De Müritz. Een voorjaarsvakantie. Begin mei 2013 zijn enkele leden van IVN Maasduinen, de fam. Lommen-Kleeven en de familie Raaijmakers, een week op vakantie geweest naar het Duitse nationaalpark Müritz in de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern. Dit nationaalpark is vernoemd naar de Müritz, Duitsland’s grootste binnenmeer, dat ten westen aan het nationaalpark ligt en onderdeel is van de zogenaamde Mecklenburgische Seeenplatte in het voormalige Oost-Duitsland. Het gebied is ongeveer 32.000 ha groot en bestaat voor 65% uit oude beuken- en dennenbossen. 12% is water verdeeld over een honderdtal grote en kleinere meren. De rest bestaat uit bebouwing en cultuur- en weidegronden. Het park is voor motorverkeer afgesloten, op enkele lijnbusbanen na die het gebied doorkruisen. Aan de randen van het gebied zijn parkeerplaatsen aangelegd. Wel is er een groot wandel- en fietspadennetwerk van ongeveer 500 km lengte. Het meenemen van fietsen, of ter plaatse huren daarvan, is dus zeker aan te raden. We werden op dit gebied geattendeerd door het lezen van reisverslagen van bezoekers van dit gebied op het internet. In deze reisverslagen werd o.a. melding gemaakt van het voorkomen van een tiental paren Zeearenden en Visarenden, die in het park broeden. Al snel werd ons duidelijk dat we een accommodatie moesten proberen te vinden in de buurt van het buurtschap Boeker Mühle aan de zuidkant van het park ten noorden van de plaats Rechlin. Dit vooral om de daar aanwezige viskwekerijen, wat als een magneet werkt op verschillende vogelsoorten. Na wat gezoek op het internet werd die accommodatie dan ook gevonden in de vorm van een vakantiehuis in feriendorf “Alte Fahrt”; www.mueritz.com. Gedurende de autoreis ernaartoe werden al verschillende leuke vogels waargenomen: o.a. Ooievaar, Zwarte Ooievaar, Rode Wouw, Bonte Kraaien. Na aankomst en installatie in onze huisjes werd de naaste omgeving een beetje verkend en een Gekraagde Roodstaart bleek al tot onze naaste buren te horen. ’s Avonds hoorde je in de naaste omgeving de Bosuil roepen en vanuit de rietkragen bij de visvijvers het gehoemp van de Roerdomp. De volgende morgen werden de visvijvers en de verdere naaste omgeving van de huisjes bekeken. De visvijvers zijn gedeeltelijk vrij toegankelijk. Een gedeelte van ons gezelschap besloot om daar wat rond te wandelen. Dat rondwandelen werd niet veel, want net voorbij het vrij toegankelijke gedeelte op een stapel pallets zat een vogelaar met fototoestel en grote lens in de aanslag. Hier kwamen bijna geen mensen langs zodat het er redelijk rustig was. We
vroegen de fotograaf of hij er bezwaar tegen had dat we hem gezelschap hielden. Dat had hij niet, bleek later, dat de man boswachter was bij “It Fryske Gea”. Het was een prachtplek om
te toeven. De roofvogels zoals Zeearend, Visarend, Bruine Kiekendief, Zwarte en Rode Wouw kwamen om beurten langs vliegen om te kijken of er nog een visje te verschalken was. Ook kwamen er geregeld Kraanvogels en Grote Zilverreigers voorbij gevlogen. Op de vijvers verder nog verschillende watervogels zoals Roodhalsfuut, Krakeend, Wilde Eend, Wintertaling, Kuifeend, Meerkoet, Waterhoen, Blauwe Reiger, Grauwe Gans en Knobbelzwaan. Op de modder van drooggelegde vijvers Kleine Plevier, Oeverloper, Bosruiter en Witgat. Verder vlogen er nog Witwang- en Zwarte Stern rond. Een andere groep besloot langs de Alte Fahrt, een oud kanaal te gaan lopen. Het kanaal, dat ongeveer twee kilometer lang is, loopt door een gebied dat bestaat uit afwisselend gedeeltes met oude bomen en waterpartijen met rietkragen. Bleek dat er in de oevers van dit kanaal enkele paartjes IJsvogels broedden. In de hoge bomen langs het kanaal en bij de camping aan de Müritzsee hoorden we Groene Specht, Zwarte Specht, Grote Bonte Specht, Middelste Bonte Specht en de Kleine Bonte Specht. Vanuit de rietkragen hoorde je de Rietgorzen, de Kleine Karekieten, Cetti’s Zanger, Rietzanger, Roerdomp en Waterral. Langs het pad lag een Ringslang te zonnen. Dat zonnen vonden wij voor onszelf ook een goed idee. Op het terrasje achter ons huisje werd de innerlijke mens versterkt, het was echt lekker in het zonnetje. Jarno wilde zelfs het avondmaal gaan vangen door zijn meegenomen vishengel uit te werpen, maar dat mislukte, want de haak kwam vast te
zitten. Hij wilde hem toen effe los gaan maken, maar het water was toch nog wat koud zo vroeg in het jaar.
De volgende morgen vroeg op, want ’s morgens zijn veel vogels toch het actiefst. Een Zwarte Roodstaart is in de schemering al bezig. Op de akkers in de buurt van ons huisje fourageren enkele Kraanvogels. Eerst maar eens bij de visvijvers gaan kijken. De visvijvers zijn zo vroeg nog niet toegankelijk, maar toch gedeeltelijk te overzien vanuit twee observatiehutten, die een beetje verstopt liggen achter het bos aan de westzijde van de visvijvers. Gelijk is het raak! In een bomengroepje aan de overzijde van de vijvers zitten wel 10!! juveniele Zeearenden. Jammer genoeg is er nog niet genoeg licht om dit op de foto te zetten. En uurtje later zijn het er nog zes. Op de grond langs de oever zit een volwassen Zeearend, duidelijk te herkennen aan zijn witte stuit. De vogel wordt lastig gevallen door enkele Bonte Kraaien. In de vijver voor de observatiehut foerageert een Roodhalsfuut. Een koppeltje Meerkoeten is druk in de weer met het bouwen van een nest en een Knobbelzwaan zit al op eieren. Een Grote Karekiet zit in het riet vlak voor de observatiehut. Verder gaat het langs het oude kanaal. Al snel hoor ik het tie tie van de IJsvogels, en even
later zien ik de “blauwe schicht” over het water scheren. Overal in de bomen hoor je spechten, Zwarte, Groene, Kleine en Grote Bonte Spechten, en zelfs de Middelste Bonte Specht. In de monding van het Bolterkanal in de Müritzsee zit een koppeltje Krooneenden. Even doorlopen over de steigers langs de oevers van de Müritzsee, in de rietkragen hoor en zie je onder andere Rietgorzen, Kleine Karekiet, een roepende Waterral, het Klein Waterhoen en zelfs een Porseleinhoen. Op het water van de Müritzsee verschillende koppeltjes Futen, en Brilduikers. Mijn maag begint te rommelen. Tijd om terug te gaan naar het huisje voor t “Frühstück”….. Na het ontbijt luisteren we naar de weersverwachting. Het lijkt dat het vandaag, wat het weer betreft, de slechtste dag van de week gaat worden. We besluiten daarom om met zijn allen het
plaatsje Waren aan de noordkant van de Müritzsee te gaan bekijken. We slenteren door de straten en bewonderen de architectuur. De dames onder ons bekijken vooral de winkels van binnen. Op een stadspleintje nuttigen we kaffee mit kuchen en worden we belaagd door “Spatzen” die op de kruimels uit zijn. We kuieren nog wat verder door dit mooie stadje en besluiten langs de jachthaven naar t zogenaamde Müritzeum, ofwel “Das Haus der 1000 Seen”, te gaan. Zoals de naam al doet vermoeden is dit een themamuseum geheel gewijd aan de Müritz. Het ontstaan van het gebied wordt er uit de doeken gedaan, en verder zijn er onder andere opgezette exemplaren van de voorkomende fauna van het gebied en is er de grootste aquarium tentoonstelling in Duitsland van Duitse inheemse zoetwatervissen. De volgende dag besluiten de dames het rustig aan te gaan doen (het is tenslotte vakantie) en misschien enkele in de buurt gelegen dopjes en landgoederen te gaan bekijken. De heren nemen zich voor de gebieden ten oosten van de visvijvers te gaan onderzoeken. Aan de oostkant van de visvijvers bestaat het gebied uit half open landschap, weiden en landbouwgronden afgewisseld met bossen en ook houtwallen. Door het goede weer is er veel thermiek en er hangen dan ook weer verschillende roofvogels in de lucht. We zien enkele
Zeearenden, Buizerds en een Visarend. Op de graslanden zitten verschillende groepen Kraanvogels waarvan een gedeelte nog op doortrek is. We proberen dichtbij te komen om ze te “platen”, maar het zijn toch schuwe vogels. Vlakbij in een houtwal zit een Groene Specht. Een stuk verderop zitten Roodborsttapuiten en we zien ook een Paapje. Een volwassen Zeearend komt overvliegen. Als we een stuk verderop langs een Elzenbosje rijden zien we in het weiland een Hermelijn achter waarschijnlijk wat muizen aanzitten. We horen Raven en er zitten Bonte Kraaien. Terug bij ons onderkomen besluiten we om nog even naar de visvijvers te gaan kijken. We gaan zitten in een van de twee observatiehutten. Achter langs het riet tegen de bosrand vliegt een koppel Bruine Kiekendieven. Ook hier zitten Bonte Kraaien. Een Visarend snapt zich een vis uit een van de visvijvers en wordt meteen nagezeten door enkele juveniele Zeearenden die proberen de vis te pakken te krijgen. In de rietkraag vlak voor de
observatiehut geeft een Grote Karekiet een show weg, en de Roodhalsfuut laat zich ook nog eens van de beste kant zien. De vierde dag van ons verblijf besluiten we per fiets het bosrijke gedeelte van het Nationalpark te verkennen. Dit is heel goed te doen, vooral in het voor auto’s grotendeels afgesloten gebied. Er zijn enkele wegen speciaal voor autobussen van het openbaar vervoer. Enkele kilometers ten noorden van ons verblijf zien we het horst van een Visarend op een elektriciteitsmast. Door het gehele park zij er op veel plaatsen op de masten aangepast zodat de Visarenden er hun horsten op kunnen maken. Een stukje verder horen en zien we een Grauwe Gors. We horen en zien verder Boompieper, Boomleeuwerik, Havik, Buizerd, Boomvalk, Geelgors, Wielewaal, Kramsvogel, Zwartkop, Braamsluiper, Grasmus, Groenling, Putter en uiteraard de Fitis en de Tjiftjaf. In het volgende gehucht, genaamd Boek, zit een Europese Kanarie te zingen. Na Boek begint het autovrije gedeelte van het Nationalpark. Dit gedeelte bestaat uit grote stukken bossen van Grove Dennen afgewisseld met bossen bestaande uit Beuken.
We zetten koers naar de Kuflingsbergturm van waaruit een groot gedeelte van het Nationalpark kunnen overzien. Onderweg nemen we verschillende soorten waar: Goudhaan Glanskop, Zwarte Mees, Fluiter, Havik, Sperwer, Buizerd en we horen veel Kraanvogels. Aangekomen bij de Kuflingsbergturm, die op een zandrug met heide ligt, zien we Levendbarende Hagedis en een Gladde Slang. We beklimmen de toren en genieten van het landschap en de rust.
Na het eten van de boterhammen gaan we verder naar het plaatsje Speck, waar enkele zeer oude bomen staan waaronder een 800jarige Zomerlinde. Toch een machtig gezicht zo’n oude boom die al zo lang bestaat….. De tocht gaat verder richting Kratzeburg, waar volgens de kaart een permanente tentoonstelling zou zijn over vleermuizen. Die bleek echter nog gesloten te zijn, dus werd besloten maar weer richting Boeker Mühle te fietsen. Na het ontbijt de volgende dag werd er per auto koers gezet naar een verder weg gelegen gedeelte van het Nationalpark bij Serrahn achter Neustrelitz. De auto’s werd op een parkeerplaats gezet en we liepen een route door het gebied. Hier kom bij de Grosse Serrahnsee en kun je vanuit een observatietoren op het horst van een Visarend kijken. De vogel zat op het nest en was met de telescoop zeer mooi te bekijken. Er zaten ook hier weer Kraanvogels, waarvan er enkelen al aan het nestelen waren. Verder zaten er nog Grauwe Ganzen. De wandelroute ging verder door een oerbos waar veel oude beuken stonden met o.a. Bosanemoon en Klaverzuring als onderbegroeiing. We kwamen in het gehucht Serrahn waar in een oude schuur een vrij toegankelijke natuur- en kunstenaars ausstellung was. Tijdens deze wandeling werden vogels gezien zoals de Matkop, Gekraagde Roodstaart, Boomklever, Boomkruiper, Vlaamse Gaai, Holenduif en Fluiter. Net na het middaguur kwamen we weer
bij de auto’s, waar we ons weer tegoed deden aan de boterhammen. Na de middag hadden de dames genoeg natuur opgesnoven en hadden het plan opgevat om na de middag cultuur te gaan snuiven in het nabij gelegen Neustrelitz. De heren besloten nog een stuk verder te gaan naar een gebied waar de omgeving van Neugarten waar volgens de reisverslagen van andere vogelaars de Schreeuwarend zou zitten. Via allerlei binnenwegen reden we richting Neugarten. We kwamen bij een watermolen, en
dachten: ideale plek voor een Grote Gele Kwikstaart. De vogel liet ook niet lang op zich wachten en kwam aanvliegen. Ook de Witte Kwikstaart was in de buurt. Een kilometer verderop in een poel in een vochtige wei was een ooievaar zich te goed aan het doen aan amfibieën. We dachten eerst dat het kikkers waren die de vogel daar naar binnen werkte, maar even later hoorden we het karakteristieke geluid van de Roodbuikvuurpad. De reis werd voorgezet richting Neugarten op zoek naar de Schreeuwarend. We vonden de in het eerder vermelde reisverslag genoemde hoogzit bij het gebied waar de Schreeuwarend gezien was. Een Geelgors liet zich heel mooi bekijken en er schroefden enkele Buizerds op de thermiek door de lucht. Verder zagen we nog Bonte Kraaien en Kraanvogels. Maar de zoektocht naar de Schreeuwarend was tevergeefs. We namen contact op met de dames en reden weer terug naar de Boeker Mühle. De laatste dag van ons verblijf wilde de meerderheid van het gezelschap het een beetje rustig aan doen en inde buurt blijven van ons onderkomen. Waarschijnlijk om zich weer voor te bereiden op de terugreis. Ik wilde nog via Boek en de Specker See richting Federow fietsen. Mijn eerste doel was om de Grauwe Gors die we eerder vlak voor Boek gezien hadden op de gevoelige plaat vast te leggen. Vlak voor Boek hoorde ik de vogel al zingen en kon hem toen redelijk benaderen om een paar opnamen te maken. In Boek zat ook de Europese Kanarie weer te zingen. En stuk voorbij de Boeker Sender even naar de Müritzsee gekeken, waar enkele Futen en Brilduikers te zien waren. Verder door de rietvelden kwam ik bij de eerste uitkijktoren. Uit het riet klonk het geluid van de Roerdomp, ik hoorde Rietgorzen, Kleine Karekiet, Waterral, Watersnip, Rietzanger, Bosrietzanger, Sprinkhaanzanger en vlak voor mijn neus kwam een Snor zitten ratelen. Na een tijdje verder richting de tweede uitkijktoren. Daar
heb ik in de toren een tijdje staan kijken over het riet. Er zaten Edelherten, Reeën en af en toe liet zich ook een Vos zien. Bruine Kiekendieven boven het riet en er kwam nog een volwassen Zeearend over. Iedere keer dat er andere mensen de uitkijktoren in- of uitklommen zat er beweging in de hele toren. Telkens tijdens die beklimmingen hoorde ik van net onder het dak van de toren gepiep. Maar ik kon er maar niet achterhalen waar dat geluid nu precies vandaan kwam. Toen er een groep van tien tamelijk uit de kluiten gewassen Duitsers naar boven kwamen, en de toren heftig bewoog en kraakte klonk er zelfs een gesis van onder het dak. Ik nam me voor als de groep dikkerds weg was, toch een op nader onderzoek uit te gaan. Na een minuut of tien vertrokken ze en klom ik zo goed en kwaad als het ging op de leuning om onder de dakrand te kunnen kijken. Wat scherts mijn verbazing, zat daar een Wasbeer met jonkies die mij kwaad aankeek. Ik terug naar onder en toch maar ff mijn camera erbij gehaald. Zo vloog de tijd van die dag weer voorbij. Ik wilde nog richting Federow een kijkje werpen in het zogenaamde Försterhaus waar je op een groot scherm Life mee kon kijken in een horst van een Visarend. Langs de weg daarnaartoe kwam ik langs een elektriciteitsmast met een
Visarendnest erop, waar bij een grote glazen bol aan de mast boven het nest hing. Dit moest het betreffende horst zijn van waaruit de Life beelden kwamen. Nog ff snel een plaatje geschoten toen adulte Visarend kwam aanvliegen en door naar Federow om de life beelden te bewonderen. Bij de buren nog een ijsje gepikt, en toen retour richting Boeker Mühle. Vlak voor Boek op de terugweg kwam ik Albert en Jarno tegen. Die wilden de Wasbeer natuurlijk ook wel zien. Moe maar voldaan na alweer een topdag richting huisje. Maar aan alles komt een eind, dus ook aan deze vakantie naar het Nationalpark Müritz. De volgende dag weer gepakt en gezakt richting huis. Tijdens deze vakantie hebben we 123 vogelsoorten waargenomen, 6 soorten amfibieën, 3 soorten reptielen en 4 soorten zoogdieren. Zie de bijgevoegde soortenlijst. Wat ons betreft was het een zeer geslaagde vakantie in een mooi gebied. Theo Lommen