De paden op, de lanen in! Inleiding Ambitie Het is onze ambitie om ROSAlmere dé organisatie in Almere te laten zijn die overzicht en inzicht heeft van het Almeerse eerstelijnszorgveld. Begin 2015 hebben we een regioanalyse gemaakt waarbij we de kenmerken van de Almeerse zorg beschreven hebben. Deze regioanalyse betrof een analyse op stadsniveau. Om ook grip te krijgen op de zorg op wijkniveau zijn wij bij een groot aantal Almeerse gezondheidscentra en huisartspraktijken langsgegaan. Dit heeft ons vele verhelderende inzichten gegeven. Voor u ligt een samenvatting van onze belangrijkste bevindingen na onze ronde langs de zorgverleners. Langs de velden We hebben zestien gesprekken gevoerd. Elf van deze gesprekken waren bij gezondheidscentra van Zorggroep Almere, twee bij gezondheidscentra van Medi-Mere en drie bij vrijgevestigde huisartsenpraktijken. De mensen met wie we gesproken hebben waren voornamelijk mensen vanuit de huisartsenzorg, medisch manager en/of managers bedrijfsvoering. In één geval waren er ook mensen van het wijkteam aanwezig. Eén afspraak is niet door gegaan vanwege een communicatiestoornis. Drie gezondheidscentra hebben niet gereageerd op de vraag of we langs mochten komen, twee zagen het nut er niet van in. In de gesprekken zijn we ingestoken op vier Hoofdthema’s: 1. Kenmerken van de wijk waarin ze werken 2. Kenmerken van hun organisatie 3. Samenwerking binnen de eerstelijnszorg 4. Samenwerking met het wijkteam 5. feedback op de door ROSAlmere geformuleerde speerpunten voor 2016. Aan het eind vroegen we onze gesprekspartners naar hun belangrijkste wensen voor de komende jaren. Zonder uitzondering waren het interessante en boeiende gesprekken. We waren aangenaam verrast en zijn dankbaar voor de openheid van de mensen die we geïnterviewd hebben. Leesbaarheid We hebben ervoor gekozen om geen uitgebreid rapport te schrijven maar om een aantal conclusies op een rij te zetten, met daaraan voorafgaand een samenvatting. Hiermee hopen we dit verslag leesbaar en bruikbaar te houden. Vanwege de privacy hebben we afgesproken om geen (organisatie)namen te noemen.
Samenvatting Op basis van onze gesprekken is een aantal hoofdlijnen boven komen drijven. Onze belangrijkste conclusies staan hieronder en gaan over interne ontwikkelingen, samenwerking met andere zorgaanbieders, samenwerking met de wijkteams en over innovatie. Interne ontwikkelingen ● De meeste huisartsenpraktijken hebben per 1 fte huisarts minder patiënten dan een normpraktijk (n= 2.350). Dit zou kunnen impliceren dat er overcapaciteit zou bestaan. Dat wordt echter niet zo ervaren. ● De gezondheidscentra van Zorggroep Almere krijgen steeds meer ruimte voor eigen invulling. Dit wordt als positief ervaren. ● Er lijken verschillen tussen generaties huisartsen te bestaan. Waar de oudere huisarts zich ook richt op beleidsontwikkeling en verbonden is met de stad, heeft de jongere huisarts vaker een ‘9 tot 5’- mentaliteit en is minder pionier. ● Veel gezondheidscentra hebben de wens om hun klanttevredenheid en bereikbaarheid te verbeteren. ● Een aantal centra heeft een phycisian assistent als ondersteuner van de huisarts in de praktijk. Samenwerking tussen zorgverleners ● Samenwerking binnen de gezondheidscentra is veelal prima maar daarbuiten vaak wat minder. Hier is ook niet altijd behoefte aan. ● De huisartsen weten over het algemeen goed wat er aan (medische) zorg en ondersteuning te halen is in hun wijk. Vaak houden zij zelf een sociale kaart bij. In enkele gevallen is er een wens om over een centrale sociale kaart te beschikken. ● In het geval van de GGZ wordt opgemerkt dat er lange wachtlijsten zijn. Hierdoor kunnen patiënten niet uitstromen vanuit de huisartsenpraktijk naar de GGZ. Dit komt de samenwerking niet ten goede. Samenwerking met wijkteam ● De zorgverleners kennen de wijkteams nog te weinig en er is te weinig vertrouwen in elkaar en zijn er niet vaak samenwerkingsafspraken gemaakt. ● Er is een gedeelde wens om de samenwerking met de wijkteams te verbeteren. Deze werkrelatie wordt nu matig bevonden. ● De terugkoppeling van en naar elkaar moet beter, al moet het nog duidelijk worden wat en wanneer er teruggekoppeld wordt. ● Wat goed blijkt te werken is het investeren in een warme en persoonlijke relatie met mensen van het wijkteam. ● Samenwerken op inhoud wordt gezien als vliegwiel voor goede samenwerking. Innovatie ● Op het gebied van innovatie zijn vrij grote verschillen zichtbaar tussen de centra. Dit is vaak nog afhankelijk van persoonlijke interesse en drukte in de praktijk. ● Mijngezondheid.net wordt gezien als belangrijke pion in het innoveren maar dit werkt niet erg klantvriendelijk waardoor er beperkt gebruik van wordt gemaakt.
● ●
Op het gebied van zelfmanagement zien huisartsen vooral een rol voor thuisarts.nl en de praktijkondersteuners weggelegd. Preventie (zeker gezondheidsbevordering) wordt (hoewel belangrijk) niet echt als taak van de huisartsenzorg gezien. De huisartsen vinden dat de gemeente en de zorgverzekeraar daar de verantwoordelijkheid moeten nemen.
Hieronder vindt u een uitgebreidere onderbouwing van onze conclusies.
Conclusies Uit het grote aantal gesprekken dat wij hebben gevoerd komen een aantal opvallende zaken boven drijven; aspecten die door meerdere geïnterviewden gedeeld worden maar ook issues die verschillen. De conclusies zijn in te delen op zes thema’s: a. Verschillen (grote) gezondheidscentra en kleinere huisartsenpraktijken b. Interne ontwikkelingen c. Samenwerking d. Samenwerking zorg en wijkteam e. Innovatie f. Algemeen A. Verschillen gezondheidscentra en kleinere huisartsenpraktijken Gezondheidscentra het eerstelijns landschap van Almere wordt gekenmerkt door een relatief hoog percentage van gezondheidscentra (van Zorggroep Almere en Medi-Mere). Deze werken vaak wijkgericht. Hun patiëntenpopulatie komt ook grotendeels uit de wijk direct rondom hun locatie. Hierdoor hebben ze vaak met een beperkt aantal wijkteams te maken. Zorggroep Almere en Medi-Mere besteden tijd aan het samenwerken met stakeholders binnen de wijken en met stakeholders zoals de gemeente. Ook denken zij vaak mee over beleid op stadsniveau. Dit doen zij vanuit een verantwoordelijkheidsbesef, vaak gefinancierd vanuit hun huisartsenbudget. Kleinere huisartsenpraktijken De kleinere vrijgevestigde huisartsenpraktijken werken vaak minder wijkgericht. Hun patiëntenpopulatie komt vaak niet alleen uit de omliggende wijk maar soms uit heel Almere. Dit houdt in dat de kleinere praktijken met relatief veel verschillende samenwerkingspartners en wijkteams te maken hebben. De kleinere solopraktijken geven aan dat zij veelal nieuwe patiënten krijgen die niet tevreden waren over de zorg bij de andere zorgaanbieders. Deze cliënten hebben veelal meerdere en complexere klachten, maar zijn ook vaak veeleisender. De kleinere praktijken proberen zich te onderscheiden door een persoonlijker benadering te bieden, onder andere door het bieden van een vaste huisarts voor hun patiënten. Zeker de nieuwe (kleine) solopraktijken zijn naast hun patiëntenzorg vooral bezig met hun eigen bedrijfsvoering en hebben nog relatief weinig aandacht voor praktijkoverstijgende zaken zoals bijvoorbeeld de regiotafel of ontwikkeling van beleid in de wijk op stad. Interne ontwikkelingen Meeste huisartsenpraktijken hebben relatief minder patiënten dan normpraktijk Op basis van demografie is de verwachting dat de zorgvraag in Almere lager is dan gemiddeld in Nederland. Dat heeft te maken met de jonge populatie. De meeste huisartsenpraktijken hebben per fte huisarts minder patiënten dan een ‘normpraktijk’ telt. Redenen die hiervoor veel genoemd werden, zijn dat de Almeerse patiënten veeleisend zijn en dat de laagdrempeligheid van de zorg zorgt voor hoge zorgconsumptie. In sommige wijken is de bevolking aan het afnemen, bijvoorbeeld omdat opgroeiende kinderen elders gaan wonen. De beschikbare fte aan huisarts verandert dan niet altijd mee.
Er zijn ook praktijken met een hoger aantal patiënten dan de ‘normpraktijk’. Het is onduidelijk waarom zij meer patiënten per huisarts hebben. Oudere huisarts vs jongere huisarts: ander mentaliteit? Er wordt een aantal keren genoemd dat er een verschil is tussen oudere huisartsen en jongere huisartsen. De jongere huisartsen lijken over het algemeen meer een 8 tot 17 mentaliteit te hebben. Zij hebben naast hun werk een druk sociaal- en gezinsleven, waardoor zij het werk beperken tot patiëntenzorg. Zij mengen zich minder in beleidsontwikkeling en doen minder vaak dingen naast hun werk als huisarts. Een andere verklaring is dat de oudere huisartsen (meer) bewust gekozen hebben voor (het model voor de eerstelijns gezondheidszorg in) Almere en wonen ook vaker in Almere; daardoor hebben zij meer binding met de wijk en de stad. Veel oudere huisartsen zien een behoorlijke verandering van hun vak. Ze zijn steeds minder zorgverlener en doen steeds meer ‘managementtaken’. Ondanks dat dit als onvermijdbaar wordt gezien, wordt het wel als verschraling van het huisartsenvak gezien. Veranderingen beleid Zorggroep Almere merkbaar Er komt binnen ZGA steeds meer ruimte voor eigen invulling van de gezondheidscentra. Meer eigenheid en meer eigen regie van de individuele centra wordt mogelijk. Dit wordt als positief ervaren door de centra. De wisseling van de bestuurders wordt beschouwd als een belangrijke oorzaak hiervoor. Physician assistent Een aantal praktijken experimenteert met een physician assistent in de huisartsenpraktijk. Hier zijn goede ervaringen mee. De physician assistent neemt de eenvoudige interventie van de huisarts over zodat de huisarts tijd over houdt om complexere zaken op zich te nemen. Bij een aantal huisartsen is het de wens om een physician assistent aan te nemen. Klanttevredenheid belangrijk onderwerp Veel praktijk meten hun klanttevredenheid. Slechte telefonische bereikbaarheid is een specifiek aandachtspunt waar een aantal gezondheidscentra mee te maken heeft. Een aantal praktijken heeft door middel van de zogeheten ‘Planetree’-benadering en ‘LEAN’trajecten goede stappen voorwaarts gemaakt om de praktijkvoering efficiënter in te richten. Ook helpt het om bij nieuwe ingeschreven patiënten een kennismakingsgesprek te plannen. Samenwerking Samenwerking binnen centrum goed, daarbuiten minder Binnen de gezondheidscentra en -praktijken wordt de samenwerking als goed betiteld. Met de partijen daarbuiten is het wat minder, daar is ook minder behoefte aan. Gezondheidscentra van de Zorggroep Almere geven aan dat de samenwerking met de thuiszorg van Zorggroep Almere over het algemeen goed loopt, maar met de andere thuiszorgorganisaties is die samenwerking minder goed. Zorgverleners ervaren zo’n versnipperde groep thuiszorgorganisaties als storend.
Sociale kaart vaak zelf bijgehouden Een aantal praktijken heeft een sociale kaart van de wijk (gemaakt), die (in de meeste gevallen) centraal wordt bijgehouden. Een aantal centra beschikt niet over zo’n kaart. De samenwerkingsrelaties ‘zitten dan in het hoofd’. Een aantal keren wordt aangegeven dat een sociale kaart wenselijk zou zijn. Vooral voor zorgverleners die net begonnen zijn met werken zou dat handig zijn. Op de vraag of men zelf van een sociale kaart gebruik zou maken indien deze via bijvoorbeeld een app beschikbaar zou zijn, wordt vervolgens wisselend gereageerd. Of een sociale kaart succesvol is hangt af van of deze goed, volledig en actueel is en eenvoudig in gebruik. Het actueel houden is meestal het grootste probleem. Wachtlijsten GGZ storend De wachtlijsten binnen de (tweedelijns) GGZ worden als zeer storend ervaren. Omdat de toegang tot de huisartsenpraktijk erg goed is maar de uitstroom (vanwege de wachtlijsten) slecht is, ontstaat verstopping van de huisartsenpraktijk. Met name bij de POH-GGZ. Samenwerking wijkteam - zorg Verbeteren samenwerking wijkteam wenselijk De samenwerking met het wijkteam wordt door het overgrote deel van de geïnterviewden als matig beschouwd. Er wordt wel door bijna iedereen benoemd dat dit hoog op de wensenlijst staat om te verbeteren. Maar is geen duidelijk beeld bij hoe dat moet, door wie en wanneer; er heerst een afwachtende houding. Weinig vertrouwen in elkaar In de meeste gevallen heeft het wijkteam zich aan het begin van 2015 voorgesteld aan de zorgverleners. Dit was echter niet voldoende om elkaar te leren kennen en te vertrouwen. Daardoor wordt nu vooral teruggevallen op oude samenwerkingsrelaties; In de praktijk wordt er vooral naar de maatschappelijk werker verwezen. Hierdoor is er voor veel huisartsen eigenlijk niet zoveel veranderd met de oude situatie. Quote huisarts: “Omdat je niet echt samenwerkt leer je het wijkteam ook niet kennen en weet je ook niet precies wat je aan ze hebt” Terugkoppeling matig Er wordt weinig teruggekoppeld vanuit het wijkteam naar de huisarts(enpraktijk). De huisartsen verwachten meer terugkoppeling, zeker als zij een cliënt hebben verwezen. Maar veelal kan niet precies benoemd worden waarover en wanneer ze precies terugkoppeling verwachten. Privacy-issues werken belemmerend om dit te organiseren. Dichtbij is beter Veel wijkteams hebben in een gezondheidscentrum spreekuren. Dichtbij elkaar werken wordt als positief ervaren en blijkt de samenwerking te vergemakkelijken. Ook dan blijft het echter moeilijk om contact met elkaar te leggen. Er wordt meerdere malen genoemd dat het zou helpen als de wijkteam meer inloopspreekuren zouden hebben in de gezondheidscentra. Ook zou het helpen als de pauzes op elkaar afgestemd zouden worden zodat je elkaar gemakkelijker treft. Er is veelal een afwachtende houding en dat lijkt het grootste probleem te zijn dat wijkteam en zorgverleners (nog) niet optimaal met elkaar
samenwerken. De praktijken waarbij de wijkteams niet in de gezondheidscentra zitten vinden het moeilijker om mensen van het wijkteam te treffen en te spreken. Kleine praktijken contact met verschillende wijkteams De gezondheidscentra van Zorggroep Almere werken vaak wijkgericht. Daardoor hoeven ze meestal maar met één (of maximaal twee) wijkteam(s) samen te werken. De kleinere huisartsenpraktijken hebben meestal een praktijkpopulatie met een grote(re) geografische spreiding. Daarom hebben zij met meerdere wijkteams te maken. Dit wordt door hen als een knelpunt gezien, omdat het te tijdsintensief is om met al deze wijkteams contact te zoeken en te onderhouden. Weinig outreachend vanuit huisartsenpraktijk De meeste initiatieven voor kennismaking en samenwerking tussen de eerste lijn en wijkteam kwamen van het wijkteam. Een goede plek om samen te komen en elkaar te leren kennen is het sociaal café maar deze worden vrijwel niet bezocht door zorgverleners. Op de plaatsen waar de eerste lijn initiatief heeft getoond voor het leggen van contacten met het wijkteam is de samenwerking beter en is er meer vertrouwen. Investeren in persoonlijke relatie helpt enorm Er is een aantal plaatsen waar de samenwerking tussen eerstelijns zorgverleners en het wijkteam goed verloopt. De gemene deler op deze plaatsen is steeds dat er (in het begin) van twee kanten veel energie is gestoken in het elkaar leren kennen en het opbouwen van een persoonlijke relatie. Op één plek in Almere wordt een themamaand georganiseerd over stress. Dit gebeurt samen met het wijkteam. Door op inhoud samen te werken leren de zorgen welzijnswerkers elkaar kennen. Quote huisarts: “Bij een goed samenwerkingsverband merkt je dat door samen bezig te zijn met de materie je elkaar beter leert kennen. Dat maakt het dan weer makkelijker om elkaar op een ander moment weer aan te schieten”
Innovatie Verschillen in innovativiteit Er zijn grote verschillen in de mate van innovativiteit van de praktijken. Dat heeft vaak te maken met persoonlijke interesse van de zorgverleners in de praktijken. Daarnaast spelen er soms andere problemen waardoor de aandacht niet naar innovatie uitgaat. Ook zitten er perverse prikkels in het systeem die innovatie in de weg zitten. In sommige gevallen worden de organisaties die innoveren juist financieel gekort. Wat goed gaat is dat er bij het innoveren wordt gekeken naar goede voorbeelden elders in Almere (of daarbuiten?). Grote rol voor thuisarts.nl en POH bij zelfmanagement Huisartsen zien zeker een rol voor de medewerkers van huisartsenzorg op het gebied van zelfmanagement. Het meest vaak wordt genoemd dat ze meer naar thuisarts.nl zouden kunnen verwijzen. Daarnaast zien zij vooral een grotere taak voor de praktijkondersteuners bij het verbeteren van zelfmanagement.
eHealth: vooral MGN De meeste praktijken werken met mijngezondheid.net (MGN). Dit wordt als zinvol beschouwd, maar het gebruik door cliënten valt tegen. Dit komt grotendeels doordat MGN als klantonvriendelijk wordt ervaren. Hierdoor stellen zorgverleners zich niet op als ambassadeur van dit product. Er wordt wel erkent dat de zorgverlener zelf een rol zou moeten spelen in het promoten van deze en andere eHealth-toepassingen. Preventie Veel huisartsen zijn van mening dat zij een rol hebben op het gebied van preventie en gezondheidsbevordering. Ze vinden het echter moeilijk te benoemen wat die rol dan precies inhoudt. Ze leggen de grootste verantwoordelijkheid bij 1. de gemeente, om het te organiseren. 2. de zorgverzekeraars om het te financieren. Een groot knelpunt blijkt volgens de huisartsen een gebrek aan financiering te zijn. Algemeen Kennis sociale problematiek matig Bij de vraag naar de kenmerken van de wijk blijkt dat de zorgverleners goed zicht te hebben op welke problemen er spelen in hun wijk en welke ze tegenkomen in hun praktijk. Er lijkt minder goed zicht te zijn op de sociale problematiek in de wijk; de cijfermatige onderbouwing ontbreekt. Een voorbeeld hiervan is schuldhulpverlening. Alle mensen die we interviewden hadden het over dit probleem maar iedereen had het over een vermoeden. Sociale cohesie De nieuwe wijken in Almere (Noorderplassen en Poort) missen plaatsen voor mensen om samen te komen. Het oprichten van dit soort plaatsen wordt als belangrijke oplossing gezien voor het verbeteren van de sociale cohesie. Wensen lopen erg uitéén We hebben in onze interviews gevraagd naar wensen voor de toekomst. De antwoorden liepen erg uiteen. Een flink aantal keer is de wens geuit om de samenwerking met de wijkteams te verbeteren. Ook het vergroten van het gebruik van eHealth is meerdere keren benoemd. Verder is het verbeteren van de huisvesting en de telefonische bereikbaarheid voor sommige zorgaanbieders een belangrijk punt. Andere interessante wensen waren; vergroten inzicht in schuldenproblematiek, verminderen van onderverzekering van patiënten en hechter worden van hun eigen team. Feedback Speerpunten ROSAlmere Als ROSAlmere hebben we vijf speerpunten benoemt waaraan wij de komende jaren samen met de Almeerse zorgverleners willen werken. We hebben deze speerpunten gekozen op basis van een regioanalyse en een weging van de kansen en bedreigingen voor Almere. Onze speerpunten zijn: 1. Vergroten gebruik eHealth; 2. Verbeteren zelfmanagement van patiënten; 3. Verbeteren relatie zorg en gemeente. Dit betekent op beleidsniveau maar ook op de werkvloer bij bv de samenwerking van zorg en wijkteams; 4. Zorg op de juiste plek / Substitutie van zorg; 5. Preventie in de wijk.
Bovenstaande speerpunten worden herkend als kansen voor de Almeerse zorg. Aangegeven is dat de speerpunten nu nog zijn verwoord in erg algemene termen. Het specificeren van deze termen is nodig. Met betrekking tot de vijf speerpunten werd het volgende gezegd: 1. Het is absoluut de wens om de relatie tussen zorg en wijkteam te verbeteren. 2. Voor het thema preventie wordt gevraagd of de verantwoordelijkheid hiervoor niet bij de gemeente of zorgverzekeraar ligt. 3. Zorg op de juiste plek, soms ook ‘substitutie’ genoemd, wordt een erg ongrijpbaar begrip gevonden. De geïnterviewden hebben niet het gevoel daar veel invloed op te hebben.
Aanbevelingen vanuit ROSAlmere Uit ons onderzoek komt dat er een aantal onderwerpen zijn die vaker voorkomen, grotere problemen opleveren, etc. Steek energie in relatie met wijkteam Er is enige kritiek op het functioneren van de wijkteams en er is niet altijd een groot vertrouwen in elkaar. Zorgverleners hadden niet altijd een beeld wie er in het wijkteam zit en wie verantwoordelijk is voor welke thema’s. Wat opvalt is dat de zorgverleners vinden dat er te weinig onderling contact is. Ze ondernemen zelf echter geen actie om dat te verbeteren. Het lijkt er op dat ze vinden dat het initiatief van het wijkteam moet komen. Wij zien dat het zinvol is om te investeren in een goede relatie met de wijkteams. Op de plaatsen waar immers meer geïnvesteerd is in elkaar leren kennen en waar simpelweg ‘handjes worden geschud’ is de samenwerking beter. Ons advies: a. Zorg dat duidelijk is wie en in welk wijkteam zit en zorg dat contactgegevens beschikbaar zijn. b. Zorg als zorgorganisatie dat uw zorgverleners tijd en ruimte krijgen om contacten te leggen met het wijkteam. Kijk naar logische momenten, bijvoorbeeld gezamenlijke koffie-pauzes of lunches. c. Steek tijd in het verbeteren van de relatie met het wijkteam. Zie het als zorgverlener als je eigen verantwoordelijk om de relatie te onderhouden in het belang van de cliënt/wijkbewoner. d. Bezoek af en toe eens een sociaal café. De data van alle sociaal cafés zijn te vinden in de eerste nieuwsbrief van ROSAlmere en op https://wijkteams.almere.nl. e. Ga op inhoud samenwerken met het wijkteam. Terwijl je met de inhoud bezig bent, leer je elkaar beter kennen. f. Zorg dat je als huisartsenzorg Almere breed afspraken maakt over de terugkoppeling van het wijkteam naar de zorg, en andersom. Concrete acties ROSAlmere: a. Wij investeren in 2016 in het Giraffe-project. Hierbij gaan zorgverleners van Zorggroep Almere samen met de wijkteams speerpunten formuleren op basis van problemen die specifiek in hun wijk spelen. Hiervoor gebruiken we de ROS-wijkscan als startpunt. Wij maken ROS-Wijkscans op en presenteren ze. b. Wij nemen het initiatief om een bijeenkomst te beleggen om te spreken over hoe de terugkoppeling van en naar de wijkteams vormgegeven kan worden. Preventie Het onderwerp preventie wordt door iedereen gesignaleerd en belangrijk gevonden. Maar preventie is ook een containerbegrip hebben we gemerkt. Waar hebben we het dan precies over? Huisartsen missen soms goede gereedschappen voor preventie en gezondheidsbevordering (leefstijlbeïnvloeding). Vanwege toenemende werkdruk komt preventie ook meer in het gedrang. Dat alles impliceert dat op dit onderwerp eerder en meer naar elkaar wordt gewezen. Veel zorgverleners vertelden ook dat ze van mening waren dat preventie en gezondheidsbevordering meer een taak is van de gemeente en
zorgverzekeraars. Daarnaast is een groot knelpunt dat het veel moeite kost om geld te krijgen voor dergelijke initiatieven en zijn er vragen over effectiviteit. Ons advies: a. Verhelder het begrip preventie en specificeer welke preventie in de eerste lijn kan plaatsvinden, welke preventie bij de gemeente of andere stakeholders thuis hoort en welke in gezamenlijk opgepakt zouden kunnen worden. Voor effectieve preventie is een integrale aanpak een voorwaarde. b. De gemeente en Zilveren Kruis moeten weer met elkaar om tafel tav dit onderwerp. c. Preventie is ook een taak van de zorgverleners. Bij het schrijven van verbeterplannen voor gezondheidscentra horen ook plannen tav preventie en gezondheidsbevordering. d. Uit onderzoek is gebleken dat patiënten de opdrachten van de huisartsen zeer serieus nemen. Preventie (bv. bij leefstijlfactoren) is dus goed in de huisartsenpraktijk te starten. Wees je daar als zorgverlener van bewust en maak tijdens je consult ruimte voor een gesprek over preventieve interventies. e. Verdiep je als zorgverlener in de motivational interview techniek. Concrete acties ROSAlmere: a. ROSAlmere maakt (eventueel in samenspraak met de ZGA, Medi-Mere, EVHA, GGD, Zilveren Kruis en de gemeente Almere) een startnotitie om preventie in de eerste lijn (weer) op de kaart te zetten in de gemeente Almere. b. Deze notitie wordt besproken met o.a. de gemeente Almere, Zorggroep Almere en GGD. Deze startnotitie zou bijvoorbeeld aanleiding kunnen zijn om een preventieplatform op te richten en te bekijken of het mogelijk is een preventie-convenant op te zetten. Er kan daarbij bijvoorbeeld worden gestart met een preventieplatform (ketenaanpak) Overgewicht / Bewegingstimulering. c. ROSAlmere gaat in 2016 aandacht besteden aan het ‘framen’ van het thema Positieve gezondheid. Zelfmanagement Veel huisartsen zien zelfmanagement vooral als taak voor de praktijkondersteuners, omdat zij de meest intensieve contact hebben met patiënten met chronische ziekten. Verder willen zij meer verwijzen naar www.thuisarts.nl. De huisarts heeft zelf ook een taak op het gebied van zelfmanagement en patiënteducatie. Uit onderzoek blijkt dat patiënten grote waarde hechten aan de adviezen van huisartsen. Ons advies: a. Zorg binnen jouw organisatie voor een duidelijke visie op zelfmanagement. b. Huisarts, zie zelfmanagement ook als uw taak! c. Investeer in scholing van praktijkondersteuners. Zorg dat dit niet bij theorie blijft maar zorg voor een verandering van gedrag van zorgverleners. “Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg.” d. Betrek bij scholingen over zelfmanagement ook de huisarts. Begin bij de enthousiastelingen, daarna pas de sceptici. e. Stel je zelf op als ambassadeur voor zelfhulp-tools. f. Gebruik het aanbod van Zelfzorg Ondersteun (ZO!) om een ‘plan en scan’ te doen. Concrete acties ROSAlmere:
a. Zorggroep Almere voert het verdiepingstraject ‘Coaching on the Job’ voor praktijkondersteuners uit. ‘Coaching on the job’ gaat verder dan een cursus over zelfmanagement. Er wordt letterlijk meegekeken tijdens de consulten van de POH zodat er feedback op het handelen van de professional kan worden gegeven en er een échte gedragsverandering bij zorgverleners plaats kan vinden. ROSAlmere wil ondersteuning bieden bij dit traject. b. ROSAlmere zal ervoor pleiten dat ook zorgverleners van buiten Zorggroep Almere kunnen aansluiten bij dit traject. c. Wij werken nauw samen met Zelfzorg Ondersteund. eHealth Wat betreft het eHealth gebruik ligt Almere niet achter. Op basis van de demografie van de stad (jong en innovatief) verwachten wij dat we verder kunnen voorlopen. Het gebruik van eHealth De samenhang tussen de organisaties en de initiatieven op het eHealth gebied is onvoldoende. Ons advies: a. Wij adviseren de grotere zorgorganisaties om met elkaar om tafel te gaan om af te stemmen wie waar mee bezig is en hoe systemen beter kunnen functioneren door ze aan elkaar te koppelen. b. Als zorgverlener kun je eHealth promoten. Daarvoor helpt het om eerst zelf ervaring op te doen. Experimenteer zelf eerst met eHealth toepassingen of vraag een cliënt of hij/zij als proefkonijn wil dienen. Vraag om feedback Zorg dat je als zorgverlener het gebruik van eHealth promoot bij de cliënt door het actief aan te bieden. Besef je dat het ook een gedragsverandering vraagt van de zorgverleners zelf. c. Focus op één toepassing per keer. Beter één toepassing goed geïmplementeerd dan meerder half. d. Investeer zelf geen tijd in het ontwikkelen van apps maar ga op zoek naar bestaande toepassingen. e. Sommige toepassingen werken beter als er meerdere organisaties bij aangesloten zijn. Zorg dat je eerst draagvlak bij de andere organisaties organiseert voordat je een keuze maakt voor een aanbieder. Concrete acties ROSAlmere: a. Wij willen het gebruik van eHealth stimuleren door: i. Goede voorbeelden te verspreiden via nieuwsbrief, twitter, website. ii. Een bijeenkomst over eHealth te organiseren. In deze bijeenkomst brengen we de mogelijkheden van eHealth voor u in kaart. Evt. sluiten we aan bij de ‘week van eHealth’ (eerste week juni). Wachtlijsten GGZ De wachtlijsten in de GGZ zijn deels een gevolg van het systeem. Het verkleinen van de budgetten in de specialistische ggz hebben er zeker voor gezorgd dat de wachtlijsten opgelopen zijn. Naast deze ‘systeemproblemen’ zijn er allerlei invalshoeken om de wachtlijstproblematiek aan te pakken. Het is belangrijk om daar met elkaar naar te kijken zodat de patiënt eerder de juiste zorg op de juiste plaats kan krijgen. Ons Advies:
a. Kijk binnen je eigen organisatie kritisch naar redenen waarom er een wachtlijst bestaat. Zorg dat oorzaak een plan van aanpak krijgen. b. Onderzoek gezamenlijk wat de zorgvraag naar ggz-zorg is. Dit geeft richting waar je gezamenlijk een efficiency slag kunt maken. c. Gebruik het onderzoek naar de zorgvraag van ggz-zorg om inzichtelijk te maken of het budget voor ggz-zorg in Almere toereikend is. d. Zorg voor betere afstemming tussen organisaties door bijvoorbeeld het maken van ketenafspraken. e. Zorg er een systeem van bemiddeling komt. Sommige organisatie hebben lange wachtlijsten, andere geen. Zorg dat je elkaar gebruikt om wachtlijsten te verkorten. Concrete acties ROSAlmere: a. Wij begeleiden het GGZ-netwerk Almere en werken daarmee aan verbeteren van samenhang en afstemming tussen ggz-organisaties. b. Wij zijn procesbegeleider bij het maken van ketenafspraken voor preventie van suïcide. c. Wij ondersteunen het uitvoeren van een onderzoek naar de werkelijke zorgvraag naar ggz-zorg in Almere. Thuiszorg Tijdens de interviews werd herhaaldelijk opgemerkt de de samenwerking met de thuiszorgorganisaties moeizaam verloopt. We hebben daar niet genoeg op doorgevraagd. Thuiszorg is een containerbegrip wat loopt van persoonlijke verzorging en schoonmaak naar hoog-complexe medisch-technische handelingen, die ook nog uit verschillende wetten gefinancierd worden. Ook het grote aantal thuiszorgorganisaties (48!) die in Almere actief zijn zorgen er voor dat de problematiek niet eenduidig te benoemen is. Hierdoor hebben we op dit moment niet genoeg zicht op waar de problematiek met de thuiszorgorganisaties precies betrekking op heeft. Ons advies: Maak inzichtelijk waar de problemen met de thuiszorg precies over gaan Zorg dat je op wijkniveau afstemt met de thuiszorgorganisaties. Maak daar tijd voor, in het belang van je patiënt. Maak als huisartsenzorg samenwerkingsafspraken met de thuiszorgorganisaties. Concrete acties ROSAlmere: ROSAlmere zorgt voor een vraagverheldering voor dit thema. We gaan op zoek waar welke problemen concreet worden ervaren vanuit de huisartsendiscipline in relatie tot de samenwerking met de thuiszorgorganisaties (1e helft 2016). Klanttevredenheid Er zijn op verschillende plaatsen projecten opgezet om de klanttevredenheid te verbeteren. Zonder uitzondering hebben deze initiatieven geleidt tot verbetering van de klanttevredenheid. Zo zijn LEAN-projecten en Planetree succesvol gebleken. Ons advies: a. Zet klanttevredenheid hoog op de prioriteitenlijst. Het draait immers om uw patiënt/cliënt!
b. Maak van klanttevredenheid een verbeterproject en laat het terugkomen in de werkprocessen. c. Kijk naar succesvol gebleven initiatieven elders in Almere.
Concrete acties ROSAlmere: a. Wij geven graag een podium aan positieve en succesvolle initiatieven. We vermelden succesvolle initiatieven tav klanttevredenheid maandelijks in onze nieuwsbrief zodat deze als inspiratiebron kunnen dienen voor anderen.
_ _ _ _ _ Stefan Wigger Wim Klein Nagelvoort Willem Goedhart ROSAlmere Februari 2016