PRAKTISCHE GIDS VOOR DE RENOVATIE EN DE DUURZAME CONSTRUCTIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE20 -
DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER VERBETEREN Sanitair warm water verwarmen, verdelen en aftappen, rekening houdend met het aftapprofiel, het comfort en de energetische efficiëntie van de installatie
PRINCIPES BENADERING In een woongebouw schommelt het energieverbruik voor de productie van sanitair warm water (SWW) tussen 10 en 20% van het totale energieverbruik van het gebouw. Maar er komt meer kijken bij sanitair warm water dan het energieverbruik nodig voor haar productie en distributie. Het warmwaterverbruik rationaliseren is ook de drinkwaterreserves beschermen. DOELSTELLING
Minimaal De eerste energiebesparing die we kunnen leveren inzake sanitair warm water is het verbruik ervan beperken. De besparing van drinkwater valt dan samen met de besparing van energie. We kunnen het verbruik van warm water verminderen door: o o o
de aftappunten voor warm water, evenals hun geografische ligging ten opzichte van de productie, verstandig te kiezen, zuinige kranen (met laag debiet) te kiezen lekken te voorkomen.
De aspecten die het waterverbruik moeten beperken, worden gedetailleerd besproken in een afzonderlijke fiche “Rationeel omspringen met water” (link onderaan in deze fiche). In deze fiche komen de energieaspecten van de sanitair warmwaterproductie aan bod.
Aangeraden Het doel is het nodige sanitair warm water produceren met een zo groot mogelijk rendement en een zo klein mogelijke uitstoot van vervuilende stoffen. Een minimale impact op het milieu wordt verkregen door: o o o o o
de SWW-productieplaats zo centraal mogelijk te kiezen. warmteproductie met hoog rendement te kiezen, zoals gasgestookte condensatiesystemen, de opslagvolumes te beperken en heel goed te isoleren, de distributiekringen te beperken en goed te isoleren, eventueel gebruik te maken van een hernieuwbare energiebron, zoals de zon of biomassa.
Toch blijft de keuze van het systeem voor warmwaterproductie in feite vaak een compromis tussen de investering, de energetische efficiëntie en het gewenste comfort. Ze hangt ook sterk BLADZIJDE 1 VAN 10 – DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER VERBETEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE GIDS VOOR DE RENOVATIE EN DUURZAME CONSTRUCTIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE20 -
af van de keuze van het verwarmingssysteem. Zich verwarmen met een warmtepomp bijvoorbeeld maakt elektriciteit nagenoeg onontbeerlijk voor de sanitaire productie als men weet dat warmtepompen die gedimensioneerd zijn voor de verwarming van lokalen, geen water op hoge temperatuur kunnen produceren. Als de verwarming gebeurt met een condensatieketel, zal men eerder voordeel halen uit deze prestatiegerichte technologie door ze te combineren met sanitaire productie. Hetzelfde geldt voor een houtverbrandingsketel.
KEUZE-ELEMENTEN TECHNISCHE ASPECTEN > Aftappunten die weinig warm water verbruiken Kraanwerk met een laag debiet, dat heel snel de gewenste temperatuur kan leveren (een thermostatische mengkraan bijvoorbeeld) en dat de afname kan controleren op basis van de aanwezigheid van de gebruiker (drukknop voor openbare douches bijvoorbeeld), geniet de voorkeur. Het gebruik van mengkranen die dreigen onnodig in de warmwaterstand te blijven staan, wordt ook afgeraden. Mengkranen met twee grepen moeten de voorkeur krijgen. Er bestaan ook kranen met blokkering die het debiet beperken per plateau zodat op het moment zelf enkel het noodzakelijke waterdebiet wordt gebruikt. Andere mogelijkheden om het verbruik van warm en koud water te beperken, zijn gedetailleerd beschreven in een afzonderlijke fiche.
> Centrale of locale productie? Architecturale en technische gevolgen Om distributieverliezen te beperken, plaatst men de productie het best in de nabijheid van zoveel mogelijk gegroepeerde aftappunten. In woningen is een oplossing hiervoor het boven elkaar plaatsen van keukens en badkamers. Voor geïsoleerde en verre aftappunten moet een gedecentraliseerde productie in de nabijheid van deze punten de voorkeur krijgen. Zo wordt een grote distributiekring voor maar enkele gebruikers vermeden. Dit kan met modulerende bereiders op gas type “met luchtgat”. Zij geven goede resultaten op het vlak van nuttig productierendement en comfort.
BLADZIJDE 2 VAN 10 – DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER VERBETEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE GIDS VOOR DE RENOVATIE EN DUURZAME CONSTRUCTIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE20 -
> Productie combineren met de centrale verwarmingsketel of niet? Architecturale en technische gevolgen Als het nominale vermogen voor het sanitair warm water kleiner is dan 30% van het vermogen van een warmteproductiemodule voor de verwarming van het gebouw, moet de ontwerper de installatie overwegen van een speciaal voorziene productie (dit wil zeggen specifiek voor sanitair warm water en onafhankelijk van de verwarmingsinstallatie) voor de verwarming van het sanitair warm water. De begininvestering voor deze oplossing is wel duurder. Als de centrale verwarmingsketel gebruikt wordt voor de productie van warm water, moet men erop letten dat de prestaties van de ketel niet verslechteren door de bereiding van water op hoge temperatuur. Dit kan door een aangepast systeem te kiezen. Men kan bijvoorbeeld kiezen (voor de gemiddelde vermogens) voor een condensatieketel met 2 retours, een lage temperatuurretour voor het verwarmingscircuit en een hoge temperatuurkring voor de sanitaire boiler.
In het geval van een gecombineerde productie met een doorstroomboiler (bijvoorbeeld een muurketel) is het mogelijk om de condensatie te exploiteren vanaf het sanitair warm water door te kiezen voor een ketel met een overgedimensioneerde sanitaire warmtewisselaar (bijvoorbeeld, een ketel die werkt met een retourtemperatuur rond 45°C). De regeling van het systeem omvat een “sanitaire voorrang” die de temperatuur van de ketel enkel opnieuw doet stijgen als er sanitair water wordt gevraagd. MILIEUASPECTEN > Energiedrager Bij het kiezen van de energiedrager vermijdt men het best elektrische bereiders (middelmatig rendement van de centrales en hoge prijs per kWh), behalve voor alleenstaande aftappunten die erg weinig water verbruiken; men kan dan kleine elektrische producties overwegen die voorzien zijn van een klein reservoir (in een kitchenette voor het afwassen van kopjes bijvoorbeeld). Bij dergelijke elektrische toestellen (5 tot 10-15 liter water maximum) beperkt een lokale klok de periode van temperatuurbehoud en dus het energieverlies. Deze miniboilers zijn immers vaak minder goed geïsoleerd dan de grote boilers. Voor wat de fossiele brandstof betreft, geeft gas voor eenzelfde energieverbruik 20% minder uitstoot van CO2 dan stookolie. In het kader van duurzame architectuur zijn thermische zonnepanelen natuurlijk aangeraden. In het algemeen stelt men dat zonne-energie 30 tot 50% van de sanitaire warmwaterbehoefte kan dekken. Voor meer details verwijzen we naar de fiche over zonneboilers. > Energetische impact van de opslag In de onderstaande tabel kunnen we aan de hand van de seizoensrendementscijfers van het VITO (Vlaams Technologisch Onderzoek) in het kader van een diagnose van een huishoudelijke installatie (programma SAVE BELAS), de impact nagaan van het al dan niet opslaan van sanitair warm water. We zien dat: o de doorstroomboiler, al dan niet gecombineerd met een gasketel voor de verwarming, het beste rendement (90%) biedt, omdat er geen verlies is door opslag. BLADZIJDE 3 VAN 10 – DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER VERBETEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE GIDS VOOR DE RENOVATIE EN DUURZAME CONSTRUCTIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE20 -
o o
gasaccumulatoren minder goed presteren dan doorstroomboilers vanwege de opslagverliezen (69 tot 83%). de keuze van een voorraadvat verbonden met een verwarmingsketel een rendement van 41 tot 83% biedt. Het beste rendement werd bereikt door de combinatie van een nieuwe ketel met een voorraadvat in hetzelfde omhulsel met een goede isolatie (10 cm), en werkend op glijdende temperaturen (temperatuur van het verwarmingswater geregeld op basis van de buitentemperatuur voor de verwarming).
Rendement 2,5 cm
5 cm
10 cm
46 %
52 %
56 %
61 %
69 %
74 %
69 %
78 %
83 %
41 %
48 %
54 %
54 %
64 %
72 %
61 %
72 %
81 %
90 %
90 %
90 %
Warmwaterreservoir op gas
69 %
78 %
83 %
Warmwaterreservoir op elektriciteit
76 % (29% primaire energie)
78 % (33% primaire energie)
93 % (35% primaire energie)
Dikte van de isolatie van het vat Oude ketel met constante T° Nieuwe ketel met constante T°
Met verwarmingsketel verbonden voorraadvat (1 Nieuwe ketel met gezamenlijk glijdende T° omhulsel) Met Oude ketel met verwarmingsconstante T° ketel nieuwe ketel met verbonden constante T° voorraadvat (2 nieuwe ketel met afzonderlijke glijdende T° omhulsels) Doorstroomboiler op gas (al dan niet gecombineerd met verwarming) met elektronische ontsteking
Berekening op basis van de volgende veronderstellingen: jaarlijkse vraag naar SWW: 43 liter/pers./dag aan 40°C voor een gezin van 4 personen, eventueel o pslagvolume van 150 liter en gemiddeld rendement van de elektriciteitsproductie in België: 0,38
We wijzen eveneens op het belang voor het energieverbruik van een niet-permanente waakvlam bij waterverwarmers en badgeisers. Dit wordt belangrijker naarmate het verbruik van warm water kleiner is. De plaats van een boiler kan eventueel helpen de verliezen 's winters doorheen de mantel te recupereren. Dit kan bijvoorbeeld met een boiler in een hoek van de keuken. Als de radiator in deze ruimte voorzien is van een thermostaat, vormen de verliezen van de boiler een nuttige bijverwarming tijdens het verwarmingsseizoen (ongeveer 250 dagen per jaar). ECONOMISCHE ASPECTEN > Kostprijs van sanitair warm water Enkele ordes van grootte: o
1 liter water van 40°C kost tussen 0,2 en 0,45 €ct aan energie (gas of stookolie, al naar gelang de efficiëntie van het productiesysteem) en 0,3 €ct aan water, ofwel 0,5 tot 0,75 €ct in totaal.
BLADZIJDE 4 VAN 10 – DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER VERBETEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE GIDS VOOR DE RENOVATIE EN DUURZAME CONSTRUCTIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE20 -
o
o
Een douche van 5 minuten met een spaarkop verbruikt 40 liter warm water en 1,7 kWh gas, voor een totale factuur (water inbegrepen) van 0,20 €. Ter vergelijking: een bad van 100 liter zorgt voor een gasverbruik van 4,2 kWh en een factuur van 0,50 €. Een rendabele vaatwasmachine verbruikt 8 tot 15 liter warm water in vergelijking met een veertigtal liter voor dezelfde vaat met de hand (maar de vergelijking van de kostprijs en de impact op het milieu moet rekening houden met de efficiëntie van de beide productiesystemen, namelijk altijd elektrisch voor de afwasmachine, en idealiter op zonne-energie, en dikwijls gas voor het tapwater...)
> Aftappunten Zuinige wateraftappunten kunnen meer kosten, maar dat is niet altijd het geval. Een douche moet bijvoorbeeld niet meer kosten dan een badkuip. Op sommige wastafels geen warm water voorzien, is ook een besparing. De rendabiliteit van een systeem ten opzichte van een ander moet rekening houden met de kostprijs van de energie maar ook van het water. > Systemen Op het vlak van investeringen: o het centraliseren van de SWW-productie en het combineren ervan met het verwarmingssysteem is vaak economisch interessanter dan het toevoegen van gedecentraliseerde productiesystemen. Toch kan het energieverbruik op termijn groter zijn. Elk ontwerpproject is bijna een uniek geval, het is dus moeilijk om de terugverdientijd van de investering te beoordelen. o een doorstroomboiler is minder duur qua investering dan een productie met opslag. Hij is theoretisch ook zuiniger in het verbruik (door het betere rendement), maar kan problemen geven qua comfort. > Distributie Hoe groter het distributiecircuit, hoe groter het verlies, en dus ook de exploitatiekosten. Het isoleren van alle verliesoppervlakken heeft een terugverdientijd van minder dan een jaar. Zelfs binnen in het gebouw moet de distributiekring geïsoleerd worden (in de zomer kan het warmteverlies van de leidingen niet van nut zijn voor de verwarming van het gebouw).
Twee voorbeelden: o
o
een met 5 cm mineraalwol geïsoleerd voorraadvat van 300 liter verliest 760 kWh per jaar (ongeveer 38 €/jaar). Met 10 cm isolatie bedraagt het verlies 390 kWh per jaar (ongeveer 20 €/jaar). 1 m niet-geïsoleerde distributiekring van 1’’ (1 duim = diameter van 34 mm of DN 25) verliest 374 kWh per jaar (de kostprijs van dat verlies is ongeveer 20 €/jaar). Als de leiding geïsoleerd is (isolatiemateriaal met lambda = 0,04 W/m.K en 2 cm dikte) wordt het energieverlies beperkt tot 100 kWh per jaar, goed voor een financiële winst van ongeveer 15 €/jaar.
MAATSCHAPPELIJKE EN CULTURELE ASPECTEN > De mentaliteit veranderen Hebben wij altijd warm water nodig? Op sommige plaatsen valt dat nog wel eens te bekijken. Warm water is bijvoorbeeld niet absoluut noodzakelijk voor wastafeltjes in toiletten (privé of openbaar). Ook sommige “traditionele” toepassingen van warm water, zoals bijvoorbeeld voor het onderhoud van vloeren, kunnen in vraag worden gesteld. BLADZIJDE 5 VAN 10 – DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER VERBETEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE GIDS VOOR DE RENOVATIE EN DUURZAME CONSTRUCTIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE20 -
> En de gezondheid? Vandaag de dag moet van bij het ontwerp van de installatie voor warmwaterproductie rekening worden gehouden met de legionellaproblematiek: o
o
o
Productie en opslag van sanitair warm water: legionella is niet bestand tegen hoge temperaturen. Het systeem voor warmwaterproductie moet dus permanent water van 60°C leveren. Geef ook de voorkeur aan doorstroombo ilers. Als men water moet opslaan, kiest men best voor gemakkelijk toegankelijke en inspecteerbare boilers om het onderhoud ervan te vereenvoudigen. Voor de distributie: stilstaand water is ideaal voor de woekering van legionella. Men moet er dus voor zorgen dat het distributienet ontworpen is volgens de geldende regels van de goede praktijk: • Kies voor materiaal dat de kans op de vorming van een biofilm beperkt en dat bestand is tegen corrosie (verkies vooral koper boven gegalvaniseerd staal). • Plaats een luscircuit op het sanitair warmwaternet. Dat houdt het water op 5055° tot aan de afneempunten. • Zorg er daarentegen wel voor dat de temperatuur van de koudwaterkring nooit hoger is dan 25°C. • Isoleer de installaties en schaf alle dode armen af: men bespaart energie en beperkt de kans op het ontwikkelen van legionella. • Voorzie het net van thermometers waarmee gevoelige punten vlot kunnen worden gecontroleerd. • Plaats aftapkraantjes op de kritieke plaatsen. Op de afneempunten: meng het water zo dicht mogelijk bij het afneempunt (maximumtemperatuur 40°) en voorzie de douches bij voorkeur van thermostatische kranen.
> En het comfort? Comfort heeft meerdere aspecten: o o
o
De stabiliteit van de gewenste watertemperatuur, die in verband staat met de kwaliteit van de regeling van de sanitaire warmwaterproductie. De wachttijd, die maar voor een bepaald aftappunt en niet voor een volledige installatie kan worden beoordeeld. Die is afhankelijk van de geometrie van de distributie tussen de warmwaterproductie en het betreffende aftappunt. Een te lange wachttijd heeft als gevolg dat een bepaalde hoeveelheid koud of lauw water ongebruikt in de goot terechtkomt. De ecologische verspilling is duidelijk. De wachttijd moet ook beoordeeld worden op basis van het aftappunt. Voor een bad bijvoorbeeld waarin de gebruiker 90 liter water van 39°C wil laten lopen, is het geen v erspilling als hij eerst 12 liter kouder water moet laten lopen, dat nadien met de volgende 78 liter water van iets meer dan 40°C wordt gemengd. Dit geldt natuurlijk niet voor een wastafel waar men een halve liter water van 35°C nodig heeft. Als de gewenste temperatuur niet wordt verkregen (onafhankelijk van de tijd): dit heeft te maken met een gebrek aan vermogen als er tegelijkertijd op verschillende punten wordt afgenomen en deze punten gevoed worden door dezelfde sanitaire warmwaterproductie.
Voor wat het comfort betreft, is gedeeltelijke of totale opslag het best geschikt voor een nietdoorlopende afname (de meeste gevallen). De opslag dient dan als buffer en temperatuurschommelingen te wijten aan de reactietijd van de productie worden vermeden. De meestal goedkopere doorstroomboilers (geïntegreerd in een verwarmingsketel, of met een platenwarmtewisselaar, ...) kunnen temperatuurschommelingen vertonen als het aftapdebiet varieert. Aftappunten voorzien van een thermostatische kraan kunnen de temperatuurschommelingen echter beperken, voor zover die niet te bruusk zijn. Doorstroomboilers voor huishoudelijk gebruik zijn qua comfort verbeterd dankzij bijvoorbeeld minireserves en de modulering van de brander.
BLADZIJDE 6 VAN 10 – DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER VERBETEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE GIDS VOOR DE RENOVATIE EN DUURZAME CONSTRUCTIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE20 -
DE JUISTE KEUZE MAKEN Zoals hoger reeds gezegd, is elk project een bijzonder geval, en dat is zeker zo voor sanitair warm water. Bovendien leiden de bovenstaande argumenten soms tot verschillende keuzes. De onderstaande tabellen geven een overzicht van de verschillende argumenten om te helpen bij het kiezen van een aangepast systeem in het beschouwde geval. Technische mogelijkhei d
Milieu
Gecentraliseerde productie
bij goede isolatie van het voorraadvat
Gedecentraliseerde productie
☺
Technische mogelijkheid
In combinatie met de verwarming
Niet in combinatie met de verwarming
Milieu
Kostprijs investering
Kostprijs exploitatie
Comfort
bij goede isolatie van het voorraadvat
☺
Kostprijs investering
Kostprijs exploitatie
Comfort
☺
Combineren indien het vermogen “warm water” > 30% van het vermogen “verwarming”
Kostprijs investering
Kostprijs exploitatie
Verwervin g t°
Milieu
Wachttijd
Technische mogelijkhei d
Stabiliteit t°
Comfort
☺
☺
☺
Voorraadvat
op gas of stookolie ☺ indien elektrisch: nachttarief
Doorstroomboiler
☺
☺
☺
IN DE PRAKTIJK In de verschillende fasen van de ontwikkeling en realisatie van een project moeten maatregelen worden genomen: PROGRAMMERING o
o
het aantal aftappunten moet gerationaliseerd worden op basis van de behoeften, zonder te vergeten dat de wastafels in gemeenschappelijke sanitaire ruimten niet noodzakelijk warm water behoeven; …
BLADZIJDE 7 VAN 10 – DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER VERBETEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE GIDS VOOR DE RENOVATIE EN DUURZAME CONSTRUCTIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE20 -
SCHETS o o
o o
Als de met de SWW-productie gecombineerde verwarming op hout is: een voldoende grote opslagruimte voorzien, die toegankelijk is voor een vrachtwagen met blazer. Als de met de SWW-productie gecombineerde verwarming een warmtepomp is: nagaan of men een terrein ter beschikking heeft dat geschikt is voor de installatie van ingegraven collectoren, dit wil zeggen ongeveer tweemaal de te verwarmen oppervlakte. De mogelijkheid voor het plaatsen van zonnecollectoren als voorverwarming moet overwogen worden (oriëntatie van de daken, beschikbare ruimte in de stookplaats, ...). …
VOORONTWERP o o o o o
Men bepaalt de behoeften en het verbruiksprofiel in het gebouw (gelijktijdigheidscoëfficiënt, gemiddeld debiet per aftappunt, ...). Op basis van de behoeften bepaalt men het geschikte systeem: al dan niet gecentraliseerd, doorstroom of met voorraadvat, ... Voor installaties in collectieve woongebouwen gebeurt de eerste dimensionering van de zonne-installatie met behulp van een aangepaste software, bijvoorbeeld QuickScan. Opgelet voor de hardheid van het water: misschien moet een ontharder voorzien worden. …
UITVOERINGSONTWERP, DOSSIER VOOR DE BOUWVERGUNNING o o o
Een typebestek voor installaties voor sanitair warm water is ter beschikking op Energie+ of op de site van Leefmilieu Brussel. Een ander bestek, opgemaakt op verzoek van Leefmilieu Brussel, is te vinden op de site van Sibelga of van Leefmilieu Brussel. De installatie van zonnecollectoren is niet meer onderworpen aan een stedenbouwkundige vergunning als: • ze geïntegreerd is in een dakvlak (helling < 45°C) ; • ze minder dan 20% van het dakoppervlak beslaat; • het pand niet beschermd is of binnen de beschermde perimeter van een al beschermd pand staat. Het is wel raadzaam om dit na te gaan bij de stedenbouwkundige dienst van de gemeente.
ONDERHOUD-GEBRUIK o
o
o
Behalve het onderhoud van de SWW-productie (ketel) mag men ook niet vergeten de kalkaanslag op de bereider te controleren (ofwel de spiraalbuis van een voorraadvat, ofwel de platen van de warmtewisselaar van een doorstroomboiler). Om zich te wapenen tegen de kans op proliferatie van legionella: • het SWW laten werken aan temperaturen boven 55°C; • zorgen voor een dagelijkse temperatuurshock, namelijk een temperatuurstijging van de boilers tot 60°C gedurende 30 minuten of tot 70°C gedurende 4 minuten. In de meeste moderne ketelregelaars is een “heat-and-flush” geprogrammeerd. Een bedrijfsplan is een waardevol preventie- en werkinstrument dat best in gebruik wordt genomen vanaf de voorlopige oplevering van de installatie: • een beschrijving van de installaties in de vorm van een schema of plan • een analyse van de risico’s door het aangeven van gevoelige punten en mogelijke risicotoestellen • …
AFBRAAK-WIJZIGING o
De SWW-distributiecircuits worden gedurende de levensduur van de installatie vaak gewijzigd. Om de ontwikkeling van legionellahaarden te vermijden en energieverlies tegen te gaan, worden alle “dode armen” verwijderd; dit zijn delen van de installatie waarin het water kan afkoelen en vooral stilstaan. Bovendien moet elke nieuwe kring onmiddellijk thermisch worden geïsoleerd. BLADZIJDE 8 VAN 10 – DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER VERBETEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE GIDS VOOR DE RENOVATIE EN DUURZAME CONSTRUCTIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE20 -
AANVULLENDE INFORMATIE ANDERE AANDACHTSPUNTEN Hieronder vindt u een lijst met fiches die ook handelen over de productie van sanitair warm water: o o o o
WAT02 - Rationeel omspringen met water ENE14 - De beste manier kiezen om warmte te produceren ENE19 - Een zonneboiler overwegen CSS11 - Interne vervuilingsbronnen beperken: biocontaminanten
BIBLIOGRAFIE Algemene informatie over de bereiding van SWW op zonne-energie o Gids voor een duurzaam energieontwerp voor de collectieve huisvesting: • in papieren versie bij Leefmilieu Brussel; • in elektronische versie op de site www.leefmilieubrussel.be
o
Energie+: www-energie.arch.ucl.ac.be/
o
Apere: vereniging voor de bevordering van hernieuwbare energie. www.apere.org
o o o
Leefmilieu Brussel: www.leefmilieu.be De Stadswinkel www.energiesparen.be
BLADZIJDE 9 VAN 10 – DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER VERBETEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE GIDS VOOR DE RENOVATIE EN DUURZAME CONSTRUCTIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE20 -
Technische informatie over de bereiding van SWW met zonne-energie o TV 212, Gedragscode voor de installatie van zonneboilers, WTCB o Typebestek “Zonne-energie”, beschikbaar op de site van Leefmilieu Brussel – BIM: www.leefmilieubrussel.be, menu Ondernemingen / Energie / Hernieuwbare Energie / Instrumenten o Software QuickScan, beschikbaar in Energie+: http://www-energie.arch.ucl.ac.be, onderdeel Sanitair Warm water / Berekeningen / Quick Scan Collectieve huisvesting Algemene informatie over de premies voor zonne-energie in het BHG: o Leefmilieu Brussel - BIM: www.leefmilieubrussel.be o De Stadswinkel vzw: www.curbain.be o Sites van de verschillende gemeentelijke overheden o Sibelga: www.sibelga.be o Vermindering van federale belastingen voor particulieren: http://mineco.fgov.be/energy/rational_energy_use/tax_reductions/home_nl.htm o Vermindering van federale belastingen voor ondernemingen: http://mineco.fgov.be/energy/rational_energy_use/tax_reductions/home_enterprises_nl. htm o Tecsol: Franse vereniging voor de promotie van zonne-energie. www.tecsol.fr
BLADZIJDE 10 VAN 10 – DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER VERBETEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE GIDS VOOR DE RENOVATIE EN DUURZAME CONSTRUCTIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE20 -