De schoonmaak Sectorbeschrijving
12 juli 2013
Inhoudsopgave
Samenvatting
2
Inleiding
4
1. 1.1. 1.2.
Werkgelegenheid en vacatures Werkgelegenheid in vogelvlucht Vacatures in de schoonmaak
6 6 9
2. 2.1. 2.2.
Trends Economische trends Arbeidsmarkttrends
12 12 16
3. 3.1. 3.2.
Tekorten en overschotten Huidige situatie Toekomst tot 2016
22 22 23
4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
Kansen Instroomprofiel schoonmaak Kansen voor schoolverlaters Kansen voor NWW’ers Uitstroomprofiel De regio centraal
26 26 27 30 33 34
5.
Conclusie
38
Literatuurlijst
40
Bijlage I: Sociale organisatie in de schoonmaak
42
Colofon
46
De schoonmaak
1
Samenvatting
Interieurschoonmaak grootste segment In de schoonmaaksector zijn drie groepen bedrijven te onderscheiden: bedrijven die het interieur van bijvoorbeeld kantoren of ziekenhuizen schoonmaken, glazenwasserbedrijven en gespecialiseerde schoonmaakbedrijven (bijvoorbeeld schoonmaak na een brand of calamiteit of schoonmaak van treinen en bussen). In de sector ging in 2011 ruim 4 miljard euro om. Daarvan is 85 procent uitbesteed aan professionele schoonmaakbedrijven. Er waren dat jaar ruim 11.000 aanbieders, met bijna 120.000 medewerkers. De schoonmaaksector is kleinschalig. Vooral glazenwassers zijn vaak als zelfstandige werkzaam. Met 71 procent van de omzet is de interieurschoonmaak veruit het grootste, gevolgd door glasbewassing (10 procent).
Werkgelegenheid licht gekrompen, aantal aanbieders sterk gegroeid Vanaf 2010 is een lichte stagnatie in de werkgelegenheid te zien: het aantal arbeidsjaren blijft min of meer stabiel. UWV verwacht voor de komende jaren een lichte groei, tot 88.000 arbeidsjaren in 2017. In weerwil van de crisis is het totaal aantal schoonmaakbedrijven de afgelopen twee jaar met 11 procent toegenomen. Met name het aantal zelfstandigen zonder personeel is de afgelopen drie jaar stevig gegroeid van ruim 6.000 in 2010 tot ruim 7.000 in 2012.
Deeltijdfactor hoog In de sector Schoonmaak hebben werknemers gemiddeld 1,2 banen. Gecombineerd met de deeltijdfactor (0,5) leidt dit ertoe dat een gemiddelde dienstbetrekking 23 uur per week bedraagt.
Aantal vacatures gedaald, maar na 2013 neemt het sterk toe Het aantal vacatures in de schoonmaak is gedaald van 23.000 in 2010 tot ruim 17.000 in 2012. UWV verwacht na 2013 een stijging. Het aantal vacatures zal in 2015-2018 gemiddeld 27.000 per jaar bedragen.
Marktverbreding zet de toon De autonome omzetgroei in de schoonmaaksector is de afgelopen jaren beperkt geweest. Om de slechte marktomstandigheden het hoofd te bieden, verbreden schoonmaakbedrijven hun aanbod, vaak in samenwerking met andere facilitaire bedrijven, zoals cateraars en beveiligers. Ook verbreedt de branche, door overnames en samenwerkingsverbanden, haar werkterrein naar de zorg. Daar liggen groeimogelijkheden.
Kwaliteit hoog in vaandel Er lopen in de sector tal van initiatieven om de kwaliteit en betrouwbaarheid van de dienstverlening te verhogen en de kwaliteit van het personeel te borgen. Voorbeelden zijn de Code Verantwoordelijk Marktgedrag, het keurmerk van brancheorganisatie OSB, het Glazenwassersregister en de verplichtstelling van de Basiscursus Schoonmaak. De Code Verantwoordelijk Marktgedrag heeft als doel de marktverhoudingen in de branche te verbeteren. In de code is vastgelegd dat alle partijen die bij een aanbesteding betrokken zijn, niet alleen naar de prijs kijken, maar ook juist naar kwaliteit van de uitvoering en arbeidsomstandigheden. De code en andere kwalitatieve lidmaatschapseisen zijn vastgelegd in het OSB-Keurmerk. Leden die zich niet aan de afspraken houden, worden door OSB op hun gedrag aangesproken en in sommige gevallen geroyeerd. Het OSB-Keurmerk is op 1 januari 2013 van kracht geworden.
Hogere eisen aan personeel Opdrachtgevers stellen hogere eisen aan de kwaliteit van het schoonmaakwerk en daarmee aan het personeel. Vaker wordt overdag schoongemaakt en dat vergt van het personeel meer communicatieve vaardigheden. Dagschoonmaak biedt wel betere mogelijkheden om werk en zorgtaken te combineren. Tevens is er in de schoonmaaksector sprake van diversificatie: het aanbieden van een facilitair totaalconcept en het bundelen van facilitaire diensten, zoals catering en beveiliging. Er ontstaan ook nieuwe functies, zoals hospitality comfort-medewerker in zorginstellingen. Deze verleent schoonmaakdiensten, maar begeleidt ook patiënten bij het aankleden, eten en drinken. In kantoren wordt schoonmaak bijvoorbeeld gecombineerd met planten verzorgen, kleine serviceverzoeken opvolgen, klein reparatiewerk verrichten en koffieautomaten en printers bijvullen en onderhouden.
De schoonmaak
2
Meer aandacht voor opleiden Sociale partners zijn in de schoonmaak-cao overeengekomen ernaar te streven dat iedereen in de schoonmaak binnen één jaar na indiensttreding de Basis(vak)opleiding Schoonmaak heeft gevolgd en over voldoende taalvaardigheid beschikt. Er worden ook taalcursussen gegeven. Inmiddels hebben meer dan 10.000 schoonmakers het diploma van de basisvakopleiding gehaald. Een andere ontwikkeling betreft het beroepsgerichte opleidingsstelsel voor de sector Schoonmaak. In opdracht van de branche heeft Kenniscentrum Savantis kwalificaties uitgewerkt op alle vier mbo-niveaus. Hoewel nog beperkt nemen aan de opleidingen, die door diverse ROC’s worden aangeboden, steeds meer leerlingen deel.
Toenemende vergrijzing zorgt voor meer vraag De toenemende vergrijzing van werknemers in de sector zorgt voor een groeiende vervangingsvraag op de middellange termijn. Door vergrijzing van de samenleving groeit de zorgsector en daarmee de omvang van schoonmaakwerkzaamheden in deze sector. Voorzien wordt dat de vraag naar gekwalificeerd personeel op middellange termijn sterk toeneemt. Vooral voor de specialistische schoonmaakberoepen zal een groot tekort ontstaan.
Omvangrijke instroom van niet-uitkeringsgerechtigden en ouderen Relatief veel niet-uitkeringsgerechtigden die bij UWV staan ingeschreven, komen in de schoonmaak aan de slag, meer dan in andere sectoren. Voor de populatie niet-werkende werkzoekenden is de schoonmaak een kansrijke instroomsector.
Regionale vergelijking: schoonmaak in acht regio’s (heel) belangrijk Op basis van gegevens van het CBS is een vergelijking van arbeidsmarktontwikkelingen gemaakt tussen 35 arbeidsmarktregio’s. In acht regio’s is de schoonmaak (heel) belangrijk voor de werkgelegenheid: Midden-Gelderland, Midden-Utrecht, Groot-Amsterdam, Rijnmond, Twente, West-Brabant, Noord-OostBrabant, Zuid-Oost-Brabant
Veel initiatieven voor zwakke groepen Veel ouderen stromen in in een baan in de schoonmaak. De sector biedt meer dan gemiddeld werkgelegenheidsperspectief voor 55-plussers. Ook komen er relatief veel niet-werkende werkzoekenden aan de slag. Meer dan andere sectoren biedt de schoonmaak werkgelegenheidsperspectief voor deze groep. Ook valt op dat de sector Schoonmaak netto gezien vooral mensen aantrekt die voorheen een uitzendbaan hadden. De sector biedt dus perspectief op een opstap na de uitzendbaan. De sector kent tal van projecten en initiatieven die ten doel hebben om zwakke groepen, arbeidsgehandicapten of werkloos werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt aan de slag te krijgen. De sector laat daarmee zien dat maatschappelijk ondernemen in de schoonmaak goed mogelijk is.
De schoonmaak
3
Inleiding
In tijden van crisis is het van belang om te weten waar zich werkgelegenheidsmogelijkheden aandienen. In vrijwel elke sector van de economie – of het nu om een krimp- of groeisector gaat – doen zich tegelijkertijd overschotten en tekorten voor, in verschillende beroepen of regio’s. Kennis over die te verwachten tekorten en overschotten kan voorkomen dat vacatures onnodig lang openstaan of dat mensen onnodig werkloos worden of blijven. UWV maakt samen met werkgevers-, werknemersorganisaties en arbeidsmarktdeskundigen beschrijvingen van meer dan twintig sectoren. Dit project wordt begeleid door een landelijke klankbordgroep, waarin – naast UWV – landelijke werkgevers- en werknemersorganisaties, VNG en de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) zitting hebben. Deze sectorbeschrijvingen bieden een actueel beeld van de overschotten en tekorten en van kansen en mogelijkheden voor (bijvoorbeeld) doelgroepen. Ook geven de sectorbeschrijvingen inzicht in trends op de arbeidsmarkt, in de samenstelling en (toekomstige) ontwikkeling van de werkgelegenheid en van het aantal vacatures. De sectorbeschrijvingen bieden daarnaast een beeld van de samenstelling en ontwikkeling van het arbeidsaanbod. Alle beschrijvingen worden gepubliceerd op www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie en zijn bedoeld voor arbeidsmarktprofessionals van gemeenten, brancheorganisaties, bonden, opleidingsinstellingen, (grote) werkgevers, uitzendbureaus et cetera. In deze sectorbeschrijving ligt de focus op de arbeidsmarktontwikkelingen in de sector Schoonmaak. De definitie van schoonmaak luidt: alle activiteiten, diensten en middelen die zijn gericht op het reinigen en in schone staat houden van het onroerend goed en de inventaris van een organisatie. Deze sectorbeschrijving is gebaseerd op rapporten en informatie van het kennis- en vakcentrum (Savantis), de Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB), de Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak en Glazenwassersbranche (RAS), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), banken (Rabobank en ING bijvoorbeeld) en UWV. In hoofdstuk 1 wordt een beeld geschetst van de actuele werkgelegenheid, de werkgelegenheidsprognose en de ontwikkeling van het aantal vacatures. In hoofdstuk 2 zijn markante trends in de sector Schoonmaak beschreven. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van (toekomstige) overschotten en tekorten. Hoofdstuk 4 beschrijft de kansen en mogelijkheden die de schoonmaaksector aan doelgroepen biedt en de uitstroomperspectieven voor (potentieel) boventallig personeel. Bijlage 1 geeft een beeld van de sociaaleconomische organisatie van de sector Schoonmaak (cao’s, kennisorganisaties, O&O-fonds, links naar interessante sociaaleconomische informatie en arbeidsmarktinformatie).
De schoonmaak
4
De schoonmaak
5
1.
Werkgelegenheid en vacatures
1.1.
Werkgelegenheid in vogelvlucht
1.1.1.
Introductie
De schoonmaakbranche is een betrekkelijk jonge bedrijfstak. Toch is zij uitgegroeid tot een van de grootste werkgevers in Nederland. Een schone woon- en werkomgeving heeft grote invloed op ons dagelijks leven. Dankzij de professionele schoonmaak is het bijvoorbeeld prettig werken in een schoon kantoor. In de schoonmaak zijn drie groepen te onderscheiden: Bedrijven, die het interieur van objecten als kantoren, scholen en ziekenhuizen schoonmaken (6.740 bedrijven in 2012); Glazenwasserbedrijven, die zich voornamelijk bezighouden met glasbewassing en de uiterlijke verzorging van gebouwen (3.270 bedrijven in 2012); Gespecialiseerde schoonmaakbedrijven, die zich bezighouden met industriële reiniging (vooral in de voedingsmiddelenindustrie), gevelreiniging, schoonmaakwerkzaamheden na brand en waterschade, en het schoonmaken van vervoersmiddelen zoals bussen, treinen, vliegtuigen (1.010 bedrijven in 2012). Veel schoonmaakbedrijven vallen onder holdings, die ook andere facilitaire taken doen, zoals catering, beveiliging, groenvoorziening en ongediertebestrijding. De meerderheid van de bedrijven is gevestigd in de Randstad (Utrecht, Amsterdam e.o., Den Haag e.o. en regio Rijnmond). In de sector ging in 2011 ruim 4 miljard euro om. Daarvan is 85 procent uitbesteed aan schoonmaakbedrijven. Er waren dat jaar ruim 11.000 aanbieders met ruim 119.000 werknemers (tabel 1). De schoonmaaksector is kleinschalig. Vooral glazenwassers zijn vaak als zelfstandige zonder personeel (zzp'er) werkzaam.
Tabel 1: Kerngegevens schoonmaak (2011) Marktomvang Waarvan uitbesteed
Aantal aanbieders Aantal werknemers
€4.188 mln. €3.560 mln. = 85%
11.040 119.200
Marktgroei 2009-2011
4,5%
Marktgroei uitbesteed werk
5,8%
Bron: De Nederlandse Facility Management Markt 2012, p. 151, UWV
Figuur 1 toont de verdeling van de schoonmaakmarkt over de verschillende typen activiteiten. Met 71 procent van de omzet is de interieurschoonmaak veruit het grootste, gevolgd door bedrijven die gespecialiseerd zijn in schoonmaakactiviteiten als gevelreiniging, brand- en roetreiniging, reiniging van vervoersmiddelen en industriële reiniging ( samen goed voor 19 procent). Glazenwassers maken 10% van de omzet uit. De afgelopen jaren is vooral het aandeel schoonmaak in de zorg toegenomen. Veel zorginstellingen besteden schoonmaakwerkzaamheden uit of sluiten een strategische alliantie met een schoonmaakbedrijf.
De schoonmaak
6
Figuur 1: Marktomvang schoonmaaksector naar type activiteit (aandeel van de omzet)
Bron: SW in de schoonmaak (juli 2007), p. 19
1.1.2.
Ontwikkeling werkgelegenheid
Tabel 2 toont de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector Schoonmaak. Het aantal banen van werknemers is vanaf 2000 gegroeid met 14.000. De sterkste groei deed zich voor in de periode 20052010. Daarna was sprake van stagnatie of zelfs een lichte terugval. UWV verwacht vanaf 2014 weer een lichte groei van het aantal banen van werknemers. De groei van het aantal banen van zelfstandigen is met 50 procent veel groter dan de groei van dat van werknemers (+11 procent). De deeltijdfactor in de sector Schoonmaak is hoog. Het aantal banen per arbeidsjaar bedraagt voor werknemers 2 en voor zelfstandigen 1,5. Voor werknemers is deze factor door de jaren heen stabiel. Zelfstandigen combineren meer dan voorheen kleine deeltijdbanen, zo blijkt uit de groei van deze factor van 1 in 2000 tot 1,43 in 2013.
Tabel 2: Ontwikkeling van de werkgelegenheid sector Schoonmaak 2000-2017 (x 1.000) Variabele
2000
2005
2010
2012
2013
2014
2018
Mutatie 2000-2018 in %
Arbeidsvolume
81
82
86
86
86
86
88
9%
werknemers
67
68
72
72
72
72
73
9%
zelfstandigen
14
14
14
14
14
14
15
7%
Banen van werknemers
131
135
144
144
143
143
145
11%
Banen van zelfstandigen
14
14
19
20
20
21
21
50%
1.96
2.00
1.99
1.99
1.99
1.99
1.99
2%
1
1
1.36
1.43
1.43
1.5
1.5
50%
Banen
Banen per arbeidsjaar Banen per arbeidsjaar werknemers Banen per arbeidsjaar zelfstandigen Bron: UWV
De schoonmaak
7
1.1.3.
Samenstelling van de werkgelegenheid
Persoonskenmerken Twee derde van de werknemers in de schoonmaak is vrouw (tabel 3). Naar leeftijd vormt de groep 3544-jarigen het grootste contingent (30 procent). Slechts 13 procent is ouder dan 55 jaar. In de sector 1 werken bijna even veel autochtonen als allochtonen. Wel groeit het aantal niet-westerse allochtonen .
Tabel 3: Samenstelling personeelsbestand schoonmaak (2009) Persoonskenmerken
Percentage
Geslacht M
32%
V
68%
15-24
16%
25-34
16%
35-44
30%
45-54
24%
55-64
13%
Autochtoon
54%
Allochtoon
46%
Basisonderwijs, vmbo
66%
havo, vwo, mbo
28%
hbo, wo
3%
Onbekend
2%
0-11 uur
27
12-23 uur
30
>24 uur
43
Leeftijd
Herkomst
Opleidingsniveau
Omvang arbeidscontract
Bron: IVA, 2009
De sector kenmerkt zich door veel kleine banen. Volgens het IVA was de omvang van 27 procent van de arbeidscontracten minder dan 11 uur en van 30 procent tussen 12 en 23 uur (tabel 3). Tabel 4 bevestigt dit beeld. In de sector hebben werknemers gemiddeld 1,2 banen. Gecombineerd met de deeltijdfactor van 0,5 leidt dit ertoe dat de omvang van een dienstbetrekking (ervan uitgaande dat een werknemer één werkgever heeft) gemiddeld 23 uur is, ofwel 4,5 uur per dag.
Tabel 4: Kenmerken van banen in de schoonmaak (2013) 1.
Stapelfactor
2.
Deeltijdfactor (arbeidsvolume:banen)
Omvang dienstbetrekking 2x1
1,2 banen per persoon 0,5 23 uur per week 4,5 uur per dag
Bron: UWV
Werkgelegenheid naar grootteklasse Er zijn veel kleine bedrijven in de sector Schoonmaak. Liefst 64 procent heeft geen personeel. Dat is in de glazenwassersbranche vaker het geval dan in de andere schoonmaakbranches. Vooral het aantal zelfstandigen zonder personeel is de afgelopen jaren gegroeid (+13 procent). In weerwil van de crisis is het totaal aantal schoonmaakbedrijven de afgelopen twee jaar met 11 procent toegenomen (tabel 5).
1 Bron: KLB (2011), Onderzoek arbeidsmarkt schoonmaak, p.31
De schoonmaak
8
Tabel 5: Aantal schoonmaakbedrijven naar grootteklasse Grootteklasse
2010
2011
2012
Mutatie 2010-2012 in %
1 werkzaam persoon
6.245
6.345
7.060
13%
2-10 werkzame personen
2.270
3.010
3.050
10%
800
835
825
3%
70
70
85
21%
9.885
10.260
11.020
11%
10-100 werkzame personen
>100 werkzame personen Totaal Bron: CBS (2013), Arbeidsrekeningen
Werkgelegenheid naar branche Uitgaande van 143.000 banen en een deeltijdfactor van 1,2 werken er in de sector Schoonmaak ruim 119.000 werknemers. De branche interieurverzorging biedt de meeste werkgelegenheid. Ervan uitgaande dat de verdeling van de werkgelegenheid over de branches in de schoonmaak de afgelopen jaren constant is gebleven (wat gelet op de economische en technologische ontwikkelingen wellicht niet het geval is) werken er ruim 100.000 mensen in de interieurverzorging (tabel 6). Dat is 85 procent van het totaal aantal werkzame personen in de sector. Daarna volgt de glasbewassing (4.500) en industriële reiniging (2.100).
Tabel 6: Werkzame personen in de schoonmaak naar branche (2012) Branche
Werkzame personen
Interieurverzorging
101.300
Glasbewassing
4.500
Industriële reiniging
2.100
Brand- en roetreiniging
1.500
Gevelreiniging
1.200
Reiniging vervoersmiddelen
1.800
Overig
6.800
Totaal (2012)
119.200
Bron: CBS, UWV
1.2.
Vacatures in de schoonmaak
1.2.1.
Kwantitatief beeld
Huidige situatie De werkgelegenheid in de sector Schoonmaak is de afgelopen jaren relatief op peil gebleven, maar het aantal ontstane vacatures is (veel) kleiner geworden (tabel 7).
Tabel 7: Ontstane vacatures schoonmaak naar branche, 2010-2012 2010
2011
2012
Mutatie 2010-2012 in %
Schoonmaak totaal
23.098
21.769
17.150
-25,8%
w.v. interieurverzorging gebouwen
17.981
15.966
12.400
-31,0%
w.v. gespecialiseerde reiniging gebouwen
3.559
4.169
3.772
+6,0%
w.v. industriële reiniging
335
489
331
-1,1%
overig
1.223
1.145
648
-47,0%
Bron: UWV
Bedroeg dit aantal in 2011 nog bijna 22.000, in 2012 was het gedaald tot iets meer dan 17.000. De afname over 2 jaar (2010-2012) bedroeg bijna 26 procent. Vooral in de branche interieurverzorging gebouwen is de daling stevig (-31 procent). Daarentegen is het aantal ontstane vacatures in de branche ‘gespecialiseerde reiniging gebouwen’ met 6 procent gestegen.
De schoonmaak
9
Naar beroepsgroep zijn de meeste ontstane vacatures van elementair niveau, bijna 12.000 in 2012. De daling van het aantal vacatures doet zich juist ook op dit niveau voor (tabel 8).
Tabel 8: Ontstane vacatures schoonmaak naar beroepsniveau, 2010-2012 2010
2011
2012
Mutatie 2010-2012 in %
Beroepsniveau Elementair
16.864
15.203
11.789
-30,0%
Lager
3.084
3.524
2.727
-11,6%
Middelbaar
2.037
2.182
1.748
-14,2%
Hoger
946
727
738
-22,0%
Wetenschappelijk
167
133
149
-10,8%
23.098
21.769
17.150
-25,8%
15.583
13.811
10.718
-31,2%
Totaal
Waarvan glazenwassers en interieurverzorgers
Bron: UWV
Verwachte ontwikkeling UWV verwacht de komende jaren een behoorlijke stijging van het aantal vacatures in de schoonmaaksector (tabel 9). Bedraagt het aantal ontstane vacatures in 2013 nog 18.000, in 2014 groeit dat tot 23.000 en in de periode 2015-2018 tot gemiddeld 27.000. In deze periode stijgt ook het aandeel van de schoonmaak in de totale vacaturemarkt tot 3,2 procent.
Tabel 9: Vacatures schoonmaak (ontstane vacatures x 1.000) Variabele
Ontstane vacatures Aandeel schoonmaak in totaal
2013
2014
18
23
2,8%
3,1%
2015-18
Mutatie 2013-2018
(gemiddeld p.j.)
in %
27
50%
3,2%
14%
aantal vacatures Bron: UWV
De schoonmaak
10
De schoonmaak
11
2.
Trends
2.1.
Economische trends
2.1.1.
Algemeen beeld
De omzet van de schoonmaakbedrijven nam in het eerste kwartaal van 2013 toe met 1,8 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder (figuur 2). De totale zakelijke dienstverlening liet in het eerste kwartaal van 2013 juist een krimp zien (-0,6 procent) vergeleken met een jaar eerder. Dit is het vierde kwartaal op rij dat de omzet van de schoonmaakbedrijven is toegenomen. Toch ervoer bijna de helft van de ondernemers in de schoonmaakbranche een verslechtering van het economisch klimaat in het eerste kwartaal van 2013. Over heel 2012 heeft de schoonmaaksector 1,1 procent meer omgezet. In vergelijking met andere zakelijke dienstverleners doen de schoonmakers het daarmee beter.
Figuur 2: Omzetontwikkeling schoonmaak en zakelijke dienstverlening ten opzichte van het jaar ervoor
Bron: CBS
In het vierde kwartaal van 2012 lagen de prijzen van de schoonmaakbedrijven 2,2 procent hoger dan in dezelfde periode een jaar eerder (figuur 3). De prijstoename was even groot als een kwartaal eerder. Voor heel 2012 bedroeg de prijsstijging 2,1 procent, voor 2011 was dit 1,8 procent.
Figuur 3: Prijsontwikkeling schoonmaak ten opzichte van dezelfde periode het jaar ervoor
Bron: CBS
Deze positieve omzetontwikkeling is mogelijk het gevolg van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag, die ondernemersorganisatie OSB samen met bonden, opdrachtgevers en overheid in 2011 overeenkwam. Wel worden de positieve effecten van de code afgeremd door bezuinigingen bij (onder andere) de overheid. Hierdoor blijven de prijzen bij met name grote aanbestedingen onder druk staan. Ook is de overheid van plan meer schoonmaakwerkzaamheden zelf uit te voeren.
De schoonmaak
12
Een commissie met vertegenwoordigers van werkgeversorganisatie OSB, NS, Schiphol, VMS, FMN, vakorganisaties FNV en CNV, ROC De Friesche Poort, Erasmus MC en de Rijksoverheid brengt in 2011 de Code Verantwoordelijk Marktgedrag tot stand, een gedragscode voor de schoonmaakbranche. De code heeft als doel de marktverhoudingen in de branche te verbeteren. In de code is vastgelegd dat alle partijen die bij een aanbesteding zijn betrokken, niet alleen naar de prijs kijken, maar juist ook de kwaliteit van de uitvoering van schoonmaakwerk en de arbeidsomstandigheden meewegen. Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen staan in de code centraal. Verantwoord uitbesteden en werk aannemen hoort daarbij. OSB en haar leden nemen de code zeer serieus. De Commissie Code Verantwoordelijk Marktgedrag ziet er streng op toe dat de afspraken uit de code worden nageleefd. De code en andere kwalitatieve lidmaatschapseisen zijn vastgelegd in het OSB-Keurmerk, een label dat alle partijen gegarandeerde kwaliteit biedt. Leden die zich niet houden aan de afspraken worden door OSB aangesproken op hun gedrag en bij herhaling worden zij geroyeerd.
De schoonmaakbranche houdt zich in deze economische crisis behoorlijk staande. Van 2005 tot 2011 is 2 de omzet met 26 procent gegroeid (tabel 10). Daarbij is het aandeel ‘uitbesteed’ ook nog met zo'n 9 procent gestegen en de omzet per medewerker met liefst 15 procent. Dit duidt ook op een toename van de werkdruk. Wat ten slotte opvalt, is dat het aantal schoonmaakbedrijven tussen 2005 en 2011 met maar liefst 65 procent is gegroeid. Het marktaandeel van de top 3 is gedaald van 29 naar 24 procent. Deze top 3 wordt gevormd door: ISS Cleaning services; CSU Cleaning services; Hago Nederland (Vebego).
2 Percentage bedrijven dat de schoonmaakactiviteiten uitbesteedt.
De schoonmaak
13
Tabel 10: Economische kerngegevens schoonmaak, 2005-2011 Variabele
2005
2007
2009
2011
Mutatie 2005-2011 in %
Marktomvang (in mln. euro)
3.598
3.984
4.006
4.188
+16%
w.v. uitbesteed
2.824
3.237
3.365
3.560
+26%
Uitbestedingspercentage
78%
82%
84%
85%
+9%
18.901
20.718
19.412
21.690
+15%
6.685
6.795
7.095
11.040
+65%
29%
23%
24%
24%
Omzet per medewerker (in €)
Aantal aanbieders Marktaandeel top 3
Bron: De Nederlandse Facility Management Markt 2012, p. 151
Voor 2013 zijn de verwachtingen van schoonmaakbedrijven per saldo negatief. Ruim 30 procent verwacht dat de omzet zal krimpen terwijl 16 procent van de schoonmaakbedrijven groei verwachten. De verwachtingen verschillen wel per regio. Schoonmaakbedrijven in Noord- en Zuid-Nederland verwachten per saldo groei, schoonmaakbedrijven in West- en Oost-Nederland juist een stevige krimp (tabel 11). Deze ontwikkeling deed zich ook in 2012 voor. Vorig jaar groeide de omzet in de schoonmaak in NoordNederland met ruim 4 procent, terwijl deze in West-Nederland met zo’n 20 procent daalde.
Tabel 11: Percentage bedrijven dat verwacht dat in 2013 de omzet zal toenemen, gelijk blijven of afnemen naar regio (in %) Regio
Nederland
Noord-Nederland
Toenemen
Gelijk blijven
Afnemen
15,8%
54,0%
30,2%
Saldo
-14,4%
19,8%
61,5%
18,8%
+1,0%
Oost-Nederland
7,8%
66,9%
25,3%
-17,5%
West-Nederland
13,3%
49,6%
37,1%
-23,8%
Zuid-Nederland
27,2%
50,7%
22,1%
+5,1%
Bron: CBS (2013), COEN
2.1.2.
Marktverbreding
Per saldo is de autonome omzetgroei in de schoonmaaksector de afgelopen jaren beperkt geweest. Zij is feitelijk het gevolg van prijsstijgingen en productiviteitsgroei (met minder kosten). Om de slechte marktomstandigheden het hoofd te bieden, verbreden schoonmaakbedrijven hun aanbod, vaak in samenwerking met andere facilitaire bedrijven als cateraars en beveiligers: het aantal multiserviceconcepten groeit. Schoonmaakdiensten worden ook steeds vaker in combinatie met comfortdiensten als gebouwbeheer, catering en beveiliging aangeboden. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de vraag naar 'integrated facility management': de bundeling van facilitaire diensten. Om kosten te besparen kopen organisaties hun facilitaire diensten als geheel in. Figuur 4 biedt inzicht in diverse facilitaire diensten en de mate waarin bedrijven en instellingen deze zelf uitvoeren of uitbesteden.
De schoonmaak
14
Figuur 4: Facilitaire dienstverlening en mate van uitbesteding
Bron: SW in de schoonmaak (juli 2007), p. 9
Door overnames en samenwerkingsverbanden verbreedt de schoonmaakbranche haar werkterrein naar de zorg. Daar liggen groeimogelijkheden omdat de zorg, die van oudsher weinig schoonmaakwerk uitbesteedt, nu door de bezuinigingen – die ook de intramurale zorg en de thuiszorg treffen – voor samenwerking met schoonmaakbedrijven of uitbesteding kiest. Ook verrichten schoonmaakbedrijven steeds meer activiteiten in de sfeer van de thuiszorg. Daar komt nu wel druk op te staan, gelet op de enorme bezuinigingen die vooral de thuiszorg treffen. 3
De Rabobank signaleert een aantal markante trends in de schoonmaakbranche. Volgens de Rabobank : neemt het verbreden van de dienstverlening via een facilitair totaalconcept/multiservices toe. is sprake van schaalvergroting en strategische samenwerking; aan de inkoopzijde maar ook in het samen ontwikkelen van producten en diensten. is sprake van meer aandacht voor duurzaamheid, zowel bij productgebruik als in het personeelsbeleid. speelt automatisering een cruciale rol. Om de multi- en interdisciplinaire levering van diensten te managen is het volgens de Rabobank essentieel om over de juiste informatie te beschikken. is er sprake van innovatie in dienstverlening.
2.1.3.
Kwaliteit als succesfactor
Uiteindelijk is kwaliteit een belangrijke succesfactor om te kunnen overleven in deze bij uitstek concurrentiegevoelige markt. Daarbij speelt het OSB-Keurmerk een grote rol.
Voor opdrachtgevers is het OSB-Keurmerk een graadmeter voor kwaliteit. Alleen OSB-leden mogen het speciale logo voeren. Het OSB-Keurmerk stelt eisen aan schoonmaak- en glazenwassersbedrijven die lid zijn van de Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB). Het keurmerk werd op 1 januari 2013 van kracht. De schoonmaaksector heeft de afgelopen jaren een verharding van de marktverhoudingen door teruglopende schoonmaakbudgetten, scherpe prijsconcurrentie en kortlopende contracten gezien. De OSB heeft zich op het standpunt gesteld dat schoonmaakbedrijven zelf een leidende rol moeten nemen om de kwaliteit in de sector te verbeteren. Door specifieke eisen aan haar leden te stellen wil de OSB meer transparantie in de sector en de markt brengen.
3 Rabobank, Cijfers en trends 2013
De schoonmaak
15
Het Glazenwassersregister is een ander voorbeeld van focus op kwaliteit. Start register voor betrouwbare glazenwassers Vanaf 22 april 2013 is het, met de lancering van het Glazenwassersregister (GWR), voor consumenten makkelijker om een betrouwbare glazenwasser te vinden. Het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) heeft dit register opgezet en daarbij OSB en de Consumentenbond nauw betrokken. Het GWR is een onafhankelijke landelijke service voor consumenten die een betrouwbare glazenwasser zoeken die heeft verklaard zich aan de Nederlandse spelregels van ondernemen te houden. Bart Combée, directeur Consumentenbond: 'Het GWR beoogt misstanden, waarvan consumenten de dupe worden, tegen te gaan. Respect voor keuzevrijheid van consumenten staat voorop. De aangesloten glazenwassers bieden de mogelijkheid elektronisch te betalen, geven facturen met bedrijfs- en bankgegevens en hebben een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Daarmee willen de particuliere glazenwassers de markt inzichtelijk en gezond te maken. Dat is natuurlijk goed nieuws voor consumenten'. Het GWR is ingesteld naar aanleiding van signalen van consumenten die een glazenwasser zoeken en merken dat kiezen onmogelijk is. Glazenwassersbedrijven die willen meedoen aan het register kunnen zich vanaf 22 april registreren. Via www.glazenwassersregister.nl kunnen consumenten achterhalen of een bedrijf staat ingeschreven in het register. Omdat het register pas kort in gebruik is, kan het voorkomen dat in een bepaald postcodegebied nu nog geen Registerglazenwasser werkt. Op de website is ook informatie over het register te vinden en over wat te doen bij misstanden zoals bedreiging en geweld. Bron: Consumentenbond Nieuws 22 april 2013
2.2.
Arbeidsmarkttrends
2.2.1.
Algemene ontwikkeling
Tabel 12 laat zien dat het aandeel bedrijven waarvan de personeelssterkte is gegroeid, na 2007 sterk is afgenomen. In 2012 realiseerde nog maar 10 procent personele groei. Dit percentage is sinds het begin van de crisis min of meer gelijk gebleven. Het aandeel bedrijven in de schoonmaak dat sinds 2009 qua personele bezetting kleiner is geworden, is sterk gegroeid. In 2012 kende bijna een derde van de schoonmaakbedrijven personele krimp.
De schoonmaak
16
Tabel 12: Percentage bedrijven dat aangeeft dat in de afgelopen drie maanden de personeelssterkte is toegenomen, gelijk gebleven of afgenomen 2007-2012 (gemiddeld per kwartaal) Ontwikkeling
2007
2009
2011
2012
Toegenomen
25,8%
8,3%
9,4%
9,5%
Gelijk gebleven
67,9%
72,4%
71,6%
62,5%
Afgenomen
11,7%
19,3%
19%
28%
+14,1%
-11%
-9,6%
-18,5%
Saldo Bron: CBS (2013), COEN
Ook voor 2013 zijn veel bedrijven op dit punt somber gestemd. Slechts 8 procent verwacht qua personeel te zullen groeien. Daar staat 27 procent tegenover dat een krimp verwacht. Waar bij de omzetontwikkeling nog een duidelijk onderscheid te zien was tussen Noord- en Zuid-Nederland enerzijds (positieve afwijking) en West- en Oost-Nederland anderzijds (negatieve verwachting), ontlopen de landsdelen elkaar op dit punt veel minder (tabel 13).
Tabel 13: Percentage bedrijven dat verwacht dat in 2013 de personeelssterkte zal toenemen, gelijk blijven of afnemen naar regio (in %) Regio
Toenemen
Gelijk blijven
Afnemen
Nederland
7,7%
65,6%
26,7%
-19,0%
Noord-Nederland
12,1%
68,1%
19,8%
-7,7%
Oost-Nederland
4,2%
72,7%
23,1%
-18,9%
West-Nederland
10,0%
58,3%
31,7%
-21,7%
4,3%
75,2%
20,6%
-16,3%
Zuid-Nederland
Saldo
Bron: CBS (2013), COEN
2.2.2.
Samenstelling personeel verandert
Er is geen recent onderzoek naar de ontwikkeling van de personele samenstelling in de sector Schoonmaak. Het laatste is dat van het IVA (Ontwikkelingen in de schoonmaakbranche) uit november 2009. Het Researchcentrum Onderwijs Arbeidsmarkt (ROA) biedt met zijn Arbeidsmarkt naar opleiding en beroep 2016 actueler inzicht; daarnaast wordt in het volgende hoofdstuk ingegaan op de instroomkenmerken van nieuwe werknemers in de schoonmaak op basis van cijfers van het CBS. Op basis van deze bronnen kunnen tentatieve uitspraken worden gedaan over de verandering van persoonskenmerken van werknemers in de schoonmaaksector. Deze worden weergegeven in tabel 14. De voornaamste conclusies zijn: Het aandeel mannen stijgt, het aandeel vrouwen daalt. De gemiddelde leeftijd stijgt. Daardoor neemt het aandeel ouderen toe en het aandeel jongeren af. Het aandeel autochtonen stijgt, het aandeel allochtonen daalt. De samenstelling naar opleiding blijft volgens het ROA redelijk constant. 4
Daarnaast neemt het aandeel ‘flexibel’ volgens het ROA toe en bedraagt dit nu meer dat 20 procent .
4 Bron: ROA, Arbeidsmarktinformatiesysteem 2012
De schoonmaak
17
Tabel 14: Samenstelling personeelsbestand schoonmaak Persoonskenmerken
Percentage
Trend
Geslacht M
32%
+
V
68%
-
15-24
16%
0
25-34
16%
-
35-44
30%
-
45-54
24%
+
55-64
13%
++
Autochtoon
54%
+
Allochtoon
46%
-
Basisonderwijs, vmbo
66%
havo, vwo, mbo
28%
hbo, wo
3%
Onbekend
2%
0-11 uur
27%
12-23 uur
30%
>24 uur
43%
Leeftijd
Herkomst
Opleidingsniveau
Omvang arbeidscontract
Bron: UWV, CBS, ROA
2.2.3.
Hogere eisen aan personeel
Opdrachtgevers stellen steeds hogere eisen stellen aan de kwaliteit van schoonmaakwerk en daarmee aan personeel. Daardoor stijgt de vraag naar personeel met goede sociaal-communicatieve vaardigheden. Dat komt deels doordat schoonmaak vaker overdag – als kantoren in gebruik zijn –wordt gedaan. Dit stelt hogere eisen aan communicatieve vaardigheden. Voor de schoonmaakmedewerker biedt dagschoonmaak wel betere mogelijkheden om werk en zorgtaken te combineren. Deels vloeien de hogere eisen voort uit diversificatie: het aanbieden van een facilitair totaalconcept en bundelen van facilitaire diensten, zoals catering en beveiliging. Die combinatie stelt hogere eisen aan medewerkers. Het maakt de schoonmaak als werkgever ook aantrekkelijker voor nieuwe werknemers. Er ontstaan tevens nieuwe functies, zoals hospitality comfort-medewerker in zorginstellingen. Deze verleent schoonmaakdiensten, maar begeleidt ook patiënten bij het aankleden, eten en drinken. In de kantooromgeving wordt schoonmaken bijvoorbeeld gecombineerd met planten verzorgen, kleine serviceverzoeken opvolgen, klein reparatiewerk doen en koffieautomaten en printers bijvullen en onderhouden. Om op deze kwaliteitseisen in te spelen zijn de sociale partners in de cao overeengekomen ernaar te streven dat iedereen die in de schoonmaak werkt binnen één jaar na indiensttreding de Basis(vak)opleiding Schoonmaak heeft gevolgd en over voldoende Nederlandse taalvaardigheid beschikt. Daarvoor worden taalcursussen gegeven. Uit artikel 36 Cao Schoonmaak: A. Traject Nederlandse taal In 2012 en 2013 geldt dat er in totaal voor 1.000 werknemers die deelnemen aan een taaltraject van de Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche (RAS), een tegemoetkoming in de kosten van het traject en de verletkosten wordt verstrekt. De tegemoetkoming bedraagt maximaal €4.000 per werknemer. Het betreft een vergoeding aan de werkgever. Het doel van de taaltrajecten is verhoging van het taalniveau. Dit wordt gemeten via een begin- en een eindtoets. Uit artikel 36 Cao Schoonmaak: B. Basis(vak)opleidingen en ontwikkeling Na indiensttreding ontvangt de werknemer binnen 3 maanden doeltreffende en aan de opgedragen taken aangepaste voorlichting, instructie en onderricht om de werkzaamheden veilig en gezond te kunnen uitoefenen. Uiterlijk 3 maanden hierna, of als de werknemer de Nederlandse taal dan onvoldoende beheerst, na het succesvol afronden van het taaltraject als
De schoonmaak
18
bedoeld in dit artikel onder A. krijgt de werknemer de Basis(vak)opleiding aangeboden die gevolgd wordt door het examen bij het RAS-examenbureau. De werknemer dient de opleiding te volgen. Meer informatie op www.ras.nl
In de cao 2012-2013 zijn de afspraken omtrent scholing aangescherpt. Vanaf 1 juli 2013 is bij contractswisselingen het schoonmaakbedrijf dat de opdracht verwerft, niet verplicht medewerkers over te nemen die niet in het bezit zijn van een door de branche erkend vakdiploma. Dit heeft geleid tot een explosieve deelname aan de Basis(vak)opleiding (figuur 5). Inmiddels hebben meer dan 10.000 schoonmakers het diploma van de Basis(vak)opleiding gehaald.
Figuur 5: Aantal gediplomeerden Basis(vak)opleiding, 2009-2013
Bron: Cleantotaal (2013), De Nederlandse schoonmaakmarkt in Europees perspectief
In 2012 waren de eerste 600 taaltrajecten afgerond. In 2013 zullen ruim 400 werknemers met een 5 taaltraject starten, zodat eind 2013 1.000 taaltrajecten zullen zijn afgerond of in de afrondende fase zitten. Schoonmaakbedrijven, OSB en FNV Bondgenoten zijn met de RAS actief bezig met opleiden. Dit draagt bij aan het kwaliteitsniveau en het imago van de sector.
2.2.4.
Vergrijzing 6
De toenemende vergrijzing van werknemers in de sector zorgt volgens kennis- en vakcentrum Savantis voor een groeiende vervangingsvraag op de middellange termijn. Dat geldt zeker voor de specialistische schoonmaakberoepen: daar is de huidige werknemerspopulatie al ouder dan gemiddeld en het werk wordt veelal onder zware omstandigheden gedaan. Door vergrijzing in de samenleving groeit de zorgsector en daarmee de hoeveelheid schoonmaakwerk in deze sector. Vanwege de recessie is het arbeidsmarktperspectief in de schoonmaaksector voor de korte termijn wat minder goed, maar voorzien wordt dat de vraag naar gekwalificeerd personeel op middellange termijn sterk zal toenemen. Vooral voor de specialistische schoonmaakberoepen zal naar verwachting een groot tekort ontstaan.
2.2.5.
Opleiden in de schoonmaak
Naast de door de RAS bekostigde brancheopleidingen (met zo’n 7.000 deelnemers per jaar) bieden ROC's sinds een aantal jaren opleidingen voor de sector Schoonmaak en Glazenwassen aan binnen het regulier (middelbaar) beroepsonderwijs. In 2007 nam Savantis met de RAS de opdracht aan om dit mogelijk te maken. Sindsdien voert Savantis op contractbasis werkzaamheden uit voor de sector Schoonmaak en Glazenwassen. Er zijn opleidingen op alle vier mbo-niveaus. De eerste was een opleiding op niveau-1. Samen met opleidingsinstituut SVS ontwikkelde Savantis voor dit niveau een lesmodule Assistent schoonmaak. Binnen de algemene kwalificatie Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent (AKA) kunnen leerlingen deze lesmodule volgen. Hun beroepspraktijkvorming krijgen ze bij een schoonmaakbedrijf. Vanaf 2008/2009 is ook een opleiding op niveau-2 mogelijk: Medewerker schoonmaak en glazenwassen. Er is nu tevens een opleiding Allround medewerker schoonmaak en glazenwassen op niveau-3. In 2010 zijn de kwalificaties Assistent schoonmaak op niveau 1 en Ambulant objectleider op niveau 4 ontwikkeld. De laatste leidt –
5 800 door OSB en 200 door FNV 6 Savantis, Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie 2010-2011
De schoonmaak
19
vanaf september 2011 – leerlingen op voor een leidinggevende functie in een schoonmaakbedrijf. Leerlingen op niveau-4 kunnen doorstromen naar de bredere niveau-4-opleiding Facilitair leidinggevende. Tabel 15 biedt een overzicht van de ontwikkeling van het aantal leerlingen per kwalificatie. De meeste deelnemers volgen een AKA-opleiding op niveau-1. Een behoorlijk aantal doet een opleiding op niveau-2 (Schoonmaker/Medewerker vloerenonderhoud) en niveau-4 (leidinggevend). Na een toename, die in 2009-2010 haar hoogtepunt kende, staat het aantal leerlingen van de reguliere mbo-opleidingen onder druk. Met name op de niveaus-1,-2 en-3 is het afgenomen. Daarentegen is het aantal leerlingen op niveau-4 (Ambulant objectleider) toegenomen. Ten opzichte van de instroom in de sector Schoonmaak (jaarlijks zo’n 30.000) is de deelname aan de reguliere mbo-opleidingen nog beperkt.
Tabel 15: Aantal bbl-leerlingen per mbo-opleiding Schoonmaak 2007-8 tot en met 2012-13 Kwalificatiedossier
Niveau
2007-
2008-
2009-
2010-
2011-
2012-
Mutatie
8
9
10
11
12
13
2010-13 In %
Arbeidsmarktgekwalificeerd
1
31
69
161
290
286
235
14
83
-19%
Assistent (AKA) Assistent schoonmaak
1
Schoonmaker/Medewerker
2
10
51
90
70
74
7
8
8
1
-18%
vloerenonderhoud Glazenwasser/Gevelreiniger
2
Reiniger na calamiteiten
2
Reiniger voedselverwerkende
2
9
industrie
Allround
3
72
151
83
61
-60%
48
48
34
34
115
53
+56%
325
621
624
527
-15%
schoonmaker/Medewerker vloerenonderhoud Allround
3
glazenwasser/gevelreiniger Allround reiniger na
3
calamiteiten Allround reiniger
3
voedselverwerkende industrie
Ambulant objectleider
Totaal
4
31
79
Bron: Savantis, peildatum 1 oktober 2012
De schoonmaak
20
De schoonmaak
21
3.
Tekorten en overschotten
3.1.
Huidige situatie
3.1.1.
WW-gerechtigden
Tabel 16 laat de instroom in en uitstroom uit de WW zien van werknemers afkomstig uit de schoonmaak (in UWV-terminologie: Reiniging). Tabel 17 toont het lopend aantal WW-uitkeringen in maart 2013. Hieruit kunnen de volgende conclusies worden getrokken: De instroom in de WW is van 2009 tot en met 2012 gestegen met 27 procent, de uitstroom nam meer toe: met 38 procent. De uitstroom naar werk ligt op een kleine 30 procent van de totale uitstroom. Dat is veel lager dan het gemiddelde voor alle sectoren bij elkaar. Vooral in 2013 is sprake van een sterke stijging van het aantal lopende uitkeringen: van 5.593 in het eerste kwartaal van 2012 tot 7.339 in het eerste kwartaal van 2013. De stijging van het aantal lopende uitkeringen is veel groter dan de stijging van de instroom en de uitstroom. Het beeld van lage uitstroom naar werk en sterke toename van het aantal lopende uitkeringen doet vermoeden dat de harde kern van WW'ers uit de schoonmaak – mensen die lang ingeschreven staan – snel groter wordt.
Tabel 16: Instroom en uitstroom WW-rechten Reiniging, 2009-2012 Jaar
Instroom
Uitstroom
w.v. naar werk
Uitstroom naar werk in %
2009
7.303
5.825
1.642
28%
2010
7.820
7.712
2.404
31%
2011
8.069
7.632
2.401
31%
2012
9.293
8.023
2.186
27%
Mutatie in %
27%
38%
33%
Bron: UWV
Tabel 17: Lopende WW-rechten Reiniging, 2009-2012 Jaar
Lopende WW-rechten
2009
3.575
2010
5.067
2011
4.997
2012
5.593
2013
7.339
Mutatie 2009-2012 in %
+56%
Bron: UWV
3.1.2.
Niet-werkende werkzoekenden (NWW’ers)
De bij UWV ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (NWW’ers) vormen een (deels) andere populatie dan de WW-gerechtigden. WW’ers kunnen een uitkering hebben, maar door een nevenbaan van 12 uur of meer niet als niet-werkende werkzoekende worden aangemerkt. Omgekeerd kunnen schoolverlaters, bijstandsgerechtigden, positieverbeteraars of met werkloosheid bedreigde werknemers bij UWV staan ingeschreven, terwijl zij geen recht op een WW-uitkering hebben. Het aantal WW’ers en de ontwikkeling daarvan zijn de beste graadmeter voor omvang en ontwikkeling van de werkloosheid. Het NWW-bestand biedt de mogelijkheid om gedetailleerder zicht te krijgen op de samenstelling van de groep
De schoonmaak
22
werkzoekenden. NWW-gegevens kunnen ook worden gebruikt om een verhouding te schetsen tussen het aantal niet-werkende werkzoekenden en het aantal vacatures, naar beroep bijvoorbeeld. Wat opvalt in tabel 18 is dat het aantal als glazenwasser en interieurverzorger ingeschreven NWW’ers in 2012 is gedaald ten opzichte van 2011. Er staan ook veel meer NWW’ers als schoonmaker ingeschreven dan er lopende WW-rechten zijn. Een deel daarvan heeft niet eerder in de schoonmaaksector gewerkt. Maar er kunnen ook andere redenen zijn waarom de NWW-populatie (veel) groter is dan de WWpopulatie. Zo komen zzp’ers niet voor een uitkering in aanmerking en kan het zijn dat werkloze schoonmakers niet aan de referte-eis voor de WW voldoen omdat zij te weinig uren hebben gewerkt.
Tabel 18: NWW-bestand en ingeschreven gedeeltelijk arbeidsgeschikten naar beroep, 2011 en 2012 Beroep
NWW
Gedeeltelijk arbeidsgeschikten
2011
2012
2011
2012
30.268
28.128
1.783
4.162
Alphahulp, bejaardenverzorgster etc.
5.631
6.777
460
1.011
Huishoudhulp inrichting, tehuis
2.748
2.769
232
447
Schoonmaker machines en gebouwen
1.141
1.023
101
196
Glazenwasser, interieurverzorger, medewerker huishoudelijke dienst
Bron: UWV
Op basis van UWV-gegevens is ook een beeld te schetsen van de spanning op de arbeidsmarkt naar beroep. Daarvoor heeft UWV de spanningsindicator ontwikkeld. Deze indicator is het verhoudingsgetal tussen het totaal aantal openstaande vacatures7 aan de ene kant en het aantal ingeschreven NWW’ers dat korter dan zes maanden niet-werkend is, aan de andere kant. Tabel 19 maakt duidelijk voor welke beroepen er een ruime arbeidsmarkt is (veel aanbod van NWW’ers tegenover een gering aantal vacatures) of een krappe arbeidsmarkt (veel vacatures tegenover weinig ingeschreven NWW’ers). De spanningsindicator geeft dus een goede indicatie van overschotten en tekorten. De tabel toont dat er voor alle beroepen in de schoonmaak op dit moment een (zeer) ruime arbeidsmarkt is.
Tabel 19: Spanningsindicator (Q4) 2010-2012 Beroep
Jaar
Glazenwasser, interieurverzorger,
NWW
Openstaande
<6 mnd.
vacatures
Indicator
Typering
2010
7.877
3.294
.42
Zeer ruim
2011 2012
7.659
2.931
.38
Zeer ruim
8.921
2.555
.29
Zeer ruim
2010
446
303
.68
Ruim
2011
466
310
.66
Ruim
2012
499
216
.43
Zeer ruim
medewerker huishoudelijke dienst
Schoonmaker machines en gebouwen
Bron: UWV
3.2.
Toekomst tot 2016
Het Researchcentrum Onderwijs Arbeidsmarkt (ROA) gebruikt de Indicator Toekomstige Knelpunten in de Personeelsvoorziening (ITKP) om toekomstige kwantitatieve discrepanties te duiden. De ITKP wordt modelmatig berekend, waarbij prognoses van het Centraal Planbureau worden ‘versleuteld’ naar sector en vervolgens naar beroep. Tabel 20 biedt het beeld voor de beroepsgroep ‘interieurverzorgers’. 'Groot' in tabel 20 betekent dat werkgevers bij hun personeelswerving grote knelpunten zullen ondervinden. Staat
7 Het totaal aantal openstaande vacatures is gebaseerd op Jobfeed. Dit bestand met internetvacatures is ontdubbeld, herwogen en opgehoogd naar het totaal aantal openstaande vacatures volgens het CBS.
De schoonmaak
23
er ‘geen’, dan hebben zij daar geen problemen mee. De tabel maakt duidelijk dat er tot 2016 sprake is van een omvangrijke uitbreidingsvraag (bijna 13.000 baanopeningen) en een gemiddelde vervangingsvraag (ruim 55.000). Box: Vervangingsvraag en uitbreidingsvraag De personeelsbehoefte in een sector is deels afhankelijk van de uitstroom van personeel dat vervangen moet worden. Die uitstroom kan zijn veroorzaakt door baanverandering naar een bedrijf buiten de sector of door pensionering, emigratie, uitstroom naar werkloosheid of arbeidsongeschiktheid of door bijvoorbeeld zorgtaken. Dit wordt vervangingsvraag genoemd. De behoefte aan personeel is ook afhankelijk van veranderingen in de productie. Bij groei ervan is sprake van uitbreidingsvraag. Spreken we van groei van de werkgelegenheid, dan is het aantal baanopeningen gelijk aan de uitbreidingsvraag plus de vervangingsvraag. Bij krimp is het aantal baanopeningen gelijk aan de vervangingsvraag.
Ook verwacht het ROA dat er in 2016 forse personele knelpunten zullen optreden. Daarvan kunnen schoonmaakbedrijven bij werving last hebben. Keerzijde van die medaille is dat dit goede instroomperspectieven voor werkzoekenden kan bieden. Daarover meer in het volgende hoofdstuk.
Tabel 20: Verwachte baanopeningen en knelpunten in de personeelsvoorziening tot 2016, beroepsgroep interieurverzorgers Arbeidsmarktprognose variabele
Totaal
Typering
Verwachte uitbreidingsvraag tot 2016
12.900
hoog
Verwachte vervangingsvraag tot 2016
55.500
gemiddeld
Verwachte baanopeningen tot 2016
68.400
gemiddeld
Toekomstige knelpunten interieurverzorgers in 2016
groot
Bron: ROA
De schoonmaak
24
De schoonmaak
25
4.
Kansen
4.1.
Instroomprofiel schoonmaak
Op verzoek van UWV heeft het CBS voor alle sectoren aangegeven door wie vacatures worden vervuld: werknemers uit een andere sector, schoolverlaters, zelfstandigen, uitkeringsgerechtigden of nietuitkeringsgerechtigden (NUG'ers). Ook heeft het CBS gekeken naar de persoonskenmerken van deze nieuwe werknemers in de sector Schoonmaak. Tabel 21 beperkt zich tot de mobiliteit van buiten de schoonmaak naar een baan ín de schoonmaak.
Tabel 21: Instroomprofiel schoonmaak: percentage instromers in de schoonmaak naar herkomst Herkomst
2000
Andere sector
2010
Niveau t.o.v.
Trend
alle sectoren
2000-2010
Schoon-
Alle
Schoon-
Alle
maak
sectoren
maak
sectoren
38%
55%
50%
56%
-
++
w.v. uitzendbureaus
14%
13%
zorg
2%
6%
horeca
2%
4%
bouw
2%
4%
Schoolverlaters
10%
17%
10%
17%
--
0
14%
9%
13%
11%
+
0
WW
3%
2%
6%
6%
0
++
Uitkering w.v.
AO
1%
1%
1%
1%
0
0
Bijstand
7%
4%
4%
2%
++
--
Anders
3%
2%
2%
2%
0
0
37%
17%
25%
14%
++
--
5%
3%
5%
3%
++
0
1%
2%
2%
3%
-
+
0
0
0
0
14%
10%
NUG/overig w.v. migrant Zelfstandigen Pensioen/VUT
Uit UWV-bestand
+
Bron: UWV
De belangrijkste conclusies uit tabel 21 zijn: De instroom in de schoonmaak vanuit een andere sector is met 50 procent relatief laag. Wel is er een sterke stijging tussen 2000 en 2010. Er stromen veel mensen in vanuit een uitzendbaan (13 procent). Opvallend is dat de instroom vanuit de zorg is verdrievoudigd. Dat duidt erop, dat meer werk door zorginstellingen wordt uitbesteed aan schoonmaakbedrijven. De instroom van schoolverlaters is veel lager dan in andere sectoren en is tussen 2000 en 2010 niet gestegen. De instroom vanuit een uitkering is hoger dan in andere sectoren. Dat geldt vooral voor de instroom vanuit de bijstand. De instroom vanuit een WW-uitkering is weliswaar niet hoger dan het gemiddelde voor alle sectoren, maar is tussen 2000 en 2010 wel sterk gestegen.
De schoonmaak
26
De instroom van niet-uitkeringsgerechtigden is met 25 procent zeer hoog, maar is wel sterk gedaald. De instroom van migranten is veel hoger dan gemiddeld. Datzelfde geldt voor de instroom vanuit het UWV-bestand. Gecombineerd met het gegeven dat het aandeel instromende WW’ers op hetzelfde niveau ligt als dat van alle sectoren, betekent dit dat er in de schoonmaak relatief meer niet-uitkeringsgerechtigden aan de slag komen dan elders. De sector Schoonmaak is voor de NWW-populatie dus een kansrijke instroomsector. Tabel 22 beschrijft de persoonskenmerken van instromers in de sector Schoonmaak.
Tabel 22: Instroomprofiel schoonmaak: persoonskenmerken van instromers Persoonskenmerk
2000
Schoonmaak
Alle
2010
Schoonmaak
sectoren
Niveau t.o.v.
Trend
alle sectoren
2000-2010
Alle sectoren
Geslacht M
35%
52%
41%
54%
--
+
V
65%
48%
59%
46%
++
-
15-25
24%
30%
24%
29%
-
0
25-45
60%
56%
52%
49%
+
-
45-55
14%
12%
18%
16%
+
+
55-65
3%
3%
5%
6%
0
++
Autochtoon
55%
77%
57%
75%
--
+
Allochtoon
45%
23%
43%
25%
++
-
Leeftijd
Herkomst
Bron: UWV
Wat opvalt is dat het aandeel mannen is gestegen, van 35 naar 41 procent. Ook de instroom van ouderen is behoorlijk gestegen: het aandeel 55-plussers is bijna verdubbeld. De sector biedt blijkbaar perspectief voor oudere werknemers. Het aandeel 25-45-jarigen is daarentegen gedaald. De instroom van allochtonen is veel hoger dan gemiddeld, bijna het dubbele (43 procent allochtoon in 2010). Het aandeel allochtone instromers is wel iets gedaald.
4.2.
Kansen voor schoolverlaters
Kans op werk en kans op stage Voor alle mbo-kwalificaties van alle kenniscentra publiceert Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) de kans op werk en de kans op stage, ook regionaal (zie www.kansopwerk.nl, www.kansopstage.nl). Kans op werk toont de toekomstkansen voor de afgestudeerde mbo'er in ruim zeshonderd beroepen. Het gaat om de kans op een baan in het verlengde van de opleiding. Bekeken wordt wat die kans is als de student nu met de opleiding begint en deze binnen de normale studieduur afrondt. Bij een tweejarige opleiding gaat het dus om de kans op werk over twee jaar. Kans op stage laat zien wat voor de meer dan zeshonderd beroepsopleidingen in het mbo op dit moment de kans op een stage of leerbaan is.
Tabel 23 toont de inschatting, opgesteld door Savantis, van de kans op werk en de kans op stage voor alle schoonmaakkwalificaties. Voor al deze kwalificaties zijn voldoende kansen op een stageplek of baan, zowel nu als over twee tot vier jaar. Dat geldt, in tegenstelling tot andere kwalificatiedomeinen van andere kenniscentra, voor alle niveaus. Ook op lagere niveaus zijn er dus voldoende instroomkansen.
De schoonmaak
27
Tabel 23: Kans op werk en kans op stage Schoonmaak Kwalificatiedossier
Niveau
Kans op werk
Kans op stage
Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent (AKA)
1
voldoende
voldoende
Assistent schoonmaak
1
voldoende
voldoende
Schoonmaker/Medewerker vloerenonderhoud
2
voldoende
voldoende
Glazenwasser/Gevelreiniger
2
voldoende
voldoende
Reiniger na calamiteiten
2
voldoende
voldoende
Reiniger voedselverwerkende industrie
2
voldoende
voldoende
Allround schoonmaker/medewerker
3
voldoende
voldoende
Allround glazenwasser/gevelreiniger
3
voldoende
voldoende
Allround reiniger na calamiteiten
3
voldoende
voldoende
Allround reiniger voedselverwerkende industrie
3
voldoende
voldoende
Ambulant objectleider
4
voldoende
voldoende
vloerenonderhoud
Bron: Savantis
Hieronder volgen enkele inspirerende praktijkvoorbeelden van opleidingsinitiatieven en -projecten in de sector Schoonmaak. De voorbeelden betreffen vooral grote bedrijven, maar juist ook de kleine bedrijven in de schoonmaak leiden relatief veel mensen op. Hago verstevigt koploperspositie in opleiding Heerlen – Schoonmaakbedrijf Hago en opleidingsinstituut SVS hebben hun samenwerking uitgebouwd. Het komende jaar zal SVS weer minimaal 30 groepen van Hago opleiden, wat neerkomt op zo’n 360 schoonmaakmedewerkers. In de eerste drie maanden van dit jaar zijn inmiddels al 23 groepen opgeleid, waarmee Hago ruim boven het afgesproken minimum zal eindigen. In april startten bovendien negen medewerkers met de opleiding tot Praktijktrainer (docent) basisopleiding schoonmaken, waarmee Hago met 35 eigen docenten toon wil zetten in de branche. Eerder dit jaar publiceerde de RAS de opleidingscijfers van de schoonmaakbranche. Daarin bleek Hago met tot dan toe ruim 1.500 opgeleide medewerkers een koploperspositie te bekleden in de schoonmaakbranche. Algemeen directeur Ruud Danklof: 'We voeren actief beleid in opleidingen om vakmanschap terug te brengen op de werkvloer. En de cijfers bevestigen dat we daarin voorop lopen. Maar het is nog lang niet genoeg. Ik blijf me verbazen over dergelijke cijfers, waaruit blijkt dat we als totale schoonmaakbranche nog altijd achter de feiten aanlopen. De basisopleiding is een verplichting vanuit de cao die branchebreed niet wordt gehaald. Om de slagingskans te maximaliseren en het leerenthousiasme te verhogen, experimenteert Hago Next met andere lesvormen voor de basisopleiding, met diverse methoden voor training-on-the-job. De lessen op de eigen werkplek dragen bij aan een opleidingspercentage van 99 procent.' 'En wat te denken van mensen die al jaren in het vak zitten? Dát zijn vakmensen waar de nieuwe instroom juist een hoop van kan leren. Niet voor niets zijn dat ook de mensen binnen onze organisatie die zich hebben laten opleiden tot docent. Zij leiden nu hun eigen collega’s op, vanuit die jarenlange ervaring en praktijkkennis. Wij kiezen er daarom dit jaar opnieuw voor om een flink aantal docenten binnen ons bedrijf klaar te stomen voor deze rol. Het blijkt een effectieve manier om mensen op te leiden én opgeleid te houden, en het draagt bij aan de betrokkenheid van deze medewerkers. Zij zetten zich met veel enthousiasme in om collega’s verder te helpen met hun kennis en kunde. Leermeesterschap in de praktijk,' licht Ruud Danklof de waarde van opleiding voor de organisatie en medewerkers toe. Het afgelopen jaar leidde SVS al zo’n 1.400 Hago-medewerkers op in diverse functies.
Over SVS
SVS is hét opleidingsinstituut voor de schoonmaakbranche. Het doel van SVS is het stimuleren, organiseren en uitvoeren van opleidingen voor werknemers die zich op professionele wijze bezighouden met schoonmaakonderhoud in de meest ruime zin. SVS heeft de afgelopen dertig jaar ruim 130.000 uitvoerenden, (meewerkend) leidinggevenden en kaderfunctionarissen voor het schoonmaakvak opgeleid en gediplomeerd. Uit: Schoonmaakjournaal, 8 mei 2013
Toenemend aantal schoonmakers leert Nederlands Het aantal schoonmakers dat Nederlands leert, neemt toe. De brancheorganisatie voor schoonmaak- en glazenwassersbedrijven (OSB) is tevreden over de tot nu toe behaalde resultaten. In de cao is afgesproken om aan het einde van dit jaar 800 schoonmakers opgeleid te hebben in de Nederlandse taal. Via de taalaanbieder Taal in de Schoonmaak hebben de werkgevers inmiddels bijna 500 schoonmakers in een taaltraject zitten. OSB vindt het belangrijk dat schoonmakers de Nederlandse taal goed beheersen. Hierdoor kunnen schoonmakers een vakopleiding volgen, beter functioneren in hun werk en het helpt bij integratie. Om een vakopleiding in de branche met succes te kunnen volgen, is Nederlands spreken een voorwaarde. Schoonmakers die Nederlands spreken, begrijpen instructies beter, bespreken problemen op het werk, werken veiliger en begrijpen de
De schoonmaak
28
klant beter. Kortom: het helpt als je dezelfde taal spreekt. Ook helpt het in de privésituatie van de werknemer. Het spreken van de Nederlandse taal stimuleert de integratie in de Nederlandse samenleving. Het onderlinge begrip neemt toe en het helpt de schoonmaker om zich thuis te voelen in ons land en zich verder te ontwikkelen. Nederlands leren is onderdeel van OSB-Keurmerk. OSB heeft in de cao afspraken gemaakt over het opleiden van schoonmakers en het leren van de Nederlandse taal. Daarmee is het een onderdeel van het OSB-Keurmerk. Dit keurmerk is op 1 januari jl. geïntroduceerd. Naast de cao maken de NEN 4400-1, de Code Verantwoordelijk Marktgedrag en enkele schoonmaakspecifieke eisen onderdeel uit van het keurmerk. Bij OSB-Keurmerkbedrijven zijn opdrachtgevers ervan verzekerd dat deze bedrijven brede vakkennis hebben, de administratie op orde hebben, belasting en premies betalen, eerlijk zaken doen en over de juiste verzekeringen beschikken. Meer informatie op www.taalindeschooonmaak.nl
Gedrag uit onmacht in plaats van onwil Eind 2012 organiseerde Savantis drie thema-avonden voor praktijkopleiders. Met het onderwerp ‘Gedrag uit onmacht in plaats van onwil’ focuste de trainer zich op bijzondere leerlingen met dyslexie of bijvoorbeeld ADHD of autisme. Van de 72 deelnemers die een van de avonden bezochten was een aantal afkomstig uit de sector Schoonmaak en Glazenwassen. Bij een bijzondere leerling is vrijwel nooit sprake van gedrag uit onwil. Het is eerder onmacht. De leerling zoekt de grenzen op, kampt met een afnemende motivatie of realiseert zich onvoldoende wat een professionele houding inhoudt. Op de thema-avonden deelden de praktijkopleiders hun persoonlijke ervaringen rond dit onderwerp. Ook leerden ze aan de hand van filmpjes en oefeningen hoe ze de begeleiding van bijzondere leerlingen tot een succes kunnen maken. Alerter Een van de deelnemers aan de thema-avond bij ROC de Leijgraaf in Oss was Henri van Oorschot, praktijkopleider bij GWS dé schoonmaker. 'Als leidinggevende neem ik mensen aan voor projecten. Daarbij gaat het om verschillende soorten werknemers. Het zijn allemaal vakmensen, maar de een heeft misschien een wat lager niveau, de ander kampt met financiële problemen of is bijvoorbeeld heel druk. Door deel te nemen aan de thema-avond ben ik alerter geworden. Het is altijd makkelijk als je mensen aanneemt en op de werkvloer begeleidt, om te weten waarop je zoal moet letten en waarmee je rekening dient te houden.'
De schoonmaak
29
Evaluatie Na afloop werden de bijeenkomsten aan de hand van evaluatieformulieren nog eens doorgenomen. De avonden werden beoordeeld met gemiddeld een 8. De trainer scoorde zelfs een 8,3. Al met al leidden de thema-avonden tot een beter begrip van deze bijzondere groep leerlingen, die vaak kwaliteiten hebben waarmee een bedrijf zijn voordeel kan doen. Bron: www.savantis.nl
4.3.
Kansen voor NWW’ers
Op basis van zijn polisadministratie heeft UWV in kaart gebracht uit welke sector NWW’ers die in de schoonmaak gaan werken, afkomstig zijn (tabel 24). Ook toont de tabel in welke sector NWW'ers die in de schoonmaak hebben gewerkt, een nieuwe bestemming vinden. In het eerste geval is de sector vóór NWW een andere dan de schoonmaak (in UWV-terminologie ‘reiniging’) en in het tweede geval gaat het om NWW’ers die eerder in de schoonmaak hebben gewerkt maar nu in een andere sector gaan werken.
Tabel 24: Sector vóór NWW=schoonmaak, respectievelijk sector ná NWW=andere sector, 2010 en 2011 Sector voor resp. na NWW
Instroom vanuit
Uitstroom uit NWW
NWW in reiniging
naar andere sector
Saldo
2010
2011
2010
2011
2010
2011
8.325
7.373
7.510
6.372
815
1.001
1.125
994
662
554
463
440
Handel
652
492
938
784
-286
-292
Horeca
532
456
569
469
-37
-13
Industrie
310
251
548
386
-238
-135
Vervoer en opslag
277
256
269
189
8
67
Overig
209
162
359
224
-150
-62
Totaal
11.430
9.984
10.855
8.978
575
1.006
Financiële en zakelijke dienstverlening (inclusief uitzenden) Zorg en welzijn
Bron: UWV
Uit tabel 24 zijn de volgende conclusies te trekken: De meeste NWW’ers die in de schoonmaak gaan werken, zijn afkomstige uit de zakelijke dienstverlening (inclusief uitzenden). Dat waren er in 2010 8.325 en een jaar later 1.000 minder. Relatief veel NWW’ers uit de zorg, en in mindere mate de sectoren Handel en Horeca, komen in de schoonmaak aan de slag. De instroom (na NWW) in de schoonmaak is in 2011 ten opzichte van 2010 licht gegroeid: van 15.414 naar 15.798.
De schoonmaak
30
De uitstroom (na NWW) van mensen die een schoonmaakbaan hadden naar een andere sector, is in 2011 juist gekrompen ten opzichte van 2010. Op basis van tabel 24 kan het saldo tussen instroom en uitstroom worden berekend. De sector Schoonmaak is netto een instroomsector. Dat betekent dat er meer NWW’ers afkomstig uit een andere sector in de schoonmaak werk vinden dan andersom. In- en uitstroom zijn beide gedaald, maar het saldo van de twee is in 2011 bijna verdubbeld ten opzichte van 2010. Blijkbaar biedt de schoonmaak meer dan andere sectoren werkgelegenheidsperspectief voor niet-werkende werkzoekenden. De sector Schoonmaak trekt vooral ook mensen aan die voorheen een uitzendbaan hadden. De sector biedt dus perspectief op een opstap na de uitzendbaan. Ook is er een behoorlijke netto instroom vanuit de zorg. Daarentegen verliest de sector personele capaciteit aan de handel en industrie.
Hieronder volgt een aantal voorbeelden van instroomprojecten voor doelgroepen, zoals langdurig werklozen, arbeidsgehandicapten of bijstandsgerechtigden. Het verschil maken. Sociale innovatie in de schoonmaakbranche TNO heeft onderzoek gedaan naar sociale innovatie in de schoonmaakbranche door de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt: langdurig werklozen en mensen met een arbeidsbeperking. Naast literatuuronderzoek zijn er interviews gehouden met schoonmaakbedrijven en is er een uitgebreide casestudie gedaan bij een bedrijf dat met succes werkt met relatief veel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De resultaten zijn neergelegd in het onderzoeksrapport ‘Het verschil maken. Sociale innovatie in de schoonmaakbranche door de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’. Volgens de meeste geïnterviewden is het goed mogelijk om relatief veel mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in te zetten. Het vereist echter wel visie en strategisch opereren. Veel bedrijven hebben er jaren over gedaan om het goed georganiseerd te krijgen. Zogenaamde doelgroepwerknemers zijn gebaat bij routine, om toch de benodigde flexibiliteit te handhaven kunnen reguliere schoonmakers ingezet worden als back-up. De voorkeur gaat meestal uit naar gemengde teams of duo’s, waarbij de reguliere schoonmakers de kar trekken. Een goede voorbereiding en strakke sturing zijn noodzakelijk. De onderzoekers hebben het vermoeden dat de productiviteit van doelgroepwerknemers kan toenemen met de juiste begeleiding, aansturing en organisatorische voorwaarden. Bovendien kan werken in de schoonmaak leiden tot ontwikkeling van werknemers- en vakvaardigheden. De reguliere schoonmakers die hen begeleiden kunnen specifieke begeleidende talenten ontplooien. Echter niet iedereen is geschikt of vindt het leuk om te werken met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het rapport met tips en tricks is te vinden op www.kennisbanksocialeinnovatie.nl. Social Return: 100% instroom en 2% contracteis , gemeente Amsterdam Eind januari 2013 is de nieuwe aanbesteding Schoonmaak van de gemeente Amsterdam afgerond. Dit raamcontract bestaat uit 4 verschillende percelen: Sanitaire Voorzieningen, Schoonmaak, Kwaliteitscontrole en Glasbewassing. De aanbesteding is gegund aan de volgende partijen: CSU, Hectas, Asito, InTexSo en Vendor. Deze leveranciers verzorgen de komende 8 jaar de schoonmaak van tussen de 200 en 300 panden van de gemeente Amsterdam. In het kader van dit raamcontract zullen de leveranciers ook invulling geven aan Social Return. Eerder had de gemeenteraad expliciet aandacht gevraagd voor Amsterdammers met een arbeidsbeperking of afstand tot de arbeidsmarkt bij de eerstvolgende aanbesteding Schoonmaak. Binnen het Schoonmaakperceel in dit contract wordt in het kader van Social Return elke vacature die door natuurlijk verloop op de schoonmaakopdracht gedurende het contract vrij- komt, aangeboden aan iemand uit de doelgroep Social Return. Dit was een uitdrukkelijke wens van de Amsterdamse gemeenteraad bij deze aanbesteding. Leveranciers gaan voor de werving van deze kandidaten de samenwerking aan het met Werkgeversservicepunt Groot-Amsterdam (WSP) en het Re-integratiebedrijf Amsterdam (RBA) / Herstelling, naast de eventuele eigen werving van geschikte schoonmaakmedewerkers. Daar bovenop investeren de leveranciers binnen dit perceel 2% van de opdrachtwaarde in de Social Return doelgroep. Bijvoorbeeld door een bijdrage aan de competentieontwikkeling, of scholing van kandidaten uit de doelgroep Social Return of begeleiding van kandidaten bij bijvoorbeeld RBA / Herstelling, waar zij worden klaargestoomd voor de plaatsing op een werkplek. Binnen de andere percelen is Social Return meegenomen als contracteis van 2% van de opdrachtwaarde als sociale investering in de toeleiding naar werk van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze 2% kan worden ingezet als ondersteuning van de 100% instroom van Social Return kandidaten. Doelgroep Social Return De doelgroep Social Return bestaat uit mensen die minstens drie maanden werkzoekend werkloos zijn en die als werkzoekende staan ingeschreven bij UWV . De werkzoekende heeft een uitkering van DWI of UWV (meestal WWB- of WW-uitkering), is voortijdig schoolverlater, of valt onder de WSW-,WGA/WIA/WAO-, Wajong- of NUG-regeling. Voor de doelgroep met SW indicatie geldt de eis van 3 maanden werkzoekend zijn niet. Schoonmaakpool Nieuw personeel dat valt binnen de Social Returndoelgroep kan door een opdrachtnemer zelf worden geworven, maar het schoonmaakbedrijf kan ook het Werkgevers Service Punt (WSP) inschakelen. Het WSP heeft hiervoor een Schoonmaakpool opgezet, dat onder andere kandidaten uit in principe de hele social returndoelgroep bij RBA / Herstelling voorbereidt op werken in de schoonmaakbranche. Meer informatie op: www.amsterdam.nl.
De schoonmaak
31
Medewerkers productie stromen door naar schoonmaak In-, door- en uitstroom van medewerkers is speerpunt in het Amfors bedrijfsplan. Eind vorig jaar is het Amersfoortse leerwerkbedrijf Amfors gestart met een project, waarin medewerkers van het productiebedrijf doorstromen naar het schoonmaakbedrijf van Amfors. Het project is een succes! Inmiddels hebben 32 medewerkers de overstap gemaakt.
Doorstromen naar een nieuwe werkplek, is voor veel medewerkers een grote verandering. Dus maken medewerkers stap voor stap kennis met het schoonmaakbedrijf. Medewerkers kiezen zelf of ze de overstap willen maken. Deelnemers aan het project volgden een zorgvuldig begeleid traject. Tijdens een startbijeenkomst leerden ze wat werken bij het schoonmaakbedrijf betekent. Amfors liet speciaal voor dit project een filmpje maken, waarin wordt getoond hoe leuk schoonmaakwerk is. Ook ouders, partners en begeleiders waren bij de bijeenkomst aanwezig. Na een snuffelstage van een week, werd gevraagd of ze de overstap willen maken. Maar liefst driekwart van hen koos voor het schoonmaakbedrijf en ging direct daarna op schoonmaakcursus. Inmiddels werken ze allemaal naar volle tevredenheid in groepjes op één van de projecten van Amors bij een externe werkgever. 10 april 2013, bron: www.amfors.nl Box: Convenanten UWV met schoonmaakbedrijven UWV sluit convenanten met bedrijven in de schoonmaak af. Twee voorbeelden: Intentieverklaring met Vebego Deze intentieverklaring dient als raamovereenkomst tussen UWV en Vebego en zijn werkmaatschappijen. De intentie van Vebego is om zijn dochters te stimuleren om vacatures zoveel mogelijk in te vullen met werkzoekenden van UWV. Dit sluit aan bij de visie van Vebego op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Partijen spannen zich in om werkplekken beschikbaar te stellen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Convenant met ISS ISS Facility Services en UWV zijn een partnership aangegaan. Zowel bij ISS als bij UWV draait de dienstverlening om mensen. Door een goede samenwerking tussen regionale vestigingen van beide organisaties is het mogelijk om werkzoekenden snel bij ISS te plaatsen. In het convenant tussen ISS en UWV, dat op 25 februari 2013 werd getekend, zijn daarover afspraken gemaakt. Elk jaar stelt ISS 100 arbeidsplaatsen beschikbaar voor werkzoekenden ouder dan 55 jaar of met een Wajonguitkering.
De schoonmaak
32
4.4.
Uitstroomprofiel
In opdracht van UWV heeft het CBS voor twintig sectoren een uitstroomprofiel opgesteld. Daarin wordt beschreven welke bestemming werknemers uit de schoonmaak hebben gevonden: een baan in een andere sector, pensioen, uitkeringsgerechtigd et cetera. De gegevens hebben betrekking op het (crisis8 )jaar 2010 . Tabel 25 toont de uitkomsten. De belangrijkste conclusies die uit deze tabel kunnen worden getrokken, zijn: De uitstroom naar een andere sector is iets lager dan gemiddeld en is tussen 2000 en 2010 wat gedaald. Die daling geldt overigens ook voor andere sectoren. Er is vooral uitstroom naar een uitzendbaan en – nog sterker – naar de zorg. Uitstroom naar de zorg is tussen 2000 en 2010 bijna verdubbeld. Dit kan duiden op een toename van de uitstroom naar de thuiszorg. De uitstroom naar een uitkering is in de schoonmaaksector (veel) hoger dan in andere sectoren. Uitstroom naar de WW is weliswaar iets lager dan gemiddeld, maar wel verviervoudigd. De uitstroom 8 De tabel laat de status van een persoon zien op twee peilmomenten: één in 2010 en één in 2009. Tussen deze momenten kan de persoon meer dan één keer van positie hebben gewisseld (bijvoorbeeld werkend-uitkering-werkend).
De schoonmaak
33
naar AO is iets hoger dan gemiddeld, maar wel behoorlijk afgenomen. De uitstroom naar een bijstandsuitkering is veel hoger dan gemiddeld, en ook nog toegenomen tussen 2000 en 2010. Veel schoonmakers hebben kleine contracten, van weinig uren. Dan bestaat de kans dat zij met een WWuitkering onder het bestaansminimum blijven en terugvallen op een bijstandsuitkering. De uitstroom naar niet-uitkeringsgerechtigd ligt op een veel hoger niveau dan bij andere sectoren, maar is wel gedaald. Daarentegen ligt de uitstroom naar pensioen veel lager dan gemiddeld, maar is tussen 2000 en 2010 wel verviervoudigd.
Tabel 25: Uitstroomprofiel schoonmaak: percentage uitstromers uit de Schoonmaak naar bestemming Herkomst
2000
2010
Niveau t.o.v.
Trend
alle sectoren
Andere sector
Schoon-
Alle
Schoon-
Alle
maak
sectoren
maak
sectoren
53%
61%
48%
54%
-
-
w.v. Uitzendbranche
12%
10%
Zorg
6%
11%
Horeca
4%
4%
Bouw
2%
3% 3%
Overige zakelijke dienstverlening
6%
3%
Detailhandel Naar student
3%
4%
4%
5%
-
+
19%
11%
23%
18%
++
+
WW
2%
3%
8%
10%
-
++
AO
6%
4%
3%
2%
+
--
Bijstand
4%
1%
6%
2%
++
+
Anders
6%
4%
6%
4%
+
0
23%
15%
18%
12%
++
-
Uitkering w.v.
NUG/overig
2%
3%
2%
2%
0
0
Naar zelfstandigen
w.v. migrant
3%
4%
4%
4%
0
0
Naar pensioen/VUT
1%
4%
3%
6%
--
++
Totaal uitstroom
31.210
686.350
25.360
584.110
Als % werkgelegenheid
31,4%
11,4%
22,2%
9,0%
++
--
Bron: UWV
4.5.
De regio centraal
Op verzoek van UWV heeft het CBS een maatwerktabel gemaakt, waarin het aantal banen naar sector en regio wordt weergegeven. Het betreft de stand per december 2011. Er zijn 35 arbeidsmarktregio’s onderscheiden. Het CBS hanteert een ondergrens van 1.000 banen per regio. Zijn het er minder, dan worden de gegevens niet getoond. In tabel 26 zijn Schoonmaak (144.000 banen) en Landschapsverzorging (16.000) samengevoegd, zodat het totaal aantal banen optelt tot iets meer dan 160.000. De opbouw van tabel 26 is als volgt: Kolom 1 toont de arbeidsmarktregio. Kolom 2 toont het aantal banen per 31 december 2011. Kolom 3 geeft aan welk aandeel de regio inneemt in de totale werkgelegenheid in de schoonmaak. Gemiddeld is dat 2,86% (100:35). Met kleur is aangegeven of de betreffende arbeidsmarktregio daar boven of beneden zit.
De schoonmaak
34
Kolom 4 geeft aan welk aandeel de schoonmaak heeft in de regionale werkgelegenheid. Gemiddeld is dat 2,0% (160.200 banen schoonmaak:7.904.600 banen alle sectoren). Met kleur is aangegeven of de betreffende regio daar boven of beneden zit. Dan weer terug naar kolom 1: met kleur is aangegeven of de betreffende sector in de regio een belangrijke speler is of juist niet. Basis hiervoor vormen de uitslagen van de kolommen 3 en 4. Hieronder wordt de legende weergegeven.
Legenda kolom 3 en 4 Veel hoger dan gemiddeld Hoger dan gemiddeld Gelijk Lager dan gemiddeld Veel lager dan gemiddeld
Legenda kolom 1 Heel belangrijk Belangrijk Gemiddeld Minder belangrijk Veel minder belangrijk
Tabel 26 laat zien dat de sector Schoonmaak in de volgende arbeidsmarktregio’s (heel) belangrijk is: Heel belangrijk: 1. Midden-Gelderland 2. Midden-Utrecht 3. Groot-Amsterdam 4. Rijnmond Belangrijk 1. 2. 3. 4.
Twente West-Brabant Noord-Oost-Brabant Zuid-Oost-Brabant
In de andere arbeidsmarktregio’s speelt de schoonmaak in de werkgelegenheid een minder belangrijke rol. Overigens kunnen er dan toch redenen zijn om wel in de schoonmaak aan de slag te gaan. Het aantal vacatures bijvoorbeeld (naar sector en regio voor de schoonmaak niet bekend) of het eerder geschetste ondernemersvertrouwen, dat sterk per regio verschilt.
De schoonmaak
35
Tabel 26: Werkgelegenheid in de schoonmaak naar arbeidsmarktregio Arbeidsmarktregio
Aantal banen (x1.000)
Percentueel aandeel in wg. schoonmaak
Percentueel aandeel in wg. arbeidsmarktregio
Groningen
5.4
3,4%
1,7%
Friesland
3.6
2,2%
1,4%
Drenthe
1.8
1,1%
1,7%
x
x
x
6.1
3,8%
2,2%
IJsselVechtstreek Twente Stedendriehoek
x
x
x
Midden-Gelderland
5.8
3,6%
3,1%
Food Valley
2.5
1,6%
1,8%
Zuid-Gelderland
1.7
1,1%
1,2%
x
x
x
1.8
1,1%
1,8%
Achterhoek Rivierenland Flevoland
x
x
x
3.0
1,9%
2,8%
13.1
8,1%
2,7%
x
x
x
Noord-Holland-Noord
3.4
2,1%
1,4%
Zuid-Kennemerland
1.9
1,2%
1,3%
Zaanstreek-Waterland
2.5
1,6%
2,4%
18.9
11,7%
2,3%
Holland-Rijnland
2.9
1,8%
1,3%
Midden-Holland
1.8
1,1%
2,0%
Haaglanden
5.4
3,4%
1,3%
Zoetermeer
1.5
0,9%
1,3%
15.2
9,4%
2,4%
2.1
1,3%
1,8%
x
x
x
Zeeland
4.2
2,6%
2,7%
West-Brabant
7.5
4,7%
2,4%
Helmond-De Peel
1.2
0,7%
1,3%
Midden-Brabant
2.5
1,6%
1,2%
Noord-Oost-Brabant
6.2
3,9%
2,1%
10.4
6,5%
3,6%
Noord-Limburg
2.0
1,2%
1,5%
Midden-Limburg
1.9
1,2%
1,4%
Zuid-Limburg
5.5
3.4%
2.1%
160.200
2,85%
2,0%
Gooi en Vechtstreek Midden-Utrecht Oost-Utrecht
Groot-Amsterdam
Rijnmond Drechtsteden Gorinchem
Zuid-Oost-Brabant
Totaal/Gemiddeld Bron: UWV
De schoonmaak
36
De schoonmaak
37
5.
Conclusie
De schoonmaakmarkt staat onder druk. De omzet stagneert, de werkgelegenheid groeit niet meer en het aantal vacatures is afgenomen. Deze ontwikkeling is het gevolg van het feit dat bedrijven en instellingen schoonmaak en onderhoud uitstellen, inkrimpen of combineren met andere facilitaire dienstverlening. In de sector wordt gezamenlijk gewerkt aan het verbeteren van het prijsniveau en het tegengaan van ontduiking van aanbestedingsnormen (de Code Verantwoordelijk Marktgedrag) en aan het kaf van het koren scheiden (OSB-Keurmerk, Glazenwassersregister). Ook in sociaal opzicht wordt veel ondernomen dat een positieve invloed heeft op de kwaliteit van werken in de sector Schoonmaak. Zo is de Basis(vak)opleiding Schoonmaak verplicht gesteld, wordt gewerkt aan verbetering van het taalniveau en volgen meer leerlingen dan voorheen een mbo-opleiding. Daarmee wordt de schoonmaak een aantrekkelijker sector voor nieuwe instroom. Dat is ook nodig want de komende jaren neemt de vergrijzing verder toe. Dat zorgt voor een groeiende vervangingsvraag. De schoonmaaksector vraagt ook om een ander type werknemer omdat er sprake is van diversificatie, van toename van de dagschoonmaak en van de combinatie van schoonmaaktaken met andere werkzaamheden, zoals onderhoud en catering. Er ontstaan ook nieuwe functies zoals hospitality comfort-medewerker. De sector Schoonmaak biedt nu en in de toekomst perspectief aan veel groepen mensen; voor werkzoekenden die nu langs de kant staan, maar ook voor bijvoorbeeld ouderen. De sector biedt tevens instroomperspectieven voor uitzendkrachten en er stromen ook veel niet-uitkeringsgerechtigden die als NWW’er ingeschreven staan, in de sector in. Er is nog veel werk aan de winkel. Uit de beschreven praktijkvoorbeelden blijkt dat de sector haar maatschappelijke verantwoordelijkheid oppakt en daarmee een goede bijdrage kan leveren aan het creëren van arbeidsmarkt- en werkgelegenheidsperspectieven op verschillende niveaus.
De schoonmaak
38
De schoonmaak
39
Literatuurlijst
ABN-AMRO (2012), Sectorschets schoonmaakedrijven CBS (2012, 2013), Kwartaalmonitor schoonmaakbedrijven CBS (2013), Conjunctuurenquête Cleantotaal (2013), De Nederlandse schoonmaakmarkt in Europees perspectief Consumentenbondnieuws, 22 april 2013 FNV Bondgenoten (2009), Schoon genoeg, op naar een betere toekomst voor de schoonmaaksector ING (2013), Sectoren in economisch perspectief 2013 ING(2012), Kwartaalbericht Facilitaire dienstverlening IVA (2009), Ontwikkelingen in de schoonmaakbranche KOCK (2007), SW in de schoonmaak Rabobank (2013), Cijfers en trends 2013, schoonmaakbedrijven ROA (2011), Arbeidsmarkt naar opleiding en beroep 2016 RWI (2011), Sectorale arbeidsmarktinformatie, schoonmaakbedrijven Savantis (2013), Rapportage Arbeidsmarkt- en Onderwijsinformatie 2012 Savantis (2011), Rapportage Arbeidsmarkt- en Onderwijsinformatie 2010-2011 Schooonmaakjournaal, 8 mei 2013 TNO (2010), Het verschil maken, sociale innovatie door de inzet van mensen met een astand tot de arbeidsmarkt UWV (2011), Vacatures in Nederland 2011 Vereniging Facility Management Nederland (2012), De Nederlandse Facility Management Markt 2012
De schoonmaak
40
De schoonmaak
41
Bijlage I
Sociale organisatie in de schoonmaak
Cao Naam
Cao Schoonmaak- en glazenwassersbedrijf
Aantal werknemers OSB
Aantal werknemers totaal
Ingangsdatum
Expiratiedatum
113.300
150.700
1.1.2012
1.1.2014
In de sector Schoonmaak geldt één cao. Er vallen ruim 150.000 werknemers onder. Ruim 113.000 daarvan werken voor bedrijven die bij de Ondernemersorganisatie voor Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB) zijn aangesloten. De cao Schoonmaak wordt aan werkgeverszijde door de OSB en aan werknemerszijde door FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen getekend. Het secretariaat berust bij de Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak en Glazenwassersbranche (RAS).
Werkgevers- en werknemersorganisaties OSB De Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB) is de werkgeversorganisatie van de schoonmaak- en glazenwassersbranche in Nederland. De OSB behartigt de belangen van 500 leden die 80 procent van de totale omzet van de markt realiseren. Het gaat om bedrijven die zich voornamelijk op de zakelijke markt richten en die zich bezighouden met de schoonmaak van kantoren, glazenwassen, gevelbehandeling, reiniging na calamiteiten, reiniging van treinen, vliegtuigen en scholen en reiniging in de voedingsmiddelenindustrie.
Al ruim dertig jaar werkt de OSB aan een sterke en aantrekkelijke branche, waarbij integriteit, betrouwbaarheid, transparantie en kwaliteit speerpunten zijn. De schoonmaak- en glazenwassersbranche is dynamisch. Dat komt onder meer door ontwikkelingen op het gebied van arbeidsmarkt, imago, veiligheid en milieu. OSB-leden moeten zich houden aan strenge eisen op het gebied van arbeidsvoorwaarden, afdracht van sociale premies, de gedragscode schoonmaakbranche, veiligheid op de werkvloer en schoonmaakspecifieke zaken. Alle OSB-leden moeten vanaf 1 januari 2014 voldoen aan de voorwaarden om het OSB-Keurmerk te hebben.
RAS Stichting Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche (RAS) is in 1991 opgericht door de sociale partners (CNV Vakmensen, FNV Bondgenoten en OSB). Belangrijke taak van de RAS is het adviseren van de branche en toezien op de naleving en toepassing van de cao-afspraken. De RAS initieert en financiert activiteiten en projecten op het gebied van
De schoonmaak
42
arbeidsvoorwaarden en het toezicht op naleving van de cao, op arbeidsomstandigheden en opleidingen; voor zowel werkgevers als werknemers.
FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten maakt zich hard voor goede arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden voor al het personeel in de sector industrie, metaal, vervoer, agrarisch, handel of diensten. FNV Bondgenoten is ook in de sector Schoonmaak actief. Met ruim 14.000 leden is het de grootste vakbond in deze sector. FNV Bondgenoten heeft een Schoonmaakparlement, waarin vertegenwoordigers van schoonmakers zitting hebben en dat de koers bij bijvoorbeeld acties bepaalt. De website www.schoongenoeg.nu biedt nieuws en beoogt ook jonge schoonmakers op een aantrekkelijke manier te benaderen. Via de RAS, de Code Verantwoord Marktgedrag en andere initiatieven draagt FNV Bondgenoten bij aan goede arbeidsverhoudingen in de sector. FNV Bondgenoten is een vereniging en bestaat uit een hoofdbestuur en een bondsraad. De werkorganisatie zorgt ervoor dat het beleid, zoals uitgestippeld door de bondsraad, wordt uitgevoerd. FNV Bondgenoten is lid van de Federatie Nederlandse Vakverenigingen (FNV). Via deze federatie neemt de bond deel aan de Sociaal-economische Raad (SER) en de Stichting van de Arbeid (StvdA), en is de bond actief op landelijk niveau (onder meer om te lobbyen in de politiek). SER en StvdA zijn overlegorganen waar vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers belangrijke maatschappelijke onderwerpen bespreken en daarover advies geven aan de regering.
CNV Vakmensen CNV Vakmensen is met 135.000 leden de grootste bond binnen het CNV. CNV Vakmensen behartigt de belangen van werkenden en niet-werkenden op het gebied van arbeid en inkomen. Dat doet de bond vanuit een christelijk sociale gedachte. CNV Vakmensen is een democratische organisatie. Leden krijgen de gelegenheid en worden uitgenodigd mee te denken, te praten en te beslissen over beleid. De bondsraad is het hoogste orgaan. Er zitten vertegenwoordigers van vakgroepbesturen en besturen van platforms in. Daarmee zijn de leden van CNV Vakmensen via de lijn van de cao en via de regio vertegenwoordigd in de bondsraad. In de raad zitten ook vertegenwoordigers van de Anders Actieven Raad en de Seniorenraad.
Kennisorganisaties en opleidingsinstituten Savantis Savantis is een van de zeventien Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Savantis werkt voor vier sectoren: Schilderen en Onderhoud Afbouw Reclame, Presentatie en Communicatie
De schoonmaak
43
Schoonmaak en Glazenwassen Het register van erkende leerbedrijven telt meer dan 9.000 ondernemingen, waar ruim 9.000 leerlingen en stagiairs uit het middelbaar beroepsonderwijs het praktijkdeel van hun opleiding volgen. Savantis verzorgt ook praktijk- en theorietrainingen, met jaarlijks 5.000 deelnemers. Savantis is zowel een kennis- als een vakcentrum. Als kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven heeft het wettelijke taken. Als vakcentrum Afbouw en Onderhoud, Presentatie en Communicatie richt het zich op andere activiteiten. Tot de wettelijke taken behoort de erkenning van leerbedrijven. Ook ontwikkelt en onderhoudt Savantis de kwalificatiedossiers. Zo'n dossier beschrijft de inhoud van een beroep en de competenties, kennis en vaardigheden die voor een beginnende beroepsbeoefenaar nodig zijn. Bovendien is Savantis actief op het gebied van arbeidsmarktinformatie. Als vakcentrum voert Savantis andere taken uit, zoals examinering, training en de ontwikkeling van lesmateriaal.
VSR De Vereniging Schoonmaak Research (VSR) is het onafhankelijke platform voor professioneel schoonmaken. Als kennisinstituut voor alle marktpartijen op het gebied van schoonmaakonderhoud streeft VSR al dertig jaar naar objectivering en professionalisering van het schoonmaakvak door middel van onderzoek, voorlichting en opleiding. De vereniging is een dwarsdoorsnede van de totale schoonmaakbranche en heeft circa 270 leden. Zowel opdrachtgevers als schoonmaakbedrijven, leveranciers van schoonmaakapparatuur en -middelen, adviesbureaus en onderwijsinstellingen zijn lid van VSR. De aangesloten organisaties hebben toegang tot de studies en onderzoeken van VSR op het gebied van schoonmaakmethoden en -technieken, kwaliteitssystemen en het functioneren van mensen, organisaties en markten binnen de schoonmaakdienstverlening.
SVS SVS is een van de opleidingsinstituten in de schoonmaak en marktleider. Verder zijn onder meer bekend: Carling, DOC, UL Team, Studieplan NL, Alpheios en Top4you. SVS is door vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers als brancheopleidingsinstituut in 1977 opgericht. Doel van SVS is het stimuleren, organiseren en uitvoeren van opleidingen voor werknemers in ondernemingen die zich bezighouden met professioneel schoonmaakonderhoud. Door een praktijkgerichte aanpak en door de belangen van de schoonmaakbranche en opdrachtgevers voorop te stellen, is SVS sinds jaar en dag hét opleidingsinstituut voor de schoonmaakbranche. In januari 2011 legde de 100.000ste cursist met succes haar examen af bij het opleidingsinstituut. Jaarlijks begroet SVS nu zo’n 7.000 cursisten. Daarvoor staan 25 SVS-medewerkers en ruim 200 vakdocenten klaar. Samen verzorgen ze meer dan 60 vak-, kader- en managementopleidingen. Meer informatie op www.svs-opleidingen.nl.
De schoonmaak
44
Relevante links en vacaturesites Links www.osb.nl Website van de Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB). www.fnvbondgenoten.nl Website van FNV Bondgenoten. www.cnvvakmensen/schoonmaak Website van CNV Vakmensen Schoonmaak. www.pensioenschoonmaak.nl Alles over pensioenregeling en pensioenfonds in de schoonmaak. www.zowerkjeprettiger.nl De arbocatalogus voor de schoonmaak- en glazenwassersbranche. www.codeverantwoordelijkmarktgedrag.nl Alle informatie over de Code Verantwoordelijk Marktgedrag in de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche. www.savantis.nl Alle informatie over het beroepsonderwijs in de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche. www.hba.nl Website van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA). Bij het HBA zijn diverse branches aangesloten, waaronder de Glazenwassersbranche. www.vsr-org.nl Website van de Vereniging Schoonmaak Research (VSR), het platform voor professioneel schoonmaken. www.nvz.nl Website van de Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten (NVZ), de branchevereniging van producenten/importeurs van was-, reinigings-, desinfectie, bleek- en onderhoudsmiddelen en professionele reinigingsmachines. NIFM is de sectie van de NVZ die zich bezighoudt met de professionele schoonmaak. Vacaturesites www.baanmetuitzicht.nl Informatie over het werk van glazenwassers en vacatures.
De schoonmaak
45
Colofon
Uitgave UWV Afdeling arbeidsmarktinformatie en -advies
Postadres Postbus 58285 1040 HG Amsterdam
Inlichtingen Tel. 06-22947956
Redactie Kees van Uitert Mechelien van der Aalst
Disclaimer Alles uit deze uitgave mag worden overgenomen, graag zelfs, maar gebruikt u wel de bronvermelding. UWV © 2013
De schoonmaak
46
Einde rapport
De schoonmaak
47