Jaarbericht 2013 Palliatief netwerk Zuidoost Groningen Samenstelling- 31-12 2013 -
Zorgbelang Groningen, vacature TSN/Thuiszorg Groningen, Annemiek van Mierlo Huisartsen, vacature Stichting St. Maartenhuis, Trijnko Pelgrim, Josephine Plas, Stichting Oosterlengte, vacature Ommelander ziekenhuisgroep locatie st. Lucas, Frits Haarmans Zorggroep Meander, Anja vd Meulen Stichting Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg Oost Groningen, Jaap Halff Stichting Blanckenbörg, Henny Snoek, Refaja Ziekenhuis, Marian Pinkster BCM, Coba van de Laan Buurtzorgteams, Hilde van de Woude Rzijn, Elly van de Ven Tinten/Welstad, Henny Luppes
Missie en doelstelling
De missie van het netwerk palliatieve zorg Zuidoost Groningen is het verbeteren van de kwaliteit van zorg voor de palliatieve patiënt, zowel op het organisatorische, professionele als relationele vlak door het optimaliseren van de samenwerking met betrekking tot palliatieve zorg in de gemeenten Oldambt, Menterwolde, Bellingwedde, Stadskanaal, Vlagtwedde, Pekela en Veendam. In het werkgebied wonen 148968 inwoners (bron 31-12-2012 provincie Groningen) De samenwerking t.a.v. de palliatieve zorg in regio Zuidoost Groningen heeft een formele status gekregen door de ondertekening van een convenant op 11 april 2012 door de bestuurders van de betrokken organisaties. Het betreft een samenvoeging van de bestuurlijke netwerkverbanden van Groningen zuid en Groningen Oost, deze waren geformaliseerd in juni 2007 Voortgang van de werkzaamheden
De rapportage volgt de indeling van de werkplannen 2013 van netwerk Groningen Zuid en netwerk Groningen Oost: A. Beleid en organisatie ---A1 - beleid ---A2 - bestuurlijk kader ---A3 - organisatie ---A4 - communicatie
1
B. Processen --- B.1- de inhoud, overdracht en continuïteit van zorg, de afstemming, samenhang en coördinatie in het zorgaanbod --- B.2-scholing en deskundigheidsbevordering --- B.3-de consultatie –en adviesstructuur --- B.4-afstemming van vraag en aanbod Beleid en organisatie A.1. beleid: Het netwerk heeft het management/bestuurlijk niveau van betrokken partijen geïnformeerd over de resultaten van het netwerk in 2012 (jaarbericht) en de voorgenomen activiteiten in 2013 (werkplan). A.2. Bestuurlijk kader: De bestuurlijke samenstelling van het netwerk heeft dit jaar geen wijzigingen ondergaan. De reorganisatie na de bestuurlijke opschaling ( stuurgroep en drie werkgroepen) werkt zijn vruchten af. Dit omdat er meer ondersteunende en coördinerende uren ingezet worden t.b.v. van werkgroepen die het uitgezette beleid uitvoeren ( bv. scholingsactiviteiten.) Maar ook voor de organisaties die in beide netwerken participeren, kunnen uren dan efficiënter ingezet worden t.b.v. de interne verbeterslagen t.a.v. de palliatieve zorg. Samen met hun vertegenwoordiger in het bestuurlijk overleg vormen de medewerkers uit de werkgroepen de interne coördinatiegroep binnen de eigen organisatie. Deze interne coördinatiegroepen zijn verantwoordelijk voor de intern communicatie en borging van afspraken—dit samen met de aandachtsvelders uit de organisaties. Deze structuur werkt nu al voor zorgcentrum De Blanckenborg, Zorggroep Meander, TSN/thuiszorg Groningen en de Buurtzorgteams. De overige organisaties zijn nog doende dit verder te ordenen. De vertegenwoordigers vanuit Zorgbelang vonden de bestuurlijke samenvoeging het juiste moment om hun functie neer te leggen en Zorgbelang gevraagd een nieuwe vertegenwoordiger te zoeken. Dit is nog niet gelukt in het verslagjaar POP ( Provinciaal Overleg Palliatieve zorg) Het netwerk participeert in persoon van Henny Snoek (Zorgcentrum Blanckenborg )in het provinciale overleg, waarin de 3 Groningse netwerken, Zorgbelang Groningen, IKNL, UMCG en Zorgkantoor bijeen komen. Doel van dit provinciaal overleg is te komen tot afstemming, uitwisseling van ervaring en verdere samenwerking. Dit jaar is het POP 4 maal bijeengekomen. De vergaderlocatie voor het POP werd aangeboden door Zorgbelang Groningen. Belangrijke gesprekspunten waren: Kort Durende Opname ( KDO plaatsen) Er komen steeds vaker patiënten ( schatting 50 tot 60 maal per jaar) met een palliatieve zorgvraag die een vorm van respijtzorg nodig hebben ( tussen palliatieve behandelingen in –bv patiënten met hoofd-halstumoren met radiotherapie, patiënten met sondevoeding, specifiek wondzorg hartfalen/sociaal zwakkeren/verwaarlozing) Vaak vindt dan opname op een KDO plaats in ene zorgcentrum plaats. Deze opnames sluiten vaak niet aan bij de vraag van patiënten ( ruimtelijk qua positionering van en de inrichting van de kamer en zorginhoudelijk past de vraag niet bij de zorglogistiek van en zorgcentrum, maar is ook de vereiste
2
deskundigheid t.a.v. de specifieke verpleegkundig zorg niet aanwezig. Afgesproken is dat de organisaties met intramurale voorzieningen intern bespreken en te inventariseren op welke locaties een dergelijk kortdurende opname gerealiseerd kan worden qua ruimte, zorglogisitiek en zorgkwaliteit. Afstemming hospice bedden. In de provincie Groningen zijn verspreid over de 3 netwerken 40 bedden voor palliatieve zorg beschikbaar. Hiermee komt de provincie Groningen boven het landelijk gemiddelde uit ( 6 bedden per 100.000 inwoners ) In vergelijk met 2012 is er een daling van het bezettingspercentage te zien van 25 % De bezetting was in 2012 69 % . in 2013 was de bezetting 44 %. 290 patiënten verbleven gemiddeld 22.4 dagen op een palliatieve unit/hospice. In 2012 waren dit 344 patiënten, met een gemiddelde ligduur van 33.3 dagen T.a.v. deze ontwikkelingen is het volgende te zeggen:
Bij meer dan de helft van de 60 netwerken palliatieve zorg in Nederland zijn signalen zijn over de onderbezetting van de palliatieve units en de bijna thuishuizen. Deze signalen zijn ook bekend bij VWS en de zorgkantoren.
Vanuit huisartsen en thuiszorgorganisaties wordt aangegeven dat de terminale fase van de palliatieve zorg vaak veel korter duurt dan vroeger. Medisch gezien zijn er meer mogelijkheden om mensen langer in beweging te houden/in een conditie te houden waarop men nog enige activiteit kan doen. Palliatieve patiënten blijven nu langer mobiel en zijn i.v.m. met een aantal jaren geleden minder lang bedlegerig. Dat maakt dat de mantelzorg minder snel uitgeput raakt ( het is veel zwaarder een patiënt wekenlang te verzorgen op een hoog laagbed dan een lopende palliatieve patiënt te verzorgen.)
Verbeterslagen bij thuiszorgorganisaties, flexibele inzet, 24 uur zorg thuis en veranderingen bij de mantelzorgintenties en zorgverlofmogelijkheden leiden ook tot een vermindering van aanvragen bij de VPTZ thuiszorgorganisaties Duidelijk is dat de ontwikkeling van een bijna thuis huis in Stadskanaal dan ook niet aansluit bij de zorgvraag zoals deze nu bekend is en zich ontwikkeld. Landelijke beleidsontwikkelingen: Politiek staan er veel veranderingen op stapel. In het POP zijn deze veranderingen zo goed mogelijk gevolgd en getracht is in te schatten wat alle wijzigingen betekent voor de patiënt met een palliatieve zorgvraag en voor de zorgverleners. Het besluit dat de functie begeleiding in de palliatieve zorg in de ( zorgverzekeringswet) ZvW geplaatst is, is met instemming begroet. Echter de onduidelijkheden over de ontwikkelingen in de ouderenzorg en hoe e.e.a zal gaan in de wet langdurige zorg (WlZ) worden als zorgelijk ervaren. In december heeft de staatsecretaris verder duidelijkheid gegeven de ontwikkeling en financiering van de palliatieve zorg Er komt een Nationaal Programma Palliatieve Zorg (NPPZ) dat leidt tot een samenhangende ontwikkeling van 1) zorg 2) onderzoek en 3) onderwijs, in samenwerking met de regionale netwerken palliatieve zorg. Aangrijpingspunt voor het programma vormen de netwerken. Er worden consortia gevormd tussen de 8 universitaire centra en de netwerken palliatieve zorg. Daarnaast zal ook de zorgmodule palliatieve zorg een belangrijke plaats krijgen en zal naar verwachting het instrument worden voor inkoop van goede palliatieve zorg. Het provinciaal palliatief team Groningen. (PPTG ) op 11 oktober vond de start plaats van het provinciaal palliatief team Groningen. Dit gebeurde op een grote werkconferentie in het UMCG ( ca. 400 aanwezigen, onder wie vele artsen en specialisten). Het Provinciaal Palliatief Team Groningen is
3
een initiatief van specialisten van de Ommelander Ziekenhuis Groep, Martiniziekenhuis en UMCG. De visie en uitgangspunten zijn in brede kring ( vertegenwoordigingen van ziekenhuizen, huisartsen, specialisten ouderen geneeskunde, netwerken palliatieve zorg) onderschreven. Het Provinciaal Palliatief Team Groningen wil dat voor alle patiënten in de provincie die in de palliatieve fase zijn er een proactief palliatief zorgplan is, opgesteld door de hoofdbehandelaar (indien nodig met hulp van het consultatieteam), waardoor onder- en overbehandeling voorkomen kan worden, ongeacht de verblijfplaats van de patiënt. Daarnaast streeft het team naar het vergroten van de kennis en vaardigheden van alle betrokken zorgverleners. Door het oprichten van één provinciaal consultteam, waarin deskundigen uit de eerste en de tweede lijn samenwerken, verdwijnt de versnippering in de consultatie en wordt voorzien in een continue brede bereikbaarheid van deskundigheid. Het team is 24 uur per dag en zeven dagen per week bereikbaar zijn. De consulten zullen een keer per maand in een multidisciplinair overleg besproken worden. Hierdoor zal zelfreflectie op de gegeven adviezen plaatsvinden en zullen de gegeven adviezen vanzelfsprekend aan de richtlijnen getoetst worden. Er vindt registratie van de consulten plaats, waardoor trends in de consultvragen en regionale verschillen onderzocht kunnen worden. Het vergroten van kennis en vaardigheden van zorgverleners zal enerzijds gebeuren door de gegeven adviezen en anderzijds door het verzorgen van na- en bijscholingen. Het PPTG heeft van 11 oktober tot 31 december 36 consultvragen binnen gekregen. Het team wordt facilitair ondersteund door IKNL (pr., telefonie, en registratiesysteem) Zon MW. Proactieve zorgplanning: In het kader van het Zon Mw verbeterprogramma palliatieve zorg is subsidie verstrekt voor de invoering van proactieve zorgplanning. In de palliatieve zorg wordt samengewerkt om het proces van zorg en ondersteuning in de palliatieve zorgketen nog hoger van kwaliteit wordt. Daarbij zijn aspecten van vroegtijdig spreken over het naderende levenseinde – ( advanced care planning) en proactieve zorgplanning—waarbij speciaal aandacht voor goed overdracht van beleid tussen organisaties en samenwerking tussen huisarts en thuis belangrijk. In het kader van het Zon Mw project is gewerkt aan scholing van ( huis) artsen en verpleegkundigen, de ontwikkeling van een 4 tal formulieren en de invoering in pilot binnen ziekenhuizen, een verpleeghuis en een aantal huisartsenpraktijken. De formulieren worden bij overdracht vanuit de tweede naar de eerste lijn, meegegeven aan de patiënt. Het Proactieve zorgplan blijft bij de patiënt en wordt bewaard bij het logboek van de Thuiszorg (indien thuiszorg betrokken is). Bij transfers van huis naar het ziekenhuis/verpleeghuis gaat het Proactieve zorgplan mee met de patiënt en meldt de huisarts aan de arts in het ziekenhuis/verpleeghuis dat de patiënt een Proactief zorgplan heeft. Bij transfers van het ziekenhuis naar verpleeghuis c.q. verpleeghuis naar ziekenhuis wordt de arts in verpleeghuis/ziekenhuis telefonisch ingelicht door de behandelend arts, dat de patiënt een Proactief zorgplan heeft. In de projectperiode zijn 32 proactieve zorgplannen gemaakt De initiatiefgroep die de ontwikkeling van het PPTG en de proactieve zorgplanning heeft ontwikkeld, het symposium op 11 oktober heeft verzorgd moet blijven bestaan. Er zijn nog veel inhoudelijke ontwikkelingen nodig praktisch uitgaven en aanscherping van richtlijnen en een goede uitrol daarvan naar huisartsen en ander zorgverleners Belangrijk is dat daar wel een duidelijke structuur voor komt die ook het huidige POP includeert. Het zou kunnen gaan om een stuurgroep met werkgroepen inhoud, pr, pptg, scholing/implementatie. Deze gedachte sluit ook aan bij de uitwerking van het nationaal programma palliatieve zorg. Deze gedachte wordt in 2014 verder uitgewerkt
4
Zorgbelang: 4 maal per jaar vindt er overleg plaats met de vertegenwoordigers van Zorgbelang in de Groningse netwerken. De vacature in netwerk palliatieve zorg Noord Groningen is weer ingevuld, Zorgbelang is nu nog op zoek naar een nieuwe vertegenwoordiger in het netwerk palliatieve zorg Zuidoost Groningen. Publieksvoorlichting: De Groningse netwerken hebben in 2013 gezamenlijk de organisatie van de cafés Doodgewoon opgepakt. Ook dit jaar bleken de avonden (6 avonden op 3 verschillende locaties) een succes. De resultaten waren zo positief dat besloten is deze activiteit ook in 2014 te continueren op 3 locaties. De publiciteit, flyers, posters en persberichten zijn weer gezamenlijk opgepakt A.3. Organisatie: Het bestuurlijke netwerk is 4 maal bijeen gekomen om de voortgang van activiteiten te bespreken en de benodigde besluiten te nemen zodat de werkgroepen scholing, inhoudelijke samenhang en ontwikkeling en de werkgroep publiciteit en publieksvoorlichting uit konden voeren. De vergaderfaciliteiten voor het bestuurlijk overleg werden aangeboden door stichting oosterlengte. De werkgroepen werden gastvrij ontvangen bij Refaja, Oosterlengte en de Ommelander ziekenhuisgroep locatie st Lucas. Het duovoorzitterschap en de netwerkcoördinator waren verantwoordelijk voor het voorbereiden en afhandelen van vergaderingen, bewaken en stimuleren van de voortgang van de werkzaamheden. Het werkplan van 2013 werden hierbij als leidraad gebruikt. Verder werden de voornemens voor 2014 vastgelegd in een nieuw werkplan wat met begroting bij VWS is ingediend Via de subsidieregeling van VWS was het mogelijk uren t.b.v. de netwerkcoördinatie en ondersteuning in te zetten. Deze uren werden ingevuld door Wil Hoek. Daarmee was onder meer de voorbereiding en verslaglegging van de netwerkvergaderingen, werkgroepen en scholingen gewaarborgd. Daarnaast voorzag de subsidieregeling van VWS ook in de vergoeding van organisatiekosten van Netwerkactiviteiten (t.b.v. pr, scholingsactiviteiten en de kosten voor het café Doodgewoon) A.4. Communicatie: De werkzaamheden van het netwerk zijn alleen dan effectief als er een goede terugkoppeling plaats kan vinden binnen de aangesloten organisaties—alleen dan kunnen afgesproken werkwijzen daadwerkelijk ingevoerd worden. Het aspect borging is dan ook speerpunt. Afgesproken is dat elke organisatie gaat werken met aandachtsvelders palliatieve zorg. Dit zijn medewerkers binnen de organisatie die als taak krijgen als vraagbaak te dienen voor hun collega’s op de werkvloer en kennis over de palliatieve zorg ook actief uit te dragen. Belangrijk daarbij is dat management en leidinggevenden deze inspanningen actief ondersteunen en stimuleren. Binnen de werkgroep pr wordt naast de aandacht voor externe contacten, ook tijd besteed aan voorstellen voor een goede terugkoppeling via de interne communicatielijnen. De vraag hoe de organisaties er voor kunnen zorg dat medewerkers op de werkvloer de interne kennisbronnen ( aandachtsvelders, intranet, folders en protocollen) makkelijk weten te vinden en te gebruiken is binnen de interne werkgroepen palliatieve zorg van elke organisatie nu geagendeerd en leidt tot interne verbeteringen. Een suggestie hierbij is om een duidelijke tekst over wat palliatieve zorg inhoudt duidelijk op de eigen website te plaatsen met verwijzing naar contactpersonen binnen de organisatie. De werkgroep publiciteit en publieksvoorlichting heeft de opdrachten t.b.v. de externe contacten uitgevoerd ( flyers en posters
5
zijn verspreid t.b.v. de avonden van Cafe Doodgewoon, maandelijks zijn ook persberichten verstuurd en op verzoek meegewerkt aan uitzendingen van de plaatselijke/regionale radiozenders. T.a.v. de informatieverstrekking aan mantelzorgers zorgen de partners Rzijn en Welstad voor de verspreiding van relevante informatie ( bv de brochure vroegtijdig spreken over het overlijden) Vanuit het netwerk is in het verslagjaar voor aandachtsvelders 3 maal een nieuwsbrief uitgegeven, waarin actuele informatie, nieuwe richtlijnen, discussies en scholingen werden aangereikt. Voor zowel het hospice Sint Maarten als de beide VPTZ organisaties blijft actueel hoe de mogelijkheden van deze organisaties goed in beeld te houden van huisartsen, thuiszorg en andere verwijzers, naast de noodzaak ook het brede publiek blijven te informeren. Website Het netwerk heeft een eigen website www.netwerkpalliatievezorg.nl/zuidoostgroningen Deze website is in het verslajaar ingrijpend vernieuwd. Naast het zorgaanbod wordt via deze site relevante informatie over palliatieve zorg in de regio opgenomen. Afgesproken, maar nog niet uitgevoerd is dat de participerende zorgaanbieders op de eigen website een link maken met de website van het netwerk palliatieve zorg Zuidoost Groningen. De website heeft in het verslagjaar 852 bezoekers gehad, een stijging van 5 %. Cafe Doodgewoon Het netwerk heeft in het verslagjaar 6 publieksavonden georganiseerd onder de naam Café Doodgewoon. Met de organisatie van het Café Doodgewoon is er periodiek een informele ontmoetingsplek, waar onderling ervaringen uitgewisseld kunnen worden, maar ook aandacht is voor informatieverstrekking en verder verdieping in thema’s rond het levens einde. De activiteiten van de Cafés Doodgewoon zijn bedoeld voor een breed publiek—geïnteresseerde burgers, mantelzorgers, vrijwilligers, patiënten, maar ook mensen die zelf werkzaam zijn in de zorg. De rode draad bij de 6 bijeenkomsten was in 2013: “in gesprek gaan”. Wat “zegt” de stervende zelf, hoe is de symbooltaal te begrijpen. Wat zeg je als buurman, collega. Het meelopen als mantelzorger met het stervensproces van een dierbare. Praten als hulpverlener met de patiënt over het levenseinde. Wilsverklaringen “De wilsverklaring van de patiënt telt!”. En als samenbindend element de Film—Gewoon Dood. Gemiddeld waren er op Gemiddeld waren er op de avonden 30 bezoekers. De avonden werden in het verpleeghuis Old Wolde in Winschoten georganiseerd. De avonden werden publicitair ondersteund door posters, jaarkalenders en maandelijkse persberichten. In het verslagjaar is de derde landelijke de brochure Pal voor U uitgegeven en ook in de regio van het netwerk wijd verspreid. B.1- de inhoud, overdracht en continuïteit van zorg, de afstemming, samenhang en coördinatie in het zorgaanbod De zorgmogelijkheden m.b.t. palliatieve zorg zijn geplaatst op de website van het netwerk. Dit zorgaanbod is tevens gelinkt aan het programma kies beter. Het zorgaanbod is weer herijkt en veranderingen zijn verwerkt.
6
De werkgroep Inhoudelijke ontwikkeling en samenhang heeft als taak inhoudelijke verbeterpunten/invoering nieuwe werkwijzen af te stemmen en te ondersteunen. De werkgroep ( 8 deelnemers ) wordt gevormd door Inhoudelijke deskundigen uit thuiszorg, ziekenhuis en zorggroepen. Deze deskundigen hebben zicht op de ontwikkelingen in de eigen organisaties en zodanig gezag /positie dat men veranderingen binnen de eigen organisaties kunnen aanjagen. Eerste aandachtspunten waren: het bewaken van de stand van zaken t.a.v. de afgesproken interne verbeterpunten, de invoering van het zorgpad stervensfase, nazorg en klanttevredenheid. Afgesproken was dat alle betrokken organisaties ook intern de verbeterpunten t.a.v. de coördinatie en kwaliteit van palliatieve zorg in kaart zou brengen en zouden aanpakken. Elke organisatie had als speerpunt de rol en taken van aandachtsvelders te borgen binnen de organisatie. Duidelijk is dat de scholing van aandachtsvelders de start is gebleken van een complex proces van borging van de rol en taken van aandachtsvelders. Ervaringen leren dat voor daadwerkelijke borging—dus dat de kennis van de aandachtsvelders op de werkvloer echt gebruikt, ingezet uitgedragen kan worden niet vanzelfsprekend gaat. Dit vraag om een duidelijke visie vanuit het management, structurele aandacht, coördinatie, sturing en zorgvuldige communicatie met alle geledingen in de organisatie. Daarnaast zijn de benodigde randvoorwaarden ( tijd en ondersteuning van de directe leidinggevende) essentieel. In de Blanckenbörg hebben de aandachtsvelders hun plaats en positie op de afdelingen gevonden en hebben duidelijke taken en aansturing—borging is goede geregeld. In de Blanckenbörg wordt gewerkt met het zorgpad . Dit zorgpad wordt komend jaar opgenomen in het elektronisch dossier. De aandachtsvelders komen 2 a 3 keer per jaar bijeen o.l.v. een teamleider, tevens coordinator van de aandachtsvelders Binnen de Ommelander Ziekenhuis Groep (OZG) is een commissie geïnstalleerd voor de palliatieve zorg. In deze commissie zitten een longarts en een internist, de pijnverpleegkundige, een oncologieverpleegkundige, 2 aandachtsvelders palliatieve zorg en twee afdelingshoofden. De eerste doelen zijn het opzetten van het beleid palliatieve zorg binnen de OZG, het oprichten van een palliatief consultteam voor eigen specialisten en zorgverleners en participatie in het provinciaal palliatief team Groningen. Twee verpleegkundigen zijn gestart met de post-HBO opleiding palliatieve zorg om ook op die manier inzetbaar te zijn binnen de provincie. De verkenning of het niet gewenst is om ingestuurde patiënten met een palliatieve zorgvraag ( vaak extra inspanningen t.a.v. goed symptoommanagement) niet op één afdeling /unit te centreren zijn nog niet afgerond. Nadeel van de huidige situatie is dat deze patiënten verspreid over alle afdelingen en is er wel aandacht voor de behandeling van het symptoom, maar niet specifiek vanuit een palliatieve optiek. Elke organisatie heeft aangegeven de zorgdoelen uit het ZS in te willen voeren in het eigen werkproces. Binnen de locatie Delfzicht van OZG is het werken met het ZS nu op alle afdelingen ingevoerd. Ook dit jaar is het werken met het ZS uitgerold op locatie st. Lucas van OZG in Winschoten. Binnen TSN wordt een ombuiging gemaakt naar kleine zelfstandige teams. De wijze waarop de aandachtsvelders palliatieve zorg daarin een plek krijgen (Het zal gaan om 1 aandachtsvelder palliatieve zorg voor 3 teams) is in onderzoek evenals de vraag hoe de invoering van het werken met het ZS nu verder gerealiseerd moet worden. Aandachtsvelders palliatieve zorg worden door de
7
teamleden gevraagd bij palliatieve zorg situaties. De aandachtsvelders palliatieve zorg worden gecoacht door de gespecialiseerd verpleegkundige palliatieve zorg; onder haar leiding zijn er 2 maal per jaar intervisiebijeenkomsten; De aandachtsvelders palliatieve zorg hebben een budget om specifieke scholing te volgen. Daarnaast bezoeken de aandachtsvelders palliatieve zorg de follow-up scholing van het palliatief netwerk. De palliatief verpleegkundigen verzorgen vraag gestuurde scholing aan de teams en werken aan borging van een scholingsaanbod binnen het zorgcollege van TSN. Nazorg is bij TSN een aandachtspunt. Na afsluiting van de zorg wordt een afrondend huisbezoek gebracht door de eerstverantwoordelijk verpleegkundige. De wens om meer te bieden aan nazorg is aanwezig en soms zeer gewenst maar daarvoor is helaas geen indicatie beschikbaar. De wijkverpleegkundige kan doorverwijzen naar huisarts, het Behouden Huys of rouwgroepen St. Oosterlengte. De managers van verpleeghuis, thuiszorg en zorgcentra ( 3 personen) stemmen de borgingsafspraken met elkaar af. Belangrijk is hierbij dat ook de direct leidinggevende van de aandachtsvelders goed geïnformeerd worden. De thuiszorg en zorgcentra moeten nog een inhaalslag maken. Zowel wat scholing als positionering van aandachtsvelder betreft. Besloten is te werken met 3 groepen aandachtsvelder ( voor verpleeghuis, thuiszorg en zorgcentra aparte overleggen. De verschillen tussen de aandachtsvelders in de verschillende werksituaties werden als zo groot ervaren dat een overleg met alle aandachtsvelders niet vruchtbaar bleek te zijn. De praktische aansturing en ondersteuning is de taak van de kwaliteitsmedewerker. Bij het intern overleg wordt nu ook de input van de deelnemers aan de werkgroepen pr en inhoudelijke zorg en samenhang betrokken. In het najaar bleek de manager en tevens lid en voorzitter van de stuurgroep van het netwerk palliatieve zorg wegens verschil van inzicht niet meer actief te zijn. Naar wie nu de informatie uit stuurgroepen en werkgroepen moet worden teruggekoppeld is nog niet duidelijk. BCM: Het blijft lastig om goede de vaart er in te houden. Er zijn 5 aandachtsvelders, maar deze zijn ook bezig met vervolgopleidingen en daardoor komen de initiatieven die van aandachtsvelders verwacht worden toch wat in de knel. Buurtzorg. Duidelijk is nu wie aandachtsvelder zijn, in het najaar hebben deze allemaal nog de scholing voor aandachtsvelder gevolgd. Daarmee heeft dan elk team een aandachtsvelder palliatieve zorg die dan ook het voortouw neemt bij de zorg voor cliënten in de palliatieve zorgzame, kennis wordt dan verspreid als meewerken voorvrouw. Zgmeander heeft nu een interne stuurgroep, bestaande uit de vertegenwoordiger in de stuurgroep van het netwerk en de deelnemers in de werkgroepen. Aandachtsvelders krijgen steeds duidelijke beeld wat hun taak en rol is, Door de interne bijeenkomsten is er nu meer structuur tevens leert men elkaar kennen. Er ontstaat meer ruimte en draagvlak voor de aandacht voor palliatieve zorg. Aandachtsvelders worden zichtbaarder, ook door zelf actief bij team overleggen aan te schuiven, zo leren medewerkers de aandachtsvelders kennen. In de werkgroep inhoudelijke ontwikkelingen is duidelijke geworden dat de taak actief kennis verspreiden over palliatieve zorg heel verschillend gebeurt. Het kan door goede toelichtingen te
8
geven bij overdrachten en in het zorgdossier. Het kan ook door op een coachende manier een goed voorbeeld geven hoe te signaleren en te kijken of comfort bereikt wordt, bv gebruik van Balance gel voor goede mondverzorging, Een andere mogelijkheid is via klinische lessen. Proactieve aanpak is hierbij belangrijk. Het actief bezoeken van team overleggen, dit periodiek herhalen maakt je zichtbaar als aandachtsvelder. Zowel uit de nieuwsbrieven als in de verschillende artikelen blijkt veel informatie gericht te zijn op de vraagstukken t.a.v. het vroegtijdig spreken over het overlijden; moeten alle behandelingen altijd die mogelijk zijn; voorkomen van onnodige opnames in ziekenhuizen. Zowel vanuit de beroepsgroepen van artsen, V&V, als ook patiënt perspectief wordt deze discussie aangezwengeld. Belangrijke vraag voor elke organisatie is dan ook. Hoe borg je deze aspecten goed in je werkproces. Duidelijk is dat goed en regelmatig overleggen met cliënt/bewoner, maar ook met contactpersoon van de familie belangrijk is. Daarnaast ook goed vastleggen van zorgdoelen en besluiten t.a.v. behandeling (wel/niet reanimeren, wel/niet meer opname in het ziekenhuis) is essentieel. Goede gespreksvoering is belangrijk, maar ook de inzichten van STEM (mensen zijn verschillend en vragen dan ook om verschillende manieren van benadering. Zorgverleners, maar ook contactpersonen namens de familie zijn voor 80 % proactieve mensen. terwijl van de totale bevolking slechts 18% proactief is ) blijken belangrijk. De integratie van al deze items in een proactief zorgproces, waar vroegtijdig met cliënten en familie gesprekken wordt over het naderende levenseinde, de keuzes en waarden die daarbij belangrijk zijn. Dit alles moet omgezet en vastgelegd worden in duidelijke zorgdoelen in het zorgdossier. Een lastig vraagstuk, omdat hierbij deels aan e.e.a gebeurt, er al werkprocessen zijn, maar bij deze werkprocessen veel te verbeteren is. Daarbij is ook de vraag relevant, wat er nodig is aan competenties om de benodigde verbeterslagen te maken. ( goede gespreksvoering,). Hoe deze gewenste ontwikkeling om te zetten in concrete actie punten voor de werkplannen de komende jaren. B.2-scholing en deskundigheidsbevordering De werkgroep scholing/deskundigheidsbevordering heeft in het verslagjaar aandacht besteed aan de vraag van vervolgscholing voor de aandachtsvelders. De werkgroep scholing van het netwerk organiseert complementair aan de activiteiten van de “eigen” organisatie vervolgscholingen. Om dit goed te kunnen doen moet de werkgroep scholing gevoed worden door de coördinatoren van de aandachtsvelders ( deze weten precies waar de knelpunten bij de aandachtsvelders liggen). De werkgroep scholing wordt dan ook deels gevormd door de coördinatoren van de aandachtsvelders. Een belangrijk punt voor de werkgroep scholing is dat de borging en ondersteuning van aandachtsvelders binnen de organisaties. Daarbij is zeker de ondersteuning van de directe leidinggevende essentieel. In het verslag jaar zijn i.s.m. de andere Groningse netwerken 5 cursussen voor aandachtsvelders georganiseerd. Aan deze cursussen konden ook medewerkers uit de andere netwerken palliatieve zorg in Groningen mee doen. Er waren 88 deelnemers en de waardering over de cursussen varieerde tussen 7.8 en 8.5. In het jaar een drietal symposia t.w.
9
17 april organiseerde de werkgroep in verpleeghuis van Zgmeander in Veendam het Symposium STEM – Sterfstijlen, 85 aanwezigen en een waardering van 7.9
19 september i.s.m. Monuta organiseerde het netwerk het symposium De laatste zorg Er waren 79 deelnemers en een waardering van 7.9
11 oktober het symposium in UMCG, met centraal de thema’s proactieve zorgplanning en het provinciaal palliatief team Groningen Met de toetreding van UMCG tot het netwerk palliatieve zorg Groningen centraal is ook de stap gezet om samen te werken aan een samenhangend scholingspakket voor alle beroepsgroepen. In verband met de gewenste accreditatie zullen de scholingen onder auspiciën van het Wenckenbachinstituut en het Van Swieteninstituut georganiseerd worden Voor de verpleging en verzorging is de opzet gereed. Het gaat om een basisscholing palliatieve zorg voor zorgkundige van 12 uur en een basisscholing voor verpleegkundige van 16 uur. Daarop volgend is er de scholing voor aandachtsvelders ( 20 uur). Een cursist kan alleen instromen in de scholing voor aandachtsvelders als één van de basisscholingen is gevolgd of er aantoonbaar voldoende kennis is over palliatieve zorg. Een extra criterium is dat de medewerker door de organisatie voorgedragen is als aandachtsvelder en er dan ook de verwachting is dat de medewerker de juiste competenties heeft om als aandachtsvelder te functioneren. Het voorstel is in alle netwerken en werkgroepen scholing besproken en geaccepteerd. Nu moeten de condities waaronder de scholingen georganiseerd worden met de beide scholingsinstituten besproken worden, de pool van docenten gevormd en geïnstrueerd worden. De verwachting is dat de nieuwe aanpak medio 2014 van start kan gaan. De netwerken palliatieve zorg in Groningen hebben 3 maal een nieuwsbrief uitgebracht, speciaal voor de aandachtsvelders uit de aangesloten organisatie (oplage 250). B.3-de consultatie –en adviesstructuur Consultatie- en adviesstructuur. Vanuit TSN en de Ommelander Ziekenhuis Groep zijn medewerkers betrokken bij het Provinciaal Palliatief Team Groningen (PPTG). B.4-afstemming van vraag en aanbod Er is in 2013 geconcludeerd dat het aanbod van palliatieve zorgplekken aansluit bij de vraag aan zorg van terminale patiënten en hun naasten. Er moet opgelet worden dat er geen onderbezetting ontstaat. En heel terughoudend naar nieuwe initiatieven gekeken worden. Het hospice st. Maartenhuis ( 2 kamers) heeft in 2013 14 cliënten opgenomen. Het gaat om een totaal van 577 ligdagen en een gemiddelde lig duur van41.5 dagen. Dit alles leidt tot een bezetting van 79 %. In verpleeghuis Old Wolde ( 6 kamers) zijn in 2013 18 cliënten met zzp 10 opgenomen. Het gaat om een totaal van 630 ligdagen en een gemiddelde lig duur van 35 dagen. Dit alles leidt tot een bezetting van 34 %. In verpleeghuizen van Zgmeander ( Stadskanaal en Veendam 4 kamers) zijn in 2013 27 cliënten opgenomen. Het gaat om een totaal van 520 ligdagen en een gemiddelde ligduur van19.2 dagen. Dit alles leidt tot een bezetting van 35.6 %. De stichting VPTZ Oost Groningen (Vrijwilligers Palliatieve Terminale |Zorg ) is werkzaam binnen netwerk Oost en Zuid en heeft nu 32 geschoolde vrijwilligers. In het verslagjaar is 32 maal een beroep gedaan op deze vrijwilligers. In Vlagtwedde en Stadskanaal is de tweede groep van 23 vrijwilligers werkzaam.
10
Deze groep valt onder het steunpunt mantelzorg van Welstad. Er zijn 45 aanvragen voor respijthulp (chronisch zieken en terminale zorg) binnen gekomen uit de plaatsen Vlagtwedde en Stadskanaal. Een herhaling van het verzoek van de stichting hospice i.o. Stadskanaal om toe te mogen treden tot het netwerk ( over nut en noodzaak zijn een aantal gesprekken gevoerd) is ook dit jaar niet gehonoreerd. Partners in het netwerk zijn zorgaanbieders die een zorgaanbod voor palliatieve zorg hebben of een zorgaanbod willen ontwikkelen wat er nog niet, of onvoldoende aanwezig is. De st Hospice Stadskanaal heeft niet inzichtelijk gemaakt dat de door hen beoogde voorziening bijdraagt aan een gewenste differentiatie van zorgaanbod, wat aansluit bij zorgvragen in de regio.
W/H vastgesteld februari. 2014
11