DE PRAKTIJKONDERSTEUNER GGZ IN AMSTERDAM: OP WEG NAAR EEN STERKE BASIS GGZ
1 juli 2012 Dr. Els Dozeman Dr. Annemieke van Straten Academische Werkplaats Prezens, VU Klinische Psychologie Prezens, GGZ inGeest Arkin Huisartsenkring Amsterdam ste 1 Lijn Amsterdam
2 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Inhoudsopgave Inleiding……….…………………………………………………………………………………………………………………………………….6 Achtergrond............................................................................................................................................. 6 Functie POH GGZ ..................................................................................................................................... 6 Ontwikkelingen........................................................................................................................................ 6 Vraagstelling ............................................................................................................................................ 7 Methode.................................................................................................................................................. 8 Onderzoeksopzet..................................................................................................................................... 8 Deelnemers ............................................................................................................................................. 8 Vragenlijsten............................................................................................................................................ 8 Analyse .................................................................................................................................................... 8 Resultaten ............................................................................................................................................... 9 Respons vragenlijsten.............................................................................................................................. 9 Karakteristieken respondenten ............................................................................................................... 9 Vraag 1……………………………………………………………………………………………………………………………………………..11 Vraag 2……………………………………………………………………………………………………………………………………………..19 Vraag 3…………………………………………………………………………………………………………………………………………....21 Conclusies.............................................................................................................................................. 23 Aanbevelingen……………………………………………………………………………………………………………………………….. 25 Bijlage 1a…………………………………………………………………………………………………………………….……….…………..29 Bijlage 1b……………………………………………………..………………………………………………………..………..………………36 Bijlage 1c…………………………………………………………………………………………………………………………….……………41 Bijlage 2a…………………………………………………………………………………………………………………………….……………46 Bijlage 2b…………………………………………………………………………………………………………………………….……………47 Bijlage 2c………………………………………………………………………………………………………………………………….………48 Bijlage 3………………………………………….……………………….……………………………………………………………………….49
3 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
4 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Samenvatting Dit is het verslag van een onderzoek binnen Amsterdamse huisartsenpraktijken over de bijdrage van de praktijkondersteuner GGZ in de huisartsenpraktijk (POH GGZ) aan de versterking van de eerstelijns GGZ, de toekomstige Basis GGZ. De diverse partijen die in Amsterdam verenigd zijn in de Stuurgroep POH GGZ hebben het initiatief genomen tot een studie die de huidige rol van de POH GGZ in de eerstelijns zorg beschrijft en de wensen en meningen van huisartsen en POHs GGZ met betrekking tot een toekomstige invulling in kaart brengt. In deze stuurgroep zijn de volgende partijen vertegenwoordigd: 1ste Lijn Amsterdam , Arkin, GGZ inGeest (Prezens) en huisartsenkring Amsterdam. Het onderzoek is gestart in januari 2012 en afgerond op 1 juli 2012. Zowel huisartsen met als huisartsen zonder POH GGZ en hun POH GGZ zijn benaderd om een vragenlijst in te vullen en een selectie van hen is geïnterviewd. Daarnaast is in samenwerking met Cliëntenplatform Amsterdam een aantal patiënten geïnterviewd over hun ervaringen met de POH GGZ. Kwantitatieve gegevens over de functie van de POH GGZ in Amsterdam zijn verzameld met behulp van Achmea. Huisartsen en POHs GGZ zijn enthousiast over de werkzaamheden van de POH GGZ. De grote meerderheid van de respondenten geeft aan geen knelpunten te ondervinden bij de uitvoering van de functie. De tevredenheid over de samenwerking binnen de praktijk is hoog, huisartsen geven hun POH GGZ gemiddeld een 8.
5 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Inleiding Achtergrond Ruim twintig procent van de volwassenen heeft jaarlijks een klacht van psychische, psychosociale of psychosomatische aard en ongeveer driekwart daarvan gaat daarmee naar de huisarts (De Graaf et al, 2010.) De huisarts heeft verschillende opties: de patiënt zelf helpen door middel van ondersteunende gesprekken, medicatie voorschrijven of verwijzen naar de eerstelijns- of de tweedelijns GGZ. De beslissingen worden mede gebaseerd op de NHG standaarden. Uiteindelijk wordt circa 87% van de mensen met psychische klachten door de huisarts zelf geholpen (meestal medicatie) en circa 13% wordt verwezen naar de eerste- of tweedelijns GGZ (Verhaak, 2010) Het percentage verwijzingen ligt daarbij ca. 50% hoger dan in de somatische zorg (Wever, 2010). In de tweedelijnszorg worden relatief veel mensen behandeld met milde klachten. Voor depressie geldt bijvoorbeeld dat ongeveer de helft een subklinische of milde depressie heeft. Dit is een onwenselijke situatie zeker gezien het feit dat het aantal GGZ-cliënten in de periode 2001-2007 is gestegen met 58%. De uitgaven aan GGZ zijn in 10 jaar tijd meer dan verdubbeld (110%) (Wever, 2010) Er wordt daarom al geruime tijd gewerkt aan verbetering van de eerstelijns GGZ opdat patiënten dicht bij huis op, een kwalitatief goede wijze, zo kosteneffectief mogelijk behandeld kunnen worden. Veelal werden samenwerkingsafspraken gemaakt tussen de huisartsen en de tweedelijns GGZ waarbij bijvoorbeeld SPVen ingezet werden in de huisartsenpraktijk, en er afspraken werden gemaakt over (psychiatrische) consultatie. Functie POH GGZ Sinds 2008 is de functie praktijkondersteuner GGZ (POH GGZ) ontstaan. De POH GGZ werkt onder regie van de huisarts, met als doel in een beperkt aantal contacten de problematiek van een patiënt te verhelderen en de huisarts te adviseren over eventuele verdere begeleiding / doorverwijzing (zowel binnen de eerstelijn als naar de tweedelijn). Daarnaast kan de POH-GGZ zelf een kortdurende behandel- of begeleidingstaak op zich nemen. Per normpraktijk van 2350 patiënten kan de huisarts voor maximaal 4,5 u per week POH GGZ opslag declareren bij de zorgverzekeraar, daarnaast worden de consulten van de POH GGZ vergoed. Ontwikkelingen Onlangs is bekend gemaakt dat er de komende jaren flink bezuinigd moet worden in de GGZ. Een van de manieren waarop VWS dit lijkt te willen realiseren is het ontwikkelen van een basis GGZ. Zie bijvoorbeeld de brief van minister Schipper aan de Tweede Kamer (januari 2010): “ In de GGZ worden veel te veel mensen met lichte psychische aandoeningen geholpen in de tweedelijn. Bovendien ligt 6 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
de nadruk bij de behandeling door de huisarts nu vooral op acute manifestaties en medicatie. Er wordt nog onvoldoende gebruik gemaakt van E-health, vroegsignalering, preventie, kortdurende interventies in de eerstelijn en langdurige lichte behandeling. Terwijl dit positieve effecten kan hebben voor patiënten. Zij kunnen dan zelfstandig in hun eigen omgeving blijven, terwijl er minder kosten mee gemoeid zijn. Patiënten zijn beter af in de eerstelijns GGZ, omdat die minder stigmatiserend is en dichterbij huis wordt geleverd. Ik zal erop toezien dat hiertoe zorgaanbieders, patiënten en zorgverzekeraars de GGZ behandelinstrumenten verbeteren en indien nodig nieuwe ontwikkelen.” De Nederlandse zorgautoriteit heeft eind 2011 een advies Basis GGZ opgesteld, waarin een conceptadvies werd uitgebracht aan de minister over de versterking van de eerstelijns GGZ. Hierin wordt gesteld dat het tekort aan kennis, ervaring en/of affiniteit met GGZ van huisartsen onvoldoende wordt gecompenseerd door GGZ ondersteuning in of bij de praktijk. Veel praktijken schrikken er nog voor terug om een POH-GGZ in te huren of aan te nemen, onder andere vanwege het tijdelijke karakter dat nu nog aan de regeling verbonden is. Bovendien ervaren praktijken die wel een POH-GGZ hebben, een begrenzing door de huidige tarifering. Het advies aan de minister luidt dan ook om de GGZ ondersteuning in de basiszorg structureel te maken en te flexibiliseren. Op deze wijze kan GGZ diagnostiek vaker onder verantwoordelijkheid van de huisarts plaatsvinden, zodat die pas verwijst op het moment dat een GGZ stoornis is vastgesteld (Langejan, 2011). Wat dit concreet betekent voor de eerstelijns GGZ is nu nog onduidelijk. Voor de stuurgroep POH GGZ in Amsterdam is dit aanleiding om na te gaan hoe op dit moment de rol van de POH GGZ wordt ingevuld, wat de meerwaarde hiervan is en hoe dit in de toekomst mogelijk nog beter ingevuld kan worden. Vraagstelling In dit project zal antwoord worden gegeven op de volgende 3 vragen: 1. Hoe wordt de rol van POH GGZ op dit moment ingevuld in Amsterdam? 2. Hoe zien huisartsen, POHs GGZ en hun patiënten de meerwaarde van de POH GGZ? 3. Op welke wijze zou de eerstelijns GGZ nog beter ingericht kunnen worden volgens huisartsen en POH GGZ?
Op basis van de antwoorden op bovenstaande vragen worden aanbevelingen gedaan voor de toekomstige rol van de POH GGZ. Deze aanbevelingen richten zich zowel op huisartsen en POHs GGZ, als op beleidsmakers.
7 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Methode Onderzoeksopzet In dit cross-sectionele onderzoek zijn data enerzijds met behulp van schriftelijke vragenlijsten en anderzijds met behulp van persoonlijke semi gestructureerde interviews verzameld onder huisartsen (met en zonder POH-GGZ in de praktijk) en mensen die als POH-GGZ werken. Achtergrond gegevens over de populatie in Amsterdam zijn opgevraagd bij Achmea, de zorgverzekeraar bij wie de meeste aanbieders in Amsterdam gecontracteerd zijn. Deelnemers Alle POHs GGZ van beide GGZ instellingen in Amsterdam (Arkin en Prezens, GGZ inGeest) zijn benaderd voor het invullen van de vragenlijsten. Via hen werden vragenlijsten verspreid onder de huisartsen bij wie zij in de praktijk werkzaam zijn. Daarnaast zijn zowel huisartsen met als zonder POH GGZ, als POHs GGZ via de stedelijke Nieuwsbrief van de Huisartsenkring Amsterdam verzocht om een online vragenlijst in te vullen. Aan allen die de vragenlijst invulden werd gevraagd of zij bereid waren hun ervaringen en meningen in een persoonlijk interview verder toe te lichten. Een deel van hen is daadwerkelijk geïnterviewd. De selectie van de respondenten voor de interviews is gedaan op basis van purposive sampling, op deze wijze werd een steekproef samengesteld op basis van spreiding over de stadsregio’s en de soort huisartsenpraktijk. Tegelijkertijd werd aan de POHs GGZ gevraagd om via een brief hun patiënten uit te nodigen voor een persoonlijk interview. Dit interview wordt afgenomen door een onderzoeker van Cliëntenbelang Amsterdam. Vragenlijsten In de vragenlijsten werden voornamelijk gesloten vragen gesteld maar ook een aantal open vragen (zie bijlage 1a, b en c). Thema’s die hierin aan de orde kwamen zijn de organisatie van de huisartsenpraktijk, de taakinhoud van de POH GGZ, de verwijzingen naar andere hulpverleners, de samenwerking binnen de huisartsenpraktijk en de tevredenheid hierover. De persoonlijke interviews hadden een explorerend karakter, hierin werd vooral gevraagd naar ervaringen, meningen, wensen en verwachtingen (zie bijlage 2a, b en c). De centrale topics waren de huidige positie van de POH GGZ, de samenwerking rond patiënten met psychische klachten en de toekomst van de eerstelijns GGZ. In de patiënteninterviews werden de ervaringen en verwachting van de patiënt rond de verwijzing en de behandeling door de POH GGZ geëxploreerd (bijlage 3).
8 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Analyse De gegevens uit de vragenlijsten zijn verwerkt met behulp van SPSS, versie 19. Het betreft alleen descriptieve analyses. Alle face-to-face interviews zijn volledig uitgeschreven. De teksten zijn geordend aan de hand van de drie hoofdvragen; per vraag is de tekst in relevante fragmenten verdeeld. Deze tekstfragmenten zijn voorzien van labels. Dit kunnen meerdere labels per fragment zijn. Deze labels zijn door de uitvoerende onderzoeker toegekend. Daarnaast is bij een aselecte steekproef van 3 interviews de labeling onafhankelijk door de interviewer gedaan om overeenstemming te krijgen over de toegepaste labels. Vervolgens zijn de labels geordend en verdeeld in kernlabels en dimensies daarvan. Op deze manier vond een content analyse plaats; de teksten zijn op een systematische manier onderzocht op de aanwezigheid van thema`s en concepten. De drie hoofdvragen zijn tenslotte aan de hand van deze kernlabels beantwoord. De conclusies uit de interviews worden aangevuld met descriptieve gegevens uit de vragenlijsten en de gegevens van Achmea. Resultaten Respons vragenlijsten Bij de Amsterdamse GGZ instellingen werken momenteel 41 POHs GGZ. Een meerderheid (31 van de 41; 76%) van de POHs GGZ retourneerde de vragenlijsten. De POHs GGZ hebben 103 vragenlijsten uitgedeeld binnen de huisartsenpraktijken waar zij zelf werkzaam zijn, hiervan werden 27 (26%) geretourneerd. Daarnaast vulden 12 huisartsen met POH GGZ de online vragenlijst in, waardoor we in totaal 39 ingevulde vragenlijsten ontvingen van huisartsen met POH GGZ. Tevens vulden 42 huisartsen zonder POH GGZ de vragenlijsten online in. In totaal kregen we antwoorden van 31 POHs GGZ, 42 huisartsen zonder POH GGZ en 39 van huisartsen met POH GGZ. Vervolgens waren 23 van de 31 POHs (74%), 26 van de 39 huisartsen met een POH (67%) en 22 van de 42 huisartsen zonder POH (52%) bereid tot een persoonlijk interview. Uiteindelijk zijn van elke categorie 8 respondenten geïnterviewd. In Amsterdam zijn via de zorgkaart Nederland momenteel 487 huisartsen bekend, zij zijn verdeeld over 229 praktijken, 3 faculteiten en 12 overige instellingen. Dit betekent dat in dit onderzoek 35% van alle huisartspraktijken in Amsterdam hebben meegewerkt (81 van de 229). Karakteristieken respondenten De leeftijd van zowel de POHs GGZ als van de huisartsen die de vragenlijst invulden ligt gemiddeld rond de 50 jaar (Tabel 1). De meerderheid van de respondenten is vrouw, hoewel bij de huisartsen met POH GGZ een kleine meerderheid van het manlijke geslacht is (Tabel 2). In de grotere praktijken
9 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
(gezondheidscentra en HOED) is vaker een POH GGZ werkzaam, in solo en duopraktijken is dit minder het geval (Tabel 3). Tabel 1. Leeftijd:
Tabel 2. Geslacht:
Tabel 3. Verdeling van POHs GGZ over deelnemende praktijken:
10 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Vraag 1: Huidige invulling van de rol van POH GGZ in Amsterdam: Kenmerken van de functie (functie-inhoud, voorzieningen, financiën, organisatie, werkzaamheden) De POH GGZ beschrijft zijn werk in de huisartsenpraktijk als een afwisselende en zelfstandige functie. In grote lijnen betekent dit screenen/diagnosticeren, begeleiden/behandelen en doorverwijzen. De POHs werken vaak in meerdere praktijken (gemiddeld 2.2, range 1 tot 5), in verschillende praktijkvormen. Zij werken gemiddeld 13 uur (SD 9) in de huisartsenpraktijk met een range van 2 tot 32 uur. De voorzieningen worden over het algemeen als prettig ervaren. Vooral het werken in het HIS vindt men overzichtelijk. De meesten werken daarnaast ook in een tweedelijns functie binnen de GGZ. In Amsterdam is voor zover bekend één POH GGZ zelf in dienst van een huisarts. In totaal staat 38% van de Amsterdammers ingeschreven bij een huisartsenpraktijk met POH GGZ. Het werken in de huisartsenpraktijk onderscheidt zich door het snelle, kortdurende karakter van de begeleiding en de breedte van de populatie. “Ik zie veelal mensen die nog nooit met de psychiatrie van doen hebben gehad, die ook eigenlijk niet naar de psychiatrie hoeven”. De POHs geven aan de meeste patiënten zelf te kunnen begeleiden of behandelen. Wanneer zij doorverwijzen is dat voornamelijk naar de tweedelijn, weinig naar andere disciplines in de wijk (tabel 4). Preventief aanbod en kortdurende behandelmethodieken worden door de POH GGZ in de huisartsenpraktijk ingezet. Het begeleiden van patiënten met chronische psychische problematiek wordt door sommige POHs GGZ als minder passend bij de functie ervaren. Vaak ligt de affiniteit meer bij (kortdurend) behandelen en voelt men het risico om “dicht te slibben”. Tabel 4. Behandeling/begeleiding en verwijzing door POH GGZ (schatting door POH GGZ):
11 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Een aantal POHs werkten ook al voor de POH GGZ regeling in de huisartsenpraktijk als SPV. Omdat de huisarts de SPV goed kende en tevreden was over diens werkzaamheden werd het dienstverband omgezet binnen de POH constructie. De huisarts is over het algemeen tevreden over de detacheringconstructie met de GGZ, vooral in verband met risico’s voor de bedrijfsvoering bij het zelf inhuren van een SPV.40% van de huisartsen maakt zich vooral zorgen over het financiële aspect van de werkzaamheden (tabel 5); “het is voor ons belangrijk dat het spreekuur van de POH GGZ goed gevuld is”. Bij een enkele huisarts bestaat onvrede over de samenwerking met de GGZ instelling over de detachering. Het betreft hier dan vooral de geringe invloed op de aanstelling van de persoon en overleg over vervanging of veranderingen. Tabel 5.Huisartsen met POH GGZ
Van de huisartsen die nu geen POH GGZ heeft overweegt 46% om deze wel aan te gaan trekken in de toekomst. Bij huisartsen zonder POH is vooral gebrek aan ruimte een reden om geen POH GGZ aan te stellen, maar ook bij hen spelen zorgen over de financiële voorwaarden (tabel 6). Sommige huisartsen hadden eerder wel een SPV in dienst in de praktijk maar hebben deze niet aangesteld binnen de nieuwe POH GGZ regeling. Genoemde redenen hierbij zijn: onvrede over functioneren van de SPV, veranderingen in de praktijk waardoor geen ruimte meer was voor de POH GGZ en voorkeur voor de oude regeling waarbij de SPV volledig in dienst was van de GGZ
12 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Tabel 6.Huisarts zonder POH GGZ
Het ontbreken van een POH GGZ wordt door huisartsen verschillend opgelost. De een kiest voor nauwe samenwerking met zelfstandig werkende GGZ aanbieders in de buurt, anderen proberen zoveel mogelijk zelf op te vangen. Samenwerking (taakverdeling, overleg, werkafspraken, doorverwijzen) Alle geïnterviewde POHs zijn gedetacheerd vanuit een GGZ instelling naar de huisartsenpraktijk, desondanks voelen zij zich deel uit maken van de praktijk en ervaren de samenwerking over het algemeen als prettig. Wanneer deze samenwerking niet prettig verloopt wordt dit door de POH GGZ geweten aan verschil in visie over psychische problematiek. Persoonlijk contact en afstemming tussen huisarts en POH GGZ is voor de POHs van belang, zij hebben het idee dat hoe meer de huisarts hen kent en hun kwaliteiten goed kan inschatten, hoe vaker er naar hen verwezen wordt. Het aantal doorverwijzingen naar de POH GGZ lijkt sterk te verschillen per huisarts, de POH GGZ denkt dat wederzijdse bekendheid hierin een rol speelt. Er vindt over het algemeen weinig structureel overleg plaats tussen huisarts en POH GGZ. Het is een kwestie van ruimte creëren in de agenda van de huisarts, of via mail en telefoon overleg voeren. “ik vind het echt ongelofelijk hoe ze dat doen maar die zien soms dertig mensen op een dag en dan tien minuten per consult, en die hebben gewoon heel weinig tijd voor overleg, en ik lunch samen met beide huisartsen en dan schiet ik wel eens mensen aan”.
13 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Huisartsen ervaren korte lijnen met hun POH GGZ, waardoor ze het idee hebben dat ze snel kunnen zien of de begeleiding wel of niet goed loopt. Tegelijkertijd is er ook enige aarzeling of meer overleg wenselijk is om voldoende van inhoudelijke kennis te kunnen profiteren. Daarnaast verloopt het wennen aan het snelle, eerstelijns behandelen verschillend per POH GGZ. Huisartsen merken op dat sommigen POHs GGZ het moeilijk vinden het “tweedelijns denken” los te laten. Tabel 7. Tevredenheid over samenwerking binnen de praktijk, oordeel POH GGZ
Tabel 8. Tevredenheid over samenwerking binnen de praktijk, oordeel Huisarts
14 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Zowel POHs GGZ als huisartsen (met of zonder POH GGZ) zijn ontevreden over de samenwerking met de tweedelijns GGZ. De POH GGZ heeft voor veel huisartsen een liaisonfunctie. De huisarts is blij met het persoonlijke netwerk in de tweedelijn dat de POH GGZ mee brengt. Zij zien een taak voor de POH GGZ bij de begeleiding van mensen met stabiele langdurige problematiek, of bij het motiveren van patiënten bij de verwijzing naar de tweedelijn. Huisartsen spreken wel hun zorg uit over de behandeling van patiënten met langdurige en ernstige psychiatrische klachten. De (on)toegankelijkheid van de tweedelijn wordt als een bedreiging gezien voor het goed kunnen functioneren van de generalistische POH GGZ die veel lichte problematiek opvangt. Huisartsen zonder POH GGZ werken het liefs samen met aanbieders dicht in de buurt, ook zij vinden korte lijnen en snelle toegankelijkheid belangrijk. Wanneer dichtbij een vrijgevestigde psychiater of psycholoog werkt wordt de samenwerking daarmee wisselend gewaardeerd. De wachttijden en de kosten van zowel psychologen als tweedelijns GGZ wordt als een drempel voor patiënten ervaren. Ook weet men niet goed naar wie of naar welke expertise men doorverwijst. Enkele huisartsen spreken hun zorg uit over het niet aankomen van patiënten na een verwijzing naar externe ondersteuning. Huisartsen zijn ontevreden over de mogelijkheden van het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW). Het AMW is volgens hen “uitgekleed” in vergelijking met vroeger. Zij verwijzen vooral met betrekking tot schuldhulpverlening, maar ervaren ook daar wachttijden. De concrete taakverdeling verschilt per POH GGZ. Dit is mede afhankelijk van de specifieke expertise die een POH GGZ meebrengt. “ADHD, is hij toevallig heel goed in, heeft ook een beetje met zijn opleiding en achtergrond te maken, maar zo zie je ook hè afhankelijk van wie die persoon POH GGZ is wat daar terecht komt. Ik denk dat als wij over tien jaar een andere POH hebben dat ik helemaal geen ADHD daarheen verwijs”. Daarnaast verschilt de inschatting over de taakinhoud tussen POH en huisarts. Over het algemeen ziet de POH GGZ meer taken voor zichzelf dan de huisarts voor de POH GGZ ziet (tabel 9). Vooral op het gebied van preventie en e-mental health lopen de ideeën uiteen. Huisartsen geven aan dat het voor hen onduidelijk is wat er precies met preventie wordt bedoeld. Daarnaast is men niet bekend met de huidige mogelijkheden op het gebied van e-mental health.
15 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Tabel 9. Taken van de POH GGZ:
De POH GGZ schat de taken van de huisarts op het gebied van GGZ problematiek anders in dan de huisarts zelf. De POH denkt dat de huisarts niets tot weinig doet op het gebied van kortdurende behandeling en begeleiding, terwijl de huisarts daarin voor zichzelf wel een taak ziet (tabel 10). Ook op het gebied van diagnostiek, triage en doorverwijzing naar de tweedelijn verschilt het beeld van de POH GGZ met dat van de huisarts.
16 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Tabel 10: Taken van de huisarts:
Huisartsen met POH GGZ die onze vragenlijsten invulden verwijzen minder door naar de eerstelijns psycholoog, dan huisartsen zonder POH GGZ (tabel 11). De verschillen bij het doorverwijzen naar de tweedelijns GGZ zijn kleiner (tabel 12). Huisartsen met POH GGZ verwijzen minder door dan collega’s zonder POH GGZ. De gegevens van de zorgverzekeraar bevestigen de schattingen van de huisartsen gedeeltelijk. In tegenstelling tot de schatting van de huisartsen zelf blijkt hieruit dat 1.09% van de patiënten van een huisarts met POH GGZ gebruik maakt van de eerstelijns psycholoog, terwijl dat voor patiënten van een huisarts zonder POH GGZ 0.97% is. Wel in overeenstemming met de eigen inschatting, verwijzen huisartsen met POH GGZ minder vaak door naar de tweedelijn (8.94% vs. 9.50%). Het gebruik van
17 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
antidepressiva is bij beide patiënten groepen vrijwel gelijk (3.58% vs. 3.52%), terwijl patiënten van een huisarts zonder POH GGZ meer benzodiazepinen krijgt voorgeschreven (0.57% vs. 0.71%). Tabel 11. Doorverwijzing naar ELP:
Tabel 12. Doorverwijzing naar GGZ:
18 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Werkdruk (beleving, duur consult, behandelduur, wachttijd) De POHs GGZ ervaren een hoge werkdruk, tegelijkertijd zijn ze enthousiast over de functie. Een POH GGZ zegt: “Ik vind het helemaal geweldig en vooral hard werken, vooral als iedereen echt komt op z’n afspraak, dan heb je echt een volle agenda. Ik werk bij de ene praktijk een hele dag en bij die andere een halve dag en dan vooral zo’n hele dag dan zie ik wel 8 of 9 mensen, nou dat vind ik heel hard werken. Over iedereen nadenken, wat gaan we doen, van te voren nadenken en dan samenwerken met de cliënt”. Een aantal POHs GGZ ervaart 30 minuten per consult als kort, het geeft het gevoel hard te moeten doorwerken, waarbij er weinig tijd beschikbaar is om zaken uit te zoeken of verwijsbrieven te schrijven. Tegelijkertijd vindt men het snelle en het korte werk uitdagend en passend bij de functie. De meeste POHs GGZ geven aan voldoende tijd voor hun werk te ervaren; 81% vindt de tijd voor het eerste gesprek voldoende en 77% vindt de tijd voor de vervolggesprekken voldoende. POHs GGZ schatten de gemiddelde duur van een eerste consult op 46 minuten (SD=9), variërend van 30 tot 75 minuten, de vervolg consulten op 36 minuten (SD=8), variërend 20 tot 50 minuten. Zij schatten het gemiddeld aantal consulten op 6 (SD=2), variërend van 2 tot 9. Zowel huisartsen met als zonder POH GGZ vertellen geïnteresseerd te zijn in het behandelen van patiënten met psychische problematiek. Beide voelen zich over het algemeen voldoende bekwaam en geven zich zelf een 7. Huisartsen noemen onvoldoende tijd en onvoldoende specifieke deskundigheid de meest voorkomende belemmeringen. Een huisarts zonder POH GGZ omschrijft het behandelen van patiënten met psychische problematiek als volgt: “het is een graadje moeilijker dan je gewone dagelijkse werk, het somatische werk wat 80% van je werk is. Dat is meer routine werk zo langzamerhand en mensen die in de knoei zitten blijft altijd moeilijk. Je moet je meer verplaatsen in wat mensen beleven en dat is wel eens lastig in de drukte van de dag” De grootste frustratie bij zowel de POH GGZ als de huisartsen is de wachttijd en de ondoorzichtigheid van de tweedelijn. Zij noemen hierbij het meest de bureaucratie, de onduidelijkheid over de behandeling en de lange wachttijden. Expertise (scholing, opleiding, inbedding, ondersteuning) De opleiding van de POH GGZ kent individuele verschillen. De meerderheid is SPV en heeft daarnaast diverse bijscholingstrajecten gevolgd, meest genoemd worden Cognitieve Gedrag Therapie (CGT) en relatie of systeemtherapie. Soms is (daarnaast) een opleiding als psycholoog gevolgd. De meningen verschillen over de benodigde basisopleiding van de POH GGZ. Intervisie wordt verschillend en niet 19 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
altijd systematisch gevolgd. De POHs GGZ geven aan behoefte te hebben aan inbedding in een team, hieraan koppelen zij het belang om gevoed en gesteund te worden in kennis en methodieken. Huisartsen hebben behoefte aan een POH GGZ met ruime ervaring in de psychiatrie, gespreksvaardigheden en kennis van het aanbod van de tweedelijn. Zij vinden dat de inbedding van de POH GGZ in de tweedelijn voordelen biedt op het gebied van nascholing en intervisie. Een enkele huisarts vindt dat de binding met de tweedelijn ook een nadeel biedt; ”door hun tweedelijns opvoeding zijn zij niet gewend of in staat om een kort en krachtig spreekuur te draaien”. Rapportcijfer van huisarts voor POH GGZ, gemiddelde (SD):
8 (0.8) range:
5-9
Vraag 2: Meerwaarde van de functie: Samenwerking (korte lijnen, netwerk tweedelijn) Zowel POHs GGZ als huisartsen waarderen de korte lijnen tussen huisarts en POH GGZ. Het is gemakkelijk om met elkaar te overleggen en het is gemakkelijk patiënten in te plannen bij de POH GGZ. Vooral het persoonlijk contact tussen huisarts en POH GGZ vergoot het begrip over wat er aan de hand is met patiënten en wat er gebeurt in de behandeling. “….dat de lijnen heel kort zijn dus dat ik even langs kan lopen en kan vragen is mevrouw Jansen bij je geweest, hoe ging het, en dat ik nog wat uit kan leggen of dat de POH GGZ aan mij dingen kan vertellen van goh zo heb ik het nooit bekeken, dat is fantastisch eraan” . De POH GGZ heeft een functie bij het voorbereiden van een doorverwijzing naar de tweedelijn; hij kan de patiënt hierover voorlichten en kent de weg in de tweedelijns instelling goed. Ook voor de patiënt zijn de lijnen kort; de POH GGZ zit op een bekende plek, vaak letterlijk in een huisartsenkamer. De huisartsen noemen ook de snelle mogelijkheid voor consultatie en de kennisoverdracht als een meerwaarde van de POH GGZ. Toegankelijkheid (wachttijden, financiering, lage drempel) Iedereen noemt de lage drempel van de POH GGZ een belangrijke meerwaarde. Zowel POHs GGZ als huisartsen denken dat de patiënten makkelijker naar de POH GGZ gaat dan naar een externe hulpverlener. Vooral de vertrouwde omgeving en het feit dat de zorg gratis is voor patiënten zijn hierin de meest genoemde factoren. Bijna de helft (47%) van de huisartsen ervaart geen knelpunten in het inplannen van patiënten bij de POH GGZ en is tevreden over de snelheid waarmee dat kan. “We hebben de mogelijkheid gekregen om mensen meestal op korte termijn hulp te bieden, vergeleken met vroeger, dat was altijd lange wachttijden, ook de intake procedure was zodanig dat mensen al afhaken, werd er een heel protocol afgegaan met vragen die mensen al helemaal niet 20 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
wilden beantwoorden dus ja. Mogelijk is geworden om mensen op korte termijn hulp te bieden, dicht bij huis, op wat er nu speelt zonder dat hun hele doopceel gelicht moet worden”. De toegankelijkheid is tegelijkertijd een kwetsbaar punt. Doordat de POH GGZ zo laagdrempelig is ligt het gevaar van overbelasting op de loer. Een POH GGZ zegt: “Wat je ziet is dat als je iets heel laagdrempelig maakt het ook snel overloopt…en als de verwijsmogelijkheden minder zijn, dan loopt het vol”. Expertise (opleiding, scholing, ervaring) De POH GGZ brengt vooral kennis van psychiatrische stoornissen, gespreksvaardigheden en kennis van de verwijsmogelijkheden in de tweedelijn mee naar de huisartsenpraktijk. Bagage op het gebied van kortdurende behandeling verschilt per POH GGZ. Meest genoemde kortdurende behandelvormen zijn Cognitieve Gedrag Therapie (CGT), Problem Solving Treatment (PST ) en Interpersoonlijke Psycho Therapie(IPT). Niet alle POHs GGZ zijn hierin geschoold, ook is er geen overeenstemming bij de geïnterviewde POHs of dit wenselijk zou zijn. De meeste POHs GGZ vinden deze vaardigheden wel een belangrijke meerwaarde in hun functie. Huisartsen houden zich niet expliciet bezig met welke behandelvaardigheden precies noodzakelijk zijn, ze verwachten dat de POH GGZ in korte tijd de patiënt weer verder kan helpen, of hierbij PST of CGT wordt gebruikt is voor hen minder relevant. Zij zijn in het bijzonder blij met de brede blik van de POH GGZ, het netwerk en het overzicht over behandelmogelijkheden wat hij meeneemt. Een huisarts zegt: ”ik vind het heel prettig dat hij de ervaring nog steeds heeft van de tweedelijn, dus dat hij daar ook een voet tussen de deur heeft. Dat maakt juist de meerwaarde ten opzichte van iemand die altijd alleen maar in de eerstelijn heeft gewerkt, of maar een klein beetje heeft gewerkt, want er zijn ook POHs GGZ die nauwelijks ervaring hebben”
Vraag 3: Op welke wijze kan het beter: Organisatie (overzichtelijkheid, kleinschaligheid, wijkgerichtheid) Alle geïnterviewden, POHS GGZ en huisartsen met en zonder POH GGZ, noemen het wijkgericht werken als een belangrijke ontwikkeling. Men heeft genoeg van de grootschalige instituten waarin men het overzicht is kwijtgeraakt. De bekendheid van de POH GGZ met de voorzieningen in de wijk kan nog verbeterd worden, POHs GGZ geven aan hier momenteel onvoldoende tijd voor te hebben. Ook de specifieke expertise die de POH GGZ meeneemt dient passend te zijn bij de wijkpopulatie. De POH GGZ zou in de toekomst nog meer aan outreachend werk kunnen doen om de patiënten optimaal te kunnen bereiken en bedienen. Ook met betrekking tot preventie zou de taak van de POH GGZ breder kunnen zijn, wanneer deze proactief risicogroepen zou benaderen (genoemd worden
21 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
patiënten in rouw na overlijden van een naaste of ondersteuning bieden aan mantelzorgers). De huisarts van de toekomst werkt volgens de meeste respondenten in een overzichtelijk, wijkgericht centrum waarin verschillende disciplines beschikbaar zijn om gezamenlijk integrale zorg aan te bieden.
Opleiding (kennisoverdracht, intervisie) De POH GGZ neemt GGZ expertise mee naar de huisarts. Zowel POHs GGZ als huisartsen zouden de kennisoverdracht tussen beide disciplines nog beter willen benutten, bijvoorbeeld in klinische lessen, of het voor de eerstelijn toepasbaar maken van specifieke behandelmodules bijv. voor jeugd, rouw, alcohol of zelfhulp. POHs GGZ geven aan dat brede (bij)scholing en intervisie van belang is om het gevarieerde werk in de huisartsenpraktijk goed te kunnen doen. Vooral op het gebied van jeugd en op het gebied van interculturalisatie is met scholing winst te halen. Een aantal POHs en huisartsen noemt de ontwikkeling op het gebied van e-mental health. Huisartsen zijn hier nog weinig mee bekend, maar verwachten wel dat dit in de toekomst een belangrijke rol gaat spelen. Een enkele huisarts is al aan het pionieren met online contact met patiënten.
Samenwerking Binnen de ontwikkeling van het wijkgerichte werken vindt men samenwerkingsverbanden en ketenzorg in de wijk van het grootste belang. De POH GGZ kan hier een grotere rol in spelen, maar dat is niet wat alle huisartsen primair van hen verwachten. Huisartsen met en zonder POH GGZ organiseren zelf verschillende samenwerkingspartners en zijn daar in meer of mindere mate tevreden over. De POH GGZ ziet zelf het belang van meer investeren in de eerstelijns samenwerking, maar ervaart daar niet altijd voldoende gelegenheid of autonomie in. In de huisartsenpraktijken van de toekomst verwacht men dat de samenwerking intern met de POH ouderen en somatiek meer vorm gaat krijgen. 63% van de huisartsen zonder POH GGZ en 97% van de huisartsen met POH GGZ heeft een POH-Somatiek in dienst.
Stabilisatie (bekendheid, financiering) POHs GGZ en huisartsen met POH GGZ geven vrijwel allemaal aan dat de huidige regeling gehandhaafd dient te blijven en moet worden uitgebreid. In het bijzonder heeft men dan behoefte aan meer uren voor de POH GGZ. 19% zou graag meer patiënten kunnen doorverwijzen, 3% wil dat de patiënten langer gezien worden door de POH GGZ en 25% wil beide verbeterd zien. Over het algemeen geeft men aan niet weer te willen veranderen, de zorg is gebaat bij stabilisatie en het vergroten van de bekendheid met de POH GGZ. Voor vrijwel alle huisartsen geldt het verlangen om de financiering passend te maken, men waardeert de extra service en mogelijkheden binnen de 22 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
huisartsenpraktijk, maar wil hier niet op moeten toeleggen. Moderne voorzieningen, waaronder automatisering en huisvesting zijn een aandachtspunt voor de wijkgerichte centra van de toekomst. Interviews met patiënten van een POH GGZ Op dit moment loopt de data verzameling bij patiënten nog; vier interviews zijn volledig uitgewerkt. Alle 4 de geïnterviewde patiënten zijn vrouw, in leeftijd variërend tussen de 40 en de 77. Hun klachten variëren van ernstige chronische psychiatrische problematiek, tot somberheid of levensvragen. Opvallend in de interviews is dat geen van de geïnterviewde de term “POH GGZ” kent. Deze wordt aangeduid als psychotherapeut of psycholoog. Allen maken een duidelijk onderscheid tussen de taken van de huisarts en de POH GGZ: de huisarts is voor het lichamelijke en de POH voor gesprekken. Geen van de geïnterviewden weet dat er directe terugkoppeling is tussen de POH GGZ en de huisarts, dit vinden zij overigens ook niet allemaal noodzakelijk of prettig. Aangezien op basis hiervan nog geen conclusies kunnen worden getrokken, verwijzen wij voor de aanvullende informatie van patiënten naar het rapport dat eind van het jaar 2012 door het Cliëntenbelang Amsterdam wordt uitgebracht. Conclusies Ruim een derde (38%) van de Amsterdammers kan gebruik maken van het aanbod van een POH GGZ omdat zijn staan ingeschreven bij een huisarts met een POH GGZ in dienst. Dit betekent dat bijna tweederde van de Amsterdammers hier nog geen toegang toe heeft. De belangrijkste reden voor dit relatief geringe percentage is van financiële en praktische aard. De vergoeding voor een POH GGZ is niet ruim en huisartsen zijn bang hier verlies op te lijden. Daarnaast is het vinden van een geschikte ruimte in de praktijk voor de POH vaak een groot struikelblok. De huisartsen die wel een POH GGZ in dienst hebben zijn hierover enthousiast. De tevredenheid over de samenwerking binnen de praktijk is hoog, huisartsen geven hun POH GGZ gemiddeld een 8. De grote meerderheid van de huisartsen geeft aan geen inhoudelijke knelpunten te ondervinden bij de samenwerking met de POH GGZ, bijna de helft (40%) geeft wel aan financiële knelpunten te ervaren. Hoe wordt de rol van de POH GGZ op dit moment ingevuld in Amsterdam? De werkzame POHs GGZ zijn vrijwel allemaal in dienst bij een tweedelijns GGZ instelling. Het merendeel van de POH GGZ is Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige, SPVen zijn generalisten die een brede doelgroep kunnen bedienen. Zij vinden het kortdurende behandelen en begeleiden een aantrekkelijk aspect van de functie, tegelijkertijd ervaren zij een hoge werkdruk. De POHs GGZ kunnen de meeste patiënten afdoende begeleiden en behandelen via de POH GGZ-constructie. 23 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Wanneer zij doorverwijzen is dat meer naar de tweedelijns GGZ dan binnen de eerstelijn. De taak invulling van de POH GGZ is afhankelijk van diens persoonlijke expertise, hierbij is geen vastgestelde overeenstemming over de minimale opleidingseisen. Wel erkennen POHs GGZ en huisartsen de noodzaak van een goede inbedding van de POH in een omgeving waar overleg, scholing en intervisie voorhanden is. Op het gebied van e-mental health en preventie is voor de huisarts onvoldoende duidelijk wat de mogelijkheden van de POH GGZ zijn. Ook de expertise van de POH GGZ verschilt hierin per persoon. De POH GGZ heeft weinig zicht op de begeleiding die de huisarts zelf biedt aan patiënten met psychische klachten. Het overleg binnen de huisartsenpraktijk is weinig geformaliseerd. Bij huisartsen zonder POH GGZ is grote variatie in de wijze waarop zij patiënten met psychische klachten behandelen. De meeste huisartsen werken samen met vrijgevestigde psychiaters en/of psychologen. Dit varieert van nauwe samenwerkingsafspraken tot onafhankelijke praktijken die op eenzelfde locatie gevestigd zijn. Anderen behandelen deze patiënten het liefst zelf of wijzen direct door naar de tweedelijns GGZ. Gebrek aan ruimte binnen de praktijk en onzekerheid over de financiering zijn de meest genoemde redenen om geen POH GGZ aan te trekken. Zesenveertig procent van de respondenten overweegt om dit op termijn wel te doen. Hoe zien huisartsen, POHs GGZ en hun patiënten de meerwaarde van de POH GGZ?
Huisartsen en POHs GGZ vinden dat een POH GGZ zorgt voor korte lijnen bij de behandeling en begeleiding van psychische klachten, zowel binnen de huisartspraktijk, als naar de tweedelijn. Daarbij verwachten huisartsen en POHs GGZ dat een POH GGZ de kans op een succesvolle doorverwijzing vergroot. Huisartsen en POHs GGZ vinden dat een POH GGZ de drempel naar psychische hulp verlaagt, doordat de POH GGZ in een voor de patiënt vertrouwde omgeving werkt wordt het stigma rond psychische klachten verminderd. De laagdrempeligheid van de POH GGZ is een sterk punt maar vormt tegelijkertijd een risico dat het aantal uren dat de POH GGZ beschikbaar is onvoldoende is. Hoewel de huisartsen zonder POH GGZ iets meer lijken te verwijzen naar eerste en tweedelijns GGZ dan de huisartsen met POH GGZ, zijn deze verschillen niet groot. Het lijkt er daarom op dat de POH GGZ een doelgroep bedient die zonder hen niet, of door de huisarts zelf begeleid of behandeld wordt. Het feit dat de POH GGZ specifieke vaardigheden en kennis meebrengt en daarnaast meer tijd en aandacht aan de patiënt kan besteden dan de huisarts, vergroot de kwaliteit en het bereik van de huisartsenzorg op het gebied van de behandeling van psychische klachten. Mogelijk dat dit op langere termijn een preventief effect heeft op de psychische gezondheid van patiënten. Een longitudinaal, prospectief onderzoek bij huisartspatiënten zou meer inzicht in kunnen geven of dit daadwerkelijk het geval is. 24 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Op welke wijze zou de eerstelijns GGZ nog beter ingericht kunnen worden volgens huisartsen en POH GGZ?
De huisarts van de toekomst werkt volgens de meeste respondenten in een overzichtelijk, wijkgericht centrum waarin verschillende disciplines beschikbaar zijn om gezamenlijk integrale zorg aan te bieden. De expertise die de POH GGZ meebrengt dient zo goed mogelijk aan te sluiten bij de specifieke populatie in de wijk. Hierbij heeft de POH GGZ behoefte aan meer zicht op en aansluiting bij de voorzieningen die in de wijk aanwezig zijn. Hiervoor dient de POH GGZ meer tijd ter beschikking te hebben om netwerken op te bouwen en te onderhouden. Op specifieke aandachtsgebieden, zoals jeugd en interculturalisatie is behoefte aan (bij) scholing. De kennis van kortdurende behandel methodiek, zoals CGT en IPT, verschilt per POH GGZ. Deze variatie hangt samen met onvoldoende duidelijkheid over de gewenst opleidingseisen voor POH GGZ. Kennis op het gebied van preventie en e-mental health is nog onvoldoende aanwezig, terwijl daar wel mogelijkheden voor worden gezien door sommige voorlopers. Binnen de eerstelijns samenwerking, waaronder ook de samenwerking met zorg en welzijn, speelt de POH GGZ een geringe rol. Zowel POHs GGZ als huisartsen noemen dat de specifieke kennis die de POH GGZ meebrengt nog beter benut zou kunnen worden, zowel in de interne samenwerking met de andere disciplines binnen de praktijk, als in de eerstelijns samenwerking. Duidelijkheid over toekomstig beleid ten aanzien van de functie POH GGZ, de financiering en mogelijkheden de POH GGZ te huisvesten zijn van belang om de POH GGZ een stabiele en herkenbare functie binnen de Basis GGZ te garanderen. Aanbevelingen: Beleid: 1. Creëer duidelijkheid over de toekomst van de POH GGZ regeling en beperk de financiële risico’s voor de huisarts.
2. De POH GGZ functie is aantrekkelijk voor de generalistisch opgeleide Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen. Om deze functie aantrekkelijk te houden is aandacht nodig voor de werkdruk. (Financiële) ruimte voor patiënten contact, scholing, kennisontwikkeling en – overdracht binnen de praktijk, netwerk opbouw en samenwerking binnen de wijk brengt hierin meer balans aan en voorkomt overbelasting.
3. De kwaliteit van zorg is eveneens gebaat bij voldoende ruimte voor scholing, kennisontwikkeling en –overdracht binnen de praktijk en samenwerking binnen de wijk. Bij 25 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
de aanstelling van een POH GGZ dient de huisarts voldoende mogelijkheid te hebben om deze ruimte te creëren; POH-GGZ moet tijd krijgen om te kunnen netwerken, opsporen risicogroepen, investeren in eerstelijns samenwerking.
4. Creëer overeenstemming over opleidingseisen en benodigde kortdurende behandelvaardigheden van de POH GGZ, dit helpt om de functie verder te profileren. Ontwikkel op basis daarvan bijscholing over specifieke doelgroepen en trainingsmodules voor behandelvaardigheden. Ook dient aandacht besteed te worden aan systematische scholing/intervisie op het gebied van wijkgericht werken en het ontwikkelen en onderhouden van sociale netwerken. 5. Creëer overeenstemming over de doelgroep die door de POH GGZ in de eerstelijn gezien moet worden. De POH GGZ wordt op dit moment in sommige praktijken vooral ingezet voor patiënten met relatief lichte problematiek terwijl in andere praktijken vooral patiënten met stabiele chronische problematiek worden gezien. Voor beide doelgroepen lijkt de POH een duidelijke meerwaarde te kunnen vervullen. Het is wenselijk dat de financiering hierop wordt afgestemd. 6. Op dit moment is er veel variatie in de taakuitoefening van de POH-GGZ. Het gaat om: achtergrond en opleiding van de POH, kennis van en ervaring in verschillende methodieken, de doelgroep waarvoor de POH wordt ingezet (milde problematiek of meer chronisch stabiele problematiek), het percentage patiënten dat door de huisarts zelf wordt behandeld, het percentage doorverwijzingen naar 2e lijn. Het is van groot belang dat er meer onderzoek komt dat inzichtelijk maakt wat de werkzame elementen zijn en wat de meest doelmatige manier is om de POH-GGZ in te zetten in de eerstelijn. Huisartsen: 1. Creëer meer mogelijkheden voor interne kennisoverdracht en structurele samenwerking tussen huisarts en POH GGZ. 2. Maak samen met de POH GGZ een plan voor het verbeteren van de samenwerking in de wijk en de samenwerking van de POHs onderling en benoem daarin de taken van de huisarts en de POH GGZ. 3. Selecteer een POH GGZ met specifieke expertise die aansluit bij de behoeften van de populatie in de wijk, of zorg voor specifieke scholing.
26 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
4. Investeer in moderne communicatie middelen, onder andere voor e-mental health toepassingen. POH GGZ: 1. Investeer in de samenwerking binnen de huisartsenpraktijk, met de overige disciplines in de eerstelijn en met de hulpverleners en welzijn in de wijk. Maak hierover met de huisarts concrete (tijds)afspraken. 2. Stem taken op het gebied van preventie en e-mental health af met de huisarts. 3. Ontwikkel een protocol voor patiënten met chronische problematiek, waarin medicatiecontrole en versterken van eigen kracht wordt opgenomen. Versterk hierbij de samenwerking met wijkpartners op het gebied van zorg en welzijn. 4. Overleg systematisch met de huisarts over patiënten waarbij het aantal consulten meer dan 10 wordt. Dit om te voorkomen dat de laagdrempeligheid van de POH GGZ belemmerd wordt.
27 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Literatuur: De Graaf R., ten Have M., Dorsselaer S. Nemesis-2. De psychische gezondheid van de Nederlandse bevolking: Opzet en eerste resultaten. Trimbos-instituut, Utrecht, 2010. Langejan, advies Basis GGZ, Nederlandse zorgautoriteit, nov. 2011 Verhaak P.F.M., van Beljouw I.M.J., van Dijk C.E. Beleidsonderzoek GGZ: ondersteunende analyses. NIVEL: 2010 Wever, Interdepartementaal beleidsonderzoek curatieve GGZ, april 2010
28 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Bijlage 1a
Huisarts met POH GGZ
Organisatie van de praktijk Op welke wijze is uw praktijk georganiseerd? HOED Gezondheidscentrum Solopraktijk Duopraktijk Anders, nl.:-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Aantal huisartsen in uw praktijk (geen waarnemers of HAIO’s):
Totaal aantal FTe huisarts in uw praktijk (geen waarnemers of HAIO’s)::
Totaal aantal patiënten in uw praktijk:
Hebt u samenwerking georganiseerd met andere eerstelijns aanbieders? Ja, met een Eerstelijns Psycholoog (ELP) Ja, met Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) Ja, anders, nl:---------------------------------------------------------------------------------------------------------Nee Is dit officieel vastgelegd? Ja Nee
Hebt u andere vormen van praktijk ondersteuning? Ja, nl:-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Nee
29 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Psychische problematiek in de huisartsen praktijk Hoeveel procent van uw dagelijkse consulten betreft patiënten met psychische problematiek? Gemiddeld percentage per dag: Toelichting :
Ervaart u momenteel knelpunten op het gebied van hulpaanbod voor patiënten met psychische klachten? Ja Nee Indien Ja, op welk gebied (meerdere antwoorden mogelijk): Inhoudelijk Financieel Administratief Organisatorisch Anders, nl:-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In welke mate voelt u zichzelf bekwaam in de behandeling van GGZ problematiek? (cijfer van 1 tot 10)
30 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Wat ziet u vooral als uw eigen taak bij patiënten met psychische klachten en welke taak ziet u voor uw POH GGZ? (meerdere antwoorden mogelijk) Activiteit
Zelf
POH GGZ
Medicatie voorschrijven Kortdurende behandeling (bijv. PST, CGT) Kortdurende begeleiding Diagnosestelling Triage klacht of ziekte E-mental health Preventieve activiteiten Verwijzing tweedelijn Crisis Netwerkopbouw en –onderhoud Zorg voor patiënten met complexe problematiek Nazorg voor patiënten met stabiele chronische GGZ problematiek Zorg voor ernstig zieke (onverwijsbare) patiënten Anders, nl.:
Toelichting:
31 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Welk percentage patiënten verwijst u door naar de POH GGZ, ELP, AMW of GGZ indien de volgende klachten optreden? (meerdere antwoorden mogelijk) Klachten
POH GGZ
ELP
AMW
GGZ
Doe ik zelf
%:
%:
%:
%:
%:
Depressiviteit Angst Relationele klachten Spanningsklachten Werkgebonden klachten Verslaving (incl. alcohol) Somatisatie Psychose Verwerkingsproblematiek Persoonlijkheidsproblematiek Anders, nl:
32 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Ondersteuning door POH GGZ Hoeveel uur POH GGZ ondersteuning heeft uw praktijk? Aantal uur POH GGZ per week (totaal):
Aantal POHs in uw praktijk
Is het aantal uur naar uw mening voldoende? Te weinig:
Ik zou graag meer patiënten doorverwijzen Ik vind dat patiënten vaker gezien moeten worden door de POH Beide Anders, nl.:----------------------------------------------------------------------------------------
Genoeg Te veel, omdat:-------------------------------------------------------------------------------------------------------
Is uw POH in dienst bij:
De eigen praktijk Een GGZ instelling, nl.:-----------------------------Anders, nl.:---------------------------------------------
Ik heb hiervoor gekozen, omdat:
Ervaart u knelpunten bij deze constructie?
Ja Nee
Indien Ja, op welk gebied (meerdere antwoorden mogelijk): Financieel Administratief Organisatorisch Anders, nl:-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
33 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
1=slecht, 2=matig, 3=voldoende, 4=goed, 5=uitstekend Wat vindt u van de samenwerking tussen u en de POH GGZ:
1
2
3
4
5
Afstemming en afspraken over werken met het HIS door de POH GGZ De hoeveelheid patiënten die u kunt verwijzen Het “soort”patiënten dat u kunt verwijzen De bereikbaarheid van de POH GGZ De mogelijkheid om af te stemmen, bijv. over een patiënt De mogelijkheid van voortgangs- of evaluatiegesprekken De samenwerking in het algemeen met de POH GGZ De samenwerking van de POH GGZ met andere disciplines binnen de praktijk
Zou u een uitbreiding in het takenpakket willen?
Ja Nee
Toelichting:
Ervaart u de komst van de POH GGZ als een lasten verlichting?
Ja Nee
Toelichting:
Betekent de komst van de POH GGZ een meerwaarde voor uw praktijk?
Ja Nee
Toelichting:
34 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
De POH GGZ kan ook patiëntoverstijgend werken, bijv. in de vorm van een project. Is dat bij u het geval? Ja
De POH GGZ is hier al mee bezig, nl.-----------------------------------------------------------------De POH GGZ gaat hier binnenkort mee beginnen, nl.--------------------------------------------
Nee Toelichting:
Vindt u dat de POH GGZ de samenhang in de eerstelijn bevordert? Ja Nee Toelichting:
Welk rapport cijfer geeft u aan de POH GGZ? (cijfer van 1 tot 10)
Demografische gegevens huisarts: Geslacht:
Man Vrouw
Leeftijd:
Postcode praktijk:--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
35 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Bijlage 1b
Huisarts zonder POH GGZ
Organisatie van de praktijk Op welke wijze is uw praktijk georganiseerd? HOED Gezondheidscentrum Solopraktijk Duopraktijk Anders, nl.:-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Aantal huisartsen in uw praktijk (geen waarnemers of HAIO’s):
Totaal aantal FTe huisarts in uw praktijk (geen waarnemers of HAIO’s)::
Totaal aantal patiënten in uw praktijk:
Hebt u samenwerking georganiseerd met andere eerstelijns aanbieders? Ja, met een Eerstelijns Psycholoog (ELP) Ja, met Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) Ja, anders, nl:---------------------------------------------------------------------------------------------------------Nee
Is dit officieel vastgelegd? Ja Nee Hebt u andere vormen van praktijk ondersteuning? Ja, nl:-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Nee
36 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Psychische problematiek in de praktijk Hoeveel procent van uw dagelijkse consulten betreft patiënten met psychische problematiek? Gemiddeld percentage per dag: Toelichting :
Ervaart u momenteel knelpunten op het gebied van hulpaanbod voor patiënten met psychische klachten? Ja Nee Indien Ja, op welk gebied (meerdere antwoorden mogelijk): Inhoudelijk Financieel Administratief Organisatorisch Anders, nl:-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In welke mate voelt u zichzelf bekwaam in de behandeling van GGZ problematiek? (cijfer van 1 tot 10)
37 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Wat ziet u vooral als uw eigen taak bij patiënten met psychische klachten en welke taak verwijst u door? (meerdere antwoorden mogelijk) Activiteit
Zelf
Verwijzing
Medicatie voorschrijven Kortdurende behandeling (bijv. PST, CGT) Kortdurende begeleiding Diagnosestelling Triage klacht of ziekte E-mental health Preventieve activiteiten Verwijzing tweedelijn Crisis Netwerkopbouw en –onderhoud Zorg voor patiënten met complexe problematiek Nazorg voor patiënten met stabiele chronische GGZ problematiek Zorg voor ernstig zieke (onverwijsbare) patiënten Anders, nl.:
Toelichting:
38 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Welk percentage patiënten verwijst u door naar de ELP, AMW of GGZ indien de volgende klachten optreden? (meerdere antwoorden mogelijk) Klachten
ELP
AMW
GGZ
Doe ik zelf
%:
%:
%:
%:
Depressiviteit Angst Relationele klachten Spanningsklachten Werkgebonden klachten Verslaving (incl. alcohol) Somatisatie Psychose Verwerkingsproblematiek Persoonlijkheidsproblematiek Anders, nl:
39 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Ondersteuning door POH GGZ Overweegt u om een POH GGZ aan te trekken?
Ja Nee
Indien Ja, wat zijn de redenen dat u dit uiteindelijk niet heeft gedaan? (meerdere antwoorden mogelijk) Te weinig meerwaarde Financiering Ruimte gebrek Gebrekkige informatie over de mogelijkheden Slechte ervaringen in verleden Geen Anders, nl:-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Indien Nee, kunt u dit toelichten:-----------------------------------------------------------------------------------------
Op welk terrein zou u aanvulling in uw praktijk willen?
Demografische gegevens huisarts: Geslacht:
Man Vrouw
Leeftijd:
Postcode praktijk:--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
40 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Bijlage 1c
POH GGZ
Organisatie van het werk Hoeveel uur werkt u in de functie van POH GGZ ? Aantal uur per week:--------------------------------------------------------------------------------------------Aantal praktijken:-------------------------------------------------------------------------------------------------Is het aantal uur naar uw mening voldoende? Te weinig, omdat:----------------------------------------------------------------------------------------Genoeg Te veel, omdat:--------------------------------------------------------------------------------------------
Bent u als POH GGZ in dienst bij:
De huisartspraktijk Een GGZ instelling, nl.:-----------------------------Anders, nl.----------------------------------------------
Hoeveel tijd besteedt u gemiddeld per consult? Eerste consult:------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Vervolg consult:----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Is dat naar uw mening voldoende? Eerste consult:
te weinig
genoeg
te veel
Vervolg consult:
te weinig
genoeg
te veel
Toelichting:
Hoeveel consulten vinden gemiddeld plaats per patiënt? Gemiddeld aantal consulten per patiënt:--------------------------------------------------------------------------------Is het aantal consulten naar uw mening voldoende? Te weinig
genoeg
te veel
Toelichting:
41 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Psychische problematiek in de huisartsenpraktijk Wat ziet u vooral als uw eigen taak bij patiënten met psychische klachten en welke taak ziet u voorde huisarts? (meerdere antwoorden mogelijk) Activiteit
Zelf
Huisarts
Medicatie voorschrijven Kortdurende behandeling (bijv. PST, CGT) Kortdurende begeleiding Diagnosestelling Triage klacht of ziekte E-mental health Preventieve activiteiten Verwijzing tweedelijn Crisis Netwerkopbouw en –onderhoud Zorg voor patiënten met complexe problematiek Nazorg voor patiënten met stabiele chronische GGZ problematiek Zorg voor ernstig zieke (onverwijsbare) patiënten Anders, nl.:
Toelichting:
42 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Welk percentage patiënten verwijst u door naar de ELP, AMW of GGZ indien de volgende klachten optreden? (meerdere antwoorden mogelijk) Klachten
ELP
AMW
GGZ
Doe ik zelf
%:
%:
%:
%:
Depressiviteit Angst Relationele klachten Spanningsklachten Werkgebonden klachten Verslaving (incl. alcohol) Somatisatie Psychose Verwerkingsproblematiek Persoonlijkheidsproblematiek Anders, nl:
Toelichting: ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
43 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
POH ondersteuning in de huisartsenpraktijk
1=slecht, 2=matig, 3=voldoende, 4=goed, 5=uitstekend Wat vindt u van de samenwerking binnen de praktijk:
1
2
3
4
5
Afstemming en afspraken over werken met het HIS De hoeveelheid patiënten die de huisarts naar u verwijst Het “soort”patiënten die de huisarts naar u verwijst De bereikbaarheid van huisarts(en) met wie u samenwerkt De mogelijkheid om af te stemmen, bijv. over een patiënt De kwaliteit van voortgangs- of evaluatiegesprekken De samenwerking in het algemeen met de huisarts(en) De samenwerking met andere disciplines binnen de praktijk Toelichting:
Is de taakinhoud van de POH GGZ duidelijk voor u?
Ja Nee
Toelichting:
Zou u een uitbreiding in het takenpakket willen?
Ja Nee
Toelichting:
44 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
De POH GGZ kan ook patiëntoverstijgend werken, bijv. in de vorm van een project. Is dat bij u het geval? Ja
Ik ben hier al mee bezig, nl.---------------------------------------------------------------------------Ik ga hier binnenkort mee beginnen, nl.-----------------------------------------------------------
Nee Toelichting:
Vindt u dat de POH GGZ de samenhang in de eerstelijn bevordert? Ja Nee Toelichting:
Demografische gegevens POH GGZ: Geslacht:
Man Vrouw
Leeftijd:
45 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Bijlage 2a Topic lijst aanvullend open interview huisarts met POH: Aanvullingen/onduidelijkheden over ingevulde vragenlijst Wat zijn uw ervaringen met betrekking tot de behandeling van patiënten met psychische klachten in uw praktijk? o Positieve zaken? o Negatieve zaken? o Werkdruk? o Toegankelijkheid? Wat is uw mening over de huidige POH GGZ regeling? o Meerwaarde? o Mogelijkheden? o Knelpunten? Wat zijn uw ervaringen tav de samenwerking met de POH GGZ? o Meerwaarde? o Mogelijkheden? o Knelpunten? Op welke wijze dient de GGZ ondersteuning in uw praktijk in de toekomst ingericht te worden? o Wensen o Ideeën o Plannen o Veranderingen Welke wensen heeft u met betrekking tot de vormgeving van de eerstelijns GGZ? o Positie POH GGZ o Samenwerking
46 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Bijlage 2b Topic lijst aanvullend open interview huisarts zonder POH: Aanvullingen/onduidelijkheden over ingevulde vragenlijst Wat zijn uw ervaringen met betrekking tot de behandeling van patiënten met psychische klachten in uw praktijk? o Positieve zaken? o Negatieve zaken? o Werkdruk? o Toegankelijkheid? Wat is uw mening over de huidige POH GGZ regeling? o Meerwaarde? o Mogelijkheden? o Knelpunten? Wat zijn uw verwachtingen tav de samenwerking met een POH GGZ? o Meerwaarde? o Mogelijkheden? o Knelpunten? Op welke wijze dient de GGZ ondersteuning in uw praktijk in de toekomst ingericht te worden? o Wensen o Ideeën o Plannen o Veranderingen Welke wensen heeft u met betrekking tot de vormgeving van de eerstelijns GGZ? o Positie POH GGZ o Samenwerking
47 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Bijlage 2c Topic lijst aanvullend open interview POH GGZ: Aanvullingen/onduidelijkheden over ingevulde vragenlijst Kunt u mij wat vertellen over uw ervaringen met betrekking tot de behandeling van patiënten met psychische klachten in de huisarts praktijk? o Positieve zaken? o Negatieve zaken? o Werkdruk? o Toegankelijkheid? Wat is uw mening over de huidige positie van de POH GGZ in de huisartsenpraktijk? o Meerwaarde? o Mogelijkheden? o Knelpunten? Wat zijn uw ervaringen tav de samenwerking met de huisarts? o Positief? o Negatief? o Verschil met samenwerking in tweedelijn? Welke toegevoegde waarde heeft de POH in de huisartsenpraktijk? o Voor patiënten? o Voor huisarts? o Voor GGZ? Waarmee onderscheidt de POH GGZ zich van anderen? o Binnen huisarts praktijk o Andere eerstelijns aanbieders o SPVen in tweedelijn? Op welke wijze dient de GGZ ondersteuning in de huisarts praktijk in de toekomst ingericht te worden? o Wensen o Ideeën o Plannen o Veranderingen Welke wensen heeft u met betrekking tot de vormgeving van de eerstelijns GGZ? o Positie POH GGZ o Samenwerking Zijn er nog belangrijke zaken rond uw +werk als POH die niet aan de orde zijn gekomen?
48 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
Bijlage 3 Patiënten interview: Voorgeschiedenis 1. Bent u eerder onder behandeling geweest voor psychische klachten? 2. Zo ja, welke? 3. Voor welke klachten hebt u contact opgenomen met de POH GGZ? Bereikbaarheid 4. Hoe bent u bij de POH GGZ terecht gekomen? Via huisarts, zelf initiatief, via .. 5. Kon u makkelijk een afspraak maken met de POH GGZ? Afspraak binnen 2 weken?Telefonisch goed bereikbaar?Per mail bereikbaar? Informatie 6. Wist u, toen u voor het eerst contact opnam, wat de POH GGZ doet? Deskundigheid, behandeling 7. Had u i.v.m. met uw bezoek aan de POH-GGZ aanvullende informatie willen ontvangen? Zo ja, welke informatie en wanneer had u die informatie willen ontvangen? 8. Heeft u uitleg gekregen over wat de behandeling door de POH GGZ inhoudt? Behandelmogelijkheden, te verwachten resultaat, aanpak, etc.? Bejegening 9. Had de POH GGZ voldoende tijd voor u? Luisterde hij aandachtig? 10. Begreep hij uw klachten? 11. Was er voldoende privacy? (wachtruimte, behandelruimte) 12. Was er aandacht voor lichamelijke klachten? Behandeling 13. Wat verwachtte u van de behandeling? Is dat tijdens het eerste consult besproken? 14. Is er een behandelplan gemaakt? Gesproken over stappen die tijdens de behandeling worden genomen? 15. Hebben de gesprekken u geboden wat u er van had verwacht? Hoe had de POH-GGZ het voor u nog beter kunnen doen? 16. Kunt u door de behandeling door de POH GGZ beter omgaan met psychische klachten? Wat gaat beter? Functioneert u beter? (Hoe?) 49 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012
17. Heeft de behandeling afgerond? Naar tevredenheid? 18. Bent u doorverwezen naar een andere behandelaar? 19. Weet u of de POH GGZ de huisarts over de behandeling heeft geïnformeerd? Rol POH GGZ 20. Is de rol van de POH-GGZ in de huisartspraktijk voldoende duidelijk? 21. Vindt u het belangrijk dat de huisarts samenwerkt met een POH GGZ? 22. Vindt u het makkelijker om naar een POH GGZ te gaan dan naar een psycholoog of psychiater?
50 onderzoek POH GGZ Amsterdam juli 2012