‘Creation itself is at stake’
‘De schepping staat op het spel’
Queen Beatrix’ views on the world
De wereld volgens koningin Beatrix
Frans Bieckmann
Contents
Inhoud
Prologue
Inleiding
Princess Beatrix ‘The European ideal’
Prinses Beatrix ‘Het Europese ideaal’
Colonial history ‘The Dutch barbarians’
Koloniale geschiedenis ‘De Hollandse barbaren’
International cooperation ‘Poverty is a form of injustice’
Internationale samenwerking ‘Armoede is onrecht’
Environment ‘The earth is slowly dying’
Milieu ‘Langzaam sterft de aarde’
Globalisation ‘Change makes us insecure’
Globalisering ‘Verandering maakt onzeker’
Safety ‘Freedom and social justice first, and only then peace’
Veiligheid ‘Eerst vrijheid en sociale rechtvaardigheid, dan pas vrede’
Internationalism ‘Egoistic nationalism is an impediment’
Internationalisme ‘Egoïstisch nationalisme is een hinderpaal’
International legal order ‘Sovereignty is no longer inviolable’
Internationale rechtsorde ‘Soevereiniteit niet meer onaantastbaar’
Epilogue The influence of a head of state
Epiloog De invloed van een staatshoofd
Afterword
Nawoord
Colophon
Colofon 3
Koningin Beatrix bezoekt een stammendorp vlak bij Udaipur; ‘Tribal Village’ NLC. Tijdens bezoek aan India, 6 maart 1986
Prologue
Inleiding
A head of state is above all the parties: she may not make it appear as if she is involved in politics; she avoids all political ideological statements. Moreover, in the Dutch structure of the Kingdom a queen is not free to say what see wishes to say; she needs the approval of the prime minister. Therefore it is no easy matter to discover Queen Beatrix’s precise current and former views on the themes discussed in this booklet: international cooperation and sustainable development. There is but one major opportunity for the queen to vent her feelings without the direct supervision of the prime minister: the Christmas speeches which the queen has made each year since 19801. These therefore constitute an important source for this booklet.
Een staatshoofd staat boven de partijen: zij mag het niet doen voorkomen dat zij aan politiek doet, zij vermijdt politiek-ideologische uitspraken. En een koningin kan in het Nederlandse staatsbestel bovendien niet zomaar zeggen wat zij wil, maar moet daarvoor goedkeuring hebben van de ministerpresident. Daarom is het niet eenvoudig erachter te komen wat koningin Beatrix precies vindt en vond van de thema’s waarover dit boekje gaat: internationale samenwerking en duurzame ontwikkeling. Slechts één belangrijke uitlaatklep staat niet direct onder toezicht van de premier: de kerstredes die de koningin sinds 1980 elk jaar heeft gehouden1. Zij vormen dan ook een belangrijke bron voor dit boekje.
Analysis of Queen Beatrix’s texts and speeches on international cooperation and sustainable development shows that her views cannot be seen separately from those of Prince Claus.2 For this reason the booklet is almost as much about the queen’s husband (who died in 2002) as about Queen Beatrix herself. It is not always clear who influenced whom. As far as the situation in developing countries or development assistance in a restricted sense is
Analyse van de teksten en toespraken van koningin Beatrix over internationale samenwerking en duurzame ontwikkeling leert dat haar ideeën niet los te zien zijn van die van prins Claus.2 Daarom gaat dit boekje bijna net zoveel over de (in 2002 overleden) echtgenoot van de koningin, als over Beatrix zelf. Wie wie beïnvloed heeft, is niet altijd duidelijk. Waar het heel specifiek de situatie in ontwikkelingslanden betreft, of de ontwikkelingshulp in beperkte
1
1
2
With thanks to the Netherlands Government Information Service (RVD) for providing the speeches referred to in this booklet. In writing this booklet I drew heavily on (the material for) my book on Prince Claus and his involvement with (people in) developing countries, which was published in April 2004: De wereld volgens prins Claus (Prince Claus’ views on the world) (Amsterdam, Mets & Schilt).
2
5
Met dank aan de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) voor het verstrekken van de in dit bestek aangehaalde toespraken. Bij het schrijven van dit boekje heb ik veel geput uit (het materiaal voor) mijn boek over prins Claus en zijn betrokkenheid bij (mensen in) ontwikkelingslanden, dat in april 2004 uitkwam: De wereld volgens prins Claus (Amsterdam, Mets & Schilt).
concerned, Prince Claus’ voice will have predominated. Undoubtedly Queen Beatrix in turn influenced her husband’s views on international political issues and issues of international law. The great emphasis Prince Claus placed on the role played by culture in the development process (which is continued in the Prins Claus Fund), is echoed in the importance Queen Beatrix attaches to art and culture in the Netherlands. The insights the couple obtained together in this way into the working of different cultures, the concept of identity in a world becoming increasingly smaller and more open, are now again being taken up in Princess Maxima’s work in the field of integration and migrants in the Netherlands. Maxima appears to be the most outspoken heir to the ideas of her in-laws: the call for attention to international cooperation. She succeeded her father-in-law as patroness of the Royal Tropical Institute (KIT) and the Royal Institute of Linguistics and Anthropology (KITLV) and she is chairperson of the board of governors of the Prins Claus Chair of the Institute of Social Studies (ISS) and Utrecht University. Prince Constantijn and Prince Friso succeeded their father as patrons of the Prins Claus Fund. Also Prince Friso’s wife Mabel fits into the tradition of active involvement in developing countries via her work for the Open Society Institute and the Soros foundations. And Crown Prince Willem-Alexander, encouraged by his father, has specialised in water management in developing countries. This latter choice reflects the tricky equilibrium the royal family is to maintain: on the one hand this appears to be a rather technical and neutral subject - no one can object to commitment for such a worthy cause - but on the other hand it does contain all the major global debates. Water management is an essential part of environ-
zin, zal de stem van Claus overheerst hebben. Beatrix heeft ongetwijfeld weer invloed gehad op het internationaal politieke en volkenrechtelijke denken van haar man. De grote nadruk die Claus legde op de rol van cultuur in ontwikkeling (en die voortgezet wordt in het Prins Claus Fonds), vond zijn weerklank in het belang dat Beatrix hecht aan kunst en cultuur in eigen land. Het inzicht dat de twee zo samen hebben opgebouwd in de werking van culturen, van identiteit in een wereld die steeds kleiner en opener wordt, wordt nu weer opgepikt in het werk van prinses Maxima met integratie en allochtonen in Nederland. Maxima lijkt de meest uitgesproken erfgename van het gedachtegoed van haar schoonouders: de aandacht voor internationale samenwerking. Zij volgde haar schoonvader op als beschermvrouwe van het Koninklijke Instituut voor de Tropen (KIT) en het Koninklijk Instituut voor Taal, Land en Volkenkunde (KITLV) en ze is voorzitter van het curatorium van de Prins Claus Leerstoel van het Institute of Social Studies (ISS) en de Universiteit van Utrecht. De prinsen Constantijn en Friso hebben hun vader opgevolgd als beschermheren van het Prins Claus Fonds. Ook prins Friso’s vrouw Mabel past in de traditie van actieve betrokkenheid bij ontwikkelingslanden, via haar werk voor het Open Society Institute en de Soros-stichtingen. En kroonprins Willem-Alexander is zich, aangespoord door zijn vader, gaan specialiseren in waterbeheer in ontwikkelingslanden. Die laatste keuze weerspiegelt de heikele balans die het koningshuis moet zien te houden: het is een ogenschijnlijk technisch en neutraal onderwerp – niemand kan zich storen aan de inzet voor zo’n noodzakelijk goed - dat niettemin alle grote mondiale debatten in zich herbergt. Waterbeheer is essentieel in milieubeleid, het voorkomen van conflicten om schaarse grondstoffen, landbouw 6
mental policy, preventing conflicts about scarce resources, agriculture and food supply and geopolitical interests. In this context a Dutch comparative advantage, its great expertise in the field of water management, can be extolled abroad. This way everybody is happy.
en voedselvoorziening en geopolitieke belangen. En passant kan ook Nederlands comparatieve voordeel, de grote expertise op het gebied van watermanagement, worden aangeprezen in het buitenland. Iedereen tevreden. Vooralsnog gaat het aanstaande koningspaar veel praktischer, technischer en minder breed om met ontwikkelingsthema’s dan hun (schoon)ouders. Maxima vindt dat het bedrijfsleven ook een bijdrage moet leveren aan armoedebestrijding. Bedrijven moeten niet alleen korte-termijnwinst nastreven, maar ook lange-termijninvesteringen doen om de miljarden potentiële klanten in ontwikkelingslanden te bereiken. In april 2005 kwam zij bijeen met jonge werknemers van ABN-Amro, DSM en Heineken om te praten over dit ‘Bottom of the Pyramid’ concept. Voor de prinses staan zelfredzaamheid en zelfrespect van mensen in ontwikkelingslanden voorop. Vandaar haar inzet als boegbeeld van het Jaar van het Microkrediet. Een initiatief waar prins Willem-Alexander naar verwees in een toespraak voor de VN-Commissie voor Duurzame Ontwikkeling, op 21 april 2005 in New York. Naast het belang van een integrale strategie voor waterbeheer, voedselproductie en milieu, benadrukte Willem-Alexander daar de centrale rol van vrouwen in ontwikkeling. Dat was ook de conclusie die prins Claus had getrokken. Claus stelde ooit dat ‘de vrouwen aan de macht’ moesten in Afrika. Een andere keer antwoordde hij, op een bewering dat vrouwen in Nederland nog te weinig inbreng hadden, dat hij dagelijks meemaakte dat het ook heel anders kon liggen. De vrouw op wie Claus doelde, staat centraal in dit boekje, dat uitkomt ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van het Handvest van de Aarde (of Earth Charter), dat in 2000 werd
For the time being the king and queen to be are adopting a more practical, technical and less broad approach to development themes than their parents (in-law). Maxima is of the opinion that the business community should also contribute to fighting poverty. Companies should not focus on short-term profits only, but also make long-term investments to reach the billions of potential customers in developing countries. In April 2005 she met with young employees of ABN-Amro, DSM and Heineken to discuss this ‘Bottom of the Pyramid’ concept. For the princess the main thing is the ability of people to cope for themselves and the self-respect of people in developing countries. This explains her efforts as standard bearer of the International Year of Microcredit. An initiative Prince Willem-Alexander referred to in a speech before the UN Committee for Sustainable Development, in New York on 21 April 2005. In addition to the importance of an integral strategy for water management, food supply and the environment, Willem-Alexander emphasised the central role played in this context by women in developing countries. This was the same conclusion Prince Claus had reached earlier. Prince Claus once stated that ‘women should assume power’ in Africa. On another occasion he reacted, to the assertion that in the Netherlands women still had to little say, that he experienced this differently on a daily basis. The woman Prince Claus referred to occupies centre stage in this 7
booklet, which is published on the occasion of the fifth anniversary of the Earth Charter, which was signed in 2000 in the Peace Palace in The Hague, in the presence of the queen. The Earth Charter offers an ethical framework voor a different organisation of the world. Queen Beatrix was in several ways involved in the coming about of the Charter, according to Ruud Lubbers, ‘Commissioner’ of the Earth Charter initiative. According to Lubbers the initiative goes back to 1989, when he issued the The Hague Declaration, together with the French Prime Minister Michel Rocard and the Norwegian Prime Minister Gro Harlem Brundtland – who had presented the report Our Common Future together with a UN committee several years earlier. ‘That declaration was about the necessity and the promise to arrive at a global plan for the environment.’ The queen was present at the signing of the Declaration. During the large-scale conference on the environment in Rio de Janeiro in 1992, the Earth Summit, there were calls for an Earth Charter, which was to describe a paradigm shift: from an economic world to an ecological world. After the summit the chairman of ‘Rio’ continued with the Earth Council. The former Soviet leader Michael Gorbatchov was involved in setting up a similar initiative. Lubbers explains that he brought the two together. ‘The queen was also extremely interested in the cooperation between Strong and Gorbachov. She was present at the meeting at the Peace Palace at which the merger between the two initiatives was ratified. And of course she was present at the signing of the Earth Charter itself, in 2000.’
ondertekend in het Vredespaleis in Den Haag, in het bijzijn van de koningin. Het Handvest van de Aarde biedt een ethisch kader voor een andere inrichting van de wereld. Beatrix was op verschillende manieren betrokken bij de totstandkoming van het Handvest, vertelt Ruud Lubbers, ‘Commissaris’ van het Earth Charter initiatief. Volgens hem voert het initiatief terug tot 1989, toen hij de The Hague Declaration uitbracht, samen met de Franse premier Michel Rocard en de Noorse premier Gro Harlem Brundtland – die een paar jaar eerder met een VN-commissie het rapport Our Common Future had gepresenteerd. ‘Die verklaring ging over de noodzaak en de belofte om tot een mondiaal milieu- en natuurplan te komen.’ De koningin was aanwezig bij de ondertekening van de Declaration. Tijdens de grote milieuconferentie in Rio de Janeiro in 1992, de Earth Summit, werd opgeroepen tot een Earth Charter, dat een paradigmaverschuiving moest beschrijven: van een economische wereld naar een ecologische wereld. Na de top ging de voorzitter van ‘Rio’ verder met de Earth Council. De voormalige Sovjetleider Michael Gorbatsjov was bezig met een vergelijkbaar initiatief. Lubbers vertelt dat hij de twee bij elkaar bracht. ‘De koningin was ook buitengewoon geïnteresseerd in de samenwerking tussen Strong en Gorbatsjov. Zij was bij de bijeenkomst in het Vredespaleis die de fusie tussen de twee initiatieven bekrachtigde. En zij was natuurlijk bij de ondertekening van het Earth Charter zelf, in 2000.’ Het Earth Charter is bij uitstek een project dat een Nederlandse koningin openlijk kan ondersteunen. Het benoemt geen politieke machtsverschillen of tegengestelde belangen. Het spiegelt een ver ideaal voor, een boven de partijen verheven reeks ethische principes waar niemand tegen kan zijn. Dat is de kracht én de zwakte
The Earth Charter is an outstanding example of a project a Dutch queen can openly support. It does not refer to political power differences or conflicting interests. It reflects a distant ideal, a 8
Koningin Beatrix op 29 juni 2000 voor het Vredespaleis in Den Haag na afloop van de bijeenkomst van ‘The Earth Charter’. Hierbij waren gasten uit vele landen aanwezig zoals deze vrouwen uit Peru in klederdracht. ANP Foto - Koen Suyk
Koningin Beatrix op 29 juni 2000 voor het Vredespaleis in Den Haag bij de bijeenkomst van ‘The Earth Charter’. Medevoorzitter van Earth Charter Commisssion Michail Gorbatchov was een van de prominente aanwezigen. ANP Foto - Koen Suyk
series of ethic principles, elevated above all political parties which nobody can be against. This is both the strength and the weakness of a head of state, and of the Earth Charter. The Charter is the project of an enlightened elite of world leaders attempting to reform power from the inside. This implies that they have to comply with the rules of power. Ruud Lubbers does not see the elitist nature of the Charter as a problem. ‘The queen and head of state are naturally seen as part of the power, therefore as the cause of the current state of affairs in the world. But people forget that it is possible to make the rulers more aware of certain important things as well. This was also the case for me. Being confronted with and having meetings with NGOs made me think differently about certain issues.’ According to Lubbers the fact that the queen’s involvement is not merely symbolic is apparent from the Charter’s four main subjects: respect and concern for all forms of life; ecological integrity; social and economic justice; democracy, non-violence and peace. ‘These are the very themes which keep returning in the Christmas speeches.’ This is indeed the case: as will be shown in the following chapters, these principles constitute a leitmotiv in the ideas expressed by Queen Beatrix over the past decades. The queen’s commitment to global sustainable development is ethically and religiously inspired and, like the Earth Charter, has a holistic slant. This explains this booklet’s title, which also headed her Christmas speech of 1988: ‘Creation itself is at stake’.
van een staatshoofd, en van het Earth Charter. Het Handvest is het project van een verlichte elite van wereldleiders, die van binnenuit probeert de macht te hervormen. Dat betekent dat zij zich aan de spelregels van die macht moet houden. Ruud Lubbers ziet het elitaire karakter van het Handvest niet als een probleem. ‘De koning en het staatshoofd worden natuurlijk gezien als deel van de macht, dus als de oorzaak van de huidige stand van zaken in de wereld. Maar dan wordt vergeten dat je de machtigen ook kunt sensibiliseren voor dingen die van belang zijn. Dat heeft eveneens voor mijzelf gegolden. Door de confrontatie en de ontmoetingen met ngo’s ben ik anders gaan denken.’ Dat de betrokkenheid van de koningin niet alleen symbolisch is, blijkt volgens Lubbers uit de vier hoofdonderwerpen van het Handvest: respect en zorg voor alle levensvormen; ecologische integriteit; sociale en economische rechtvaardigheid; democratie, geweldloosheid en vrede. ‘Het zijn de thema’s die in de kerstredes steeds weer terugkomen.’ En dat klopt: zoals uit de navolgende hoofdstukken blijkt, vormen deze principes een rode lijn in de ideeën die koningin Beatrix de afgelopen decennia heeft uitgedragen. Het engagement van de koningin bij wereldwijde duurzame ontwikkeling is ethisch en religieus geïnspireerd en heeft, net als het Handvest van de Aarde, een holistische inslag. Vandaar de titel van dit boekje, dat ook boven haar kersttoespraak van 1988 stond: ‘De schepping staat op het spel’.
11
Prinses Beatrix
Princess Beatrix
‘Het Europese ideaal’
‘The European ideal’
‘Wij leven in een wereld waarin alles kookt, wij zijn getuigen van een geweldige strijd van ideologieën…. Waarom zeggen zovele jonge Europeanen: de internationale politiek? Onnodig je daarover op te winden, daar kunnen wij toch niets aan doen. Dat is een zaak tussen de Amerikanen en de Russen…. Een intellectueel, zodra hij met enige intelligentie over de dingen nadenkt, moet dubbel beseffen hoe verkeerd zulk een laisser-aller is. Ik ben ervan overtuigd dat de daad die deze stilstaande plas van onthouding en berusting in beweging kan brengen, van de jonge intellectuelen moet komen.’ Aan het woord is een 23-jarige prinses Beatrix voor een gehoor van honderden Europese studenten in het Franse Toulouse, onder wie Laurens-Jan Brinkhorst en Frans Alting Von Geusau (nu hoogleraar in Tilburg). Haar betoog over Europa als een soort alternatief voor de twee supermachten werd gehouden in de hoogtijdagen van de Koude Oorlog: op 30 september 1961 in een toespraak bij de afsluiting van de ‘rencontre’, georganiseerd door het Franse Comité van de Europese Cultuur Stichting.
‘We live in a world in which everything is in a state of flux, we are witnessing a tremendous battle of ideologies…. Why do so many young Europeans say: international politics? Nothing to get excited about, there’s nothing we can do anyway. This is something between the Americans and the Russians…. An intellectual, the moment he draws on his intelligence when reflecting on things, must be doubly aware of how mistaken such a laisser aller attitude is. I am convinced that the action required to change this attitude of abstinence and passivity, has to come from young intellectuals.’ These are the words of a 23-year-old Princess Beatrix speaking before several hundred European students in the French city of Toulouse, among whom Laurens-Jan Brinkhorst and Frans Alting Von Geusau (today a professor in Tilburg). Her plea for Europe as a kind of alternative for the two super powers was made in a period dominated by the Cold War: on 30 September 1961 in a speech held on the occasion of the closing of the ‘rencontre’, organised by the French Committee of the European Cultural Foundation.
Al begin jaren zestig, nog voordat wereldwijde protestbewegingen de politiek in binnen- en buitenland op zijn kop zouden zetten, dacht de prinses na over de toestand in de wereld. In eerste instantie was zij vooral gegrepen door het Europese ideaal. Het
Already in the early 1960’s, even before worldwide protest movements shook up the political establishment both in the Netherlands and abroad, the princess was reflecting on the state of world affairs. Initially, she was affected primarily by the 12
European ideal. This was the intellectual idealism of a woman who felt that the elite to which she belonged had a certain duty to the world. ‘The week of reflection on the problems of a future Europe…should trigger us into becoming the conscious and aware men and women which our country, our Europe, and indeed our world needs,’ she said in Toulouse. This has always remained the leitmotiv in her way of thinking and her actions in the international arena: seeking to establish an enlightened elite of wise men and women with a broad outlook, who are to guide the world towards fairer and more peaceful relations. Her thinking does/did?? not fit into a traditional left-wing framework; the material struggle for equal opportunities is something which was far removed from her daily experience. Neither can her ideas be qualified as traditionally right-wing, which at that time meant primarily anticommunist. Her thinking focused on slow reform based on tolerance and the power of persuasion.
was een intellectueel idealisme van een vrouw die vond dat de elite waartoe ze behoorde een taak had in de wereld. ‘De week van bezinning op de problemen van een toekomstig Europa… moet voor ons allen de zweepslag zijn die wij… nodig hebben om de bewust levende mannen en vrouwen te zijn die ons land, ons Europa, onze wereld nodig heeft,’ zei ze in Toulouse. Dat is altijd de rode lijn gebleven in haar denken en doen op internationaal terrein: het streven naar een verlichte elite van wijze mannen en vrouwen met een wijde blik, die de wereld naar rechtvaardiger en vreedzamer verhoudingen moet loodsen. Zij dacht niet traditioneel links; de materiële strijd voor gelijke kansen stond mijlenver van haar dagelijkse ervaring. Zij dacht evenmin traditioneel rechts, wat toendertijd vooral anticommunistisch betekende. Maar zij was voor langzame hervormingen op basis van verdraagzaamheid en overtuigingskracht. De jonge prinses hield in Toulouse een bevlogen pleidooi – een ‘cri du coeur’ noemde ze het zelf. Beatrix pleit voor ‘het vormgeven aan onze gedachten in een Europese geest…, het scheppen van een gemeenschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel, een Europees bewustzijn’. Zij hield haar publiek voor dat zij, als ‘toekomstige culturele elite’, de plicht heeft zich in te zetten voor het ‘ideaal van een verenigd Europa’. De prinses zette zich af tegen de ‘afzijdigheid en passiviteit, de onverschilligheid… die houding van rustig en gemakzuchtig de ogen sluiten’. Ze constateerde dat ‘in Europa, vooral onder de jongeren, een leegte gevoeld wordt: wij missen een gemeenschappelijk ideaal…. Wij trachten deze leegte te vullen door een tamelijk negatief materialisme’. Zij wilde best naar ‘de oudere generaties’ luisteren, ‘op voorwaarde dat zij begrijpen dat de jeugd van nu zich niet meer laat paaien met fraaie woorden’.
In Toulouse the young princess made an ardent plea - which she referred to as a ‘cri du coeur’ for ‘shaping our ideas in a European spirit…, creating a communal sense of responsibility, a European consciousness’. She argued that her audience, as ‘future cultural elite’, had the obligation to commit themselves to the ‘ideal of a unified Europe’. The Princess spoke out against ‘aloofness and passivity, indifference… an attitude characterised by quietly and all too easily keeping one’s eyes closed’. She observed that ‘in Europe, especially among the young, there is a feeling of emptiness: we miss a communal ideal…. We attempt to assuage this feeling of emptiness with a rather negative materialism’. She was quite willing to listen to ‘the older generations, on the condition that they understood that today’s youngsters will no longer allow them13
selves to be fobbed off with fair words’.
Na het congres in Toulouse werd de Europese Werkgroep (EWG) opgericht. Beatrix trad aan als presidente, Alting von Geusau als voorzitter. De prinses bezocht het kleine secretariaat in Amsterdam regelmatig, herinnert de laatste zich3: soms met een pan soep of om enveloppen te plakken. De EWG besloot een dorp te adopteren in het door een aardbeving getroffen Iran. Het werd Dousadj, op 180 kilometer van Teheran. In oktober 1962 was Beatrix in het rampgebied. Haar bezoek aan de Sjah van Perzië en zijn vrouw Farah Diba paste in een negen weken durende reis door het Midden-Oosten en Azië. Eind april 1963 riep Beatrix op televisie vrijwilligers op zich te melden voor de herbouw van het dorp Dousadj. ‘De grondgedachte van de EWG is diensten te verlenen aan anderen, in de meest ruime zin.’ In oktober 1963 bezocht Beatrix Dousadj opnieuw. De tientallen vrijwilligers uit verschillende Europese landen hadden zo’n 120 huizen gebouwd.
After the conference in Toulouse the European Working Group (EWG) was established. Princess Beatrix acted as president, Alting von Geusau as chairman. The princess regularly visited the small secretariat in Amsterdam, recalls the latter3: sometimes with a pan of soup or to help stamp letters. The EWG decided to adopt a village in Iran, which was hit by an earthquake. The village’s name was Dousadj, some 180 kilometres from Teheran. In October 1962 Princess Beatrix visited the disaster area. Her visit to the Shah of Persia and his wife Farah Diba fitted into her nine-week trip through the Middle East and Asia. Late April 1963 Princess Beatrix appeared on television to call on volunteers to assist in the rebuilding of the village of Dousadj. ‘The underlying idea of the EWG is to offer services to others, in the broadest sense.’ In October 1963 Beatrix revisited Dousadj. The dozens of volunteers from several European countries had built some 120 houses.
Het vrijwilligersconcept van de EWG paste niet alleen bij vergelijkbare initiatieven in het westen – de Amerikaanse president Kennedy stichtte in 1961 het Peace Corps, later ontstond in Nederland de Stichting Nederlandse Vrijwilligers (SNV) – maar sloot ook aan bij de praktijk in Iran. Daar bestond een sociale dienstplicht, vertelt de latere SNV-directeur Will Erath. Erath werkte in de jaren zeventig nauw samen met prins Claus, toen voorzitter van SNV, en zegt dat Claus in Nederland en de andere rijke landen ook iets dergelijks wilde invoeren: ‘Prins Claus wilde 3
The volunteer concept of the EWG not only fitted in with comparable initiatives in the West – in 1961 the American president Kennedy set up the Peace Corps, later in the Netherlands the Stichting Nederlandse Vrijwilligers (SNV) was formed – but is also in keeping with the situation in Iran. At the time Iran had a compulsory national service, explained the later SNV director Will Erath. During the 1970s Erath worked closely together with Prince
De informatie over de Europese Werkgroep en het Dousadj-project in Iran is afkomstig van de website van het VPRO-tv-programma Andere Tijden (www.vpro.nl/geschiedenis/andere tijden), dat hier op 24 februari 2004 een programma over uitzond.
3
14
The information on the European Working Group and the Dousadj project in Iran is from the website of the VPRO television programme Andere Tijden (www.vpro.nl/geschiedenis/andere tijden), which broadcast a programme on this theme on 24 February 2004.
Claus, then the chairman of the SNV, and according to Erath Claus wished to introduce something similar in the Netherlands and other rich countries: ‘Prince Claus wanted a national umbrella programme, which he wanted to direct himself, of volunteers in the Third World and in the Netherlands. In his view this volunteer work was becoming increasingly important here in connection with the increasing productivity and the resulting increase of wages. This meant that certain kinds of jobs which showed a lesser increase in productivity but which were nevertheless vital to society, no longer got done. Volunteers were needed for these jobs. This national service was what held society together. Moreover, it would enrich people from a social point of view if they were less focused on their economic career. Prince Claus was inspired, among other people, by the Shah of Persia – whom Claus and Beatrix knew well. The Shah was a controversial figure, because of the harsh measures taken by the secret services. But there were positive elements as well: the Shah wanted to modernise his country. He was something of an enlightened despot. Claus was impressed, for example, by the voluntary organisation the Shah had set up. Youngsters had to work in rural areas for several months as a kind of national service. They were only allowed to return to the city when they received a positive assessment from the people with whom they had worked.’ It is very likely that Claus, who had worked in Latin America and Africa in the early 1960s, was familiar with the Persian experience mainly through the woman he had married in 1965.
een nationaal overkoepelend programma, dat hij zelf graag wilde leiden, van vrijwilligers in de Derde Wereld en in Nederland. Dat vrijwilligerswerk hier werd naar zijn idee steeds noodzakelijker in verband met de stijgende arbeidsproductiviteit en de daardoor stijgende lonen. Dat betekende dat bepaalde soorten werk, waar de arbeidsproductiviteit minder stijgt maar die wel noodzakelijk zijn voor de samenleving, onvoldoende worden gedaan. Daarvoor had je vrijwilligers nodig. Die dienst aan de gemeenschap was het cement van de samenleving. Het zou bovendien sociaal verrijkend werken als mensen zich niet in eerste instantie richten op hun economische carrière. Prins Claus liet zich onder andere inspireren door de Iraanse Sjah – die Claus en Beatrix goed kenden. De Sjah was omstreden, vanwege het harde optreden van de geheime diensten. Maar er zaten ook positieve kanten aan: de sjah wilde modernisering van zijn land. Het was een beetje een verlicht despoot. Claus was onder meer gecharmeerd van de vrijwilligersorganisatie die de Sjah had opgezet. Jongeren moesten, als een soort sociale dienstplicht, enkele maanden op het platteland werken. Zij mochten alleen terug naar de stad als ze een goede beoordeling kregen van de bevolking waarmee ze hadden samengewerkt.’ Het is erg waarschijnlijk dat Claus, die begin jaren zestig in Latijns-Amerika en Afrika had gewerkt, de Perzische ervaringen vooral kende via de vrouw met wie hij in 1965 was getrouwd. In 1968 werd de EWG opgeheven, nadat pogingen tot oprichting van een Europees Vrijwilligers Corps stukliepen in de concurrentiestrijd met vergelijkbare – maar nationale – programma’s als SNV. Beatrix nam de internationale taak van de jonge culturele elite – zoals ze die in Toulouse had omschreven – met verve op
In 1968 the EWG was discontinued, after attempts at setting up a European Volunteer Corps failed due to competition with similar – but national – programmes such as the SNV. Beatrix took on the 15
zich. Zij en prins Claus organiseerden vanaf 1968 informele bijeenkomsten in hun kasteel Drakensteyn. Daar kwamen Nederlandse kunstenaars, schrijvers, musici en denkers eens in de twee maanden bijeen om te praten over actuele onderwerpen. Dat kon over binnenlandse aangelegenheden gaan, maar ook bijvoorbeeld over de Vietnam-oorlog of de staatsgreep in Chili. Beatrix en Claus volgden de gebeurtenissen in Chili op de voet. Hun vriend Huub Oosterhuis vertelt later over de linkse, marxistische priester Santiago Thijssen, die gevlucht was uit Chili. ‘Prins Claus en prinses Beatrix wilden hem ontmoeten. Dat is gebeurd, bij mij thuis, in het voorjaar van 1974. Zij vroegen of zij iets konden doen om hem te helpen, bijvoorbeeld door financiële steun te geven. Thijssen was een gepokt en gemazeld bevrijdingstheoloog. Het gesprek ging over het engagement dat christenen zouden moeten hebben. Volgens Thijssen was er voor christenen maar één optie geweest: steun geven aan het marxistische regime van Allende. Beatrix reageerde redelijk terughoudend, zij kon zich niet zo duidelijk uitspreken. Maar prins Claus was het volledig eens met Thijssen, en liet dat ook merken.’ Beatrix bleef sympathie houden voor de bevrijdingstheologie, getuige een toespraak dertig jaar later, tijdens haar staatsbezoek, in maart 2003, aan Brazilië, waarin zij spreekt over de ‘indrukwekkende boodschap van Braziliaanse bevrijdingstheologen als Dom Helder Camara en Paulo Evaristo Arns’. Prins Claus had contact met de Braziliaanse kardinaal Arns en bracht zijn zoon Willem-Alexander in aanraking met Arns. De aartsbisschop heeft Willem-Alexander in Sao Paulo uitgebreid ontvangen en met hem gesproken.
international responsibility of the young cultural elite – as she had described in Toulouse – with a great deal of enthusiasm. From 1968 she, together with Claus, organised informal meetings in their castle Drakensteyn. Every two months Dutch artists, writers, musicians and thinkers met here to discuss topical subjects. These might include domestic issues as well as, for example, the Vietnam War or the coup in Chile. Beatrix and Claus kept a close track of the developments in Chile. Their friend Huub Oosterhuis recounts an event involving the left-wing, Marxist priest Santiago Thijssen, who had fled Chile. ‘Prince Claus and Princess Beatrix wanted to meet him. This took place at my house in the spring of 1974. They asked if there was anything they could do to help him, for example by providing financial support. Thijssen was a tried and tested liberation theologist. The discussion centred on the commitment Christians should have for the good cause. According to Thijssen there was but one choice for Christians: to support Allende’s Marxist regime. Beatrix exercised restraint, she was unable to speak out clearly, but Claus completely agreed with Thijssen, and made this quite clear.’ Beatrix remained sympathetic towards liberation theology, witness a speech given thirty years later, during a state visit in Brazil, in March 2003. She referred to the ‘impressive message propagated by Brazilian liberation theologists such as Dom Helder Camara and Paulo Evaristo Arns’. Prince Claus stood in contact with the Brazilian cardinal Arns and brought his son Willem-Alexander into contact with him. The archbishop received Willem-Alexander in style in Sao Paulo and had talks with him.
Latijns-Amerika stond in de jaren zeventig en tachtig in het middelpunt van de belangstelling. Veel mensen spanden zich in
In the 1970s and 1980s Latin America received a lot of interest. Many people exerted themselves for the victims of dictatorships 16
Koningin Beatrix spreekt tot het Amerikaans Congres op 20 april 1982.
voor de slachtoffers van de dictaturen in bijvoorbeeld Chili, Argentinië en Uruguay. In Midden-Amerika werd de bevrijdingsstrijd van Sandinisten in Nicaragua en de verzetsbeweging FMLN in El Salvador gesteund. De Verenigde Staten waren in veel gevallen de boeman: dat land steunde de staatsgrepen in Zuid-Amerika en financierde en organiseerde een bloedige oorlog tegen Sandinisten en FMLN. Maar de VS waren ook een bondgenoot van Nederland, dus moest een koningin op eieren lopen als zij op staatsbezoek ging. Vlak voor dat bezoek, eind april 1982, waren in El Salvador vier Nederlandse (IKON-)journalisten vermoord door de doodseskaders van het Salvadoraanse regime. Dat leidde tot felle protesten bij het Amerikaanse consulaat-generaal aan het Amsterdamse Museumplein. Uit onlangs openbaar geworden ‘vertrouwelijke’ documenten van het State Department (het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken) bleek dat de VS flink in hun maag zaten met de situatie. ‘El Salvador is the real potential bomb shell in USDutch relations and could derail other issues of importance to us’, stelt een briefing aan Under Secretary Eagleburger voor een ontmoeting met minister van Defensie Van Mierlo op 26 maart 19824. ‘... The deaths of four Dutch journalists there has produced a level of emotional intensity in Holland not seen in years and has resulted in sufficient violence to require our closing ConsulateGeneral in Amsterdam. The Dutch coalition parties on March 24 joined in public appeal to Van der Stoel to recognize and give financial assistance to El Salvadoran guerrillas. … [naam gewist]
in, for example, Chile, Argentina and Uruguay. In Central America there was support for the struggle for liberation of the Sandinistas in Nicaragua and the resistance movement FMLN in El Salvador. In many cases the United States was held responsible: it was this country which supported the coups in South America and financed and organised the bloody war against the Sandinistas and the FMLN. But the US was also an ally of the Netherlands, thus forcing the queen to tread on eggs when she undertook a state visit. Shortly before this visit, in late April 1982, four Dutch journalists (for IKON) had been murdered in El Salvador by death squads of the Salvadorian regime. This resulted in strong protests before the American consulate on the Museumplein in Amsterdam. ‘Confidential’ documents of the State Department (the American ministry of foreign affairs) recently made public revealed that the US were very troubled about the situation. ‘El Salvador is the real potential bomb shell in US-Dutch relations and could derail other issues of importance to us’, according to a briefing to Under Secretary Eagleburger before a meeting with the Dutch minister of Defence Van Mierlo on 26 March 19824. ‘... The deaths of four Dutch journalists there has produced a level of emotional intensity in Holland not seen in years and has resulted in sufficient violence to require our closing the Consulate-General in Amsterdam. The Dutch coalition parties on March 24 joined in public appeal to Van der Stoel to recognise and give financial assistance to El Salvadoran guerrillas. … [name deleted] privately
4
4
Briefing Memorandum March 25 1982, Confidential, Department of State. Afkomstig uit het National Security Archives in Washington en gepubliceerd op het Archiefforum (Eric Hennekam, Agora), http://forum.archieven.org. 18
Briefing Memorandum 25 March 1982, Confidential, Department of State. From the National Security Archives in Washington and published on the Archiefforum (Eric Hennekam, Agora), http://forum.archieven.org.
that this was done to placate public opinion.’ The document states that: ‘It could also affect the backdrop against which Queen Beatrix pays a state visit in late April’.
privately that this was done to placate public opinion.’ In het document wordt gesteld dat: ‘It could also affect the backdrop against which Queen Beatrix pays a state visit in late April’.
When Queen Beatrix addressed the American Congress in Washington on 21 April 1982, she must have meant the American Central American policy, when she said she ‘regarded it as her duty and as a wise policy to promote human rights’. She subscribed to the aim of ‘Life, liberty and the pursuit of happiness’ in the American constitution and went on to say: ‘Should we then not make a protest when human rights are violated somewhere else, wherever? I say wherever, because if we were to restrict standing up for human rights to those countries we perceive as a threat to our democratic society, and if we were to refrain from making a protest when the same rights are violated in other countries, we would be using double standards. This would not only undermine the effectiveness of our protest – but even more serious: we would be unfaithful to ourselves; we would damage the credibility of our international society. It is the term “credibility” I would like to ask your special attention for. It is only by the grace of this credibility that a democratic system can function.’
Toen Beatrix op 21 april 1982 het Amerikaanse Congres in Washington toesprak, zal zij het over de Amerikaanse MiddenAmerika-politiek gehad hebben, toen zij zei het ‘als plicht en verstandig beleid te beschouwen om de mensenrechten te bevorderen’. Zij onderschreef de doelstelling ‘Life, liberty and the pursuit of happiness’ in de Amerikaanse grondwet en vervolgde: ‘Moeten wij dan niet protest aantekenen wanneer elders, waar ook, de mensenrechten met voeten worden getreden? Waar ook, zeg ik, want als wij het opkomen voor die mensenrechten zouden beperken tot die landen die wij als een bedreiging voor onze democratische samenleving beschouwen, en als wij zouden nalaten te protesteren wanneer diezelfde rechten werden geschonden in andere landen, dan zouden wij dubbele maatstaven hanteren. Daarmee zouden wij niet alleen de effectiviteit van ons protest ondermijnen – ernstiger nog: wij zouden ontrouw worden aan onszelf, wij zouden aan de geloofwaardigheid van ons internationaal samengaan schade doen. Ik zou voor dat begrip “geloofwaardigheid” met nadruk uw aandacht willen vragen. Slechts bij de gratie van die geloofwaardigheid kan een democratisch bestel functioneren.’
Also in another respect Beatrix and Claus’ leanings did not always follow the usual course of the Western alliance. They had a special interest in China, which they visited together in 1977. ‘Beatrix and Claus were fans of the People’s Republic of China,’ says Ruud Lubbers. He recalls the sale of Dutch submarines to Taiwan during the Van Agt government (1977-81), when Lubbers was chairman of the parliamentary party CDA in the Lower House. The queen and prince posed critical questions on the subject accord-
Ook in een ander opzicht volgden de sympathieën van Beatrix en Claus niet altijd de gebruikelijke weg van het westerse bondgenootschap. Zij hadden een bijzondere interesse in China, dat zij in 1977 samen bezochten. ‘Beatrix en Claus waren fan van de Volksrepubliek China,’ aldus Ruud Lubbers. Hij vertelt over de 19
Prinses Beatrix en prins Claus in Mongolië, tijdens hun studiereis in China, september 1978. ANP-Foto Cor Mulde
ing to Lubbers. ‘They did seem pleased with a tie I used to wear at the time. The tie had a text in Chinese characters: long live the Chinese-Dutch friendship. The tie went back to the autumn of 1973, when as a young minister of Economic Affairs I opened the Dutch industrial exhibition in Peking.’ Lubbers and former minister of the Interior, Schmelzer, together made up the so-called Gang of Two. ‘In the CDA we were the only ones opposed to supplying submarines to Taiwan. Van Agt and Van der Klauw pushed it through.’ Lubbers believes Beatrix and Claus were also against the idea: ‘But of course they were unable to say so publicly.’
levering van Nederlandse duikboten aan Taiwan tijdens het kabinet Van Agt (1977-81), toen Lubbers zelf fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer was. De koningin en de prins stelden daarover volgens Lubbers kritische vragen. ‘Zij leken ingenomen te zijn met de das die ik toen wel eens droeg. Daarop stond in Chinese karakters de opdruk: lang leve de Chinees-Nederlandse vriendschap. Hij dateerde nog uit het najaar van 1973, toen ik als jong minister van Economische Zaken de Nederlandse industriële tentoonstelling in Peking opende.’ Lubbers en voormalig minister van Buitenlandse Zaken Schmelzer vormden de Bende van Twee. ‘Wij waren in het CDA de enigen die tegen levering van duikboten aan Taiwan waren. Van Agt en Van der Klauw drukten dat door.’ Beatrix en Claus waren ook tegen, zo schat Lubbers in: ‘Maar zij mochten dat natuurlijk niet openlijk zeggen.’
The informal group conversations around and with the princely couple continued until 1978. When Beatrix had become queen, there were regular – more formal – seminars at the Palace on the Dam. These palace talks sometimes also covered international issues, such as the housing problem in developing countries. Queen Beatrix regularly invites experts when preparing for a state visit, to become informed of the situation in the country in question. Every day she is informed by the ministry of Foreign Affairs about the major developments in the world. Once every three weeks she has a meeting with the minister of Foreign Affairs for extensive consultation, far more often than with the other members of the cabinets, apart from the prime minister. Then there are the foreign celebrities who visit her. An example is a lunch at the Noordeinde Palace in 2001 for Joe Stiglitz, the former economist of the World Bank, who had received the Nobel Prize the previous day. On this occasion, besides the queen, Prince Claus and their three sons, also Morris Tabaksblat, Paul Fentener, Arnold Heertje, Jan Pronk and Hans van Mierlo were invited.
De informele groepsgesprekken rond en met het prinselijk paar gingen door tot 1978. Toen Beatrix koningin geworden was, vonden in het Paleis op de Dam regelmatig – meer formele – seminars plaats. Deze Paleisgesprekken gingen soms ook over internationale thema’s, zoals de huisvestingsproblematiek in ontwikkelingslanden. Koningin Beatrix nodigt geregeld experts uit in de voorbereiding van een staatsbezoek, om zich te laten inlichten over de situatie in het betreffende land. Ze wordt via het ministerie van Buitenlandse Zaken dagelijks op de hoogte gehouden van de belangrijkste ontwikkelingen in de wereld. Eens in de drie weken ontmoet ze de minister van Buitenlandse Zaken voor uitgebreid overleg, veel vaker dan ieder ander kabinetslid, de premier uitgezonderd. En er komen buitenlandse beroemdheden bij haar op bezoek. Een voorbeeld is een lunch op paleis Noordeinde in 2001 voor Joe Stiglitz, de voormalige 21
The queen regularly invites all the international judges who work in The Hague with institutions such as the International Court of Justice and the Yugoslavia Tribunal for a dinner at the Noordeinde Palace. Once every few years Dutch professors of international law are invited as well. One such professor, Nico Schrijver of Leiden University, says: ‘I attended such a meeting twice. She delivers a brief speech, but for the rest it’s rather informal. It’s an opportunity for expanding one’s network. And it’s an opportunity for the Netherlands to demonstrate its hospitality as seat for international law courts, as “legal capital of the world”, as is sometimes rather boastingly claimed.’
Wereldbankeconoom die de dag daarvoor de Nobelprijs had gekregen. Daarbij waren, naast de koningin, prins Claus en hun drie zoons, ook Morris Tabaksblat, Paul Fentener, Arnold Heertje, Jan Pronk en Hans van Mierlo uitgenodigd. De koningin nodigt met regelmaat alle internationale rechters die in Den Haag werkzaam zijn bij instellingen als het Internationaal Gerechtshof en het Joegoslavië Tribunaal uit voor een diner op Noordeinde. Eens in de paar jaar worden daarbij ook de Nederlandse hoogleraren internationaal recht geïnviteerd, aldus een van hen, Nico Schrijver van de Universiteit van Leiden. ‘Ik ben er twee keer bij geweest. Zij houdt dan een klein toespraakje, maar het is verder informeel. Er kan genetwerkt worden. En Nederland toont daarmee zijn gastvrijheid als vestigingsplaats voor dergelijke internationale gerechtshoven, als “juridische hoofdstad van de wereld”, zoals soms wat opschepperig wordt gesteld.’
22
Colonial history
Koloniale geschiedenis
‘The Dutch barbarians’
‘De Hollandse barbaren’
Colonial history can be seen as the ugly brother of development cooperation. Or better still: the wicked father. The debt built up in the past is to be settled in the present. Therefore in the Netherlands, as in each country, the deeds of previous generations are a politically very sensitive area. Especially for a queen, whose forebears are moreover very much part of that same history. During her visit to Brazil – where the Netherlands for a brief period made only very little headway – she referred to this communal past, including the adverse role the Dutch played in this context. ‘This was almost four hundred years ago, to be precise in 1624, when Dutchmen settled in Brazil, incidentally, not altogether without using violence…. In our country the departure from your country was still deplored many years after the event. It was seen as a missed opportunity. On the Brazilian side feelings were more mixed. An inscription in a church in Olinda refers in a less than flattering way to “os bárbaros holandeses”’, Beatrix explained to the Brazilian president Lula. On the other hand, she continued by explaining that her distant ancestor ‘Count JohanMaurits van Nassau-Siegen, who even received the honourable nickname “the Brazilian”(“o Brasileiro”), was appreciated as a wise and enlightened governor’.
De koloniale geschiedenis is het lelijke broertje van de ontwikkelingssamenwerking. Of beter: de foute vader. Wat er aan schuld is opgebouwd in het verleden, moet in het heden worden goedgemaakt. De daden van vroegere generaties zijn daarom in Nederland, zoals in elk land, een politiek zeer gevoelig terrein. Zeker voor een koningin, wier voorouders bovendien nog eens vergroeid zijn met diezelfde historie. Tijdens het bezoek aan Brazilië – waar Nederland maar heel kort voet aan de grond heeft gehad– refereerde zij aan dat gezamenlijke verleden, inclusief de kwalijke rol die de Nederlanders daarin speelden. ‘Dat was bijna vierhonderd jaar terug, om precies te zijn tot het jaar 1624, toen Nederlanders zich, overigens niet zonder geweld, in Brazilië vestigden…. Bij ons werd het vertrek uit Uw land nog lang betreurd; men sprak van “het versuymt Brasil”. Aan Braziliaanse zijde bestonden echter gemengde gevoelens. In een kerk te Olinda, spreekt een opschrift op niet erg vleiende wijze over “os bárbaros holandeses”’, sprak Beatrix tot de Braziliaanse president Lula. Om daar vervolgens tegenover te stellen dat haar verre voorvader ‘Graaf Johan-Maurits van Nassau-Siegen, die zelfs de eervolle bijnaam “de Braziliaan”(“o Brasileiro”) ten deel viel, werd gewaardeerd als een verstandig en verlicht bestuurder’. 23
On 25 November 1975 Princess Beatrix attended the celebrations in connection with the independence of Surinam in Paramaribo. She had already been there several times with Prince Claus and wished the Surinamese people much luck for the future. As in Brazil, she referred to both the positive and negative sides of the colonial past: ‘The Netherlands may doubt the wisdom and justice of many of its deeds and some of the consequences of a wellintended policy. This does not mar the admirable personal helpfulness and deeds of many…. But the fact is that our communal history does not only give cause for satisfaction. In the past centuries the Netherlands and Surinam have often remained distant from one another, although mutual understanding has increased over the past few decades.’ As if she was looking ahead to the problems which were to take place several years later, when Desi Bouterse seized power, the queen said: ‘Where we see so much unnecessary struggle in the world, where intolerance and polarisation lead to distrust and hate, may you be spared from taking this disastrous course and to disregard short-sighted selfinterest for the more pressing needs of national interest and the need for humaneness.’
Op 25 november 1975 was prinses Beatrix bij de viering van de onafhankelijkheid van Suriname in Paramaribo. Zij was daar al een aantal keren eerder met prins Claus geweest en wenste de Surinamers veel succes met hun toekomst. Zij refereerde net als in Brazilië aan de positieve en negatieve kanten van het koloniale verleden: ‘Nederland mag wel twijfelen aan de wijsheid en rechtvaardigheid van vele van zijn daden en aan sommige gevolgen van goed bedoeld beleid. Dit doet geen afbreuk aan de bewonderenswaardige persoonlijke dienstvaardigheid en daden van velen…. Maar onze gemeenschappelijke geschiedenis geeft nu eenmaal niet in alle opzichten reden tot tevredenheid. In de eeuwen die voorbij gingen zijn Nederland en Suriname dikwijls ver van elkaar gebleven, al is in de laatste decennia het wederzijds begrip gegroeid.’ Alsof zij vooruit zag naar de problemen enkele jaren later, toen Desi Bouterse de macht greep, zei de koningin: ‘Waar overal ter wereld zoveel onnodige strijd wordt gevoerd, waar onverdraagzaamheid en polarisatie leiden tot wantrouwen en haat, moge het u gegeven zijn deze heilloze weg niet op te gaan en over kortzichtige eigenbelangen heen te stappen naar dringendere eisen van landsbelang en de behoefte aan menselijkheid.’
The political relations with another former colony, Indonesia, were very difficult for many years. Queen Beatrix and Prince Claus’ state visit to this country in August 1995 was surrounded by much sensitivity. Three years earlier the minister for Development Cooperation, Jan Pronk, had seriously run into the Indonesian dictator Soeharto, who terminated development relations with the Netherlands on 25 March 1992 because of ‘the exaggerated zeal with which Dutch development aid is used as an instrument to intimidate Indonesia’, as Soeharto put it. Pronk had dared to criti-
Met een andere voormalige kolonie, Indonesië, waren de politieke verhoudingen decennia lang erg moeilijk. Het staatsbezoek van koningin Beatrix en prins Claus aan dat land, in augustus 1995, was met tal van gevoeligheden omgeven. Minister voor Ontwikkelingssamenwerking Jan Pronk was drie jaar eerder al hardhandig in botsing gekomen met de Indonesische dictator Soeharto die op 25 maart 1992 een einde maakte aan de ontwikkelingsrelatie met Nederland, vanwege ‘de overdreven ijver om 24
Overzicht proclamatie souvereiniteit van Suriname, 25 november 1975
Nederlandse ontwikkelingshulp in te zetten als werktuig om Indonesië te intimideren’, zoals Soeharto het omschreef. Pronk had gewaagd kritiek te hebben op het Indonesische geweld in Oost-Timor en zelfs een onderzoek naar de daders te eisen. Rond het staatsbezoek in 1995, bij de viering van vijftig jaar onafhankelijkheid, woedde in Nederland een felle discussie of de koningin namens Nederland haar excuses moest aanbieden. Premier Kok was daartegen, de koningin zou vóór zijn geweest, stelde Volkskrant-journalist Jan Hoedeman5. Hij citeerde Jan Pronk: ‘Minister-president Kok wilde niet dat koningin Beatrix er tijdens de herdenking was. Een behoorlijk verhaal over de dekolonisatie mocht ze niet houden. Beatrix wilde haar excuses aanbieden voor de Nederlandse schendingen van de mensenrechten. Maar Kok wilde dat niet en zei gewoon nee, zonder dat inhoudelijk te beargumenteren. Hij was bang voor de interne Nederlandse oppositie zoals de veteranen. Kortzichtig, flauwekul! Dat is achter de geschiedenis aanlopen.’ In reactie daarop stelt Kok6: ‘De juistheid van het bericht in De Volkskrant in april dit jaar over het staatsbezoek aan Indonesië moet ik met klem bestrijden. In tegenstelling tot wat onder andere Pronk zegt is er géén sprake van geweest dat de Koningin excuses aan Indonesië wilde aanbieden.’ Ook Jan Pronk7 zelf ontkent dit gezegd te hebben, als hem het citaat in De Volkskrant en de uitspraak van Kok wordt voorgelegd: ‘Ik ken het citaat uit de Volkskrant-bijlage niet. Ik zie het nu pas. Ik heb dit nooit gezegd. Ik zal mij nooit of te nimmer uitlaten over hetgeen een lid van het
cise the use of Indonesian violence in East Timor and even demanded an investigation into the perpetrators. The state visit in 1995, on the occasion of the celebrations of fifty years of independence, was surrounded by a fierce debate in the Netherlands on the question whether the queen should apologise on behalf of the Netherlands. Prime Minister Kok was against the idea; allegedly the queen was in favour of it, according to De Volkskrant journalist Jan Hoedeman5. He quoted Jan Pronk: ‘Prime Minister Kok did not want Queen Beatrix to attend the commemoration. She was not allowed to hold a serious speech on decolonisation. Beatrix wished to apologise for the Dutch violations of human rights. But Kok did not want this to happen and he simply refused it, without providing a proper explanation for his position. He was afraid of internal Dutch opposition, for example from the veterans. So short-sighted, complete rubbish! This is an example of being overtaken by history.’ In response to this Kok6 said: ‘I feel compelled to emphatically refute the accuracy of the report in De Volkskrant in April of this year on the state visit to Indonesia. Contrary to what is said, among others by Pronk, it is simply not the case that the queens wished to apologise to Indonesia.’ Also Jan Pronk7 himself denies having said this, when confronted with the quote in De Volkskrant and Kok’s statement: ‘I am not familiar with the quote in the supplement to De Volkskrant. It’s the first time I’ve seen it. I never said this. I never at all make any statements on what a member of the Royal Family does or does not intend or say. There was a
5 Volgens Volkskrant Magazine, 23 april 2005, blz. 31-32. 6 In een interview dat ik met hem had, eind juli 2005. 7 In een interview dat ik met hem had, eind juli 2005.
5 According to De Volkskrant Magazine, 23 April 2005, p. 31-32. 6 In an interview I had with him, late July 2005. 7 In an interview I had with him, late July 2005. 26
difference of opinion between Wim Kok and myself on whether the cabinet would suggest that the queen attends the commemoration of fifty years of independence of Indonesia. This was an internal debate within the cabinet. I have no idea whether Queen Beatrix was aware of the existence of this debate. Neither do I have any idea of her views on the matter. The debate between Kok and myself did not even centre so much on the question of the queen’s presence in Indonesia, as on the question whether the Netherlands should in any way apologise for its colonial practices and for the violation of human rights during the police actions. Kok indeed used domestic political arguments to oppose this, including the argument that the veterans were not up to this yet. I found, and still find, that this line of reasoning does not do justice to the importance of the matter itself and to the political responsibility, it a form of “being overtaken by history”. The soldiers and veterans were sent there. Politicians are responsible and it is the politicians, or their successors, who should accept responsibility for their actions. Feelings were running high, partly because Kok accused me, before the entire cabinet, of having the pretension of “having the national conscience in my portfolio and using it as if it were my personal monopoly”. I felt that this was ungentlemanly. But Kok is entirely right when he says that there was never any intention of the queen wishing to apologise to Indonesia. It is not known what the queen wanted, nor was this relevant to the political debate from a constitutional point of view and it was not discussed anyway. This is a fabrication by a journalist who never showed me the quote in question.’
Koninklijk Huis wel of niet beoogt of zegt. Er was een verschil van mening tussen Wim Kok en mij over de vraag of het kabinet zou voorstellen dat de koningin de viering van vijftig jaar onafhankelijkheid van Indonesië zou bijwonen. Dat was een interne discussie in de boezem van het kabinet. Ik heb geen idee of koningin Beatrix wist dat die discussie speelde. Ik heb ook geen enkel idee hoe zij daar zelf over dacht. De discussie tussen Kok en mij ging niet eens zozeer over de vraag naar de aanwezigheid van de koningin in Indonesië, maar over de vraag of Nederland zich op enigerlei wijze zou dienen te verontschuldigen voor de koloniale praktijk en voor de schendingen van mensenrechten tijdens de politionele acties. Kok hanteerde inderdaad binnenlands politieke overwegingen om daartegen te zijn, ondermeer het argument dat de veteranen er niet aan toe waren. Dat vond en vind ik nog steeds een argumentatie die geen recht doet aan het belang van de zaak zelf en aan de politieke verantwoordelijkheid, een vorm van “achter de geschiedenis aanlopen”. Soldaten en veteranen zijn gestuurd. Politici zijn verantwoordelijk en zij, dan wel hun opvolgers, dienen verantwoording af te leggen. De twist liep hoog op, mede omdat Kok mij in de volle vergadering verweet de pretentie te hebben “het geweten in mijn portefeuille te hebben en daarop een monopolie te willen uitoefenen”. Ik vond dat beneden de maat. Maar Kok heeft geheel gelijk dat er geen sprake van is geweest dat de Koningin excuses aan Indonesië zou willen aanbieden. Wat de koningin wilde was niet bekend, deed in de politieke discussie staatsrechtelijk niet terzake en kwam niet ter sprake. Dit is een verzinsel van een journalist, die mij het bewuste citaat nooit heeft voorgelegd.’
Anyway, in 1995 Beatrix and Claus did not arrive in Indonesia on 17 August, the day of independence, but only on 21 August. The
Hoe dan ook, Beatrix en Claus kwamen in 1995 niet op 17 27
augustus, de onafhankelijkheidsdag, aan in Indonesië, maar pas op 21 augustus. Nederland hield immers nog steeds vast aan de datum van de soevereiniteitsoverdracht: 27 december 1949. De koningin mocht geen excuses aanbieden, maar liet de Indonesische gastheren subtiel weten die eerste datum niet te zijn vergeten. In haar toespraak tijdens het staatsdiner zei ze: ‘Het feit dat wij in Indonesië zijn aangekomen enkele dagen na de 17e augustus, de dag waarop Uw land vijftig jaar geleden zijn onafhankelijkheid uitriep, geeft aan dit Staatsbezoek een bijzondere dimensie.’ Verder ging ze niet in de speech, waarin ongetwijfeld elk woord zorgvuldig gewogen was. Over de koloniale tijd en het beleid van de Verenigde Oost-Indische Compagnie - Nederlands eerste multinational die het land een enorme rijkdom heeft gebracht - zei de koningin slechts: ‘Ook moeten de ontsluiting en economische exploitatie van deze gebieden harde gevolgen met zich hebben meegebracht voor de Indonesiërs van toen.’ Over de laatste episode, de ‘politionele acties’ van Nederland tegen het onafhankelijke Indonesië, mocht de koningin dus geen oordeel uitspreken: ‘Nederland was aanvankelijk niet bereid het Indonesisch streven naar volledige en onmiddellijke onafhankelijkheid te accepteren. De scheiding tussen onze landen is daardoor een langdurig proces geworden, dat veel pijn en bittere strijd heeft gekost. Wanneer wij terugblikken op deze tijd, die nu bijna vijftig jaar achter ons ligt, stemt het ons bijzonder droevig dat zovelen in deze strijd zijn omgekomen of er hun leven lang de littekens van hebben moeten dragen.’ Prins Claus zal mede namens de koningin hebben gesproken toen hij zich vlak daarna tegen een medewerkster liet ontvallen dat het een kapitale fout van Nederland was geweest dat ze daar niet op 17 augustus waren.8
Netherlands still held on to the date of the transfer of sovereignty: 27 December 1949. The queen was not allowed to apologise, but subtly let her Indonesian hosts know that she had not forgotten the first date. In her speech held during the state dinner she said: ‘The fact that we arrived in Indonesia several days after the 17th of August, the day on which your country proclaimed its independence fifty years ago, gives this state visit a special dimension.’ That was as far as she went in her speech, in which each world had doubtlessly been carefully considered. On the colonial era and the policy of the Dutch East India Company – Holland’s first multinational which brought it enormous wealth – the queen commented only: ‘The opening up and economic exploitation of these territories must have involved severe consequences for the Indonesians then alive.’ The queen was thus not allowed to give her views on the final episode, the so-called ‘police actions’ by the Netherlands against an independent Indonesia: ‘Originally the Netherlands was not prepared to accept the Indonesian pursuit of complete and immediate independence. Because of this the partition of our countries became a protracted process, which involved much pain and a fierce struggle. When we look back on this period, which is now almost fifty years ago, it makes us very sad that so many died in this struggle or were scarred for life.’ Prince Claus will have spoken also on behalf of the queen when shortly afterwards he let slip to an assistant that it had been a capital error of the Netherlands not to have been present on 17 August.8 Even more sensitive than Indonesia – where the police actions took place half a century ago – was the mass murder in Srebrenica 28
Nóg gevoeliger dan Indonesië – waar de politionele acties een halve eeuw oud waren – was de massamoord in Srebrenica in hetzelfde jaar 1995, onder het oog van de Nederlandse militairen. Het is een van de weinige cruciale gebeurtenissen in de Nederlandse internationale politiek waar níet in een kersttoespraak van de koningin aan is gerefereerd.
in that same year of 1995, under the eye of the Dutch soldiers. It is one of the few crucial events in Dutch international politics to which no reference has been made in one of the queen’s Christmas speeches. Until far into the last century the colonial ties with South Africa were the source of much commotion. Even if only for that one Dutch word which stood symbol all over the world for a heinous racist political system: apartheid. Inextricably bound up with this is the name of Nelson Mandela. Mandela is one of Beatrix’s best international friends – and undoubtedly the most famous one9. He visited the Netherlands several times and then stayed at the palace as a guest. Beatrix en Claus also visited Mandela in South Africa and in Mozambique. Long before Mandela was released in 1990, the Royal Family had always supported the struggle against apartheid in South Africa, as is confirmed by several Dutch antiapartheid activists from the time. In the 1980s Beatrix and Claus 8
9
De koloniale banden met Zuid-Afrika zorgden nog tot ver in de vorige eeuw voor beroering. Al was het maar vanwege dat ene woordje uit de Nederlandse taal dat wereldwijd symbool stond voor een duister racistisch politiek systeem: apartheid. Onlosmakelijk daarmee verbonden is de naam van Nelson Mandela. Mandela is een van de beste internationale vrienden van Beatrix – en ongetwijfeld de beroemdste9. Hij was een aantal keren in Nederland en logeerde dan in het paleis. Beatrix en Claus bezochten Mandela ook in Zuid-Afrika en in Mozambique. Al lang voordat Mandela in 1990 werd vrijgelaten, steunde het koninklijk
It would be another ten years before the Dutch government in the person of minister of the Interior, Ben Bot, was present on 17 August, implying that, in the words of Bot the Netherlands ‘politically and morally accept’ this date. But also on this occasion Bot carefully avoided the word ‘apology’. He stated on that day in 2005, during the commemoration of sixty years of Indonesian independence, that the Netherlands ‘had found itself on the wrong side of history’ and expressed his ‘deep regret’, a phrasing prime minister Kok had used earlier. This friendship is confirmed by, among others, two close friends of Beatrix and Claus, the former president of the World Bank, James Wolfensohn and UN secretary general Kofi Annan, whom I both interviewed in connection with the preparations for the book on Prince Claus.
8 Het zou nog tien jaar duren voordat de Nederlandse regering, in de persoon van minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot, aanwezig zou zijn op 17 augustus zelf, waarmee Nederland deze datum, in de woorden van Bot ‘politiek en moreel accepteert’. Maar ook toen vermeed Bot zorgvuldig het woord ‘excuus’. Hij stelde op die dag in 2005, tijdens de herdenking van zestig jaar Indonesische onafhankelijkheid, dat Nederland zich ‘aan de verkeerde kant van de geschiedenis heeft bevonden’ en betuigde zijn ‘diepe spijt’, een formulering die premier Kok eerder ook al gebruikt had. 9 Deze vriendschap wordt bevestigd door onder andere twee naaste vrienden van Beatrix en Claus, ex-Wereldbankpresident James Wolfensohn en VNsecretaris-generaal Kofi Annan, die ik beiden interviewde in de voorbereidingen voor het boek over prins Claus. 29
received many well-known opponents of apartheid, such as Tutu, Beyers Naude, Chikane, Boesak and the Mozambique president Machel. In this context the guests were often amazed about the queen and prince’s wide ranging knowledge and interest. Initially the bond with Mandela – now the world’s favourite grandpa – was not entirely unquestioned. He used to be the leader of an armed resistance movement that propagated revolutionary changes. The opponents were the ancestors of Dutch colonists. Support for such resistance constitutes a clear political statement. Incidentally, neither Beatrix nor Claus ever openly expressed their support for the armed struggle of the ANC, but they have always explicitly supported the resistance against apartheid. In a more general way the queen has legitimised certain forms or armed resistance, by linking the Dutch resistance in the Second World War to the struggle against injustice and for universal values such as compassion and freedom. In her 1994 Christmas speech she spoke about the upcoming 50-year anniversary of the liberation of the Netherlands. After having put into perspective the heroic role of the Dutch, most of whom did not offer any resistance or even collaborated, Beatrix continued: ‘… Gratefulness predominates when we remember those who set an example in their personal choice against evil, without compromising in any way…. A great resistance fighter described it as “a deep human secret of not being able to do otherwise; resistance as an attitude, as decency, … the act of a human being, who in his fear and desperation and with his meagre powers testified to his meagre greatness… not for the state, not for the fatherland, but for the values of state and fatherland, which apply to yesterday, today and the future”. These values are universal. Compassion,
huis de strijd tegen apartheid in Zuid-Afrika, zo wordt door verscheidene Nederlandse anti-apartheidsactivisten uit die tijd bevestigd. Beatrix en Claus ontvingen in de jaren tachtig veel bekende tegenstanders van apartheid, zoals Tutu, Beyers Naude, Chikane, Boesak en de Mozambiquaanse president Machel. Daarbij verbaasden deze gasten zich over de grote feitenkennis en de belangstelling van de koningin en de prins. De band met Mandela – nu wereldwijd troetel-opa nummer 1 – was aanvankelijk niet volledig onomstreden. Hij was de leider van een gewapende verzetsbeweging die revolutionaire veranderingen voorstond. De tegenstanders waren de voorouders van Nederlandse kolonisten. Ondersteuning van dergelijk verzet is dan een duidelijk politiek statement. Overigens heeft Beatrix noch Claus ooit openlijk steun uitgesproken voor de gewapende strijd van het ANC, maar het verzet tegen apartheid altijd wel expliciet ondersteund. Meer in het algemeen heeft de koningin wel bepaalde vormen van gewapend verzet gelegitimeerd, door het Nederlandse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog te koppelen aan de strijd tegen onrecht en voor universele waarden als mededogen en vrijheid. In haar kersttoespraak van 1994 ging zij in op de komende viering van 50 jaar bevrijding van Nederland. Nadat zij de heldhaftige rol van Nederlanders, die merendeels niet in verzet kwamen of zelfs collaboreerden, had gerelativeerd, ging Beatrix verder: ‘… Dankbaarheid overheerst als we terugdenken aan hen die een voorbeeld gaven in hun persoonlijke keuze tegen het kwaad, zonder enig compromis…. Een groot verzetsstrijder omschreef het als “een diep menselijk geheim van niet anders kunnen; het verzet als houding, als fatsoen, … de daad van een mens, die angstig, vertwijfeld en hulpeloos met zijn schamele kracht zijn 30
concern and love which together constitute life’s basic values, can be summarised in one word: humaneness…. He who wishes to be free must take up the fight against injustice…. Fifty years after the end of the war we in Europe are facing the challenge, together with those countries who only regained their full freedom five years ago, to lay the foundations for a community based on the equality of people….’ Nelson Mandela was well aware of the historic role of the Netherlands in South Africa. According to the former ambassador in Mozambique, Roeland van de Geer10, Mandela was not embittered by the acts committed by the Netherlands in his country. ‘He realised that the Royal Family had played a role in the emancipation process. He had a very positive view of the Netherlands. It fascinated him that the more progressive European countries (the Netherlands, the Scandinavian countries) were all monarchies.’ Van de Geer claims to know that Claus and Beatrix exerted much pressure, behind the scenes, to put an end to apartheid. ‘Already for a long time Prince Claus believed that the system in South Africa was unsustainable. But he felt that the transition should be peaceful because of the destructive effect this would otherwise have. And because the South African infrastructure would collapse due to violence. As early as 1982 he advocated the whites to autonomously relinquish power. In the end things went as he wished them to go, or hoped them to go.’ Mandela played a crucial role in the peaceful transition, as he did in the later process of atonement in South Africa. Perhaps this is what Beatrix referred to in her 1998 Christmas speech: ‘… In a world full of differences many feel oppressed by hostility and
schamele grootheid beleed… niet om de staat, niet om het vaderland, maar om de normen van staat en vaderland, die voor gisteren, heden en morgen gelden”. Die waarde is universeel. Mededogen, zorg en liefde die samen het bestaan zijn grondslag geven, kunnen in één woord worden samengevat: menselijkheid…. Wie vrij wil zijn moet de strijd aangaan tegen het onrecht…. Vijftig jaar na het einde van de oorlog staan wij in Europa voor de uitdaging samen met de landen die pas vijf jaar geleden hun volledige vrijheid herkregen, de fundamenten te leggen voor een gemeenschap die haar grondslag vindt in de gelijkwaardigheid van mensen….’ Nelson Mandela was zich zeer bewust van de historische rol van Nederland in Zuid-Afrika. Volgens voormalig ambassadeur in Mozambique Roeland van de Geer10 was Mandela niet verbitterd over de daden van Nederland in zijn land. ‘Hij zag ook dat de Oranjes een rol hadden in het emancipatieproces. Hij had een zeer positieve visie op Nederland. Het fascineerde hem dat de progressieve Europese landen (Nederland, de Scandinavische landen) allemaal een koninkrijk waren.’ Van de Geer zegt te weten dat Claus en Beatrix veel druk uitoefenden, achter de schermen, om een eind te maken aan de apartheid. ‘Prins Claus had al heel lang de mening dat het systeem in Zuid-Afrika onhoudbaar was. Maar hij vond dat de overgang zonder geweld moest zijn, vanwege de destructieve werking die daarvan uitgaat. En omdat de Zuid-Afrikaanse infrastructuur in elkaar zou storten door geweld. In 1982 zei hij al dat de blanken zelfstandig afstand moesten doen van de macht. Het is gegaan zoals hij het wilde, of hoopte.’
10 Quoted in more detail in De wereld volgens prins Claus, p. 307-309.
10 Uitgebreider geciteerd in De wereld volgens prins Claus, blz. 307-309. 31
violence between the inhabitants of this earth…. In countries which have witnessed the end of protracted injustice and oppression, there is a greater willingness to pursue ways of peacefully living on together. This requires a painful process of uncovering the truth and facing the suffering that has been inflicted…. Only atonement can result in durable peace.’
In die vreedzame overgang heeft Mandela een cruciale rol gespeeld, net als bij het latere verzoeningsproces in Zuid-Afrika. Misschien dat Beatrix daarnaar verwees in haar kersttoespraak van 1998: ‘… In een wereld vol tegenstellingen voelen velen zich beklemd door vijandschap en geweld tussen de bewoners van deze aarde…. In landen waar aan langdurig onrecht en onderdrukking een einde is gekomen, wordt meer en meer gezocht naar wegen om samen vreedzaam verder te leven. Dat vereist een pijnlijk proces van openleggen van de waarheid en het onder ogen zien van het leed dat is berokkend…. Alleen verzoening kan uitmonden in een bestendige vrede.’
32
International cooperation
Internationale samenwerking
‘Poverty is a form of injustice’
‘Armoede is onrecht’
Beatrix and Claus divided their work in such a way that the Prince was mainly occupied with development cooperation. The queen was and is more interested in large-scale umbrella themes such as the (international) environment and sustainability and more traditional subjects such as international law, international peace and security issues. In the course of years these subjects would increasingly overlap one another. Both the prince and the queen emphasised the correlation between these subjects. And it became increasingly clear that both poverty and depletion of the environment could only be tackled effectively in a global context. This informal division of tasks does not alter the fact that Beatrix was certainly very interested in developing countries. The travelled extensively. Sometimes this involved state visits or other official events, but she also went on holiday with her husband and friends to, for example, Peru, Burma and various African countries. The royal family – in particular Prince Bernhard – had a special relationship with the Tanzanian president Julius Nyerere, whose development policy in the 1970s was also applauded by Prince Claus. Early 1973 Beatrix and Claus visited Ivory Coast and Cameroon, where they were pursued by a journalist for De Telegraaf who subsequently wrote a series of articles which were very critical about the development organisation SNV, of which Claus was to
Het werk was tussen Beatrix en Claus zo verdeeld dat de prins zich vooral bezighield met ontwikkelingssamenwerking. De interesse van de koningin lag en ligt meer bij grote overkoepelende thema’s als (internationaal) milieu en duurzaamheid en meer traditionele onderwerpen als het volkenrecht, internationale vrede en veiligheid. In de loop der jaren zouden deze thema’s steeds meer in elkaar overlopen. Het onderlinge verband werd door zowel de prins als de koningin benadrukt. En steeds meer werd duidelijk dat zowel armoede als milieubederf slechts in een mondiale context daadwerkelijk aangepakt kan worden. Die informele taakverdeling neemt niet weg dat Beatrix wel degelijk grote interesse had voor ontwikkelingslanden. Zij maakte regelmatig reizen. Soms waren dat staatsbezoeken of andere officiële evenementen, maar zij ging ook op vakantie met haar man en vrienden in bijvoorbeeld Peru, Birma en verschillende Afrikaanse landen. De koninklijke familie – vooral prins Bernhard – had een bijzondere relatie met de Tanzaniaanse president Julius Nyerere, wiens ontwikkelingsbeleid in de jaren zeventig ook door prins Claus werd toegejuicht. Begin 1973 brachten Beatrix en Claus een bezoek aan Ivoorkust en Kameroen, waar ze achtervolgd werden door een Telegraaf-journalist die daarna een serie zeer kritische artikelen schreef over de ontwikkelingsorganisatie 33
Prinses Beatrix aan haar bureau op Drakestein, 14 februari 1967. ANP foto Ruud Hoff
become chairman in that year. In 1974 Claus and Beatrix visited Tanzania and Kenya. The 1970s were a turbulent period in which the prince was criticised because of his views on politically sensitive subjects. After the Lockheed scandal surrounding Prince Bernhard some restraints were imposed on the royal family. Early 1978 the new prime minister Van Agt visited Crown Princess Beatrix and Prince Claus, he recalls twenty-five years after the event. ‘I then put before the hostess and the host the question whether it was advisable for Prince Claus to continue his involvement in politically sensitive subjects. And let it be clear: development cooperation is because of its nature always a delicate field. For example, the question which countries are or are not eligible for development aid, and under which conditions (say upholding human rights), can be politically a very sensitive matter.’ Van Agt was therefore of the opinion that Claus should refrain from public involvement in development cooperation. ‘To pose these questions, is equivalent to suggesting the answer. Both the crown princess and the prince were unpleasantly surprised. They were even upset that the issue was even raised at all. After internal consultation within the cabinet, in particular with Jan de Koning, the then minister of Development Cooperation, I decided not to make an issue of it.’
SNV, waar Claus dat jaar voorzitter van zou worden. In 1974 maakten Claus en Beatrix een reis naar Tanzania en Kenia. De jaren zeventig waren een turbulente periode waarin de prins onder vuur lag vanwege zijn standpunten over politiek omstreden thema’s. Na het Lockheedschandaal rond prins Bernhard werd het koninklijk huis aan banden gelegd. De net aangetreden premier Van Agt ging begin 1978 op bezoek bij kroonprinses Beatrix en prins Claus, vertelt hij een kwart eeuw later. ‘Ik heb toen aan de gastvrouw en gastheer de vraag voorgelegd of het voor prins Claus wel raadzaam was zich te blijven bezighouden met politiek gevoelige onderwerpen. Let wel: ontwikkelingssamenwerking is par nature een delicaat domein. Zo kan de vraag welke landen wel of niet voor hulpverlening in aanmerking worden gebracht, en op welke voorwaarden (denk aan het eerbiedigen van de rechten van de mens) politiek heel gevoelig zijn.’ Van Agt vond dus dat Claus zich niet meer in het openbaar moest bezighouden met ontwikkelingssamenwerking. ‘Deze vraag opwerpen is een antwoord suggereren. Zowel de kroonprinses als de prins schrok daar hevig van. Ze waren zelfs ontdaan dat die kwestie gesteld werd. Na intern beraad in het kabinet, in het bijzonder met Jan de Koning die toen minister voor Ontwikkelingssamenwerking was, heb ik de zaak verder laten rusten.’
Once Beatrix had become queen, it became even more difficult to propagate political positions on the state of affairs in the world. Still, during her visit to the United States in 1982 she criticised the low American expenditure on development aid. Undoubtedly prompted by Prince Claus, she drew attention to the ‘moral obligation’ to provide aid and the international agreement to use 0.7% of the Gross Domestic Product for this purpose. In the
Toen Beatrix eenmaal koningin was geworden, werd het nog moeilijker politieke standpunten over de toestand in de wereld uit te dragen. Toch bekritiseerde zij tijdens haar bezoek aan de Verenigde Staten in 1982 de lage Amerikaanse uitgaven aan ontwikkelingshulp. Ongetwijfeld ingefluisterd door prins Claus, wees zij op de ‘morele verplichting’ van hulp en de internationale afspraak om 0,7% van het Bruto Nationaal Product daaraan te 35
besteden. Nederland zat toen op 0,99%, de VS zaten op een fractie daarvan. ‘Dit simpele cijfer kan een appel inhouden aan de eigenschappen die wij… in de mensen van uw grote land waarderen: hun gulheid en hun voorkeur voor een grootse aanpak…. Steun aan de misdeelden kan men niet als barmhartigheid en zeker niet als een luxe beschouwen, maar veeleer als menselijke plicht en als verstandig beleid.’ In Nederland leken in eerste instantie alleen verwijzingen naar algemeen aanvaarde noties als vrede en gerechtigheid mogelijk. In 1984 zei de koningin in haar kersttoespraak over Jezus: ‘Hij werd geboren als arme onder de armen…. Hij vereenzelvigde zich altijd met, wat de Bijbel noemt, “de minsten”, soms in onze eigen omgeving. Wij zien hen ook in grote delen van de wereld waarin zij, door honger en ondervoeding, het einde van de dag niet halen. Wij vinden hen in vluchtelingenkampen, in oorlogsgebieden, in streken getroffen door rampen…. Zin krijgt ons leven vooral, als wij bereid zijn te gaan staan aan de kant van rechtelozen en onderdrukten….’ Toch zit hier impliciet een politieke stellingname in, zoals ook in armoededefinitie die de koningin aanhaalt in haar kerstrede van 1987: ‘Armoede is onrecht’. Het was de periode dat haar echtgenoot erevoorzitter was van de Society for International Development (SID) en deelnam aan zittingen van de aan de SID verbonden North South Round Table. Dit was een wereldwijde denktank van vooraanstaande intellectuelen op het gebied van ontwikkeling, onder wie Maurice Strong, de eerste directeur van de VN Milieuorganisatie UNEP, voormalig Wereldbankdirecteur Robert McNamara en zijn adviseur Mabub ul Haq en de Nederlanders Louis Emmerij en Jan Pronk.
Netherlands this was 0.99% at the time, for the US it was but a fraction of this. ‘This simple figure may constitute an appeal to those qualities we… appreciate in the people of your great nation: their generosity and their preference for thinking big…. Support of the deprived cannot be seen as charity and certainly not as a luxury, but rather as a human obligation and as sound policy.’ In the Netherlands it originally appeared as if only references to generally accepted notions such as peace and justice were possible. In 1984 the queen in her Christmas speech commented on Jesus: ‘He was born (as) a pauper among paupers…. He identified himself with what the Bible refers to as “the humblest”, sometimes in our own environment. We see them also in large parts of the world in which they, due to hunger and malnourishment, do not even make the end of the day. We find them in refugee camps, in war zones, in areas hit by disaster…. Our life becomes meaningful in particular if we are prepared to side with those without any rights and with the oppressed….’ Nevertheless, this implicitly contains a political stand, as is the case with the definition of poverty used by the queen in her 1987 Christmas speech: ‘Poverty is a form of injustice’. This was the period in which her husband was honorary chairman of the Society for International Development (SID) and participated in meetings of the affiliated North South Round Table. This was a worldwide think tank of prominent intellectuals in the field of development, including Maurice Strong, the first director of the UN Environmental Organisation UNEP, former director of the World Bank Robert McNamara and his advisor Mabub ul Haq, as well as the Dutchmen Louis Emmerij and Jan Pronk. From these circles emerged various approaches to development
problems which are still trend-setting today in for example the UNDP and the World Bank and other more progressive development donors. Mabub ul Haq laid the foundation for a new development model – Development with a human face – and until his death in 1997 headed the Human Development Report. Haq’s great source of inspiration in turn was Amartya Sen, the person who thought up the Human Development Index. At that time a new description of poverty was created, which only now, two decades later, is starting to be accepted. Poverty is no longer seen as a material issue, but as a lack of many basic human rights, such as safety, freedom, democracy and participation, cultural identity, access to basic social facilities (a house, water, health care, education) and dignity. Defined in this way, combating poverty is transformed from charity into a highly political act. In her Christmas speech of 1987, which was undoubtedly drawn up in close consultation with Prince Claus, Queen Beatrix makes use of elements of this progressive view of global poverty: ‘… By far most of the homeless live in developing countries. Hundred of millions of people in these countries do not have a roof over their heads, do not have a place where they can find shelter. Also many people are forced to live in slums under degrading circumstances. Then there are millions of children wandering on the streets, without a home or any sense of security whatsoever…. The core of the problem of the homeless is poverty…. Poverty is a form of injustice. Poverty robs people of their freedom. Therefore this is a problem which concerns society as a whole….’
Uit deze kringen kwamen benaderingen van het ontwikkelingsvraagstuk voort die anno 2005 nog steeds toonaangevend zijn in bijvoorbeeld de UNDP en de Wereldbank en onder progressievere ontwikkelingsdonoren. Mabub ul Haq legde de basis voor een nieuw ontwikkelingsmodel – Development with a human face – en leidde tot zijn dood in 1997 het Human Development Report. Grote inspirator van Haq was weer Amartya Sen, de bedenker van de Human Development Index. In die tijd ontstond een nieuwe omschrijving van armoede, die pas twee decennia later aanvaard begint te worden. Armoede wordt niet meer alleen gezien als een materiële zaak, maar als het ontbreken van tal van basisrechten van mensen, zoals veiligheid, vrijheid, democratie en inspraak, culturele eigenheid, toegang tot sociale basisvoorzieningen (een huis, water, gezondheidszorg, onderwijs), en waardigheid. Zo gedefinieerd verandert armoedebestrijding dan van liefdadigheid in een zeer politieke daad. In haar kersttoespraak van 1987, die ongetwijfeld tot stand is gekomen in nauw overleg met prins Claus, verwerkt koningin Beatrix elementen van deze vooruitstrevende kijk op wereldwijde armoede: ‘… Veruit de meeste daklozen leven in ontwikkelingslanden. Honderden miljoenen mensen daar hebben geen dak boven het hoofd, geen eigen plek waar ze beschutting kunnen vinden. Ook moeten tallozen wonen in krottenwijken in mensonwaardige omstandigheden. Daarnaast zijn er miljoenen kinderen die op straat zwerven, zonder thuis en zonder enige vorm van geborgenheid…. De kern van het daklozenprobleem is armoede…. Armoede is onrecht. Armoede ontneemt mensen hun vrijheid. Daarom is dit een probleem van de hele maatschappij….’
37
Milieu
Environment
‘Langzaam sterft de aarde’
‘The earth is slowly dying’
De aandacht van koningin (en prinses) Beatrix voor het wereldwijde milieu en klimaatveranderingen gaat minimaal terug tot begin jaren zeventig. Een zeer goede en oude vriend van prins Claus, Joseph Ki Zerbo, vertelt veel later over een ontmoeting die toen plaats had. De filosoof, historicus en politicus Ki Zerbo, afkomstig uit Burkina Faso, sprak in Berlijn op een conferentie van de Club van Rome. Op de eerste rij zat een echtpaar te luisteren, aldus Ki Zerbo, dat na afloop op hem afstapte. ‘Zij stelden zich voor als prins Claus en prinses Beatrix uit Nederland en zeiden tegen mij: “Aujourd’hui nous avons entendu la voix de l’Afrique”. Vandaag hebben wij de stem van Afrika gehoord.’ Het was het begin van een lange vriendschap tussen Claus en Ki Zerbo, wier ‘On ne développe pas, on se développe’ (men wordt niet ontwikkeld, men ontwikkelt zichzelf ) nog vaak door de prins zou worden aangehaald. Het voorval toont aan dat Beatrix en Claus zich al in die tijd verdiepten in het rapport ‘Grenzen aan de Groei’ van de Club van Rome. Prins Claus sprak zich een aantal malen op een radicale manier uit over het milieu. In een artikel voor het Vakblad voor Werkende Jongeren Boemerang schreef Claus in 1972: ‘In steeds snellere stroomversnelling heeft de mens zijn omgeving veranderd….
The attention of Queen (and Princess) Beatrix for the worldwide changes in the environment and climate go back to at least the early 1970s. A very good and old friend of Prince Claus, Joseph Ki Zerbo, much later described a meeting that took place at the time. The philosopher, historian and politician Ki Zerbo, originating from Burkina Faso, spoke at a conference of the Club of Rome in Berlin. In the first row a couple was listening who, according to Ki Zerbo, later came to meet him. ‘They introduced themselves as Prince Claus and Princess Beatrix from the Netherlands and they said: “Aujourd’hui nous avons entendu la voix de l’Afrique”. Today we have heard the voice of Africa.’ It was to mark the beginning of a long friendship between Claus and Ki Zerbo, whose ‘On ne développe pas, on se développe’ (people are not developed; people develop themselves) would still frequently be quoted by the prince later on. The incident showed that already at that time Beatrix and Claus had engrossed themselves in the report ‘Limits to Growth’ of the Club of Rome. Several times, Prince Claus made quite radical remarks about the environment. In an article for Boomerang, the journal for working youngsters, Claus wrote in 1972: ‘At an ever increasing speed, mankind has changed his environment… without consideration for the fact that the earth, home to all people of 38
all times, has its limits. There are limits to the use of air, water, soil and organisms. Limits due to contamination and depletion…. In our so-called developed countries, the environmental issue was prompted by an increase of our prosperity…. Modern technology, the economic system, the mere vision of “growth”, have been the causes of our depletion of the environment…. Existing political structures need to be changed. Different priorities need to be chosen, as well as penalties imposed on spillage.’
Zonder oog voor het feit dat de aarde, het huis voor alle mensen van alle tijden, zijn grenzen kent. Grenzen aan gebruik en verbruik van lucht, water, bodem en organismen. Grenzen door vervuiling en uitputting…. Bij ons, in de zogenaamde ontwikkelde landen, is het milieuvraagstuk ontstaan door de toename van de welvaart…. De moderne technologie, het economisch systeem, de loutere “groei”-visie, zijn de oorzaken geweest van ons milieubederf…. Bestaande productiestructuren zullen moeten worden gewijzigd. Andere prioriteiten gekozen. Straffen gesteld op verspilling.’
Many of these aspects would return in Prince Claus’ texts in the decades that followed, but also in speeches delivered by Queen Beatrix. In her Christmas speeches, for example, a number of elements frequently turn up, for example doubts about how we think about progress, and the infallibility of science; criticism of consumerism, self-interest and the pursuit of material well-being; and attention for the rapid depletion of the environment both in the Netherlands and in the rest of the world. The Christmas speech that the Queen delivered in 1988 was the most explicit. Titled ‘Nature itself is at stake’, the Queen drew a fairly dramatic picture of ‘a world clouded by human egoism and lust for power over fellow men and nature. This darkness is something that we experience today in all its oppressiveness now that the future of nature itself is threatened. What we are now experiencing is not the destruction of our earth in one bang, but drawnout drama. Our world is suffering from deforestation, desertification, contamination and poisoning of air, soil and water, extinction of animal and plant species, damage to the ozone layer that is to protect us against harmful radiation, and a rise of the temperature which has dangerous consequences, such as an increase of the sea level. Slowly, the earth will die and the unimaginable – the end
Veel van deze aspecten zouden in de decennia daarna terugkomen in de teksten van prins Claus, maar ook van koningin Beatrix. In haar kersttoespraken wordt bijvoorbeeld een aantal elementen regelmatig aangestipt: twijfel aan het vooruitgangsdenken en de onfeilbaarheid van de wetenschap; kritiek op consumentisme en eigenbelang en het nastreven van materiële welvaart; en aandacht voor de snelle afbraak van het milieu in Nederland en de rest van de wereld. De kerstrede die de koningin in 1988 uitsprak is de duidelijkste. Onder de titel ‘De schepping zelf staat op het spel’ schetst de koningin een vrij dramatisch beeld van ‘een wereld verduisterd door menselijk egoïsme en heerszucht over medemens en natuur. Die duisternis ervaren we vandaag in al zijn benauwdheid nu de toekomst van de schepping zélf op het spel is komen te staan. Wat wij thans meemaken, is niet de vernietiging van de aarde in één klap, maar in een stil drama. Onze wereld lijdt onder ontbossing, woestijnvorming, vervuiling en vergiftiging van lucht, bodem en water, uitsterving van dier- en plantsoorten, aantasting van de ozonlaag die ons tegen gevaarlijke straling moet beschermen, en 39
of life itself – becomes imaginable as yet’. When one realises this, one becomes overwhelmed by desperation, says the Queen, who at the same time warns us against despondency. She argues in favour of an optimistic attitude and emphasising positive aspects: ‘Besides our self-interest, selfishness and eagerness for power, we also find our conscience, our beliefs and moral convictions on our path of life…. This world of mutual dependency forces us to act in a responsible way. Within the international community this is given shape based on the idea of “society, which is to be maintained”.’ She made a clear connection between environment and poverty in the Third World. ‘Not only affluence and greed, but also poverty and an urge for survival appear to be threats to man’s natural environment. We, who are living in the rich one-third part of the world, should therefore accept co-responsibility for the two-thirds of the world faced with the very material needs that lead to disruption of nature’s balance.’ The Queen argued on the basis of an ethical and religious obligation of man to treat nature in a much more responsible way. The holistic worldview, on which for example the Earth Charter is based, is also hinted at in Beatrix’ emphasis on a new balance within ‘one creation’: ‘In the process of contemplation, which the World Council of Churches together with the Roman-Catholic Church have incited, guarding creation is put in a wider context, together with peace and justice. Man and nature were created as allies, as partners in one creation…. Now we are faced with the challenge to find a new relationship to nature, characterised by respect for ecological balance, cautiousness and careful management.’
stijging van de temperatuur met bedreigende gevolgen, zoals de verhoging van de zeespiegel. Langzaam sterft de aarde en wordt het onvoorstelbare – het einde van het leven zelf – toch voorstelbaar’. Wie zich dat realiseert, wordt overmand door vertwijfeling, zegt de koningin, die tegelijkertijd waarschuwt voor moedeloosheid. Zij pleit voor een optimistische positieve houding en nadruk op positieve aspecten: ‘Zo zijn er naast elk eigenbelang, zelfzucht en machtsdrang ook het geweten, het geloof en de morele overtuiging als drijfveren en toetsen op onze levensweg….Deze wereld van wederkerige afhankelijkheid dwingt ons tot verantwoordelijk gedrag. Binnen de internationale gemeenschap wordt hieraan vorm gegeven vanuit de gedachte van de “samenleving, die bewaard moet worden”.’ Zij legde een duidelijke relatie tussen milieu en armoede in de Derde Wereld. ‘Niet alleen overvloed en hebzucht, maar ook armoede en overlevingsdrang blijken bedreigingen te vormen voor de natuurlijke omgeving van de mens. Wij die leven in het rijke éénderde deel van de wereld moeten alleen al daarom medeverantwoordelijkheid aanvaarden voor het tweederde deel van de aarde, waarin het juist de materiële nood is, die leidt tot verstoring van evenwichten in de natuur.’ De koningin redeneert vanuit een ethische en religieuze plicht die de mens heeft tot een veel verantwoordelijker omgang met de natuur. Het holistische wereldbeeld dat onder meer aan het Handvest van de Aarde (Earth Charter) ten grondslag ligt, schemert ook door in Beatrix’ nadruk op een nieuw evenwicht binnen ‘één schepping’: ‘In het proces van bezinning, waartoe de Wereldraad van Kerken en de Rooms-Katholieke Kerk tezamen hebben opgeroepen, wordt het bewaren van de schepping in een 40
This ethical perspective also resulted in the Queen taking a critical view of biotechnology. Already in 1969 Princess Beatrix, together with Prince Claus, founded the Bio Sciences and Society Foundation. This foundation was engaged in the social and ethical consequences of biological and medical research. In the second half of the 1980s the debate focused on biotechnology. At a symposium of the foundation Prince Claus spoke about the threats of biotechnology. Increasingly, man interferes in life processes and living organisms, Claus told the audience, in the context of which economic motives are dominant. ‘Unfathomable forces that interact with one another in secret ways may get control of the new processes and determine which applications are continued and which are not. The wish to manipulate is only human. The power to manipulate is in our hands. But we must know precisely what we wish to achieve…. As to the environment much Western technology starts from the assumption that man holds absolute sway over nature.’ This way of thinking could also be heard in the Christmas speech of 1990 (‘Does everything that is possible also need to be done?’). The Queen cast fundamental doubts on how we think about progress in the western world: “We are on the verge of an era in which science and technology can overcome the many limitations to which man appeared to be subjected. We are able to control techniques that allow us to influence every living creature. This presents us with fundamental questions and responsibilities… In the history of mankind the emphasis was initially on subjecting nature, which restricted and hampered human existence. From this emerged a belief in progress that was aimed at exceeding the limits rather than respecting them. Today, it is not so much about what we can do, but what we may and must do…. Science has
breder verband gebracht met vrede en gerechtigheid. Mens en natuur zijn geschapen als bondgenoten, als partners in één schepping…. Nu staan we voor de uitdaging een nieuwe relatie tot de natuur te vinden, gekenmerkt door eerbied voor ecologisch evenwicht, behoedzaamheid en zorgvuldig beheer.’ Die ethische invalshoek leidde er ook toe dat de koningin zich kritisch uitsprak over biotechnologie. Al in 1969 richtte prinses Beatrix samen met prins Claus de Stichting Biowetenschappen en Maatschappij op. Deze stichting hield zich bezig met de maatschappelijke en ethische consequenties van biologisch en medisch onderzoek. In de tweede helft van de jaren tachtig ging de discussie vooral over biotechnologie. Op een symposium van de stichting sprak Claus over de bedreigingen van biotechnologie. Er wordt steeds meer ingegrepen in levensprocessen en in levende organismen, stelde Claus, waarbij economische motieven overheersen. ‘Ondoorgrondelijke krachten die op verborgen manieren op elkaar inwerken kunnen de controle krijgen over de nieuwe processen en bepalen welke toepassingen worden doorgezet en welke niet. De wil om te manipuleren is menselijk. De macht om te manipuleren is in onze handen. Maar we moeten zeker weten wat we precies willen bereiken…. Op milieugebied gaat veel westerse technologie er nog van uit dat de mens heer en meester is van de natuur.’ Een echo van dit denken was te horen in de kersttoespraak van 1990 (‘Moet alles wat kan ook kunnen?’). De koningin zette fundamentele vraagtekens bij het vooruitgangsdenken in de westerse samenleving: ‘Wij staan op de drempel van een tijd waarin wetenschap en techniek vele beperkingen waaraan de mens scheen te zijn onderworpen, kunnen overwinnen. Wij beheersen technieken 41
brought us many good things. By divulging the secret of the construction of life, we are able to combat hunger and prevent diseases. Knowledge about the way in which hereditary characteristics are laid down biologically and transferred, opens up the possibility to change these very characteristics. But this also brings us to a limitation that compels us to contemplate the question: Does everything that is possible also need to be done?
waarmee wij alles wat leeft kunnen beïnvloeden. Dit stelt de mensheid voor fundamentele vragen en verantwoordelijkheden…. In de geschiedenis van de mensheid lag aanvankelijk de nadruk op het onderwerpen van een natuur die het menselijk bestaan beperkte en belemmerde. Hieruit ontstond een vooruitgangsgeloof dat eerder gericht was op het overschrijden dan op het respecteren van grenzen. Vandaag gaat het niet zozeer om wat kan, maar om wat mag en moet…. De wetenschap heeft veel goeds gebracht. Door de onthulling van geheimen over de opbouw van het leven worden wij in staat gesteld honger te bestrijden en ziekten te voorkomen. Kennis van de wijze waarop erfelijke eigenschappen biologisch zijn vastgelegd en worden overgedragen, opent de mogelijkheid die eigenschappen ook te veranderen. Maar daarmee is tevens een grens bereikt die noopt tot bezinning. Moet alles wat kan, ook kunnen?’
‘We will regret our hunger for more’ Beatrix and Claus were also united in their criticism of the limited economic thinking that characterises and determines the world’s progress. Claus, who already in 1982 used the phrase ‘sustainable development’ (although later he expressed doubts about such concepts on account of their universal meaning and vagueness), argued in favour of including environmental costs in calculating prices. When you include this environmental burden, you also get another picture of the (distribution of the) affluence in the world. ‘If you consider this, one person in North-American and WesternEurope consumes ten to twenty times as much energy and essential raw materials’, he said in an interview with NRC Handelsblad in 1990. One year later, in India, he argued in favour of a new paradigm in which economic progress is measured differently. Our conventional economic thinking was far too limited, because it ignored the impact on the physical, biological and social systems.
‘De zucht naar meer breekt ons op’ Beatrix en Claus waren ook eensgezind in hun kritiek op het beperkte economische denken dat de voortgang in de wereld kenmerkt en bepaalt. Claus, die al in 1982 de term ‘duurzame ontwikkeling’ gebruikte (al zou hij later ook twijfels uiten over dergelijke begrippen, vanwege de alomvattendheid en vaagheid ervan), pleitte voor het meenemen van milieukosten in de berekening van prijzen. Als je het milieubeslag meerekent krijg je ook een heel ander beeld van de (verdeling van de) rijkdom in de wereld. ‘Dan gebruikt gemiddeld 1 persoon in Noord-Amerika en West-Europa tien tot twintig keer zo veel energie en essentiële grondstoffen’, zei hij in een interview met NRC Handelsblad in 1990. Een jaar later pleitte hij in India voor krimp in de rijke
In a similar way Queen Beatrix in her Christmas speech in 1997 put the concepts of ‘impoverishment’ and ‘enrichment’ in a new perspective. She entered into the changes caused by globalisation. 42
(‘The world is becoming smaller and has even been characterised as a ‘village’). ‘Many find the developments ensuing from ongoing modernisation positive. But we also risk losing track of the downside: poverty, destruction of the environment, and loss of a sense of community…. In a period of rapid developments in science, technology and economics the concept of progress has been redefined. Increasingly, value was measured against material well-being. An increase of material well-being was considered as enrichment; a decrease on the other hand was seen as impoverishment…. Enrichment, when exclusively related to money and material goods, evokes a shadow of greed…. A higher standard of living can be accompanied by a deterioration of the environment, production of useless things for a consumer society, banal forms of mass entertainment, increased unsafety on the streets, and meaningless violence. Obviously, the great problem of material poverty continues to demand our full attention… But our society cannot do without a sense of standards that reaches beyond selfinterest… Impoverishment can also be found in the attention we pay to and our concern for the natural environment. We know that many decisions and developments inevitably lead to the depletion of irreplaceable resources, contamination of the air, soil and water, deforestation and the extinction of scores of costly plant and animal species. All too often people shirk their responsibility for the environment. We are all accessory to material enrichment at the cost of our natural heritage….’
landen en voor een nieuw paradigma waarin economische vooruitgang op een andere wijze gemeten zou moeten worden. Het conventionele economische denken was veel te beperkt, omdat het de impact op de fysieke, biologische en sociale systemen niet meenam. Op een vergelijkbare manier zette koningin Beatrix in haar kersttoespraak van 1997 de begrippen ‘verarming’ en ‘verrijking’ in een nieuw perspectief. Zij ging in op de veranderingen die de globalisering met zich meebracht (‘De wereld wordt kleiner en is zelfs al als “dorp” gekenschetst’). ‘Velen ervaren de ontwikkelingen die uit de voortdurende vernieuwingen voortvloeien als positief. Maar daartegenover staat het risico dat wij het zicht verliezen op de keerzijde: armoede, milieuvernietiging en verlies aan gemeenschapsgevoel…. In een periode van snelle ontwikkeling in wetenschap, technologie en economie heeft het begrip vooruitgang een andere inhoud gekregen. Steeds meer werd waarde afgemeten aan materiële welstand. Nam die toe dan werd dat gezien als verrijking; afname daarentegen werd als verarming ervaren…. Verrijking, uitsluitend betrokken op geld en goed, roept een schaduwbeeld op van inhaligheid…. Een hogere levensstandaard kan gepaard gaan met verslechtering van het milieu, productie van nutteloze dingen voor een wegwerpmaatschappij, banale vormen van massavermaak, toenemende onveiligheid op straat en redeloos geweld. Daarnaast blijft vanzelfsprekend het grote probleem van de materiële armoede alle aandacht vragen…. Onze maatschappij kan niet zonder een normbesef dat verder reikt dan eigenbelang… Ook in de aandacht en zorg voor de natuurlijke omgeving is in onze wereld sprake van verarming. We weten dat vele beslissingen en
In the years following the fall of the Wall in 1989, there was a sense of euphoria across the world. Progress had definitively won. The end of the Cold War also meant an end to history, as 43
propounded by Francis Fukuyama in his controversial book The End of History and the Last Man. The liberal world order with its capitalist system and Western democratic principles would for ever dominate the world. In his most acrid speech in a series of three for the world conference of the SID, Prince Claus in 1991 pointed to the disasters that had occurred in the ‘lost decade’ (the 1980s) in many developing countries: stagnation and shrinkage, debts and increased poverty. ‘New issues of a global interest’ had presented themselves: destruction of the environment, nationalism, a strong increase of the number of ‘economic refugees’ and more racial and ethnical conflicts. ‘There is reason to be concerned about the erosion of the traditional powers of the national state, about the increasing power of NGOs in the area of international, financial and economic relations and about the ongoing growth of arms expenditure…’ Claus argued that national and international organisations had to be fundamentally reformed and that a new paradigm had to be found, because the development theory found itself in a crisis. Especially economists had to take the rap for it, because they were too focused on economic growth whilst paying only little attention to equality and the environment: ‘…If we look at the development of economic theory over the past two hundred years, we can conclude with acceptable exaggeration that it was mainly concerned with the question how the rich can expand their wealth even further. Economists have hardly paid any attention to issues of distribution. Indeed, I believe that in many respects the mainstream in economics represents an orthodox consensus that is demonstrably conservative. Such orthodoxy almost invariably tells us that we need more of the same… Possibly we need to await the arrival of a “green” Keynes…. but then preferably a Keynes born in
ontwikkelingen onontkoombaar leiden tot uitputting van onvervangbare hulpbronnen, vervuiling van lucht, grond en water, ontbossing en het uitsterven van talloze kostbare plant- en diersoorten. Te vaak onttrekken mensen zich nog aan de verantwoordelijkheid voor het milieu. Aan materiële verrijking ten koste van het natuurlijk erfgoed zijn wij allen medeplichtig….’ In de jaren na de val van de Muur in 1989 heerste overal ter wereld een grote euforie. De vooruitgang had definitief gewonnen. Het einde van de Koude Oorlog betekende ook het einde van de geschiedenis, zo verkondigde Francis Fukuyama in zijn geruchtmakende boek The End of History and the Last Man. De liberale wereldordening met zijn kapitalistische stelsel en westerse democratische beginselen zou eeuwig heersen op aard. In zijn meest bittere toespraak, in een serie van drie, voor de wereldconferentie van de SID wees prins Claus in 1991 daarentegen op de rampen die zich in het ‘verloren decennium’ (de jaren tachtig) in veel ontwikkelingslanden voltrokken: stagnatie en krimp, schulden en groeiende armoede. Er hadden zich ‘nieuwe kwesties van mondiaal belang aangediend’: milieuvernietiging, nationalisme, een sterke toename van het aantal ‘economische vluchtelingen’ en meer raciale en etnische conflicten. ‘Er is reden tot bezorgdheid over de uitholling van de traditionele machten van de natiestaat, over de groeiende macht van de niet tot de staat behorende instellingen op het gebied van internationale financiële en economische betrekkingen, en over de voortdurende groei van bewapeningsuitgaven…’ Claus stelde dat nationale en internationale organisaties fundamenteel hervormd moesten worden en dat een nieuw paradigma moest worden gevonden, want de ontwikkelingstheorie bevond 44
and belonging to the South.’ Economic science, according to Claus, should focus on often ridiculed values such as fairness and justice and be ‘rooted in ethics and morals’.
zich in een crisis. Daarbij moesten vooral de economen het ontgelden, die te veel oog voor economische groei en te weinig voor gelijkheid en milieu hebben: ‘…Als we naar de ontwikkeling van de economische theorie in de laatste tweehonderd jaar kijken, kunnen we met aanvaardbare overdrijving concluderen dat ze voornamelijk begaan is geweest met de vraag hoe degenen die reeds rijk zijn, hun rijkdom nog verder kunnen vergroten. Economen hebben nauwelijks aandacht besteed aan kwesties van spreiding. Inderdaad geloof ik dat de voornaamste stroming in de economie in veel opzichten een orthodoxe consensus vertegenwoordigt die aantoonbaar conservatief is. Een dergelijke rechtzinnigheid zegt ons bijna altijd dat we meer nodig hebben van hetzelfde…. Wellicht moeten we de verschijning van een “groene” Keynes afwachten… maar bij voorkeur een Keynes die is geboren en behoort tot het Zuiden.’ De economische wetenschap moet naar Claus’ mening ook gaan over, vaak belachelijk gemaakte, waarden als billijkheid en gerechtigheid en ‘geworteld zijn in ethiek en moraal’.
Queen Beatrix’s Christmas speech (‘The Fall of the Wall’) of two years earlier had precisely the same purport as this SID lecture delivered by Claus. She asked the conquerors (the Western world) a number of fundamental questions: Can the West find answers to the many challenges within its own society? Are we able to control the ever upward pressure of our own prosperity? Do we know how to cope with the ever more demanding requirements of the environment and the ongoing attacks on our planet? Will the new Europe place itself in the service of a fairer global society? … We know that the world will never see peace if the great problems of hunger and poverty are not solved. This calls for leadership that is prepared to bear responsibility that reaches beyond the mere interests of one’s own party, one’s own state, one’s own continent…. Hunger and poverty are not natural phenomena that nobody can do anything about. A mankind that puts its own interests first, that throws in its lot with those who are well off whilst ignoring the needs of others, is knowingly heading for disaster. What we need is a moral standard for the long term…. It is not so much prosperity in itself that will cost us dear in the long term, but the continuous hunger for more, combined with the inability to share. In our society egoism has become a driving force. Consumption has become the benchmark for success. The world will succumb to the illusion of “more is better”. In her Christmas Speech of 1992, Beatrix went even further. She made a link between the unilateral pursuit of economic growth
De kersttoespraak (‘De val van de Muur’) van koningin Beatrix van twee jaren eerder had exact dezelfde strekking als deze SID-lezing van Claus. Zij stelt de overwinnaars (het westen) een aantal fundamentele vragen: ‘Vindt het Westen antwoorden op de vele uitdagingen in de eigen maatschappij? Kunnen wij de opstuwende kracht van onze eigen welvaart beheersen? Weten we raad met de steeds dwingender eisen van het milieu en de voortdurende aanslagen op onze aarde? Zal het nieuwe Europa zich in dienst stellen van een rechtvaardiger wereldsamenleving? … Wij weten dat de wereld nooit vrede zal kennen als de grote problemen van honger en armoede niet worden opgelost. Dat vraagt een leider45
Het bezoek van koningin Beatrix en prins Claus aan de VS. Het koninklijk paar in de PBX op weg naar huis. 29 juni 1982
and material self-interest and the egoism that leads to the disappearance of solidarity and eventually to violent conflicts, such as those in the former Yugoslavia. ‘After the hope and expectation that followed the end of oppression and the Cold War, astonishment, despair and abhorrence are now dominating emotions. How is it possible that people living in freedom subject one another to so much evil? …. We cannot turn a blind eye to expressions of human cruelty and violence wherever in the world; we are also involved in what is now happening in former Yugoslavia. An understandable longing for identity becomes cramped nationalism, a disruptive force that is associated with blind hatred towards aliens and all those who we do not reckon as belonging to our own group…. Today, egoism is considered a very common thing. As a social force it has indeed brought us material progress. But a society whose only measures for human acts are self-interest, benefits and economic effectiveness, will fall apart…. We are living in a time of almost unlimited transfer of knowledge. But if we are unable to inspire new generations to a community spirit and making sacrifices for the benefit of others, it will all be to no avail. The transfer of standards and values is however much more difficult than passing on knowledge….’ Apart from the emphasis on morals and ethics as a basis of politics, Beatrix saw forms of international government (at a European or global level) as the only way to solve the conflicts in the world. ‘The problems we are facing today compel us to pursue a continuing civilisation process in which the general interest is lifted to the level of the world community’.
schap dat een verantwoordelijkheid wil dragen die verder reikt dan alleen de belangen van de eigen partij, de eigen staat, het eigen werelddeel…. Honger en armoede zijn geen natuurverschijnselen waar niemand iets tegen kan doen. Een mensheid die haar eigenbelang vooropstelt, haar lot verbindt aan degenen die het goed hebben en voorbij gaat aan de noden van anderen, gaat zelf met open ogen haar ondergang tegemoet. Wat wij nodig hebben is een moraal voor de langere duur…. Het is niet zozeer de welvaart op zichzelf die ons op den duur zal opbreken, maar de voortdurende zucht naar meer, in samenhang met het onvermogen tot delen. Het egoïsme is in onze maatschappij geworden tot een drijvende kracht. Consumptie werd het ijkpunt voor succes. Aan de illusie van “meer is beter” gaat de wereld ten onder.’ In haar kerstrede van 1992 gaat Beatrix nog verder. Ze legt een expliciet verband tussen het eenzijdige streven naar economische groei en materieel eigenbelang en het egoïsme dat leidt tot het verdwijnen van solidariteit en uiteindelijk tot gewelddadige conflicten, zoals die zijn uitgebroken in het voormalige Joegoslavië. ‘Na de hoop en verwachting die volgde op het einde van onderdrukking en Koude Oorlog, overheersen nu verbijstering, vertwijfeling en afschuw. Hoe is het mogelijk dat mensen in vrijheid elkaar zoveel kwaad kunnen aandoen? …. Voor uitingen van menselijke wreedheid en geweld, waar ook ter wereld, kunnen wij ons niet afsluiten; bij wat nu gebeurt in het vroegere Joegoslavië zijn wij eveneens betrokken. Een begrijpelijk verlangen naar identiteit verwordt tot eng nationalisme, een ontwrichtende kracht die gepaard gaat met blinde haat jegens vreemdelingen en allen die men niet tot de eigen groep rekent…. Tegenwoordig wordt egoïsme gezien als de gewoonste zaak van 47
de wereld. Als maatschappelijke kracht heeft het ons inderdaad materiële vooruitgang gebracht. Maar een samenleving die geen andere maatstaven kent voor menselijk handelen dan eigenbelang, nut en economische doelmatigheid zal uiteenvallen…. We leven in een tijd van bijna onbegrensde kennisoverdracht. Maar als het niet lukt nieuwe generaties te inspireren tot gemeenschapszin en het brengen van offers ter wille van anderen, dient dit alles tot niets. Het overdragen van normen en waarden is echter veel moeilijker dan kennisoverdracht….’ Behalve het hameren op moraal en ethiek als grondslag van de politiek ziet Beatrix vormen van internationaal bestuur (Europees of mondiaal) als enige manier om de conflicten in de wereld op te lossen. ‘De problemen waarvoor de mensheid zich vandaag gesteld ziet, nopen tot een verdergaand beschavingsproces waarbij het algemeen belang wordt opgetild tot het niveau van de wereldgemeenschap.’
48
Globalisation
Globalisering
‘Change makes us insecure’
‘Verandering maakt onzeker’
Not only conflicts, but also poverty, destruction of the environment, migration and many other themes in world politics are touched upon by Beatrix, and she puts them in a broader context; she describes the mutual relationship in a world with ever decreasing borders - globalisation - and the need for an ethical basis that gives room to the large diversity in this same world. In her Christmas speech of 1993, the Queen says: ‘… Ever increasing changes confront us with far-reaching decisions whilst making an appeal to our personal responsibility…. Choices in our life and how we live together are no longer free of obligations. The world is faced with an imminent environmental crisis, an unrestrained growth of the population, increased ethnical violence, an excessive consumption culture, massive unemployment and unacceptable contrasts between rich and poor. Moreover, the confidence that all these problems can be solved has been seriously undermined. We had become accustomed to the idea of an orderly and controllable world. Science and knowledge, organisation and technology turned man from creature into creator. The ideological contrast between East and West seemed clear: dictatorship and oppression versus democracy and freedom. But when after the end of the Cold War many new problems had to be solved, the strength of the Western values failed to come to the fore. We
Niet alleen conflicten, maar ook armoede, milieuvernietiging, migratie en tal van andere thema’s in de wereldpolitiek snijdt Beatrix aan, en verbindt ze in een breder kader; zij beschrijft de onderlinge samenhang in een wereld met steeds minder grenzen – globalisering – en de noodzaak voor een ethische basis die ruimte geeft aan de grote verscheidenheid in diezelfde wereld. In de kerstrede van 1993 zegt de koningin: ‘… Steeds snellere veranderingen plaatsen ons voor ingrijpende beslissingen en doen een appel op onze persoonlijke verantwoordelijkheid…. Keuzen in ons leven en samenleven zijn niet langer vrijblijvend. De wereld wordt geconfronteerd met een dreigende milieucrisis, een ongeremde bevolkingsgroei, toenemend etnisch geweld, een te hoog opgedreven consumptiecultuur, massale werkloosheid en onaanvaardbare tegenstellingen tussen rijk en arm. Daarbij is het vertrouwen dat al die problemen oplosbaar zijn, ernstig ondermijnd. We waren gewend geraakt aan het beeld van een overzichtelijke en beheersbare wereld. Wetenschap en kennis, organisatie en techniek maakten de mens van schepsel tot schepper. De ideologische tegenstelling tussen Oost en West leek helder: dictatuur en onderdrukking tegenover democratie en vrijheid. Maar toen na het einde van de Koude Oorlog vele nieuwe problemen moesten worden opgelost, kwam de kracht van de Westerse waarden niet tot uitdruk49
king. We namen aan dat alles nu vanzelf wel goed zou komen, maar kwamen bedrogen uit. Het geloof in de samenhang tussen vrijheid en vooruitgang is verdwenen…. Vanuit landen waar nood heerst en ontbinding intreedt kloppen mensen met andere levensstijlen en gewoonten bij ons aan en vragen om een plek…. Problemen elders raken ook ons en dwingen ons voortdurend tot nieuwe plaatsbepaling. Soms ontstaat de neiging zich hieraan te onttrekken en te vluchten in wat “eigen” is – overzichtelijk, vertrouwd en veilig. Het andere wordt gezien als vreemd en waar het ontbreekt aan openheid en begrip gaan vreemd en vijandig samenvallen. Verandering maakt onzeker en angstig…. Een wereld in verandering is ook een wereld van verschil. Het streven naar een éénvormige maatschappij heeft geen zin. Verschillen moeten we niet bestrijden; we moeten leren leven met verscheidenheid….’ Het kan geen toeval zijn dat hier ‘een wereld van verschil’ wordt aangehaald. Twee jaar eerder had minister voor Ontwikkelingssamenwerking Pronk een nota met diezelfde titel gepresenteerd.
assumed that everything would turn out alright, but we were mistaken. The belief in a correlation between freedom and progress has disappeared…. People from countries in need and on the verge of disintegration, who have different life styles and habits, knock on our doors asking for a place to stay…. Problems in other parts of the world affect us as well and constantly force us to reformulate our own place. Sometimes we have a tendency to withdraw and escape to what is familiar, orderly, and safe. All other things are seen as alien and where openness and understanding are lacking, alien and hostile become synonymous concepts. Change makes us insecure and afraid… A world in change is also a world of differences. The pursuit of one single society does not make sense. We should not combat differences, but learn to live with diversity….’ It is no coincidence that ‘a world of differences’ is quoted here. Two years earlier, minister Pronk of Development Cooperation had presented a memorandum with the same title.
‘Cultuur geeft identiteit en zelfvertrouwen’
‘Culture gives identity and self-confidence’
Bij de totstandkoming van Pronks ‘Een wereld van verschil’ was prins Claus nauw betrokken geweest, vooral bij het hoofdstuk over cultuur in ontwikkelingslanden. Voor prins Claus was cultuur de motor van ontwikkeling, en dat idee kreeg een belangrijke plaats in de nota. Claus definieerde cultuur niet zozeer als kunst, folklore of oude tradities, maar ging uit van een veel bredere uitleg: de waarden en normen, de door de eeuwen heen gevormde, maar steeds weer veranderende, gewoontes, omgangsvormen en sociale verbanden in een land of een bevolkingsgroep. Dat alles bepaalt de identiteit van een bevolking, het gevoel van eigenwaarde en zelfres-
Prince Claus had been closely involved in Pronk’s ‘A world of differences’, in particular in the chapter on culture in developing countries. For Prince Claus, culture was the driving force behind development, and this idea was given a prominent place in the memorandum. Claus defined culture not so much as art, folklore or old traditions, but he started from a much broader explanation: the values and standards, the customs, manners and social structures in a country or among a population. All this determines a population’s identity, its feeling of self-worth and self-respect. If this is denied, ignored or pulled to pieces, all attempts for 50
(economic) development are foredoomed to failure. In his first speech for the SID world conference in 1985, Claus foresaw ‘the upcoming fight for the social and cultural identity in the countries of the Third World…. But we should not understand this in a typically Western economic way. Independence in a purely economic sense does not exist…. We are to interpret it as cultural independency, but then in the broadest sense of the word, encompassing the economy and many other issues. Therefore, culture in the meaning of civilisation…’. And he went on to emphasise that culture is not a constant and does not have a perpetual value. ‘Cultures as a reference framework are hardly constant and not invariably applicable. We generally are dealing with open systems that are subject to interactions that constantly raise new problems which in turn constantly call for new solutions.’ This same idea about culture returns in Beatrix’ Christmas speech of 1991, ‘The pioneer function of art’: ‘… Culture is no template, no united model that produces identical forms; it is always about unity and diversity, multiformity and individuality. Culture gives people an identity and self-confidence. It cannot be imposed, but originates through tradition and acquisition….’
pect. Als dat wordt ontkend, genegeerd of afgebroken, zijn alle pogingen om tot (economische) ontwikkeling te komen, tot mislukking gedoemd. In zijn eerste lezing voor de SID-wereldconferentie in 1985 voorziet Claus ‘de opkomende strijd om de sociale en culturele identiteit in de landen van de Derde Wereld…. Maar wij moeten dit niet in de typisch westerse economische zin opvatten. Onafhankelijkheid in zuiver economische zin bestaat niet…. Wij moeten het verstaan als culturele onafhankelijkheid, maar dan cultureel in de ruimste zin van het woord, waarin de economie en veel andere zaken zijn besloten. Cultuur dus in de zin van beschaving…’. En hij benadrukt daarbij dat cultuur niet onveranderlijk en voor altijd geldig is. ‘Culturen zijn als referentiekader nauwelijks constant en niet in alle gevallen toepasbaar. Wij hebben in het algemeen te maken met open systemen, onderhevig aan wisselwerkingen die steeds nieuwe problemen oproepen, en die op hun beurt telkens om nieuwe oplossingen vragen.’ Ditzelfde idee over cultuur komt terug in de kersttoespraak van Beatrix in 1991, ‘De kunst als pionier’: ‘… Cultuur is geen mal, geen eenheidsmodel, waaruit identieke vormen worden gegoten; het gaat altijd om eenheid én verscheidenheid, pluriformiteit én eigenheid. Cultuur geeft mensen identiteit en zelfvertrouwen. Zij kan niet van buiten af worden opgelegd, maar ontstaat door overlevering en verwerving….’
By the year 2005 the phrase multicultural society has become emotionally charged, but it is very important in our Dutch society. This is demonstrated among other things by the special interest the theme receives from Princess Maxima, in the context of which she focuses on the position of migrant women. The situation after the murder of Theo van Gogh, which greatly accelerated tensions between the autochthonous population and (in particular) Islamic Dutch citizens, brings back memories of the year 1983, when a cold atmosphere of hopelessness and decline
Anno 2005 is de term multiculturele samenleving erg beladen geworden, maar tevens van centraal belang in de Nederlandse samenleving. Dat uit zich onder meer in de speciale aandacht die prinses Maxima aan dit thema geeft, waarbij zij zich vooral richt op de positie van migrantenvrouwen. De situatie na de moord op Theo van Gogh, die de spanningen 51
tussen de autochtone bevolking en (vooral) islamitische Nederlanders enorm opvoerde, doet denken aan het jaar 1983. Toen heerste er in Nederland een kille sfeer van uitzichtloosheid en neergang. Het was het jaar waarin de vijftienjarige Antilliaanse jongen Kerwin Duinmeijer op straat vermoord werd door een neo-nazi. Koningin Beatrix lijkt hiernaar te verwijzen in haar kersttoespraak, als zij spreekt over de angst, de onverdraagzaamheid en de verharding van de samenleving als gevolg van economische teruggang: ‘Tolerantie vraagt openheid voor het onbekende en doorbreking van het isolement. Waar de culturen elkaar ontmoeten, hoeft geen confrontatie te ontstaan. De ontmoeting van verschillende leef- en denkwerelden kan de gemeenschap als geheel verrijken…. Om de ander te kunnen aanvaarden moeten we hem eerst zien. In een deel van Afrika begroeten mensen elkaar met de woorden: “Ik zie je!” Elkaar werkelijk zien, dat lijkt mij de opdracht – het uitzicht van Kerstmis.’
was felt in the Netherlands. It was the year in which Kerwin Duinmeijer, a fifteen-year-old boy from the Antilles, was killed on the streets by a neo-Nazi. Queen Beatrix appeared to refer to this during her Christmas speech, when she spoke about the fear, intolerance and hardening of society as a result of economic decline: ‘Tolerance calls for an open attitude towards the unknown, and for a breakdown of isolation. Where cultures meet, there is no need for confrontation. Different social environments and ways of thinking that meet one another can enrich society as a whole… In order to accept the other, we first need to see him. In a part of Africa, people greet each other saying: “I see you!” Really seeing one another, that, to me, is the task we need to face – the prospect of Christmas’. ‘A century full of contrasts’ It was one of the few occasions on which the Queen did not end her Christmas speech with a reference to the ‘light’, a metaphor she used again and again to compensate her sometimes fairly gloomy analyses of Dutch events in the world11. The hope for a better world that such language evokes was hard to find in Prince Claus’ reflections. His three earlier speeches for the world conference of the Society for International Development became increasingly acrid, culminating in a lecture for the ‘celebration’ of fifty years of development cooperation, in 199912, which was never
‘Een eeuw vol tegenstellingen’ Het was een van de weinige keren dat de koningin haar kerstrede niet eindigde met een verwijzing naar het ‘licht’, een metafoor die zij steeds opnieuw gebruikte om haar soms tamelijk zwaarmoedige analyses van de toestand in Nederland en de wereld te compenseren11. De hoop op een betere wereld die uit zulk taalgebruik spreekt, was ver te zoeken in de bespiegelingen van prins Claus. Diens drie, eerder aangehaalde, toespraken voor de wereldconferentie van de Society for International Development werden steeds bitterder, en
11 See also the text analysis by Rudolf Geel of the Christmas speeches in De Groene Amsterdammer, 17 December 2004, p. 30-33. 12 See for elaborate quotes from this ‘prohibited speech’ my book, chapter 10.
11 Zie ook de tekstanalyse door Rudolf Geel van de kersttoespraken in De Groene Amsterdammer, 17 december 2004, blz. 30-33. 52
delivered, because the speech was too far removed from the government position. In it, he stated that there was preciously little to celebrate: poverty and inequality had only increased and only a handful of countries had made progress, and then largely on their own strength. In many cases, development aid had been counterproductive and globalisation and liberalisation of the economy involved great drawbacks for developing countries. Claus presented an extensive analysis as to the causes of such a lack of results and stated that new points of departure were needed that went beyond the materialistic argument. The Prince described globalisation as a two-edged sword that brought about good as well as bad things. ‘In our pursuit for maximum benefit it should be acknowledged that globalisation does not encompass built-in mechanisms that make it sensitive to principles such as social justice, equality and redistribution. If left to its own merits, it will allocate the greatest benefits to the richer, better educated and urban groups, whereas it will harm the weaker groups, including women.’ He put question marks to ‘the international trading systems with the WTO as key focus, which is demonstrably more susceptible to the priorities and interests of nations with large companies than for smaller trading nations. These similarities will not only benefit the larger trading nations, but also pose limits to the developing countries’ domestic policy options. This will have consequences for the prospects of sustainable development’. Prince Claus wrote to be astonished about the lack of action against the warming up of the earth and climate change, and foresaw many wars and much violence in the world. ‘The euphoria following the Cold War turned out to be short-lived…. Instead, we have seen an increase of tension and conflict, incited by all sorts
culmineerden in een rede voor de ‘viering’ van vijftig jaar ontwikkelingssamenwerking, in 199912, die nooit werd uitgesproken, omdat de inhoud te veel afweek van het regeringsstandpunt. Daarin stelde hij dat er bitter weinig te vieren was: de armoede en ongelijkheid waren alleen maar groter geworden en slechts een handvol landen was, grotendeels op eigen kracht, erop vooruit gegaan. Ontwikkelingshulp heeft in veel gevallen averechts gewerkt en aan de mondialisering en liberalisering van de economie kleven grote bezwaren voor ontwikkelingslanden. Claus analyseert uitgebreid waar dat gebrek aan resultaten aan te wijten is en stelt dat nieuwe uitgangspunten nodig zijn, die het materialistische overstijgen. De prins omschrijft globalisering als een tweesnijdend zwaard dat zowel goede als slechte dingen met zich meebrengt. ‘In het streven naar maximaal profijt moet erkend worden dat er geen ingebouwde mechanismen in globalisering zitten, die het gevoelig maken voor principes als sociale rechtvaardigheid, gelijkheid en herverdeling. Als het aan zijn eigen merites wordt overgelaten zal het de grootste voordelen toewijzen aan de rijkere, beter opgeleide en stedelijke groepen, terwijl het de zwakkeren benadeelt, inclusief de vrouwen.’ Hij zet vraagtekens bij ‘het internationale handelssysteem met de WTO als kern, (dat) aantoonbaar veel ontvankelijker is voor de prioriteiten en belangen van naties met grote ondernemingen dan voor kleinere handelsnaties. Deze overeenkomsten zullen niet alleen in het voordeel zijn van de grote handelsnaties maar ook beperkingen stellen aan de binnenlandse beleidsopties van ontwikkelingslanden. Dat zal gevolgen hebben voor de vooruitzichten op duurzame ontwikkeling’. 12 Zie voor uitgebreide citaten uit deze ‘verboden toespraak’ mijn boek, hoofdstuk 10. 53
of forces including racial, ethnical, and religious disputes, a lack of base material, poverty and inequality. The present world is one of ineffable cruelty that forces us to increasingly use words like genocide.’
Prins Claus schrijft versteld te staan van het gebrek aan actie tegen de opwarming van de aarde en de klimaatverandering en voorziet veel oorlog en geweld in de wereld. ‘De euforie als gevolg van het einde van de Koude Oorlog is van korte duur gebleken…. In plaats daarvan hebben we een groei van spanningen en conflicten gezien, aangewakkerd door allerlei krachten, waaronder raciale, etnische en religieuze geschillen, schaarste aan grondstoffen, armoede en ongelijkheid. De huidige wereld is er een van onuitspreekbare wreedheden, waarin het nodig is steeds vaker gebruik te maken van woorden als genocide.’
Queen Beatrix also looked back in her Christmas speech at the end of 1999: on the whole of the twentieth century. Claus’ key element of the ‘prohibited speech’ returned: the two-sided sword’ of globalisation and progress – with, on the one hand, material affluence and unprecedented technological possibilities and, on the other hand, increasing inequality, ineradicable violence and destruction of the earth”’… At the end of this century we are stricken by an awareness of the “dark side” of mankind. Violence appears to be ineradicable, and interfering in hostilities extremely difficult…. It has been a century full of contrast and tension. Unprecedented strong positions of power were built, both by states and companies and by individual persons. And yet, it has not only been a period of concentration and abuse of power, but also a century of development of the law…. The last hundred years were also an era of modern science with pioneering inventions and of unbridled application of information and communication technology. This has opened up boundless possibilities for progress… But the technical developments have also brought about the horrifying power for destruction. Two world wars have shown us death and destruction on a massive scale. But, after the aggressors had been defeated in the end, there was the conviction of “Never another war!”. Western-Europe renounced nationalism, opting for collective safety and economic unity. Political integration also came nearer, step by step. Europeans are now faced with the task to permanently anchor our
Ook koningin Beatrix blikte terug, in haar kersttoespraak aan het eind van 1999: op een héle eeuw. Daarin keert het centrale element van Claus’ ‘verboden toespraak’ terug: het ‘tweesnijdend zwaard’ van de globalisering en de vooruitgang – met enerzijds materiële welvaart en ongekende technologische mogelijkheden en anderzijds groeiende ongelijkheid, onuitroeibaar geweld en vernietiging van de aarde: ‘… Tegen het einde van deze eeuw bedrukt ons het besef van de “duistere kant” van de mensheid. Geweld lijkt onuitroeibaar en ingrijpen in vijandelijkheden uiterst moeilijk…. Het was een eeuw vol tegenstellingen en spanningen. Ongekend sterke machtsposities werden opgebouwd, zowel van staten en bedrijven als van individuen. Toch was dit niet alleen een tijd van concentratie en ook misbruik van macht, maar evenzeer de eeuw van ontplooiing van het recht…. De laatste honderd jaar waren ook het tijdperk van de moderne wetenschap met baanbrekende uitvindingen en van de ongebreidelde toepassing informatie- en communicatietechnologie. Hiermee zijn grenzenloze mogelijkheden geopend tot vooruitgang…. De technische ontwikkeling heeft ook het vreselijke vermo54
regained peace and affluence in society. The main challenge in this context comes from the east…. Millions have benefited from an unimaginable improvement of the well-being. However, at the same time inequality was greater than ever before. The struggle for daily life determines the lives of many: people who are vulnerable, poor, homeless, and alienated. In our century the conviction has grown that these people, too, are entitled to a reasonable existence. Social justice was also given a different substance: both in our immediate environment and in the community of populations. Now that the world has been opened up to such an extent, the pursuit for justice in the international economic relations has become more urgent. Meanwhile, the continuous increase of material production poses a serious threat to the capacity of the earth. More and more the awareness is growing that our future is at stake. Slowly, the consequences are becoming clear. For example, this century became the century of environmental awareness. Never before was our natural environment affected to such an extent, but at the same time man’s responsibility for creation – with all its creatures – was never before taken so seriously. The earth is our heritage; the care for our earth has been entrusted to mankind. People are now looking for a new relation to nature and see themselves faced with the great task of taking proper care of it, also for future generations….’
55
gen tot vernietiging meegebracht. In twee wereldoorlogen werd massaal dood en verderf gezaaid. Maar nadat tenslotte de agressors waren verslagen, overheerste de overtuiging “Nooit meer oorlog!”. West-Europa verwierp het nationalisme en koos voor collectieve veiligheid en economische eenwording. Ook politieke integratie komt stap voor stap dichterbij. Europeanen staan nu voor de opgave de herwonnen vrede en welvaart voorgoed te verankeren in de maatschappij. De belangrijkste uitdaging ligt in oostelijke richting…. Miljoenen profiteerden van een onvoorstelbare verbetering van de welstand. Maar tezelfdertijd werd de ongelijkheid schrijnender dan ooit. Dagelijkse zorgen om het bestaan bepalen het leven van velen: mensen die kwetsbaar zijn, arm, ontheemd en vervreemd. In onze eeuw is de overtuiging gegroeid dat ook deze mensen recht hebben op een redelijk bestaan. Daarnaast kreeg sociale gerechtigheid nieuwe inhoud: zowel in onze naaste omgeving als ook in de gemeenschap van volkeren. Nu de wereld zozeer is ontsloten, heeft het streven naar rechtvaardigheid in de internationale economische verhoudingen een klemmend karakter gekregen. Intussen vormt de voortdurende toename van materiële productie een ernstige bedreiging van de draagkracht van de aarde. Steeds meer dringt het besef door dat onze toekomst op het spel wordt gezet. Hieruit worden langzaamaan ook consequenties getrokken. Zo werd dit de eeuw van het milieubewustzijn. Nooit eerder was onze natuurlijke omgeving zozeer aangetast, maar tegelijk werd de verantwoordelijkheid van de mens voor de schepping – met al haar schepselen – nimmer zo serieus genomen. De aarde is ons erfgoed; de zorg daarvoor is de mensheid toevertrouwd. Mensen zoeken nu naar een nieuwe verhouding tot de natuur en zien in de verplichtingen tot zorgvuldig beheer hun grote opdracht – ook jegens toekomstige generaties….’
Veiligheid
Safety
‘Eerst vrijheid en sociale rechtvaardigheid, dan pas vrede’
‘Freedom and social justice first, and only then peace’
Hét centrale thema van de wereldpolitiek na 11 september 2001 is niet armoede, milieu of ontwikkeling, maar terrorisme en veiligheid. In de loop der jaren heeft koningin Beatrix de nodige woorden gewijd aan dit thema, waarbij zij impliciet of expliciet wel een verband legt tussen vrede en veiligheid enerzijds en armoede, ontwikkeling, mensenrechten en vrijheid aan de andere kant. In haar allereerste kersttoespraak in 1980 – de Koude Oorlog woedde nog volop - ging zij al impliciet in tegen kernwapens, een onderwerp dat de jaren daarna tot hevige controverses leidde in de Nederlandse politiek en in 1981 en 1983 met vele honderdduizenden betogers de grootste demonstraties ooit opleverde: ‘… Dikwijls zien wij ook niet de zin van wat gebeurt in onze wereld, die bedreigd wordt door toenemend geweld en onbegrensde vernietigingskracht. Wij staan machteloos bij het verscherpen van conflicten en het gebrek aan menselijke solidariteit. Wij zien het erger worden van armoede en honger. Het besef dat de meesten van ons zoveel meer bevoorrecht zijn dan het overgrote deel van de mensheid, stemt ons niet in dankbaarheid en schijnt evenmin te inspireren tot daadkracht. Soms lijkt het of wij ons zo laten verlammen door het grote gebeuren in de wereld…. Wij kunnen
The central theme of world politics after 11 September 2001 was not been poverty, the environment or development, but terrorism and safety. Over the years, Queen Beatrix has dwelled upon this theme many times, in the context of which she either implicitly or explicitly made a connection between peace and safety on the one hand and poverty, development, human rights and freedom on the other hand. In her very first Christmas speech in 1980 – the Cold War was still in its heyday – she already took a stance against nuclear weapons, a subject which in the years that followed led to strong controversies in Dutch politics and in 1981 and 1983, with many hundreds of thousands of demonstrators, produced the largest demonstrations ever: ‘… Often we do not understand the sense of what is happening in our world that is threatened by increasing violence and the unbridled power of destruction. We stand powerless in the escalation of conflicts and the lack of human solidarity. We are witness of the increase of poverty and hunger. The awareness that most of us are so much more privileged than the vast majority of mankind does not leave us grateful and neither does it appear to inspire us to taking action. Sometimes it seams as if we let ourselves become paralysed by 56
the great events in the world…. Whereas can also look for new openings and perspectives for more human happiness.’ Six years later, the Queen in her Christmas speech once again entered into the relationship between peace and freedom and social justice. Her speech contained elements which later return in the concept of human security and in the concept of human development, described above. The evolution philosopher Amartya Sen in his book Development as freedom describes development as the pursuit of and access to ‘human liberties’. This concerns not only political freedom, but also economic and social possibilities, transparency and safety. These ideas were undoubtedly picked up by Prince Claus in the North South Round Table of the SID, where they were frequently discussed. The Queen said in her Christmas speech: ‘… The year 1986 was proclaimed by the United Nations as Year of Peace. And yet, there has not been a day of genuine peace on earth. Our existence is constantly threatened by war, violence, oppression and hunger…. The enemy of peace is fear: fear for war, for violence, for destruction, for suppression, fear for everything that man can do to one another… Fear is not a commodity that can be traded against freedom. First comes freedom, and only then peace – not the other way round… Not combat, and not even war are the opposite of peace; peace stands opposed to lack of peace. Where people misuse, exploit and fight one another, there is no peace. If we seek peace, time and again we need to give shape to freedom and social justice.’
ook zoeken naar nieuwe openingen en perspectieven voor meer menselijk geluk.’ Zes jaar later gaat de koningin in haar kerstrede opnieuw in op de samenhang tussen vrede en vrijheid en sociale rechtvaardigheid. In haar toespraak zitten elementen die later terugkomen in het begrip ‘human security’ en in het, hiervoor al beschreven, concept ‘human development’. Ontwikkelingsdenker Amartya Sen omschrijft ontwikkeling in zijn boek Development as Freedom als het nastreven van en toegang krijgen tot ‘menselijke vrijheden’. Daarbij gaat het niet alleen om politieke vrijheden, maar ook om economische en sociale mogelijkheden, transparantie en veiligheid. Dergelijke noties werden door prins Claus ongetwijfeld opgepikt in de North South Round Table van de SID, waar zij frequent onderwerp van gesprek waren. De koningin zei in de kersttoespraak: ‘… Het jaar 1986 is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Jaar van de Vrede. Niettemin was er zelfs geen dag waarop werkelijk kon worden gesproken van vrede op aarde. Het bestaan wordt voortdurend bedreigd door oorlog, geweld onderdrukking en honger…. De vijand van vrede is angst: angst voor oorlog, voor geweld, voor vernietiging, voor onderdrukking, angst voor alles wat de ene mens de andere aan kan doen…. Vrede is niet te koop tegen de prijs van vrijheid. Eerst komt vrijheid, dan pas vrede – niet omgekeerd…. Niet strijd, en zelfs niet oorlog is het tegendeel van vrede; vrede staat tegenover onvrede. Waar mensen elkaar misbruiken, uitbuiten, buiten spel zetten, en bevechten, daar heerst geen vrede. Willen wij vrede, dan moeten we steeds opnieuw gestalte trachten te geven aan vrijheid en sociale rechtvaardigheid.’
The same link between worldwide injustice and the danger of violent reactions to this is also made in the Christmas speech of 2001, the year of the terrorist attacks on the World Trade Centre in
Hezelfde verband tussen wereldwijde onrechtvaardigheid en het 57
New York: ‘… In these days we are more than ever before faced with the chronic and deeply rooted inequality on our overcrowded planet. People have become frightened and insecure; from all sides life is threatened. Fanatical hatred and the destructive power of evil hit the Western world this year with a shock that affected our feelings of security and deeply encroached upon our alleged well-being…. The problems of this world are so fundamental that people sometimes become paralysed in their insecurity. To rise above our feelings of powerlessness, we need courage and wisdom. Vindictiveness is not the answer to expressions of hatred…. Those who wish to turn against evil need to face their own responsibility….’
gevaar van gewelddadige reacties daarop wordt ook gelegd in de kersttoespraak van 2001, het jaar van de terroristische aanslag op het World Trade Center in New York: ‘… In deze dagen beklemt ons meer dan ooit de chronische en diep gewortelde ongelijkheid op onze overvolle aarde. Mensen zijn bang en onzeker geworden; van alle kanten wordt het leven bedreigd. Fanate haat en de vernietigende kracht van het kwaad troffen de westerse wereld dit jaar met een schok die gevoelens van geborgenheid aantast en diep ingrijpt in vermeend welbehagen…. De problemen van deze wereld zijn zo ingrijpend dat mensen in hun onzekerheid soms verlamd raken. Om boven gevoelens van onmacht uit te stijgen is moed nodig en wijsheid. Tegenover daden van haat biedt wraakzucht geen oplossing…. Wie zich wil keren tegen het kwaad zal ook de eigen verantwoordelijkheid onder ogen moeten zien….’
In her Christmas speech of 2003 Beatrix again drew a clear link between (the combat of ) terrorism and the causes of it, worldwide poverty and inequality. In doing so, she referred to the four liberties that were quoted by the American president Franklin Roosevelt during the Second World War: ‘These liberties are the moral pillars of our civilisation. The first is freedom of speech and expression, the second freedom of religion and philosophy of life, the third freedom from want and the fourth is freedom from fear… For those who live in poverty the freedom from want is central. We cannot shirk our co-responsibility for their daily existence. The hopeless situation in large parts of the world may never be considered “normal”. Everyone is entitled to a dignified existence that rises above bare survival. Inequality and injustice continue to be unacceptable. More than half a century after the Four Freedoms were proclaimed, the first challenge for the international community is still to stand up for social justice…. Fear for unexpected and immoral terror undermines our safety
In haar kersttoespraak van 2003 legt Beatrix wederom een duidelijke relatie tussen (het bestrijden van) terrorisme en de oorzaken daarvan, wereldwijde armoede en ongelijkheid. Zij refereert aan de vier vrijheden, waar de Amerikaanse president Franklin Roosevelt tijdens de Tweede Wereldoorlog naar verwees: ‘Die vrijheden zijn de morele pijlers van onze beschaving. De eerste is vrijheid van meningsuiting, de tweede vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, de derde vrijwaring van nood en gebrek en de vierde het vrij zijn van angst en vrees….Voor wie in armoede leven staat de vrijwaring van nood en gebrek voorop. Aan medeverantwoordelijkheid voor hún dagelijks bestaan, kunnen wíj ons niet onttrekken. Uitzichtloze ellende in grote delen van de wereld mag nooit “gewoon” worden gevonden. Iedereen heeft recht op een menswaardig leven, uitstijgend boven het barre overleven. Ongelijkheid en onrecht blijven onaanvaardbaar. Meer dan een 58
Koningin Beatrix bezoekt Stichting Vluchteling in Den Haag ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de organisatie. De stichting die geld inzamelt voor hulp aan vluchtelingen buiten Nederland. De koningin is beschermvrouwe van de Stichting. 12 juni 2001. ANPfoto Robin Utrecht
across the globe. The globalisation of violence therefore requires a universal effort. Confidence may grow when both the immediate threats are combated and the causes of frustration and aggression are recognised and fought. This is not only a matter of enforcing the international legal order, but also of an actual fight against poverty and inequality. This way the different freedoms will remain closely related to one another, rooted in human dignity.’
halve eeuw nadat de Vier Vrijheden werden verkondigd, ligt de eerste uitdaging voor de internationale gemeenschap nog steeds in het opkomen voor sociale gerechtigheid…. Vrees voor onverwachte en gewetenloze terreur ondermijnt de veiligheid, waar ook ter wereld. De mondialisering van geweld vereist dan ook een universele inzet. Vertrouwen kan groeien wanneer zowel de directe bedreigingen worden tegengegaan als ook de oorzaken van frustratie en agressie worden onderkend en bestreden. Dit is niet alleen een kwestie van handhaving van de internationale rechtsorde maar ook van daadwerkelijke strijd tegen armoede en ongelijkheid. Zo blijven de verschillende vrijheden nauw met elkaar verbonden, gegrond in de menselijke waardigheid.’
60
Internationalism
Internationalisme
‘Egoistic nationalism is an impediment’
‘Egoïstisch nationalisme is een hinderpaal’
Prince Claus once said, in reply to the question how it felt to be a Dutchman: ‘I have several loyalties. I am a world citizen and a European citizen and a Dutchman.’ Queen Beatrix would not use the same order, but she, too, has strong internationalist convictions. She sees the correlations between international developments and what happens in our country. She is convinced that many problems can only be solved in an international context: European or worldwide. She is able to view Europe in this wider world context, as evidenced among other things by her speech during her state visit to India, in January 1986. In it, she presented Indian civilisation with its enormous scope, affluence and diversity, as an example for Europe. ‘This civilisation surprises us by its great tolerance, and by the way in which it has been able to process and integrate foreign influences without losing its identity…. These strong linguistic and cultural diversity, incidentally, does not stand in the way of unity and identity… In this regard this continent has a similarity with Europe, which, likewise, shows a great patchwork of national and linguistic expressions without this being at the expense of a communal identity. But India is also a political unity. Your country shows that unity can go hand in hand with respect for religious,
Prins Claus zei eens, in antwoord op de vraag hoe het voelt om Nederlander te zijn: ‘Ik heb verschillende loyaliteiten. Ik ben wereldburger en Europeaan en Nederlander.’ Koningin Beatrix zal het niet in die volgorde opnoemen, maar ook zij heeft sterke internationalistische overtuigingen. Zij ziet de samenhangen tussen internationale ontwikkelingen en binnenlandse gebeurtenissen. Zij is ervan overtuigd dat veel problemen slechts in een internationale context zijn op te lossen: Europees of wereldwijd. Zij kan Europa ook in die grotere wereldcontext zien, getuige onder meer haar toespraak tijdens het staatsbezoek aan India, in januari 1986. Daarin stelde zij de Indiase beschaving met zijn enorme omvang, rijkdom en verscheidenheid, aan Europa ten voorbeeld. ‘Die beschaving verrast ons door haar grote tolerantie, door het gemak waarmee zij vreemde invloeden heeft weten te verwerken en te integreren zonder haar eigen identiteit en herkenbaarheid te verliezen…. Deze sterke linguïstische en culturele verscheidenheid staat overigens eenheid en herkenbaarheid niet in de weg…. Hierin lijkt dit werelddeel op Europa, dat evenzo een grote geschakeerdheid aan nationale en linguïstische expressies vertoont, maar daarom niet minder een gemeenschappelijke identiteit bezit. Maar India vormt ook een politieke eenheid. Uw 61
Bezoek Beatrix aan Udaipur India, 5 maart 1986
linguistic and cultural diversity.’
land laat zien, dat eenheid goed kan samengaan met respect voor de godsdienstige, taalkundige en culturele verscheidenheid.’
If the Queen had been forced to give her opinion on the European Constitution, she would undoubtedly have been in favour of it. Already in 1982 the Queen said, in her speech during the state visit to Germany: ‘Egoistic nationalism is an obstacle in the way towards a united Europe and should therefore be banned. All this does not mean that we should not rejoice in our own values and attainments, but we should abstain from proclaiming these as absolute standards…. From our own backgrounds we can contribute to a new European cultural pattern that fits in with our rich history of our own continent, in which the individuality of each country and population has a place besides the necessity of creating unity.’ In 1984 in a speech to the European Parliament in Strasbourg, she said: ‘The best defence of self-interest is the defence of the common interest.’ And she stated something that is now more topical than ever: ‘It is about building a powerful community, in which citizens feel a sense of commitment: not a Europe of paragraphs, but a Europe of people.’ At that time already, the Queen questioned the right of veto: ‘The now prevailing requirement of unanimity in taking all decisions is at odds with democratic principles and this also means that in the Community we adhere to a principle that we would never accept in our own countries.’ She pleaded in favour of more political involvement with Europe: ‘In the national debate and decision-making Europe is to take up a major position. This applies to the same extent to the political parties: European party formation starts in one’s own country.’ When she received the Karlspreis in Aachen in 1996, Beatrix raised questions that now, more than ever, can be raised again: ‘How can
Als de koningin gedwongen was geweest zich uit te spreken over de Europese Grondwet zou zij ongetwijfeld vóór zijn geweest. Al in 1982 zei de koningin, in een rede tijdens het staatsbezoek aan Duitsland: ‘Egoïstisch nationalisme is een hinderpaal op de weg naar een verenigd Europa en dient daarom te worden uitgebannen. Dit alles betekent geenszins dat wij ons niet mogen verheugen in eigen waarden en verworvenheden, maar wij moeten die niet tot absolute norm verheffen…. Vanuit onze eigen achtergronden kunnen wij bijdragen tot een nieuw Europees cultuurpatroon, dat aansluit bij de rijke geschiedenis van ons werelddeel, waarin het herkenbaar eigene van elk land en volk een plaats heeft naast de noodzaak tot het vormen van eenheid.’ In 1984 zei ze in een toespraak tot het Europees Parlement in Straatsburg: ‘De beste verdediging van het eigenbelang is de verdediging van het gemeenschappelijk belang.’ En zij stelde wat nu actueler dan ooit is: ‘Het gaat erom een krachtige gemeenschap op te bouwen, waarbij de burgers zich betrokken voelen: geen Europa van paragrafen, maar een Europa van mensen.’ Toen al zette de koningin vraagtekens bij het vetorecht: ‘De nu geldende eis van eenstemmigheid bij het nemen van alle beslissingen staat op gespannen voet met de democratische beginselen en betekent bovendien dat wij in de Gemeenschap vasthouden aan een principe dat wij in onze eigen landen nooit zouden aanvaarden.’ Zij pleitte voor veel meer politieke betrokkenheid bij Europa: ‘In de nationale discussie en besluitvorming hoort Europa een belangrijke plaats in te nemen. In dezelfde mate geldt dit voor politieke partijen: Europese partijvorming begint in eigen 63
we prevent the Europe of the Union degenerating into a simple meeting of national states, a reperformance of the powerless European concert of the nineteenth century? How can we ensure that our countries do not revert to their national own interests that are only aimed at short-term benefits for the own country and population?.... How can we prevent egoism becoming a steering force in Europe?’ The European Union, the Queen said, is a unique construction: ‘… A unity not based on power, but on justice.’ It is these very arrangements, these rules, this European legal order that prevent ‘that the diktat of power may again rule over Europe’.
land.’ Bij de ontvangst van de Karelsprijs in het Duitse Aken in 1996 riep Beatrix vragen op die nu – meer dan ooit – opnieuw gesteld kunnen geworden: ‘Hoe kunnen wij verhinderen dat het Europa van de Unie verwordt tot een simpele vergadering van nationale staten, een wederopvoering van het machteloze Europese concert van de negentiende eeuw? Hoe kunnen wij zorgen dat onze landen niet terugvallen in nationaal eigenbelang dat zich slechts richt op het behalen van korte-termijnvoordelen voor eigen land en volk?.... Hoe kunnen wij tegengaan dat egoïsme een sturende kracht wordt in Europa?’ De Europese Unie, zo stelde de koningin, is een unieke constructie: ‘… Een eenheid die niet gebaseerd is op macht, maar op recht.’ Juist die afspraken, die regels, die Europese rechtsorde voorkomen ‘dat het dictaat van de macht opnieuw kan heersen over Europa’.
To Beatrix, Europe is not only a project that takes place inside the European boundaries. Europe has a role, a task in the world, as she already asserted in Toulouse in 1961. In a speech to the European Parliament in Strasbourg on 26 October 2004, she again elaborated on the ‘European ideal’ that she already talked about in 1961: ‘When I reread these words now, I recognise the enthusiasm that had us in its grip at the time.’ Europe, according to the Queen, has something to propagate, an organisational model dominated by law and social justice instead of the pursuit of power and material interests. Beatrix was referring to the Constitutional Treaty that was to be signed in Rome three days later. ‘The preamble contained the solemn declaration that Europe would continue to devote itself to peace, justice and solidarity in the world. That is a far-reaching ambition. It underlines that this organised Europe feels united with the ideal of a likewise organised world. We respect and support the United Nations as a global structure that propagates the same principles in the world. For any progress and development, peace is a
Europa is voor Beatrix niet alleen een project dat zich binnen de Europese grenzen afspeelt. Europa heeft een rol, een taak in de wereld, zoals ze al in 1961 in Toulouse stelde. In een toespraak voor het Europees Parlement in Straatsburg op 26 oktober 2004 gaat zij weer in op het ‘Europese ideaal’ waar zij al in 1961 over sprak: ‘Als ik die woorden nu herlees, herken ik de bevlogenheid die ons toen in haar greep had.’ Europa heeft volgens de koningin iets uit te dragen, een organisatiemodel waarin recht en sociale rechtvaardigheid de boventoon voeren, in plaats van het streven naar macht en materieel belang. Beatrix refereerde aan het Constitutionele Verdrag dat drie dagen later in Rome ondertekend zou worden. ‘De preambule houdt de plechtige verklaring in dat Europa zich wil blijven beijveren voor 64
prerequisite. Peace is vulnerable and requires intensive care. The countries of the European Union that have been able to maintain peace inside their borders, now support peace missions in other parts of the world – and to do so send their soldiers. With the Constitutional Treaty, our countries also clearly indicate that they assume their responsibility towards the rest of the world and will relentlessly continue to fight against poverty, inequality and injustice….’
vrede, rechtvaardigheid en solidariteit in de wereld. Dat is een vérstrekkende ambitie. Daarmee wordt aangegeven dat dit georganiseerde Europa zich verbonden voelt met het ideaal van een eveneens georganiseerde wereld. Wij respecteren en steunen de Verenigde Naties als mondiale structuur die dezelfde beginselen in de wereld uitdraagt. Voor alle vooruitgang en ontwikkeling is vrede de eerste voorwaarde. Vrede is kwetsbaar en vereist intensieve zorg. De landen van de Europese Unie, die de vrede binnen hun grenzen hebben weten te bewaren, steunen nu vredesoperaties in andere delen van de wereld – en zenden daartoe hun soldaten uit. Met het Constitutionele Verdrag geven onze landen ook duidelijk aan dat zij hun verantwoordelijkheid nemen tegenover de rest van de wereld en onverminderd strijd zullen blijven voeren tegen armoede, ongelijkheid en onrecht….’
65
Internationale rechtsorde
International legal order
‘Soevereiniteit niet meer onaantastbaar’
‘Sovereignty is no longer inviolable’
De expliciete steun, in haar toespraak voor het Europees parlement in 2004, voor de Verenigde Naties in relatie tot militaire vredesoperaties lijkt een nauwelijks verholen kritiek op het unilaterale optreden van de Verenigde Staten in Irak. Het is een pleidooi voor een internationale rechtsorde, waarin mensenrechten en vrijheid prevaleren. Dat thema had zij al een aantal malen eerder aangeroerd. In haar toespraak tijdens het staatsbezoek aan Canada in mei 1988 vatte de koningin impliciet samen wat voor Nederland de essentie van het buitenlandse beleid zou moeten zijn, door Canada en Nederland op één lijn te plaatsen. Beatrix pleitte voor een vorm van internationaal bestuur die verder gaat dan de huidige, op nationaal eigenbelang gebaseerde en langs nationale staten georganiseerde wereldordening. Zij benadrukte de overeenkomsten tussen Canada en Nederland, allebei landen waar ‘men zich bij uitstek bewust is van de lotsverbondenheid met de andere bewoners van de aarde. In toenemende mate strekken nationale beslissingen hun invloed uit tot ver buiten de grenzen. Steeds meer staan ook regeringen voor taken die zij niet meer alleen kunnen vervullen’. Beatrix kende het beginsel ‘responsible government’, in het begin van de negentiende eeuw de basis van de Canadese
The explicit support, in her speech to the European Parliament in 2004, for the United Nations in relation to military peace operations appears to be hardly concealed criticism of the unilateral action of the United States in Iraq. It is a plea for an international legal order in which human rights and freedoms prevail. It was not the first time that she touched on this theme. In her speech during a state visit to Canada in May 1988, by putting the Netherlands on a par with Canada the Queen implicitly summarised what the essence of the foreign policy would have to be. Beatrix argued in favour of a form of international government that goes beyond the present world order that is based on national self-interest and organised through national states. She emphasised the similarities between Canada and the Netherlands, both countries that ‘are very aware of the solidarity between the other inhabitants of the earth. Increasingly, national decisions have an influence far beyond a country’s own borders. More and more governments are faced with tasks that they are unable to fill on their own’. Beatrix attached ‘another considerably more farreaching meaning’ to the principle of responsible government, which in the beginning of the nineteenth century formed the basis for the Canadian type of government: ‘Our actions have 66
since become more international. Our present is more closely linked to the future. Besides a country’s own citizens, towards whom governments have an obvious responsibility, they feel an increased responsibility towards those with whom they share the world and the generations after us…. Responsibility for the fate of the world as a whole is also apparent from the active involvement of the two countries in the work of the United Nations. Canada has never been appealed to in vain for peace keeping operations … For both countries one of the main objects is to promote the international legal order in the world. Here we touch on the very essence of our responsibility for today’s world relations – a world full of problems just one of which I would like to mention briefly: the deprivation of what we call the third world, this vast area where fair relations are hard to find, not to mention an international legal order. Responsible government also implies an obligation not to resign ourselves to this deprivation.’ Neither did Canada and the Netherlands do this, according to the Queen, and they dedicated themselves both to ‘directly combating poverty and long-term aid: the aid to help themselves… Responsible government in the field of development cooperation should however not continue to be emergency aid or charity. Also a transfer of capital and knowledge is insufficient. From an economic – and psychological – perspective the opening up of our markets is certainly no less important…. It is therefore worrying that some countries in the developed world are again considering protectionist measures…. By giving in to a tendency to protect ourselves we bring about all kinds of damage: we impede economic growth whilst increasing the world’s injustice.’ In Beatrix’ Christmas speech of 1999 she declared herself in favour of an international legal order – in which national sovereignty is
regeringsvorm, nu ‘een andere, aanzienlijk verder strekkende betekenis’ toe: ‘Ons handelen is sindsdien internationaler geworden, ons heden meer verbonden met de toekomst. Naast eigen burgers, tegenover wie regeringen al zo vanzelfsprekend verantwoording verschuldigd zijn, zijn zij zich daarom ook steeds meer verantwoordelijk gaan voelen jegens degenen met wie zij deze wereld delen en de generaties die na ons komen…. Verantwoordelijkheidsgevoel voor het lot van de wereld als geheel blijkt ook uit de actieve deelneming van beide landen aan het werk van de Verenigde Naties. Bij “peace-keeping operations” werd op Canada nooit tevergeefs een beroep gedaan… Voor beide landen is een van de voornaamste doelstellingen de bevordering van de internationale rechtsorde in de wereld. Hier raken wij de kern van onze verantwoordelijkheid voor de verhoudingen in de wereld van vandaag – een wereld vol problemen, waarvan ik er slechts een wil aanroeren: de achterstand van wat wij de derde wereld noemen, dat omvangrijke gebied waar rechtvaardige verhoudingen het meest te wensen overlaten en waar van een internationale rechtsorde het minst sprake is. “Responsible government” houdt ook de plicht in niet in deze achterstand te berusten.’ Dat deden Canada en Nederland ook niet, aldus de koningin, en zij spanden zich in voor zowel ‘directe armoedebestrijding als de hulpverlening op lange termijn: de hulp om zichzelf te helpen…. “Responsible government” op het gebied van ontwikkelingssamenwerking zal echter geen noodhulp of liefdadigheid mogen blijven. Ook overdrachten van kapitaal en kennis zijn niet voldoende. Economisch – en psychologisch – is de openstelling van onze markten van zeker niet minder belang…. Het is dan ook verontrustend dat sommige landen in de ontwikkelde wereld opnieuw protectionistische maatregelen overwegen…. 67
no longer an absolute given – that is to bring about worldwide social and economic justice and protection of the environment: ‘We do now acknowledge that we may not stand by and do nothing when cruelties and atrocities are committed. In this century of wars the awareness has grown that exercising power – both between states and within states – is to be assessed against the international legal order. Whereas in the past national sovereignty was an inviolable concept, today internationally accepted standards are increasingly gaining weight. Whoever commits a crime against humanity knows that the community wishes to see this crime punished.’
Door toe te geven aan de neiging tot zelfbescherming richten wij meervoudige schade aan: wij belemmeren de economische groei en vergroten de onrechtvaardigheid in de wereld’. In Beatrix’ kerstrede van 1999 sprak zij zich uit voor een internationale rechtsorde – waarin nationale soevereiniteit geen absoluut gegeven meer is – die moet zorgen voor wereldwijde sociale en economische rechtvaardigheid en bescherming van het milieu: ‘Wel wordt nu erkend dat bij wreedheid en gruweldaden niet werkeloos mag worden toegekeken. In deze eeuw van oorlogen is ook het bewustzijn gegroeid dat machtsuitoefening – zowel tussen staten als binnen landen – moet worden getoetst aan de internationale rechtsorde. Was aanvankelijk nationale soevereiniteit een onaantastbaar begrip, nu winnen internationaal aanvaarde normen meer en meer aan gewicht. Wie misdrijven tegen de menselijkheid begaat, weet dat de gemeenschap zulke daden bestraft wil zien.’
68
Epilogue
Epiloog
The influence of a head of state
De invloed van een staatshoofd
The question remains what influence a Queen can have on the changes in the world. By connecting the international legal order to the ‘responsibility’ to create fairer and more equal relations at a global level, Queen Beatrix does not only speak as a head of state – the Netherlands is almost the only country that has the protection of the international legal order anchored in its constitution – but she also attempts to bring the discussion a step further. ‘The Queen can be seen as the patroness of a special mission of the Kingdom of the Netherlands,’ says Nico Schrijver, professor of international law. ‘In the field of the international legal order the Netherlands has a name in the world. Partly at Queen Wilhelmina’s instigation, two large Peace conferences were held in 1899 and 1907. And it is of course host to the International Court of Justice and many other courts and tribunals. The head of state is expected to act in a certain way in this context. The Queen does this very well.’ The pleas for a strong international legal order and a reinforcement of the multilateral institutions indicate that Beatrix goes further that traditional international law. ‘She starts from the idea that international law is to develop progressively, when she is pleading in favour of including the environment, human rights
Rest de vraag naar de invloed die een koningin op veranderingen in de wereld kan hebben. Door de internationale rechtsorde te verbinden aan de ‘verantwoordelijkheid’ om op mondiaal niveau tot rechtvaardiger en gelijkwaardigere verhoudingen te komen, kwijt koningin Beatrix zich niet alleen van haar taak als staatshoofd – Nederland heeft als vrijwel enige land de bescherming van de internationale rechtsorde in de grondwet staan – maar probeert zij de discussie daarover ook een stap verder te brengen. ‘Je kunt de koningin zien als de beschermvrouwe van een bijzondere missie van de Staat der Nederlanden,’ zegt hoogleraar internationaal recht Nico Schrijver. ‘Nederland heeft op het terrein van de internationale rechtsorde een naam in de wereld. In Den Haag werden, mede door toedoen van koningin Wilhelmina, in 1899 en 1907 twee grote Vredesconferenties gehouden. En het is natuurlijk gastheer van het Internationaal Gerechtshof en tal van andere hoven en tribunalen. Daar past een bepaald optreden van het staatshoofd bij. Dat doet de koningin goed.’ De pleidooien voor een sterke internationale rechtsorde en versterking van de multilaterale instituties wijzen erop dat Beatrix verder gaat dan het traditionele volkenrecht. ‘Zij gaat ervan uit dat het internationaal recht zich progressief moet ontwikkelen, als zij 69
and development in it’. According to Schrijver, this is the Queen’s own contribution. ‘It is no automatism or obligation that a Dutch head of state is to fulfil anyway’. Because she has such a prominent position the Queen can certainly have some influence on the international legal process, Schrijver believes. ‘Like Kofi Annan, she is able to summarise things very expertly. Both the Queen and Annan discuss the – no longer very absolute – sovereignty of countries or the responsibility to protect, which allow for interference if governments oppress their own people. The fact that such people continue to broach such subjects, makes that they do not disappear under the table, as many countries would like to see’.
pleit voor het opnemen van milieu, mensenrechten en ontwikkeling daarin.’ Volgens Schrijver is dat de eigen inbreng van de koningin. ‘Het is geen automatisme of een verplichting die een Nederlands staatshoofd nu eenmaal moet nakomen.’ Omdat zij zo’n vooruitgeschoven positie heeft, kan de koningin wel degelijk van invloed zijn op het internationaal rechtsproces, denkt Schrijver. ‘Zij kan dingen op een heel fijne manier samenvatten, net zoals Kofi Annan dat bijvoorbeeld doet. Zowel de koningin als Annan bespreekt de – niet meer zo absolute - soevereiniteit van landen of de “responsibility to protect”, die het mogelijk maakt in te grijpen als overheden hun eigen mensen onderdrukken. Dat dergelijke personen zulke thema’s blijven aansnijden, zorgt ervoor dat ze niet onder de tafel verdwijnen, zoals veel landen zouden willen.’
The Queen not only encourages an international debate, she also has an influence on the social and political debate in the Netherlands. Not primarily on the opinion makers, who often are rather sceptical of the royal family, but the wider public listens with great interest to what the royal family has to say. A survey conducted by bureau Motivaction on the instruction of NCDO showed that the Dutch considered Prince Willem-Alexander (in the autumn of 2004) the most credible on the subject of providing information on developing countries. He scored 77%, followed by Marco Borsato (68%) and Ruud Lubbers (66%). To compare: minister van Ardenne scored 16% (51% had not heard of her). The highest score for ‘not credible’ was for Prime Minister Balkenende: 57% did not believe what he said about development.
Niet alleen het internationale debat wordt door de koningin gestimuleerd, ook op het maatschappelijke en politieke debat in Nederland heeft het staatshoofd invloed. Niet in eerste instantie bij de opinieleiders, die meestal nogal sceptisch tegenover het koningshuis staan. Maar bij het brede publiek wordt goed geluisterd naar de koninklijke familie. Een in opdracht van de NCDO uitgevoerd onderzoek van bureau Motivaction wijst uit dat Nederlanders prins Willem-Alexander (in het najaar van 2004) het meest geloofwaardig vonden als het ging om informatie over ontwikkelingslanden. Hij scoorde 77%, gevolgd door Marco Borsato (68%) en Ruud Lubbers (66%). Ter vergelijking: minister Van Ardenne scoort 16% (en 51% kent haar niet). En de hoogste score voor ‘niet geloofwaardig’ kreeg premier Balkenende: 57% geloofde niet wat hij over ontwikkeling te berde bracht.
Beatrix’ international influence can also be concluded from the huge global network that she has. This is not confined, as it is with some other dynasties, to the global jet set, but has a much wider scope and is aimed more at intellectual, progressive thinkers. 70
Beatrix has writers, artists and political leaders among her circle of friends. Nelson Mandela is such a friend. UN secretary-general Kofi Annan is, too, as is the former president of the World Bank, James Wolfensohn. Kofi Annan visited the Netherlands regularly – when his stepdaughter who has meanwhile moved to Switzerland was still living there – and when he did, he always stayed with the royal family at palace Huis ten Bosch. The same applied to Wolfensohn and his wife Elaine, who would stay with the royal family in Tuscany, and invited Beatrix and Claus back to Wyoming in the United States13. The Wolfensohns went on holiday with Beatrix and her sons in the Galapagos islands and Kenya. Together, they flew in his airplane to South-Africa in July 2003, to celebrate Nelson Mandela’s 85th birthday, on which occasion also Bill and Hillary Clinton were present. Wolfensohn says about his friendship with ‘Claus and Trix’: ‘We have not become friends on the basis of our positions, but because of our personal ideas and great interest in each other’s views. Because of shared values, irrespective of our different historical and ethnical origins. Like Beatrix, Clause has a particular interest in development and Africa, and they both have passed this on to their boys, and now Alexander as well as Friso and Constantijn have a special place in their hearts for Africa, and they all view the world from an egalitarian position.’ Wolfensohn says that their friendship really deepened when he was invited by Beatrix to spend a special weekend on the estate Het Oude Loo in Apeldoorn. In the mid-1990s, the German President Richard von Weizsäcker, the German-British social
Beatrix’ internationale invloed is ook af te lezen aan het enorme mondiale netwerk waarover zij beschikt. Dat beperkt zich niet, zoals bij sommige andere vorstenhuizen, tot de mondiale jetset, maar is veel breder en meer gericht op intellectuele en vooruitstrevende personen. Schrijvers, kunstenaars en politieke leiders behoren tot de vriendenkring van Beatrix. Nelson Mandela is zo’n vriend. VN-secretaris-generaal Kofi Annan ook. Net als voormalig Wereldbankpresident James Wolfensohn. Kofi Annan bezocht Nederland regelmatig – toen zijn inmiddels naar Zwitserland verhuisde stiefdochter er nog woonde - en dan logeerde hij altijd in het koninklijk paleis Huis ten Bosch. Dat geldt ook voor Wolfensohn en zijn vrouw Elaine, die bij de Oranjes in Toscane logeerden, en hen omgekeerd op hun buitenhuis in het Amerikaanse Wyoming ontvingen13. De Wolfensohns gingen met Beatrix en haar zoons op vakantie naar de Galapagoseilanden en Kenia. Samen vlogen ze in juli 2003 in zijn vliegtuig naar ZuidAfrika, voor de 85ste verjaardag van Nelson Mandela, waar ook Bill en Hillary Clinton en andere beroemdheden aanwezig waren. Wolfensohn vertelt over zijn vriendschap met ‘Claus en Trix’: ‘Wij zijn geen vrienden geworden op basis van onze posities, maar vanwege onze persoonlijke ideeën en grote interesse in elkaars standpunten. Vanwege gedeelde waarden, ongeacht onze verschillende historische en etnische afkomst. Beatrix heeft net als Claus een bijzondere gevoeligheid voor ontwikkeling en voor Afrika, en zij hebben dat ook overgebracht op de jongens, zodat zowel Alexander, Friso als Constantijn nu een speciale plek heeft voor Afrika, en ze allemaal vanuit een egalitair standpunt naar de
13 The information about Wolfensohn is from an interview that I had with him in preparation of the book on Prince Claus.
13 De informatie over Wolfensohn is afkomstig van een interview dat ik met hem had in de voorbereiding van het boek over prins Claus. 71
Nelson Mandela nam emotioneel afscheid van Koningin Beatrix op vliegveld Valkenburg. 12 maart 1999.
scientist Ralf Dahrendorf, the Israeli diplomat Avi Primor and Enrique Iglesias, president of the Inter-American Development Bank, among others, would gather here. Wolfensohn recalls a special weekend: ‘It was in fact my first Dutch royal experience, although I knew Beatrix and Claus from earlier Bilderberg meetings. No great pomp and circumstance, no ceremonies, but an elegant atmosphere and beautiful surroundings. The weekend had an intellectual purpose. It was about an exchange of ideas. I remember that I talked about development in particular.’
wereld kijken.’ Wolfensohn vertelt dat hun vriendschap echt diepgang kreeg toen hij door Beatrix werd uitgenodigd op een speciaal weekend op landgoed Het Oude Loo bij Apeldoorn. Daar kwamen midden jaren negentig onder andere de Duitse president Richard von Weizsäcker, de Duits-Britse sociale wetenschapper Ralf Dahrendorf, de Israëlische diplomaat Avi Primor en Enrique Iglesias, president van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank samen. Wolfensohn herinnert zich een bijzonder weekend: ‘Het was eigenlijk mijn eerste Nederlandse koninklijke ervaring, al kende ik Beatrix en Claus al van eerdere Bilderbergbijeenkomsten. Pracht en praal en ceremoniële zaken ontbraken, maar het geheel vond plaats in een elegante sfeer en een schitterende omgeving. Het weekend had een intellectueel doel. Het ging om de uitwisseling van ideeën. Ik herinner me dat ik vooral over ontwikkeling gesproken heb.’
The Bilderberg conference is perhaps the main vehicle for the international interests and concerns of Queen Beatrix. Already since 1954 (when Prince Bernhard took the initiative for a first meeting) these conferences have been organised every year under Dutch secretariat. These are three-day meetings of the worldwide economic and political elite; they are a little mysterious because the informal character is guarded so strongly that only few know what is actually discussed. According to Kofi Annan14 these are very important network events, although he himself has never been able to attend: ‘I was invited, but was unable to go. Many of my friends are a sort of regulars. They go every year, and often I talk to them before they go, or afterwards. It is a good thing if you bring people from different countries and disciplines together to talk about topical themes. We need more dialogue. Bilderberg has an excellent reputation. Therefore they manage to bring people from senior ranks together to talk about peace and safety.’ According to Wolfensohn, the Bilderberg conferences are used by Queen Beatrix – and in the past by Prince Clause, too – to network
De Bilderberg-conferentie is misschien wel het belangrijkste vehikel voor de internationale interesses en bemoeienissen van koningin Beatrix. Al sinds 1954 (toen prins Bernhard het initiatief nam tot een eerste bijeenkomst) worden deze conferenties jaarlijks onder Nederlands secretariaat georganiseerd. Het zijn driedaagse bijeenkomsten van de wereldwijde economische en politieke elite, enigszins schimmig doordat het informele karakter zo sterk bewaakt wordt dat slechts weinigen weten wat er besproken wordt. Volgens Kofi Annan14 zijn het zeer belangrijke netwerkevenementen, al kon hij er zelf nooit bij zijn: ‘Ik ben wel uitgenodigd, maar kon niet gaan. Veel van mijn vrienden zijn een soort vaste
14 In an interview that I had with him in early 2004.
14 In een interview dat ik met hem had, begin 2004. 73
gasten. Zij gaan elk jaar, en vaak spreek ik ze voordat ze gaan of daarna. Het is goed als je mensen uit verschillende landen en uit verschillende disciplines samen brengt om te praten over actuele thema’s. We hebben meer dialoog nodig. Bilderberg heeft een goede reputatie. Daardoor lukt het deelnemers van hoog niveau bijeen te brengen om te praten over vrede en veiligheid.’ Volgens Wolfensohn worden de Bilderbergconferenties door koningin Beatrix – en in het verleden ook door prins Claus – gebruikt om voor bepaalde thema’s te netwerken. Bij Claus ging het om Afrika of ontwikkelingsonderwerpen. ‘Naar mijn idee was hij vooral geïnteresseerd in Bilderberg, waar geen gewone groep mensen bijeen komt, omdat hij daar mensen aan ontwikkelingsthema’s kon helpen herinneren. Dat deed hij altijd. Je zit daar elke dag, drie dagen lang, met de lunch en het diner aan verschillende tafels - Beatrix en hij zaten ieder aan een eigen tafel - in steeds wisselend gezelschap. Dat zijn dan mensen als Henry Kissinger, de Duitse bondskanselier of het hoofd van de Deutsche Bank. En hoge regeringsfunctionarissen. Het is de elite die daar bijeen komt.’ Wolfensohn gaat ervan uit dat prins Claus zich goed voorbereidde en wist met wie hij aan tafel kwam te zitten. ‘Het is deel van het koninklijke spel om je te verdiepen in de mensen die je spreekt. Ik weet dat koningin Beatrix dat soms doet.’
for specific themes. For Claus, this was Africa, or development issues. ‘I think he was mainly interested in Bilderberg, not a place where ordinary people meet, because he could remind people of the development themes. He always did that. You are sitting there every day, for three days, having lunch and dinner at different tables - Beatrix and Claus each had their own table – in an every changing company. People like Henry Kissinger, for example, and the German chancellor or the head of the Deutsche Bank. And senior government officials. It is the elite that meets there.’ Wolfensohn believes that Prince Claus prepared himself well and knew who his table companions were. ‘It is part of the royal game to gather information about the people you talk to. I know that Queen Beatrix does this sometimes.’
Rechtstreekse invloed op het kabinetsbeleid heeft de koningin formeel niet. Haar rol als staatshoofd in juridische zin wordt verwoord door minister van Justitie Piet-Hein Donner15: ‘De positie van het staatshoofd is eenvoudig. Hare majesteit is op politiek terrein geen eigen persoon naar buiten toe. De minister-president
Formally the Queen does not have any direct influence on government policy. Her role as head of state in a legal sense is phrased by minister of Justice Piet-Hein Donner15: ‘The position of the head of state is simple. Politically, her majesty is not her own person to the outside world. The prime minister is always responsible. He must always be able to account for what the Queen says, as if it were his own opinion.’ Minister Donner explains that the queen is a member of the government and chairwoman of the Council of State, the government’s main advisory body. ‘Her position is therefore very broad. She embodies the unity of the state. But her power is more limited. She hardly ever attends the Council of State’. This is not to say that the Queen has no influence, although Donner is reluctant to say anything about this. ‘The Queen can
15 In een interview dat ik met hem had, september 2005.
15 In an interview that I had with him, September 2005. 74
draw attention to certain issues. She can indicate that this or that could be done in a certain way. Every week she talks with the prime minister and also regularly with the other ministers. Everything that is discussed in this context is to be kept private. No minister is allowed to say anything about it. Her preferences or disapproval are not to become known to the outside world and this does not happen, either. Because there will always be a part of the population that has an opposite view, and these people, too, need to continue to identify themselves with the head of state. Eventually it depends on the personality of the Queen how she acts within the margins she has. And how she fills the space she is given for her personal interests. It also depends on the prime minister: how strict is he in what you read between the lines and how do you interpret that. In the course of year, we have seen some variation in this. It also differs per case. A speech in the European Parliament is scrutinised more closely than her Christmas speeches’.
is altijd verantwoordelijk. Hij moet altijd kunnen verantwoorden wat de koningin zegt, als ware het zijn eigen mening.’ Minister Donner legt uit dat de koningin lid is van de regering en voorzitter van de Raad van State, het belangrijkste adviesorgaan van de regering. ‘Haar positie is dus heel breed. Zij belichaamt de eenheid van de staat. Maar haar macht is geringer. In de Raad van State is zij bijna nooit aanwezig.’ Dat wil niet zeggen dat de koningin geen invloed heeft, al wil Donner daar niets over zeggen. ‘De koningin kan aandacht vragen voor zaken. Ze kan aangeven dat misschien dit of dat zo gedaan zou kunnen worden. Ze spreekt iedere week met de ministerpresident en ook regelmatig met de andere ministers. Alles wat daar gezegd wordt, moet binnenskamers blijven. Geen enkele minister mag daar iets over zeggen. Dat moet je ook niet willen. Haar prioriteiten of afkeur mogen niet naar buiten blijken, en dat gebeurt ook niet. Want er zal altijd een deel van de bevolking een tegengestelde mening hebben, en ook dat deel moet zich kunnen blijven herkennen in het staatshoofd. Het hangt uiteindelijk van de persoonlijkheid van de koningin af hoe zij omgaat met de marges die haar geboden worden. En hoe zij de ruimte invult die zij krijgt voor persoonlijke belangstellingen. Het hangt ook van de minister-president af: hoe krampachtig gaat hij om met wat je tussen de regels leest en hoe je dat interpreteert. In de loop der decennia was daar wel enige variatie in. Het verschilt ook per geval. Naar een toespraak in het Europees Parlement wordt nauwer gekeken dan naar de kersttoespraak.’
Therefore in this booklet her Christmas speeches have been analysed in great depth. Because Queen Beatrix as head of state has to perform a balancing act, and with her phrasing needs to remain on good terms with everyone, her own ideas can only be distilled through careful interpretation and reading between the lines. Apart from the content of her message one conclusion urges itself upon us when going chronologically through her Christmas speeches: this Queen more than it would seem at first glance looks outside the own borders. For a national head of state speaking to her subjects, a notable number of passages are dedicated to international events. She frequently enters into topical issues that provoke discussion, such as globalisation, the environ-
Daarom zijn in dit boekje haar kersttoespraken grondig geanalyseerd. Omdat bij koningin Beatrix de staatshoofdelijke evenwichtskunst het zwaarst weegt en haar formuleringen iedereen te 75
Koningin Beatrix houdt dinsdag een toespraak in het Europees Parlement in Straatsburg. Het bezoek van de koningin aan het Europees Parlement vindt plaats in het kader van het Nederlands EU-voorzitterschap. 26 oktober 2004. ANP foto/Benelux Press Vincent Jannink
ment, war, terrorism, and poverty. Moreover, there is almost always a connection with the topical situation in the world, be it cruise missiles, the fall of the Wall, the war in former Yugoslavia or 11 September 2001. Finally, there is almost always a plea for international reforms and a fairer, freer and more sustainable world.
vriend moeten houden, kunnen haar ideeën slechts door zorgvuldig interpreteren en tussen de regels lezen worden gedestilleerd. Los van de inhoud van haar boodschap, dringt één conclusie zich duidelijk op bij het chronologisch nalezen van de kersttoespraken: deze koningin wendt meer dan het lijkt de blik naar buiten. Voor een nationaal staatshoofd dat tot haar nationale onderdanen spreekt, zijn er opvallend veel passages gewijd aan internationale gebeurtenissen. Ze gaat vaak in op actuele onderwerpen die discussie uitlokken, zoals globlisering, milieu, oorlog, terrorisme en armoede. Er is bovendien vrijwel altijd een koppeling met de actuele toestand in de wereld, van de kruisraketten, via de val van de Muur en de oorlog in voormalig Joegoslavië tot 11 september 2001. Tot slot zit er vrijwel altijd een pleidooi in voor internationale hervormingen en een rechtvaardigere, vrijere en duurzamere wereld.
77
Nawoord
Afterword
Deze uitgave staat in het teken van het zilveren jubileum van koningin Beatrix 2005 en de viering van vijf jaar Earth Charter.
This edition is to mark the silver anniversary of Queen Beatrix 2005 and the celebration of five years of Earth Charter.
Daarbij gaat de aandacht uit naar de overeenkomsten tussen de wijze waarop koningin Beatrix in de afgelopen 25 jaar inhoud heeft gegeven aan de functie van staatshoofd - daarbij tot zijn overlijden in 2002 actief bijgestaan door Prins Claus - en het Earth Charter; verbindend en motiverend op weg naar een duurzame en vreedzame wereld.
The focus lies in the similarities between the way in which in the past 25 years Queen Beatrix has given shape to her function as head of state – hereby assisted until his death in 2002 by Prince Claus – and the Earth Charter; always looking for connections in promoting a sustainable and peaceful world. NCDO publishes this booklet on the occasion of the international event ‘Earth Charter+ 5’. NCDO is the national ‘focal point’ for the Earth Charter Initiative in the Netherlands.
NCDO brengt deze publicatie uit ter gelegenheid van het internationale evenement ‘Earth Charter+ 5’. NCDO is nationaal ‘focal point’ voor het Earth Charter Initiatief in Nederland.
Amsterdam, November 2005 Amsterdam, november 2005
Het ‘Earth Charter+5’ evenement is georganiseerd door NCDO, het mondialeEarth Charter Initiatief, Plan Nederland en het KIT (Koninklijk Instituut voor de Tropen).
The ‘Earth Charter+5’ event is organised by NCDO, the global Earth Charter Initiative, Plan Nederland and KIT (Royal Tropical Institute).
78
Colophon
Colofon
Text: Frans Bieckmann Final editing: Siska Mulder Design: Laurant en Bakker Photography: Hollandse Hoogte Translation: VertaalCircuit Production: Projectgroep Communicatie NCDO
Tekst: Frans Bieckmann Eindredactie: Siska Mulder Vormgeving: Laurant en Bakker Fotografie: ANP Vertaling: VertaalCircuit Productie: Projectgroep Communicatie NCDO Omslagfoto: Koningin Beatrix wordt maandag enthousiast door kinderen onthaald bij haar aankomst in Fort Oranje op Sint Eustatius. 22 januari 2001. ANP Foto Raymond Rutting
79