BIJBELTEKST EN OVERWEGING OP STARTZONDAG 2015 De rijke man en de arme Lazarus Bijbel in Gewone Taal: Lucas 16, vers 19-31 Daarna gaf Jezus dit voorbeeld: ‘Er was eens een rijke man. Hij droeg de mooiste en duurste kleren, en hij vierde elke dag feest. Er was ook een arme man, met allemaal vieze wonden op zijn lichaam. Die man heette Lazarus. Lazarus lag voor de deur van de rijke man. Zo hoopte hij wat restjes eten te krijgen. Maar hij kreeg niets. Er kwamen alleen honden, die aan zijn wonden likten. Op een dag ging Lazarus dood. Engelen namen hem mee en brachten hem bij Abraham. Lazarus mocht naast Abraham zitten. Ook de rijke man ging dood en werd begraven. Hij kwam in de hel en had heel veel pijn. In de verte zag hij Abraham zitten, en daarnaast zat Lazarus. De rijke man riep: ‘Vader Abraham, heb medelijden met mij! Ik heb zo veel pijn in dit vuur! Stuur Lazarus naar me toe. Laat hem met zijn vinger een druppeltje water op mijn tong leggen.’ Maar Abraham zei: ‘Mijn zoon, jij hebt het toch goed gehad tijdens je leven, terwijl Lazarus het slecht had? Nu wordt hij getroost, maar jij moet pijn lijden. Bovendien is er een diepe afgrond tussen ons. Daardoor kunnen wij niet bij jullie komen, en jullie kunnen niet bij ons komen.’ Toen riep de rijke man naar Abraham: ‘Wilt u Lazarus dan alstublieft naar mijn familie sturen? Laat hem mijn vijf broers waarschuwen. Anders komen zij ook in de hel, net als ik.’ Maar Abraham zei: ‘Je broers hebben de wet van Mozes en de boeken van de profeten. Laten ze daar maar naar luisteren.’ Toen zei de rijke man: ‘Maar daar luisteren ze niet naar! Ze zullen hun leven pas veranderen als er een dode naar hen toe komt.’ Maar Abraham zei: ‘Je zegt dat je broers niet luisteren naar Mozes en de profeten. Dan zullen ze ook niet luisteren naar iemand die opstaat uit de dood.’’ 1 Een overweging Een rijke man. Zonder enig oordeel over hem uit te spreken. Rustig genietend. Gekleed, met twee belangrijke statussymbolen in zijn cultuur: purper en fijn linnen. Zijn tafel, een overvloed. Het feestelijke, dat voor veel van zijn tijdgenoten slechts af en toe de sleur van hun leven doorbrak, is zijn dagelijkse kost. In Bijbelverhalen wordt een rijkelijk gedekte tafel, of een land overvloeiend van melk en honing, vaak als symbool gebruikt, voor het Koninkrijk van God. Daar leeft de rijke dus al, tijdens zijn hele leven. Voor hem is de hemel op aarde. De rijke leeft als God in Frankrijk. En een arme man. In contrast met de rijke, heeft de arme wél een naam: Lazarus. Dat betekent: 'God is mijn helper'. De tafel van de arme bestaat uit de kruimels die van de tafel van de rijke zijn gevallen. Maar of hij de honden te snel af is, lezen wij niet. En wat zijn kleding betreft… Dat is zijn eigen huid. Met zweren bedekt. Door de honden afgelikt. Kan het contrasterender? Kan het confronterender? Kan het choquerender? Ja! Vandaag krijgt de Gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus nog méér zeggingskracht. Want deze gelijkenis van toen, is vandaag, onze eigen werkelijkheid geworden. 2
Summary of Comments on bijbeltekst en overweging startzondag 2015 Page: 1 Number: 1 Author: Tamara Subject: Sticky Note Date: 11-10-2015 20:53:50 Er was hier commentaar over, dat we het niet eens waren met deze zin. Dat heeft verder niet heel veel hiermee te maken. Number: 2 Author: Tamara Subject: Sticky Note Date: 11-10-2015 20:57:07 Deze terugkoppeling is wat we fijn vinden om te zien! We zouden deze vergelijking daarbij nog iets verder willen trekken. Concrete voorbeelden over het dagelijks leven (niet alleen noemen dat) om mensen aan het denken te zetten. Een vraag als: "Wie heeft jou afgelopen week om hulp gevraagd?" of "..zoals de man die elke week naar de voedselbank gaat." zou het helemaal compleet maken.
Zoals de arme - toen - voor de deur van de rijke lag, zijn de armen – nu - onze tol-poorten al gepasseerd, en kloppen aan, op de deur van ons hart en ons geweten. (…) Je zou verwachten dat de rijke man de arme Lazarus ziet. Hem een aalmoes geeft. Maar er gebeurt helemaal niets. De situatie blijft zoals zij is. De arme blijft arm. De rijke, feest rustig verder. Maar voor hoelang nog? In de afgelopen maand is gebleken, hoe Lazarus in veelvoud, door de poorten van de rijken naar binnen komt. Invoerrechten en tolmuren, grensovergangen en paspoorten konden dat niet verhinderen. Net zo min als bordjes met 'verboden toegang', 'privé-eigendom', ‘eigen terrein’, ‘pas op, hier waak ik', of ‘NOZ – niet op zondag’. Niets houd hun tegen. Dan sterft de arme Lazarus. In de deze gelijkenis, sterft de arme Lazarus één keer. Maar in onze wereld, sterft Lazarus 40 miljoen keer per jaar van de honger. Het schrijnende verschil, tussen armen en rijken op onze aarde, blijft voortbestaan tot op de dag van vandaag. Maar ook de rijke man sterft. De dood is voor armen én rijken. Dat is onze wereld. Maar zó… kan dit verhaal toch niet eindigen. Zo mag de arme toch sterven? Zonder dat de arme is recht gedaan? Voor de Bijbelschrijver moet onze wereld worden opgekeerd. In een gelijkenis worden de verhoudingen tussen armen en rijken rechtgezet. Eerst wordt ons de kromheid in onze wereld voorgehouden. Mensen, miskent of vergeten, worden recht gedaan. Rijken worden weggestuurd met lege handen. De arme Lazarus, ooit door honden gelikt, wordt nu door engelen ontvoerd. Hij gaat aan tafel bij vader Abraham. Hij mag bij papa zitten. Ja, op zijn schoot. Op de ereplaats. Daar leert hij lekker eten van hemelse gerechten. De rijke daarentegen gaat het graf in. Hij gaat naar de onderwereld. Daar leert de rijke smeken. Maar zijn gebed: "Vader Abraham, heb medelijden, ontferm u over mij", wordt niet verhoord. - Helser kan het niet. Hemel en hel. Zouden ze bestaan? Wat is eigenlijk de hemel? Wat is eigenlijk de hel? Er gaat een verhaal over een man die vroom had geleefd. Aangekomen bij de hemelpoort, werd hij binnengelaten door zijn begeleider. En hij zag, wat hij er zich van had voorgesteld. Een grote feestelijke eetzaal. Prachtig gedekte tafels. Hij zag verrukkelijk klaargemaakte spijzen. Heerlijke geuren kwamen hem tegemoet. Met gasten aan tafel. Gouden borden en gouden lepels. Maar tot zijn grote verbazing, zag de man, dat iedereen er slecht uitzag. Ja, zelfs hongerig en ondervoed. Hoe kan dat? En toen ontdekte hij wat de oorzaak was. Iedere gast had een gouden lepel. Maar een lepel, met zó'n lange steel, dat het niemand lukte, om zijn eigen lepel, naar zijn eigen mond brengen. Hoe men ook probeerde. Het lukte niet. Ieder voor zich, kreeg geen hap in zijn mond. Ah, dit moet dus de hel zijn, bedacht de man. En hij werd er verdrietig van. Maar kom, zei zijn begeleider. Ik zal je een andere zaal laten zien. Want hier is nog een zaal. In die andere zaal stonden ook prachtig gedekte tafels. Ook met verrukkelijk klaargemaakte spijzen. Opnieuw kwamen heerlijke geuren kwamen hem tegemoet. Ook hier gouden borden. Ook hier hele lange lepels. Maar hier wist men, hoe ermee om te gaan. Iedereen gaf zijn overbuur te eten, met zijn eigen lange lepel. Zo kregen alle gasten wat zij nodig hadden. Aha, zei de man tegen zijn begeleider. Dit moet dus de hemel zijn.
1
Page: 2 Number: 1 Mooi verhaal!
Author: Tamara
Subject: Sticky Note
Date: 11-10-2015 20:58:16
Als we nu weer terugkeren, naar de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus, dan vinden wij een belangrijk verschil, tussen het eerste en het tweede gedeelte van dit Bijbelverhaal. In 1 het begin worden de arme Lazarus en de rijke man gescheiden door een dichte deur. De arme Lazarus en de rijke man hebben geen contact met elkaar. Dat is hel.
2
We zien elkaar via de televisie. We weten van elkaar via de krant. Wij kijken naar hen. Zij kijken naar ons. We zitten erbij, en we kijken naar elkaar. Maar bereiken doen we elkaar niet. Zo dicht naast elkaar, maar niet met elkaar. Zo dicht bij elkaar, maar niet voor elkaar. Living apart, together. Dat is het eerste deel van de gelijkenis. Maar in het tweede deel van deze gelijkenis, worden de rollen omgedraaid. Nu is de arme Lazarus rijk. En de rijke man arm. Maar er is ook nog iets anders veranderd. De Bijbelschrijver heeft de tussendeur tussen de hel en de hemel open gedaan. Ja, schrijvers van verhalen kunnen dat. En door die geopende deur, kunnen Lazarus en de voormalige rijke elkaar zien zitten. Er ontstaat zelfs een gesprek tussen de voormalige rijke en Abraham. De rijke en de arme. Ze zijn bijna bij elkaar over de vloer. Ze zouden elkaar bijna kunnen toeroepen: “Hé, jij daar’ – ‘Hé u daar”. Maar bij elkaar komen, kunnen ze niet. Want er blijkt een onoverbrugbare kloof tussen Lazarus en de voormalige rijke man te zijn. Heeft de voormalige rijke man er überhaupt van geleerd. Want vanuit de hemel roept hij Lazarus toe. Om zijn tong met een druppel water te verkoelen. Hij vraagt Vader Abraham om zijn broers op aarde te waarschuwen. Om oog de hebben voor de armen om hen heen. Maar dat staat Vader Abraham niet toe. Want als zij het nu nog niet weten, waanneer dan wel. Als wij ons geroepen voelen, om ons met de broers van de voormalige rijke man te identificeren, dan kunnen wij deze gelijkenis als eye-opener beschouwen. Wie zijn eigen rijkdom alleen voor zelf houdt, en zich afsluit zich af voor behoefte van zijn naaste. Die raakt vroeg of laat blind, voor de directe behoeften van zijn medemens. Jezus, die ons deze gelijkenis voorhoudt, nodigt ons uit, om onze ogen te openen. Voor al de Lazarussen, die op zoveel plaatsen van onze wereld in de ellende liggen. Inmiddels ook in ons eigen Ede. Om iets te doen. Om onze deur niet gesloten te houden. hebben nog mogelijkheden, om iets voor anderen te kunnen betekenen. Deze gelijkenis, over De rijke man en de Arme Lazarus, is geen les over het leven na de dood. Ze is ook niet bedoeld als bangmakerij voor een laatste oordeel. Of er een hemel zal zijn, weet ik niet. Maar ik weet wel dat de hemel nu op aarde moet komen. En dat er geen tijd 3 voor de levenden. te verliezen is. Dat is de boodschap van deze gelijkenis. Een boodschap Wat hier, en nu, en vandaag – ook in Ede – moet worden gedaan. Zolang wij hier zijn, aan dezelfde zijde van de dood, en met elkaar op één en dezelfde aarde leven, bestaat er géén onoverbrugbare kloof tussen armen en rijken. Maar zijn er deuren die open kunnen. Bedoeld, om elkaar te ontmoeten. Om elkaar het leven te geven. Als ik dat nu nog niet weet? (…) Wanneer dan wel? (…) ‘Of zal ik mijn leven pas veranderen, als er iemand naar mij toekomt, die uit de dood is opgestaan?’ zoals de voormalige rijke man Vader Abraham toeroept? Mijn medemens, is een mens, die nu hulp nodig heeft. Bijna rakelings dichtbij, is zij of hi,j voor mij. De arme Lazarus, is onder ons ons. Met tientallen tegelijk. In Ede. We kunnen ze 4 zomaar ontmoeten. Maar we lopen er zomaar langsheen. Want van het vallen van de avond, tot het einde van de nacht, heb ik weer eens te ver 5 gezocht, terwijl hij voor mijn voeten lag. 6
Page: 3 Number: 1 Author: Tamara Subject: Sticky Note Vragen die opkwamen: Welke deur moeten we dan opendoen en hoe?
Date: 11-10-2015 21:02:44
Number: 2 Author: Tamara Subject: Sticky Note Vragen die opkwamen: Zouden we dan nu in een soort 'hel' leven?
Date: 11-10-2015 21:03:34
Number: 3 Author: Tamara Subject: Sticky Note Verwijzingen als "Ede" blijven gebruiken en uitbreiden :)
Date: 11-10-2015 21:01:50
Vragen die opkomen bij ons: Wat moeten we dan doen in Ede? Wat zouden we kunnen doen?
Number: 4 Author: Tamara Subject: Sticky Note Date: 11-10-2015 21:00:59 Soms zouden we willen dat het iets hoopgevender zou zijn, dat we een gevoel krijgen dat we weten wat kunnen doen, daadkrachtig. In deze zin zou bijvoorbeeld het al hoopvoller klinken:
Maar we lopen er vaak zomaar langsheen.
Number: 5 Author: Tamara Hele mooie laatste zin!
Subject: Sticky Note
Date: 11-10-2015 20:59:44
Number: 6 Author: Tamara Subject: Sticky Note Date: 11-10-2015 21:06:22 Eventueel een idee is: Aan het eind van de preek een minuut of 2 het voorgaande terugkoppelen met het hier en nu. Zo kan er misschien concreter een praktische kant gegeven worden, en ook makkelijker zonder dat het verhaal wordt onderbroken tussendoor voor te veel uitweidingen.