Verzekeringsreglement beroepsvaart
Maatschappij ‘De Maatschappij’ is Noord Nederland schepenverzekering, gevestigd te Heerenveen (Uhlweg 46, 8441 AG), onderdeel van TVM verzekeringen N.V.
Artikel 1. Verzekering 1.1 De verzekering geldt voor beroeps- of bedrijfsmatig gebruikte vaartuigen. 1.2 Onder vaartuigen wordt verstaan: schepen al dan niet met hun voortstuwingsinstallaties, het zich aan boord bevindende scheepstoebehoren en de bij het vaartuig behorende volgboot.
Artikel 2. Gevaren waartegen verzekerd 2.1 Verzekerd is schade door alle gevaren van de vaart, als storm, onweder, schipbreuk, stranden, aanvaren, brand, ontploffing, diefstal, nalatigheid en verzuim van de schipper of de bemanning, en alle andere van buiten komende onheilen, ook wanneer deze droogstaand of tijdens laden en lossen is ontstaan. 2.2 Voor verzekering van de schade is het vereist, dat deze het gevolg is van een onzeker voorval. Onder onzeker voorval wordt verstaan een gebeurtenis, waarvan voor partijen bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst of daarna onzeker was dat deze zich zou voordoen of dat daaruit voor de verzekerde schade kon ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden zou kunnen ontstaan. 2.3 Schade door diefstal van onderdelen van het vaartuig en/of scheepstoebehoren is verzekerd mits deze door braak is voorafgegaan en door een bevoegde instantie proces verbaal is opgemaakt.
Artikel 3. Eigen gebrek 3.1 De Maatschappij zal zich in geval van schade niet beroepen op eigen gebrek van het verzekerde vaartuig, mits zulks niet te wijten is aan schuld van de verzekeringsnemer.
Artikel 4. Eigen schuld 4.1 Indien een verzekeringsnemer, schipper of bemanningslid van het verzekerde vaartuig is, leveren fouten of nalatigheden of verkeerde handelingen door de verzekeringsnemer in diens hoedanigheid begaan, slechts dan eigen schuld op, indien de verzekeringsnemer opzet of grove schuld te verwijten is.
Artikel 5. Vaargebied 5.1 Het vaargebied omvat alle bevaarbare wateren in Nederland, België, Duitsland, Luxemburg, Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije, met dien verstande, dat de Donau bevaren mag worden tot Mohacs. Uitbreiding van
5
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart
het vaargebied voorbij Mohacs is eventueel mogelijk na overleg en met schriftelijke toestemming van de Maatschappij. Aan de zeezijde wordt de grens gevormd door de kustlijn, ook die van de Waddeneilanden en de denkbeeldige voortgezette kustlijn en in de zeegaten of havenmondingen niet verder dan de lijn die de uiterste landkoppen of havenhoofden met elkaar verbindt. Voor de Westerschelde wordt de grens gevormd door de denkbeeldige lijn tussen Vlissingen en Nieuwe Sluis. Voor de Elbe wordt de grens gevormd door de denkbeeldige lijn tussen Brunsbüttel en Cuxhaven. De grens volgt de kustlijn van de Waddeneilanden en loopt via de kustlijn van Wangeroog en Alte Mellum naar Dorum in Niedersachsen. 5.2 De Maatschappij is bevoegd, eventueel tegen betaling van extra premie, het vaargebied voor een verzekerd vaartuig uit te breiden en daaraan aanvullende voorwaarden te verbinden.
Artikel 6. Aanvang, duur en einde van de verzekering 6.1 Eigenaren of in het scheepsregister ingeschreven gebruikers, natuurlijke of rechtspersonen, van vaartuigen kunnen een ondertekende aanvraag tot verzekering van hun vaartuig(en) bij de Maatschappij indienen. 6.2 Het formulier voor de aanvraag wordt door de Maatschappij vastgesteld. 6.3 Met het indienen van het ondertekende aanvraagformulier verklaart de aanvrager zich akkoord met het reglement zoals dit bij ingang van de verzekering van kracht is of tijdens de duur van de verzekering rechtsgeldig wordt gewijzigd. 6.4 De Maatschappij is bevoegd, zonder opgave van redenen, een kandidaat-verzekeringsnemer of bepaalde ter verzekering aangeboden voorwerpen te weigeren. 6.5 De Maatschappij is bevoegd om ten aanzien van een bepaald vaartuig of voor een bepaald soort vaartuigen bijzondere voorwaarden te stellen. 6.6 De acceptatie door de Maatschappij blijkt uit de door de Maatschappij ondertekende polis. 6.7 In spoedeisende gevallen kan de Maatschappij een voorlopige dekking geven. 6.8 De verzekering gaat in terstond nadat de aanvraag tot verzekering is geaccepteerd tenzij de verzekering op een latere datum dient in te gaan. De verzekering loopt tot en met 30 september 24.00 uur, volgend op het tijdstip van ingang. 6.9 De verzekering wordt geacht telkens stilzwijgend te zijn verlengd voor de termijn van één jaar, indien niet ten minste twee maanden voor het einde van het lopende verzekeringsjaar per aangetekende brief opzegging aan de Maatschappij is gedaan. 6.10 De Maatschappij is te allen tijde bevoegd een verzekering te beëindigen. Zij dient de verzekeringsnemer hiervan, met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste twee maanden, per aangetekende brief, waarin het tijdstip van beëindiging is vermeld, in kennis te stellen. 6.11 Wanneer een verzekeringsnemer in strijd handelt met het verzekeringsreglement en/ of de besluiten van de Maatschappij, de Maatschappij op onredelijke wijze benadeelt, of zich zodanig gedraagt, dat van de Maatschappij redelijkerwijze niet gevergd kan worden, dat zij de verzekering van het vaartuig van die verzekeringsnemer voortzet, kan de Maatschappij besluiten de verzekering te op te zeggen. Zij dient de verzekeringsnemer hiervan, per aangetekende brief, waarin het tijdstip van beëindiging is vermeld, in kennis te stellen. De Maatschappij behoeft hierbij geen opzegtermijn in acht te nemen. 6.12 De verzekering eindigt door het overlijden van de verzekeringsnemer, tenzij de rechtverkrijgenden van de verzekeringsnemer binnen twee maanden na het overlijden schriftelijk aan de Maatschappij meedelen, dat zij in de rechten en plichten van de overledene willen treden. De overdracht als in vorige zin bedoeld kan slechts plaatsvinden na goedkeuring door de Maatschappij. De Maatschappij is bevoegd voorwaarden aan de goedkeuring te verbinden. 6.13 De verzekering eindigt zodra de verzekeringsnemer ophoudt eigenaar of in het scheepsregister ingeschreven gebruiker te zijn van het bij de Maatschappij ingeschreven
6
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart
vaartuig. De verzekeringsnemer is verplicht van dat feit ten spoedigste schriftelijk kennis te geven aan de Maatschappij. 6.14 Wanneer de verzekeringsnemer een bij de Maatschappij verzekerd vaartuig reeds elders geheel of gedeeltelijk voor dezelfde risico’s heeft verzekerd, vervalt elk recht op schadevergoeding en zal de verzekering met onmiddellijke ingang worden beëindigd.
Artikel 7. Keuring vaartuigen 7.1 Een vaartuig dat bij de Maatschappij verzekerd is, moet volgens de geldende voorschriften zijn uitgerust, zich in goede staat bevinden en beschikken over de wettelijk verplichte certificaten. De geldigheidsduur van de cerificaten mag niet zijn overschreden. 7.2 Alle machines en installaties dienen zich steeds in een zodanige staat van onderhoud te bevinden dat een bedrijfszekere werking is gewaarborgd. Hieraan wordt geacht te zijn voldaan wanneer de voorschriften van de fabrikant zijn opgevolgd. 7.3 Een vaartuig waarvoor een verzekering is aangevraagd, moet door of vanwege de Maatschappij worden gekeurd. De Maatschappij kan hierop een uitzondering maken, indien een geldig certificaat of rapport van een erkend (classificatie)bureau kan worden overlegd. 7.4 De verzekeringsnemer is verplicht om zijn vaartuig eens per vijf jaar ter keuring aan te bieden, onverminderd het recht van de Maatschappij een afwijkende termijn te stellen of een tussentijdse keuring te verlangen. Een keuring wordt door één of meer door de Maatschappij aan te wijzen expert(s) en/ of expertisebureau(s) uitgevoerd. Voor een bodemkeuring moet het vaartuig schoon en droog zijn. De te inspecteren delen moeten goed toegankelijk worden aangeboden. 7.5 Aan de keuring wordt geacht te zijn voldaan, indien voor het betreffende vaartuig een geldig certificaat, afgegeven door een door de Maatschappij erkend bureau, aanwezig is, onverminderd het recht van de Maatschappij een tussentijdse keuring te verlangen. 7.6 De minimum dikte van de beplating is als voorgeschreven door de daartoe bevoegde instantie. 7.7 Wanneer de verzekeringsnemer zijn verplichting tot keuring niet is nagekomen of weigert door de expert voorgeschreven herstellingen tijdig uit te voeren, is de Maatschappij bevoegd de verzekering te beëindigen zonder dat enige aanmaning is vereist. Schade voortvloeiende uit het verzuim van niet tijdige keuring of herstel wordt niet vergoed. 7.8 Alle expertisewerkzaamheden, zoals keuringen, taxaties en adviezen, worden uitgevoerd onder de gedeponeerde voorwaarden van de Vereniging van Experts voor Kust-, Rijn- en Binnenvaart.
Artikel 8. Kennisgeving wijzigingen 8.1 De verzekeringsnemer is verplicht alle wijzigingen van de gegevens zoals naam, adres, woonplaats en de gegevens van het vaartuig, welke de premieberekening of de schaderegeling kunnen beïnvloeden, onmiddellijk aan de Maatschappij te melden. 8.2 Wanneer niet tijdig aan het in dit artikel gestelde is voldaan draagt de verzekeringsnemer het daaruit voor de Maatschappij voortvloeiende nadeel.
Artikel 9. Verzekerd bedrag 9.1 Het verzekerd bedrag waarvoor de verzekering van het vaartuig geschiedt, wordt door de Maatschappij en de verzekeringsnemer met wederzijds goedvinden vastgesteld. 9.2 Wanneer de verzekeringsnemer of Maatschappij aanleiding ziet het verzekerd bedrag te wijzigen, vindt herwaardering plaats.
7
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart
Artikel 10. Vergoeding schade 10.1 De Maatschappij vergoedt de uit een in artikel 2 vermelde oorzaak voortvloeiende: a. schade aan het verzekerde vaartuig; b. kosten ter voorkoming of vermindering van de schade, voor welke de verzekeringsnemer aansprakelijk zou zijn geweest; c. kosten en schade, die het verzekerde vaartuig moet dragen als aandeel in averij grosse volgens een door de Maatschappij geaccepteerde dispache; d. hulplonen voor het redden van het verzekerde vaartuig voor zover niet opgenomen in averij grosse; e. kosten van het boven water brengen van het gezonken vaartuig, voor zover niet opgenomen in averij grosse; f. wrakopruimingkosten voor zover op grond van de wet tot opruiming verplicht is. g. kosten van een ingeschakelde duiker voor 2/3 gedeelte; h. hellingkosten als gevolg van schade. 10.2 Van het vastgestelde schadebedrag door schade als omschreven in artikel 10 lid 1 wordt, na aftrek van het eigen risico van € 250,--, voor vracht- en passagiersschepen vermeerderd met € 0,25 per ton/m3, of een overeengekomen hoger eigen risico, 100% vergoed. Het eigen risico voor sleep- en duwboten bedraagt € 250,-- vermeerderd met € 0,50 per PK, of een overeengekomen hoger eigen risico.
Artikel 11. Aanvaringsaansprakelijkheid 11.1 De Maatschappij vergoedt naast de in artikel 10 omschreven schade en kosten, de uit in artikel 2 vermelde oorzaak voortvloeiende schade, waarvoor de verzekeringsnemer tegenover derden aansprakelijk is wegens aanvaring, waaronder te verstaan: - botsing of aanraking van schepen met elkaar of met andere roerende of onroerende zaken; - schadetoebrenging zonder botsing of aanraking, als gevolg van de wijze van varen of door niet nakomen van enig wettelijk voorschrift, aan een ander schip of aan de zich daarop bevindende zaken of andere zaken dan schepen. 11.2 Bij aanvaringsaansprakelijkheid geldt voor alle vaartuigen, met uitzondering van sleepen duwboten, geen eigen risico. Voor sleep- en duwboten bedraagt het eigen risico 1/4 gedeelte der toegebrachte schade met een maximum van € 700,--.
Artikel 12. Maximum vergoeding per gebeurtenis 12.1 De Maatschappij vergoedt per gebeurtenis voor de schade als omschreven in artikel 10 lid 1 onder a nimmer meer dan het verzekerd bedrag van het vaartuig. 12.2 De Maatschappij vergoedt per gebeurtenis voor de schade en de kosten als omschreven in artikel 10 lid 1b t/m 1h en artikel 11, nimmer meer dan het verzekerd bedrag van het vaartuig. 12.3 Indien wettelijke bepalingen de aansprakelijkheid van de verzekeringsnemer beperken, is slechts het wettelijke maximum verzekerd.
Artikel 13. Totaal verlies 13.1 Wanneer een vaartuig verloren is gegaan, zal de verzekeringsnemer daarvan ten genoegen van de Maatschappij het bewijs moeten leveren. 13.2 Het vaartuig zal als totaal verloren worden beschouwd wanneer de herstellingskosten
8
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart
meer bedragen dan het verzekerd bedrag. 13.3 Aan de verzekeringsnemer, wiens vaartuig verloren is gegaan, of geacht wordt verloren te zijn, zal het verzekerd bedrag van het vaartuig worden vergoed, verminderd met de waarde, c.q. de opbrengst, van de restanten, het eigen risico en eventuele (sloop) uitkeringen. 13.4 Abandonnement, het wettelijk afstaan van het verzekerde vaartuig aan de Maatschappij, is niet toegestaan.
Artikel 14. Vergoeding machineschade 14.1 Voor de bepaling van het schadebedrag bij schade aan machines, waaronder wordt verstaan motoren, keerkoppelingen en/of andere machinerieën als hulpmotoren, startmotoren, dynamo’s, elektromotoren, generatoren, pompen, blowers, compressoren, boegschroef-, hekschroefmotoren, en schottelinstallaties enz., zal, met inachtneming van artikel 15, het (door de expert) vastgestelde schadebedrag als basis dienen. 14.2 Van het schadebedrag wordt een gedeelte, afhankelijk van de ouderdom van het beschadigde, vergoed. Voor het bepalen van het te vergoeden gedeelte geldt de volgende indeling: A. motoren en keerkoppelingen van 0 tot 1800 omw./min.; B. motoren en keerkoppelingen vanaf 1800 omw./min., boegschroef- en hekschroefmotoren, elektromotoren, pompen en ladingverwarmingsystemen; C. hulpmotoren, startmotoren, dynamo’s, generatoren, blowers, compressoren en schottelinstallaties. De vergoedingspercentages zijn per jaar, te beginnen met het bouwjaar van de machine voor elke groep als volgt vastgesteld:
jaar groep A: groep B: groep C: 0 100 100 100 1 100 100 100 2 100 100 90 3 100 90 80 4 90 90 70 5 90 90 60 6 90 90 50 7 90 90 50 8 90 90 50 9 75 65 50 10 75 65 50 11 75 65 50 12 75 65 50 13 75 65 50 14 65 65 50
Van de voor vergoeding in aanmerking komende arbeidslonen en de verplaatsingskosten wordt een gedeelte, in dezelfde verhouding als het te vergoeden deel in het bedrag van de beschadigde materialen, vergoed. Op de vergoeding wordt het standaard eigen risico van € 250,-- of een overeengekomen hoger eigen risico in mindering gebracht. 14.3 Wanneer bij schade of revisie onderdelen werden vernieuwd, zal bij schade de ouderdom van die betreffende onderdelen worden aangehouden. Bij vervanging van beschadigde onderdelen door gegarandeerde recon-onderdelen zullen de recon-onderdelen op het tijdstip van montage geacht worden 5 jaar oud te zijn. 14.4 Bij de vaststelling van de kosten van vervanging van incourante niet leverbare onderdelen zal rekening worden gehouden met vergelijkbare prijzen van soortgelijke onderdelen van andere fabricaten.
9
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart
14.5 De ouderdom van de machine, installatie of onderdeel daarvan wordt bepaald door het verschil te nemen tussen het jaar van het ongeval en het bouwjaar. Wanneer het bouwjaar niet bekend is, zal het laagste vergoedingspercentage gelden. Door de verzekeringsnemer kan een gewenst eigen risico worden overeengekomen met de Maatschappij. 14.6 Van schade aan de schroef en de kosten voor het wisselen van schroef wordt 85% vergoed. Schade aan de schroefas, tussenas en schroefaslagering en de kosten voor het vrijmaken van de schroef wordt voor 2/3 vergoed. In beide gevallen zonder aftrek van het eigen risico. De extra kosten in verband met het ontbreken van een reserveschroef worden niet vergoed. 14.7 Indien de beschadigde machine niet wordt hersteld, doch wordt vervangen, zal de schadevergoeding door de Maatschappij worden vastgesteld op basis van een door de expert op te stellen begroting van de herstellingskosten bij een gebruikelijke wijze van repareren. 14.8 Inwendige- en andere motorschade, ontstaan bijvoorbeeld door het loswerken van onderdelen, hetgeen door de verzekeringsnemer redelijkerwijze niet kon worden voorzien, zal eveneens als schade worden aangemerkt, ook indien een directe uitwendige oorzaak niet valt aan te wijzen. 14.9 Voortstuwingsinstallaties, boegschroefinstallaties, inclusief de schroeven, en andere installaties zijn alleen meeverzekerd, indien de aandrijvende motoren zijn verzekerd. 14.10 Hulpdieselmotoren zijn alleen verzekerd wanneer deze daartoe bij de Maatschappij zijn aangemeld. 14.11 Schade en/of verlies van smeermiddelen, met uitzondering van schade door bacteriologische besmetting , is meeverzekerd. Op de vergoeding wordt het standaard eigen risico van € 250,--, of een overeengekomen hoger eigen risico, in mindering gebracht.
Artikel 15. Maximum vergoeding machineschade 15.1 Indien de schadevergoeding op basis van het overeengekomen schadebedrag meer bedraagt dan de waarde van de machine voor het ontstaan van de schade, zal deze waarde, onder aftrek van eventuele restanten en het standaard eigen risico van € 250,-- of het overeengekomen hoger eigen risico, worden vergoed. 15.2 De waarde van de machine voor het ontstaan van de schade zal volgens de richtlijnen van de VEKRB (Vereniging van Experts voor Kust- Rijn- en Binnenvaart) worden vastgesteld. Bij de berekening van deze waarde wordt ook rekening gehouden met de inbouwkosten van een nieuwe identieke of vergelijkbare installatie, waarop eenzelfde afschrijving wordt toegepast als bij de bepaling van de machine zelf. 15.3 Bij de waardebepaling van aangekochte gebruikte installaties of onderdelen zal rekening worden gehouden met de aankoopwaarde en het jaar van de aankoop.
Artikel 16. Hydraulische en elektrische installaties 16.1 Schade aan hydraulische en elektrische installaties (met uitzondering van accu’s) wordt alleen vergoed wanneer deze is ontstaan door een van buiten komend onheil of door eigen gebrek. Bij de schadevaststelling wordt rekening gehouden met de levensduur van het beschadigde. Van het schadebedrag wordt het standaard eigen risico van € 250,-- of een overeengekomen hoger eigen risico in mindering gebracht.
10
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart
16.2 Schade aan accu’s en tractiebatterijen wordt vergoed wanneer deze is ontstaan door een van buiten komend onheil. Bij schadevergoeding geldt een standaard eigen risico van € 250,-- of een overeengekomen hoger eigen risico. Na aftrek van het eigen risico worden de volgende percentages vergoed: Accu’s Tractiebatterijen 1e jaar 100% 100% 2e jaar 75% 85% 3e jaar 50% 70% 4e jaar 25% 65% 5e jaar 0% 50% 6e jaar 35% 7e jaar 20% 8e jaar 0% 16.3 Indien de schadevergoeding op basis van het vastgestelde schadebedrag meer bedraagt dan de waarde van het onderdeel/de installatie, voor het ontstaan van de schade, zal deze waarde onder aftrek van eventuele restanten en het standaard eigen risico van € 250,-- of een overeengekomen hoger eigen risico, worden vergoed.
Artikel 17. Nautische en/of elektronische en/of communicatieapparatuur 17.1 Schade aan de zich aan boord bevindende nautische en/of elektronische en/of communicatieapparatuur ten behoeve van de bedrijfsvoering van het vaartuig, komt voor vergoeding in aanmerking als deze is ontstaan door brand of een van buiten komend onheil. Bij de schadevaststelling wordt rekening gehouden met de ouderdom van het beschadigde en de huidige aankoopprijs van vergelijkbare onderdelen en/of apparatuur. De aftrek bij computer apparatuur is 20% per jaar met een maximum van 80% bij het vierde jaar. Bij alle overige apparatuur is deze aftrek 5% per jaar met een maximum van 50%. Het eigen risico bedraagt € 250,-- per gedekte gebeurtenis of een overeengekomen hoger eigen risico. 17.2 De kosten door vervanging van versleten onderdelen of programmatuur en bestanden zijn uitgesloten. 17.3 Indien de schadevergoeding op basis van het vastgestelde schadebedrag meer bedraagt dan de waarde van het onderdeel of de apparatuur, voor het ontstaan van de schade, zal de waarde hiervan voor het ontstaan van de schade, na aftrek van de waarde van de restanten en het eigen risico van € 250,-- of een overeengekomen hoger eigen risico worden vergoed.
Artikel 18. Eigen risico 18.1 Bij de berekening van de schadevergoeding wordt eerst de aftrek nieuw voor oud en daarna het bedrag van het eigen risico op het vastgestelde schadebedrag in mindering gebracht. 18.2 Per gebeurtenis wordt slechts eenmaal het hoogste eigen risico in rekening gebracht. 18.3 Bij een overeengekomen hoger eigen risico wordt een premiereductie toegekend.
Artikel 19. Zusterschipclausule 19.1 Indien vaartuigen geheel of gedeeltelijk aan dezelfde verzekeringsnemer toebehorend, elkander schade toebrengen, zal de verzekeringsnemer tegenover de Maatschappij dezelfde rechten hebben als wanneer deze vaartuigen aan verschillende personen toebehoren.
11
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart
Artikel 20. Slepen, duwen 20.1 Indien een verzekeringsnemer met zijn vaartuig één of meer vaartuigen sleept, duwt of meeneemt, dient het slepende, duwende of meenemende vaartuig te zijn ingericht en uitgerust om te kunnen slepen, duwen en/of meenemen van andere vaartuigen overeenkomstig de daarvoor geldende regelgeving. De toestemming om te mogen slepen, duwen en/of meenemen dient te blijken uit op het moment van slepen, duwen en/of meenemen geldig C.v.O.. Ingeval de vereiste toestemming niet kan worden aangetoond, is de schade aan en door het gesleepte, geduwde en/of meegenomen vaartuig en aan de zich daar aan boord bevindende zaken niet verzekerd. 20.2 Het langszij meenemen van schepen wordt als slepen beschouwd. 20.3 Wordt door een verzekerd vaartuig gesleept, geduwd of meegenomen, dan is alle hieruit voortvloeiende schade slechts verzekerd wanneer deze activiteiten hebben plaatsgevonden onder de bepalingen van de laatste in Nederland geldende en gebruikelijke sleep- of duwconditiën. 20.4 Bij schade aan het gesleepte, geduwde of meegenomen vaartuig geldt een eigen risico van € 250,-- vermeerderd met € 1,-- per ton/m3, berekend over de tonnage/m3 van het eigen vaartuig met een maximum van € 2.500,-- per gebeurtenis. 20.5 Wanneer een vaartuig door schade niet in staat is de reis te vervolgen, zal de Maatschappij 100% van het sleeploon volgens de kortste weg naar de dichtstbijzijnde reparatiegelegenheid vergoeden. Bovendien zal de Maatschappij van de sleepkosten naar de bestemming 75% vergoeden, mits deze kosten dienen ter beperking van de door de Maatschappij te vergoeden schade. Sleepkosten welke haar oorzaak uitsluitend vinden in contractuele verplichtingen tegenover derden, komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Artikel 21. Sleep- en duwboten 21.1 Bij sleep- en duwboten zijn aanspraken van derden – met uitzondering van schade door dood of lichamelijk letsel – gedekt, mits de diensten van de sleep- duwboten hebben plaatsgehad onder de in Nederland geldende en gebruikelijke sleep- en/of duwconditiën of voor buiten Nederland de aldaar geldende conditiën, die vooraf goedgekeurd dienen te worden door de Maatschappij. Het is de eigenaar van de duwboot dan wel sleepboot met duwinrichting slechts toegestaan om het volgens het C.v.O. vermelde aantal bakken te duwen met het in dit certificaat vermelde maximum toegestane laadvermogen der bakken. Bij het niet in acht nemen van deze bepaling kan de verzekeringsnemer geen aanspraak op enigerlei schadevergoeding maken. Voor alle transporten is de verzekeringsnemer gebonden aan de bepalingen, die omtrent slepen en/of duwen staan opgenomen in het Binnenvaartpolitiereglement. Overtreding hiervan heeft automatisch als gevolg, dat de verzekeringsnemer geen aanspraak op enigerlei schadevergoeding kan maken.
Artikel 22. Varen in ijs 22.1 Bij schade ontstaan door deelname aan de vaart, terwijl in het te volgen vaargebied ijs aanwezig is, geldt bij cascoschade een extra eigen risico van € 2,-- per ton/m3 en bij motorschade € 2,-- per PK met een minimum van € 450,--. 22.2 Het is niet toegestaan, op straffe van verlies van alle aanspraken op vergoeding van schade ter zake, een verzekering tegen het in lid 1 beschreven gevaar elders aan te gaan. 22.3 Schade van welke aard dan ook, ontstaan door ijsbreekwerkzaamheden, wordt nimmer vergoed (geldt niet voor sleep- en duwboten – zie artikel 23).
12
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart
Artikel 23. IJsbreken, alleen door sleep- en duwboten 23.1 IJsbreekwerkzaamheden door sleep- en duwboten zijn toegestaan, indien het vaartuig hiervoor is uitgerust en naar beoordeling van de Maatschappij van de Maatschappij geschikt is bevonden. Voorgenomen ijsbreekwerkzaamheden dienen voor aanvang der werkzaamheden aan de Maatschappij voorgelegd te worden, die hiervoor haar toestemming kan verlenen. Jaarlijks stelt de Maatschappij een premietoeslag vast, die per dag, dat ijsbreekwerkzaamheden worden verricht, doorberekend wordt aan de verzekeringsnemer, die deze ijsbreekwerkzaamheden uit voert. Gedeelten van een dag worden als een volledige dag gerekend. Bij zowel eigen schade(n) als schade(n), toegebracht aan derden is, naast het standaard eigen risico, of een overeengekomen hoger eigen risico, een extra eigen risico van € 1.000,-- per gebeurtenis van toepassing. Eigen schade(n) en/of schade( n), toegebracht aan derden, ongeacht door welke oorzaak ontstaan door en/of als het gevolg van ijsbreekwerkzaamheden komen voor generlei vergoeding in aanmerking, indien vooraf door de verzekeringsnemer geen toestemming voor ijsbreekwerkzaamheden is aangevraagd en hiervoor door de Maatschappij van de Maatschappij toestemming is verleend.
Artikel 24. Zeewaardige afdichting 24.1 Onverminderd het in artikel 4 gestelde, draagt de verzekeringsnemer van alle schade en kosten door het varen met een niet zeewaardig afgedicht vaartuig, een extra eigen risico van maximaal 10% van het te vergoeden bedrag boven het overeengekomen eigen risico.
Artikel 25. Beperkingen en uitsluitingen Onverminderd het bij wet of in andere artikelen van dit reglement bepaald is van de verzekering uitgesloten: 25.1 schade door diefstal, tenzij na braak, en hiervan door de bevoegde instantie procesverbaal is opgemaakt; 25.2 schade ontstaan ten tijde dat de verzekeringsnemer in gebreke is gebleven met de betaling van de door hem verschuldigde jaarpremies en/of termijnbetalingen van deze premies; 25.3 schade ontstaan ten tijde dat de verzekeringsnemer achterstallig is in zijn andere financiële verplichtingen, zoals schadeaandelen enz., jegens de Maatschappij; 25.4 schade aan en verlies van de zich aan boord van het verzekerde vaartuig bevindende lading (zie artikel 26); 25.5 schade wegens dood of lichamelijk letsel en de gevolgen daarvan (zie artikel 26); 25.6 schade welke niet wordt hersteld. Bij beëindiging van de verzekering moeten de aangemelde schaden zijn hersteld, tenzij door de Maatschappij in overleg met de verzekeringsnemer een redelijke termijn wordt gesteld. Na het verstrijken van deze termijn is de Maatschappij van haar verplichtingen ontslagen; 25.7 schade welke niet binnen twee jaar na het ontstaan is hersteld, tenzij hierover andere schriftelijke afspraken zijn gemaakt door de verzekeringsnemer met de Maatschappij; 25.8 schade aan software; 25.9 schade aan of verlies van onderdelen van het vaartuig en inventarisatiedelen, welke elders zijn opgeslagen, tenzij aan de Maatschappij doorgegeven en geaccepteerd. Deze uitsluiting geldt niet voor opslag tijdens laden en lossen en/of reparatie; 25.10 schade door cavitatie, langzaam werkende invloeden, zoals geleidelijke inwerking van gassen, vloeibare en vaste stoffen; 25.11 schade waarover de verzekeringsnemer opzettelijk onjuiste opgave doet of waarvoor de verzekeringsnemer de in de voorwaarden gestelde verplichtingen niet is nagekomen;
13
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart
25.12 schade als gevolg van aan de verzekeringsnemer te verwijten onvoldoende onderhoud van en/of onvoldoende zorg voor het verzekerde vaartuig; 25.13 schade opgelopen doordat het verzekerde vaartuig onvoldoende was uitgerust; 25.14 schade als gevolg van het onder invloed zijn van verdovende of bedwelmende middelen van de schipper en/of bemanning, tenzij de verzekeringsnemer niets te verwijten valt; 25.15 schade bestaande uit normale slijtage of voortvloeiende uit normale slijtage, indien het niet vervangen van het aan slijtage onderhevige deel de verzekeringsnemer te verwijten is; 25.16 schade als gevolg van oorlog of oorlogsgeweld, als burgeroorlog, revolutie, opstand, oproer en andere op oorlog gelijkende handelingen, uitwerking van oorlogstuig en neming en aanhouding op last van hogerhand; Niet uitgesloten is schade als gevolg van gewelddaden gepleegd in verband met staking, uitsluiting van werknemers en arbeidsonlusten, gewelddaden gepleegd uit politieke overwegingen, opstootjes en plaatselijke ongeregeldheden, één en ander voor zover niet vallend onder oorlog of oorlogsgeweld en voor zover de verzekeringsnemer of diens schipper niet op enigerlei wijze actief aan de bewerkstelliging van de schade heeft meegewerkt dan wel heeft doen meewerken; 25.17 schade door atoomkernreacties en radioactieve straling, hoe ook ontstaan; 25.18 schade, verlies of inbeslagneming van het vaartuig als gevolg van het zich aan boord bevinden van smokkelwaar of andere bij de wet verboden goederen; 25.19 schade ontstaan door vorst, tenzij de verzekeringsnemer kan aantonen, dat door hem voldoende maatregelen ter voorkoming van vorstschade zijn genomen; 25.20 schade ontstaan buiten het overeengekomen vaargebied; 25.21 alle gevolgen, hetzij direct, hetzij indirect, van het beoefenen van de waterskisport; 25.22 schade die de verzekeringsnemer met opzet of door roekeloosheid heeft veroorzaakt; 25.23 schade door en kosten in verband met verwijderen van ongedierte; 25.24 schade bestaande uit uitsluitend verf-, lak- en/of andere conserveringsschade; 25.25 schade aan of verlies van mobiele communicatieapparatuur aan boord van het verzekerde vaartuig; 25.26 door de verzekeringsnemer geleden bedrijfsschade (zie artikel 26).
Artikel 26. Collectieve verzekeringen 26.1 De Maatschappij heeft ten behoeve van de verzekeringsnemers collectieve verzekeringen afgesloten ter dekking van het vervoersrisico van ladingen van derden alsmede van waterverontreiniging, aanvaringsaansprakelijkheid, alsmede wrakopruimings- en lichtingskosten e.d. (P. & I.), voor zover niet gedekt onder de cascopolis en ter dekking van de wettelijke bedrijfsaansprakelijkheid (AVB), waarin begrepen dood of lichamelijk letsel van personen, alsmede het particuliere aansprakelijkheidsrisico (AVP) en bedrijfsschade. Eén of meerdere van deze verzekeringen zijn van toepassing mits zij expliciet op de polis staan vermeld. Tevens kunnen andere aanvullende verzekeringen worden afgesloten, die eveneens van kracht zijn, indien deze op de polis worden vermeld. Op deze collectieve en/of aanvullende verzekeringen zijn de polisvoorwaarden van de betrokken Maatschappijen van toepassing.
Artikel 27. Schade melden 27.1 De verzekeringsnemer of diens schipper, is verplicht de Maatschappij onmiddellijk in kennis te stellen van elke gebeurtenis, die tot enigerlei schadevergoeding aanleiding kan geven. 27.2 Bovendien is de verzekeringsnemer verplicht daarvan binnen veertien dagen aan de Maatschappij schriftelijk mededeling te doen door toezending van de scheepsverklaring
14
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart
met zo nodig een situatieschets en met opgaaf van namen en adressen van eventuele getuigen, bij voorkeur middels het door de Maatschappij verstrekte formulier. 27.3 Bij niet of onvoldoende nakoming van de in dit artikel omschreven verplichtingen vervalt het recht op enigerlei schadevergoeding, voor het geval de Maatschappij daardoor in een redelijk belang is geschaad.
Artikel 28. Aanwijzingen bij schade 28.1 Bij schade aan het verzekerde vaartuig is de verzekeringsnemer of diens schipper verplicht de aanwijzingen van of vanwege de Maatschappij op te volgen en alles in het werk te stellen om de schade te beperken. 28.2 Ingeval de verzekeringsnemer of diens schipper weigert te voldoen aan een dergelijke aanwijzing, dan blijft eventuele schade daardoor ontstaan voor rekening van de verzekeringsnemer.
Artikel 29. Vaststelling schade 29.1 Een gemelde schade zal zo spoedig mogelijk door een door de Maatschappij te benoemen expert of expertisebureau worden opgenomen. 29.2 Schade mag niet worden hersteld, voordat deze vanwege de Maatschappij is opgenomen of voordat door of vanwege de Maatschappij toestemming tot herstel is gegeven. 29.3 Bij de vaststelling van de schade zal rekening worden gehouden met de toestand waarin het beschadigde zich voor de beschadiging bevond. 29.4 Kan de verzekeringsnemer zich met de schadevaststelling van de expert niet verenigen dan zal een tweede taxatie geschieden door twee wederzijds te benoemen experts. Elke partij draagt de kosten van haar eigen expert. 29.5 Worden de in lid 4 bedoelde experts het niet eens, dan zal de Maatschappij een bevoegde rechter te Rotterdam verzoeken een expert te benoemen om een bindende taxatie uit te brengen. De kosten worden door de Maatschappij en de verzekeringsnemer, ieder voor de helft, gedragen.
Artikel 30. Bewijs 30.1 De verzekeringsnemer is verplicht het juiste bedrag van de kosten van het herstel van de schade aan de Maatschappij op te geven onder overlegging van de originele gespecificeerde rekening van degene die de schade heeft hersteld. 30.2 De kosten van het vlot- en binnenbrengen en de kosten, welke de verzekeringsnemer tot behoud van zijn vaartuig of ter voorkoming of vermindering van schade mocht hebben gemaakt, zullen moeten worden bewezen door schriftelijke bescheiden. 30.3 Zolang het bewijs, als bedoeld in lid 1 en 2 van dit artikel, niet ten genoegen van de Maatschappij is geleverd, wordt geen schade vergoed.
Artikel 31. Betalingen, vergoedingen 31.1 Bij herstelling van een schade zullen alle vergoedingen geschieden binnen twee maanden nadat het in artikel 30 bedoelde bewijs is geleverd. 31.2 Bij totaal verlies zal betaling geschieden binnen drie maanden na de datum van de schadegebeurtenis, mits het in artikel 13.1 bedoelde bewijs is geleverd. 31.3 Vergoedingen zullen rechtstreeks aan de verzekeringsnemer plaatsvinden, tenzij hiertegen bezwaar wordt gemaakt door een eventuele hypotheekhoudster of andere rechthebbenden op de assurantiepenningen.
15
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart
Artikel 32. Verhaal op derden / voeren van verweer 32.1 Een verzekeringsnemer heeft niet het recht zonder voorafgaande goedkeuring van de Maatschappij tegenover een schade-eisende partij enigerlei erkenning te doen van schuld of omvang van de schade, zulks op straffe van verlies van zijn recht op schadevergoeding tegenover de Maatschappij. 32.2 De Maatschappij beslist omtrent het instellen van vorderingen tot schadevergoeding tegen derden en tot het al dan niet voeren van verweer en is gerechtigd de procedure op naam van de verzekeringsnemer te voeren. De verzekeringsnemer moet met de meeste spoed aan de door de Maatschappij aangewezen rechtskundige raadsman alle gevraagde inlichtingen, zowel mondeling als schriftelijk, verschaffen. Wanneer niet tijdig aan het in dit lid gestelde is voldaan draagt de verzekeringsnemer het daaruit voor de Maatschappij voortvloeiende nadeel. 32.3 De Maatschappij is gerechtigd en gemachtigd om met derden ter zake van schadevergoeding namens een verzekeringsnemer alle maatregelen te treffen die zij wenselijk mocht achten.
Artikel 33. Overdracht / verval van rechten 33.1 Het is de verzekeringsnemer niet toegestaan zonder uitdrukkelijke toestemming van de Maatschappij de uit de polis voort vloeiende rechten over te dragen aan derden. 33.2 Indien de Maatschappij van mening is dat de Maatschappij uit hoofde van een schadegeval jegens de verzekeringsnemer geen verplichtingen heeft, zal zij hem daarvan schriftelijk bericht doen. Elk recht op uitkering van een verzekeringsnemer tegenover de Maatschappij vervalt, indien hij niet binnen zes maanden na verzending van deze mededeling per aangetekende brief tegen de afwijzing in verzet komt. 33.3 Ieder recht op schadevergoeding vervalt, indien blijkt dat de verzekeringsnemer, hetzij vóór, tijdens of na een vermeend schadegeval uitlatingen c.q. verklaringen heeft verstrekt, als gevolg waarvan regresmogelijkheden op derden van de Maatschappij zijn ontnomen respectievelijk zijn beperkt.
Artikel 34. Zekerheid voor derden 34.1 De Maatschappij zal ten behoeve van derden voor een verzekeringsnemer zekerheid stellen wegens aanvaringsschade, hulploon en averij-grosse, wanneer dit nodig mocht zijn ter voorkoming of opheffing van beslag op een verzekerd vaartuig, evenwel beperkt tot het maximum bedrag dat volgens het reglement door de Maatschappij zou worden vergoed, alles met inachtneming van de belangen van hypotheekhouders en andere rechthebbenden op de assurantiepenningen.
Artikel 35. Premie 35.1 Jaarlijks en bij aanvang van de verzekeringsovereenkomst wordt een premie geheven. De Maatschappij stelt de premie vast, onder meer rekening houdend met de aard van het vaartuig, het schadeverloop in voorgaande jaren, de index van de reparatieprijzen en de herverzekerings-voorwaarden. Bij tussentijdse aanvang van de verzekeringsovereenkomst wordt de premie berekend over het gedeelte van het verzekeringsjaar waarin de verzekering zal lopen. Bij tussentijdse uittreding wordt premierestitutie verleend over het nog niet verstreken deel van het verzekeringsjaar, waarvoor de premie reeds in rekening werd gebracht. De verzekerde is verplicht de premie, waaronder tevens wordt verstaan eventuele kosten en assurantiebelasting, te voldoen binnen 30 dagen na datering van de premienota. Indien de premie niet binnen deze termijn wordt voldaan,
16
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart
wordt door de Maatschappij een schriftelijke aanmaning verzonden. Bij verder uitblijven van de premiebetaling, wordt door de Maatschappij geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de 15e dag na datering van de aanmaning. De verzekerde blijft verplicht de volledige premie te voldoen. De dekking wordt weer van kracht voor gebeurtenissen die plaatsvinden na de dag waarop de premie door de Maatschappij is ontvangen.
Artikel 36. Kortingen 36.1 Bij nieuwe voortstuwingsmotoren wordt een korting op de premie per PK voor de desbetreffende motor toegekend van 50% in het eerste jaar, 25% in het tweede jaar en 10% in het derde jaar. Voor de vaststelling van het kortingspercentage zal het bouwjaar van de motor bepalend zijn. Een opgebouwde no-claimkorting blijft bovendien van kracht. 36.2 Bij nieuwe schepen zal een korting op de premie worden toegepast van 20% voor het eerste jaar en 10% voor het tweede jaar. Een opgebouwde no-claimkorting blijft bovendien van kracht. 36.3 Wanneer kan worden aangetoond, dat een verzekerd vaartuig stil komt te liggen omdat door langdurige ziekte en/of ongeval een normale bedrijfsvoering niet kan plaatsvinden, kan door de Maatschappij, over de periode van het stilliggen, een vermindering van premie worden toegekend. In dat geval komt een eventuele no-claimkorting ten gunste van de verzekeringsnemer te vervallen. 36.4 Wanneer een verzekeringsnemer gedurende een verzekeringsjaar geen schade meldt die een vergoeding van de Maatschappij tot gevolg heeft, wordt het percentage van de korting op de premie voor het daarop volgende jaar met 5 verhoogd. De maximaal te verlenen korting is 30%. Deze korting geldt alleen voor schepen met een eigen voortstuwingsinstallatie. De korting bedraagt na:
1 2 3 4 5 6 7
schadevrij jaar schadevrije jaren schadevrije jaren schadevrije jaren schadevrije jaren schadevrije jaren schadevrije jaren
5% 10% 15% 20% 25% 30% 30%
Trede Trede Trede Trede Trede Trede Trede
1 2 3 4 5 6 7
Wanneer in een verzekeringsjaar een schade wordt gemeld die een vergoeding van de Maatschappij tot gevolg heeft, wordt de korting voor het daarop volgende jaar per gemelde schade met 1 trede verlaagd. De korting wordt bij meer dan 2 schaden die een vergoeding van de Maatschappij tot gevolg hebben, in enig jaar met maximaal 2 treden verlaagd. Van deze regeling kan door de Maatschappij worden afgeweken.Wanneer in een verzekeringsjaar 1 schroefschade per voortstuwingsmotor wordt geclaimd, heeft dit geen gevolgen voor de no-claimkorting. 36.5 Voor nieuwe verzekeringsnemers geldt bij ingang van de verzekering een kortingspercentage, dat zou zijn opgebouwd, wanneer zij met hun schip bij de Maatschappij verzekerd waren geweest. Het aantal schadevrije jaren dient te worden aangetoond. 36.6 Voor verzekeringsnemers die een ander schip aanschaffen, zal de korting, welke van toepassing was op het uitgeschreven schip, worden overgenomen.
Artikel 37. Afwijking verzekeringsvoorwaarden 37.1
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Maatschappij.
17
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart
Artikel 38. Lidmaatschap Het sluiten van deze verzekering door een in Nederland gevestigd bedrijf heeft tot gevolg dat de verzekeringnemer het lidmaatschap van de Coöperatie TVM U.A. mag aanvragen, behalve wanneer deze verzekering via een gevolmachtigde agent loopt. De Coöperatie TVM U.A. heeft onder meer het recht het lidmaatschap op te zeggen per de datum dat deze verzekering gaat lopen via een gevolmachtigde agent.
Artikel 39. Recht, klachten en geschillen 39.1 Toepasselijk recht Op de verzekering is Nederlands recht van toepassing. 39.2 Klachten en geschillen In alle gevallen waarin deze polisvoorwaarden niet voorzien, beslist de Maatschappij. Klachten of geschillen over bemiddeling of de totstandkoming en uitvoering van deze verzekering kunnen worden voorgelegd aan het interne klachtenbureau van de Maatschappij, via
[email protected]. Een klacht kan ook per brief worden verstuurd aan: Noord Nederland schepenverzekering, Postbus 110, 8440 AC Heerenveen. Indien de verzekeringsnemer zich in het oordeel van het interne klachtenbureau niet kan vinden, dan kan hij/zij zich wenden tot: Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD), Postbus 93257, 2509 AG Den Haag, tel.: 08900-3552248, e-mail:
[email protected]. Als de verzekeringsnemer het geschil niet aan de Maatschappij en/of het Kifid wil of kan voorleggen, dan kan het geschil worden voorgelegd aan de bevoegde rechter.
Artikel 40. Privacy 40.1 Op de verwerking van de gegevens van de verzekeringsnemer is de gedragscode ‘Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen’ van toepassing. Deze code is te raadplegen via de website www.verzekeraars.nl of op te vragen bij het Verbond van verzekeraars, Postbus 93450, 2509 AL Den Haag
Artikel 41. Inwerkingtreding 41.1
Dit reglement is van kracht geworden op 1 januari 2013.
18
Algemene verzekeringsvoorwaarden Noord Nederland schepenverzekering
|
Verzekeringsreglement beroepsvaart