De staat van de rijkscollectie Rijksakademie van Beeldende Kunsten
Erfgoedinspectie
Pagina 2 van 29
Inhoud Samenvatting—5 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding—7 Context van het onderzoek—7 Kader—7 Leeswijzer—7
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Organisatie—9 Profiel Rijksakademie van Beeldende Kunsten—9 Sturing en beleid—10 Financiële en facilitaire middelen—10 Personele organisatie—10 Kwaliteitszorg—11
3
Registratie—13
4
Beheer en behoud—17
5
Veiligheid—19
6
Zichtbaarheid—21
7
Administratieve organisatie—23
8 8.1 8.2
Bijlage—25 Werkwijze inspecties—25 Inspectie Rijksakademie van Beeldende Kunsten—26
Colofon—27
Erfgoedinspectie
Pagina 3 van 29
Erfgoedinspectie
Pagina 4 van 29
Samenvatting
Context en kader inspectie Op 7 oktober 2014 heeft de Erfgoedinspectie een inspectie uitgevoerd bij de Rijksakademie van Beeldende Kunsten (RABK) in Amsterdam. Deze inspectie is onderdeel van de uitvoering van een meerjarig onderzoeksprogramma naar het beheer en behoud van de rijkscollectie. Het kader voor de inspectie is de Regeling materieelbeheer museale voorwerpen 2013 en de beheersovereenkomsten met de verzelfstandigde rijksmusea. Op basis van dit kader richt het toezicht zich op de taken registratie, beheer en behoud, veiligheid en zichtbaarheid van de rijkscollectie en de administratieve organisatie. Bij de inspectie wordt ook gekeken naar de randvoorwaarden voor een goed beheer van de rijkscollectie, zoals organisatie en beleid, kwaliteitszorg en beschikbare middelen. Deze samenvatting gaat eerst in op deze randvoorwaardelijke onderwerpen en sluit af met de inhoudelijke beheertaken. Organisatie Sturing en beleid De Beheersovereenkomst tussen de RABK en de staat is per 1 januari 2013 opgezegd en zal worden beëindigd met ingang van 1 januari 2017. De huurovereenkomst tussen de RABK en het Rijksvastgoedbedrijf, voorheen de Rijksgebouwendienst, is per 1 januari 2014 beëindigd. De gemeente Amsterdam heeft de grond in erfpacht verstrekt aan de RABK en de gebouwen in eigendom overgedragen, inclusief de zorg voor beheer en behoud. Beschikbare middelen Er zijn volgens de RABK voldoende middelen voor een eenvoudige consoliderende situatie van behoud en beheer van de rijkscollectie, maar niet voor vernieuwingsslagen, proactief of innovatief beleid. Met aanvullende fondsen en uit de staande middelen worden indien nodig beheeracties ondernomen. Kwaliteitszorg De RABK gaat uit van de procedures en richtlijnen die door de RCE zijn ontwikkeld voor behoud en beheer. Gezien de omvang van en de omgang met de collectie is een apart kwaliteitszorgsysteem niet opportuun en is de RABK in control met de door de instelling gehanteerde procedures en richtlijnen. Uitvoering beheer en behoud rijkscollectie De rijkscollectie speelt een belangrijke rol in de praktijk van hedendaagse kunstenaars, waarbij de RABK aansluit bij vergelijkbare kunstinstituten in Londen en Parijs. Gegeven de beschikbare menskracht en financiële middelen, lijkt de rijkscollectie in een stabiele situatie. De registratiekwaliteit van de collectiegegevens is in het algemeen hoog. Bij een aantal collectieonderdelen bestaat nog enige achterstand in berging en conservering, zoals bij de werken op papier en een aantal gipsen afgietsels.
Erfgoedinspectie
Pagina 5 van 29
De Erfgoedinspectie doet de volgende aanbevelingen:
Op korte termijn verkrijgen van duidelijkheid over de toekomst van het collectiebeheer opdat de juiste maatregelen getroffen kunnen worden voor het beheer op de langere termijn.
Aanvulling van de laatste registratiegegevens in Adlib Museum.
Wegwerken van de laatste achterstanden in berging en conservering voor de werken op papier en de gipsen afgietsels.
Erfgoedinspectie
Pagina 6 van 29
1
Inleiding
1.1
Context van het onderzoek De Erfgoedinspectie voert een meerjarig onderzoeksprogramma uit naar het beheer en behoud van de rijkscollectie door museale en niet-museale instellingen. Twee deelonderzoeken bij de niet-museale instellingen hebben geleid tot publicaties in 2011 en 20121. Vanaf 2013 vindt een onderzoek plaats naar de museale instellingen die rijkscollectie beheren. Publicatie van het rapport is voorzien in 2015. Ook publiceert de Erfgoedinspectie in het kader van het werkprogramma 2015-2016 een eindrapport over ‘de staat van het beheer en behoud van de rijkscollectie’, gebaseerd op de gepubliceerde deelonderzoeken.
1.2
Kader Het kader voor de inspectie is de Regeling materieelbeheer museale voorwerpen 20132. De grondslag voor deze regeling is de Comptabiliteitswet 2001. In de regeling stelt de minister van OCW regels voor het beheer van museale voorwerpen die aan het Rijk toebehoren of zijn toevertrouwd. Dit betreft regels voor registratie, beheer en behoud, veiligheid en zichtbaarheid van de collectie en de administratieve organisatie. Ook de beheersovereenkomsten met verzelfstandigde rijksmusea zijn een kader voor de inspecties. Daarnaast wordt bij de inspectie gekeken naar de randvoorwaarden voor een goed beheer van de rijkscollectie, zoals aansturing en beleid, beschikbare middelen en kwaliteitszorg.
1.3
Leeswijzer De bevindingen van de inspectie zijn te vinden in de hoofdstukken 3 t/m 8. Hoofdstuk 3, Organisatie, gaat in op de randvoorwaardelijke aspecten voor het collectiebeheer. In de daaropvolgende hoofdstukken komen achtereenvolgens registratie, beheer en behoud, veiligheid, zichtbaarheid en administratieve organisatie aan bod. In de bijlage is de werkwijze van de inspectie toegelicht en zijn gehanteerde bronnen vermeld.
1
2
De staat van de rijkscollectie deel 1: Rijkscollectie bij departementen en colleges (2011). De staat van de rijkscollectie deel 2: Rijkscollectie bij buitenlandse posten en buitendiensten (2012) Staatscourant nr.26235 17 december 2012 Erfgoedinspectie
Pagina 7 van 29
Erfgoedinspectie
Pagina 8 van 29
2
Organisatie
2.1
Profiel Rijksakademie van Beeldende Kunsten De Rijksakademie van Beeldende Kunsten (RABK) is in 1870 opgericht door koning Willem III als opvolger van de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten, die in 1817 bij Koninklijk Besluit werd ingesteld als academie met een nationale opdracht. In de collecties van de RABK is de geschiedenis van deze instituten en de academische traditie zichtbaar zoals ooit begonnen in de Amsterdamse Stads Teekenacademie (18de eeuw) en de Konstkamer (17de eeuw). Kunstenaars als August Allebé, Antoon Derkinderen, Jan Toorop, Berlage, Breitner, Piet Mondriaan, Constant en Karel Appel zijn verbonden aan de geschiedenis van de RABK. In haar huidige vorm is de RABK belangrijk als residency voor jonge, talentvolle kunstenaars (van de 1500 aanmeldingen per jaar worden er maximaal 25 toegelaten). Vanaf 1985 is de internationale betekenis van de RABK sterk gegroeid. Met de geschiedenis van kunstonderwijs en kunstenaarschap, wordt de actuele kunstpraktijk van jonge talentvolle kunstenaars hiermee verbonden. Met deze traditie is de RABK vergelijkbaar met de prestigieuze Royal Academy of Arts (Londen) en de École Nationale Supérieure des Beaux-Arts (Parijs). De rijkscollectie bestaat (oktober 2014) uit 7.124 kunstvoorwerpen, 3.675 historische boeken en manuscripten en 82 titels tijdschriften. De kunstcollectie is een representatie van drie eeuwen kunstonderwijs en kunstenaarschap. Het is een van de weinige goed bewaard gebleven en relatief omvangrijke (kunst)academische verzamelingen in Nederland. De kerncollectie bestaat uit tekeningen, gipsmodellen en beelden, foto’s, documentatiemateriaal, antiquarische verzamelingen, dvd’s van kunstenaars en munten en penningen. De rijkscollectie groeit niet meer. Wel wordt de collectie aangevuld met werk van residents (van 1984-2003 door middel van aankopen met een aankoopcommissie, vanaf 2004 als tegenprestatie voor een werkperiode aan de RABK), maar dit is geen onderdeel van de rijkscollectie. De rijkscollecties zijn ondergebracht in de Theoriewerkplaats, die bestaat uit een gespecialiseerde bibliotheek en kunstcollecties. Deze staan ter beschikking van (resident) kunstenaars, (wetenschappelijk) onderzoekers, studenten en andere belangstellenden. De Beheersovereenkomst tussen de RABK en de staat is per 1 januari 2013 opgezegd en zal worden beëindigd met ingang van 1 januari 2017. Het beheer en behoud van de rijkscollecties wordt dan niet meer gezien als een kerntaak van de RABK. Per 1 januari 2014 is de huurovereenkomst tussen de RABK en het Rijksvastgoedbedrijf beëindigd en is de gemeente Amsterdam eigenaar geworden van de Kavallerie-Kazerne aan de Sarphatistraat, waar de RABK thans is gehuisvest. De gemeente heeft de grond vervolgens in erfpacht verstrekt aan de RABK en de gebouwen overgedragen. De RABK heeft hiermee het gebouw in eigendom verkregen, inclusief de zorg voor beheer en onderhoud. Delen van de collectie zijn als langdurig bruikleen ondergebracht bij diverse musea en andere erfgoedinstellingen. Bij de RABK is nog een representatieve kerncollectie aanwezig die ten dienste staat van het kunstonderwijs, kunstenaars, onderzoekers en geïnteresseerden.
Erfgoedinspectie
Pagina 9 van 29
2.2
Sturing en beleid De RABK is verantwoordelijk voor het collectiebeheer. Er is een directeur, een Raad van Toezicht op de Rijksakademie en een Raad van Toezicht op het Trustfonds. Daarnaast is er een Rijksakademie Vriendenkring. De directie is belast met het bestuur en de Raad van Toezicht (vijf leden, aangesteld met goedkeuring ministerie OCW) houdt toezicht op het beleid van de directie en op de algemene gang van zaken in de instelling. De Raad van Toezicht neemt de Code Cultural Governance in acht en werkt met een financiële auditcommissie en doet dat onbezoldigd. De RABK is aangemerkt als een ‘Algemeen Nut Beogende Instelling’. De Stichting Trustfonds RABK is opgericht in 1999 en bestaat uit drie leden. Doel van de Stichting is om de huidige en historische kerntaken van de RABK te ondersteunen, onder meer door het werven van aanvullende geldmiddelen. De Raad van Toezicht op het Trustfonds werkt met een financiële auditcommissie, ook onbezoldigd. Het collectieplan 2014-2016 is vastgesteld juni 2014. In het plan is de collectie beschreven, de stand van collectieregistratie, collectievorming en inperking, de zichtbaarheid, het gebruik van de collectie, alsmede de beschikbare menskracht en middelen. In de Monitor Erfgoedinspectie 2013-2014 heeft de RABK aangegeven dat er voldoende personeel is voor de sturing van het behoud en beheer van de collectie.
2.3
Financiële en facilitaire middelen De RABK wordt gefinancierd door het ministerie van OCW en via Stichting Trustfonds RABK door diverse fondsen. In het kader van de bezuinigingen is de RABK gekort met 65%. Na 1 januari 2017 zal er geen bekostiging meer zijn voor behoud en beheer van de rijkscollecties. Het jaarlijks budget bedraagt nu € 1.1 miljoen en aanvullend € 850.000 (excl. BTW) via het Mondriaan Fonds (was € 5.3 miljoen vanuit de basisinfrastructuur). Vanaf januari 2013 is gekozen om de collecties zo goed mogelijk te consolideren, maar voor goed behoud en beheer (ook proactief en innovatief) zijn aanvullende gelden nodig; volgens de RABK is € 100.000 per jaar voldoende voor een verantwoord en innovatief collectiebeheer van de gehele collectie. Voor de benodigde kosten voor beheer en onderhoud van het pand worden onder andere door de Stichting Trustfonds RABK, naast bijdragen OCW, aanvullende middelen gezocht bij particulieren, fondsen, bedrijven en andere relevante partijen. De RABK geeft in de Monitor 2013-2014 aan dat de financiële middelen voor de uitvoering van het behoud en beheer van de collectie in beperkte mate aanwezig zijn en volledig voor de facilitaire middelen.
2.4
Personele organisatie Het personeelsbestand is met de reorganisatie gehalveerd en bestaat per 1 januari 2013 uit 19.42 fte. Voor de collecties is een coördinator Theoriewerkplaats (bibliotheek, collecties) beschikbaar (1 fte). In de Monitor 2013-2014 heeft de RABK aangegeven dat er voldoende personeel beschikbaar is voor de uitvoering van (eenvoudig) behoud en beheer van de collectie. Zo nodig wordt met vrijwilligers, stagiaires en ingehuurde expertise, aan bepaalde collectieonderdelen gewerkt, afhankelijk van (te verwerven) middelen. Erfgoedinspectie
Pagina 10 van 29
2.5
Kwaliteitszorg De RABK maakt voor de kwaliteitszorg gebruik van de procedures en richtlijnen die door de RCE zijn ontwikkeld. Er is een handleiding voor het invoeren van de gegevens in Adlib Museum en Adlib Bibliotheek.
Conclusie Het toekomstig beheer van de collectie bij de RABK is onzeker. De Beheersovereenkomst is met ingang van 1 januari 2017 opgezegd. Onbekend is nog hoe de financiële situatie hierna zal zijn ten aanzien van beheer en behoud van de collectie en wat er met de rijkscollectie zal gebeuren. De RABK heeft aangegeven de collectie te willen houden. Aanbeveling Voor de huidige periode is behoud en beheer van de collectie voldoende. Het belang van duidelijkheid over wat er met de collectie gaat gebeuren, bepaalt de mate van inzet voor behoud en beheer.
Erfgoedinspectie
Pagina 11 van 29
Erfgoedinspectie
Pagina 12 van 29
3
Registratie
Een volledige en geautomatiseerde registratie van museale voorwerpen en een periodieke controle op de aanwezigheid op de geregistreerde verblijfplaats moet voorkomen dat voorwerpen vermist raken. Registratie van verwerving, vermissing, verlies, beschadiging of vernietiging van museale voorwerpen is voorwaarde voor een actueel inzicht in de omvang van de rijkscollectie, de eigendomssituatie en bijzonderheden over de staat van de rijkscollectie.
Bevindingen Algemeen In de Monitor 2013-2014 heeft de RABK aangegeven dat de collectie nagenoeg geheel is geregistreerd in de geautomatiseerde programma’s Adlib Museum (voor de werken op papier, gipsen afgietsels, films, schilderijen, fotografie, ruimtelijke objecten) en Adlib Bibliotheek (boeken, catalogi, plaatwerken van vóór 1940). De samenstelling van de kerncollectie (4.416 voorwerpen) is in drie selectiefases aan de hand van kunsthistorische criteria herzien in de periode maart 2010-april 2014, waarbij alle objecten zijn beoordeeld en wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar individuele objecten en specifieke lessen in het onderwijs. Ook is een beeld van de kerncollectie per periode samengesteld (per academie- of directeursperiode en de weerslag daarvan in de collectie). De kerncollectie is 100% geregistreerd. De omvang van de rijkscollectie is door de RABK geschat op ca. 11.000 records, maar het feitelijke aantal voorwerpen is hoger (zoals door meerdere banden bij een bepaald boek of tijdschrift). In de afgelopen jaren is een aantal voorwerpen in bruikleen gegeven aan diverse cultuurhistorische instellingen. De langdurige bruiklenen worden afgesloten voor een periode van vijf jaar en worden steeds met vijf jaar verlengd, met uitzondering van de beelden in de gevel van het Stedelijk Museum (hier is sprake van een permanent bruikleen). Er zijn ook met regelmaat kortdurende bruiklenen. Drie collectie-onderdelen zijn overgedragen omdat ze niet meer pasten in het collectieprofiel, namelijk de serie dierportretten van Joh. de Haas, de skelettencollectie en een klein deel van de affichecollectie. Niet tot de rijkscollectie behoren de boeken van na 1940 en de collectie kunstenaarspublicaties. De collectie tijdschriftjaargangen is op papier geregistreerd en online terug te vinden via de Nederlandse Centrale Catalogus (NCC). Ook niet tot de rijkscollectie behoort de collectie Tegenprestatie van de Rijksakademie; deze is eigendom van de Stichting Rijksakademie en is apart vermeld in de collectieregistratie. Het gaat om ca. 630 objecten (tekeningen, foto’s, videotapes, schilderijen, grafiek van een ‘handzaam’ formaat). Sinds 2004 zijn geen aankopen meer gedaan van resident artists, maar deze worden als ‘tegenprestatie’ geschonken voor een werkperiode aan de Rijksakademie. De voorwerpen die niet tot de kerncollectie horen, zijn wel van belang voor het gehele beeld van het onderwijs aan de academie en kunnen dienen als studie- of referentiemateriaal.
Erfgoedinspectie
Pagina 13 van 29
Bevindingen tijdens inspectie Vergelijking door de inspectie aan de hand van de indicatieve steekproef met de gegevens uit DiMCoN toonde aan dat de velden objectnaam, beschrijving, materialen, afmetingen, datering, vervaardiger en standplaats bijna voor 100% zijn ingevuld. Van de 20 getrokken voorwerpen is in vijf gevallen geen foto aanwezig (is overigens ook niet gebruikelijk bij boeken). De conditiebeschrijving is aangegeven bij alle 20 kunstvoorwerpen. Bij de in de steekproef getrokken voorwerpen is de huidige eigenaar volgens de RABK wel bekend (‘het rijk’), evenals de geschiedenis van herkomst bij de meeste objecten (verwervingsmethode, verworven van, verwervingsdatum), maar deze is niet expliciet ingevuld in het daarvoor bestemde veld; bij 7 objecten ontbreken deze gegevens. Voor de historische boeken is de verwervingsgeschiedenis terug te vinden in de stamboeken. Volgens de Monitor 2013-2014 is de collectie 100% digitaal geregistreerd en is van 95% een afbeelding aanwezig (voor 90% is deze gedigitaliseerd). De analyse van de kerncollectie (4.416 objecten: tekeningen, litho’s, etsen en grafiek) door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) uit DiMCoN toont aan dat de registratie op orde is. Hoog scoren objectnummer, objectnaam, objectbeschrijving, afmetingen, datering, maker en vermelding over herkomst. Over de velden materiaal, eigendom, locatie en toestand konden geen gegevens worden verstrekt, omdat deze waarschijnlijk in een ander veld zijn opgeslagen. Gewerkt wordt door de RABK aan het op termijn zichtbaar maken van de gehele collectie via DiMCoN; de collectie zal daartoe uitgebreider worden beschreven. Twee objecten werden tijdens de inspectie niet gevonden (een affiche en een boek). Hiervoor zijn twee reserve-voorwerpen getrokken. De RABK heeft de Inspectie op 17 oktober gemeld dat de voorwerpen zijn teruggevonden. De standplaats van de gehele collectie (ook de boekencollectie) is in 2012 in het kader van het onderzoek naar een kerncollectie gecontroleerd. De laatste onderdelen van de kunstcollectie zijn begin 2013 gecontroleerd op standplaats. Achterstanden In de afgelopen jaren is geïnvesteerd in de registratie van de collectie met de identificatie van een kerncollectie, voltooiing van het fotograferen van de kerncollectie en de penningencollectie, voltooiing van de basisregistratie en controle van de antiquarische boeken. Het inhalen van de achterstanden bestond uit het beschrijven van ongeregistreerde werken, verwijdering van dubbele records en het aanvullen van ontbrekende gegevens in records. Ook zijn de bestaande dia’s van de gipscollectie gedigitaliseerd en toegevoegd aan de records. Er zijn geen noemenswaardige achterstanden bij de RABK in de registratie en fotodocumentatie van de verschillende collecties (vrijwel alle objecten die onder de Beheersovereenkomst vallen zijn, zij het in lage resolutie, gedigitaliseerd). De collectie is in principe ontsloten op niveau van basisregistratie. Wel zijn er nog onduidelijkheden ten aanzien van een restant affichecollectie (behoort dit tot de rijkscollectie of is het onderdeel van het bedrijfsarchief) en is de penningencollectie nog summier beschreven.
Erfgoedinspectie
Pagina 14 van 29
Conclusie Er is volgens de RABK een duidelijk onderscheid tussen rijkscollectie en collectie Stichting Rijksakademie en moderne bibliotheek of kunstenaarsdocumentatie, al is dit niet in alle gevallen specifiek aangegeven in Adlib. Een aantal verwervingsgegevens (methode, van wie verworven, datum en eigenaar) is niet onvolledig.
Aanbevelingen Aanvullen van de verwervingsgegevens in Adlib Museum. Handhaven van regelmatige controle van de standplaats en registratie van deze gegevens in Adlib.
Erfgoedinspectie
Pagina 15 van 29
Erfgoedinspectie
Pagina 16 van 29
4
Beheer en behoud
Om ook toekomstige generaties te kunnen laten genieten van de rijkscollectie is het essentieel dat deze door goed beheer behouden blijft. Passende bewaaromstandigheden, controles en het nemen van maatregelen ter verbetering van bewaaromstandigheden en de conditie van de museale voorwerpen zijn hierbij van belang.
Bevindingen Algemeen De objecten bevinden zich in verschillende depots: fotodepot depot met gipsmodellen Hal West met de Prix de Rome-gipscollectie schilderijen depot waar ook kleine sculpturen zijn opgesteld bibliotheek waar de historische boeken, werken op papier en gipsen worden bewaard en tentoongesteld. Op de werkkamer bevindt zich nog een klein deel van de collectie waaraan wordt gewerkt (penningencollectie en enkele gipsen afgietsels) In de afgelopen jaren is de collectie gipsmodellen (30 Prix de Rome beelden en de gipsen ‘Keulse deuren) geconserveerd. Daarnaast is een deel van de collectie videobanden is door het internationale platform voor media, LIMA, in Amsterdam geconserveerd, evenals een deel van de antiquarische boekencollectie. De overige collectieonderdelen worden geconserveerd wanneer er weer gelden beschikbaar zijn (via gerichte fondsenwerving). Restauratie vindt indien nodig plaats op dezelfde wijze. Schoonmaken van de collectie vindt plaats in overleg met de coördinator Theoriewerkplaats. Maandelijks wordt gestofzuigd en ad hoc vindt controle plaats op zilvervisjes. Een aantal jaren geleden is de gehele boekencollectie stofvrij gemaakt. Bevindingen tijdens de inspectie De depots zijn niet geklimatiseerd. Er is een centraal verwarmingssysteem en in de bibliotheek is een bevochtiger geplaatst. De klimaatuitdraaien over de periode 23-92014 tot 7-10-2014 tonen in het prentendepot aanvaardbare waarden voor temperatuur en RV. In het fotodepot is het te warm. De RABK heeft aangegeven op zoek te gaan naar alternatieven. Er wordt gemonitord met dataloggers en de uitdraaien van het klimaat worden regelmatig uitgelezen door een goed ingewerkte vrijwilliger, maar niet altijd besproken met de coördinator Theoriewerkplaats, waardoor het risico bestaat dat te grote fluctuaties (en acties) onopgemerkt blijven. De collectie wordt ad hoc gecontroleerd op conditie, maar dit wordt niet vastgelegd in Adlib Museum en er is geen plan voor meerjarencontrole. De collectie werken op papier is voor een deel nog niet opgezet op een zuurvrije ondergrond, maar is los in lades opgeborgen met dunne zuurvrije scheidingsvellen. Bij openen en sluiten van de lades en bij hanteren kunnen de werken verschuiven
Erfgoedinspectie
Pagina 17 van 29
en zijn ze kwetsbaar; dit betreft vooral de grote formaten en affiches. In de lades waar zich werken van een kleiner formaat bevinden, bestaat dit probleem niet en zijn onderverdelingen gemaakt waardoor ze niet kunnen schuiven. Het depot met de gipsen afgietsels is tamelijk vol (met name de opstelling op de grond), waardoor kans op schade kan ontstaan. Naar verwachting zal met de overbrenging van zeven gipsen beelden naar Museum Beelden aan Zee eind 2014 hier een betere situatie ontstaan. De collectie gipsen penningen is opgezet op houten panelen; het betreft originele platen van Piet Esser die deze gebruikte tijdens het kunstonderwijs. Een aantal van deze platen met gipsen afgietsels is in slechte staat. De penningen in de penningenkast zijn nog niet in een zuurvrije houder gezet. Er wordt onderzoek gedaan naar ongedierte met plakvallen, maar dit gebeurt niet systematisch en het is niet duidelijk of de vallen goed zijn geplaatst. De algemene indruk tijdens de inspectie is dat er een stabiele situatie is ten aanzien van de fysieke conditie en bewaaromstandigheden. Wel is in de afgelopen periode een pas op de plaats gemaakt en zijn er zijn geen vernieuwingen ingezet wat betreft conserverende maatregelen.
Conclusies Het klimaat in het fotodepot is onvoldoende. Het is er te warm voor de hier opgeslagen foto- en videocollectie. Er wordt niet stelselmatig gecontroleerd op conditie van de collectie. Er zijn nog enkele achterstanden in beheer bij de collectie werken op papier, die deels nog niet zijn voorzien van zuurvrije passe-partouts of onderleggers, bij de gipsen afgietsels van de penningen en bij de originele platen met gipsen afgietsels van Piet Esser. Controle op ongedierte, met name op zilvervisjes in de bibliotheek gebeurt niet regelmatig. Aanbevelingen Regelmatige controle van de conditie en op ongedierte in vooral de boekenen prentencollectie. Betere berging van de werken op papier en de gipsen afgietsels. Onderzoek naar mogelijkheden om het klimaat in het fotodepot beter te beheersen en instellen van regelmatig overleg over de uitkomsten van de dataloggers in de verschillende depotruimtes, waaronder ook het schilderijendepot.
Erfgoedinspectie
Pagina 18 van 29
5
Veiligheid
Maatregelen ter bevordering van de veiligheid en beveiliging van de rijkscollectie moeten er voor zorgen dat museale voorwerpen niet beschadigd raken of zelfs verloren gaan. Om passende maatregelen te nemen is het nodig een risicoinventarisatie op te stellen. Een calamiteiten- en collectiehulpverleningsplan waarvan de werking door oefeningen wordt getoetst zijn van belang voor het behoud van de collectie bij calamiteiten. Het geheel aan veiligheidszorg wordt samenhangend beschreven in een integraal veiligheidsplan. Voor een landelijke analyse van veiligheidsincidenten en kennisbevordering bij musea is het van belang dat incidenten worden gemeld in het landelijk incidentenregister DICE van de RCE.
Bevindingen De RABK beschikt over een vastgesteld calamiteitenplan (bijgestelde versie 2014), waarin procedures voor de verschillende calamiteiten zijn opgenomen en de verantwoordelijke personen in geval van nood. Het is bekend waar de belangrijkste collectieonderdelen zijn opgeslagen. Er zijn speciale plastic zakken en kisten op een makkelijk toegankelijke plek in het prentendepot geplaatst om bij calamiteiten voorwerpen zo nodig snel te kunnen verplaatsen. Het plan bevat de noodzakelijke onderdelen. In 2015 is een calamiteitenoefening gepland voor alle medewerkers. Als grootste risico wordt wateroverlast in het boeken- en prentendepot (de historische bibliotheek) gezien door de RABK. Er is een automatische pomp met alarm geïnstalleerd om evt. wateroverlast te signaleren. Deze wordt regelmatig gecontroleerd. Er zijn geen incidenten geweest sinds 2006. Er is regelmatig contact met de brandweer. Door de afdeling Gebouwbeheer vindt controle van het blusmateriaal en brandmelders plaats. De resident artists krijgen aan het begin van hun werkperiode een uitgebreide inhoudelijke introductie waarbij ook het mogelijk gebruik van de collectie als inspiratiebron aan de orde komt. Raadpleging van de collectie gebeurt altijd onder toezicht, de kunstenaars of andere bezoekers mogen niet zelf in de depots zoeken (selecties van voorwerpen kunnen via de digitale toegankelijkheid van de collecties worden gemaakt).
Conclusie Sinds de laatste inspectie hebben zich geen calamiteiten voorgedaan. Aanbeveling Geen
Erfgoedinspectie
Pagina 19 van 29
Erfgoedinspectie
Pagina 20 van 29
6
Zichtbaarheid
Het tonen van de museale voorwerpen aan een zo groot mogelijk publiek en het verstrekken van informatie over de voorwerpen is een kerntaak van musea. Tonen van de collectie kan fysiek plaatsvinden in vaste en in wisselende tentoonstellingen, door het in bruikleen geven van museale voorwerpen en door digitale ontsluiting via het internet. De wijze waarop musea hun collecties toegankelijk maken wordt beschreven in een presentatiebeleid.
Bevindingen De RABK is actief in de ontsluiting van de collectie op verschillende manieren. Er worden regelmatig schouwen en rondleidingen georganiseerd voor in- en externe belangstellenden. Innovatie en proactief beleid is met name zichtbaar in de grotere toegankelijkheid van de collectie voor specialisten, geïnteresseerden en publiek. De jaarlijkse RijksakademieOPEN, de Open monumentendagen en de Museumnacht zorgen voor extra publieksbezoek. Er is een bruikleenbeleid en presentatie van de collectie waar mogelijk aan kunsten onderwijsinstellingen. Door opname van de collectie in de jaarverslagen en publicaties als de Guide 2012 (uitgegeven door de RABK) wordt de historische kunstenaarscollectie onder de aandacht van het publiek gebracht. De bibliotheek is drie dagen per week openbaar toegankelijk en verder op afspraak. In de bibliotheek zijn vitrines opgesteld waarin objecten uit de collecties in wisselende samenstelling worden getoond, in samenhang met de hedendaagse kunstpraktijk. De collectie is voor meer dan 75% digitaal toegankelijk via de website van de RABK en via DiMCoN.
Conclusie Er is een beleid om de zichtbaarheid en het belang van de collectie onder de aandacht van een breed publiek te brengen Aanbeveling Geen
Erfgoedinspectie
Pagina 21 van 29
Erfgoedinspectie
Pagina 22 van 29
7
Administratieve organisatie
Een actuele administratieve organisatie met beschreven procedures voor het beheer van de rijkscollectie draagt bij aan duidelijkheid van verantwoordelijkheden en een zorgvuldige uitvoering van beheertaken. Zonder beschreven procedures is er een risico op een gebrek aan uniformiteit en continuïteit in de uitvoering van beheertaken. Actuele en dekkende procedures zijn voorwaarde bij de toepassing van kwaliteitszorg.
Bevindingen De RABK hanteert de richtlijnen voor conservering van de RCE (collectieplan, klimaat) en heeft eigen richtlijnen opgesteld voor de antiquarische boekverzameling (classificatiesysteem UDC en ISBD). Voor de registratie van de verschillende collectieonderdelen zijn procedures opgesteld.
Conclusie Er zijn procedures voor de registratie en beperkte richtlijnen voor de conservering en gebruik van de collectie. Aanbeveling Geen
Erfgoedinspectie
Pagina 23 van 29
Erfgoedinspectie
Pagina 24 van 29
8
Bijlage
8.1
Werkwijze inspecties Voorbereiding inspectie Ter voorbereiding van de inspectie zijn documenten van de instelling met informatie over het collectiebeheer geraadpleegd en geanalyseerd. Waar beschikbaar is ook gebruik gemaakt van actuele rapportages van het Museumregister (niet verzelfstandigde musea) en rapportages van de Visitatiecommissie (verzelfstandigde musea). Samenhang monitor Erfgoedinspectie 2013-2014 Eén van de bronnen voor de inspectie vormt de monitor Erfgoedinspectie 20132014. Op basis van door de instellingen aangeleverde monitorgegevens is hen een zogenoemde kleurrapportage toegezonden. Hierin is inzichtelijk gemaakt hoe de instelling presteert op de verschillende onderwerpen, ook in vergelijking met andere instellingen. Op onderdelen kan het inspectierapport tot een andere conclusie komen dan de toegekende kwalificatie in de kleurrapportage. Inspectie op locatie De inspectie op locatie bestaat uit het voeren van een (introductie)gesprek met de directeur van het museum en met de direct verantwoordelijke(n) voor het collectiebeheer. Tijdens de inspectie zijn zo nodig nog niet eerder geraadpleegde stukken ingezien. Onderdeel van de inspectie is een praktijktoets op de registratiegraad en –kwaliteit. Hiervoor wordt het collectieregistratiesysteem ingezien en wordt een beperkte steekproef genomen ter verificatie van de vindbaarheid van geregistreerde voorwerpen. Voor de steekproef worden aselect 15 voorwerpen uit de registratie geselecteerd en 15 voorwerpen uit de tentoonstellingsruimten en depots. Tijdens de rondgang door deze ruimten voor het uitvoeren van de steekproef wordt tegelijkertijd ook andere beheeraspecten in de praktijk getoetst. Dit betreft bijvoorbeeld (het meten van) bewaaromstandigheden, de conditie van voorwerpen en veiligheidsmaatregelen. Rapportage De conceptrapportages zijn ter verificatie van de bevindingen voorgelegd aan de geïnspecteerde instelling, waarna de opmerkingen zijn verwerkt in het eindrapport.
Erfgoedinspectie
Pagina 25 van 29
8.2
Inspectie Rijksakademie van Beeldende Kunsten Op 7 oktober 2014 is een inspectie uitgevoerd bij de Rijksakademie van Beeldende Kunsten. Voor de inspectie zijn de volgende bronnen geraadpleegd: Interviewsmet directeur coördinator Theoriewerkplaats Documenten Monitor Erfgoedinspectie 2013-2014 Memo Collecties Rijksakademie, Els van Odijk, oktober 2014 Website Rijksakademie van Beeldende Kunsten Collectieplan 2014-2016 Calamiteitenplan 2014 Verslag 2012 Rijksakademie van Beeldende Kunsten Verslag 2011 Rijksakademie van Beeldende Kunsten Guide RijksakademieOPEN 2012 Kerncollectie, Samenstelling van een kerncollectie in de kunstverzamelingen van de Rijksakademie van beeldende kunsten 2010-2014 Objectgegevens uit Adlib Museum (tijdens inspectie) Klimaatmetingenperiode 23-9 / 7-10-2014 Inspectierapport 2006
Erfgoedinspectie
Pagina 26 van 29
Colofon
Erfgoedinspectie Rijnstraat 50 Postbus 16478 (IPC 3500) 2500 BL Den Haag Tel: 070 4124012 E:
[email protected] www.erfgoedinspectie.nl
Den Haag, maart 2015
Missie Met alert en proportioneel toezicht brengt de Erfgoedinspectie het behoud (en beheer) van cultureel erfgoed en overheidsinformatie naar het gewenste kwaliteitsniveau met het oog op de duurzame toegankelijkheid en beschikbaarheid.
Visie De inspectie vindt dat een goed functionerende interne systematische kwaliteitszorg bijdraagt aan een betere naleving van wet- en regelgeving. Zij ziet daar een eigen verantwoordelijkheid voor organisaties en stimuleert een systematische kwaliteitszorg bij de organisaties. In haar optreden is de inspectie zacht waar het kan en hard waar het moet en treedt zij zo nodig op.
Erfgoedinspectie
Pagina 27 van 29