maartje schermer
De nachtmerrie van David Aames Over de technologie van het geluk ‘De DNA-codes van het menselijk lichaam zijn ontcijferd. Hartkwalen, kanker enzovoorts horen weldra tot het verleden. Doodeenvoudig. Je angst, je ontevredenheid, zelfs je dood zijn niet langer nodig, zoals vroeger. Een uur na je dood brengt Life Extension je lichaam naar een kuip, waar het wordt ingevroren bij een temperatuur van 91 graden onder nul. Stroomonderbrekingen, aardbevingen, niets verstoort je zwevende winterslaap.’ David Aames knikt en bladert in een folder die op tafel ligt. ‘En wat is de Heldere Droom-optie?’, vraagt hij. ‘Goede keuze!’, zegt de dame van Life Extension. ‘De heldere droom is de nieuwste optie van levensverlenging. Voor een beetje extra bieden wij de cryonische samenvoeging van wetenschap en ontspanning aan.’
In de film Vanilla sky, waaruit bovenstaande scène afkomstig is, speelt Tom Cruise David Aames, een jongeman die alles heeft. Op zijn drieëndertigste is hij de baas van een groot uitgeverijconcern dat hij heeft geërfd van zijn ouders. Hij woont in een schitterend appartement en heeft Cameron Diaz (Julie) als los-vaste vriendin (die hij overigens nogal lullig behandelt). Wanneer David zijn oog laat vallen op de mooie Penelope Cruz (Sofia) is Julie jaloers. Ze maakt ruzie met David en rijdt vervolgens met haar auto van een brug, waarbij zijzelf omkomt en Davids gezicht ernstig verminkt raakt. Sofia accepteert hem echter zoals hij is en met haar beleeft David voor het eerst van zijn leven Ware Liefde. Met geavanceerde plastisch chirurgische technieken wordt zijn gezicht hersteld, en het leven lacht hem weer toe. Dan beginnen werkelijkheid en fantasie, heden en verleden en realiteit en waanzin echter door elkaar heen te lopen en het verhaal neemt de ene raadselachtige wending na de andere. David beleeft bizarre incidenten, een soort flitsen uit een ander leven waarin zijn gezicht nog steeds verminkt is, Julie verandert in Sofia en omgekeerd, en David pleegt mogelijk een moord. Zijn mooie leven verandert kortom in een nachtmerrie: een nachtmerrie in de meest letterlijke zin van het woord, zo blijkt tegen het eind van de film. Zijn leven is een uit de hand gelopen Heldere Droom, die hij beleeft terwijl hij, feitelijk dood en diepgevroren, in een tank rondzweeft in afwachting van zijn hergeboorte. Hij heeft zélf, bij de ondertekening van het contract met het bedrijf Life Extension, kunnen bepalen hoe zijn Heldere Droom eruit zou zien. Zijn droom/leven is opgebouwd uit zijn eigen wensen, voorkeuren en idealen, zoals die van ware liefde met een mooie vrouw. Helaas
57
Krisis 2006 | 2
spelen zijn geweten en enkele technische onvolkomenheden hem parten en dringt de inhoud van zijn onderbewuste zijn droom binnen, die daarmee verandert in een verwarrende angstdroom. Gelukkig biedt Life Extension ook tech support, technische ondersteuning, die deze onvolkomenheden belooft te herstellen zodat David rustig verder kan dromen. Kiest hij daarvoor?
Illusie en werkelijkheid
58
Krisis 2006 | 2
Vanilla sky is één groot spel met illusie en werkelijkheid en roert daarbij een aantal interessante thema’s aan. De film zinspeelt op de belofte van het eeuwige leven door technologische vooruitgang, op het overwinnen van de dood en het beheersen van het leven. Life Extension staat voor ultieme (technische) controle, niet alleen over de dood die ongedaan kan worden gemaakt, maar ook over het leven dat precies volgens eigen wensen en verlangens kan worden ingericht. Zowel de verlokkingen als de angstscenario’s van dergelijke technologische mogelijkheden worden verbeeld. De film bevat ook een pleidooi voor oprechtheid en eerlijkheid in relaties met anderen en voor het nemen van verantwoordelijkheid voor je eigen daden. Davids gedrag tegenover Julie en de onfortuinlijke consequenties daarvan blijven hem als een straf achtervolgen. Bovendien zijn uitgebreide psychologische analyses mogelijk, waarbij onder andere de betekenis van de droom en de rol van het onderbewuste van belang zijn. Zonder te ontkennen dat andere interpretaties mogelijk zijn, zal ik de film hier vooral beschouwen als een verbeelding van de technologische mogelijkheden om de menselijke geest en de menselijke ervaringen te beïnvloeden en, in zekere zin, te ‘maken’. Een thema dat hier direct mee samenhangt, is dat van schijn en werkelijkheid en het belang daarvan voor de echtheid of onechtheid van menselijke ervaringen en menselijk geluk. Een vergelijkbare thematiek speelt een rol in andere films, zoals The matrix-trilogie en The Truman show. In deze laatste film is de hoofdpersoon Truman gelukkig en tevreden met zijn leven tot hij ontdekt dat zijn wereld geen werkelijkheid is, maar slechts de gigantische set van een reallife-televisieserie, met hemzelf in de hoofdrol. Zijn belevenissen, ervaringen en relaties met anderen zijn net zo onecht als die van David Aames in zijn Heldere Droom, al is het bij Truman de omgeving die gemanipuleerd wordt, en niet zijn eigen geest. Ook hier komt de hoofdpersoon voor een keuze te staan: doorleven in een aangename maar onechte wereld of kiezen voor een onzekere toekomst in de echte wereld? In de verre toekomst waarin The matrix zich afspeelt, leeft de mensheid (na een overname van de aarde door buitenaardse wezens) in een virtuele door computers gestuurde en gesimuleerde werkelijkheid. Schijnbaar draait de wereld door als altijd, maar feitelijk dienen mensen, aangesloten op elektroden, nog slechts als brandstof voor de buitenaardse overheersers. Het onderscheid tussen de realiteit en de onechte technologisch nagemaakte wereld kan echter niemand, op een klein groepje verzetsstrijders na, meer maken. Deze verzetsstrijders leven nog in de echte, niet-virtuele werkelijk-
De ervaringsmachine De situaties zoals die geschetst worden in deze drie films doen denken aan een bekend gedachte-experiment van Robert Nozick. In zijn beroemde Anarchy, state and Utopia nodigt Nozick zijn lezers uit om zich een ‘ervaringsmachine’ voor te stellen. Dit is een machine waarop je je kan laten aansluiten en die je vervolgens alle ervaringen bezorgt die je wilt. Eenmaal aangesloten op de machine kan je het gevoel hebben succesvol te zijn in je werk, deel te nemen aan een expeditie naar de Noordpool, nieuwe mensen te ontmoeten, een harmonieus gezinsleven te leiden, of wat je verder maar wilt. Alles waar je je prettig bij voelt, kan geregeld worden. Zelfs een kleine portie ongeluk op z’n tijd kan worden ingeprogrammeerd, om het geluksgevoel niet bij gebrek aan contrast te laten vervlakken. Al deze belevenissen, gevoelens en ervaringen zijn niet van ‘echt’ te onderscheiden; terwijl je aan de machine ligt, ben je je daar niet van bewust. Wat Nozicks ervaringsmachine doet, is de hersenen zodanig stimuleren dat degene aan de machine het gevoel heeft een geweldig leven te leiden. Een gedroomd leven, zogezegd. Vervolgens legt Nozick de lezer een vraag voor, die hij even later ook zelf beantwoordt: zou u zich voor de rest van uw leven aan deze machine laten aansluiten? Nee, is zijn antwoord, wanneer wij mensen ons een levendige voorstelling maken van wat het zou betekenen op zo’n machine te zijn aangesloten, zouden we daar niet voor kiezen. We willen immers meer uit het leven halen dan enkel plezierige ervaringen. Een leven aan die machine zou een gebrekkig leven zijn, omdat het onecht zou zijn. We zouden wel denken dat we grootse daden verrichtten, maar dat niet werkelijk doen. We zouden ook niet werkelijk iemand zijn met een eigen karakter en persoonlijkheid. En het allerbelangrijkste: we zouden geen echt contact hebben met de werkelijkheid buiten onszelf. Nozick wil door middel van dit gedachte-experiment laten zien dat er méér is dat het leven de moeite waard maakt dan goede en gelukkige ervaringen. Leven in de realiteit, ervaringen hebben die zich niet alleen in het hoofd afspelen, maar die ook gebaseerd zijn op werkelijke gebeurtenissen ‘in de wereld’ – dat zijn volgens Nozick dingen die van wezenlijk belang zijn in het leven.
schermer — De nachtmerrie van David Aames
heid die echter grimmig, grauw en gevaarlijk is. Toch verkiezen zij deze werkelijkheid boven het ongecompliceerde schijnleven binnen de matrix; zij gaan zelfs de strijd aan om de mensheid hiervan te bevrijden. Hier is het keuzemoment verbeeld in de vorm van een rode en een blauwe pil waartussen hoofdpersoon Neo in het begin moet kiezen: de eerste zal de afschuwelijke waarheid over het leven in de matrix onthullen, de tweede zal hem in staat stellen in aangename onwetendheid voort te leven. Vanilla sky, The Truman show en The matrix stellen allemaal een intrigerende vraag die voer is voor filosofen: als je kunt kiezen tussen een gelukkig maar ‘onecht’ leven of een leven dat onzeker of zelfs ongelukkig is, maar wel oprecht, waar en werkelijk, waarvoor kies je dan?
59
Krisis 2006 | 2
Technologische beheersing van de geest
60
Krisis 2006 | 2
In bovengenoemde films, en ook in Nozicks experiment, speelt technologie een belangrijke rol. Deze technologie is grotendeels fictief: alleen The Truman show roept herinneringen op aan het werkelijk bestaande fenomeen van de reality-tv, zoals het programma Big brother. Voor het overige is het toekomstmuziek: dood en ingevroren bij minus 91 graden rustig doordromen, wensen en verlangens die zich materialiseren en (schijnbaar) werkelijkheid worden, virtual reality via ingenieuze computersystemen enzovoort. Toch ligt die toekomst wellicht niet zo veraf als we denken. Voor ingrijpen in het menselijk brein bestaan al diverse mogelijkheden, die in de toekomst zeker nog uitgebreid zullen worden. Een hedendaags geneesmiddel als Prozac heeft, althans volgens sommigen, al aardig wat weg van de experience machine van Nozick of van de gedroomde werkelijkheid van Vanilla sky. Prozac, in de jaren tachtig geïntroduceerd als nieuw antidepressivum, verwierf in bepaalde kringen de status van een soort wondermiddel. Mede dankzij publicaties als Listening to Prozac van de Amerikaanse psychiater Kramer en, binnen onze eigen grachtengordel, Emma Brunt, kreeg het middel de naam zowel de stemming als bepaalde persoonlijkheidstrekken in positieve zin te kunnen beïnvloeden. Zo zou het middel je wat extroverter maken en vlotter en zelfverzekerder in de sociale omgang. De term ‘cosmetische psychofarmacologie’ werd gemunt om dergelijke verfraaiing en verbetering van de psyche met farmacologische middelen mee aan te duiden. Al heeft Prozac al deze verwachtingen wellicht niet helemaal waar kunnen maken – de effecten op de persoonlijkheid zijn er wel, maar slechts in zeer beperkte mate – de ontwikkeling van farmacologische middelen met vergelijkbare effecten gaat door. Ingrijpen in de psyche met medicijnen, drugs en wat daar aan psychoactieve middelen tussenin zit, is een gebied dat heftig in ontwikkeling is. Naast de stoffen die de stemming beïnvloeden wordt inmiddels ook hard gewerkt (en met succes!) aan stoffen die aandacht, concentratie en geheugen verbeteren. Op zich is dit natuurlijk niets nieuws. Heeft de mens niet sinds de Hof van Eden geprobeerd zichzelf te verbeteren, gelukkiger te worden en een beter leven te leiden? Vele culturen kennen het gebruik van drugs en opwekkende middelen. We hebben theater, muziek, pretparken en film om ons te vermaken en om even te ontsnappen aan de soms harde werkelijkheid. Sinds Freud liggen wij op de divan om onszelf beter te begrijpen. Psychotherapie in de één of andere vorm – van een jarenlange diepgravende psychoanalyse tot de peptalk van het neurolinguistisch programmeren – heeft altijd mede tot doel meer greep te krijgen op het zelf, op het eigen gedrag, de eigen reactiewijzen en de eigen persoonlijkheid. De ‘maakbaarheid’ van het zelf is in die zin niets nieuws, evenmin als onze pogingen gelukkig te zijn. Waarom bekruipt velen dan toch een wat ongemakkelijk gevoel bij het idee van farmacologische of technologische maakbaarheid van de geest? Een belangrijke oorzaak is de angst voor beheersing van buitenaf. Wanneer we met farmacologische of andere middelen de geest kunnen beheersen, lijkt gevaar voor
Authenticiteit en geluk In de discussie over cosmetische psychofarmacologie en de maakbaarheid van de geest speelt nog een idee een rol, namelijk dat het waardevoller of (alweer) ‘echter’ zou zijn om jezelf door moeizame introspectie, zelfanalyse en oefening te veranderen en te verbeteren, dan ‘gemakzuchtig’ een snelle technologische oplossing te zoeken. Ook geluk lijkt echter en waardevoller als je er iets voor hebt moeten doen, of als het je spontaan overkomt, dan als het verkregen wordt uit een dagelijkse portie pillen of uit
schermer — De nachtmerrie van David Aames
misbruik op de loer te liggen. De angst voor mind-control door kwaadwillende machthebbers of anderen speelt een rol, zoals ook het geval is in The matrix, waar de illusie die door de buitenaardse computersystemen wordt opgelegd in feite een manier is om te verbloemen dat de mens alleen nog dient ter voeding van de veroveraars. Het aardige aan Vanilla sky is dat de angst voor beheersing door anderen daar niet vooropstaat, of eigenlijk helemaal geen rol speelt. De Heldere Droom van David Aames is zijn eigen droom. Hij heeft er zelf ooit vrijwillig en bewust voor gekozen om in te gaan op de aanbieding van Life Extension. Het probleem is niet dat hij door anderen beheerst wordt, maar dat zijn eigen droom een nachtmerrie wordt. Beheersing door anderen is dus niet de enige angst, niet het enige problematische aspect van technologische beïnvloeding van de geest. Ligt het probleem dan misschien vooral in de angst dat de technologie zal falen, dat zij haar beoogde taak niet naar behoren zal verrichten? De nachtmerrie van David Aames is in zekere zin een gevolg van het tekortschieten van de techniek, die niet in staat blijkt zijn onderbewuste en zijn geweten geheel uit te schakelen. Niet voor niets wordt hem tech support geboden om dit mankement te verhelpen. Toch kiest hij er uiteindelijk niet voor om hier gebruik van te maken. De reden daarvoor is niet dat hij geen vertrouwen heeft in zijn persoonlijke technicus of dat hij bang is dat zich opnieuw een technische onvolkomenheid zal openbaren. Davids probleem met de Heldere Droom ligt uiteindelijk niet in de technische mankementen of in het feit dat de droom een nachtmerrie wordt. De angst voor maakbaarheid van de geest lijkt ook te maken te hebben met een angst voor de onbeheersbaarheid van technische ontwikkelingen en de implicaties daarvan. Een beetje maakbaarheid, op een manier die je zelf kiest, daar lijkt weinig mis mee. Maar een alomvattende en onbeheersbare invloed van technologische of farmacologische middelen roept angst op. Die wordt uitvergroot in een film als Vanilla sky, waar de keuze tussen een echt en een onecht leven, tussen droom en werkelijkheid, in heel absolute termen wordt gesteld. Het is alles of niets, droom óf werkelijkheid, terwijl het bij de farmacologische mogelijkheden die wij feitelijk hebben om de geest te beïnvloeden een kwestie is van gradaties. Hoewel we echte ervaringen wellicht verkiezen boven onechte, doen de duur en de omvang van de ‘illusie’ er wel degelijk toe. Een tijdelijke stemmingsverbetering door middel van een pilletje is toch wat anders dan een heel leven doorbrengen in een – aangename – namaakwereld.
61
Krisis 2006 | 2
62
Krisis 2006 | 2
een geïmplanteerde permanent happiness-chip. Zelfs als we weten dat er op moleculair niveau in de hersenen uiteindelijk dezelfde mechanismen in werking worden gezet, dan nog lijkt echt geluk iets wat op de een of andere manier een reactie is op de werkelijkheid, iets waar een reden voor is en niet alleen een oorzaak. Met een pil voel je je misschien gelukkig, maar ben je het ook? Is chemisch gelukkig zijn niet een contradictio in terminis? ‘What is happiness to you, David?’, vraagt Julie hem aan het begin van Vanilla sky. David heeft hierop geen antwoord, hij weet het eigenlijk niet. Aan het eind van de film, voor de keuze gesteld tussen doorleven in zijn Heldere Droom of terugkeren naar de echte wereld, krijgt hij die vraag nogmaals voorgelegd. Tegen die tijd is het antwoord hem duidelijk: ‘I want to live a real life. I don’t want to dream.’ Net zoals Nozick niet zou kiezen voor een leven aan de ervaringsmachine, zo kiest David niet voor het leven in een droom. Zelfs een gelukkige droom zou iets anders zijn, en uiteindelijk minder waardevol, dan het leiden van een echt leven. Gelukkig zijn en plezier hebben is uiteindelijk niet het enige waar het om draait, een echt leven bevat meer dan dat. Uiteindelijk zijn het toch het gebrek aan echtheid, authenticiteit en de relatie met de werkelijkheid die zowel de Heldere Droom van David Aames als het ‘Prozac-geluk’ problematisch maken. De hang naar authenticiteit, naar het leiden van een leven dat eigen en uniek is en bepaald wordt door persoonlijke eigenschappen en inspanningen, vormt zowel in Vanilla sky als in The Truman show een thema. Gelukservaringen zijn waardevoller als ze echt zijn, als ze een reactie zijn op werkelijke gebeurtenissen; maar ze moeten ook iets ‘eigens’ hebben. Het leven van Truman is niet alleen ‘fake’, hij heeft het ook niet zelf bedacht: het script is letterlijk door anderen geschreven en achter de schermen voert een ander de regie. In Vanilla sky blijkt de Heldere Droom van David Aames dubbel onecht: een van de schokkendste ontdekkingen die David tegen het eind van de film doet, is dat de inhoud van zijn gelukkige droom, hoewel hij die zelf kan bepalen, toch niet erg authentiek of eigen is. Ze blijkt te berusten op filmbeelden die ooit indruk op hem maakten, op platenhoezen die een gevoel van passie en romantiek opriepen en op andere populaire beelden van geluk. Het is letterlijk namaak. De massacultuur wordt hier in beide films opgevoerd als producent van beelden van geluk die wij in ons eigen leven proberen na te leven. En niet alleen de beelden of ‘sjablonen’ van geluk worden ons aangereikt, volgens sommigen geldt dat zelfs voor het idee dat geluk als zodanig een levensdoel zou zijn. Zo wijst de Franse filosoof Pascal Bruckner al in de titel van een van zijn boeken op wat volgens hem het heersende maatschappelijke voorschrift is: ‘Gij zult gelukkig zijn!’. Ook ten aanzien van technologische of farmacologische beïnvloeding van de geest zijn deze punten interessant. Waaróm willen we eigenlijk door Prozac blijer, socialer, vlotter en minder introvert worden? Naar welk beeld gaan wij onszelf vormen als we eenmaal voor onszelf ‘maakbaar’ geworden zijn? Het lijkt inmiddels wellicht alsof het gebruik van farmacologische of technologische middelen om de geest te beïnvloeden altijd leidt tot onechtheid, tot namaakgeluk en tot niet-authentiek leven. Dat is natuurlijk niet zo. In de eerste plaats zijn deze
Leven in een technologische werkelijkheid Farmacologische middelen, en wellicht in de nabije toekomst ook andere technologieën, hebben de potentie om onze ervaringen, eigenschappen en karaktertrekken te beïnvloeden en te veranderen. De vraag is niet zozeer of we dat willen, maar in hoeverre we dat willen, waarom, wanneer en op welke gebieden. En, ook niet onbelangrijk, wie daarover beslist. Een van de thema’s die bij het beantwoorden van dergelijke vragen een rol spelen, zo heb ik hierboven willen laten zien, is dat van realiteit en illusie, van echtheid en onechtheid. In het publieke debat lijkt de angst dat techniek en technologie ons weg zullen voeren van de echte of oorspronkelijke werkelijkheid soms groot. Dat is een enigszins naïeve en achterhaalde angst: we leven immers allang in een door en door technologische wereld. Het doet wat simplistisch aan om technologie tegenover werkelijkheid, echtheid, natuurlijkheid en dergelijke te plaatsen. In de hier genoemde films gebeurt dat ook niet. De technologie lijkt te worden aanvaard als een gegeven, met zowel goede als kwade mogelijkheden. De technologie is niet zozeer de boosdoener als wel de katalysator van de vraag wat echt is en wat niet. De morele boodschap van zowel Vanilla sky, The matrix als The Truman show is eensluidend: leven in de realiteit is toch beter dan in een onechte of nagemaakte werkelijkheid. De onzekerheid, de pijn, het verdriet en de worsteling van het ‘echte leven’ zijn beter of waardevoller dan de schone schijn van de virtual reality, leren ze ons. De helden in de film zijn op zoek naar echtheid, werkelijkheid en waarheid. Dat zijn wij, in het gewone leven, veelal ook.
schermer — De nachtmerrie van David Aames
middelen toch bedoeld ter genezing van ziekten en in die zin kunnen ze patiënten helpen hun eigen echte leven weer terug te krijgen. Zo wordt het door veel patiënten ook ervaren: eindelijk is de sluier van zwaarmoedigheid weg, eindelijk kunnen ze weer ‘zichzelf’ zijn. Ook wanneer het niet gaat over genezing van ziekten, maar over het veranderen of verbeteren van psychisch functioneren, hoeft er niet per definitie sprake te zijn van onechtheid of niet-authenticiteit. Wat de een ziet als niet-authentieke en door maatschappelijke normen opgedrongen cosmetische psychofarmacologie kan volgens anderen een onderdeel zijn van een oprechte en authentieke poging tot zelfcreatie en transformatie. Met betrekking tot het gebruik van Prozac om persoonlijkheidskenmerken te veranderen is hierover een hele discussie gevoerd. Jezelf verbeteren, via wat voor middelen dan ook, kan gezien worden als authentiek voor zover je werkelijk zelf gekozen hebt voor deze verbeteringen en ze vindt passen bij je beeld van jezelf of je eigen beeld van hoe je zou willen zijn, betoogt de Amerikaanse bio-ethicus DeGrazia. Mensen bepalen uiteindelijk zelf wie ze zijn, wat ze tot ‘zichzelf’ vinden behoren en wat niet. Zij kunnen pogen zichzelf te veranderen, en of ze dat nou doen via intensieve psychotherapie of met behulp van een pilletje maakt uiteindelijk weinig verschil. Het feit dat je jezelf probeert te vormen naar je eigen beeld van hoe je zou willen zijn maakt je niet onecht – integendeel, het kan je, volgens DeGrazia, juist méér jezelf maken.
63
Krisis 2006 | 2
Technologische mogelijkheden tot verbetering van onszelf of tot ‘maakbaarheid’ van geluk veranderen niets aan dat streven, maar zij veranderen wel de manier waarop we begrippen als echt en namaak, illusie en werkelijkheid, artificieel en authentiek begrijpen en gebruiken. Ook komen er steeds nieuwe objecten en ervaringen bij waarvan we moeten bepalen hoe we ze gaan benoemen: als echt, artificieel, authentiek of ronduit fake. Nieuwe technologische mogelijkheden maken dat onderscheid complexer en diffuser en dwingen ons in veel gevallen om het opnieuw ter discussie te stellen. Wat betekenen realiteit en illusie in het tijdperk van de virtual reality? Wat zijn authenticiteit en zelfontplooiing als cosmetische psychofarmacologie mogelijk is?
De waarde van echtheid
64
Krisis 2006 | 2
Dat we de behoefte of neiging hebben telkens het onderscheid tussen echt en onecht te willen maken, steeds die kwalificatie willen toeschrijven, staat vast. Het is het soort categorie waardoor we de wereld begrijpen; niet als natuurlijke essentie, maar als begrippenpaar dat houvast en ordening biedt. Wat we in bepaalde omstandigheden als zodanig benoemen kan variëren en onderwerp zijn van discussie en dissensus. Waar precies (bij welke ervaring, object of gebeurtenis) we de grens trekken tussen echt en onecht, authentiek en niet-authentiek, hangt af van de situatie en omstandigheden waarin de vraag wordt gesteld. Waarschijnlijk is het veelal ook vruchtbaarder te denken in termen van een continuüm dan in termen van een absolute tegenstelling. Nog spannender is het om het niet eendimensionaal te zien, maar te denken in termen van verschillende vormen of dimensies van echtheid. Zo stelt de Amerikaanse filosoof Vasiliou dat de mensen in de matrix, hoewel levend in een computergesimuleerde wereld, wel degelijk echt met elkaar interacteren. Ze reageren op elkaar, hebben gedeelde ervaringen en kunnen elkaar wederzijds beïnvloeden. Dit is een groot verschil met de experience-machine en ook met de Heldere Droom van David Aames; die blijft een solipsistische aangelegenheid die zich alleen in zijn eigen geest afspeelt. In The Truman show is de fysieke werkelijkheid wel ‘echt’ aanwezig: er zijn echte huizen, straten en mensen – alleen de zee blijkt een geschilderd decordoek. In tegenstelling tot de matrix is hier juist de interactie tussen de mensen niet echt of oprecht: de bewoners van Trumans wereld interacteren niet, ze acteren. Ze reageren niet werkelijk op elkaar, maar zeggen hun teksten op; ze handelen niet, maar doen wat er in het script staat. Prozac en andere psychofarmaca zijn op nog weer een andere manier ‘onecht’: ze veranderen de eigen zelfervaring, de perceptie van (toch weer!) de werkelijkheid en daardoor ook de omgang met anderen. Dat effect wordt misschien in gang gezet op een manier die we als kunstmatig ervaren, maar de consequenties zijn daardoor niet minder reëel. Zolang de perceptie van jezelf en de werkelijkheid niet al te veel af gaat wijken van die van je omgeving, zou het daardoor best zo kunnen zijn dat je van middelen die op de psyche werken, los van de directe ‘stemmingsverbeterende’ effecten, uiteindelijk echt gelukkiger wordt.
schermer — De nachtmerrie van David Aames
Onderscheid maken tussen verschillende contexten en vormen van (on)echtheid dwingt ook om steeds opnieuw de vraag te stellen wat de waarde of het belang van die ‘echtheid’ eigenlijk is. Echtheid wordt immers meestal automatisch gekoppeld aan goedheid, terwijl onechtheid een negatieve klank heeft. De toeschrijving van echtheid, authenticiteit of werkelijkheid heeft altijd ook een normatieve lading: door iets ‘nep’ te noemen doen we tegelijkertijd een beschrijvende én een waarderende uitspraak. Misschien is de grootste verandering die onder invloed van technologische ontwikkelingen als internet en virtual reality zou kunnen gaan plaatsvinden wel dat de normatieve relevantie van het onderscheid echt-onecht verloren gaat. De webgeneratie interesseert het al niet zoveel meer of iets virtual of reality is; voor de zogenaamde screenagers is dit onderscheid in toenemende mate volstrekt irrelevant. Gevraagd naar haar most dangerous idea stelt psychologe en internetsociologe Sherry Turkle dat na enkele generaties in het computertijdperk het begrip authenticiteit zijn waarde geheel zal verliezen. Zij geeft als voorbeeld de reactie van haar puberdochter wanneer ze op een tentoonstelling over Darwin en de evolutie een schildpad van de Galapagoseilanden bewonderen. De dochter ziet er de lol niet van in daar een echte schildpad neer te zetten. ‘Ze hadden beter een robot kunnen gebruiken’, zegt ze, ‘veel makkelijker.’ Zou deze dochter er bezwaar tegen hebben gehad om niet echt naar de tentoonstelling te gaan, maar in plaats daarvan thuis via een computersimulatie de ervaring te hebben naar de tentoonstelling te gaan? Voor sommigen is dit vooruitzicht wellicht een droom – voor anderen een nachtmerrie.
65
Krisis 2006 | 2