H4: Onderdelen van de kerncentrale + werking 4.1 Onderdelen van de kerncentrale 4.1.1 Tekening werking kerncentrale
Figuur 4.1: 3D tekening van de kerncentrale van Doel
4.1.2 Reactorvat Werking Het reactorvat is gemaakt van hoogwaardig metaal, het heeft een wanddikte van zo’n 18 centimeter en kan extreem hoge druk weerstaan. In het reactorvat staat een reactorkern. Doel 1 en 2 bevatten
ongeveer
32
ton
uraniumdioxide, in de vorm van tabletten. Doel 3 bevat er 72 ton uraniumdioxide, en Doel 4 82 ton. Deze tabletten worden Figuur 4.2: Drukwaterreactor
buizen
geplaatst
genoemd.
Deze
die
dan
staven
dan in speciale dichtgelaste een zijn
splijtstofstaaf vervaardigd
wordt
uit
een
zirkoniumlegering. Wanneer we een bundel van 205 splijtstofstaven samennemen, vormt dit een splijtstof-
Figuur 4.3: Opbouw splijtstofstaven
element. De reactorkern is opgebouwd uit 121 splijtstofelementen. Nemen we nu dat er bijvoorbeeld 30 tabletten in zo’n splijtstofstaaf zitten, dan hebben we een aantal van 744150 tabletten nodig voor de volledige reactorkern. Na een jaar wordt een kwart van de splijtstofelementen vervangen. Dit wil zeggen dat er om de 4 jaar nieuwe elementen aanwezig zijn in de kerncentrale. De reactorkuip zelf, waar de splijtstof zich in bevindt heeft een hoogte van 13,5 m en een diameter van ongeveer 4 meter. Voor de bescherming is er een wanddikte nodig van 20 cm. Daardoor heeft de totale constructie van de reactorkuip een gewicht van 334 ton. Tijdens de werking, wordt er voortdurend water van onder naar boven gepompt. Dit water bestrijkt alle splijtstofstaven waardoor deze de geproduceerde warmte opneemt die ontstaat bij de splijting. Wanneer het water de reactor instroomt, heeft het een temperatuur van ongeveer 295 graden. Als het water boven in de reactor is, is de temperatuur al opgelopen tot ongeveer 320 graden. Regeling In het dagelijkse leven wordt er niet altijd evenveel elektriciteit gevraagd, zo spreekt men ook van piekuren van elektriciteitsbehoefte. Daarom is het zeer interessant dat we de warmteproductie van het reactorvat kunnen regelen. Dit gebeurt aan de hand van regelelementen die tussen de splijtstofstaven zijn aangebracht. Deze regelelementen bevatten een sterke neutronenopnemende stof. Wanneer ze de regelelementen helemaal tussen de splijtstof in brengen, vangen ze zoveel neutronen op dat het splijtingsproces stopt. Bij een storing krijgt het aandrijfmechanisme van de regelelementen automatisch geen stroom meer. Hierdoor vallen de elementen tussen de splijtstofstaven en wordt de reactor zeer snel afgeschakeld.
Stoppen Het stoppen van het splijtingsproces is veel van toepassing in de kerncentrale. Dit is nodig wanneer de reactorkern moet vervangen worden. Wanneer de regelelementen door de zwaartekracht tussen de splijtstofstaven vallen, bijvoorbeeld in een opdracht als het automatische beveiligingssysteem, dan stopt het splijtingsproces binnen de drie seconden. De splijtstofstaven bevatten echter nog veel radioactieve splijtingsproducten die ook warmte produceren. Hierdoor is de warmteproductie van de reactor niet gelijk nul. De warmteproductie zakt in enkele seconden van 100 naar 3 procent. Daarna zal het langzaam verder dalen, omdat die zogenaamde nawarmte veilig af te voeren, wordt de reactor nog urenlang afgekoeld nadat het splijtingsproces werd gestopt.
4.1.3 Brandstofelement Eigenschappen De brandstof die gebruikt wordt in de kerncentrale van doel is Uranium. Uranium of uraan is een scheikundig element met symbool U en atoomnummer 92. Uranium werd in 1789 ontdekt door de Duitse scheikundige Martin Heinrich Klaproth. De zoektocht naar en ontginning van radioactieve ertsen begon in de Verenigde Staten aan het begin van de 20e eeuw. Er werden toen bronnen van radium
Figuur 4.4: Uraniumerts
gezocht, voor gebruik in lichtgevende verf voor wijzers in horloges en dergelijke. Radium werd gevonden in uraniumerts. In 1917 werd het belangrijkste uraniumisotoop,
235
U, ontdekt
door Auguste Piccard.
Uraniumreserves 800 600 400 200
989 561 438 315 299 228 213 158 143 102 91
0 A K ustr az a a c lië hs ta Ca n Zu na id da -A fri ka N i N g er am i Ru b ië sla B nd ra zi lië O ez V An be SA de kis re tan la nd en
uraniumreserves in de wereld (miljard ton)
1000
Landen Grafiek 4.1: Uraniumreserves
Toepassing Uranium wordt vooral gebruikt in kerncentrales om warmte te ontwikkelen. Ook wordt uranium gebruikt voor kernwapens. Naast deze twee gebruiken van verrijkt uranium, hebben we ook verarmd uranium. Dit wordt, vanwege de hoge dichtheid ervan, gebruikt als contragewicht in vliegtuien, evenals in munitie.
Ontginning van Uranium Uraniumniet is het uraniumerts dan van nature het meest op aarde voorkomt. Uraniumniet bestaat voornamelijk uit uraniumdioxide (UO2). Voor verdere verwerking wordt dit verwerkt tot ammoniumdiuranaat, ook wel “Yellowcake” genoemd. Dit bevat 70 à 80 gewichtsprocent van uraniumoxide (U3O8). Het nadeel van Uraniumoxide is dat er zeer weinig uraniumisotoop aanwezig in is. Wil men 1 kilo uraniumisotoop, dan moet men 1000 kilo Uraniumerts ontginnen. We weten dan er nu nog ongeveer 3537 miljard ton uraniumerts is in de hele wereld. Daaruit volgt dan men nog slechts 3537 miljard kilo uraniumisotoop
235
U is in de
wereld.
Halveringstijd van Uranium Tabel 4.1: Halveringstijd van stabiele isotopen
Stabielste isotopen RA (%) Halveringstijd VE (MeV) syn 1,592×103 j 4,909 5 0,0055 2,455×10 j 4,859 8 0,720 7,038×10 j 4,679 7 syn 2,342×10 j 4,572 9 99,2745 4,468×10 j 4,270
Isotoop 233 U 234 U 235 U 236 U 238 U
Met
RA:
Relatieve aanwezigheid
VE:
Vervalenergie
VP:
Vervalproduct
Syn:
Synthetische radio-isotoop
J:
jaar
VP Th 230 Th 231 Th 232 Th 234 Th 229
MeV: Mega elektronvolt 235
U is onmisbaar doordat het de enige isotoop is die op aarde in voldoende mate wordt
gevonden. Bovendien is het splijtbaar door thermische neutronen. De halveringstijd van
235
U
is 703,8 miljoen jaar. (Halveringstijd is de tijd die nodig is voor een stof om 50 % van zijn reactiviteit te laten vervallen). Het element genoemd wordt. De isotoop Na verval wordt deze
239
238
235
U vervalt in
231
Th, wat ook thorium 231
U is ook belangrijk doordat deze neutronen kan absorberen.
Pu (Plutonium), dat ook splijtbaar is door thermische neutronen. Ook
de kunstmatige isotoop
233
U is splijtbaar; deze wordt gevormd uit
middel van een bombardement van neutronen.
232
Th (thorium) door
Uranium was het eerste element dat splijtbaar bleek te zijn. Door bombardement met langzame neutronen verandert het isotoop uranium 235 in het kort levende isotoop uranium 236, dat zich onmiddellijk deelt in twee kleinere atoomkernen, waarbij energie vrijkomt en bovendien nog meer neutronen. Als deze neutronen vervolgens ook geabsorbeerd worden door andere
235
U-atomen ontstaat een kettingreactie.
Figuur 4.5: kernsplijting
Toxicologie (giftigheidsleer) en veiligheid Uranium is giftig, evenals uraniumverbindingen. Wanneer er blootstelling is aan Uranium, minder dan de dodelijke dosis, bestaat er een kans op beschadiging van de lever. Wanneer de dosis te hoog wordt, bestaat er nog een kans dat er andere organen onherstelbaar beschadigd raken. Uraniumisotopen zijn radioactief en kunnen daardoor genetische schade aanrichten aan het lichaam wanneer er zich een opeenhoping bevindt. Een gevolg van die schade is het veroorzaken van kanker. Uranium zendt enkel α-straling uit. Wanneer het uranium of de uraniumbindingen zich buiten het lichaam bevinden, is het gevaar van genetische schade niet aanwezig. De α-straling kan zich niet door de huid doordringen. Op figuur 4.6 kun je zien dat α-straling enkel door lucht kan bewegen. Het is niet mogelijk voor deze straling om zich door een vel papier te begeven, dus is dit ook niet mogelijk om door de huid te gaan. In poedervorm is uranium brandbaar. Verarmd uranium vindt toepassing in anti-tankwapens. Het projectiel uit verarmd uranium doorboort het pantser. Het uranium brandt dan en verbruikt daarbij alle zuurstof binnen in de tank.
Figuur 4.6: De doordringbaarheid van stralingen
4.1.4 Drukregelvat Eigenschappen Het drukregelvat is een ongeveer 12 meter hoog reservoir met als functie ervoor zorgen dat het water in de reactorkoelkring niet zou gaan koken of verdampen zelfs bij een temperatuur van 320°C. Hoe hoger de druk, hoe hoger het kookpunt.
Werking Het drukregelvat is aangesloten op de primaire kring van de kerncentrale. Elektrische weerstanden in het drukregelvat verwarmen het water tot een hogere temperatuur dan de werkingstemperatuur van de primaire kringloop. Zo ontstaat een stoomkussen dat een constante druk verzekert van
Figuur 4.7: Het drukregelvat
ongeveer 155 bar. Dit is absoluut noodzakelijk, doordat de werking van de reactor maar verzekert blijft als het reactorkoelwater niet kookt of verdampt. Wil men de druk verlagen, dan kan de stoom door een met koud water gevoede sproei-installatie bovenaan het drukregelvat geleidelijk worden gecondenseerd.
Gevaren Het drukregelvat staat onder zeer hoge druk. Ongeveer 155 bar om precies te zijn. Dit vat moet zeer goed geconstrueerd zijn zodat er bijvoorbeeld geen lekkage kan ontstaan. Moest er bijvoorbeeld toch een lekkage ontstaan, dan zou alle druk uit het drukregelvat weg willen. Door de hoge druk in het vat zal alle druk in één keer weg willen door deze opening of breuk en zou een explosie als gevolg kunnen hebben.
4.1.5 Stoomgenerator Eigenschappen Rond de reactorkuip vinden we een stoomgenerator en een pomp.
In
Doel
1
en
2
bevinden
er
zich
elk
2
stoomgeneratoren. Bij Doel 3 en 4 zijn er dat voor elk 3. De stoomgenerator is een reservoir van ongeveer 22,1 meter hoog met onderin een stevige plaat waarin meer dan 3000 Uvormige pijpen zijn gelast en waardoor het in de reactor verhitte water rondstroomt. De stoomgenerator heeft een buitendiameter van ongeveer 5,06 m. Daardoor bekomen we een totaal gewicht van de stoomgenerator van 425 ton. Onder deze plaat scheidt een verticale wand de vakken van het inFiguur 4.8: De stoomgenerator
en uitstromende primaire water. Het reactorwater, dat door de
buizenbundel van de stoomgenerator stroomt, heeft een temperatuur van ongeveer 320°C onder een druk van circa 150 bar. Het vervult zowat dezelfde functie als de brander in een klassieke centrale. Waar in een klassieke centrale het water onmiddellijk wordt omgezet in stoom is er in de kerncentrale van het type met water onder druk (PWR) een tussenstap.
Werking De reactor geeft zijn warmte af aan het water in de primaire kringloop. Dit water stroomt in de U-vormige buizen van de stoomgenerator, waarrond het water van de secundaire kring circuleert. Door het contact met de verhitte pijpen verdampt het water in de secundaire kringloop. Het wordt omgezet in stoom, die dan de turbine en meteen de generator aandrijft. Het wezenlijke verschil tussen een kerncentrale en een klassieke thermische
centrale
ligt
in
de
eerste
plaats
in
de
verwarmingstechniek. Tweede essentieel verschil is het feit dat de stoomgenerator niet alleen warmtewisselaar is maar ook de barrière vormt of het beveiligingssysteem tussen de primaire of reactorkringloop en de secundaire stoomkringloop.
Figuur 4.9: Foto van de stoomgenerator
Toekomst Vele kerncentrales moeten hun stoomgeneratoren als gevolg van schade vervangen. Deze schade heb je vooral door corrosie en erosie, en het dunner worden van de wand van de buizen. De volledige vervanging van een stoomgenerator is een grote ingreep. Ze maakt het nodig de centrale stil te leggen gedurende een lange periode. In 2004 verving Electrabel twee stoomgeneratoren in de centrale Doel 2. Dit was een enorme investering. Electrabel moest maarliefst 82 miljoen euro in totaal neertellen voorde volledige kosten van de vervanging. Na de stoomgeneratoren van Doel 2, is het ook aan de beurt van Doel 1. Deze vervanging wordt geplant voor het najaar van 2009. De twee stoomgeneratoren worden via het dak van het reactorgebouw. Het is te vergelijken met een schedeloperatie.
4.1.6 Hogedrukturbine Eigenschappen Wanneer het water van de stoomgenerator komt,
komt
het
terecht
in
de
hogedrukturbine. Hier gaat het expanderen van 60 bar naar ongeveer 10 bar. (Een synoniem voor expanderen is vergroten. Wanneer
de
oppervlakte
in
de
turbine
vergroot, zal volgens de formule van de algemene
gaswet: )
Figuur 4.10: De hogedrukturbine
De temperatuur neemt evenredig af.
Werking Door de expansie van de stoom gaat er thermische energie omgezet worden in mechanische energie. De stoom drijft dus de turbine aan die op zijn beurt de generator aandrijft. Zo kan de het water naar de lagedrukturbine geleidt worden. De druk wordt in 2 maal geëxpandeerd. Eerst door de hogedrukturbine, en daarna pas door de lagedrukturbine.
4.1.7 Lagedrukturbine Eigenschappen De stoom die afkomstig is van de hogedrukturbine heeft een druk van ongeveer 10 bar. De
lagedrukturbine
wordt
deze
druk
geëxpandeerd naar een druk van 0,05 bar of minder. . De atmosferische druk is de druk die inspeelt op onze leefomgeving en heeft een waarde van 1,013 bar. Dus de druk uit de lagedrukturbine ligt veel lager dan de atmosferische druk.
Figuur 4.11: De lagedrukturbine
Werking Alvorens de stoom van de hogedrukturbine naar de lagedrukturbine gaat, wordt deze opnieuw verhit met stoom uit de stoomgenerator. Dit wordt gedaan om de waterdruppels uit de stoom te laten verwijderen en om nog eens extra energie aan de stoom toe te voeren. Daarna gaat de stoom naar de lagedrukturbine waar het terug zal expanderen. Daardoor zal de turbine beginnen te draaien en de generator aandrijven. De druk zal dalen tot 0,05 bar. De temperatuur zal evenredig dalen met de druk. Na de lagedrukturbine wordt de stoom naar de condensor geleid.
4.1.8 Generator De bespreking van de generator wordt in hoofdstuk 6 volledig besproken.
4.1.9 Condensor Een
condensor
wordt
gebruikt
om
bijvoorbeeld stoom te laten condenseren naar een andere vloeistoffase. In ons geval is dit van stoom naar water.
Figuur 4.12: De condensor
Werking: De werking van de condensor is te vergelijken met die van de warmtewisselaar. Het enige verschil is dat er in de condensor een faseovergang plaatsvindt, van gas naar vloeistof.
Er zijn vele mogelijke manieren hoe een condensor geconstrueerd is. De simpelste mogelijkheid is in de vorm van een lange buis. Het gas wordt door de buis geleid waar het gaat condenseren door de warmteafgeving aan de omgeving in de buis. Het gecondenseerde gas, water, wordt op het einde van de buis terug opgevangen en hergebruikt.
Toepassing: Bij grootschalige condensatoren, zoals dat het geval is in de kerncentrale, wordt er voornamelijk rivierwater- of zeewater gebruikt. Het water is afkomstig uit de Schelde. Enkel in de zomermaanden wordt bij een aantal van deze installaties overgeschakeld naar de koeltorens. Dit wordt gedaan omdat het rivierwater niet te warm mag krijgen voor de dieren en planten in de omgeving.
Condensor zelf: De condensor heeft 2 belangrijke taken in de centrale: -
Het schept een zeer lage druk op de inlaat van de turbines.
-
De gecondenseerde stoom kan gebruikt worden als voedingswater voor de ketel.
Er zijn 2 grote soorten types van condensatoren: -
Jet condensor
-
Surface condensor
Het type dat aanwezig is in de kerncentrale van Doel is de surface condensor. Het is het belangrijkste type condensors, die op de dag van vandaag gebruikt worden. In een surface
condensor
is
er
geen
rechtstreeks contact tussen de stoom en het koelwater. In een Jet condensor is
Figuur 4.13: Opbouw van de condensor
er contact tussen het koelwater en de stoom. De constructie bestaat uit een opstapeling van horizontale buizen die ingesloten zijn door een gietijzeren omhulsel. Het koude water
stroomt door de buizen en het gas circuleert er rond. De stoom geeft zo zijn warmte af aan de buizen met water en wordt daardoor dus zelf gecondenseerd. Voordelen: -
condens kan gebruikt worden als voedingswater.
-
minder pompkracht vereist.
-
Creëert een beter vacuüm bij de uitlaat van de turbine.
Nadelen: -
hoge initiële kosten.
-
Grote benodigde oppervlakte.
-
Hoge onderhoudskosten.
4.1.10 Koeltoren Gegevens Een koeltoren is een toren zoals de naam het zegt, die dient om de warmte van kerncentrale af te voeren. De toren heeft een hoogte van ongeveer 170 m. Het af te koelen koelwater stroomt aan de binnenzijde van de toren omlaag en kan daarbij warmte met de omgevingslucht uitwisselen
volgens
het
terugstroomprincipe. In de kerncentrale van Doel wordt er rivierwater gebruikt voor de koeling in de condensor. Dit is niet altijd evident. Dit komt omdat het rivierwater in de zomer te warm kan hebben voor de afkoeling van stoom uit de turbines. In België geldt een maximale temperatuur in het
Figuur 4.14: Koeltoren
rivierwater van 33°C. Wanneer de temperatuur van de rivier boven deze temperatuur gaat, mag het rivierwater niet meer gebruikt worden voor de koeling.
Type Het type koeltoren dat bij elektriciteitscentrales staat opgesteld is vaak opvallend groot en de kenmerkende vorm van een omwentelingshyperboloïde. Dit is de formule . De zelfdragende vorm wordt
van een hyperboloïde:
voornamelijk gebruikt voor een betere stabiliteit van de toren, eenzelfde toren met dezelfde hoogte maar dan een cilindervorm zou minder stevig zijn. Dit type koeltoren is ontwikkeld door ingenieur F.K.Th. van Iterson van de Nederlandse staalmijnen. Dit type koeltoren werd voor het eerst in bedrijf genomen in 1918 bij de Staatsmijn Emma.
Figuur 4.15: Opbouw koeltoren
Werking De werking van een koeltoren is gebaseerd op snelle watermoleculen, die warm hebben, die aan de waterstroom ontsnappen en met de ventilatielucht worden weggevoerd. Men kan het watergebruik globaal berekenen aan de hand van de verdampingswarmte van water (ca. 2500 kJ/kg). Dit water dient aangevuld te worden. Door de voortdurende verdamping hoopt zich vaste stof in het resterende circulerende water op, waardoor dit zo nu en dan afgevoerd moet worden. Ook dit afgevoerde water moet worden aangevuld.
Milieu De witte wolken die uit een koeltoren komen veroorzaken in principe geen echte luchtvervuiling, omdat ze slechts waterdam en druppeltjes bevatten. Wel moeten koeltorens regelmatig gecontroleerd en getest worden op de aanwezigheid van bacteriën, zowel algemeen
voorkomende
bacteriesoorten
en
Legionellabacteriën.
Legionella
(ook
wel
pneumophila
genoemd, is een bacterie uit het genus
Legionella
veteranenziekte
of
die
de
legionellagriep
veroorzaakt. De ziekte kan ontstaan wanneer
mensen
de
bacterie
inademen, bijvoorbeeld in een douche Figuur 4.16: Legionella pneumophila of via een sproei-installatie. Optimale omstandigheden is stilstaand water met een temperatuur van 25 tot 55°C. De inademing van Legionella besmette druppels kan ernstige ziekte en zelfs overlijden tot gevolg hebben.). Er wordt tegenwoordig veel aandacht
geschonken aan legionellabestrijding bij koeltorens. Dit kan gedaan worden door het toevoegen van bacteriedodende stoffen aan het water, of door bestraling met ultraviolet licht. Ook wordt er tegenwoordig met ozon ontsmet of met hydrodynamische cavitatie (chemicaliënvrije waterbehandeling).
4.1.11 Netaansluiting
De kerncentrale van Doel heeft een totaal vermogen van 2839 MW (Megawatt). Met een jaarlijkse productie van 22 miljard KWh (Kilowattuur) produceert hij bijna 30 % van de totale productie van België. Doel en Tihange samen
produceren
ongeveer
55%
van
de
totale
productie. De elektriciteit die geproduceerd wordt in de generator is bij de
Figuur 4.17: Netwerkaansluiting
4 kernreactoren verschillen. Doel 1 en 2 hebben een klemspanning
18
kV.
Doel
klemspanning van 24 kV.
3
en
4
hebben
een
Deze elektriciteit wordt dan
verdeeld via de elektriciteitsleidingen. Om de gewenste spanning te kunnen verkrijgen, worden er transformatoren gebruikt om de spanning dan te kunnen verlagen of verhogen. Figuur 4.18: Foto van de uitgaande elektriciteitsleidingen
4.2 Werking van de kerncentrale De kerncentrale van Doel werkt met drie afzonderlijke kringlopen die van elkaar gescheiden zijn. Elke kringloop bevat water. Enkel de eerste kringloop bevat vloeibaar natrium. Daaruit volgt dat het water van de ene kringloop niet in contact kan komen met het water van de andere.
4.2.1 Primaire kringloop
Figuur 4.19: De primaire kringloop
De primaire kringloop bevindt zich volledig binnen het reactorgebouw. Op figuur 4.18 is de primaire kringloop aangeduid, het is de rode kringloop. In deze buis bevindt zich vloeibaar natrium. Eerst gaat het natrium in de kringloop door de kernreactor. Daar bevinden zich splijtstofstaven die ontzettend warm hebben. Het natrium gaat lang de splijtstofstaven en warmt op doordat de kernreactor zijn hitte afgeeft. Hierdoor krijgt het natrium een temperatuur van 320 °C. In normale omstandigheden kookt de stof vanaf een temperatuur van ongeveer 100 °C. In het reactorgebouw is dit niet het geval. Dit komt omdat er zich in de primaire kringloop een drukregelvat bevindt. Dit drukregelvat zorgt voor een zeer hoge druk op het natrium. Daardoor zal het kookpunt veel hoger liggen en zal het niet koken. Nadat het natrium van de kernreactor komt, en het door het drukregelvat niet begint te koken, gaat het van de primaire kringloop naar de stoomgenerator. Hier gaat het natrium door duizenden kleine buizen, die het water van de secundaire kringloop zal opwarmen. Nadat het natrium door de kleine buizen is geweest, zal het terug via een pomp, die een debiet heeft van 5000 liter / seconde, naar de kernreactor geleid worden waar de cyclus van het vloeibaar natrium terug kan worden hervat.
4.2.2 Secundaire kringloop
Figuur 4.20: De secundaire kringloop
In de kerncentrale van Doel heb je ook een secundaire kring. Het is een gesloten circuit dat afgesloten is van alle andere kringlopen. De constructie is te zien op figuur 4.19. Het zijn de blauw en grijs gekleurde buizen. Het water wordt verhit in de stoomgenerator. De stoomgenerator bevat duizenden kleine buizen Door deze kleine buizen stroomt het water van 320°C dat zijn warmte afgeeft aan het water van de secundaire kringloop. Dit water verdampt onmiddellijk omdat de temperatuur zich boven het kookpunt bevindt, en omdat er geen druk aanwezig is op het water waardoor het kookpunt hoger zou kunnen liggen. De stoom stijgt op en gaat geleidelijk naar de turbines. Eerst naar de hogedrukturbine. Daar zal de stoom expanderen waardoor de turbine draait. De druk zal verlagen tot ongeveer 10 bar, maar de temperatuur zal ook evenredig afnemen. Na de hogedrukturbine moet de stoom naar de lagedrukturbine. Omdat de stoom al wat afgekoeld is door het expanderen in de eerste turbine en er zich waterdruppels in bevinden, wordt de stoom nog eens herverwarmt vooraleer naar de lagedrukturbine te gaan. Nadat het water van de lagedrukturbine komt, wordt het naar de condensor geleidt. Daar zal de iets afgekoelde stoom afkoelen en terug omgezet worden in water nadat het in contact kwam met duizenden buizen met koud water van de tertiaire kringloop. Dit water wordt terug naar de stoomgenerator geleidt waarna het terug voor de stoomproductie gebruikt kan worden. Na de condensor wordt het water via een pomp terug naar de stoomgenerator geleidt waar de cyclus kan worden herbegonnen.
4.2.3 Tertiaire kringloop
Figuur 4.21: De tertiaire kringloop
Op figuur 4.20 zijn het de groene buizen die aangeduid zijn met de rode pijl. Het water van de tertiaire kringloop is afkomstig uit de schelde die aan de kerncentrale van Doel gelegen is. Allereerst gaat het water door de condensor. Daar wordt het door duizenden kleine buizen geleidt. Dit water zorgt ervoor dat de stoom van de secundaire kringloop die afkomstig is van de lagedrukturbine wordt afgekoeld. Het water afkomstig van de Schelde wordt 2 maal door de condensor gestuurd, heen en terug. Dit water zal de overige warmte van de secundaire kringloop opnemen en naar de koeltoren gaan. Zoals je kunt zien op figuur 4.20 gaat de buis rechtstreeks binnen in de koeltoren. Slechts 1,5 % van dit water verdampt. Dit is de damppluim die uit de koeltoren ontsnapt. Een grote hoeveelheid koelwater komt onderaan terecht in een opvangbekken. Een deel van dit water wordt opnieuw gebruikt om de stoom af terug af te koelen in de condensor. Het andere deel stroomt terug naar de Schelde.