De OnderdelenVan de Machine
1. 2. 3. 4.
RegelschroeÍvoor de Persvoet BovenstedÍaadgeleideÍ Drukknop voor patÍoonnaaien en vooí knoopsgaten Schaalverdeling patroonnaaien
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Patroonkeuzeknop Spoelwinder Spoelklepje Handwiel SteeklengteschijÍ Terugnaaiknop Steeklengteschaal Naaldstandhefboon
13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
rechts Steekbreedtestop, SteekbreedteknoP links Steekbreedtestop, Transportknop Draadhefboom Draadgeleider Draadgeleideveer Bovendraadspanning Draadafsnijder Persvoetstang Persvoetklemschroef Persvoet GrijperkleP
GERR|JTS n U N.alrnachinshárd6l www.naaimactn€ha/Ea,co.n & .. ^ uornên,
www.paspop.crJm
26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37.
Naaldstang Naaldklemschroef Naaldslot Naald Naaldplaat Transporteur Grondplaat Voetschakelaar Spoelspanner Lichtschakelaar Persvoethefboom Contactdoosvoor aansluiting van het lichtnet en van de voetschakelaa!.
Handelsstraat14 95O1ET Stadskanaal ret. 0599 _ 612419 inío@g€rriits.nl
lnrijgen Van de Bovendraad
o
X,ry /@ Zoals bij het inzetten van de naald brengt U de dÍaadhefboom in de hoogste stand door aan het hand$'iel te draaien. jn voorwaartse richting. De persvoethefboom duwt U omhoog. Van de k)os loopt de draad door de draaddoorvoeroogjesI en 2 naar beneden door de draadbeugel (6) tussen de beide spanningsschijven(3), waarbij de draad over het haakje 5 r'an de spanning en onder het draadveertje (4) moet worden gelegd. Via de draadbeugel wordt de draad naaÍ de draadhefboom (7) gevoerd en van Íechts naar links door het gaatje getrokken. Via de draadbeugel, de draadgeleiders (8+9) loopt de dÍaad naar de naald, waarin de draad van voren naar achteren wordt gestoken. De draad moet daarbij ongeveer 10 cm. uit het'óog
van de naald naar achteren worden doorgetrokken (zie afb.).
U itn e m e n Va n H et S P oel hui s
. l(
z
Breng de draadheÍboom in de hoogste stand door aan het handwiel tt' draaien (afb. l) grijperklep zijrraarts naar achterell klappen. Net de rechter$ ijsvinger de klep van h ct sp,re lhu i{ , ' pc ll( ll lr ' t dc z e r t t lil
De
Bij Stor ingen aan Uw Machine
(afb.2 ). Daarna met de duim beetpakkcn err het spoelhuis r.ritDemen(afb. :l).
Iiunt l--aan de hand van het lijstje' dat achterin dit boehje staat, dc mogelijke ootzaak opsporen. Vermeld deze oorzaak ir'ub. nls I verbindinc stelt met onze Serviceafdcling.
10
zich in
Onderleggenen Verwiideren Van de Stof
RegelenVan de DraadsPanning
2
J
\ \ \ Voordat U met het naaien begint moet U erop letten, dat: 1. U de juiste naald en geschikte draad gekozen hebt. 2. de pelsvoet en naaldschroeÍgoed vastzitten. 3. draadheÍboomzich in haar hoogste stand bevindt. 4. de draadeindenongeveerl0cm. achterwaarts zijn doorgetrokken. 5. de transporteur op "norm" is geplaatst. De stof kunt U slechts dan verwijderen, wanneer de draadheÍboom in haar hoogste stand staat. Daarna kunt U de persYoetopheffen en het naaiwerk naar achteren wegtrekken. dÍaait U het handwiel steedsnaar U toe. Belangrijk: Wanneerde machineniet wordt gebruikt, legt U een stuk stof tuss€n persvoet en transporteuÍ.
14
Om een onberispelijkenaad te krijgen, moet zowel de spanning van de boven- als ook van de onderdraadjuist ingesteld zijn. De spanning van de boven' en onderdraad zijn juist, wanneer de beide draden in het nidden van het materiaal in elkaar haken en dit noch aan de bovenziide,noch aan de onderzijde van de stof te zien is (aÍb. 1). is te strak (aÍb 2). Schroef voor het regelen De bovendraadspanning van de bovenspanningnaar links draaien. De spanning van de bovendraad is te zwak (aÍb. 3) Schroeí voor naar rechts draaien. het regelen van de bovendraadspanning wanneer door het veranderen, dan slechts De onderdraadspanning biistellen van de spanning van de bovendraad geen juiste steek' vorming wordt bereikt. Door het draaien aan de schroef van het spoelhuisnaar links wordt de spanningzwakker naar rechts sterker.
ln ze tte n V an R i tssl ui ti ngen
Zonren Aan de Rand
AÍb,
Voor dit werk kunt U het beste de bijgeleverde zomer gebruiken (afb. 1 en 2). Deze heeft voor het geleiden en omleggen van de stof een spiraalvormigegleuf, waarin de stoÍ geleid moet worden. Bij het begin van het naaien vouwt U de stof iets naar links om en brengt haar zo verder door de gleuf, tot ze door de naald gegrepen kan worden. Dan duwt U de persvoet naar beneden,zet
de machinein bewegingen voert de stofkant, terwijl men deze een beet.je optilt metde duim en wijsvinger van de rechterhand,naar links in de gleuÍ. Bij het naaien moet U erop lotten de stof gelijkmatig door te voeren. Komt er teveel stof in de gleuf, dan voert U de stofkant meer naar links, in het tegengesteldgeval meer naar rechts.
1 . Met de hierboven afgebeeldeverstelbare
kantvoet is het mogelijk om ritssluitingen in te naaien en koord tussen te naaien zonder de stof de draaien. 2. Stel de machinevoor recht naaienin. 3. Plaats de naaldstandop LINKS. 4. De afbeeldinglaat de voet zien, die zich rechts van de naald en vlak tegende rand van het materiaal bevindt, waarbij de naald de schakelsvan de ritssluiting niet kan raken. De ritssluiting is opengetrokken en ligt met de goede kant naar beneden. Voor het stikken van de tweede kant van de ritssluiting zet men de naaldstand op RECHTS en dÍaait men de schroef van de voet los en schuift de voet zo dat hij links van de naald komt te liggen en men vlak langs de rand van de sluiting kan stikken.
23
KnoopsgatenMaken. Instelling; Patroonaan$'ijzer op "4". Steeklengte op FINE. Steekbreedte 5mmNaaldstand op midden. Transport op norm.
\_
A C1
|_I--
naar achteren geschoven.
BD
op "4". 1. PatÍoonaanwijzer Naai met 5-6 stekende onde$te tÍens. Naald uit de stoí.
== B. I-inker rupsje
i i= i / 1 ac
,{
2. Drukknop indrukken,de u'ijzer springt op "B" Naai het linker rupsje in de gewenstelengte.hierbij loopt de stof terug
rT--BD
Naald uit de stof.
ili:
3. Drukknop indrukken,de wijzer springt op "C". Naai met 5 6 steken, de bovenstetrens
C. Bovenste trens :-'!
:
ii
:--: (
ac
=I-
\
l
BD
== D. Rechterrupsje. ii=i/
ac f---f-
AD
:==
Plaats knoopsgatenvoet met zool
1
il' #"
Naald uit de stof. 4. Drukknop indrukken,de wijzer springt op "D" Naai het rechter rupsje tot aan de brede trens. Voor afhechtenenige rechtestekendwars op de trens naaien.zie afb. Snij met een tornmesjehet knoopsgatvoorzichtig open,eventueelmet t$'ee speldemde trens beschermentegen doorsnijden.
tfiÍríÍtíiltríítlttftli I
ilríilt#il{tiltl|utiI I
afhechten
25
30
Blindzomen
Het Vllerken [,bt de Tweelingnaald
Bij vele stofíen kunt U machinaal blindzomen. Let hierbij op het volgende: Naaldstand "M" Zig-zae2-3 steeklengte4 Patroon. nr 20. Vouw de stoí zo, dat hierbij de onderste stoÍlaag zoom !% cm. uitsteekt. (zie afb.) Zorg dat het zig-zag steekje de bovenstestoflaag net pakt, en het Íechte steekie op het uitstekendezoomlaagje komt.
Plaats de tweelingnaaldop dezelfde manier als de normale naald in de machine. Met de platte kant naar achteren gekeerd. Rijg de draad op de normalemanier ]n (Zie blz.9) Steek de draad ook van voor naar achter in de naald. Zet de naaldstandop "M". Stel de zig-zag breedte op t2r: (beslist niet breder). Plaats de steeklengteop de gewenstelengte. Veel vaÍiatie's krijgt U door de automatischepatronen met de tweelingnaald te naaien. Meer effekt kunt U bereiken door diverse kleuren te gebruiken,
In h o u d
Gerrijts Handelssta€t14 950í ET Stadskanaat tet.0599€,t24í9
[email protected]Ín www.naaimachinêhandel.com en www paspop.@m
4lgenr er , . . . . ..........
l
Itcgelen ra
I I ul! , s t uk kn( . .........
.l
Jl c l l l (,1 rr1 ............,.
1.1
R i I ] r l r e l enn r e r e l a sti e k ............................ 24
Steeklengtc en terrrgnaaien
15
I i n o o p s ga te nn Ia ke n ............................... 25
-l
I'eÍ:\ oetdruk
15
K n o p e n , h a kcn e n o g e n a a n n a a r e n......... 26
J)e,rn de rde lenv an de m ac hine
J
, \ a D b . , u \ \ v a n d e a a 'r s c h u i Íal Í e l . . . . . . . . . . . . . l 6
()nderhr'rrdcrr :meren
6
\aa ldstand
de draad:lra nrng
l6
Na ald en g are n r abel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Automatische sieÍsteken en patronen ..... t7
\ \ 'a t t e r e n ..............
27
R i m p e l e n...............
27
Stoppen van zlr ak ke plekken
28
In ze tten va n d e naald . . . , . . . . . . . . . , . , . . . . . . . . . . . .i
Knoopsgat automaat ..............
()p wind elr \ar het s poelt je
ll
S l e e k b r e e d l ee n z t g .t a g s l e k e n . . . . . . . . . . . . . . l 9
a a n z e t t e n ....,.........
De in ge bo uude r er lic ht ing
8
S i e r n a d e nz o n d e r a u t o m a a l . . . . . . . . . . . . . . . . - . . .l 9
Opnaaien van koord, borduuruerk ......... 29
Inrijgen van de bovendraad
9
Yerwisselen van de persvoet
l8
Afwerken van naden, ornzomen,kant
28
m m
Stof aan elkaar naaien, verstellen van
( ; e b r u i k v a n d e r e c h t s t e e k p l a a t. . . . , . . . . . . . .
ondergoed
29
Inzetten van het spoeltje in het spoelhuis ll
Yerschillendesoorren steken
2l
B l i n d z o me n
30
Inzetten van het spoelhuis in de gÍijper.. t 2
\'erschillende suorten steken
Uitn eme n va n het s poelhuis
l0
Instellen \an de transporteur
t2
Zomen aan de rand .................
22 23
Applikatiewerken monogÍammen ..........31
Ophalen van de onderdraad
t3
Inzetten van ritssluitingen
23
Nuttige wenkenbil storingen-..........,..,.. 32
Onderleggenen ver$ ijderen van de stof.
K a n t l i ni a a l
llet werkenmet de tweelingnaald........... 30