, maar nam hun uitnodiging de zomer op Faringdon door te brengen dankbaar aan. Olivia logeerde nog geen twee weken bij haar familie toen een van de bedienden van de Crenshaws lord Brightwell aankondigde en in de ochtendkamer binnenliet. Olivia stond op. Omdat ze hem een tijdje niet had gezien, was ze plotseling gespannen in zijn gezelschap. Ze werd nog zenuwachtiger door het feit dat zijn anders zo kalme gezicht strak stond. ‘Gaat het goed met de kinderen?’ vroeg ze. ‘Ja, hoewel ze natuurlijk teleurgesteld waren toen ze hoorden dat je… was vertrokken.’ ‘Is mevrouw Howe erg boos?’ Hij grinnikte vreugdeloos. ‘Volgens mij ruikt mijn nicht weer een nieuw mysterie en wil ze het tot op de bodem gaan uitzoeken.’ Olivia wilde heel graag weten hoe lord Bradley op haar vertrek had gereageerd, maar ze wilde er niet naar vragen. Ze dacht aan haar manieren en zei: ‘Gaat u zitten, alstublieft.’ Zelf liet ze zich weer op haar stoel zakken, maar hij bleef staan. Hij haalde iets uit zijn jaszak. ‘Olivia, ik heb iets voor je.’ ‘Toch niet weer een cadeau? U hebt me al teveel gegeven.’ ‘Nee, deze keer niet.’ Door de ernstige klank van zijn stem sloeg de schrik haar om het hart. Hij vouwde een zwaar, rechthoekig vel papier open en hield het haar voor. Ze nam het behoedzaam aan, alsof het een opge rolde slang was. Ze hield het in blokletters geschreven aanplak-
3epr08072011Destille.indd 371
07-07-11 21:15
biljet schuin om meer profijt te hebben van het licht dat door het raam viel en las het snel door, hapte naar adem en las het toen nog een keer. Olivia Keene 24 jaar oud, donker haar, blauwe ogen Wil iedereen die informatie heeft a.u.b. contact opnemen met de meisjesschool in St Aldwyns? ‘Hoe komt u hieraan?’ vroeg Olivia ademloos. ‘Het is door een betaalde bezorger gebracht die niet wist waar het vandaan kwam of dat niet wilde zeggen.’ Olivia ervoer een pijnlijke mengeling van vrees en hoop. ‘Het is een beetje verbleekt en ik ben nu vijfentwintig. Misschien heeft mijn vader het wel opgehangen voordat hij naar Brightwell Court kwam.’ ‘Denk je? Maar waarom zou hij je via een school zoeken?’ ‘Omdat hij slim is. Hij wist dat ik zou aannemen dat mijn moeder me zocht. Of zij was degene die dit heeft opgehangen,’ gaf ze toe. ‘Maar je hebt een brief naar de school gestuurd en laten weten waar je verbleef.’ ‘Ja, maar dat is al een paar maanden geleden. Misschien herinnerde de directrice het zich niet meer.’ Ze keek op van het aanplakbiljet en zag dat lord Brightwell haar nauwlettend gadesloeg. Ze vroeg: ‘Wilt u me naar St. Aldwyns brengen?’ Hij knikte. ‘De koets staat buiten.’
a Lord Brightwell vroeg Olivia in de gesloten koets te wachten. Hij liep de korte afstand van de oprit naar de deur van de meisjes school en Olivia keek stiekem vanachter de dichtgetrokken gordijntjes van het rijtuig toe. Een magere, oudere vrouw deed de deur open. Lord Brightwell stelde zich voor en de vrouw 372
3epr08072011Destille.indd 372
07-07-11 21:15
maakte een reverence en stelde zich voor als juffrouw Kirby, een van de onderwijzeressen van de meisjesschool. De graaf haalde de aankondiging uit zijn zak en liet hem zien. ‘Ik ben hiervoor gekomen.’ Ze wierp er een vluchtige blik op. ‘Neem me niet kwalijk, mijnheer, maar wat heeft dit met u te maken?’ ‘Misschien wel heel veel.’ Hij aarzelde. ‘Kunt u me vertellen of u uit naam van een familielid handelt?’ Nu was het de beurt van de vrouw om te aarzelen. ‘Ik weet… dat wil zeggen, ik heb niet de vrijheid u dat te vertellen.’ ‘Ik zou die persoon erg graag willen spreken.’ ‘Ik ben bang dat mijn zus er op het moment niet is. Die weet beter hoe ze hiermee moet omgaan dan ik. Kunt u een andere keer terugkomen?’ Ze maakte aanstalten om de deur dicht te doen. ‘Olivia zal teleurgesteld zijn,’ zei hij sluw en de deur ging weer open. Er verscheen een levendige uitdrukking op het gezicht van de vrouw. ‘Hebt u haar gezien, mijnheer?’ ‘Ja. Ze heeft de afgelopen maanden op Brightwell Court gewoond. Ik hoop haar mijn protegé te maken.’ ‘Is ze daar nog steeds?’ Olivia hoorde de onderdrukte opwinding in de stem van de vrouw. De graaf aarzelde opnieuw. Hij wilde kennelijk pas vertellen waar ze was als hij wist wie haar zocht. ‘Nee, maar ik weet waar ze wel is.’ ‘En maakt ze het goed?’ Olivia verstond niet wat de graaf antwoordde. ‘Dat is uitstekend nieuws. Ik zal dit nieuws doorgeven aan… degene die er belang bij heeft.’ ‘Dank u.’ De graaf gaf de vrouw zijn visitekaartje. ‘Mijnheer, ik denk dat ik u moet vertellen,’ zei juffrouw Kirby nerveus, ‘dat u niet de eerste bent die naar juffrouw Keene vraagt.’ Olivia kreeg een akelig voorgevoel terwijl ze luisterde. Was 373
3epr08072011Destille.indd 373
07-07-11 21:15
haar vader bij de meisjesschool langs gegaan voordat hij naar Brightwell Court was gereisd? ‘Zo? Wie is hier dan nog meer geweest?’ vroeg hij. ‘Die vrouw heeft haar naam niet genoemd.’ ‘Een vrouw? Hoe oud was ze? Hoe zag ze eruit?’ Hoop en terughoudendheid streden in Olivia’s hart om voorrang. Was het toch haar moeder geweest? ‘Ik zou het niet kunnen zeggen. Ze was zwaar gesluierd. Ze leek me een welgestelde vrouw. Ze klonk in ieder geval aristo cratisch. Niet oud, maar ook geen meisje meer.’ Was de gesluierde vrouw inderdaad haar moeder? Wist ze niet dat Simon Keene was aangehouden en had ze zich vermomd om te voorkomen dat hij haar zou herkennen? ‘Wat zei ze?’ vroeg de graaf. ‘Ze probeerde mijn zus over te halen haar te vertellen wie er naar juffrouw Keene op zoek was en waarom. Ze zei dat ze die persoon uit naam van juffrouw Keene wilde spreken.’ ‘En u hebt geen ontmoeting geregeld?’ ‘Mijn zus stond wel in de verleiding. De vrouw leek zo op recht bezorgd. Maar mijn zus kreeg op het laatste moment toch het gevoel dat het niet goed was.’ ‘God zij dank.’ ‘We verwachten die vrouw vrijdag om twee uur weer.’ ‘Dat kunt u mij vrijdag om een uur verwachten.’
a Vastbesloten zijn neerslachtigheid te overwinnen, sleepte Edward zijn vermoeide ledematen de vele trappen naar de kinderkamer op. Hij was er de laatste tijd niet zo vaak meer geweest en hij wist waarom. Maar een bezoekje aan zijn nichtje en neefje zou hem misschien opvrolijken. Hij trof alleen juffrouw Peale aan, die bewegingloos voor zich uit zat te staren op haar schommelstoel. ‘Dag, juffrouw Peale,’ zei hij vriendelijk. ‘Hoe is het met u?’ 374
3epr08072011Destille.indd 374
07-07-11 21:15
‘Dag mijn beste jongeheer Edward.’ ‘Waar zijn de kinderen?’ ‘Becky heeft de twee oudsten mee naar buiten genomen en Alexander doet een dutje.’ Hij knikte en vroeg toen: ‘U was hier toch toen ik werd geboren?’ Ze glimlachte en in haar ogen kwam een eigenaardig opgewekte, dromerige blik. ‘Dat klopt, ja. Ik was kraamverzorgster bij je arme moeder. Hoe gaat het met lady Brightwell? Is ze nog steeds zo verdrietig?’ Hij aarzelde. Hij schrok van de ontdekking dat het verstand van zijn trouwe verzorgster haar in de steek liet, maar in een opwelling besloot hij haar niet te herinneren aan de gebeurtenissen van de afgelopen tijd. ‘Ja, heel erg. Waarom is ze toch zo droevig, juffrouw Peale?’ ‘Omdat haar baby’s zijn gestorven, domme jongen.’ Ze keek langs hem heen naar een of ander onzichtbaar voorwerp of een herinnering. Zijn adem stokte. ‘Allemaal, juffrouw Peale?’ Ze zuchtte. ‘Allemaal.’ Voorzichtig vroeg hij: ‘Vond u het erg toen ze mij als hun eigen kind aannamen?’ ‘Waarom had ik dat erg moeten vinden? Ze zeiden dat ik mocht blijven om voor jou te zorgen en gaven me er nog een heel goed salaris voor ook.’ Ze keek naar hem op. ‘Wist je dat ik meer verdien dan Hodges? Dat heeft juffrouw Hinkley me een keer verteld.’ Ze lachte. ‘Voor minder zou ik ook zijn gebleven. Ik hield van je zodra ik je zag. Je lijkt zo op Alexander.’ ‘Ja,’ mompelde hij en deed zijn best niet bezorgd te klinken. ‘U zorgde erg goed voor me en u hebt erg uw best voor onze familie gedaan.’ Ze knikte en kreeg een verwarde blik in haar ogen. Was het net tot haar doorgedrongen dat ze iets had toegegeven wat ze nooit had mogen onthullen? Er kwam een nieuwe gedachte bij hem op waar hij van schrok. 375
3epr08072011Destille.indd 375
07-07-11 21:15
Kon zij de brieven hebben geschreven? In haar verwarring? Hij besefte dat hij haar handschrift niet zou herkennen. Had hij het ooit gezien? Maar iets wat juffrouw Keene een keer had gezegd, liet hem niet los. Hij zei: ‘Ja, u bent een uitstekende kinderverzorgster, maar u hebt nooit leren lezen en schrijven, wel?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Ik kan niet tegen u liegen, jongeheer Edward.’ Haar gezicht vertrok. ‘Maar vertel het alstublieft niet verder. Ik heb me altijd voor dat geheim geschaamd.’ Dat geheim bewaarde ze wel, dacht hij ietwat cynisch. ‘Hoe heette mijn moeder?’ vroeg hij, besluitend gebruik te maken van de geestesgesteldheid waarin ze verkeerde. Juffrouw Peale schudde langzaam haar hoofd en kreeg weer een dromerige blik in haar ogen. ‘Die arme Alice Croome…’ Zijn hart sloeg op hol. Croome? Dat kon niet. Had Croome een vrouw? Dochter? Nichtje? Dat had hij niet verwacht. ‘Heet ze zo?’ drong hij aan.‘Heet mijn moeder Alice Croome?’ Juffrouw Peale keek plotseling waakzaam op. Haar mond was een strenge streep en in haar ogen brandde een vuur dat hem als jongetje in elkaar had doen krimpen. ‘Uw moeder is natuurlijk lady Brightwell,’ zei ze vinnig. ‘Wie is mijn moeder…? Wat een gekkigheid, zeg!’
376
3epr08072011Destille.indd 376
07-07-11 21:15
43
De populairste (school) was die van mevrouw Devis op het Queen Square. Daar waren veel dansmeesters, muziekmeesters en tekenmeesters aanwezig. Ruth Brandon, Governess, The Lives and Times of the Real Jane Eyres
Olivia bracht nog een paar angstige dagen bij haar tante en oma door voordat lord Brightwell haar, zoals hij had beloofd, kwam halen om weer naar St. Aldwyns te gaan. Toen de koets bij de school arriveerde en lord Brightwell weer alleen naar de deur liep, leek juffrouw Kirby zenuwachtiger dan ooit. ‘O! U bent het, lord Brightwell. Ik was bang dat het die vrouw met die sluier weer zou zijn.’ ‘Is ze al geweest? Het is nog niet eens een uur.’ ‘Ze kwam te vroeg. En ze was erg van streek toen ik haar niet wilde vertellen wat ze wilde weten. U hebt haar maar net gemist.’ Olivia hield zich nog in de koets verborgen. Ze keek uit het achterraampje van het rijtuig en ving een blik op van een gestalte in een donkere cape, hoed en sluier, die in een koets stapte die langs de hoofdstraat stond geparkeerd. Haar hart sloeg een slag over. Had ze net haar moeder gemist? ‘Mijn zus is een nieuwe leerling gaan afhalen bij de middagkoets,’ zei juffrouw Kirby. ‘Wilt u, laten we zeggen, over een uur nog eens terugkomen?’ ‘Dank u. Mogen mijn protegé en ik de school bekijken terwijl we wachten?’ Toen ze de hint hoorde, stapte Olivia uit de koets. Juffrouw Kirby zette grote ogen op terwijl ze kwam aanlopen. 377
3epr08072011Destille.indd 377
07-07-11 21:15
Ze aarzelde. ‘Ik… Dat wil zeggen, dit is niet zo’n geschikt moment, mijnheer. Omdat mijn zus er niet is, begrijpt u. En ik moet over drie minuten voor de klas staan. De dansmeester vertrekt om klokslag een uur.’ Olivia stak haar hand naar de vrouw uit. ‘Ik ben Olivia Keene,’ zei ze. Juffrouw Kirby’s mond viel open terwijl ze Olivia’s hand aannam. ‘Bent u het?’ Ze beet op haar lip. ‘Kon ik maar… Maar mijn zus heeft me strenge instructies gegeven. Zou juffrouw Keene misschien in haar eentje willen wachten?’ ‘Juffrouw Keene blijft bij mij, onder mijn bescherming,’ zei lord Brightwell. ‘Dat begrijpt u vast wel.’ ‘Ik denk niet, eh… O, ik moet nu echt naar binnen. Goed, als u mij wilt volgen, breng ik u naar de zitkamer. Als u daar blijft zitten, stuur ik mijn zus naar u toe zodra ze terugkomt.’ ‘Erg vriendelijk van u, juffrouw Kirby.’ Het hoofd van de vrouw draaide van de ene kant naar de andere terwijl ze hen de school binnenleidde en door een korte gang naar een nette, kleine zitkamer bracht. ‘Wacht u hier,’ zei ze en deed de deur stevig achter zich dicht. ‘Voorzichtige dame, die juffrouw Kirby,’ merkte de graaf op. ‘Dat viel mij ook op.’ ‘Ik hoop niet dat ze leerlingen aan het ontluizen zijn of een andere klus doen waar ze geen pottenkijkers bij willen.’ Olivia gaf geen antwoord, maar liep langzaam de kamer door. ‘Naar deze school was ik op weg voordat ik op Brightwell Court terechtkwam,’ zei ze. ‘Ik hoopte dat ze nog een lerares nodig zouden hebben.’ ‘Ik zie dat je het nog steeds hoopt.’ ‘Denk niet dat ik u niet dankbaar ben.’ ‘Welnee. Je bent de dochter van je moeder. Natuurlijk wil je lesgeven. Als ik jou met Audrey en Andrew zie, nou, dan lijkt het wel of ik Dorothea weer zie.’ ‘Nu we het toch over haar hebben, mijnheer – denkt u hetzelfde als ik? Over die gesluierde vrouw, bedoel ik?’ 378
3epr08072011Destille.indd 378
07-07-11 21:15
Hij fronste zijn voorhoofd. ‘Ik betwijfel het.’ ‘U denkt niet dat het mijn moeder was die mij hier vermomd is komen zoeken?’ ‘Nee,’ zei hij onomwonden en zonder aarzelen. Ze wilde hem vragen waarom toen er gedempt gelach door de kier onder de gesloten deur doordrong. Olivia draaide zich met een ruk naar lord Brightwell om en greep zijn onderarmen vast. ‘Dat is mama!’ fluisterde ze. Haar hart bonsde van opwinding. De ogen van de graaf straalden medeleven uit. Hij schudde zijn hoofd en smeekte: ‘Olivia…’ Olivia haastte zich naar de deur, deed hem voorzichtig een stukje open en luisterde. Ergens uit de meisjesschool klonk opnieuw het gelach. ‘Ze is het! Ik weet het zeker!’ Olivia rende de kamer uit. Het was waar dat het lang geleden was dat ze haar moeder had horen lachen, maar het geluid verbond zich met haar ziel. Ze duwde de eerste de beste deur waar ze langs kwam open. ‘Mama?’ Een meisje van een jaar of dertien keek geschrokken op van haar tafeltje. ‘Neem me niet kwalijk,’ mompelde Olivia. Ze deed een stap naar achteren en voelde zich belachelijk. Lord Brightwell stond in de deuropening van de zitkamer en wenkte zwijgend dat ze weer binnen moest komen. Maar Olivia hoorde de lach weer. Hij kwam van een verdieping hoger. Ze rende naar de trap verderop, trok haar rokken op en liep snel naar boven. Ze haastte zich door de gang naar een openstaande deur en keek naar binnen. Een vrouw zat met haar rug naar de deur aan een lage tafel. Tegenover haar zaten twee meisjes ongeveer zo oud als Audrey een spelletje te doen met Franse vocabulairekaartjes. De meisjes zagen Olivia het eerste. ‘Wat is er?’ De donkerharige vrouw draaide haar slanke lichaam om en haar oneindig vertrouwde profiel werd zichtbaar. 379
3epr08072011Destille.indd 379
07-07-11 21:15
Olivia’s maag maakte een buiteling en adrenaline schoot door haar lichaam. De vrouw sperde haar ogen wijd open en sprong met haar hand tegen haar hart gedrukt overeind. Olivia en haar moeder stonden elkaar verbluft aan te staren. ‘Olivia!’ Dorothea Keene deed haar armen wijd en trok haar dochter tegen zich aan. ‘O, mama, ik was zo bezorgd over u,’ zei Olivia met tranen in haar ogen. ‘We dachten dat u dood was!’ ‘Olivia, laat me naar je kijken.Tot een paar dagen geleden was ik degene die dacht dat ze jou nooit meer zou zien.’ Haar moe der trok haar weer tegen zich aan. Daarna voelde Olivia hoe ze verstarde. ‘Oliver…’ zei ze ademloos. Olivia draaide zich om en zag lord Brightwell zichtbaar ge schokt op de drempel staan. ‘Het was mama die ik hoorde,’ zei Olivia buiten adem. ‘Ik zei het toch?’ ‘Ja…’ mompelde de graaf zonder zijn blik van Dorothea’s gezicht af te wenden. ‘Hallo, eh… mevrouw Keene.’ ‘Mijnheer.’ Haar moeder maakte zonder haar gewone gratie een houterige reverence. ‘Ik heb in Arlington naar Olivia gevraagd, maar de enige nieuwkomer die de mensen voor me beschreven was doofstom.’ Olivia keek naar lord Brightwell en lachte schaapachtig. ‘Dat is een lang verhaal, mama.’
a Juffrouw Kirby bracht hun thee in de zitkamer. Ze verontschuldigde zich en legde uit dat ze opdracht hadden gekregen me vrouw Keenes aanwezigheid alleen aan haar dochter bekend te maken en alleen als haar dochter alleen was. ‘Het spijt me dat ik niet eerder kon komen, Olivia,’ zei haar moeder.‘Nadat je was weggegaan, heeft Muriel me meegenomen naar haar zus op het platteland. Ik was van plan maar een paar 380
3epr08072011Destille.indd 380
07-07-11 21:15
dagen te blijven terwijl ik herstelde van…’ Ze wierp een snelle blik op de anderen en richtte haar ogen toen weer op Olivia. ‘Maar ik werd helaas ernstig ziek. Om die reden en door de onbegaanbare wegen was ik gedwongen verscheidene maanden van hun gastvrijheid gebruik te maken. Het lukte me begin maart pas weer naar St. Aldwyns te komen en toen heb ik die aanplakbiljetten opgehangen. ‘Toen ik je niet vond, waren de dames Kirby zo vriendelijk me hier een betrekking aan te bieden.’ Olivia vond het een rechtvaardige speling van het lot dat haar moeder de betrekking had gekregen die ze zelf had gewild. Niemand was er meer voor geschikt en niemand verdiende hem meer. ‘Hebt u een kopie van de oproep naar lord Brightwell ge stuurd?’ vroeg ze. Ze schudde haar hoofd. ‘Ik had geen reden om te denken dat je naar Brightwell Court zou gaan in plaats van naar deze school.’ Olivia vroeg juffrouw Kirby beleefd of ze zich de brief herinnerde waarin ze om een betrekking had gevraagd en waarin ze aanwijzingen had gegeven voor het geval haar moeder haar zou komen zoeken. De vrouw vertrok nadenkend haar gezicht. ‘Ik herinner me vaag dat mijn zus een paar maanden geleden een brief van Brightwell Court noemde, maar ze heeft niets over Dorothea’s dochter gezegd. Dat zou ik me wel herinneren! Had u de naam van uw moeder niet genoemd?’ ‘Ik weet zeker dat ik mevrouw Keene heb genoemd.’ ‘Aha! Maar wij kenden haar alleen als juffrouw Hawthorn, ziet u. Mijn zus heeft ongetwijfeld het verband niet gelegd. Wij hoorden de naam Keene pas toen uw moeder hier naartoe kwam en ik denk dat mijn zus uw brief tegen die tijd helemaal was vergeten. Haar geheugen is niet wat het is geweest. Het mij ne ook niet, ben ik bang.’ Ze trok weer een gezicht. ‘Ik hoop dat u het ons wilt vergeven, mijn beste.’ 381
3epr08072011Destille.indd 381
07-07-11 21:15
‘Natuurlijk vergeef ik het u.’ Toen juffrouw Kirby wegging, begonnen de drie in een chaotisch gesprek de details in te vullen. ‘Ik heb een paar maanden geleden een man naar Withington gestuurd,’ legde lord Brightwell uit. ‘Maar uw buren gaven hem de indruk, of lieten in ieder geval toe dat hij de indruk kreeg, dat u in het nieuwe graf op het kerkhof lag.’ Dorothea knikte met een beschaamd gezicht. ‘Dat was Muriels idee, maar ik heb haar niet tegengehouden. Ik kon geen andere manier bedenken om aan hem te ontsnappen. Ik wist dat hij me anders zou gaan zoeken.’ Olivia zei in een opwelling: ‘Vader is gearresteerd. U bent veilig.’ In plaats van opluchting kwam er een geschokte uitdrukking op haar moeders gezicht en ze fronste haar wenkbrauwen. ‘Je vader?’ ‘Ja. Eerst dachten we dat hij was gearresteerd omdat… hij u kwaad had gedaan, maar juffrouw Cresswell…’ ‘Olivia, nee,’ onderbrak haar moeder haar. ‘Je vader heeft me geen… Dacht je dat je vader degene was die je die avond op zijn hoofd had geslagen?’ Haar gezicht was bleek van schrik. Vrees en verwarring overvielen Olivia. ‘Ja.’ ‘Liefje, ik ontken niet dat je vader erg opvliegend is en veel gebreken heeft. Maar losse handen heeft hij nooit gehad. Het is niet bij me opgekomen dat je dacht dat hij het was.’ ‘Ik… ik weet dat het donker was, maar ik zag dat glas dat tegen de haard kapot was gesmeten en zijn jas lag over de omgegooide stoel…’ Mevrouw Keene schudde haar hoofd en keek bedroefd en verward. ‘Maar… wie was het dan, mama? Wie heb ik dan geslagen?’ Dorothea keek naar lord Brightwell en toen naar haar handen. ‘Daar hebben we het later misschien nog wel over. We hebben elkaar nog maar net teruggevonden. En… je zei dat je vader is gearresteerd?’ 382
3epr08072011Destille.indd 382
07-07-11 21:15
‘Juffrouw Cresswell denkt dat hij van verduistering wordt beschuldigd.’ ‘Hoewel anderen denken dat mijnheer Keene verantwoorde lijk was voor… uw verdwijning,’ voegde lord Brightwell eraan toe. ‘Vooral omdat hij het dorp is uit gevlucht alsof hij schuldig was.’ Dorothea kreeg rimpels in haar voorhoofd van verdriet. ‘Ik zou het niet kunnen verdragen als hij werd gestraft voor een misdaad die hij niet heeft begaan,’ zei ze. ‘Zou er een magistraat zijn die hem zonder bewijs zou veroordelen?’ ‘Wie is er wel op het kerkhof begraven?’ vroeg Olivia. ‘Een arme zigeunervrouw die samen met haar kind in het kraambed is gestorven. Juffrouw Atkins wist dat de kerkvoogd nooit zou toestaan dat zo’n vrouw op het kerkhof werd begraven als ze het vroeg, dus heeft ze het niet gedaan.’ Olivia schudde lang haar hoofd. ‘Ik heb me zo schuldig gevoeld. Zo ellendig. Te bedenken dat mijn eigen vader…’ Olivia zweeg en keek van haar moeder naar lord Brightwell en toen weer terug. ‘Is Simon Keene mijn vader wel?’ Haar moeder staarde haar niet-begrijpend aan. Daarna keek ze naar lord Brightwell die naast haar dochter zat en langzaam daagde er begrip in haar ogen. Toch aarzelde ze nog. ‘Lord Brightwell dacht… tenminste, we…’ stamelde Olivia. ‘We hoopten het,’ voegde de graaf eraan toe terwijl hij Olivia’s hand vastpakte. ‘O, Olivia.’ Dorothea’s gezicht weerspiegelde haar onzeker heid. ‘Juffrouw Kirby heeft me verteld dat lord Brightwell je onder zijn hoede heeft genomen, maar ik had er geen idee van…’ ‘Je hebt haar Olivia genoemd,’ zei de graaf bijna smekend. Haar gezicht vertrok alsof ze pijn had. ‘Heel dom, ik weet het. Maar eerlijk gezegd heb ik die naam altijd mooi gevonden en was ik al sinds mijn jeugd van plan mijn dochter zo te noemen.’ Ze keek de graaf schaapachtig aan. ‘En ja, ook om andere redenen vond ik het een mooie naam.’ Dorothea keek naar Olivia’s hand die stevig in die van lord 383
3epr08072011Destille.indd 383
07-07-11 21:15
Brightwell lag en haar ogen vulden zich met tranen. ‘Lieve help…’ Ze slikte en boog haar hoofd. ‘Toen ik Brightwell Court verliet had ik net ontdekt dat ik een kind zou krijgen,’ bekende ze zacht en met een blos op haar wangen. ‘En Simon wist het toen hij met me trouwde. Ik kon geen andere oplossing bedenken. Mijn familie, dat wist ik, zou niets met me te maken willen hebben als ze over mijn schande hoorden. Ik kon mezelf niet onderhouden en bovendien wilde ik dat mijn kind in een huwelijk geboren zou worden. Wettig.’ Dorothea keek Oliver Bradley aan en de tijd leek even stil te staan. ‘Maar dat kind ben ik al snel na de bruiloft verloren.’ ‘Waarom verachtte hij me dan!’ barstte Olivia uit en ze voelde zich plotseling heel jong. ‘O, Olivia. Dat was jouw schuld niet.’ De stem van haar moe der trilde. ‘Hij was verschrikkelijk jaloers en dat maakte ik nog erger door na mijn miskraam naar Brightwell Court terug te gaan. Dat had ik niet moeten doen. Ik ging er alleen maar naartoe om me er persoonlijk van te overtuigen dat het goed met hem ging en dat hij echt getrouwd was, voorgoed onbereikbaar voor mij.’ Dorothea richtte zich met tranen in haar ogen tot Oliver. ‘Ik zag jullie tweeën in de tuin. Zag dat je haar omhelsde, kuste. Meer hoefde ik niet te zien. Dat was mijn einde en ik was in één keer bevrijd.’ De ogen van de graaf glansden. ‘Ik wist helemaal niet dat je daar was geweest.’ Dorothea richtte haar blik weer op Olivia. ‘Ik ging diezelfde dag nog naar huis terug en stortte me in Simons armen met het vaste besluit opnieuw te beginnen. Maar toen vertelde iemand hem dat ik in de koets naar het oosten was gezien en hij beschuldigde me ervan dat ik die dag een minnaar had bezocht.’ Ze haalde adem. ‘Ik verzekerde hem ervan dat dat niet zo was en een tijd lang dacht ik dat hij me geloofde.’ ‘Maar zelfs hij denkt dat lord Brightwell mijn vader is!’ Tranen glinsterden op Dorothea’s wangen. ‘Waren we die dag 384
3epr08072011Destille.indd 384
07-07-11 21:15
maar niet naar die Romeinse ruïne gegaan.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Als het waar was, dacht ik dat het kon verklaren…’ begon Olivia, maar een brok in haar keel verhinderde dat ze haar zin afmaakte. Lord Brightwell voegde eraan toe: ‘Ik heb Olivia gevraagd me toestemming te geven haar in het openbaar als protegé aan te nemen, hoewel we niet met zekerheid konden zeggen of ze mijn dochter was. Maar Olivia heeft het vastbesloten geweigerd. Ze moet het diep in haar hart hebben geweten.’ ‘O, Olivia.’ Haar moeder schudde berouwvol haar hoofd. ‘Dat is de reden waarom ik me niet vertoonde toen lord Brightwell hier de eerste keer kwam. Ik dacht dat je misschien wel gelukkiger zou worden als je bij hem bleef in plaats van naar mij en mijn armzalige huisje terug te keren.’ ‘Olivia was zielsbedroefd om u,’ zei lord Brightwell. ‘Ik zou nooit uw plaats kunnen innemen.’ Olivia voelde hoe haar tranen geluidloos over haar wangen gleden. ‘Het spijt me dat dit alles je is overkomen, Olivia. En het spijt me vooral dat je zo slecht over je vader dacht.’ Haar moeder legde haar hand om haar kin. ‘Maar het leven is toch niet altijd slecht geweest? Soms konden we het aardig met elkaar vinden, als je vader nuchter was…’ Olivia voelde zich als verdoofd. Haar moeder bleef praten, maar de woorden drongen niet meer tot haar door. In plaats daarvan hoorde ze glazen rinkelen, het zachte geroezemoes van mannenstemmen en haar vaders lage stem die zei: ‘Knappe meid van me.’ Ze voelde zich weer omringd door de warmte van zijn lof. Een ondoorzichtig web vertroebelde haar zicht en haar moeder en lord Brightwell werden vaag. Hoe lang was het geleden dat ze had teruggedacht aan de avonden rond het vuur, de rekenspelletjes aan de keukentafel, de liedjes die haar vader zong? Te lang. Ja, er waren slechte tijden geweest. En die had ze opgeteld als cijfers in een kolom, zonder eraan te 385
3epr08072011Destille.indd 385
07-07-11 21:15
denken de goede tijden mee te rekenen. Ze had met de boekhouding geknoeid. Plotseling schaamde Olivia zich dat ze misbruik had gemaakt van de gastvrijheid van de graaf. Ja, ze had hem verteld om welke redenen ze twijfelde. Maar ze had hem hoop gegeven, toege laten dat hun relatie zich ontwikkelde. Lord Brightwell, die nog steeds naast haar zat, bleef haar hand vasthouden. Hij hield hem zelfs steviger vast dan eerst. Maar Olivia merkte dat ze afstand nam. Edwards gezicht verscheen voor haar geestesoog. De minachtende blik.Wat zou hij tevreden zijn als hij wist dat ze toch geen aanspraak op de graaf kon maken. Olivia veegde haar ogen af en besefte dat ze opnieuw iets moest bekennen. ‘Mama,’ zei ze, ‘toen we het ergste vreesden, heb ik de brief in uw beursje opengemaakt. Lord Brightwell en ik hebben hem bij uw moeder en zus afgegeven.’ Dorothea sperde haar ogen wijd open en haar gezicht werd bleek. ‘Ik wilde dat je dat niet had gedaan.’ ‘U hoeft zich geen zorgen te maken,’ stelde Olivia haar gerust. ‘Uw moeder en zus hebben me gastvrij in hun huis ontvangen. Tante Georgiana’s man ook. Ze zijn erg aardig, mama en oma vindt het erg dat jullie zo lang van elkaar gescheiden zijn geweest. Ik weet zeker dat u daar ook welkom bent.’ ‘Denk je?’ Olivia had haar moeder nog bijna nooit zo onzeker gezien. ‘Gaat u met mij mee terug naar de familie Crenshaw? Ik geef toe dat het een flinke schok voor hen zal zijn, want we dachten dat we u nooit meer zouden zien, maar ze zullen heel blij zijn, dat verzeker ik u.’ ‘Ik weet het niet… Misschien moet je het hun eerst maar vertellen en als ze me dan nog willen zien… zou je me dan willen schrijven om het me te laten weten?’ ‘Weet u het zeker? U kunt nu ook meegaan en ze in levenden lijve ontmoeten.’ Haar moeder schudde haar hoofd. ‘Dat is te plotseling. En ik heb nu mijn leerlingen hier. Een andere keer misschien?’ 386
3epr08072011Destille.indd 386
07-07-11 21:15
‘Mag ik dan vanavond bij u blijven?’ vroeg Olivia. ‘Denkt u dat de zussen dat vervelend zullen vinden? Ik heb het gevoel dat het niet goed is om zo snel nadat ik u heb teruggevonden weer weg te gaan.’ Dorothea glimlachte. ‘Je mag bij mij op de kamer slapen. Dat kunnen ze nooit erg vinden.’ Lord Brightwell stond op en stelde voor: ‘Ik kan morgen de koets sturen om jou naar Faringdon terug te brengen, Olivia. En als je besluit hier langer te blijven, kun je Talbot met een bericht naar je grootmoeder sturen om te voorkomen dat ze zich zorgen maakt.’ ‘Dank u, mijnheer.’ Olivia stond op, evenals haar moeder. ‘U bent altijd zo attent.’ Dorothea maakte een reverence voor lord Brightwell. ‘Ik ben u erg dankbaar dat u zo goed op mijn dochter hebt gepast.’ De graaf maakte ook een buiging, maar zijn glimlach bereikte niet helemaal zijn ogen. Olivia liep met de graaf mee terug naar de poort van de meisjesschool en trok voorzichtig haar hand uit de zijne. ‘Wat ga je nu doen, lieve kind?’ vroeg hij. Ze beet op haar lip en antwoordde: ‘Tijd met moeder doorbrengen natuurlijk en zoveel mogelijk over de situatie van mijn vader uitzoeken. Mijn tante en mijn oma hebben me uitge nodigd de zomer bij hen door te brengen en daarna hoop ik een betrekking in Kent te krijgen.’ ‘Maar, Olivia, is het nodig dat je zo ver weg gaat? Je moeder zal je missen en ik ook. En Edward ook.’ ‘Tja,’ stamelde Olivia en zette toen de gedachte aan Edward uit haar hoofd. ‘Ik zal jullie ook missen. Maar ik wil graag een nieuw begin maken.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik weet dat dit een hele schok voor je is geweest, Olivia. Maar er verandert niets.’ ‘Lieve lord Brightwell, dat ben ik niet met u eens.We kunnen niet langer doen of we familie zijn terwijl we allebei weten dat het niet zo is. Uw vriendelijkheid is de afgelopen maanden mijn 387
3epr08072011Destille.indd 387
07-07-11 21:15
grootste troost geweest en ik zal u altijd heel dankbaar blijven. Maar ik moet nu niet meer op u leunen.’ Ze boog zich naar hem toe en gaf hem een kus op zijn wang. ‘Dank u voor alles.’ Ze ging snel rechtop staan omdat ze bang was dat er weer tranen zouden komen. ‘Olivia…’ ‘Vertelt u alstublieft niemand over mijn plannen.’ Hij keek haar ongelovig aan. ‘Waarom niet?’ ‘Ik heb nog maar een paar maanden voordat ik naar Kent vertrek, ervan uitgaande dat ze me daar een betrekking aanbieden, en ik wil elk moment daarvan met mijn familie doorbrengen.’ Er kwam een gekwetste uitdrukking op zijn gezicht. Olivia voelde zijn pijn in haar eigen hart en had onmiddellijk spijt van de manier waarop ze zich had uitgedrukt. Hij vroeg: ‘Maar kom je op z’n minst niet nog een keer naar Brightwell Court om afscheid van iedereen te nemen?’ ‘Nou… ik…’ Olivia kon het niet opbrengen hem de waarheid te vertellen: ze wilde Edward niet zien. De graaf moest hebben gezien dat ze in verlegenheid was gebracht en begreep blijkbaar de reden. ‘Edward is morgenochtend weg,’ zei hij zacht.‘Dan kun je komen.Voordat je naar de familie Crenshaw teruggaat.’ Olivia keek lord Brightwell aan en zag verdriet, maar ook begrip in zijn ogen. Ze kreeg een brok in haar keel en fluisterde schor: ‘Ja, morgen is goed.’ Ze zwaaide toen hij in de koets stapte. Het rijtuig reed weg en ze draaide zich om naar de school. En terwijl ze dat deed, werd ze zich eindelijk bewust van een gedachte die in haar achterhoofd had gezeten. Ze herinnerde zich dat ze had gehoopt dat de ge sluierde vrouw haar moeder was, die haar was komen zoeken. Olivia voelde een huivering langs haar rug omhoog kruipen als een zilvervisje. Haar moeder was in de school geweest toen zij arriveerden. Dus wie was dan de gesluierde vrouw geweest die Olivia had gezien… en wat wilde ze?
388
3epr08072011Destille.indd 388
07-07-11 21:15
44
Edward trof de wildbeheerder op zijn stoepje aan. Hij zat met zijn tamme patrijs aan zijn voeten in een poeltje zonlicht. In zijn handen hield hij zijn houtsnijwerk en een mes. ‘Ik heb verontrustend nieuws gehoord, mijnheer Croome,’ begon Edward somber. De oude man wierp hem een haviksblik toe. ‘Ik denk dat ik wel kan raden van wie. Wat ze ook heeft gezegd, ik vertrouw erop dat u ook naar mijn kant van het verhaal luistert. Het is niet zo erg als het lijkt.’ ‘Zij? Hebt u het over juffrouw Keene?’ ‘Nou, u niet dan?’ ‘Nee. Zou dat moeten dan? Wat had juffrouw Keene me kunnen vertellen?’ Croome klapte geërgerd zijn mes dicht. ‘Nu gaat u haar ernaar vragen, dus kan ik het u net zo goed zelf vertellen en als u wilt, mag u me daarna ontslaan. Ze heeft me een keer gezien voordat ze hier kwam. Met een stelletje ongeregeld in het bos bij Chedworth.’ ‘Chedworth? En wat voerde onze wildbeheerder daar uit?’ ‘Ik neem af en toe een dag vrij. Na meer dan dertig jaar voor uw vader te hebben gewerkt en daarvoor voor zijn vader, heb ik dat toch wel verdiend?’ ‘Maar wat…?’ ‘Die mannen stropen, mijnheer, maar niet hier. Niet nadat ik ze een keer heb betrapt. Ze haalden hier karrenvrachten patrij zen weg.’ ‘Wanneer is dat gebeurd? Ik herinner me niet dat ik er iets 389
3epr08072011Destille.indd 389
07-07-11 21:15
over heb gehoord. Heb je ze naar de agent gebracht?’ ‘Het is al een tijd geleden. En nee, ik heb ze niet laten arresteren. Een van die mannen was nog maar nauwelijks droog achter zijn oren. En een andere had een eerste kind op komst. Ik kon het niet. Dus heb ik met ze onderhandeld. Zij zouden geen voet meer op dit landgoed zetten en ik zou ze er niet bij lappen.’ ‘Maar vertrouwt u stropers op hun woord?’ ‘Ik zeg niet dat ik ze vertrouwde. Niet Borcher en die andere schurk. Ongevoelige, lompe honden zijn dat. Dus zonder dat ze het in de gaten hadden, ben ik ze gevolgd, ziet u, helemaal terug naar het bos bij Chedworth waar ze hun kamp hebben.’ Edward krabde aan zijn achterhoofd. ‘Wil je me soms vertellen dat je juffrouw Keene die keer dat je daarheen ging daar bent tegengekomen? Belachelijk!’ ‘Nee, ik ga er nu zo’n beetje elke twee weken naartoe.’ ‘Waarom? Werk je met hen samen? Je moet er wel iets bij winnen als je steeds zo’n afstand aflegt. Een andere reden kan ik niet bedenken.’ ‘O, nee? Ik dacht dat u meer fantasie had. Een man met een volle buik is minder geneigd om te stropen, nietwaar?’ Edward keek de oude wildbeheerder indringend aan, wilde kwetsen, zoals hij zelf was gekwetst. ‘Wie is Alice Croome?’ Het gezicht van de oude man verslapte en verstarde. In zijn flets geworden ogen verscheen een waakzaam licht. ‘Wat heeft uw vader u verteld?’ ‘Ik weet niet wie mijn vader is. U wel soms?’ Toen Croome aarzelde, siste Edward: ‘Bent u het?’ De oude man sperde zijn ogen wijd open en hij liet een vreugdeloos lachje horen. ‘Kennelijk hebt u toch fantasie, al is die dan krom. Als ik wist wie uw vader was, had ik hem al lang geleden vermoord om wat hij mijn lieve Alice heeft aangedaan. Maar ze heeft nooit willen vertellen wie haar heeft misbruikt. En dat terwijl zij nooit een vlieg kwaad deed.’ ‘Alice was uw…’ 390
3epr08072011Destille.indd 390
07-07-11 21:15
‘Mijn meiske. Mijn eigen dochter.’ Zijn stem beefde. ‘Het liefste schepsel op Gods aarde.’ Croomes dochter. Het werd steeds erger. ‘Waar is ze nu?’ ‘Waar heeft lord Brightwell gezegd dat ze was?’ ‘Hij heeft niets gezegd.’ ‘Hoe hebt u dan over haar gehoord?’ Edward schudde zijn hoofd en lachte kort. ‘Mijn oude kinderverzorgster. Onze eerbiedwaardige juffrouw Peale vergeet tegenwoordig veel, maar ze herinnert zich nog wel dingen die ze had moeten vergeten.’ Croome leek diep in gedachten verzonken en knikte be grijpend. Edward nam hem in zich op. ‘Kennelijk is ze niet de enige die ervan weet, want we hebben verschillende dreigbrieven gekregen. Daar weet je toevallig niets van?’ Croome keek kwaad. ‘Ik weet niets van dreigbrieven, behalve dan van die ene van Borcher. Denkt u soms dat ik u kwaad zou doen? Ik? Terwijl u nog de enige op deze wereld bent die het bij de rechter voor mij en de mijnen kan opnemen? Waarom zou ik dan het aanbod van Linton hebben afgeslagen? Hij heeft voorgesteld me twee keer zoveel te betalen. En Sackville heeft me nog eens anderhalf keer zoveel geboden en nog een huis dat niet op instorten staat op de koop toe. Waarom blijf ik hier? Terwijl niemand om het bos of het wild hier geeft? Sinds de vierde graaf is hier geen jager meer geweest. Heb ik mijn tijd hier uitgezeten om u op een dag een dreigbrief te kunnen schrijven? Hoe komt u erbij?’ Al luisterend kreeg Edward het gevoel dat hij werd wakker geschud en hij voelde zich door de woordenstroom van de anders zo zwijgzame mijnheer Croome van zijn stuk gebracht. ‘Vergeef me. Ik dacht niet dat u die brieven had geschreven. Maar u hebt me nog niet verteld waar mijn… waar uw dochter is.’ Edward kon het woord niet over zijn lippen krijgen of zelfs maar denken. Lady Brightwell was zijn moeder en dat zou ze altijd blijven. 391
3epr08072011Destille.indd 391
07-07-11 21:15
Croome staarde naar de zon die in het westen stond en die als een gouden, met hout omlijste wijzerplaat door de bomen scheen. ‘Ze zeggen dat ze er met haar geliefde vandoor is.’ ‘Ze? Wie zijn ze?’ Croome kneep zijn ogen zover dicht dat ze bijna onder zijn ruige wenkbrauwen schuil gingen. ‘Ik zeg dat God het weet en dat de graaf het weet en een van hen zal degene moeten zijn die het u vertelt.’
a Olivia vroeg de koetsier eerst te stoppen bij de kledingwinkel waar ze afscheid nam van Eliza Ludlow. Daarvandaan ging ze naar de pastorie, waar ze mijnheer Tugwell in zijn tuin aantrof. ‘Ik kom afscheid nemen.’ Hij drukte haar de hand. ‘Ik had al gehoord dat u ons ging verlaten. En dat speet me erg.’ ‘Dank u.’ Ze hoopte dat hij niet kon zien dat ze had gehuild en ze probeerde luchtig te klinken. ‘Mag ik u om een gunst vragen, mijnheer Tugwell?’ ‘U mag vragen wat u wilt, juffrouw Keene.’ ‘Ik heb de vriendin van uw overleden vrouw geschreven, het hoofd van de meisjesschool in Kent.’ Hij knikte. ‘Ze heeft teruggeschreven om me een betrekking aan te bieden op voorwaarde dat u mij aanbeveelt. Wilt u haar schrijven?’ ‘Uiteraard, mijn beste, hoewel ik het erg verdrietig zou vinden als u zover bij ons vandaan zou gaan wonen.’ Ze probeerde te glimlachen. ‘U hebt niets te vrezen. Juffrouw Ludlow blijft hier. En u tweeën kunt erg goed met elkaar opschieten.’ ‘In het armenhuis, ja.’ Hij aarzelde. ‘U bent… ontslagen… op Brightwell Court?’ ‘Niet helemaal, maar na alles wat er is gebeurd, lijkt het me beter dat ik vertrek. Eerlijk gezegd mis ik het om voor een klas 392
3epr08072011Destille.indd 392
07-07-11 21:15
vol leerlingen te staan en ik mis het gezelschap van meisjes van ver en dichtbij, het gezelschap van geestverwanten, de vriend schap met andere onderwijzeressen.’ ‘Dat is begrijpelijk. Het leven van een gouvernante heeft mij nooit aantrekkelijk geleken. Zoveel eenzame uren. Geen plaats tussen het personeel en geen plaats in de familie. Een school is zoveel plezieriger. Ik beken dat ik niet langer dan een paar uur alleen kan zijn. Ik krijg altijd al snel genoeg van mijn eigen gezelschap.’ Olivia schudde haar hoofd, verbaasd en ietwat gefrustreerd. ‘Volgens mij moet u wel blind zijn, mijnheer Tugwell. Of ziet u alleen maar wat u wilt zien.’ Er kwamen rimpels in zijn voorhoofd. ‘Wat bedoelt u?’ Wat kon ze tegen een dominee zeggen? De zielenhoeder van de gerenommeerde St. Mary’s? Doe toch uw ogen open, man. Die vrouw houdt van u. U bent wel heel dom als u Eliza Ludlow niet de volgende mevrouw Tugwell laat worden. Dat hoorde niet. Mannen hielden er niet van om onder druk te worden gezet. Ze zou een beroep op zijn vroomheid moeten doen, zijn taal moeten spreken. ‘Ik denk dat u voor juffrouw Ludlow moet bidden.’ ‘Zo.’ ‘Ja. Ik kan geen bijzonderheden vertellen, maar ik heb reden te geloven dat ze binnenkort gaat trouwen en ze heeft wijsheid nodig bij het kiezen van een echtgenoot.’ ‘Kiezen? Bedoelt u dat er meer gegadigden zijn dan een? Ik wist niet dat er kandidaten waren.’ ‘Ik wil niet uit de school klappen, mijnheer Tugwell. Ik vraag u alleen veel voor onze dierbare Eliza te bidden en God te vragen dat Gods wil in haar leven mag geschieden.’ ‘Natuurlijk wil ik dat doen.’ Hij keek nadenkend en veront rust. Olivia beschouwde dat als een goed teken.
a 393
3epr08072011Destille.indd 393
07-07-11 21:15
Met een gevoel van spijt maakte Olivia een ronde over het landgoed en nam afscheid van iedereen. Doris nam ze in haar armen en hield haar dicht tegen zich aan. ‘Ik ben zo blij dat je je moeder hebt gevonden,’ zei Doris. ‘En hoe zit het met die akelige vader van je?’ Olivia haalde diep adem. ‘Ik heb ontdekt dat ik hem verkeerd heb beoordeeld.Voor een deel, tenminste.’ ‘O, ja? Dus hij is geen gemene schurk? Geen slechterik?’ Olivia werd stil van die woorden. Zou mijnheer Tugwell niet zeggen dat ze allemaal slecht waren, dat ze alleen door Gods genade de straf voor hun zonden ontliepen? Ze slikte. ‘Ik weet niet goed wat hij is, maar ik ben van plan het uit te zoeken.’ Doris zuchtte. ‘Ik heb altijd weinig hoop als mensen hun le ven willen veranderen, maar ik zou blij zijn als bleek dat ik het mis had. En hoe dan ook, je hebt een moeder die van je houdt en dat is meer dan de meesten van ons kunnen zeggen.Vergeet dat niet.’ Olivia glimlachte. ‘Wat zal ik je missen, Doris.’ In de keuken drukte mevrouw Moore Olivia bijna plat in een hartelijke omhelzing. ‘We zullen je allemaal missen, liefje. Mijn heer Croome ook, al zou hij dat nooit toegeven. Ben je naar hem toe geweest?’ ‘Nee, maar dat zal ik doen.’ Mevrouw Moore drukte haar een in een doek gewikkeld stapeltje koekjes in haar hand. ‘Neem dit mee, lieve kind,’ zei ze met ogen vol tranen. ‘Dan neem je ook een stukje van mijn hart mee.’ In de kinderkamer sloeg Andrew zijn armen om haar middel. Toen hij haar ten slotte losliet, knielde Olivia, zodat ze op ooghoogte met hem kwam. ‘Waarom gaat u weg, juffrouw Livie?’ vroeg Andrew met een pruillip. ‘U bent al zo lang weg geweest.’ Audrey stond een eindje bij hen vandaan en Olivia stak haar hand naar haar uit. Het meisje kwam verdrietig dichterbij. 394
3epr08072011Destille.indd 394
07-07-11 21:15
‘Ik zal jullie allebei zo missen,’ fluisterde Olivia. ‘Maar ik moet weg.’ ‘Maar we hebben een juffrouw nodig!’ klaagde Andrew. Olivia deed haar best ondanks het brok in haar keel opgewekt te klinken. ‘Ik heb begrepen dat die aardige mijnheer Tugwell je Latijn gaat geven.’ ‘Bah. Hij is lang niet zo aardig als u, juffrouw Livie. Hij praat heel veel, maar leert ons weinig.’ Olivia twijfelde er niet aan dat zijn woorden waar waren, maar ze onderdrukte een glimlach. ‘Wees respectvol en let goed op Andrew. Misschien wordt het nog wel beter.’ Ze kneep in Audreys hand. ‘En die lieve Audrey krijgt een nieuwe gouvernante. Of misschien gaat ze wel naar de meisjes school van juffrouw Kirby en dan krijgt ze de beste lerares die er is: mijn eigen moeder.’ ‘Is uw moeder lerares?’ ‘Ja. Je zou het fijn vinden om Dorothea Keene als lerares te hebben. Ik vond het heerlijk.’ Andrew drukte de neus van zijn schoen in het vloerkleed. ‘Aud leest elke avond voor uit het boek over de roodborstjes. Maar dat is niet hetzelfde als wanneer u het voorleest.’ Met tranen in haar ogen omhelsde Olivia de kinderen en hield hen voor de laatste maal onder haar vleugels. Toen ze naar beneden liep, kwam ze langs Edwards studeerkamer. Ze vroeg zich af of ze een briefje moest achterlaten. Maar wat kon ze zeggen? Hoe kon ze in vredesnaam opschrijven wat ze voelde? Ze legde haar hand op de deurknop en streek met haar vingers over het koele, gladde oppervlak. Daarna draaide ze zich om en liep weg. Onderweg naar het huisje van de wildbeheerder klonk er een fluisterstem in haar gedachten. In een opwelling stopte ze in de tuin, waar de vriendelijke tuinman haar hielp een bosje lelietjesvan-dalen te plukken. Wat roken ze heerlijk. Ze vond mijnheer Croome aan de rand van de open plek 395
3epr08072011Destille.indd 395
07-07-11 21:15
naast een met gras begroeide heuvel. Hij zat met zijn rug tegen een boom. Toen hij haar zag, maakte hij even aanstalten om te gaan staan, maar liet zich toen weer achterover zakken, er kennelijk in berustend dat hij in zo’n nederige houding werd aangetroffen. Terwijl ze dichterbij kwam, ving ze een blik op van een paar platte, met korstmos begroeide stenen die in de vorm van een kruis op het heuveltje lagen. Ze zei er niets van. Ook beantwoordde ze zijn uitdagende blik niet. Ze had die dag niet de kracht om met hem te redetwisten. Ze bukte, legde de lelietjes-van-dalen op het graf van zijn dochter en liep weg.
396
3epr08072011Destille.indd 396
07-07-11 21:15
45
Houd nooit bedienden waarvan u weet dat ze, hoe uitstekend ze hun werk ook doen, schuldig zijn aan immoreel gedrag. Samuel en Sarah Adams, The Complete Servant
Edward trof lord Brightwell in de tuin aan met een van zijn sigaren. Hij liet zich naast hem op de bank vallen zonder oog te hebben voor de schoonheid van het prieel, de bomen en de bloemen. ‘Ik heb gisteren met mijn grootvader gepraat,’ begon Edward. De graaf draaide met een ruk zijn hoofd naar hem toe. ‘Wat zeg je me nu? Hij had beloofd…’ Edward wuifde afwerend met zijn hand.‘Hij heeft geen woord gezegd. Het was juffrouw Peale. Ze begint in de war te raken en weet soms niet wat ze zegt.’ Lord Brightwell kreunde. ‘Wilde u daarom nooit dat ik met hem alleen was?’ vroeg Edward. ‘Was u bang dat hij zou proberen me terug te nemen? Stel je toch voor! Ik ben opgegroeid in angst voor mijn eigen grootvader.’ ‘Daar heb ik me inderdaad zorgen over gemaakt. Maar dat mocht jij niet weten. Het was niet de bedoeling dat hij echt je grootvader zou worden. Hij was het daarmee eens, wilde het beste voor je.’ Lord Brightwell ademde diep in en blies een lange sliert rook weer uit. ‘Ik had er indertijd geen idee van dat ik iets heel moeilijks van hem vroeg. Als ik me nu voorstel hoe het moet zijn om voorgoed een kleinzoon af te staan om een andere man te kunnen laten zeggen dat het zijn zoon is, lijkt dat me onmogelijk. Maar toen dacht ik alleen maar aan je moeder 397
3epr08072011Destille.indd 397
07-07-11 21:15
en mezelf. En ik wist dat we je alleen door absolute geheimhouding als ons eigen vlees en bloed en onze wettige erfgenaam konden opvoeden.’ Edward snoof. ‘Nou, we zien nu wat ervan terecht is gekomen.’ Hij stond rusteloos op. ‘Hoe is de ruil in zijn werk gegaan?’ ‘Croome kwam een paar maanden nadat je moeder voor de derde keer in verwachting was geraakt langs. Je moeder had in de eerste maanden van ons huwelijk al twee miskramen gehad. Na het tweede kind onderzochten zowel de dokter als de kraamvrouw haar en concludeerden dat het onwaarschijnlijk was dat ze ooit een levend kind ter wereld zou brengen. Toch hoopten we, toen ze al snel weer zwanger werd, dat we het mis hadden en dat het deze keer anders zou aflopen. Hoe dan ook, Croome kwam mij vragen of ik enig idee had wie ervoor ver antwoordelijk was dat zijn dochter een kind verwachtte. Omdat ze in mijn huis werkte, ging hij er vanuit dat ik het kon weten. Mij beschuldigde hij nergens van, want ik denk dat zijn dochter zo goed was geweest te zorgen dat hij mij nergens van verdacht, ook al had ze geweigerd de naam te noemen van de man die wel verantwoordelijk was. Ik deed wat me het beste leek. Ik overtuigde hem ervan dat we de zaak in het geheim konden afhandelen: zijn dochter zou ontslag nemen voordat haar toestand zichtbaar werd en ik zou niemand iets vertellen. Ik gaf haar bij haar vertrek een extra weekloon mee en zette haar uit mijn hoofd. Maanden verstreken en Marians zwangerschap leek wonderlijk goed te verlopen. Het was haar langste tot nu toe. De dokter schreef bedrust en allerlei diëten voor, maar ik merkte dat hij weinig hoop had. We lieten in die tijd alleen de dokter komen, want na Marians eerste twee ervaringen wilde ze niet dat die botte, ongemanierde vroedvrouw haar weer zou helpen.’ Hij zweeg even om adem te halen.‘Toen Marian zeven of acht maanden heen was, kreeg ze, hoewel het haar tijd nog niet was, weeën en we lieten de arts komen. Hij verzekerde ons dat het maar oefenweeën waren, maar toen hij de hartslag van het kind 398
3epr08072011Destille.indd 398
07-07-11 21:15
probeerde te vinden, lukte dat niet en hij vertelde ons dat we ons erop moesten voorbereiden dat het kind dood zou worden geboren. Marian wist van angst niet waar ze het zoeken moest. Een paar dagen later kreeg ze opnieuw weeën, maar we gingen ervan uit dat het weer oefenweeën waren en we lieten de dokter niet onmiddellijk komen. Tegen de tijd dat we iemand erop uit stuurden om hem te halen, kwamen de weeën hard en snel. Maar de dokter was ergens anders heen geroepen. Juffrouw Peale was toen al bij ons. Ze was de kraamverzorgster van de dokter. Uiteindelijk was zij de enige die Marian tijdens de geboorte bijstond, zoals ik je al heb verteld. Het kind kwam dood ter wereld… We waren er kapot van, Marian en ik.’ Hij schudde zijn hoofd om de pijnlijke herinnering. ‘Ik had je moeder nog nooit zo verdrietig gezien. Toen ze uiteindelijk uitgeput van verdriet in slaap viel, liet ik haar aan de zorgen van juffrouw Peale over en liep naar buiten. Ik had frisse lucht nodig. En… ik moest Matthews gaan vragen een klein doodskistje te maken. Maar vlakbij de timmerwerkplaats bleef ik staan. Ik hoorde luid gejammer uit de richting van het bos en vreesde dat er wilde honden waren of nog iets ergers. Ik ging op het geluid af en kwam bij het huis van de wildbeheerder terecht. Het gehuil klonk zo hard dat ik dacht dat Croome door een of ander beest werd verscheurd. Maar toen ik erheen rende, zag ik alleen Croome maar, die naast een berg aarde vlak achter de open plek zat. Hij wiegde heen en weer en jammerde zo dat ik mijn eigen verdriet erin hoorde weerklinken. Croome zag me. Hij wuifde dat ik weg moest gaan en snauw de dat ik hem met rust moest laten. Ik wilde niets liever. Maar toen huilde jij in het kleine mandje waarin hij je had gelegd. Ik kon de aanblik van een vader die bijna gek werd van verdriet niet verdragen, dus keek ik naar jou. Naar je kale, misvormde hoofdje en je rode gezichtje. En ik bedacht dat ik nooit eerder iets had gezien wat zo… tja, meelijwekkend en onweerstaanbaar tegelijk was.’ Lord Brightwell grinnikte. 399
3epr08072011Destille.indd 399
07-07-11 21:15
‘Hij had zijn dochter daar in het bos begraven?’ vroeg Edward ongelovig. ‘Hij zei dat hij het niet had kunnen verdragen als zijn Alice bij hem was weggehaald. Hij wilde haar bij zich. Ik ben bang dat hij een beetje in de war was en ik denk dat ik je deels om die reden altijd voor hem heb gewaarschuwd.’ Edward knikte en herinnerde zich de beschermende gebaren, de gefluisterde waarschuwingen. Maar waren die wel nodig geweest? Zou niet elke ouder even bedroefd zijn geweest, al was het maar tijdelijk? Lord Brightwell vervolgde: ‘Ik wilde niets liever dan bij dat geïmproviseerde graf vandaan lopen, bij dat beeld van het ergste van wat een ouder kan overkomen. Maar het drong tot me door dat ik niet alleen weg wilde. Ik vroeg hem of hij een vroed vrouw had laten komen, of er nog iemand anders was die wist wat er was gebeurd. Hij zei dat alleen mevrouw Moore ervan wist.’ ‘Onze kokkin? Waarom die in vredesnaam?’ ‘Ik heb begrepen dat ze Croomes schoonzus is. De tante van Alice. Ik vraag me af of hij haar verantwoordelijk hield.’ ‘Verantwoordelijk hield? Waarom zou hij?’ ‘Ik heb begrepen dat zij het kind de vorige dag op de wereld had geholpen toen er geen vroedvrouw of dokter te vinden was. En toen het misliep…’ Hij hief veelbetekenend een hand op. Edward knikte en vulde in gedachten het vreselijke tafereel aan. Zijn vader stond op, ging naast het prieel staan en wendde zijn gezicht naar de zon. ‘Ik denk dat ik nogal onnadenkend heb gehandeld toen ik Croome opdroeg aan niemand te vertellen dat zijn dochter was overleden. Waarschijnlijk verwachtte ik dat de mensen zouden gaan vragen wat er was gebeurd als ze wisten dat ze was gestorven. Als ze wisten dat ze in het kraambed was overleden, zouden ze willen weten wat er met het kind was gebeurd.’ De graaf wreef met zijn hand over zijn gezicht. ‘Het was verkeerd van me hem het recht te ontzeggen openlijk te rouwen. Ik 400
3epr08072011Destille.indd 400
07-07-11 21:15
geloof niet dat ik ooit van iemand had gehouden op de manier waarop hij van Alice hield. Maar dat veranderde allemaal in een dag, in een paar uur zelfs, toen ik jou vasthield.’ ‘Was hij het ermee eens dat u mij meenam?’ Het lukte Edward nauwelijks de boosheid uit zijn stem te houden. ‘Of hebt u hem betaald?’ ‘Ik geef toe dat ik hem heb gevraagd of hij een vergoeding wilde en ik dacht hij me ter plekke zou aanvliegen. Hij maakte me duidelijk dat hij “dat kind niet verkocht” en dat hij het me alleen maar gaf omdat hij dacht dat hij er niet voor geschikt was om je zelf groot te brengen. Hij dreigde dat hij geweld zou gebruiken als ik het ooit nog over geld had.’ De graaf huiverde. ‘Ik heb het niet meer genoemd.’ Hij schudde zijn hoofd bij de her innering. ‘Ik vroeg wel of mevrouw Moore het met zijn beslis sing eens zou zijn. Wat keek hij me kwaad aan. Hij zei: “Laat u haar maar aan mij over. Ze zal er nooit een woord over zeggen. Nooit.” En bij mijn weten heeft ze dat ook niet gedaan.’ Edwards hoofd tolde. Wist mevrouw Moore wat er terecht was gekomen van het kind dat ze op de wereld had geholpen? Wat vreemd te bedenken dat de kokkin van zijn familie en zeker hun wildbeheerder en zijn eigen verzorgster al die jaren de waarheid over hem hadden geweten terwijl hij zelf geen idee had gehad. Had mevrouw Moore de brieven geschreven? Dat kon hij niet geloven. Waarom nu, na al die jaren? ‘En… moeder?’ vroeg Edward. ‘Wat vond zij van de hele situatie?’ ‘Ze aarzelde aanvankelijk. We zouden die weg misschien wel nooit zijn ingeslagen als de gelegenheid – jij, in dit geval – ons niet in de schoot was geworpen.Voorzienigheid, naar mijn idee. In dat eerste jaar was er tussen Marian en mijzelf weinig genegenheid, maar door jou zijn we verliefd op elkaar geworden, mijn jongen. En ze hield echt van je, Edward. Twijfel daar niet aan. Hoewel ik moet toegeven dat ze je naam nooit mooi heeft gevonden.’ Edwards wenkbrauwen gingen vragend omhoog. 401
3epr08072011Destille.indd 401
07-07-11 21:15
‘Het was Croomes laatste woord over het onderwerp. Hij zei met zijn norse stem: “Hij heet Edward. Zo heeft zij hem ge noemd. De naam van mijn vader en ook mijn tweede naam. Ik wil niet dat u dat verandert.”’ Lord Brightwell grinnikte. Edward schudde zijn hoofd en kon de humor er niet van inzien. Edward… Wat ironisch. Wat vreemd. Hij was vernoemd naar zijn vaders wildbeheerder, een man die hij zijn hele leven had gemeden.
a Toen Edward de keuken binnenliep, keek mevrouw Moore op. Haar mond viel open en ze zette grote ogen op. Hij kwam bijna nooit beneden, alleen een paar keer per jaar om kerstliederen te zingen en dergelijke. Instructies voor de kokkin werden altijd doorgegeven door de huishoudster of de huisknecht. Twee jonge keukenmeisjes staarden naar hem op. Het ene bloosde tot achter haar oren, het andere wierp hem een brutale, uitdagende blik toe. Edward vroeg: ‘Mevrouw Moore, kan ik u even onder vier ogen spreken?’ De vrouw slikte en verwachtte overduidelijk nieuws van het slechtste soort. ‘Natuurlijk, mijnheer.’ Ze nam hem mee naar de voorraadkamer naast de keuken waar de planken van het plafond tot de vloer vol stonden met blauwwitte, porseleinen potten en ingemaakte augurken en robijnrode groenten. Edward rook de scherpe, zure geuren van bijenkorven en kruisbessenazijn. Toen ze eenmaal binnen waren, deed hij de deur achter hen dicht, waar ze nog meer van schrok. ‘Ik heb mijnheer Croome gesproken…’ begon hij. ‘O, lieve help,’ viel ze hem in de rede. ‘Wat heeft die ouwe dwaas nu weer uitgehaald?’ ‘Niets waarover u zich zorgen hoeft te maken. Dat verzeker ik u. Ik vroeg hem naar zijn dochter, naar Alice.’ 402
3epr08072011Destille.indd 402
07-07-11 21:15
Ze fronste haar voorhoofd, duidelijk bezorgd. ‘O, ja? Het verbaast me dat u zelfs maar van haar bestaan weet. Ze was… er al niet meer… voordat u werd geboren.’ ‘O, nee?’ Mevrouw Moore dacht na en kneep haar ogen half dicht. ‘Nee, ze werkte hier tot een of twee dagen daarvoor, geloof ik. Het is zo lang geleden.’ Hij knikte. ‘Ik heb begrepen dat u haar bij de geboorte van haar kind hebt geholpen.’ Hij voegde er vriendelijk aan toe: ‘Weest u maar niet bang, mevrouw Moore. Ik weet dat ze is overleden.’ Haar mond vertrok en haar ronde wangen werden bleek. ‘Heeft Avery u dat verteld?’ Ze zag er heel verdrietig uit. ‘Ik weet dat hij het me nooit heeft vergeven… maar om dat nu aan u te vertellen? Na al die jaren? Terwijl hij heeft beloofd dat hij het geheim zou houden?’ ‘Ik geloof niet dat hij u iets kwalijk neemt. Destijds misschien, in zijn verdriet…’ Ze schudde haar hoofd. ‘Hij was van plan geweest haar naar het noorden te sturen, naar familie, zodat ze het kind daar kon krijgen. Maar hij heeft het niet gedaan. Hij wilde niet van haar gescheiden zijn. Toen haar tijd kwam, vroeg hij mij om bij Alice te blijven terwijl hij de dokter of de vroedvrouw ging zoeken. Ik hoefde alleen maar bij haar te zitten. Maar uren later was hij nog niet terug en toen hij wel terugkwam, was hij alleen. Hij had niemand kunnen vinden om haar bij de geboorte te helpen. Ik begrijp dat jouw vader hetzelfde probleem had toen jouw moeders tijd al snel daarna kwam.’ Edward knikte. ‘Juffrouw Peale heeft mijn moeder geholpen.’ Mevrouw Moores ogen vernauwden zich weer. ‘Ja, ik herin ner me dat ik dat hoorde.’ Ze trok een gezicht. ‘Ik heb voor Allie gedaan wat ik kon, maar ik wist zo weinig. Mijn eigen lieve nichtje, de dochter van mijn zus, en ik heb haar niet kunnen redden.’ Ze schudde haar hoofd en herbeleefde duidelijk de trieste beelden. Tranen welden in haar kleine, hazelnootbruine 403
3epr08072011Destille.indd 403
07-07-11 21:15
ogen op en rolden over haar ronde wangen omlaag. ‘Avery heeft het me nooit vergeven. Hij heeft me al snel nadien naar huis gestuurd, alsof hij het niet meer kon verdragen me te zien.’ Mevrouw Moore veegde haar tranen weg met de rug van haar vlezige hand. ‘En het kind… een jongetje. Hij heeft me nooit willen vertellen wat ervan terechtgekomen is. Ik denk dat hij het naar familie in het noorden heeft gebracht of een gezin heeft gevonden dat het wilde opnemen. Het verbaasde me dat hij er afstand van kon doen, omdat het het enige was wat hij nog van zijn Alice over had. Maar hij had in die tijd nog geen wolven kunnen grootbrengen, laat staan een kind.’ Haar lippen trilden terwijl ze sprak. ‘Hij was krankzinnig van verdriet, verzette zich tegen al mijn pogingen hem te troosten. Weigerde erover te praten, me te vertellen waar het jongetje was.’ Haar stem brak. ‘De jongen wiens geboorte ze niet overleefde.’ ‘Mevrouw Moore,’ zei hij vriendelijk. ‘Ik ben bang dat u het niet zult geloven, maar Alice is gestorven toen ze mij het leven schonk.’ Ze staarde hem met gefronst voorhoofd en op elkaar ge klemde lippen aan. Haar gezicht stond boos of op zijn minst gefrustreerd en verward. ‘Mijnheer Croome heeft de zoon van Alice niet naar het noorden gebracht,’ vervolgde Edward zacht. ‘Hij heeft het kind aan lord en lady Brightwell gegeven, zodat ze het als hun eigen zoon konden grootbrengen.’ Haar kleine mondje viel open als een slordige O. Ze zag er bijna komisch uit en hij beet op zijn lip om een kwajongens achtige grijns te onderdrukken. ‘Ik zei toch dat u me niet zou geloven.’ Ze keek naar hem op en schudde verbaasd haar hoofd. ‘Ik heb het nooit gezien,’ zei ze ademloos. ‘U lijkt niet erg op haar.’ ‘Is het niet ironisch dat ik zo op de Bradleys lijk?’ ‘Gods hand, zou ik zeggen.’ ‘Dat weet ik niet.’ Hij boog zijn hoofd en glimlachte schaap achtig. 404
3epr08072011Destille.indd 404
07-07-11 21:15
‘Kijk, nu zie ik een glimp van haar.’ Mevrouw Moores bruine ogen twinkelden. ‘Iets bij uw mond als u glimlacht. Ik herinner me niet dat ik u ooit heb zien glimlachen, niet sinds u een jongetje was.’ ‘Daar zal ik dan meer mijn best voor moeten doen.’ Haar mond viel weer open alsof een nieuwe gedachte haar inviel. ‘Daarom moet het allemaal zo geheimzinnig zijn geweest en daarom weigerde hij te zeggen wat er van je terecht was gekomen.’ Ze haalde diep adem. ‘En daarom is hij dus gebleven terwijl we allemaal dachten dat hij zou vertrekken.Waarom blijft hij toch, vroeg ik me altijd af, want hij heeft familie in het noorden die bereid zou zijn voor hem te zorgen nu hij oud is. Wat houdt hem hier nu Maggie er niet meer is en Alice ook niet?’ Ze staarde naar Edward en schudde langzaam en vol verbazing haar hoofd. ‘Dus hij kon het niet verdragen u achter te laten.’ Edwards borst verkrampte en daarna zijn keel. ‘Ik kan het niet geloven.’ Opnieuw kwamen er tranen in haar ogen, maar het diepe verdriet van even geleden had overduidelijk plaatsgemaakt voor vreugde. ‘Allies jongen.’ Ze stak haar handen naar hem uit, maar hield zich snel in toen het tot haar doordrong wat ze wilde doen. ‘Vergeef me.’ Hij nam haar beide handen in de zijne. ‘Er valt niets te vergeven, mevrouw Moore. U bent ten slotte mijn oudtante, nietwaar?’ Ze lachte en keek stralend naar hem op en kneep in zijn handen. ‘Dat geloof ik wel, ja.’ Ze beet op haar lip. ‘Hoewel ik aanneem dat dit allemaal een groot geheim is?’ Hij haalde diep adem. ‘Op het moment nog wel, als u het goed vindt. Maar dat blijft het niet voor altijd.’ ‘Hoe lang weet u al dat u niet…’ Ze maakte haar vraag niet af. ‘Ik heb het gehoord toen juffrouw Keene vorige zomer arriveerde.’ ‘Juffrouw Keene? Wat heeft die ermee te maken?’ Hij trok een schuldbewust gezicht. ‘Ik ben bang dat dat een lang verhaal is.’ 405
3epr08072011Destille.indd 405
07-07-11 21:15
Alsof ze het gevoel had dat ze werd weggestuurd, trok ze haar handen weg en ging rechtop staan. ‘U hebt het vast heel druk en ik… nou ja, het avondeten komt niet vanzelf op tafel.’ Ze deed de deur van de voorraadkamer open, maar hij hield haar met een vriendelijke, maar dringende klank in zijn stem tegen. ‘Mevrouw Moore, alstublieft.’ Ze aarzelde op de drempel. Hij deed een stap naar haar toe om de ruimte tussen hen te overbruggen. ‘Ik wil het u allemaal heel graag vertellen, maar op een ander moment. Misschien kunnen we een keer samen theedrinken? Laten we zeggen in het huis van de wildbeheerder?’ Ze keek hem van opzij aan. ‘Daar zal hij niet blij mee zijn.’ ‘Misschien verbaast hij u nog. En ik denk dat het hem veel goed zou doen.’ ‘Meent u dat?’ Haar ogen twinkelden weer. ‘Dan wil ik het liever dan wat ook ter wereld.’ In een opwelling bukte hij en gaf haar een kus op haar wang. Toen hij zich omdraaide, hoorde hij de keukenmeisjes naar adem happen en vervolgens giechelen en opgewonden fluisteren. Mevrouw Moores bazige stem volgde hem terwijl hij de trap opliep. ‘Hij bedankte me alleen maar voor mijn lekkere pruimentaart en als jullie die hadden geproefd, zouden jullie me ook een klapzoen hebben gegeven. Zeg, moeten jullie geen erwten doppen?’ Edward glimlachte.
a Edward Stanton Bradley klopte aan bij het huis van de wildbeheerder en hield zijn adem in. In zijn hand had hij zijn zware gereedschapskist. Na een lange minuut deed Avery Croome de deur open, zijn grijsblauwe ogen half dichtgeknepen. ‘Ik hoop dat u me niet komt vragen mijn belofte te breken.’ 406
3epr08072011Destille.indd 406
07-07-11 21:15
‘Van mij hoeft u niets te breken, mijnheer Croome,’ zei Edward opgewekter dan hij zich meestal voelde. ‘Ik kom repareren wat al kapot is.’ Croomes borstelige wenkbrauwen gingen omhoog. Hij keek van Edwards gezicht naar Matthews’ gereedschapskist en weer terug. Edward wees naar het voorraam en zijn ogen bleven op een ruitje met een grote barst rusten. ‘Daar zal ik een glazenmaker voor laten komen. Schikt dinsdag u?’ Croome keek hem alleen maar aan, fronste zijn voorhoofd en kneep achterdochtig zijn ogen half dicht. ‘Goed, laten we nu maar eens binnen kijken,’ zei Edward en wees naar de deur. ‘Waarom?’ Edward zei onschuldig: ‘Omdat ik uit gezaghebbende bron heb vernomen dat dit huis op instorten staat. U had het er toch over dat u een onderkomen wilde waarvan u het dak niet op uw hoofd zou krijgen?’ Terwijl hij zijn ogen op Edward gericht hield, duwde Croome de deur open en deed een stap achteruit alsof hij niet met zijn rug naar een roofdier wilde staan dat gevaarlijk kon zijn. Hij zei: ‘Denk erom, ik verwachtte geen visite. Niet sinds juffrouw Keene is vertrokken. Zij is de enige die de moeite nam hier naartoe te komen.’ ‘O ja?’ ‘Ze is weg, hè?’ Croome schudde zijn hoofd en vertrok misprijzend zijn mond. ‘Ik ben bang dat dat mijn schuld is,’ bekende Edward. ‘Mocht het u troost bieden, ik mis haar ook.’ Croome keek boos. ‘Ik heb niet gezegd dat ik haar mis.’ ‘O, en voor ik het vergeet…’ Edward haalde een ingepakt bundeltje uit de gereedschapskist, ‘mevrouw Moore heeft een stuk pruimentaart meegegeven. Het is nog warm.’ Croome had zijn ogen nu tot spleetjes geknepen en schudde langzaam zijn hoofd. ‘Dus nu speelt ze met u onder een hoedje?’ 407
3epr08072011Destille.indd 407
07-07-11 21:15
Edward haalde zijn schouders op, maar onderdrukte een grijns toen de oude man het pakketje aannam. Edward volgde hem naar binnen. De geur van schimmel kwam hem tegemoet – vochtig, maar niet onaangenaam. De huiskamer was redelijk netjes en op het buffet stonden maar één bord en een beker te wachten tot ze werden afgewassen. ‘Ziet er niet zo gek uit,’ zei hij terwijl hij zijn ogen door de kamer liet gaan. ‘Waar hebt u problemen?’ Croome legde de offergave van mevrouw Moore op tafel, hinkte naar de muur aan de overkant en wees naar het plafond dat vol watervlekken en scheuren zat. Edward liep achter hem aan. Hij liet zich op zijn hurken zakken om de zware gereedschapskist neer te zetten en bleef even zo zitten omdat zijn aandacht was getrokken door de boekenkast die tegen de muur stond. Zijn ogen gingen over de drie onhandig bevestigde planken die in zijn lievelingskleur waren geschilderd. Hij had hem zes jaar niet gezien, maar hij wist het meteen. Achter hem mompelde Croome: ‘Die zou met het tuinafval worden verbrand, maar ik wilde niet dat hij werd weggegooid.’ Edward knikte en kreeg een brok in zijn keel. ‘Goed, laten we aan de slag gaan,’ zei Croome nors. ‘Ik hoop dat u nu beter kunt timmeren dan vroeger.’
408
3epr08072011Destille.indd 408
07-07-11 21:15
46
Het menselijk oog vergroot de doelen van dit aardse leven door hun nabijheid verkeerd uit. William Wilberforce
Toen de huisknecht van de familie Crenshaw haar het zilveren brievendienblad voorhield, herkende Olivia lord Brightwells kriebelige handschrift op een brief die aan haar was gericht. Blij van hem te horen maakte ze het zegel los en vouwde het enkele vel open. Haar adem stokte. Want de woorden die erop stonden waren in een ander handschrift geschreven, een krachtig, mannelijk handschrift. Het zijne. Tante Georgiana kwam de kamer binnen en trok haar handschoenen aan. ‘Ben je klaar, lieve Olivia,?’ vroeg ze. Olivia vouwde de brief dicht. ‘Vergeef me, tante, maar ik heb net een brief ontvangen.Vindt u het erg als ik hier blijf? Gaat u maar zonder mij.’ ‘Weet je dat zeker, lieve kind?’ ‘Heel zeker.’ Met tegenzin stemde haar tante erin toe zonder haar bezoekjes af te leggen. Olivia haastte zich naar haar kamer en vouwde met trillende handen de brief weer open. Mijn beste juffrouw Keene, Ik moet u zoveel vertellen dat ik haast niet weet waar ik moet begin nen. Behalve dan dat ik wil zeggen hoeveel spijt ik heb van de manier waarop ik u heb behandeld en van mijn dwaze beschuldigingen. U moet zich persoonlijk afgewezen hebben gevoeld toen ik bezwaar 409
3epr08072011Destille.indd 409
07-07-11 21:15
maakte tegen de plannen van mijn vader u als zijn dochter of op zijn minst als protegé te erkennen.Weet alstublieft dat ik u zeer respecteer en bewonder. Hoewel de beweegredenen waardoor ik me liet leiden misschien niet voldoende lijken, had ik een zeer goede, zij het zelf zuchtige reden om niet te willen dat de wereld denkt dat u mijn zus bent. Daarover zal ik in deze brief niet verder uitweiden. Ik wil u alleen vragen me te vergeven als u dat kunt opbrengen. Aan u, liever dan aan wie ook, wil ik de feiten vertellen die ik sinds uw vertrek heb gehoord. Ik durf dat echter niet in een brief te doen, want die kan verkeerd worden bezorgd. Ik schrijf u alleen in vage bewoordingen, die u, intelligent als u bent, zult begrijpen. Ik weet nog niet alles wat ik wil weten, maar er is de laatste tijd veel aan het licht gekomen. Ik hoop op een dag in staat te zijn u alles persoonlijk te vertellen. Ondertussen bid ik dat u het goed maakt. Ik bied u nogmaals mijn oprechte verontschuldigingen aan. En daar wil ik alleen nog aan toevoegen: God zegene u. Edward S. Bradley Haar hart kromp ineen en vragen buitelden door haar hoofd. Ze las de handtekening nog eens en het viel haar op dat hij zijn titel had weggelaten. Wat had hij gehoord? Wat betekende dit?
a Johnny Ross stond met zijn hoed in zijn hand voor het bureau. Naast hem stond het dienstmeisje waarover mevrouw Hink ley Edward had verteld. Haar zwangerschap was nu zichtbaar. Hodges en mevrouw Hinkley wachtten achterin de kamer zijn oordeel af. Lord Brightwell stond achter Edward, ermee tevreden zulke beslissingen aan hem over te laten. ‘Ik weet dat we niet mogen trouwen zo lang we in dienst zijn, mijnheer,’ zei Ross. ‘Maar Martha is in verwachting, dus… hebben we het toch gedaan.’ ‘Ben jij de vader?’ vroeg Edward en hij kreeg onmiddellijk spijt van zijn woorden. Hij had verwacht dat een andere man 410
3epr08072011Destille.indd 410
07-07-11 21:15
verantwoordelijk was, maar het ging hem niet aan en het was zeker niet zijn bedoeling geweest de jonge vrouw te vernederen. Maar dat had hij overduidelijk toch gedaan, want ze boog haar hoofd en een blos kroop van haar hals naar haar wangen. Zelfs Ross werd vuurrood. Achter Edward schraapte lord Brightwell zijn keel. Edward deed zijn mond open om zijn vraag in te trekken, maar Ross gaf al antwoord voordat hij de kans kreeg. ‘Nee, mijnheer, maar ik houd toch van haar.’ Edward zag dat de jonge vrouw verschillende keren de hand van de stalknecht vastpakte. Ross vervolgde: ‘Mijnheer Hodges zegt dat ik ontslagen moet worden, tenzij u het anders wilt. Ik vroeg me af of u me mis schien een aanbevelingsbrief wilt geven, mijnheer. Anders zal ik heel moeilijk ander werk kunnen vinden.’ Edward keek naar zijn stalknecht, zich erover verbazend dat hij plotseling zo edelmoedig was. ‘Nee.’ Ross keek naar de grond. ‘Nee, je wordt niet ontslagen,’ verduidelijkte Edward en draaide zich naar de graaf om. ‘Dat wil zeggen, als u het ermee eens bent, vader?’ Lord Brightwell aarzelde. ‘Eh… ja, Edward. Wat jij het beste vindt.’ Ross straalde. ‘Dank u, mijnheer. Dank u wel!’ Zelfs Martha schonk hem een verlegen glimlachje en Edward moest onwillekeurig aan Alice Croome denken en hij vroeg zich af hoe ze eruit had gezien toen ze van hem in verwachting was geweest. Toen de details en de huisvesting waren geregeld, gingen de bedienden weg. Edward deed de deur achter hen dicht en draaide zich vastbesloten om. ‘Wie was mijn vader?’ vroeg hij zacht. De graaf begon: ‘Dat heeft het meisje nooit aan iemand verteld, dus…’ ‘Wie was hij?’ hield Edward vol. 411
3epr08072011Destille.indd 411
07-07-11 21:15
Even leek lord Brightwell strijdlustig, alsof hij een nieuw excuus bedacht, maar toen zuchtte hij. ‘Ik dacht dat je dat ondertussen wel had geraden.’ Edward fronste zijn wenkbrauwen en schudde zijn hoofd. ‘Heb ik niet altijd volgehouden dat je een Bradley bent?’ Edward knipperde met zijn ogen en voelde een rilling over zijn rug gaan. ‘Was Sebastian – oom Bradley – mijn vader?’ De graaf knikte. ‘Dat geloof ik wel, ja.’ Het duizelde Edward. Dus hij was toch een Bradley. Toch onwettig. Toch wettig erfgenaam van niets anders dan schande en de onverdiende liefde van zijn adoptievader. Hij dacht aan alles wat hij over Sebastian Bradley wist, die zes of zeven jaar geleden was overleden. Hij was zich er natuurlijk van bewust dat lord Brightwell en zijn broer langdurig met elkaar in onmin hadden geleefd. Hoewel Oliver het oudste was en erfgenaam van zijn vader, had hij Sebastian financieel niet aan zijn lot overgelaten, zoals hij misschien wel had moeten doen. Hij had een huis in Londen voor hem gehuurd, het gemeubileerd, bedienden voor hem aangenomen en een koets en paarden voor hem gekocht. Sebastian was het meeste ervan kwijtgeraakt bij het gokken of aan schuldeisers. Oliver op zijn beurt was alle respect voor zijn jongere broer kwijtgeraakt. Onbeheerst gokken was niet Sebastians enige ondeugd geweest. Hij had meerdere jonge vrouwen verleid, waardoor hij regelingen had moeten treffen en geldbedragen had moeten neertellen. De graaf had bekend dat het hem had verbaasd toen Sebastian zijn verloving met een degelijke vrouw had aangekondigd. Hij was zelfs met zijn hoed in zijn hand naar Oliver toe gekomen en had verkondigd dat hij was veranderd. En Oliver had hem willen geloven. Als snel na zijn huwelijk met Marian Estcourt had Oliver zijn broer en schoonzus uitgenodigd om hen op Brightwell Court te bezoeken, wat ze die zomer hadden gedaan. In de herfst kwamen ze nog een keer en toen hadden ze hun baby, Judith, en 412
3epr08072011Destille.indd 412
07-07-11 21:15
haar verzorgster meegebracht. Maar het bezoek van die herfst zou voor Sebastian het laatste blijken te zijn. De toegang tot Brightwell Court werd hem ontzegd, hoewel zijn vrouw en Judith en later Felix nog wel welkom waren. Over de reden werd niet gesproken. Men nam aan dat er ruzie was geweest, een of ander meningsverschil of een gokschuld teveel die moest worden afbetaald… wat dan ook. Nu besefte Edward dat er meer achter had gezeten. ‘Ik kwam Sebastian op een avond tegen. Hij kwam de trap naar boven op,’ begon de graaf. ‘Hij had schrammen op zijn gezicht en zijn kleren waren verkreukeld. Hij leek te schrikken toen hij me zag, maar hij herstelde zich snel. Ik vroeg hem wat hij beneden bij de bedienden had gedaan en hij kwam met de smoes dat hij iets te eten had gezocht, hoewel hij gemakkelijk een van de bedienden had kunnen vragen hem iets op een blad te brengen. Ik vroeg ook naar zijn gezicht en hij zei dat hij die schrammen in het bos moest hebben opgelopen of iets derge lijks. Ik geloofde hem niet. Toen hij boven naar bed was gegaan, ging ik naar beneden, naar de keuken. Daar trof ik Croomes dochter aan die met haar handen voor haar gezicht en met schokkende schouders naast het dovende vuur zat. Ik beken dat ik me het liefste weer had omgedraaid, maar het was mijn plicht met haar te praten. Ik hoopte dat mijn ver moedens niet klopten, dat Sebastian zijn schrammen inderdaad in het bos had opgelopen. Het meisje schrok toen ze me zag. Toen ik haar vroeg wat er was, staarde ze me alleen maar met open mond aan. Kennelijk was ze in de war of geschokt. Ik deed een stap naar haar toe, hief mijn lamp op om haar gezicht beter te kunnen zien en vroeg haar of ze ziek was. Haar ogen waren heel groot, weet ik nog, en ik meende er een innerlijke worsteling in te zien, hoewel mijn herinneringen misschien wel door latere onthullingen zijn gekleurd. In een poging haar aan te moedigen, zei ik dat ik haar va413
3epr08072011Destille.indd 413
07-07-11 21:15
der kende, een zeer betrouwbaar man. Maar toen ik mijnheer Croome noemde, kreeg ze weer tranen in haar ogen. Ze verzekerde me dat ze het goed maakte, dat ze inderdaad verdrietig was geweest over een onbeduidende kwestie, maar dat alles nu in orde was. Het was geen erg overtuigend verhaal. Ik verliet de keuken met een zwaar gemoed en zei tegen mezelf dat ik mijn plicht had gedaan, dat ik het meisje volop de gelegenheid had gegeven mijn broer te beschuldigen, maar ze had het niet gedaan. Misschien was er wel niets al te vreselijks gebeurd. Als dat wel zo was, waarom had ze het me dan niet verteld? Was ze zo bang voor haar vader, bang dat hij haar van wandaden zou beschuldigen? Misschien stond het meisje wel bekend als jongensgek. Met deze verachtelijke excuses zette ik het gebeurde uit mijn hoofd. Pas later, toen Croome naar me toe kwam, ontzet over de gevallen staat van zijn dochter, besefte ik dat Sebastian degene was voor wie ze bang was geweest, want haar vader was duidelijk dol op haar en geloofde dat ze een toonbeeld van onschuld was. Ik vroeg me af of Sebastian had gedreigd dat hij Croome zou laten ontslaan als ze vertelde wat er was gebeurd. Sebastian had daar de autoriteit niet voor, maar dat kon een dienstmeisje niet weten. Ze had geen reden te denken dat de heer des huizes haar meer zou geloven dat zijn eigen broer. Toch zou ik haar hebben geloofd. Ik had door schade en schande geleerd dat ik Sebastian niet kon vertrouwen. Ik was woedend op mezelf dat ik mijn hart en mijn huis had opengesteld voor nog meer teleurstellingen en losbandigheid. Nu was het afgelopen. Sebastian was nooit meer welkom op Brightwell Court, ook al had hij er als kind gewoond. Het was zijn thuis niet meer. Ik vertelde Croome niet over mijn vermoedens. Daar zag ik geen reden voor. Croome zou Sebastian waarschijnlijk hebben vermoord en zou dan zelf aan de galg zijn geëindigd en hoe was het dan met zijn dochter afgelopen? Alleen op de wereld met een buitenechtelijk kind dat ze alleen moest opvoeden. Ik 414
3epr08072011Destille.indd 414
07-07-11 21:15
moest het meisje natuurlijk laten gaan. Geen enkele heer hield in die tijd een dienstmeisje dat een kind verwachtte. Ik gaf haar een weekloon mee en gaf Croome zonder dat iemand het wist salarisverhoging om hem te helpen voor haar te zorgen. Ik wist dat mijn broer niets voor het meisje zou doen. Hij liet het aan mij over om haar een vergoeding te geven. Zoals zijn gewoonte was.’ Toen zijn vader was uitgesproken, vroeg Edward: ‘Hebt u het hem nooit verteld?’ ‘Dat hij een kind bij haar had? Denk je dat hij op dat nieuws zat te wachten? Dat hij zijn verplichtingen aan jouw moeder was nagekomen – als ze was blijven leven – en aan jou? Nooit. Er gingen wel geruchten over onwettige kinderen, maar er was nog niemand geweest die hem zover had gekregen dat hij zijn verplichtingen nakwam.’ ‘Maar u bent niet het land door gegaan om zijn andere nakomelingen ook in huis te nemen?’ vroeg Edward droogjes. ‘Nee. Ik moet bekennen dat ik niet op dat idee ben gekomen. Maar aan de andere kant, van zijn andere slachtoffers had ik er nog nooit een persoonlijk ontmoet. Ik zag haar verdriet, dat van haar vader, een man die ik hoogachtte, net als mijn vader voor mij. Die andere vrouwen hadden geen gezicht voor me. Zij en de kinderen die ze volgens de geruchten kregen, raakten mijn leven niet. Maar jouw moeder wel. Toch was ik niet van plan het kind op te eisen of zelfs maar te onderhouden toen ik hoorde dat het op komst was. Dat kwam pas maanden later in me op, toen je moeder een doodgeboren jongetje ter wereld bracht en ik aan het oordeel van de dokter en de vroedvrouw dacht – geen kinderen. Geen zoon en erfgenaam…’ Edward zei: ‘U zou niet de eerste man van adel zijn die met die teleurstelling te maken kreeg.’ Lord Brightwell zuchtte. ‘Zeker niet. Maar wie moest ik erf genaam maken in plaats van een zoon? Niemand anders dan mijn broer Sebastian, die ongetwijfeld alles zou kwijtraken en 415
3epr08072011Destille.indd 415
07-07-11 21:15
Brightwell Court te gronde zou richten. Hij zou alles verkopen wat niet was vastgespijkerd en geen onvervreemdbaar erfgoed was. Hij zou het huis aan vreemden hebben verhuurd en ik moet er niet aan denken wat hij nog meer zou hebben gedaan.’ ‘Maar Felix dan?’ ‘Toen ik besloot jou mijn zoon en erfgenaam te maken, was Felix er nog niet. En als hij er wel was geweest, zou Sebastian meer recht op de erfenis hebben dan hij. Ik betwijfel of er nog iets te erven zou zijn geweest als Sebastian een paar jaar graaf van Brightwell was geweest.’ ‘Maar Sebastian is nu dood.’ Lord Brightwell haalde diep adem. ‘Ja.’ ‘Dus is Felix de wettige erfgenaam.’ ‘Felix is een dwaas. En met dat rode haar en die groene ogen van hem is hij een minder echte Bradley dan jij. Mijn schoonzus heeft wel genoeg wraak genomen, lijkt me, hoewel dat er uiteindelijk niet toe doet. Zij en Sebastian waren getrouwd toen hij werd geboren, dus juridisch gezien is Felix wettig, wat er ook over zijn moeder en een zekere roodharige hertog wordt gefluisterd.’ Met een vermoeide uitdrukking op zijn gezicht drukte lord Brightwell zijn vingers tegen zijn oogleden. ‘Vergeef me, Edward, ik heb me nooit met roddel en achterklap beziggehouden en ik schaam me dat ik het nu wel doe.’ Hij wreef met zijn hand over zijn gezicht. ‘Ik ben mezelf niet op het moment.’ Edward probeerde te glimlachen. ‘Ik ook niet.’ Lord Brightwell schudde zijn hoofd. ‘Felix is jong en onverantwoordelijk en het heeft er nu al alle schijn van dat hij in de losbandige voetsporen van zijn vader zal treden. Toch is hij niet zo’n schurk als hij. Nog niet, tenminste. Ik zal in zijn onderhoud voorzien. En in dat van Judith en de kinderen uiteraard.’ ‘Hmm,’ mompelde Edward hoofdschuddend. ‘Het is wel ironisch. Judith heeft vaak gezegd dat zij en ik meer op elkaar lijken dan zij en Felix. Ik vraag me af of ze er enig idee van heeft hoe dicht ze bij de waarheid zat.’ 416
3epr08072011Destille.indd 416
07-07-11 21:15
‘Dat betwijfel ik.’ ‘Nu begrijp ik waarom u me tegen haar romantische ideeën waarschuwde.’ ‘Ja, je ziet, mijn lieve jongen, dat je een echte Bradley bent. Mijn enige zoon en de oudste zoon van je oom – voor zover we weten, tenminste.’ ‘Maar volgens de wet…’ ‘Ik heb niets met de wet te maken.’ ‘Jawel, vader. Die verandert wat ik ben. In de ogen van de wet kan ik uw erfgenaam niet zijn.’ ‘De ogen van de wet hoeven niets te zien.’ Edward schudde halsstarrig zijn hoofd. ‘Dat zou die vrouw met die sluier niet met u eens zijn.’
417
3epr08072011Destille.indd 417
07-07-11 21:15
47
Vrouwen zagen de gouvernantes als een bedreiging voor hun geluk. M. Jeanne Peterson, Suffer and Be Still
Toen de post die dag kwam, griste Judith Hodges een brief uit zijn hand en liep er snel mee naar boven. Edward keek haar met fatalistisch verdriet na. Een paar minuten later stapte hij voor het eerst in zijn leven als volwassen man het gedeelte van het huis binnen dat door Judith werd bewoond. En dat deed hij zonder kloppen. Judith zat aan een elegant damesschrijftafeltje over de brief gebogen. ‘Hallo, Judith. Alweer een brief?’ Ze hief met een ruk haar hoofd op en keek onderzoekend naar zijn gezicht. ‘Ja… maar hij is maar van mama.’ Ze wuifde afwerend met haar hand en begon het vel papier weer op te vouwen. ‘Mag ik?’ vroeg hij quasiachteloos. Hij stak zijn hand uit en hun blikken ontmoetten elkaar.Toen ze de brief niet losliet, trok hij hem tussen haar vingers vandaan. Hij haalde de eerste dreigbrief uit zijn zak en vergeleek de twee alsof ze niet interessanter waren dan twee krantenverslagen over dezelfde gebeurtenis. ‘En hoe is het met mama de laatste tijd?’ vroeg hij langs zijn neus weg. Ze keek hem aan. Haar gezicht stond star en haar blik was alert. Met overtuigende desinteresse antwoordde ze: ‘Heel aardig, volgens mij.’ ‘Dat zal wel nu ze reden heeft om te geloven dat haar zoon Brightwell Court zal erven.’ 418
3epr08072011Destille.indd 418
07-07-11 21:15
‘Gaat dat dan gebeuren?’ vroeg Judith en haar stem klonk onthullend hoog. ‘Het ziet er wel naar uit, zoals je heel goed weet. Hier zegt ze, en dat vind ik heel interessant: “Merk je al dat hij begint toe te geven? Of moet ik nog een keer schrijven?”’ Judith slikte. ‘Dat kan op allerlei onderwerpen betrekking hebben.’ Edward stopte allebei de brieven in zijn zak. ‘Hoe lang weet je het al?’ Ze nam hem zonder met haar ronde, blauwe ogen te knipperen in zich op. ‘Wij zijn niet degenen die iets verkeerd hebben gedaan, hoor’ zei ze terwijl ze ophield met toneelspelen. ‘Niets illegaals, in ieder geval. Tenzij je jullie aandeel in een poging tot afpersing meetelt.’ Haar blonde wenkbrauwen gingen omhoog. ‘Ja, de man van de vroedvrouw werd door jouw bezoek op het idee van afpersing gebracht, of was het een bezoek van je moeder?’ Ze schudde met iets geopende mond haar hoofd. ‘Ik kan het haast niet geloven. Ik kreeg de indruk dat die bibberende druiloor nauwelijks zijn eigen naam wist toen ik langsging. Hij herinnerde zich nog wel dat zijn vrouw lang geleden iets over vreemde gebeurtenissen op Brightwell Court had gemompeld. Ja, het kon met een baby te maken hebben gehad, maar wat precies, kon hij niet zeggen.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Ik heb misschien wel op een geheim gezinspeeld, maar afpersing heb ik beslist niet voorgesteld.’ ‘Toch denk ik dat de agent het verband heel interessant vindt. Dat weet ik als magistraat.’ ‘Ik ben deze kruistocht niet begonnen,’ verweerde Judith zich. ‘Hoewel ik er wel op heb gestaan dat mama een tijdje stopte toen lady Brightwell was overleden.’ Ze schoof haar stoel naar achteren en stond op. ‘Ze zegt dat zij en vader altijd iets hebben vermoed. De dokter was gekomen en weer vertrokken zonder dat er nieuws over een geboorte 419
3epr08072011Destille.indd 419
07-07-11 21:15
volgde. Iedereen was ervan overtuigd dat lady Brightwell weer “tegenslag” had gehad. Toen kwamen ze plotseling met een volmaakt gezond jongetje aanzetten.’ Judith liep futloos de kamer door. ‘Het waren natuurlijk maar geruchten en omdat jij op en top een Brightwell leek, gebeurde er niets. Maar toen kreeg je vader longontsteking. Wanneer was dat? Zeven, acht jaar geleden? En mijn vader dacht dat het de moeite waard kon zijn de zaak te onderzoeken. Hij probeerde de vroedvrouw op te sporen, maar zij was al overleden. Daarna zocht hij de dokter, maar je weet hoe artsen zijn, echte heren allemaal en heel professioneel en discreet.Te succesvol ook om belangstelling te hebben voor het kleine geldbedragje dat mijn vader kon bieden.’ Ze ademde luidruchtig uit. ‘Dus liet hij de zaak rusten. En toen stierf hij zelf, terwijl jouw vader volledig genas.’ Ze draaide zich om en keek hem aan. ‘Maar weet je, Edward, jouw lieve, trouwe verzorgster wordt ouder. Haar verstand laat haar in de steek. Ze heeft het er voortdurend over dat mijn Alexander zo op jou lijkt toen je zo oud was. “Hoe kan dat?” vraagt ze steeds. Ik zei dat het niet verbazend is omdat jij en ik neef en nicht zijn. “Neef en nicht?” zei ze en ze lachte alsof ik een leuk grapje had gemaakt. De eerste keer dacht ik dat ze gewoon in de war was, dat ze was vergeten dat jij en ik familie zijn doordat ik de naam van mijn man draag. Maar ze lijkt vaak heel zeker van haar zaak. Heel zeker.’ ‘Dat bewijst uiteraard niets,’ zei Edward op een toon waarvan hij geloofde dat die luchtig genoeg klonk. ‘Hebben we bewijs nodig dan?’ vroeg ze retorisch. ‘Het enige wat we hoeven te doen is de vraag met zoveel indirect bewijs aan het Hogerhuis voorleggen dat ze je vader ernaar vragen. Zou hij tegen zijn landgenoten liegen? In wat hij doet misschien wel, maar in zijn spreken niet, niet als ze hem er op de man af naar vroegen.’ Edward kromp ineen bij de gedachte dat zijn vader in het openbaar door de andere leden van het Hogerhuis zou worden veroordeeld. 420
3epr08072011Destille.indd 420
07-07-11 21:15
‘En dan ben jij er ook nog, edelmoedige Edward. Jij zou de plaats die een andere man rechtmatig toekomt niet opeisen als je, zoals nu het geval is, weet dat je er geen recht op hebt.’ ‘Je vleit me, Judith. Maar kun je zoveel respect hebben voor iemand met zo’n nederige afkomst?’ ‘Volgens mij heeft het alles met opvoeding te maken.’ ‘Je klinkt als vader.’ Edward sloeg haar gade en droefheid overviel hem. ‘Waarom heb je het gedaan, Jude?’ Ze haalde haar schouders op en zei spottend: ‘Ik was bang dat ik weer zonder zou moeten, dat ik weer in een vernederende financiële situatie terecht zou komen. Je weet dat ik het vreselijk vond dat er in mijn jeugd altijd winkeliers en schuldeisers aan de deur kwamen. Mijn vader vergokte al zijn geld en daarna dat van mama. Ik kon nauwelijks een fatsoenlijke jurk voor mijn debutantenbal aanschaffen.’ ‘Ik heb altijd gevonden dat je er goed uitzag.’ ‘Daar heb ik weinig aan gehad. Ik ben met een knappe marinekapitein getrouwd in de overtuiging dat hij in de oorlog een fortuin zou verdienen. In plaats daarvan werd ik een weduwe zonder fortuin en kreeg ik de verantwoordelijkheid voor de kinderen van een andere vrouw.’ ‘Maar vader onderhoudt je toch?’ ‘Jawel, maar hoe lang nog?’ Hij wachtte tot ze zou uitleggen wat ze bedoelde. Nu ze eenmaal op dreef was, leek ze bereid alles te onthullen. ‘Ik geef toe dat ik het diep in mijn hart vreselijk vond om over je nederige komaf te horen, want dat stuurde mijn plannen in de war. Ik dacht dat jij en ik misschien konden trouwen als mijn rouwperiode eenmaal voorbij was.’ ‘Zo?’ Ze vervolgde snel haar verhaal, nog voordat hij kon bevestigen of ontkennen dat hij soortgelijke gedachten had gehad. ‘Je bent zo dol op de kinderen en als vriend van Dominick voelde je je volgens mij enigszins verantwoordelijk voor hen.’ ‘Dat klopt.’ 421
3epr08072011Destille.indd 421
07-07-11 21:15
Ze keek hem aan, maar draaide zich toen weer om. ‘Maar jij maakte juffrouw Harrington en zelfs juffrouw Keene het hof. Als je met iemand anders trouwt, dan is je vrouw misschien niet bereid mij onder haar dak te laten wonen en de kinderen te onderhouden. Maar als Felix erfgenaam wordt, is hij als mijn broer verplicht me te onderhouden, nietwaar?’ ‘Ik ben je broer, Judith. Net zozeer als Felix.’ Ze fronste haar wenkbrauwen. ‘Wat bedoel je?’ ‘Er is een reden dat Alexander op me lijkt. Weet je nog dat je een keer zei dat jij en ik meer op elkaar lijken dan jij en Felix? Daar is een reden voor.’ Ze staarde hem met open mond aan, bijna angstig, dacht hij. Hij sprak op vlakke toon verder: ‘Mijn moeder was geen vrouw die jij zou hebben gekend. Maar mijn vader heb je wel gekend. Want hij was ook jouw vader.’ Ze bleef roerloos staan, alsof ze haar adem inhield. Toen knipperde ze met haar ogen. Ze gingen open en dicht als de luiken van een raam, alsof ze het uitzicht wilde veranderen of honderd beelden uit het verleden in stukjes probeerde te hakken. Maar ze deed geen poging hem tegen te spreken. ‘Wist hij het?’ vroeg ze. ‘Je vader? Dat geloof ik niet.’ ‘Ik denk dat hij het wel heeft vermoed… Misschien is dat de werkelijke reden dat hij besloot de zaak te laten rusten.’ Edward zuchtte. Hij had schoon genoeg van de hele kwestie. ‘Goed, uiteindelijk doet het er niet toe en verandert er ook niets. Of wel soms, lieve zus?’ Ze knipperde weer met haar ogen, ditmaal om de tranen te rug te dringen die bij zijn venijnige toon in haar ogen sprongen. ‘Veracht je me zo?’ Hij keek haar somber aan. ‘Ik zou nooit een hekel aan je kunnen krijgen, Judith. Maar ik ben wel teleurgesteld. Ik dacht dat we op z’n minst vrienden waren. Je had gewoon naar vader en mij toe kunnen komen met wat je had gehoord. Al die intriges waren nergens voor nodig.’ 422
3epr08072011Destille.indd 422
07-07-11 21:15
Edward liep naar Judiths klerenkast en trok achteloos de deur open, als een jongen die ’s avonds laat in de keuken naar iets lekkers zocht. Ze stak haar kin in de lucht. ‘Hij zou het nooit hebben toegegeven, tenzij hij gedwongen was geweest.’ ‘Daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben. Maar ik ben bang dat je de gevolgen van je verkleedpartij de rest van je leven zult betreuren.’ Hij trok de hoed met de sluier naar beneden en gooide hem op haar toilettafel. ‘De gesluierde vrouw, Judith? Wat mysterieus.’ ‘Dat was moeders idee. Ze was bang dat lord Brightwells belangstelling voor juffrouw Keene een bedreiging voor onze plannen vormde. Toen ik haar het aanplakbiljet van de meisjes school liet zien, hoopten we iets verdachts over haar te ontdekken waardoor hij het contact met haar zou verbreken.’ ‘Waarom? Zelfs als ze zijn dochter was geweest, en dat is ze niet, zou ze niets erven, behalve misschien een bruidsschat of een kleine tegemoetkoming.’ Ze trok een gezicht. ‘Zijn dochter? Daar dachten we niet aan. We vreesden dat hij… dat hij romantische plannen met haar had.’ ‘Aha.’ Hij knikte. ‘Ik geef toe dat ik korte tijd hetzelfde heb gedacht. Maar zijn belangstelling voor juffrouw Keene was puur vaderlijk, dat verzeker ik je. Maar dat wil niet zeggen dat hij niet met iemand anders zal trouwen als zijn rouwperiode voorbij is.’ Ze wierp hem een bezorgde blik toe. ‘Zie je welk gevaar je loopt, Judith? In plaats van tevreden te zijn met een onderkomen op Brightwell Court en alles wat je ooit maar nodig zult hebben, heb je alles op het spel gezet voor de mogelijkheid dat mijn vader zonder wettige zoon zal overlijden. Verder gok je erop dat Felix even goedgeefs zal zijn als vader, wat ik betwijfel, maar dat is een ander verhaal.Want als vader hertrouwt en zijn vrouw hem een zoon schenkt… ben jij alles kwijt. Begrijp je het niet, Judith? Jij bent net zo goklustig als je vader, al zeg je dat je hem erom minacht.’ Haar lippen trilden. En hoewel ze hem boos en opstandig 423
3epr08072011Destille.indd 423
07-07-11 21:15
aankeek, begon haar façade barsten te vertonen. Edward draaide zich om en liep langzaam de kamer door. ‘Dus ik moet vertrekken?’ vroeg ze hem met een bedrieglijk kalme stem. Bij de deur draaide hij zich om en keek naar haar. Ze stond met haar rug naar hem toe en het zonlicht dat door het raam viel, gaf haar een onverdiend, gouden aureool. Misschien, dacht hij, zag God al zijn kinderen ook wel zo. Ze was inderdaad egoïstisch en gevallen. Maar in het vergevende licht van Zijn Zoon hadden ze allemaal een onverdiend aureool. ‘Mijn vader vraagt dat niet van je. Je bent zijn nicht. Hij zal altijd van je houden.’ Haar hangende schouders schokten, maar hij voelde zich niet tevreden, triomfantelijk. Want of ze nu bleef of vertrok, in zijn hart had hij afscheid genomen van deze vrouw van wie hij sinds zijn jeugd had gehouden als van een speelkameraad, nicht, vertrouwelinge en vriendin.
a Drie weken later stond Felix stijf voor hem in de bibliotheek. De jongen kon het niet opbrengen Edward aan te kijken en richtte zijn ogen in plaats daarvan op lord Brightwells halsdoek. Alsof hij de woorden uit zijn hoofd had geleerd, zei hij: ‘… Als mijn oom mij in het openbaar als zijn wettige erfgenaam erkent en Edward ermee instemt geen aanspraak meer op de erfenis te maken en het nieuwe testament dat zal worden opgemaakt niet aanvecht, zullen we geen verdere stappen ondernemen en geen schadeloosstelling eisen wegens fraude.’ Lord Brightwell wierp hem een woedende blik toe. ‘Schadeloosstelling? Zo lang ik nog leef, heb jij nergens recht op. Helemaal nergens op.’ Felix kromp zichtbaar in elkaar bij de woedende uitval van zijn oom. ‘Alles heb ik je gegeven: je collegegeld, geld voor je levenson424
3epr08072011Destille.indd 424
07-07-11 21:15
derhoud, een jaarlijkse toelage… en dat heb ik gedaan omdat ik je een warm hart toedroeg, niet uit plichtsgevoel.’ ‘Ik…’ Felix waagde het de graaf aan te kijken en zag toen snel af van een weerwoord. In plaats daarvan mompelde hij: ‘Zo heb ik het ook altijd gezien, mijnheer.’ ‘Wie heeft dat monoloogje dan voor je geschreven? Je moe der zeker?’ Felix knikte schaapachtig. ‘Ze zei dat u de dingen die u voor mij hebt gedaan uit schuldgevoel hebt gedaan. Niet uit edelmoedigheid.’ ‘En heb ik je zus, die weduwe is, om dezelfde reden in huis genomen? Niet uit naastenliefde, volgens jullie?’ Felix stak koppig en uitdagend zijn kin naar voren. ‘Ik heb niet gezegd dat ik het met mama eens ben, mijnheer. Maar als ik lord Brightwell ben, zal ik zelf in Judiths onderhoud voorzien.’ ‘Keurig zoals het hoort,’ zei de graaf lijzig. ‘Maar span je het paard niet achter de rouwkoets? Zo lang ik nog leef, ben jij niet meer dan vermoedelijke erfgenaam. Je krijgt nog geen titel, geen geld, geen privileges. En onthoud dit, neef: ik ben van plan nog heel lang te leven.’ Felix slikte. ‘Ik van mijn kant gun het u,’ zei hij eerlijk. ‘Ik verlang niet naar een adellijke titel. Die brengt veel verantwoordelijk heden met zich mee.’ ‘Ik vind het een opluchting dat te horen. Want wie weet?’ zei de graaf. ‘Misschien hertrouw ik nog wel. Krijg ik een eigen zoon. En dan wordt hij mijn erfgenaam en krijg jij niets.’ ‘Daar is mama bang voor. Ze was erg opgelucht te horen dat juffrouw Keene is vertrokken.’ ‘O, ja?’ ‘Als het aan mij ligt, word ik net zo lief geen lord huppeldepup. Het zou me alleen maar… helpen de hand van een zekere dame te winnen.’ ‘Die van juffrouw Harrington, neem ik aan,’ zei Edward. Het gezicht van de jongeman werd vuurrood. ‘Ik ben bang van wel, ja.’ 425
3epr08072011Destille.indd 425
07-07-11 21:15
Zonder op die bekentenis in te gaan, vroeg lord Brightwell: ‘Heb jij daar in Oxford dan geen enkele wet gelezen, Felix? Je moet toch begrijpen dat jullie, als jullie dit bekend maken terwijl ik nog leef, alleen maar bereiken dat jullie in opspraak raken? Edward kan nergens afstand van doen. Hij is een gewone burger, net als jij. Alleen een oudste zoon kan rechtmatige erfgenaam zijn en in die hoedanigheid gebruik maken van een beleefdheidstitel en dat is alleen maar mogelijk doordat ik ook nog de lagere titel van Baron van Bradley heb. Maar de echte titel houd ik. Begrijp je? Lord Bradley kun jij nooit worden. En lord Brightwell zou je pas na mijn dood worden.’ Het gezicht van zijn neef betrok. ‘Je zult nog wel merken, beste jongen, dat een titel niet altijd nodig is om een vrouw van adellijke afkomst te veroveren.’ Felix stak zijn onderlip naar voren. Hij was duidelijk niet overtuigd. ‘Ik stel het volgende voor,’ zei lord Brightwell. ‘In mijn testament zal ik een volledige bekentenis schrijven en mijn bedrog onthullen. Ik zal de schuld volledig op me nemen, zodat eventuele ernstige gevolgen voor mijn rekening komen – ik ben dan toch te dood om me dat nog aan te trekken – en niet voor die van Edward, want die treft in deze kwestie geen enkele blaam. Hij zal wel zijn beleefdheidstitel verliezen en in de betere kringen in Londen zullen velen hem afwijzen als zijn achtergrond bekend wordt. Maar omdat hij van plan is een teruggetrokken leven te leiden, afgezonderd van dat milieu, denk ik niet dat de gevolgen al te ernstig zullen zijn. Na mijn overlijden nemen jij en de notarissen dit bewijs mee naar de voorzitter van het Hogerhuis.’ Hij legde nu zijn arm om Felix’ schouders en voegde er vertrouwelijk aan toe: ‘Je hebt op dit moment geen echt bewijs, mijn jongen. Alleen het verhaal van een seniele oude vrouw die ons tegenover buitenstaanders nooit zou verraden, mocht ze lang genoeg leven om te kunnen getuigen.’ Hij haalde zijn arm weg en zei met de stem die hij in het parlement gebruikte: ‘Het Comité voor Privileges zal de 426
3epr08072011Destille.indd 426
07-07-11 21:15
zaak bekijken en zal, dat weet ik volkomen zeker, je aanspraak op een adellijke titel gerechtvaardigd achten.’ Hij wierp Felix een slimme blik toe. ‘Onthoud dat ik er nu vanuit ga dat er dan geen nieuwe wettige erfgenaam is. Als ik hertrouw en een zoon krijg, dan wijzen het testament en de bekentenis hem uiteraard als erfgenaam aan. Is dat duidelijk?’ Felix’ ogen lichtten veelbetekenend op. ‘Hebt u soms een dame in gedachten, oom?’ ‘Dat is mijn zaak, nietwaar? Goed, als jij ermee instemt om dit in stilte af te handelen en een schandaal te voorkomen, en je moeder en je zus ook, zal ik je een royale toelage blijven geven die je in staat stelt het leven van een heer te leiden en de hand te veroveren van alle adellijke dames die je maar wilt.’ Hij ging voor zijn neef staan en keek hem recht in de ogen. ‘Als je hier niet mee instemt en er wel een schandaal komt, krijg je tot mijn dood geen shilling meer van me en komt er na mijn overlijden een rechtszaak. Stem je daarmee in of niet?’ Felix slikte nog een keer. ‘Ik stem ermee in.’ Lord Brightwell knikte goedkeurend. ‘Mooi. Goed, het zou heel goed kunnen dat ik hertrouw, maar op mijn leeftijd kan ik het me niet permitteren alles op één kaart te zetten. De kans is groot dat jij inderdaad de volgende lord Brightwell wordt en als dat gebeurt wil ik dat je er goed op voorbereid bent om die naam hoog te houden. Dus…’ Hij rechtte zijn rug en beval kordaat: ‘Ten eerste ga je niet meer op ongepaste wijze met de bedienden om. Ten tweede ga je beslist je studie afmaken en je bul halen. En ten derde ga je jezelf bekwamen in het beheren van een landgoed en krijg je een opleiding in parlementaire zaken – in de bibliotheek, zaterdag over een week, negen uur. Begrepen?’ ‘Begrepen.’ Felix keek verbaasd naar lord Brightwell op. ‘Ik moet zeggen dat u me verbaast, oom. Dit had ik niet verwacht.’ ‘Wat had je dan verwacht.’ ‘Dat u me de deur uit zou zetten. Om te voorkomen dat ik in de verleiding zou komen om…’ 427
3epr08072011Destille.indd 427
07-07-11 21:15
‘Mijn overlijden te bespoedigen?’ Felix werd opnieuw rood. ‘Dat bedoel ik.’ ‘Ik geloof nooit dat je dat zou doen, jongen, ook al blijken je moeder en je zus nog zulke intriganten te zijn. Je mag dan niet de meest intelligente jongen zijn, noch de meest wijze of fatsoenlijke, noch…’ Edward kuchte. ‘Juist! Maar je hebt wel een goed hart en ik heb er alle hoop op dat je met de juiste opleiding en begeleiding toch voor de familie van waarde kunt zijn.’ ‘En mijn zus?’ ‘Het spijt me je te moeten vertellen dat Judith ons al heeft verlaten.’ ‘Verlaten?’ ‘Ja, ze is opnieuw getrouwd en is op dit moment op huwelijks reis.’ Felix’ mond viel open. ‘Wanneer is dat gebeurd?’ ‘Twee dagen geleden, naar ik heb begrepen. Met speciale toestemming.’ ‘Waarom is me dat niet verteld?’ ‘Dat zul je Judith moeten vragen als ze uit Italië terugkomt. Ik heb haar niet verboden contact met je op te nemen, mocht je in de verleiding komen dat te denken.’ ‘Met wie is ze in vredesnaam getrouwd?’ ‘Met George Linton.’ ‘George Linton? Dat kunt u niet menen! Die druiloor?’ ‘Die druiloor, inderdaad, met zijn prettige vierduizend per jaar. Het lijkt erop dat Judith er niet tevreden mee was te wachten tot jij je belofte om haar te gaan onderhouden kon inlossen.’ Felix schudde zijn hoofd. ‘Ik sta paf. En geen woord tegen haar eigen broer. En wat gaat er met de kinderen gebeuren?’ ‘Die zijn op het ogenblik hier. Na de huwelijksreis zal alleen Alexander zijn intrek nemen bij het gelukkige paar. George Linton is naar het schijnt wel bereid één kind in zijn huis op te nemen, maar geen drie.’ 428
3epr08072011Destille.indd 428
07-07-11 21:15
Felix fronste zijn voorhoofd. ‘Ik begrijp het niet.’ ‘Ik ook niet,’ zei lord Brightwell. ‘Maar Judith heeft besloten Audrey en Andrew aan mijn zorgen toe te vertrouwen. Als jij daar bezwaar tegen hebt en je liever een bevoegd iemand aanstelt om in de buurt van Oxford en dicht bij jou voor hen te zorgen en je hen zelf wilt onderhouden, ga dan je gang.’ Felix trok aan de zoom van zijn vest en verplaatste zijn gewicht naar zijn andere been. ‘Ik ben natuurlijk dol op hen,’ zei hij stamelend, ‘maar dat kan ik me niet permitteren… en eerlijk gezegd, ze zijn geen familie van me. Niet eens van mijn zus, of wel? Wil Dominicks moeder hen niet in huis nemen?’ ‘Dominicks moeder schijnt zoveel last van reumatiek te hebben en maar zulke beperkte financiële middelen te hebben – dat zijn haar woorden, hoor – dat ze daartoe niet in staat is, al zou ze het nog zo graag willen. Ze heeft er geen bezwaar tegen dat ik ze als mijn pupillen grootbreng, op voorwaarde dat ik ze af en toe naar haar toe breng voor een bezoek.’ ‘Uw pupillen?’ herhaalde Felix. ‘Ja.’ Felix keek zijn oom aan met iets wat op onwillig respect leek. ‘Dus u neemt opnieuw de kinderen van iemand anders onder uw hoede?’ zei hij guitig. Lord Brightwells ogen twinkelden. ‘Ja,’ zei hij, ‘daar schijn ik een gewoonte van te maken.’
429
3epr08072011Destille.indd 429
07-07-11 21:15
48
George Haines, vanwege het stelen van een geweer en een buskruitfles, eigendom van James Hickman; En een konijn, eigendom van Henry Simcox. Drie kalendermaanden voor de 1e overtreding; een kalendermaand voor de 2e Northleach House of Correction records, 1850 (getranscribeerd door Phil Mustoe)
Toen de huisknecht van de Crenshaws haar het visitekaartje van lord Bradley gaf, schoten de emoties als Chinees vuurwerk door haar lichaam: paniek, angst, hoop. Ze stond in de verleiding te weigeren hem te ontvangen, maar wist dat dat niet kon. Niet na zijn brief met verontschuldigingen. Want als lord Brightwell nu eens ziek was? Of als er iets met een van de kinderen was gebeurd? ‘Laat hem maar binnen, alstublieft.’ De minuut die volgde, leek wel een uur te duren, maar daarna hoorde ze maar al te snel voetstappen naderen. Ze slikte en haalde een paar keer diep adem in een poging zichzelf te kalmeren. Zonder resultaat. Toen de deur opnieuw openging, stond Olivia onvast op. ‘Lord Bradley. Ik… ik verwachtte u niet.’ Hij boog. ‘Dat kan ik me voorstellen.’ Hij keek omlaag naar zijn laarzen. ‘En ik verwachtte dat de huisknecht me in duide lijke bewoordingen zou vertellen dat u niet thuis was, of dat nu waar was of niet.’ ‘Ik beken dat ik dat wel heb overwogen.’ Ze vond haar eigen lachje geforceerd klinken. ‘Maar ik wilde geen onrust veroorzaken, omdat ik hier te gast ben.’ 430
3epr08072011Destille.indd 430
07-07-11 21:15
Hij keek haar door zijn gouden wimpers aan. ‘Een gerespec teerde gast, naar ik hoop?’ Olivia beet op haar lip en glimlachte toen.‘Jazeker. Mijn moe der ook. Ze zijn met zijn allen naar Cirencester, anders zou ik u hebben voorgesteld.’ Hij knikte. Ze stonden nog even onzeker tegenover elkaar. Ten slotte schraapte hij zijn keel en draaide zijn hoed rond tussen zijn vingers. ‘O, neem me niet kwalijk,’ zei Olivia.‘Gaat u zitten, alstublieft.’ ‘Eigenlijk voel ik me een beetje zoals Andrew zich in de klas voelt. Teveel energie om te zitten. Wilt u zo goed zijn een wandeling met me te maken? Ik zag een mooie tuin toen ik kwam aanrijden.’ ‘Natuurlijk… ik ga even mijn hoed zoeken.’ Ze liepen samen door de geometrisch aangelegde tuin die was omringd door een muur van verschillende kleuren natuursteen. De zon scheen en de lucht was doortrokken van de geuren van rozen en lavendel. ‘Hebt u mijn brief ontvangen?’ vroeg hij. ‘Ja. Hoewel het me opviel dat uw vader het adres had geschreven.’ Hij knikte. ‘Ik heb hem gesmeekt me te vertellen waar u verbleef sinds u was vertrokken en uiteindelijk is hij gezwicht.’ Edward was zo zenuwachtig dat hij tot op dit moment nog niet goed naar haar had gekeken. Hij bleef staan en nam haar in zich op. Haar roze japon had een lage, vierkante hals die fij ne sleutelbeenderen vrijliet, evenals bekoorlijke, vrouwelijke rondingen. Een bijpassend roze lint trok zijn aandacht omhoog naar haar lange, sierlijke hals. Onder haar hoed bungelden oorbellen aan haar kleine, witte oorlelletjes en glanzende pijpen krullen omlijstten haar gezicht. Haar lippen glansden en op haar wangen lag een allerliefste blos. ‘Wat hebben ze met u gedaan?’ Haar mond ging open en haar blos werd donkerder. ‘Vergeef me, dat zei ik helemaal verkeerd. Ik bedoelde, nou, u 431
3epr08072011Destille.indd 431
07-07-11 21:15
bent zo mooi. Altijd al, natuurlijk, maar… uw haar zit zo mooi en… nou… alles.’ Ze boog haar hoofd. ‘Dank u. Mijn tante staat erop dat haar dienstmeisje mij kleedt en kapt. Het kost erg veel tijd, ben ik bang.’ ‘Ik verzeker u dat het de moeite waard is.’ Het glimlachje dat om haar mondhoeken speelde, verbreedde zich. Terwijl ze verder liepen, beiden met hun handen achter hun rug, vertelde hij haar over alles wat zich de laatste tijd op Brightwell Court had afgespeeld. En over alles wat hij had ontdekt. Olivia bleef staan, haar mond en haar ogen wijd open. ‘Dus Avery Croome is uw grootvader!’ Ze schudde haar hoofd. ‘Daar sta ik versteld van, maar toch… ik had het kunnen raden.’ Ze bestudeerde zijn gezicht en haar blauwe ogen twinkelden. ‘Ik zie inderdaad een gelijkenis.’ Hij zei droog: ‘Ik weet niet of dat een compliment is of niet.’ ‘Een paar maanden geleden zou het dat niet zijn geweest, maar omdat ik hem beter heb leren kennen, is het dat wel.’ Hij keek naar haar terwijl ze verder liepen en aan de rimpels in haar voorhoofd zag hij dat ze nog nadacht. ‘Dat betekent dat Alice Croome uw moeder was,’ zei ze. ‘En mevrouw Moore… heeft die het altijd geweten?’ Edward schudde zijn hoofd. ‘Nee, dat denk ik ook niet. Hebt u het haar verteld?’ ‘Ja.’ ‘En hoe reageerde ze?’ Edward haalde diep adem. ‘Ik ben bang dat ik heel wat opschudding heb veroorzaakt beneden.’ ‘O, ja?’ ‘Twee dienstmeisjes zagen dat ik haar een kus op haar wang gaf.’ ‘Nee toch!’ zei Olivia quasigeschokt en toen lachte ze. ‘Vertel me alles.’ Hij deed wat ze vroeg en ze wandelden bijna een uur. 432
3epr08072011Destille.indd 432
07-07-11 21:15
Toen hij bijna klaar was met zijn verhaal vroeg ze: ‘Wat gaat u nu doen?’ ‘Uitstekende vraag. Wat gaat u doen?’ Ze haalde diep adem. ‘De rest van de zomer hier doorbrengen. Daarna ga ik naar Kent om les te geven op een meisjes school, zoals ik altijd heb gewild.’ ‘Maar dat was toch niet precies waar u naar verlangde of wel?’ Ze haalde haar schouders op. ‘Niet precies, nee. Het was mijn droom op een dag een eigen school te openen, samen met mijn moeder. Maar dat moet voorlopig een droom blijven.’ Ze zuchtte. ‘Ik neem er genoegen mee om een andere, ervaren onderwij zeres te assisteren en ondertussen zoveel mogelijk te leren.’ ‘Ik kan u niet overhalen naar Brightwell Court terug te komen?’ ‘Nee. Al ben ik nog zo dol op Audrey en Andrew, dat… kan niet. Ik moet bekennen dat ik daar toch niet voor geschikt ben.’ ‘Onzin. U bent de meest intelligente, vriendelijke…’ ‘Voor dat eenzame leven, bedoel ik. Altijd maar alleen het gezelschap van kinderen. Lange uren alleen. Nergens werkelijk bij horen. Nooit een echte vriendin hebben… Vergeef me! Ik loop nog erger te ratelen dan Doris.’ Hij keek haar niet-begrijpend aan. ‘Doris…?’ Ze kneep haar ogen stijf dicht. ‘Precies.’ Ze liepen door en Edward was zich ervan bewust dat hij een blunder had gemaakt, maar hij wist niet hoe hij de situatie moest rechtzetten. In plaats daarvan zei hij: ‘U kunt toch wel dichterbij lesgeven dan op een school in Kent?’ ‘Misschien wel. Maar een nieuwe start ergens ver weg heeft iets aantrekkelijks nu ik weet dat het goed gaat met mijn moe der. Ik heb de agent in Withington geschreven en wacht nog op bericht over mijn vaders situatie.’ Hij kuchte. ‘Hebt u het dan niet gehoord? Ik denk van niet, nu ik u zo zie. Ik ben bang dat er nieuws is, nieuws dat ik u persoonlijk wilde brengen.’ Ze keek op. ‘Wat voor nieuws dan?’ 433
3epr08072011Destille.indd 433
07-07-11 21:15
Uit zijn zak haalde hij een deel van een krant en vouwde het open. ‘Een bericht over de rechtszaak van uw vader, de specifieke aanklacht en de straf die hij waarschijnlijk krijgt opgelegd.’ Hij hield haar het bericht voor, maar ze pakte het niet aan en keek er alleen maar wezenloos naar. ‘Vertel me wat erin staat,’ fluisterde ze. Hij haalde diep adem en vond het naar dat hij het nieuws moest overbrengen. Hij vermoedde dat ze tegenstrijdige emoties ervoer. ‘Uw vader wordt, zoals de geruchten al meldden, aangeklaagd wegens verduistering en het bedriegen van zijn werkgever. Vanwege het ontstellende bedrag dat is verdwenen, verwacht men dat hij zal worden opgehangen of op zijn minst voor de rest van zijn leven zal worden verbannen.’ ‘O, nee toch…’ ‘Het spijt me, juffrouw Keene. Al heeft uw vader fouten gemaakt, dit moet toch een vreselijke klap zijn.’ Haar wijd open gesperde ogen vol paniek keken hem sme kend aan. ‘Maar hij heeft het niet gedaan! Ik weet zeker dat hij het niet heeft gedaan. Hij is veel geweest, maar nooit een be drieger. Nooit een dief.’ Hij had medelijden met haar toen hij haar zo overstuur zag. ‘Het is niet mijn bedoeling kwaad over hem te spreken. Ik heb u juist aangemoedigd gunstiger over uw vader te denken. Maar zou wraaklust hem er niet toe hebben kunnen verleid of hebzucht?’ Ze knikte. Dat idee was ook bij haar opgekomen. Ze liepen nog een tijdje zwijgend verder en toen keek hij haar weer aan. ‘Onze advocaat staat u ter beschikking en als u financiële middelen nodig hebt om…’ Ze greep zijn arm vast.‘Breng me naar hem toe.Wilt u dat alstublieft doen? Ik moet hem zien. Hem vragen wat er is gebeurd.’ Hij legde zijn hand over de hare, niet in staat weerstand te bieden aan de kans haar aan te raken. ‘Ik heb een ander idee. U herinnert zich vast wel dat ik Sir Fulke en zijn zoon Herbert ken. Misschien kan ik een beroep op hen doen, hun om cle mentie vragen of op z’n minst om een lichtere straf.’ 434
3epr08072011Destille.indd 434
07-07-11 21:15
‘Denkt u dat ze tot barmhartigheid in staat zijn?’ ‘Sir Fulke? Waarschijnlijk niet. Als Herbert er was, zou ik die misschien wel kunnen ompraten, maar voor zover ik weet, is hij nog steeds weg. Toch wil ik het proberen.’ ‘Meent u dat?’ ‘Voor u doe ik het. En ik weet zeker dat vader het zou goedkeuren.’ ‘Waarom doet u het?’ Ze keken elkaar aan en de blikken van hun blauwe ogen versmolten. ‘Olivia…’ zei hij en hij klonk bijna beledigd. ‘Ik denk dat je… het antwoord wel weet.’
435
3epr08072011Destille.indd 435
07-07-11 21:15
49
Op wiskunde was ik erg dol en ik maakte snel vorderingen. Van oppervlakte en volume berekenen genoot ik, evenals van breuken, decimalen en boekhouden. Miss Weeton, Journal of a Governess 1811-1825
Olivia wachtte zenuwachtig in de hal van het buitenverblijf dat vroeger eigendom was geweest van de familie Meacham en dat nu het bezit was van Sir Fulke Fitzpatrick. Een kwartier nadat hij was binnengelaten in een kamer verderop in de gang, verscheen lord Bradley weer. Hij was in het gezelschap van twee mannen. Nadat ze zachtjes wat woorden hadden gewisseld, liepen de twee mannen de gang door. Ze wierpen slechts een vluchtige blik in haar richting en verdwenen toen in een andere kamer. Lord Bradley draaide zich naar haar om en ze liep snel over de marmeren vloer naar hem toe. Hij schraapte zijn keel. ‘Ik heb goed nieuws en ook tamelijk vervelend nieuws, ben ik bang. Herbert is tijdens de rechtszaak in de stad aanwezig. Hij en zijn advocaat hebben besloten je toe te staan de boeken waar het om gaat in te zien.’ ‘En het vervelende nieuws?’ fluisterde Olivia. Zijn blauwe ogen keken somber. ‘Je hebt een uur, Olivia. Meer kreeg ik niet voor elkaar.’ Ze slikte en knikte toen. ‘Bid voor me.’ ‘Dat zal ik doen.’ Hij gaf een kneepje in haar hand en deed toen de deur voor haar open. Olivia ging een rijk gedecoreerde bibliotheek binnen, waar albasten bustes haar blind aanstaarden vanaf hoge boekenkasten van mahonie en koper. In het midden van de kamer stond een 436
3epr08072011Destille.indd 436
07-07-11 21:15
tafel op klauwvoeten en dichter bij de marmeren haard stonden met fluweel overtrokken stoelen met franjes. Erboven hing het portret van een strenge, adellijke weduwe. Haar boezem was bedekt met kant en ze keek duidelijk misprijzend op Olivia neer. Olivia schonk geen aandacht aan haar, liep naar de tafel en ging zitten.Voor haar lagen drie boeken in het licht dat door vier hoge ramen viel. Ze bad dat het oude, glazen paneel in haar hoofd, dat mat was geworden door onbruik, terug zou komen. Ze sloeg de boeken in de juiste volgorde open en liet haar vinger langzaam langs de kolommen glijden terwijl ze rekende en controleerde. Alles leek in orde. Almachtige God, help me alstublieft… Een uur later ging de deur open. Olivia sloeg het laatste boek dicht en stond op. Niet twee maar zeven mannen kwamen de bibliotheek binnen. Lord Bradley, een man met zwart haar van wie ze vermoedde dat het Herbert Fitzpatrick was, zijn vader, Sir Fulke, agent Smith, de advocaat die ze eerder al even had gezien en nog een andere man die ze niet herkende. Lord Bradley ging in de ruimte tussen Olivia en de groep mannen staan. ‘Sir Fulke, dit is juffrouw Keene, de dochter van Simon Keene.’ Voor haar stond de trotse heer uit de Crown and Crow, nu twaalf jaar ouder. De jaren waren niet vriendelijk voor hem geweest. Zijn smalle lip krulde. ‘Ah… het afgerichte aapje, helemaal volwassen nu.’ Ze voelde lord Bradley naast haar verstijven. ‘Sir Fulke…’ Olivia betwijfelde of de man Edwards ijzige waarschuwing zelfs maar hoorde. ‘Wat was het lot hem gunstig gezind,’ vervolgde Sir Fulke. ‘Dat ik degene was die het landgoed van zijn werkgever kocht en dat mijn eigen beheerder hem aanhield. Wat wachtte hij verstandig zijn tijd af. Hij won het vertrouwen van mijn beheerder, stelde zich op de hoogte van mijn zaken en mijn boekhouding en toen hij zeker van zichzelf was, sloeg hij zijn slag met het idee 437
3epr08072011Destille.indd 437
07-07-11 21:15
dat ik er nooit achter zou komen. En nu heeft het lot een wrede wending genomen en is hij in zijn eigen kuil gevallen.’ Olivia keek de man aan. ‘Ik zou van u hetzelfde kunnen zeggen, mijnheer.’ Hij glimlachte zelfgenoegzaam naar haar. ‘Wat bedoelt u daarmee?’ ‘Ik ben heel blij dat uw advocaat en agent hier vandaag zijn, en ook de magistraat,’ zei Olivia. ‘Volgens mij heeft het lot weer een andere wending genomen.’ ‘U kraamt onzin uit, jongedame. Als u soms denkt dat u me met uw raadsels in de war kunt brengen, hebt u het helemaal mis.’ Olivia glimlachte geforceerd en gooide het over een andere boeg. ‘Ik ben blij dat u er zo goed uitziet, Sir Fulke,’ begon ze. ‘Mijnheer Smith heeft me verteld dat u gewond bent geweest aan uw hoofd. Hij dacht dat u was gevallen.Van een trap af misschien.’ De tweede glimlach kwam gemakkelijker. ‘Het was vriendelijk van u dat u de agent niet hebt verteld waar u gewond was geraakt, want dan had het er heel slecht uitgezien voor mijn vader.’ Zijn ogen vernauwden zich, maar hij zei niets. ‘Want de eerbiedwaardige mevrouw Atkins zegt dat ze u in ons huis heeft aangetroffen. Bewusteloos.’ Zoals ze had gehoopt, ontkende hij niet wat mevrouw Atkins had gezegd. Iedereen in het dorp respecteerde de vroedvrouw. Veel mensen hadden haar bij een bevalling aan hun bed gehad of waren in haar handen op de wereld gekomen. Sir Fulke woonde lang genoeg in Withington om te weten hoe men haar waar deerde. Olivia zei: ‘Zou het niet kunnen dat u Simon Keene sluw de schuld voor die hoofdwond in de schoenen schuift en dat u daarom zo’n strenge straf wilt? Dat u zelf de wraak neemt waar u mijn vader van beschuldigt?’ ‘Waar hebt u het over?’ ‘U kunt wel van onze trap afgevallen zijn, maar wat u bij ons thuis boven moest, waar alleen mijn slaapkamer en de oude klas 438
3epr08072011Destille.indd 438
07-07-11 21:15
zijn, kan ik niet raden. Had u een reden om naar boven te gaan?’ Hij keek haar kil aan. ‘Ik zou geen reden weten.’ ‘Ligt een andere verklaring dan niet meer voor de hand? Was het niet zo dat iemand u van achteren op uw hoofd heeft geslagen? Een of andere schurk die te laf was om u van voren aan te vallen?’ Hij gaf geen antwoord, maar kreeg wel een achterdochtige blik in zijn ogen. ‘Dat zou veel verklaren,’ vervolgde Olivia. ‘Het zou verklaren waarom Simon Keene het dorp zo snel verliet, als iemand met een kwaad geweten. Een haardpook kan ernstige verwondingen veroorzaken. Ernstiger dan een val van een trap.’ ‘Davies,’ zei Sir Fulke tegen zijn advocaat, hoewel hij zijn ogen op Olivia gericht bleef houden, ‘misschien moeten we mishandeling nog aan onze lijst van aanklachten toevoegen.’ ‘Dus hij geeft het toe?’ vroeg mijnheer Smith, de agent. ‘Dat niet, nee’ zei Olivia. ‘Hoewel ik hem maandenlang voor een daad van geweld verantwoordelijk heb gehouden. En ook u hebt hem daarvan beschuldigd.’ ‘Aha!’ De fletse ogen van Sir Fulke lichtten op. ‘Misschien wilt u zelf wel wraak. Hij was zeker een wrede vader?’ Ze glimlachte lief. ‘Vast niet zo wreed als u.’ Hij keek haar onderzoekend aan, niet wetend wat ze bedoelde. ‘Ik denk dat u alleen maar naar ons huis was gekomen om mijn moeder nog wat borduurwerk van uw lieve vrouw te brengen,’ vervolgde Olivia. ‘En misschien kwam Simon Keene toen wel binnen zetten en sloeg hij u uit woede en jaloezie op uw achterhoofd. En u wist niet wie u die klap had gegeven. Toen u later bijkwam, lag u in het kantoor van mevrouw Atkins, waar ze u naartoe had gebracht om te herstellen.’ ‘Heeft zij niets gezien?’ vroeg hij. Hij koos een sigaar uit een houten doos op de tafel en rolde die gedachteloos tussen zijn vingers heen en weer. ‘U bedoelt of ze heeft gezien dat mijn vader u sloeg? Helaas niet, nee.’ 439
3epr08072011Destille.indd 439
07-07-11 21:15
‘Juffrouw Keene,’ onderbrak Edward haar, ‘ik begrijp niet wat… hier helpt u uw vader niet mee.’ ‘Ik probeer alleen de waarheid maar boven tafel te krijgen,’ zei Olivia. ‘De waarheid maakt toch vrij?’ ‘Ja, maar…’ Sir Fulke onderbrak haar. ‘Mijn eigen herinneringen aan de gebeurtenissen zijn door de verwondingen aan mijn hoofd nog al vaag, juffrouw Keene,’ zei hij neerbuigend. ‘Toen ik bijkwam, kon ik niet helder denken. Ik meen dat mevrouw Atkins me heeft verteld dat ik van de trap ben gevallen, maar ik kan het mis hebben. Ik heb achteraf gehoord dat ik meer dan een dag bewusteloos ben geweest.’ Door een flinke dosis laudanum, dacht Olivia. ‘Het moet wel zo zijn gegaan als u net zei,’ zei Sir Fulke die steeds meer voor het idee begon te voelen. ‘Uw vader trof me in zijn huis aan, ging van het ergste uit en sloeg me, laf als hij is, neer.’ Olivia trok een gezicht. ‘Maar vergeet niet, mijnheer, dat u uw belager een geldige reden gaf.’ Opnieuw vernauwden de troebele ogen zich. ‘Wat bedoelt u?’ ‘Nou, ziet u, de reden dat iemand u van achteren heeft aangevallen – dat deel ontken ik niet – was dat die persoon, toen hij ons huis binnenkwam, zag dat u mijn moeder aan het wurgen was.’ ‘Wat een onzin!’ ‘Ik ben het met u eens dat het onzinnig klinkt,’ zei Olivia rustig. ‘En in feite moet ik tot mijn schaamte bekennen dat ik heel lang heb geloofd dat deze schurk, die van plan was mijn dierbare moeder te vermoorden, mijn vader was. Maar hij was het niet. Mijn vader was in Cheltenham in het gezelschap van uw eigen beheerder.’ De zevende man, de man die ze niet had herkend, knikte instemmend. ‘Dat klopt, juffrouw.’ Sir Fulkes mondhoeken krulden op in een roofdierachtige grijns. ‘Juffrouw Keene, uw geroddel verbaast me! U zou romans 440
3epr08072011Destille.indd 440
07-07-11 21:15
moeten gaan schrijven. U bent door al dat gereken van u uw roeping misgelopen.’ Olivia zuchtte. ‘Was het maar fictie. Maar voor mij werd het een nachtmerrie die me maandenlang heeft achtervolgd.’ ‘Als het uw vader niet was, wie dan wel?’ vroeg Sir Fulke. ‘Wilt u soms beweren dat ik door een langslopende zwerver of dief ben neergeslagen?’ Ze wierp een tersluikse blik op Edward.‘Ik ben in het verleden voor beide aangezien. Maar nee.’ ‘Door wie dan wel?’ vroeg mijnheer Smith terwijl de magistraat op zijn stoel naar voren boog en haar nauwlettend gade sloeg. ‘Ik was die avond nog laat bij juffrouw Cresswell om twee leerlingen die achterliepen bijles te geven. Toen ik thuiskwam, lagen er stoelen op de grond en was er glas tegen het haardrooster kapot gesmeten. Ik hoorde mijn moeder in paniek schreeuwen en rende naar haar slaapkamer. Het was behoorlijk donker, maar nog wel licht genoeg om een man te zien die zijn handen om mijn moeders keel had en hard kneep. Ik weet nu hoe dat voelt. Scherpe pijn, brandende longen, de zekerheid dat de dood elk moment kan komen…’ ‘Allemaal kolder!’ riep Sir Fulke. ‘Ik dacht niet na. Ik wist alleen dat ik die man moest tegenhouden en mijn moeder moest redden. Voor ik het wist had ik de haardpook gegrepen en geslagen zo hard ik kon. Ik was bang dat ik die man had vermoord, maar dat was niet zo. Hij ademde nog.’ ‘Ik was die man niet,’ zei Sir Fulke met een scherpe blik naar de magistraat. ‘U zei zelf dat het donker was in de kamer en dat u uw vader verdacht. Uw vader had vast gehoord dat uw moe der heren op bezoek kreeg. Ik had dat gerucht zelf ook gehoord, hoewel ik het natuurlijk niet geloofde.’ Olivia zei kil: ‘U liegt.’ ‘En u zou alles, maar dan ook alles, doen om die verachtelijke vader van u te redden. U kunt net zoveel verhalen verzinnen als 441
3epr08072011Destille.indd 441
07-07-11 21:15
u maar wilt, mijn beste, maar een andere getuige dan uzelf hebt u niet.’ ‘Ik ben bang dat ik wel een getuige heb.’ Ze knikte naar Edward die de deur opendeed. Dorothea Keene kwam binnen, koninklijk in een gestreepte japon en met een hoed op haar opgeheven hoofd. Iedereen draaide zijn hoofd om. De agent hapte naar adem als een vis op het droge. Sir Fulke trok onmiddellijk wit weg. ‘Dorothea!’ Mijnheer Smith stamelde: ‘Mevrouw Keene, we dachten… toen u verdwenen was, nou ja, toen vreesden we het ergste. Ik heb tegen iedereen gezegd dat Keene u nooit iets zou aandoen, maar er waren maar weinig mensen die me geloofden.’ ‘U had gelijk, mijnheer Smith,’ begon haar moeder. ‘Maar Sir Fulke was er wel toe in staat en hij heeft het gedaan ook. Hij heeft geprobeerd me te wurgen. En ik was doodsbang dat hij het weer zou proberen als hij bijkwam en dat hij wraak zou nemen op degene die hem had neergeslagen. Ik vond dat ik geen andere keuze had dan mijn dochter diezelfde avond nog weg te sturen en zelf de volgende ochtend gewond en al het dorp uit te vluchten.’ Sir Fulkes gezicht was vuurrood. ‘Wat een leugens! Belache lijk verhaal! Dat hele gezin speelt met elkaar onder een hoedje. Ik weet zeker dat onze magistraat en onze agent wijs genoeg zijn om in te zien wat de waarheid is.’ Mijnheer Smith zag eruit als een verward jongetje. ‘Waarom zou Sir Fulke u iets willen aandoen, mevrouw Keene?’ Dorothea Keene haalde diep adem en keek de agent en de magistraat aan. ‘Omdat ik weigerde op zijn avances in te gaan. Niet één keer, maar steeds weer, verscheidene maanden lang. Hij raakte door me… geobsedeerd, hoewel ik hem nooit heb aangemoedigd.’ ‘Wel waar!’ riep Sir Fulke zonder acht te slaan op zijn advocaat die met zijn hoofd schudde en een waarschuwing fluisterde. Haar moeder vervolgde: ‘In plaats van zijn vrouw begon hij 442
3epr08072011Destille.indd 442
07-07-11 21:15
naar ons huis te komen om haar borduurwerk te brengen. Ik voelde me erg onbehaaglijk bij zijn bezoekjes, maar hij hield er niet mee op. Hij probeerde zich die avond aan me op te dringen en toen ik me verzette, vermoordde hij me bijna.’ ‘Onzin! Smith, het is allemaal onzin!’ Mijnheer Smith keek verbluft en leek niet goed te weten wat hij moest doen. Sir Fulkes beheerder bleef zwijgend zitten, evenals de magistraat, die de gebeurtenissen bewust onpartijdig gadesloeg. Herbert Fitzpatrick stond op. ‘Ik geloof haar,’ zei hij. ‘Houd je mond, jongen!’ snauwde zijn vader. ‘Hoe kun je je tegen je vader keren? Je bent altijd al een zwakke, nutteloze jongen geweest.’ Herberts gezicht vertrok, maar toen hij sprak, klonk zijn stem rustig en koel. ‘Ik ben geen getuige van de gebeurtenissen van die avond geweest, maar ik was me er wel van bewust dat mijn vader mevrouw Keene steeds vaker bezocht en dat dat mijn moeder van streek maakte. Het zou niet de eerste keer zijn geweest dat mijn vader achter een andere vrouw aan zat, hoewel ik hem nooit eerder zo vasthoudend had meegemaakt.’ ‘Houd je waffel, jongen. Je bent hierbij onterfd! Davies! Ik wil een nieuw testament.’ Sir Fulke draaide zich om naar de deur. ‘We zijn nog niet klaar, Sir Fulke,’ zei Olivia. ‘Jawel,’ zei hij met opeengeklemde kaken. ‘We moeten het nog over de aanklacht van verduistering hebben. Ik heb de boeken bekeken en mijn vader heeft uw geld niet verduisterd.’ ‘Juist, ja,’ snauwde Sir Fulke.‘En wie heeft dat dan wel gedaan?’ Olivia keek naar de jongeman naast de advocaat. Zijn bleke gezicht werd door pikzwart haar omlijst. En in zijn bezorgde groene ogen zag ze opnieuw de angst om zijn vader teleur te stellen, de angst die ze in zichzelf herkende, die ze vele jaren geleden in een jongen in de Crown and Crow had herkend. Zou deze jongen nu hij volwassen was zijn vader teleur durven te stellen? Kon hij dat? Zou hij een waarheid opbiechten die 443
3epr08072011Destille.indd 443
07-07-11 21:15
zijn vader nog veel bozer en afwijzender zou maken dan een verloren wedstrijd? Toen keek de jongeman haar aan. Hij keek haar recht in haar ogen. En of hij haar herkende of iets in zichzelf wist Olivia niet, maar hij rechtte zijn rug en zijn ogen straalden een vreemde vastberadenheid uit, als die van een soldaat die berustend een wisse dood tegemoet liep. ‘Niemand heeft dat geld verduisterd, vader,’ begon hij. ‘Ik heb het weggenomen om te voorkomen dat u de laatste shilling van de familie aan gokken en vrouwen zou verspillen. U hebt moe der en mij de afgelopen jaren niet voldoende gegeven om van te leven, dus vond ik dat ik het recht had om te nemen wat nodig was om de rekeningen te betalen en moeder het comfort te geven waar ze recht op heeft. Onterft u me maar als u wilt. Uw advocaat staat hier voor u klaar. Ik heb het geld verstandig geïnvesteerd. Van de rente die ik ontvang, kan ik moeder en mezelf onderhouden. We kunnen niet op grote voet leven, maar wel fatsoenlijk. Dat is meer dan ik van u kan zeggen. Uw zaken staan er beroerd voor en er is geen bekwame boekhouder voor nodig om dat te constateren.’ Hij wendde zich tot Olivia. ‘Hoewel er wel een bekwame jongedame voor nodig was om te ontdekken dat ik het had weggenomen – en om mij de moed te geven het te bekennen.’ ‘Maar…! Hoe durf je,’ bulderde de oude heer. ‘Ik zal je zeker onterven. Ik laat je geen cent na!’ Herbert zei droog: ‘Twee keer op één dag onterfd. Wat bijzonder.’ De beheerder kuchte. ‘Mijnheer, als ik zo vrij mag zijn? De investeringen van uw zoon zijn het enige wat uw familie nog wegens schulden uit de gevangenis houdt. Misschien moet u zich milder opstellen.’ ‘Hij zal nooit met zijn graaiende vingers aan mijn geld zitten.’ ‘Welk geld, vader?’ vroeg Herbert. ‘We hebben net vastgesteld dat uw schulden groter zijn dan uw bezit en dat de investeerders afvallen als de schubben van een rotte vis.’ 444
3epr08072011Destille.indd 444
07-07-11 21:15
Sir Fulke keek kwaad. ‘En wiens schuld is dat?’ ‘De uwe, vader.’ ‘Alle geruchten en de aanklacht van verduistering zijn de oorzaak. Het komt door jou. Door jou!’ Herbert keek zijn vader kil aan. ‘Het zij zo. Maar mijnheer Keene gaat vrijuit.’ ‘Waarom zou hij?’ ‘Omdat hij onschuldig is,’ zei Olivia’s moeder. ‘En omdat deze akelige kwestie onder ons blijft als u alle aanklachten intrekt.’ De agent maakte bezwaar. ‘Mevrouw Keene, weet u wel zeker dat u hem wilt laten gaan? Ik kan hem…’ ‘Heel zeker, mijnheer Smith.’ Ze richtte een koele blik op Sir Fulke. ‘Dat wil zeggen, als hij nooit meer bij me in de buurt komt.’ Herbert Fitzpatrick bood Olivia zijn arm aan en leidde haar de kamer uit terwijl de magistraat, mevrouw Keene en Sir Fulke de afspraak optekenden met Edward, de beheerder en de advocaat als getuigen. In de gang haalde Herbert een gouden guinje uit zijn vestzak en drukte die Olivia in haar hand. ‘Deze is volgens mij van u, juffrouw Keene. U hebt die wedstrijd uit het verleden gewonnen en u hebt vandaag gewonnen.’ ‘Volgens mij hebben we allebei gewonnen,’ zei ze. ‘Dank u voor uw bekentenis.’ Hij maakte zijn blik van haar hand los en keek berouwvol op. ‘Had u het toegelaten als ik was blijven zwijgen?’ Ze glimlachte vriendelijk, maar schudde haar hoofd. ‘Ik heb lang genoeg gezwegen.’
445
3epr08072011Destille.indd 445
07-07-11 21:15
50
Het kwam allemaal door de romantiek van de kinderkamer en de poëzie van het schoollokaal. Henry James, The Turn of the Screw
De koets reed naar de uiterste rand van Northleach, naar de gevangenis van grijze natuursteen die bekendstond als het tucht huis. De ronde toegangspoort werd aan beide zijden geflankeerd door de indrukwekkende muren van twee verdiepingen tellend gebouw. Edward wachtte in de koets terwijl mijnheer Smith Olivia hielp met uitstappen. De agent leidde Olivia door het gebouw van de magistraat naar een kleine bezoekruimte bij het huis van de bewaker. Daarna verdween hij en nam het bevel van de ma gistraat mee. Een paar minuten later deed een bewaker de deur open en schuifelde Simon Keene het vertrek binnen, hoofd gebogen, handen voor zich ineen geklemd alsof hij boeien droeg, hoewel hij niet echt gekluisterd was. Haar vader keek op en schrok. Het was duidelijk dat niemand hem had verteld wie hem kwam bezoeken en waarom. ‘Livie! Ik had niet verwacht je ooit nog te zien.’ Het ontroerde haar zo dat ze hem zag, dat ze even geen woord kon uitbrengen. Toen ze stil bleef, verdween zijn hoopvolle blik. ‘Kom je afscheid nemen?’ vroeg hij mat. ‘Of kom je weer tegen me schelden?’ ‘Geen van beide.’ Ze ging aan de tafel zitten en gebaarde dat haar vader op de tweede stoel tegenover haar moest gaan zitten. Hij nam plaats en zakte onderuit.‘Je hebt vast wel gehoord dat 446
3epr08072011Destille.indd 446
07-07-11 21:15
het met me gedaan is. Ik krijg de strop. Of ik word verbannen. Allebei fataal.’ ‘Nee, u wordt vrijgelaten. Hebben ze u dat niet verteld?’ Hij fronste zijn voorhoofd. ‘Hoe kom je erbij, kind? Kom je me hoop geven en me die vervolgens weer afnemen, zoals ik jou keer op keer heb teleurgesteld?’ ‘U bent onschuldig.’ ‘Precies! Ik heb geen shilling verduisterd, maar ik ben wel schuldig aan iets veel ernstigers. Dat is de reden dat het me koud laat wat ze nu met me gaan doen. Ik heb vrede gesloten met mijn Schepper. Ik wou dat ik je moeder had verteld dat ik veel spijt heb. Dat ik haar om vergeving had gesmeekt. En jou ook. Als jij me zou vergeven, zou ik vredig kunnen sterven.’ ‘Ik vergeef u,’ zei Olivia. ‘En ik hoop dat u mij ook wilt vergeven.’ ‘Jou vergeven? Waarvoor?’ ‘Dat ik heel slecht over u heb gedacht.’ Hij wendde zijn blik af. ‘Daar heb ik je alle aanleiding toe gegeven.’ ‘Misschien,’ gaf ze toe. Later zou ze alle dingen waarvan ze hem had verdacht bekennen. Maar niet nu, niet hier. Hij maakte een erg sombere indruk, maar toch was er in zijn ogen een vreemd, nieuw licht verschenen en straalde zijn gezicht meer vrede uit dan ze ooit had gezien. ‘Maar daar gaat het nu niet om. Ik heb Sir Fulkes boeken ingezien en…’ ‘Meen je dat?’ viel hij haar met opgetrokken wenkbrauwen in de rede. ‘Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’ ‘Lord Brightwell en zijn zoon kennen Sir Fulke en…’ ‘Brightwell weer. Ik had het kunnen weten. Beweert hij dat je zijn dochter bent?’ ‘Nee. Wat ik wilde zeggen is dat zij Sir Fulke hebben overgehaald me een uur te geven om zijn boekhouding door te nemen en weet u wat ik heb ontdekt?’ Hij schudde afwezig zijn hoofd en zijn ogen gingen over haar gezicht alsof hij het in zich opnam en in zijn geheugen prentte. 447
3epr08072011Destille.indd 447
07-07-11 21:15
‘Het geld was meer dan een jaar geleden weggenomen over een periode van slechts een paar maanden. Het was aangeduid als kleine kas, maar opgenomen als grote bedragen, die, als je ze optelde, op hele ponden uitkwamen. Een bekwame boekhouder als u had het zo niet aangepakt, ook al had u in die tijd voor Sir Fulke gewerkt, wat niet het geval was. U bent veel te intelligent om zo simpel te werk te gaan.’ ‘Wie heeft het dan gedaan? Toch niet zijn beheerder, hoop ik? Dat leek me een fatsoenlijke man.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Het was Herbert Fitzpatrick, Sir Fulkes eigen zoon. En hij had er een goede reden voor, naar ik heb begrepen. Herinnert u zich hem? Die jongen van Harrow die de wedstrijd in de Crown and Crow won?’ ‘Won?’ sputterde hij. ‘Jij liet hem winnen. Zo was het.’ Ze boog zich over de tafel en keek hem aan. ‘U hebt gelijk. Ik liet hem inderdaad winnen. Zult u me dat dan nooit vergeven?’ Tranen vertroebelden haar ogen en ze was opeens weer twaalf. Tranen vulden zijn verdrietige, bruine ogen en haar hart brak toen ze het zag. ‘Ik jou vergeven? Terwijl ik je zo verschrikkelijk onrechtvaardig heb behandeld? Jou, die me nooit enig onrecht hebt aangedaan… tenminste, als je die ene wedstrijd niet meerekent…’ Hij probeerde te glimlachen, wat alleen maar tot gevolg had dat de tranen die in zijn ogen stonden over zijn wangen rolden, die magerder waren dan zij ze ooit had gezien. Hij zuchtte en liet zich achterover zakken. ‘Ik heb geen druppel meer gedronken sinds ik mezelf die nacht bij Brightwell Court belachelijk heb gemaakt. Ik heb ook gebeden, voor het eerst in mijn leven. Die dominee Tugwell heeft me geholpen inzicht te krijgen – niet in wat ik fout heb gedaan, want dat wist ik maar al te goed – maar in wat ik miste. Ik ben verre van volmaakt, dat weet ik, maar ik ben veranderd en ik verander nog steeds. Ik weet dat het voor Dorothea en mij te laat is. Als het bericht dat ik word opgehangen haar bereikt, waar ze ook is, trouwt ze ongetwijfeld alsnog met haar Oliver. Ik hoop dat ze dan eindelijk gelukkig wordt.’ 448
3epr08072011Destille.indd 448
07-07-11 21:15
Olivia schudde haar hoofd. ‘Ze is niet om hem bij u weg gegaan. Ze moest vluchten omdat iemand haar bedreigde. Haar bijna vermoordde.’ Zijn gezicht betrok en hij keek alsof hij door de bliksem was getroffen. ‘Wat? Ik vermoord die schurk! Wie is het? Zeg op!’ ‘Dit is nu precies de reden waarom ze het u niet heeft verteld. Ze wist dat u die man zou vermoorden en dat u dan aan de galg zou eindigen en dat wilde ze niet.’ Hij schudde berouwvol zijn hoofd. ‘Nou, de strop krijg ik nu uiteindelijk toch en ik zou mijn leven hebben gegeven om haar te beschermen.’ Zijn stem klonk verstikt door emoties. ‘Dat zou ik hebben gedaan, weet je. Ik zou mijn leven voor haar hebben gegeven.’ ‘Dat weet ik,’ fluisterde Dorothea Keene. Olivia keek over haar schouder. Haar moeder stond verlegen op de drempel. Toen Olivia weer naar haar vader keek, hing zijn mond open en lag er een verbijsterde uitdrukking op zijn gezicht. Hij staarde naar Dorothea alsof hij zijn ogen niet ge loofde. Alsof hij haar voor de laatste keer zag. ‘Je hebt je leven al lang geleden voor me gegeven,’ zei ze zacht. ‘Toen je met me trouwde terwijl je wist dat ik het kind van een andere man droeg.’ Hij knikte langzaam.‘Ik hield toen van je en ook nu nog. Ook van Livie, al is ze niet van mij.’ Dorothea schudde haar hoofd. ‘Dat is ze wel. Ik ben inderdaad een keer naar Brightwell Court geweest nadat ik het eerste kind had verloren, maar ik ben je nooit ontrouw geweest. Dat heb ik je al eerder verteld en ik zal het blijven doen tot je me gelooft. Ze is jouw dochter. De jouwe.’ Hij staarde zijn vrouw nog steeds aan en zijn blik was overduidelijk ongelovig, maar Olivia wist niet of hij aan haar woorden twijfelde of aan haar aanwezigheid. ‘Waarom ben je hier?’ vroeg hij ademloos. ‘Waarom vertel je me dit terwijl je al was gevlucht? Terwijl je al veilig was en van me af was?’ 449
3epr08072011Destille.indd 449
07-07-11 21:15
Tranen glansden in Dorothea’s ogen. Haar gefluister klonk schor. ‘Misschien wil ik je wel niet kwijt.’ Hoop vlamde op in zijn donkere ogen en doofde weer uit. ‘Nou, kwijtraken doe ik je toch en nog snel ook. Ik word opgehangen of verbannen en van verbanning komen mannen niet kwiek en gezond terug, als ze al terugkomen. Toch ben ik blij dat je bent gekomen. Ik heb God gevraagd of ik jullie allebei nog één keer mocht zien en Hij heeft me verhoord.’ ‘Hebt u dan helemaal niet gehoord wat ik zei, papa?’ riep Olivia uit. ‘U bent vrijgesproken.’ Hij schudde verwonderd zijn hoofd, een zeldzame twinkeling in zijn ogen. ‘Dus je hebt ontdekt hoe het zat terwijl dat de beheerder en mij niet lukte? Je hebt die jongen van Harrow alsnog afgetroefd?’ Ze knikte. ‘Goed gedaan, knappe meid van me.’ Olivia kreeg een brok in haar keel en haar hart kromp ineen toen ze hem de woorden hoorde zeggen die ze zo lang had gemist. Ze reikte over de tafel heen en drukte de guinje in zijn hand, zoals Herbert bij haar had gedaan. ‘Deze heeft hij teruggegeven.’ Simon Keene hield het muntstuk tussen zijn vingers en draaide het om en om. ‘Van alles wat ik in het leven ben kwijtgeraakt, wilde ik dit het minste terug.’ Hij legde het geld weer in haar hand en sloot zijn vingers even om de hare. ‘U mag gaan, vader,’ fluisterde ze. ‘We zijn allemaal vrij.’ Olivia begreep eindelijk wat mijnheer Tugwell haar had willen vertellen. Zo was het voor ieder gevallen schepsel. Christus heeft de straf gedragen die wij allemaal verdienen, om onze vrijheid te bewerkstelligen. Hij schudde zijn hoofd. ‘Het dringt nog niet tot me door.Vrij om te gaan… waarheen?’ Olivia keek naar haar moeder. Het was niet aan haar hem uit te nodigen om mee naar huis te gaan. 450
3epr08072011Destille.indd 450
07-07-11 21:15
‘Jij gaat ongetwijfeld terug naar je lord Brightwell met zijn vermogen en zijn titel,’ vervolgde hij. ‘En ik zou het je niet kwalijk nemen. Helemaal niet.’ ‘Luister,’ zei Olivia. ‘Lord Brightwell is een erg vriendelijke, gulle man, maar hij is niet mijn vader. Dat is uw titel, of u die nu aanvaardt of niet.’ Hij keek haar aan en ze zag dat hij het wilde geloven, maar het niet durfde. ‘Hij mag dan graaf zijn,’ vervolgde Olivia terwijl ze een poging deed om te glimlachen, ‘maar rekenen is niet zijn sterkste kant, dat verzeker ik u. Om u de waarheid te zeggen, hij maakt er nogal een potje van.’ Ze schudde langzaam haar hoofd en keek hem recht in zijn ogen. ‘Lang geleden heb ik uw donkere haar en uw aanleg voor rekenen geërfd. U kunt me niet onterven.’ Zijn smalle lippen gingen omhoog in een onzeker glimlachje. ‘Ik peins er niet over.’
a Edward liep onrustig voor de gevangenis heen en weer toen Olivia eindelijk naar buiten kwam. Alleen. Hij keek onderzoekend naar haar gezicht en zag tot zijn opluchting niet meer dan een spoor van de bezorgdheid die het eerder had uitgedrukt. Hij slaakte een zucht van verlichting. ‘Ze komen zo naar buiten,’ zei ze met een beverige glimlach. ‘Ze wilden elkaar eerst onder vier ogen spreken, zoals je je mis schien wel kunt voorstellen.’ Hij knikte en kneep in haar hand, zich afvragend wat de uitkomst van het gesprek zou zijn. Simon en Dorothea Keene verschenen een paar minuten la ter, niet gearmd, maar wel naast elkaar. Edward deed een stap naar voren en drukte mijnheer Keene de hand. Olivia stelde de mannen officieel aan elkaar voor, hoewel ze elkaar al eerder, onder ongemakkelijke omstandigheden, hadden ontmoet. 451
3epr08072011Destille.indd 451
07-07-11 21:15
Simon Keene bedankte Edward voor zijn aandeel in zijn vrij lating en schraapte zijn keel. ‘Het zit zo,’ begon hij schutterig, ‘dat het voor ons beiden niet wijs zou zijn naar Withington te rug te gaan. Dat is te dicht bij Fitzpatrick, zoals jullie begrijpen. En ik heb daar natuurlijk ook geen betrekking meer. Dorothea wil graag naar de school terug…’ ‘Voorlopig, tenminste,’ verduidelijkte mevrouw Keene haastig. ‘Ik vind dat ik dit seizoen moet afmaken.’ ‘En ik vind dat ik naar het armenhuis terug moet,’ zei mijnheer Keene,‘om nog eens met die dominee te praten. En later…’ Hij keek naar Dorothea en wendde daarna weer zijn blik af. ‘Goed, we zien wel.’ Edward keek naar Olivia die dapper knikte dat ze het begreep. Hij hoopte dat ze niet al te teleurgesteld was dat haar ouders zich niet onmiddellijk met elkaar verzoenden. Maar met wijze raad van mijnheer Tugwell – en met veel gebed en geduld – zou dat misschien wel snel gebeuren. Edward gaf de koetsier opdracht eerst naar St. Aldwyns te rijden, waar mevrouw Keene haar echtgenoot een aarzelend glimlachje schonk en Olivia omhelsde met de belofte dat ze haar snel kwam opzoeken. Daarna brachten ze mijnheer Keene naar het armenhuis, zoals hij had gevraagd. Maar toen ze daar arriveerden, kwam Charles Tugwell haastig naar buiten. Hij stond erop dat mijnheer Keene in het gastenvertrek van de pastorie zou logeren. De eigenares van een winkel in het dorp, een zekere juffrouw Ludlow, meende hij, liep in het kielzog van de dominee en zwaaide glimlachend naar Olivia. Toen Olivia een eindje verderop ging staan om met haar en Charles te praten, nam Edward Simon Keene apart. ‘Ik vraag me af, mijnheer Keene, of u misschien belangstelling hebt voor de openstaande betrekking van boekhouder op Brightwell Court?’ De man fronste zijn wenkbrauwen. ‘U wilt iemand als ik niet in uw huis. Niet na alles wat er is gebeurd.’ ‘Integendeel,’ zei Edward. ‘Vader heeft onze eigen man, Wal452
3epr08072011Destille.indd 452
07-07-11 21:15
ters, tot beheerder bevorderd, zodat we nu zonder boekhouder zitten. En ik begrijp dat u, net als uw dochter, erg goed bent in boekhouden.’ ‘Biedt u me die betrekking aan ter wille van haar?’ ‘Zou het ertoe doen als het zo was?’ ‘Ik geloof niet dat uw vader mij wil.’ ‘Mijn vader heeft op het ogenblik belangrijkere zaken aan zijn hoofd. Hij moet een nieuw testament laten maken, een nieuwe erfgenaam opleiden en toezicht op nieuwe pupillen houden.’ ‘En wat vindt Liv- Olivia van het idee?’ ‘Waarom vraagt u het haar zelf niet?’ Edward keek naar Olivia en kreeg een warm gevoel van binnen toen hij haar naar hem zag glimlachen, naar hen beiden zag glimlachen. Simon Keene keek ook naar haar en langzaam kwam er een glimlach op zijn sombere gezicht. ‘Misschien doe ik dat wel.’
a Later die avond, toen ze op hun gemak thee hadden gedronken en dunne, belegde boterhammetjes hadden gegeten met lord Brightwell en de kinderen, namen Edward en Olivia Audrey en Andrew mee naar de kinderkamer en kusten en knuffelden hen uitgebreid voordat Becky hen naar bed bracht. Samen liepen ze de trap weer af, maar in plaats van de bibliotheek weer binnen te gaan, bleef Edward in de hal staan. ‘Wil je met me in de tuin wandelen, Olivia?’ Ze voelde zich plotseling hoopvol. ‘Graag.’ Ze liepen langs de muur van de kerk, gingen het prieel door en wandelden om de zijkant van het huis heen.Toen ze de boom zag waarachter ze had gestaan toen ze voor het eerst over Edwards geheim had gehoord, bleef ze staan, streek met haar hand over de ruwe bast en dacht aan dat moment terug. Alsof hij haar gedachten las, zei Edward: ‘Wat komen hier veel herinneringen boven. Maar dit keer verstop ik me ook achter de boom, samen met jou.Vind je dat goed?’ 453
3epr08072011Destille.indd 453
07-07-11 21:15
Olivia knikte. Haar hart bonsde en haar keel verkrampte plotseling. Hij deed een stap naar haar toe en ze deed nerveus een stap achteruit. Hij kwam nog dichterbij haar staan en omdat ze met haar rug tegen de boom stond, kon ze niet verder naar achteren. Ze kon niet weg, wilde niet weg. ‘Je weet toch waarom ik er bezwaar tegen had dat vader je als zijn dochter zou erkennen, nietwaar?’ Ze haalde haar schouders op. Ze vermoedde wel wat de reden was, maar wilde hem die horen noemen. ‘Omdat mijn gevoelens voor jou… helemaal niet broederlijk zijn.’ Hij streek met zijn vinger over haar wang en ze huiverde. Daarna trok hij met diezelfde vinger de omtrek van haar mond na, wat haar de adem benam. Hij fluisterde: ‘Weet je hoe lang ik je al heb willen kussen?’ Ze schudde opnieuw haar hoofd, omdat ze haar stem niet vertrouwde. ‘Niet sinds ik je voor het eerst achter deze boom zag. Dat geef ik toe. Toen kon ik je wel wurgen.’ Hij trok een gezicht. ‘Vergeef me, dat was een ongelukkige woordkeuze.’ Het lukte haar hem een beverig glimlachje te schenken. Hij legde zijn handen op haar schouders en liet langzaam zijn warme vingers over haar blote armen omlaag glijden en toen weer omhoog. Rillingen van verrukking gingen over haar rug. ‘Ik geloof sinds je met Andrew op het gazon ronddraaide. Of was het sinds ik jou en Andrew samen in bed zag liggen, jij met je haar los en met alleen een heel dun nachthemd aan?’ Hij knipoogde ondeugend. Ze fluisterde onvast: ‘Ik heb blijkbaar heel veel aan Andrew te danken.’ Hij glimlachte naar haar. Liet zijn handen weer over haar armen glijden en legde ze toen tegen haar verhitte wangen. ‘Je gloeit helemaal.’ ‘Ik weet het.’ Hij legde zijn handen om haar gezicht en boog naar haar toe, 454
3epr08072011Destille.indd 454
07-07-11 21:15
zijn ogen gericht op haar ogen, daarna lager, op haar mond. Op het laatste moment, toen zijn lippen de hare raakten, deed ze haar ogen dicht en richtte haar zintuigen op hem. Zijn kruidige, mannelijke geur, zijn koele vingers op haar wangen, zijn warme lippen op de hare, die haar kusten met fluisterzachte liefkozingen die steeds hartstochtelijker werden. ‘Heb ik je al verteld hoe knap je vanavond bent?’ ‘Een paar keer, ja,’ antwoordde ze. Haar stem klonk een beetje ademloos. ‘Je ziet eruit als een hertogin… of een gravin. Ik wou dat ik je gravin kon maken.’ ‘Dat heb ik nooit gewenst.’ ‘Nee?’ ‘Het enige wat ik wilde, al heel lang, was gewoon…’ Toen ze aarzelde, raadde hij. ‘Vrij zijn? Lerares zijn? Herenigd zijn met je moeder?’ Olivia schudde haar hoofd. ‘…de jouwe zijn.’ Hij glimlachte zo teder naar haar dat haar hart er pijn van deed. Plotseling ernstig geworden leidde hij haar naar de veranda en daar, bij het licht van een paar fakkels, keek hij haar indringend aan, zijn ogen liefdevol. ‘Ik heb iets voor je.’ Hij haalde een voorwerp uit zijn jaszak. Geen ring, geen juwelendoosje, maar een opgevouwen stuk papier. Hij vouwde het zorgvuldig open en gaf het haar. Het duurde even voor haar ogen en hoofd begrepen waar ze naar keek. Het was een van Edwards tekeningen voor een bouwproject, een plattegrond van een bouwwerk met een tuin erachter en wandelpaden eromheen. Op de benedenverdieping had het een keuken, een wasruimte, een eetkamer, een zitkamer en schoollokalen en op de bovenverdieping heel veel slaapka mers. Hij wees naar de plaats waar hij de tekening in zijn krachtige blokletters van een opschrift had voorzien.
455
3epr08072011Destille.indd 455
07-07-11 21:15
Juffrouw Keenes kostschool en dagschool voor meisjes Iedereen welkom, ook zij die het schoolgeld niet kunnen betalen Vreugde welde in haar op en ze glimlachte naar hem. Hij draaide het papier om en liet haar een tweede plattegrond zien, die leek op de eerste. ‘Ik heb wat verbeteringen in het origineel aangebracht die, naar ik hoop, je goedkeuring kunnen wegdragen.’ De tekeningen zelf waren identiek, besefte Olivia. Alleen het opschrift was veranderd. De Keene en Bradley meisjesschool ‘Wil je onderwijzer worden?’ vroeg ze met hoog opgetrokken wenkbrauwen, veinzend dat ze hem niet begreep. Hij streelde haar kin. ‘Domoor. Keene verwijst naar je moe der, Bradley naar jou. Tenminste, ik hoop dat het heel binnenkort zo zal zijn.’ ‘Aha…’ Ze legde haar armen om zijn nek en hief haar gezicht op voor een kus. ‘Dat is beslist een grote verbetering.’
456
3epr08072011Destille.indd 456
07-07-11 21:15
Epiloog
Eindelijk kan ik zonder wroeging aan die dag lang geleden in de Crown and Crow denken. Hij heeft me heel lang gekweld, maar nu glimlach ik en lach ik soms hardop als ik bedenk dat God zelfs daarvan iets moois heeft gemaakt. Iets wat veel groter is dan de som van de delen. Als ik op een warme zomerdag op een deken op het gras zit en naar mijn dierbaren om me heen kijk, is mijn hart licht en vol vreugde. En verbazing. Ik kijk hoe Edward, mijn Edward, zonder veel resultaat de lijn van een hengel uit de knoop probeert te halen. Het lijkt wel alsof er plaksel uit het klaslokaal aan zijn handen zit. Hoofdschuddend en met de norse blik die zijn handelsmerk is, hinkt Avery Croome naar hem toe en neemt de hengel van Edward over. Hij mompelt iets over de jeugd van tegenwoordig, die waardeloos zou zijn. Maar achter zijn barse façade twinkelen zijn zilverkleurige ogen (die erg op die van Edward lijken, hoewel ik vastbesloten ben ervoor te zorgen dat zijn wenkbrauwen nooit zo ruig zullen worden) en ik weet dat mijnheer Croome zich uitstekend vermaakt. Soms wilde ik dat mevrouw Moore en hij zouden trouwen, maar ze lijken er tevreden mee eenvoudigweg meer tijd in elkaars gezelschap door te brengen nu het verdriet en de misverstanden uit het verleden niet meer tussen hen in staan. Andrews dobber van berkenbast zinkt in de rivier en hij slaakt vrolijke kreten. Mijnheer Croome haast zich naar hem toe. Hij legt zijn hand op de schouder van de jongen, moedigt hem aan en legt hem uit hoe hij de vis moet ophalen. Aangetrokken door Andrews gejuich, kuiert lord Brightwell over het gazon. Hij komt net op tijd om de bruine forel te bewonderen. Edward woelt met zijn hand door Andrews haar en moppert goedmoe 457
3epr08072011Destille.indd 457
07-07-11 21:15
dig dat de jongen al drie vissen heeft gevangen terwijl hijzelf zijn eerste nog niet eens aan de haak heeft. Naast me, op het kleed, juicht Audrey voor haar broertje. Haar hoed dreigt naar achteren te vallen en ze zet hem recht. Wat een knappe, jonge vrouw begint ze te worden. Nu ze dertien is, is ze bijna even lang als ik en haar gezicht heeft zijn kinderlijke rondingen verloren. Iets vertelt me dat Amos Tugwell, als hij aan het einde van het schoolseizoen naar huis komt, haar eindelijk zal opmerken. Audrey buigt voorover en kietelt de baby die op een zacht kleed van hazenbont voor ons ligt. Het kindje geniet van de zwoele wind die over zijn huid strijkt en maakt vrolijke geluidjes. Onze zoon – die van Edward en mij. We hebben hem Avery S. Bradley genoemd. De S staat voor Simon of Stanton, afhankelijk van welke grootvader de vraag stelt. Achter me hoor ik iemand op het raam tikken en ik draai me om naar Brightwell Court. Daar, achter de ruit van de bibliotheek, staat mijn vader. Wat is hij knap in zijn boekhoudersjas en halsdoek. En nuchter als een pasgeboren kind. Een flits van Titiaans rood haar verschijnt achter het gebochelde glas en daar zie ik Felix, die zich met Walter en mijn vader in de bibliotheek heeft opgesloten om zoveel mogelijk te leren over het beheren van een landgoed. Mijn vader heft zijn hand op in een groet en ik zwaai terug. Het doet me goed hem hier te hebben, te zien dat het goed met hem gaat. Mijn moeder is er vanmiddag niet, want zij is bezig op de school die Edward voor ons heeft gebouwd aan de rand van Arlington en waarvan zij eigenares en directrice is. Wat houdt ze van haar werk en van haar leerlingen.We hebben het eerste jaar samen lesgegeven, tot Avery werd geboren. Daarna hebben we, hoe ongelooflijk het ook klinkt, juffrouw Ripley aangenomen om haar te assisteren. De vroegere gouvernante is zo blij dat ze een betrekking heeft en niet naar het armenhuis hoeft, dat ze doet wat mijn moeder voorschrijft en zich aan haar manier van lesgeven houdt. Ze heeft nooit meer de hardvochtige discipline 458
3epr08072011Destille.indd 458
07-07-11 21:15
toegepast die ze eens voor me heeft beschreven. Ik ga nog steeds minstens een keer per week naar de school om rekenen te geven en te horen hoe het met de leerlingen is. Becky krijgt er nu les, evenals Doris’ jongere zusje. Ik voel me zo tevreden als ik hen zie leren en hun zelfvertrouwen en gevoel voor eigenwaarde zie groeien. Om bij de school te komen, moet ik langs het cachot van het dorp. Als ik erlangs loop, kan ik het niet laten naar dat hok te kijken en terug te denken. Wat lijkt het lang geleden. Gelukkig maar! Ik schud de gedachten aan het verleden van me af en kijk weer naar de oever van de rivier en sla hen gade: de mannen uit de familie van mijn zoon. Mijnheer Croome, lord Brightwell, Edward, Andrew. Overgrootvader, grootvader, vader en aangenomen broer. En binnen nog een tweede grootvader. Wat is onze Avery gezegend. Wat zijn we allemaal gezegend. En alsof hij aanvoelt in welke richting mijn gedachten gaan, kijkt Edward met zijn lijn in het water over zijn schouder en vangt mijn blik op. Zijn veelbetekenende glimlach schenkt me vreugde. Plotseling trekt zijn lijn strak en wordt zijn hengel bijna uit zijn hand gerukt. ‘Ik geloof dat ik beet heb!’ roept hij en zijn stem klinkt zo opgewonden als die van een klein jongetje. Mijn heer Croome staat onmiddellijk naast hem. Met zijn hand op Edwards schouder buigt hij zich naar hem toe, moedigt hem aan en vertelt hem hoe hij zijn vis uit het water kan halen. Ontroe ring overvalt me en mijn ogen prikken terwijl ik naar hen kijk. En dan wordt de vis, een heel kleintje maar, onder gejuich van Audrey en Andrew op de kant gehaald. Mijnheer Croome, zijn stuurse blik opvallend afwezig, geeft Edward een klap op zijn rug en zegt schor: ‘Goed gedaan, jongen. Goed gedaan.’ Als Edward opnieuw naar me kijkt, staan er tranen in zijn blauwe ogen en als ik dat zie, krijg ook ik tranen in mijn ogen. Ik dank God in stilte voor alles wat Hij in ons leven heeft gedaan. Wat zouden we zonder Zijn zegen zijn? 459
3epr08072011Destille.indd 459
07-07-11 21:15
Van de auteur
Het idee voor deze roman is geïnspireerd door de derde symfonie van Mahler, die ik jaren geleden tijdens een autorit naar Davenport in Iowa hoorde. Ik moet bekennen dat ik zelden naar klassieke muziek luister, maar toen ik dat die dag wel deed, gingen er hele taferelen door mijn hoofd, als de scènes van een film. Van dat oorspronkelijke verhaal is nu nog maar weinig over, wat, naar ik hoop, betekent dat ik sindsdien beter ben gaan schrij ven en beter ben geworden in het doen van onderzoek. Toch blijft Mahlers derde symfonie de ‘soundtrack’ bij de eerste twee hoofdstukken. Brightwell Court bestaat niet echt, maar is min of meer geïnspireerd door het wel degelijk bestaande, zeer schilderachtige Bibury Court in het dorpje Bibury in de Cotswolds. De schilder William Morris heeft dat het ‘mooiste dorp van Engeland’ genoemd. Ik ben de schrijfster Davis Bunn heel dankbaar dat zij mijn man en mij heeft aanbevolen daar thee te drinken tij dens onze eerste reis naar Engeland. We hebben het met plezier gedaan. We hebben niet alleen genoten van het met klimop begroeide landhuis in Tudorstijl, de prachtige tuin waar de rivier de Coln langs liep en van de gulzige eenden die naar onze scones pikten, maar ik realiseerde me daar ook dat het een ideale omgeving zou zijn voor De stille gouvernante. Ik ben niet de eerste en zal ook niet de laatste zijn die een roman op die idyllische plek situeert. Als u de gelegenheid hebt, dan hoop ik dat u Bibury zelf zult bezoeken. Gouvernantes fascineren me al sinds mijn lerares in de zesde klas in een paar weken tijd Jane Eyre aan ons voorlas, in korte gedeelten en met oprechte ontroering en zelfs mascaratranen. Ik dank juffrouw Rebecca Hayes, die nu Morgan heet, dat ze 460
3epr08072011Destille.indd 460
07-07-11 21:15
me voor de rest van mijn leven liefde voor de Engelse literatuur heeft bijgebracht. Zoals altijd wil ik ook mijn oprechte waardering uitspreken voor de steun en de bemoedigingen die ik heb ontvangen van mijn gezin, van mijn ‘familie’ in de kerk en van de collega’s van Bethany House. Ik dank in het bijzonder mijn ijverige, attente redacteur Karen Schurrer en auteur Laurie Alice Eakes voor haar bereidheid mij met historische details te helpen. Mijn diepste dankbaarheid gaat uit naar God, de Schenker en Waarmaker van dromen. Hem zij de eer. Soli Deo Gloria.
461
3epr08072011Destille.indd 461
07-07-11 21:15