Schoolgids 2015-2016
VOORWOORD
In deze schoolgids willen wij u een beeld geven van wat de openbare Basisschool in Kotten de kinderen en de ouders te bieden heeft. Met deze schoolgids willen wij u een beeld geven hoe het gaat op school. Praktische informatie en achtergronden van de school zijn hierin beschreven.
In deze schoolgids vindt u informatie over onze ideeën over onderwijs, wat we willen bereiken met het onderwijs dat we geven en wat er naast het leren voor activiteiten zijn. Ook vindt u informatie over de samenwerking met u als ouder. Verder vindt u in de gids een aantal belangrijke wettelijke bepalingen en huishoudelijke zaken.
De schoolgids wordt aan nieuwe ouders uitgereikt en is daarnaast ook te vinden op onze homepage. Heeft u na het lezen van de schoolgids kennis met ons maken, of hebt u nog vragen? U bent altijd welkom voor een persoonlijk gesprek of om een kijkje in onze school te nemen. Wij vinden het fijn als u contact opneemt voor het maken van een afspraak.
Namens het team OBS Kotten,
Connie Grevers directeur
1
HOOFDSTUK 1 DE SCHOOL EN HAAR VISIE 1.1 VISIE VAN DE SCHOOL Visie van de school/uitgangspunten Obs Kotten: Bij ons staat het kind centraal. Iedereen is welkom en krijgt dezelfde kansen. We leggen de basis voor de toekomst en een leven lang leren. Samen bereik je meer. In school is binnen een klassikale structuur aandacht voor het individuele kind. Het uitgangspunt is dat het kind zich de kerndoelen zich eigen maakt. Ondersteuning is niet alleen gericht op het kind, maar ook op de rol die de omgeving hierbij kan spelen. Er is aandacht voor verschillen. Dat kan zijn op interesse, op tempo of op vaardigheden. Onze leerkrachten zien het als een uitdaging het aanbod zo aan te passen dat elke leerling zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen. Het kind is zelf als leerling mede-eigenaar van zijn eigen leren. De aandacht ligt vooral op wat het kind geleerd heeft gedurende de afgelopen periode. Wat ging goed? Wat ging minder goed? Hoe zou ik het mogelijk een volgende keer anders doen? Kan ik dat alleen of heb ik daar hulp bij nodig? En natuurlijk: Waar ben ik het meest trots op? Ouders zijn hierbij belangrijk als een educatieve partner. School en ouders zijn elkaars partners, want beide spelen ze een rol in de opvoeding van kinderen en samen kunnen ze meer voor kinderen betekenen dan elk voor zich. Vaardigheden om te kunnen functioneren in de 21e eeuw zijn belangrijk. Omgaan met diverse ICT mogelijkheden horen daarbij. Wij streven naar adaptief onderwijs. Dat houdt in dat we in ons onderwijs voldoen aan een drietal basisbehoeften van leerlingen: relatie, competentie en autonomie. Onder de basisbehoefte relatie wordt verstaan dat
leerlingen zich geaccepteerd voelen, ze horen erbij, ze voelen zich welkom en veilig. In dit kader past ook de hantering van ons pestprotocol. Onder de basisbehoefte competentie wordt verstaan dat leerlingen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen, aankunnen; dat ze ontdekken dat ze steeds meer kunnen. Onder de basisbehoefte autonomie wordt verstaan dat ze weten dat ze ( in ieder geval voor een deel) hun leergedrag zelf kunnen sturen. Onze leerkrachten stemmen hun gedrag af op deze drie basisbehoeften. Het pedagogisch- en didactisch handelen wordt hierop afgestemd. Onderwijs wordt zodanig vormgegeven dat gestreefd wordt dat leerlingen gemotiveerd zijn voor hun taken en daar uiteindelijk ook van profiteren. De ligging van de school maakt dat er twee unieke uitgangspunten zijn: - de ligging ten opzichte van de Duitse grens
- de ligging in een natuurlijke omgeving
Obs Kotten is een kleine school maar is gericht op Europa. We zijn niet alleen Nederlander maar ook Europeaan. Onze school ligt 3km van de grens met Duitsland. Wij vinden het
2
belangrijk dat onze kinderen van jongs af aan in contact komen met hun Duitse "buren". Door de leerlingen al vanaf groep 1 de Duitse taal aan te bieden en met Duitse leeftijdgenoten in contact te laten komen, leren kinderen van jongs af aan omgaan met kinderen die een andere taal spreken en in een andere cultuur leven.
OBS Kotten is een school waar we er naar streven dat de kinderen zich veilig en plezierig voelen en zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen binnen een respectvolle omgeving.
Het tweede uitganspunt is de natuurlijke omgeving. De school heeft een prachtig natuurlijk schoolplein, waar volop kan worden bewogen. Naast bewegen heeft het schoolplein een leeraspect. Omgaan met de natuur, respect voor de natuur en opgroeien met de natuur zijn verweven in ons onderwijs. Het schoolplein is onderdeel van ons lesprogramma. Bewegingsonderwijs, natuuronderwijs, tekenen etc. Dit is niet gebonden aan een klaslokaal. Het kan ook buiten plaatsvinden.
1.3 EEN OPEN KARAKTER
Hierbij sluit ook de hantering van ons pestprotocol aan.
Mochten er onduidelijkheden, problemen of moeilijkheden met uw kind zijn, dan kunt U altijd contact opnemen met de desbetreffende leerkracht of een gesprek met de directeur aanvragen. Een goed contact tussen school en thuis is heel erg belangrijk.
Het motto is: Alle kinderen in Kotten hebben recht op Passend Onderwijs! 1.2 MISSIE Een leerling van obs Kotten - is uniek en onvervangbaar en kan op zijn/haar eigen wijze een steentje bijdragen aan een waardevolle, culturele en humanitaire hoogstaande samenleving. - heeft als norm dat iedereen erbij hoort en heeft de vaardigheden om daar naar te handelen - is content met hoe hij/zij zelf is - beschikt over genoeg kennis voor de basisvakken rekenen, taal en lezen - participeert in de buurtschap, heeft een actieve rol en zorg voor zijn/haar omgeving - spreekt naast Nederlands ook Duits en Engels - heeft kennis van diverse cultuurdomeinen als muziek, beeldende vorming, film, etc. - heeft voldoende vaardigheden om met diverse media om te gaan
3
HOOFDSTUK 2 DE SCHOOL EN DE OMGEVING 2.1 HET GEBOUW De school staat in de kern van de buurtschap Kotten (gemeente Winterswijk) en neemt hier een centrale plaats in. Een groot gebouw in een natuurlijke omgeving.
In de school is de plaatsel ijke peutero pvang Micky gevestig d. Peuters vanaf 2,5 jaar zijn welkom op maandag- en woensdagmorgen.
2.3 NASCHOOLSE OPVANG
In de meeste gevallen gaan kinderen uit Kotten en de nabijgelegen buurtschap Brinkheurne naar onze school. Het gebouw van OBS Kotten staat sinds 1933 op deze plek.
Op dinsdagmiddag is er de mogelijkheid tot naschoolse opvang. “De Bezige Bij” vangt leerlingen op tot ongeveer half 6. De leerlingen hebben deze middag allerlei activiteiten. Buiten spelen, knutselen en koken
Op de teldatum in oktober 2014 waren er 62 leerlingen op school. Ook in Kotten is de krimp van de bevolking meetbaar. De schoolgrootte daalt de komende jaren tot ongeveer 50 leerlingen. 2.2 PEUTEROPVANG
zijn regelm atig terugk
4
erende activiteiten. Ouders die meer informatie willen hebben over de naschoolse activiteiten kunnen contact opnemen met de directeur. Ook is er een email adres:
[email protected] Het schoolplein leent zich prima voor allerlei sport- en spelactiviteiten. Diverse verenigingen maken in de avonduren gebruik van ons schoolgebouw.
HOOFDSTUK 3 DE ORGANISATIE VAN ONS ONDERWIJS Om de visie en de uitgangspunten van ons onderwijs tot uiting te brengen, hebben we als team de laatste jaren veel tijd besteed aan het ontwikkelen van een efficiënt klassenmanagement. Hierbij streven we naar doorlopende lijnen ten aanzien van autonomie, dagritme en dag- en weektaken. 3.1 KERN VAN ONS ONDERWIJS Onze kern is adaptief onderwijs. Dat houdt in dat we in ons onderwijs voldoen aan een drietal basisbehoeften van leerlingen: relatie, competentie en autonomie. Onder de basisbehoefte relatie wordt verstaan dat leerlingen: zich geaccepteerd weten, dat ze erbij horen, dat ze het gevoel hebben welkom te zijn en dat ze zich veilig voelen. Onder de basisbehoefte competentie wordt verstaan dat leerlingen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen, aankunnen; dat ze ontdekken dat ze steeds meer aankunnen.
Onder de basisbehoefte autonomie wordt verstaan dat ze weten dat ze (in elk geval voor een deel) hun leergedrag zelf kunnen sturen.
Onze leerkrachten stemmen hun gedrag af op deze basisbehoefte. Dat geldt zowel voor hun manier van lesgeven als voor het organiseren van het onderwijs in de klas/ school en het pedagogisch optreden. Op die manier wordt onderwijs vormgegeven zodat leerlingen gemotiveerd zijn om aan het werk te gaan en waarvan ze uiteindelijk optimaal profiteren. In onze interactie, instructie en klassenmanagement wordt veel aandacht besteed aan zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de kinderen, d.m.v. dagritmekaarten, weektaken, verkeerslichten enz. Op deze manier willen we kinderen het vertrouwen geven om de uitdaging aan te gaan. Zelfstandig of met ondersteuning van de leerkracht. 3.1.1 DAGRITME KAARTEN In iedere groep wordt elke dag op het bord aangegeven welke activiteiten voor die dag gepland staan. Bij de leerlingen van groep 1-2 is dit in de vorm van pictogrammen, in groep 3-4 wordt overgegaan in pictogrammen met woorden en in de hoogste groepen alleen in woorden. Hierbij worden vanaf groep 5-6 ook de tijden aangegeven. Dit doen we om de leerlingen bewust te maken van wat er die dag komen gaat, (voorspellend) en om in de
5
hogere groepen zelf hun werk te kunnen plannen. 3.1.2 KIESBORD De leerlingen van groep 1 en 2 werken met een kiesbord. Op dit kiesbord staat de keuze van deze dag. Soms zijn het verplichte werkjes, soms mogen de kinderen kiezen voor de computer of bouwhoek. Naast het kiesbord is er een bord waarop de leerlingen kunnen laten zien welke werkjes zij deze week al gemaakt hebben. Dit geven de leerlingen aan door de kleur van de dag. Op vrijdag moeten alle werkjes van deze week af zijn. In groep 3 geeft het planbord aan welke activiteiten er voor die dag op het programma staan. Deze activiteiten kunnen op meerdere niveaus worden aangeboden. (meestal in de tweede helft van het jaar) De leerlingen kunnen zelf bepalen welke werkjes ze gaan maken in de afgesproken periode, welke activiteiten zelfstandig zijn en welke activiteiten onder leiding van de leerkracht worden gemaakt. 3.1.3 DAG EN WEEKTAKEN (DWT): In groep 4 starten we met een weektaak. Een weektaak is een planningsdocument. Per week wordt aangegeven welke taken er gemaakt moeten worden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen: Moet-, plan- en keuzewerk. Moet- en planwerk zijn verplichte activiteiten. Het keuzewerk is een uitlooptaak. Naast de minimumdoelstellingen, wordt in het takensysteem ook extra werk aangeboden. Het extra werk kan bestaan uit methodegebonden en nietmethodegebonden materiaal. Bovendien is binnen het takensysteem de mogelijkheid aanwezig om te differentiëren, zowel op inhoud als op tempo.
Wanneer een leerling moeite heeft met een weekplanning blijft er de mogelijkheid om te werken met een dagplanning. In groep 8 wordt vanaf januari gewerkt met een agenda. 3.2 WELKE VAKKEN WORDEN ER OP SCHOOL GEGEVEN In de Wet op het Basisonderwijs wordt niet voorgeschreven hoeveel tijd er aan de afzonderlijke vakken moet worden besteed. Het aantal uren onderwijs dat de leerlingen uit de groepen 1 tot en met 4 dienen te genieten bedraagt gemiddeld 880 uur per jaar. Voor de groepen 5 tot en met 8 staat een gemiddelde van 1000 uur per jaar. Elke schooldag mag maximaal 5,5 uur duren. Ook wordt er beschreven in welke vakken de leerlingen onderwijs moeten krijgen.
Deze zijn:
Zintuiglijke en lichamelijke opvoeding Nederlandse taal en lezen Rekenen en wiskunde Engelse taal Expressieactiviteiten (Muziek, dans, tekenen en handvaardigheid) Bevordering sociale redzaamheid (Verkeer) Bevordering gezond gedrag Enkele kennisgebieden (Aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs, geestelijke stromingen en maatschappelijke verhoudingen)
De meeste vakken worden op onze school volgens een bepaalde methode gegeven. De vakken bevordering sociale redzaamheid, geestelijke stromingen en maatschappelijke verhoudingen kunnen in de vorm van een project worden gegeven. Voor verkeer hanteren we binnen gr 3 t/m 6 de methode "Klaar over". Leerlingen uit groep 7 en 8 werken met de verkeerskrant en nemen twee
6
jaarlijks deel aan het verkeersexamen van 3VO. Daarnaast bestaat er voor de groepen 5/6 en 7/8 een uitwisselingsprogramma met een school in Duitsland. Groep 5/6 heeft een uitwisseling met de Von-Galenschule uit Oeding. Groep 7/8 heeft een uitwisseling met de Gesammtschule in Borken. Doel van deze uitwisseling: in het kader van burgerschap kennismaken met de “buren” van ons. Kennismaken met de Duitse taal, gebruiken en gewoontes draagt er toe bij dat de kinderen beseffen dat ze niet alleen in Nederland leven maar ook Europese burgers zijn.
3.3 ONDERWIJS AANBOD IN GROEP 1 EN 2 In groep 1-2 werken we met de methode “Onderbouwd”. In 10 thema’s worden de referentieniveaus, welke door de overheid zijn vastgesteld, aangeboden. Deze worden geoefend en aan het eind van een thema gemeten. Is het doel behaald dan krijgt de leerling een stempel op de kaart. Wanneer een leerling dit niet beheerst, dan worden er extra oefenmomenten ingelast. Op een later moment wordt dit dan nogmaals gemeten. Door het stempelen krijgen zowel ouders, als leerkrachten inzicht in de vorderingen van hun kind. De tien thema’s worden ondersteund met programma’s als Schatkist, fonemisch bewustzijn en Met Sprongen Vooruit. 3.4 ONDERWIJS AANBOD IN GROEP 3 T/M 8 3.4.1 HET LEZEN
Vanaf het schooljaar 2014-2015 zijn we gestart met het vak Duits op het lesrooster van groep 1,2 en 3. Vanaf het schooljaar 20152016 zullen alle leerlingen 30 minuten Duits per week krijgen. Spelenderwijs zullen leerlingen te maken krijgen met de Duitse taal. In de vorm van prentenboeken, spelletjes en de leerkracht die dan Duits spreekt. Dit allemaal zal ondersteund worden door een native speaker. Hiermee wordt een persoon bedoeld die Duits als moedertaal spreekt. Niet alle bovengenoemde vakken staan expliciet op onze lesroosters vermeld. Bevordering Gezond Gedrag, Maatschappelijke Verhoudingen en Geestelijke Stromingen staan niet op onze lesroosters. De inhoud van deze vakken worden behandeld binnen de aardrijkskunde, geschiedenis, verkeer- en natuurlessen.
Lezen neemt een centraal punt in bij ons aanbod van lessen. Immers wanneer iemand niet goed kan lezen, ondervindt het later problemen in zijn leven. We hanteren in school de belangrijkste waarden van “List” een wetenschappelijk gehanteerde manier van werken om leerlingen nauwlettend te volgen en te begeleiden. Van elke leerling wordt een leesdossier bijgehouden dat start vanaf groep 1 en eindigt wanneer de leerling AVI Plus beheerst. Daarnaast wordt middels de DMT toetsen de leerling (t/m groep 8) blijvend gevolgd. In groep 1 en 2 starten we met de voorbereiding op het leren lezen. In groep 3 wordt met behulp van de methode Veilig Leren Lezen de techniek aangeleerd van lezen. Om de leesvaardigheid te vergroten en te onderhouden lezen we elke dag. Drie keer per
7
week lezen we schoolbreed. De meeste leerlingen lezen zelfstandig maar er wordt tijdens dit halve uur ook begeleid ingeoefend en/of met een maatje gelezen. Dit is belangrijk om de andere lessen, zoals de zaakvakken goed te kunnen volgen. Wanneer leerlingen niet voldoen aan de tussentijdse doelen dan wordt extra geoefend met de leerling. Dit kan in de vorm van Connect- of Ralfi lezen, het lezen van losse woorden uit Vloeiend en Vlot, maar ook duo lezen en voorlezen-nalezen zijn. Alles met de intentie om de gestelde doelen te behalen. Mocht dat gestelde doel niet worden gehaald, dan hebben we hierover contact met een externbegeleider van het samenwerkingsverband.
Er wordt echter ook in de kleuterklassen aandacht besteed aan geschreven taal. Met diverse activiteiten en materialen wordt gewerkt aan de letterkennis en voorbereiding op de leeshandelingen. Hieraan zijn ontwikkelingsmaterialen gekoppeld via de methode “Onderbouwd”. Vaardigheden die nodig zijn om te leren lezen, worden al spelenderwijs geoefend. Bijv. auditieve of visuele discriminatie. Daarnaast zijn er allerlei functionele activiteiten als voorbereiding op de noodzaak van lezen en schrijven. Het maken van verlanglijstjes, boodschappenbriefjes etc. In groep 3 wordt de overgang naar schriftelijk taalgebruik gerealiseerd.
De leerkracht wordt geadviseerd over gehanteerde lesmethoden en middelen.
We gebruiken op onze school de nieuwste versie van de methode “Veilig leren lezen”.
In school is de laatste jaren flink geïnvesteerd in actuele boeken, tijdschriften e.d. We bezitten een abonnement van de bieb waar regelmatig boeken worden geleend.
In de groepen 4 t/m 6 werken we met de nieuwste taalmethode “Taalactief”.
Daarnaast hanteren we de methode Nieuwsbegrip, een actuele begrijpend leesmethode. Elke week krijgen we via de email een tekst met een onderwerp uit het nieuws met daarbij vragen en opdrachten.
In de groepen 1en 2 wordt het rekenen centraal aangeboden. In de kring wordt een ontwikkelingsmateriaal aangeboden. De leerling gaat hiermee aan het werk en oefent zo deze vaardigheid. Bijvoorbeeld het ontwikkelen van ordeningsprocessen door middel van waarnemen en handelen. Begrippen als groot-klein, vol-leeg, veelweinig, maar ook de symbolen worden zoveel mogelijk aangeboden in betekenisvolle contexten en (spel)activiteiten. Voor alle wiskundige aspecten zijn diverse ontwikkelingsspellen voorhanden. Na het oefenen wordt op gezette tijden gemeten of de leerling deze vaardigheid beheerst. Dit gaat met het programma “Onderbouwd”. Daarnaast hanteren we “Met sprongen vooruit”.
3.4.2.NEDERLANDSE TAAL Bij het taalonderwijs richten wij ons op taal als communicatiemiddel. Zowel in woord (het spreken en luisteren) als geschrift (stellen, spelling en taalbeschouwing). In groep 1 en 2 richten wij ons zowel op het mondeling taalgebruik als op het schriftelijk taalgebruik. Voor het mondelinge aspect van taal gebruiken we allerlei ondersteunende materialen, zoals boeken en ontwikkelingsspelen.
3.4.3 REKENEN EN WISKUNDE
8
Vanaf groep 3 wordt er structureel met een methode gewerkt. Hiervoor gebruiken we de methode Pluspunt. Deze methode biedt de mogelijkheid om gedifferentieerd les te geven. Dit betekent dat leerlingen in dezelfde groep op een verschillend niveau kunnen rekenen. We hanteren vanaf groep 6 drie niveaus, aangeduid met sterren. Zo kan een leerling op 1 sterniveau rekenen maar ook op 2 of 3 sterren.
In groep 3 wordt begonnen met het inoefenen van letters en cijfers. De leerlingen schrijven in het begin met driekantige potloden om de schrijfgreep goed te leren. Onze methode Pennenstreken leert de kinderen een lichthellend, verbonden schrift. Als alle letters geleerd zijn, worden ze vervolgens ingeoefend. In de hogere groepen wordt er geoefend op temposchrijven en de juiste schrijfwijze.
Naast schriftelijke verwerking van verschillende rekenopdrachten wordt er veel aandacht besteed aan het “lijfelijk” rekenen. Leerlingen zijn dan handelend bezig met getallen. Alle leerkrachten zijn hierin extra geschoold via de cursus “Met sprongen vooruit”. Termen als: buren van, de verliefde harten som, worden gehanteerd om leerlingen betekenis en inzicht te geven in de wereld van getallen.
Vanaf groep 7/8 mogen leerlingen hun eigen schrift gaan ontwikkelen.
3.4.4 SCHRIJVEN Schrijven is een techniek die ons in staat stelt mededelingen te doen op papier. Het is een communicatiemiddel, een wijze van omgaan met taal. Het is ook een motorische vaardigheid, die een aantal basisvoorwaarden vereist: het onderscheiden van links en rechts, richting besef en vorminzicht. In groep 1 en 2 wordt veel aandacht besteed aan de grove en fijne motoriek als voorbereiding voor het schrijven. Ook zijn er diverse materialen voorhanden, waarmee geoefend kan worden. Er zijn ook diverse momenten waar functionele schrijfactiviteiten in de vorm van een spelactiviteiten aan de orde komen. Ook dit wordt geobserveerd en getoetst via “Onderbouwd”. In de laatste periode van groep 2 wordt er geoefend in schrijfpatronen.
Ieder leerling krijgt een vulpen door school verstrekt. Bij normaal gebruik kan de vulpen tot en met groep 8 mee. Bij slijtage door normaal gebruik wordt een vulpen vervangen. Wanneer door onzorgvuldig gebruik de vulpen kapot gaat, moet de leerling een vulpen mee nemen van thuis. Leerlingen mogen van thuis een vulpen of Stabilo pen meenemen. Echter de leerkracht beoordeelt of deze voldoet aan de eisen. Wanneer de leerling zelf een Stabilo pen meeneemt van thuis dan worden er door school geen vullingen verstrekt. 3.4.5.WERELDORIËNTATIE Wereldoriëntatie bestaat uit aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs (inclusief techniek en milieu), ook wel kennisgebieden genoemd. In de groepen 1™ 4 wordt wereldoriëntatie gegeven in de vorm van thema’s. We werken met onderwerpen uit de belevingswereld van kinderen. Kinderen oriënteren zich in ruimte en tijd; maken zich begrippen eigen (bijvoorbeeld hier, daar, gisteren) en doen in hun spel ervaringen op. Ook komt wereldoriëntatie aanbod via de SchoolTV programma’s “Koekeloere” (gr 1-2) en “Huisje boompje
9
beestje” (gr 3-4). Vanaf groep 5 wordt wereldoriëntatie volgens een methode gegeven. Naast het aanbod uit de methode wordt er ook gebruik gemaakt van het aanbod van Schooltelevisie en een computerprogramma voor topografie.
2011
Binnen onze school hanteren we voor geschiedenis en natuuronderwijs de methoden: “Wijzer door……” Voor het vak aardrijkskunde zijn we in september 2014 gestart met een nieuwe methode: Grenzeloos. Voor alle vakken wordt de lesstof getoetst. De leerlingen krijgen hiervoor huiswerk mee.
2015
Leerlingen van groep 7 en 8 krijgen 10x per jaar techniekles in het technieklokaal Skills in Winterswijk. Hier gaan we met de fiets naar toe. We vragen ouders om 1x per jaar mee te fietsen. 3.4.6 EXPRESSIEACTIVITEITEN EN CULTURELE VORMGEVING Voor deze vakken hebben we de methode: “Moet je doen”. In deze methode worden de vakken muziek, beeldende vorming (tekenen en handvaardigheid) en kunstzinnige vorming aangeboden. De school doet mee met een tweejaarlijks bovenschools project om het cultuur onderwijs meer vorm te geven. Het andere jaar is er een cultuurproject in school. Hiervoor is een beleidsplan geschreven waarin activiteiten als toneel, drama, dans, cultureel erfgoed, literaire vorming en beeld en geluid zijn opgenomen. Elk onderdeel komt tenminste 1x in de vier jaar aan de orde. 2008 2009 2010
toneel jubileumvoorstelling 75 jarige bestaan obs Kotten beeldende vorming tafels en koffiekannen beeld en geluid digitale fotografie
2012 2013 2014
dans leraren dans hebben les gegeven in allerlei dansvormen cultureel erfgoed Kotten, wikikids pagina Kotten muziek zingen en muziek maken o.l.v. leerkrachten muziek beeldende vorming div. onderdelen project Samsam, via SOPOW beeld en geluid/film, de leerlingen hebben een film gemaakt. Elk jaar besteden we aandacht aan de Kinderbo
ekenweek. Daarnaast gaan alle groepen elke twee jaar naar een voorstelling in de muziekschool of theater de Storm. 3.4.7.BEWEGINGSONDERWIJS Bij bewegingsonderwijs proberen wij zoveel mogelijk de nadruk te leggen op bewegingsexpressie. Ook komen we tegemoet aan de speldrang van de leerlingen. Zo wordt de motoriek ontwikkeld en worden de bewegingsmogelijkheden verrijkt. Het bevorderen van sociale omgang is ook een belangrijk onderdeel van onze gymnastieklessen. Voor deze lessen maken we gebruik van de methode "Basislessen Bewegingsonderwijs". (nieuwe versie ingevoerd in 2010) De lessen voor groep 1 t/m 3 worden gecombineerd in het speellokaal van school gegeven. Wilt U uw kind gymschoentjes meegeven? Het liefst schoenen met een bandje, omdat ze die zelf aan kunnen trekken. Gymschoentjes en eventuele gymkleding wordt in een speciale tas bewaard.
10
De lessen voor de groepen 4 t/m 8 worden in Winterswijk in een gymzaal gegeven. Dit vanwege het ontbreken van een geschikte zaal die voldoet aan alle hedendaagse eisen. De leerlingen worden met de bus ernaar toe vervoerd. Dit is op de dinsdagmiddag. De kinderen moeten voor deze lessen hun gymkleding meenemen ( gym broek met shirt of gympakje en gymschoenen).
3.4.8 VERKEER In de groepen 1 t/m 6 wordt de methode “Klaar Over” gehanteerd. Door met leerlingen over verschillende verkeerssituaties te praten proberen we leerlingen meer inzicht te geven in het verkeer. In de groepen 7 en 8 wordt de verkeerskrant 6x per jaar besproken. Allerlei verkeerssituaties komen aan de orde. De ouderraad organiseert elk najaar een voorcontrole voor de fietsen. Een week later worden de fietsen gecontroleerd door Veilig Verkeer Nederland. Eens in de twee jaar (2014 voor het laatst) doen de leerlingen van groep 7 en 8 mee met het verkeersexamen. Het verkeersexamen wordt georganiseerd door Veilig Verkeer Nederland. De leerlingen krijgen een praktisch- en een schriftelijk examen. Voor het afnemen van het praktijkexamen doen we een beroep op ouders. De ouders zijn behulpzaam bij het er na toe fietsen en als controleposten. 3.4.9 ONDERWIJS IN DE ENGELSE TAAL In de groepen 7 en 8 wordt ook onderwijs gegeven in de Engelse taal. Tijdens deze lessen wordt de leerlingen geleerd zich te redden in eenvoudige situaties in de Engelse taal. De
onderwerpen die behandeld worden, liggen dicht bij de belevingswereld van de kinderen. We hanteren vanaf 2010 de methode "Real Englisch". 3.4.10 GODSDIENSTONDERWIJS (GVO) EN HUMANISTISCH VORMINGSONDERWIJS (HVO) Alle openbare scholen, moeten op verzoek van de ouders, hun leerlingen in de gelegenheid stellen om – binnen schooltijd – godsdienstonderwijs (GVO) of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs (HVO) te volgen (maximaal 120 uur per jaar). Voor kinderen die niet aan deze lessen meedoen, organiseert de school dan andere activiteiten. Voor leerlingen van groep 7 en 8 is er de gelegenheid om of lessen GVO of lessen HVO te volgen. GVO en HVO vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de openbare school en de lessen worden dan ook niet door onze eigen groepsleerkrachten verzorgd, maar door vakleerkrachten van de GVO- en HVO-organisaties. Onze school is dus gastheer voor GVO/HVO lessen. De lessen vinden 1 x per week binnen schooltijd plaats, duren 3 kwartier en zijn voor u kosteloos. In maart voorafgaand aan het schooljaar dat uw kind in groep 7 of 8 komt, krijgt u een brief met informatie over GVO en HVO. U kunt schriftelijk aangeven waarvoor u kiest. De laatste jaren worden er vrijwel alleen HVO lessen gegeven. Er is niet voldoende aanmelding voor de GVO lessen. 3.5 COMPUTERS EN INTERNET Computers zijn niet meer weg te denken binnen ons onderwijs. Voor diverse vakken zoals rekenen en spelling hanteren we computerprogramma’s behorend bij de methode. Ook de jongste kleuters doen
11
spelenderwijs al ervaringen op met het hanteren van de computer. Onze computers hebben allemaal toegang tot internet. We streven er naar om de leerlingen goed te leren om gaan met internet. Hiervoor hanteren we het ICT protocol. Elk schooljaar starten we met de uitleg over dit protocol aan de leerlingen. Natuurlijk zullen leerlingen ook hier de grenzen van de mogelijkheden te ontdekken en wellicht minder serieuze sites bezoeken. We kunnen dit niet helemaal voorkomen, maar treden wel op wanneer dit toch gebeurt. Het ICT protocol is als bijlage in deze schoolgids te vinden.
iemand bedoeld die Duits als moedertaal heeft leren spreken om zo de leerlingen de goede klanken mee te geven. Het materiaal voor het vak Duits zal al doende worden ontwikkeld. Het komende jaar zijn er extra gelden beschikbaar gesteld door derden om dit mogelijk te maken.
3.6 DUITS Als school willen we graag naar een tweetalige school: Nederlands-Duits. Vanaf het schooljaar 2014-2015 staat Duits op het lesrooster van de groepen 1,2 en 3. In het schooljaar 2015-2016 krijgen alle leerlingen Duitse les. Via een stappenplan werken we de komende jaren toe naar een tweetalige school. Dit betekent dat de dagelijkse lessen tweetalig worden gegeven. Daarbij wordt het niveau van het Duits getoetst aan de hand van gestelde criteria. De lessen Duits zullen ondersteund worden door een native speaker. Hiermee wordt
12
komen en de spullen te pakken. Rond 10.10 uur hebben de kinderen fruitpauze. OBS Kotten werkt met een continurooster. Dit betekent dat alle leerlingen tussen de middag overblijven. Van 12.00-12.15uur eten de leerlingen onder leiding van de leerkrachten hun meegebrachte boterhammen op. Van 12.15-12.45uur spelen de leerlingen onder toezicht van ouders op het plein. Voor het toezicht wordt een rooster opgesteld. Aan het begin van het schooljaar wordt dit aan alle ouders meegegeven.
HOOFDSTUK 4 ORGANISATIE VAN ONS ONDERWIJS 4.1 WELKE KEUZES IN DE ORGANISATIE HEBBEN WIJ GEMAAKT? De wet schrijft niet voor hoe de school het onderwijs precies moet geven. Zo is iedere school vrij in de wijze waarop het de groepen indeelt. Op de meeste basisscholen zijn de leerlingen ingedeeld in leeftijdsgroepen. De kinderen doorlopen dan in totaal acht groepen. Ze beginnen in groep 1 en gaan, als alles goed gaat, ieder jaar door naar een hogere groep. Ook wij werken met leeftijdsgroepen, maar houden wel rekening met verschillen tussen afzonderlijke leerlingen. Het ene kind leert nu eenmaal makkelijker dan het andere. Er wordt op onze school met combinatiegroepen gewerkt. Groep 1,2 en 3, groep 4,5 en 6 en groep 7 en 8 vormen samen een groep. 4.2 SCHOOLTIJDEN De schooldeuren gaan open om 08.15 uur. De ochtendbel gaat om 8.25uur zodat de leerlingen rustig de tijd hebben om binnen te
Lestijdenrooster Maandag 8.30-12.00uur 8.30-14.45uur Dinsdag 8.30-14.45uur Woensdag 8.30-12.15uur Donderdag 8.30-14.45uur Vrijdag 8.30-12.00uur 8.30-14.45uur
groep 1 en 2 groep 3 t/m 8 groep 1 t/m 8 groep 1 t/m 8 groep 1 t/m 8 groep 1 t/m 4 groep 5 t/m 8
4.3 WIE WERKEN ER ALLEMAAL BINNEN ONZE SCHOOL? In totaal hebben we 5 leerkrachten , waarvan een directeur en een IB-er. Ook is er voor humanistisch vormingsonderwijs een leerkracht aangesteld (45 minuten per week). In hoofdstuk 11 vindt u een adressenlijst van de leerkrachten die aan school verbonden zijn. Alle leerkrachten samen vormen het team. Door een intensief contact proberen zij de zorg voor de kinderen, de overdracht van kennis en vaardigheden, het contact met de ouders en de schoolorganisatie zo goed mogelijk te laten verlopen. Daarvoor hebben wij regelmatig teamvergaderingen, overleg in werkgroepen en gezamenlijke commissies van het gehele onderwijs in de gemeente Winterswijk.
13
4.3.1 DE DIRECTEUR Mevr. Grevers is de directeur van onze school. Zij heeft de algehele leiding. In het schooljaar 2015-2016 is zij twee dagen vrijgesteld van lestaken. 4.3.2 DE GROEPSLEERKRACHT De groepsleerkracht geeft les aan de groep en begeleidt de leerlingen. Veel groepsleerkrachten werken in deeltijd en daardoor krijgt uw kind les van meerdere leerkrachten. Voor de ouders is iedere groepsleerkracht het eerste aanspreekpunt.
ontwikkelingen op dit gebied. Belangrijk onderdeel van het ict-beleidsplan is het ictprotocol. Het protocol voor de leerlingen vindt u als bijlage achter in deze gids. 4.5 HVO/GVO Eén lesuur (= 45 minuten) in de week is er de mogelijkheid voor leerlingen uit groep 7 en 8 om Godsdienstonderwijs (GVO) of Humanistisch onderwijs (HVO) te volgen. Deze lessen worden gegeven door leerkrachten van buiten de school. In de maand maart kunnen de ouders van de leerlingen middels een brief aangeven of hun kind deze lessen wil gaan volgen.
4.3.3 INTERNE BEGELEIDING 4.6 CONCIËRGE De intern begeleider is verantwoordelijk voor de zorgstructuur op school. Zij geeft samen met het team vorm aan een effectieve zorgstructuur en zorgcultuur binnen school. Zij helpt bij het formuleren van onderwijsinhoudelijk beleid en stuurt veranderingsprocessen op dat gebied aan binnen school. De intern begeleider coacht en begeleidt leerkrachten zodat zij alle leerlingen in de groep optimaal kunnen ondersteunen. De intern begeleider onderhoudt de contacten met externen. Hier kun je denken aan logopedisten, schoolarts, orthopedagoog enz. De leerkracht blijft altijd verantwoordelijk voor de leerling en is daarom het aanspreekpunt voor de ouders. 4.3.4 ICT Binnen onze school is één leerkracht specifiek belast met de zorg voor ons computeronderwijs. Begeleiding van het uitvoeren van het ict-beleid vormt de hoofdtaak Daarnaast is de ict-er belast met het beheer van onze computers. Tevens houdt de ict-er zich op de hoogte van de nieuwe
De conciërge werkt als vrijwilliger binnen onze stichting. De taken van de conciërge omvatten hoofdzakelijk kleine kluswerkzaamheden, een aantal huishoudelijke taken en kopiëren. De aansturing geschiedt via de directeur. 4.7 WIJZE VAN VERVANGING BIJ ZIEKTE, ADV, STUDIEVERLOF, SCHOLING Het is allang niet meer zo dat elke leerkracht 5 dagen werkt en daarmee de enige leerkracht van een groep is. De leerkrachten kunnen compensatieverlof uren opnemen, in deeltijd werken of een aanstelling voor een bepaald aantal uren hebben. Vervanging bij compensatieverlof wordt indien mogelijk door de teamleden opgevangen. Vervanging bij ziekte: Dit wordt gemeld bij de vervangingspool. Deze instelling beschikt over een groot aantal invallers. Zij zorgen er voor dat de vervanging op de juiste plek komt. Mocht er geen vervanging voor handen zijn dan zullen wij in hoge uitzondering een klas “naar huis sturen”. Wanneer dit aan de orde is
14
dan krijgt u altijd van te voren bericht zodat u thuis voor opvang kunt zorgen. 4.8 DE BEGELEIDING EN INZET VAN STAGIAIRES Het is mogelijk dat uw kind te maken krijgt met studenten van de PABO of onderwijsassistenten van het Graafschapcollege. Deze stagiaires leren onder begeleiding van de groepsleerkracht het “vak”. De student krijgt vanuit het opleidingsinstituut leeropdrachten mee, die in samenspraak en in samenwerking met de groepsleerkracht worden uitgevoerd. Op deze wijze hopen de school en het opleidingsinstituut nieuwe leerkrachten voor de toekomst op te leiden.
van onze scholing is op het bovenstaande gericht. Samen met de andere openbare basisscholen hebben we een computerprogramma aangeschaft om de kwaliteit van ons onderwijs goed in beeld te brengen. Daarnaast houden we geregeld peilingen over hoe we als school er voor staan.
4.9 SCHOLING VAN LERAREN Leerkrachten moeten op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen in het onderwijs. Daarom volgen zij individueel of samen scholingen en cursussen. De afgelopen jaren heeft het team cursussen gevolgd op het gebied van Handelingsgerichtwerken (HGW). Doel van deze scholing is om alle afspraken en procedures binnen de school te bespreken, te actualiseren en te digitaliseren. Daarnaast is er intensief ingezet op begrijpend lezen en woordenschat en het combineren van vakken met “Kansrijke combinatiegroepen”. Dit zal in het nieuwe schooljaar worden vervolgd. Daarnaast zal het komende jaar de scholing in het teken staan van het implementeren van het vak Duits in alle groepen. 4.10 KWALITEITSVERBETERING Op dit moment is er in de media veel te lezen over de kwaliteit van ons onderwijs. Het moet allemaal beter, effectiever en efficiënter. Als team praten we hier ook veel over en een deel
15
Naast de leerprestaties wordt ook de sociaalemotionele ontwikkeling gevolgd. In groep 1, 2 en 3 wordt het Ontwikkelingsvolgmodel ingevuld. Vanaf groep 4 wordt van Cito Viseon gebruikt. Vanaf groep 5 vullen de leerlingen zelf een vragenlijst in over hun welbevinden.
HOOFDSTUK 5 HOE VOLGEN WIJ ONZE LEERLINGEN Hoe doet mijn kind het op school? Leert het goed? De meeste ouders zullen zich dat dikwijls afvragen. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school gebeurt dagelijks door de leerkracht, of door de leerkracht met de leerlingen samen. Naarmate de kinderen in een hogere groep komen mogen ze ook zelf meer controleren. Daarnaast zijn er methode gebonden toetsen. Aan het eind van een hoofdstuk wordt er getoetst om te kijken of het kind de aangeleerde leerstof heeft begrepen. Mocht het nodig zijn dan krijgt de leerling voor onvoldoende onderdelen stof om te herhalen. Twee keer per jaar (januari en juni) maken de leerlingen toetsen uit het Cito leerlingvolgsysteem. De toetsweken worden in de nieuwsbrief bekend gemaakt. Deze toetsen zijn een middel om de vorderingen van leerlingen systematisch te volgen. Voor elke leerling individueel kan gekeken worden wat een leerling in een bepaalde periode bijgeleerd heeft en of het landelijk gezien op niveau is. Daardoor krijgen wij een beter beeld hoe het met een leerling gaat en dat is een voorwaarde voor gerichte hulp.
Naast de toetsen zijn er nog de volgende middelen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen:
observaties van de leerlingen
gesprekken met leerlingen, ouders en externe deskundigen (schoolarts, logopedist, leerlingbegeleider e.d.)
5.1 RAPPORTAGE Onder rapportage verstaan we het bijhouden en noteren van resultaten en ontwikkelingen van leerlingen. Na elke toetsperiode van de methode onafhankelijke toetsen, bespreekt de leerkracht de resultaten met de intern begeleider. In dat gesprek wordt gekeken of de uitslagen er aanleiding toe geven om het leerproces aan de groep of het individuele kind bij te stellen. Rapportage aan ouders en leerlingen vindt zowel schriftelijk als mondeling plaats. De rapportage naar u als ouder is als volgt: November, in 10 minuten gesprekken komt het welbevinden van de leerlingen aan bod. Daarnaast geven wij de resultaten tot nu toe weer. (zonder rapport) Januari, de leerlingen krijgen een rapport. De resultaten van de Cito toetsen zullen met u als ouder in een 10-minutengesprek worden besproken.
16
Juni, de leerlingen krijgen een rapport mee. Indien u als ouder het op prijs stelt en/of we zien er als leerkracht aanleiding toe, krijgt u een uitnodiging voor een gesprek. Met de leerlingen van groep 8 en de ouders vinden in maart de gesprekken over het vervolgonderwijs plaats. Mochten ouders tussentijds schriftelijk en/of mondeling informatie over hun kind willen, dan kan dat altijd. U kunt hiervoor een afspraak maken met de groepsleerkracht.
ontstaan op het gebied van leren, maar ook op sociaal emotioneel gebied (gedragsproblemen, gepest worden...). Het volgen van de ontwikkeling en leerresultaten van de kinderen is een essentiële voorwaarde om tijdig hulp te kunnen bieden.
Om de kinderen zorg te bieden die afgestemd is op hun mogelijkheden kennen we de volgende stappen in de leerlingbegeleiding en werken we plangericht volgens het handelingsgericht werken (HGW):
5.2 DE SPECIALE ZORG VOOR KINDEREN MET SPECIFIEKE BEHOEFTEN. Om elk kind in staat te stellen zich te ontwikkelen en het maximale uit kinderen te halen is afstemming nodig op de mogelijkheden van het kind. Elk kind heeft zijn eigen kwaliteiten. De leerkracht ontwikkelt deze en wordt daarbij ondersteund door de intern begeleider (ib-er).
Leerlingenbegeleiding Er zijn tussen kinderen verschillen in aanleg en tempo. Ieder kind kan een tijdelijke terugval hebben. Dit betekent niet meteen dat het een zorgleerling is. Met wat extra oefening in de klas of thuis gaat het na verloop van tijd beter. Bij hardnekkige problemen, terugval op meerdere gebieden of een achterstand die niet in te halen is met wat extra oefenstof, spreken we van een zorgleerling. Ook een kind dat aanzienlijk sneller of langzamer werkt dan de groep krijgt van ons extra zorg. Achterstanden en / of problemen kunnen
Ons zorgsysteem is gebaseerd op de cyclus van handelingsgericht werken en sluit aan bij de ondersteuningsroute die gehanteerd wordt in ons samenwerkingsverband. De cyclus van Handelingsgericht werken bestaat uit 4 stappen: Stap 1 Waarnemen Stap 2 Analyseren Stap 3 Plannen Stap 4 Realiseren
17
Bij stap 1 waarnemen worden toetsen
afgenomen, plannen geëvalueerd en gekeken welk factoren voor een kind stimulerend zijn en welke belemmerend. Daarna worden al deze gegevens van het kind naast elkaar gelegd en geanalyseerd (stap 2). Van daaruit wordt de onderwijsbehoefte per kind beschreven. Wat heeft deze leerling nodig om zich optimaal te ontwikkelen? Dan gaan we plannen (stap 2). We gaan kijken welke kinderen we kunnen laten samenwerken, kunnen clusteren. We proberen dat in de groep te doen op 3 niveaus. Eén ster, zijn kinderen die naast de groepsinstructie behoefte hebben aan extra instructie of extra oefenstof. De twee ster kinderen volgen het aanbod van de methode en de groepsinstructie. De kinderen met drie sterren hebben naast het aanbod van de 2 sterren extra uitdaging nodig. Dit alles wordt beschreven in een groepsplan. We maken een groepsplan voor technisch lezen, spelling, begrijpend lezen en rekenen. Er zijn dan altijd kinderen die niet in deze 3 niveaus goed tot hun recht komen. Voor deze kinderen wordt een individueel plan geschreven. Dit noemen wij een OPP. Dit kan voor één of meerdere vakgebieden.
Als de plannen klaar zijn gaan we die uitvoeren (stap 4). Daarna beginnen we weer bij stap 1 van de cyclus. Deze cyclus wordt in een half jaar doorlopen. De intern begeleider ondersteunt de leerkracht bij het doorlopen van de cyclus. In het begin, het midden en het eind van het schooljaar bespreken de leerkracht en de intern begeleider hoe het gaat. Als niet duidelijk is welke onderwijsbehoefte het kind heeft kan er na overleg met ouders een leerlingbespreking of een kindgesprek volgen. Tijdens een leerlingbespreking wordt het de leerling in het hele team met een extern begeleider (deskundige) besproken. Ouders worden hier ook voor uitgenodigd. Tijdens een kindgesprek heeft de leerkracht een uitgebreid gesprek met de leerling. Als er binnen school niet genoeg deskundigheid is wordt er na overleg met ouders de leerling in het zorgteam besproken. Een zorgteam bespreking vindt plaats op school. Naast de leerkracht, de interne-, de extern begeleider en de ouders worden er ook andere deskundigen uitgenodigd leerling wordt bekeken welke deskundi gen .
18
U kunt hierbij denken aan logopedist, schoolverpleegkundige, orthopedagoog enz. Per aanschuiven. Vanuit deze bespreking wordt gekeken wat de leerling nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen op school. Het kan zijn dat er een externe deskundige gaat meekijken in de klas en de leerkracht gaat begeleiden. Er kan ook zijn dat verder onderzoek nodig is. Het doel is dat de leerling weer opgenomen wordt in de cyclus van Handelingsgericht werken. Dat duidelijk is wat deze leerling nodig heeft en hoe we dat in de groep gaan plannen en realiseren.
Sommige ouders vragen zelf aan deskundigen om onderzoek te doen naar hun kind. Soms willen deze deskundigen ook observaties doen in de groep. Als school gaan wij hier zorgvuldig mee om. Als eerst komt de iber kijken in de groep. Mocht dit niet voldoende zijn dan kijkt de iber samen met het team aan welke hulpverlener we advies gaan vragen. Binnen ons team hanteren we de volgende richtlijnen voor het toelaten van externe hulpverleners: Wanneer:
Dit is niet altijd haalbaar. Soms zijn wij niet in
Voor de school/leerkracht moet het meerwaarde hebben. Als er vanuit school / leerkracht een duidelijke hulpvraag ligt. Als school / leerkracht handelingsverlegen is. De handelingsadviezen dienen reëel te zijn en aan te sluiten op de hulpvraag van de leerling, de leerkracht en /of de school.
Wie:
staat om aan de onderwijsbehoefte van het leerling tegemoet te komen. Dan wordt deze leerling met toestemming van ouders in het ZorgAdviesTeam besproken. In dit team zitten vertegenwoordigers van ons samenwerkingsverband en met hen wordt gekeken of er een school binnen ons samenwerkingsverband is die wel in staat is deze leerling een passend aanbod te bieden. Voor meer info over het Samenwerkingsverband Oost Achterhoek http://www.swvoostachterhoek.nl/ 5.3 TOELATEN VAN HULPVERLENERS BINNEN ONZE SCHOOL
De externe begeleider samenwerkingsverband.
Bij een REC verwijzing de ambulant begeleider begeleiders van een RECschool. Wanneer er een specifieke hulpvraag is waar bovengenoemde niet voldoende kennis van hebben kan er na overleg met het hele team een ander toegelaten worden.
van
het
5.4 DOUBLEREN EN/OF VERSNELLEN. Vooral bij jonge leerlingen gaan ontwikkelingen in sprongen. Een tijdje staat de ontwikkeling stil, dan in eens maakt het een grote sprong. Bij het plaatsen van kinderen kijken we altijd waar we de leerling
19
het beste kunnen begeleiden en ondersteunen. Soms geeft het team advies voor doubleren, soms voor een “klas overslaan”. Altijd met de grootste zorg om uw kind de beste begeleiding te geven.
advies wordt gegeven door de leerkracht van groep 8 samen met de directeur en de iber. Hierbij kijken we naar leerprestaties, aanleg en ontwikkeling tijdens de gehele schoolperiode.
Binnen school bestaat een protocol voor de overgang 1-2 en 2-3. Ook tijdens diverse overlegmomenten wordt er gekeken naar een goede afstemming van het onderwijsaanbod en de bijbehorende werkvormen binnen de verschillende bouwen. Wanneer we een leerling laten doubleren of versnellen dan is dit altijd in overleg met de ouders. Om tot een goed en weloverwogen besluit te komen, wordt hierbij altijd de extern begeleider van het samenwerkingsverband ingeschakeld.
Het schooladvies is vanaf 2015 leidend bij de plaatsing van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Wanneer de leerling de centrale eindtoets beter maakt dan verwacht, dan mag de school de basisschool het schooladvies heroverwegen. Ouders krijgen hiervan (schriftelijk) bericht. Is het resultaat van de schriftelijke eindtoets minder goed, dan mag de school het advies niet wijzigen. Formeel dient daartoe het advies van de groepsleerkracht en een toets.
5.5 VERWIJZING NAAR EEN ANDERE SCHOOL Wanneer wij als school niet meer de gewenste zorg kunnen geven, dan zijn we als school verplicht om u als ouder te helpen een passende school te vinden. Om er voor te zorgen dat uw kind direct op de juiste school kan worden geplaatst, (en u niet hoeft te “shoppen”), hebben we het samenwerkingsverband “Brevoordt” om school en ouder hierin te begeleiden. 5.6 BEGELEIDING VAN DE OVERGANG VAN LEERLINGEN NAAR VOORTGEZET ONDERWIJS In groep 8 wordt bepaald welke vorm van voortgezet onderwijs uw kind zal gaan volgen. Vanaf 2015 wordt de eindtoets in april afgenomen. Echter elke leerling van groep 8 krijgt voor 1 maart een schooladvies. In dit schriftelijke advies staat welk type voortgezet onderwijs, het beste bij uw kind past. Dit
Het is belangrijk dat ouders en kinderen zich goed informeren. Elk jaar krijgen de ouders van de leerlingen van groep 8 vanuit school zoveel mogelijk informatie over de verschillende vormen van onderwijs middels informatiegidsen en de data van de open dagen. De aanmelding van uw kind bij een school voor Voortgezet Onderwijs gebeurt door de ouders. In de regel wordt het betreffende formulier hiervoor door ouders en school samen ingevuld. De toelatingscommissie van de school voor voortgezet onderwijs bepaalt in welk niveau de leerling instapt. In mei vindt een gesprek plaats met de conrector van de brugklas waarin het advies nader wordt toegelicht. Vanuit het voortgezet onderwijs vindt nazorg plaats middels cijferlijsten die ons nog een aantal jaren worden toegezonden.
5.7 PASSEND ONDERWIJS
20
Met ingang van 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs operationeel. Passend Onderwijs is bedoeld om de kwaliteit van het onderwijs te versterken en om te voorkomen dat kinderen thuiszitten in plaats van naar school te gaan. Elk kind heeft immers recht op kwalitatief goed onderwijs! Passend Onderwijs wordt vormgegeven vanuit samenwerking tussen scholen en schoolbesturen. Daarvoor zijn in Nederland 75 samenwerkingsverbanden ingericht. In samenwerkingsverband Oost Achterhoek werken alle scholen binnen de gemeenten Aalten, Oost Gelre en Winterswijk op een aantal gebieden met elkaar samen. Wat zijn de doelen? Het samenwerkingsverband kent twee hoofddoelen:
we willen voor zo veel mogelijk kinderen een onderwijsplek zo thuis nabij mogelijk alle kinderen die recht op onderwijs hebben moeten een plek in het onderwijs krijgen
Onderliggend onder deze doelen is het principe dat mensen met een beperking recht hebben op integratie in de samenleving. Steeds meer kinderen die voorheen naar scholen voor speciaal onderwijs werden verwezen, gaan naar reguliere basisscholen. Er wordt uitgegaan van inclusief denken. Iedereen hoort erbij. Lukt het niet om kinderen met meer complexe vraagstellingen op een basisschool te plaatsen, dan wordt gekeken of de speciale scholen voor basisonderwijs het gevraagde onderwijsaanbod kunnen bieden. Als ook dat aanbod niet passend te maken is, kijken we naar het aanbod van het speciaal onderwijs.
Alle scholen hebben zorgplicht Eén van de nieuwe aspecten binnen het onderwijs is dat het schoolbestuur/ de school zorgplicht heeft. Dit houdt in dat scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling een passende onderwijsplek krijgt. Als de school de leerling niet de extra ondersteuning kan bieden die hij nodig heeft, is het verplicht om in overleg met de ouders een passend aanbod op een andere school te bieden. Voor ouders betekent zorgplicht, dat ze hun zoon of dochter maar één keer hoeven aan te melden op een school. De onderwijsprofessionals gaan dan samen met de ouders op zoek naar de passende onderwijsplek. Wat we gezamenlijk doen: De besturen van de scholen hebben afgesproken alles rondom de verwijzing van leerlingen naar het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs en de financiële gevolgen hiervan, gezamenlijk op te pakken. Het Zorg Advies Team speelt daar een belangrijke rol in. Wat de besturen zelf doen. Nadat de kosten voor deze taken en activiteiten betaald zijn, blijft er een deel van de middelen over. Deze zijn bedoeld voor ondersteuningsactiviteiten zoals de inzet van de orthopedagogen, de externe en ambulante begeleiding, eventuele scholing enzovoort. De besteding van deze middelen wordt overgelaten aan de vijf (groepen) besturen binnen het samenwerkingsverband. Dit zijn: St. Accent, St. Brevoordt, St. Essentius, St. Lima en St. Reflexis. Onze school is onderdeel van Stichting Brevoordt. Wij hebben vanuit deze stichting een vaste extern begeleider. Zij is een deskundige op het gebied van zorg en kent de mogelijkheden en onmogelijkheden van onze
21
school/ons team. Zij zit bij de leerlingbesprekingen, zorgteam en ook regelmatig bij gesprekken met ouders. Ook heeft stichting Brevoordt ambulant begeleiders. Dat zijn mensen die zich gespecialiseerd hebben op bijvoorbeeld gedrag, motoriek, rekenen enz. Deze deskundigen komen op school, in de klas de leerkracht ondersteunen. De begeleiders hebben een ondersteunende en geen uitvoerende functie. Het doel is dat de leerkracht uitvoert en daardoor deskundiger wordt. De opgedane kennis kan dan ook bij andere leerlingen worden toegepast. Ook zorgt de stichting d.m.v. het organiseren van bijeenkomsten ervoor dat de intern begeleiders van de scholen op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van zorg en stimuleren zij de samenwerking met elkaar. Als laatste zorgt Stichting Brevoordt jaarlijks voor een uitgebreid nascholingsaanbod voor leerkrachten, intern begeleiders, schoolteams en directeuren. Dit alles met het doel dat de zorg op school verbeterd wordt. 5.8 VERWIJSINDEX Onze school is aangesloten bij de “Verwijsindex Achterhoek”. De Verwijsindex is een digitaal systeem waarin professionals van verschillende organisaties en instellingen ( b.v. intern begeleiders in het onderwijs, zorgcoördinatoren en hulpverleners ) een signaal kunnen afgeven wanneer zij zich zorgen maken over een kind tussen 0 en 23 jaar dat zij onder hun hoede hebben. Wanneer meerdere professionals een signaal over hetzelfde kind afgeven in de Verwijsindex, dan krijgen zij elkaars contactgegevens. Zo kunnen zij elkaar makkelijker en sneller vinden en beter afstemmen en samenwerken in de hulpverlening aan jeugdigen. Indien het
gebruik van de Verwijsindex bij uw kind aan de orde is, informeren we u daarover. Meer informatie over de Verwijsindex kunt u vinden op www.verwijsindexachterhoek.nl 5.9 MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING Sinds 1 juli 2013 zijn organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren op grond van de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling verplicht om een meldcode te hanteren. De meldcode richt zich op huiselijk geweld en kindermishandeling, daaronder ook begrepen seksueel geweld, vrouwelijke genitale verminking, eergerelateerd geweld, ouderenmishandeling en huwelijksdwang. De verplichting voor organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren om een meldcode te hanteren, heeft tot doel beroepskrachten te ondersteunen in de omgang met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Een meldcode bevat o.a. een stappenplan. Dit stappenplan leidt de beroepskracht stap voor stap door het proces vanaf het moment dat hij signaleert tot aan het moment dat hij eventueel een beslissing neemt over het doen van een melding. De stappen maken de beroepskracht duidelijk wat er van hem wordt verwacht bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling en hoe hij, rekening houdend met zijn beroepsgeheim, op een verantwoorde wijze komt tot een besluit over het doen van een melding. Deze ondersteuning van beroepskrachten in de vorm van een stappenplan levert, zo mag worden verwacht, een bijdrage aan een effectieve aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Stap 1: In kaart brengen van signalen
22
Als een beroepskracht signalen opvangt van huiselijk geweld of kindermishandeling, wordt van hem als eerste stap gevraagd deze signalen in kaart te brengen. Hij legt de signalen vast, evenals (de uitkomsten van) de gesprekken die hij over de signalen voert, de stappen die hij zet en de besluiten die hij neemt. Ook de gegevens die de signalen weerspreken worden vastgelegd. Stap 2: Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, het Steunpunt Huiselijk Geweld of een deskundige op het terrein van letselduiding. De tweede stap is het overleg over de signalen. Om de signalen die in kaart zijn gebracht goed te kunnen duiden, is overleg met een deskundige collega noodzakelijk. Te denken valt bijvoorbeeld aan de aandachtsfunctionaris huiselijk geweld of kindermishandeling binnen de eigen organisatie, of aan de intern begeleider of het zorg- en adviesteam van de school. Zo nodig kan op basis van anonieme cliëntgegevens (daarnaast) ook het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld worden geraadpleegd. In die gevallen waarin er behoefte bestaat aan meer duidelijkheid over (aard en oorzaak van) van letsel kan ook een forensisch geneeskundige om advies worden gevraagd. Stap 3: Gesprek met de cliënt Na het collegiaal overleg en eventueel het adviesgesprek met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld, volgt een gesprek met de cliënt. Omdat openheid een belangrijke grondhouding is in de verschillende vormen van dienstverlening aan de cliënt, wordt in het stappenplan zo snel mogelijk contact gezocht met de cliënt (of met zijn ouders) om de
signalen te bespreken. Soms zal het vermoeden door het gesprek worden weggenomen, dan zijn de volgende stappen van het stappenplan niet nodig. Worden de zorgen over de signalen door het gesprek niet weggenomen, dan worden ook de volgende stappen gezet. Stap 4: Wegen van het geweld of de kindermishandeling Na de eerste drie stappen beschikt de beroepskracht al over redelijk veel informatie: de beschrijving van de signalen die hij heeft vastgelegd, de uitkomsten van het gesprek met de cliënt en het advies van deskundigen. In stap 4 komt het er op aan dat de beroepskracht deze informatie weegt. Deze stap vraagt van de beroepskracht dat hij het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling inschat, evenals de aard en de ernst van dit geweld. Beschikt de organisatie of beroepsgroep over een risicotaxatie-instrument, dan gebruikt de beroepskracht dit instrument bij zijn weging. Bij twijfel over de risico’s, de aard en de ernst van het geweld en bij twijfel over de vervolgstap moet altijd (opnieuw) advies worden gevraagd aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld. Stap 5: Beslissen: Hulp organiseren of melden Na de weging van stap 4 komt de beroepskracht die binnen de instelling verantwoordelijk is voor de beslissing over het al dan niet doen van een melding , zo nodig ondersteund doordeskundigen, tot een besluit: zelf hulp organiseren of een melding doen. Waar het bij deze afweging om gaat is dat de beroepskracht beoordeelt of hij zelf, gelet op zijn competenties, zijn verantwoordelijkheden en zijn professionele grenzen, in voldoende mate effectieve hulp kan bieden of kan organiseren. In alle gevallen
23
waarin hij meent dat dit niet of maar gedeeltelijk het geval is, doet hij een melding. Het document “Basismodel meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Stappenplan voor het handelen bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling” dient als basis voor het uitvoeren van de stappen. 5.10 REGISTRATIE VAN GEGEVENS We leggen de cijfers en vorderingen van de kinderen op verschillende wijze vast: via het leerlingendossier en ook met een leerling volgsysteem. Hiervoor gebruiken we het digitale programma: ParnasSys. Dit systeem combineert alle losse informatie die we nu hebben, in 1 programma. U ontvangt bij elk rapport een uitdraai van de gegevens van het leerlingvolgsysteem. Bij het samenstellen van dit dossier wordt de Wet op de Persoonsregistratie in acht genomen. Het leerlingendossier is strikt vertrouwelijk en ligt goed achter slot en grendel. U heeft als ouder het recht om het in te zien. Praktisch betekent dit dat U een afspraak moet maken met de directeur om het dossier te raadplegen. Het kan zijn dat de school het leerlingendossier van uw kind aan externen wil laten zien. Dat kan alleen als U daarvoor schriftelijk toestemming hebt gegeven. HOOFDSTUK 6 CONTACTEN MET OUDERS Hulp van ouders is altijd welkom in school. Ook hebben ouders wettelijk gezien invloed op het onderwijs. Dit is in de vorm van de (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad. Daarnaast kunnen ouders zitting nemen in de ouderraad of hun hulp aanbieden via de ouderhulplijst. 6.1 WAT IS DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD?
Iedere basisschool moet een MR hebben. De MR is samengesteld uit gekozen vertegenwoordigers van de verschillende geledingen in de school. Onze MR bestaat uit 3 leerkrachten en 3 ouders. De directeur heeft een adviserende rol. De taken van de MR zijn in de wet vastgelegd. In het algemeen kun je zeggen dat de MR een adviserend en controlerend orgaan is. Naar buiten toe kan een MR adviezen geven of om advies gevraagd worden en in een aantal zaken is ook de instemming van de MR verplicht. De MR controleert tevens het financiële beheer van de ouderbijdrage. De oudergeleding wordt gekozen door de ouders van de kinderen die op school zitten. De leden worden voor 3 jaar gekozen en zijn eventueel herkiesbaar. De reglementen en verkiezingsprocedures liggen op school ter inzage. De MR vergadert ongeveer 7 keer per jaar en de vergaderingen zijn in de regel openbaar. Voor informatie kunt u terecht bij één van de MR leden. Vanuit de MR wordt de school vertegenwoordigd in de GMR. 6.2 DE GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD Bovenschoolse zaken en gemeenschappelijke belangen komen aan de orde in de GMR. Dit overkoepelend orgaan bestaat uit een vertegenwoordiging van een ouder of personeelslid van de openbare basisscholen. Iedere school heeft een vertegenwoordiger in de GMR. Dit kan een MR lid zijn maar is niet noodzakelijk. Binnen de GMR zijn 4 themaraden actief te weten: onderwijs en kwaliteit, personeel, financiën en communicatie. Deze themaraden bestaande uit personeelsleden en ouders toetsen beleidsstukken. Ook wordt er overleg gepleegd over relevante onderwerpen. Personeelsleden en ouders die geen lid zijn van de GMR kunnen ook zitting nemen in deze
24
themaraden. Met ingang van het nieuwe schooljaar worden we in de GMR door een leerkracht vertegenwoordigd. Na drie jaar neemt een ouder deze taak over. De GMR heeft advies- en instemmingsrecht.
6.3 DE OUDERRAAD Met ingang van het schooljaar 2007-2008 is er een "Stichting Ouderraad OBS Kotten" opgericht. Alle gelden door de OR bijeengebracht komen ten gunste van de Stichting. Naast één derde deel van de ouderbijdrage vallen daar ook de opbrengsten uit de inzamelacties van kleding onder, alsmede sponsorgelden en opbrengsten door fondsenwerving. De Stichting zal het geld besteden aan verbetering van het schoolplein en niet structurele materialen ten behoeve van de school. Tevens zullen de verschillende (feest)vieringen door de stichting vergoed worden (te denken valt aan bijvoorbeeld de sinterklaascadeaus voor de onderbouw). Bovendien vallen op die manier ook "de Ontmoeting", de naschoolse activiteiten, overblijven en de tuin onder verantwoordelijkheid van de Stichting. De OR houdt zich bezig met alles wat de school en de leerlingen aangaat. Zij verricht veel ondersteunende werkzaamheden zoals:
Assistentie bij het Kottensfeest, Sinterklaas-, Kerst- en Paasviering Organiseren van ouderavonden Organiseren en assisteren van buitenschoolse sportactiviteiten
deze lijst kan iedereen aangeven bij welke activiteiten hij/zij zou willen helpen die gaandeweg het schooljaar worden georganiseerd. Opgave voor hulp bij bepaalde activiteiten wil niet zeggen dat men automatisch ingezet wordt bij deze activiteiten. Het houdt wel in dat deze ouders als eersten benaderd worden zodra er hulp gevraagd wordt. Tuinochtend Ten behoeve van het tuinonderhoud wordt door de OR een schema opgesteld waarin alle ouders worden verzocht één keer per schooljaar een zaterdagochtend mee te helpen bij het reguliere onderhoud van de tuin en het schoolplein. Sparen De kinderen mogen elke maandag een klein bedrag meebrengen. Leerlingen van groep 8 halen dit in de groepen op en kiezen ieder jaar een goed doel dat op de ouderavond wordt meegedeeld. Acties In de maand november wordt er pepernotendeeg verkocht. Daarnaast worden er kleding en schoenen ingezameld. De data wanneer er kleding en schoenen ingeleverd kunnen worden t.b.v. de kledinginzamelingsactie wordt vermeld in de nieuwsbrief en in "de Ontmoeting". Fietscontrole In het najaar vindt er een fietscontrole plaats door Veilig Verkeer Nederland. Eén week eerder is er een voorcontrole die door een aantal leden van de OR wordt uitgevoerd.
De OR coördineert de volgende taken: Ouderhulplijst Voorafgaand aan het schooljaar ontvangen alle ouders een zogeheten ouderhulplijst. Op
25
hebben voor wat er dagelijks met de kinderen wordt gedaan. De school nodigt U regelmatig uit om te praten over hoe het gaat met uw kind op school.
Techniek les: Het zou prettig zijn als iedere ouder van groep 7 en 8 minstens één keer mee wil fietsen naar het techniek lokaal in Winterswijk (Parallelweg). Dit kan via de ouderhulplijst worden aangegeven.
-
In september vindt de informatieavond plaats. De leerkrachten vertellen de ouders over de afspraken in de groep, over de manier van werken en de leerstof en evt. bijzondere activiteiten.
-
Rapportgesprekken. Twee maal per schooljaar worden de ouders uitgenodigd voor een kort gesprek met de groepsleerkracht over de vorderingen van hun kind. We gaan ervan uit dat U gehoor geeft aan onze uitnodiging. De leerkracht vertelt dan hoe het met uw zoon of dochter gaat. Dat is een goed moment om zelf ook vragen te stellen over de vorderingen en het gedrag van uw kind. De werkschriften van de leerlingen liggen, die avond, in de gang ter inzage. Als er aanleiding toe is, nodigt de leerkracht U tussentijds uit voor een gesprek. U kunt ook zelf tussentijds om een extra gesprek vragen. Het eerste gesprek vindt plaats in november, het tweede in januari. In juni vinden alleen gesprekken plaats wanneer of de ouders of de leerkracht hiertoe aanleiding ziet.
-
Ouderavond. De Ouderraad organiseert één keer per jaar een ouderavond. De avond bestaat uit 2 delen, een zakelijk gedeelte voor de pauze en na de pauze is er meestal een spreker over een onderwerp betreffende onderwijs of opvoeding. Daarnaast kan de ouderraad in het voorjaar (april) een thema avond organiseren.
Continurooster: Er wordt een rooster gemaakt voor alle ouders om ongeveer 7 á 8 keer per jaar tussen de middag toezicht te houden tijdens de middagpauze. Ouders worden naar voorkeuren gevraagd op welke dagen zij het best kunnen. Dit rooster is te vinden op de website en wordt aan het eind van het schooljaar voor het nieuwe schooljaar aan de ouders gemaild. Aandacht voor de eerste en laatste schooldag Organiseren van geldinzamelingsacties. De OR vergadert eenmaal in de maand. Het schoolteam heeft een vaste vertegenwoordiger in de OR. De vergaderingen zijn openbaar. De huidige OR leden staan op de website vermeld.
6.4 WELK CONTACT HEBT U ALS OUDER MET DE SCHOOL? Het is van groot belang dat U nauw betrokken bent bij het “wel en wee” van uw kind op school. Leerlingen voelen zich beter thuis op school als hun ouders een goed contact hebben met de school en belangstelling
26
6.5 OUDERHULP Er wordt vaak een beroep gedaan op ouders om te assisteren bij activiteiten zoals volksfeest, schoolreisjes, kerstmusical, laatste schooldag, klein onderhoud, voorstellingen, verkeersexamen, het fietsen naar techniek of bij excursies wordt om ouderhulp gevraagd. Sommige ouders helpen bij trainingen voor diverse sporttoernooien. Ook wordt er hulp gevraagd bij het tweejaarlijkse verkeersexamen voor de leerlingen van groep 7 en 8. De ouders krijgen elk jaar een formulier met onderwerp-activiteiten waarvoor hulp nodig is. Hierop kunnen zij aangeven bij welke activiteit(en) zij willen helpen (De ouderhulplijst, zie bijlage achter in de schoolgids). Opgave voor hulp bij bepaalde activiteiten wil niet zeggen dat men automatisch ingezet wordt bij deze activiteiten. Het houdt wel in dat deze ouders als eerste benaderd worden zodra hulp gevraagd wordt. Van ouders die leerlingen vervoeren met een auto, verwachten wij dat zij een inzittenden verzekering hebben afgesloten. De verantwoordelijkheid tijdens de lessen waarbij ouders participeren blijft bij de leerkrachten. Met ingang van het nieuwe schooljaar wordt u gevraagd om ongeveer 7x per jaar tussen de middag het toezicht te verzorgen op het schoolplein tijdens de middagpauze. 6.5.1 KLASSENOUDER Vanaf maart 2011 zijn er klassenouders gevraagd door de leerkrachten. Elke groep heeft een klassenouder die de groepsleerkracht helpt bij de organisatie van buitenschoolse activiteiten. Voorbeelden zijn:
vervoer regelen, het helpen organiseren van sporttoernooien etc. 6.6 REGELS VOOR DE ONDERSTEUNDE WERKZAAMHEDEN VAN OUDERS De bovenstaande werkzaamheden worden uitgevoerd onder eindverantwoordelijkheid van de school. De wettelijke aansprakelijkheid ligt bij de school, voor zover dit redelijkerwijs gerekend mag worden tot de verantwoordelijkheid van de school. Het bestuur heeft voor alle werknemers binnen de school en ook de “hulpouders”, een doorlopende WA-verzekering afgesloten. Ouders die binnen school werkzaamheden verrichten, zijn gehouden aan geheimhouding. T.a.v. de “chauffeurs” willen wij het volgende opmerken: Graag een auto met gordels achterin. Kinderen kleiner dan 1,35 m. altijd op zitjes. Bij voorkeur met een inzittendenverzekering. Eventuele schade aan het voertuig, die niet gedekt wordt door de eigen autoverzekering, kunnen we niet vergoeden. Dit geldt ook voor letselschade. 6.7 NIEUWSBRIEF Regelmatig verschijnt er een nieuwsbrief. In de nieuwsbrief staan allerlei actuele zaken betreffende de dagelijkse gang van zaken op school. Bij voorkeur verstrekken we een digitale nieuwsbrief. Dit omdat de ervaring leert dat de papieren versie niet altijd overkomt. Bij inschrijving van een leerling kunt u aangeven op welke e-mail adres u de nieuwsbrief wil ontvangen. Wijzigingen kunt
27
u per mail doorgeven. Ook wordt de nieuwsbrief op de website vermeld. 6.8 HOMEPAGE VAN DE SCHOOL Via de website (www.obskotten.nl) proberen we u nog beter op de hoogte te houden van allerlei activiteiten op school. We streven er naar om in de toekomst ook leerlingenwerk en foto’s van kinderen op te plaatsen. Als u hiertegen bezwaar hebt, kunt U dat kenbaar maken en zullen wij zeker geen foto’s van uw kind op de site plaatsen. Daarnaast hebben we als school een facebook pagina. Hierop staan allerlei nieuwtjes en wetenswaardigheden over schoolactiviteiten. 6.9 HUISWERK De midden- en bovenbouwgroepen krijgen huiswerk mee. De hoeveelheid neemt toe naarmate de kinderen in een hogere groep komen. Om de leerlingen langzamerhand voor te bereiden op het voortgezet onderwijs wordt in groep 7 en groep 8 wekelijks huiswerk meegegeven en worden hen handvatten aangereikt hoe hier mee om te gaan. Ook wordt er een agenda van school verstrekt in groep 8. De agenda wordt wekelijks ingevuld om leerlingen te leren “plannen”. Vanaf groep 4 krijgen de leerlingen de opdracht om thuis een spreekbeurt en/of boekenbeurt voor te bereiden. In principe is de voorbereiding hiervan een zaak van thuis. 6.10 HUISBEZOEKEN De groepsleerkracht komt thuis wanneer een leerling bij ons op school start. Wanneer een leerling langdurig ziek is of er is een sterfgeval in het gezin dan kan de leerkracht een huisbezoek afleggen.
6.11 VEILIGHEID IN EN OM SCHOOL Als kinderen met plezier naar school gaan, ontwikkelen ze zich beter en gaat het leren ook gemakkelijker. Ze moeten zich daarvoor op school veilig en op hun gemak voelen. Dit is niet alleen binnen de muren van de klas, maar ook in de rest van het schoolgebouw, op het schoolplein en in de naaste omgeving van de school van belang. Als het om de technische veiligheid van het gebouw en het schoolplein gaat dan valt dit onder verantwoording van de SOPOW. Om de veiligheid op het plein in de gaten te houden hebben wij pleinwachten. Hierbij loopt een leerkracht rond op het plein. Deze leerkracht is aanspreekpunt voor de leerlingen en ziet toe dat gedrags- en spelregels worden nageleefd. Deze regels hangen in de klassen en gangen en zijn door de leerkracht met de leerlingen besproken. De pleinwacht is verantwoordelijk voor toezicht vanaf een kwartier voor aanvang van school en in de pauzes. Niet fietsen op het plein is een belangrijke regel. Mochten er toch kleine ongelukjes gebeuren in school of op het plein dan hebben we een goed gevulde EHBO kist tot onze beschikking. Deze EHBO kist wordt jaarlijks gecontroleerd en bijgevuld. De inhoud is in overeenstemming met wat de arbeidsinspectie eist. Het bevorderen van de verkeersveiligheid rond de school heeft onze voortdurende aandacht. Een vaste regel voor ouders en personeel is bijvoorbeeld dat de auto aan de overkant van de Meester Meinenweg wordt geparkeerd, zodat de leerlingen ruimte en overzicht hebben om veilig op school te komen en om veilig het schoolplein te kunnen
28
verlaten. Tevens is het belangrijk dat alle kinderen die u in uw auto vervoert gebruik maken van de autogordel. Sinds maart 2006 is het ook verplicht om kinderen onder de 1.50 meter te vervoeren met gebruik van een verhoger of autostoel. Denk hier ook aan bij het vervoeren van kinderen tijdens de schoolreisjes! Ook het dragen van een veiligheidshesje draagt bij aan de veiligheid van uw kind. De school beschikt over een bedrijfshulpverleners (BHV-ers)
tweetal
Er is een calamiteitenplan. Dit plan is in elke groep aanwezig en wordt 1x per schooljaar geoefend. Dit plan is opgesteld met hulp van een lid van de plaatselijke brandweer. Elk jaar nemen we met de kinderen uit groep 3 t/m 8 deel aan de technische fietscontrole door 3VO. Er is in de groepen 5™8 een ICT-protocol aanwezig. De school heeft een aantal verkeersouders die helpen met oversteken als de school uitgaat. Er is een ARBO- plan. Dit wordt jaarlijks met de MR besproken. Het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland heeft ons gevraagd de volgende passage op te nemen in de schoolgids. Veel ouders halen en brengen hun kinderen en soms hun vriendjes per auto naar school. We verzoeken U om bij het laten in- en uitstappen van deze kinderen goed te letten op de veiligheid van die kinderen en die van de andere kinderen.
gebruik te maken van de stopplaatsen die daarvoor door de school worden aanbevolen; in de schoolomgeving extra te letten op spelende en overstekende kinderen; niet te parkeren op en om de plaatsen waar kinderen meestal oversteken.
Zorgt U er ook voor dat de kinderen die U in Uw auto vervoert gebruik maken van de autogordel. De praktijk wijst uit dat die gordel, ook binnen de bebouwde kom, ook op korte afstanden, ook bij lage snelheid, ernstige verwondingen van kinderen kan voorkomen! Bovendien let de politie er in bepaalde periodes (maart, april, mei) extra op dat ook kinderen de autogordels gebruiken. 6.12 HOE KAN IK THUIS AANSLUITEN OP HET SCHOOLKLIMAAT? U heeft recht op goed onderwijs voor uw kind. De school zorgt voor het onderwijs, maar heeft ook een pedagogische opdracht. De relatie tussen school en ouders staat hoog op onze agenda. Wij zijn elkaars partners, want we spelen beide een rol in de opvoeding van kinderen en samen kunnen we meer voorde kinderen betekenen dan elk voor zich. Voor goed onderwijs is het niet alleen van belang dat uw kind in goede conditie is om aan alles op school naar hartenlust mee te doen. Als het na een dag hard werken thuis komt, zal het niet alleen willen uitblazen. Uw kind zit ook vol met verhalen en emoties die het kwijt wil. 6.13 GGD
Het kan door: De Jeugdgezondheidszorg van GGD Noord- en Oost-Gelderland verandert vanaf het
29
schooljaar 2014 - 2015 haar werkwijze. Dit houdt in dat wij op school vaker beschikbaar zijn voor kinderen, ouders en leerkrachten. Wij houden open spreekuren, begeleiden risicokinderen en bieden extra ondersteuning bij schoolgezondheidsbeleid. Tijdens de schoolperiode zijn er verschillende momenten waarop wij kinderen, ouders en leerkrachten zien:
leefstijl en gezondheidsthema’s, zoals: overgewicht, voeding, bewegen, mediawijsheid, genotmiddelen en seksuele gezondheid.
Vierjarigen: Een JGZ-team neemt de zorg van het consultatiebureau over. Dit team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, logopediste, assistente jeugdgezondheidszorg en een Gezonde School-adviseur.
Inloopspreekuren: Maximaal vier keer per jaar houdt de jeugdverpleegkundige een inloopspreekuur. Ouders, leerlingen en leerkrachten zijn hier altijd welkom. De jeugdverpleegkundige helpt bij vragen over onder andere: opvoeding, psychosociale problemen, pesten, faalangst, overgewicht, voeding, zindelijkheid. Als het nodig is schakelt de jeugdverpleegkundige de jeugdarts in. Bijvoorbeeld bij chronische ziektes of problemen met: gehoor, zicht, groei, ontwikkeling en gedrag. U kunt op school navragen wanneer er spreekuren zijn.
Vier- en vijfjarigen: U en de leerkracht krijgen een vragenlijst om de spraak- en taalontwikkeling van uw kind te beoordelen. Een logopedist bekijkt deze vragenlijsten en nodigt uw kind uit voor een spraaktaalscreening als dat nodig is. Tijdens deze screening let de logopedist op: stem, spraak, taal, luistervaardigheden en mondgedrag. Als er een behandeling nodig is, verwijst de logopedist uw kind door naar een vrijgevestigd logopedist.
Meet- en weeg: De assistente JGZ doet dit schooljaar een meet- en weegonderzoek bij alle moment kinderen van 9 jaar of ouder die nog niet zijn gewogen en gemeten.
Team Jeugdgezondheidszorg Het team JGZ van uw school bestaat uit de volgende personen:
Vijfjarigen: De jeugdverpleegkundige voert een gezondheidsonderzoek uit bij uw kind. Tenzij er specifieke aandachtspunten zijn, want dan doet de jeugdarts dit. Het onderzoek bestaat uit: meten en wegen en een gehooren oogtest. Het is belangrijk dat u hierbij aanwezig bent. U kunt dan zelf ook gespreksonderwerpen inbrengen. Negenjarigen Wij meten en wegen uw kind opnieuw. Daarnaast krijgt uw kind een uitnodiging voor: de BMR-vaccinatie tegen bof, mazelen en rode hond de DTP-vaccinatie tegen difterie, tetanus en polio Groep 7: In overleg met school geven wij een informatieve en interactieve bijeenkomst over
Heeft u vragen, of wilt u een afspraak maken buiten het inloopspreekuur om? Neem dan gerust contact met ons op! Wij zijn van maandag t/m vrijdag van 08.00-12.00 uur telefonisch bereikbaar op nummer 088 – 443 31 00. U kunt ook een e-mail sturen naar:
[email protected].
30
Jongeren kunnen met al hun vragen over gezondheid terecht op www.jouwggd.nl. Daar kunnen zij mailen of chatten met een jeugdarts.
proefdraaien/kennismaken. Vanaf het moment dat het kind vier jaar wordt kan het definitief opgenomen worden in groep 1 dat samen met groep 2 en 3 een combinatie vormt. We verwachten dat uw kind zindelijk is wanneer het bij ons op school komt. De leerkracht van groep 1 komt, enkele weken nadat uw kind 4 is geworden, bij u thuis. Dan wordt ook de intake lijst ingevuld. Nieuwe kleuters mogen 5x komen kennismaken in de kleutergroep, in de weken voordat ze 4 jaar worden. (vanaf 3 jaar en 11 maanden) De groepsleerkrachten maken hierover afspraken met de ouders van betreffende kinderen. Kleuters die “proefdraaien” en dus nog niet officieel naar school gaan doen niet mee aan bijzondere activiteiten zoals sinterklaasfeest, kerstfeest, paasactiviteiten, excursies, schoolreisje, school- en volksfeest, verjaardagen van groepsleerkrachten, laatste schooldag. Kinderen die in de maand juli 4 jaar worden gaan na de zomervakantie officieel naar school.
HOOFDSTUK 7 AANMELDING 7.1 DE OPVANG VAN NIEUWE LEERLINGEN IN DE SCHOOL Als een kind 3 jaar is geworden kan het al worden aangemeld bij onze basisschool. De aanmeldingen vinden plaats in de maand maart. U wordt door de gemeente hierover benaderd. Ongeveer een maand voordat uw kind vier jaar wordt, neemt de groepsleerkracht contact met u op wanneer uw kind mag proefdraaien/kennismaken. Dit mag maximaal vijf dagdelen. Er worden dan afspraken gemaakt wanneer uw kind mag
Wanneer uw kind ouder is kunt u altijd een afspraak maken met de directeur om uw kind aan te melden. In overleg wordt dan gekeken in welke groep uw kind wordt geplaatst. We vragen de gegevens van de vorige school en na enkele weken komt de groepsleerkracht op huisbezoek. 7.2 LEERLINGEN MET EEN HANDICAP Welke school past het beste bij mijn kind? Een vraag die alle ouders bezig houdt, maar ouders van een kind met een handicap helemaal. Wordt het een reguliere basisschool of een speciale school? De school heeft zorgplicht, maar ook u als ouder moet
31
wanneer u weet dat u uw kind een stoornis of handicap heeft, dit verplicht melden bij aanmelding. Uw aanvraag tot toelating tot onze school wordt dan in het team besproken. Dit om te kijken of wij, team obs Kotten wel het juiste team is om uw kind te begeleiden. Wordt uw kind toegelaten dan krijgt u bericht in welke groep uw kind kan worden geplaatst. Soms is dit een andere groep dan u verwacht. Echter we kijken er gericht naar in welke groep wij als team uw kind het beste kunnen begeleiden. Wanneer we uw kind moeten weigeren zal de directeur samen met u als ouder op zoek gaan naar een vorm van passend onderwijs voor uw kind.
spaarsysteem voor de Vlielandweek. Jaarlijks wordt een bedrag gereserveerd, zodat in groep 8 de kosten voor deze week geheel of grotendeels zijn gespaard. Ook de schoolreisjes worden uit de ouderbijdrage betaald. Per leerling worden de gelden voor de Vlielandweek en de schoolreisjes bijgehouden. Een vast bedrag gaat naar de “Stichting ouderraad van OBS Kotten” om de kosten voor vieringen (Sint, Kerst, ed.), toernooien, bijzondere activiteiten e.d. te dekken. Deze gelden zijn een collectieve bijdrage en worden niet per leerling apart verrekend. De vrijwillige bijdrage is vastgesteld op € 60,-- per schooljaar. U wordt verzocht de bijdrage in de maanden september en maart te betalen. De financiële verantwoording vindt plaats op de eerste ouderavond van het nieuwe schooljaar. Voor kinderen die gedurende het schooljaar “instappen” gelden de volgende regels: Is uw kind voor 1 november op school, dan betaalt u tweemaal, (€ 30.--) komt uw kind na 1 november op school, dan betaalt u eenmaal, (€ 30.--) De MR controleert de jaarrekening.
HOOFDSTUK 8 HUISHOUDELIJKE ZAKEN In Nederland is onderwijs aan leerlingen op de basisschool in principe gratis. Echter niet alle kosten die worden gemaakt worden door de overheid gedragen. De kosten voor vieringen als Sint, Kerst en Pasen en schoolreizen zijn kosten waaraan ouders worden gevraagd om bij te dragen. 8.1 DE VRIJWILLIGE BIJDRAGE De vrijwillige ouderbijdrage wordt geïnd door de directeur van de school. Dit geld wordt door de directeur beheerd. Er is een
8.2 SPONSORING Als de leerlingen meedoen aan sporttoernooien en de avondvierdaagse dragen zij uniforme sportkleding. Deze sportkleding wordt gesponsord door een aantal bedrijven uit Kotten. Bij giften bepaalt de school zelf of in overleg met de gever waar we dit aan besteden. Een gift is geheel vrijblijvend. "Incidentele" spaaracties beoordeelt het team op deelname. Bovenschools is een convenant sponsoring gesloten. In 2002 heeft het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Weten-
32
schappen met 16 organisaties een convenant afgesloten waarin afspraken, regels en voorwaarden staan waar betreffende partijen zich aan moeten houden. 8.3 WAT ZIJN IN HET KORT DE REGELS VAN DE LEERPLICHT? 4 jaar: Als uw kind vier jaar wordt, mag het hele dagen naar school. Als uw kind 3 jaar en 11 maanden is, mag het een vijftal momenten op school komen om kennis te maken. U krijgt van tevoren een uitnodiging. 5 jaar: Als uw kind vijf jaar is geworden, is het geen zaak meer van mogen, maar van moeten. De eerste schooldag van de maand na de vijfde verjaardag is namelijk ieder kind in Nederland verplicht naar school te gaan. Tot uw kind 6 jaar wordt, mag u uw kind 5 uren per week thuis houden. Dat is natuurlijk niet wenselijk, maar als u het echt noodzakelijk vindt, kan het. Als u uw kind meer uren per week thuis wilt houden, dan heeft u speciale toestemming van de directeur nodig. Dat kan ook maximaal 5 uren. Totaal komt dat dus neer op maximaal 10 uren per week. Als u daar gebruik van wilt maken, dan is het verstandig om met de school af te spreken wanneer u uw kind thuis houdt. De school kan dan het onderwijs op uw kind afstemmen. Als het kind zes jaar oud is wordt verwacht dat hij/zij volledig deelneemt aan het onderwijs. Mocht dit door ziekte niet kunnen deelnemen, dan wordt er in overleg met school huiswerk gegeven. Wanneer de afwezigheid langer duurt dan zes weken dan neemt de directeur contact op met de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar kan bij twijfel een onderzoek instellen naar de afwezigheid van de leerling. Het advies van de leerplichtambtenaar is bindend. 8.4 VAKANTIE
U moet zich houden aan de vastgestelde schoolvakanties. Dat geldt ook voor wintersportvakanties of bezoek van buitenlandse leerlingen aan hun eigen land. De duur van de zomervakantie is voor alle basisscholen in Nederland gelijk. De zomervakantie begint i.v.m. de vakantiespreiding in iedere regio op een andere datum. Wij vallen onder de regio MiddenNederland. Wanneer de andere vakanties beginnen en hoe lang die duren mag het bestuur zelf bepalen. De overheid stelt de zomervakanties vast en geeft voor de andere vakanties een advies. Het bestuur stelt in overleg met de MR/GMR de vakantieregeling voor een aantal jaren vast. Deze kunt u vinden op: www.sopow.nl. De actuele vakantieregeling wordt altijd opgenomen als bijlage in de schoolgids. Verder wordt iedere vakantie ook vermeld in de nieuwsbrief. In heel bijzondere gevallen mag de directeur een leerling vrijgeven om met zijn ouders op vakantie te gaan. Dat mag hooguit één keer per jaar voor een periode van ten hoogste tien dagen. Dat geldt alleen voor ouders, die door hun beroep niet in de schoolvakanties vakantie kunnen nemen. U moet dan een verklaring van uw werkgever laten zien, waaruit blijkt dat U niet op een ander moment met vakantie kunt. De directeur mag geen toestemming geven als het gaat om de eerste twee weken na de grote vakantie. 8.5 EXTRA VRIJ Er wordt altijd vrij gegeven voor de dagen waarop kinderen vanwege geloofs- of levensovertuiging niet op school kunnen zijn. Dat geldt ook voor dagen met belangrijke familieverplichtingen, zoals een begrafenis of
33
huwelijk. We handelen hierin conform de artikelen 11 t/m 14 van de Leerplichtwet.
8.6 ZIEKTE, VERZUIM OF VERLOF VAN DE LEERLINGEN Bij ziekte of verzuim (b.v. bezoek dokter) van uw kind ontvangen we graag een bericht. Een briefje of telefoontje is voldoende. Indien ouders geen bericht van ziekte of verzuim doorgeven, neemt de school zo snel mogelijk contact op met de ouders. Alle verzoeken tot verlof voor meer dan een halve dag, dienen schriftelijk via de directeur te gebeuren. Bij de toekenning dan wel afwijzing van het verlof handelen wij conform de artikelen 11 t/m 14 van de Leerplichtwet. Wanneer uw kind op school ziek wordt, geldt de regel dat wij uw kind niet alleen naar huis laten gaan. U moet uw kind dan komen ophalen. Dit geldt ook voor alle andere gevallen waarin uw kind onder schooltijd de school verlaat (bijv. voor het bezoek aan de (tand-)arts). 8.7 CONTROLE OP DE LEERPLICHT De gemeente let erop, dat u zich houdt aan de regels van de leerplicht. Daarvoor zijn speciale medewerkers aangesteld: de leerplichtambtenaren. Ze hebben een controletaak. Als school houden wij een ziekte- en verzuimadministratie bij. Indien er sprake is van ongeoorloofd verzuim, maken wij hier melding van bij de leerplichtambtenaar van de gemeente Winterswijk. We handelen hierin conform de artikelen 11 t/m 14 van de Leerplichtwet. 8.8 VRIJSTELLING VAN HET ONDERWIJS
Alleen in bijzondere gevallen kan de directeur vrijstelling van bepaalde lessen verlenen (b.v. Godsdienstlessen of de lessen voor Humanistisch Vormingsonderwijs). De leerling moet wel op school blijven en krijgt vervangende onderwijsactiviteiten aangeboden. Dit gebeurt ook indien er om medische redenen langdurig niet aan de lessen kan worden deelgenomen (bijvoorbeeld bij bewegingsonderwijs). We handelen hierin conform de artikelen 11 t/m 14 van de Leerplichtwet. 8.9 STRAF Bij wangedrag worden er disciplinaire maatregelen genomen. Wij denken hierbij aan het maken van extra taken (thuis of op school). Bij zeer ernstig wangedrag vindt schorsing en in het uiterste geval verwijdering plaats. 8.10 VERWIJDERING Soms is het vertrouwen tussen school en kind of tussen school en ouders dermate verstoord dat het beter is uit elkaar te gaan. Ouders kunnen dit eenzijdig vrij gemakkelijk doen. Zij nemen hun kind van school en melden het elders aan. Voor de school ligt dit anders. In geval van ernstige ordeverstoring door een leerling doet de directeur hiervan (schriftelijk) mededeling aan de betreffende ouders. Indien een leerling bij herhaling de orde op school verstoort, kan de directeur, na overleg met de betrokken leerkracht, de leerling tijdelijk van school verwijderen, maar niet langer dan twee dagen. Hij doet hiervan schriftelijk mededeling aan de ouders en het bevoegd gezag. Een afschrift wordt bewaard in het leerlingdossier. Verwijdering van een leerling voor langere tijd, of definitieve verwijdering van school kan,
34
op voorstel van de directeur, alleen door het bevoegd gezag geschieden. De ouders worden vooraf in de gelegenheid gesteld gehoord te worden. Het bevoegd gezag pleegt overleg met de inspectie, waarna schriftelijk mededeling wordt gedaan aan de directeur en de betrokken ouders. Definitieve verwijdering van een leerling vindt alleen plaats nadat het bevoegd gezag een andere school (basisschool of school voor speciaal onderwijs) heeft gevonden. Schorsing en verwijdering kan niet anders dan na het volgen van een wettelijke procedure, waarin de rechten en plichten van zowel het bevoegd gezag als de ouder omschreven zijn. 8.11 AFMELDING Wanneer een kind de school tussentijds of na groep 8 verlaat, wordt het bestuur hiervan in kennis gesteld. De betreffende leerling wordt uit het bestand van de school uitgeschreven en zijn / haar gegevens worden conform de gemaakte afspraken m.b.t. de in- en externe rapportage bewaard, dan wel vernietigd. Eveneens wordt van de leerling een onderwijskundig rapport doorgegeven aan de ontvangende school. Ouders kunnen daarvan een afschrift ontvangen. Van de ontvangende school krijgt de school een bericht van inschrijving. 8.12 HOEVEEL TIJD ZIT MIJN KIND OP SCHOOL? De overheid heeft bepaald hoeveel uren de leerlingen per jaar tenminste naar school moeten. Voor jonge kinderen is dat minder dan voor leerlingen uit de bovenbouw. Elke schooldag mag maximaal vijf en een half uur duren. Groep 1 t/m 4 maken gemiddeld 880 uur per jaar. Groep 5 t/m 8 gemiddeld 1000 uur.
8.13 WANNEER ZIJN DE PAUZES? Iedere ochtend is er een fruitpauze van 15 minuten (10.15-10.30). De leerlingen kunnen dan hun meegebrachte fruit en drinken nuttigen. Wilt U voor de leerlingen van groep 1 en 2 het fruit zo veel mogelijk geschild meegeven? Controleert U thuis a.u.b. de drinkbekers zorgvuldig. Het komt nogal eens voor dat een beker niet goed is afgesloten en de inhoud in de tas terecht komt. Geeft U s.v.p. niet te veel mee naar school. Lang niet alles wordt opgegeten! Andere versnaperingen dan fruit worden in de fruitpauze niet op prijs gesteld. 8.14 OVERBLIJVEN OP SCHOOL Met ingang van het schooljaar 2013-2014 blijven alle leerlingen over tijdens de middag. We gaan werken met een continurooster. Tussen de middag nemen de leerlingen een ‘gewone’ boterham en drinken mee naar school. Van 12.00 tot 12.15uur wordt er gezamenlijk met de groepsleerkracht gegeten. Tussen 12.15uur en 12.45uur blijven de leerlingen onder toezicht van twee ouders op het schoolplein. 8.15 WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID Het bewustzijn dat bij allerhande activiteiten iets mis kan gaan waardoor schade wordt geleden en waardoor men anderen aansprakelijk kan stellen of zelf aansprakelijk gesteld kan wordend, neemt hand over hand toe. Ook aan het onderwijs gaat dit niet voorbij. Het onderwijs is wat de aansprakelijkheid betreft een gevoelige sector, omdat men met kinderen werkt, wat een extra risicofactor is voor het ontstaan van schade.
35
De vraag of de school altijd aansprakelijk is voor eventuele schade die uw kind oploopt of een ander toebrengt, is niet zomaar te beantwoorden. Het gaat bij aansprakelijkheid namelijk om de vraag wat redelijk en billijk is. Met andere woorden, er zijn ook situaties waarin u als ouder aansprakelijke bent. In dat geval brengt uw eigen verzekering voor wettelijke aansprakelijkheid (WA-verzekering) meestal uitkomst.
De leerkrachten hebben volgens een rooster pleinwacht ’s morgens voor schooltijd en tijdens de tien uur pauze. Na schooltijd is er geen toezicht.
8.16 HOE IS VERZEKERING BIJ ONS OP SCHOOL GEREGELD?
8.19 WAARDEVOLLE ZAKEN
Alle werknemers en vrijwilligers die werkzaamheden in en om school verrichten, zijn via de WA-verzekering van het bestuur verzekerd. Dit geldt ook voor de overblijfmoeders. Ook alle kinderen zijn via deze verzekering WA verzekerd. 8.17 HOUDT DE SCHOOL TOEZICHT OP MIJN KIND? Natuurlijk houdt de school toezicht op uw kind. Officieel begint dat op het tijdstip dat de school opengaat en de verantwoordelijkheid houdt op als de school dicht gaat. Wij hanteren hier de regel: 10 minuten voor aanvang van de lessen tot 10 minuten na einde laatste lessen. In principe dus van 08.20 uur tot 14.55uur. Na schooltijd is er geen toezicht. 8.18 PLEIN Bij droog weer is het de bedoeling dat de leerlingen van groep 3 t/m 8 buiten blijven totdat de bel gaat. Leerlingen uit groep 1 en 2 mogen naar binnen, maar niet eerder dan 10 minuten voor aanvang van de lessen. Tussen de middag houden ouders toezicht op de kinderen. Dit toezicht eindigt om 12.45 uur.
Bij slecht weer willen wij graag dat U de kinderen zo laat mogelijk naar school stuurt. Als het hard regent mogen alle kinderen 10 minuten voor aanvang van de lessen naar binnen.
Ziet U erop toe dat uw kind geen waardevolle zaken ( mobiele telefoons of geld) mee naar school neemt? Ook zakmessen en duur speelgoed horen niet op school thuis. Indien toch, dan voelt de school zich niet verantwoordelijk bij verlies of stuk gaan. 8.20 ONGELUKJES Helaas gebeurt er op school wel eens een ongelukje. Wanneer een verwonding zich ernstiger laat aanzien, nemen we zo snel mogelijk contact op met de ouders. Wanneer haast geboden is, gaan we naar de huisarts of bellen 112. Er zijn leerkrachten met een aantekening BHV op school. 8.21 FOTO’S EN VIDEO OPNAMES Op school maken we tijdens diverse evenementen foto’s. Deze foto’s worden ook op de website van de school geplaatst. Mocht u daar bezwaar tegen hebben, wilt u dit dan melden bij de directeur? Wij zullen hier rekening mee houden en geen foto’s van uw kind plaatsen. Ook worden er soms video opnames gemaakt. Een bekend voorbeeld hiervan is de kerstmusical. Deze wordt ook bij belangstelling onder de leerlingen verspreid.
36
Naast deze opnames worden er soms ook video-opnames gemaakt tijdens het lesgeven in de klas. Deze video-opnames worden gebruikt voor verbetering van de lessen. De opnames zullen altijd intern in school worden bekeken en zullen nooit zonder toestemming van ouders, buiten school worden gebruikt. Mocht u hier vragen over hebben dan kunt u zich wenden tot de groepsleerkracht en/of directeur. 8.22 FINANCIËLE BIJDRAGE ZWEMLESSEN Het schoolzwemmen is afgeschaft. Dit was voorheen een prima manier om uw kind een zwemdiploma te halen. De gemeente vindt het belangrijk dat uw kind één of meerdere zwemdiploma’s haalt. Soms zijn er echter financiële beperkingen binnen uw gezin, dat het volgen van zwemlessen financieel voor u niet haalbaar is. Wanneer u als ouder financieel niet in staat bent om zwemlessen te betalen, dan kunt u bij de gemeente een financiële bijdrage aanvragen. De directeur kan u helpen om daarvoor een aanvraag in te dienen. 8.23 KLACHTENREGELING Als U klachten hebt over de gang van zaken op school, kunt U dit het beste eerst melden aan de school zelf, aan de groepsleerkracht, de directie of aan de interne contactpersoon. U krijgt dan te horen hoe en wanneer uw klacht eventueel opgelost kan worden. Wanneer U de klacht niet wilt voorleggen aan de groepsleerkracht of de directie, kunt u de interne contactpersoon vragen u in contact te brengen met de externe vertrouwenspersoon. De externe vertrouwenspersoon is door het bestuur aangesteld. Hij/zij is verplicht tot
geheimhouding van alle zaken die hij/zij in deze hoedanigheid verneemt. In eerste instantie wordt nagegaan of door bemiddeling een oplossing kan worden gevonden. Ook wordt bekeken of de klacht aanleiding geeft tot het indienen van een klacht bij de landelijke klachtencommissie. De externe vertrouwenspersoon kan, indien van toepassing, hulp verlenen bij het doen van aangifte bij politie of justitie. Interne contactpersonen van de school: Mevrouw Leonne Overkamp. Externe Vertrouwenspersoon: De heer G.W. Huiskamp Schaapsweg 2 7105 CP Winterswijk Tel: 0543 520159 Klachtenprocedure Alle openbare scholen zijn aangesloten bij de landelijke klachtenregeling. Hiertoe kunnen ouders zich wenden wanneer ouders – school – bestuur er bij een probleem samen niet uitkomen. De klachtenprocedure ligt op school ter inzage. Ook de samenstelling van de Landelijke Klachtencommissie ligt op school ter inzage. U kunt de Landelijke Klachtencommissie bereiken onder: Landelijke Klachtencommissie, Postbus 162, 3440 AD Woerden 0348-405245 Vertrouwensinspecteur Binnen de Inspectie van het Basisonderwijs zijn een aantal inspecteurs aangewezen als vertrouwensinspecteurs. Deze vertrouwensinspecteurs hebben een adviserende en ondersteunende taak bij klachten rond seksueel misbruik en seksuele intimidatie. Ieder bevoegd gezag van een school of onderwijsinstelling is wettelijk
37
verplicht bij een vermoeden van seksueel misbruik contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Deze verplichting geldt voor klachten over leraren, directies en anderen die aan de school contractueel verbonden zijn. Ook als niet meteen duidelijk is of sprake is van strafbare feiten dient de vertrouwensinspecteur ingeschakeld te worden voor overleg. Scholen en ook leerlingen kunnen eveneens contact opnemen met de vertrouwensinspecteur als zich situaties van ernstig fysiek en geestelijk geweld hebben voorgedaan. Anders dan bij seksueel misbruik zijn scholen in dit geval niet verplicht zich tot de vertrouwensinspecteur te wenden. 0900 -111 3 111
38
HOOFDSTUK 9 PRAKTISCHE ZAKEN 9.1 VERJAARDAGEN EN TRAKTEREN Als kinderen jarig zijn mogen ze in hun eigen klas trakteren. Wanneer een leerling in het weekeinde of vakantie jarig is dan graag contact met de leerkracht over wanneer het kan trakteren. De leerkrachten vieren hun verjaardag op één dag.
door de kinderen van Groep 8 een “versierd wagentje” gemaakt. Een klein corso wagentje zoals je dat ook ziet met het bloemencorso in Winterswijk. Dat mag individueel of met een klasgenootje(s) samen.
9.2 SCHOOLREIS In de maanden mei of juni gaan we met de groepen op schoolreis. De reisdoelen en de data worden ter zijne tijd, bekend gemaakt via de nieuwsbrief. Groep 8 gaat traditioneel een week naar Vlieland. 9.3 SINTERKLAAS Rondom 5 december bezoekt de “Sint en zijn Pieten” de school. De kinderen van groep 1 t/m 3 krijgen een cadeau van Sint. Groep 4 t/m 8 viert in eigen groep “pakjesmiddag” met zelfgemaakte surprises. 9.4 KERST Het kalenderjaar wordt afgesloten met een gezamenlijke maaltijd voor alle groepen. Daarnaast neemt de school actief deel aan het kerstfeest in gebouw Wilhelmina. Deze wordt meestal op de één na laatste avond voor de kerstvakantie gehouden. Een gedeelte van de avond wordt door de leerlingen ingevuld door het voordragen van een lied of gedicht. De leerlingen van groep 7 en 8 studeren een musical in voor deze avond. 9.5 KOTTENSFEEST Elk jaar in het 2e weekend van september met het Kottense Volksfeest wordt traditioneel
In een van de laatste weken voor de zomervakantie krijgen de kinderen van hun meester of juf te horen wat het onderwerp is voor het komende volksfeest, zodat voor of in de vakantie al aan een idee kan worden gedacht of zelfs al iets gemaakt kan worden. School reikt een bestellijst voor de bloemen uit met daarbij het moment dat de bloemen kunnen worden afgehaald. De kinderen van groep 8 zijn de donderdagmiddag vrij om te plakken. Bloemen en lijm worden beschikbaar gesteld voor Vereniging Wilhelmina. De leerlingen van groep 1 t/m 7 nemen deel op versierde wagens in de optocht. De groepen 1,2 en 3 zijn ‘s morgens eerst op school en komen dan naar de locatie waar gepauzeerd wordt. ’s Middags vinden er kinderspelen plaats onder leiding van de leerkrachten.
39
9.6 AFSCHEID GROEP 8 Groep 8 geeft in de laatste schoolweek, op de donderdagmiddag een afscheidsfeest voor de leerlingen van school. De organisatie is in handen van de ouders van de leerlingen van groep 8 met een leerkracht. ’s Avonds nemen leerlingen van groep 8, ouders en team afscheid van elkaar. De organisatie van deze avond is in handen van de leerlingen van groep 8 met een leerkracht. De laatste jaren blijft groep 8 slapen in school. Dit gebeurt onder verantwoording van ouders. 9.7 GEVONDEN VOORWERPEN In de gang staat een kist met gevonden spullen. Eenmaal in de maand wordt deze kist geleegd. Voorwerpen die niet worden opgehaald worden meegegeven aan de kledinginzameling.
9.8 ACTIES Jantje Beton (april) Kinderpostzegels: Ieder jaar doen de twee hoogste groepen mee aan deze actie (september). Daarnaast wordt er elk jaar door de leerlingen van groep 8 en goed doel gekozen. Voor dit “goede doel” wordt gespaard. De leerlingen van groep 8 coördineren dit gebeuren. Het ingezamelde geld wordt bijgehouden, er wordt informatie verstrekt over het goede doel en evt. iemand gevraagd om er over te vertellen. Aan het eind van het schooljaar wordt het geld overhandigd aan een vertegenwoordiger van het goede doel. 9.9 DIEET De Ouderraad verzorgt een aantal keren per jaar een traktatie voor de kinderen, zoals met Sint, Kerst, Pasen en de laatste schooldag.
Wanneer uw kind aan een bepaald dieet moet houden, horen we dit graag van u. 9.10 SPORTTOERNOOIEN Bij voldoende deelname doen we als school mee met diverse sporttoernooien. Bekend zijn het Paasvoetbaltoernooi en het Kersthandbaltoernooi. Ouders worden uitgenodigd om de teams te begeleiden. Meer informatie volgt in de nieuwsbrieven. 9.11 HOOFDLUIS Hoofdluis is bij kinderen een regelmatig terugkerend probleem. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen, kan deze besmetting gemakkelijk van de één naar de ander overgebracht worden. De school is, ongewild, zo'n plaats. Wij zijn van mening dat zowel de school als de ouders verantwoordelijkheid dragen bij de bestrijding van hoofdluis. Zo is het de verantwoordelijkheid van de school voorzorgsmaatregelen te nemen om de verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk te beperken. En het is de verantwoordelijkheid van de ouders om de kinderen te controleren op hoofdluis en zo nodig te behandelen. Om het hoofdluisprobleem onder controle te houden, is op onze school, in samenwerking met de ouderraad, gekozen voor een systematische aanpak. Dit houdt in dat de school op het moment dat er weer hoofdluis gesignaleerd wordt verdere verspreiding probeert te beperken. Daarnaast is er een hoofdluiswerkgroep ingesteld. Deze heeft als taak om op een aantal vaste tijdstippen, in ieder geval na elke vakantie, alle leerlingen op hoofdluis te controleren. Tevens kan de werkgroep ingeschakeld worden in periodes dat het hoofdluisprobleem weer wat actiever is. Wanneer er hoofdluis bij een kind
40
geconstateerd wordt, neemt de coördinator van de hoofdluiswerkgroep telefonisch contact met de ouders op. Wanneer er levende luis wordt waargenomen dan wordt u verzocht het kind direct te behandelen. Na de behandeling mag de leerling weer gewoon naar school. De werkgroep heeft een hoofdluisprotocol opgesteld. Dit protocol is als bijlage opgenomen in de schoolgids.
Ouders kunnen in aanmerking komen voor vergoeding van de kosten voor buitenschoolse opvang als ze werken of studeren. Voor meer informatie over de vergoedingen kunt u terecht bij de belastingdienst. http://www.toeslagen.nl/particulier/kinderop vangtoeslag.html
Wanneer u vragen heeft over deze werkgroep en/of het protocol dan, kunt u contact opnemen met de directeur of iber. 9.12 BUITENSCHOOLSE OPVANG Voor de aansluiting van onderwijs en buitenschoolse opvang heeft de school een overeenkomst gesloten met Stichting Welzijn Winterswijk Kinderopvang B.V. (SWW). Kinderen kunnen voor- en na schooltijd opgevangen worden op de buitenschoolse opvang van deze organisatie. U kunt uw kind aanmelden bij de buitenschoolse opvang door inschrijving bij de administratie van SWW. Deze professionele opvang is bedoeld voor kinderen van de basisscholen. De kinderen van de voorschoolse opvang worden 's morgens (vanaf 7.30 uur) door de ouders naar de opvang locatie gebracht en vanuit de opvang worden de kinderen naar school begeleid. Na schooltijd zorgt SWW voor vervoer naar de locatie buitenschoolse opvang. Ouders kunnen de kinderen aan het eind van de dag op de buitenschoolse opvang ophalen. De locaties sluiten om uiterlijk 18.30 uur. Voor meer informatie en aanmelding kunt u bellen naar telefoonnummer 0543-546063, op maandag t/m donderdag van 08.30 tot 13.00 uur. U kunt ook informatie vinden op de website van SWW: www.swwbv.nl .
41
HOOFDSTUK 10 STICHTING SOPOW
mevrouw J.A. Mentink-Oonk (lid).
10.3 ORGANISATIESTRUCTUUR
10-1 STICHTINGSINFORMATIE Naam instelling: Stichting Openbaar Primair Onderwijs Winterswijk Adres: Beatrixpark 22 7101 BN Winterswijk Postadres: Postbus 259 7100 AG Winterswijk Telefoon: (0543) 533 887 Voorzitter College van Bestuur: mevr. P. Boogerd E-mail:
[email protected] Website: www.sopow.nl Bestuursnummer: 41494
Onder het bevoegd gezag ressorteren de volgende scholen: Bargerpaske De Schakel De Kolibrie Kotten Miste/Corle
Voorninklaan 1 Violenstraat 1a Hakkelerkampstraat 55 Meester Meinenweg 14 Brinkeweg 15
Stegeman ’t Waliën Woold
Pronsweg 5 Waliënseweg 8 Schoolweg 13
10.2 JURIDISCHE STRUCTUUR De stichting is opgericht bij akte van 26 november 2004 en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 09146777.In het bestuur hebben per 1 januari 2012 de volgende personen zitting:
de heer M. van Rooden (voorzitter); mevr. I. Hoving (secretaris); de heer C.A. de Groot (penningmeester); de heer P.G. Mekkes (lid);
Aansturen van de organisatie De dagelijkse leiding van SOPOW is in handen van de voorzitter van het College van Bestuur. Het College wordt daarbij ondersteund door het stafbureau. Het bestuur en het stafbureau zijn gehuisvest op het kantorenpark Beatrixpark (tegenover het streekziekenhuis) in Winterswijk. Op elke school is de schooldirecteur verantwoordelijk voor het schoolbeleid en de dagelijkse gang van zaken op de school. Management Onder de algemeen directeur ressorteren de acht openbare basisscholen, waaraan de navolgende personen zijn verbonden als schooldirecteur: Bargerpaske De Schakel De Kolibrie Kotten Miste/Corle Stegeman ’t Waliën Woold
de heer J.D.Floor de heer G.R.R. Schipper de heer J.H. Wilterdink mevr. C.J. Grevers de heer R.L. Smilde mevr. A.M.E. Dirksen de heer J.H.P. Knuivers de heer J.A.C.M.de Mooy
Bestuurskantoor De voorzitter van College van Bestuur wordt ondersteund door het stafbureau. Het hoofd stafbureau geeft leiding aan het stafbureau en heeft de portefeuille huisvesting en financiën. De rol van het stafbureau kenmerkt zich door ondersteunende en adviserende activiteiten voor zowel bestuur als scholen: signaleren, ontwikkelen, (doen) uitvoeren, controleren, evalueren en rapporteren. Op het stafbureau zijn werkzaam: Hoofd stafbureau de heer F.H.M. Heming Adm./secr. Medewerksters: Mevr. I. Langenakker-Ooitink Mevr. S. G. Kobes-van Ewijk
42
Bijlage 1: FORMULIER AANVRAAG VRIJSTELLING VAN GEREGELD SCHOOLBEZOEK artikel 11 onder f of artikel 11 onder g van de Leerplichtwet 1969 (voor ten hoogste tien schooldagen per jaar)
Aan de directeur van
:
__________________________________________________________ te
:
__________________________________________________________
1
Gegevens van de ouder(s)/verzorger(s) Naam vader/verzorger :
___________________________________________________________ Naam moeder/verzorgster
:
___________________________________________________________ Adres
:
___________________________________________________________ Postcode en plaats
:
___________________________________________________________ Telefoonnummer
:
___________________________________________________________
2
Gegevens van de leerling(en) Voor- en achternaam
:
___________________________________________________________ Geboortedatum
: ____________________________
groep/leerjaar:
_____________
43
Voor- en achternaam
:
___________________________________________________________ Geboortedatum
: ____________________________
groep/leerjaar:
_____________ Voor- en achternaam
:
___________________________________________________________ Geboortedatum
: ____________________________
groep/leerjaar:
_____________
3
Gegevens van de gevraagde vrijstelling Periode
: van __________________________ tot
___________________________ Reden
:
___________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ______ (indien nodig op een bijlage verder toelichten)
4
Gegevens van de kinderen die een andere school bezoeken Voor- en achternaam
:
___________________________________________________________ Geboortedatum
:
___________________________________________________________ Naam school
: ________________________________ te
________________________ Voor- en achternaam
:
___________________________________________________________
44
Geboortedatum
:
___________________________________________________________ Naam school
: ________________________________ te
_________________________
5
Ondertekening Datum: ______________________
Handtekening:
_________________________________
45
Bijlage 2: OPGAVEFORMULIER OUDERHULP 2015-2016 Beste ouders, Ook dit jaar maken wij graag gebruik van Uw hulp. Dankzij Uw hulp kunnen er aan onze school weer allerlei zaken geregeld worden. Zonder Uw steun zullen er keuzes gemaakt dienen te worden. Opgegeven ouders worden t.z.t. benaderd voor deelname! Graag onderstaande strook zo snel mogelijk inleveren a.u.b. Toelichting: Vervoer lln:
Dit kan vallen binnen, maar ook buiten de schooluren. Even kinderen naar de Storm.of de sporthal brengen. Ook bij excursies hebben we U nodig. Bij voorbaat hartelijk dank
NAAM:.............................................................
Het team
Adres…………………………………………….
E-MAILADRES:………………………………………………………
Aankruisen wat voor u van toepassing is!! o o
Vervoer leerlingen( denk aan verzekering inzittenden) Vervoer leerlingen groep 7-8 per fiets naar technieklokaal op de volgende maandagen zoeken wij uw hulp: 14 september, 5 oktober, 2 november, 24 november, 14 december, 18 januari, 15 februari, 7 maart, 4 april, 9 mei.
o o o o o o o o o o o o o o o
Kersthandbaltoernooi groep 7 en 8 (29 december 2015) Paasvoetbal groep 7 en 8 (Goede Vrijdag 25 maart 2016) Trias voetbaltoernooi gr 2, 3 en 4 woensdagmiddag 11 mei 2016 Voetbaltoernooi groep 5 en 6 woensdagmiddag 15 juni 201 Schaaktoernooi woensdag op een woensdagmiddag (datum nog niet bekend) Helpen bij het oversteken na schooltijd Belangstelling hebben om zitting te nemen in OR Belangstelling hebben om zitting te nemen in MR. Kerstmusical (groep 7 en 8) instuderen, decor, schminken Kerstbakjes maken donderdagmorgen 17 december 2015 8.30uur School versieren sint woensdag 18 november 11.00u. School versieren kerst 1 december 13.00u Afbreken Sint vrijdagmiddag 4 december14.00 uur. Afbreken Kerst vrijdagmorgen 18 december 11.00uur Helpen bij hoofdluiscontrole (elke maandag na een vakantie)
46
Bijlage 3: ICT-protocol voor leerlingen van OBS Kotten Wat is een internetprotocol? Een protocol is een lijst met afspraken die je met iemand maakt. In een protocol staan dus regels waaraan je je moet houden. Als je akkoord gaat met die regels kun je dat laten zien door het protocol te ondertekenen. Dat betekent dus wel dat wij ervan uitgaan dat je je aan die regels gaat houden.
De afspraken: Ik zal nooit mijn persoonlijke informatie doorgeven op Internet zoals: mijn achternaam, adres en telefoonnummer, het werkadres en telefoonnummer van mijn ouders of het adres van mijn school zonder toestemming van mijn meester of juf.
Bij gebruik van een zoekmachine gebruik ik normale woorden (zoektermen). Ik zoek geen woorden die te maken hebben met grof woordgebruik, seks of geweld. Bestanden van Internet naar je eigen computer halen heet downloaden. Op vragen om te "downloaden" is het antwoord in principe altijd nee. Je mag dus geen bestanden downloaden. Als je twijfelt overleg je met je meester of juf. Chatten, mobiel bellen, foto’s maken of filmen is op school niet toegestaan. Dat mag alleen als de juf of meester opdracht geeft om zoiets te doen. Op school gebruiken we de normale Nederlandse taal; er wordt dus geen MSN-taal gebruikt. Vertel het meester of juf meteen als je informatie ziet waardoor je je niet prettig voelt. Ik zal nooit afspreken met iemand die ik "online" op Internet heb ontmoet, (chatten mag niet) zonder toestemming van mijn meester of juf. Ik zal nooit een foto of iets anders van mijzelf of iemand anders per e-mail versturen zonder toestemming van mijn meester of juf. Ik schrijf nooit mijn achternaam en mijn adres of telefoonnummer in een e-mail bericht (wil je het toch doen, vraag dan altijd aan je meester of juf of dit mag). Krijg je e-mail-berichtjes die je niet leuk of raar vindt of die te maken hebben met grof woordgebruik, seks of geweld: vertel dat dan meteen aan je meester of juf. Dit soort mailtjes beantwoord ik niet. Als ik dit protocol onderteken, maar me er toch niet aan houdt, vervalt mijn recht te mogen internetten of e-mailen voor de periode die mijn meester of juf aangeeft.
Naam:
Groep:
Handtekening:
47
Bijlage 4
Dit is het luizenprotocol. Deze ziet er als volgt uit: De uitvoering berust bij een aantal ouders, die de "luizenbrigade" vormen. Deze bestaat uit één coördinator en aantal controle-ouders. Er wordt preventief gecontroleerd na iedere schoolvakantie en na het ontdekken van actieve luis in de groep. Het preventief controleren gebeurt na een vakantie, omdat een eventuele besmetting ook in een vakantie kan plaatsvinden. Deze controle willen we laten plaatsvinden iedere maandag na de vakantie. Wij vragen de ouders daar rekening mee te houden door de kinderen geen ingewikkelde vlechtjes, speldjes ed. in het haar te laten doen.
HOE IS DE PROCEDURE?
Er worden hoofdluis / neten ontdekt in de groep. De controle-ouders melden de aanwezigheid van hoofdluis bij de luizencoördinator van de school. Deze onderneemt de volgende acties:
- de leerkracht van de desbetreffende groep wordt geïnformeerd. - de rest van het schoolteam wordt geïnformeerd.
De luizencoördinator onderneemt de volgende acties: Als er hoofdluis ontdekt is, worden de ouders van het betreffende kind, gebeld door de coördinator. (bij afwezigheid door de directeur of groepsleerkracht)Deze vraagt hen (als ze thuis zijn) om hun kind in de middagpauze direct te behandelen tegen hoofdluis / neten. Op deze manier wordt besmetting van de andere kinderen voorkomen. Er is eventueel ook luizenlotion op school aanwezig om het kind meteen mee te geven. Als de ouders van de leerling niet telefonisch te bereiken zijn gaat er brief met de leerling mee naar huis. De andere leerlingen van de groep krijgen ook een brief mee naar huis. De hele groep wordt door de controle-ouders nagekeken op hoofdluis / neten. De controles vinden plaats buiten de groep. De kinderen komen in kleine groepen naar de controleouder. Als eerste wordt echter de leerkracht gecontroleerd. De bevindingen worden vastgelegd op een leerlingenlijst.
Na 14 dagen vindt de hercontrole plaats. Op dat moment kunnen er drie dingen gebeuren:
48
1. Het kind is schoon. Er worden geen luizen en neten meer aangetroffen. De ouders worden door de coördinator telefonisch op de hoogte gebracht, dat de bestrijding effectief was. 2. Er zijn nog luizen / neten aanwezig. De luizen coördinator brengt de ouders telefonisch op de hoogte van de bevindingen en zonodig geeft ze advies. Na 14 dagen vindt er opnieuw een hercontrole plaats. 3. Er worden nog steeds luizen / neten aangetroffen. Het kan ook voorkomen, dat de ouders geen actie ondernemen om de luizen en neten te bestrijden. In dat geval geeft de luizencoördinator dit door aan de directeur. Deze onderneemt dan zonodig stappen en zal bij herhalend terugkerende luizen de GGD inschakelen.
Wij hopen op deze manier eventuele luizenplagen snel onder controle te krijgen en zijn van mening om er zo open mogelijk mee om te gaan, aangezien het iedereen kan overkomen. Ook raden wij aan om internet te raadplegen, daar staan duidelijke afbeeldingen van luizen en neten , verder informatie en behandelmethodes.
49