De Moderne Woning Sint-Lambertusberg 2 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe HERSTELLING VAN EEN BALK EN CREATIE VAN EEN VLOERPLAAT in de stookplaats CARINAGAARDE 1 tem 16 1200 BRUSSEL BESCHRIJVEND BESTEK MET BETREKKING TOT DE STRUCTUURWERKEN
Versie 3 - 20110928
Opgesteld door: GAMACO INGENIEURS-CONSEILS SA. Avenue des Villas, 1 B-1340 OTTIGNIES Tel. +32.(0)10.62.06.00 Fax +32.(0)10.41.21.29 Dossier 09//1634 DATUM 04/05/2009 Index
Datum
A
23/09/11 UPDATE VOOR
opmerkingen AANBESTEDINGSDOSSIER
Bouwheer:
De Moderne Woning Sint-Lambertusberg 2 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe
De aanneming wordt beheerst: -
wat de algemene administratieve bepalingen betreft, door de Moderne Woning
De Moderne Woning
-
-
- Sint-Lambertusberg 2 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe -
wat de technische bepalingen betreft met betrekking tot de stabiliteitswerken, door dit beschrijvend bestek, dat de specificaties van het architectenbureau aanvult of toelicht. In het geval van tegenstrijdigheid met de bepalingen van het bestek van de architecten, hebben de specificaties van dit bestek voorrang.
______________________ pagina 2 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
INHOUDSOPGAVE 1
2 3
4
5
6 7
INLEIDING - algemeen ....................................................................................................................................4 1.1 Afkortingen ................................................................................................................................................4 1.2 Organisatie van het bestek .......................................................................................................................4 1.3 Incoherenties.............................................................................................................................................4 1.4 Fasen van de bouwplaats – uitvoeringsmethoden en -middelen ..............................................................4 1.5 Veiligheid en toegankelijkheid van de bouwplaats ....................................................................................4 1.6 Eenheidsprijzen.........................................................................................................................................5 1.7 Terminologie .............................................................................................................................................5 1.8 Brandwerendheid van de structuren .........................................................................................................5 1.9 Plan ...........................................................................................................................................................5 1.9.1 Plan opgesteld door de IS..................................................................................................................5 1.9.2 Plan en documenten opgesteld door de AA ......................................................................................5 Voorbereidende werken, INSTALLATIES ........................................................................................................6 2.1 Plaatsbeschrijving en schade aan de bouwwerken ..................................................................................6 Sloopwerken – BESCHERMING VAN BESTAANDE STRUCTUREN.............................................................7 3.1 Afbraak van niet-structurele ondervloeren ................................................................................................7 3.2 Slopen van metselwerk .............................................................................................................................7 3.3 Afbraak van betonnen structuren ..............................................................................................................7 3.4 Ruw afbikken van betonnen structuren.....................................................................................................8 beton voor gewapend beton .............................................................................................................................9 4.1 Beton .........................................................................................................................................................9 4.2 Bekisting..................................................................................................................................................13 4.3 Betonnen bouwwerken............................................................................................................................17 WAPENINGEN...............................................................................................................................................18 5.1 Staal voor gewapend beton.....................................................................................................................18 5.1.1 Staven BE500S................................................................................................................................19 5.1.2 WAPENINGSNETTEN BE500S ......................................................................................................19 5.1.3 Inmetselingen van staven diameter 10 millimeter in het beton........................................................19 SCHOONMAAK VAN HET beton...................................................................................................................20 Herstelling van het beton................................................................................................................................21 7.1 POST 1....................................................................................................................................................21 7.2 POST 2....................................................................................................................................................21 7.3 Bij de offerte te voegen ...........................................................................................................................23
______________________ pagina 3 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
1
INLEIDING - ALGEMEEN
Meetwijze: pro memorie, te verdelen over het geheel van de in de opmetingsstaat vermelde posten (PM)
1.1 AFKORTINGEN Lijst van de afkortingen die worden gebruikt in dit bestek: IS = ingenieur stabiliteit AR = architect AA = algemeen aannemer BH = bouwheer LW = leiding der werken = BH+IS+AR
1.2 ORGANISATIE VAN HET BESTEK De presentatie van de artikels van dit bestek is gebaseerd op het principe van hiërarchiering van de informatie. Elke tekst bovenaan een hoofdstuk (bijv. hoofdstuk 2.3.) is eveneens van toepassing voor de subhoofdstukken die volgen (bijv. 2.3.1, 2.3.2,… 2.3.2.1,…)
1.3 INCOHERENTIES Bepaalde posten van dit bestek vullen de posten van het algemeen architectuurbestek aan. In het algemeen prevaleren de technische eisen die gedefinieerd worden in dit document op de eisen die elders worden bepaald, behoudens expliciet andersluidende toelating van de LW. Ook prevaleren de administratieve eisen die bepaald worden in het architectuurbestek. In het geval van tegenstrijdigheid tussen twee artikels van hetzelfde bestek, moeten de strengste en meest beveiligende eisen worden nageleefd, behoudens expliciet andersluidende toelating van de LW.
1.4 FASEN VAN DE BOUWPLAATS – UITVOERINGSMETHODEN EN -MIDDELEN Behoudens expliciete vermelding in een bepaalde post van het bestek of op de plannen, houden de stabiliteitplannen opgesteld door de IS enkel rekening met de eindsituatie van het bouwwerk. Bijgevolg is enkel de aanneming verantwoordelijk voor de dimensionering van de tijdelijke structuren en bouwwerken van welke aard ook, voor de keuze van de uitvoeringmethodes en –middelen en moet ze de stabiliteit van het geheel van de bouwwerken in aanbouw of de aanpalende bouwwerken waarborgen, tijdens de hele bouwperiode. De AA moet op eigen initiatief of op verzoek van de LW door een bouwkundig ingenieur alle berekeningsnota's laten opmaken met betrekking tot de tijdelijke bouwwerken en de uitvoeringsmethodes en -middelen. Deze berekeningsnota's moeten vóór de werken voor advies worden voorgelegd aan de LW. De aanvaarding van deze berekeningen door de LW ontheft de AA niet uit zijn volledige verantwoordelijkheid voor de betrokken bouwwerken. De stabiliteitplannen opgesteld door de IS kunnen bepaalde bijzondere faseringen of uitvoeringsmethoden opleggen. Deze indicaties ontheffen de aanneming noch uit haar verantwoordelijkheden die hierboven worden beschreven, noch uit haar verplichting om berekeningsnota's op te stellen. Alle kosten die verband houden met de faseringen, uitvoeringsmethoden en -middelen zijn ten laste van de AA.
1.5 VEILIGHEID EN TOEGANKELIJKHEID VAN DE BOUWPLAATS De AA vergewist zich op ieder ogenblik van de uitvoering van de veiligheid op de bouwplaats en de omgeving ervan (personen en goederen). De uitvoeringsmethoden en -middelen worden door de AA navenant gekozen. Bovendien installeert de AA een reeks steigers, ladders, borstweringen, afschermingen, enz. die een vlotte en veilige toegang mogelijk maken voor zijn personeel en voor de LW tot alle structuren in uitvoering.
______________________ pagina 4 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
Deze elementen moeten ieder risico op het vallen van personen of materiaal, ieder risico op instorting van de bestaande structuren of structuren in aanbouw, en ieder risico op bedelving van personen of goederen tegengaan. De AA is als enige aansprakelijk voor deze risico's. De AA respecteert onmiddellijk iedere maatregel die wordt opgelegd door de veiligheidscoördinator. Alle middelen die nodig zijn om de veiligheid van de bouwplaats te waarborgen, zijn een last van de aanneming.
1.6 EENHEIDSPRIJZEN De eenheids- en/of forfaitaire prijzen die vermeld worden door de inschrijver op de samenvattende opmetingsstaat die bij zijn offerte is gevoegd, omvatten alle werken, leveringen en prestaties die nodig zijn voor de volledige uitvoering van de bouwwerken conform de plannen en het bestek, zelfs als deze werken, leveringen en prestaties niet expliciet gedefinieerd worden in de tekst van de opmetingsstaat. Alle afschermingen, stuttingen, voorlopige verstevigingen, bijzondere faseringen, uitvoeringsmethodes en middelen die nodig zijn voor de goede uitvoering van de werken en die niet expliciet vermeld staan in een post van het bestek, zijn ten laste van de AA; de kosten die voortvloeien uit deze operaties worden door de AA geïntegreerd in de eenheidsprijzen van de posten waar deze werken betrekking op hebben. Voor alle posten en subposten van het bestek moeten de eenheidsprijzen inclusief "ALLE BIJKOMSTIGHEDEN – NIETS VOORBEHOUDEN OF UITGEZONDERD" zijn; ongeacht of deze vermelding al dan niet is opgenomen in elk van deze posten of subposten.
1.7 TERMINOLOGIE Er wordt gepreciseerd dat de uitdrukking "uitvoering" vermeld in dit bestek de volledige inbedrijfstelling omvat van de benodigdheden, de aflevering, de plaatsing, de montage, enz. van de genoemde benodigdheden en dit zonder enigerlei beperking. Er wordt gepreciseerd dat de uitdrukking "afvoer" vermeld in dit bestek de volledige operaties van laden, transporteren, lossen, opslaan of naar een erkende stortplaats brengen, eventuele bewerking, taksen en stortrechten omvat, om de producten van de bouwplaats af te voeren, en mits naleving van de van kracht zijnde wetgeving. De afgevoerde materialen worden eigendom van de AA.
1.8 BRANDWERENDHEID VAN DE STRUCTUREN Tenzij anders vermeld op de plannen, is de brandwerendheid van de structuren 1h. De AA respecteert de van kracht zijnde normen om deze termijnen te waarborgen (omhulling van de bewapeningen).
1.9
PLAN
1.9.1 PLAN OPGESTELD DOOR DE IS Voor de stabiliteitswerken is het volgende plan van toepassing: 01 - ruwbouw
1.9.2 PLAN EN DOCUMENTEN OPGESTELD DOOR DE AA De AA houdt een lijst bij van de technische documenten die hij (of zijn onderaannemers) opstelt en voorlegt aan de LW. Ieder document wordt genummerd, gedateerd en ondertekend. Alle documenten met betrekking tot de structurele bouwwerken worden in één papieren exemplaar en per e-mail doorgestuurd naar de IS.
______________________ pagina 5 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
2
VOORBEREIDENDE WERKEN, INSTALLATIES
Meetwijze: pro memorie, te verdelen over het geheel van de in de opmetingsstaat vermelde posten (PM)
2.1 PLAATSBESCHRIJVING EN SCHADE AAN DE BOUWWERKEN Inleiding De AA is verantwoordelijk voor iedere schade aan de constructies van welke aard ook die zich zowel in de buurt van zijn werken bevindt, als binnen de grenzen van de bouwplaats. In alle gevallen van schade veroorzaakt door de uitvoering en waarvoor een schadevergoeding wordt geëist, is de AA als enige aansprakelijk. In het geval de BH zou worden vervolgd als gevolg van deze schade, moet de AA tussenbeide komen in het geschil en op eenvoudig verzoek deelnemen aan alle maatregelen die de LW nodig zou achten. De LW heeft het recht alle nodige wijzigingen aan de uitvoeringsmethoden te eisen alsook alle bijkomende voorzorgsmaatregelen die ze nodig zou achten om eraan te voldoen of om rekening te houden met uitzonderlijke en plaatselijke omstandigheden. De AA moet de vastgestelde schade vergoeden en de eigenaars schadeloos stellen voor de geleden schade. Deze aanpassingen of bijkomende werken zijn ten laste van de AA. Omschrijving De plaatsbeschrijvingen worden opgesteld door een expert, aangesteld door de AA en goedgekeurd door de LW. Ze worden opgemaakt in aanwezigheid van de AA, van een afgevaardigde van de LW, van de betrokken eigenaars en van de technische diensten van de betrokken administraties. De plaatsbeschrijvingen worden gezamenlijk ondertekend door alle partijen, en in het bijzonder door de betrokken eigenaar(s). De plaatsbeschrijvingen worden binnen de 15 dagen nadat ze ter plaatse werden opgemaakt, overgemaakt aan: > LW: 3 exemplaren; > alle betrokken eigenaars: 1 exemplaar per eigenaar (voor het gedeelte dat op hen betrekking heeft); > alle betrokken administraties: 1 exemplaar per administratie. De werken mogen pas worden aangevat na overhandiging aan de LW van de plaatsbeschrijvingen, aangevuld met foto- en videobewijzen. De plaatsbeschrijvingen voor gebruik van de onderaannemers zijn ten laste van de AA. Aan het einde van de werken wordt de situatiebepaling uitgevoerd. De vaststelling van de eventuele schade wordt opgemaakt op basis van deze situatiebepaling. Het verslag van situatiebepaling en de vaststelling worden verspreid volgens dezelfde voorwaarden als de plaatsbeschrijvingen. Inbegrepen in de verplichtingen: > Het opstellen van de plaatsbeschrijvingen met verslagen, foto's en/of video's vóór de aanvang van de betrokken werken; > de situatiebepaling aan het einde van de betrokken werken met rapporten en vaststellingen. > De eventuele voorbereidingswerken, de schadevergoedingen, de aanpassingen van de opgelegde uitvoeringsmethodes of -middelen met het oog op de duurzaamheid van bestaande bouwwerken.
______________________ pagina 6 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
3
SLOOPWERKEN – BESCHERMING VAN BESTAANDE STRUCTUREN
Tijdens de sloopwerken moet de AA alle nodige maatregelen treffen om de constructies die moeten worden behouden, de aanpalende constructies, personen en andere diverse goederen, te beschermen. Alle schade die wordt veroorzaakt door de AA moet worden hersteld op zijn eigen kosten. De AA is verantwoordelijk voor de plaatsing en de studie van de tijdelijke stuttingen die eventueel nodig zouden zijn door de afbraak (verwijderen van dragende elementen, doorbreken van de continuïteit van de vloerplaten of van balken, schoring van muren die blootstaan aan druk van grond,…). De principe-indicaties opgelegd door de IS op zijn plannen stellen de AA niet vrij van het opstellen van de stuttingsstudies en -plannen.
3.1 AFBRAAK VAN NIET-STRUCTURELE ONDERVLOEREN Omvat: • De afbraak van alle niet-structurele ondervloeren en onderlagen op de bestaande vloerplaten (afwerkingen, ondervloeren in zand, in gestabiliseerd zand, lichte ondervloeren, enz.), waarbij alle nodige voorzorgen worden genomen om de onderliggende structuren niet te beschadigen • De afvoer van het puin • Het schoonmaken van de afbraakzone aan het einde van de werkzaamheden Meetwijze: m²
3.2 SLOPEN VAN METSELWERK Omvat: • Het opstellen van de stuttingsplannen en -studies • De plaatsing van de stutting en het verwijderen ervan na voltooiing van de definitieve structuren. • Het vooraf doorzagen van het metselwerk rond de af te breken zones, ongeacht de diktes. • De afbraak van muren in metselwerk • De bescherming van de personen en van alle structuren die niet bestemd zijn om afgebroken te worden tijdens de werkzaamheden (tegen schokken door het vallen van puin of tegen te grote belasting op de vloeren, bijvoorbeeld) • De afvoer van het puin • Het schoonmaken van de afbraakzone aan het einde van de werkzaamheden Meetwijze: m³
3.3 AFBRAAK VAN BETONNEN STRUCTUREN Omvat: • Het opstellen van de stuttingsplannen en -studies • De plaatsing van de stutting en het verwijderen ervan na voltooiing van de definitieve structuren • Het vooraf doorzagen van de schalen en vloerplaten van beton rond de af te breken zones, ongeacht de diktes, maar enkel als de stabiliteitsplannen niet aangeven dat de bestaande bewapeningen behouden moeten blijven als verbindingswapeningen met de nieuwe structuren. • Alle voorzorgsmaatregelen die moeten worden genomen om iedere schade aan de omgeving en aan de bouwwerken te vermijden, tijdens de afbraak of daarna (bijwerking, passivering en bescherming van de bewapeningen, …) • De afbraak van balken, vloerplaten, schalen, zuilen, welfsels en andere betonnen structuren conform de vermeldingen op de plannen. Er wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak om al
______________________ pagina 7 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
•
• •
dan niet de bestaande bewapeningen te behouden, wat de mogelijkheid bepaalt van het al dan niet afbreken door doorzagen van de structuren. De bescherming van de personen en van alle structuren die niet bestemd zijn om afgebroken te worden tijdens de werkzaamheden (tegen schokken door het vallen van puin of tegen te grote belasting op de vloeren, bijvoorbeeld) De afvoer van het puin Het schoonmaken van de afbraakzone aan het einde van de werkzaamheden
Meetwijze: m³
3.4 RUW AFBIKKEN VAN BETONNEN STRUCTUREN Omschrijving De bedoeling van het ruw afbikken van bestaande betonnen structuren, is zorgen voor een goede aanhechting van de nieuwe betonnen structuren op de bestaande, d.w.z. de mogelijkheid om schuifkrachten over te dragen. Het afbikken moet de oppervlakken dus ruw en onregelmatig maken. De oppervlaktelaag van het bestaand beton moet worden verwijderd op een dikte van ten minste 1 cm. Bepaalde indicaties op de plannen kunnen grotere dieptes voorschrijven, met name bij de steun van bepaalde balken in bestaande structuren. Als de dikte groter is dan 5 cm, gaat het niet meer om ruw afbikken (oppervlakkig) maar om afbraak van het beton (zie andere post). Omvat: • Het afbikken van het betonoppervlak (vloerplaten/balken/schalen/zuilen) door middel van een bikhamer, zodanig dat de criteria die hoger worden bepaald of die vermeld staan op de plannen, worden gerespecteerd. • De afvoer van het puin • Het schoonmaken van de afbraakzone aan het einde van de werkzaamheden Meetwijze: pro memorie, inbegrepen in post 3.3 Afbraak van betonnen structuren (PM)
______________________ pagina 8 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
4
BETON VOOR GEWAPEND BETON
4.1
BETON
Meetwijze: pro memorie (PM) Referentienormen Het beton wordt uitgevoerd conform de voorschriften van de normen NBN B15-001 :2004,NBN B15-002, NBN EN 206-1 :2001, NBN ENV 13670-1 :2000 Samenstelling Alle gebruikte materialen moeten de CE-markering en het BENOR-label dragen De AA moet bij de aanvang van de bouwwerken de samenstelling(en) van het beton kiezen die hij wilt gebruiken en de IS hiervan op de hoogte brengen. Als de AA echter in de loop van de bouwwerken de initieel voorziene samenstelling wijzigt, moet hij de IS waarschuwen en diens akkoord krijgen. Voor de bouwwerken waarvan het beton in contact komt met water en/of grond, zelfs als ze beschermd zijn door metselwerk of ondervloeren, wordt gebruik gemaakt van een cement die bestand is tegen sulfaten (HSR). In het geval van risico op alcali-granulaatreactie moet de AA LA-cement gebruiken. Rekening houdend met de toepassingsvoorwaarden, moet de samenstelling van het beton het volgende verzekeren: - de gevraagde mechanische weerstand, - de optimale compactheid van het beton - de correcte bedekking van het staal, volgens de indicaties op de bewapeningsplannen, - de duurzaamheid van het beton. In bepaalde specifieke zones moet gebruik worden gemaakt van beton met kleine korrelgrootte: vulbeton tussen premuren, sterk bewapende structuren. Behoudens andersluidende indicatie op de plannen en op het borderel van de hoeveelheden, moet het geleverde beton beantwoorden aan de volgende minimale specificaties: C 25/30, cement CEM I of II 32.5 of 42.5. Hulpstoffen Het gebruik van hulpstoffen mag niet leiden tot verminderde sterkte van het beton. De hulpstoffen die toegelaten zijn om de prestaties van het beton te verbeteren, met name om deze dichter, sterker of ondoordringbaarder te maken, om de verwerkbaarheid ervan te verbeteren, om de hydratatiewarmte te verlagen, om het mogelijk te maken beton te storten bij vorst, enz. moeten worden gebruikt volgens de voorschriften van de leverancier. Deze producten moeten bovendien verenigbaar zijn met het gebruikte cementtype. De kwaliteit van de hulpstoffen maakt het voorwerp uit van controles die ten laste zijn van de AA, zowel bij de aanvraag om het product te gebruiken, als daarna,op regelmatige tijdstippen, tijdens de werken. De voorbereiding, de toepassing en de testmethodes zijn onderworpen aan de voorwaarden en voorschriften van de Belgische normen en meer in het bijzonder deze van de reeks NBN B15. Nabehandelingsproduct Het nabehandelingsproduct moet beantwoorden aan de PTV 501.
______________________ pagina 9 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
Conformiteitsproeven Het gebruikte beton moet dezelfde samenstelling hebben als deze die vooraf werd goedgekeurd door de leiding der werken (ondermeer de hoeveelheid water moet worden gerespecteerd) en perfect homogeen zijn. Als de consistentie van het geleverde beton moet worden gecorrigeerd om een perfecte toepassing toe te laten, wordt de levering geweigerd. De controle van de kwaliteit van het geleverde en gebruikte beton gebeurt conform de normen van de reeks NBN B15, door een organisatie die werd erkend door de leiding der werken. Deze behoudt zich het recht voor om aanvullende proeven en/of controleproeven te vragen voor alle delen van het bouwwerk waar ze het nodig acht. De productiecontrole wordt uitgevoerd zoals beschreven in artikel 11.2 van de NBN B15-001 De conformiteitscontrole wordt uitgevoerd zoals beschreven in artikel 11.3 van de NBN B15-001 rekening houdend met de volgende toevoegingen: - Voor art. 11.3.3.1 geval nr. 1. * Het leveringsborderel wordt overgemaakt aan de controleorganisatie en bij elke verzending. * De fiches van de resultaten van de pletproef worden verstrekt binnen de 7 (zeven) kalenderdagen die volgen op het pletten. * Er zal een aanvullende oplevering plaatsvinden per kavel. - De controleorganisatie is verantwoordelijk voor de staalname. - Het plan voor de staalname en de bemonstering wordt door de AA voorgelegd aan de leiding der werken, samen met zijn uitvoeringsplanning. De grootte van een lot mag niet groter zijn dan: * 450 m³ * Een weekproductie in een normale periode en een dagproductie in de winter. Als de resultaten van de pletproeven – controlestalen of van de bouwplaats – niet bevredigend zijn (zie norm), wordt het overeenstemmend beton geweigerd en worden de bouwwerken vervaardigd met dit beton afgebroken en heropgebouwd door en op kosten van de AA. A priori worden geacht gebouwd te zijn met dit geweigerd beton, de bouwwerken die gerealiseerd werden sinds de laatste aanvaarde proef voorafgaand aan het niet bevredigende resultaat tot de eerst volgende aanvaarde proef, tenzij de AA het bewijs kan leveren van een andere grens - zoals bijvoorbeeld door middel van de data van het betonstorten of door de afname in de massa van ten minste drie stalen. Storten van het beton Het beton wordt uitsluitend geleverd door betonmixers. De toevoeging van hulpstoffen bij de levering is enkel toegelaten als de hulpstof werd geleverd of voorgeschreven door de producten. Het is formeel verboden water toe te voegen buiten dit voorzien door de central na het vertrek van de vrachtwagen aan de centrale. Het gebruik van begon dat ontmengd is, is verboden. Beton dat niet is gebruikt vóór het uitharden inzet en uiterlijk 100 minuten na de fabricage ervan, mag niet worden gebruikt. Deze tijd kan worden verlengd mits akkoord van de LW door het gebruik van een hulpstof die het uitharden vertraagt, die het BENOR-label draagt, en op voorwaarde dat op de leveringsbon het type vertrager, de gebruikte hoeveelheid en de uithardingsvertraging vermeld staan. Vóór het storten van het beton draait de betonmixer op hoge snelheid (15-20 toeren/min) gedurende ten minste één minuut. De stortmiddelen van het beton zijn aangepast om iedere ontmenging van de granulaten te vermijden. De AA past de betonsamenstelling aan de voorziene stortmiddelen aan. Het beton wordt aangebracht in horizontale lagen van ten hoogste 35 cm. Het tijdsinterval dat verstrijkt tussen het verdichten van één laag en het storten van de volgende laag mag in geen geval groter zijn dan 4 uur. Anders moeten de betrokken oppervlakken behandeld worden als aanzetoppervlakken en moet de AA het advies vragen van de IS. Verdichting Iedere laag moet correct worden verdicht door trilling in de massa op hoge frequentie. De werklui die werken met de triltoestellen, zijn gekwalificeerd en opgeleid in de methodologie. Het aantal toestellen en het personeel is toereikend om het ritme van et betonstorten te kunnen volgen. De duur van de trilling wordt bepaald afhankelijk ______________________ pagina 10 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
van de afmetingen van de stukken en van de samenstelling van het beton. Deze is in ieder geval lang genoeg zodat het oppervlak van het getrilde beton glanzend en stevig is. De tussenafstand van de verdichtingspunten moet compatibel zijn met de actieradius van het gebruikte toestel en de bereikte trillingsfrequenties. Het toestel moet tot aan de binnenbekisting of tot aan de vorige verdichte laag in het beton steken. Het verdichten moet de homogeniteit van het beton verzekeren en iedere ontmenging tegengaan. De duur van de trilling van het beton in een tweede fase langs een stortnaad wordt met 50 % verlengd. Onderbrekingen van het betonstorten De AA legt een plan van de plaats van de stortnaden, die moeten worden voorzien op de minst belaste plaatsen, ter controle voor aan de LW. Alle stortnaden moeten ruw zijn. De ruwheid van de verticale of schuine stortnaden wordt verzekerd door het gebruik van strekgaasplaten. Deze platen worden verwijderd nadat het beton in een eerste fase is uitgehard. De stortnaden zijn bekist en verticaal. De AA mag in geen geval het beton volgens zijn naatuurlijke helling laten lopen. De LW mag het gebruik opleggen van specifieke dichtingspakkingen in het geval de structuur in contact komt met water. Vóór het betonstorten van de tweede fase wordt de stortnaad schoongemaakt en overvloedig bevochtigd. Een verlijming met rijke mortel of epoxyhars kan worden opgelegd door de LW. Voorzorgen In het geval het beton wordt gestort tijdens de winterperiode, moet de AA de norm NBN 15-104 naleven en meer in het bijzonder de bepalingen van de artikels 3.5.5 en 3.6. De bekistingen, het oude beton en het metselwerk waartegen het moet beton gestort moet worden, moet zorgvuldig worden schoongemaakt en overvloedig worden bevochtigd vóór het betonneren. Bij weertypes II, III, IV en V worden de betonneringswerken opgeschort. Bij weertypes I moeten voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen bij het betonneren. Er zal geen prijssupplement worden betaald voor de maatregelen en middelen die de AA zal voorzien om door te kunnen gaan met betonneren. Het beton dat getroffen wordt door vorst zal moeten worden afgebroken en opnieuw worden aangebracht op kosten van de AA. De stortnaden die niet opgelegd zijn door de vormbepalingen van de structuur (bijv.: aansluiting vloerplaat / schaal) worden tot een minimum beperkt en gesitueerd waar ze de sterkte zo weinig mogelijk schaden. De LW kan, in voorkomend geval, de plaats opleggen waar de stortnaden zich moeten bevinden.
Nabehandelingen Alle betonoppervlakken worden beschermd tegen uitdroging, hetzij door het behoud van de bekistingen gedurende een voldoende lange periode, rekening houdend met het type cement en de weersomstandigheden, hetzij door het aanbrengen van een nabehandelingsproduct, hetzij door het vernevelen van water gedurende 5 dagen na het betonneren (niet begieten). Het nabehandelingsproduct mag geen ongunstige werking hebben op de aanhechting van het beton van de latere tweede fase. Bij hevige regen moeten voorzorgsmaatregelen worden getroffen om het onderlopen van het beton te vermijden. Beton dat ondergelopen is door de regen of stromend water alvorens het volledig uitgehard is, wordt afgebroken door en op kosten van de AA. Fouten De volgende fouten worden niet aanvaard en moeten het voorwerp uitmaken van een herstelling door en op kosten van de AA, volgens een door de LW goedgekeurde methodologie, afhankelijk van de mechanische en esthetische consequenties: - Niet perfect vlakke zijden ______________________ pagina 11 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
-
Verspringende zijden als die op dezelfde lijn moeten liggen Niet in het lood Diepe beschadiging Grindnesten Luchtbellen> 5 mm Krimpscheuren > 0,3 mm Onvoldoende bekleding van de bewapeningen Menging met de aarde Waterinfiltratie in beton dat waterdicht moet zijn.
Zichtbare of onvoldoende beschermde bewapeningen Na voorafgaand akkoord van de leiding der werken worden de zichtbare of onvoldoende beschermde bewapeningen bedekt met spuitbeton (klasse C30/37) over een dikte van 3 cm na afbikken tot op het gezonde beton van de oppervlakken a rato van ten minste één slag per dm² zodat een ruw en schoon oppervlak wordt verkregen. Het afgebikte oppervlak zal daarna ingestreken worden met een aanhechtingsproduct dat een technische erkenning kreeg afgeleverd door BUtgb of dat het Benor-conformiteitsmerk draagt en overvloedig nat gespoten worden om een bevochtiging in de diepte te verkrijgen. Hetzelfde aanhechtingsproduct zal worden gemengd in het aanmaakwater van het spuitbeton. Deze werken en prestaties zijn een last van de aanneming. Alle leveringen en prestaties die hiervóór expliciet en impliciet worden beschreven, zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen. Grindnesten Na voorafgaand akkoord van de leiding der werken worden de grindnesten bijgewerkt en de gaten opgevuld met een mortelrijk beton waar een aanhechtingsmiddel is toegevoegd. Bij wijze van voorbeeld wordt hierna een herstelwijze gegeven: - Afbikken met de beitel tot op het gezonde beton met als doel een uitsparing te creëren waarvan de wanden parallel lopen met of loodrecht op de bekistingen. - Zeer stijve bekisting met vuluitkraging als het gaat om verticale wanden (schalen of zuilen). De uitkraging steekt 10 tot 15 cm voorbij de bovenste rand van de uitsparing. - Overvloedig nat spuiten van de oppervlakken (met zeer schoon water) om een bevochtiging in de diepte te verkrijgen. Daarvoor blijft de onderste voeg tussen het beton en bekisting tijdelijk lichtjes open om de afvoer van het water mogelijk te maken. De andere voegen worden afgedicht met een strook samengeperst schuimrubber. - Opvulling met beton of mortel met een samenstelling die aangepast is aan de uitsparing, met een fluïditeit van ongeveer 1,8 en een karakteristieke sterkte die groter is dan deze van het beton van het element. - Bij het vullen wordt het beton aangestampt in de massa terwijl de bekisting getrild wordt. - Een tweede trilling vindt plaats een half uur na het vullen, enkel in het uitkragingsbeton. Deze trilling heeft als doel de eventuele voeg te dichten die zou ontstaan aan de bovenzijde als gevolg van een inzakking van het verse beton. - Ontkisting daags na het betonneren. De ontkiste oppervlakken worden bestreken met een antiverdampingsmiddel om voortijdige uitdroging tegen te gaan. - Verwijdering van de uitkragingen met de hamer en de niet-pneumatische beitel. Als er grindnesten bestaan in een nieuwe structuur, vormt de bijwerking ervan een last van de aanneming. Als er grindnesten aanwezig zijn in de bestaande structuur, zal de bijwerking ervan betaald worden per stuk en de eenheidsprijs die alle toebehoren en prestaties bevat die hierboven expliciet en volledig beschreven worden. Documenten voor te leggen aan de LW Technische fiches (met betrekking tot de materialen en de procedures) die vooraf moeten worden verstrekt, vóór de uitvoering van de werken in kwestie, met betrekking tot: > het gedetailleerde betonneringsprogramma (met indicatie van de stortnaden) voor elk deel van de constructie, te leveren uiterlijk 21 dagen vóór de betrokken werken; > de hulpstoffen;
______________________ pagina 12 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
>
de maatregelen bestemd om alcali-granulaatreacties tegen te gaan (maatregelen, bewijs, controlemiddelen,…); > de uitvoeringsmethodes van de betonneringswerken; > de middelen voor het aanbrengen en storten van het beton; > de uitvoeringsmethodes van de aanslagen en stortnaden; > de materialen en maatregelen voor de bescherming en de nabehandeling van het vers beton; > het ontkistingsprogramma; > de langdurige beschermmaatregelen van het beton; > de herstelling van het beton (producten, uitvoeringsmethoden en toepassingspunten). Een technisch dossier voor elk type beton wordt ingediend ten minste 15 kalenderdagen vóór het begin van de betrokken betonnering en omvat: > de gedetailleerde samenstelling > de identificatie van de productiecentrale van het beton; > de extractieplaats van de granulaten, de productieplaats van het cenment, de herkomst van elke hulpstof; > de elementen van het bouwwerk waarvoor het beton bestemd is. Bij de levering, worden de leveringsborderellen voorgelegd op eenvoudig verzoek. Documenten die ter beschikking moeten worden gehouden en volledig dossier dat moet worden verstrekt na de uitvoering: –
de leveringsborderellen volgens [B 7.3]. Als de toepassingsvoorwaarden niet toelaten dat het beton het BENORlabel behoudt (toevoeging van water, toepassingstermijn overschreden, …), wordt dit label doorgehaald op de leveringsbon en wordt de reden hiervoor er duidelijk op vermeld;
–
voor ieder gebetonneerd element, een fiche, waarop het volgende vermeld staat: > datum van de betonnering; > het nummer van de leveringsborderellen; > de weersomstandigheden tijdens het storten van het beton.
4.2
BEKISTING
Meetwijze: pro memorie, inbegrepen in post 4.3 Betonnen bouwwerken (PM) Materialen De bekisting bestaat uit nieuwe of goed schoongemaakte, aansluitende houten planken, uit panelen of uit ieder ander systeem dat hetzelfde resultaat oplevert, behoudens bijzondere bepaling op de plannen of in bepaalde specifieke posten. Voor alle structuurelementen die zichtbaar zullen blijven, moet de AA gladde bekistingen gebruiken die bestaan uit vlakke, onvervormbare gebakiliseerde multiplexpanelen of uit kunststofpanelen. Deze panelen zijn perfect schoon en de manipulatie ervan maakt het voorwerp uit van de beste zorgen om ieder risico op vervuiling systematisch uit te sluiten. Er moet bijzonder op toegezien worden dat ieder langdurig contact met geroeste bewapening vermeden wordt. Het legpatroon van deze panelen zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de AR. De bekistingen moeten voldoende waterdicht zijn om verlies van cementmelk tegen te gaan. Er worden dichtingen voorzien tussen de bekistingspanelen om het weglopen van cementmelk tegen te gaan. De verloren bekistingen bestaan uit het tussenplaatsen van platen in geëxpandeerd polystyreen van 2 of 3 cm dik tegen de bestaande bouwwerken. Polystyreen heeft een densiteit van 15 kg/m³. De platen worden stevig vastgemaakt op de bekistingen om hun verplaatsing tijdens de betonnering tegen te gaan.
______________________ pagina 13 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
Ontkistingsproduct De bekistingen kunnen een behandeling krijgen die bestemd is om de ontkisting te vergemakkelijken. Deze bewerking mag geen schadelijke gevolgen hebben op het latere gedrag van de afwerkingsbekleding van het oppervlak noch op het aspect van het ontkiste beton. Het ontkistingsproduct moet worden aangebracht vóór de plaatsing van de bewapening. Deze mag niet in contact komen met het ontkistingsproduct. Afstandhouders De afstandhouders, die ter akkoord worden voorgelegd aan de leiding der werken, en die de bekistingen langs beide zijden verbindt met een schaal of een balk, worden verticaal en horizontaal uitgelijnd met regelmatige tussenafstanden. Na ontkisting worden de uitsparingen van de sjortouwen geïnjecteerd op een diepte zodat het element de vereiste brandwerendheid behoudt. Afkantingen Alle verticale randen worden afgekant door middel van houten latten met een zijde van 1,5 cm, geplaatst in de bekisting vóór betonnering. Sterkte De bekistingen moeten sterk en stijf genoeg zijn om, zonder overdreven vervorming, bestand te zijn tegen de verschillende lasten en belastingen die ze moeten doorstaan tijdens de uitvoering van de werken tot aan de ontkisting of het lossen van formelen (gewicht en druk van het beton, effecten van het aanstampen en van de trilling, diverse lasten, enz.). Netheid Onmiddellijk vóór betonnering worden de bekistingen ontdaan van alle vuil en resten (zaagsel, spanen, nagels, enz.) en overvloedig afgespoten. Stagnerend water in de bekistingen wordt vermeden. Daartoe worden eventueel vensters voorzien op de lage punten. Ontkisting De betonnen bouwwerken mogen niet ontkist worden alvorens het beton voldoende hard is geworden, zodat het geen permanente vervormingen meer ondergaat, conform art. 3.7 van de norm NBN B15-104, en, in geen geval, vóór de volgende termijnen: - Zuilen en zijvlakken van de balken: de gemiddelde druksterkte is groter dan 2/3 van de gevraagde kenmerkende sterkte. - Steunen en onderslagbalken van de onderzijden van balken, nerven en vloerplaten: 21 dagen. Bij de berekening van het aantal dagen wordt aan iedere kalenderdag een rijpingscoëfficiënt toegekend, conform art. 3.6.2. van de NBN B15-102. Het is formeel verboden de bouwwerken te onderwerpen aan een externe last, druk, belasting van welke aard ook, gewicht van een steiger, materialen of last afkomstig van machines, alvorens 28 dagen zijn verstreken, tenzij deze bouwwerken zorgvuldig en stevig gestut zijn. Bekisting van de uitzetvoegen In de verticale voegen wordt de eerste zijde bekist door middel van een gewone bekisting en de tweede door middel van panelen die voldoende stijf zijn om de druk van het vers beton, tijdens de betonnering, te kunnen dragen. In de horizontale voegen wordt de bovenzijde glad gemaakt met de troffel en de onderzijde bekist met panelen die voldoende stijf zijn om het eigen gewicht van het verst beton te kunnen dragen. Na de betonnering worden deze voegen over hun volledige diepte uitgekrabd om de voeg toe te laten haar functie te vervullen. Afwerking De betonnen wanden vertonen, na ontkisting, geen enkele fout die de duurzaamheid, de sterkte, noch de architecturale kwaliteiten van de constructie aantasten, zoals grindnesten, zichtbare bewapeningen of bewapeningen die onvoldoende bedekt zijn met beton. Anders worden de betwiste bouwwerken of bouwwerkdelen bijgewerkt of afgebroken en heropgebouwd door en op kosten van de AA volgens de instructies
______________________ pagina 14 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
van de leiding der werken. Alle zichtbare betonzijden zijn glad. Doorboringen en toebehoren Alle toebehoren voor afwerking en uitrusting die moeten worden geïntegreerd in de betonnen elementen worden geplaatst door de AA. Hij zoekt bij de ontwerpers en de aannemers van de andere kavels, alle informatie bij elkaar die hij nodig heeft om de inplantings- en plaatsingsplannen van dit toebehoren op te maken. Deze plannen worden op elke index goedgekeurd, voorafgaand aan hun uitvoering door de leiding der werken; zijn aansprakelijkheid wordt niet afgezwakt door deze goedkeuring. De LW mag, tot drie dagen vóór de betonnering, doorboringen laten toevoegen, zonder dat dit aanleiding geeft tot een verrekening. De plaatsing van het toebehoren kan de bepalingen voorzien op de structuurplannen, niet wijzigen. In het geval van tegenstrijdigheid of onmogelijkheid waarschuwt de AA de leiding der werken, die de beslissing zal nemen. Dit toebehoren omvat met name: - Bevestigingsrails met verschillende belastingscapaciteiten. - Geïntegreerde moffen. - Uitsparingen in diverse vormen en groottes. - Kokers in diverse vormen en groottes. - Tredeneuzen voorzien van bevestigingsmiddelen. De rails zijn voorzien van bevestigingsdoken op ten hoogste 25 cm van elkaar. Ze worden zodanig geplaatst dat de zichtbare zijde in het vlak van het beton ligt. Ze worden opgevuld met een neutraal schuim tegenover het beton en het staal van de rail, dat het water van het beton niet absorbeert. Dit schuim wordt bij het ontkisten verwijderd door de AA. De eenheidsprijzen met betrekking tot deze post omvatten de levering van het toebehoren alsook alle benodigdheden, prestaties en toepassingen die nodig zijn voor de plaatsing, zelfs als dit toebehoren, deze prestaties en toepassingen niet expliciet worden beschreven in de technische voorschriften. Enkel de opvullingen tussen uitsparingen, kokers of moffen en de uitrustingen maken geen deel uit van deze aanneming. De AA voorziet in zijn plaatsingsprijs de speciale voorzieningen voor het op hun plaats houden (tolerantie van 5 mm in de beide richtingen) van deze elementen en om het volgende te vermijden: - Het kromtrekken van de moffen. - De corrosie van de schroefdraad. - De trillerslagen die de elementen verplaatst. - Het vullen met een verhardend materiaal van de moffen. Iedere plaatsing die moet worden uitgevoerd in een reeds gerealiseerd element en die niet vermeld staat op de inschrijvingsplannen, mag pas worden uitgevoerd na akkoord van de leiding der werken, zowel wat de noodzaak van dit toebehoren betreft, als voor de plaatsingsmiddelen. Dit akkoord wordt bevestigd met een document opgesteld door de IS. Deze bijkomende plaatsingen zijn ten laste van de aanvrager. Opmerkingen: - De bevestiging door middel van nagels die met een pistool worden aangebracht, is niet toegelaten. - Het lassen op de metalen vloeren alsook op de balken is verboden. - De eventuele ophangingen aan de metalen vloeren gebeuren enkel door speciaal hangtoebehoren dat bedoeld is om geïntegreerd te worden in de nerven van deze vloeren. De bevestigingen van de ophangingen aan metalen profielen gebeuren enkel door spanklemmen. De verankeringspunten worden geplaatst vóór het aanbrengen van de brandbeveiliging. Toleranties Het niet naleven van de hierna gedefinieerde toleranties leidt tot de weigering van de betrokken elementen, die worden afgebroken en heropgebouwd door en op kosten van de AA. In het geval dat de leiding der werken, om haar redenen, op voorwaarden die door haar worden bepaald, zou aanvaarden de bouwwerken die de toleranties niet respecteren, te behouden, ontheft deze aanvaarding de AA geenszins uit zijn plicht om op zijn kosten en lasten, de structuur eventueel te verstevigen en de aannemers van de andere vakgebieden schadeloos te stellen voor de aanpassingen en de gevolgen die hoger genoemde gebreken zouden hebben op de werken van deze andere vakgebieden. ______________________ pagina 15 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
a) Algemene geometrie van de structuren - De toleranties op de inplanting van de assen bedragen 0,5 cm meer of minder tegenover de theoretische posities van deze assen. - De toleranties voor de inplanting van de niveaus bedragen 1 cm meer of minder tegenover de theoretische posities. - afwijkingen m.b.t. het loodrecht zijn van 0,002 H met een maximum van 1 cm zijn toegestaan. - Wat de zuilen en de schalen betreft, is een uit het lood staande sectie tussen twee opeenvolgende vloeren enkel toegelaten op voorwaarde dat de projectie op het vlak van de basis van het zwaartepunt van iedere dwarssectie en met name de sectie van de top, binnen een homotetische omtrek rond de centrale kern blijft en hetzelfde centrum heeft als deze, wat overeenstemt met een verlaging van 5 tot 1 van de lineaire afmetingen van deze laatste. b) Afmetingen van de structuurelementen - De toleranties op de diktes van de vloerplaten alsook op de betonneringsniveaus bedragen 1 cm meer of minder. - De toleranties op de breedtes van de balken bedragen 0,5 cm minder en 2 cm meer op het onbeklede deel van iedere zijde. - De toleranties op de breedtes van de balken bedragen 0,5 cm minder en 2 cm meer op het onbeklede deel van iedere zijde. - De toleranties op de afmetingen van de zuilen bedragen 1 cm meer of minder tegenover de theoretische zijden ervan. - De toleranties op de plaats van de doorboringen, openingen en inkepingen bedragen 1 cm meer of minder in de drie richtingen. c) Vlakheid De vlakheidstoleranties gemeten door middel van een rechte en stijve regel van 2 m lang bedraagt ten hoogste 5 mm. d) Opmerking De hierna gedefinieerde toleranties zijn niet cumulatief. Horizontale oppervlakken De horizontale of iets gekantelde oppervlakken, zoals de bovenzijde van de vloerplaten, worden gladgemaakt met de regel of met de trillat afhankelijk van de voorziene afwerking. De aandacht van de AA wordt gevestigd op art. 10.6 van de NBN B15-001. Als de uitvoering niet bevredigend is, realiseert de AA op zijn kosten en aanvullende cementering waarvan de dikte, op de dunste plaats, 5 mm bedraagt. Deze oppervlakken worden afgewerkt, zoals beschreven in artikel 6.31.1 van de TV 122, met ter plaatse gegoten betonvloeren met monolieten afwerking. Het bestrooiingsproduct bestaat uit droge cement en wordt verspreid a rato van ± 3 kg cement per m² te behandelen oppervlakte. Tegenpijlen Behoudens speciale indicaties vermeld op de uitvoeringsplannen, vertonen de bekistingen van de elementen van meer dan 6 m lang, onder het eigen gewicht van het vers beton, een tegenpijl van de orde van 1/400 van hun overspanning. Documenten voor te leggen aan de LW De principeplannen van de bekistingen met indicatie van de gebruikte materialen, de plaats van de afstandhouders, van het principe van de wachtstaven, met beschrijving van de voorzieningen met betrekking tot de voegen en hun afdichting, tot de doorboringen van de bekistingen, met vermelding van de betonneringstegenpijl en van de structurele tegenpijl. De technische fiches die moeten worden verstrekt vóór de uitvoering: > van de afstandhouders; > van de bekistingsmaterialen; > van de dichtingsvoegen en –stroken; > van de afkantingen; > van de afsluitdoppen van de holtes die in het beton werden gelaten; > van het ontkistingsproduct; ______________________ pagina 16 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
> >
van de elementen voor doorboringen en uitsparingen; de berekening van de tegenpijlen.
4.3 BETONNEN BOUWWERKEN Deze post omvat het leveren en het aanbrengen van het beton voor de bouwwerken in gewapend beton. Alle voorschriften die beschreven worden in de vorige posten (beton en bekisting) zijn van toepassing voor de huidige post en de subposten die volgen. Omvat: De eenheidsprijzen met betrekking tot deze post omvatten alle benodigdheden, prestaties en toepassingen die nodig zijn, zelfs als dit toebehoren, deze prestaties en toepassingen niet expliciet worden beschreven. Ze omvatten met name: - De levering van de materialen, met inbegrip van de door de AA voorgeschreven of gewenste hulpstoffen. - Het aanbrengen, met inbegrip van het pompen, het trillen, het afstellen, het gladmaken van de niet-bekiste oppervlakken, van de niet-bekisten hellingen en reliëfs; - de maatregelen om het risico op alcali-granulaatreactie te beperken; - De trillingsoperaties, - De beschermingen tegen uitdroging en de weersomstandigheden. - De bijwerkingen en afwerkingen. - De leveringen en prestaties met betrekking tot de tijdelijke krimpvoegen en stortnaden. - De bijkomstigheden met betrekking tot de uitvoering in opeenvolgende fasen. - De opgelegde prestaties voor de betonnering tijdens de winterperiode. - De bijzondere stortnaden met epoxyhars die aangegeven zijn op de plannen. - De bijkomstigheden die worden opgelegd door de plannen en dit bestek, ongeacht of deze rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeien uit de genoemde documenten. - De uitsparingen voor doorgangen van kabels en buizen, voorgesteld op de plannen. De inplanting, de afmetingen, de vorm en de bestemming van deze uitsparingen zouden veranderd kunnen worden vóór de uitvoering (volgens preciseringen en tekeningen) en dit zonder aanpassing van de eenheidsprijzen. - De kosten voor de genormaliseerde en aanvullende test, die al dan niet beschreven zijn in deze bepalingen en van de conformiteitscontroles. - Het naleven van de toleranties. - De bekistingen zoals eerder beschreven. - De tijdelijke schoring van de structuren na betonnering. - De bescherming van de elementen die zichtbaar blijven. - Het dichtstoppen van de bevestigingselementen. - de afgeschuinde hoeken, de druppelbreker, de antislipprofielen; - de tegenpijlen; - de nodige steunen, stutten, steigers; - de ontkistingsproducten; - de afsluitdoppen; - de demontage van het materieel en de materialen na de werken; - de middelen en prestaties die nodig zijn voor de controle van de afmetingen en niveaus; - de uitsparingen die gerealiseerd moeten worden voor de doorgang van kabels en buizen, voor zover ze niet vermeld staan in aparte posten; - de uitsparingen die nodig zijn voor de verankering en de inmetseling van ijzerwerkstukken; - de uitsparingen die nodig zijn voor de verankering en de inmetseling van geprefabriceerde elementen, ongeacht of het is door middel van uitstekende elementen of elementen die ingemetseld of vastgezet moeten worden.
Meetwijze: kubieke meter (m³)
______________________ pagina 17 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
5
WAPENINGEN
5.1 STAAL VOOR GEWAPEND BETON De bewapeningen bestaan uit staven met een verbeterde aanhechting BE 500 S volgens NBN A 24-301, -302, 303 en -304 en dragen het BENOR-label. Op het ogenblik van hun plaatsing worden ze ontdaan van loszittende roest. Ze worden ontdaan van alle vuil, olie, verf, aarde, enz. en op maat gesneden, conform de Belgische normen, volgens de vormen en afmetingen vermeld op de plannen en borderellen. Bij de plaatsing van de bewapeningen, is het verplicht: • De blote buitenkant van de bewapeningen op de voorgeschreven afstand te houden, met behulp van afstandhouders om tijdens het manipuleren ieder contact met de bekistingen te vermijden. Deze afstandhouders worden verticaal en horizontaal uitgelijnd met regelmatige tussenafstanden. • De afstandhouders en steunijzers, die in geen geval sporen mogen achterlaten na de ontkisting en die onaantastbaar zijn, ter goedkeuring voor te leggen aan de LW. Bovendien wordt, in het geval van beton met speciale bekistingen, het type en de plaatsing van de afstandhouders ter goedkeuring voorgelegd aan de LW. • Verbindingselementen te gebruiken in verzinkt staal • De uiteinden van de verbindingselementen naar de buitenkant van de bekisting te duwen. • De bodem van de bekistingen grondig schoon te maken na het plaatsen van de bewapeningen, om ze te ontdoen van resten van de verbindingselementen en ander afval dat er zich kan ophopen. • De bovenste bewapeningen van de vloerplaten te plaatsen vóór de betonnering op stalen ruiters, die steunen op de onderste bewapeningen. Deze ruiters zijn voldoende talrijk om een permanente vervorming van de wapeningen te vermijden onder de doorgang van het werfpersoneel en de middelen voor het aanbrengen van het beton. Het plaatsen van de bewapeningen tijdens het betonneren is verboden. • De bewapeningen die voorbij het beton steken, te beschermen, om de vorming van roest tegen te gaan,alsook het verschijnen door vloeien van vlekken op het reeds ontkiste beton. Deze bescherming kan worden gerealiseerd door middel van een eenvoudige bestrijking met cementmelk die gehamerd en geborsteld moet worden tot het metaal volledig schoon is, vóór het hervatten van de betonnering. Tijdens de betonnering mogen de bewapeningen niet worden verplaatst, en na de betonnering moeten ze zich alijd in de positie bevinden die vermeld staat op de plannen. De aandacht van de AA wordt gevestigd op het feit dat het beton een bescherming verzekert tegen brand van de elementen van de structuur. De afstand tussen de randen van de bewapeningen en de wanden van het beton beantwoordt aan de van kracht zijnde Belgische normen, en vermeld op de plannen. Alle gevolgen van het eventueel niet-naleven van deze tussenafstand zijn ten laste van de AA. De afstand tussen de reële positie van een hoofdstaaf van een balk of van een zuil en de theoretische positie vastgelegd door de tekeningen, mag niet groter zijn dan 5 mm. De tussenafstanden tussen de parallelle vloerplaatbewapeningen of tussen de beugels mogen niet meer dan 10 mm verschillen van de theoretische tussenafstanden die aangegeven worden door de tekeningen. De overlappingslengten moeten beantwoorden aan de indicaties van de plannen, of anders aan de lengten bepaald in de norm NBN B15-104. De buiging van de staven beantwoordt aan NBN B15-002. Omvat: - de levering, het transport, het op maat snijden en de plaatsing van de bewapeningen in de bekistingen conform de uitvoeringsplannen, de verbindingselementen, ______________________ pagina 18 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
-
de verbindingselementen, spieën en het staal dat wordt toegevoegd als uitvoeringsmiddel om de staven tijdens het betonneren op hun plaats te houden, alle bijkomstigheden die verband houden met bovenstaande operaties. 5.1.1
STAVEN BE500S
Meetwijze: per gewicht (kg) Hoeveelheden: 37 kg
5.1.2
WAPENINGSNETTEN BE500S
De bewapeningsnetten moeten elkaar ten minste 2 mazen overlappen. Er wordt enkel gebruik gemaakt van netten van het type "met kammen" om het aantal lagen staven in de overlappingszones te beperkten (ten hoogste 3 lagen bewapening). Het net kan worden vervangen door staven met dezelfde diameter. De netten moeten worden vastgemaakt aan de bestaande wachtstaven en aan de nieuwe staven (A), zie plan. Omvat: - de levering, het transport, het op maat snijden en de plaatsing van de bewapeningen in de bekistingen conform de uitvoeringsplannen, de verbindingselementen, - de verbindingselementen, spieën en het staal dat wordt toegevoegd als uitvoeringsmiddel om de staven tijdens het betonneren op hun plaats te houden, - alle bijkomstigheden die verband houden met bovenstaande operaties. Meetwijze: per gewicht (kg) Hoeveelheden: 100 kg
5.1.3
INMETSELINGEN VAN STAVEN DIAMETER 10 MILLIMETER IN HET BETON
De verankering van de bewapeningsstaven in de vooraf bestaande structuren gebeurt op de volgende manier: - Chemische inmetseling: het gebruikte product mag de sterkte van de in te metselen staven, noch de kwaliteit van de structuur waarin de staaf wordt vastgemetseld, niet aantasten. Vóór injectie wordt het boorgat schoongemaakt met perslucht en bevochtigd. De boringen worden uitgevoerd met de diameter voorgeschreven door de fabrikant, afhankelijk van de diameter van de te verankeren bewapeningsstaaf. De cementmortel bestaat uit een verharder en een epoxyacrylaathars, die zich zullen vermengen bij de injectie. De in te metselen staven moeten verplicht geribde of generfde bewapeningsstaven zijn. In ieder geval moet het bewijs worden geleverd dat het type inmetseling dat men van plan is te gebruiken, in de tijd bestand is tegen de belasting waaraan ze zal worden onderworpenen dat de plaatsingstechnologie verenigbaar is met de afmetingen van de betonnen elementen. De eenheidsprijzen omvatten alle nodige leveringen, prestaties en toepassingen, en met name de boringen tot op de voorgeschreven dieptes, de speciale stukken, de inmetselingsproducten, de voorbereiding van de staven. De op het plan aangegeven boorlengte moet nauwgezet worden gerespecteerd. (15 cm) Meetwijze: per stuk, per type (stuk) Hoeveelheid: 19 stuks van 50 cm
______________________ pagina 19 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
6
SCHOONMAAK VAN HET BETON
Betreft: Al het beton. Opmerking De inschrijver beschrijft in zijn offerte welk(e) schoonmaaksysteem (-systemen) die hij voorziet. Deze schoonmaak is bedoeld om alle voor te bereiden en te beschermen oppervlakken voor te bereiden en moet de aanhechting waarborgen. Dit bepaalt in grote mate de aanhechting en de duurzaamheid van de herstellingen en beschermingen. Alle verf en verfsporen, alle producten en sporen van divers vuil: olie, mos, ... moeten worden verwijderd. Alle delen van het gebouw die beschadigd zouden kunnen raken door deze schoonmaak, moeten worden beschermd.
Bij de offerte te voegen. Verplicht en op straffe van nietigheid van de offerte, een beschrijving van het (de) voorziene schoonmaaksysteem (-emen) en de vereiste energiebehoeften; vermogens en debieten. Een beschrijving van de te gebruiken beschermmiddelen. Deze post omvat: -
Alle inrichtingen die nodig zijn voor de werking van de gebruikte toestellen; koppelingen en aansluitingen vanaf de gebruikspunten. Alle schoonmaakwerken zoals hierboven beschreven. Het aanbrengen van alle beschermingen, ten minste zoals beschreven in de offerte. Het verwijderen van deze beschermingen en, indien nodig, het herstellen in hun oorspronkelijke staat van ieder element dat aangetast is door de schoonmaak.
Meetwijze: post met forfaitaire prijs (FF)
______________________ pagina 20 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
7
7.1
HERSTELLING VAN HET BETON
POST 1 Auscultatie van het betons. Betreft: Al het beton. Deze auscultatie vereist ten minste: -
een visuele inspectie gekoppeld aan een manuele sondering uitgevoerd met de lichte hamer, om een auscultatie uit te voeren door te kloppen op alle betonnen of gecementeerde oppervlakken en tegelijk te luisteren. De onuitwisbare markering van de te herstellen zones.
-
De aantastingen kunnen duidelijk zichtbaar zijn: scheuren, afbrokkelingen, gespleten delen; of minder zichtbaar: zone met verzwakte sterkte, met gebrek aan samenhang, hol of bol, sporen van oxidatie van de bewapeningen. Deze post omvat: Voor alle kavels. De auscultatie zoals hierboven beschreven. De markering van de te herstellen zones. Meetwijze: post met forfaitaire prijs (FF)
7.2
POST 2 Plaatselijke herstellingen. a) Afbikken van het beton Het afbikken gebeurt met ieder geschikt middel, van het mechanische of hydaulische type. Thermische of chemische procedés zijn verboden. Onderstaande voorschriften moeten worden gerespecteerd voor iedere te herstellen zone: 1) het te herstellen oppervlak worden rondom doorgeslepen om vrije randen te verkrijgen van ongeveer 10 mm diep in het beton en loodrecht op het vlak van het te herstellen oppervlak. Alle voorzorgen worden genomen om de bewapeningen niet te beschadigen. Als de aannemer van oordeel is dat de dikte van het bedekkingsbeton van de bewapeningen ontoereikend is voor het toepassen van deze techniek, stopt hij en waarschuwt hij onmiddellijk het studiebureau. 2) het afbikken gebeurt in de diepte tot men een gezonde ondergrond verkrijgt, in goede structurele staat.
______________________ pagina 21 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
In het geval van gewapende zones: 3) als de bewapening gezond is, d.w.z. niet geroest, hangt de afbikdiepte enkel af van bovenstaande voordwaarde; 4) als de bewapening geroest is, wordt ze volledig vrijgemaakt om ten minste 20 mm gezond staal zichtbaar te maken langs weerszijden van de gecorrodeerde zone; het beton wordt afgebikt tot 20 mm achter de bewapening waarbij bovenstaand voorschrift (a2) wordt gerespecteerd. b) Behandeling van de bewapening. 1) Als de bewapening gezond is: normale voorbereiding van de ondergrond (ten minste borstelen met een metalen borstel) en aanbrengen van een anti-corrosiemiddel in één of meer lagen. 2) Als de bewapening geroest is: volledig afbikken tot elk roestspoor en elk niet aanhechtend deeltje volledig verwijderd zijn, met alle passende mechanische en manuele middelen; aanbrengen van een anti-corrosiebekleding in één of meer lagen.
3) In beide gevallen wordt de voorbereiding van de ondergrond gevolgd door een perfecte ontstoffing (perslucht of beter nog afzuiging). 4) Als de aannemer van oordeel is dat de staat van de bewapening van die aard is dat de mechanische sterkte ervan gecompromitteerd is, waarschuwt hij onmiddellijk het studiebureau. Bij de offerte te voegen. Verplicht, de technische fiche van het gebruikte product; verstrekt door de fabrikant. Minimaal gewenste inlichtingen: Conditionering, verpakking. Aantal componenten en types. Dichtheid van het verse en gebruiksklare product. Verbruik, dosering. Aantal lagen: Dikte per laag (droog). Praktische gebruiksduur. Toepassingstechniek(en) en – middel(en). Verenigbaarheid met het beton: onverschillig of verbetert de aanhechting met de herstelmortel. Belangrijke opmerking. Het aanbrengen van de anti-corrosiebekleding mag in ieder geval pas worden aangebracht na de realisatie van post 1.
c) Eigenlijke herstelling. Verplicht uit te voeren na de realisatie van post 1. Zie punt C van de algemene bepalingen hierboven. Het gebruik van mortel op basis van hydraulische bindmiddelen noodzaakt een toereikende bevochtiging van de ondergrond (verzadigd met water maar mat). De structuur van de ondergrond moet ruw en aanhechtend zijn. De eventuele definitie van de types mortel die moeten worden gebruikt afhankelijk van de herstellingsdieptes moet worden goedgekeurd door het studiebureau. ______________________ pagina 22 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde
Het aanbrengen van het herstellingsproduct moet beantwoorden aan de voorschriften van de fabrikant en aan de eventuele richtlijnen van de ontwerper. De oppervlaktebehandeling moet geschuurd en niet gladgemaakt zijn (hout, kunststof). Het oppervlak zal zo veel als mogelijk worden hersteld in een staat die gelijkaardig is aan deze van de aanpalende zones. Meetwijze: post met forfaitaire prijs (FF)
7.3
BIJ DE OFFERTE TE VOEGEN: de technische fiche van het (de) gebruikte product(en); verstrekt door de fabrikant. Een eventuele aanvulling. °°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°
______________________ pagina 23 bestand: 09//1634 – AMB. Carinagaarde