De mogelijkheden van een lokaal netwerk gezinsvormen volgens gezinshuisouders Jan Willem de Zeeuw (mei 2014) (Gezinsvormen.nl)| Een onderzoek onder gezinshuisouders
Ter inleiding Voor u liggen de uitkomsten van een klein onderzoek onder gezinshuisouders en enkele pleegouders over het concept van een lokaal netwerk van Gezinsvormen. Doel van dit onderzoek is om te achterhalen hoe gezinshuisouders aankijken tegen de mogelijkheden van lokale netwerken. Maken zij al onderdeel uit van bepaalde netwerken? Ervaren zij problemen in hun werk als opvoeder, waarvoor een lokaal netwerk een oplossing zou kunnen bieden? Welke meerwaarde zien zij in een lokaal netwerk? Is het voor de gemeente een interessant concept? Enkele pleegouders en 25 gezinshuisouders vulden een schriftelijke enquete in (zie bijlage) waarin zij bevraagd werden op hun contacten met andere gezinsvormen, in de buurt en met de gemeente. Ook werden zij in de enquete uitgenodigd aan te geven wat zij de komende tijd als belangrijkste kansen en bedreigingen zien voor de gezinshuizen en wat de meerwaarde van een netwerk daarbij zou kunnen zijn. Uit de antwoorden blijkt een grote bevlogenheid om kinderen die uithuisgeplaatst zijn, een veilige en warme thuissituatie te bieden. Er blijkt ook uit dat dit geen makkelijke taak is en dat onderlinge steun daarbij van belang is. Ik nodig u van harte uit de uitkomsten van het onderzoek te lezen en u een mening te vormen over de betekenis ervan.
Een beeld van de gezinshuizen1 Ruim een derde van de gezinshuizen van de respondenten, staat in een dorp of kleine kern, een derde in een kleine stad, krap een derde in een wijk in een grote stad. Ongeveer de helft van de respondenten werkt als zelfstandig gezinshuisouder, de andere helft is in loondienst. Onder de 26 respondenten zijn 2 pleegouders en één logeerhuisouder. Deze gezinshuizen vangen tussen de 3 en 6 kinderen op. Deze kinderen hebben een grote variatie aan problematiek: autisme, hechtingsproblemen, PDDNos, LVG, traumatische ervaringen, persosonlijkheidsstoornissen, verwaarlozing, etc. De gezinshuisouders blijken zeer gemotiveerd te zijn voor hun taak. Voor veel ouders is de belangrijkste drijfveer dat zij kinderen die niet thuis kunnen opgroeien een plek in een gezin gunnen, een fijne jeugd willen geven, met levenskracht en plezier. Daarmee willen zij een bijdrage leveren aan een betere wereld. Ook het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en de bevrediging die er uit gaat van het begeleiden van een kind naar zelfstandigheid is een belangrijke motivator. “Ik vind het zo ontzettend belangrijk dat kinderen zich vanuit een veilige woonomgeving zich kunnen ontwikkelen en de wereld verkennen. Ieder op zijn eigen tempo en niveau. Het geeft veel energie om te zien dat ik hierin een bijdrage kan leveren.”
Voor sommige ouders is de motivatie gelegen in het bieden van een alternatief voor leefgroepen; de kleinschaligheid en het onbureaucratische zijn voor hen de belangrijkste 11
Dit onderzoek is niet representatief voor alle gezinshuizen in Nederland.
De mogelijkheden van een lokaal netwerk gezinsvormen volgens gezinshuisouders
pagina 1
reden om als gezinshuisouder te werken. Voor een deel van de ouders is hun zelfstandigheid als professional de reden dat zij gezinshuisouder zijn. Zij hebben bijvoorbeeld eerder in een residentiële setting gewerkt en kiezen nu voor een stabielere situatie met een vast groepje kinderen. Sommige ouders geven aan een positief en gestructureerd leefklimaat te willen bieden aan kinderen met een ontwikkelingsstoornis of met een lange geschiedenis binnen Jeugdzorg: “Door een nuchtere aanpak in een kleinschalige setting kun je meer bereiken in praktische zaken en in de groei van het kind”. Anderen vinden dat zij qua karakter en competenties geschikt zijn voor dit werk: ”Ik doe waar ik goed in ben: het opvoeden en ‘normaliseren’van jongeren. Als ik hier resultaat mee boek geeft mij dat een goed gevoel”.
Contacten van gezinshuisouders De meeste gezinshuisouders hebben contacten met andere gezinshuisouders. Soms heeft dit contact een formeel karakter bijvoorbeeld in de vorm van maandelijks overleg, bijwonen van franchise-bijeenkomsten, intervisie of samen een cursus volgen. Vaak is het contact informeel. Men springt bij door elkaars kinderen op te vangen, fungeert onderling als vraagbaak voor elkaar en wisselt informatie en kennis uit. Ook gezelligheid en het hebben van een uitlaatklep is een belangrijke functie van deze contacten. “Het kost wel een moeit om uit te leggen waar ik precies mee zit. Met collega's heb ik meestal aan een half woord genoeg. Hierdoor is steun en feedback dus het makkelijkst te regelen bij collega's.”
Een klein aantal gezinshuisouders heeft geen contacten met collega-ouders. Zij geven aan daar geen behoefte aan te hebben of er geen tijd voor te hebben. Veel gezinshuisouders hebben ook contacten met pleegouders. Soms stellen pleegouders uit de buurt hen vragen en geven gezinshuisouders daarbij tips over opvoedingsvraagstukken. Ook wisselen ze onderling ervaringen uit. In een aantal gevallen is er sprake van daadwerkelijke samenwerking en afstemming tussen gezinshuisouders en pleegouders omdat kinderen overgeplaatst worden vanuit een gezinshuis naar een pleeggezin of vice versa. Soms is er contact over broertjes en zusjes van geplaatste kinderen. Van de gezinshuisouders die geen contact hebben met pleegouders geeft het merendeel aan dat er in hun omgeving geen pleegouders zijn of dat zij die niet kennen. Behalve met andere gezinshuisouders en pleegouders heeft ongeveer de helft van de gezinshuisouders contacten met andere gezinsvormen als meeleefgezinnen, steunouders of ‘ouders’ van een zorgboerderij. Hierbij gaat het vaak om praktisch overleg bijvoorbeeld over optionele vervolgplaatsen voor gezinshuiskinderen of over logeeropvang of vrije tijdsbesteding. Als andere vormen van contact worden nog genoend: het afnemen van audits, contacten ivm de transitie jeudgzorg en vriendschappelijke contacten met gelijkgestemden. Ook hier is de belangrijkste reden om geen contacten te hebben met andere gezinsvormen dat die er in de directe omgeving van de gezinshuisouders niet zijn of dat ze die niet kennen. Alle gezinshuisouders hebben veel contacten in de directe omgeving van hun gezinshuis: met buren, vrienden, familie, met lokale professionals (leerkrachten, de huisarts de De mogelijkheden van een lokaal netwerk gezinsvormen volgens gezinshuisouders
pagina 2
winkeliers) en met jeugdzorgprofessionals (CJG, gedragswetenschapper e.d.).2 Een deel van deze contacten heeft duidelijk een ondersteuningsfunctie. Zo vangt familie zo nu en dan eens een kind op, springen ze bij in praktische klusjes. ‘je familie houdt je op de been’.! Ook buren springen regelmatig bij en zijn belangrijk voor de kinderen van de gezinshuizen. Soms zijn er speciale afspraken met buurtwinkeliers die de gezinshuisouders ontlasten. De gezinshuizen nemen vaak een bijzondere plek in een buurt of dorp in: “Na 14 jaar op dezelfde plek gewoon te hebben: iedereen kent je en helpt je.” Daarnaast is er veelvuldig contact met professionals. Een deel van die contacten is nodig omdat gezinshuisouders op scholen, sportverenigingen e.d. moeten uitleggen dat zij met bijzondere kinderen te maken hebben: “De meeste mensen kunnen onze kinderen niet opvangen”. Vooral met scholen is het contact intensief. Verder is er uiteraard veel contact met jeugdzorg en met de huisarts.
Toekomstperspectief van de gezinshuisouders De gezinshuisouders zijn gevraagd naar de kansen en bedreigingen die zij zien rond het fenomeen gezinshuis. De gezinshuisouders zien zeker kansen in de op handen zijnde decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten. Zo denken sommigen dat er mogelijkheden zullen komen om het aantal gezinshuizen te laten stijgen. De korte lijnen naar de gemeente geven mogelijkheden om los te komen van oude en starre patronen en bieden ruimte om met elkaar creatief te kunnen zijn. Dit biedt wellicht meer mogelijkheden voor ondernemers in de jeugdzorg: “Meer vrijheid om te kunnen opereren en van onze kant meer openheid van zaken, zodat mensen kunnen zien hoe wij werken”. Gezinshuizen bieden kwaliteit in kleinschalige zorg. Door dit goed zichtbaar te maken aan gemeenten kan de overheid gezinshuizen gaan waarderen als behandelvorm en als plek om op te groeien voor kinderen. Gezinshuizen staan voor een lange termijn-aanpak: “Uiteindelijk nemen de kinderen hier alleen maar waardevolle aspecten uit mee. Kansen dus om hen te stabiliseren. We zien dat het leven in een gezin met aanvullende begeleiding, grote meerwaarde heeft voor de ontwikkeling van kinderen”. Gezinshuizen hebben weinig overhead en veel kansen om aan te sluiten bij de thuissituatie. Zo kan er een keten ontstaan waar de biologische ouders en hun netwerk ook deel van uit maken. Dit goed bij de gemeente voor het voetlicht brengen is belangrijk. “Gezien en serieus genomen worden door de gemeente, we kunnen veel voor elkaar betekenen”. Gezinshuisouders zien ook mogelijkheden voor differentiatie van hun aanbod. Bijvoorbeeld door een ‘doorstroomhuis’ voor de 18+-groep, dichtbij het gezinshuis, door meerdere doelgroepen in een gezinshuis op te nemen (pleegkinderen, gezinshuiskinderen, 18+ zelfstandigheidtraining e.d.), of door zeer intensieve begeleiding te bieden aan kinderen met zware psychiatrische problematiek of complexe trauma’s.3 Een van de respondenten geeft aan dat gezinshuisouders een geweldige steun kunnen zijn voor tijdelijke opvangvoorzieningen in een buurt, voor kinderen die daardoor niet uithuis
2
Gezinshuis.com gebruikt de Community Scan om het netwerk van gezinshuisouders in beeld te brengen en beter te benutten. 3
Onlangs werd een pilot afgerond. Leeuwen, E. van; e.a. (2014) Orthopsychiatrie in de Wijk
De mogelijkheden van een lokaal netwerk gezinsvormen volgens gezinshuisouders
pagina 3
geplaatst hoeven te worden, voor dagopvang en voor advies en begeleiding aan ouders en scholen. Om deze kansen te benutten denken de gezinshuisouders – naast bekostiging van hun activiteiten - een aantal zaken nodig te hebben:
Vrije tijd: Van gezinshuisouders wordt veel gevraagd. Willen zij het vol kunnen houden, dan is vrije tijd noodzakelijk. Er zouden meer mogelijkheden en betere afspraken moeten komen om vrije tijd voor gezinshuisouders structureel te regelen. Professionele ondersteuning: van ambulant begeleiders en gedragswetenschappers gecombineerd met de mogelijkheid om zelf ondersteuning te kunnen inzetten los van de moederorganisatie. Marketing: profileren van de gezinswoonvormen, deze zichtbaar maken voor bestuurders en beleidsmakers en goede ingangen bij gemeenten om hen te doordringen van het nut en de voordelen van gezinshuizen. Organisatie en beleid: daadkracht bij bestuurders en beleidsmakers, ruimte voor kleinschalige initiatieven binnen de gemeente, duidelijkheid en snelle beslissingen rond een kind, één ingang bij relevante organisaties zoals CJG.
De gezinshuisouders hebben ook zorgen als het gaat om de toekomst. Sommige gezinshuisouders zijn bang dat een gezinshuis door gemeenten als een goedkope oplossing wordt gezien waarin alle kinderen maar moeten worden opgevangen. “Wil je kwaliteit borgen dan zul je zorgvuldig met gezinshuisouders moeten omgaan en goed naar ze moeten luisteren.” Ook in de decentralisatie van taken naar de gemeente ziet men naast kansen ook bedreigingen. Men vreest ook bureaucratie, meerdere loketten, veel regels en procedures en daardoor minder aandacht voor het kind. Wat is er nodig om deze bedreigingen te kunnen keren? Gezinshuisouders noemen een aantal zaken:
Heldere kaders vanuit de overheid Regie bij gezinshuisouders Meer profilering en marketing van en door gezinshuizen Samenwerking tussen gezinsvormen t.b.v. vrije tijd voor gezinshuisouders
Netwerk gezinsvormen in het licht van de ontwikkelingen jeugdzorg In de enquete is specifiek doorgevraagd op de kansen en mogelijkheden die men in het licht van bovenstaande ontwikkelingen ziet in contacten met andere pleeg-of gezinshuisouders en in het samenwerken in lokale netwerken gezinsvormen. Als belangrijkste meerwaarde van deze contacten ziet men het uitwisselen van kennis en ervaringen en het bieden van ondersteuning aan elkaar: soms inhoudelijk (niet alles zelf uit hoeven zoeken, feedback geven, gezamenlijk reflecteren), soms praktisch (elkaars kinderen opvangen, crisisopvang, elkaars mogelijkheden versterken), soms psychologisch (het gevoel er niet alleen voor te staan, ontlading van frustraties, een luisterend oor, aan een half woord genoeg hebben), soms strategisch (een blok vormen naar de gemeente, positie gezinshuisouders verbeteren, meer naamsbekendheid).
De mogelijkheden van een lokaal netwerk gezinsvormen volgens gezinshuisouders
pagina 4
Een netwerk gezinsvormen is nog iets meer dan contacten tussen gezinshuisouders onderling. Gezinshuisouders hebben een gevarieerd beeld van een dergelijk netwerk. Sommigen zien het als een onderling verband van gezinshuisouders en pleegouders, anderen zien de jeugdzorginstellingen als partner in een dergelijk netwerk. Velen zien een rol weggelegd voor een lokaal netwerk in het plaatsen van kinderen. “Een netwerk van gezinshuizen/pleeggezinnen die elkaar ondersteunen, intervisie regelen, zelfs bij crisis elkaars kinderen kunnen opvangen, zou geweldig zijn, ook als er een plaatsing nodig is van een kind dat we dan als team kunnen kijken bij wie het kind het beste geplaatst kan worden, gebruik maken van elkaars talenten en mogelijkheden en ervaring zou top zijn.”
In de nieuwe situatie zou een gemeente rechtstreeks kinderen kunnen plaatsen bij erkende gezinshuzien uit het netwerk, denken sommige gezinshuisouders. Zo kunnen ook pleegzorg en gezinshuizen gekoppeld worden evenals de ambulante begeleiding. “Korte lijnen naar elkaar binnen het netwerk. Met een netwerk kun je kinderen sneller op de juiste plaats krijgen. Bij een vraag naar zorg van de gemeente kan direct duidelijk worden wie wordt ingezet binnen het netwerk. Alle mogelijkheden zijn aanwezig, van ambulant tot en met gezinshuis/pleegzorg, kortdurend of langdurend. Waar is plek, waar niet, waar is het kind het meest mee gebaat? “
Gezinshuizen en de (toekomstige) rol van de gemeente De meeste gezinshuisouders hebben incidenteel al wel eens contact met de gemeente. Soms met de wethouder of de beleidsmedewerker, in een aantal gevallen ook met raadsleden. “Ze zijn bij ons op bezoek geweest en hebben nu helder wat een gezinshuis doet en voor wie deze vorm geschikt is”. De meeste gezinshuisouders zien voordelen voor de gemeente in het werken met lokale netwerken rond gezinsvormen. Er is in een netwerk meer keuze in het aanbod: van lichte naar zwaardere problematiek. Een goed georganiseerd netwerk met verschillende gezinsvormen en wellicht ook vormen van ambulante begeleiding kan een belangrijke rol spelen in het verminderen van uithuisplaatsingen, zo denkt een deel van de respondenten. Voor een gemeente biedt een dergelijk netwerk overzicht van het aanbod, wie het zijn, wat ze doen, waar plaats is en waar niet. Een netwerk kan een gemeente één gesprekspartner bieden in plaats van overleg met een groot aantal zorgaanbieders. Voorwaarde is wel dat het netwerk dan goed samenwerkt en met één mond en wellicht ook één contactpersoon met de gemeente overlegt. Doordat de partners elkaar goed kennen kunnen zij de gemeente een goed beeld geven van de sterke en zwakke kanten van elke gezinsvorm uit het netwerk: waar is men goed in, welke kenmerken heeft een bepaald gezinshuis, etc. Gezinshuisouders kunnen daarbij met verstand van zaken advies geven over welke match het beste is. “Ketensamenwerking is interessant voor gemeentes, je kunt dan een pasklare oplossing bieden door samenwerking met anderen”. Ook biedt een lokaal netwerk meer mogelijkheden om vanuit de gezinsvormen hulp te bieden binnen de ‘normale’ gezinnen om uithuisplaatsing te voorkomen. “Stabiliteit nu, betekent minder problemen in de toekomst”. Sommigen respondenten denken dat een netwerk gezinsvormen het voor de gemeente meer mogelijkheden biedt en ook goedkoper maakt. “Door deze vorm voorkom je dat kinderen duurdere specialistische plaatsen nodig hebben”.
De mogelijkheden van een lokaal netwerk gezinsvormen volgens gezinshuisouders
pagina 5
Bijlage: enquete Beste gezinshuisouder, pleegouder of andere opvoeder, De jeugdzorg is enorm in beweging. In de jeugdwet is een wettelijke verplichting opgenomen om uithuisgeplaatste kinderen in principe een plek te bieden in een pleeggezin of gezinshuis. Ik onderzoek de mogelijkheden van lokale netwerken van gezinsvormen. Een netwerk is een andere manier van organiseren van de zorg voor jeugd. Niet (alleen) vanuit instellingen, maar als netwerk van professionele opvoeders en pleegouders of steunouders, gebaseerd op begrip, vertrouwen en samenwerking. Een dergelijk netwerk is wellicht een sympathiek idee of concept, maar op dit moment nog onvoldoende overtuigend voor gemeenten om hier mee aan de slag te gaan. Want hoe wordt de toegang geregeld? Met wie doet de gemeente eigenlijk zaken en wie bewaakt de kwaliteit? NB Het gaat hier niet om de netwerken van of om kinderen, maar om uw sociale en professionele netwerk. Om dat concept door te ontwikkelen naar een uitvoerbaar project, ben ik benieuwd naar uw ervaringen en meningen. Het gaat mij in deze vragenlijst om uw ideeën en ervaringen. Welke (maatschappelijke) problemen wilt u oplossen of welke waarde voegen gezinsouders / pleegouders / steunouders toe in de zorg voor kinderen. Wat beweegt u en wat hebt u nodig om dat te bereiken? En, welke middelen of voorwaarden ondersteunen die doelen en wie zijn daarvoor nodig? Uiteindelijk wil ik een antwoord kunnen geven op de volgende vragen: • • •
Wat is (uw) beeld van lokaal netwerk? Welk voordeel heeft een dergelijk netwerk voor u? Welk voordeel biedt het netwerk de gemeente?
Ik wil u vragen om een vragenlijst in te vullen. Het vraagt tussen de 20 en 30 minuten. Ik stuur dit verzoek naar ongeveer 60 gezinshuisouders die ik o.a. via Linkedin heb ‘ontmoet’. U mag dit bericht gerust doorsturen aan andere gezinshuisouders (mogelijk krijgen die het dan dubbel) of aan pleegouders, van wie u denkt dat ze geïnteresseerd zijn. Uw antwoorden worden automatisch opgeslagen. Alle antwoorden worden vertrouwelijk behandeld en individuele meningen zijn in de rapportage niet herleidbaar. U ontvangt later een samenvatting van de resultaten van deze enquête. Voor meer informatie kunt u op de site van Gezinspiratieplein kijken (onder 'Ontwikkeling'), en bel of mail mij gerust. Hartelijk dank voor de medewerking, Jan Willem de Zeeuw Kwartiermaker lokale netwerken gezinsvormen /
[email protected] / 06 1664 3444
De mogelijkheden van een lokaal netwerk gezinsvormen volgens gezinshuisouders
pagina 6
De vragen 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7.
8.
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Wat is uw 'functie'? In wat voor gebied werkt u? Bent u zelfstandige of in loondienst? Hoeveel kinderen of jongeren vangt u (gemiddeld) op? Richt u zich op een specifieke problematiek? Hebt u contact met (andere) gezinshuisouders? a. Zo ja, waar bestaat dat contact uit? b. Zo nee, waarom niet? Hebt u contacten met (andere) pleegouders? a. Zo ja, waar bestaat dat contact uit? b. Zo nee, waarom niet? Heb je contacten met andere gezinsvormen zoals meeleefgezin, steunouder of zorgboerderij? a. Zo ja, waaruit bestaat dat contact? b. Zo nee, waarom niet? Met wie in uw (directe) omgeving hebt u contacten? Wat is de inhoud van dat contact? Bent u actief in de buurt? Is de gemeente op de hoogte van het bestaan van uw gezinsvorm? Welke contacten hebt u met de gemeente? Waarom doet u dit werk? Wat is uw drijfveer? Welke kansen ziet u? Wat of wie hebt u nodig om die kansen te benutten? Wat of wie zou die bedreigingen kunnen wegnemen of verminderen? Maakt u gebruik van de steun van andere gezinshuisouders, pleegouders, of andere opvoeders? Welke kansen ziet u in contacten met andere pleeg- of gezinshuisouders? Wat is uw beeld van een netwerk van gezinsvormen? Kunt u dat kort omschrijven? Hoe staat u zelf tegenover (het opbouwen van) een netwerk gezinsvormen? Als u positief bent, wat is dan volgens jou de meerwaarde? Hoe zou u het voordeel van (netwerk) gezinsvormen voor de gemeente formuleren Overige opmerkingen U kunt de vragenlijst op twee manieren starten:
Het starten van de vragenlijst was mogelijk via onderstaande link (reacties worden niet meer geaccepteerd) https://docs.google.com/forms/d/1euHkXeQvCyqU_0Ut9D0KBQNJ85aCFyJZWguHCxXZI_4/viewform ?sid&c=0&w=1&token&usp=mail_form_link De inhoud van dit document is volledig de verantwoordelijkheid van Jan Willem de Zeeuw www.gezinsvormen.nl
De mogelijkheden van een lokaal netwerk gezinsvormen volgens gezinshuisouders
pagina 7