De smaak van de negentiende eeuw De architectuur van tehuisgebouw en commandantswoning op het landgoed Bronbeek - 2010
De smaak van de negentiende eeuw De architectuur van tehuisgebouw en commandantswoning op het landgoed Bronbeek Bronbeek is een van de vele buitenplaatsen die in de negentiende eeuw aan de rand van de Veluwezoom werden aangelegd. Hermen Steijgerwalt kocht hier grond met een bron, legde er een tuin aan en bouwde er een villa. In 1854 kocht koning Willem III het terrein. Hij maakte weinig gebruik van het landgoed en schonk het in 1859 aan de Staat met het doel er een militair tehuis voor invalide en gepensioneerde soldaten en onderofficieren van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) te laten bouwen.
Villa Bronbeek, circa 1850. Anoniem schilderij (Historisch Museum Arnhem).
Commandantswoning Hermen Steygerwalt, een oorspronkelijk uit Rheden afkomstige rentenier, liet kort na de aankoop van het terrein een eenvoudig, T-vormig huis bouwen op de plaats waar nu de huidige villa staat. Het had destijds een prachtig zicht over de nog onbebouwde velden tot aan de IJssel. Van dit huis zijn geen afbeeldingen bekend. In 1840 kocht Johan Verkouteren de buitenplaats. Hij liet het bestaande huis in 1842 verbouwen tot een statige villa, die nu nog goed is te herkennen: ze komt overeen met het hoge middendeel van de huidige villa. Ze was gebouwd in de destijds modieuze neoclassicistische stijl. Deze stijl maakt gebruik van kenmerken uit de oude Romeinse en Griekse architectuur. Symmetrie, strakke blokvorm, spaarzame decoratie en witte bepleistering zijn enkele kenmerken ervan. De plattegrond van de villa was symmetrisch en mat 19 x 15 meter. Het huis had een flauw hellend zinken dak, dat door een lage balustrade met siervazen erop aan het zicht onttrokken werd. Het bakstenen huis rustte op een grijze natuurstenen plint en is altijd wit bepleisterd geweest; dit riep de gewenste associaties met de witmarmeren gebouwen uit de klassieke oudheid op. Achter het huis stond een koetshuis met paardenstal.
1.
Museum Bronbeek Velperweg 147 6824 MB Arnhem t (026) 3763555 f (026) 3763590 www.bronbeek.nl
De smaak van de negentiende eeuw De architectuur van tehuisgebouw en commandantswoning op het landgoed Bronbeek - 2010
Koninklijk buitenhuis In maart 1854 kocht koning Willem III het landgoed van Van Braam. Hij droeg de architect Henri Camp (1821-1875) op een ontwerp te maken dat het landhuis meer allure kon geven. Camp liet het huis voorzien van twee zijvleugels. De bestaande lage vleugel aan de achterzijde trok hij op tot de volle hoogte. Aan de voorzijde verscheen een rijk versierde gietijzeren galerij in neogotische stijl. Deze stijl is hier herkenbaar aan de klaverbladvormen en de verticale puntige ornamenten. Na de verbouwing werd het huis omschreven als een “kapitaal herenhuis, voorzien van alle mogelijke gemakken, kostbare badinrigting met marmeren bad enz.” Sinds deze verbouwing is aan de buitenzijde van de villa weinig meer veranderd. Alleen de serre aan de westzijde is een aanbouw van kort na 1900.
Gietijzeren veranda in neogotische stijl, detail. Foto 2008.
Bronbeek circa 1860. Litho (Gelders Archief).
Ambtswoning Sinds de vestiging van het militair tehuis op het landgoed in 1863 dient het voorste deel van de villa als ambtswoning van de commandant van het tehuis. Het achterste deel werd voorheen bewoond door de ondercommandant en de dokter, maar functioneert nu als kantoor voor het personeel van Bronbeek. Interieur Het interieur van de villa is in de loop der tijd verbouwd. Alleen de gangen en de salons op de benedenverdieping (de Rode, de Blauwe en de Rook- of regentenkamer) hebben hun negentiendeeeuwse karakter behouden. Zij worden nu gebruikt voor representatieve ontvangsten van de commandant. De grootste kamer, de Blauwe Kamer, heeft een met wolken en bloemranken beschilderd plafond. Zij bevindt zich in de westelijke vleugel uit 1854, links aan de voorzijde. Vermeldenswaard is het systeem van spreekbuizen tussen de begane grond en de eerste verdieping. Het is nog deels aanwezig en dateert uit de tijd van de koning. De villa is niet openbaar toegankelijk.
Interieur Blauwe Kamer. Foto 2000.
2.
Museum Bronbeek Velperweg 147 6824 MB Arnhem t (026) 3763555 f (026) 3763590 www.bronbeek.nl
De smaak van de negentiende eeuw De architectuur van tehuisgebouw en commandantswoning op het landgoed Bronbeek - 2010
Tehuisgebouw De architect De opdracht om het tehuisgebouw te ontwerpen ging naar Willem Nicolaas Rose (1801-1877), de rijksgebouwmeester op dat moment. Rose had al enkele grote gebouwen op zijn naam staan, zoals het gebouw voor het Departement van Koloniën in Den Haag en het Coolsingelziekenhuis in Rotterdam.
Willem Nicolaas Rose. Schilderij C. Kramm, 1824 (Collectie Erven Hubrecht).
Rose was ontwerper, schrijver en theoreticus. Hij is minder bekend dan zijn tijdgenoten Cuypers en Berlage. Toch wordt hij gerekend tot de belangrijkste en invloedrijkste Nederlandse architecten van midden negentiende eeuw. De architectuur ontwikkelde zich sterk in die periode. Dat had te maken met de toename van de bevolking en de industrie. Die vroeg om bouw van ziekenhuizen, stations en woningen voor arbeiders. Rose pleitte enthousiast voor een modernere bouwkunst. Hij wilde losser omgaan met de bouwregels van het strakke (neo-)classicisme. Door motieven van historische stijlen te gebruiken dacht hij beter te kunnen aansluiten bij de functie van een gebouw en de eisen die daarbij horen. Ten tweede introduceerde Rose nieuwe bouwmaterialen en – technieken. Hierin ligt zijn grootste verdienste voor de negentiende-eeuwse architectuur. Vooral in het gebruik van gietijzer ging hij ver. Van tijdgenoten kreeg hij veel kritiek op zijn vooruitstrevende experimenten. Daardoor is het beeld van Rose lange tijd negatief beïnvloed. Eerdere projecten van de architect Als stadsarchitect van Rotterdam ontwierp Rose bruggen, kaden, havens, gebouwen en stedenbouwkundige plannen voor die stad. Hoogtepunt is het Coolsingelziekenhuis, dat als een van de modernste in Europa werd beschouwd. Hiermee vestigde hij zijn naam. Van zijn werk in Rotterdam is door het bombardement van mei 1940 weinig over. Vanaf 1858 was hij rijksbouwmeester. In die functie ontwierp hij vooral overheidsgebouwen in Den Haag. Daarvan zijn nu alleen het voormalige Ministerie van Koloniën (1858-1859) aan het Plein en de uitbreiding van het Ministerie van Oorlog bewaard. Buiten Den Haag bouwde hij in 1860-1862 in Arnhem het “Hôtel voor invaliden op het landgoed Bronbeek”. Eisen aan het tehuisgebouw Bronbeek Het militair tehuis werd gebouwd om de moeizame werving van militairen voor het leger in Nederlands-Indië te bevorderen. Het was als het ware een PR-instrument van de overheid. Daarom moest het niet zo maar een gebouw worden. Nee, het moest een modern, luxueus en monumentaal bouwwerk worden, dat de bewoners met trots kon vervullen en ook recht deed aan de koninklijke stichter van het tehuis. Rose moest zich voor het ontwerp van het tehuis Bronbeek ook houden aan een aantal technische eisen. Zo moest het gebouw plaats bieden aan tweehonderd bewoners. Het mocht maar één woonverdieping hebben om het traplopen te beperken. Een al te hoog gebouw zou bovendien de villa voor het oog te veel kleineren. Deze eisen resulteerden in een tamelijk laag en langgerekt gebouw. Het tehuis moest uitzicht bieden op de Velperweg, maar de villa van de koninklijke mecenas moest ook voor iedereen goed zichtbaar blijven. Rose koos er voor het tehuis achter de villa te bouwen. De villa, die vanaf de opening van het tehuis ambtswoning is van de commandant van Bronbeek, staat nu voor het tehuis “als een bevelhebber voor zijn manschappen”. Een belangrijke eis was ten slotte om zo veel mogelijk gietijzer en steen toe te passen omwille van de brandveiligheid en besparing op onderhoud.
3.
Museum Bronbeek Velperweg 147 6824 MB Arnhem t (026) 3763555 f (026) 3763590 www.bronbeek.nl
De smaak van de negentiende eeuw De architectuur van tehuisgebouw en commandantswoning op het landgoed Bronbeek - 2010
Buitenzijde tehuisgebouw
Coolsingelziekenhuis Rotterdam. Prentkaart (Gemeente Archief Rotterdam).
Voormalig Ministerie van Koloniën Den Haag. Foto 2008.
Stijl Als u het Coolsingelziekenhuis vergelijkt met het tehuisgebouw van Bronbeek ziet u overeenkomsten. Bijvoorbeeld in de vorm van de ramen en het gebouw. De stijl van tehuis Bronbeek wordt ‘Rundbogenstil’ genoemd. In de eerste helft van de negentiende eeuw was de neoclassicistische stijl in de mode. Rose introduceerde in Nederland rond 1840 echter de uit Duitsland afkomstige Rundbogenstil. Volgens Rose had deze stijl een ‘waardig’ karakter. Hij vond dat laatste nodig, omdat de omstandigheden in gebouwen voor zieken tot dan toe erg slecht waren. Kenmerkend voor de stijl zijn de gekoppelde rondboogvensters. Deze grote raamopeningen lieten meer licht binnen dan de kleine ramen in de vroegere neoclassicistische ontwerpen. De stijl was ook relatief goedkoop door de sobere gepleisterde muurvlakken en het gebruik van relatief goedkope ornamenten. Versieringen Koning Willem III was niet tevreden over het sobere ontwerp van Bronbeek. Hij wilde een meer decoratief gebouw en zocht verbetering in het toevoegen van beeldhouwwerken. Rose was echter van mening dat monumentaliteit van een gebouw niet voorkomt uit versiering, maar ligt in zijn vormen en afmetingen. Op verzoek van Willem III heeft hij het ontwerp wel aangepast, maar het is uiteindelijk toch uitgevoerd zonder beelden op het dak.
Niet uitgevoerd ontwerp met sculpturen. Deel van ontwerptekening.
Villa voor het tehuisgebouw, ‘als een bevelhebber voor zijn manschappen’. Luchtfoto 2000
De spaarzame ornamenten zijn rond de vensters en onder de kroonlijst aangebracht. Zo ziet u rond de raamopeningen boogvormige profiellijsten. De gevel is bekroond met een sierbalustrade, die het flauw hellende zinken dak aan het oog onttrekt. Rose heeft het grote gevelvlak gebroken. Enerzijds door licht uitspringende horizontale ‘waterlijsten’; deze holle banden houden tegelijk de gevel min of meer droog en voeren water af. Anderzijds door de lange gevel op drie plaatsen vooruit te laten springen. De sobere gevel is nergens ontsierd door regenpijpen: deze zijn opgenomen in de spouwmuren.
4.
Museum Bronbeek Velperweg 147 6824 MB Arnhem t (026) 3763555 f (026) 3763590 www.bronbeek.nl
De smaak van de negentiende eeuw De architectuur van tehuisgebouw en commandantswoning op het landgoed Bronbeek - 2010
Materialen Niet alleen vertonen de vormen van Bronbeek en eerdere gebouwen van Rose onderling gelijkenis. Ook de gebruikte technieken en materialen komen overeen. Vooral vanwege het gebruik van gietijzer op grote schaal staat Rose te boek als vernieuwer van bouwmaterialen. Gietijzer was goedkoop en brandveilig. Hij paste het in Bronbeek toe in de waterlijsten aan de buitengevel, de raamkozijnen, dakbalustrade, ventilatieroosters, regenwaterpijpen en goten, en in de constructies van de beide open galerijen aan de achterzijde. Binnen waren de trappen, de ventilatieroosters en delen van de dakspanten van ijzer. Het gietijzeren borstbeeld van de koning in de voorgevel was geschenk van de gecontracteerde ijzergieterij Van Enthoven en Cie. Was gietijzer goedkoop in aanschaf, later bleek het duurkoop. Zo werden in 1889 de ijzeren kozijnen vervangen door houten, omdat zij door roest waren vervormd en er teveel tocht door de kieren kwam. De dakgoot en kroonlijst rusten op 550 dragers van terracotta, een mengsel van gemalen porselein, aardewerk en gezuiverde klei. Rose gebruikte vaak ornamenten van terracotta, omdat deze veel goedkoper waren dan natuurstenen.
Zinken dakbedekking, gietijzeren balustrade en dakgoot op terracotta dragers. Foto 2008.
Terracotta consoles. De regenafvoerpijp verdwijnt ertussen direct in de spouwmuur. Foto 2008.
Kleuren Rose vond dat kleuren het karakter van een gebouw moesten versterken. Voor ‘deftige’ gebouwen, zoals Bronbeek, vond hij een grijze of gedekte hoofdkleur passend, in combinatie met een paar nevenkleuren. Het tehuisbouw Bronbeek is in 1862 opgeleverd met muren in gebroken wit en okergele accenten. Het heeft in de loop der tijd ook andere kleuren gehad. In 1997 zijn de buitenzijde van het gebouw en de kleurstelling ervan teruggebracht in de staat van het jaar 1889.
Tehuisgebouw, wit geschilderd. Foto 1988.
Schoorsteen voor het tehuisgebouw. Prentkaart circa 1900.
Klimaatsysteem Kort voor hij Bronbeek ontwierp tekende Rose het gebouw voor het Ministerie van Koloniën in Den Haag. Het was het eerste moderne kantoorgebouw in ons land. Het had een door stoomkracht aangedreven verwarmings- en ventilatiesysteem. Modern voor die tijd was de wijze waarop Rose ventilatie- en verwarmingsinstallaties combineerde, die tot dan toe afzonderlijk werden toegepast. Na klachten van de gebruikers, die liever ouderwetse potkachels hadden, bracht men de stoommachine van Den Haag over naar Bronbeek. Het tehuisgebouw werd verwarmd door hete lucht. Deze circuleerde vanaf de vuurbronnen door kanalen onder de vloeren, dubbelwandige muren, luchtkanalen langs de plafonds en muuroosters door het gebouw naar buiten. Dubbelwandige muren waren destijds nog lang niet gebruikelijk.
5.
Museum Bronbeek Velperweg 147 6824 MB Arnhem t (026) 3763555 f (026) 3763590 www.bronbeek.nl
De smaak van de negentiende eeuw De architectuur van tehuisgebouw en commandantswoning op het landgoed Bronbeek - 2010
Luchtkanaal langs het plafond in manschappeneetzaal. Litho (Gedenkboek KMI, 1881).
Ventilatierooster in voorgevel. Foto 2010.
Ook op Bronbeek bleek het geavanceerde systeem onvoldoende te werken: ‘s winters was het binnenshuis vaak zo koud, dat de bewoners van narigheid in hun bed kropen. Pas in 1897 werd een nieuw centraal verwarmingssysteem op basis van warmwatercirculatie aangelegd; het daarvoor benodigde ketelhuis met hoge schoorsteen verrees op de fundamenten van de oude stallen, pal voor het tehuisgebouw. Sanitair en watervoorziening In het tehuis waren wc’s met spoeling, stortbaden, en kranen met stromend koud en warm water. Het water kwam uit een reservoir op zolder; het werd daarin het met stoomkracht uit een welput omhoog gepompt. Dit alles was in die tijd een grote luxe voor ‘gewone mensen’, zoals soldaten.
Badkamer met stortbaden. Litho (Gedenkboek KMI, 1881).
Interieur keuken. Prentkaart circa 1900.
Entree In de negentiende eeuw was een grootse, monumentale entree gebruikelijk. Rose ontwierp, heel modern voor die tijd, een sobere entree. Hij wilde toch wel een monumentaal effect bereiken en deed dit door het gebouw iets verhoogd op een natuurstenen plint te plaatsen. Het hoogteverschil ving hij op met een traptrede binnenshuis in beide zijvleugels, en met een paar treden voor de middenpartij buiten het gebouw. Keuken Op de ontwerptekening van Rose is geen keuken te vinden. Waarom was er een afzonderlijk keukengebouw buiten het hoofdgebouw? Wel, het was de bedoeling dat de al aanwezige boerderij verbouwd zou worden tot keuken. Daarom ontwierp Rose geen keuken in het tehuisgebouw. Dit plan ging echter toch niet door en er kwam alsnog een keukenpaviljoen. Het werd door een gang met het tehuis werd verbonden. Wat bij deze keuze mee heeft kunnen spelen is dat onder de keuken een hoge voorraadkelder gewenst was; een diepe onderkeldering van het gehele tehuisgebouw zou onnodig en duur zijn geweest. Bij bouw van een nieuwe vleugel aan de noordzijde in 1986 is de gang naar de keuken in deze nieuwe vleugel opgenomen. Vanaf de buitenkant van het gebouw ziet u aan de kleurverschillen dat het keukenpaviljoen oorspronkelijk een vrijstaand gebouw is geweest.
6.
Museum Bronbeek Velperweg 147 6824 MB Arnhem t (026) 3763555 f (026) 3763590 www.bronbeek.nl
De smaak van de negentiende eeuw De architectuur van tehuisgebouw en commandantswoning op het landgoed Bronbeek - 2010
Interieur tehuisgebouw Indeling Rose ontwierp voor Bronbeek een 110 meter lang gebouw van het ‘corridortype’ (corridor = gang). Zijn Coolsingelziekenhuis was het eerste van dit soort. Voordien bouwde men ziekenhuizen en tehuizen in ‘hofbouw’: zalen rondom binnenplaatsen, waarop de meeste ramen uitzagen. In het nieuwe corridortype lagen alle zalen op een rij aan één brede gang. Dit type was in 1860 ook al weer verouderd, maar toch gebruikte Rose het voor Bronbeek omdat het heel goed paste bij het soort instelling dat Bronbeek was. Het was handig en praktisch. Ten eerste leverde het compacte corridorgebouw kostenbesparing op funderingen op. Ook was het ruimtegebruik in deze plattegrond optimaal. Ten derde komt veel licht het gebouw binnen, doordat de zalen met hun grote ramen aan de zuidgevel liggen. Het was de wens van Rose om veel licht in het tehuis binnen te laten; het hele gebouw telt 86 vensters.
Tehuisgebouw Bronbeek, plattegrond begane grond volgens Rose.
Coolsingelziekenhuis, plattegrond begane grond, uitgevoerd ontwerp.
Gang begane grond. Foto P. Oosterhuis, ca 1870 (Koninklijk Huis Archief)
7.
Gang begane grond. Aquarel Schneeweiss, 1864.
Museum Bronbeek Velperweg 147 6824 MB Arnhem t (026) 3763555 f (026) 3763590 www.bronbeek.nl
De smaak van de negentiende eeuw De architectuur van tehuisgebouw en commandantswoning op het landgoed Bronbeek - 2010
Gangen De gangen liepen over de volle lengte van het gebouw. Zoals op de foto op voorgaande pagina is te zien was de vloer van de gang op de begane grond aanvankelijk beklinkerd. Dat was ook het geval in de kleine gebruiksruimtes als keuken, wc’s en badkamers. In de grote zalen en de bovengang lagen houten vloeren. De gangen waren vanaf het begin in gebruik voor het tentoonstellen van voorwerpen uit de koloniën. In de benedengang was de zogenaamde ‘Tropheeëngalerij’ met veel wapens, boven was het ‘Museum’ met vooral volkenkundige voorwerpen en opgezette dieren.
‘Tropheeëngalerij’ begane grond. Litho (Gedenkboek KMI, 1881).
Hal begane grond. Prentkaart, circa 1900 (Gelders Archief).
Hal Vooral in de hal valt de grote hoogte van de binnenruimte op. De plafonds in de andere ruimtes zijn sinds 1997 om praktische redenen verlaagd, maar de hal heeft nog de oorspronkelijke hoogte. De beide gietijzeren kolommen waren aanvankelijk beschilderd met een marmerimitatie. Let op hun versierde voeten en kapitelen. Galerijen Tegen de achtergevel liggen twee galerijen, de Djagaragabaan en de Waterloobaan. Oorspronkelijk waren zij open. Bewoners konden er in de buitenlucht boogschieten resp. kegelen. Op de muren staan de namen van KNIL-officieren die de succesvolle 3e strafexpeditie op Bali (1849) leidden en van veldheren in de Slag bij Waterloo (1815). In de begintijd waren de namen op de muren aangebracht in zinken letters. De gietijzeren constructies zijn later gesloopt, maar in 1997 gereconstrueerd en daarbij voorzien van glas. De galerijen bieden nu plaats aan de bronzen monsterkanonnen uit Atjeh, die tot dan toe midden in de gangen lagen.
Waterloobaan als kegelbaan. Foto P. Oosterhuis, ca 1870 (Koninklijk Huis Archief)
Waterloobaan met kanonnen. Foto 2005.
Trappen De gietijzeren trappen in de hal zijn oorspronkelijk, de houten bescherming op de treden is van recente datum. Let op de prachtig versierde leuningen. De trappalen en leuningen zijn in 1881 belegd met geel koper ter gelegenheid van een bezoek van koning Willem III. Op de eikelvormige knoppen vindt u een inscriptie, die door jarenlang nijver koperpoetsen vrijwel onleesbaar is
8.
Museum Bronbeek Velperweg 147 6824 MB Arnhem t (026) 3763555 f (026) 3763590 www.bronbeek.nl
De smaak van de negentiende eeuw De architectuur van tehuisgebouw en commandantswoning op het landgoed Bronbeek - 2010
geworden: 12 augustus 1881, de datum van het koninklijk bezoek. De ijzeren trap naar de eerste verdieping (niet toegankelijk) heeft nog de oorspronkelijke trappaal.
Trap, eerste verdieping. Foto 2010
Trap, begane grond. Litho (Gedenkboek KMI, 1881).
Slaap- en museumzalen Het interieur van het tehuis is diverse malen verbouwd en gerenoveerd. Daarbij zijn ruimtes gesplitst of samengevoegd en van functie veranderd. Het dalende bewoneraantal maakte verbeteringen in het wooncomfort mogelijk. Zo werd er tussen 1959 en1963 verbouwd. Op de eerste verdieping werden de zes manschappenslaapzalen met elk twaalf bedden opgedeeld. Aan de raamzijde kwamen een- en tweepersoons kamers. De resterende ruimtes aan de gangzijde werd ingericht als tentoonstellingsruimte. Bij renovaties tussen 1983 en 1987 verdwenen deze kamertjes weer. In de plaats daarvan werden in de beide hoekpaviljoens eenpersoonswooneenheden gebouwd. De oude slaapzalen kwamen toen in hun geheel ter beschikking als museumzalen. In 1995-1998 en 2009-2010 zijn de museumzalen opnieuw gemoderniseerd en heringericht.
Slaapzaal voor de manschappen Litho (Gedenkboek KMI, 1881).
Gang eerste verdieping met deuren naar de slaapzalen. Prentkaart, voor 1945.
Zolder De zolder beslaat de hele oppervlakte van het tehuisgebouw. U kunt zich misschien wel voorstellen dat de zolder dus enorm groot is. In het begin werd hij als opslagplaats voor visnetten gebruikt. Later werden er museale objecten bewaard. Klimatologisch is dat niet goed voor de objecten: het is er vaak te warm en te vochtig en ook schommelt de temperatuur erg. Het was er op den duur ook te klein. Alle objecten staan nu in het ondergronds depot achter de boerderij, dat in 2005 in gebruik is genomen. Op zolder staat nu de klimaatinstallatie van de vaste expositie.
9.
Museum Bronbeek Velperweg 147 6824 MB Arnhem t (026) 3763555 f (026) 3763590 www.bronbeek.nl
De smaak van de negentiende eeuw De architectuur van tehuisgebouw en commandantswoning op het landgoed Bronbeek - 2010
Zolder. Aquarel Schneeweiss, 1864
Zolder. Foto 2010
Rijksmonument Het tehuisgebouw van Bronbeek is sinds 1985 een rijksmonument. Bij de renovatie van 1995-1998 is het van buiten teruggebracht in de staat van 1889. Het monument is als het Nederlandse “Palais des Invalides” een belangrijk voorbeeld van negentiende-eeuwse architectuur. Ontwerp en indeling geven weer hoe men toen over de huisvesting van invaliden en bejaarden dacht. Nog steeds functioneert het gebouw voor het doel waarvoor zij is ontworpen en gebouwd. Het militair tehuis Bronbeek is een van de weinige gebouwen die zijn overgebleven van het oeuvre van de belangrijke architect Willem Nicolaas Rose.
Geraadpleegde literatuur -
-
10 .
E.M. Berens. E.M., W. N. Rose 1801-1877 / Stedenbouw, civiel techniek en architectuur (NAi Uitgevers, 2001) C.J. van der Peet & G. Steenmeyer, 'De Rijksbouwmeesters. Twee eeuwen architectuur van de Rijksgebouwendienst' (Rotterdam 1995) Bevaart, W., Bronbeek, tempo doeloe der liefdadigheid (Den Haag, 2e druk 2005) Rijksgebouwendienst Bureau Rijksbouwmeester [D.B.M. Hermans, en J. Kamphuis], Bouwhistorische documentatie en waardebepaling Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen “Bronbeek” (Den Haag, 1991) Museum Bronbeek Velperweg 147 6824 MB Arnhem t (026) 3763555 f (026) 3763590 www.bronbeek.nl