geschiedenis der geneeskunde
De ogen van Johann Sebastian Bach R.H.C.Zegers
Een beperkt gezichtsvermogen lijkt het enige fysieke ongemak van Johann Sebastian Bach (1685-1750). Myopie lijkt de beste verklaring hiervoor. Op latere leeftijd kwam hier mogelijk cataract of andere oogheelkundige comorbiditeit bij. In 1750 was Bachs gezichtsvermogen dermate slecht dat hij zijn ogen liet opereren door de rondreizende Engelse oogchirurg John Taylor. Waarschijnlijk is de eerste operatie Taylors standaardstaarsteek geweest. Ongeveer een week na de eerste ingreep werd Bach wederom geopereerd, omdat de staar zou zijn teruggekomen. Diverse pijnlijke en/of visusreducerende complicaties kunnen zijn geïnduceerd door deze intraoculaire operaties: uveïtis of endoftalmitis, secundair glaucoom, hemorragie, ablatio retinae en zelfs sympathische oftalmie. Na de tweede operatie was Bach blind. Hij stierf bijna vier maanden later. Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:2927-32
Muziek gecomponeerd door Johann Sebastian Bach (16851750) is nog steeds de goudstandaard voor menig beoefenaar alsmede luisteraar van klassieke muziek. Een onbekend, maar substantieel deel van de muzikale nalatenschap van deze bekende componist is verloren gegaan. Hetzelfde geldt voor gegevens uit Bachs privéleven. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Wolfgang Amadeus Mozart, die een uitgebreide en levendige correspondentie onderhield met zijn familieleden, zijn er slechts enkele brieven van Bach bekend. Er zijn twee biografieën geschreven door personen die Bach zelf hebben meegemaakt of mensen hebben geïnterviewd die Bach persoonlijk hebben gekend (tabel).1 2 Verder is slechts één portret van Bach zonder twijfel authentiek (zie figuur 1). In dit artikel bespreek ik de oogheelkundige aspecten van Johann Sebastian Bach,6 in aanvulling op 2 artikelen die eerder in het Tijdschrift verschenen over hetzelfde onderwerp.7 8 myopie op jonge leeftijd Bachs enige fysieke ongemak leek zijn beperkte gezichtsvermogen. Zijn ogen hadden een ‘van nature slechte visus’ (‘Sein von Natur blödes Gesicht’), en ‘werden verder verzwakt door veel studie, soms nachtenlang, vooral tijdens zijn jeugd’.1 Door meerdere auteurs is myopie gesuggereerd, gebaseerd op het schilderij van Haussmann, dat ‘de verticale rimpels die ontspringen vanaf de neusbrug evenals de toegeknepen ogen ten gevolge van myopie’ laat zien.9 Het woord ‘myopia’ stamt uit het Grieks en betekent ‘knijpen’. Andere refractieafwijkingen, zoals hypermetropie en astigAcademisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Oogheelkunde, Meibergdreef 9, 1100 AZ Amsterdam. Hr.R.H.C.Zegers, oogarts (
[email protected]).
matisme, kunnen echter ook samengeknepen ooglidspleten veroorzaken. Myopie is gunstiger dan hypermetropie, omdat myopen een adequaat zicht nabij ontwikkelen. Voor een jonge musicus die veel noten moet lezen en schrijven, is visus dichtbij een noodzaak. Dit maakt myopie aannemelijk bij Bach. Hypermetropie en astigmatisme zouden minder verenigbaar zijn met Bachs dagelijkse activiteiten. Daarnaast zou hij een geringe hypermetropie hebben kunnen compenseren door accommodatie, zodat zijn refractieafwijking niet zo manifest zou zijn geweest. Verder zijn er risicofactoren van toepassing die de kans op myopie vergroten: succes op school (Bach was een van de beste leerlingen op de middelbare school en sloeg zelfs een klas over) en veel werk dichtbij – hij las veel.10 Bachs myopie moet licht zijn geweest. Met een refractieafwijking van –2 dioptrieën zal het vertepunt 50 cm zijn geweest. Bij een grotere refractieafwijking, van bijvoorbeeld –5 dioptrieën, is het vertepunt 20 cm en wordt het steeds lastiger het kerkorgel te bespelen, Bachs favoriete instrument. Beide voeten worden namelijk gebruikt om de pedalen in te drukken en zo wordt het bij een toenemende refractieafwijking steeds moeilijker daarnaast ook bladmuziek op ooghoogte te lezen en evenwicht te bewaren op het orgelbankje. Mensen op straat herkennen zal zeker een probleem zijn geweest voor myopen in het tijdperk vóór brilcorrectie. Brillenglazen hadden dit probleem kunnen oplossen, maar met uitzondering van leesbrillen werden brillenglazen niet veelvuldig gebruikt tot een eeuw na Bachs dood.11 Ook in de biografieën wordt geen melding gemaakt van een bril. Een andere mogelijkheid is amblyopie, maar hier zijn geen aanwijzingen voor. Bilaterale amblyopie ten gevolge van ernstige hypermetropie of astigmatisme is ook een optie, maar dit zou de visus dichtbij hebben verminderd. Bilaterale amblyopie ten gevolge van myopie is zeldzaam, maar zou wel de visus dichtbij intact hebben gelaten.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005 24 december;149(52)
2927
Bronnen van informatie over Johann Sebastian Bach (1685-1750) Biografieën Er zijn 2 biografieën over Bach. Nekrolog (1754) is geschreven door Bachs oudste zoon Carl Philipp Emanuel en een voormalige student van Bach, Friedrich Agricola.1 Zij leefden sinds 1747 niet meer bij Bach thuis, maar waren als musici gestationeerd in Potsdam. Zij hebben hem in zijn laatste levensjaren dus niet van nabij gevolgd. Ueber Johann Sebastian Bachs Leben, Kunst und Kunstwerke (1802) is geschreven door Johann Nikolaus Forkel.2 Forkel leende voor zijn biografie aanzienlijk uit Nekrolog, maar interviewde tevens veel personen die Bach persoonlijk hadden gekend, onder wie diens zonen Carl Philipp Emanuel en Wilhelm Friedemann. Alle latere biografieën over Bach zijn gebaseerd op deze twee werken. Portretschilderij Het door Bach bestelde en door Elias Gottlob Haussmann (1695-1774) geschilderde portret uit 1746 laat Bach zien met zijn handelsmerk in zijn hand: een zesstemmige canon (canon triplex à 6 vocibus, BachWerke-Verzeichnis nummer 1076) als bewijs van zijn superieur componeervermogen. Bachs tweede vrouw, Anna Magdalena, beschouwde het portret als natuurgetrouw. Het schilderij onderging in 1913 een grote restauratie, waarbij verschillende details werden gewijzigd.3 In 1950 werd een studioversie van het origineel ontdekt in de Verenigde Staten, ook door Haussmann gesigneerd en gedateerd 1748 (figuur 1). Dit puntgave schilderij geeft een ruwe impressie van Bachs uiterlijk en is mogelijk door Bach verkregen als ‘packagedeal’ (twee voor de prijs van één). Dubieuze bronnen Bronnen van dubieuze authenticiteit zijn interessant, maar niet van waarde voor een wetenschappelijke benadering. Men kan denken aan het vermeende skelet van Bach, dat werd opgegraven in 1894 en onderzocht door Wilhelm His, hoogleraar Anatomie te Leipzig.4 Hij was de vader van Wilhelm His junior, die de atrioventriculaire spierbundel in het hart ontdekte, die nog steeds zijn naam draagt: de bundel van His. Een ander voorbeeld van een dubieuze bron is de leesbril die Bach mogelijk zou hebben toebehoord (sferische sterkte +2,5 dioptrieën en cilindrisch –0,5 dioptrie, met onbepaalde as, aangezien de glazen vrij beweegbaar zijn in het montuur). Het valt niet te bewijzen dat deze werkelijk zijn bezit is geweest.5
cataract op oudere leeftijd Het lijkt erop dat Bach een leven lang in blakende gezondheid verkeerde, met uitzondering van zijn laatste levensjaar. Hij kan niet chronisch of ernstig ziek zijn geweest, gezien de grote hoeveelheid muziek die hij schreef en het vrijwel continu uitvoeren daarvan. Ook kan gewezen worden op de zorg voor liefst 20 kinderen die hij had van zijn twee opeenvolgende vrouwen, de begeleiding van talrijke studenten die in zijn huis leefden en het krachtige vóórkomen van Bach in zijn 61e levensjaar op het schilderij van Haussmann (zie figuur 1). De kracht en het sterke gestel van Bach worden specifiek vermeld in de biografie: ‘. . . seinen übrigen noch sehr muntern Seelen- und Leibeskräften . . .’.1 Het enige bekende ziektegeval wordt ergens tussen 1730 en 1740 gedateerd. Bach moest toen zijn reis naar Halle
2928
annuleren. Hij zou daar zijn tijdgenoot en collega-componist Georg Friedrich Händel – eveneens geboren in 1685 – ontmoeten. Niets is bekend over de aard of duur van deze ziekte. Aanvullende informatie wordt gegeven door het Haussmann-portret. Het is duidelijk dat Bach obees was. Ook zijn samengeknepen oogleden vallen op (figuur 2). Nader bekeken blijkt dit dermatochalasis te zijn, een overmaat aan (slappe) ooglidhuid, vaak met een onderhuidse vetprolaps. Dit heeft geen ernstige klinische implicaties tot gevolg, behalve dat het bovenste gezichtsveld soms beperkt kan zijn. Volgens de biografieën verslechterde Bachs zicht naarmate hij ouder werd. Hier zijn veel verklaringen voor; de meest voor de hand liggende is cataract. Er zijn geen aanwijzingen die andere oogziekten, zoals glaucoom of seniele maculadegeneratie, kunnen aantonen dan wel uitsluiten. Het is minder aannemelijk dat zijn visus verslechterde ten gevolge van de myopie, aangezien deze myopie niet hoog genoeg lijkt te zijn geweest. de oogoperaties John Taylor, operateur. In zijn laatste levensjaar werd Bachs gezichtsvermogen dermate slecht dat hij, op aandringen van zijn vrienden, besloot zijn ogen te laten opereren.1 In Leipzig (Duitsland) werd hij 2 maal geopereerd door de rondreizende Engelse oogchirurg ‘chevalier’ John Taylor (1703 of 1708-1772).12 Taylor voltooide een medische opleiding, volgde college bij Herman Boerhaave in Leiden en leerde het staarsteken van Jean-Louis Petit te Parijs. Na deze opleiding begon hij te oefenen in Zwitserland, waar hij honderden patiënten blind maakte, zoals hij ooit bekende. Na deze oefening bracht hij de meeste tijd reizend door in een met vele ogen beschilderde koets, onder het motto ‘Qui dat videre dat vivere’ (‘wie zicht geeft, geeft leven’). Zijn reizen voerden hem door het grootste deel van Europa en ook daarbuiten tot Rusland en Perzië, langs hoven en paleizen. Meer dan eens werd hij overvallen en bijna vermoord tijdens deze reizen. Taylor had ruime kennis van de oogheelkunde en liet in diverse talen wetenschappelijke verhandelingen na. Hij was de eerste die de keratoconus beschreef en illustreerde.12 In de chirurgische benadering van strabismus, door het klieven van de oogspieren, was hij zijn tijd vooruit. Dit maakte dat Taylor serieuze wetenschap combineerde met een charlataneske presentatie als medicus practicus. In de tweede helft van de 18e eeuw vonden oogoperaties plaats met de patiënt rechtop zittend in een stoel. Een helper hield de patiënt stevig vast, zodat deze niet kon bewegen tijdens cruciale momenten in deze tijd zonder anesthesie (figuur 3). De enige anesthetica waren alcohol en opiaten. Taylor gebruikte een spatel om het bovenooglid tegen de orbitarand te drukken; een techniek die ook door andere chirurgen uit zijn tijd werd toegepast.12 Boven de oogbol
Ned Tijdschr Geneeskd 2005 24 december;149(52)
figuur 1. Schilderij van Johann Sebastian Bach door E.G.Haussmann, 1748, kopie van het oorspronkelijke schilderij uit 1746 (www.npj.com/thefaceofbach). Bach was toen 61 jaar en in goede gezondheid.
werd dan de spatel diep naar binnen geduwd, zodat de weefsels in de bovenste orbitahelft werden gecomprimeerd. Op deze wijze werden delen beschadigd van de Nn. nasociliares of takken hiervan die de Nn. ciliares longus vormen. Deze laatste voorzien cornea, iris en corpus ciliare van sensore innervatie. Bij laceratie van deze innervatie was dus enige vorm van anesthesie in de voorziene gebieden te verwachten. Bijkomend voordeel was dat op deze wijze de bulbus werd gefixeerd. Aangezien Taylor rechtshandig was, genoot het linker oog van de zittende patiënt zijn voorkeur om te behandelen, zelfs als dit het gezonde oog was. Ook artsen in zijn tijd bekritiseerden deze gewoonte, zoals Eschenbach, die in 1752 een boek schreef over Taylor en zijn operaties.14 Hierin wordt onder andere beschreven hoe Taylor de wonden die hij maakte bedekte met een verband dat pas na 5-6 dagen mocht worden verwijderd. Niet alleen verhoogde dit de kans op infectie, maar Taylor was dan ook al vertrokken naar de volgende stad, waar hij nieuwe slachtoffers maakte. Afhankelijk van het inkomen van de patiënt vroeg hij vaak exorbitant veel geld voor zijn interventies. Kon niet contant worden betaald, dan accepteerde hij ook waardevolle voorwerpen als gouden horloges. Het is niet bekend of Taylor één oog of beide ogen per ingreep opereerde. Hij kan hetzelfde oog een tweede keer hebben geopereerd omdat het resultaat de eerste keer tegenviel, of hij opereerde het tweede oog een andere keer, zoals tegenwoordig ook gebeurt. Bachs oogoperaties. De eerste operatie bij Bach vond plaats tussen 28 en 31 maart 1750 en de tweede tussen 5 en 7 april.15 Waarschijnlijk heeft Taylor de eerste keer een standaardstaarsteek verricht, die hij 9 pagina’s lang beschrijft in zijn boek Cataract and glaucoma (Londen, 1736).16 Bij deze ingreep wordt een incisie van ruim 4 mm ongeveer 3,5 mm posterieur van de overgang van de cornea naar de sclera gemaakt. Met een planoconvexe naald wordt het achterste lenskapsel geopend, waarop een antero-inferieure beweging wordt gemaakt waardoor de opake lens naar beneden wordt verplaatst in het corpus vitreum. In de dissertatie van
figuur 2. Detailopname van het schilderij van Johann Sebastian Bach door E.G.Haussmann, 1748 (www.npj.com/thefaceofbach). Er is dermatochalasis, een overmaat aan ooglidhuid, hetgeen het bovenste gezichtsveld soms kan beperken.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005 24 december;149(52)
2929
figuur 3. Een staarsteek in de 18e eeuw: afbeelding uit 1718 van de posities van de chirurg, de patiënt en een helper om de patiënt stil te houden in deze tijd vóór anesthesie.13
Johann Philipp Schnitzlein uit 1750 wordt deze techniek geïllustreerd (figuur 4). Ongeveer een week later vond de tweede operatie plaats in verband met ‘. . . wieder aufgetreteten Stahrs . . .’.14 Mogelijk had de staarsteek een anterieure luxatie van de lens veroorzaakt, met of zonder glasvochtverlies, waardoor de pupil wordt geblokkeerd en bijgevolg acuut glaucoom kan ontstaan. Wat precies heeft plaatsgevonden tijdens de operaties is niet meer te achterhalen, maar de begeleidende systemische behandeling van Taylor bestond onder andere uit aderlaten, laxantia en oogdruppels samengesteld uit bloed van geslachte duiven, fijngemalen suiker of gebakken zout.14 Soms maakte hij perioculaire incisies die werden afgedekt met gebakken appel of een muntstuk onder het verband. Dit alles in een tijdperk zonder antisepsis. In geval van ernstige ontsteking schreef Taylor grote doses kwik voor. Follow-up. Volgens de krant Vossische Zeitung, 1750, nummer 41, zag Bach veel beter na de eerste operatie.17 Dit zou kunnen wijzen op verplaatsing van de (troebele) lens, waardoor het zicht iets toenam. Niet onmogelijk is dat Taylor zelf dit bericht aan de krant heeft doorgegeven; hij had een
2930
goed ontwikkeld gevoel voor public relations en adverteerde vaak in lokale periodieken om zijn aankomst en miraculeuze operaties aan te kondigen. Diverse pijnlijke en/of visusreducerende complicaties kunnen zijn geïnduceerd door de intraoculaire operatie(s): uveïtis of endoftalmitis, secundair glaucoom, hemorragie, ablatio retinae, en zelfs (na gemiddeld 4-8 weken) sympathische oftalmie. Dit laatste is een auto-immuunaandoening waarbij het oog dat geen trauma of operatie ondergaat na bepaalde tijd een endoftalmitis krijgt nadat eerst het andere, oorspronkelijk aangedane oog een endoftalmitis heeft gehad. De biografieën geven aan dat Bach ‘volledig blind’ was na de tweede operatie, zich ziek voelde en last had van pijnlijke ogen.1 2 In de biografie van Forkel staat dat de ogen van Bach al pijnlijk waren vóór de operaties plaatsvonden.2 Aangezien Forkel de biografie ruim een halve eeuw na de dood van Bach schreef en veel informatie indirect verkreeg, is reële twijfel over de juistheid hiervan op zijn plaats. De blindheid en pijn na Taylors ingrepen passen bij de meeste van de bovengenoemde postoperatieve complicaties, met name de complicaties die ontsteking en/of secundaire oogdrukstijging geven. Omdat Bach ‘volledig blind’ was na de operaties, kan worden gepostuleerd dat de blindheid een direct gevolg was van deze operaties, zeker als een oog al (bijna) blind zou zijn geweest vóór de operaties plaatsvonden. Als dit laatste het geval was met zijn rechter oog, zou hij zijn visus volledig hebben kunnen verliezen ten gevolge van Taylors voorkeur linker ogen te opereren. Ook wordt de term ‘volledig blind’ gebruikt door medische leken die indertijd zijn biografie schreven. Dit zou een andere interpretatie kunnen zijn dan die van hedendaagse oogartsen. zijn overlijden Bach herstelde niet van de ingrepen. Wel wordt een plotselinge terugkeer vermeld van zijn zicht enkele dagen vóór zijn dood, gevolgd door een beroerte.1 Na de beroerte ontstond ‘hitsiges Fieber’. Ook twee van de meest ervaren artsen in Leipzig hebben hem niet meer kunnen helpen. Bach stierf bijna 4 maanden na zijn laatste operatie, op 28 juli 1750 om 6.15 uur ’s ochtends, in het 66e jaar van zijn leven. Een plotselinge, spontane terugkeer van zijn visus lijkt onwaarschijnlijk na een langere periode van ontsteking en/of verhoogde oogdruk. Het kan een hallucinatie zijn geweest of het syndroom van Bonnet, waarbij patiënten complexe visuele hallucinaties ervaren, vergelijkbaar met fantoompijn.18 Dit syndroom hangt samen met gedeeltelijk of totaal visusverlies ten gevolge van deafferentatie, waarbij de visuele cortex spontane en onafhankelijke activiteit ontplooit, met als gevolg het ervaren van visuele beelden. ‘Een beroerte’ was in die tijd een niet-specifieke term en kan hebben geduid op bewustzijnsverlies van Bach. De
Ned Tijdschr Geneeskd 2005 24 december;149(52)
figuur 4. Staarsteek in de 18e eeuw: afbeelding van de posterieure (sclerale) benadering, waarbij de lens omlaag het corpus vitreum wordt ingeduwd, zoals afgebeeld in de dissertatie van J.P.Schnitzlein, uit 1750.13
koorts wijst op een infectie. Het is speculatief een verband te leggen tussen de operaties en de oorzaak van zijn overlijden. Het lijkt onwaarschijnlijk dat een postoperatieve endoftalmitis pas na bijna vier maanden een fatale sepsis zou hebben veroorzaakt. Zeker is dat de operaties, het aderlaten en de purgatieven hem hebben verzwakt en gepredisponeerd voor nieuwe infecties. Verder dient nog te worden gewezen op de oude uitdrukking ‘hitsiges Fieber’, die door de tijd heen verschillend is vertaald als ‘koorts als convulsie van de ziel’ en ‘koorts als spasme van de bloedvaten, vergezeld met tachycardie’.19 Bach werd 3 dagen na zijn overlijden begraven nabij de St. Johannes-Kirche te Leipzig. Net als bij Mozart was dit in een anoniem graf zonder herkenbaar gedenkteken. Na de verbouwing van de kerk in 1894 kregen de vermeende stoffelijke resten van Bach een plaats in de kerk zelf. Nadat deze kerk in de Tweede Wereldoorlog vrijwel volledig werd verwoest, werden de stoffelijke resten overgebracht naar de Thomas Kirche, waar ze tot op de dag van vandaag liggen.
in zijn afnemende visus. Bachs zicht zou slecht zijn gebleven, ook als hij niet was geopereerd door John Taylor. Deze operaties zijn vrijwel zeker de oorzaak van de beschreven blindheid na de ingrepen en hebben wellicht bijgedragen aan zijn uiteindelijke ziekte. Er lijkt echter geen duidelijk verband te bestaan tussen de laatste operatie en zijn dood. Prof.dr.P.T.V.M.de Jong en dr.R.O.Schlingemann, oogartsen, en P.W.J.H. Zegers, akoestiekspecialist, leverden commentaar op een eerdere versie van het manuscript. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 10 maart 2005
Literatuur
besluit 1
Resumerend kan worden gesteld dat Johann Sebastian Bach nagenoeg zijn hele leven een gezonde man was die continu muziek schreef en uitvoerde. Het enige zwakke van zijn gestel waren zijn ogen. Geringe myopie lijkt het waarschijnlijkst, op latere leeftijd gevolgd door cataract. Mogelijk heeft ook een andere oogheelkundige afwijking een rol gespeeld
2
3 4
Bach CPE, Agricola F. Nekrolog auf Johann Sebastian Bach. Bd. IV. Teil 1. Leipzig: L.C.Mizler Muzikalische Bibliothek; 1754. Forkel JN. Ueber Johann Sebastian Bachs Leben, Kunst und Kunstwerke. Nach der Originalausgabe von 1802 neu herausgegeben. Augsburg: Bärenreiter; 1925. Besseler H. Fünf echte Bildnisse Johann Sebastian Bachs. Kassel/ Basel: Bärenreiter; 1956. Peipert JF, Roberts CS. Wilhelm His, Sr.’s finding of Johann Sebastian Bach. Am J Cardiol. 1986;57:1002.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005 24 december;149(52)
2931
5 6 7 8
9 10
11 12 13 14
15 16
Koerner H. Zum sogenannten ‘Bach-Brille’. Bach Jb. 1980;66:83-6. Zegers RH. The eyes of Johann Sebastian Bach. Arch Ophthalmol. 2005;123:1427-30. Koopman J. Geneeskundig-muziekhistorische studies. VII. Johann Sebastian Bach. Ned Tijdschr Geneeskd. 1932;76:2235-8. Lindeboom GA. De oogoperatie op Johann Sebastian Bach en diens operateur chevalier John Taylor. Ned Tijdschr Geneeskd. 1985;129: 2458-62. Ober WB. Bach, Handel, and ‘Chevalier’ John Taylor, M.D., ophthalmiater. N Y State J Med. 1969;69:1797-807. Hepsen IF, Evereklioglu C, Bayramlar H. The effect of reading and near-work on the development of myopia in emmetropic boys: a prospective, controlled, three-year follow-up study. Vision Res. 2001;41: 2511-20. Albert DM, Edwards DD. The history of ophthalmology. Cambridge: Blackwell Science; 1996. Henning A. Die Okulisten Joseph Hillmer und John Taylor in Leipzig. Aktuelle Augenheilkd. 1992;17:204-14. Ludewig R. Johann Sebastian Bach im Spiegel der Medizin. GrimmaKaditzsch: Edition Waechterpappel; 2000. Eschenbach DCE. Gegründeter Bericht von den Erfolgen der Operationen des englischen Okulisten Ritter Taylors in verschiedenen Städten Teutschlandes, besonders in Rostock. Rostock: Koppe; 1752. Zeraschi H. Bach und der Okulist Taylor. Bach Jb. 1956;43:52-64. Hirschberg J. Handbuch der Augenheilkunde. Graefe-Saemisch. Geschichte der Augenheilkunde. Die Augenheilkunde in der Neuzeit, Bd. XIV. Leipzig: Verlag von Wilhelm Engelmann; 1911.
2932
17 Lenth B. Bach and the English oculist. Music and letters. 1938;19: 182-98. 18 Menon GJ, Rahman I, Menon SJ, Dutton GN. Complex visual hallucinations in the visually impaired: the Charles Bonnet syndrome. Surv Ophthalmol. 2003;48:58-72. 19 Kranemann D. Johann Sebastian Bachs Krankheit und Todesursache – Versuch einer Deutung. Bach Jb. 1990;76:53-64.
Abstract The eyes of Johann Sebastian Bach. – Limited vision seems to have been Johann Sebastian Bach’s (1685-1750) only physical problem. Myopia seems the most likely cause and he probably developed cataracts later in life. In addition to the cataracts, his worsening vision may have been due in part to some other eye problem. In 1750 Bach’s vision became so poor that he had his eyes operated on by the travelling English eye surgeon John Taylor. Most likely the first operation was Taylor’s standard couching procedure. About one week after the first operation, Bach was operated on again because of the reappearance of the cataract. Many painful and/or vision-reducing complications could have been induced by these intraocular operations: uveitis or endophthalmitis, secondary glaucoma, haemorrhage, retinal detachment, and even sympathetic ophthalmia. After the second operation Bach was blind. He died less than four months later. Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:2927-32
Ned Tijdschr Geneeskd 2005 24 december;149(52)