De Romeinse Heirwegroute - 21 juni t.e.m. 29 juni 2008 “Het pad dat je neemt is het pad dat je kiest. De dag dat je aarzelt, is de dag dat je verliest.” Laat me eerst even kort het ontstaan van de spreuk hierboven schetsen. Sinds enkele jaren maken we ( een 10-tal vrienden) dankzij het organisatorisch talent van Luc Dossche een fietstrip van ± 9 dagen. Het idee hiervoor is gegroeid tijdens een vijfdaagse fietstocht in België (de ronde van België). Voor sommigen ging daar een nieuwe wereld open, zeg maar een andere manier van beleven (vaarwel aan de “rond de Kerktoren mentaliteit”). Ondertussen hebben we al gefietst in Roemenië en Portugal. Voor elke trip hebben we T-shirts laten maken met daarop het parcours afgebeeld en daarbij hoorde een leuze. Het werd een tekst uit het boek "Woorden in de stroom" van Karel Staes uitgegeven in 1980. Ik laat het aan de lezers over om de diepere betekenis van deze tekst in te vullen. Voor elke trip laten we deze leuze vertalen in de taal van het land waar we fietsen. Dit jaar werd het dus de Latijnse versie “Via quam vadet, via est quam optat. Dies qua dubitat, dies est qua amitat”, uiteraard verwijzend naar de Romeinen. We hebben tijdens onze reizen al meermaals opgemerkt dat deze spreuk vele reacties uitlokt onder de lokale populatie. Men wil steeds meer uitleg (nieuwsgierigheid is eigen aan de mens) en op deze manier is het contact met de bevolking vlugger gemaakt. Mooi meegenomen… Een kleine historische rondleiding Een heerweg, met varianten heerstraat, heirbaan of heirweg (via), is een oude Romeinse (lange-afstands)weg. Heer (van het Germaanse harja) is een in het Nederlands in onbruik geraakt woord voor leger. De naam wijst op het oorspronkelijk doel van deze "snelwegen". De Romeinen legden duizenden kilometers wegen aan naar alle delen en kolonies van het Romeinse Rijk om met hun legers snel ter plaatse te zijn in geval van een opstand. Ook handelaars maakten dankbaar gebruik van deze wegen. Dit feit ligt aan de oorsprong van het gezegde "alle wegen leiden naar Rome". Tot eind 18e eeuw waren de vroegere heerbanen (in oude spelling ook heirbanen) de voornaamste verbindingswegen in de Nederlanden en in andere delen van Europa. Langs deze wegen vinden we sporen van Romeinse villa's, tumuli (= grafheuvels) enzovoort. Een heerweg kon tot 8 meter breed zijn. Om de weg hoger te laten liggen dan het omliggend terrein groef men greppels (talud), evenwijdig met de aslijn. De uitgegraven aarde vormde de “agger” waarop de fundering (grote stenen) werd aangebracht die werd afgewerkt met lagen kiezel. Straatstenen als afwerking werden alleen bij de toegang tot of in de steden zelf gebruikt. In gebieden waar stenen schaars waren, werden de wegen veelal van hout gemaakt. Het aardelichaam werd opgesloten door boomstammen aan weerszijden en de aangestampte aarde werd afgedekt met dunne takken. Een belangrijke heirweg in de Lage Landen verbond Boulogne met Keulen via Tongeren, Maastricht, Valkenburg, Heerlen en Zoutleeuw, dit is de door ons gefietste route. 21/jun 22/jun 23/jun 24/jun 25/jun 26/jun 27/jun 28/jun 29/jun
Lembeke Ieper Boulogne sur mer Bruay la buisiere Maroilles Gembloux Valkenburg Keulen Hasselt
Ieper Boulogne sur mer Bruay la buisiere Maroilles Gembloux Valkenburg Keulen Hasselt Lembeke
92 122 122 149 127 129 120 132 169
Belgie Frankrijk Frankrijk Frankrijk Belgie Nederland Duitsland Belgie Belgie
Vooraf dien ik nog te zeggen dat de volledige route gereden werd op GPS. Het uitzetten van de tracks is gebeurd door Luc en Marnix Vermeire, onze specialist ter zake, ook Marnix GPS genoemd. Dankzij deze tracks is het ons gelukt om, daar waar we de Heirweg niet konden volgen, maximaal gebruik te maken van fietsvriendelijke wegen en niet te verdwalen☺ 21 juni 09.15 uur. Afspraak bij Luc thuis met 9 van de 12 deelnemers, o.a. een Deense gepensioneerde dokter die speciaal overgekomen was om ons te vergezellen, (drie anderen zullen ons later op het parcours vervoegen) en enkele sympathisanten voor een koffie met een koek voor vertrek. Waarschijnlijk hebben we een zeer goede beschermengel want de weergoden waren ons goed gezind, zoals trouwens steeds op onze fietsreizen! De week voor ons vertrek was het ronduit slecht weer (en de week na onze terugkomst is het beginnen regenen), maar bij vertrek was de zon van de partij en tijdens onze trip heeft de zon ons weinig of niet in de steek gelaten, op enkele “druppels” regen na. Rond 10 uur neemt onze “Centurion” (Luc) de leiding, neemt iedereen “uitgebreid” afscheid van het thuisfront en wordt ons stalen ros gezadeld met pak en zak. Ja, en dat typeert wel de geest van de groep. We hebben altijd geopteerd om alles mee te nemen op de fiets en zonder volgwagen of begeleiding te vertrekken. Afzien en problemen gegarandeerd. Als je het motto van onze Centurion kent “een beetje verlies heb je altijd”, weet je het wel☺ De eerste dag was een opwarmertje van ± 90 Km (LembekeIeper). Luc had speciaal deze korte trip ingepland om ons wat cultuur bij te brengen. Er werd een langere stop ingecalculeerd te Passendale aan “Tyne Cot Cemetery”, de grootste Britse militaire begraafplaats op het Europese vasteland. Een absolute must bij een bezoek aan de streek! Deze indrukwekkende begraafplaats telt bijna 12.000 grafstenen. De achterzijde van Tyne Cot bestaat uit een muur met 35.000 namen van vermiste soldaten en is het vervolg van de Menenpoort. Een van de bekendste graven op Tyne Cot is dit van de Australische kapitein Clarence Smith Jeffries. Op 12 oktober 1917 won hij postuum het Victoria Cross voor zijn heldhaftige poging om een Duitse bunker in te nemen. Hij liet hierbij het leven. Bij aankomst in Ieper (logement in hotel op de markt) wachtte ons de 1ste verrassing. Het waren juist “ de dolle dagen”. Op de markt was een “beach” volleybaltornooi aan de gang met o.a. enkele zeer knappe meisjesteams… Om 20 uur nog vlug de “Last Post” meegepakt aan de Menenpoort, een momentopname waarbij je toch even stil wordt! Eigenaardig genoeg, was onze kortste en minst zware trip ook de dag waar iedereen zeer braaf was (lees: weinig halve liters bier gedronken) en vroeg in bed kroop. Waarschijnlijk schrik voor wat komen zou, EN TERECHT. 22 juni: Ontbijt om 08.30 uur. 2de verrassing. Onze Portugese vriend Manuel verjaart en zijn vrouwtje Nadine had niet beter gevonden om naar Ieper te komen met enkele dames om samen met ons te ontbijten. Gelukkig waren we allemaal braaf geweest de dag voordien! Na een lekker ontbijt zouden we rond 10 uur aanzetten voor een “overgangsrit”. Na een “vlakke” aanloop langs de kemmelberg, zwarteberg en rodeberg, door vele wielertoeristen gekend, passeerden we de Franse grens en werd het startschot gegeven voor een “licht” golvend terrein dat ons niet meer in de steek zou laten. Prachtig landschap, afwisselend open vlaktes en bosrijk gebied met pittoreske dorpjes, typerend voor het Noorden van Frankrijk.
Gezien we geen abnormaal zware rit verwachtten, had onze Centurion beslist om een tussenstop in te lassen op de “Mont Cassel”, het hoogste punt in de Franse Westhoek (voor een veldslag in 1677 nog deel uitmakend van Vlaanderen!), met een prachtig uitzicht op de wijde omgeving. De klim naar dit punt was tamelijk lang met op het einde een klein maar stevig kuitenbijtertje (17%)! We werden echter ruimschoots beloond voor de moeite. Na een lekkere picknick op de berg, begon de afdaling en onze calvarietocht naar Boulogne-sur mer. Het zou een dag worden met lange(re) beklimmingen van 4 à 6% en een zeer zware tegenwind (lees Mistral). Dit fenomeen was al gekend ten tijde van de Romeinen en werd door hen “magistralis” genoemd! Bergaf dienden we nog bij te steken om een snelheid van 14km/uur aan te houden. En dan klagen we over de wind in de polders, pfff We hadden nooit gedacht dat de zee zo ver weg kon zijn. Als toetje kregen we juist voor Boulogne nog een beklimming voorgeschoteld van enkele km met gemiddeld 10% stijgingspercentage (Mont Lambert). Aan de voet van deze beklimming kwamen Marnix en Remi onzacht met elkaar in aanraking en belandden beiden op de grond, gelukkig zonder veel erg. Waarschijnlijk de vermoeidheid die zijn tol begon te eisen! Die dag zouden we toch eindigen met 2000m hoogteverschil en een fikse kater dankzij de Mistral. Maar een lekker avondmaal en een goed glas wijn in “Buffalo grill”, op kosten van ons verjaardagskind Manuel (cordial agradecimento), deed vlug de pijn vergeten. Rond middernacht iedereen voldaan naar bed voor een verkwikkende nachtrust.
23 juni: START van de Romeinse Heirwegroute naar Keulen! Na het ontbijt vertrekken we vol goede moed naar de officiële startplaats aan het station van Boulogne-sur-Mer. Van bij de start wisten we al dat het geen gemakkelijke rit zou worden, de hellingen volgden elkaar vlug op en de temperatuur klom naar 27 graden! Edlef had blijkbaar de zware rit naar Boulogne nog niet volledig verteerd en kreeg het moeilijk op de “Mont Pele” door de warmte. Manuel en ikzelf beslisten toen om de bagage van Edlef bij ons op de fiets te nemen gezien we ons nog fit voelden. Rond 19 uur arriveerden we aan ons hotel in Bruay la Buisiere. Na een verkwikkende douche werd verzameling geblazen in de lounge van het hotel en begaven we ons naar een dichtbijgelegen restaurant “La Boucherie”. We hadden allemaal een reuzenhonger en de meerderheid besliste om een “big” cote-à-l’os te nemen (500 gr/pers). Het zag er allemaal fantastisch uit (en watertanden dat we deden) maar toen we de 1ste hap namen stelden we al vast dat het vlees en de frieten volledig koud waren! Protest van onze Centurion bracht wel enig soelaas maar diegenen die al begonnen waren zaten met de gebakken peren. Mark (Roegiers) en ikzelf hebben toen maar beslist om in een nabijgelegen Mac Donalds een “Big Mac” te eten om toch wat voedsel binnen te hebben. Tot daar de tegenvaller. Nadien hebben we nog een bezoek gebracht aan de plaatselijke brouwerij en hebben we ons verdriet weggedronken met “enkele” kannen van 5 liter …… bier, of wat dacht je ☺ We hebben daar de zaak gesloten (gelukkig ging het dicht om 24 uur, want anders…). 24 juni: opnieuw de zon van de partij. Vandaag een minder zware rit met lange vlakkere stukken en onze 1ste echte ervaring met de Romeinse Heirweg. Het was leuk voor de meer
behendige fietsers onder ons, niet voor mij dus, om eens vol gas te “vlammen” over deze zeer lange (± 5 km) onverharde weg met soms hoog gras en diepe putten. Op deze strook heb ik onzacht contact gehad met de Franse ondergrond, met enkele schaafwonden en een deuk in mijn imago tot gevolg. Op 10 Km van onze bestemming moesten we nog door een bos met een licht hellende weg. Hier werd de start gegeven voor een “zotte” eindsprint. Een tweetal onder ons vond het nodig om eens de spieren los te rijden (na 135km) en voor we het wisten waren we allen aan het vlammen boven de 40 km/uur. Maar goed, rond 20.30 uur arriveren we moe maar tevreden aan onze slaapplaats, een chambre d’hote. Hier hebben we denk ik onze beste ervaring gehad op gebied van slaping en eten. De ligging van de gite was ideaal, binnen was alles zeer sfeervol ingericht. Elke kamer had zijn “eigen karakter” Het avondeten was ronduit heeeerlijk. Na een lekkere zelfgemaakte notenlikeur, een warm en meer dan vullend hoofdgerecht, een zeer lekkere plaatselijke wijn en/of een streekbiertje vielen de meesten bijna in slaap aan tafel. Iedereen “vroeg” naar bed dus. 25 juni: Onze laatste dag in Frankrijk begint met een minder leuke ervaring. Blijkbaar had het die nacht (veel) geregend. Onze gewassen kleren, die dankzij onze gastvrouw buiten op een groot droogrek hingen, waren doornat, grrr. Maar goed, met zijn allen hebben we die dag nog eens genoten van de bosrijke zones, het ontbreken van alle industriële activiteiten en de vele echte Romeinse heirwegen, kasseien en zand inbegrepen. Een van deze wegen leidde ons naar een watermolen, midden in een bos, met een klein bruggetje (te Olhain). Natuurlijk was er een (slimme ?) Galliër die het brugje niet wou nemen met als gevolg dat hij voor de rest van de trip met krakende en piepende fiets gereden heeft, niet dat het voordien veel beter was… Zijn naam: Marnix (Van Wijnsberge) “de verschrikkelijke”, een naam die hij voorwaar niet gestolen heeft. Eenmaal in België kregen we de 3de verrassing. Het was die dag de verjaardag van Remi Van de Veire en onze Deen Edlef. De wederhelft van Remi, alsook zoon Stijn en zijn twee bevallige dochters Elly en Sandra waren naar een afgesproken punt gekomen juist voorbij de grens. Daar is Stijn met de fiets komen inpikken en doodleuk naast zijn vader gaan rijden. De surprise was meer dan geslaagd! Na een stop met picknick met de hele bende heeft hij ons dan verder begeleid met de fiets tot aan ons hotel in Gembloux. Bij aankomst werden we opgewacht door onze drie achterkomers. Onze 1ste dag in België met de volledige ploeg werd gevierd met één (???) half litertje Jupiler om al die Franse wijn weg te spoelen, dat deed deugt man! Daarna een warme douche en gezamenlijk naar de Chinees waar we de verjaardag van Remi en Edlef gevierd hebben met spijs en drank op een manier die zelf de Romeinen ons zouden benijden! Opnieuw een geslaagde dag. 26 juni: deze trip was een echte toeristische uitstap. Weinig of geen hellingen, wind in de rug en opnieuw mooi weer. 1ste grote tussenstop was Tongeren. Het is de oudste stad van België, waar we de dapperste aller Galliërs ontmoetten, Ambiorix, Koning der Eburonen (natuurlijk na onze Marnix, alias OBELIX – wees nou eerlijk, hij mag er ook wezen in zijn buitgemaakte Romeinse outfit). In 54-53 voor Christus bracht Ambiorix, in de omgeving van Atuatuca Tungrorum (huidige Tongeren), de legioenen van Julius Caesar de grootste nederlaag toe die de Romeinen bij de verovering van Gallië hebben gekend. Het standbeeld van Ambiorix, werd in 1866 in aanwezigheid van vorstenpaar Leopold II en echtgenote Maria-Henrica onthuld en is sindsdien het zinnebeeld van de stad. In de 2de eeuw kreeg
de stad een eigen omwalling, een Romeinse muur. Dit was de grootste omwalling die de stad ooit zou krijgen. De stad was op zijn hoogtepunt. In de 4de eeuw werd deze muur ingekort en omsloot enkel nog het hoger gelegen stadsdeel. Van de omwalling uit deze periode is in feite enkel nog de Romeinse Toren op het Vrijthof bewaard, terwijl van de muur uit de 2de eeuw nog verschillende stukken overeind staan. Hier kreeg onze tweede (dapperste) der Galliërs Manuel, alias Asterix, een bevlieging en ging een schijngevecht aan tegen (???) Na deze historische ontmoeting (en een terrasje) begaven we ons op weg naar Nederland. In Maastricht dienden we vooral veel “oogsmeer” aan te brengen. Amaai, wat een schoon volk dat daar rondliep… We namen om ons voor om op de terugweg naar Hasselt (28 juni) zeker eens te stoppen in deze “mooie” stad. Rond 19 uur arriveerden we in Valkenburg, een klein toeristisch stadje, door de wielertoeristen vooral gekend voor zijn Cauberg (aankomst Amstel Gold race). Enkelen onder ons, die hem nog niet “gereden” hadden, hebben de beklimming nog meegenomen terwijl de anderen een ijsje aten in het stadscentrum. Die avond zijn we bij 24°C gaan eten op een terrasje. Rond 23 uur iedereen naar bed. 27 juni: Onze laatste dag van het officiële parcours. Eerste regendruppels bij vertrek! Gelukkig heeft het niet veel geregend die dag. Terug een golvend terrein maar gezien de form elke dag groeide, geen enkel probleem meer voor ons. Drie dapperen onder ons vonden het nodig om bij vertrek eerst nog eens de Cauberg mee te nemen als opwarmertje. Marnix GPS had voor die dag problemen voorspeld met onze GPS-track en als hij dat zegt… In de streek van Düren dienden we bosrijk gebied te doorkruisen waar zich een ontmijningsgebied voor bruinkool bevond. Eenmaal in het bos hebben we moeten vaststellen dat ook een GPS het Noorden kan verliezen. Na 45’ rondrijden zijn we via “sluipwegen” op een grote baan geraakt en konden we onze weg vervolgen op de route. De prijs die we hiervoor betaalden: benen vol met rode knobbels van agressieve muggen.
Op goed 10 km van Keulen konden we voor het eerst het beroemdste bouwwerk van deze stad bewonderen: de Dom van Keulen. Een monumentale kerk uit het jaar 870, 157,38 m hoog, toen het hoogste bouwwerk ter wereld! Er kunnen 20.000 mensen zitten in de kerk. Aan de (ver)bouw(ing) hing tot op heden een prijskaartje van 10 miljard €, je leest het goed!!! Rond 17.30 arriveerden we aan ons hotel, waar we begroet werden door Rik, een “plaatselijke” Belg die onze gids zou zijn die avond. Na de douche werd afgesproken op 400 meter van ons hotel waar Rik voor ons een tafel had gereserveerd op een buitenterras (25°C!). We hebben er opnieuw zeeeeeer lekker gegeten. Sommigen hebben er voor het eerst het bekende “weizenbier” geproefd, hmm. Rond 21 uur zijn we met de tram naar Köln City gereden (waar vooral onze Manuel goede herinneringen aan heeft…). Ons eerste bezoek gold natuurlijk de Dom. Als je er voor staat valt het nog meer op hoe gigantisch dit bouwwerk wel is. Niet te begrijpen dat dit met man en macht gebouwd werd in
een ver verleden waar men nog niet over de nodige machinerie beschikte. Helaas sloot de Dom om 22 uur en hebben we dus niet de binnenkant kunnen bewonderen. Remi heeft zich alvast voorgenomen om nog eens terug te komen. Als volgt hebben we een bezoek gebracht aan het Romeinse museum (naast de Dom), het officiële eindpunt van onze reis! Hier werden tijdens verbouwingen overblijfselen gevonden van een prachtige Romeinse mozaïek. Men heeft rond deze opgravingen een Romeins museum gebouwd waar vele schatten bewaard worden uit die tijd. Nadien zijn we afgezakt naar de Rijn met langs de boord de vele terrasjes en de meer bekende “Altstad”, middelpunt van het uitgangsleven (zelfs daar kennen ze “ons” Marian...). We bezochten één van de vele plaatselijke brouwereitjes (meer dan 150) om het typische “Kolch” bier te proeven. Rond 23.30 uur sloten we deze gezellige avond af en namen de tram naar ons hotel. Hier werd bij sommigen al de “knop” omgedraaid. Ons doel was bereikt. Wat nu kwam was de terugreis… 28 juni: Rond 08.00 uur (na een minder geslaagd ontbijt – 2 broodjes de man) startschot naar Hasselt. In Keulen namen we helaas afscheid van Edlef. Hij zou nu nog enkele vrienden bezoeken in Duitsland en hoopte rond 17 juli terug in zijn thuisland aan te komen (je zal maar op pensioen zijn). Edlef wou van deze trip o.a. gebruik maken om zijn FR en NL wat bij te schaven. Ik vrees dat we vooral zijn bierkennis wat bijgeschaafd hebben (hij was absoluut geen bierdrinker, tot hij de bende van Luc ontmoette). MAAR, enkele woordjes heeft hij toch geleerd: “Vo(o)ruit met de geit” en “c’est bon pour le moral”. Dat is weer een verhaal op zich en zou ons te ver brengen. Opnieuw redelijk veel tegenwind. Het parcours was volledig uitgestippeld op LF fietsroutes en via fietsknooppunten, dus dat beloofde een mooie trip te worden. We hadden ons voorgenomen om redelijk door te rijden zodat we een langere tussenstop konden inlassen in Maastricht… (zie 26 juni). Onderweg wel enkele “pannes” gehad, o.a. het achterwiel van Marnix (Obelix) en Marc Roegiers lieten het afweten. Gelukkig hadden we onze privé monteur Luc mee. Na een spoedcursus konden ze zelfs zelf hun materiaal repareren, de een al wat vlugger dan de ander ☺ We doorkruisten die dag prachtige natuurgebieden die zeker niet zouden misstaan in een stilleven van James Ensor. Opnieuw een beetje regen maar net niet voldoende om de dappersten onder ons te doen besluiten hun regenvest aan te trekken (je hebt softies en softies dixit Manuel). Tegen dat we in Maastricht aankwamen, scheen de zon, niets te vroeg dus. We hebben ons geïnstalleerd op een terras met uitzicht op de markt om zeker niets te missen van het uitzicht (en daar bedoelen we niet het Gemeentehuis mee!). Hier verdapperden de meesten en dronken enkele Grimbergen van het vat BEHALVE ondergetekende (Dany). Mijn moto: nooit bier wanneer er nog meer dan 30 Km te rijden was en, in dit geval, nog ± 38 Km te rijden. Das karakter hebben zeker?? Nadat iedereen zijn fiets “gevonden” had, zijn we gestart aan de laatste etappe van die dag richting Hasselt. Rond 19 uur stonden we voor het Hilton. Een jonge bevallige dame nodigde ons uit om onze fietsen te stallen in de vergaderzaal van het hotel, een luxe voor ons stalen ros. Na de traditionele douche zijn we in het centrum gaan eten. De meesten onder ons namen gegrilde ribbetjes. Doordat “Obelix” (wie anders) de ober duidelijk gemaakt had dat we veel honger hadden werden we elk getrakteerd op drie REUZE ribben. Nadien nog een Hasseltse koffie en we startten onze expeditie in de stad van “Iron Steve (Stevaert)“. Hier moet ik helaas
vaag blijven want het thuisfront leest misschien mee ☺☺☺ Er doet o.a. een foto de ronde van onze Remi met een bevallige jonge dame op zijn schoot. En glunderen dat hij deed! 29 juni: aan alle mooie dingen komt een einde, zo ook aan ons avontuur. Onze Centurion mag nog een laatste keer appel blazen. Hier eindigt ook het verhaal voor onze dapperste Galliër Marnix. Hij had andere verplichtingen op zondag en werd afgehaald aan het hotel in Hasselt. Het zou onze langste rit worden (net geen 170 Km) en om 08.30 uur zaten we dus te paard. We legden er van bij het begin stevig de pees op, ondanks de tegenwind. Alhoewel we weer prachtige fietsroutes namen door de Provincies Limburg en Antwerpen, was het merkbaar dat iedereen al een beetje met zijn gedachten bij het thuisfront zat. We hebben nog een tussenstop gedaan in Scherpenheuvel waar we onze fietsen lieten zegenen en waar we een kleine rondgang deden. Nadien blik op oneindig en op weg naar Lembeke. Rond 19.15 zijn we daar gearriveerd en werden we opgewacht door een welkomstcomité. Na de begroetingsrituelen zijn we overgegaan tot de orde van de dag. Een laatste halve (puntje, puntje, puntje ☺☺☺) en een stevige handdruk om afscheid te nemen. Sommigen onder ons hadden namelijk geen vrijaf genomen en dienden dus op maandagmorgen de wekker te zetten. Achteraf bleek dit een niet zo goed idee. Deze fietsreis heeft toch zijn sporen nagelaten. JA, het was vermoeiend en JA het was prachtig! Luc heeft zichzelf opnieuw overtroffen en ons een onvergetelijke ervaring rijker gemaakt waarvoor we hem oprecht danken! Dankzij deze trip is de groep een nog hechtere bende geworden dan voordien en dat belooft voor de toekomst… Met sportieve groet, Dany Tempels Voor de statistieken: tijdens onze trip hadden we 4 platte binnenbanden, 1 kapotte buitenband, 10 kapotte spaken en 1 gescheurde versnellingskabel. Voor wie het interesseert: De officiële GPS route 'Romeinse heirwegroute' (Boulogne-surmere – Keulen) is te bezichtigen en te downloaden op RouteYou via deze link. (http://www.routeyou.com/route/view/35614/romeinse-heirweg-route.en) De route kan nadien aangepast worden via de routeplanner van RouteYou door op het gele potloodje van de route te drukken in je persoonlijke space. Opmerking: Het opgeladen bestand kan afwijken van het origineel indien niet voldaan wordt aan de optimale vereisten bij de upload. De volgende formaten zijn optimaal: 1) een Garmin GDB V2 formaat met één TRACK of één ROUTE en waypoints 2) een GPX uitwisselingsformaat met één TRACK en waypoints