De N ieuwe Hollandse Wate rlinie (NHW)
Audit investeringskosten NHW Concept
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
Inhoudsopgave 01
INLEIDING
1
01.01
De achtergrond
1
01.02
Aanleiding quick scan
3
01.03
Vraagstelling
3
01.04
Afbakening onderzoek
4
01.05
Analysemethode second-opinion / audits
5
01.06
Leeswijzer
5
02
SELECTIE VAN DE TE ONDERZOEKEN PROJECTEN
6
02.01
Thematisering projecten
6
02.02
Restauratie
6
02.03
Infrastructuur, kunstwerken
8
02.04
Infrastructuur, verbindingen
9
02.05
Cultuurtechniek
10
02.06
Verwerving van gronden
11
02.07
Communicatie en transport
11
02.08
Overigen
12
03
AUDIT RAPPORTAGE BUNKER Q
13
03.01
Inleiding
13
03.02
Resultaten audit rapportage Bunker Q
13
03.03
De gehanteerde methodiek
13
03.04
Het ambitieniveau
14
03.05
De kwaliteitsstatus van de bestaande gebouwen
14
03.06
Eindoordeel Brink Groep betreffende de rapportage van Bunker Q
14
04
AUDIT ENVELOPPE 3: KRAAG VAN UTRECHT
17
04.01
Inleiding
17
04.02
Resultaten audit enveloppe 3
17
04.03
Eindoordeel Brink Groep betreffende enveloppe 3
19
04.04
Inleiding
20
04.05
Resultaten audit enveloppe 4
20
04.06
Eindoordeel Brink Groep betreffende enveloppe 4
23
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad i 1
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW)
Betreft
Audit investeringskosten NHW
05
AUDIT ENVELOPPE 5: LINIELAND
25
05.01
Inleiding
25
05.02
Resultaten audit enveloppe 5
25
05.03
Eindoordeel Brink Groep betreffende enveloppe 5
27
06
AUDIT ENVELOPPE 6/7: DIEFDIJK/LOEVESTEIN
29
06.01
Inleiding
29
06.02
Resultaten audit enveloppe 6/7
29
06.03
Eindoordeel Brink Groep betreffende enveloppe 6/7
33
07
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
35
07.01
De investeringskosten
35
07.02
Onvoldoende integrale kwaliteitsborging Nieuwe Hollandse Waterlinie
36
07.03
Eenheid in de Linie
36
07.04
Bundeling van krachten en kennis
37
07.05
Sterk staan in onderhandelingsprocessen
37
07.06
Aanbevelingen
37
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad i 2
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
01
INLEIDING
01.01
De achtergrond
01.01.01
De historie van het project
In 1999 heeft een aantal Ministeries een gezamenlijke beleidsvisie uitgebracht in de nota Belvedere. De intentie van deze Nota is de cultuurhistorie volwaardig en vroegtijdig te betrekken bij de inrichting van de ruimte in Nederland. Cultuurhistorie is hier het verzamelbegrip van archeologie, monumentale bouwkunst en historische geografie. Kern van de Nota is: cultuurhistorie moet niet onder de kaasstolp maar wordt inspiratiebron bij ruimtelijke ontwikkelingen. Om te laten zien hoe cultuurhistorie kan doorwerken in de ruimtelijke inrichting, heeft het Rijk de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) als nationaal project gelanceerd. Deze impuls is de Waterlinie om twee redenen toegekend. Ten eerste de complexe bestuurlijke opgave: samenwerking tussen 5 departementen, 5 provincies, 25 gemeenten en 3 waterschappen. Ten tweede de complexe ruimtelijke opgave. Inmiddels is voor de Waterlinie een ruimtelijk plan gemaakt dat is afgestemd met vele partijen. Dit plan is in 2005 opgenomen in de Nota Ruimte. De Waterlinie is hierin aangewezen als 1 van de 20 Nationale Landschappen. 01.01.02
Organisatie van het project
De Waterlinie is een interdepartementaal project waarin 5 betrokken Ministeries samenwerken met provincies, gemeenten, waterschappen, maatschappelijke organisaties, eigenaren, private partijen en burgers. De Nieuwe Hollandse Waterlinie wordt bestuurd door de Liniecommissie, waarin de 5 Ministeries zitting hebben en bestuurleden van de 5 deelnemende provincies. Deze commissie heeft een onafhankelijke voorzitter en secretaris.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 1
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
Provincies, Rijk en gemeenten vormen de Liniepartners en hebben hun organisatie ingericht op uitvoering van het Uitvoeringsprogramma dat deelprogramma’s of enveloppen kent. Een enveloppe is in principe geadresseerd aan een provincie, een kaderwetgebied of een samenwerkingsverband voor delen van de Waterlinie. De Liniecommissie is een adviescommissie en slechts in projectmatige zin opdrachtgever naar de Liniepartners die deelnemen in de enveloppencommissies. De Liniecommissie heeft niet de formele bevoegdheden die bij de ‘feitelijke’ rol van opdrachtgever horen. De taken van de Liniecommissie zijn: –
het voeren van regie over het proces op linieniveau in de rol van ‘opdrachtgever’;
–
het adviseren van Gedeputeerde Staten van de betrokken provincies bij de opstelling van de provinciale uitvoeringsprogramma’s;
–
het toetsen van relevante uitvoeringsplannen aan het Linieperspectief;
–
het adviseren van de Minister over de programmering, de te bereiken operationele rijksdoelen en
–
het adviseren in de prioriteit van inzet van financiële middelen die de Liniecommissie nodig acht
de bijbehorende rijksmiddelen in het kader van het ILG en andere financieringsbronnen; voor de realisering van de NHW. 01.01.03
De uitvoeringsprogramma’s
De Waterlinie kent twee uitvoeringsprogramma’s: een overkoepelend programma en de 7 enveloppen die de uitvoeringsprogramma’s van de Liniepartners zijn. Het overkoepelend programma is door de Liniecommissie opgesteld rondom twee thema’s. Het eerste thema is “eenheid in de Linie” gericht op kwaliteitsborging voor de gehele Waterlinie en eenheid in de functies, gebruiksvormen, prioriteiten en planning. Het tweede thema is “samen sterk” gericht op het bundelen van krachten, elkaar inspireren, het behartigen van bovenregionale belangen en sterk staan in onderhandelingsprocessen. De uitvoeringsprogramma’s van de Liniepartners bevatten projectvoornemens en reserveringen voor een samenhangend deelgebied die in ontwerp, uitvoering en exploitatie met elkaar te maken hebben. De Liniepartners hebben de regie in de verdere uitwerking en mobiliseren de partners voor de uitwerking en uitvoering van de projecten en de zogeheten enveloppencommissies. 01.01.04
De investeringsbehoefte
Voor de Waterlinie is een investeringsbehoefte bepaald van 550 miljoen euro gebaseerd op de Uitvoeringsprogramma’s van de 7 enveloppen. Onduidelijk is of dit bedrag anno nu is of het totaalbedrag per 2020 en of de rentekosten hierin zijn opgenomen. Hiervan is 300 miljoen nodig in de komende 7 jaar, tot en met 2013. De planning is dat de Waterlinie in 2020 is afgerond. Het grootste deel van het benodigde geld dient via het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) beschikbaar te komen. Naast het ILG zijn diverse andere dekkingsmogelijkheden denkbaar. Het ontwikkelen en toepassen van een goede strategie hiervoor is een taak van de Liniecommissie.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 2
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
01.02
Aanleiding quick scan
Bij de Liniecommissie en het projectbureau van de NHW bestaat grote behoefte om door middel van een quick scan-achtige benadering de investeringsbehoefte te laten toetsen voordat zij de dekkingsmiddelen aanvraagt bij het ILG en andere partijen. Daartoe is Brink Groep in januari 2007 benaderd. 01.03
Vraagstelling
Het projectbureau van de NHW heeft bij Brink Groep de onderstaande vragen neergelegd: 1.
Het uitvoeren van een quick scan door middel van audits op de kostenramingen die onderdeel uitmaken van het uitvoeringsprogramma voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie met aandacht voor de volgende aspecten: •
de scope van het project: een duidelijke vaststelling en beschrijving van de omvang van de projecten
•
eenheid en vergelijkbaarheid in de prijsvorming bij de verschillende deelnemende partijen
•
de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de kostenramingen bij de verschillende partijen
•
de projectrisico’s: de risico’s en de partij die de risico’s draagt bepalen in sterke mate de bandbreedte in de te maken kosten. De berekende kosten vormen samen met de financiële voorziening voor de risico’s het kostenplafond (de maximale kosten). De kostenstrategie is de basis voor de omgang met de projectrisico’s. De vraag is op welk niveau in de bestuurlijke organisatie een risicofonds wordt gevormd? En in welke mate worden risico’s bij uitvoerende marktpartijen (aannemers) ondergebracht? Dit laatste heeft invloed op de hoogte van de aanneemsom.
2.
Het beknopt adviseren over de wijze waarop de Liniecommissie de budgetten op een éénduidige wijze kan beheersen en sturen. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is: •
de taken en verantwoordelijkheden van de deelnemende partijen: de publieke procesorganisatie kent vele geledingen en diversiteiten in de organisatieonderdelen. In welke mate geeft de Liniecommissie sturing en in welke mate functioneren de Liniepartners autonoom in de verschillende deelprogramma’s of enveloppen. Dit kan grote invloed op de kostenontwikkeling van de projecten hebben.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 3
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
01.04
Afbakening onderzoek
Het totale project ‘de Nieuwe Hollandse Waterlinie’ bestaat uit zeven enveloppen, die ieder een bepaald grondgebied omvatten rondom de verdedigingslinie. De zeven enveloppen zijn: –
enveloppe 1: Vechtstreek-Noord;
–
enveloppe 2: Vechtstreek-Zuid;
–
enveloppe 3: Kraag van Utrecht;
–
enveloppe 4: Rijnauwen-Vechten;
–
enveloppe 5: Linieland;
–
enveloppe 6: Diefdijk;
–
enveloppe 7: Loevestein;
–
Rijksenveloppe;
–
Linie-enveloppe.
Voor deze enveloppen hebben de deelnemende partijen voor de verschillende enveloppen onderstaande investeringskosten vastgesteld. TOTAALOVERZICHT NAAR ENVELOPPE Nr. Enveloppe
Naam Enveloppe
Enveloppe 1
Vechtstreek-noord
Enveloppe 2
Vechtstreek-zuid
Enveloppe 3
Kraag van Utrecht
Enveloppe 4
Rijnauwen-Vechten
Enveloppe 5
Linieland
Enveloppe 6/7
Diefdijk/Loevestein
Min. budget (in Euro)
Max. budget (in Euro)
Percentage t.o.v. totaal
€ 197.831.270
€ 298.145.270
36%
€ 14.453.450
€ 14.453.450
3%
€ 55.630.000
€ 55.630.000
10%
€ 51.826.810
€ 51.826.810
9%
€ 103.139.605
€ 103.139.605
19%
€ 73.393.261
€ 73.393.261
13%
Rijksenveloppe
€0
€0
0%
Linie-enveloppe
€ 50.000.000
€ 50.000.000
9%
€ 546.274.396
€ 646.588.396
Totaal
Tabel 1
Overzicht kostenverdeling NHW naar enveloppe
Binnen deze enveloppen zijn diverse projecten gedefinieerd, zoals; de restauratie van forten, de aanleg van infrastructuur en inundatievelden, de verwerving van gronden en communicatie en educatie.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 4
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
01.05
Analysemethode second-opinion/audits
Voor het uitvoeren van de second opinion zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: –
er is een initieel documentenonderzoek opgestart;
–
er is een matrix opgesteld, waarin de verschillende projecten uit de uitvoeringsprogramma’s worden geordend naar thema en financiële impact;
–
in overleg met het projectbureau, op basis van de matrix, is een aantal projecten geselecteerd die
–
er is een presentatie gehouden op 15 maart 2007 aan de projectleiders van de verschillende
als steekproef voor de gehele uitvoeringsprogramma’s zijn onderzocht; enveloppen, waarbij een toelichting is gegeven op welke wijze de geselecteerde projecten worden ge-audit; –
er is een audit gehouden op de geselecteerde projecten, waarin de kostenramingen op een kwalitatieve wijze zijn onderzocht;
–
er is een secundair documentenonderzoek geweest;
–
de kostenramingen zijn kwalitatief beoordeeld op betrouwbaarheid, volledigheid en nauwkeurigheid;
–
de bevindingen van het onderzoek zijn vastgelegd in deze voorliggende rapportage.
01.06
Leeswijzer
Het project is gestart met een documentenselectie en een rubricering van de projecten naar thema’s. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in hoofdstuk 2. Deze rubricering is gebruikt om samen met het projectbureau vast te stellen welke projecten in aanmerking komen voor de audits. In de hoofdstukken 3 tot en met 7 zijn de audits beschreven. De eindresultaten op Linieniveau en de aanbevelingen komen in hoofdstuk 8 aan de orde.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 5
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
02
SELECTIE VAN DE TE ONDERZOEKEN PROJECTEN
02.01
Thematisering projecten
Op basis van het initiële documentenonderzoek zijn de projecten gerubriceerd naar thema. In onderstaand overzicht is dit weergegeven. TOTAALOVERZICHT NAAR THEMA Min. budget (in Euro)
Thema
Max. budget (in Euro)
Percentage t.o.v. totaal
Restauratie
€ 143.268.779
€ 143.573.779
26%
Infrastructureel, kunstwerken
€ 180.706.462
€ 280.706.462
33%
Infrastructureel, verbindingen
€ 49.495.500
€ 49.495.500
9%
Cultuurtechniek
€ 41.275.100
€ 41.284.100
8%
Verwerving van gronden
€ 42.020.000
€ 42.020.000
€ 977.950
€ 977.950
0,2%
Communicatie, media & educatie Transport(middelen)
8%
€ 1.018.000
€ 1.018.000
0,2%
Overigen (diensten, inrichtingen e.d.)
€ 37.512.605
€ 37.512.605
7%
Liniecommissie
€ 50.000.000
€ 50.000.000
9%
€ 546.274.396
€ 646.588.396
Totaal
Tabel 2
Overzicht kostenverdeling NHW naar thema
De investeringskosten voor de restauratie van de forten en de infrastructurele kunstwerken vormen bijna 60% van de totale kosten voor de NHW. Dit zijn voor het onderzoek de meest belangrijke thema’s. De overige kosten zijn vrij gelijkmatig over de thema’s verdeeld, enkele kleine posten daargelaten. 02.02
Restauratie
De te restaureren forten en fortificaties zijn gerubriceerd naar financiële impact. Dit is in het overzicht op de volgende bladzijde weergegeven. Het overzicht is een samenvatting van alle restauratieprojecten en bevat het project met de grootste financiële impact en enkele kleinere projecten. Bij het vaststellen van de nader te onderzoeken projecten is in overleg met het projectbureau bewust gekozen voor grotere en kleinere (in financiële zin) projecten. Bij kleinere projecten kunnen tegenvallers in de restauratie hard doorwerken in de uiteindelijke, benodigde kosten. De met grijs gemarkeerde projecten vormen de geselecteerde projecten die in het vervolg nader zijn onderzocht.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 6
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
Thema: restauratie Nr.
Naam deelprojecten
1.14 Vesting Naarden
4.1
3.4
Gemeente (Provincie) Naarden
Fort Vechten - Nationaal Lokaal Informatie-centrum NHW Restauratie/inrichting Fort Blauwkapel
Fort Honswijk
Min. Defensie (eigendom)
1.10 Schansen
3.3
2.1
3.1
6.5
5.3
Weesp
Restauratie Fort op de Ruigenhoekse dijk
Staatsbosbeheer
Restauratie forten en kazematten
Lokaal
Restauratie sluisje Waterschap AGV innundatiekanaal Klopvaart Fort bij de Nieuwe Steeg
Fort Everdingen
Voltooien beheervisie Naarden-Vesting
Min. budget (in mln Euro) € 30.000.000
Fort bij Vechten inrichten als nationaal liniecentrum aangevuld met diverse culturele en horecafuncties.
Gemeente Utrecht
4.26 Restauratie Fort Vechten Lokaal
5.5
Korte omschrijving opgave
Min. Defensie (eigendom)
Enveloppe 1
€ 23.000.000 RES
4
RES
3
RES
4
RES
5
RES
1
RES
3
RES
2
RES
3
RES
6/7
RES
5
RES
6/7
RES
6/7
RES
3
RES
3
RES
3
€ 8.500.000
Het veiligstellen van bestaande waarden door het onderzoeken van de bouwkundige staat en het zonodig restaureren van objecten. Herstel casco
Recreatieve impuls van de Schansen
€ 7.550.000
€ 5.737.680
€ 5.000.000
€ 5.000.000
€ 4.700.000
Het veiligstellen van bestaande waarden door het onderzoeken van de bouwkundige staat en het zonodig restaureren van m.n. forten.
€ 4.500.000
€ 4.500.000
Restauratie en herbestemming van het fort.
Herstel casco / torenfort
€ 4.400.000
€ 4.252.666
6.12 Fort Pannerden
Restauratie fort Pannerden
€ 1.700.000
6.44 Fort Pannerden
Fase 3; multifunctioneel gebruik
€ 1.317.000
3.9
Restauratie Lunet I
Gemeente Utrecht
€ 1.300.000
3.2
Restauratie Fort de Gagel
Gemeente Utrecht
€ 1.200.000
3.25 Fort op de Ruigenhoekse Staatsbosbeheer Dijk: Infocentrum Inundaties
Tabel 3
Max. budget Thema's (in mln Euro) € 30.000.000 RES
+ p.m.
€ 800.000
Overzicht restauratieprojecten
De geselecteerde projecten en bijbehorende motieven zijn: –
Fort Vechten: een groot restauratieproject met nieuwbouw die dienst gaat doen als nationaal informatiecentrum;
–
Fort op de Ruigenhoekse Dijk: een fort van gemiddelde financiële omvang met functieverandering (informatiecentrum inundaties);
–
Fort Pannerden: een kleiner restauratieproject dat geschikt wordt gemaakt voor multifunctioneel gebruik;
–
De vesting Naarden is een lopend project. Het omvat veel aarden wallen en is daarmee niet representatief voor de restauratie van de overige forten.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 7
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
02.03
Infrastructuur, kunstwerken
Thema: infrastructureel, kunstwerken Nr.
Naam deelprojecten
Gemeente (Provincie) 1.19 Aqua-ecoduct in de vorm Muiden, Weesp van een tunnel 3.39 Overvecht/NHW over noorderlijke randweg
6.39 Viaduct A-15
Het leggen van een eco-aquaduct in de vorm van een tunnel om de Vecht vrij te maken
Min. budget (in mln Euro) € 150.000.000
Gemeente Utrecht & RWS
5.23 Brug over Amsterdam Rijnkanaal 1.18 Amsterdam Rijnkanaal
Korte omschrijving opgave
Alle gemeenten
Enveloppe 1
€ 16.000.000
Aanbrengen wandel en fiets brug bij Plofsluis over het Amsterdam-Rijnkanaal
€ 8.000.000
Reailseren van verbindingen over het Amsterdam Rijnkanaal
€ 3.000.462
Overgang langzaamverkeer A15
€ 1.200.000
6.41 Fort Asperen Waaiersluis
Restauratie waaiersluis bij Fort Asperen
€ 750.000
6.20 Papsluis
Restauratie van de zogenaamde waaiersluis
€ 700.000
Tabel 4
Max. budget Thema's (in mln Euro) € 250.000.000 INF1
INF1
3
INF1
5
INF1
1
INF1
6/7
INF1
6/7
INF1
6/7
€ 3.000.462
Overzicht kunstwerken infrastructuur
In bovenstaand overzicht is een aantal projecten weergegeven die bij dit thema horen. De geselecteerde projecten en bijbehorende motieven zijn: –
het aquaduct bij Muiden is een project dat bij de infra-studies rondom Amsterdam en Almere hoort en ook langs deze weg wordt gefinancierd. Deze studies zijn nog volop in beweging. Op basis van deze gegevens is in overleg met het projectbureau besloten om dit project niet verder te onderzoeken;
–
Overvecht: een kunstwerk over de noordelijke randweg met een grote financiële omvang;
–
een viaduct over de A15: een viaduct over de A15 en de Betuwelijn voor € 1,2 miljoen. Dit is een laag bedrag voor zo’n grote ingreep. Uit nadere informatie bleek dat het hier gaat om een fietspad naar een viaduct om de NHW zo beter voor langzaam verkeer te ontsluiten. Besloten is om dit project niet nader te onderzoeken.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 8
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
02.04
Infrastructuur, verbindingen
Thema: infrastructureel, verbindingen Nr.
Naam deelprojecten
5.29 Fietspaden
4.36 Gebiedsontsluiting Rijnauwen-Vechten
Gemeente (Provincie) Gehele enveloppe
Idem
Aanleg indundatie wandelpad van 19,5 km
2.26 Completeren/verbeteren Regionaal fietspadennetwerk NHW 6.50 Diefdijk en nieuwe Zuiderlingedijk 5.24 Brug over A-27
Werk aan het spoel
3.32 Schootsveldenroute
Tabel 5
Aanleg nieuwe fietspaden van 15,7 km.
Min. budget (in mln Euro) € 8.000.000
Idem
5.27 Inundatie pad
6.3
Korte omschrijving opgave
Het verbeteren van het recreatieve fietspadennetwerk door het NHW-gebied met evt. scheiding auto- en langzaam verkeer. Landschappelijke inpassing Diefdijk en nieuwe Zuiderlingedijk, incl. verbetering voor fietsen en wandelen. Aanbrengen wandel en fiets brug over de A27 in het verlengde van de hoofdas van Heemstede Recreatie route
Gemeente Utrecht & De Bilt
Max. budget (in mln Euro)
Thema's
Enveloppe
INF2
5
INF2
4
INF2
5
INF2
2
INF2
6/7
INF2
5
INF2
6/7
INF2
3
€ 4.400.000
€ 3.000.000
€ 2.400.000
€ 2.200.000
€ 2.000.000
€ 1.210.000 € 1.200.000
Overzicht verbindingen infrastructuur
In bovenstaand overzicht is een aantal projecten weergegeven die bij dit thema horen. De geselecteerde projecten en bijbehorende motieven zijn: –
fietspaden: de financiële omvang van het project in relatie tot het aantal kilometers fietspad;
–
inundatiepad: de financiële omvang van het project in relatie tot het aantal kilometers voetpad;
–
werk aan het Spoel: als onderdeel van de audit naar werkzaamheden in en rondom Culemborg (zie het thema overig).
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 9
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
02.05
Cultuurtechniek
Thema: cultuurtechniek Nr.
Naam deelprojecten
4.44 Uitvoering 5.2: ecologische netwerk Rijnauwen-Vechten 5.49 Het eiland van Schalwijk
6.2
Gemeente (Provincie) Idem
Korte omschrijving opgave Idem
Min. budget (in mln Euro) € 9.050.000
natte natuurontwikkeling inundatievelden, 300ha. (inrichting)
Baggeren inundatiekanaal Tiel Gebiedsfonds landschap
5.42 Laagraven
De aanleg van het riet- en moerasbos
6.14 Molenkade
5.52 Het eiland van Schalwijk
6.42 Fort Asperen
Gem. Houten
6.38 A15/Betuwelijn
Tabel 6
Enveloppe
CUL
4
CUL
5
CUL
6/7
CUL
5
CUL
5
CUL
6/7
CUL
5
CUL
6/7
CUL
5
CUL
5
CUL
6/7
€ 7.000.000
€ 4.200.000
€ 3.000.000
Een indundatie veld nabij Culemborg wordt opnieuw ingericht
€ 3.000.000
Recreatieve inrichting
€ 2.200.000
Fase 1; kunst eiland en restaurant
5.53 Het eiland van Schalwijk
Thema's
€ 4.400.000
5.51 Het eiland van Schalwijk
5.36 Inundatiekanaal
Max. budget (in mln Euro)
€ 1.060.000
Het uitbaggeren van het inundatiekanaal t.b.v. de kanoroute
€ 760.000
Aanleg van de 12,5 km hagen
€ 750.000
Landschappelijke Inpassing A15/Betuwelijn
€ 750.000
Overzicht cultuurtechniek
De projecten in dit thema bestaan uit gebiedsinrichtingen, inundatievelden en dergelijke. In bovenstaand overzicht is een aantal projecten weergegeven die bij dit thema horen. De geselecteerde projecten en de bijbehorende motieven zijn: –
het eiland van Schalkwijk: Dit is het grootste project binnen dit thema;
–
de Molenkade: als onderdeel van de audit naar werkzaamheden in en rondom Culemborg (zie het thema overig).
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 10
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
02.06
Verwerving van gronden
Thema: verwerving van gronden Nr.
Naam deelprojecten
Gemeente (Provincie)
5.48 Het eiland van Schalkwijk
Natte natuurontwikkeling inundatievelden, 300ha. (verwerving)
5.43 Laagraven
5.50 Het eiland van Schalkwijk
2.6
Min. budget (in mln Euro) € 12.000.000
Strategische aankoop van 40ha.
5.46 Het eiland van Schalkwijk
5.45 Het Klooster
Korte omschrijving opgave
Gem. Nieuwegein
€ 8.000.000
Stratechische aankoop (20 ha.)
€ 4.000.000
Strategische grondaankopen
Tabel 7
Thema's
Enveloppe
VER
2
VER
4
VER
5
VER
5
VER
5
VER
5
€ 8.000.000
Verwerving inrichting beheer uiterwaarden 200ha.
Aankoop gronden en inrichting klooster linie
Max. budget (in mln Euro)
€ 3.950.000
€ 2.000.000
Overzicht verwerving gronden
In bovenstaand overzicht zijn de belangrijkste grondaankopen ten behoeve van de NHW weergegeven. In overleg met het projectbureau is het eiland van Schalkwijk als project geselecteerd voor de audit. De verwervingskosten van grond rondom dit eiland bedragen € 24 miljoen. Daarmee is dit project het grootste binnen dit thema. Dit is het motief voor verder onderzoek. 02.07
Communicatie en transport
Van deze twee thema’s zijn geen projecten geselecteerd voor de audit. Dit omdat beide thema’s een geringe financiële omvang hebben. Wel is uit het overleg met het projectbureau gebleken dat de gerekende kosten voor communicatie tot 2007 zijn. Voor de periode 2008 tot en met 2020 zijn geen kosten gerekend.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 11
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
02.08
Overigen
Thema: overigen (diensten, inrichting, e.d.) Nr.
Naam deelprojecten
Gemeente (Provincie)
Korte omschrijving opgave
6.25 Westrand Culemborg
3.26 Inrichten Polder Ruigenhoek / Ambitieplan met water 3.21 Inrichting Fort aan de Klop 3.23 Inrichting Fort de Gagel
5.41 Laagraven
2.7
Min. budget (in mln Euro) € 25.000.000
LIC Noorderpark/ Waterschap HDSR
€ 3.200.000
Gemeente Utrecht
€ 2.500.000
Gemeente Utrecht
€ 1.400.000
Waarde vermindering van de landbouwgrond
Inrichtingskosten
Tabel 8
Max. budget (in mln Euro)
Thema's
Enveloppe
OVE
6/7
OVE
3
OVE
3
OVE
3
OVE
5
OVE
2
+ p.m.
€ 1.300.000
€ 1.000.000
Overzicht overige projecten
Onder dit thema zijn alle overige projecten ondergebracht die niet direct onder één van de andere thema’s waren te rubriceren of onderdelen van meerdere thema’s bevatten. In overleg met het projectbureau is de Westrand van Culemborg geselecteerd omdat dit het grootste project is binnen het thema.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 12
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
03
AUDIT RAPPORTAGE BUNKER Q
03.01
Inleiding
De informatie, op basis waarvan een beeld kan worden gevormd over de eenduidigheid, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van het geraamde budget voor de restauratiekosten, is gebaseerd op de rapportage van Bunker Q uit 2003. 03.02
Resultaten audit rapportage Bunker Q
Bij het onderzoeken van de resultaten is vooral aandacht voor de volgende onderwerpen: –
de gehanteerde methodiek;
–
het ambitieniveau;
–
de kwaliteitsstatus van de bestaande gebouwen.
03.02.01
Informatievoorziening
De raming is tot stand gekomen op basis van: –
een expertmeeting, waarin vijf objecten zijn besproken en van kostenschattingen zijn voorzien. Bij deze expertmeeting waren deskundigen uit de aannemerij, de architectenwereld, monumentenzorg en het projectbureau NHW aanwezig;
–
eigen kennis en ervaring van Bunker Q.
03.03
De gehanteerde methodiek
De raming is de som van verschillende deelramingen op objectniveau, die zijn ondergebracht in een centrale database. Uitgangspunt is de visie zoals neergelegd in Panorama Krayenhof. De volgende methodiek is gehanteerd: –
in de database zijn circa 75% van de objecten in de NHW opgenomen. Door tijdsgebrek zijn de volgende objecten niet opgenomen: • •
de gebouwde objecten na 1940 objecten in de vestingsteden Muiden, Naarden, Weesp, Gorinchem en Woudrichem en de kastelen Muiderslot en Loevenstein;
–
de kosten zijn uitgedrukt per vierkante meter bruto vloeroppervlak en inclusief 18% opslagen voor de aannemer, 15% opslagen voor ontwerp en directievoering en 19% BTW;
–
in de ramingen is niet gerekend met kosten voor renten en prijsstijgingen. Het prijspeil van de ramingen is dus juni 2003;
–
op basis van ervaringscijfers, schattingen en uitgerekende objecten zijn de objecttypen van vierkante meter prijzen voorzien. Deze schattingen dateren uit het jaar 2003. Door de huidige marktwerking schuilt hier een risico in.
–
in de raming is voor de komende vijftien jaar een geïndexeerde (3,5% jaar) onderhoudsreservering opgenomen. Deze bedraagt, als percentage van het herstelbudget, voor: •
civiele werken 10%
•
bouwkundige werken 30%
•
terreinwerk 60%;
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 13
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
–
in de ramingen zijn enkel de herstel- en onderhoudskosten van de objecten opgenomen, zoals zij in de huidige staat functioneren. De kosten voor functieveranderingen vallen buiten de raming en moeten dus separaat in de investeringen voor de NHW worden opgenomen;
–
de herstelkosten zijn als volgt bepaald: •
de ‘kale’ herstelkosten op basis van hoeveelheden en de vastgestelde vierkante meter prijs
•
de toepassing van een kwaliteitscorrectie (bij slechte kwaliteit +50%, bij goede kwaliteit -/- 50%)
•
de toepassing van een ambitiecorrectie (museaal + 50%, ecologisch -/- 50%).
Het totaal van de raming bedraagt € 63,3 miljoen. Dit bedrag is opgebouwd uit € 47 miljoen voor de herstelkosten, inclusief kwaliteits- en ambitiecorrectie en € 16,3 miljoen als onderhoudsreservering voor de komende vijftien jaar. 03.04
Het ambitieniveau
De ambities ecologie, recreatief, bewoond en museaal zijn overgenomen uit Panorama Krayenhoff en op objectniveau geclassificeerd. Op basis van het oppervlak, de kwaliteit en de beoogde ambitie is een relevantie-index opgesteld. De relevantie-index= (kwaliteitsindex2 – ambitieindex2)/100, x bruto vloeroppervlak. Deze relevantie-index bedraagt in geld vertaald € 1,6 miljoen. De uiteindelijke ambitie overstijgt naar alle waarschijnlijk de ambitie zoals verwoord in Panorama Krayenhoff. Voor dit voortschrijdend inzicht moeten nog additionele voorzieningen in het budget worden opgenomen. 03.05
De kwaliteitsstatus van de bestaande gebouwen
De huidige onderhoudstoestand is overgenomen uit een inspectie van Monumentenwacht van één object. Daar niet met structureel onderhoud van de forten is begonnen, is de staat van de gebouwen in de loop der jaren verder achteruitgegaan. Dit vergt een hogere investering voor herstel van het achterstalling onderhoud, dan in de raming is opgenomen. In de rapportage van Bunker Q worden de volgende aanbevelingen gedaan: –
om verder verval van de objecten te voorkomen is een spoedige opstart van structureel onderhoud gewenst, deze werkzaamheden zijn nog niet opgestart;
–
een centrale gecoördineerde aanpak van onderhoud- en herstelwerkzaamheden kan aanzienlijke besparingen en kwaliteitsverbetering bewerkstelligen;
–
de objectinventarisatie completeren en structureel controleren en labelen;
–
nader onderzoek naar historische bouwkundige elementen inde linie is gewenst om beter inzicht te krijgen in de mogelijkheden en methodieken van herstel en onderhoud.
03.06
Eindoordeel Brink Groep betreffende de rapportage van Bunker Q
In de rapportage is een momentopname gedaan in het jaar 2003, die is opgesteld aan de hand van de visie zoals neergelegd in het Panorama Krayenhoff. De ontwikkelingen en het voortschrijdend inzicht (opgedaan na de totstandkoming van dit programma) zijn uiteraard niet in de kostenraming opgenomen. De gevolgen hiervan op het totale kostenniveau zijn in overleg met Bunker Q vastgesteld
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 14
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
en worden onderstaand uiteengezet. Aan de orde komen; het ambitieniveau, de kwaliteitstatus van de bestaande gebouwen, de prijsvorming in de huidige markt en de indexering naar opleveringsdatum. Elementen initiële budgetten restauratie Bunker Q Element Initieel budget raming bunker Q - herstelkosten
€ 47,0 miljoen
- onderhoudsreservering
€ 16,3 miljoen
Bijstelling ambitieniveau
€ 10,0 miljoen
Verslechterde kwaliteitsstatus bestaande gebouwen
€ 2,5 miljoen
Prijsvorming in de huidige markt
€ 5,0 miljoen
Indexering naar opleveringsdatum
€ 26,0 miljoen
Totaal
€ 106,8 miljoen
Totaal correctie inc. BTW
69%
Totaal correctie excl. BTW
50%
Tabel 9
03.06.01
Elementen budgetten restauratie Bunker Q
Het ambitieniveau
In de raming van Bunker Q is de ambitie in de relevantie correctiefactor opgenomen volgens de visie neergelegd in Panorama Krayenhoff en bedraagt circa € 1,6 miljoen. De verwachting is echter dat de uiteindelijke beoogde ambitie een hoger niveau zal hebben, dat een verhoging van de investeringskosten tot gevolg zal hebben. Een bijstelling naar het ambitieniveau ‘bewoond’ heeft een extra investering van € 5 miljoen tot gevolg. Een bijstelling naar het ambitieniveau ‘museaal’ € 20 miljoen. Geadviseerd wordt een additionele reservering van € 10 miljoen in de investeringskosten op te nemen voor een bijstelling van het ambitieniveau. 03.06.02
Kwaliteitstatus bestaande gebouwen:
In de rapportage van Bunker Q wordt gepleit om een start te maken met het structureel onderhoud, om verder verval van de objecten te voorkomen. Onderhoud wordt wel gepleegd maar van een grootschalige structurele aanpak is geen sprake. Door verder verval van de objecten, sinds de opstellingsdatum van de kostenraming, is een bijstelling van de onderhoudsreservering noodzakelijk. Een bijstelling naar een integraal niveau ‘slecht’ vraagt een extra investering van circa € 5 miljoen. Echter, een integrale classificatie ‘slecht’ is niet aan de orde. Geadviseerd wordt een additionele reservering van € 2,5 miljoen in de investeringskosten op te nemen. 03.06.03
De prijsvorming in de huidige markt
De basis eenheidsprijzen voor de te restaureren objecten zijn in 2003 vastgesteld. De situatie in de bouwmarkt was toen voor aannemers verre van florissant. Een gebrek aan werk leidde tot scherpe aanneemsommen. Inmiddels is de situatie sterk veranderd. Door de economische opleving is de vraag naar bouwcapaciteit sterk toegenomen. Dit heeft gevolgen voor de prijsvorming van projecten. De prijzen stijgen op het ogenblik sterk. Daarom is een bijstelling van de basis eenheidsprijzen noodzakelijk. Gebaseerd op een prijsstijging van 10% wordt geadviseerd een additionele reservering van € 8 miljoen in de investeringskosten op te nemen.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 15
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
03.06.04
Indexering naar opleveringsdatum
De kostenraming van Bunker Q heeft als prijspeil juni 2003. Enkel voor de onderhoudreservering met een looptijd van vijftien jaar is een indexering van 3,5% prijsstijging per jaar opgenomen. Het geraamde investeringsbudget moet dus worden aangevuld met de indexering van het initiële budget naar prijspeil opleveringsdatum. Gebaseerd op een gemiddelde prijsstijging van 4% voor de komende zeven jaar, wordt geadviseerd een additionele reservering van € 26 miljoen in de investeringskosten op te nemen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: –
rekenwaarde onderhoudsreservering € 16,3 + € 2,5 + € 2
= € 20,8 miljoen; = € 63,0 miljoen;
–
rekenwaarde eenmalige herstelkosten € 47 + € 10 + € 6
–
peildatumverschuiving van juni 2003 naar medio 2007;
–
doorlooptijd uitvoering zeven kalenderjaren (het gemiddelde prijsniveau tussen 2007 en 2020).
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 16
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
04
AUDIT ENVELOPPE 3: KRAAG VAN UTRECHT
04.01
Inleiding
De informatie, op basis waarvan een beeld kan worden gevormd over de eenduidigheid, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van het geraamde budget in enveloppe 3, is gebaseerd op een audit met de projectleider van enveloppe 3. Tevens is ingegaan op de cases ‘Fort Ruigenhoekse Dijk’ en ‘Overvecht/noordelijke randweg’.
Fort Ruigenhoekse Dijk
04.02
Resultaten audit enveloppe 3
Bij het onderzoeken van de resultaten is vooral aandacht voor de volgende onderwerpen: –
wijze van informatievoorziening;
–
demarcatie van projecten;
–
gehanteerde methodiek en abstractieniveau;
–
opbouw van de investeringskosten;
–
interessante cases.
04.02.01
Informatievoorziening
De initiële budgetten in enveloppe 3 zijn tot stand gekomen op basis van: –
beschikbaar gestelde documenten zoals de rapportage van Bunker Q;
–
ervaringskengetallen uit eerdere restauratieprojecten (Fort aan de Klop, Fort Blauwkapel);
–
kennis en ervaringen van het ingenieursbureau van gemeente Utrecht op het gebied van forten en cultuurtechniek;
–
eigen kennis en ervaring van de projectleider.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 17
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
Het Bunker Q rapport wordt alleen gebruikt om achterstallig onderhoud te ramen. In het rapport wordt namelijk niet geadviseerd inzake restauratiewerkzaamheden. Ontwikkelingskosten en kosten voor het aansluiten op openbare nutsvoorzieningen zijn bijvoorbeeld niet opgenomen in het Bunker Q rapport. 04.02.02
Demarcatie projecten enveloppe 3
Aan de hand van Fort Ruigenhoekse Dijk wordt uitgelegd op welke wijze er is omgegaan met het demarceren van restauratieprojecten in enveloppe 3. Uitgangspunt bij het restaureren van Fort Ruigenhoekse Dijk is dat het fort wind- en waterdicht wordt gemaakt, zodat het fort exploitabel kan worden gemaakt. In een aantal projecten wordt niet alleen het fort exploitabel gemaakt door de schil aan te pakken, maar wordt er ook geïnvesteerd in de inrichting (installaties, inbouwpakket) van het fort. Situatieafhankelijk worden de inrichtingskosten door de enveloppe zelf gedragen danwel door exploitant bekostigd. Naast bovenstaande werkzaamheden wordt er bij forten vooral achterstallig onderhoud weggewerkt, gebouwen en terreinen gesaneerd (o.a. asbest), toegangsbruggen hersteld of vervangen en grachten uitgebaggerd. Het uitvoeringsprogramma van de enveloppe 3 is dynamisch. Niet lang geleden is er een nieuw project toegevoegd aan de enveloppe, namelijk ‘ontwikkeling zandopvang Lunet’ voor een bedrag van € 2 miljoen. De financiering komt grotendeels bij het Waterschap te liggen. 04.02.03
Gehanteerde methodiek en abstractieniveau
Er is geen integrale methodiek gehanteerd. In het geval van Fort Blauwkapel heeft de enveloppe het project zijn vrije gang laten gaan. Een initieel budget van fl. 6 miljoen is geëxpandeerd tot een (huidig) bedrag van € 8,5 miljoen. Het programma en de daaraan gekoppelde kwaliteiten zijn in de loop der jaren dan ook steeds verder doorontwikkeld. De initiële budgetten zijn op een hoog abstractieniveau bepaald. Naarmate een project wordt ontwikkeld, vinden er ook concretiseringsslagen plaats in de gedetailleerdheid van de kengetallen. Voor de periode 2007-2008 zijn er gedetailleerde begrotingen gemaakt. 04.02.04
Opbouw investeringskosten
De gronden zijn nagenoeg allemaal in eigendom van de gemeente Utrecht. Er vinden slechts ontwikkelingen in publiekrechtelijke zin plaats met als gevolg dat er gebruik gemaakt kan worden van het BTW-compensatiefonds. Indien er sprake is van het exploitabel maken voor een externe partij, kan er geen beroep worden gedaan op het fonds maar zijn de kosten verdisconteerd in de huuropbrengsten.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 18
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
De advies- en engineeringskosten zijn opgenomen in de geraamde budgetten. De kosten hiervoor zijn sowieso gering, omdat er veel wordt samengewerkt met het ingenieursbureau van de gemeente Utrecht. Het prijspeil van de gebudgetteerde bedragen is januari 2006. Rentekosten zijn niet opgenomen in de ramingen, omdat deze kosten nihil zijn kijkend naar de totale enveloppe. In enveloppe 3 is een aantal PM-posten opgenomen voor projecten waarvan nog onduidelijk is welke werkzaamheden er worden uitgevoerd. Bij Lunetten IV is bijvoorbeeld pas recent de keuze gemaakt om het Rijksmonument niet te onderhouden, maar te laten voortbestaan als ruïne. Vaak bestaat er ook nog onduidelijkheid over de potentie/ambities van een gebied. Daarom wordt er een PM-post opgenomen voor mogelijke werkzaamheden. Kosten voor bestemmingsplanwijzigingen, onteigeningsprocedures en planschades zijn niet opgenomen in de investeringskosten. De kosten per procedure kunnen op lopen tot € 250.000,-- per procedure. 04.02.05
Case ‘Overvecht’ noordelijke randweg
Voor de oversteek van de noordelijke randweg in Utrecht (‘Overvecht’) is een budget opgesteld door het ingenieursbureau van de gemeente Utrecht van € 16 miljoen. Hiervoor kan op twee plaatsen de ‘toekomstige’ A27 worden overgestoken, waterwegen kunnen worden verbonden en aangelegd en fietsen wandelpaden kunnen worden gerealiseerd. Onzekere factor in het geheel blijft de onduidelijkheid over de datum van het starten van de realisatie van de A27 ter plaatse van de huidige noordelijke randweg. Er is reeds € 8 miljoen gereserveerd. 04.03
Eindoordeel Brink Groep betreffende enveloppe 3
Elementen initiële budgetten Enveloppe 3: Kraag van Utrecht Element Verwervingskosten gronden
Geen verwervingskosten (nihil)
Bouwkosten
Gemiddeld abstractieniveau
PM-posten
aantal PM-posten opgenomen
Advies- en engineeringskosten
Inclusief
Prijspeil ramingen
januari 2006
Indexering toegepast
Nee
Rentekosten
Exclusief
BTW
Exclusief
Onvoorzien
Tussen 0 - 5%
Onderhoud- en exploitatiekosten
Niet bekend
Restauratie Fort op de Ruigenhoekse Dijk
€ 5,5 miljoen
Kunstwerk over de noordelijke randweg
€ 16,0 miljoen
Correctie budget uitvoeringsprogramma
€ 6,0 miljoen
Correctie uitgangspunten Bunker Q 50%
€ 2,8 miljoen
Correctie indexatie noordelijke randweg 30%
€ 5,0 miljoen
Tabel 10
Onze referentie
Elementen budgetten Enveloppe 3
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 19
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
In enveloppe 3 is al een aantal projecten in uitvoering of zelfs gerealiseerd. Dit heeft tot gevolg dat deze enveloppe een voorsprong heeft op andere enveloppen voor wat betreft de (gerealiseerde) betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de budgetten. De audit onderstreept deze vooronderstelling. Brink Groep heeft geen inzage gehad in enige onderbouwingen van de initiële budgetten van enveloppe 3. Opmerkelijk is de discrepantie tussen het in het uitvoeringsprogramma genoemde totaal budget en de op dit moment gehanteerde budgetten (+ € 6 miljoen). Brink Groep heeft zich geen beeld kunnen vormen van de wijze waarop kwaliteiten worden omschreven en/of geborgd. 04.04
Inleiding
De informatie op basis waarvan een beeld kan worden gevormd over de eenduidigheid, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van het geraamde budget in enveloppe 4, is gebaseerd op: –
de audit met de projectleider van enveloppe 4;
–
de audit met de ontwikkelingsmanager van Dupon projectontwikkeling;
–
een bezoek van Fort bij Vechten;
–
de Businesscase Fort bij Vechten van Dupon Projectontwikkeling.
Fort Vechten
04.05
Resultaten audit enveloppe 4
Bij het onderzoeken van de resultaten is vooral aandacht voor de volgende onderwerpen: –
wijze van informatievoorziening;
–
demarcatie van projecten;
–
gehanteerde methodiek en abstractieniveau;
–
opbouw van de investeringskosten;
–
interessante cases.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 20
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
04.05.01
Informatievoorziening
In enveloppe 4 is Fort bij Vechten en aanverwante projecten het meest belangrijke project. Voor Fort bij Vechten is een businesscase gemaakt door Dupon Projectontwikkeling. De initiële budgetten in enveloppe 4 zijn tot stand gekomen op basis van: –
de beschikbaar gestelde documenten zoals de rapportage van Bunker Q;
–
de Businesscase Fort bij Vechten;
–
kennis en ervaringen van de volgende partijen: •
planeconomen van provincie Utrecht, gemeente Bunnik, Staatsbosbeheer en namens de
•
Rapp+Rapp Architecten
Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Dienst Landelijk Gebied (DLG) •
Dupon Projectontwikkeling
•
uitgenodigde restauratie bouwbedrijven.
04.05.02
Demarcatie projecten enveloppe 4
Enveloppe 4 bestaat voornamelijk uit de ontwikkeling van Fort bij Vechten. Hierin zijn projecten opgenomen met betrekking tot restauratie, infrastructuur (kunstwerken en verbindingen), verwerving van gronden, communicatie en een aantal overige, kleinschalige projecten. Er zijn geen enveloppe-overstijgende projecten aanwezig. 04.05.03
Gehanteerde methodiek en abstractieniveau
Voor de ontwikkeling van Fort bij Vechten is gebruik gemaakt van de in paragraaf 05.02.05 omschreven methode. Door Dienst Landelijk Gebied (DLG) is in de rapportage ‘Advies op de budgetraming projectenatlas Rijnauwen-Vechten’ kritisch gekeken naar de budgetten voor enveloppe 4. DLG heeft, daar waar geen advies kan worden gegaan, dit vermeldt. In zijn algemeenheid heeft DLG opmerkingen gemaakt over: –
grondkosten;
–
engineering;
–
indexering;
–
actualisering PM-posten.
Het abstractieniveau van de kengetallen varieert van zeer algemeen (€/m2 BVO nieuwbouw) tot concreet (€ 1.063.169,-- voor de ‘fortenlijn’). 04.05.04
Opbouw investeringskosten
De gronden zijn voor een groot deel in eigendom van de overheid. Een deel van de gronden moet nog worden verworven. De directe grondkosten die DLG uitrekent en welke ook zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma bedragen € 270.000,--. Brink Groep hanteert een andere benaderingswijze. De grondprijs die DLG hanteert is veel te laag (€ 5,-- per m2 grond) want er moet worden aangekocht van particulieren. Daarnaast zit er een rekenfout in de vermenigvuldiging (zie DLG: 60.000 m1 * 6 m1 * € 5,-- = € 270.000,--). Brink Groep stelt voor 60.000 m1 * 6 m1 breed * € 15,-- = € 5.400.000,-- op te nemen. Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 21
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
DLG heeft in een aantal projecten aangegeven dat er inclusief BTW moet worden gerekend. In het uitvoeringsprogramma zijn voor enveloppe 4 uiteindelijk budgetten opgenomen inclusief BTW, maar ook exclusief BTW. Verder is door DLG is opgemerkt dat er 24% aan advies- en engineeringskosten moet worden opgenomen voor een aantal projecten. Deze kosten zijn onder andere voor bestemmingsplanwijzigingen, planschades, onteigeningen, directiekosten en dergelijke. Op dit moment ontbreken deze kosten nog in een aantal budgetten van projecten. Het prijspeil van de gebudgetteerde bedragen is juni 2006. DLG adviseert de budgetten per jaar te indexeren met 3%. Echter dit advies is op dit moment niet doorgevoerd in het totaaloverzicht. Er is niet inzichtelijk gemaakt of er rentekosten zijn meegenomen in de budgetten. 04.05.05
Case Fort bij Vechten
Voor de ontwikkeling van Fort bij Vechten is een stuurgroep opgericht bestaande uit belanghebbende Fort bij Vechten, provincie Utrecht, gemeente Bunnik, Staatsbosbeheer en DLG (namens NHW). In het najaar van 2006 is er een concept Masterplan gereed gekomen. Naar aanleiding hiervan is een businesscase opgesteld, waarin de financiële haalbaarheid werd getoetst door onderzoek te doen naar het ‘spanningsveld’ tussen de functies, kosten, opbrengsten en mogelijk interessante marktpartijen. Vervolgens heeft in stuurgroepverband een optimalisatieslag in het programma plaatsgevonden door functies toe te voegen (extra m2 BVO) en te variëren in toegangsprijzen. Er is ervoor gekozen om geen woningbouw te ontwikkelen in Fort bij Vechten, maar een museale, horecafunctie met nationale allure onder te brengen op het terrein. In de investeringskosten zijn deze wijzigingen verwerkt. Om een waarheidsgetrouw beeld te kunnen verkrijgen ten aanzien van de opbrengsten zijn tien voorbeeldprojecten (zie businesscase) gebenchmarkt. Brink Groep is opgevallen dat er bij de businesscase voornamelijk vanuit opbrengstenpotenties is geredeneerd. Bij het opstellen van de investerings- en exploitatiekosten is een onderscheid gemaakt naar de volgende plandelen: –
de inrichtingskosten voor werkzaamheden buiten het Fort (route naar ingang, parkeren);
–
het herstel van de Fortgracht (baggeren, herstellen bruggen);
–
de herinrichting van de openbare ruimte op het Fort (doorklieving aardlagen, belevingsroutes);
–
de te consolideren gebouwen: 3.700 m2 BVO (o.a. reduit);
–
de te restaureren gebouwen: 3.100 – 3.800 m2 BVO (o.a. gebouwen t.b.v. van museale routes);
–
de te renoveren gebouwen: 3.300 – 4.000 m2 BVO (transformatie gebouwen);
–
nieuwbouw: maximaal 2.500 m2 BVO.
Er zijn drie scenario’s ontwikkeld waaraan totale (eenmalige) investeringen zijn gekoppeld. Deze scenario’s variëren van € 28 miljoen (SC1: financieel behoudend) tot € 31 miljoen (SC3: financieel gedurfd). Uiteindelijk is er voor een geoptimaliseerd scenario 2 gekozen van € 25 miljoen.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 22
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
Rapp+Rapp Architecten heeft de kwaliteit van het project bewaakt. Door de aard en omvang van het project dienen er meer kwaliteiten te worden toegevoegd in de installaties. In de businesscase wordt aangegeven dat hiermee rekening is gehouden in de kengetallen. De geraamde kosten zijn inclusief planvoorbereiding, -ontwikkeling en uitvoering (25%) en onvoorzien (10%), maar exclusief BTW en groot onderhoud. Met de realisatie van dit ontwikkelingsplan is een dusdanig omvangrijke investering gedaan in het Fort dat groot onderhoud de komende 15 jaar niet noodzakelijk is. Brink Groep adviseert aan de liniecommissie om nog meer aandacht te hebben voor de volgende aspecten in de businesscase Fort bij Vechten: –
de investeringskosten worden alle gekoppeld aan m2 BVO. Deze berekeningswijze leidt ertoe dat het voor Brink Groep moeilijk is te achterhalen of de kengetallen van voldoende niveau zijn. Er zijn geen vormfactoren gegeven, zoals de gevel open factor of BGO/BVO-verhouding;
–
het investeringskostenniveau van de nieuwbouw (museale, horecafunctie) is tussen de € 1.170,-per m2 BVO (niet commercieel) en € 1.788,-- per m2 BVO (commercieel – ondergronds). De ligging van de nieuwbouw zorgt voor extra kosten. Brink Groep adviseert om tussen € 1.900 – 2.100 m² BVO te ramen voor de investeringskosten;
–
er is geen rekening gehouden met het prijspeil. Het initiële budget is van december 2006, echter de uitvoering zal plaatsvinden in 2008/2009;
–
er zijn geen advies- en engineeringskosten opgenomen in de investeringskosten.
04.06
Eindoordeel Brink Groep betreffende enveloppe 4
Elementen initiële budgetten Enveloppe 4: Rijnauwen-Vechten Element Verwervingskosten gronden
Onvoldoende verwervingskosten
Bouwkosten
Hoog abstractieniveau
PM-posten
aantal PM-posten opgenomen
Advies- en engineeringskosten
Exclusief / Inclusief
Prijspeil ramingen
juni 2006
Indexering toegepast
Nee
Rentekosten
Niet bekend
BTW
Exclusief / Inclusief
Onvoorzien
Tussen 0 - 20%
Onderhoud- en exploitatiekosten
Deels bekend
Restauratie Fort Vechten
€ 7,6 miljoen
Nieuwbouw Fort Vechten
€ 23,0 miljoen
Correctie uitgangspunten Bunker Q 50%
€ 3,8 miljoen
Correctie verwerving grond
€ 5,1 miljoen
Correctie indexatie tot 2013 (incl. grond)
€ 8,5 miljoen
Tabel 11
Onze referentie
Elementen budgetten Enveloppe 4
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 23
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
Brink Groep heeft deels inzage gekregen in de raming van Fort bij Vechten en heeft de rapportage(s) van Dienst Landelijk Gebied (DLG) grondig bestudeerd. Daarnaast is er een bezoek gebracht aan Fort bij Vechten waarbij wij zelf hebben kunnen ervaren in welke staat het fort op dit moment is. In het geval van de restauratiewerkzaamheden bij Fort bij Vechten is het opmerkelijk om te constateren dat de bomvrije kazerne en het reduit worden verhoogd met respectievelijk 20% en 30%. Gezien de huidige staat is dit aan de lage kant. Op basis van bovenstaande bevindingen kan Brink Groep concluderen dat het budget voor Fort bij Vechten redelijk goed is ingeschat, maar dat vooral grondverwerving en infrastructurele verbindingen voor andere projecten niet juist zijn beoordeeld. Aan de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de laatstgenoemde budgetten moet daarom ook worden getwijfeld.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 24
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
05
AUDIT ENVELOPPE 5: LINIELAND
05.01
Inleiding
De informatie op basis waarvan een beeld gevormd kan worden over de eenduidigheid, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van het geraamde budget in enveloppe 5, is gebaseerd op een audit met de projectleider van enveloppe 5. Tevens is ingegaan op de cases ‘Eiland van Schalkwijk’.
Het eiland van Schalkwijk
05.02
Resultaten audit enveloppe 5
Bij het onderzoeken van de resultaten is vooral aandacht voor de volgende onderwerpen: –
wijze van informatievoorziening;
–
demarcatie van projecten;
–
gehanteerde methodiek en abstractieniveau;
–
opbouw van de investeringskosten;
–
interessante cases.
05.02.01
Informatievoorziening
De initiële budgetten in enveloppe 5 zijn tot stand gekomen op basis van: –
de beschikbaar gestelde documenten zoals de rapportage van Bunker Q;
–
de infrastructurele werken zijn opgebouwd met kengetallen van de afdeling ‘buitenruimte’ van de gemeente Houten;
–
de fiets-/wandelbrug over de A-27 en de fiets-/wandelbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal zijn doorgerekend door respectievelijk gemeente Houten en de gemeente Nieuwegein;
–
de kosten voor de onteigening zijn opgesteld op basis van kennis en ervaringen van de projectleider van enveloppe 5.
Zoals al eerder in dit rapport gememoreerd wordt Bunker Q rapport alleen gebruikt om achterstallig onderhoud te ramen. In hoofdstuk 3 is hier nader op ingegaan.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 25
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
05.02.02
Demarcatie projecten enveloppe 5
De projecten, binnen enveloppe 5, zijn te restaureren objecten, infrastructurele projecten en verwerving van gronden. De ramingen van de gebouwde objecten zijn gebaseerd op het Bunker Q rapport. De kosten voor restauratie zijn geëxtrapoleerd naar alle forten in enveloppe 5. Kosten voor mogelijke functieveranderingen van forten zijn niet opgenomen in de raming. Uitgangspunt voor de mogelijke kosten ten behoeve van functieverandering is dat deze kosten ten laste worden gebracht van de toekomstige exploitant. In de audit met de projectleider van enveloppe 5 werd aangegeven dat de fiets-/wandelbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal begroot is voor € 10 miljoen, maar dat de resterende € 2 miljoen door de gemeente Nieuwegein zal moeten worden aangevuld. In hoeverre dit is afgerond of hierover consensus is bereikt is onduidelijk. Het hoogste budget binnen enveloppe Linieland is gereserveerd voor landschappelijke invulling. Naast landbouw, eventueel in aangepaste vorm, zal natuurontwikkeling in dit gebied gestalte moeten krijgen. De huidige grondposities van projectontwikkelaars binnen het gebied maken deze ontwikkeling complex hetgeen invloed heeft op de financiën van de enveloppe. 05.02.03
Gehanteerde methodiek en abstractieniveau
De begrotingsmethodiek is gehanteerd zoals beschreven in de vorige paragraaf. De initiële budgetten zijn op een hoog abstractieniveau bepaald. Naarmate een project wordt ontwikkeld, vinden er ook concretiseringslagen plaats in de gedetailleerdheid van de kengetallen. 05.02.04
Opbouw investeringskosten
Zowel bij de objecten als bij de verbindingen is gerekend met prijspeil heden. Over de opgenomen bedragen zal een indexering moeten worden toegepast. Evenzeer is niet gerekend met financieringskosten, hetgeen niet ongebruikelijk is voor overheidsprojecten. Kosten voor bestemmingsplanwijzigingen, onteigeningsprocedures en planschades zijn niet opgenomen in de investeringskosten. De kosten per procedure kunnen op lopen tot € 250.000,-- per procedure. 05.02.05
Case ‘Eiland van Schalkwijk’
Het grootste risico voor enveloppe 5 zit in de verwerving van de gronden op het eiland van Schalkwijk. Momenteel is deze grond voor een groot deel in bezit van projectontwikkelaars en boeren. Uitgangspunt voor de verwerving is € 4,--/m2 voor bosgrond en € 20,--/m2 voor landbouwgrond. De oppervlakte van de te verwerven gronden ten behoeve van de paden is met enige onnauwkeurigheid bepaald. Hiervoor is enkel de lengte maal de breedte van het fietspad aangenomen (zie ook enveloppe 4). De hoogte van de aankoopprijs is laag.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 26
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
Bij ontwikkelingen die als referentie (woningbouw in landelijk gebied) kunnen dienen wordt voor grond met een bebouwingsbestemming een aankoopprijs betaald van € 150,-- tot € 200,-- per vierkante meter grond. De tactiek van de enveloppe is om op een creatieve wijze financiële middelen te genereren conform het principe ‘rood voor groen’. In de regio Utrecht is sprake van een krachtige regionale woningmarkt. Binnen die woningmarkt richt een deel van de vraag zich op dorpse en landelijke woonmilieus. In Linieland is een deel van die vraag inpasbaar, zeker als hieraan investeringen in groen en water worden gekoppeld.
Een belangrijk uitgangspunt is het ontwikkelen van een visie met zeer duidelijke doelen, maar ook met voldoende flexibiliteit. Het is derhalve van essentieel belang dat de markt wordt betrokken bij het ontwikkelen van projecten in enveloppe 5. Het succes van het project ‘Eiland van Schalkwijk’ is afhankelijk van een aantal externe factoren. Dit geldt ook voor de opgestelde raming, aangezien de omvang van de te verwerven gebieden afhankelijk is van de ontwikkeling van de ‘rode’ en ’groene’ gebieden. De kostenraming opgesteld door enveloppe 5 voor het “Eiland van Schalkwijk” is van het meest positieve scenario uitgegaan, hetgeen werd bevestigd in het interview met de projectleider van enveloppe 5. 05.03
Eindoordeel Brink Groep betreffende enveloppe 5
Elementen initiële budgetten Enveloppe 5: Linieland Element Verwervingskosten gronden
Te positief ingeschat
Bouwkosten
Gemiddeld abstractieniveau
PM-posten
aantal PM-posten opgenomen
Advies- en engineeringskosten
Inclusief
Prijspeil ramingen
Variabel
Indexering toegepast
Nee
Rentekosten
Exclusief
BTW
Exclusief
Onvoorzien
Tussen 0 - 5%
Onderhoud- en exploitatiekosten
Deels bekend
Cultuurtechniek
€ 14,2 miljoen
Verwerving gronden, 520 ha.
€ 24 miljoen
Aanlef voet- en fietspaden
€ 11,0 miljoen
Correctie grondprijs, 320 ha.
€ 25 tot 80 miljoen
Correctie hoeveelheden fietspaden
€ 10 miljoen
Indexatie tot 2013 (incl. grond)
€ 25,0 tot 42,0 miljoen
Tabel 12
Onze referentie
Elementen budgetten Enveloppe 5
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 27
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
05.03.01
Objecten
De ramingen van de gebouwde objecten zijn gebaseerd op het Bunker Q rapport. Vanuit het Bunker Q rapport (2003!) zijn een aantal aanbevelingen geschreven waaronder het spoedig opstarten van structureel onderhoud om verder verval aan de objecten te voorkomen. Een additioneel probleem voor de forten Honswijk, Everdingen en Lunet aan de Snel is dat deze forten momenteel in beheer zijn van het ministerie van defensie. Deze forten zullen in 2009 vrij komen. Deze objecten verkeren momenteel in zorgelijke staat, en de staat van deze forten zal de komende periode louter verslechteren. Derhalve zal een additioneel budget moeten worden opgenomen voor achterstallig onderhoud voor deze drie objecten. Dit is een extra budget bovenop het advies zoals beschreven in hoofdstuk 3. 05.03.02
Verbindingen
Zoals eerder vermeld zijn infrastructurele werken in enveloppe 5 opgebouwd met kengetallen van de afdeling buitenruimte van de gemeente Houten. Opvallend is dat in de totale lengte verbindingen geen extra budget is opgenomen voor mogelijke kleine kunstwerken (bruggen, duikers, et cetera). Derhalve zal een additioneel budget opgenomen moeten worden voor kleine kunstwerken. 05.03.03
Verwerving
Zoals aangegeven in paragraaf 06.02.05 zit het grootste risico, voor enveloppe 5, in de verwerving van de gronden op het eiland van Schalkwijk. Enveloppe 5 heeft duidelijk inzichtelijk wat de kansen en bedreigingen zijn voor dit project. Desondanks is uitgegaan van het positieve scenario en is het bedrag voor de verwerving van de gronden gevoelsmatig laag opgenomen in de begroting.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 28
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
06
AUDIT ENVELOPPE 6/7: DIEFDIJK/LOEVESTEIN
06.01
Inleiding
De informatie op basis waarvan een beeld gevormd kan worden over de eenduidigheid, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van het geraamde budget in enveloppe 6/7, is gebaseerd op: –
de audit met de projectleider van enveloppe 6/7;
–
de audit met de beleidsmedewerker gemeente Culemborg;
–
het bezoek van Fort bij de Nieuwe Steeg;
–
de projectdocumentatie ‘Herstel brug Fort de Nieuwe Steeg.
Geanalyseerde projecten zijn; Werken aan het Spoel, Molenkade en Westrand Culemborg. Deze zijn alle drie onder verantwoordelijkheid en uitvoering van gemeente Culemborg.
Fort Pannerden
06.02
Resultaten audit enveloppe 6/7
Bij het onderzoeken van de resultaten is vooral aandacht voor de volgende onderwerpen: –
wijze van informatievoorziening;
–
demarcatie van projecten;
–
gehanteerde methodiek en abstractieniveau;
–
opbouw van de investeringskosten;
–
interessante cases.
06.02.01
Informatievoorziening
Enveloppe 6 bestaat uit een groot aantal projecten door de projectleider van de enveloppe gedelegeerd naar de individueel daarvoor verantwoordelijke partijen. Om tegenwicht te geven aan de ontwikkelingen in de noordelijke enveloppen is er in het ‘zuiden’ het Pact van Loevestein opgericht bestaande uit ambtenaren van gemeenten, provincie(s), waterschappen en Staatsbosbeheer (SBB). Het team rondom het Pact van Loevestein bestaat uit: –
een gemeentelijk kernteam bestaande uit gemeenteambtenaren (dagelijkse controle);
–
een gemeentelijke klankbordgroep bestaande uit wethouders e.d. (vier keer per jaar tezamen).
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 29
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
Het Pact heeft de rol gehad alle voorgestelde projecten te rubriceren naar doelen en te onderzoeken welke haalbaar of onhaalbaar waren. Uit deze analyse is het projectoverzicht (zoals opgenomen in het uitvoeringsprogramma van de Nieuwe Hollandse Waterlinie) opgenomen. In deze enveloppe is voor het ‘delegatie’-model gekozen. Dat betekent dat het bepalen van de bouwen investeringskosten in beginsel ligt bij het bestuursorgaan of die partij die het project daadwerkelijk gaat uitvoeren. Er is vanuit gegaan dat er onder de documenten voor de ontwikkelingen van forten en dergelijke deugdelijke ramingen liggen. Deze zijn over het algemeen opgesteld op decentraal niveau door gemeentelijke ingenieursbureau’s of externe adviseurs. De initiële budgetten in enveloppe 6/7 zijn tot stand gekomen op basis van: –
de beschikbaar gestelde documenten zoals de rapportage van Bunker Q;
–
de kennis en ervaring bij de individuele partijen betrokken bij de projecten.
06.02.02
Demarcatie projecten enveloppe 6/7
De belangrijkste sleutelprojecten zijn zowel van restauratieve als infrastructurele aard. De hierna genoemde projecten zijn zowel in de primaire fase als in uitvoering: Werken aan het Spoel, Fort bij de Nieuwe Steeg, Fort Asperen, Fort Vuren, Batterijen onder Brakel en Poederooyen, Fort Pannerden en de Molenkade. Bij het bepalen van het ambitieniveau van de projecten is er gestuurd op bouwtechnische en inhoudelijke kwaliteit van de projecten. Voorbeelden hiervan zijn: veiligheid, nutsvoorzieningen en publieke toegankelijkheid. Het kwaliteitsteam NHW is regelmatig ingezet om architectenselecties te houden. De nadruk hierbij lag op de cultuurtechnische kwaliteiten. Vanuit het planteam Pact van Loevestein is vooral gestuurd op de ontwerpkwaliteiten. Door gemeente Culemborg is nadrukkelijk opgemerkt dat er een wezenlijk onderscheid is in de investeringskosten van ‘droge forten’, zoals Fort Everdingen (€ 4,4 miljoen), en ‘natte forten’, zoals Fort Honswijk (€ 7,6 miljoen; enveloppe 5). Het verschil in deze forten is dat de droge forten eenvoudiger en goedkoper ontwikkelingsrijp kunnen worden gemaakt voor commerciële doeleinden en zodoende interessanter zijn voor marktpartijen. 06.02.03
Gehanteerde methodiek en abstractieniveau
In enveloppe 6/7 is het enigszins onduidelijk welke methodieken er worden gehanteerd. Op projectleiderniveau is er geen duidelijkheid in de wijze waarop wordt geraamd, of bepaalde kosten of percentages zijn besloten in de investeringskosten en of er reëel is begroot. Er wordt gesuggereerd dat er gedurende de voorbereiding en realisatie niet continu wordt gestuurd op het budget. Het adagium “Het komt zoals het komt” geldt. Op projectenniveau wordt echter aangegeven dat er allereerst een grove raming wordt opgezet op basis van de bevindingen in Bunker Q. Vervolgens wordt er reactief na de ontwerpfasen getoetst op het budget. Het abstractieniveau van de kengetallen kan worden gezien als een ‘trechter’: van globaal naar gedetailleerd. Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 30
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
Voor landschappelijke ontwikkelingen is ervoor gekozen om deze taakstellend te ontwikkelen. Het gevolg is dat in sommige gevallen niet gehele gebieden kunnen worden aangepakt binnen het gestelde budget. 06.02.04
Opbouw investeringskosten
De ramingen zijn gebaseerd op het bunker Q rapport. De kosten voor restauratie zijn geëxtrapoleerd naar alle forten van enveloppe 6/7. De grond is in het merendeel van de projecten in het bezit van Staatsbosbeheer. Het verwerven van particuliere gronden speelt nagenoeg geen rol in deze enveloppe. Door het aanleggen van de verbreding van de A2 bij Everdingen is er zelfs extra grond vrijgekomen voor de NHW. De overige onderdelen van de investeringskosten komen meer gedetailleerd te sprake in de cases. Zie hiervoor paragraaf 07.02.05 tot en met 07.02.07. De reden hiervoor is dat er op enveloppe-niveau onvoldoende kennis is over de inhoudelijkheid van de onderbouwingen van de initiële budgetten. 06.02.05
Case Fort Pannerden
Fort Pannerden is een fort van ongeveer 3.000 m2 BVO. Kijkend naar de opbouw van de budgetraming in het ontwerpboek kan het volgende worden geconstateerd: –
het prijspeil van de budgetraming is mei 2004 en er zijn geen prijsindexeringen in de staartkosten opgenomen;
–
er zijn voldoende algemene uitvoeringskosten voor het bouwbedrijf begroot, namelijk 20%. Voor de VAT-kosten (voorbereiding, advisering en toezicht) zijn daarentegen geen voorzieningen getroffen;
–
de totale investeringskosten zijn exclusief BTW;
–
de directe bouwkosten zijn verdeeld in drie stappen: •
stap 1: er is € 475,-- per m2 BVO geraamd voor achterstallig onderhoud. Brink Groep acht dit voldoende. Over de hoeveelheden kan door Brink Groep geen uitspraak worden gedaan
•
stap 2: er is € 472,-- per m2 BVO geraamd voor achterstallig onderhoud. Ongeveer de helft van de raming is voorzien van posten. Dit leidt tot een grotere onnauwkeurigheid
•
stap 3: er is € 368,-- per m2 BVO geraamd voor functioneel gebruik. Deze zijn voor 75% geraamd in posten. Hierover kan in feite geen beoordeling worden gegeven. Aandachtspunt is de panoramalift van € 110.000,--. Dit lijkt niet voldoende.
De kosten uit stap 1 en 2 voor eenmalig herstel komen zonder relevantie-index behoorlijk overeen met het rapport van Bunker Q. In zijn totaliteit is het budget op bouwkostenniveau € 1.316,-- m2 BVO. Afhankelijk van de gedefinieerde ambities is dit voldoende. Deze directe bouwkosten moeten overigens nog wel worden geabstraheerd naar een toekomstbestendig investeringskostenniveau. 06.02.06
Cases gemeente Culemborg
Tijdens de audit met gemeente Culemborg zijn drie projecten ter sprake gekomen: namelijk Werken aan het Spoel (€ 1.210.000,--), Molenkade (€ 3.000.000,--) en Westrand Culemborg (€ 25.000.000,--).
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 31
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
06.02.07
Werken aan het Spoel
Dit project is gekocht voor € 310.000,-- van Domeinen en middels een prijsvraag zijn twee partijen gecontracteerd die het meest aansloten bij de doelstellingen van de gemeente Culemborg. Vervolgens is er door de Stichting ‘Natuur en cultuur’ een ondernemingsplan voor het gebied opgesteld, waarin een inrichtingsschets en gebiedselementen zijn opgenomen. Er is een raming gemaakt op functioneel niveau. Door het toevoegen van programma en monumentale aspecten is er in de loop der tijd een verhoging van de kosten ontstaan (€ 800.000,-- naar € 1.200.000,--). Op dit moment bevindt het project zich in de definitief ontwerpfase. Het bedrag voor restauratie is ook taakstellend wat betekent dat er bij overschrijding programmaonderdelen worden stilgezet, totdat er extra financiering is. Het prijspeil van de ramingen is medio 2005. Er zijn VAT-kosten opgenomen in de raming, echter het is Brink Groep onbekend welk percentage is gehanteerd. Onvoorziene kosten zijn niet separaat in de begroting opgenomen, maar is ‘versmeerd’ in de elementen. De reden hiervoor is dat bij het aanvragen van subsidies één van de eerste stappen van de subsidieverleners is het ‘onvoorzien’ uit de raming te strepen. Er zijn geen financieringskosten en de investeringskosten zijn exclusief BTW. Het BTW-compensatiefonds kan worden ingezet. De kwaliteit van de bouwwerken wordt bewaakt de omschrijvingen in het ondernemingsplan, de door de gemeente ingeschakelde bouwkundige restauratieadviseur en het kwaliteitsteam. 06.02.08
Molenkade
Het project Molenkade bevindt zich op dit moment in de definitief ontwerpfase. Ook hier is het prijspeil van de ramingen medio 2005 (ten tijde van VO) en zijn de bedragen taakstellend. Bij overschrijdingen kan hier ‘op onderdelen’ worden geschrapt. Molenkade dient als referentieproject voor de inrichting van inundatievelden voor de rest van dit soort projecten binnen de NHW. Er is zeer gedetailleerd geraamd op alle kostendragers. De voorbereidingen zijn in volle gang om over te gaan tot uitvoering in 2008. 06.02.09
Westrand Culemborg
In Culemborg wordt een woonwijk ontwikkeld met een investeringsvolume van € 80 miljoen. Deze kosten worden betaald door een ontwikkelaar en gemeente Culemborg. De NHW financiert de groen en blauw structuren in het gebied Westrand Culemborg. Op basis van het programma van eisen zijn de kosten voor deze structuren geraamd op € 18 miljoen. De reden dat er een discrepantie is tussen de in het uitvoeringsprogramma opgenomen bedrag van € 25 miljoen en deze € 18 miljoen is besloten in het feit dat er recent een programmawijziging heeft plaatsgevonden. Het ‘Noordelijk Dorp’ is in overleg met centrale overheid en andere partijen komen te vervallen. Van de € 18 miljoen is ongeveer 20% subsidiabel en 80% dient te worden terugverdiend uit de exploitatie van de woonwijk. Het toevoegen van kwaliteiten aan de woonwijk door dit project is van noodzakelijk belang voor de totale ontwikkeling van de Westrand. Voor deze groene en blauwe structuren is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. Deze kosten zijn opgenomen in het budget.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 32
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
06.02.10
Brug bij Fort aan de Steeg
Aan de projectleider van enveloppe 6/7 is gevraagd of de projecten daadwerkelijk binnen de initiële budgetten worden gerealiseerd na aanbesteding. Het project ‘Herstel brug Fort bij de nieuwe Steeg’ is inmiddels afgerond en was initieel geraamd op € 200.000,--. Het project heeft betrekking op het bereikbaar maken en/of ontsluiten van het fortterrein door de aanleg van een nieuwe brug en een wandelpad (400m). Uiteindelijk na oplevering in 2006 heeft € 268.496,-- gekost. Dit bedrag bestaat uit; directe bouwkosten, voorbereiding, algemene uitvoeringskosten, winst en risico aannemers, toezicht, onvoorzien, BTW, leges en CAR-verzekering. In principe kunnen beide bedragen niet worden vergeleken, maar wanneer het bedrag bij oplevering wordt bepaald exclusief BTW, is er een klein verschil tussen initieel budget en uiteindelijke afrekening na aanbesteding. Er is vanuit gegaan dat het programma hetzelfde is gebleven. 06.03
Eindoordeel Brink Groep betreffende enveloppe 6/7
Elementen initiële budgetten Enveloppe 6/7: Diefdijk/Loevestein Element Verwervingskosten gronden
Geen verwervingskosten (nihil)
Bouwkosten
Laag - hoog abstractieniveau
PM-posten
Aantal PM-posten opgenomen
Advies- en engineeringskosten
Inclusief
Prijspeil ramingen
Medio 2005
Indexering toegepast
Nee
Rentekosten
Exclusief
BTW
Exclusief/Inclusief
Onvoorzien
Tussen 0 - 10%
Onderhoud- en exploitatiekosten
Redelijk bekend
Restauratie Fort Pannerden
€ 3,0 miljoen
Verbindingen: werk aan het Spoel
€ 1,2 miljoen
Cultuurtechniek: Molenkade
€ 3,0 miljoen
Overig: Westrand Culemborg
25 miljoen
Correctie uitgangspunten Bunker Q 50%
€ 2,1 miljoen
Indexatie cultuurtechniek en overig tot 2013
€ 8,5 miljoen
Tabel 13
Onze referentie
Elementen budgetten Enveloppe 6
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 33
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
In enveloppe 6/7 wordt het opstellen van de initiële budgetten en daaraan gekoppeld het sturen op kosten en kwaliteit in de ontwerpfasen decentraal georganiseerd. Op enveloppe-niveau wordt er voornamelijk gestuurd in het totale programma, terwijl op projectniveau de eindverantwoordelijkheid ligt voor de beheersing van tijd, geld en kwaliteit. Brink Groep heeft geen aantoonbare aanwijzingen kunnen ontdekken die ertoe leiden dat deze werkmethode meer of minder geschikt is. Brink Groep denkt dat de betrouwbaarheid van de budgetten afdoende is, maar twijfelt aan de nauwkeurigheid. Het blijft de vraag of het voorgeschreven ambitieniveau op het moment van het opstellen van de initiële budgetten ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 34
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
07
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Brink Groep is medio maart 2007 gestart met het uitvoeren van een audit op de initiële budgetten van de zeven enveloppen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Daarbij is door Brink Groep haar kennis en ervaringen in commerciële projecten geprojecteerd op de wijze waarop door de zeven enveloppen de budgetten, met daaraan gekoppeld de gewenste kwaliteiten, zijn opgesteld. Kijkend door deze commerciële bril is door Brink Groep in beginsel onderzoek uitgevoerd naar de volledigheid van de initiële budgetten lettend op de eenduidigheid, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de getallen. De audit heeft zich niet gericht op het analyseren van beschikbaar gestelde kostenramingen, maar in overleg met de Liniecommissie heeft de focus meer gelegen op het geven van een kwalitatief oordeel. Aan de eerder genoemde enveloppen is het overkoepelende uitvoeringsprogramma, ook wel de Linieenvelop genoemd, toegevoegd. Dit programma is opgesteld rondom twee thema’s, namelijk ‘Eenheid in de Linie’ en ‘Samen sterk’. Kernwoorden daarin zijn kwaliteitsborging, eenheid in de Linie, bundeling van krachten en kennis en sterk staan in onderhandelingsprocessen. Brink Groep wil alle personen die hebben meegewerkt aan de audits bedanken voor de samenwerking, de getoonde openheid en transparantie. 07.01
De investeringskosten TOTAALOVERZICHT NAAR THEMA NHW (in miljoen euro)
Thema
Brink Groep (in miljoen euro)
Verschil (in miljoen euro)
Restauratie
€ 143
€ 215
€ 72
Infrastructureel, kunstwerken
€ 181
€ 235
€ 54
Infrastructureel, verbindingen
€ 49
€ 64
€ 15
Cultuurtechniek
€ 41
€ 53
Verwerving van gronden
€ 42
€ 80 tot € 160
Communicatie, media & educatie
€1
€ 20
Transport(middelen)
€1
€1
€0
€ 38
€ 49
€ 11
Overigen (diensten, inrichtingen e.d.) Liniecommissie Totaal
Tabel 14
€ 50
€ 50
€ 546
€ 767 tot € 847
€ 12 € 38 tot € 118 € 19
€0 € 221 tot € 301
Overzicht kostenverdeling NHW naar thema
Brink Groep schat de kosten voor de NHW zo’n 40 tot 55% hoger in als de verschillende Enveloppen. Belangrijkste redenen hiervoor zijn een gemiddelde indexatie van de kosten naar 2013, het niet compleet zijn van de restauratiekengetallen, de aankoop van de grond en de kosten voor de communicatie. Een mogelijke meevaller kan de BTW zijn die in een deel van de projecten is gerekend. Bij projecten die voor het BTW-compensatiefonds in aanmerking komen kan de mogelijk gerekende BTW komen te vervallen. Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 35
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
07.02
Onvoldoende integrale kwaliteitsborging Nieuwe Hollandse Waterlinie
Ook is geconstateerd dat er een coördinatierisico aanwezig is ten aanzien van het totale programma van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Er is onvoldoende zicht op de totale portefeuille en de enveloppen zijn projectgeoriënteerd. Dit komt doordat de Liniecommissie op dit moment onvoldoende verankerd is in de enveloppen om adequaat en doeltreffend te kunnen sturen op de investeringskosten en kwaliteiten van de individuele projecten in de enveloppen, maar nog meer op een niveau hoger tussen enveloppen onderling. De Liniecommissie dient een bepaalde beleidslijn consequent door te voeren tussen en binnen de enveloppen geënt op ofwel het realiseren van zoveel mogelijk projecten ofwel het creëren van (kwalitatieve) samenhang tussen de projecten uit de verschillende enveloppen. Hiervoor dient de Liniecommissie een visie te ontwikkelen gericht op het volgende twee richtingen: –
het merendeel van de projecten wordt op basis van een gemiddeld kwaliteitsniveau gerealiseerd;
–
een gemiddeld aantal projecten wordt op basis van een hoog kwaliteitsniveau gerealiseerd.
De bovenstaande tendens leidt ertoe dat er meer op esthetische, maar ook functionele en ruimtelijke kwaliteit moet worden gestuurd. Wanneer dit niet geschiedt, kan het gevolg zijn dat over niet al te lange tijd (bijvoorbeeld 10 jaar) er wederom restauratieve werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Een vergelijkbaar scenario, zoals dat is opgetreden bij de Zaanse Schans, moet worden voorkomen. De oplossing hiervoor is om te sturen op zowel kosten als kwaliteit in de nog in ontwikkeling zijnde projecten. Een eerste aanzet is al gedaan door de Liniecommissie door het ontwikkelen van een ‘restauratie kwaliteitshandboek’, echter het ontbreekt nog aan kostenkengetallen. Tevens is het aannemelijk om ook de inmiddels afgeronde projecten te onderwerpen aan een kwaliteitstoets. Indien er niet wordt overgegaan tot het monitoren van de kwaliteit(en) in de projecten kan er geen integrale kwaliteit worden bewerkstelligd in het totale programma van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. 07.03
Eenheid in de Linie
Wie is verantwoordelijk voor wat en wat wil men bereiken? In de organisatiestructuur van de NHW ligt de verantwoordelijkheid voor de kosten van de enveloppen bij de verschillende provincies. De Liniecommissie heeft slechts tot taak om te adviseren in de financiële middelen die zij nodig acht voor de realisering van de NHW. Uit de audits is gebleken dat voor iedere enveloppe met verschillende methodieken de kosten zijn geraamd. Daarmee worden de verschillende projecten onderling nagenoeg onvergelijkbaar. Als voor ieder project een vergelijkbare éénduidige opbouw van de investeringskosten wordt gehanteerd zijn de projecten onderling vergelijkbaar. Daarmee kunnen gerealiseerde projecten gebruikt worden als referenties of benchmarks en kan er gericht worden gestuurd op vergelijkbare kwaliteiten in de enveloppen.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 36
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
07.04
Bundeling van krachten en kennis
Bij een éénduidige opbouw van de investeringskosten voor alle projecten kan men op een eenvoudige wijze profiteren van kennis opgedaan in andere projecten. De communicatie verloopt over duidelijk gedefinieerde kostengroepen. Aspecten zoals het BTW-compensatiefonds kunnen dan ook beter over de verschillende enveloppen gecommuniceerd worden. Bij de audits bleek dat niet iedereen hiervan op de hoogte is. Het BTW percentage van 19% scheelt nogal veel geld. 07.05
Sterk staan in onderhandelingsprocessen
Een éénduidig systeem voor kosten heeft ook als voordeel dat de budgetten voor de verschillende enveloppen gemakkelijk te controleren zijn. Een ander voordeel is dat onderhandelingsresultaten met uitvoerende partijen gemakkelijk tot voorbeeld voor andere projecten kunnen worden gebruikt. Daarmee wordt ook de eenheid in de Linie versterkt. 07.06
Aanbevelingen
Op basis van de bevindingen van de audits zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd: –
om het coördinatierisico zoveel mogelijk te beperken dient het geld op een zo hoog mogelijk niveau
–
een éénduidige systematiek voor de opbouw van de investeringskosten. Daarmee wordt een
in de NHW geregeld te worden. De uitvoering bij voorkeur op een zo laag mogelijk niveau; gecoördineerde sturing en beheersing van projecten mogelijk en kunnen mee- en tegenvalles op het integrale Linieniveau worden bewaakt. Nu speculeren diverse enveloppen op mogelijke meevallers in projecten van andere enveloppen. Dit is echter geen gecoördineerde risicobeheersing en zal in de praktijk tot grote teleurstellingen leiden; –
per projectfase een toetsing aan het voor het project beschikbare budget uitvoeren. Veel projecten zijn nu verder dan in 2006. Tot verbazing van Brink Groep bleek dat veel initiële enveloppenramingen nu al hoger zijn dan in 2006 zonder dat dit op een integraal Linieniveau inzichtelijk is;
–
een centrale coördinatie van de planning en aanbesteding van projecten. Veel projecten bevinden zich nu in een ontwerpfase en straks gaan veel projecten tegelijk een overspannen bouwmarkt. Deze projecten worden elkaars concurrenten en drijven de prijzen van de uitvoering alleen maar op. Bij een werkvoorraad als de NHW bevat moet gestuurd en gefaseerd aanbesteed worden om een zo optimaal mogelijke prijs per project te krijgen. Uit de audits blijkt dat men hoopt dat de markt meewerkt als straks een grote werkvoorraad aanbesteed wordt;
–
een integrale visie inzake aanbestedingen en marktbenadering. Besteden we het projecten in een ontwerpfase aan om verzekerd te zijn van productiecapaciteit en prijsvorming in overleg met de aannemer of besteden we het project in concurrentie aan op basis van besteksstukken? De situatie op de bouwmarkt is hierop van invloed. Bij veel vraag naar productiecapaciteit kan aanbesteden in een ontwerpfase gunstig zijn. Bij weinig vraag naar productiecapaciteit daarentegen is aanbesteden in een latere planfase veelal gunstiger.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 37
Concept
Datum
16 mei 2007
Project
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Betreft
Audit investeringskosten NHW
Het permanent monitoren van de bouwmarkt en periodiek de aanbestedingsstrategie hierop afstemmen maken een gunstige prijsvorming en daarmee een efficiënte inzet van overheidsmiddelen mogelijk. –
het opzetten van een integraal handboek waarin kosten en kwaliteiten zijn vastgelegd. Daarmee wordt een weloverwogen kostensturing en –beheersing mogelijk en niet het adagium ‘Het gaat zo die gaat’.
Onze referentie
001144.001.01/07003460/GjH/ISO:PT/SvdK
Blad 38