FNV Bondgenoten
De FNV Uitzendenquête 2012
“De onzekerheid is soms ondraaglijk” Ik wil een werkgever, een betrokken uitzendbureau en meer betrokkenheid van de inlener. Uitzendkrachten moeten beter beloond worden dan vaste medewerkers omdat ze geen zekerheid hebben. Er moeten meer mensen in vaste dienst komen. Dan kan de betrokkenheid van werknemers weer worden zoals die zou moeten zijn en zou de huidige crisis snel voorbij zijn. Dan kunnen we samen de schouders eronder zetten en vertrouwen hebben in de toekomst. Waarom nemen werkgevers geen vast personeel meer aan? We zijn volwaardige werknemers! De inlener behandelt ons zo, nu de uitzendbureaus nog. Rechtsbescherming. Opdrachtgevers zouden je niet te pas en te onpas weg mogen sturen. Uitzendbureaus moeten er meer zijn voor de uitzendkrachten en niet voor de opdrachtgevers die denken dat zij zich alles kunnen permitteren. Gelijk werk, gelijke rechten, gelijk loon. Een uitzendkracht moet veel meer op zijn tenen lopen om zijn werk te behouden dan een vaste medewerker. Schep de voorwaarden voor een reële kans op doorstroom naar vast werk. Ik vind het belangrijk dat ik niet langer op de schopstoel zit. Ik wil meer zekerheid, meer geld en veiligheidsschoenen, een veiligheidsbril en oordoppen. Goede scholing en weg met fase A! De waarde van de uitzendkracht wordt sterk onderschat. Voorkom misbruik van uitzendkrachten. Maak het onmogelijk dat uitzendkrachten na 3 jaar en 3 maanden naar huis worden gestuurd om vervolgens na een aantal maanden weer binnengehaald te worden. Ik wil een beter pensioen. Bedrijven profiteren van de flexibiliteit die uitzendkrachten bieden. De uitzendbureaus verdienen daar goed aan. Maar de werknemer ziet daar weinig van terug. We zijn geen speelbal, maar mensen! Soms moet ik 4 uur reizen om 3 uur te werken. Absurd! Bij iedere ziekte een wachtdag is onacceptabel. Hierdoor raken mensen, terwijl ze ziek zijn, ook nog in geldproblemen. Mensen zijn geen handelswaar. Betere mogelijkheden voor scholing. Soms word ik pas laat gebeld dat ik de volgende dag moet werken. Je kunt haast geen goede afspraken meer maken in je privéleven. De flexwet is in het leven geroepen ten behoeve van de uitzendkrachten, zodat wij meer kans zouden krijgen op een vaste baan. De realiteit is dat werkgevers ons nog steeds dumpen op het moment dat zij ons een vast contract moeten geven.
$YRRUEODG8LW]HQGNUDFKWHQLQGG
Colofon "De onzekerheid is soms ondraaglijk" is een uitgave van FNV Bondgenoten. Tekst Opdrachtgever Utrecht
dr K. Schilstra mw. M. Patijn 6 maart 2012
1
Voorwoord Uitzendkrachten laten via deze enquête hun stem horen. En hun wensen zijn helder. Uitzendwerk kan en moet anders en beter! De cao-onderhandelingen over de beloning van uitzendkrachten staan voor de deur. En hoewel de onderhandelingen dit jaar nog niet gaan over de rechtspositie, is de kernboodschap van de 1338 uitzendkrachten die de enquête ingevuld hebben duidelijk. Er moet meer perspectief komen op vast werk. Zekerheid dat er de volgende dag een inkomen verdiend kan worden is de kern van veel reacties. Of zoals een van de mensen het formuleert: De onzekerheid is soms ondraaglijk. Maar ook het inkomen is een belangrijk punt. Ruim twee derde van de uitzendkrachten geeft aan minder te verdienen dan hun collega’s in vaste dienst die hetzelfde werk doen. Terecht wordt gesteld dat het loon en de arbeidsvoorwaarden van een uitzendkracht hetzelfde moeten zijn als dat van werknemers in vaste dienst, als je op dezelfde werkvloer hetzelfde werk doet. Gelijk loon voor gelijk werk. Dat is waar FNV Bondgenoten de cao-onderhandelingen mee ingaat. En uit alle reacties en opmerkingen van de uitzendkrachten valt ook een algemene oproep af te leiden: Een uitzendkracht is een mens die zorgvuldig behandeld wil worden. Een uitzendkracht is iemand die er ook bij hoort, die ook waardering en aandacht verdient. Voorzichtig, maar duidelijk vragen uitzendkrachten om respect!
2
Inleiding en conclusies In voorbereiding op de onderhandelingen over de ABU cao voor uitzendkrachten, heeft de FNV de Uitzend Enquête ontwikkeld, gericht op uitzendkrachten en gepayrollde werknemers. In een twintigtal vragen zijn diverse onderwerpen aan de orde gesteld, van inkomen tot opleidingen, van economische zelfstandigheid tot doorstroom kansen. De belangrijkste conclusies: Â Gelijke beloning en pensioen scoren hoog als cao-prioriteit. De wachtdagen bij ziekte en de beperkte aanvulling op de ziekte-uitkering worden als zeer onrechtvaardig ervaren. Â Werkzekerheid is belangrijker dan inkomen. Ruim driekwart van de invullers vindt een vaste baan belangrijker dan een loonsverhoging. Maar dat betekent niet dat inkomen onbelangrijk is. Het bruto-inkomen van twee derde van de invullers ligt tussen de €10,00 en €16,70 per uur. Toch denkt twee derde van de invullers minder te verdienen dan hun collega's met een vaste baan. Daar worden diverse oorzaken voor genoemd, van verschillend primair loon tot het ontbreken van onkostenvergoedingen. Â Opvallend is dat ruim een derde zegt moeite te hebben om rond te komen van hun inkomen als uitzendkracht. Iets meer dan een vijfde geeft zelfs aan niet economisch zelfstandig te zijn. Â De invullers willen het liefst een vast contract, bij voorkeur bij de inlener maar ook graag bij het uitzendbureau. De belangrijkste redenen zijn inkomenszekerheid en baanzekerheid. Â Hoewel een vast contract de voorkeur heeft, verwachten de meeste uitzendkrachten niet dat ze ooit een vast contract krijgen. Twee derde van de invullers verwacht nooit door te stromen naar vast werk. Jongeren onder de 25 zijn hier optimistischer over. Â Ruim de helft van de invullers heeft in de afgelopen 3 jaar geen, voor het werk, relevante opleiding gevolgd. Slechts een op de zeven invullers heeft in de afgelopen drie jaar een opleiding via het uitzendbureau gevolgd. Â Opleidingen gaan vooral naar de mensen die al een opleiding hebben. Uitzendkrachten die alleen basisonderwijs hebben genoten zijn oververtegenwoordigd in de groep die de afgelopen drie jaar geen opleiding heeft gehad. Â Uitzendkrachten zijn er niet alleen meer voor piek en ziek. Ze zijn ook goedkoper, makkelijker te ontslaan en worden gebruikt om werknemers in te huren als er een aannamestop is. Hierna worden deze conclusies nader toegelicht in vier blokken: cao en inkomen, werkzekerheid en carrière, opleidingen en waarom uitzendkrachten. Dit wordt vooraf gegaan door informatie over de invullers en de enquête.
3
Invullers Allereerst wat nadere informatie over de uitzendkrachten die de FNV Enquête in hebben gevuld. De enquête is voor 71% door mannen ingevuld en voor 29% door vrouwen. Bijna een tiende (8%) van de invullers is jonger dan 25. Precies de helft van de invullers is 45 jaar of ouder. De resterende 42% is 25 tot 45 jaar. De invullers zijn relatief hoog opgeleid. Slechts 7% heeft alleen basisonderwijs gevolgd en 21% heeft een HBO of WO opleiding afgerond. De meeste invullers hebben een MBO opleiding afgerond (41%). Dat wordt hier benadrukt omdat deze groep in geen enkele uitsplitsing sterk afwijkt van het gemiddelde. Anders gezegd, deze groep is wat onzichtbaar in het rapport omdat zij altijd in de algemene uitkomsten vertegenwoordigd zijn. Het opleidingsniveau van de gepayrollde uitzendkrachten wijkt sterk af van het gemiddelde. Bij de tijdelijke payrollcontracten is 48% HBO+ en bij de vaste contracten is dit zelfs 61%. Van de HBO+ers werkt 48% bij de overheid, precies de helft op een payrollcontract voor bepaalde tijd. De meeste invullers (57%) werken 33 tot 40 uur per week. De een na grootste groep werkt 25-32 uur (17%). Mannen zijn relatief beter vertegenwoordigd in de eerste groep, vrouwen in de tweede. Ruim twee derde (69%) van de invullers is vakbondslid. De vakbondsleden zijn voor het overgrote deel aangesloten bij een FNV bond (98%). De overige leden zijn aangesloten bij CNV bonden (1%) en andere vakorganisaties. Veel van de invullers zijn werkzaam bij de overheid, 17%. Andere sectoren waar veel invullers werken zijn: Metaal en Techniek, Personen- en Beroepsgoederenvervoer, Metalektro, Voedingsindustrie, Bouwnijverheid, en Onderwijs. De resultaten zijn niet alleen als geheel geanalyseerd maar ook naar drie onderscheidende kenmerken: leeftijd, opleiding en contractsoort. Dit is gedaan omdat de meeste van de hierboven genoemde kenmerken van de invullers afwijken van wat in de sector gebruikelijk is. Zie voor feitenmateriaal over de sector het rapport "Arbeidsmarkttransities van uitzendkrachten in de periode 2007-2010" (H. Vermeulen, S. Oomens, W. de Wit en J. Warmerdam, Januari 2012, ITS Nijmegen).
4
De FNV Uitzend Enquête is via bestuurders en kaderleden van diverse FNV bonden en FNV Jong verspreid. Ook heeft de lijst op de sites van de vakcentrale FNV en diverse FNV bonden gestaan. Dit is gebeurd in de periode van half januari tot half februari 2012. Uiteindelijk zijn er 1.338 exemplaren ingevuld geretourneerd. De quotes zijn zo letterlijk mogelijk overgenomen uit de enquêteformulieren. Ten behoeve van de leesbaarheid zijn ze soms geredigeerd.
5
Cao en inkomen De CAO kan beter: wat is belangrijk De enquête vroeg uitzendkrachten wat zij vonden van de onderwerpen: gelijke beloning, pensioen, naleving cao en opleiding. Zoals te verwachten viel scoren gelijke beloning en pensioen hoog. Maar heel opvallend is dat doorbetaling bij ziekte er uitspringt. Ook uit de opmerkingen komt naar voren dat de wachtdagen bij ziekte en de beperkte aanvulling op de uitkering bij ziekte voor veel mensen als zeer onrechtvaardig ervaren wordt. Een ander in het oog springend punt is de naleving van de cao. Veel uitzendkrachten vinden dit een belangrijk punt. Het is niet duidelijk of dit komt omdat de cao niet goed nageleefd wordt, maar deze uitkomst geeft wel te denken. Verder valt op dat opleiden een relatief lagere prioriteit heeft dan de andere punten. Een stabiel inkomen, ook bij ziekte, lijkt een basisbehoefte die vervuld moet zijn voordat er ruimte is voor andere zaken. De kernkeus: loon of zekerheid In de keuze tussen hoger loon en vast werk geeft ruim driekwart (78%) van de invullers de voorkeur aan vast werk. Vooral jongeren (25-) en uitzendkrachten in fase C kiezen relatief vaak voor een hoger loon. Het opleidingsniveau heeft weinig invloed op deze uitkomst. Quotes  Uitzendkrachten moeten altijd betaald worden volgens de cao die ook voor de vaste mensen van toepassing is.  Uitzendkrachten moeten dansen naar de pijpen van de uitzendorganisatie, anders krijgen ze de baan niet.  Uitzendkrachten moeten ook een volwaardig loon ontvangen, zodat ze een gezin kunnen onderhouden.  Eigenlijk moet een goede uitzendkracht meer verdienen dan een vaste kracht, die veel meer zekerheden hebben.  Dit vind ik belangrijk: aanpak werkdruk, salaris, reiskosten, veiligheid en sociaal omgaan met uitzendkrachten!!!  Alles is minder bij een uitzendcontract, terwijl je hetzelfde werk doet. Het is erg vervelend om altijd een soort tweederangs werknemer te zijn.  Eerlijkheid, gelijkheid, waardering, een fatsoenlijke cao. Wij zijn als uitzendkracht en als mens even veel waard als een vaste medewerker.  Bij ziekte wordt de eerste dag niet doorbetaald. Diefstal!  Wij hebben bij de inlener wel dezelfde plichten, maar niet hetzelfde loon als de collega’s in vaste dienst die het zelfde werk doen.  Waarom krijg ik geen bonus of eindejaarsuitkering, zoals de vaste medewerkers?  Ik wil een pensioenregeling die net zo goed is als die van mijn vaste collega’s.
6
Uitzendkrachten hebben een lager inkomen Meer dan twee derde (69%) van de invullers van FNV Uitzend Enquête geeft aan minder te verdienen dan hun collega's met een vaste baan bij dezelfde inlener. Meer dan een kwart (27%) zegt hetzelfde te verdienen en 4% denkt meer te verdienen. Invullers met alleen basisonderwijs geven relatief vaak aan dat ze minder verdienen (78% vs. 69% gemiddeld). HBO+ers menen relatief vaak evenveel te verdienen (38% vs. 27%) en denken relatief weinig dat ze minder verdienen (57% vs. 69%). Jongeren geven juist vaak aan minder te verdienen (83% vs. 69%) en relatief weinig dat ze evenveel verdienen (14% vs. 27%). Invullers in fase A geven relatief vaak aan minder te verdienen (76% vs. 69%). Maar invullers uit fase C menen relatief weinig dat ze minder verdienen (61% vs. 69%) net als gepayrollden met een contract voor bepaalde tijd (61% vs. 69%) en voor onbepaalde tijd (47% vs. 69%). De inkomensverschillen worden volgens de invullers veroorzaakt door: andere lagere basissalarissen, andere functieschalen, minder pensioenopbouw, inkomensfluctuaties, andere cao-verhogingen, bewust lagere inschaling, geen loondoorbetaling bij vakantie, geen bonussen of eindejaarsuitkeringen, geen 13de maand, geen vakantiedagen, geen ATV, vaker werken op zon- en feestdagen, geen onregelmatigheidstoeslag, wachtdagen bij ziekte, geen loondoorbetaling bij scholing, geen leeftijdsdagen, geen reiskosten- en andere vergoedingen, geen werkkleding, gereedschap of -schoeisel, geen toegang tot scholing, geen doorbetaling tijdens ouderschapsverlof, geen carrièrekansen, minder ontslagbescherming en/of geen Kerstpakket. En door het feit dat het uitzendbureau ook geld inhoudt. Verder zijn er ook nog andere verschillen die niet in de arbeidsvoorwaardelijke sfeer liggen.
Quotes  Buiten het inkomen is er nog een verschil: ik krijg de rotdiensten.  Ik heb al drie jaar geen loonsverhoging gekregen.  Ik heb wel hetzelfde salaris als de vaste werknemers maar ik heb géén ADVdagen.  Door de secundaire arbeidsvoorwaarden en scholingsmogelijkheden loop ik achter op mijn collega's.  Ik denk dat wij minder verdienen. Zij hebben een betere cao met meer vakantie, atv en een bonusuitkering.  Via het uitzendbureau gaat er nog een deel van het loon dat je verdient naar hun. Hoe meer je werkt hoe meer je inlevert.  Ik verdien hetzelfde maar ik krijg het niet.  Bij uitjes word ik niet uitgenodigd. Het inkomen van twee derde (63%) van de invullers ligt tussen de €10,00 en €16,70 per uur. 13% verdient meer (vooral HBO+), de rest minder. 4% zegt zelfs minder dan het Wettelijk Minimumloon (WML) van €8,35 te verdienen. Deze groep bestaat voor twee derde uit jongeren (25-), deze uitkomst wordt waarschijnlijk verklaard door het minimum jeugdloon. Payrollers verdienen bovengemiddeld vaak het hoogste uurloon, met name gepayrollden met een contract voor onbepaalde tijd. Uitzendkrachten in fase A en B zijn oververtegenwoordigd in de inkomensgroep €8,35-€10,00, fase C is dat in de groep €10,00-€16,70.
7
Uitzendkrachten hebben grote problemen om rond te komen van hun inkomen Een groot deel van de invullers (38%) zegt moeite te hebben een economisch zelfstandig bestaan te leiden van het uitzendinkomen. Iets meer dan een vijfde (21%) geeft zelfs aan niet rond te kunnen komen. 41% kan gewoon rondkomen van hun inkomen. Uitzendkrachten met alleen basisonderwijs zijn relatief ondervertegenwoordigd in de groep die goed kan rondkomen (28% vs. 41%). HBO+ers zijn daar oververtegenwoordigd (48% vs. 41%). Mensen met een fase A contract zijn ondervertegenwoordigd in de groep die gewoon rond kan komen (37% vs. 41%) en oververtegenwoordigd in de groep die daar moeite mee heeft (42% vs. 38%). Ook ouderen (45-54 en 55+) kunnen relatief vaak niet rondkomen. Is er een ander inkomen als je niet kunt rondkomen van uitzendwerk Van de 21% invullers die zegt niet rond te kunnen komen heeft een groot deel andere inkomsten. Vaak hebben zij een partner of familie die bijspringt, soms een erfenis of een gouden handdruk. Een deel heeft tevens een uitkering, AOW, (pre) pensioen, ANW, WW, WIA, alimentatie, wajong etc. Enkele invullers hebben naast het uitzendwerk een andere baan, als ZZP-er of in loondienst. Maar bijna de helft van deze groep heeft geen andere inkomsten. Zij steken zich in schulden en hopen dat het een tijdelijke situatie betreft. Afrondend is duidelijk dat uitzendkrachten er vanuit gaan dat ze minder verdienen dan hun collega's met vast werk. De oorzaken die ze aandragen variëren van een lager primair loon tot het ontbreken van kostenvergoedingen. Drie kwart van de invullers verdient meer dan €10,00 per uur. Daartegenover staat dat een vijfde van de invullers aangeeft niet van het inkomen rond te kunnen komen en twee vijfde stelt dat het met moeite lukt.
8
Werkzekerheid en carrière Werkzekerheid is de wens van de meerderheid Aan de invullers van FNV Uitzend Enquête is gevraagd wat voor een soort contract zij hebben. Het blijkt dat 40% werkzaam is in fase A, 27% in fase B en 16% in fase C. De overige invullers worden voor bepaalde (6%) en onbepaalde (11%) tijd gepayrold.
Deze verdeling is herberekend zonder de gepayrollde werknemers. Dan zijn fases B (33%) en C (19%) oververtegenwoordigd. In Nederland zit 91% van de uitzendkrachten in fase A, 4% in fase B en 6% in fase C (o.b.v. ITS).
De overgrote meerderheid (75%) van de invullers zou veel liever een contract voor onbepaalde tijd bij de inlener hebben dan hun huidige uitzendovereenkomst. In het dagelijks taalgebruik en in de rest van dit rapport wordt dit aangeduid als een 'vast' contract. Als dat niet mogelijk is geeft men de voorkeur aan fase C, een vast uitzendcontract voor onbepaalde tijd (detachering: 13%). Leeftijd en opleiding hebben weinig invloed op deze verdeling. Wel geven opvallend veel uitzendkrachten in fase C de voorkeur aan het soort contract dat ze hebben.
Hiernaast staan de voorkeuren in Welk contract heeft de voorkeur: een tabel weergegeven, Vast contract bij inlener gerangschikt naar het gewogen Uitzendcontract onbepaalde tijd (detachering) gemiddelde van de antwoorden. Tijdelijk contract (minimaal half jaar) bij Het cijfer is te lezen als een inlener rapportcijfer. Uitzendcontract met uitzendbeding De motieven voor deze keuzes zijn Een payroll contract voornamelijk inkomenszekerheid Oproepcontract direct bij inlener (52%) en baanzekerheid (30%). Anders Andere motieven zijn loopbaankansen, rechten op sociale zekerheid en de mogelijkheid een hypotheek te krijgen.
9
8,8 6,0 4,5 3,6 3,1 2,5 1,4
Quotes  Het is belangrijk dat je lange tijd bij een bedrijf kan werken. Zodat je ook binnen het bedrijf door kan groeien. Wanneer je je goed ontwikkeld hebt binnen een bedrijf wil je niet weggestuurd worden, omdat het bedrijf je geen contract wil geven, omdat het een contract voor onbepaalde tijd moet zijn.  Omdat ik een uitzendkracht ben heb ik geen hypotheek kunnen krijgen, heb ik beduidend minder doorgroeikansen en is mijn baan veel onzekerder.  Ik werk vanaf aug. 2000 als uitzendkracht bij dit bedrijf. Als fase B is afgelopen zit ik noodgedwongen 6 maanden thuis om weer bij dezelfde inlener te beginnen in fase A. Ik functioneer volgens de inlener beter dan de gemiddelde vaste kracht, maar ik krijg geen vast contract omdat ik te oud ben en dus het risico op arbeidsongeschiktheid te groot is.  Het uitzendbureau verricht nul inspanning om mijn loopbaankansen hier of elders te vergroten. Met een vast contract bij de inlener krijg ik een opleidingsbudget en meer mogelijkheden mijn loopbaan intern naar wens vorm te geven.
64% denkt nooit een contract te krijgen dat zekerheid biedt Op de vraag "wanneer denk je door te stromen naar een vaste baan of een contract van onbepaalde tijd bij het uitzendbureau?" antwoordt twee derde botweg (64%) "niet". Veel uitzendkrachten verwachten dus dat de eerder genoemde wens tot een vast contract altijd een wens zal blijven. 16% verwacht binnen 1,5 jaar door te stromen, 13% verwacht dat binnen 3,5 jaar (maar niet eerder dan na 1,5 jaar) en 7% verwacht er langer dan 3,5 jaar over te doen. Opleidingsniveau heeft hier geen invloed op, maar leeftijd wel. Jongeren (25-) hebben relatief vaak het idee dat ze na 1,5 en 3,5 jaar of langer een vast contract zullen krijgen. Ouderen (55+) geloven juist vaker nooit meer een vast contract te krijgen. Relatief veel werknemers in fase A verwachten tussen 1,5 en 3,5 jaar door te stromen. Quotes  Ik denk niet naar vast werk door te stromen, aangezien overheid aan het bezuinigen is en alle medewerkers van mijn uitzendbureau vrij baan moeten maken voor vaste ambtenaren.  Gelet op mijn leeftijd is de kans op een vaste baan zo goed als niet aanwezig.  Ik werk hier nu 13 maanden. Het is een duiventil van werknemers die werken via een uitzendbureau. Er in en na 1, 2, of maximaal 3 maal verlengen er weer uit. Ik heb in deze tijd al veel werknemers zien vertrekken, het is nu wachten wanneer ik aan de beurt ben. Het werk op zich is hartstikke leuk en ik zit op mijn plek, jammer dat ze zo kunnen sollen met uitzendkrachten!  Ik werk nu onderhand 12 jaar voor dit uitzendbureau. Ik heb in die tijd maar bij drie werkgevers gewerkt. Altijd in de hoop dat ik ergens vast wordt aangenomen maar dat is dus niet zo.
10
Kort samengevat: de invullers willen het liefst een vast contract, bij voorkeur bij de inlener maar ook bij het uitzendbureau. De belangrijkste redenen zijn inkomenszekerheid en baanzekerheid. Het trieste is dat een vast contract wel de voorkeur heeft maar dat de meeste uitzendkrachten niet verwachten ooit een vast contract te krijgen. Jongeren onder de 25 zijn hier optimistischer over, maar dat kan komen door onervarenheid.
Opleidingen Opleidingen gaan vooral naar mensen die al opgeleid zijn. Ruim de helft van de invullers van de FNV Uitzend Enquête (56%) heeft in de afgelopen 3 jaar geen, voor het werk, relevante opleiding gevolgd. Het grootste deel van de uitzendkrachten die wel een opleiding heeft gevolgd, heeft dat niet via het uitzendbureau gedaan. Opvallend is vooral dat de opleidingen voornamelijk naar mensen gaan die al een opleiding hebben. De HBO+ers zijn ondervertegenwoordigd in de groep die niet is opgeleid, uitzendkrachten die alleen basisonderwijs hebben genoten zijn daar in oververtegenwoordigd. Van deze groep heeft 73% de afgelopen drie jaar geen opleiding gehad. Voor de uitzendkrachten onder de 25 is dat percentage zelfs 79%. De HBO+ers worden overigens bovengemiddeld vaak door de inlener opgeleid, net als gepayrollde medewerkers met een vast contract. Zoals gezegd, deze twee groepen kennen een sterke overlap. Tenslotte zijn uitzendkrachten in fase A en B oververtegenwoordigd in de groep die de laatste drie jaar geen opleiding hebben ontvangen. Slechts 15% van de invullers heeft in de afgelopen drie jaar een opleiding via het uitzendbureau gevolgd. In deze kleine groep zijn uitzendkrachten in fase C oververtegenwoordigd en gepayrollde medewerkers ondervertegenwoordigd. De opleidingen verzorgd via het uitzendbureau gaan wat vaker naar MBOers en wat minder vaak naar mensen met alleen basisonderwijs, maar deze verschillen zijn niet groot. De opleidingen verzorgd door de inlener duren bovengemiddeld vaak 40-80 uur. Korte opleidingen (acht uur of minder) worden vaak via het uitzendbureau gegeven. Quotes Opleiden  Als ik werk is er geen tijd voor opleiding, ik werk in ploegendienst. Als ik niet werk zijn er geen inkomsten en niemand anders betaalt een opleiding voor me.  Er werden mij opleidingen beloofd tijdens sollicitatie. In de praktijk is gebleken dat de tijdelijke collega's met een payrollcontract opvallend vaak buiten de boot vallen wat betreft opleidingen.  Ik heb verplichte cursussen zoals Nen 1010 en Nen 3140 afgerond, maar geen cursus om mezelf te verbeteren.
11
 Dit is een groot frustratiepunt voor mij. Als werknemer in de communicatiesector heb ik sinds einde van mijn studie 5 jaar geleden, "maar liefst" 1 middag een cursus mogen volgen.  Ik ben aangenomen omdat ik aangaf Vapro B te willen doen. Het algemene beeld dat naar voren komt is dat uitzendkrachten weinig worden opgeleid. Meer dan de helft heeft de afgelopen drie jaar geen opleiding gehad. Slechts 15% ontving in die periode een opleiding van het uitzendbureau.
Waarom uitzendkrachten Waarom wil de werkgever werken met uitzendkrachten Invullers van de FNV Uitzend Enquête zien diverse motieven waarom zij worden ingehuurd als uitzendkracht en niet als vaste kracht: het werk is tijdelijk, de afdeling/functie wordt opgeheven, het is goedkoper, het is gratis bij ziekte, geen werk betekent voor de inlener geen kosten, er worden geen vaste mensen meer aangenomen wegens reorganisatie, 'ontslag' is makkelijker, uitzendkrachten dienen om het ziekteverzuim op te vangen, uitzendkrachten zijn te oud voor een vast contract, de inlener gebruikt de uitzendperiode als deel van het selectieproces, de inlener wil een flexibele schil hebben, pensioenpremies voor uitzendkrachten zijn veel lager en soms wordt het werk alleen als bijbaan aangeboden. Nadere analyse van deze open vraag leert dat de invullers denken dat het eenvoudige 'ontslag' van uitzendkrachten een hoofdreden is, snel gevolgd door de lagere kosten en wat later ook het opvangen van pieken in het werk. Verder wordt ook genoemd dat de werkzaamheden tijdelijk zijn en dat er een personeelsstop is. Quotes  De overheid moet inkrimpen en heeft de laatste jaren geen vaste krachten meer aangenomen. Om het werk doorgang te laten vinden zijn er veel uitzendkrachten aangenomen.  Een uitzendkracht kan elk moment op straat gekegeld worden.  Vanwege bezuinigingen kan men zeggen dat er minder (vast) personeel in dienst is.  Beleid van het bedrijf, nemen geen secretaresses aan.  De inlener heeft als regel dat ze voor hooguit 2 ploegen mensen in vaste dienst nemen in verband met het achteruit gaan van orders. In de 4 jaar en 7 maanden dat ik op deze lijn werk is er nog geen week geweest waarin we met maar 2 ploegen hebben gewerkt. Uitzendkrachten zijn er duidelijk niet alleen meer voor piek en ziek. Ze zijn ook goedkoper, makkelijker te ontslaan en worden gebruikt om toch werknemers in te huren als er een aannamestop is.
12
Tot slot Uit dit onderzoek onder uitzendkrachten komen twee hoofdpunten naar voren; gelijke beloning, ook bij ziekte en zekerheid. De komende onderhandelingen over de ABU cao voor uitzendkrachten gaat over het loon. De afspraken over de rechtspositie van uitzendkrachten loopt tot 2014 en komt dan dus aan de orde. De inzet voor de onderhandelingen zal daarom ook vooral over gelijke beloning gaan. Een uitzendkracht moet vanaf de eerste dag hetzelfde loon krijgen als de vaste medewerkers die hetzelfde werk doen. Ook bij ziekte, ook als er een eindejaarsuitkering is. Dat deze inzet niet vanzelf ook de uitkomst is zal duidelijk zijn. We zullen dan ook onze leden actief betrekken bij de onderhandelingen om samen met hen de inzet kracht bij te zetten. En natuurlijk gaan we ook door met de strijd voor meer werkzekerheid. Bij de inlenende bedrijven gaan we in de cao’s afspraken maken over doorstroom naar vast werk. Samen met de vaste medewerkers en uitzendkrachten maken we werk van fatsoenlijk werk en fatsoenlijke contracten. En zoals gezegd voorzichtig, maar duidelijk vragen uitzendkrachten om respect, want de onzekerheid is soms ondraaglijk.
13