Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (mr. R. van de Water, drs. D.J. Duyvis, R.C.A. Wilcke)
Uitspraaknr. 06.027 Datum: 6 juli 2006 Re-integratie na ziekte: afwijking directeur advies arbodeskundige leerkracht voor 50% beter te melden, klachtbehandeling schoolbestuur; klacht gedeeltelijk gegrond; primair onderwijs.
De klacht Een leerkracht klaagt erover dat de directeur zonder haar medeweten of goedkeuring het advies van de arbodienst om haar vanaf een zeker moment in de lente van 2005 voor 50% beter te melden heeft gewijzigd, in die zin dat ze voor 100% ziek gemeld is. De leerkracht klaagt er eveneens over dat het schoolbestuur onvoldoende is ingegaan op haar grieven. Zij stelt dat haar salaris als gevolg van bovengenoemde gedragingen ten onrechte is gekort met ingang van een jaar na haar uitval door ziekte.
De feiten De leerkracht is in de herfst van 2004 uitgevallen voor haar werkzaamheden. Tijdens haar ziekte is zij vervangen door een collega-leerkracht. Deze collega heeft tot de zomervakantie van 2005 fulltime gewerkt in de groep van de leerkracht. Met ingang van begin 2005 is de leerkracht op arbeidstherapeutische basis weer begonnen met werken in de groep. Eerst gedurende een dagdeel per week. Dit breidde zich uit naar vijf dagdelen per week. Vervolgens is de leerkracht vijf hele dagen gaan werken. In de lente van 2005 heeft de arbeidsdeskundige de leerkracht gesproken. Zijn advies was om haar voor 50% hersteld te melden. Daarbij heeft de arbeidsdeskundige aangegeven dat ondersteuning in de klas wel noodzakelijk bleef.
De visie van partijen De leerkracht
De leerkracht heeft drie dagen na het gesprek met de arbeidsdeskundige met de directeur gesproken. Tijdens dit gesprek heeft de directeur gezegd dat ze gewoon 100% ziek zou blijven. De leerkracht heeft dit aangehoord. In latere gesprekken met de directeur heeft de leerkracht wel aangegeven dat de huisarts 50% betermelding vanaf de datum van het gesprek met de arbeidsdeskundige en 75% betermelding vanaf viereneenhalve week erna verantwoord vond. Met deze informatie heeft de directeur niks gedaan. In de zomer van 2005 heeft de leerkracht, in aanwezigheid van de directeur en de arbeidsdeskundige, onder protest getekend voor een bijstelling van het plan van aanpak van
de arbodienst. Volgens dit plan zou zij tot zeker moment vijf dagen per week haar eigen werk op arbeidstherapeutische basis verrichten. Vanaf 1 augustus 2005 zou de leerkracht voor twee dagen per week hersteld verklaard worden om uiteindelijk per eind 2005 volledig hersteld te worden gemeld. De leerkracht was het met dit plan van aanpak niet eens omdat ze sinds de lente van 2005 voor 100% in de groep aanwezig was en geleidelijk aan ook steeds zelfstandiger ging werken. Voor de zomervakantie kon de leerkracht alle leerkrachttaken zelfstandig verrichten. Ze vond dat ze het verdiend had om volledig hersteld verklaard te worden. Bovendien wilde zij in ieder geval voor het verval van de termijn van een jaar na haar uitval beter gemeld worden in verband met de salariskorting van 30% die wordt toegepast na een jaar ziekte. De directeur heeft gezegd dat ze haar op dat moment nog niet zo sterk vond en dat een plan van aanpak altijd weer bijgesteld kan worden. Na de zomervakantie is de leerkracht als gevolg van een botbreuk uitgevallen voor haar werkzaamheden. Het schoolbestuur heeft een brief aan haar gestuurd waarin staat dat haar salaris met 30% zal worden gekort. Omdat de leerkracht zich zeer benadeeld voelde door de salariskorting heeft ze een gesprek aangevraagd bij het schoolbestuur. Voorafgaande aan dit gesprek heeft de leerkracht het hoofd personeelszaken schriftelijk laten weten wat er volgens haar is misgegaan en wat er volgens haar aangepast zou moeten worden. De leerkracht wilde onder meer dat zij met terugwerkende kracht vanaf de lente tot de zomer van 2005 voor 50% hersteld zou worden verklaard en dat zij met terugwerkende kracht gedurende de zomer 2005 volledig hersteld zou worden verklaard. Naar aanleiding van het gesprek op 24 november 2005 heeft de leerkracht ruim drie weken later een brief van het schoolbestuur ontvangen waaruit blijkt dat het schoolbestuur niet tegemoet komt aan het verzoek van de leerkracht om de gevraagde aanpassingen door te voeren. Het schoolbestuur hield vast aan het kortingsbesluit, liet weten dat er abusievelijk geen bezwaarclausule was vermeld onder het kortingsbesluit maar stelde zich op het standpunt dat de leerkracht wel op de hoogte was gebracht van de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen. Van deze mogelijkheid heeft de leerkracht volgens het schoolbestuur geen gebruik gemaakt. De leerkracht heeft echter tijdens het gesprek haar bezwaren kenbaar gemaakt. In reactie op de brief heeft de leerkracht het schoolbestuur op begin 2006 een brief gestuurd waarin ze het schoolbestuur nogmaals verzocht om de aanpassingen door te voeren bij gebreke waarvan zij een klacht bij de Commissie zou indienen. Haar gemachtigde heeft het schoolbestuur nog eens gebeld. Daarna heeft de leerkracht een klacht bij de LKC ingediend. De directeur De directeur heeft de arbeidsdeskundige laten weten dat bij een herstelmelding van 50% ondersteuning door een collega niet mogelijk is. Teneinde de leerkracht wel de door de arbeidsdeskundige geadviseerde ondersteuning te kunnen blijven bieden, heeft de directeur de leerkracht volledig ziek gehouden. Zij heeft dit met de leerkracht, de arbeidsdeskundige en de afdeling personeelszaken van het schoolbestuur gecommuniceerd. De leerkracht kon na de zomervakantie wel gedeeltelijk beter gemeld worden omdat ondersteuning op de dagen dat zij beter was verklaard niet meer nodig was.
De directeur heeft niet van de leerkracht vernomen dat de huisarts eerst 50% betermelding en later meer dan 50% betermelding verantwoord vond. Aan het begin van de zomer van 2005 heeft de directeur het vervolg van het re-integratieproces besproken met de leerkracht en voorgesteld dat de leerkracht twee dagen op loonwaarde en drie dagen op arbeidstherapeutische basis zou gaan werken met het streven om in de herfst 100% hersteld gemeld te kunnen worden. Uiteindelijk is gekozen voor een wat voorzichtigere opbouw, hetgeen heeft geresulteerd in het plan van aanpak dat in de zomer is besproken en zonder protest door de leerkracht is ondertekend. Er was gekozen om de volledige re-integratie uit te strijken over een langere periode omdat de leerkracht tot aan de zomervakantie op een enkele dag na, nog niet zelfstandig voor de groep had gestaan. Het ging wel steeds beter met de leerkracht. Na ontslag uit het ziekenhuis inzake de botbreuk heeft de leerkracht laten weten dat ze nog onder controle stond en fysiotherapie kreeg. In de herfst heeft de leerkracht de directeur meerdere malen laten weten dat ze in verband met trombose weinig mocht lopen en het rustig aan moest doen. Zij heeft daarna haar werkzaamheden op arbeidstherapeutische basis hervat. Tijdens het werkhervattinggesprek in de herfst van 2005 heeft de directeur de leerkracht, naar aanleiding van haar grieven over het getekende plan van aanpak van de zomer en de salariskorting, gezegd dat haar enige intentie steeds was dat de leerkracht weer volledig kon terugkeren naar haar eigen groep. Het schoolbestuur Het schriftelijke besluit inzake de korting op het salaris bevatte ten onrechte geen rechtsmiddelenverwijzing. Wel zijn de leerkracht en haar gemachtigde op verschillende momenten gewezen op de mogelijkheid om een bezwaarschrift in te dienen. Naar aanleiding van het gesprek dat plaatsvond in de herfst van 2005 heeft het schoolbestuur schriftelijk aangegeven hoe de zaak volgens hem in elkaar steekt. In deze brief staat dat de leerkracht akkoord is gegaan met het plan van aanpak van de zomer van 2005 en niet onder protest voor het plan heeft getekend. In dit plan staat dat de leerkracht met ingang van 1 augustus 2005 voor 2 dagen hersteld zou worden verklaard. Doordat de leerkracht opnieuw ziek werd, was de leerkracht op zeker moment twaalf maanden aaneengesloten ziek. Op grond van de wet heeft het schoolbestuur het salaris van de leerkracht vanaf dat moment met 30% gekort. Er is een conceptantwoord gemaakt op de brief van de leerkracht van begin 2006. Dit is echter nooit verstuurd. De gemachtigde van de leerkracht heeft begin 2006 inderdaad met het schoolbestuur gebeld. Er is toen gesproken over de mogelijkheid om een klacht in te dienen. Daarna heeft het schoolbestuur niks meer gehoord en is er vanuit gegaan dat er geen problemen meer waren. Gedurende een periode dat een werknemer ziek is moeten op grond van de wet aanpassingen van het arbeidsongeschiktheidspercentage door de arbodienst aan een werknemer schriftelijk meegedeeld worden. Het schoolbestuur constateert dat de leerkracht niet schriftelijk op de hoogte is gesteld dat zij met ingang van de lente van 2005 voor 100% ziek zou blijven.
Overwegingen van de Commissie
(...) De arbeidsdeskundige heeft aan het advies dat de leerkracht voor 50% hersteld verklaard zou worden gekoppeld dat ondersteuning door een collega voorlopig noodzakelijk zou blijven. De directeur heeft naar aanleiding van dit advies contact opgenomen met de arbeidsdeskundige om door te geven dat er geen recht bestaat op vervangingsgelden als de leerkracht gedeeltelijk hersteld verklaard zou worden. Deze vervangingsgelden waren nodig om de ondersteuning te financieren. Hierop is besloten om betrokkene voor 100% ziek te houden. De leerkracht heeft in haar klaagschrift en ter zitting verklaard dat de directeur haar heeft verteld dat ze voor 100% ziek zou blijven. De leerkracht heeft eveneens verklaard dat ze dit heeft aangehoord en in de periode lente 2005 tot aan de zomervakantie van 2005 met haar collega-leerkracht en de onderwijsassistent in de groep heeft gestaan. Vast staat dat de leerkracht het plan van aanpak heeft ondertekend. In dit plan van aanpak staat onder meer “tot aan de zomervakantie 100% werken in het eigen werk op AT (arbeidstherapeutische) basis en vanaf 1 augustus a.s. voor 2 dagen hersteld melden”. (…) De Commissie oordeelt dat de leerkracht wist dat ze voor 100% ziek gemeld zou blijven. Dat heeft de directeur haar mondeling meegedeeld, hetgeen de leerkracht zowel in haar klaagschrift als ter zitting heeft bevestigd. Overigens is de Commissie van mening dat van de directeur als professional verwacht mag worden dat de leerkracht hierover ook schriftelijk op de hoogte was gesteld. De Commissie oordeelt dat de leerkracht ook uit het plan van aanpak van de zomer van 2005 had kunnen afleiden dat ze tot 1 augustus 2005 nog voor 100% ziek gemeld stond. De leerkracht heeft verklaard dat ze het plan van aanpak onder protest heeft getekend en daarmee heeft willen aangegeven niet in te stemmen met het plan van aanpak. De bewering van de leerkracht dat ze het plan van aanpak onder protest heeft getekend, is door de directeur en het schoolbestuur weersproken. De Commissie ziet zich aldus geconfronteerd met twee tegengestelde visies op deze gebeurtenis. Nu de stelling van de leerkracht niet nader onderbouwd is met verklaringen die haar visie ondersteunen, acht de Commissie onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het plan van aanpak onder protest is getekend. Uit het bovenstaande volgt dat de directeur bij de arbodienst heeft aangedrongen op wijziging van het ziektepercentage van de leerkracht, waarna dit percentage is aangepast. De directeur heeft deze wijziging met de leerkracht besproken. De Commissie acht dit klachtonderdeel ongegrond. Overigens merkt de Commissie op dat van een goed werkgever verlangd mag worden gedurende een re-integratietraject op gezette tijden vast te stellen dat betrokken werknemer zich kan vinden in het gevolgde traject. De Commissie stelt zich op het standpunt dat het evalueren van de feitelijke situatie in dit geval beter had gekund. De directeur heeft alleen met de leerkracht gesproken over haar vorderingen in de groep maar nooit met de vervangster van de leerkracht besproken hoe zij vond dat het ging. Om een volledig beeld te krijgen van de situatie, ligt het voor de hand om ook met de vervangster te praten. Ook heeft de directeur geen verslagen gemaakt van de voortgangsgesprekken. Door gespreksverslagen te maken en deze te laten lezen door diegenen die bij het gesprek aanwezig waren en deze verslagen na lezing eventueel aan te passen, kan worden voorkomen dat er onduidelijkheid bestaat over datgene wat er is besproken. De Commissie zal op dit punt een aanbeveling doen.
(…) De Commissie stelt vast dat het schoolbestuur in zijn communicatie met de leerkracht de nodige steken heeft laten vallen. In de brief waarin wordt aangekondigd dat het salaris van de leerkracht met 30% wordt gekort, is geen bezwaarclausule opgenomen. Tijdens de bespreking die het schoolbestuur hierover heeft gevoerd met de leerkracht, is zij in de gelegenheid gesteld om haar bezwaren naar voren te brengen. Ruim twee weken na het gesprek heeft het schoolbestuur een brief aan de leerkracht gestuurd. Met deze brief heeft het schoolbestuur op zich tijdig gereageerd op hetgeen was besproken. De steek die het schoolbestuur hier heeft laten vallen, is dat de brief ongedateerd is verstuurd. De leerkracht heeft de brief eind 2005 ontvangen en hier begin 2006 schriftelijk op gereageerd. Het schoolbestuur heeft nagelaten om te reageren op deze brief. Tot slot kan vastgesteld worden dat het schoolbestuur niet is ingegaan op het verzoek van de gemachtigde van de leerkracht om nog eens rond de tafel te gaan zitten. De Commissie oordeelt dat het schoolbestuur met name onzorgvuldig heeft gehandeld door niet te reageren op de brief die de leerkracht begin 2006 aan het schoolbestuur had gestuurd en door na te laten om te bemiddelen. De Commissie merkt in dat kader op dat op basis van de gedingstukken en hetgeen is besproken op de zitting in voldoende mate is komen vast te staan dat het besluit om de leerkracht formeel 100% ziek te houden met name was ingegeven door praktische overwegingen en in mindere mate door de medische situatie van de leerkracht. Dit besluit heeft er uiteindelijk wel toe geleid dat het loon van de leerkracht na één jaar arbeidsongeschiktheid gedurende een periode is gekort. De Commissie stelt vast dat het probleem dat hierdoor is ontstaan tussen de leerkracht en de directeur op schoolniveau niet meer opgelost kon worden. Van het schoolbestuur mag als goed werkgever verwacht worden dat hierin bemiddeld wordt. Het schoolbestuur heeft weliswaar met de leerkracht gesproken maar dat is een gesprek geweest waar de directeur niet bij aanwezig was. Om te kunnen komen tot bemiddeling is het van belang dat alle betrokken partijen bij dat gesprek aanwezig zijn zodat bestaande grieven over en weer besproken kunnen worden en in aanwezigheid van alle betrokken partijen gesproken kan worden over mogelijke oplossingen. De Commissie heeft tijdens de zitting vast kunnen stellen dat de verhouding tussen de leerkracht en de directeur niet optimaal is. De Commissie kan zich voorstellen dat het schoolbestuur zich in zal spannen om hierin verbetering te brengen. De Commissie zal op dit punt een aanbeveling doen. De Commissie acht dit onderdeel van de klacht gegrond.
Het oordeel van de Commissie De klacht jegens de directeur is ongegrond. De klacht jegens het schoolbestuur is gegrond. Advies aan het schoolbestuur De Commissie beveelt het schoolbestuur aan: 1. om voor alle scholen die vallen onder haar gezag een eensluidend re-integratieprotocol op te stellen, waarin met name de verslaglegging van het re-integratieproces wordt geregeld; 2. om alsnog bemiddelend op te treden tussen de leerkracht en de directeur.