De Matrasheffer Evaluatie van een nieuw hulpmiddel Fysieke
belasting,
gebruikservaringen,
financiële aspecten, gebruiksbegrenzingen en indicaties in kaart gebracht.
onderzoek in opdracht van onder andere het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Januari 2005, Hanneke Knibbe, Liddy Geuze, Nico Knibbe. LOCOmotion, Bennekom. onderzoek naar kwaliteit van arbeid en zorg
Inhoudsopgave Samenvatting
II
1.
Inleiding en vraagstelling
1
2.
Methode
9
3.
Resultaten metingen
17
4.
Veldevaluatie en financieel overzicht
39
5.
Financiële aspecten en omvangschatting
60
6.
Conclusies en aanbevelingen
72
Literatuurlijst
83
Tekeningen: GoedGebruik, project Thuiszorgtechnologie ZonMw, uitvoering: LOCOmotion, Bennekom (tekenaar Auke Herrema). Dit rapport volgt uit het project 'Opstaan, wassen en aankleden .. ' onderzoek naar de invloed van nieuwe zorgtechnologie op de fysieke belasting van zorgverleners (Wassen zonder Water, Aangepaste Kleding en de Matrasheffer). Knibbe et al., 2005.
Samenvatting
In dit onderzoek zijn de voor- en nadelen van de matrasheffer in kaart gebracht. Het gaat hier om een relatief nieuw hulpmiddel dat bestaat uit een soort luchtbed van vier lagen (ruim 10 cm) dat onder het bestaande matras op een gewoon bed geplaatst kan worden. Door achtereenvolgens deze lagen, stuk voor stuk, met een elektrische pomp op te pompen kan de bedhoogte gevarieerd worden. Daarmee zou de werkhoogte voor zorgverleners optimaal kunnen worden en de zelfredzaamheid voor cliënten verbeteren. De
onderzoeksvragen
hebben
betrekking
op
de
fysieke
belasting,
de
gebruikservaringen van zowel cliënten als zorgverleners en de financiële aspecten van de matrasheffer. Voor zover mogelijk zijn vergelijkingen gemaakt met de veel eenvoudiger bedverhogers ('bedklossen'), de bedden op verpleeghoogte (vaste hoogte) en de elektrisch verstelbare hoog-laag bedden. Er zijn directe metingen naar de fysieke belasting uitgevoerd; er werd een korte enquête gehouden onder uitleencentra; er zijn interviews gehouden en tenslotte zijn schriftelijke bronnen geraadpleegd.
Als criterium voor de beoordeling van fysieke belasting zijn algemeen geaccepteerde gezondheidkundige grenswaarden gehanteerd en de daarvan afgeleide Praktijkregels en Praktijkrichtlijnen voor de zorg, zoals die door sociale partners en de overheid (het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) zijn afgesproken als uitvloeisel van de arboconvenanten die in vrijwel alle zorgsectoren zijn getekend. Belangrijk in dit onderzoek was zodoende de vraag in welke mate de matrasheffer een bijdrage zou kunnen leveren aan het beperken van de fysieke belasting van zorgverleners.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
II
Fysieke belasting In vergelijking met de klassieke bedverhogers en het bed op verpleeghoogte pakt de vergelijking op het gebied van fysieke belasting over het algemeen gunstig uit. Dat geldt zeker wanneer de fysieke belasting van kraamverzorgenden wordt beoordeeld. In de kraamzorg wordt veel gebruik gemaakt van klossen en wordt in de eerste dagen na de bevalling zorg op bed geboden, terwijl over het algemeen de kraamvrouw zich verder goed kan redden en geen hulp bij til- of transferhandelingen nodig heeft. Wel zijn de kosten van de matrasheffer belangrijk hoger dan de op dit moment veelal gebruikte bedklossen. Belangrijk om te vermelden is wel dat wanneer een kraamvrouw daadwerkelijk zorg op bed nodig heeft, anders dan de kortdurende handelingen zoals reguliere controles, er een hoog-laag bed ingezet kan en zal worden. In vergelijking met de hoog-laag bedden kent de matrasheffer enkele met hooglaag bedden vergelijkbare voordelen en enkele voordelen boven het hoog-laag bed (het transport is lichter en de opslag eenvoudiger), maar er zijn ook een paar belangrijke beperkingen die het indicatiegebied beduidend kleiner maken. Een belangrijk probleem is het ontbreken van een (elektrische) hoofdeindverstelling en de te grote fysieke belasting die optreedt bij een aantal til- of transferhandelingen binnen de grenzen van het bed (hogerop in bed tillen, zijwaarts verplaatsen e.d.). Dat laatste wordt vooral veroorzaakt door het lichte kuiltje waarin de cliënt altijd ligt wanneer het matras is opgeblazen. Hoewel het onderzoek laat zien dat met een glijzeil (een transferhulpmiddel) een deel van de transfers wel mogelijk zijn, geldt dat niet voor alle transfers. Het probleem van de te zware transfers wordt met een glijzeil dus niet opgelost. Daarnaast is de fysieke belasting ten opzichte van het hoog-laag bed iets hoger, omdat de matrasheffer niet traploos instelbaar is, maar alleen per laag van ruim 10 centimeter en ontbreekt de hoofdeinde verstelling. Verder zijn bedhekken bij de matrasheffer niet mogelijk. Alhoewel de lighouding stabiel is, juist door het hele lichte kuiltje, is dit voor een deel van de doelgroep (onrustige of verwarde cliënten) een beperking. Dat geldt ook voor de zelfredzaamheid in bed, omdat de bedhekken ook gebruikt worden voor kantelen en draaien in bed.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
III
Iets soortgelijks geldt voor het gebruik van een papegaai. De papegaai beweegt niet mee met de matrasheffer en komt dus deels op een niet optimale hoogte uit, waardoor de cliënt deze niet goed kan benutten.
Praktijkervaringen
instellingen De gebruikservaringen zijn wisselend en vooralsnog beperkt. De ervaringen die er zijn, zijn vrijwel allemaal afkomstig van de thuiszorg. Een groot deel van de thuiszorginstellingen heeft er echter niet of nog niet voor gekozen om de matrasheffer op te nemen in het assortiment van het uitleencentrum, ondanks dat voor 2004 daartoe een keuzemogelijkheid bestond op de Basispakketlijst Uitleen 2004. Allerlei argumenten spelen daarbij een rol. Soms was dat heel praktisch: men heeft er nog geen mogelijkheid voor gehad of heeft geen behoefte aan uitbreiding gesignaleerd. Soms ook heeft men op basis van (een inschatting van) de kosten, ervaringen elders of ingeschatte voor- en nadelen besloten af te wachten of de matrasheffer niet of niet meer in de uitleen op te nemen. In intramurale instellingen is de inzet zeer incidenteel en vooral beperkt tot de verzorgingshuizen. Ervaringen uit verzorgingshuizen laten zien dat de matrasheffer als noodvoorziening en voor uitzonderingssituaties ingezet wordt (bijv. als een cliënt een hoog-laag bed weigert). De ontwikkeling naar de reguliere inzet van hoog-laag bedden is daar sterk, waardoor men zelf verwacht dat de matrasheffer in beperkte mate ingezet zal blijven en zich zal beperken tot incidentele situaties. Mogelijk voordeel is wel dat de matrasheffer makkelijk door de deur van de soms krappe verzorgingshuisappartementen kan. Voor instellingen als verpleeghuizen en ziekenhuizen is het indicatiegebied te smal omdat de meeste cliënten daar hulp nodig hebben bij transfers op bed. Een hooglaag bed zal zodoende daar vrijwel altijd nodig zijn. Daarnaast is daar geen sprake van 'eigen' bedden, waardoor de inzet van de matrasheffer als alternatief voor een hoog-laag bed niet logisch is. Naast de matrasheffer zou men daar immers toch
LOCOmotion, knibbe & knibbe
IV
altijd nog aanvullend een bed en een matras nodig hebben. De kosten zijn dan hoog.
zorgverleners De ervaringen van zorgverleners stroken met de meetresultaten. Ze zijn positief voor het verlenen van zorg op hoogte, maar bevestigen de problemen met de transfers. Bij cliënten die zichzelf wel kunnen redden in bed, waarbij de transfers dus niet nodig zijn, zijn de ervaringen positief. Deze groep is echter in de reguliere zorg klein. Wel wordt door zorgverleners in de thuiszorg het emotionele voordeel voor de cliënt om in het eigen bed te kunnen blijven benadrukt als groot voordeel. Voor bevallingen lijkt de matrasheffer vooralsnog niet geschikt, ondanks de verbeteringen die zijn doorgevoerd. Verloskundigen zijn daarbij vooral huiverig voor mogelijke problemen bij een niet vlottende partus, op momenten dat er een extra goed overzicht moet zijn en een zeer stabiele ondergrond moet zijn. Ook zou de kraamvrouw behoefte hebben aan meer stabiliteit dan de matrasheffer kan bieden. Dat betekent dat de matrasheffer vooral na (poli)klinische bevallingen een oplossing zou kunnen zijn en niet voor situaties waarin de bevalling zelf ook thuis plaatsvindt. Wel speelt ook dan dat (begeleiding bij) het geven van borstvoeding bij een kraamvrouw in liggende houding als lastig wordt ervaren op de matrasheffer.
cliënten De ervaringen van cliënten zelf zijn vooralsnog beperkt, maar zijn overwegend positief, met een enkele negatieve reactie. De ervaringen lijken ook hier in dezelfde richting te wijzen. Als men zich goed kan bewegen binnen de grenzen van het bed, is de waardering hoger dan wanneer dat niet het geval is. Bij deze groep wordt vooral de mogelijkheid om in het eigen bed te kunnen blijven zeer hoog gewaardeerd.
We merken tenslotte nog op dat de ontwikkelaar in de loop van de tijd verbeteringen in het product heeft doorgevoerd en daar ook nu mee bezig is. We
LOCOmotion, knibbe & knibbe
V
kunnen vaststellen dat dit inderdaad verbeteringen zijn, maar we stellen ook vast dat dit de evaluatie meer complex heeft gemaakt. Niet voor alle betrokkenen uit de praktijk was bijvoorbeeld duidelijk over welke versie zij beschikten en dus oordeelden.
Kosten De kostprijselementen ten opzichte van de hoog-laag bedden zijn lastig in kaart te brengen door het grote aantal variabelen en de verschillende wijze waarop daar in de praktijk mee om wordt gegaan. Duidelijk is wel dat de transport- en opslagkosten en de uitleen- en transportvergoeding die daar tegenoverstaat zeer bepalend zijn voor de vergelijking van de kostprijselementen met de klossen en hoog-laag bedden. Vanzelfsprekend zijn de klossen veruit het goedkoopst, zowel qua initiële investering als in het verdere traject. De afschrijvingskosten van de matrasheffer zijn vermoedelijk iets hoger dan die van de hoog-laag bedden. Verder geldt dat wanneer de cliënt de matrasheffer zelf ophaalt de kosten per uitleen lager zijn dan die voor een hoog-laag bed. Een hoog-laag bed kan niet door de cliënt zelf afgehaald worden en zal bezorgd moet worden. Wanneer de situatie bij bezorgen voor zowel de matrasheffer als het hoog-laag bed wordt vergeleken zijn de kosten voor de matrasheffer per uitleen waarschijnlijk lager dan die voor de hoog-laag bedden, door de naar verwachting lagere transportkosten. Daar moet bij opgemerkt worden dat in een aantal situaties bij een hoog-laag bed voor de veiligheid ook bedhekken geïndiceerd zijn. Dan is er een dubbele uitleenvergoeding mogelijk. Voor beide producten (bed en bedhekken) geldt immers de vergoeding. Bij de matrasheffer zijn geen bedhekken mogelijk en daar zal zodoende altijd het tarief voor één product gelden. Tenslotte is er nog weinig bekend over de storingsgevoeligheid, noodzaak tot onderhoud en levensduur van de luchtmatras en de pompunit. Op de langere termijn kunnen we zodoende nog weinig zeggen over de kosten. Intramuraal moet bedacht worden dat een matrasheffer niet op zichzelf bruikbaar is, maar altijd alleen in combinatie met een gewoon bed en een matras. De matrasheffer kan alleen in die combinatie als vervanger voor de hoog-laag bedden
LOCOmotion, knibbe & knibbe
VI
gezien worden. De kostenvergelijking zal nadelig uitvallen ten opzichte van de matrasheffer in situaties waarin de matrasheffer niet op een bestaand bed en matras kan worden ingezet (zoals in de thuiszorg). Er zal immers ook nog een bed plus matras aangeschaft moeten worden.
Omvangsschatting Een schatting van de omvang van de inzet van de matrasheffer is complex en heeft de nodige beperkingen. Een voorzichtige en ruime schatting op basis van recente en landelijke TilThermometer gegevens laat een percentage zien tussen de 0% en maximaal 4% van de thuiszorgcliënten (exclusief huishoudelijke zorg). Daarbij zijn niet de mogelijkheden in de kraamzorg betrokken (inzet na (poli)klinische bevallingen) en evenmin de gegevens voor inzet bij cliënten die niet in zorg zijn (mantelzorger en zelfstandig gebruik voor bijvoorbeeld opstaan uit bed). De potentiële positie voor de matrasheffer is zodoende vrij beperkt,
hetgeen
samenhangt met het smalle indicatiegebied. De omvangsschatting voor de klossen is vergelijkbaar tot iets kleiner dan die van de matrasheffer (0-3%). Daarbij zij opgemerkt dat klossen met name in de kraamzorg worden ingezet. Daarover zijn zoals aangegeven geen gegevens bekend. Voor de hoog-laag bedden hebben we het over minimaal 14% van de thuiszorgcliënten. Voor de kraamzorg worden hoog-laag bedden echter alleen in uitzonderlijke gevallen ingezet.
De potentiële inzet voor de hoog-laagbedden is beduidend groter, hetgeen direct verband houdt met de meer uitgebreide mogelijkheden van deze bedden zowel voor de cliënt als voor de zorgverlener en met de eisen die gesteld worden vanuit arbo-perspectief.
Gebruiksmogelijkheden We komen dan tot de volgende gebruiksmogelijkheden. Ze vormen een aanscherping van de conclusie uit eerder onderzoek (Knibbe & Knibbe, 2003). Bij
LOCOmotion, knibbe & knibbe
VII
gebruik binnen deze kaders voldoet de matrasheffer aan de Praktijkrichtlijnen en regels.
Gebruiksmogelijkheden: Wanneer er zorg op bed nodig is mits daarvoor of daarbij geen geassisteerde transfers of bewegingen nodig zijn, waarbij meer dan zeer lichte hulp is vereist. NB. Wanneer er toch transfers nodig zijn, kan de inzet van een glijzeil en deel van de transfers (kantelingen en draaiing) weliswaar vergemakkelijken, maar dit geldt niet voor alle transfers, waardoor dit per situatie bekeken moet worden en de algemene indicatiestelling gehandhaafd blijft. Mobiliteitsklasses1:
-
A, B, deels C.
-
C, D en E mits er geen transfers op bed noodzakelijk zijn die meer dan zeer lichte hulp vereisen.
Gebruiksbegrenzingen: Zodra
de
bewegingen
bovengenoemde op
bed
geassisteerde
noodzakelijk
zijn
transfers/ vervalt
de
beschreven gebruiksmogelijkheid.
Voor de mantelzorger gelden dezelfde gebruiksbegrenzingen als voor professionele zorgers. Bij de noodzaak van het makkelijker in en uit bed komen van de cliënt (zelfredzaamheid) kan de matrasheffer eveneens ingezet worden. Voor het benutten van de mogelijkheden tot opstaan en weer gaan zitten met gebruik van de pomp is echter wel een goede bewegingscoördinatie door de cliënt zelf vereist. Het indicatiegebied is zodoende ook nu smal. 1
Voor een toelichting op de betekenis van deze mobiliteitsklasses zie hoofdstuk 2. Ter vergelijking voor een hoog-laag bed geldt mobiliteitsklasse A t/m E en voor klossen A, B en een deel C.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
VIII
Voor de transfer van en naar bed is de niet traploze hoogteinstelling een beperking voor een deel van de doelgroep. Het overschuiven op de juiste hoogte is zodoende lastig.
De beslissing om de matrasheffer in te zetten bij 'voorzienbaar kortdurende zorg' (terminale zorg of intensieve verpleging of verzorging) kan genomen worden op basis van emotionele overwegingen (het in het eigen bed of het bed samen met de partner kunnen blijven slapen etc.). Wel moet benadrukt worden dat dit qua fysieke belasting voor de zorgverlener een nadeel vormt en zoals aangegeven risico's op overbelasting oplevert bij zorg aan cliënten in mobiliteitsklassen D, E en een deel van C. Het overgrote deel van de cliënten in deze doelgroepen zal immers vallen in klassen D en E. Ook kan het voor individuele zorgverleners betekenen dat zij meerdere cliënten in een 'voorzienbaar kortdurende' situatie in zorg hebben, waardoor hun risico op overbelasting gezien over een volledige werkdag, toeneemt. Over de prioriteitstelling (emotionele overwegingen of arbotechnische aspecten) die hierin gemaakt zou moeten worden doen wij geen uitspraak. Subjectief gezien zullen de gebruikers (zowel cliënten als zorgverleners) de matrasheffer ervaren als een verbetering: objectief gezien is er echter conform de Praktijkregels en -richtlijnen geen afdoende oplossing bereikt bij cliënten die in mobiliteitsklassen D, E en deels C vallen. Wel voor de overige cliënten.
Het verdient voorts aanbeveling het gewicht van de pompunit te verlagen. Nu valt het gewicht bij het dragen van de unit (met name over trappen e.d.) in het 'oranje' gebied van de Praktijkregels. Ook kan de duur van het in moeilijke houdingen werken bij de installatie beperkt worden door een logisch (kleur)code systeem voor het in de juiste volgorde aansluiten van de slangen.
We merken ook op dat het product verder doorontwikkeld zou kunnen worden. We denken dan aan de belangrijke optie van een hoofdeindeverstelling, meer stabiliteit en mogelijk ook de optie van bedhekken.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
IX
Slotopmerking De matrasheffer neemt daarmee qua functie een middenpositie in tussen de bedverhogers en de hoog-laag bedden. In feite is die middenpositie vergelijkbaar met die van de bedcarrier die inmiddels vrijwel verdwenen is. De matrasheffer werd oorspronkelijk ook als alternatief hiervoor ontwikkeld. Voor verpleging en verzorging is het indicatiegebied smal en vooral gecentreerd rond het geven van zorg op hoogte, in situaties waarin er geen transfers nodig zijn. Te denken valt aan stomazorg, wondverzorging, een deel van de postoperatieve zorg en dergelijke, waarbij als eis gesteld moet worden dat de cliënt zichzelf verder goed kan bewegen. Cliënten zien duidelijke en als zeer zwaarwegend ervaren voordelen omdat zij in het eigen bed kunnen blijven. Daarnaast wegen de voordelen rondom transport, installatie en mogelijkheden in kleine ruimtes in het voordeel van de matrasheffer. De voordelen voor de kraamzorg zijn het meest uitgesproken, zoals ook uit de praktijkevaluatie naar voren komt. De matrasheffer scoort daar beter dan de op dit moment meestal ingezette klossen. In de kraamzorg spelen de problemen gesignaleerd rondom de transfers niet of nauwelijks. Kraamvrouwen kunnen zichzelf immers veelal prima bewegen. Belangrijk om te vermelden is dat wanneer een kraamvrouw daadwerkelijk zorg op bed nodig heeft, anders dan kortdurende handelingen zoals controles, er ook dan een hoog-laag bed ingezet kan worden. In de kraamsetting zullen de voordelen van de matrasheffer zoals het eenvoudige transport (door cliënten zelf), en de snelle en eenvoudige installatie het best tot hun recht kunnen komen en de nadelen, zoals problemen rond de transfers, weinig invloed hebben. Wel zal de matrasheffer in de kraamzorg momenteel alleen ingezet kunnen worden na (poli)klinische bevallingen omdat de matrasheffer vooralsnog niet geschikt lijkt voor gebruik tijdens de bevalling zelf.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
X
1.
Introductie en vraagstelling
1.1.
Inleiding
Fysieke overbelasting is een belangrijk arbo-risico bij zorgverleners in alle zorgbranches. Behalve aandacht voor til- en transferhandelingen is er daarbij in toenemende mate aandacht voor de problemen rondom statische belasting (lang in moeilijke houdingen werken). Dat is terecht gezien de mate van blootstelling aan dit arborisico. De aandacht richt zich daarbij vooral op de werkhoudingen rondom het bed. Het bed neemt immers een centrale plaats in bij de vele activiteiten die zorgverleners uitvoeren. Veel til- en transferhandelingen vinden vanuit het bed plaats en een zeer groot deel van de verzorging en verpleging vindt op bed plaats. Als het bed niet op de juiste werkhoogte staat of goed instelbaar is, vormen de vele handelingen rondom wassen, verschonen, wisselen van incontinentiemateriaal, catheter- en stomazorg, zorg voor de kraamvrouw tijdens en na de bevalling een bron van fysieke overbelasting. Een goed bed kan dus een sleutelrol vervullen als het gaat om de bronaanpak van overbelasting zoals die in alle zorgconvenanten is afgesproken.
Praktijkrichtlijnen wijzen op noodzaak hoog-laag bedden voor alle zorgbranches De Praktijkrichtlijnen (in de thuiszorg Groene Praktijkregels genoemd) geven aan dat in de beschreven situaties hoog-laag bedden nodig zijn. Niet in alle gevallen is dat echter mogelijk of (financieel) realistisch. Voor kortdurende of 'voorzienbaar kortdurende' zorgsituaties kan het bijvoorbeeld zeer kostbaar of tijdrovend zijn om een
volledig
hoog-laag
bed
aan
te
schaffen
of
te
lenen
via
het
hulpmiddelencentrum of uitleenmagazijn van de thuiszorg. Dat neemt niet weg dat een zorgverlener die aan meerdere patiënten achtereen 'voorzienbaar kortdurend' zorg verleent, dan uiteindelijk blootstaat aan één lange aaneengesloten periode van overbelasting. Deze keten van patiënten met 'voorzienbaar kortdurende zorg' betekent dan voor haar toch duidelijk overbelasting.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
1
Voor reguliere kraamzorg ligt dat iets anders. Daar worden momenteel in principe bedverhogers of klossen ingezet. Wanneer echter blijkt dat de kraamvrouw zorg op bed nodig heeft die verder gaat dan de korte controles e.d. dan kan er wel degelijk ook in de kraamzorg een hoog-laag bed ingezet worden. Daarnaast zal een kraamverzorgende veelal in een gezin zijn en niet zoals andere zorgverleners naar diverse cliënten op een dag gaan.
Innovatieve oplossingen Gezien de zeer veel voorkomende noodzaak van zorg op bed is er gezocht naar nieuwe, eenvoudige, snel inzetbare en wellicht ook goedkopere oplossingen. Zo is er inmiddels een innovatieve oplossing op de markt waarmee een aanzienlijke reductie van fysieke belasting bereikt zou kunnen worden. Het gaat dan om de zogenaamde 'matrasheffer'2. Toch zal ook deze matrasheffer moeten voldoen aan alle eisen die daar voor wat betreft fysieke belasting aan gesteld worden op basis van de Praktijkrichtlijnen in de zorg. Op dit moment is dat niet duidelijk en dit onderzoek zal daar antwoord op kunnen geven.
1.2.
Matrasheffer
De matrasheffer is een opblaasbaar systeem van oorspronkelijk vijf en inmiddels vier, onder elkaar gelegen luchtcompartimenten dat onder het bestaande matras wordt bevestigd. Het systeem wordt onder de naam 'Cairlift' op de markt gebracht (zie www.cairlift.nl). Stap voor stap kunnen middels een eenvoudig te bedienen handset de lagen van iets meer dan 10 cm. hoogte opgeblazen worden, waardoor de 2
De Matrasheffer (Cairlift) heeft in 2004 de KITTZ innovatie prijs en de Design for All prijs gewonnen.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
2
bovenliggende matras met de cliënt erop hoger of lager komt te liggen afhankelijk
van het aantal opgeblazen compartimenten. Het systeem is te vervoeren in twee delen: de pomp met draagband en het matras in een tas. De pomp weegt daarbij rond de 12 kg.
Context matrasheffer De matrasheffer is de opvolger van de bedcarrier, die niet bleek te voldoen aan veiligheids-/arbo-eisen. Inmiddels wordt de bedcarrier in de thuiszorg vrijwel niet meer gebruikt. Ook in verzorgingshuizen wordt deze nog slechts zeer incidenteel ingezet. Een groot verschil tussen de eerdere bedcarrier en de huidige matrasheffer is dat de bedcarrier het hele bed optilde, terwijl de matrasheffer alleen het matras optilt. De matrasheffer is daardoor in meer situaties inzetbaar. Voordat de matrasheffer in 2003 werd gelanceerd, zijn gebruiksbegrenzingen bepaald (Knibbe & Knibbe, 2003). Het betrof hier een globale verkenning, waarbij geen exacte kwantitatieve metingen van fysieke belasting zijn uitgevoerd. De conclusies komen er op neer, dat wanneer meer dan lichte hulp vereist is bij geassisteerde transfers/bewegingen op bed, de matrasheffer niet ingezet kan worden. In die gevallen blijft een hoog-laag bed noodzakelijk. Ook werden veiligheids- en gebruikerstoetsen uitgevoerd (beide door TNO Preventie en Gezondheid,
Den
Adel,
2003),
eveneens
met
medewerking
van
thuiszorginstellingen. In deze onderzoeken werd echter niet ingegaan op de ergonomische aspecten van de matrasheffer of de mate waarin aan de
LOCOmotion, knibbe & knibbe
3
Praktijkrichtlijnen worden voldaan. Den Adel bevestigt in het onderzoeksverslag wel de conclusies uit het eerdere onderzoek van Knibbe en Knibbe (2003).
De matrasheffer is mede op basis van de onderzoeken voor 2004 als proef als keuzemogelijkheid toegevoegd op de Basispakketlijst Uitleen Hulpmiddelen, onder het kopje hoog-laag bed. Bij een indicatie voor een hoog-laag bed kan als alternatief de matrasheffer worden ingezet. De uitleenorganisatie bepaalt zelf of zij gebruik maakt van dit artikel. In september 2004 wordt deze proef geëvalueerd door de LVT en ZN. De conclusies uit het voorliggende onderzoek zullen daarbij gebruikt worden.
De ontwerper (INDES) heeft sindsdien mede op basis van de conclusies uit de genoemde onderzoeken aanpassingen doorgevoerd, zodat het systeem ook makkelijker bij bijvoorbeeld bevallingen en transfers in te zetten zou zijn, transfers beter uit te voeren zouden zijn en ook het transport (de units werden als te zwaar beoordeeld) zou verbeterd zijn. Door deze verbeteringen zou het systeem nu ook in andere zorgbranches met goed resultaat ingezet kunnen worden. Het systeem wordt momenteel nog slechts op beperkte schaal ingezet. Het gaat dan om de gehandicaptenzorg, de GGZ, de thuiszorg (verpleging en verzorging en kraamzorg), verzorgingshuizen en incidenteel als ondersteuning bij bepaalde semimurale woonvormen (vb. beschermd wonen en sommige vormen van welzijnszorg). Het is wellicht ook mogelijk dat het systeem in de acute zorg (na een val van een patiënt op de grond) inzetbaar is. De patiënt kan er dan op gerold worden, waarna de matras opgeblazen wordt en er een gewone transfer plaats kan vinden. De ervaringen hiermee zijn nu nog niet bekend.
1.3.
Nader onderzoek nodig
Samengevat is dus vooralsnog onduidelijk in welke mate de huidige, vernieuwde versie van de matrasheffer daadwerkelijk effectief is en voldoet aan de vanuit de
LOCOmotion, knibbe & knibbe
4
verschillende zorgconvenanten geformuleerde Praktijkregels (thuiszorg) en Praktijkrichtlijnen (overige branches) en verdere eisen op het gebied van ergonomie en fysieke belasting. Deze gegevens zijn slechts globaal bekend, gebaseerd op een eerdere versie van de matrasheffer en een nadere specificatie, toetsing en actualisatie is derhalve noodzakelijk voor weloverwogen gebruik van de matrasheffer in de zorg.
De noodzaak van nader, kwantitatief onderbouwd onderzoek wordt ook onderstreept door de subjectief ervaren aantrekkelijkheid van de matrasheffer als hulpmiddel. We bedoelen hiermee het volgende punt dat als knelpunt uit de praktijk naar voren komt. De ervaringen tot nu toe laten zien dat het systeem, behalve de vooralsnog globaal bekende effecten op fysieke belasting, ook enkele meer gevoelsmatige voordelen zou hebben. Zo zouden (terminale) cliënten (woonvormen gehandicaptenzorg en thuiszorg) in hun eigen bed en op hun eigen matras kunnen blijven slapen. Daardoor zouden ook partners (tweepersoons bedden) niet meer elders en daardoor los van elkaar hoeven te gaan slapen. Dat zijn belangrijke
emotionele
argumenten,
maar
ze
mogen,
gezien
de
convenantafspraken, niet ten koste gaan van de fysieke belasting voor zorgverleners. De praktijk laat zien dat zorgverleners gevoelig zijn voor dit soort emotionele argumenten en daardoor mogelijk geneigd zijn de Praktijkrichtlijnen niet strikt genoeg toe te passen. Dit onderstreept het belang van een exacte, kwantitatief onderbouwde, uitspraak over de gebruikswaarde van het systeem in het licht van de zorgconvenanten. Het systeem moet immers voldoen aan de gestelde richtlijnen. Dergelijke gegevens ontbreken op dit moment.
De Praktijkrichtlijnen wijzen in veel gevallen op de noodzaak van een hoog-laag bed en in sommige branches ook van een elektrisch verstelbaar hoog-laag bed. Wanneer de matrasheffer aan de Praktijkrichtlijnen en -regels voldoet kan dat echter voor een aantal situaties een zeer welkome flexibele en mogelijk kostenefficiente oplossing inhouden. De matrasheffer is immers ook middels een handset te bedienen en kent zodoende niet de nadelen van een hydraulisch systeem.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
5
Daar komt bij dat de belasting voor de medewerkers die het transport, bezorgen, monteren, demonteren en weer ophalen, verzorgen, onduidelijk is, maar vermoedelijk beperkter zal zijn bij de matrasheffer dan bij de reguliere bedden. Dit kan in de thuiszorg, verzorgingshuizen, woonvormen voor verstandelijk gehandicapten, welzijnszorg en andere zorgvormen waar een tijdelijke oplossing nodig is een belangrijke reductie van de fysieke belasting van medewerkers in ondersteunende diensten opleveren. Recent onderzoek in verzorgingshuizen laat bijvoorbeeld zien dat het installeren van een hoog-laag bed niet alleen in de thuiszorg, maar ook in de krappe appartementen van verzorgingshuizen als te belastend wordt ervaren juist door medewerkers van ondersteunende diensten.
Evaluatie effecten op fysieke belasting in meerdere zorgbranches Er is zodoende behoefte aan een compacte, onafhankelijke evaluatie van de effecten op fysieke belasting. Dat geldt dan zowel voor de direct betrokkenen in de zorgpraktijk als voor meer beleidsmatig betrokkenen. Zo zullen inkopers, maar ook zorgverzekeraars pas een positief besluit nemen over de inzet en vergoeding van de matrasheffer wanneer de voordelen duidelijk opwegen tegen mogelijke nadelen en/of kosten. Om beslissingen over aanschaf en gebruik te nemen hebben zij behoefte aan een objectieve evaluatie en metingen van het feitelijk gebruik en fysieke belasting in de praktijk zelf. Dat geldt ook voor financiers en beleidsmakers zoals CVZ (College voor Zorgverzekeringen3) en ZN (Zorgverzekeraars Nederland4). Zij verlangen tevens een concrete schatting van de omvang van de doelgroep en potentiële inzet. De onderzoeksvragen worden in de volgende paragraaf uitgewerkt.
1.4.
Vraagstellingen
3
Het CVZ coördineert de uitvoering en financiering van de Ziekenfondswet en AWBZ. Zorgverzekeraars Nederland is de brancheorganisatie van de zorgverzekeraars. Bij ZN zijn alle ziekenfondsen en particuliere ziektekostenverzekeraars in Nederland aangesloten. 4
LOCOmotion, knibbe & knibbe
6
De bovenstaande aanleidingen zijn vertaald in de volgende vraagstellingen.
1.
Wat zijn de voor- en nadelen van de matrasheffer ten opzicht van een bed op vaste hoogte, klossen en een (elektrisch verstelbaar) hoog-laag bed voor wat betreft de volgende punten: -
de mate van zelfredzaamheid van cliënten
-
de fysieke belasting van zorgverleners
-
de fysieke belasting van medewerkers in ondersteunende diensten
-
een vergelijking van de kosten (aanschaf, onderhoud, uitleenproces etc.)
-
een overzicht van de gebruikerservaringen tot nu toe in de verschillende zorgbranches
2.
Voor welke indicaties is de matrasheffer een geschikt hulpmiddel en welke gebruiksbegrenzingen zijn van belang ?
3.
Geef een schatting van de kosten en de omvang van de doelgroepen.
1.5.
Opbouw
Wat vindt u in dit rapport? In hoofdstuk 2 gaan we in op de door ons gehanteerde uitgangspunten en methode. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de resultaten van de metingen gepresenteerd. Hoofdstuk 4 bespreekt de resultaten van de veldevaluatie. Het financiële overzicht wordt geboden in hoofdstuk 5. We ronden af met de conclusies en enkele aanbevelingen in hoofdstuk 6.
1.6.
Dankwoord
Het onderzoek vond onder grote tijdsdruk plaats. We willen dan ook alle deelnemende instellingen en organisaties extra danken voor hun desondanks zeer bereidwillige medewerking. In het bijzonder willen we Verpleeghuis De Halderhof
LOCOmotion, knibbe & knibbe
7
(Stichting Opella), Gert Schimmel en de betrokken ergocoaches danken voor hun inzet, gastvrijheid en de beschikbaarheid van ruimte en materialen. Onze dank gaat ook uit naar INDES, de ontwikkelaar van de matrasheffer (Cairlift), waarvan we alle medewerking hebben gekregen die nodig was om dit onderzoek uit te kunnen voeren. Verder zijn we de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg, zorgmanagers, zorgverleners en ergocoaches van een aantal (thuis) zorginstellingen dankbaar voor hun bereidheid om ons in de vakantieperiode op een dergelijke korte termijn van informatie, namen en adressen te voorzien en, zelfs op hun vrije dagen, aan de metingen mee te werken. Tenslotte zijn we de managers van een aantal uitleencentra erkentelijk voor de informatie voor het kostenoverzicht, het toetsen hiervan en het meedenken daarover. We hopen dat dit onderzoek zal bijdragen aan een optimale en succesvolle inzet van de matrasheffer.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
8
2.
Methode
Het onderzoek bestond uit drie delen. Allereerst een onderzoek onder gecontroleerde omstandigheden (proefopstelling), dan een onderzoek in de praktijk (veldevaluatie) en tenslotte een financiële doorrekening. De resultaten zijn aanvullend op elkaar. Daarnaast zijn ze deels overlappend en in die zin onderling toetsend.
2.1.
Metingen in een proefopstelling
realistische proefopstelling Allereerst gaat het om metingen in een realistische proefopstelling, waarbij directe metingen zijn uitgevoerd in verschillende situaties met en zonder de matrasheffer. Daarbij zijn de volgende aspecten betrokken: de mate van zelfredzaamheid van cliënten (mobiliteitsklasses), de fysieke belasting van zorgverleners en de fysieke belasting van medewerkers in ondersteunende diensten. De cliënten in de proefopstelling zijn voor wat betreft de meest voorkomende zorgtaken verzorgd op drie soorten bedden, een bed op vaste verpleeghoogte, bed met matrasheffer en een elektrisch vertelbaar hoog-laag bed. Er is gemeten bij transferhandelingen en bij allerlei verzorgende handelingen. Alle in de Praktijkrichtlijnen voorkomende handelingen zijn voor zover van toepassing beoordeeld. Steeds worden de resultaten onderling met elkaar vergeleken.
mobiliteitsklasses De cliënten waren geen echte cliënten, zij simuleerden verschillende niveaus of klassen van mobiliteit. Deze indeling in mobiliteitsklassen is ontwikkeld door Knibbe et al.(1998) en is enerzijds gekoppeld aan gangbare indelingen voor de functionele mobiliteit van cliënten (ICIDH, ICF) en anderzijds aan de
LOCOmotion, knibbe & knibbe
9
gezondheidkundige gevolgen daarvan voor de fysieke belasting van zorgverleners (Knibbe & Knibbe, 2003). Landelijk wordt deze classificatie gebruikt in onder meer de TilThermometer en de AWBZ Basispakketlijst Uitleen5. In totaal worden er vijf mobiliteitsklassen onderscheiden, aangegeven met de letters A (zelfstandig) tot en met E (volledig afhankelijk). Bij het vaststellen van de gebruiksbegrenzingen van een bed speelt de mobiliteit en de zelfzorg van cliënten een grote rol. Naarmate de cliënt minder kan, is er immers meer begeleiding nodig en neemt de kans op fysieke overbelasting van de zorgverlener toe. Daarom is er bij hulpmiddelen een indicatiestelling mede op basis van mobiliteit van de cliënt noodzakelijk. Voor de basisindeling mobiliteitsklassen verwijzen we naar schema 1 waarin de 5 elkaar uitsluitende categorieën zijn weergegeven. De matrasheffer is zoals aangegeven bij wijze van proef als keuzemogelijkheid toegevoegd op de Basispakketlijst Uitleen Hulpmiddelen, onder het kopje hooglaag bed. Daarbij zijn de volgende gegevens op basis van de uitgevoerde onderzoeken overgenomen (LVT / ZN, 2004).
Mobiliteitsklasse: A, B, deels C C, D en E mits er geen transfers op bed noodzakelijk zijn
Gebruiksbegrenzingen: Wanneer
meer
dan
lichte
hulp
is
vereist
bij
geassisteerde
transfers/bewegingen op bed is een hoog-laag bed vereist.
Ter vergelijking geven we hieronder de officiële informatie over de beide andere producten waarmee we in dit onderzoek vergelijkingen treffen; het hoog-laag bed en de bedverhogers of klossen.
Indicatiestelling hoog-laag bed
5
Deze basispakketlijst wordt jaarlijks opgesteld door de LVT en ZN.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
10
Wanneer de cliënt gedurende langere tijd uitgebreide verpleging en/of verzorging op bed nodig heeft en/of niet zonder hulp van een zorgverlener uit of in bed kan komen
en/of
cliënt
gestimuleerd
moet
worden
zichzelf
in
bed
te
verplaatsen/bewegen en/of er geassisteerde transfers/bewegingen op bed nodig zijn. Schema 1
Mobiliteits
De mobiliteitsklassen (Knibbe et al., 1998).
Zelfstandig
klasse
Risico
Fysieke Cliënt Actief ?
Overbelasting
Mobiliteit Stimuleren Gewenst ?
A
Ja
Nee
Ja
Ja
B
Nee
Nee
Ja
Ja
C
Nee
Ja
Ja
Ja
D
Nee
Ja
Nee
Ja
E
Nee
Ja
Nee
Nee
LOCOmotion, knibbe & knibbe
11
Contra-indicaties: -
ingeval de cliënt zelfstandig of met gebruik van hulpmiddelen uit bed kan komen en er geen noodzaak tot zorg op bed is, behoeft geen bed te worden uitgeleend.
-
bij beperkte verpleging en/of verzorging op bed is een hoog/laagbed niet geïndiceerd, maar kan gebruik gemaakt worden van bedverhogers / klossen
Mobiliteitsklasse: A t/m E. -
met verstelbare rug: A, B
-
met verstelbare rug met fowlerspositie: A t/m C
-
met verstelbare rug met fowlerspositie en voetverstelling: A t/m E
Gebruiksbegrenzingen: -
om de fysieke belasting van de zorgverlener of mantelzorger te verminderen en de zelfredzaamheid van de cliënt te bevorderen heeft elektrische verstelbaarheid van het hoog/laag bed de voorkeur.
-
wanneer door gebruik van de ruggesteun er schuifkrachten ontstaan die het risico op decubitus vergroten is er een indicatie voor een bed met fowlerspositie.
-
aanwezigheid van oedeem is een indicatie voor een bed met fowlerspositie en voetverstelling.
Klossen / bedverhogers (set van 4 stuks)
Indicatiestelling Te gebruiken bij cliënten die beperkte verzorging op bed behoeven. Daarnaast kan een verhoogd bed de cliënt meer mogelijkheden tot zelfredzaamheid bieden.
Mobiliteitsklasse: A, B en deel C
LOCOmotion, knibbe & knibbe
12
Gebruiksbegrenzingen: Wanneer er uitgebreidere zorg op bed gegeven moet worden en wanneer assistentie bij transfers binnen de grenzen van het bed (hogerop, zijwaarts etc.) nodig is, is een hoog/laag bed noodzakelijk.
2.2.
Praktijkonderzoek: ecologische validering d.m.v. veldonderzoek
De metingen in de proefopstelling waren nodig, omdat metingen in de werkelijke praktijk te belastend zouden zijn voor de betrokken cliënten en/of een zeer langdurig onderzoekstraject zouden vergen. Om ervoor te zorgen dat de metingen direct relevant zijn voor de praktijk, werd ook een aanvullend veldonderzoek uitgevoerd. In een schriftelijke enquête en een telefonische interviewronde zijn uitleencentra, instellingen en personen met ervaring met de matrasheffer (zowel zorgverleners als cliënten) benaderd. Daarbij is gevraagd naar de effecten op korte en langere termijn, de gebruikerservaringen (waaronder cliënttevredenheid), de kosten en de (kosten) efficiëntie van het gebruik.
2.3.
Vergelijking van de kosten
We hebben tenslotte een vergelijking van de kosten gemaakt van het gebruik van de matrasheffer ten opzichte van voorzieningen als gewone bedden en hoog-laag verstelbare bedden (aanschaf, onderhoud, schoonmaken, uitleenproces etc.).
LOCOmotion, knibbe & knibbe
13
2.4.
Meetmethodes en normen
2.4.1. Normen fysieke belasting Toetsing heeft plaatsgevonden aan de algemeen aanvaarde normen voor fysieke belasting
(tillen,
Praktijkrichtlijnen Werkpakketen accentverschillen
duwen fysieke
fysieke
en
belasting
belasting
tussen
trekken),
de
voor diverse
Praktijkregels
de de
Praktijkregels overige
zorgbranches
zorgbranches). voor
de
Thuiszorg,
Er
zijn
thuiszorg
en
(zie wel de
Praktijkrichtlijnen voor de overige branches, maar de onderliggende normen zijn grotendeels identiek. Wanneer er een relevant onderscheid aanwezig is, zullen we dat expliciet vermelden, maar we gaan uit van de biomechanische grenzen. Deze onderliggende biomechanische grenzen6 zijn als volgt geformuleerd: tillen:
niet meer dan 23 kg in ideale omstandigheden (bron: NIOSH)
duwen en trekken:
trekken/ duwen met 1 hand maximaal 15 kg trekken/duwen met 2 handen maximaal 25 kg trekken vanuit vingergrip 5 kg (bron: Mital et al., 1993):
statische belasting:
niet langer dan 1 minuut werken met een gedraaide of meer dan 30 graden voorover of zijwaarts gebogen romp (zie o.a. Chaffin et al., 1993, Hagberg et al., 1995, Miedema et al., 1993)
manoeuvreren:
niet meer dan 20 kg bij het in beweging zetten van iets (Mital et al., 1993)
2.4.2. Keuze van de methode voor houdings- en bewegingsanalyses Voor het beoordelen en analyseren van bewegingen in arbeidssituaties is de zogenaamde OWAS-methode (Ovako Workingposture Analysing System) (Karhu 1977) gebruikt. Deze methode is gevalideerd en breed geaccepteerd. Het is een weinig kostbare en voor de onderzochte personen nauwelijks belastende methode. Wel zijn voor een betrouwbare analyse ervaren observatoren nodig en een voldoende aantal observaties. Er is, om inhoudelijke en efficiëntie redenen, 6
Hoewel krachten in principe in Newton moeten worden uitgedrukt, zijn ze hier voor het praktische gemak in kilo´s gegeven.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
14
aangesloten bij een parallel lopend onderzoek, eveneens in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar nieuwe technieken voor wassen zonder water en aangepaste kleding. De nu voorliggende rapportage is een deelrapportage die deel uitmaakt van de totale eindrapportage. Van beide andere onderwerpen zijn ook deelrapportages verschenen (Knibbe et al., 2005).
2.4.3. OWAS Bij OWAS vindt directe observatie van de onderzoekspersoon plaats, in dit geval door twee observatoren. Daarbij wordt, met vaste intervallen, het voorkomen van vooraf afgesproken houdingen geregistreerd. Voor dit onderzoek zijn tijdens observaties in de dagelijkse praktijk in de verschillende zorgbranches vooraf de meest relevante houdingen/bewegingen uitgekozen. Omdat houdingen elkaar zeer snel kunnen opvolgen wordt gekozen voor een relatief kort interval namelijk 15 seconden. Door met twee observatoren te scoren, kan dit interval zo kort gehouden worden. De observaties zijn voor beide observatoren gesynchroniseerd en geautomatiseerd ingevoerd in een spreadsheet, waarna verdere verwerking middels SPSS PC+, 12.0 is uitgevoerd. We gebruiken daarbij vooral de op zichzelfstaande scores. Binnen de OWAS-methode zelf worden de scores uiteindelijk weer verder geïnterpreteerd en omgezet in zogenoemde actiecategorieën . We hebben deze verdere interpretatieslag in dit onderzoek bewust niet gedaan, omdat het verband tussen deze OWAS actiecategorieën en de Praktijkrichtlijnen of onderliggende ergonomische grenswaarden door deze verdere interpretatie minder eenduidig en sterk is dan het verband tussen de afzonderlijke en oorspronkelijke OWAS scores zelf en dezelfde Praktijkrichtlijnen en grenswaarden.
2.4.4. Toetsing middels 3D SSPP Een nadere toetsing is uitgevoerd met het door Chaffin et al. ontwikkelde 3D SSPP (Static Strength Prediction Program) programma. Daarmee is het mogelijk om te toetsen of bepaalde houdingen en handelingen een toelaatbare fysieke belasting opleveren. Zodoende kan zeer specifiek nagegaan worden of voldaan wordt aan de
LOCOmotion, knibbe & knibbe
15
Praktijkrichtlijnen fysieke belasting en worden de verschillen tussen de verschillende hulpmiddelen kwantitatief onderbouwd. Daartoe worden de bewegingen van de zorgverlener in combinatie met de verzamelde meetgegevens ingevoerd en verder gesimuleerd binnen het genoemde biomechanische 3D SSPP model. In dit computerprogramma worden de gevolgen van lichaamshoudingen voor het menselijk lichaam doorgerekend. Daaruit volgen uitspraken over de toelaatbaarheid van fysieke belasting voor verschillende gewrichtsgroepen, waaronder de rug en nek/schouder regio. Als basis voor het model gebruiken Chaffin et al. de zogenaamde NIOSH7 methode voor het beoordelen van het handmatig verplaatsen van lasten. Deze methode is ook in ons land een voorgestane methode en vormt een belangrijke peiler van de Praktijkrichtlijnen fysieke belasting vanuit de Arboconvenanten.
2.4.5. Materiaal Via de ontwikkelaar INDES kregen we de beschikking over twee matrasheffers. Het ging dan om de verbeterde versies, waarbij er een specifiek voor de kraamzorg bedoeld is. Deze laatste versie kent een gesloten en zeer stevig op te blazen bovenste laag, die als eerste opgeblazen dient te worden. Het andere matras heeft die gesloten bovenlaag niet, al is de druk in de matras ook hier hoger dan de druk in de eerste versies van het matras.
7
NIOSH = National Institute of Occupational Safety and Health. Dit instituut formuleerde de wereldwijd inmiddels als standaard gehanteerde NIOSH formule die het mogelijk maakt om op vrij eenvoudige wijze de gezondheidkundige toelaatbaarheid van tilhandelingen te beoordelen. Het gebruik ervan wordt ondersteund door een advies van de Gezondheidsraad uit 1995 (zie ook Praktijkregels en Praktijkrichtlijnen en de Concept Beleidsregel Fysieke Belasting Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid).
LOCOmotion, knibbe & knibbe
16
3.
Meetresultaten
Directe metingen en observaties zijn verricht bij 5 zorgverleners die bij proefcliënten
met
een
verschillende
mate
van
mobiliteit
verschillende
zorghandelingen op verschillende bedden uitvoerden. De daarbij optredende houdingen en bewegingen zijn gemeten en volgens een gestandaardiseerd protocol geanalyseerd (zie voor details hoofdstuk 2). We bespreken nu achtereenvolgens de belasting van rug, arm/schouder-regio en de nekregio.
In totaal zijn 21.838
multimomentscores verzameld (zie totaalrapportage), maar voor de matrasheffer en de vergelijkingen met de andere bedden zijn niet alle scores relevant. De resultaten in deze paragraaf betreffen zodoende 9501 multimomentscores. Tekeningen van de vergeleken producten: de bedden op vaste hoogte (bijv. met klossen of een seniorenbed), de matrasheffer en een elektrische verstelbaar hoog-laag bed (bron GoedGebruik, ZonMw, Thuiszorgtechnologie)
3.1.
Resultaten metingen
Rugbelasting De figuur laat zien dat er een duidelijk verschil is tussen de scores voor de drie soorten bedden. Het hoog-laag bed scoort voor rugbelasting het best, maar het verschil met de matrasheffer is vrij klein en niet significant, gevolgd door het bed op klossen of vaste werkhoogte. Deze laatste verschillen zijn wel significant (Nonparametrisch getoetst, p < .01). Het gaat dus om scores die aangeduid kunnen worden als geen overbelasting (zie hoofdstuk 2).
LOCOmotion, knibbe & knibbe
17
100 90 80
68
65
70 60 50
rug
41
40 30 20 10 0 Vaste hoogte
Figuur 3.1.
Matrasheffer
Hoog-laag bed
De percentages scores in onbelaste of neutrale houdingen voor de rug bij drie soorten bedden (n= 9501 en vijf zorgverleners). Naarmate de score hoger is, is de belasting gunstiger. Alleen het verschil tussen het werken op een vaste hoogte en de matrasheffer/hoog-laagbed is significant.
Arm- en schouderbelasting Ook voor de arm- en schouderbelasting zijn de resultaten op vergelijkbare wijze als bij de rug verzameld en geanalyseerd. Ze laten een deels vergelijkbaar beeld zien. Het elektrische verstelbare bed scoort hier het beste en het bed op vaste hoogte het minst goed, maar de verschillen met name tussen het hoog-laag bed en de matrasheffer zijn veel groter (figuur 3.2). Het verschil is 17%.
Nek/hoofdbelasting Tenslotte is ook voor de belasting van de nek- en hoofdregio op vergelijkbare wijze de belasting in kaart gebracht. De matrasheffer en het hooglaag bed scoren nu vergelijkbaar hoog: het verschil is niet significant. Het bed op vaste hoogte scoort minder goed en in feite vrij laag.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
18
100
87
90 80
70
70 60
49
50
arm/schouder
40 30 20 10 0
Vaste hoogte Matrasheffer
Figuur 3.2.
De
percentages
scores
Hoog-laag bed
in
onbelaste
of
neutrale
houdingen
voor
de
schouder/armregio bij de drie soorten bedden (n= 9501 en vijf zorgverleners). De onderlinge verschillen zijn significant (non-parametrisch, p < .01). Naarmate de score hoger is, is de belasting gunstiger.
100 90 80 70 60
43
41
Matrasheffer
Hoog-laag bed
50 40
hoofd
29
30 20 10 0
Vaste hoogte
Figuur 3.3.
De percentages scores in neutrale of onbelaste houdingen voor de nek/hoofdregio bij de drie soorten bedden (n= 9501 en vijf zorgverleners). De onderlinge verschillen zijn deels significant tussen de matrasheffer en het hoog-laag bed
LOCOmotion, knibbe & knibbe
19
enerzijds en het bed op vaste hoogte anderzijds (non-parametrisch, p < .01). Naarmate de score hoger is, is de belasting gunstiger.
Overzicht van alle scores bij elkaar Om na te gaan in hoeverre er sprake is van onderlinge compensatie: bijvoorbeeld doordat het ene hulpmiddel beter scoort op rugbelasting en het andere juist op nekbelasting hebben we de scores ook getotaliseerd. Dan blijft de volgorde gehandhaafd met (zie figuur 3.4.)
Krachtmetingen Uit de voorgaande analyses van de houdingen kunnen we afleiden dat de matrasheffer qua houdingen iets minder goed scoort dan de hoog-laag bedden, maar dat de scores duidelijk beter zijn dan die van het bed op vaste werkhoogte. Behalve deze metingen naar de (statische) houdingen zijn ook krachten gemeten voornamelijk
tijdens
het
uitvoeren
van
transfers
met
en
zonder
transferhulpmiddelen zoals glijzeilen. Daaruit blijkt dat de krachten bij de matrasheffer bij transfers binnen de grenzen van het bed in meer dan de helft van de metingen boven de grenzen van 5 kg trekkracht vanuit de hand en 15 kg. duw of trekkracht uitkomen. De metingen (bij 50 transfers uitgevoerd en door vijf verschillende personen) zijn met een rustige opbouw van kracht uitgevoerd en piekkrachten zijn daarbij zodoende zoveel mogelijk vermeden. Dergelijke krachten liggen zodoende deels boven de vanuit de Praktijkrichtlijnen aanbevolen normen (zie hoofdstuk 2). Dit heeft ermee te maken dat de persoon in een licht kuiltje ligt, waardoor er altijd als het ware tegen een heuveltje aan geduwd of getrokken moet worden. Dat is ongunstig voor de zorgverlener. We gaan daar bij de totale interpretatie nader op in.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
20
250
209 186
200
150
124
100
50
0
Vaste hoogte Figuur 3.4.
Matrasheffer
Hoog-laag bed
De percentages scores onbelaste of neutrale werkhoudingen voor alle regio's (rug, arm/schouder en nek/hoofdregio bij elkaar opgeteld(n= 9501 en vijf zorgverleners). De onderlinge verschillen zijn significant (non-parametrisch, p < .01). Naarmate de score hoger is, is de belasting gunstiger.
Tijdscores Behalve de fysieke belasting zijn ook tijdsscores vergeleken bij gebruik van de verschillend bedden. Daaruit zijn geen verschillen naar voren gekomen tussen de tijd gebruikt voor een bed op hoogte, de matrasheffer en hoog-laag bedden.
3.2.
Relatie resultaten in het perspectief van de Praktijkrichtlijnen zorg
Als kader voor de toetsing (metingen en praktijkobservaties) hebben we de verschillende handelingen zoals die in de Praktijkrichtlijnen centraal staan gehanteerd. Daar wordt gewerkt met de zogenoemde hoofdbronnen van fysieke belasting. Onder elk van deze hoofdbronnen vallen allerlei activiteiten. Daarnaast hebben we de mate van zelfredzaamheid en andere aan de kwaliteit van zorg gerelateerde onderwerpen betrokken bij de toetsing. Dit is samengevat in het schema van de Q2Care methode in tabel 3.1. Tabel 3.1. biedt zodoende een volledig overzicht van de conclusies en de onderlinge vergelijking tussen de bedverhogers of klossen, de matrasheffer en de hoog-laag bedden.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
21
Tekeningen van de vergeleken producten: (bron GoedGebruik, ZonMw, Thuiszorgtechnologie)
Als referentiepunt is het bed op verpleeghoogte (vaste hoogte) gekozen. Tevens is voor elk van die handelingen aangegeven of de handeling qua fysieke belasting uitkomt boven de Praktijkrichtlijnen of de onderliggende ergonomische grenswaarden gepresenteerd in hoofdstuk 2.
We lichten nu, onder verwijzing naar de tabel, per bron de resultaten toe en sluiten af met enkele algemene opmerkingen.
Bron 1 Transfers binnen de grenzen van het bed Bij deze til- of transferhandelingen gaat het om handelingen als zijwaarts, kantelen, omrollen of hogerop verplaatsen van de cliënt in bed. Deze handelingen komen zeer veel voor bij cliënten in mobiliteitsklasses C, D en E. Het gaat hier om fysiek belastende transfers die zonder het gebruik van een goed glijzeil en een hoog-laag bed over het algemeen (veel) te zwaar zijn. In de Praktijkrichtlijnen wordt daarom voor deze cliënten geadviseerd om deze hulpmiddelen te gebruiken. De onderzoeken in het kader van de arboconvenanten laten zien dat in de meeste zorgbranches deze transfers veel voorkomen. In ziekenhuizen kan deze groep transfers op sommige afdelingen tot 80% van het totaal aantal transfers beslaan. Deze transfers worden vaak tijdens de directe lichamelijke zorg uitgevoerd omdat
LOCOmotion, knibbe & knibbe
22
ook bijvoorbeeld bij het aan- en uitkleden, wassen en verschonen nogal eens omgerold, gedraaid of geschoven moet worden.
Zoals tabel 3.1. laat zien blijkt hier dat deze transfers vooral bij het hoog-laag bed goed kunnen worden uitgevoerd. Daarbij zij opgemerkt dat er veelal ook een glijzeil nodig is om ze volgens de Praktijkrichtlijnen uit te voeren. Dat neemt niet weg dat ook zonder dit glijzeil dit type bedden veel extra mogelijkheden biedt om de transfer 'door' het bed uit te laten voeren (zie tekening 3.1.) of te voorkomen dat de transfer nodig is. Bedden met een goede vierdelige verstelling kunnen bijvoorbeeld voorkomen dat de cliënt onderuit zakt in bed, waardoor transfers voorkomen worden (Knibbe en Knibbe, 2003, 2004). Tekening 3.1.
Transfer door het bed (links) of bedden die zich omvormen tot stoel (bron: GoedGebruik, ZonMw Thuiszorgtechnologie)
Bij de matrasheffer is een wat wisselend beeld te zien. De transfers zijwaarts en hogerop zijn niet goed binnen de grenzen van de Praktijkrichtlijnen uit te voeren. De krachten komen boven de Praktijkrichtlijnen uit. Dit houdt verband met het gegeven dat het matras met een licht kuiltje werkt om de cliënt stabiliteit te kunnen bieden. De zorgverlener moet dan als het ware tegen de helling op werken: zowel bij duw- als bij trekkend uitgevoerde handelingen. Ook het gebruik van een glijzeil werkt hier niet goed. De cliënt zakt dan steeds weer terug in het kuiltje dat de matras maakt. De scores vallen zodoende lager uit dan bij de bedklossen/verhogers. Wel was in de resultaten zichtbaar dat de krachten afhangen van de hardheid van
LOCOmotion, knibbe & knibbe
23
het matras. Een hardere, stuggere matras werkt beter voor de zorgverlener, in alle situaties. De druk in de matrasheffer is in de afgelopen periode verhoogd. Daarnaast is er een speciale kraamversie (zie inleiding), die een extra stevige en gesloten bovenlaag kent. Met de verhoogde druk in de matrasheffer blijkt het wel mogelijk om om te rollen en te kantelen (rotatie om de lengteas van de cliënt) met behulp van een glijzeil (zie tekening 3.2.). De matras ondersteunt als het ware deze transfers, juist weer door dit kuiltje. Hoewel dit belangrijke transfers zijn, blijven er, zoals tabel 3.1. laat zien, de nodige transfers over, die te zwaar zijn met de matrasheffer, ook met gebruik van een glijzeil. Tekening 3.2.
Voorbeeld van transfertechniek die wel goed is uit te voeren met de matrasheffer in
combinatie
met
een
glijzeil.
(bron:
Goedgebruik,
ZonMw,
Thuiszorgtechnologie)
Overigens benadrukken we dat deze transfers alleen voorkomen bij cliënten in mobiliteitsklasses C, D en E. Iemand die bijvoorbeeld een stoma heeft, een heupoperatie heeft ondergaan of een kraamvrouw zal in de meeste gevallen prima in staat zijn om de bewegingen in bed zelf, zonder assistentie, uit te voeren en daardoor niet in deze klasses vallen, maar in A of B. In die gevallen zal de noodzaak van deze transfers vervallen en is in feite bron 4 (statische belasting) de bepalende factor (zie tabel 3.1.).
LOCOmotion, knibbe & knibbe
24
Verder viel tijdens de metingen op dat de verschillen in techniek tussen zorgverleners groot zijn bij het uitvoeren van de transfers. Vooral bij de zorgverleners die de beweging snel en explosief in gang zetten ontstaan grote krachten. Dit geldt overigens voor alle onderzochte hulpmiddelen.
Qua mogelijkheden voor zelfredzaamheid scoort het hoog-laag bed het beste. Vanzelfsprekend houdt dit met name verband met de elektrische verstelbaarheid van het hoofdeinde en de delen van het voeteneind en de fowlerpositie.
Bron 2 Transfers vanuit bed naar elders en vice versa Ook deze transfers komen veel voor en zijn belastend als ze zonder voorzieningen worden uitgevoerd bij mobiliteitsklasses C, D en E. Voor dit deel van het onderzoek kijken we alleen naar het eerste en laatste traject: het tot zit op de rand van het bed komen en het opstaan en weer gaan zitten en liggen. Het gebruik van een tillift valt immers niet binnen de scoop van dit onderzoek. Bij deze transfers, die beginnen met het tot zit komen, scoren de klossen en de matrasheffer neutraal ten opzicht van het gewone hoge bed. Bij het hoog-laag bed is de score gunstig doordat de automatische hoofdinstelling benut kan worden. Datzelfde geldt voor het weer gaan liggen. Voor het zelf opstaan en weer gaan zitten scoort de matrasheffer beter dan het verhoogde bed/ de klossen, omdat de motor benut kan worden voor de beweging. Wel is dit iets dat niet alle cliënten kunnen: er is een goede coördinatie vereist om het voordeel hiervan te kunnen benutten. Dat geldt ook voor het hoog-laag bed, maar de beweging is hiermee iets vloeiender en de mogelijkheid om zich op te duwen vanaf de rand van het bed zijn iets beter, waardoor dit makkelijker gaat. Bij de verplaatsing zelf kijken we alleen naar de verplaatsing van zit op de rand van het bed naar zit in bijvoorbeeld de rolstoel. Als er van hoog naar iets lager bewogen kan worden, kan de cliënt deze beweging makkelijker zelf uitvoeren dan wanneer dat niet het geval is. Zowel de matrasheffer als het hoog-laag bed kunnen steeds de mogelijkheid bieden om van hoog naar laag te gaan. Het nadeel van de
LOCOmotion, knibbe & knibbe
25
matrasheffer is wel dat dit alleen mogelijk is per volle laag van de matras. In de praktijk luistert het bij veel cliënten nauw en zal de te overbruggen hoogte soms te veel kunnen zijn. Ook is het gebruik van een glijplank (gebruikt door een deel van de gebruikers met een dwarsleasie) niet mogelijk met de matrasheffer.
Bron 3 Steunkousen aan- en uittrekken Het aan- en uittrekken van steunkousen is een zware handeling die bij een deel van de cliënten bij voorkeur 's ochtends voor het uit bed komen en 's avonds in bed wordt uitgevoerd om oedeemvorming te voorkomen. We hebben daarom ook gekeken naar de mogelijkheden van de voorzieningen hiervoor. Daarbij willen we overigens niet de suggestie wekken dat deze bedden noodzakelijk zijn voor het aan- en uittrekken van steunkousen. Met kleine werkkrukjes is eveneens een een goede werkhouding te realiseren8, zoals de tekening laat zien.
Tekening 3.3. Aantrekken van steunkousen zittend op een
werkkrukje
(bron:
GoedGebruik,
ZonMw
thuiszorgtechnologie)
Het gebruik van de bedklossen biedt geen voor- of nadeel boven het bed op verpleeghoogte. De matrasheffer scoort over het algemeen neutraal, maar in een paar situaties gaat het vooral om het op een optimale hoogte werken. Dan biedt de matrasheffer net iets extra's. Anderzijds blijkt het lastiger voor de zorgverlener om een stabiele situatie te krijgen, omdat de matras minder tegenwicht geeft dan een
8
Inmiddels is hierover instructiemateriaal beschikbaar met informatie hierover (www.goedgebruik.nl)
LOCOmotion, knibbe & knibbe
26
gewoon bed en omdat het op de rand zitten door de zorgverlener niet goed mogelijk is. Het hoog-laag bed scoort beter, omdat er bijvoorbeeld middels de fowlerinstelling een betere houding gerealiseerd kan worden, beter afgesteund kan worden via de heup (zie foto 3.1.) en omdat er makkelijker naast de cliënt op bed gezeten kan worden. Een cliënt kan met die voorzieningen ook makkelijker zelfstandig zijn steunkousen aan- of uitrekken. Daarmee wordt het voor sommige cliënten als belastend ervaren diepe vooroverbuigen naar de voet voorkomen.
Bron 4 Statische belasting Het gaat hier om een groep van allerlei zorggebonden handelingen die fysiek belastend zijn, vooral wanneer er niet op de juiste werkhoogte gewerkt kan worden. Duidelijk wordt dat de matrasheffer beter scoort dan de klossen en, afhankelijk van de mobiliteitsklasse, iets minder of even goed scoort als het hoog-laag bed. Vooral als de cliënt geen ondersteuning nodig heeft bij bewegingen binnen bed (A/B) is de score goed. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij iemand met als zorgvraag stomazorg of postopeFoto 3.1.
Voorbeeld van het gebruik van de instellingen bij het aantrekken van steunkousen
LOCOmotion, knibbe & knibbe
27
ratieve problemen, die zichzelf verder goed kan bewegen. We maken daarbij nog enkele kanttekeningen. Een klein nadeel is dat matrasheffer alleen laag voor laag instelbaar is in vier lagen van ruim 10 cm. Tussenliggende hoogtes zijn niet instelbaar, hetgeen voor sommige zorgverleners net lastig kan zijn. Het leidt dan tot een meer ongunstige romphouding of de zorgverlener moet dit zelf compenseren door bijvoorbeeld in een vergrootte spreidstand te gaan staan. Een verder nadeel was zichtbaar omdat de cliënt niet op rand van bed kan komen te liggen, waardoor de romp van de zorgverlener soms verder gebogen is, dan bij gebruik van een hoog-laag bed in combinatie met een bedhek. Ook is de mogelijkheid om ernaast te gaan zitten op bed beperkt bij de matrasheffer. Het zijwaarts zitten op de rand van de matras is niet voldoende stabiel. Bij een gewoon hoog-laag bed is dat wel mogelijk (zie foto 3.2.). Foto 3.2. Zitten op de rand van het bed bij hulp bij het aankleden van de cliënt.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
28
3.3.
Overige resultaten
3.3.1. Transport Het betreft hier in elk geval de aspecten: gewicht, de installatie en het gemak. Het is evident dat de klossen het beste scoren als het gaat om transport. Ze zijn licht, klein, eenvoudig te vervoeren. Wel kan de installatie lastig zijn, omdat niet alle bedden stabiel passen op klossen. De matrasheffer scoort voldoende. Wel bleek het gewicht van de pomp (12 kg), na toetsing aan de Praktijkregels te hoog. Er is sprake van een oranje score, hetgeen wil zeggen dat dragen en zeker het dragen over trappen af te raden is. Ook werd de band als scherp ervaren: een betere polstering is te overwegen. Tenslotte was er bij de meeste mensen die voor het eerst de slangen e.d. aansloten verwarring over de volgorde en bleken de slangen niet meteen goed aangesloten. Dat leidde tot veel ongunstige werkhoudingen. Een kleurcode en/of nummering op de slangen en een betere borging zou wellicht helpen. Dat kan voorkomen dat er vrij langdurig in een ongunstig werkhouding met de slangen gewerkt hoeft te worden. Het transport van een elektrisch verstelbaar hoog-laag bed is complexer en zwaarder. Het is evident dat deze bedden hier zodoende laag scoren. Hoewel er wel ontwikkelingen zijn met deelbare bedden met een veel lager gewicht, blijven het toch zware voorzieningen die een overschrijding van de Praktijkrichtlijnen inhouden.
3.3.2. Diversen In de tabel zijn onder deze noemer indicatieve scores op het gebied van schoonmaak, onderhoud, bed opmaken, levensduur en gebruiksvriendelijkheid weergegeven. Het gaat hier niet om kwantitatieve metingen, maar om indicaties op basis van informatie die we tijdens zowel de metingen als het veldonderzoek (zie hoofdstuk 4) hebben verzameld.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
29
3.3.3. De GoedGebruik factor Tenslotte blijkt dat hulpmiddelen sterk verschillen in de mate waarin ze de eigenschap hebben om snel ook goed gebruikt te worden. Bij het ene hulpmiddel is dat min of meer vanzelfsprekend en kan het bijna niet fout gaan, ook al wordt er nauwelijks of geen training gegeven. We noemen hier als voorbeeld 'wassen zonder water'. Het technische gebruik van deze washandjes is immers identiek aan dat van gewone washandjes. Bij andere hulpmiddelen is dat proces veel kwetsbaarder en moet er bijvoorbeeld intensieve training worden gegeven, is de indicatiestelling complexer en moet men het hulpmiddel regelmatig blijven gebruiken omdat anders de vaardigheid wegzakt of er risico's voor zorgverleners of cliënten ontstaan. Als voorbeeld van dat laatste noemen we tilliften of glijzeilen. De acceptatie van een hulpmiddel en de kans op succesvolle implementatie neemt toe naarmate de score op deze factor hoger is. We vatten deze kwaliteit samen onder de noemer de 'GoedGebruik factor'9. Voor de in dit onderzoek centraal staande hulpmiddelen geldt het volgende. De klossen kennen geen specifieke werktechniek. Bij gebruik van de matrasheffer speelt dat het gebruik eenvoudig is, maar wel enige instructie vergt. De indicatiestelling luistert nauw om risico's op overbelasting te voorkomen. Zo zal er zorgvuldig nagegaan moeten worden of de gebruiksbegrenzingen al dan niet van toepassing zijn. Het gevoelsmatige voordeel voor de cliënt (eigen bed) zal helder afgewogen moeten worden tegen de risico's op overbelasting bij zorgverleners. Wanneer dit niet helder plaatsvindt, bestaat het risico dat zorgverleners de voorrang geven aan de gevoelsmatige voordelen voor de cliënt. Bij hoog-laag bedden speelt dat de indicatiestelling in principe eenvoudiger is. Wel zijn de mogelijkheden soms zo fors, dat deze niet optimaal of vanzelfsprekend benut worden (Knibbe & Knibbe, 2003). Regelmatig trainen blijft zodoende noodzakelijk bij hoog-laag bedden.
9
Meer informatie hierover via www.goedgebruik.nl.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
30
Tabel 3.1. Q2Care Beoordelingsschema10 Praktijkrichtlijnen
Activiteit
Klossen/bedverhogers
Matrasheffer
Elektrisch hoog-laag bed
--/-/= /+/++ opmerkingen
--/-/= /+/++ opmerkingen
--/-/= /+/++
opmerkingen
zijwaarts
=
1,2
-
3
+
4
omrollen
=
1,2
-/+
3, wel goed met glijzeil
+
4
hogerop
=
1,2
-
3
+
4
kantelen
=
1,2
-/+
3, wel goed met glijzeil
+
4
zelfredzaamheid
=
=
=
=
++
- bed met vierdelige
Referentie is het vaste hoogte 'verpleeg' bed
bron 1: transfers binnen de grenzen van het bed
- papegaai is
- papegaai moet
matrasbodem biedt veel
mogelijk
versteld worden als
opties
- hoofdeinde is
bedhoogte verandert
- papegaai is mogelijk
niet verstelbaar,
- hoofdeinde niet
tenzij bed dat
verstelbaar
zonder klossen
(alleen als bed in
ook al kon
laagste stand staat en als bed dat zonder matrasheffer ook kon)
1: Q2 Care betekent dat we een inschatting maken van zowel de kwaliteit (Q) van zorg, als de kwaliteit (Q) van arbeid, met zorg (Care) voor de cliënt en zorg (Care) voor de zorgverlener of mantelzorger voor ogen (2Care).
LOCOmotion, knibbe & knibbe
31
bron 2: transfers van en naar bed, stoel, toilet etc. tot zit komen
=
=
++
weer gaan liggen
=
=
++
opstaan
=
bed kan voor
+
- bij + (gebruik pomp)
++
- bij opstaan vanaf bed
sommigen te
goede coördinatie
met motor goede
hoog zijn
vereist
coördinatie vereist
- hoogteinstelling is
-innovatieve bedden
alleen per laag
kunnen zich omvormen
instelbaar
tot stoel (vgl. ZonMw BedWeter)
gaan zitten
=
bed kan voor
+
- bij + (gebruik pomp)
++
- bij opstaan vanaf bed
sommigen te
goede coördinatie
met motor goede
hoog zijn
vereist
coördinatie vereist
- hoogteinstelling is
- innovatieve bedden
alleen per laag
kunnen zich omvormen
instelbaar
tot stoel (vgl. ZonMw BedWeter)
verplaatsing
=
+
- hoogte-instelling is
++
- nauwkeurig instelbaar
++
bij gebruik van motor om
alleen per laag instelbaar zelfredzaamheid
LOCOmotion, knibbe & knibbe
=
+
32
bij + (gebruik pomp)
goede coördinatie
op te staan goede
vereist
coördinatie vereist
bron 3 steunkousen aan en uittrekken
bron 4
aantrekken
=
=/+
+
-zit en fowler
uittrekken
=
=/+
+
-zit en fowler
zelfredzaamheid
=
=
+
-zit en fowler
zittend wassen
=
=
+
zittend douchen
nvt
nvt
nvt
liggend wassen
+
statische
belasting 1
1
+/++
5. afhankelijk van
++
mobiliteitsklasse ++ liggend douchen
nvt
nvt
nvt
baden
nvt
nvt
nvt
wondverzorging e.a.
=
1
+/ ++
verzorging aankleden
5. afhankelijk van
++
mobiliteitsklasse ++ =
1
+/++
5. afhankelijk van
++
mobiliteitsklasse ++ incontinentie materiaal
=
1
+
wisselen uitkleden
LOCOmotion, knibbe & knibbe
5. afhankelijk van
++
mobiliteitsklasse ++ =
1
+
33
5. afhankelijk van
++
mobiliteitsklasse ++ veiligheid (in bed)
-
valrisico zonder
=/-
bedhek
zelfredzaamheid
=
=
gewicht
++
+
matras ligt stabiel,
+
bedhekken wel mogelijk
maar bedhek is niet
en vaak standaard
mogelijk
aanwezig
+
transport pomp (12 kg) vrij
__
zwaar transport: bij veel
zwaar (> Praktijkregels
bedden nog boven
voor dragen (oranje))
praktijkregels. Enkele
en schouderband dun/
soorten zijn demontabel
als scherp ervaren)
in kleine en lichte delen, maar dit is niet universeel.
installatie
+/-
bij sommige
+/-
eenvoudig maar
bedden lastig of
(schriftelijke) instructie
instabiel, maar in
wel nodig
principe
niet op
eenvoudig
tweepersoonsbed
-
vereist
toepasbaar gemak
++
++
--twee 'tassen' - matras moet wel op en af bed
LOCOmotion, knibbe & knibbe
34
enige deskundigheid
__
diversen schoonmaak
+
eenvoudig en
-
snel
lagen moeten schoon
-
en daardoor moet systeem aangesloten en opgeblazen
onderhoud
+
nihil
?
matras nihil
-
pomp beperkt bed opmaken
=
hoogte beter,
+
+
snel en exact instelbaar
maar niet voor iedereen optimaal levensduur
+
?
te weinig bekend
+ / variabel
pomp lang (> 4 jaar) matras 1 jaar gebruiksvriendelijkheid
+
geen
+
- enige gewenning
+/=
- opties zijn soms zo
aanvullende
nodig, maar went snel
groot dat cliënten het
training nodig
- enige voorlichting /
soms niet meer overzien
instructie nodig
- voor zorgverleners eenvoudig. Soms training nodig om alle opties optimaal te benutten
Kans op Goed
LOCOmotion, knibbe & knibbe
35
Gebruik Kans dat het hulpmiddel /
=
=/?
afhankelijk van mate
=
is inmiddels goed
de voorziening juist en
waarin het ingeburgerd
ingeburgerd, voor
veilig wordt gebruikt
raakt.
optimaal gebruik blijft regelmatig training nodig
- Het aantal plusjes of minnetjes geeft de mate aan waarin aan de Praktijkrichtlijnen en -regels wordt voldaan of bij diversen de waardering. - NVT betekent dat de handeling niet relevant is voor het hulpmiddel.
1.
Een bed op klossen is niet voor iedereen op een geschikte werkhoogte te brengen. Daarmee zal de belasting bij zorg op bed voor een deel van de zorgverleners te hoog zijn.
2.
Wanneer voor deze handelingen een glijzeil wordt gebruikt is de handeling met een goede techniek binnen de Praktijkregels/ - richtlijnen te brengen. Wel zal de werkhouding voor een deel van de zorgverleners door de vaste hoogte niet geschikt zijn. Daardoor zal er veelal sprake zijn van overschrijding van de Praktijkrichtlijnen.
3.
Bed kent altijd een licht kuiltje waar de cliënt zich in bevindt. Afhankelijk van matras zal dit dieper of minder diep zijn. Dit belemmert sommige transfers: zijwaarts, hogerop en kantelen. Cliënt zal altijd geneigd zijn in kuiltje te blijven liggen. Een deel van de transfers is echter met behulp van een glijzeil goed (duidelijk binnen Praktijkrichtlijnen) uit te voeren. Dit geldt met name voor de rotatie (draaien) en deels ook de kanteling, mits dit met een goede techniek wordt uitgevoerd. De cliënt zal liggend op het glijzeil om zijn lengteas draaien, zonder veel moeite. Bijkomend voordeel is dat de cliënt daardoor goed in het midden van het matras blijft liggen. Het glijzeil voorkomt tevens ongewenst frictie tussen de huid en de onderlaag. De luchtcompartimenten vergemakkelijken ook het aanbrengen en weghalen van het glijzeil. Dit voordeel vervalt bij de overige transfers (hogerop en zijwaarts) omdat dan altijd de neiging bestaat om terug te bewegen naar het kuiltje. Ook kan de kanteling (zonder rotatie) naar de rand niet licht genoeg uitgevoerd worden, waardoor de zorgverlener altijd enigszins van de cliënt af zal staan. Hoewel dit voor de cliënt veiliger is (hij wordt beschermd door de enigszins, zeer licht, opstaande matrasrand) is dat voor de zorgverlener een lichte vergroting van de lastarm.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
36
Het luchtmatras is alleen per laag op te blazen (4 x ruim 10 cm), waardoor de hoogte alleen per laag kan variëren. Het kan voorkomen dat de hoogte zodoende niet optimaal is voor cliënt of zorgverlener. Een elektrisch verstelbaar bed is traploos instelbaar. 4.
Om de transfer licht genoeg uit te kunnen voeren is bij de transfers bij mobiliteitsklasses C, D en E een glijzeil nodig. Dit geldt met uitzondering van de transfers die het bed zelf uit kan voeren, al dan niet met bediening door de cliënt (tot zit komen in bed). Daarnaast voorkomt het bed het onderuit zakken van de cliënt, waardoor transfers voorkomen worden. De motor van het bed is in sommige situaties te gebruiken voor de transfers (al dan niet in combinatie met glijmaterialen): bijv. voor het hogerop in bed komen. Innovatieve bedden kunnen rotaties, kantelingen (wisselligging) en hogerop verplaatsingen met de bedmotor uitvoeren (vgl. ZonMw BedWeter/ Goed Gebruik). Het gaat hier dan echter niet om de standaard hoog-laag bedden (zie ook ErgoInkoopCoach en Catalogus Hulpmiddelen).
5.
Afhankelijk van mobiliteitsklasse gunstig of minder gunstig. Vooral gunstig als de cliënt geen ondersteuning nodig heeft bij bewegingen binnen bed (A/B). Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij iemand met als zorgvraag stomazorg, kraamzorg of postoperatieve problemen, die verder zichzelf goed kan bewegen. Matrasheffer is alleen laag voor laag instelbaar (4 lagen van ruim 10 cm). Tussenliggende hoogtes zijn niet instelbaar. Nadeel kan zijn dat cliënt niet op rand van bed kan komen te liggen, waardoor de romp van de zorgverlener verder gebogen kan zijn.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
37
3.4.
Conclusies
De conclusies zijn weergegeven in tabel 3.1. Daaruit blijkt dat hoog-laag bedden duidelijk het best scoren over de hele breedte, met uitzondering van het transport. Ze scoren goed zowel op de mogelijkheden tot zelfredzaamheid voor de cliënt als de fysieke belasting van zorgverleners. De tussenpositie wordt ingenomen door de matrasheffer die vrij goed scoort op het onderdeel statische belasting (in moeilijke houdingen werken), maar op het punt van transfers en zelfredzaamheid in bed minder scoort, en bij enkele handelingen een te zware belasting laat zien. Die lage scores spelen vanzelfsprekend alleen een rol wanneer cliënten bij die handelingen ook begeleiding bij nodig hebben of daar problemen mee hebben. Het bevestigt de indicatiestelling die matrasheffer positioneert bij zorg op hoogte, alleen in het geval dat er geen geassisteerde transfers op bed nodig zijn (mobiliteitsklasse A, B en een klein deel van C). Wel vonden we een uitzondering voor de transfers met behulp van een glijzeil. De draaiingen blijken met dit hulpmiddel wel goed uit te voeren, ook bij mobiliteitsklasse D Het betreft hier echter een klein deel van de transfers, waardoor de indicatiestelling ons inziens niet uitgebreid kan worden. Wel kan in individuele gevallen bezien worden of de mogelijkheid van glijzeilen bij de matrasheffer toch kan leiden tot een verantwoorde inzet van de matrasheffer. Tenslotte scoort de matrasheffer beter dan het hoog-laag bed als het gaat om de zwaarte van het transport, maar de score is weer iets minder dan de klossen. Daarnaast is er sprake van een te zware belasting voor het te dragen gewicht bij toetsing aan de Praktijkregels.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
38
4.
Veldonderzoek Matrasheffer
4.1.
Inleiding
Om in de korte tijd beschikbaar voor het onderzoek voldoende informatie te krijgen over ervaringen van uitleencentra, instellingen, zorgverleners, cliënten en mantelzorgers met de matrasheffer is voor de volgende opzet van het onderzoek gekozen. Eerst is er een korte vragenlijst naar alle uitleencentra gestuurd om te inventariseren wie de matrasheffer gebruikt (heeft) en wat men als voor- en nadelen van de matrasheffer ziet in vergelijking met hoog-laag bedden, bedcarrier en klossen11. Vervolgens is een aantal mensen telefonisch geïnterviewd over hun ervaringen met de matrasheffer. Daarbij gaat het om managers van uitleencentra, instellingen, zorgverleners en cliënten. Een beperkende factor voor het onderzoek was dat er nog maar weinig mensen ervaring hebben met feitelijk gebruik van de matrasheffer. Ervaringen in de GGZ en de Gehandicaptenzorg waren niet beschikbaar. Ook zijn er in de loop van het jaar waarin de matrasheffer gebruikt is, aanpassingen doorgevoerd in het product zelf. Daardoor bleken niet alle ervaringen uit het beginstadium bruikbaar te zijn. De opzet van dit hoofdstuk is als volgt: in paragraaf 4.2 worden de reacties besproken van de uitleencentra. De ervaringen van andere instellingen, zorgverleners en verloskundigen staan in paragraaf 4.3 en de ervaringen van cliënten en mantelzorgers in paragraaf 4.4 . Paragraaf 4.5. sluit af met een conclusie. We geven met opzet een vrij uitgebreide weergave van de reacties, juist ook omdat ons inziens ook de details in dit geval van belang zijn voor het vormen van een goed oordeel. 4.2.
Mening en ervaring van managers van uitleencentra
Alle managers van uitleencentra (48) hebben een korte vragenlijst ontvangen om te inventariseren wie de matrasheffer gebruikt (heeft) en wat men als voor- en 11
We hanteren de term 'klossen' hier verder ook om naar 'bedverhogers' te verwijzen.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
39
nadelen van de matrasheffer ziet in vergelijking met hoog-laag bedden, bedcarriers en klossen. Vervolgens zijn de instellingen die de matrasheffer in de uitleen hebben telefonisch geïnterviewd. We hebben met opzet gekozen voor een breed uitgezette enquête om te voorkomen dat we alleen mensen zouden interviewen met positieve ervaringen met de matrasheffer. De vragenlijst is ingevuld door 28 instellingen. Een behoorlijke respons (58%) gezien de korte tijd waarin men kon reageren en de vakantieperiode waarin het onderzoek plaatsvond. De redenen waarom men niet reageerde hadden vooral te maken met de vakantieperiode en algemeen gebrek aan tijd. Twee instellingen hebben de matrasheffer in de uitleen gehad. Daarnaast is hij bij één instelling één keer uitgeleend en bij een vierde instelling zijn er momenteel geen cliënten voor. Één van deze instellingen wilde om praktische redenen niet meewerken aan het vervolginterview. De overige drie zijn, behalve de schriftelijke enquete, ook telefonisch geïnterviewd evenals drie andere instellingen waarvan al via andere kanalen bekend was dat zij de matrasheffer in de uitleen hebben. In paragraaf 4.2.1. staat beschreven waarom uitleencentra de matrasheffer niet in hun assortiment hebben opgenomen. In paragraaf 4.2.2. komen vervolgens de ervaringen van de uitleencentra aan bod die de matrasheffer wel in de uitleen hebben (gehad).
4.2.1. Ervaringen/ meningen van uitleencentra die de matrasheffer niet in de uitleen hebben (of hebben gehad) Voor de instellingen die de matrasheffer niet in de uitleen (gehad) hebben, wordt hieronder eerst beschreven waarom dat zo is en vervolgens wat zij als voor- en nadelen zien van de matrasheffer in vergelijking met andere hulpmiddelen. Het valt op dat zij zich daarbij baseren op oordelen en ervaringen van anderen (andere uitleencentra) die nagevraagd zijn en op (bedrijfseconomische) inschattingen van de voordelen ten opzichte van hoog-laag bedden en klossen.
Redenen waarom men de matrasheffer niet in de uitleen heeft: (tenzij anders vermeld is elk antwoord één keer gegeven)
LOCOmotion, knibbe & knibbe
40
Kosten Te duur om even uit te proberen Voldoende hoog-laag bedden Uitleenvergoeding voor matrasheffer is één keer
22,30 voor bed inclusief hekken en
papegaai ontvang je drie keer dat bedrag Het is nog niet duidelijk of de matrasheffer structureel op de basispakketlijst voor de uitleen komt Budget
Onbekendheid/onzekerheid Niet genoeg mee bekend (zat niet in het awbz pakket van 2004) (2x genoemd) Onbekendheid met het product (is er vraag naar, kan het veilig en goed ingezet worden) (2x genoemd) Wij willen nog even afwachten hoe de bevindingen zijn. Resultaten pilot afwachten Wij willen eerst de kat uit de boom kijken en afwachten wat er gaat veranderen met de nieuwe wet (WMO).
Toegevoegde waarde is niet duidelijk Voor onze organisatie is het snel inzetten door de verpleging in bijvoorbeeld het weekend niet echt belangrijk omdat onze uitleendienst 7 dagen per week beschikbaar is voor alle artikelen. Hooguit kan de matrasheffer een rol spelen bij beperkte verpleging, maar problemen met onrusthekken, papegaai en transfers in en uit bed blijven bestaan. Beperkte zorg kan overgaan/ gaat vaak over in uitgebreide zorg en dan moet je alsnog overgaan tot plaatsing van een hoog-laag bed. Inventarisatie onder collega s heeft alleen opgeleverd dat de matrasheffer goed functioneert in de kraamzorg, maar in dat geval lenen wij alleen de bedklossen uit en geen hoog-laag bed, dus dat is ook geen reden om de matrasheffer in te zetten. Wij hebben met een aantal instellingen besloten dat één van ons de matrasheffer zou testen en die test is niet positief uitgevallen. Niet overtuigd van het nut. Onnodige uitbreiding van het pakket. Geen geschikt artikel voor de uitleen Bestaande hulpmiddelen zijn toereikend Voldoende hoog-laag bedden
LOCOmotion, knibbe & knibbe
41
Andere redenen Nog niet verplicht(2x genoemd) Te lastig Verder werden bij deze vraag praktische nadelen van de matrasheffer besproken. Deze antwoorden staan hieronder vermeld onder het kopje 'nadelen'.
De managers van uitleencentra die de matrasheffer niet in de uitleen hebben gehad zien of verwachten de volgende voor- en nadelen van de matrasheffer in vergelijking met andere hulpmiddelen. Vooral het kosten element springt daarbij naar voren (14x in totaal)
Nadelen: Kosten Kosten: in vergelijking met een hoog-laag bed, is multifuctioneler (8x) Kosten (3x) Als alternatief voor bedverhogers is het matras kwalitatief geschikt, maar niet prijstechnisch. Als vervanging van klossen te duur (verder wel uitstekend product voor de vrouw na bevalling) Wij hebben ervoor gekozen niet mee te werken aan de proefperiode vanwege kosten en omdat het in de meeste gevallen voor onze organisatie toch beter is om met hooglaag bedden te werken. Prijs van de matrasheffer is vergelijkbaar met een hoog-laag bed, terwijl de verwachtte levensduur veel korter is en de storingsgevoeligheid en de kans op defecten zoals lekkage veel groter. Motoren zijn storingsgevoelig, wat vaker uitrijden van de storingsdienst betekent, hetgeen binnen de AWBZ niet vergoed wordt. Reiniging vergelijkbaar met luchtwisselmatras: uitpakken, opblazen, reinigen, leeg laten lopen en weer inpakken. Dat is bedrijfseconomisch niet verantwoord binnen de huidige tarieven. Onderhoud, desinfectie Vervelend dat het slechts bij 1 leverancier te krijgen is.
Inzetbaarheid Beperkt inzetbaar
LOCOmotion, knibbe & knibbe
(3x)
42
Als vervanging van hoog-laag bedden zijn er te weinig mogelijkheden (geen onrusthekken, papegaai e.d.)
(2x)
Moeilijk cq niet te combineren met AD
matrassen (2x)
Bedklossen en/of hoog-laag bed voldoen prima Geen volledige vervanger van het hoog-laag bed Geen voordeel ten opzichte van hoog-laag bed (zeker niet in verhouding tot de kosten)(2x) Elektrisch hoog-laag bed is voor veel meer zaken in te zetten Ontbreken verstelbaar hoofdeind Gebruik onrusthekken is niet mogelijk
(2x)
Best eng Geluid Lijkt minder stabiel Instabiel (demonstratie) Niet veilig (geen hekken) Band papegaai moet steeds ingekort/langer gemaakt worden bij verandering hoogte Geen traploze instelhoogte, maar 4 vaste hoogte standen Overstappen van rolstoel in bed en vv kan probleem zijn bij eigen bed op seniorenhoogte Elektrisch hoog-laag bed werkt sneller Verloskundige kan er niet alle handelingen op uitvoeren (hechten e.d.) Als cliënt slechter wordt, alsnog overstappen op hoog-laag bed.
Kwaliteit/duurzaamheid Kwetsbaarheid (2x) Motoren zijn storingsgevoelig, wat vaker uitrijden van de storingsdienst betekent, hetgeen binnen de AWBZ niet vergoed wordt.
Fysieke belasting Belasting voor chauffeurs (tillen ipv rijden)
Algemeen Geen voordelen tov hoog-laag bed: eerder nadelen.
Ondanks dat deze centra kennelijk de nadelen vinden opwegen tegen de voordelen, melden ze ook voordelen. We geven ze nu weer.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
43
Voordelen: Ruimtebesparing bij transport en opslag (2x) Snelle plaatsing mogelijk Minder fysieke belasting (uitleen)medewerkers in vergelijking met hoog-laag bedden (met name in flats zonder lift bespaart het veel fysiek ongemak) (2x) Minder fysieke belasting in vergelijking met bedcarriers, die zijn arbotechnisch absoluut onverantwoord, veel te zwaar en lastig te plaatsen. Aantrekkelijke mogelijkheid voor een lastig bereikbaar gebied Op dit moment zijn alle bedden elektrisch hoog-laag en is de noodzaak nog niet aangetoond, wel voor in de toekomst als de bedklossen geen verplichting meer zijn voor de kraamtijd. Voordeel voor uitleen medewerkers telt voor ons niet omdat wij samenwerken met een bedrijf dat voor ons alle logistieke handelingen doet. In overleg met hen hebben wij besloten niet mee te doen, wij denken dat het systeem niet kostenbesparend is.
Neutraal Fysieke belasting van medewerker is mijns inziens gelijk omdat de pomp toch veel weegt en dat het matras op een laag bed geplaatst wordt.
4.2.2. Uitleencentra die de matrasheffer in de uitleen (gehad) hebben
De redenen waarom twee instellingen besloten hebben de matrasheffer niet meer in de uitleen te hebben zijn als volgt: Te duur (koopt liever 1,5 hoog-laag bed voor de prijs van 1 matrasheffer en er zijn zoveel andere hulpmiddelen die je graag zou kopen) Niet overal inzetbaar, de doelgroep is klein Er is geen vraag naar deze matras als alternatief voor het hoog-laag bed. Cliënten die een hoog-laag bed aanvragen hebben verzorging aan bed nodig waarbij het bed voldoende stabiel moet zijn om de verzorging veilig te kunnen uitvoeren. Hieraan voldoet de matras niet. Als alternatief voor bedverhogers is de matras kwalitatief geschikt, maar prijstechnisch is dat niet het geval Kwaliteit/duurzaamheid Geen grote toevoeging voor het bestaande assortiment Voordeel weegt niet op tegen nadeel.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
44
Deze groep instellingen met ervaring (matrasheffer in de uitleen hebben/gehad) zien de volgende voor- en nadelen: Nadelen Niet inzetbaar als langdurig vervanger voor hoog-laag bed Bij storing was (telefonische) hulp niet direct beschikbaar. (NB onderzoeker LG: dit was een opmerking uit het beginstadium, later is de service volgens betrokkene verbeterd) Schoonmaken is lastig; de plooien moeten goed schoon en je moet hem daarvoor eerst opblazen Kwaliteit/duurzaamheid Cliënten vinden het eng (door de aanpassingen in de matras is dit verbeterd) Creëren van een onveilige verzorging voor de cliënt (geen bedhekken) Geluid van de pomp Niet in te zetten bij één grote tweepersoonsmatras en bij een bredere matras. Voordelen Makkelijk vervoerbaar, is ideaal. Ook veel makkelijker in gebruik op plaatsen met hellingen en kiezels. Minder belastend voor uitleenmedewerkers Zelf halen en brengen door cliënten is mogelijk (gebeurt in de praktijk ook) In elke ruimte te plaatsen (bedverhogers zijn statisch en niet geschikt in alle situaties) Kosten minder hoog tov hoog-laag bed Gebruik eigen bed wordt mogelijk Partners kunnen in gezamenlijk bed blijven Bij noodgevallen in het weekend in te zetten door verpleegkundige.
4.3.
Ervaringen van zorgverleners en instellingen
Om zicht te krijgen op de ervaringen van zorgverleners zijn interviews afgenomen. De volgende personen zijn benaderd: -
2 medewerkers van verzorgingshuizen
LOCOmotion, knibbe & knibbe
45
-
6 medewerkers (zorgmanagers e.d.) van thuiszorginstellingen die zicht hebben op de ervaringen van zorgverleners in hun instelling met de matrasheffer
-
7 ergocoaches
-
3 cliënten
-
2 verloskundigen
Daarnaast waren van één instelling 32 evaluatieformulieren beschikbaar over het gebruik van de matrasheffer. Deze zijn niet allemaal volledig ingevuld. De goed ingevulde formulieren zijn bij het onderzoek betrokken.
4.3.1. Ervaringen in verzorgingshuizen In verzorgingshuizen en andere instellingen is nog maar heel beperkt ervaring opgedaan met de matrasheffer. De twee verzorgingshuizen waarvan bekend was dat ze er een hebben, zijn benaderd. Het was niet mogelijk instellingen te traceren die wellicht hebben afgezien van verdere inzet van de matrasheffer. Het ene verzorgingshuis had de matrasheffer pas net in huis en nog niet gebruikt. Zij hebben hem aangeschaft voor noodgevallen. Het duurt in deze instelling ongeveer een week voordat er een hoog-laag bed is. In die tijd kan dan de matrasheffer gebruikt worden. Het andere verzorgingshuis heeft de matrasheffer nu ongeveer driekwart jaar. In die tijd is hij drie keer ingezet. Twee keer ging het daarbij om bewoners die ziek geworden waren en waar niet snel een hoog-laag bed ingezet kon worden. Het beviel op zich goed alleen vond men hem wel 'een beetje wiebelig'. Wel gaat het hier vermoedelijk om de eerdere versie van de matrasheffer. Transfers op het bed zijn er niet uitgevoerd omdat ze bij de betreffende bewoner niet noodzakelijk waren. Op dit moment is de matrasheffer in gebruik bij een bewoner die een hoog-laag bed weigert. Door de matrasheffer kan het bed op hoogte verschoond worden. Verder kan de betreffende bewoner zich nog voldoende zelf redden zodat er geen zorg op bed hoeft te worden verleend.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
46
Gevraagd naar de redenen waarom de matrasheffer nog weinig wordt gebruikt wordt het volgende antwoord gegeven. De matrasheffer is niet zo veel ingezet omdat er steeds meer bewoners zijn met een hoog-laag bed. De mensen die nu binnenkomen hebben steeds meer zorg nodig en daarmee een hoog-laag bed en nieuwe bewoners wordt geadviseerd voor een hoog-laag bed te kiezen. De medewerkster verwacht daarom dat het gebruik in de toekomst zal afnemen.
4.3.2. Ervaringen bij bevalling en kraamzorg Van drie instellingen en twee verloskundigen is er informatie over de ervaringen met de matrasheffer voor de kraamzorg en de bevalling.
Van medewerkers van thuiszorginstellingen is de volgende informatie verkregen over de bevalling In het begin was er naast de instabiliteit ook het probleem dat de matras vanzelf leeg liep na een half uur. Het systeem is nu zo aangepast dat er na een half uur een piepje gaat, een druk op de knop zorgt er dan voor dat de matras niet leegloopt. Daarnaast is de matras op zich stabieler gemaakt. Een ander punt is dat de matras (ook na de aanpassingen) onvoldoende weerstand biedt bij moeilijke bevallingen waarbij kracht uitgeoefend moet worden op het lichaam van de vrouw. Ook zakt een zware cliënt met een zachte matras teveel in een kuil. Om aan deze problemen tegemoet te komen heeft de firma nu een matras ontwikkeld zonder gaten in het midden: deze kent een stevige en gesloten bovenste luchtlaag. Met deze matras is nog geen praktijkervaring opgedaan. Doordat deze luchtmatras dicht is aan de bovenkant vormt de ventilatie een probleem wanneer men daar langdurig op zou willen liggen. Sommige cliënten vonden de matrasheffer griezelig tijdens de bevalling: omdat je hoog ligt, was een vrouw bang dat ze er uit ging vallen. 'Je hebt ook geen houvast aan de zijkant van het bed (stangen ontbreken)'. Ook vond men het wat smal , een tweepersoonsbed voelt veiliger. Een ander punt wat genoemd wordt is dat je bij een bed met ombouw aan het hoofdeind een eindje van de muur af ligt, waardoor er een gat ontstaat wat een onveilig gevoel geeft; je kunt geen kussen tegen de muur
LOCOmotion, knibbe & knibbe
47
leggen. Als nadeel wordt verder nog genoemd het ontbreken van een hoofdsteun. Daarbij kan vermeld worden dat de firma bezig is met het ontwikkelen van een matras met hoofdsteun.
Bevalling De ervaring van de verloskundigen heeft met name betrekking op de bevalling zelf. Hun mening is dat de matrasheffer te onstabiel is voor de bevalling. Zolang de cliënt stil ligt gaat het wel, maar zodra je erbij gaat zitten of je knie in het bed zet, wordt het te onstabiel. Ook zware vrouwen (120 kg) zakken er in weg. Het is niet goed te traceren welke ervaringen dateren van voor of na de datum waarop de druk in de matras is verhoogd.
Kraamzorg Iedereen is het er over eens dat het grote voordeel van de matrasheffer voor kraamverzorgsters is dat ze goed op hoogte kunnen werken. 'Met klossen (of andere materialen om het bed te verhogen, zoals bierkratjes) is het nog maar de vraag of het bed voldoende hoog wordt'. Ook is het niet bij alle bedden mogelijk om er klossen of iets anders onder te plaatsen. Daarnaast kan de werkhoogte nu aangepast worden aan de lengte van de verzorgende, de matrasheffer gaat gemakkelijk omhoog en omlaag. Andere voordelen die genoemd worden zijn dat de kans op stoten aan klossen (of andere materialen om het bed te verhogen) nu niet aanwezig is en dat een bed op klossen soms wankel staat. Een nadeel komt naar voren bij het aanleggen voor de borstvoeding. 'Omdat je in een kuiltje ligt' is dat volgens de betrokkenen lastig. Een ander nadeel is dat het bed van de partner niet mee omhoog komt en dus niet op hoogte opgemaakt kan worden. Verder ervaart men de pomp en slangen van de matrasheffer ( zo n groot apparaat ) soms als een sta in de weg.
Ervaringen kraamvrouwen De ervaringen van cliënten zijn wisselend voor de kraamzorg. Voor het verzorgen van de kraamvrouw bevalt hij meestal goed. Het makkelijk in en uit bed komen
LOCOmotion, knibbe & knibbe
48
(o.a. bij bekkeninstabiliteit) noemt men als voordeel. Ook cliënten geven aan dat het aanleggen voor borstvoeding lastig is op de matrasheffer. Een ander nadeel is het ontbreken van een hoofdsteun. Één vrouw gaf aan dat ze niet op de matrasheffer kon slapen, omdat je in een kuiltje ligt. Verder wordt ook hier nog genoemd dat de slangen niet goed zijn weg te werken en dat pomp en slangen veel ruimte innemen.
Opmerking De zorgmanager van de instelling die de matrasheffer alleen gebruikt voor de kraamzorg merkte nog op dat de matrasheffer nu nog niet ideaal is, maar dat ze het zeker waard vindt om er mee door te gaan.
4.3.3. Ervaringen in de thuiszorg De ervaringen in de meeste instellingen zijn beperkt omdat de matrasheffer bij één instelling nog maar zeer kort in de uitleen is, bij één instelling niet meer uitgeleend wordt en bij twee instellingen weinig is uitgeleend. Er bleek maar één instelling in onze inventarisatie die uitgebreider ervaring heeft met de matrasheffer in de reguliere zorgverlening (en dus niet de kraamzorg). Een deel van die ervaringen is bovendien niet meer goed bruikbaar, omdat de leverancier in de loop van het afgelopen jaar een aantal aanpassingen heeft doorgevoerd om tegemoet te komen aan problemen die in het veld gesignaleerd waren. Uit de gesprekken met zorgmanagers en ergocoaches is het volgende beeld ontstaan over de ervaringen in de thuiszorg met de matrasheffer:
Doelgroep en gebruiksbegrenzingen De matrasheffer wordt meestal ingezet voor zorgsituaties op bed, waarbij de zorg zich beperkt tot situaties zoals wondverzorging, stomazorg en korte wasbeurten. Daarbij gaat het om mensen die nog enigszins mobiel zijn en zodoende weinig tot geen ondersteuning nodig hebben bij verplaatsingen binnen het bed. Waar men hem verder geschikt voor acht zijn terminale patiënten die nog zeer kort (een paar dagen) verzorgd moeten worden ('voorzienbaar kortdurende zorgsituaties'). Je
LOCOmotion, knibbe & knibbe
49
hoeft dan niet 'het hele huis om te bouwen' en op deze manier kun je deze mensen die laatste paar dagen zoveel mogelijk in hun waarde laten. Men waardeert dat hoog. Wel geven ook twee uitvoerende aan dat dat nu eenmaal zo is: bij zorg thuis "moet je toch eisen stellen" en zij zien de matrasheffer als een ongewenste tussenoplossing. Transfers uit bed zijn bij deze doelgroep meestal niet meer aan de orde. Transfers binnen de grenzen van het bed echter veelal wel en de belasting voor zorgverleners zal in dit gevallen te hoog zijn. Men concludeert dat zelf overigens ook (zie hierna en in hoofdstuk 3). Voorts kan het een oplossing zijn voor mensen die klein behuisd zijn, in situaties waarin een hoog-laag bed niet past en zodoende niet mogelijk is. Ook zetten sommigen hem in voor vakantiegangers of als noodoplossing in weekenden als er niet direct een hoog-laag bed beschikbaar is. Het kan dan echter wel ten koste gaan van de fysieke belasting voor zorgverleners en wanneer we de Praktijkregels daarop toepassen, zou deze inzet beperkt moeten blijven en zou de matrasheffer snel door een hoog-laag bed vervangen moeten worden. Verder kan de matrasheffer door cliënten zelf gehaald en gebracht worden. In de thuiszorgorganisatie met de meeste ervaring (20 matrasheffers in de uitleen) is de matrasheffer daadwerkelijk ingezet voor een diversiteit aan zorgsituaties: na heupoperaties (overwegend positieve ervaringen) en voor langer durende terminale zorg (wisselende ervaringen, zie voor- en nadelen voor zorgverleners). Voor langduriger zorg en bedlegerige en onrustige cliënten en cliënten waarbij tilof transferhandelingen in bed zelf nodig zijn achten de meesten hem echter niet geschikt. De redenen die daarvoor genoemd worden zijn dat de cliënt dan niet comfortabel genoeg ligt, dat het matras daar te instabiel voor is (het is bijvoorbeeld niet goed mogelijk kracht te zetten met je hand op het bed zoals bij sommige transfers nodig is) en het ontbreken van bedhekken. Deze conclusies komen zodoende overeen met de meetresultaten gepresenteerd in hoofdstuk 3. Een zorgverlener voegt daaraan toe dat zij vindt dat volgens haar goede ontwikkeling richting reguliere inzet van hoog-laag bedden voor zorg thuis erdoor belemmerd wordt.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
50
Tenslotte wordt nog genoemd dat de matrasheffer in sommige situaties als tweede bed in de slaapkamer gebruikt kan worden, wanneer in de woonkamer een hooglaag bed staat.
Voor- en nadelen voor zorgverleners Klossen worden ook af en toe ingezet voor de zorgverlening. Het grote voordeel van de matrasheffer ten opzichte van klossen is dat er op goede, aan de zorgverlener meer individueel aangepaste hoogte kan worden gewerkt, ondanks het feit dat er met etappes wordt gewerkt: elk van de vier compartimenten wordt afzonderlijk al dan niet opgeblazen. Ook kunnen met name oudere cliënten makkelijker uit bed dan met bedverhogers. Een voordeel van de matrasheffer ten opzichte van hoog-laag bedden is dat hij ingezet kan worden in situaties waar het niet mogelijk is een hoog-laag bed te plaatsen omdat de ruimte daarvoor te klein is of omdat het niet direct mogelijk is een hoog-laag bed in te zetten. Verder zien de zorgverleners met name voordelen voor de cliënten, vooral het in het eigen bed kunnen blijven noemt men altijd als een groot, emotioneel voordeel. De overige voordelen voor cliënten staan besproken in de volgende paragraaf. Voor zorgsituaties die langer duren achten de meesten hem minder geschikt. De redenen daarvoor zijn hierboven genoemd bij de gebruiksbegrenzingen. De instelling die hem soms wel voor langduriger zorgsituaties inzet, heeft de ervaring dat transfers op bed van grote mensen moeilijk zijn. Ook zware mensen (met een zachte matras) liggen te veel in een kuil. Verder is men bij deze instelling redelijk positief. Enkele ergocoaches van één instelling die nog maar kort met de matrasheffer werkt, gaven aan dat de drie matrasheffers van de instelling uitgeleend zijn (er is sprake van een wachtlijst) en dat ze er graag meer willen hebben. Bij een andere instelling is de matrasheffer nog onvoldoende bekend in de organisatie. De zorgmanager verwacht dat 'als daar verandering in komt de vraag mogelijk zal toenemen'.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
51
4.4.
Ervaringen van cliënten en mantelzorgers
Om een beeld te krijgen van de ervaringen van cliënten en mantelzorgers met de matrasheffer is met drie (mantelzorgers) van cliënten telefonisch gesproken. Daarnaast zijn uit de gesprekken met zorgverleners en de 32 evaluatieformulieren een aantal punten naar voren gekomen.
Beschrijving van de gesprekken met cliënten (als aanvulling en illustratie op formulieren en overige informatie) De drie situaties waarin de matrasheffer gebruikt wordt zijn zeer verschillend en worden daarom apart en vrij uitgebreid besproken omdat ze zicht geven op de mogelijkheden en beperkingen.
casus 1 In het eerste geval gaat het om een vrouw die zich moeilijk kan bewegen. Overdag zit ze in een rolstoel en s nachts ligt ze op de matrasheffer (ongeveer een half jaar nu). Haar echtgenoot (75+) heeft er veel gemak van. Hij kan haar nu alleen uit bed begeleiden en in rolstoel of douchestoel zetten door de matras op de goede hoogte te brengen. Het werkt naar zijn mening prettig en snel. Hij verzorgt haar niet op bed. Hij heeft één keer een storing gehad aan de matras. De matras werd daarbij snel vervangen door de leverancier. Een groot voordeel van de matrasheffer boven een hoog-laag bed vindt hij dat 'je je eigen bed kunt blijven gebruiken'; 'je hoeft niet het hele huishouden op te breken'. Dat was voor hem ook de reden om hem zelf aan te schaffen en niet een hoog-laag bed via de verzekering aan te vragen.
casus 2 In de tweede situatie gaat het om een man met een progressieve aandoening die deels verzorgd wordt door zijn partner die ernstige rugklachten heeft. Beneden in de huiskamer staat een hoog-laag bed, boven gebruiken ze de matrasheffer nu ongeveer een jaar. Zij hebben het matras op proef gekregen.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
52
Deze man is heel enthousiast over de matrasheffer: hij kan op zijn eigen bed liggen met zijn eigen matras (anti-decubitus)12. Hij ligt er prima op en kan gewoon naast zijn vrouw liggen, wat voor hen beiden erg belangrijk is. Op het hoog-laag bed dat ze beneden hebben kan de man niet lekker liggen: 'de verhoudingen kloppen niet'. Hij moet zich met de papegaai in een goede houding leggen, wat hem zwaar valt. Ook zijn vrouw is zeer positief. Zij kan nu op een goede hoogte werken als zij haar man naar bed helpt, daardoor blijft de zorg voor haar mogelijk.
casus 3 In de laatste situatie werd de matrasheffer ingezet voor de verzorging van een verstandelijk gehandicapt kind. Dit gezin heeft de matrasheffer tijdelijk gehad om de ervaringen in kaart te brengen. In de thuissituatie zou de vader van het kind niet voor de matrasheffer kiezen. Door het ontbreken van bedhekken is hij niet veilig genoeg voor het (onrustige) kind. Voor een verblijf elders, bijvoorbeeld in de vakantie, zou hij er graag één hebben. Voordeel ten opzichte van een hoog-laag bed vindt hij dat het snel gaat. Voor het kind is het ook leuk omdat het beweegt en geluid maakt. Het geluid vindt hij echter ook weer een nadeel: zijn kind slaapt onrustig en als hij het kind dan s nachts moet verschonen kan het wakker worden. Een ander nadeel is dat de pomp relatief zwaar is. Verder merkt hij nog op dat de matrasheffer goed te installeren en schoon te houden is en gemakkelijk is in het gebruik.
Ervaringen
van
cliënten
beschreven
door
zorgverleners
en
uit
de
evaluatieformulieren Het grote voordeel (in vergelijking met een hoog-laag bed) van de matrasheffer voor cliënten is dat ze in hun eigen bed kunnen blijven, naast hun partner kunnen blijven liggen en dat niet je hele huis verbouwd hoeft te worden . In het begin zijn cliënten soms een beetje sceptisch. Het wiebelt een beetje, ze vragen zich af of ze er niet af vallen en of het wel houdt . Als ze er eenmaal aan gewend zijn vinden ze het meestal prettig en niet eng meer.
12
We verwachten overigens geen bijzondere voor- of nadelen van de matrasheffer op decubitus. Het systeem bevindt zich immers onder het gewone matras en is het grootste deel van de tijd niet opgeblazen.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
53
Cliënten die hem na een heup- of knie-operatie gebruikt hebben, zijn op één uitzondering na enthousiast. Het in en uit bed gaan wordt er makkelijker door. De uitzondering vond het juist makkelijker zonder matrasheffer. Een terminale patiënt die klein behuisd was, kon door de matrasheffer thuis in eigen bed sterven en was daar zeer dankbaar voor. Ook een cliënt met botkanker en één met longemfyseem waren enthousiast. Een ander voordeel is dat de matrasheffer altijd boven geplaatst kan worden. Bedden worden niet altijd boven geplaatst als er geen lift in huis is. Dit verschilt overigens per uitleencentrum. Als nadelen worden genoemd het ontbreken van een hoofdsteun, het gewicht van de pomp, de sterke PVC-geur en de instabiliteit. Over de instabiliteit zijn overigens na de aanpassingen minder klachten. Op het eerste gezicht kan het instabiel lijken, maar het systeem als geheel is tijdens de metingen vrij stabiel gebleken (zie opmerkingen in hoofdstuk 3).
LOCOmotion, knibbe & knibbe
54
4.5.
Conclusies
In tabel 4.1. geven we een afsluitend totaaloverzicht van de conclusies uit het praktijkonderzoek. De conclusies zijn grotendeels goed vergelijkbaar met de resultaten van de kwantitatieve metingen in hoofdstuk 3 en de aldaar opgenomen tabel Wel komen hier enkele aanvullende voor- en nadelen naar voren. Het gaat dan met name om de waardering voor het in het eigen bed kunnen blijven, het gemak van transport, gebruik op de eerste etage en in kleine kamers, op vakanties en in noodsituaties. Anderzijds blijkt de beperking bij bevallingen en bij het geven van begeleiding bij borstvoeding. Het grootste deel van de uitleencentra is afwachtend en terughoudend over de matrasheffer. Ze zijn deels niet overtuigd van de meerwaarde, vinden het systeem te duur of verwachten dat het te duur zal zijn, wachten af of hebben in overleg besloten niet over te gaan tot aanschaf. De meest positieve ervaringen worden gemeld vanuit de kraamzorg, en dan voor de periode na de bevalling. Tabel 4.1.
Overzichtstabel met een inhoudelijke vergelijking op hoofdlijnen (nadere toelichting in de tekst).
Resultaten van de kwantitatieve metingen vindt u in hoofdstuk 3 (tabel 3.1.).
Matrasheffer
Fysieke belasting
Fysieke belasting
Fysieke belasting
Kosten
uitleenmedewerkers
zorgverleners
kraamverzorgsters
hoofdstuk 5)
+ /++
- / ++
- / ++
-
-Geen fysieke belasting Afhankelijk van de Afhankelijk
LOCOmotion, knibbe & knibbe
55
van
(zie
ook Aanvullende voordelen
Specifieke nadelen en/of aandachtspunten
++
de Duurder dan klossen. Voor Cliënt kan in eigen bed Bij
niet
vlottende
als ze door de cliënt zelf zorgsituatie
en handeling:
voor
het een vergelijking met hoog- blijven. Dit wordt zeer hoog bevallingen of complicaties
gehaald en teruggebracht mobiliteitsklasse: zie verzorgen
van
de laag bed zie kostenoverzicht gewaardeerd.
worden.
indicatiestelling
en kraamvrouw
-Gebeurt dit niet dan is gebruiksbegrenzing
hechtingen,
de belasting ook minder en.
opnemen
dan bij een
matrasheffer
hoog-laag
(nakijken in
hoofdstuk
biedt
e.d.)
heeft
van
de klossen).
voor
verdieping op hoogte gewerkt borstvoeding
wordt
aan
dat
en
overzicht
verloskundige.
de
geven
bevallende
als matras (2 à 3 jaar) van een Kan ingezet worden voor vrouw zich niet altijd veilig
geplaatst moet worden of worden. Wel beperkt moeilijk ervaren door het hoog-laag bed. op
en
de
luchtmatras (1 jaar) is korter Ook te gebruiken in kleine Praktijkervaringen
boven, dat wil zeggen op klossen kan er beter Hulp bij aanleggen voor dan de levensduur van het ruimten. hogere
weerstand
verloskundige
de ongeveer gelijk maar de (voordeel ten opzichte van kraamvrouw
duidelijk levensduur
matras
5. Cliënt kan soms makkelijker onvoldoende
temperatuur Aanschafprijs ligt gemiddeld zelf in en uit bed komen voor
bed zeker als het bed In vergelijking met meerwaarde t.o.v. klossen.
een
de
13
plaatsen bereikbaar de instelling zich tot kuiltje in de matras .
vakantie en in noodsituaties op
Transport- en opslagkosten (in
situaties
waarin
matras
voelt
(geen
de houvast aan zijkant, hoog
via een toegangsweg met de vier lagen van de Bed van partner is voor zijn lager dan bij hoog-laag uitleendienst niet 7 dagen en smal) hellingen en kiezels of matras grind.
(4
x
iets verschonen niet op hoogte.
meer dan 10 cm).
Wel merken we op dat de De
weegt en daardoor voor mogelijk: dragen gebied
in
het van
zijn
de per week beschikbaar is). poliklinische bevalling
inneemt, lichter is in gewicht wisseling nodig.
goed thuis in te zetten voor
niet
en gemakkelijker te dragen
kraamperiode
niet
is.
opmerkingen
bij
Matrasheffer kan door de
belasting
kraamzorg).
cliënt
oranje traploos verstelbaar.
en
Zware patiënten met zachte
teruggebracht worden als
matras zakken diep weg. Dit
komt. De draagbaarheid
het uitleencentrum niet alle
hoeft geen probleem te zijn
van de pomp (draagriem)
hulpmiddelen
standaard
na
zou
thuisbezorgd.
De
verbeterd
de
kunnen
worden.
zelf
gehaald
(zie fysieke
terecht
Praktijkregels
13
doordat
matrasheffer minder ruimte Wel is dan daarna een Na
tussenliggende
pomp rond de 12 kg hoogtes
bed,
matrasheffer wordt bij zelf
Overigens werd ook door een persoon gemeld dat het aanleggen wel goed gaat, juist ook omdat dit kuiltje de baby een extra gesteund en geborgen gevoel zou geven. We hebben dit punt niet nader kunnen onderzoeken.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
56
de
geen
bevalling,
zolang
geassisteerde
transfers nodig zijn.
halen goedkoper dan een
Ontbreken van verstelbaar
hoog-laag bed.
hoofdeind. Gebruik
onrusthekken
is
niet mogelijk. Gebruik papegaai is lastig (hoogte varieert) Combineren
met
AD-
matrassen kan moeilijk zijn (afhankelijk van de soort AD-matras). Geluid van de pomp: extra optie
is
nachtstand,
waardoor er minder geluid geproduceerd wordt, maar het
vollopen
iets
langer
duurt. Elektrisch
-
++/+++
++
-/=
verstelbaar hoog-
Geschikt voor alle Wordt
laag bed
mobiliteitsklasses en gesproken niet ingezet voor matrasheffer transfers
echter
normaal In
-/++/+++
(zonodig de kraamzorg.
vergelijking
met -Stabiel ongeveer -Bruikbaar
-Neemt veel extra ruimte in. in
elke -Cliënt kan niet in eigen bed
vergelijkbaar (zie boven en zorgsituatie (mits ruimte).
met glijzeil)
kostenoverzicht in hoofdstuk -Cliënt kan makkelijker zelf
In vergelijking met
5) maar veel duurder dan in en uit bed komen..
klossen
klossen.
matrasheffer
en
naast partner liggen.
beter
op hoogte werken. Bedcarrier
--
LOCOmotion, knibbe & knibbe
Onbekend, er wordt Wordt hier niet voor ingezet.
57
---
Onbekend, wordt nauwelijks Onbekend, wordt nauwelijks
Te zwaar en lastig te nauwelijks plaatsen
meer
Verhoudingsgewijs duurder nog
mee gewerkt
dan
de
gebruikt
intra-
overige extramuraal..
en nog
gebruikt
intra-
en
extramuraal..
hulpmiddelen.
Klossen
++ / +++
-/+
-/+
+++
Afhankelijk van de Afhankelijk van de vraag of (Zeer)
Geen kans op storingen. goedkoop
meeste door
goed
op op
hoogte
uitleencentra hoogte kan worden gebracht. de
cliënt
zelf gebracht.
worden
kan
de
lengte
van
de
aangepast zorgverlener.: zie hiernaast.
aan de lengte van Er zijn wel klossen met de zorgverlener. Wel verschillende hoogtes (zie zijn er klossen met hiernaast),maar dit is lastig verschillende
planbaar,
omdat
er
hoogtes. Nadeel is verschillende zorgverleners dat er verschillende bij één cliënt komen.. zorgverleners komen en dat dus verschillend uitpakken.
kan Bij
kraamzorg kan door de
vaak
vaste
kraamverzorgende
LOCOmotion, knibbe & knibbe
58
vakantie
worden en onderhoud in vergelijking noodsituaties
werkhoogte met
de
De kan niet worden aangepast hulpmiddelen.
gehaald en teruggebracht werkhoogte kan niet aan worden.
De
voor
kleine
oudere
in Kan ook ingezet worden mensen het in en uit bed
Vaak nihil, omdat ze in de vraag of het bed met het bed met klossen goed aanschaf, opslag, transport voor meeste gevallen en bij de klossen
Kan
overige
en
in komen hoog).
lastig
maken
(te
wel gekozen worden voor
de
voorkeurshoogte net als
dat
bij
aankleedkussens wordt gedaan. NB.
Naarmate het aantal plusjes in de tabel groter is, is de beoordeling gunstiger.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
59
5.
Financiële aspecten
5.1.
Inleiding
Om zicht te krijgen op de kosten die verbonden zijn aan het gebruik en de uitleen van de matrasheffer in vergelijking met hoog-laag bedden, bedcarriers en klossen is informatie uit een aantal bronnen gebruikt: -
het signaleringsrapport Signalering Hulpmiddelen 2004 van CVZ
-
informatie van een aantal managers van uitleencentra
-
informatie van de firma INDES
-
internet
Verder zijn managers van uitleencentra benaderd, met name om de logistieke en financieel technische kant en de kosten die verbonden zijn aan de uitleen van bedden en matrasheffers helder te krijgen. De rekenvoorbeelden zijn met hen besproken.
5.2.
Kanttekeningen
Het bleek zeer complex om een eenduidig overzicht te krijgen van de kosten die verbonden zijn aan de uitleen van de verschillende hulpmiddelen. Dit is een probleem dat deels specifiek is voor de matrasheffer, maar zich zeker niet daartoe beperkt. We kunnen op basis van onze inventarisatie de volgende redenen daarvoor aanwijzen: De kosten die managers van uitleencentra noemden in verband met de uitleen van bedden en de matrasheffer liepen nogal uiteen. Dat komt onder andere door het merk en type bed dat men aanschaft en de aantallen waarin men deze aanschaft of heeft aangeschaft. Daarnaast speelt de structuur van het verzorgingsgebied (uitgestrekt, landelijk, stedelijk etc.) een rol en de wijze waarop de uitleen en alles wat daar mee samenhangt georganiseerd is. Dat bepaalt weer voor een niet onaanzienlijk deel de kosten. Omdat de matrasheffer nog maar kort bestaat en nog niet zoveel gebruikt wordt, zijn concrete gegevens voor de matrasheffer die ook
LOCOmotion, knibbe & knibbe
60
gebaseerd zijn op feitelijke ervaringen schaars. Voor een indicatie van de kosten verbonden aan de matrasheffer is gebruik gemaakt van de inschatting van deze kosten door managers van uitleencentra en feitelijke informatie van de firma INDES. Het maken van een exacte kostenvergelijking was dus niet mogelijk. Daarom is gekozen voor de volgende opzet bij de bespreking van de resultaten. In paragraaf 5.3. worden de gemiddelde afschrijvingskosten per inzet van de hulpmiddelen berekend. Vervolgens worden in paragraaf 5.4. de overige kosten die verband houden met de uitleen van de hulpmiddelen besproken en in paragraaf 5.5. de vergoedingen voor de uitleen van hulpmiddelen. In de laatste paragraaf 5.6. staat beschreven wat we daaruit kunnen afleiden voor het verschil in (netto) kostprijs voor de verschillende hulpmiddelen.
5.3.
Afschrijvingskosten
In onderstaand schema zijn de afschrijvingskosten per inzet van klossen, matrasheffer en hoog-laag bed geschat. Vergeleken is wat de afschrijvingskosten per inzet zijn als de beide hulpmiddelen voor dezelfde zorgvraag (dat wil dus zeggen vallend onder de gebruiksbegrenzingen van de matrasheffer) aangeschaft en ingezet worden. Voor de bedcarrier zijn de kosten niet berekend. Omdat de bedcarrier feitelijk nauwelijks meer wordt gebruikt in de thuiszorg is er te weinig informatie voor het berekenen van de kosten. Tabel 5.1.
Vergelijking van de afschrijving van matrasheffer, hoog-laag bed en klossen voor de uitleen (bedragen zijn afgerond op hele euro s)
Bedragen zijn afgerond
matrasheffer
hoog-laag bed
klossen
op hele euro s pomp
lucht-
bed
matras
Per 4 stuks
matras 1.
Aanschafprijs
2.
Levensduur
3.
Aantal keren uitleen per
LOCOmotion, knibbe & knibbe
900
100
1000
140
8 jaar
1 jaar
8 jaar
2 à 3 jaar
10 keer
10 keer
61
26* 15 jaar 10 keer
jaar 4.
Afschrijving
21
21
18
0
0
per inzet
* de prijs van klossen is afhankelijk van de soort. In de tabel is uitgegaan van simpele, niet in hoogte instelbare klossen. De prijs van instelbare klossen ligt iets hoger, maar blijft in vergelijking met de andere hulpmiddelen zeer laag.
Toelichting bij de tabel (nummers verwijzen naar de nummers voor elk kostenelement in het schema): 1.
Het is niet precies bekend wat een nieuw luchtmatras voor de matrasheffer kost. Dat is dan het deel los van de pomp. De schatting is gebaseerd op informatie van de firma INDES. De firma verwacht dat de aanschafprijs van de matrasheffer (als geheel, dus zowel pomp als matras) omlaag kan als hij op grotere schaal wordt ingezet. Voor de prijs van een hoog-laag bed is globaal het gemiddelde genomen van de bedragen die door uitleenorganisaties genoemd zijn. Dit komt redelijk overeen (het is iets hoger) met het bedrag dat in het signaleringsrapport van CVZ genoemd wordt.
2.
Voor de levensduur van de pomp van de matrasheffer is afgegaan op schattingen van de firma INDES. We merken daarbij wel op dat één uitleenorganisatie verwacht dat de pomp storingsgevoelig is. De praktijk zal dat uit moeten wijzen. We hebben geen signalen gekregen dat dat ook feitelijk zo is, maar zoals aangegeven er zijn nog weinig ervaringen met de matrasheffer opgedaan. De levensduur van het luchtmatras is geschat op basis van praktijkervaringen. Datzelfde geldt ook voor de levensduur van hoog-laag bedden en de matrassen die daar bij horen.
3.
Een hoog-laag bed wordt gemiddeld voor ongeveer 50 à 60 dagen uitgeleend. Het gaat bij deze vergelijking om zorgsituaties die gemiddeld korter zullen duren, een schatting is 20 dagen, juist omdat we als uitgangspunt de vergelijkbaarheid van de inzet van matrasheffer en hoog-laag bed hebben gekozen (dus volgens de gebruiksbegrenzingen van de matrasheffer). Als we daar een aantal dagen bij optellen voor schoonmaak, onderhoud en tijd waarin het hulpmiddel niet wordt uitgeleend, dan komen we op ongeveer 10 keer uitlenen per jaar.
4.
Voor de afschrijving per inzet zijn de totale kosten per hulpmiddel over 8 jaar gedeeld door het aantal keren dat het hulpmiddel in die 8 jaar wordt ingezet (80). Daarbij is ervan uitgegaan dat er in 8 jaar tijd 3 matrassen nodig zijn voor een hoog-laag bed.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
62
Het is duidelijk dat er bij de afschrijving weinig verschil is tussen de matrasheffer en hoog-laag bedden. Mede gezien de forse kanttekeningen, kunnen we vooralsnog niet concluderen dat de matrasheffer tot hogere of lagere afschrijvingskosten leidt.
5.4.
Overige kostprijselementen van de uitleen
In deze paragraaf wordt een aantal kostenprijselementen beschreven waarvan verwacht wordt dat ze verschillen voor de uitleen van respectievelijk klossen, matrasheffer en hoog/laag bed. Andere kostenprijselementen, zoals personele kosten, huisvestingskosten en overhead blijven buiten beschouwing. Deze blijken zeer lastig te schatten in verband met de grote verschillen en tevens onvoldoende te splitsen over de drie soorten hulpmiddelen.
Transportkosten Het inschatten van de transportkosten (inclusief installeren) van hoog-laag bedden en de matrasheffer was voor de managers van uitleencentra een moeilijke klus. Men rijdt immers niet alleen met hoog-laag bedden; er zitten ook nog allerlei andere hulpmiddelen in de auto. Daarnaast zijn er grote verschillen per uitleencentrum. In een dunbevolkt gebied zijn de afstanden groot en de aanrijtijden en transportkosten daarom hoog. Van belang voor de kostenvergelijking met de matrasheffer zijn de volgende punten: -
Een bed neemt meer ruimte in in een auto dan een matrasheffer, maar belangrijker nog is het gewicht: door het maximale laadvermogen van de wagens (ongeveer 500 kg) kan er een beperkt aantal bedden per keer meegenomen worden (ongeveer 5).
-
De structuur van het uitleengebied. Als er veel flats zijn zonder goede lift zal het transport van de matrasheffer relatief makkelijker zijn en minder tijd kosten.
-
De organisatiestructuur van de uitleenorganisatie: wordt er bijvoorbeeld met één of twee medewerkers op een auto gereden. Een bed vereist al snel twee medewerkers.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
63
-
De tijd die nodig is voor het installeren van een bed of een matrasheffer en het informeren van de cliënt daarover, zal waarschijnlijk niet zoveel verschillen. Bij het plaatsen van een bed kan het wel zo zijn dat er eerst een ander bed opgeruimd of weggezet moet worden.
Uit bovenstaande wordt duidelijk dat het zeer moeilijk is de transportkosten in te schatten en daarbij een goede vergelijking te maken tussen matrasheffer en hooglaag bedden. Het is wel waarschijnlijk dat het transport van de matrasheffer, afhankelijk van de wijze waarop de uitleen georganiseerd is, minder kosten met zich meebrengt dan het transport van de hoog-laag bedden. Uit de gesprekken met de managers werd verder duidelijk dat de transportkosten een belangrijk kostenelement zijn van de uitleen. Van belang is wel om te melden dat de matrasheffer eventueel door cliënten zelf gehaald en gebracht kan worden (dit kan niet als het uitleencentrum standaard alle hulpmiddelen thuisbezorgt). Bij klossen gebeurt dat meestal. In dat geval zijn er geen transportkosten. Er komen wel andere kosten voor in de plaats (zoals de kosten verbonden aan de thuiszorgwinkel), maar die zullen verhoudingsgewijs laag zijn.
Schoonmaak kosten Het grootste deel van de schoonmaakkosten bestaat uit arbeidskosten. Van belang is daarom de tijd die een medewerker met het schoonmaken bezig is. De meeste managers verwachten of geven aan dat het schoonmaken van de matrasheffer iets minder tijd zal kosten dan het schoonmaken van een hoog-laag bed. Er zijn er echter ook die het omgekeerde denken. Zoals uit hoofdstuk 4 naar voren kwam, houdt dit verband met de noodzaak het bed volledig op te blazen en alle richels zorgvuldig schoon te maken. Erg groot zal het verschil in schoonmaakkosten zodoende waarschijnlijk niet zijn.
Opslagkosten De mening van de meeste managers is dat voor de opslag van een bed ongeveer drie keer zoveel ruimte nodig is als voor de opslag van een matrasheffer. Van
LOCOmotion, knibbe & knibbe
64
belang voor het totale beeld is dat het kostprijselement 'opslagkosten' relatief maar een zeer klein deel uitmaken van de totale kosten verbonden aan de uitleen.
Onderhoudskosten Over het onderhoud lopen de meningen sterk uiteen: de één denkt dat het onderhoud van de matrasheffer goedkoper is (meer kans op beschadigingen aan bedden door transport), anderen verwachten juist dat het duurder is bijvoorbeeld door een ingeschatte grotere storingsgevoeligheid van de pomp of de lekkans van het matras.
5.5.
Vergoedingen verbonden aan de uitleen
Voor de uitleen van hulpmiddelen krijgt een uitleencentrum een uitleenvergoeding per hulpmiddel (22,30 ) en een transportvergoeding (19,50 ). Als er meerdere hulpmiddelen op een adres bezorgd worden, ontvangt men slechts eenmaal de transportvergoeding, maar wel voor elk hulpmiddel de uitleenvergoeding. Als een hulpmiddel niet thuisbezorgd wordt vervalt de transportvergoeding. Voor hooglaag bedden en de matrasheffer zullen deze bedragen niet verschillen tenzij de client zelf het bed ophaalt, zoals bij de matrasheffer mogelijk is. Daar komt nog een ervaringsfeit bij. Bij een hoog-laag bed zullen voor de veiligheid van de cliënt in een aantal situaties ook bedhekken geïndiceerd worden. Bij de matrasheffer zijn deze bedhekken niet mogelijk (zie ook hoofdstuk 3). Wel ligt de cliënt in een kuiltje waardoor de cliënt er niet zo makkelijk af zal vallen. Dit geldt echter niet voor alle cliënten. De mogelijkheid van bedhekken heeft wel financiële gevolgen voor de inzet van de matrasheffer of het hoog-laag bed. Voor een bed inclusief bedhekken ontvangt de uitleenorganisatie zodoende twee keer de uitleenvergoeding van 22,30 , voor de matrasheffer één keer 22,30 . In engere zin bestaat op dit punt echter geen verschil tussen matrasheffer of hoog-laag bed.
5.6.
Bespreking van de kostprijselementen
Thuiszorg
LOCOmotion, knibbe & knibbe
65
Klossen zijn voor de uitleen het voordeligste hulpmiddel. De afschrijvingskosten per uitleen zijn zeer laag, transportkosten ontbreken of zijn in vergelijking met matrasheffer en bedden laag en de vergoeding die er tegenover staat is gelijk aan die voor de beide andere hulpmiddelen. Voor de vergelijking tussen de matrasheffer en hoog-laagbedden blijkt uit de gesprekken met managers dat van de kostprijselementen die relevant zijn voor een vergelijking van de hulpmiddelen, de transportkosten (naast afschrijvingskosten) een heel belangrijk onderdeel vormen van de kostprijselementen verbonden aan de uitleen van hulpmiddelen. De overige kostenprijselementen die besproken zijn (schoonmaak, opslag en onderhoud) zijn relatief klein en de verschillen tussen de beide hulpmiddelen zijn daar waarschijnlijk niet groot. Het verschil zal daarom vooral bepaald worden door de transportkosten en de afschrijvingskosten. De transportkosten van de matrasheffer zullen naar verwachting lager liggen dan die van hoog-laag bedden. Indien bij de inzet van een hoog-laag bed ook bedhekken
geïndiceerd
worden
ontvangt
de
organisatie
een
dubbele
uitleenvergoeding. De netto-kosten zullen in die situatie voor een hoog-laag bed lager zijn, omdat het inzetten van bedhekken bij de matrasheffer niet mogelijk is.
De matrasheffer en klossen kunnen in principe zelf gehaald en teruggebracht worden. Dat geldt dan uiteraard vooral bij organisaties waarbij niet standaard alle hulpmiddelen thuisbezorgd worden, zoals in enkele situaties het geval is. De transportkosten vervallen als cliënten zelf hun matrasheffer of klossen ophalen, maar daarmee vervalt ook de vergoeding die men krijgt voor het transport. Er komen wel wat kosten bij die verbonden zijn aan het uitleenpunt, maar die zullen verhoudingsgewijs een stuk kleiner zijn. Omdat de transportkosten voor bedden en matrasheffer veelal hoger zijn dan de transportvergoeding zal het ophalen van de matrasheffer door de cliënt de matrasheffer in verhouding met het hoog-laag bed goedkoper maken voor de uitleen. Hoe hoger de transportkosten zijn in een organisatie, des te groter zal dit verschil worden.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
66
Overige zorgbranches Voor de verzorgingshuizen, gehandicaptenzorg en GGZ zijn de aanschafkosten, de levensduur, schoonmaakkosten en onderhoudskosten van belang voor de kostenvergelijking.
Als
we
ervan
uitgaan
dat
schoonmaakkosten
en
onderhoudskosten weinig verschillen, dan zijn de aanschafkosten en de levensduur bepalend voor de kosten verbonden aan de beide hulpmiddelen. Het hangt dan sterk af van het merk en type bed dat een instelling koopt en de aantallen die ze kopen of een hoog-laag bed goedkoper is dan de matrasheffer. Gemiddeld zal de matrasheffer waarschijnlijk iets duurder uitvallen doordat de luchtmatras naar verwachting jaarlijks vervangen zal moeten worden. We gaan er daarbij vanuit dat de matrasheffer op een reeds bestaand laag bed met matras geplaatst wordt. Als dit niet het geval is, (zoals in ziekenhuizen of verpleeghuizen), dan moeten de kosten daarvan meegerekend worden. Dan ligt inzet om die reden niet voor de hand.
5.7.
Omvangsschatting
Behalve de financiële bedragen per inzet, is het vanzelfsprekend van belang een schatting te maken van de potentiële inzet van de matrasheffer. Dat blijkt echter alleen in beperkte mate mogelijk voor de verpleging en verzorging en niet voor de kraamzorg. Gegevens daarover ontbreken namelijk. We bieden hieronder met de nodige voorzichtigheid een overzicht van de beschikbare gegevens.
Begin
2004
vond
in
de
thuiszorg
landelijk
onderzoek
onder
73
thuiszorginstellingen plaats met de TilThermometer, een instrument vanuit de Monitor Arboconvenanten Zorg waarmee in opdracht van convenantpartijen het feitelijk gebruik van hulpmiddelen in kaart is gebracht (Knibbe et al., 2004). Met deze gegevens kunnen we een voorzichtige schatting maken van het potentiële gebruik van de matrasheffer. Deze gegevens hebben overigens helaas geen betrekking op de kraamzorg. Daarnaast bieden ze geen overzicht van de cliënten die wellicht in aanmerking zouden komen, maar niet in zorg zijn (mantelzorgers of zelfstandig gebruik). Zoals de casusbeschrijvingen van de cliënten laten zien, komt dit wel voor.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
67
Het blijkt dat van de cliënten in zorg 11% op bed gewassen wordt. Deze groep zou volgens de Praktijkregels een hoog-laag bed nodig hebben, als ze ook hulp bij transfers nodig hebben. Die hulp hebben ze ook daadwerkelijk nodig. Feitelijk wordt zo'n hoog-laag bed op dit moment bij 86% van deze cliënten ingezet bij wassen op bed. In totaal heeft 14% van de cliënten hulp nodig bij transfers op bed: een groep die dus iets groter is dan de groep die op bed gewassen wordt. Van deze groep (14%) heeft iets minder dan de helft (6%) daarbij zeer veel hulp nodig ('rode' risico's). Zij liggen nu vrijwel allemaal (91%) in een hoog-laag bed. Van de groep die ook daadwerkelijk hulp nodig heeft bij de transfers, maar iets lichter is qua risicoprofiel ('oranje risico's, oftewel de resterende 7%) ligt dat percentage lager: 49%. Daar zou dus, wanneer we fysieke belasting van zorgverleners als uitgangspunt nemen, een toename nodig zijn van het gebruik van hoog-laag bedden. Deze groep zou, gezien de gebruiksbegrenzingen echter niet in aanmerking moeten komen voor een matrasheffer. Kijken we naar de matrasheffer dan hebben we het over de groep cliënten die zorg op bed krijgt, maar geen hulp bij transfers nodig heeft. In feite blijkt uit de cijfers dat deze groep erg klein is. De totale groep die hulp nodig heeft bij transfers in bed is zoals aangegeven 14%. Deze komen niet in aanmerking voor de matrasheffer. De groep die zorg op bed krijgt is 11% (wassen op bed). De laatste groep blijkt echter ook allemaal hulp nodig te hebben met de transfers en zij komen evenmin in aanmerking voor een matrasheffer. Dat zou wel kunnen gelden voor de groep die (wond)verzorging krijgt. Die laatste groep is in totaal 13%. De binnen die groep relevante groep voor de matrasheffer is helaas niet precies in beeld te brengen. Er zit namelijk een sterke overlap in met de groep die ook gewassen wordt op bed (11%) en met de groep die problemen heeft met transfers op bed (14%) en daarnaast krijgt een deel van deze groep bijvoorbeeld wondverzorging voor een open been of een oogprobleem. Bij dat laatste is niet altijd een bed op hoogte noodzakelijk,
omdat
er
bijvoorbeeld
met
een
werkkruk
of
een
wondverzorgingskruk ook op verantwoorde wijze hulp geboden kan worden aan een zittende cliënt. Wanneer we proberen de omvang van de resterende groep te
LOCOmotion, knibbe & knibbe
68
schatten, filteren we in elk geval de groep uit die in principe een hoog-laag bed nodig zou hebben (omdat zij ook hulp bij transfers nodig hebben) en schatten de groep die toch (wond)verzorging op bed op verantwoorde hoogte nodig zou hebben. Dat blijft er een groep over tussen de 0% en maximaal 4%. Dit is een zeer voorzichtige schatting met ruime marges. Voor de bedklossen ligt dat percentage iets lager (0-3%). Voor de hoog-laag bedden hebben we het over 14% van de thuiszorgcliënten. Het blijkt niet mogelijk om deze gegevens te koppelen aan het volume van landelijke cliënt gegevens, omdat deze gegevens niet bekend zijn bij bijv. het SCP of het RIVM. Wel kan een uitleenmanager op basis van de genoemde percentages inschatten wat het volume zou kunnen zijn op uitleencentrum niveau.
Voor de verzorgingshuissituatie zien we een vergelijkbaar beeld, waarbij de huidige dekking in termen van het percentage hoog-laag bedden iets lager is dan in de thuiszorg (Knibbe en Knibbe, 2003), maar de groep die problemen heeft met transfers in bed groter is. De mogelijke inzet van de matrasheffer is daar zodoende vermoedelijk kleiner.
5.8.
Conclusies
Thuiszorg Als we de kosten verbonden aan de uitleen van klossen, matrasheffers en hoog-laag bedden vergelijken, is het duidelijk dat klossen verreweg de goedkoopste hulpmiddelen zijn. Daarbij maakt het niet uit of ze door de cliënt gehaald worden of dat ze thuisbezorgd worden. De kosten verbonden aan de uitleen van de matrasheffer en hoog-laag bedden verschillen per uitleenorganisatie. De afschrijvingskosten, transportkosten en de vergoeding voor de uitleen zijn de kostprijselementen die het meest van belang zijn voor de verschillen tussen beide hulpmiddelen. De afschrijvingskosten van de matrasheffer zijn vergelijkbaar of liggen iets hoger dan die van het gemiddelde hoog-laag bed door de kortere levensduur van de matras van de matrasheffer. Er
LOCOmotion, knibbe & knibbe
69
zijn grote verschillen in de prijzen die uitleencentra betalen voor een hoog-laag bed, per uitleencentrum kan deze vergelijking daarom anders uitvallen. De uitleenvergoeding voor beide hulpmiddelen is identiek. Wel geldt dat als het voor de veiligheid van de cliënt noodzakelijk is om ook bedhekken uit te lenen, men voor een bed samen met deze bedhekken twee keer de uitleenvergoeding ontvangt. Bij de matrasheffer zal dit altijd een maal zijn, omdat bedhekken niet mogelijk zijn. De uitleen van een hoog-laag bed met bedhekken zal bij thuisbezorgen van de hulpmiddelen voor de uitleen voordeliger zijn. De transportkosten vormen het belangrijkste kostprijselement. Die liggen voor de matrasheffer in het algemeen wat lager dan voor een hoog-laag bed. Dat maakt de matrasheffer in principe goedkoper voor de uitleen dan een hoog-laag bed. De matrasheffer kan ook door de cliënt gehaald worden (als dat tenminste mogelijk is in de uitleenorganisatie). De matrasheffer wordt dan goedkoper voor de uitleen dan een hoog-laag bed en dit verschil wordt groter naarmate de transportkosten hoger zijn in de organisatie. Samengevat zijn vanzelfsprekend de klossen veruit het goedkoopst. Verder geldt dat wanneer de cliënt de matrasheffer zelf ophaalt de kosten per uitleen lager zijn dan die voor een hoog-laag bed. Een hoog-laag bed kan niet door de cliënt zelf afgehaald worden en zal bezorgd moet worden. Wanneer de situatie bij bezorgen voor zowel de matrasheffer als het hoog-laag bed wordt vergeleken blijken de kosten voor de matrasheffer per uitleen lager dan die voor de hoog-laag bedden. Als er echter ook bedhekken geïndiceerd zijn, maakt de dubbele uitleenvergoeding de hoog-laag bedden plus hekken gunstiger.
Overige zorgbranches Voor de verzorgingshuizen, gehandicaptenzorg en GGZ zijn de aanschafkosten, de levensduur, schoonmaakkosten en onderhoudskosten van belang voor de kostenvergelijking.
Als
we
ervan
uitgaan
dat
schoonmaakkosten
en
onderhoudskosten weinig verschillen, dan zijn de aanschafkosten en de levensduur bepalend voor de kosten verbonden aan de beide hulpmiddelen. Het hangt dan sterk af van het merk en type bed dat een instelling koopt en de aantallen die ze
LOCOmotion, knibbe & knibbe
70
kopen of een hoog-laag bed goedkoper is dan de matrasheffer. Gemiddeld zal de matrasheffer waarschijnlijk iets duurder uitvallen doordat de luchtmatras naar verwachting jaarlijks vervangen zal moeten worden. We gaan er daarbij vanuit dat de matrasheffer op een reeds bestaand laag bed met matras geplaatst wordt. Als dit niet het geval is, (zoals in ziekenhuizen of verpleeghuizen), dan moeten de kosten daarvan meegerekend worden. Dan ligt inzet om die reden niet voor de hand.
Omvangsschatting Een schatting van de omvang van de inzet van de matrasheffer is complex en heeft de nodige beperkingen. Een voorzichtige schatting op basis van recente en landelijke TilThermometer gegevens laat een percentage zien tussen de 0% en de 4% van de thuiszorgcliënten (exclusief huishoudelijke zorg). Daarbij zijn niet de mogelijkheden in de kraamzorg betrokken en evenmin zijn de gegevens voor inzet bij cliënten die niet in zorg zijn betrokken (mantelzorger en zelfstandig gebruik).
LOCOmotion, knibbe & knibbe
71
6.
Conclusies en aanbevelingen
6.1.
Resultaten testen met de matrasheffer
1.
De matrasheffer biedt de mogelijkheid om zorg op een goede werkhoogte te bieden. Het gegeven dat de hoogte, in tegenstelling tot een hoog-laag bed, niet traploos instelbaar is, maar per opblaasbaar blok van ongeveer 10 cm., is daarbij een klein nadeel. In het slechtste geval staat de zorgverlener namelijk te werken aan een bed dat iets te hoog te hoog of te laag is.
2.
De mogelijkheid om tegen het bed / matras aan te leunen om de eigen houding te verbeteren is goed. Dit vormt een voordeel ten opzicht van conventionele hoog-laag bedden die nogal eens scherpe uitstekende bedranden of bedhekken hebben die dit beperken. Daar komt bij dat bij het leunen tegen het bed de horizontale lastarm wordt beperkt (het matras deukt iets in) waardoor de fysieke belasting van de zorgverlener ook wordt verminderd.
3.
Het is echter niet goed mogelijk om schrijlings op het bed te zitten of om met een knie op bed af te steunen in opgeblazen toestand. De zit is dan onvoldoende stabiel en/of de knie zakt te ver in het matras weg.. Dit kan bepaalde transfers en een deel van de zorg bemoeilijken en bemoeilijkt ook zorgactiviteiten als het aantrekken van steunkousen waarbij de zorgverlener naast de cliënt op enige hoogte op bed zit of schrijlings op de bedrand zit.
4.
De cliënt ligt vrij stabiel op het opgeblazen matras. Wel zal er door het ontbreken van bedhekken (die zijn niet mogelijk) in de hoogste stand rekening gehouden moeten worden met zeer beweeglijke/ verwarde cliënten die toch uit bed willen en dan een val kunnen maken.
5.
Het uitvoeten van transfers op de opgeblazen matras is zwaar en veelal te zwaar volgens de Praktijkregels en Praktijkrichtlijnen. Het gaat dan bijvoorbeeld om handelingen om de cliënt hogerop, zijwaarts of te draaien in bed of de kleine, maar zware transfers die nodig zijn om iemand te
LOCOmotion, knibbe & knibbe
72
helpen bij het aan- en uitkleden, wassen etc.. De cliënt ligt namelijk altijd enigszins in een kuiltje wanneer het matras opgeblazen is. Hoewel dit probleem van deze transfers een veel voorkomend probleem is bij zachtere matrassen, is het probleem hier in versterkte mate aanwezig. Er bleek bij de metingen overigens wel een uitzondering te zijn op deze problemen. Een transfer die wel mogelijk is die waarbij de transfer op de plek zelf middels een rotatie om de lengteas van de cliënt wordt uitgevoerd. Deze transfer is goed binnen gezondheidkundige grenswaardes uit te voeren met een goed (zeer lage frictie coëfficiënt) dubbel glijzeil. Er is dan zodoende een tweede hulpmiddel nodig. Wanneer deze handeling rustig en met een juiste techniek wordt uitgevoerd valt de handeling binnen veilige grenzen. Een probleem daarbij is wel dat het aanbrengen van het glijzeil en het weghalen van het glijzeil lastig/ zwaar is.
Omdat het hier echter gaat om een deel van de transfers, blijft in algemene zin het probleem van de transfers bestaan. Wel kan in individuele situaties gekeken worden of het de matrasheffer toch niet geschikt is voor een persoon. 6.
De oplossing zou zijn de transfers uit te voeren voordat de zorgverlener het bed op hoogte zet. Dan worden de transfers echter aan een te laag bed uitgevoerd met de nodige fysieke overbelasting als gevolg. Ook worden daarmee de kleine transfers die nodig zijn bij bijvoorbeeld het aankleden niet opgelost.
7.
Omdat het opblaasdeel van het matras alleen horizontaal, opwaarts en onafhankelijk van het bedframe beweegt kan geen gebruik meer worden gemaakt van iets als een papegaai. Dit hulpmiddel helpt bepaalde cliënten zichzelf te bewegen en kan dus alleen met niet-opgeblazen matras gebruikt worden. Dit nadeel geldt eveneens voor het benutten van (delen van) het bedhek of kleine hulpmiddelen als touwladdertjes of handblokjes die door cliënten gebruikt worden om zichzelf te verplaatsen in bed.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
73
8.
Ook de eventuele mogelijkheden van een bedframe om hoofd-, midden en voetdelen onafhankelijk van elkaar te bewegen zijn uitgeschakeld bij dit type bed. Het bed kan alleen horizontaal omhoog of omlaag. De cliënt kan dus tijdens de zorgverlening niet goed zitten. De ontwerper is overigens wel bezig om een module hiervoor te ontwikkelen.
9.
Het bij zachtere matrassen veel genoemde nadeel van het bevorderen van contracturen
(in verband met de neiging om te
'foetushouding')
gaan liggen in de
lijkt bij de matrasheffer niet aanwezig, aangezien de
matras niet voortdurend opgeblazen is, maar alleen opgeblazen wordt bij zorgverlenende handelingen. Ook zal er vermoedelijk geen verschil zijn op het risico van het ontstaan van decubitus. Het matras is immers het grootste deel van de tijd niet opgeblazen. Wel is de combinatie met sommige AD matrassen lastig. 10.
Het aanbrengen en/of weghalen van slings voor het gebruik van een tillift is lastig, wanneer de cliënt zichzelf niet op de sling kan plaatsen/bewegen. Dat laatste ligt echter niet voor de hand. De cliënten die gebruik maken van een tillift kunnen dat immers meestal niet zelf. De zorgverlener zal de cliënt moeten kantelen. Dat vormt echter zoals gezegd (zie punt 5) een probleem. Alleen wanneer de stof van de sling zeer goed glijdt, is het mogelijk om de sling onder de cliënt te plaatsen, door een kuiltje te maken, al dan niet in combinatie met een lichte kanteling, om de sling vervolgens verder onder de cliënt door te laten glijden. Bij conventionele slings is dit echter een probleem. Dat zou betekenen dat de cliënt een speciale sling nodig heeft wanneer hij of zij gebruikt maakt van de matrasheffer in combinatie met een tillift. Het aanbrengen van een sling in een dergelijke situatie vereist daarnaast van de zorgverlener zeer specifieke vaardigheden en daarmee training.
11.
Het is niet goed mogelijk het hoofdeinde van het bed omhoog te doen in opgeblazen toestand. Dat kan met name voor de cliënt nadelig zijn. Bijvoorbeeld bij bezoek moet de cliënt in de laagste stand blijven liggen (en dan gebruik maken van de eventueel aanwezige hoofdsteun van het
LOCOmotion, knibbe & knibbe
74
eigen bed) óf het bed moet worden opgeblazen. De cliënt ligt dan hoger maar nog steeds horizontaal hetgeen niet ideaal is. Iets dergelijks doet zich bijvoorbeeld voor bij bijvoorbeeld TV kijken. 12.
Het bed is eenvoudig in gebruik, vrij licht en snel te monteren en demonteren. Het tillen van de onderdelen is weliswaar minder dan 23 kg, maar het gewicht van de opblaasunit (12 kg) valt wel in de oranje zone van de Praktijkregels. Het gewicht zou dus omlaag moeten om binnen de Praktijkregels te vallen. Ook voor (de soms fragiele) mantelzorgers die de unit in voorkomende gevallen moeten verplaatsen is dit aan te bevelen.
13.
Het opmaken van het bed op werkhoogte (zonder de cliënt erin) is beter mogelijk dan bij een niet in hoogte verstelbaar bed.
14.
Het hele systeem blijkt in opgeblazen toestand altijd een licht kuiltje te houden en het blijft dan moeilijk om naast de cliënt op de rand van het matras te gaan zitten. Dit is wel enigszins afhankelijk van het matras dat bovenop de matrasheffer wordt gebruikt: hoe zachter, hoe lastiger. Daarnaast is het afhankelijk van het gewicht van de cliënt: hoe zwaarder hoe dieper het kuiltje. Daardoor blijkt het systeem nog niet goed geschikt voor bevallingen op hoogte, waar veiligheid, een stabiele ondergrond en een goed overzicht voor de verloskundige van belang zijn.
De genoemde gebruiksbegrenzingen betekenen dat de matrasheffer prima te gebruiken is bij allerlei verzorgende en verplegende handelingen op bed, onder de voorwaarde dat de cliënt zelf in staat is om alle transfers en bewegingen zelf uit te voeren of in situaties dat deze transfers verder niet noodzakelijk zijn. In die situaties vormt het hulpmiddel een waardevolle aanvulling op de bestaande hulpmiddelen. Met name de eenvoud van de installatie, het gemak van het halen en brengen, het feit dat de cliënt in zijn of haar eigen bed kan blijven liggen en de hoogte-instelling bieden dan extra mogelijkheden boven zaken als bedcarriers en (instelbare) bedklossen.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
75
In de gevallen echter waarbij wel hulp nodig is bij deze transfers, levert het gebruik van de matrasheffer verschillende problemen op voor de zorgverlener en verdient een hoog-laag bed de voorkeur.
Mobiliteitsklasses D en E. Zodra de cliënt in mobiliteitsklasse D of E valt zal er vrijwel standaard assistentie bij transfers nodig zijn en zal de matrasheffer problemen veroorzaken met transfers en/of de positionering van de cliënt in bed (wisselligging geven, van houding veranderen in bed, aan- en uitkleden etc ). De zorgverlener wordt dan fysiek te zwaar belast. De statische belasting veroorzaakt door het werken op een onjuiste werkhoogte wordt weliswaar goed (zie punt 1) opgelost door de matrasheffer, maar de transferproblemen veroorzaken een te forse fysieke belasting voor de zorgverlener en enkele opties voor zelfredzaamheid bij bewegingen binnen bed worden belemmerd. In die gevallen vervalt de indicatie voor de matrasheffer en zal er altijd een elektrisch verstelbaar hoog-laag bed noodzakelijk zijn, in een aantal gevallen in combinatie met transferhulpmiddelen als een glijzeil, rolmatje en/of papegaai.
Dat er om emotionele redenen toe besloten kan worden om iemand in klasse D en met name E in zijn of haar eigen bed te laten (bijv. bij een voorzienbaar kortdurende periode van terminale zorg) is een legitiem argument, maar het betekent wel dat zodra er transfers of assistentie bij verzorgende handelingen nodig zijn (omrollen, aan- en uitkleden, omhoog in de kussens, omrollen etc.) er overschrijdingen plaatsvinden van de Praktijkregels en/of algemeen aanvaarde ergonomische grenswaardes. De vraag of dat een wenselijke situatie is, is niet aan ons om te beantwoorden. In organisaties waarin er een tekort aan (elektrisch) verstelbare hoog-laag bedden is, betekent de matrasheffer een verbetering in vergelijking met een laag bed of een bed op vaste hoogte. Zorgverleners zullen dit ook als zodanig ervaren. Anderzijds zal bij toetsing aan de Praktijkregels blijken dat er weliswaar beter gescoord wordt op de statische belasting, maar er zal een overschrijding blijven bij
LOCOmotion, knibbe & knibbe
76
de transfers binnen de grenzen van het bed. Het gebruik van de matrasheffer zal dus subjectief door de zorgverleners ervaren worden als beter, maar het vormt daarmee objectief gezien nog geen afdoende oplossing.
Mobiliteitsklasse C Voor cliënten in mobiliteitsklasse C zal de inzet helemaal afhankelijk moeten zijn van de mogelijkheid van de cliënt om zich in bed te verplaatsen. Kan de cliënt dit zonder of met zeer lichte hulp, dan is er geen probleem en kan er in principe geïndiceerd worden. Zodra de cliënt echter daadwerkelijk hulp nodig heeft bij transfers binnen de grenzen van het bed, zal het bovenbeschreven probleem ontstaan en vervalt de gebruiksmogelijkheid.
Mobiliteitsklasse A en B Voor cliënten in mobiliteitsklassen A en B zal de matrasheffer zeker geschikt zijn. Cliënten in klasse A zullen in staat zijn om zichzelf in en uit bed te verplaatsen en zich zonodig ook binnen het bed te verplaatsen. De indicatie voor het bed moet dan puur gezocht worden in de noodzaak van verzorgende en/of (gespecialiseerde) (verpleegkundige) handelingen op bed zelf. Te denken valt aan wondverzorging, stomazorg, catheter verzorging etc.. In het onderzoek bleek ook een deel van de postoperatieve patiënten (vb. na een heupoperatie) goed uit de voeten te kunnen met de matrasheffer. Ook hier geldt dat deze categorie cliënten zichzelf soms prima kan bewegen op bed, waardoor er geen hulp bij transfers nodig is. Dan valt deze groep dus inderdaad in mobiliteitsklasses B of C en daarmee binnen het indicatiegebied. Er is echter ook een groep postoperatieve patiënten (ook na heupoperaties) die deze zelfredzaamheid niet heeft. Zij vallen buiten de gebruiksmogelijkheden van de matrasheffer. Voor cliënten in klasse B geldt dat eveneens. Daarnaast zal de instelbaarheid van het bed voor hen ook een toename betekenen in de mogelijkheid om zelfstandig op te staan uit bed, iets dat klasse A niet nodig heeft. Het bed biedt hen de mogelijkheid om gemakkelijker op hoogte op te staan en weer te gaan zitten. Eventueel biedt het bed ook de optie om mee te bewegen met het opblazen of
LOCOmotion, knibbe & knibbe
77
leegmaken van het bed. De matrasheffer werkt dan als een soort opsta- of katapultstoel. Voor dit laatste is echter wel een goede coördinatie vereist en goede schoenen (geen pantoffels) en vloerbedekking om wegglijden te voorkomen. De benodigde coördinatie zou een probleem kunnen vormen bij de cliënten in klasse B. In vergelijking met de opties die een sta-op stoel op dit gebied biedt, biedt de matrasheffer iets minder mogelijkheden door het ontbreken van de voor veel mensen in deze doelgroep noodzakelijke armsteunen. Een voordeel is wel dat de zit op de matras vrij stabiel is, juist door het kuiltje waarin men zit.
6.2.
Praktijkervaringen
De conclusies uit de praktijk zijn grotendeels vergelijkbaar met de resultaten van de kwantitatieve metingen in hoofdstuk 3. Wel komen hier enkele aanvullende voor- en nadelen naar voren. Het gaat dan met name om de waardering voor het in het eigen bed kunnen blijven, het gemak van transport, gebruik op de eerste etage en in kleine kamers, op vakanties en in noodsituaties. Anderzijds blijkt de beperking bij bevallingen en bij het geven van begeleiding bij borstvoeding. Het grootste deel van de uitleencentra blijkt afwachtend en terughoudend over de matrasheffer. Ze zijn deels niet overtuigd van de meerwaarde, schatten de kosten hoog in, wachten af of hebben in overleg besloten niet over te gaan tot aanschaf. De meest positieve ervaringen worden gemeld vanuit de kraamzorg, vooral voor de periode na de bevalling.
6.3.
Financiële aspecten
Thuiszorg Vanzelfsprekend zijn de klossen veruit het goedkoopst. Het investeringsniveau zal weinig verschillen tussen de matrasheffer en een hoog-laag bed, al zijn de afschrijvingskosten voor de matrasheffer vermoedelijk iets hoger. Verder geldt dat wanneer de cliënt de matrasheffer zelf ophaalt de kosten per uitleen lager zijn dan die voor een hoog-laag bed. Een hoog-laag bed kan niet door de cliënt zelf
LOCOmotion, knibbe & knibbe
78
afgehaald worden en zal bezorgd moet worden. Wanneer de situatie bij bezorgen voor zowel de matrasheffer als het hoog-laag bed wordt vergeleken zijn de kosten voor de matrasheffer per uitleen naar verwachting lager dan die voor de hoog-laag bedden, door de naar verwachting lagere transportkosten. In een aantal situaties zijn bij een hoog-laag bed voor de veiligheid ook bedhekken geïndiceerd. Bedhekken zijn niet mogelijk bij de matrasheffer. De dubbele uitleenvergoeding voor een hoog-laag bed inclusief bedhekken maakt het hoog-laag bed voor de uitleenorganisatie in die situatie voordeliger.
Intramuraal Hier wordt het verschil in kosten voornamelijk bepaald door de investering die ermee gemoeid is en de levensduur. Schoonmaakkosten en onderhoudskosten zullen waarschijnlijk niet zoveel verschillen. De investering voor een hoog-laag bed is sterk afhankelijk van het merk en type en de aantallen waarin ze aangeschaft worden. Voor de matrasheffer moet naar verwachting elk jaar een nieuwe luchtmatras aangeschaft worden. Voor een hoog-laag bed is dat eens in de twee à drie jaar. De levensduur van de pomp van de matrasheffer is nog onbekend, maar men verwacht dat die ongeveer vergelijkbaar is met de levensduur van een hooglaag bed. Gemiddeld genomen zullen de kosten voor de matrasheffer dan waarschijnlijk iets hoger uitvallen. Daar moet bovendien bij bedacht worden dat er ook een gewoon bed en een matras nodig is voor gebruik van de matrasheffer. De matrasheffer is immers niet op zichzelf te gebruiken.
Een voorzichtige schatting van de omvang van de inzet op basis van recente en landelijke TilThermometer gegevens laat een percentage zien tussen de 0% en de 4% van de thuiszorgcliënten (exclusief huishoudelijke zorg). Daarbij zijn niet de mogelijkheden in de kraamzorg betrokken (inzet na (poli)klinische bevallingen) en evenmin de gegevens voor inzet bij cliënten die niet in zorg zijn (mantelzorger en zelfstandig gebruik voor bijvoorbeeld opstaan uit bed). De potentiële positie voor de matrasheffer is zodoende vrij beperkt, hetgeen samenhangt met het smalle indicatiegebied.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
79
6.4.
Samenvattende conclusies
De indicatiestelling zoals verwoord in eerder onderzoek en in de Basispakketlijst uitleen blijft grotendeels gehandhaafd, al zou er in individuele cliëntsituatie bekeken kunnen worden of de mogelijkheden om toch een klein deel van de transfers met een glijzeil uit te voeren voldoende zijn. Het indicatiegebied blijft zodoende smal, hetgeen vooral veroorzaakt wordt door de te hoge fysieke belasting bij geassisteerde transfers op bed. Deze transfers komen veel voor en daardoor wordt de doelgroep van de matrasheffer sterk beperkt.
Gebruiksmogelijkheden:Zorg op bed mits daarvoor of daarbij geen geassisteerde transfers of bewegingen nodig zijn, waarbij meer dan zeer lichte hulp is vereist. Mobiliteitsklasses:
-
A, B, deels C
-
C, D en E mits er geen transfers op bed noodzakelijk zijn.
Gebruiksbegrenzingen: Zodra
de
bewegingen
bovengenoemde op
bed
geassisteerde
noodzakelijk
zijn
transfers/ vervalt
de
indicatiestelling. In individuele gevallen kan met een glijzeil de transfer gericht op het draaien in bed een toelaatbare transfer bereikt worden. Of dit afdoende is om de indicatie toe te staan, zal per situatie bekeken moeten worden, aangezien de overige transfers te zwaar blijven.
De beslissing om de matrasheffer in te zetten bij voorzienbaar kortdurende zorg (terminale zorg of intensieve verpleging of verzorging) kan genomen worden op basis van emotionele overwegingen (eigen bed etc.) of praktische (kleine kamer, etage, tekort hoog-laag bedden). Wel moet benadrukt worden dat dit qua fysieke belasting voor de zorgverlener een nadeel vormt en zoals aangegeven risico's op overbelasting op kan leveren bij cliënten in mobiliteitsklassen D, E en een deel van
LOCOmotion, knibbe & knibbe
80
C. Over de prioriteitstelling die hierin gemaakt zou moeten worden doen wij geen uitspraak. Het lijkt ons wel aan te bevelen om met heldere indicatiecriteria te werken om te voorkomen dat zorgverleners emotionele of praktische overwegingen te zwaar laten wegen ten opzichte van fysieke belasting.
Financieel gezien lijken er geen grote verschillen te bestaan tussen het hoog-laag bed en de matrasheffer. Wel zijn beiden belangrijk duurder dan de klossen. Het verschil in transportkosten, het wel of niet zelf ophalen van het hulpmiddel en de hogere uitleenvergoeding voor een hoog-laag bed als het gecombineerd met een tweede uitleenartikel (bedhekken) spelen een belangrijke rol bij de berekeningen. Wel zal dit artikel dan ook nodig zijn vanwege de veiligheid. De matrasheffer biedt deze aanvullende vieligheidsmogelijkheid (bedhekken) niet.
We merken ook op dat het product verder doorontwikkeld zou kunnen worden. We denken dan aan de belangrijke optie van een hoofdeindeverstelling, meer stabiliteit en mogelijk ook de optie van bedhekken.
De matrasheffer neemt zodoende een middenpositie in tussen de bedverhogers en de hoog-laag bedden. In feite is die middenpositie vergelijkbaar met die van de bedcarrier
die inmiddels vrijwel
verdwenen
is.
De matrasheffer werd
oorspronkelijk ook als alternatief hiervoor ontwikkeld. Voor verpleging en verzorging zijn de gebruiksmogelijkheden beperkt en vooral gecentreerd rond het geven van zorg op hoogte, in situaties waarin er geen transfers nodig zijn. Te denken valt aan stomazorg, wondverzorging, een deel van de postoperatieve zorg en dergelijke, waarbij als eis gesteld moet worden dat de cliënt zichzelf verder goed kan bewegen. Cliënten zien duidelijke voordelen omdat zij in het eigen bed kunnen blijven. Daarnaast wegen de voordelen rondom transport, installatie en mogelijkheden in kleine ruimtes in het voordeel van de matrasheffer. De voordelen voor de kraamzorg zijn het meest uitgesproken, zoals ook uit de praktijkevaluatie naar voren komt. De matrasheffer scoort daar beter dan de huidige klossen. Wel benadrukken we dat ook in de kraamzorg hoog-laag bedden
LOCOmotion, knibbe & knibbe
81
ingezet kunnen worden als blijkt dat de kraamvrouw meer zorg op bed nodig heeft dan alleen de beperkte controles. Volgens de Praktijkregels moet bij kraamzorg het bed op hoogte gebracht worden. Als er meer verzorging/verpleging op bed nodig is dan gebruikelijk is binnen de kraamzorg, moet een nadere toetsing plaatsvinden van de fysieke belasting. Deze toetsing kan leiden tot de conclusie dat een hoog/laag bed ingezet moet worden. In de kraamsetting zullen de voordelen zoals het eenvoudige transport (door cliënten zelf), en de snelle en eenvoudige installatie het best tot hun recht kunnen komen en de nadelen, zoals problemen rond de transfers, weinig invloed hebben. Wel zal de matrasheffer in de kraamzorg momenteel alleen ingezet kunnen worden na (poli)klinische bevallingen omdat de matrasheffer vooralsnog niet geschikt lijkt voor gebruik tijdens de bevalling zelf.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
82
Literatuur Adel, RJ den, Gebruikersonderzoek Cairlift, TNO PG, Leiden, 2003.
Arbeidomstandighedenwet 1998 inclusief Arbobesluit.
Bongers, P., L. Hoogendoorn, et al., Risicofactoren voor lage rugklachten, SZW, Den Haag, 2000.
Chaffin, DB, G. Andersson, Occupational Biomechanics, John Wiley & Sons, New York, 1984.
Chaffin, D.B., SSPP 3D, University of Michigan, div.
Knibbe, H., N. Knibbe, Brancheonderzoek fysieke belasting 2002, Verpleeg- en Verzorgingshuizen in het kader van de CAO Arbeid en Gezondheid, Sectorfondsen Zorg en Welzijn, Utrecht, 2003.
Knibbe, JJ, NE Knibbe, Onderzoek Gebruiksbegrenzingen Matrasheffer, onderzoek in opdracht van de Sectorfondsen Zorg en Welzijn, LOCOmotion, Bennekom, 2003.
Knibbe, JJ en NE Knibbe, Gebruiksbegrenzingen en mobiliteitsklasses uitleenartikelen, bijlage bij Basispakketlijst Uitleen Hulpmiddelen 2003, LVT / ZN, 2003.
Knibbe, JJ, NE Knibbe, Werkpakketten fysieke belasting, Sectorfondsen Zorg en Welzijn, Utrecht, 2003 (div.)
Knibbe, JJ, NE Knibbe, Op Koers, monitoring fysieke belasting in het kader van de CAO Arbeid en Gezondheid verpleeg- en verzorgingshuizen, Sectorfondsen Zorg en Welzijn, 2003.
Knibbe, JJ, NE Knibbe, L Geuze, Rapportage Monitoring Invoering Groene Praktijkregels, Convenant Arbeidsomstandigheden Thuiszorg, Sectorfondsen Zorg en Welzijn, Utrecht, 2004.
Knibbe, JJ, NE Knibe, L.Geuze, Opstaan, wassen en aankleden , onderzoeken naar wassen-zonderwater, aangepaste kleding en de matrasheffer, LOCOmotion, Bennekom, 2005 (totaalrapport en deelrapportages)
Knibbe, NE, JJ Knibbe, BedWeter, over de mogelijkheden van hoog-laag bedden, ZonMw, Thuiszorgtechnologie, LOCOmotion, Bennekom, 2003.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
83
Knibbe, N, H Knibbe, BedBoekje, een voorlichtingsboekje over goed bedgebruik, Project GoedGebruik, Thuiszorgtechnologie ZorgOnderzoek Nederland, LOCOmotion, Bennekom, 2004.
Marras, W.S., Spine loading and low back disorder risk during patient handling, A. Nelson (red.), Safe Patient Handling & Movement Syllabus, VISN Patient Center of Inquiry, Tampa, 2004.
Miedema, M.C., M. Douwes, J.Dul, Ergonomische aanbevelingen voor de volhoudtjd van statische staande houdingen, Tijdschrift voor Ergonomie,18,2, 1993, p. 7-11.
Mital, A., A.S.Nicholson, M.M.Ayoub, A guide to manual materials handling, Taylor and Francis, London, 1993.
NIOSH, Waters, T.R., V.Putz-Anderson, Scientific support documentation for the Revised 19991 NIOSH Lifting Equation, Springfield, 1991.
Visser, L., Signalering hulpmiddelen 2004, 22/04/2004, CVZ, Diemen, 2004.
Waters, T., State of the Science in Musculoskeletal Disorders, Audrey Nelson (red.), Safe Patiënt Handling & Movement Syllabus, VISN Patient Center of Inquiry, Tampa, 2004.
Waters, T.R., V.Putz-Anderson, Scientific support documentation for the Revised 19991 NIOSH Lifting Equation, Springfield, 1991.
LOCOmotion, knibbe & knibbe
84