Inleiding Voor u ligt de werkmap van de training Burgers voor Burgers. Het project Burgers voor Burgers is opgezet door het Lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, in samenwerking met de Medewerker. Het lectoraat werkt vanuit de Wmo-werkplaats Nijmegen mee aan het doel van de Wmo: Iedereen moet mee kunnen doen. In het project Burgers voor Burgers gaan vrijwilligers aan de slag om sociale netwerken van bewoners in Ede te versterken. Op bezoek bij bewoners wordt samen met de vrijwilligers gekeken wie betrokken zijn in de sociale omgeving. Mensen die belangrijk zijn worden in kaart gebracht. Veel mensen zijn zich niet bewust wat zij zelf te bieden hebben aan een sociale netwerk. Als je dit beter weet, is het gemakkelijker om iets voor elkaar te kunnen betekenen. We noemen dit wederkerigheid. Daar gaan we naar op zoek. Het is heel waardevol als je in contact bent met de wereld om je heen. Contact met mensen om je heen geeft een gevoel van steun en ook de mogelijkheid om elkaar te helpen bij allerlei praktische vragen of problemen. Als je mensen in je direct omgeving kent, is het eenvoudiger om iemand iets te vragen. De training De training bestaan uit 6 bijeenkomsten. Op de volgende pagina is een overzicht te zien van de onderwerpen van de bijeenkomsten. In de bijeenkomsten werken we aan concrete opdrachten, oefenen we gesprekken en gaan we vooral met elkaar en van elkaar leren. De ideeën en ervaringen van de deelnemers zorgen ervoor dat de training aansluit bij wat we met elkaar willen leren om goed aan de slag te kunnen. Na elke bijeenkomst zijn er opdrachten om thuis aan te werken. Met deze opdrachten gaan we de volgende bijeenkomst verder. Na de training kan je zelfstandig op pad om bewoners te helpen met het versterken van hun sociale netwerk. Ook ben je in staat om met je kennis en ervaringen bij te dragen aan het trainen van nieuwe vrijwilligers. De opdrachten zijn allemaal in de ‘je’-vorm uitgewerkt. Lees hiervoor de ‘u’-vorm als dat van toepassing is. Veel plezier tijdens de training. Vriendelijke groet, Alex de Veld
Overzicht onderwerpen bijeenkomst training Burgers voor Burgers Ede Bijeenkomst 1 Kennismaking Interview netwerk in kaart Bijeenkomst 2 Gesprekstraining; contact maken door Luisteren, Samenvatten, Doorvragen (LSD), jezelf presenteren Mogelijkheden in de buurt (sociale kaart) Bijeenkomst 3 Gesprekstraining: Structuur van een gesprek Gesprek over de kwaliteit van het netwerk Bijeenkomst 4 Van wens naar plan Gesprek over wensen Bijeenkomst 5 Coachen Van wens naar plan Gesprek over wensen en acties Bijeenkomst 6 Omgaan met grenzen Actieplan uitvoeren + nazorg Evaluatie Plan voor vervolg
NB. De onderwerpen benoemd bij het pijltje ( ) zijn onderdeel van het proces van onderzoeken en opbouwen van sociale netwerken.
Bijeenkomst 1
Wat gaan
1. Opening en kennismaking
we doen?
2. Toelichting project en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 3. Informatie over sociale netwerken en toelichting programma 4. Interview netwerk in kaart 5. Huiswerkopdrachten 6. Afsluiting
www.maternum.nl
1 Alex de Veld, HAN lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, oktober 2012
1. Opening en kennismaking
a) Opening: welkom door de trainers b) Samen leren = samenwerken
Schrijf voor jezelf 3 dingen op die je belangrijk vindt aan samen leren en samenwerken.
Ik vind belangrijk aan samen leren en samen werken: _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
c) Kennismaking: kennismakingsactiviteit De bedoeling is om in circa 7 minuten de naam en wat informatie van een andere deelnemer te weten te komen. Na afloop van de gesprekken vertel je over de ander aan de groep wat je te weten bent gekomen. 1. Kies iemand om een gesprek mee te voeren. Kies iemand die je nog niet kent. 2. Ga naast elkaar zitten en neem het papier van de volgende pagina voor je. Vraag of iemand zich kort wil voorstellen met zijn naam: Ik ben…. Laat de ander zijn naam invullen en aanstrepen in welke levensfase hij is. Maak samen aantekeningen op zo’n manier dat je iets over de ander kan terugvertellen. 3. Stel de vraag: Kan u iets vertellen over de levensfase waar u zich nu in bevindt? Hoe is uw leven nu? (Hofman, 2008) Hulpvragen NU: a. Wat doet u graag? b. Welke dingen die u nu doet vindt u belangrijk? c. Waarom zijn deze bezigheden belangrijk voor u? Hulpvragen VROEGER: d. Wat waren dingen die u graag deed maar nu niet meer doet? e. Waarom doet u/lukt het niet meer? f. Waarom waren ze belangrijk? Hulpvragen TOEKOMST g. Welke dingen zou u graag willen doen? h. Waarom zijn deze belangrijk? i. Wat is de reden dat u niet doet u wat u zou willen doen? 4. Rollen wisselen. 2 Alex de Veld, HAN lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, oktober 2012
Ik ben___________________________
Vakantie Sport/ clubs
Kleinkinderen Partner vinden
10 0
50
30 20
40
70 60
Naar school
90 80
100 Ouder worden
Werken Feestjes
(Hofman , 2008) 3 Alex de Veld, HAN lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, oktober 2012
2. Toelichting project en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
De Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) is een brede wet die zegt: ‘Iedereen moet mee kunnen doen’. Dit is alleen mogelijk als we dat met elkaar doen. Alle mensen zijn samen het sociale vangnet van de samenleving. Als we er met elkaar in onze eigen sociale omgeving, in de buurt of in de wijk niet uitkomen gaan we kijken welke vrijwilligers en eventuele professionals nodig zijn om vragen op te lossen. Eerst wordt de eigen kracht van burgers aangesproken.
3. Informatie over sociale netwerken en toelichting programma
Een sociaal netwerk bestaat uit de onderlinge relaties die iemand heeft met mensen en organisaties om zich heen. Het heeft te maken met de behoefte van mensen om ‘ergens bij te horen’. Het draagt bij aan het welzijn van mensen omdat een sociaal netwerk praktische en emotionele steun biedt (Scheffer, 2010). Niet voor iedereen is een sociaal netwerk vanzelfsprekend. Door ziekte of ouderdom lukt het mensen niet altijd om het netwerk optimaal te houden. Of het is iemand niet gelukt om een groot netwerk op te bouwen. In deze situaties is er behoefte om te kijken naar de mogelijkheden om een netwerk sterker te maken. Met welke mensen is er contact? Hoe kunnen contacten versterkt of uitgebreid worden? Wat heeft iemand de ander te bieden zodat wederkerigheid ontstaat? Deze vragen gaan we beantwoorden in deze training. Voor het versterken van een sociaal netwerk is een aantal stappen te herkennen. Deze stappen worden in de trainingsbijeenkomsten doorlopen: o o o o o o o o
Kennismaken Sociale netwerk in kaart brengen De kwaliteit van het sociale netwerk bespreken Mogelijkheden en kwaliteiten van de bewoner verhelderen Mogelijkheden in de buurt verkennen (sociale kaart) Actieplan maken Actieplan uitvoeren Nazorg
4 Alex de Veld, HAN lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, oktober 2012
4. Interview netwerk in kaart Veel mensen hebben geen goed beeld van hun eigen netwerk. Door het netwerk in kaart te brengen krijg je niet alleen zicht op de mensen in je netwerk maar ook wie er belangrijk is. Om een netwerk in kaart te brengen moet je drie dingen doen. Eerst moet op een rij gezet worden met wie iemand contact heeft. Vervolgens worden deze mensen in een netwerkkaart (of ecogram) gezet. Als iedereen in kaart is gebracht vindt een gesprek plaats over de kwaliteit van het netwerk. Vragen als ‘Wat valt u op?’ ‘Hoe tevreden bent u als u uw netwerk bekijkt?’ worden dan gesteld (Scheffer, 2010).
Het is mogelijk om tegelijkertijd mensen te inventariseren en in een netwerkkaart te plaatsen (zie verderop).
Interview De bedoeling is om in circa 20 minuten een beeld van het netwerk van een andere deelnemer te weten te komen. Na afloop van de gesprekken vertellen we aan elkaar hoe het was om te interviewen en geïnterviewd te worden over het sociale netwerk. Spreek in overleg af wie de namen opschrijft. Hieronder zijn hulpvragen (verdeeld in nu – toen – straks ) te lezen die te gebruiken zijn voor het interview (Scheffer, 2010). NU wie komt u meestal tegen? o Wie kent u en vindt u aardig of belangrijk? o Met wie heeft u regelmatig contact? o Wie staat er in uw agenda of adresboek? o Zijn er activiteiten die u regelmatig doet? o Met wie heeft u (telefoon)gesprekken? Gebruik u email of chat? Met wie? o Van wie ontvangt u weleens een kaartje? o Met wie van de familie heeft u contact? Met wie uit de buurt? o Van wie krijgt u bezoek? Bij wie gaat u op bezoek? o Wie komt er op uw verjaardag? Bij wie gaat u op verjaardagsvisite? o Met wie gaat u (weleens) naar buiten? o Bij wie kunt u terecht als het goed/minder goed me u gaat? o Wie vraagt u wel eens om hulp of steun? o Zijn er mensen of beroepskrachten die u helpen? TOEN wie was er belangrijk? o Welke mensen had u regelmatig contact mee? STRAKS wie wil je dat er komt? o Met wie zou u contact willen hebben en van wie zou u graag hulp ontvangen?
5 Alex de Veld, HAN lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, oktober 2012
Overzicht: Ik heb contact met…
Ik ben__________________________________________________________
Ik heb contact met: _____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
_____________________________
6 Alex de Veld, HAN lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, oktober 2012
Netwerk in kaart De bedoeling is om het netwerk zelf te laten verwerken in een netwerkkaart. Het is ook mogelijk om dit op een andere wijze te doen; vriendenboek, fotoreportage maken of website. De uitleg hieronder richt zich op het invullen van een netwerkkaart. Gebruik een groot papier (minimaal A3). Teken hierop deze afbeelding (zo groot mogelijk).
-
Uitleg: o De kern; dat ben jij (u). o De taartpunt familie = partner, kinderen, ouders, broers, etc. o De taartpunt vrienden = buren, personen van vroeger, van school, mensen uit vrije tijdsactiviteiten, etc. o De taartpunt maatschappelijke diensten = huisarts, kerk, MW, thuiszorg, wijkagent, advocaat, psychiater, etc. o Personen die nabij staan plaats je in de binnencirkel. Waar geen of slecht contact mee is plaatsen buiten tweede cirkel (terwijl ze bijvoorbeeld wel tot de familie behoren). In de tussencirkel plaats je mensen waarin je minder gehecht bent dan de mensen in de binnencirkel.
1. Vraag de persoon zijn naam te schrijven, een foto van zichzelf te plakken, een tekening van zichzelf te maken, enz. 2. Plaatsen van mensen in de netwerkkaart (Scheffer, 2010, Hofman, 2008): a. Welke mensen zijn belangrijk voor u? Hoe nabij staan deze? Laat iemand een kleur kiezen en deze mensen zelf tekenen in de netwerkkaart door een grote bol met een naam erin in de juiste nabijheidscirkel. b. Welke mensen zijn ondersteunend/helpend/positief? Laat iemand deze mensen in de kaart zelf tekenen met een andere kleur en minder grote bol (in de juiste cirkel). 7 Alex de Veld, HAN lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, oktober 2012
c. Welke mensen worden als neutraal ervaren? Laat iemand deze mensen in de kaart zelf tekenen met een andere kleur en minder grote bol (in de juiste cirkel). d. Welke mensen worden als praktisch ervaren? Laat iemand deze mensen in de kaart zelf tekenen met een andere kleur en een andere vorm (in de juiste cirkel). e. Zijn er mensen die tegen werken of waar een gespannen contact mee is? Laat iemand deze mensen zelf in de kaart tekenen met een andere kleur en een andere vorm (in de juiste cirkel). f. Wie heeft u er niet opgezet?
5. Huiswerkopdrachten
a) Verder invullen van je eigen sociale netwerk Bespreek met iemand uit je directe omgeving (partner, buurman, dochter, etc.) het overzicht van mensen waar je contact mee hebt waar tijdens de training een start mee gemaakt is. Neem hier rustig de tijd voor. Gebruik de vragen zoals deze te lezen zijn bij ‘4. Interview netwerk in kaart’. Gebruik vooral de vragen die nog niet aan bod gekomen zijn. Zijn alle namen opgeschreven? Bekijk het overzicht en bespreek samen wat je ervaart. Hulpvragen: Hoe is het om samen de lijst verder in te vullen? Hoe vindt je het om alle personen op een rij te zien? Vind je het veel mensen? Of juist weinig? Wie is als eerste opgeschreven? Wie kwamen er als laatste bij? We gaan in de volgende bijeenkomst verder met invullen van de personen in de netwerkkaart.
Ervaringen verder invullen van eigen sociale netwerk _______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
8 Alex de Veld, HAN lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, oktober 2012
b) Buurtkaart Bekijk bijlage 1 werkblad 4A van de ‘Handleiding voor vrijwilligers en organisaties’ (Hofman, 2008). Lees de instructie en vul de buurtkaart voor jezelf in. We gaan alle gegevens uit de buurtkaart verderop in de training gebruiken bij het onderwerp: mogelijkheden in de buurt. Gebruik hierbij de infogids van de gemeente.
c) Iemand benaderen uit eigen netwerk die geïnterviewd wil worden over zijn eigen sociale netwerk Na de tweede bijeenkomst is de huiswerkopdracht om bij iemand het netwerk in kaart te gaan brengen. Vraag of iemand bereid is om hier aan mee te werken en of hij tijd beschikbaar heeft. Maak zo mogelijk alvast een afspraak van minimaal 1 uur.
6. Afsluiting
We kijken in circa 15 minuten terug op de trainingsbijeenkomst en sluiten gezamenlijk af.
9 Alex de Veld, HAN lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, oktober 2012
Bijlage 1
Dit document is ook te vinden via internet: http://www.welzijnswerkhoogeveen.nl/bestanden/documenten/816-sterknetwerk.pdf (p 34/35).
10 Alex de Veld, HAN lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, oktober 2012
11 Alex de Veld, HAN lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, oktober 2012
Bijeenkomst 2
Wat gaan
1. Opening
we doen?
2. Terugblik op de vorige bijeenkomst 3. Resultaat en ervaringen huiswerkopdrachten 4. Gesprekstechnieken: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen (LSD) 5. Lezen huiswerkopdracht en vragen beantwoorden 6. Afsluiting
www.maternum.nl
1. Opening
Welkom
2. Terugblik op de vorige bijeenkomst
Wat hebben we gedaan? Wat hebben we geleerd?
3. Resultaten en ervaringen huiswerkopdrachten
a) Buurtkaart b) Iemand benaderen uit eigen netwerk die geïnterviewd wil worden over zijn eigen sociale netwerk. Is het gelukt om met iemand een afspraak te maken? Om een goed gesprek te kunnen voeren zijn verschillende dingen belangrijk. Het soort vragen dat je stelt bepaalt of iemand veel of weinig vertelt. Ook de manier waarop je luistert heeft invloed. Sommige dingen in gesprekken doe je altijd al vanzelf. Andere dingen kosten je misschien iets meer moeite. Hiermee gaan we aan de slag. We gebruiken hiervoor LSD. LSD staat voor Luisteren, Samenvatten, Doorvragen. Vraag de onderstaande tekst door te lezen en geef een toelichting. Luisteren: Actief luisteren is wellicht je belangrijkste vaardigheid. Luisteren is meer dan horen wat iemand zegt, luisteren is ook reageren op hetgeen dat gezegd wordt. De hierop volgende onderdelen; Samenvatten en Doorvragen helpen je bij het luisteren naar mensen en informatie verzamelen. De activiteit bij het luisteren bestaat grotendeels uit vragen stellen. Met het vragen stellen kunt u informatie verzamelen. Hierbij is het de bedoeling dat u vragen stelt zonder vraagtekens te zetten, dit wil zeggen; dat u vragen stelt en luistert met een onbevooroordeelde en open houding. Luisteren met je houding Ook door de houding krijgt de ander het idee er naar hem/haar geluisterd wordt. We hebben allemaal weleens met iemand gepraat die midden in het gesprek begon te gapen, dit zegt iets over de interesse van de luisteraar in jouw verhaal. Hieronder een aantal tips voor een geïnteresseerde houding:
o o o o o o o
Maak oogcontact Knik zo nu en dan (om te laten zien dat je volgt wat de ander zegt) Gebruik van handgebaren (bijvoorbeeld; Ga door, uitbeelden door uw hand met de palm naar u toe in een langzame cirkel te bewegen) Dichtbij de cliënt zitten Een beetje naar de cliënt toegebogen zitten Afstemmen op het tempo van de verteller Wees niet bang voor stiltes
Samenvatten: Samenvatten helpt om het gesprek te verduidelijken. Doet dit regelmatig in het kort en in je eigen woorden (of de woorden van de ander) te herhalen wat cliënt gezegd heeft. Op deze wijze check je of je het verhaal van de cliënt goed begrepen hebt. Het is dan ook belangrijk om bij iedere samenvatting te vragen of deze klopt, en of je het goed begrepen hebt. Een goede samenvatting kan de ander uitnodigen meer te vertellen over het onderwerp. De ander kan een samenvatting corrigeren (misverstanden/communicatie fouten voorkomen) of aanvullen (verduidelijken). Samenvatten laat ook zien dat je goed geluisterd hebt naar zijn/haar verhaal. Doorvragen: Met samenvatten wordt op een rijtje gezet wat gezegd is. Dit kan nieuwe vragen oproepen om een situatie of onderwerp te verhelderen. Dit doe je doormiddel van doorvragen. Er zijn verschillende redenen voor doorvragen: o Verduidelijken (“Ik weet niet zeker of ik het helemaal begrepen heb, kunt u het nogmaals uitleggen?”) o Vragen naar meer informatie (“Wat gebeurde er toen?”) o Vragen om voorbeelden (“U vertelde dat u soms erg somber bent, wie heeft u toen om steun gevraagd?”) o Vragen om zekerheid (Begrijp ik het goed dat u de volgende week graag uw dochter erbij zou hebben?”) o Vragen over verbanden (“U zegt dat u de laatste tijd erg somber bent, bedoelt u met de laatste tijd; sinds uw kinderen verhuisd zijn?”) o Vragen om een mening (“Wat vindt u daarvan?”) Doorvragen vindt plaats met behulp van open vragen. Open vragen nodigen de ander uit om te gaan vertellen. Als de vraag open is, zijn er veel verschillende antwoorden mogelijk. Daardoor krijgt iemand de kans om zijn eigen verhaal te vertellen. Open vragen zijn daarom vooral belangrijk als iemand niet gemakkelijk zijn verhaal vertelt. Het tegenovergestelde zijn gesloten vragen. Dit zijn bijvoorbeeld vragen waar je alleen maar ja of nee op kan antwoorden. Een voorbeeld van een open vraag: o Wat heb je vanochtend gedaan? Een voorbeeld van een gesloten vraag: o Heb je een leuke ochtend gehad? Open vragen beginnen met: o Hoe vraagt naar dingen die zich voordoen, roept ervaring op (‘Hoe doe je dat?’) o Wie vraagt naar personen (‘Wie is belangrijk voor je?’) o Wat vraagt naar dingen (‘Wat bedoel je?’) o Welke vraagt naar ‘wat voor een’ (Welke bezigheden vind je leuk?’) o Waar vraagt naar plaats o Wanneer vraagt naar moment, tijd, datum
Gevoel benoemen: In een gesprek wordt veel informatie uitgewisseld. Tegelijkertijd worden er ook gevoelens uitgewisseld. Het kan heel behulpzaam zijn om deze gevoelens te erkennen door ze te benoemen. Voorbeeld Je gaat op huisbezoek. Je komt binnen en vraagt hoe het met uw de persoon gaat. Deze zegt “oh, goed” en slaakt een diepe zucht. U kunt nu van het antwoord uitgaan, het gaat dus goed, of u benoemen wat je zojuist gezien/gehoord hebt. “Goh wat een diepe zucht...?” De ander wordt erkent in zijn gevoel en bemerkt dat er aandacht is voor wat hem/haar nog meer bezighoudt. Dit kan een opening bieden om te vertellen hoe het echt met hem/haar gaat. Voer een gesprek in drietallen De verteller vertelt een verhaal over wat hij/zij onlangs heeft meegemaakt en wat hem/haar nog bezighoudt. De interviewer oefent met het verhelderen door LSD te gebruiken: te luisteren, samen te vatten en dóór te vragen op het betreffende onderwerp. De derde persoon luistert en maakt aantekeningen van wat hij ziet en hoort. Hoe laat de interviewer merken dat hij/zij actief luistert? o
Oogcontact
o
Open en uitnodigende houding
o
Knikken
o
Gebaren
o
Stiltes laten vallen
o
________________________________________________________________
o
________________________________________________________________
o
________________________________________________________________
Hoe vat de interviewer samen en wat is het effect daarvan op de verteller? Samenvatting_______________________________________________________ Effect:_____________________________________________________________ __________________________________________________________________ Samenvatting_______________________________________________________ Effect:_____________________________________________________________ __________________________________________________________________
!
Welke vragen stelt de interviewer? Open vraag__________________________________________________________ Effect:______________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Open vraag__________________________________________________________ Effect:______________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Gesloten vraag_______________________________________________________ Effect:______________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Gesloten vraag_______________________________________________________ Effect:______________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Voer zoals hierboven een gesprek over de ervaringen met het invullen van het eigen sociale netwerk.
"
1. Lezen huiswerkopdracht en vragen beantwoorden
a) Iemand interviewen over zijn eigen sociale netwerk Interview iemand om zijn sociale netwerk in kaart te brengen. Gebruik hierbij de ervaringen zoals we deze de afgelopen twee bijeenkomsten hebben opgedaan. Kijk tot hoever je kan komen. Let daarbij op wat passend is of iemand aankan. De ervaringen van het interview komen terug in de volgende bijeenkomst. Neem een groot vel papier en gekleurde stiften of pennen mee.
b) Invullen ervaringenbox Deze ervaringenbox helpt je om terug te kijken op wat je meegemaakt hebt tijdens een bezoek. Je staat even stil bij je ervaringen en wat jij daarin hebt betekent. We gaan alle ervaringen tijdens de bezoeken verzamelen om te kijken wat jullie het meest tegen kwamen en welke bijdrage waardevol was. Met deze informatie kunnen we de training bijstellen. Hieronder staan enkele korte voorbeelden. Kies zelf hoe uitgebreid je je ervaringen wil beschrijven. Vul de ervaringenbox digitaal in en mail deze naar: _________________________________ ! $
%
&
" # #
" " # " $
%#
" #
"
#
'( * + ( %
1 (
) ( , + #. ( /* ( + % % % / + , , % + % /0 + + , % % / ( /2 % /* ( ( +
(
% + (
+
/ %
/0 ( %
+ % #
/)
% % %
/1 ,
% (
, ,
% +
/
+
/ + + /0 %
" ( +
-
+ %
/*
(
(
, ( (
( (
/0 (
+ % (
+ +
#
(
, +
+
% , % +
-
/ " $
% ( % /
%#
2
(
%
%
4
"
+ #
/
-,
#
2
+ /
% %
"
+ % ( + + % % % ( %
- % " $
%#
" #
* + %
(-
+ , ,( %
-
/
+ + (
( ( /7 ( 9/ (
+ +
+ (
, (
%
( /* ( +
( + + /
/ ( (
+
/ , ( %
/
% ( ( / * (
(
-
#
(
/
/* ( + %/
%
(
, ,-
/ - ,- % (
(
+
(
* (
%
( %
+
#
%
/
+
4 - 6( 6 % % % + ( 8 + ,
"
/ % %
,-
( + % ( % (
%
/ "
/5
/ + -
#
/
+
+ ( %
/ ,
, %
( / +
1
+
( % , /
% "
-
( %
+
+ (
, ( /0 , (
+ + +
/ + +
%
+
( (
( % 3
(
,
(
%
,
/*
+ % " $
(
%
%
+
-
/ /
%#
2. Afsluiting
We kijken terug op de trainingsbijeenkomst en sluiten gezamenlijk af.
:
Bijeenkomst 3
Wat gaan
1. Opening
we doen?
2. Terugblik op de vorige bijeenkomst 3. Resultaat en ervaringen huiswerkopdrachten 4. Structuur van een gesprek 5. Gesprek over de kwaliteit van het netwerk 6. Rondje positief 7. Lezen huiswerkopdracht en vragen beantwoorden 8. Afsluiting
www.maternum.nl
1. Opening
Welkom
2. Terugblik op de vorige bijeenkomst Wat hebben we gedaan? Wat hebben we geleerd?
3. Resultaten en ervaringen huiswerkopdrachten a) Invullen ervaringenbox Is het gelukt om deze in te vullen? Is het gemakkelijk?
4. Structuur van een gesprek Het helpt de ander als je structuur in een gesprek brengt. Het geeft duidelijkheid wat het begin en de bedoeling is. In de afsluiting kan je hier op terug komen; hebben we gedaan wat we van plan waren? Hoe gaan we verder?
5. Gesprek over de kwaliteit van het netwerk
Gesprek over de kwaliteit van het netwerk Het netwerk is op papier in kaart uitgewerkt. Iemand krijgt hierdoor op een ander manier een kijk op zijn netwerk. Door het bespreken van de netwerkkaart kan iemand zelf woorden gaan geven hoe dat voor hem of haar is: wat zijn de sterke kanten en zwakke plekken van het netwerk? De sterke kanten is iedereen wie tot steun is of dat zou kunnen zijn, en wat je zelf bijdraagt aan contacten. De wensen die iemand heeft, hebben doorgaans te maken met de zwakke plekken in het netwerk. Beiden zijn belangrijk voor versterking van het netwerk. De bedoeling is een gesprek te voeren waarin je de ander helpt om zijn eigen netwerk te verwoorden. Hieronder staan hulpvragen die hierbij behulpzaam zijn. Gebruik de suggesties van het luisteren. Vraag de ander zelf gedachten of conclusies in te vullen. Het samenvatten is hierbij heel behulpzaam.
Voorbeeld opening voor het gesprek (Dit is een voorbeeld. Gebruik zoveel mogelijk je eigen woorden om het op je eigen manier te doen.) o Je hebt je netwerkkaart (verder) ingevuld. Goed dat je dit gedaan hebt. Ik zou dit graag samen met jou gaan bekijken. Oké? o Allereerst ben ik benieuwd wat jou opvalt aan je eigen netwerk. Verder wil ik graag met je bekijken aan welke contacten je steun hebt. En wat jij daarin betekent voor de ander. Als laatste wil ik ook graag bespreken over welke contacten je minder tevreden bent en welke wensen je hebt voor je eigen netwerk. Is dit goed? o Ik zou het fijn vinden als je in je eigen woorden af toe iets op schrijft zodat we onthouden hoe je er nu over denkt.
Suggesties voor vragen Eerste totaal-indruk over het netwerk 1. Wat was het eerste dat je opviel/opvalt aan je netwerk(kaart)? Wat zie je wat je eigenlijk niet zo goed wist? Er zijn verschillende manieren om de netwerkkaart te bespreken; per taartpunt, van de binnencirkel naar buiten. Laat iemand hier zelf in kiezen. Sterke kanten 2. Met welke contacten bent je tevreden? Op welke manier zijn deze contacten waardevol? Op welke manier zijn de contacten tot steun (samen dingen doen, de manier van aandacht, hoort bij een bepaalde groep, etc.)? 3. Wat doe je voor de ander in dit contacten? Wat heb je te bieden? 4. Wie kan je bellen als je een vraag of probleem hebt? Wie zou jou tot steun kunnen zijn (en is dat nu nog niet)? Wat doe je in dat contact of zou je kunnen doen of betekenen?
Minder sterke kanten en wensen 5. Wat valt je op aan het aantal contacten in de verschillende cirkels? Wat valt je op over de verdeling van de contacten over de verschillende taartpunten? 6. Over welke contacten bent je minder tevreden? Kan je dit toelichten? Welke wensen heb je voor het verbeteren van deze contacten? 7. Wie heb je niet op de kaart gezet? Kan je dit toelichten? 8. Welke contacten zou je wensen dat op je kaart staan? Eventueel: ‘Toverstokje’ Stel je hebt een toverstokje en kan met één toverspreuk voor elkaar krijgen dat mensen die jij graag om je heen hebt er in één keer zijn. Wie zijn er om je heen en wat betekenen ze voor je? Hoe zou je netwerk eruit zien? Er zijn geen belemmeringen. Het kan zo mooi en ideaal zijn als gewenst is.
Voorbeeld afsluiting van het gesprek Goed dat we samen de netwerkkaart hebben besproken. Wat heeft het opgeleverd? Welke wensen zijn je helder geworden en welke sterke kanten zijn hiervoor in te zetten? Zullen we daar de volgende keer mee verder gaan?
Helpende gedachten De netwerkkaart is een beeld voor hoe het nu is. Het is een startpunt om het te veranderen. Straks ziet het heel anders uit. Niet geschoten is altijd mis. Er zijn beslist mensen die iets voor je willen betekenen. De kunst is om hun te vinden. (Hofman, 2008)
!
Kwaliteit van mijn netwerk
Netwerk van ____________________________________________________________
Aan mijn netwerk valt op: ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ Voor mij is steunend: ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ Ik doe voor de ander in het contact: ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________
"
Mijn wensen zijn: ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________
#
6. Rondje positief
( ) &&
%
* ( )&+
&
% , % *
&++
) &+
% ' (
( ) ) *
,
&
+++
% *
%
&++
& - )
&++
www. artpetty.com
Deze opdracht is gericht op alle kwaliteiten die je hebt. Hoe eenvoudig of van zelfsprekend ze soms voor jezelf zijn; het zijn je kwaliteiten. Schrijf alles op waar je trots op bent, waar je blij van wordt of jou veel waard zijn. Alles is goed. Zet je positieve bril op en schrijf op wat er in je boven komt.
$
7. Lezen huiswerkopdracht en vragen beantwoorden
a) Vervolg interviewen over zijn eigen sociale netwerk
b) Invullen ervaringenbox Zie huiswerkopdracht vorige bijeenkomst. Vul de ervaringenbox digitaal in en mail deze naar: _________________________________
/
(
0
8. Afsluiting
We kijken terug op de trainingsbijeenkomst en sluiten gezamenlijk af.
.
Bijeenkomst 4
Wat gaan
1. Opening
we doen?
2. Terugblik op de vorige bijeenkomst 3. Resultaten en ervaringen huiswerkopdrachten 4. Van wens naar plan 5. Lezen huiswerkopdracht en vragen beantwoorden 6. Afsluiting
www.maternum.nl
1. Opening
Welkom
2. Terugblik op de vorige bijeenkomst
Wat hebben we gedaan? Wat hebben we geleerd?
3. Resultaten en ervaringen huiswerkopdrachten
a) Iemand interviewen over zijn eigen sociale netwerk We gaan met elkaar de ervaringen bespreken zodat we van elkaar kunnen leren. Hier gaan we praktisch mee aan de slag en we bekijken hoe we ervaringen op een goede manier kunnen delen. We laten aan elkaar de ingevulde netwerkkaart zien en ieder vertelt hoe hij het aangepakt heeft. Wie Wie heb je gevraagd? Welke relatie heb je met deze persoon? Wat beteken je voor hem/haar? Wat betekent hij/zij voor jou? Hoe heb je contact gemaakt? Opening gesprek Waarmee ben je het gesprek begonnen? Wat lukte goed in de uitleg van de bedoeling van het gesprek? Wat was lastiger? Gesprek over het netwerk Hoe heb je het gesprek gedaan over het netwerk? Wat leverde het op voor de ander? Waar was je tevreden over? Waar was je minder tevreden over?
Afsluiting Hoe heb je afgesloten? Is er een vervolg na dit gesprek? Op welke manier?
Mijn conclusies: _______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
b) Invullen ervaringenbox Gelukt?
4. Van wens naar plan
De vorige bijeenkomst hebben we gezien dat het bespreken van de netwerkkaart drie stappen kent (Hofman, 2008): 1. Eerste totaalindruk over het netwerk 2. Sterke kanten 3. Minder sterke kanten en wensen In het gesprek kom je samen tot de wensen. De wensen vertellen waar iemand verder mee wil komen. Vaak moet je eerst samen nog nadenken voordat iemand beter weet wat hij wil en hoe hij het wil (‘wat, wanneer, met wie?’). De opdrachten hieronder zijn er op gericht om iemand te kunnen ondersteunen om van een wens naar een plan te komen. Je ondersteunt
iemand om zijn verhaal te vertellen. Dit helpt om uiteindelijk in een plan concrete acties te bedenken: Wat ga je doen? Wie kan daarbij helpen? Wat is een goed moment? Etc. Hieronder staan hulpvragen die je kan gebruiken als aanleiding zodat iemand over zijn wens gaat vertellen. Het zijn suggesties. Gebruik je eigen woorden en formulering zoals jij dat prettig en passend vindt. Wens Kan je vertellen wat je zou anders zou willen in je netwerk? Kan je vertellen wat voor jou het belangrijkst is om te veranderen? Stel dat alles wat je wenst zou lukken. Hoe zou het er dan uitzien? Soorten vragen De wensen kunnen heel verschillend zijn en dan heb je een ander plan nodig. Het is dus handig om over de verschillende wensen meer te weten te komen. In de opdracht hieronder gaan we samen bedenken hoe je het gesprek kan vervolgen zodat iemand zelf verder gaat nadenken. Het gaat namelijk om het versterken van eigen kracht. De mogelijkheden van iemand en zijn naaste omgeving. Nadat we dit gedaan hebben gaan we deze gesprekken oefenen. I.
Contacten Dit gaat over de behoefte om contacten te hebben die tot (emotionele) steun zijn; iemand kunnen opbellen om je verhaal te doen, samen een kop koffie drinken, etc.
Om met iemand verder na te denken over contacten zou ik het gesprek vervolgen over: _______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
II.
Dingen doen Dit gaat over activiteiten willen gaan doen of weer gaan oppakken; vrijwilligerswerk, vriendendienst, activiteiten in een buurthuis, een cursus gaan doen, etc.
!
Om met iemand verder na te denken over dingen doen zou ik het gesprek vervolgen over: _______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
III.
Praktische hulp Dit gaat over praktische vragen; het lukt mij niet meer om alleen mijn tuin bij te houden, of alle boodschappen te doen, kleine klusjes in huis voor elkaar te krijgen, etc.
Om met iemand verder na te denken over praktische hulp zou ik het gesprek vervolgen met: _______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
a)
Interview sociale netwerk van bewoner Ede
Wat heb je nog nodig om dit te kunnen doen? Hoe ga je contact opnemen? Wanneer wil je op bezoek? "
b) Invullen ervaringenbox Zie huiswerkopdracht vorige bijeenkomst. Vul de ervaringenbox digitaal in en mail deze naar: _________________________________
$
%
&
5. Afsluiting
We kijken terug op de trainingsbijeenkomst en sluiten gezamenlijk af.
#
Bijeenkomst 5
Wat gaan we doen?
1. Opening 2. Terugblik op de vorige bijeenkomst 3. Resultaten en ervaringen huiswerkopdrachten 4. Coachen van wens naar plan 5. Lezen huiswerkopdracht en vragen beantwoorden 6. Afsluiting
www.maternum.nl
1. Opening
Welkom
2. Terugblik op de vorige bijeenkomst
Wat hebben we gedaan? Wat hebben we geleerd?
3. Resultaten en ervaringen huiswerkopdrachten
a) Iemand interviewen over zijn eigen sociale netwerk We gaan met elkaar de ervaringen delen door elkaar te interviewen met gebruik van LSD. Voer een gesprek waarin je je richt op de ervaring van de ander en wat hij geleerd heeft. Kijk of het lukt om de verteller de lijn van het verhaal te laten bepalen. Sluit met je vragen aan op het verhaal van de verteller. We kijken en luisteren met elkaar naar het luisteren, samenvatten en doorvragen om er samen van te leren. Hiervoor zijn meekijk- en luisterlijsten gemaakt.
o ! o !
"
o o # o $ o ________________________________________________________________ o ________________________________________________________________ o ________________________________________________________________
$ % &
_______________________________________________________
'_____________________________________________________________
__________________________________________________________________
$ % &
_______________________________________________________
'_____________________________________________________________
___________________________________________________________
!
__________________________________________________________
&
'______________________________________________________________
___________________________________________________________________
!
__________________________________________________________
&
'______________________________________________________________
___________________________________________________________________
#
_______________________________________________________
&
'______________________________________________________________
___________________________________________________________________
#
_______________________________________________________
&
'______________________________________________________________
___________________________________________________________________
Ik heb geleerd….. _______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________ Een volgende keer zou ik weer/anders doen….. _______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
(
b) Invullen ervaringenbox Gelukt?
4.
Coachen van wens naar plan
(chinees spreekwoord)
*
" " % %
+
, ", % ,+
% , "
-! % "
"
"
" -
"
%
, + % "
+"
%
+
,
" % -
. !% "
-
-
. %
% " ,+
-
"
,
"
! "
!
!
# )
"
Van wens naar plan In bijeenkomst 3 hebben we gezien dat er drie stappen zijn te herkennen om vanuit de netwerkkaart tot een wens te komen. In de opvolgende stappen help je de ander om van een wens tot actie te komen. Om dit behapbaar te maken probeer je de ander te laten bedenken wat de eerste stap is die gezet kan worden. Je stemt altijd af op het tempo dat aangegeven wordt en de manier waarop de ander verder kan komen. We gaan een coachgesprek oefenen waarin het komen tot een wens en wellicht vervolgacties onderwerp van gesprek zijn. Coachvragen die kunnen helpen: o o o o o o
Wat gaat u doen? (dit en dat) Wie gaat dit en dat doen? (ik en die) Wanneer gaat u en zij dit en dat doen? (dan en dan) Waar gaat het plaatsvinden? (daar) Wat wilt u dat er uitkomt? (daarom) Welke eerste stap gaat u zetten?
Ik heb geleerd….. _______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
Een volgende keer zou ik weer/anders doen….. _______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
/
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
5. Lezen huiswerkopdracht en vragen beantwoorden
a) Wat willen jullie nog doen en leren om goed aan de slag te kunnen? Op welke manier gaan we de volgende keer afsluiten? Lees de gehele werkmap nog een keer helemaal door. Welke vragen heb je? Wat wil je graag nog verhelderd hebben? b) Vervolg interview sociale netwerk van bewoner Ede Wat heb je nog nodig om dit te kunnen doen? Hoe ga je contact opnemen Wanneer wil je op bezoek? c) Casus Ada en Carmen (Steyaert, 2012) Zie bijlage 2. Wat treft je of valt je op in het verhaal? Wat zie je jezelf als netwerkcoach in deze of een andere situatie doen? Wat niet? d) Invullen ervaringenbox Zie huiswerkopdracht vorige bijeenkomst. Vul de ervaringenbox digitaal in en mail deze naar: _________________________________ $
%&
& 1
'
%
2
( 0
(
(
"(
6. Afsluiting
We kijken terug op de trainingsbijeenkomst en sluiten gezamenlijk af.
3
Bijlage 1
%
#
#
1// +
2
% # " %
# " % , ", " " % +
" +
+ " +
#
"
%
+
"
%
* "
-
+ "+ " % %
-
%
- -5 "
" - + " +, + " . ,+ " -7 8"
" . + " -
1,
"+
+% "
+
6
,
. %
.
, %%
"+ %
-
%
# %
. "
%
%
% % . .
%
+
%
"
"+
,
" +"
-
.
. ,
% %
" %
+ ,
% .
"
" -7 " +" " % - 9& % . " -: +" " + , " "+ % , -* " % + % - + %% % . 1 + , " + . - +" ,+ " +% + % 7 82- 9; " % , ,+ " " +
, "
= "+ +%
"
+. "
" " +"
" "
-5 -
%
7 8. " +
-
%
"
-#
+" . 7 8
+
,
"
6
%
, ", % 2- + + %
#
%
, +%
"
" ,
, " -5+
+-
.
2 + 1- - + -:
< +
, .
%
% " +
,+ % " % % % % " % " % -# ?- + , " " @ . + % " % % + ,+ - * -& " 8 % "+ " -! %
+ ,+ "+ "
%
. , %
>
" " +% +
-*
" +% " % %
,
4
+ % ,+
" "+ + , " "
6
"
+ ,+
%
F
2 &
-
1.
, % . & 8
G
"
$ %
+ "
@ D
! ? G 1 * 2 7" 1 .
;
2 " %
=
' '*
2
+
2
C
G
-A
-& + +" % ,
#
1. . % . %
,
#
"
% "+
. .
7. D % 1" B" E = *
,
#
7 8'
,+
+
B
7. A C
%
$ ,
&
%
, -
&B
"+ ,+ -
-
+
Bijlage 2
Casus Ada Hendriks & Carmen van Straalen Uit: Jan Steyaert & Rick Kwekkeboom, De zorgkracht van sociale netwerken, Movisie 2012 (p 94-99). Te bestellen of te downloaden via www.movisie.nl of www.wmowerkplaatsen.nl
(
)
/
0
Bijeenkomst 6
Wat gaan we doen?
1. Opening 2. Terugblik op de vorige bijeenkomst 3. Vervolg Burgers voor Burgers 4. Bespreken casus Ada en Carmen van de huiswerkopdrachten 5. Omgaan met grenzen 6. Evaluatie 7. Afsluiting
www.maternum.nl
1. Opening
Welkom
2. Terugblik op de vorige bijeenkomst
Wat hebben we gedaan? Wat hebben we geleerd?
3. Vervolg Burgers voor Burgers Met elkaar zullen we het vervolg van het project bespreken. Sprong in de tijd Stel het is eind 2012 en het project Burgers voor Burgers is een groot succes. Veel groter dan iedereen in zijn stoutste dromen verwacht had. Hoe ziet het eruit? Wat doe je? Wat heb je gedaan? Waar ben je trots op? Welk verlangen is uitgekomen?
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________
4. Bespreken casus Ada en Carmen van de huiswerkopdrachten
a) Wat treft je in het verhaal? Waarom? b) Wat zie je Carmen in de aanpak doen wat je sterk vindt? Wat doe je zelf al als netwerkcoach? Wat zou je willen leren? c) Met welke problemen van Ada kan jij uit de voeten? Welke lijken jou te ingewikkeld? Wat betekent dit voor de vragen waar je mee aan de slag zou willen? d) Welke rol zou je voor jezelf zien als netwerkcoach bij Ada? Welke mogelijkheden en rol zie voor jezelf als netwerkcoach in het project Burgers voor Burgers? e) Wat is de volgende stap in het project? Wat wil je als volgende (kunnen) doen?
5. Omgaan met grenzen
Bij de voorgaande opdracht hebben we gesproken over de rol als netwerkcoach. Als netwerkcoach ga je contacten aan met burgers. Daarin geeft de burger een kijk in zijn leven door zijn levensverhaal te vertellen. In het levensverhaal kom je levenservaringen of problemen tegen die je meer of minder aangrijpen. Het overkomt iedereen wel eens dat je geraakt ben door iemands ervaringen. Of dat het gesprek heel dichtbij je is gekomen. Vaak merk je dat pas achteraf. Het is belangrijk om deze momenten te herkennen en er bij stil te staan. Het zijn namelijk momenten dat je te maken kan hebben met je eigen grenzen. Burgers kunnen de verwachting hebben dat je hulp of steun biedt die niet binnen jouw rol of mogelijkheden past. Soms is het niet helemaal duidelijk wat de ander van je verwacht. Je voelt dat de ander een appèl op je doet wat je niet kan beantwoorden. Ook dan is het belangrijk om je eigen grenzen goed te kennen. De burger die zich slachttoffer voelt van zijn eigen situatie kan een beroep op je doen om het probleem voor hem op te lossen. Hij wil dat jij de redder bent van zijn situatie. Als je dit doet wordt hij afhankelijk van jouw hulp om zich te kunnen redden in het leven. Bij het versterken van sociale netwerken zetten we de kracht van de burger centraal. De burger kan zelf veel veranderen aan zijn eigen omstandigheden en jij begeleidt en coacht, zodat hij zelf grip leert krijgen op zijn eigen situatie. De burger is geen slachttoffer van zijn situatie maar gaat er actief mee aan de slag. Belangrijk bij het omgaan met grenzen is om alert te zijn hoe ervaringen van de ander bij je binnen komen en je gevoel daarbij serieus te nemen. Wees ook alert op het appèl dat mensen op je doen. Als je dit doet geeft het je de kans om te reageren op de door jouw gewenste manier. Het goed omgaan met je grenzen is essentieel om met het juiste plezier en de juiste energie vrijwilligerswerk te kunnen volhouden. Vragen die daarbij behulpzaam kunnen zijn bij het omgaan met grenzen: o Wat doe ik nu en wat wil de ander van mij? o Is dit goed voor mij? o Past dit bij mijn rol? o Help ik hier de ander echt verder mee? o Neem ik mezelf voldoende serieus? Ervaringen met grenzen stellen Ken je een situatie waarin het stellen van eigen grenzen belangrijk was? Wat was je reactie? Was dit effectief? Wat helpt jou om grenzen te stellen? !
6. Evaluatie Terugkijken op de training op training en het werkboek. Evaluatie invullen. Eventuele vragen beantwoorden.
7. Afsluiting Uitreiking certificaten.
"
Literatuur Adriaansen, M. & Caris J., (2011), Elementaire sociale vaardigheden. Bohn Stafleu van Loghem, Houten Hofman, E. & Lustgraaf M. van de, (2008) Een sterk sociaal netwerk!, Movisie en PhiladelphiaSupport Lustgraaf, M. van de, (2009) Natuurlijk, een netwerkcoach. Mezzo: Bunnik Scheffers, M. (2010). Sterk met een vitaal netwerk. Uitgeverij Coutinho: Bussum. Steyaert, J. & Kwekkeboom, R. (2012) De zorgkracht van sociale netwerken. Movisie (te downloaden via www.movisie.nl en www.wmowerkplaatsen.nl ) Welzijn Nieuwe Stijl, (2010), Uitgave van Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Alex de Veld, HAN lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, oktober 2012