De sociale psychiatrie en de Sociaal Psychiatrische Attitude
Inleiding door J.R.van Veldhuizen Psychiater, adviseur Voorzitter CCAF
Deze inleiding • Wat is ‘sociale psychiatrie’ ? • Uitgebreider: Wat verstond men onder “sociaal psychiatrische attitude” • Wat kunnen we nu met dat begrip • In tijden van veel meer outreachende teams, de transities in de zorg en ‘participatie’ 2
Wat is sociale psychiatrie een korte ‘herbronning’ • Begon 1920 met Querido en Pameijer • Armenpsychiatrie // Voor- en nazorg • Drijfveren destijds: – economisch (opnamereductie) – aandacht voor minderbedeelden – betrokkenheid, idealisme 3
Allereerst de pionier Querido • Grondlegger sociale psychiatrie • SocPs teams rond 1930 Amsterdam – (na de oorlog verdwenen..)
• 1949: Pleit voor positieve geestelijke gezondheidszorg die uitgaat van veranderbaarheid van individu én van maatschappij 4
Querido
• Beschreef de sociale psychiatrie als een “APPARAAT” dat optreedt als BUFFER tussen patiënt en omgeving (familie en maatschappij)
1) SP helpt patiënt met ‘aanpassing’ 2) SP helpt omgeving zich open te stellen voor de patiënt 3) SP buffert spanningen weg en is zelf aanwezig om gaten op te vullen • Interessante visie, sinds kort beter te verwezenlijken met outreach 5
Hodiamont MGV 2000 • SP richt zich op sociale fenomenen in relatie tot het ontstaan, verschijningsvormen en gevolgen van psychiatrische stoornissen • Richt zich qua behandelwijze vooral op sociale integratie van chronische patiënten en kwaliteit van leven 6
Jaap Kool
MGV 2000
• Sociale psychiatrie vormt de voorhoede van de GGZ in het contact met andere maatschappelijke organisaties • Essentieel is de betekenisgeving van psychiatrische fenomenen in een maatschappelijke context • Advocacy 7
sectie Soc. Psychiatrie (1996) ‘conceptmap’ op wie richt zich SocPs
• Cliënten met niet-traditionele vormen van hulpzoekgedrag, wat aangaan van therapeutische relatie bemoeilijkt • Cliënten met extra risico discontinuïteit • Cliënt is “deel van sociaal systeem dat niet voldoende ondersteuning biedt, waarin hij zich niet weet te handhaven en/of waarvan hij niet optimaal gebruik maakt” 8
Conceptmap (2) Soc. Psychiatrie • Bijzondere aspecten van behandeling in SP: – – – – –
bezoek binnen privé-domein netwerkanalyse, analyse hulpbronnen flexibele aanpassing aan persoon en situatie crisisinterventie, bemoeizorg, OGGZ (dwang)opname-indicatie 9
Laatste jaren is definitie van Sociale Psychiatrie verbreed • Zie het Handboek Sociale Psychiatrie: – – – – – –
een bredere doelgroep : de hele GGZ een grotere boodschap : niemand zonder milieu dus relevant in iedere behandeling wisselwerking en veranderbaarheid de systeemvisie Zie vandaag! 10
Een verbijzondering: sociaal psychiatrische attitude • Destijds in geïnteresseerd geraakt: auteurs die nadrukkelijk de houding beschreven waarmee ze hun “veld” tegemoet traden • Dus breder dan de arts-patiënt relatie • kleine litteratuurstudie de “SPA” 11
Querido (1948) • Primair dát men bereid is om te helpen – Secundair hóé men helpt
• Je moet “negatieve maatschappij effecten wegvangen en hem in het positieve te laten delen” • Hanteren van psychische relaties met maatschappelijke middelen – Verleiden maar ook confronteren
• Eerlijk en angstvrij 12
Ruesch (1955) • Meer aandacht voor sociaal functioneren dan voor psychopathologie • Betrekt daarbij de patiënt, diens omgeving, hulpverleners en instellingen
13
De Smit ( 1970) De sociaal psychiatrische werkwijze • • • •
Moet open zijn Moet probleem / situatie georiënteerd zijn Moet medisch gebonden zijn Moet strategisch zijn naar patiënt, milieu, eigen organisatie en andere hulpverlenings organisaties 14
Romme (1981) • Sociale psychiatrie heeft niet alleen specifieke benadering vanuit uitgangsstelling en organisatie, maar ook een “specifieke omgangsvorm”: • Tegemoet treden, outreaching werken 15
Specifieke omgangsvorm • Offerhaus (1993) vult deze visie van Romme in met: – – – – –
gewoon doen omgeving erbij betrekken weten dat de toverstok niet bestaat effect in de maatschappij bij uitstek nietig wel ‘hulp’ , rust brengen, leefbaar maken 16
Omgangsvorm - vervolg (Offerhaus) • met zorgvuldigheid en terughoudendheid • met het zoeken van een standpunt dat het beste lijkt te passen bij de situatie • met oog voor dilemma’s die aan elke stellingname zijn verbonden • met als doel vrijheid te bevorderen 17
Gersons (1994) • Beklemtoont opkomen voor de zwakste patiënten op straat en acht een ‘neutrale’ houding van de psychiater verwerpelijk. • Daarnaast benoemt hij een gedeelde verantwoordelijkheid tussen patiënten, familie en professionals 18
Jenner (1995) • De SPA is het fundament van de sociaal psychiatrische hulpverlening: zorgzaam, zorgvuldig, met continuïteit in persoon, tijd, methodiek en toegankelijkheid
19
Jaap Kool, 2000 • Sociaal psychiatrische attitude: “ lastig en slecht te concretiseren begrip” • Wel van groot belang in opleiding • Het maken van vuile handen kan in elk geval niet vermeden worden • Evenals het “advocacy” aspect 20
L.Stein: Community Psychiatrist skills & characteristics (1990) • • • • • •
Dokter, klinische deskundigheid Psychodynamiek, crisis-hantering “Team player within the system” Dromer en pragmaticus Gelijkwaardigheid Sociaal geweten 21
Samenvatting SPA • Outreachend werken, aanwezig zijn bij de patiënt in eigen omgeving • Strategisch tegenover de patiënt, het milieu, de eigen organisatie en de maatschappij. • Persoonlijk, gelijkwaardig, ‘sociaal’ in het team en tegenover de cliënt. • Dát men helpt is soms belangrijker dan de manier waarop. 22
SPA (2) • Men moet vuile handen willen maken: advocacy niet schuwen. • ‘Als deel van een apparaat’ flexibel meer partijen tegemoet treden. De lasten deels verdelen en deels overnemen. • Waarbij elke positiebepaling ook weer dilemma’s oproept. • Dat (beïnvloeding van) sociaal functioneren van de cliënt belangrijker kan zijn dan (beïnvloeden van) de psychopathologie. 23
SPA (3) • Zich bewust zijn van de nietigheid van het effect van psychiatrische bemoeienis en soms eerder hulp, rust of veiligheid bieden dan genezing. • (Ondersteuner zijn van) werken aan rehabilitatie en herstel. • Op zoek zijn naar compliance met de behandeling, maar desnoods dwang niet 24 schuwen.
Wat heb je hier aan? • Zoveel aspecten • ‘Handboek Soldaat’ • Of ‘Hoe heurt het..’ • Bruikbaar bij reflectie, opleiding, intervisie professionals en teams • Checklist voor eigen (team)attitude.. 25
Inmiddels na 2000 • Minder publicaties over SP attitude • De RIAGG opgegaan in geïntegr. GGZ • Opkomst ACT en Flexible ACT (FACT) – Langdurende SP contacten naar die teams
• Crisisdiensten met wisselende ‘eigenheid’ – Crisiscontacten verspreid over hele GGZ – En inmiddels ‘herbundeld’ in IHT 26
Nog een aantal laatste der (Amsterdamse) mohikanen • Van Oenen en van der Post richten zich in het handboek ‘Crisisinterventie’ (2007) vooral op de crisisbehandeling: de kansen die de crisis biedt • Achilles, Beerthuis en van Ewijk (2011) Handboek Spoedeisende Psychiatrie speelt op allerlei locaties, niet specifiek outreach • Fakkel deels overgenomen door SPV-en Koekkoek, Lohuis, Gras, Broun 27
En niet-psychiatrische auteurs • Baart: de presentie benadering • Kröber: paradigma shift van “instellingsparadigma” (wij bieden u zorg op onze condities”) naar het “ondersteuningsparadigma”
28
En inmiddels in 10 jaar naar > 250 (Flexible)ACT teams • De sociale psychiatrie voor de patiënten met EPA (langdurig en crisis/bemoeizorg) • Het SPA gedachtengoed in nieuwe verpakking, waarbij vooral de OUTREACH essentieel is. • Handboek ACT (Mulder/Kroon) en FACT (van Veldhuizen, Bahler,Polhuis,van Os) • Met groeiende stroom van herstel-litteratuur 29
Sociaal Psychiater is vervangen door de (F)ACT/IHT psychiater • In NVVP eigen afdeling EPA • Veel psychiaters actief in (F)ACT platform en FACT Nederland • Inmiddels ook IHT: Intensive Home Treatment, de acute vorm van outreach • Taken en attitude voor een deel overgenomen uit USA /UK, maar ook sterk in de praktijk herontdekt: dankzij de outreach 30
Wat is dan zo goed aan OUTREACH ? (let wel niet: “ambulante” poliklinische ZORG)
• Zorg wordt contextueel: gericht op context • Hulpverlener betreedt territorium van patiënt – “niet binnen zonder kloppen”, bescheidener
• Zorg kan..en MOET invoegen in de triade – Hulpverlener kan ‘t niet alleen – ‘Metgezel’ ipv tegenspeler – Nieuwe kansen voor familie /steunsysteem
• Ander contact bij directe praktische steun • Meer rehab kansen in de echte wereld • Minder stigma dan kliniek 31
Outreach: de sleutel naar samen werken aan inclusie • • • • • • • • •
Diagnostiek is anders Zwakke en sterke kanten beter zichtbaar Hulpbronnen thuis beter zichtbaar Past beter in HOZ Vanzelfsprekend contact familie, naasten Oplossingen passend bij eigen situatie Training on the spot is effectiever De kansen en problemen in de buurt Aanwezig in maatschappelijk steunsysteem
32
De SPA door ambulantisering snel ‘gewoner’, maar niet geëxpliciteerd • • • • • • •
Invloed van outreach en teamwork met FACT-bord Herstel en HOZ en rehabilitatie: andere attitude Ervaringswerkers in de teams, de IPS invloed Trainingen HOZ en ‘Motiverende gespreksvoering’ Emancipatie cliënten/familie beweging Antistigma, ‘eigen kracht’ GGZ voor mensen met EPA verandert snel Attitude naar patiënt en andere partijen idem dito Maar het is nog zoeken… 33
Ambulantisering: Drietrapsraket • Gespecialiseerde zorg ambulant gebracht +++ • Verbinding met herstel en eigen kracht en familie + • Verbinden met de samenleving echter nog te weinig 34
Anders gezegd • We zijn uit de instelling • We zijn door outreach bij mensen thuis • Met specialistische zorg • HOZ komt op gang • De stap naar familie wordt soms al gezet • Maar de stap naar buren en maatschappij nog beperkt 35
Dat wordt actueel door transities: meer zorg naar gemeenten • Recent (Phrenos): “Over de brug” • “Consensus Monument” van ambulantisering • Hoe gaat de GGZ samenwerken met sociale wijkteams ? Met buurt en eerste lijn? • Hoe gaan we die veranderingen benutten om te komen tot participatie en inclusie • Of worden (F)ACT teams versmald, wordt er verder bezuinigd en gaan de patiënten “verparticipieteren” 36
Duidelijk dat we de maatschappij ‘tegemoet moeten treden’ op elk niveau • Een noodzakelijke beweging: – Professional Patiënt, familie, buurt – Team Wijkteam, Politie, Welzijnswerk, Veiligheidshuis, Buurtregisseur, Bewind-voerders, Schuldhulp etc. etc. – GGZ organisaties op beleidsniveau met gemeentes, woningcorporaties, politie, etc.. • Hoe wordt ons ‘visitekaartje’ / imago ?
37
Daarbij kunnen de eerdere begrippen van de SPA bijdragen: hoe we tegemoet treden: • Strategisch, gelijkwaardig samenwerken met patiënt, (steun)milieu, eigen organisatie, buurt en maatschappij – Mislukt in de Jeugd transitie
• Persoonlijk, “socios”= metgezel • Duidelijk als ‘medisch’ specialist • Bereid tot helpen naar cliënt en wijkteam, vuile handen maken, buffer zijn, advocacy, consultatie. • Bewust van systeemfactoren, nietigheid van effect • Focus op sociaal functioneren ipv symptomen 38
En diepgaande verandering in vergelijking met vroegere auteurs: • We moeten nu veel meer (noodzaak van) onze specialistische aanpak “verkopen”, uitleggen, tonen (aan zorgverzekeraars, gemeenten, cliënt ) • De GGZ is geen ‘baas’ meer met een eigen territorium van het APZ of polikliniek. • Het (FACT)team kan niet ‘alleen’ in de buurt, het moet samenwerken. • De sociaal psychiater is niet de autoriteit van voorheen. 39
Ofwel: we raken gedeïnstitutionaliseerd • • • •
Misschien even schrikken Maar dat was wel de bedoeling Van de sociale psychiatrie Dus laten we… er het glas op heffen! 40