DE LEGENDE VAN DE ZIJDEPRINSES
DE LEGENDE VAN DE ZIJDEPRINSES
OPDRACHT Zoek Rups en Vlinder op alle pagina’s in het boek. • Hoe vaak kom je Rups tegen in het boek? • Hoe vaak kom je Vlinder tegen in het boek?
2
3
het uit. Rups was Si-lin’s huisdier. Hij was één van de vele zijderupsen die in de tuin van het paleis leefden. Maar deze was bijzonder omdat ze niet de hele dag bladeren van de moerbeiboom vrat maar als een echte vriendin naar haar luisterde en af en toe in haar nek kriebelde en dan moest ze lachen. Meestal verstopte ze zich in haar kimono. Of ze lag als een dikke sjaal in haar hals. Maar omdat juffrouw Ling zo bozig deed keek ze even om het hoekje van Si-lin’s kimono om te kijken wat er aan de hand was. Soms zat Vlinder ook nog op haar schouder.
Sssj... pok: er vloog een soort wit balletje door de tuin. Het leek wel een eitje. “Waar is-ie?” riep één van de jongens. “Ik hoop dat Si-lin ‘m gevangen heeft, niet iemand anders.” De jonge prins sloop op zijn tenen naar de bloementuin waar de prinsessen dansles kregen. Hij klom heel stilletjes in een boom, kroop over een smalle tak en gluurde door de bladeren.
“Psst,” siste de jonge prins. ”Psst, psssssst.” Si-lin keek om zich heen om te zien waar het geluid vandaan kwam. En toen ze de prins daar tussen de bladeren zag, kwam er een brede grijns op haar gezicht. Triomfantelijk hield ze het balletje omhoog. “Kom maar halen”, fluisterde ze, toen juffrouw Ling even niet keek.
“Sta er toch niet altijd bij als een rijstzak, doe eens mee!” Juffrouw Ling pakte Si-lin bij haar schouders, zette haar rug recht en draaide haar hoofd een beetje schuin zodat ze er sierlijk uitzag. “Zo, dat is beter,” zei ze goedkeurend. “En loop je nu nog steeds rond met die rare rups? Hoe moet ik nou ooit een elegante prinses van jou maken?” vroeg ze. De andere prinsessen proestten
Si-lin was een prinses die woonde aan het hof van de Gele Keizer. In een prachtig paleis met een boel tuinen en vijvers waar je geweldig kunt spelen. In het paleis woonde de Gele Keizer met zijn vrouw en heel veel prinsen en prinsessen. 4
Iedereen in het paleis had prachtige kleren aan. De meisjes leerden om later een goede vrouw voor een belangrijke man te worden. Daarvoor moesten ze leren heel netjes te lopen, met kleine pasjes. Ze liepen op ongemakkelijke, knellende schoentjes wat het nog moeilijker maakte. Hun leven was mooi, maar ook best saai. Maar ja, ze wisten niet beter want er liep een grote muur rond het paleis en de keizerskinderen kwamen nooit buiten die muur. Si-lin vond dat de jonge prinsen een veel leuker leven hadden dan de meisjes; want zij mochten trainen onder leiding van Meester Chi. Tok-tok, tok-tok, de stokken tikken snel tegen elkaar. Drie grote stappen naar achteren, kleine dribbelpasje naar voren, sprong, tok-tok, tok-tok, concentratie, AU! Er valt iemand. De muts rolt af en een vracht lang haar komt eronder tevoorschijn. Si-lin staat op en wacht met gebogen hoofd een preek van Meester Chi af. Want ze weet heel goed dat een prinses daar helemaal niet mag zijn.
6
‘Hmmm’, hoort ze boven haar hoofd. ‘Tien keer de basisoefening en doe je muts op,’ zegt hij bars. Si-lin kijkt door haar lange haar omhoog naar Meester Chi en ziet dat hij het meent. Hij is niet boos, maar behandelt haar net als de jongens. Ze doet tien keer de basisoefening en mag daarna gewoon weer meedoen.
Maar nu was die dag daar, zomaar ineens, zonder waarschuwing. Ze kreeg kippenvel over haar hele lichaam en plotseling had ze het heel koud. Er tolden een heleboel gedachten door haar hoofd. “Ohh nee, dit ga ik niet doen, niet met hem. Ik wil niet. Ik ben bang... Wat moet ik doen? Waar kan ik heen?”
Op een dag werd Si-lin bij de Keizerin geroepen. Toen ze binnenkwam, maakte ze een buiging. Naast de Keizerin stond een man. Ze stelde hem voor als de Koning van Khotan. “Yek, wat een engerd,” dacht Si-lin. Hij was groot, had woeste haren en priemende prikogen. Hij krabde aan z’n kin, keek haar eens goed aan en vroeg haar een rondje te draaien. Hij wreef nog eens in z’n nek, trok zijn wenkbrauwen in een diepe frons en knikte toen goedkeurend naar de Keizerin. Si-lin begreep het niet, totdat de Keizerin zei: “Si-lin, het is tijd dat je gaat trouwen en dit is je aanstaande man.” Ze wist dat deze dag een keer zou komen. Daar werden ze tenslotte voor opgeleid door juffrouw Ling.
De koning liep op haar af, hij leek steeds groter te worden. Wijdbeens ging hij voor haar staan, met zijn handen in zijn zij en zei: “We trouwen morgenochtend en reizen dan meteen door naar Khotan.” Toen kwam hij nog dichter bij, boog zijn hoofd naar haar toe en fluisterde: “En ik wil dat je stiekem wat zijdecocons meeneemt. Niemand mag het weten, dus verstop ze goed.” Het klonk heel eng en dreigend, want ze wist dat het bijna onmogelijk was. Om het paleis liep een grote muur en voor de poort stonden soldaten en bovendien twee leeuwen om ervoor te zorgen dat de cocons het paleis niet uit konden. Rups kriebelde haar zachtjes in haar nek alsof ze wilde zeggen “ik blijf bij je.”
Si-lin had nog steeds kippenvel maar ze dacht wel: “Wat er ook gebeurt, met hém ga ik mooi niet trouwen!” Haar vriendinnen in het paleis waren in rep en roer voor het aanstaande huwelijk. Druk, druk en nog eens druk met de gasten, de stoffen voor de kimono’s, de bloemen en alle hapjes. Maar Si-lin niet. Ze zat stilletjes in een hoekje. Rups lag somber op haar schoot. “Ik heb een loeigroot probleem,” dacht ze. Ze was bang, haar hart klopte veel sneller dan anders, maar ze nam wel een heel dapper besluit: “Nog vóór dat stomme huwelijk sluip ik vannacht het paleis uit!” Rups stak haar kop uit haar kimono, rekte zich uit, trok haar bek in een stoere streep en knikte instemmend. Voor haar vertrek moest ze nog heel veel voorbereiden. Stiekem natuurlijk want het mocht niet opvallen. Bij de thee vertelde ze haar besluit aan haar twee beste vriendinnen Wu en Lok en ze vroeg hen met haar mee te gaan. “Bedoel je weglopen?” vroeg Lok bang.
7
OPDRACHT
Si-lin heeft een bijzondere koffer van Meester Chi gekregen. Als ze hem openmaakt lijkt het wel alsof ze meer durft. Maak zelf een durfkoffer en stop daarin briefjes waarop je schrijft wat jij graag zou willen durven.
8
“Nee, ze bedoelt dat we op reis gaan,” zei Wu die stoerder deed dan ze zich voelde. “Misschien is het wel heel leuk achter de grote muur”, toch? Wij gaan met je mee!” zei Wu en vragend keek ze naar Lok. Die knikte bibberig en glimlachte voorzichtig. De drie waren al heel lang vriendinnen en samen vormden ze een club: de flinke vuist! En hun kreet was: “Eén voor allen, allen voor één.” En in het Chinees is dat “wo ˇ wéi rén rén, rén rén wéi wo ˇ” (Spreek uit: wo wè chen chen, chen chen wè wo) en daarbij staken ze strijdvaardig één vuist in de lucht.
“De koning van Khotan wilde ook dat ik die meenam” zei Si-lin tegen meester Chi. “Hmm, dat verbaast mij niet,” zei hij. “Buiten de poort kennen ze de cocons niet, maar jij kunt laten zien aan de mensen die je tegenkomt wat je ermee kunt doen”. Si-lin snapte het niet zo goed. “Kijk eens naar de kimono die je aan hebt” zei hij en Si-lin gleed met haar hand over de mooie stof van haar jasje. “Dat is zijde en niemand in de hele wereld buiten het paleis weet waar dat vandaan komt of hoe het gemaakt wordt. Ze weten alleen dat alle mensen aan het hof van de Gele Keizer hele mooie kleren dragen.”
Ook wilde ze afscheid nemen van meester Chi. Hij wist best dat Si-lin een meisje was als ze meedeed met de training, maar hij had er nooit iets van gezegd. Meester Chi luisterde aandachtig naar haar verhaal en knikte wijs. “Je hebt wat spullen nodig om onderweg te kunnen ruilen voor eten of andere dingen die je nodig hebt”. Daarvoor hing hij een ketting van die witte bolletjes uit de tuin om haar hals.
Meester Chi gaf haar ook een koffer mee. “Als je raad nodig hebt of als je het even niet meer weet, dan maak je deze koffer open”, zei hij bars. Ten slotte gebaarde meester Chi haar in de basishouding de berg te gaan staan. Samen maakten ze een serie bewegingen en die herhaalden ze een paar keer. Ze werd er rustig van en voelde zich langzaam sterker worden, sterk genoeg om de stap te wagen.
10
Meester Chi legde een hand op haar schouder en keek haar bemoedigend aan. Toen draaide hij zich om en liep weg.
mooie jasjes uit en draaiden die binnenstebuiten. “Grraaooowww!” Ineens, hoorden ze een enorme brul achter zich. “Aaaaah...” de prinsesjes schrokken zich een aap en drukten zich plat tegen de paleismuur. Si-lin tilde de koffer aan beide handvatten op en hield hem als een schild voor hen. Het was de leeuw die de wacht hield voor de poort. Hij stond op zijn achterpoten en zwaaide zijn kop gevaarlijk op en neer. Even leek het alsof hij hen zag maar toen liep hij door naar de andere kant van de poort. Si-lin slikte een brok in haar keel weg, pakte haar koffer op, rechtte haar rug en begon te lopen. “Gewoon doorlopen”, zei ze tegen haar vriendinnen. “Gewoon doorlopen...”
Rups lag over haar schouder en Vlinder zat op haar hoofd. Het was nog heel vroeg in de ochtend, nog maar net licht. Om haar nek had ze de ketting van witte bolletjes uit de tuin. Van de jongens hadden ze stevige laarsjes meegepakt. Stijf omklemde ze het handvat van de koffer. Haar vriendinnen stonden achter haar. “Zullen we teruggaan, ik vind het zo eng,” zei Lok. Si-lin keek haar aan, maar zei niets. Ze kon niet eens praten, zo erg bonkte haar hart in haar keel. Verderop bij de poort stonden soldaten stoer te doen en grapjes met elkaar te maken. Er liepen ook allemaal mensen langs die er heel anders uitzagen dan dat de meisjes gewend waren. Hun kleren waren grijs of bruin en aan hun kimonojasjes hingen rafels. Sommige mensen liepen krom van de grote manden die ze op hun rug droegen, volgestouwd met spullen. Om niet teveel op te vallen trokken ze hun
Ze liep, eerst gewoon, maar ze ging vanzelf steeds harder en harder. Af en toe keek ze even over haar schouder. “Komt hij achter ons aan?” Nóg harder rende ze, de koffer stuiterde achter haar aan over het hobbelige pad tot ze bij een grote boom kwamen, waar ze zich achter verstopten. Het duurde even voordat ze weer op adem waren.
11
OPDRACHT
De bewegingsoefening van Meester Chi begint en eindigt in de basishouding de berg. Kun jij hem nadoen? 12
Si-lin dacht aan de bewegingsoefening van meester Chi en ging in de houding van de berg staan. Haar vriendinnen volgden en ze deden de oefening, net zo lang tot ze weer een beetje rustig werden.
De woestijn was eigenlijk één hele grote zandbak. En aan de andere kant stonden bergen zo hoog dat het wel leek alsof ze in de hemel prikten. Op hun lange tocht hadden ze een boel geleerd. Waar ze eten en drinken konden vinden en hoe je een vuur maakt. De meeste reizigers zijn bang voor wilde dieren maar Si-lin, Wu en Lok werden vrienden met de meesten van hen. En dat kwam door die oefening van Meester Chi. De meisjes werden er sterk van en rustig in hun hoofd. Daardoor werden de dieren die ze tegenkwamen ook rustig en gingen ze gewoon bij hen liggen. Meester Chi zou vast trots op hen geweest zijn en juffrouw Ling waarschijnlijk boos omdat ze er nog maar weinig prinses-achtig uitzagen.
De zon scheen inmiddels hoog aan de hemel. Om hen heen waren groene heuvels zover als ze konden kijken. En daar tussendoor liep een riviertje met lekker koud water. Hier en daar stond een ronde tent waar mensen in woonden samen met hun kinderen en dieren: honden, ezels en paarden. Een mevrouw kwam naar hen toe en gaf ze wat te eten. Ze zei niets, maar glimlachte vriendelijk naar hen. Het gaf moed om verder te gaan. Si-lin en haar vriendinnen waren nu al maanden onderweg. Soms reisden ze een stukje op een paard, soms liften ze mee op een kar maar vaak liepen ze ook lange stukken. Meester Chi had haar ook verteld dat ze door de grote Taklamakanwoestijn moesten. Op de rug van een kameel namen ze de zuidelijke route.
Elke avond vlak voor het donker werd maakten ze een kamp voor de nacht. Si-lin had ook geleerd om met één oog open te slapen, altijd op haar hoede... Op één van die nachten hoorde ze een krakend geluid. Ze schoot
14
rechtop, meteen klaarwakker... Er kwam iemand aan... en hij pakte haar koffer! Haar hart klopte in haar keel. Wu en Lok lagen nog te slapen maar Si-lin was er als een haas zo snel bij. Het werd vechten, trekken, duwen, rollen èn toen sprong de koffer open... Het werd heel stil, zelfs de wind hield op met waaien. Een vreemde luchtgolf stroomde over haar heen. In haar lijf balde zich een kracht samen en toen slaakte ze een enorme schreeuw die diep van binnen kwam: “Haiii... Ha!” riep ze. Si-lin werd zo sterk als wel drie mannen. Ze smeet de rover over haar schouder op de grond en ging bovenop hem zitten. Hij keek haar verbaasd aan. Hoe kon zo’n tenger meisje zo sterk zijn? “Heb je soms honger, zoek je eten of zo?” vroeg Si-lin. “Nee, ik zoek spullen om te kunnen ruilen... ennuh... ik hoopte dat er in die koffer wat spullen zaten,” hakkelde de rover. “En als dat al zo was, wilde je die dan van ons stelen? Want volgens mij is spullen ruilen wat anders dan spullen afpakken!” zei
Si-lin en ze deed net alsof ze juffrouw Ling was. Rover keek schuldig en zei: “Sorry.” “Mmm”, zei Si-lin. “Vertel ons liever wat over dat ruilen, hoe gaat dat?’” En rover vertelde over de handelsroute. Een hele lange weg waar je het einde niet van kan zien die door verschillende landen loopt. Langs die weg liggen steden en dorpen. En over die weg trekken handelaren. Dat zijn mensen die spullen willen ruilen tegen spullen van andere mensen. “Wat voor spullen ruil je dan?” vroeg Si-lin. “Kruiden bijvoorbeeld want die maken je eten heel lekker. Zoals kaneel op een warme appel of peper voor op je vlees, of kardemom voor in de rijst. Het maakt je eten echt veel lekkerder,” vertelde Rover. “En we ruilen stoffen om tenten en kleren van te maken. Ik heb gehoord,” Rover boog dicht naar Si-lin toe en fluisterde: “dat ze in het paleis van de Gele Keizer, heel ver weg in China, een hele mooie stof hebben. Zacht en glanzend en ze zeggen dat het ook nog eens heel warm is. Ze noemen het zijde geloof ik.”
15
OPDRACHT
Maak een mand met spulletjes: doekjes, fruit, een potloodje, een mooie knoop, een héél klein zakje kruiden, bijzondere dingen uit het bos of van het strand: eikels, kastanjes, mooie bladeren, schelpen of andere kleine spulletjes. De spullen mogen niet in de winkel gekocht worden. Probeer ze te ruilen tegen spulletjes van anderen die jij graag wilt hebben.
16
Si-lin trok de strik om haar jas nog eens goed vast. “Waarom fluister je?” vroeg ze. “Ik heb gehoord dat de Koning van Khotan op zoek is naar de zijderupsen die de zijdedraad maken. Hij had één van de prinsesjes uit het paleis van de Gele Keizer zullen trouwen maar zij is vóór het huwelijk weggelopen. En zij had die rupsen en cocons mee moeten nemen uit het paleis.” Si-lin voelt Rups onder haar jas in elkaar krimpen. Ze maakte zich heel klein, bang om gevonden te worden door Rover. En Si-lin probeert heel onopvallend de ketting van cocons rond haar nek onder haar jas te verstoppen. “Hee,” zegt Rover, die natuurlijk gezien had dat ze de ketting probeerde weg te moffelen, “die ketting kun je heel goed ruilen. Daar kun je vast heel veel spullen voor krijgen.” “Blijf af” zei Si-lin snibbig. Rover begreep niet waarom ze zo bokkig deed. “Heb ik iets verkeerds gezegd, of zo?” Wu en Lok waren ook wakker geworden. Si-lin vertelde hen het verhaal van Rover. De vraag was: konden ze Rover wel vertrouwen? Konden ze hem vertellen over
de cocons aan de ketting van Si-lin? “Kom, we doen de oefening” zei Wu. Ze sloten de oefening af in de houding van de berg.
ieder hun arm in de lucht, maakten een vuist en riepen: “wo ˇ wéi rén rén, rén rén wéi wo ˇ.” Ze gebaarden naar Rover om met hen mee te doen.
Nu konden ze weer helder denken. Rover was onder de indruk van de meisjes. “Weet je,” zei Wu, “wij gaan zelf zijde stof maken en dan gaan wij dat ruilen en Rover gaat ons daarbij helpen. En daarvoor krijgt hij van ons een paar cocons die hij zelf kan ruilen.”
Si-lin nam een cocon van haar ketting en liet die in een kommetje hete thee vallen. Rover keek nieuwsgierig toe. Na een tijdje kwamen er heel veel kleine witte draadjes uit. Van al die draadjes spon ze met haar vingers één draad die ze om een soort houten paddenstoel draaide, een haspel. Het was een hele lange draad. “Maar,” zei Rover als een echte koopman, “als die cocons aan je ketting op zijn, dan heb je niks meer.” Toen piepte Rups uit de jas van Si-lin, nog steeds boos op Rover omdat hij zo’n vieze kop trok toen hij haar moest kussen. “Ik leg eieren en die groeien uit tot grote witte rupsen. En die rupsen spinnen op een dag een cocon om zich heen van zijdedraad.” Rups zei het een beetje dreigend alsof ze wilde zeggen: “Pas maar op, want als je mij kwijt bent ben je de zijde ook kwijt.”
Rover viel van z’n bankje van verbazing toen hij het verhaal van Si-lin hoorde. “Ha ha”, Wu en Lok moesten daar erg om lachen. Hij boog voor Si-lin, ze was tenslotte een prinses. “Doe niet zo raar. Wij zijn vrienden en die helpen elkaar. Je mag bij onze club de flinke vuist maar dan moet je eerst Rups kussen.” “Yek,” dacht Rover, maar Rups dacht er precies zo over. Ze trok haar kop helemaal naar binnen in haar dikke rupsenlijf. Rover kuste haar bobbelige vel en toen staken de meisjes
18
De volgende dag gingen ze met z’n allen op stap, Si-lin met haar koffer, Rups en Vlinder en Wu, Lok en Rover. De tocht zou nog jaren duren maar ze gingen samen op weg naar Bakoe. Een grote havenstad waar mensen uit het Oosten en uit het Westen bij elkaar komen om handel te drijven. Het was er ontzettend druk. Op een grote markt werden spullen geruild. En in de cafés daaromheen deden de mensen zaken en maakten ze plezier. Daar in die grote stad aan de Kaspische zee ruilt Si-lin haar zijde.
19
OPDRACHT
Kun jij wat kleren op haar lichaam tekenen?
20
21
OPDRACHT Praat na over de voorstelling met je juf of meester, je ouders, vrienden of vriendinnen of met andere mensen. Je kunt praten over de dansers, hoe ze bewegen. Over de muziek of over de decors en kostuums. En ten slotte kun je ook praten over het licht in de voorstelling.
Si-lin is een verhaal gebaseerd op twee oude Chinese legendes. Naar dit verhaal is de dansvoorstelling Si-lin, de legende van de zijdeprinses van het Internationaal Danstheater gemaakt. De voorstelling gaat op 12 januari 2014 in première in de Verkadefabriek in Den Bosch. De voorstelling speelt door tot en met juni 2015.
tekst en opdrachten tekeningen redactie ontwerp oplage
Liesbeth Osse Dana Dool Jan Linkens, Sophie Lambo Meester Ontwerpers 2500
In opdracht van het Internationaal Danstheater, Kloveniersburgwal 87 1011 KA Amsterdam 020-6239112 www.intdanstheater.net
Je bent rups xx keer en vlinder xx keer tegengekomen!
22
23
Si-lin woont in het paleis van de Gele Keizer. Op een dag verlaat ze stiekem het paleis omdat ze niet met de koning van Khotan wil trouwen. Van Meester Chi krijgt ze een bijzondere koffer mee voor onderweg. “Voor als je raad nodig hebt of als je het even niet meer weet”, zegt Meester Chi. Si-lin reist samen met Rups en haar vriendinnen Wu en Lok. Ze beleven samen veel spannende avonturen.