Geschiedenis Ontstaan Leuven
In de 9de eeuw wordt Leuven voor het eerst vermeld, maar ondanks haar gunstige ligging aan de Dijle duurt het toch tot de 11de en 12de eeuw voor ze uitgroeide tot een bloeiend handelscentrum. In die periode krijgt de belangrijkste plaats haar eerste ringmuur en worden diverse kerken, kloosters en abdijen gebouwd.
Stichting universiteit en universiteitenhal De lakenhandel, een bloeiende nijverheid, begint in 1317 en komt in de 1425 tot verval wegens te veel concurrentie. Men vroeg met de steun van de Brabantse Hertog aan Paul Martinus V toelating om hier in Leuven een universiteit op te richten. Uit Rome kwam zeer snel een positief antwoord. In 1432 werd de pas gestichte universiteit ondergebracht in dit gebouw ondergebracht. In 1679 verkocht de stad de universiteitshal volledig aan de universiteit, waarna het gebouw hoger werd opgetrokken. Hier vestigde de rechtbanken en de bibliotheek zich (tot de grote brand in 1914). Nadien is het gebouw het beleidscentrum van de KUL geworden. De KUL is zeer bekend over de hele wereld, vooral de artes, burgerlijk recht, geneeskunde, godgeleerdheid, enzovoort. De KUL is vergroeid in de Leuvense binnenstad, maar in de laatste jaren bestaan er ook nieuwe campussen namelijk campus Arenberg en campus Gasthuisberg aan de rand van de stad. Dit ziekenhuis is, na dat van Rome, het 2de grootste van Europa. De KUL telt ongeveer 40 000 studenten en 15 000 werknemers.
Oude markt Zoals u kunt merken, speelt zich hier het ontspanningsleven van de studenten af. Door de 30 rijke keuze aan cafés vindt iedereen zijn smaak. Dit wordt weleens de langste toog ter wereld genoemd. De oude markt werd in de nacht van 25 op 26 augustus 1914 door de Duitsers bijna volledig in as gelegd.
Hogeschoolplein (Paus AdrianusVI college in Maria Theresiacollege) In de volksmond wordt het plein nog wel kiekenmarkt genoemd, naar de markt in gevogelte die er vroeger plaatsvond. Het hogeschoolplein wordt beschouwd als één van de gezellige Leuvense pleintjes vooral als “Terrascultuur”. Op het plein staat het standbeeld van Andre Dumont, de Leuvense hoogleraar die in 1901 het Limburgse steenkoolbekken ontdekte. Het Pauscollege is één van de bekendste universiteitsgebouwen. Adriaan Boeyens (vanuit Utrecht) studeerde van 1478 tot 1491 aan de Leuvense hogeschool en in 1491 werd hij professor aan de faculteit theologie (godgeleerdheid) nadien in 1503 werd hij tot rector benoemd. Daarna werd hij in 1516 tot bisschop benoemd en in 1517 tot Kardinaal. Tot slot werd hij op 9 januari 1522 tot paus verkozen. Maria Theresiacollege: In dit voormalig Jezuietencollege bleef er in de 17de eeuw nog maar een straatgevel over. Nadien in 1778 werd het door Keizerin Maria Theresia geschonken aan de universiteit. Daar bevinden zich talrijke aula, vergaderingen, congressen, academische openingen.
Fiere Margriet Margriet woonde in bij haar oom en tante die in de Muntstraat een gasthof openhielden. Het waren alle drie blanken die een grote godsvrucht hadden. Op 2 september 1255 werden ze door rovers vermoord. Bij een latere versie werd zij verkracht (maagdelijkheid). Zij verkoos de dood boven het verlies van haar maagdelijkheid. Het lijk van Fiere Margriet werd in de Dijle geworpen. Door een school vissen werd het echter weer stroomopwaarts gedreven. Het lijk werd opgevist aan de Vismarkt en gaf meteen aanleiding tot een reeks wonderen.
College De Valk De Valk is de enige van de oude universiteit die in het Leuvense straatbeeld is overgebleven (Artes-facultiteit). In 1801 werd het gebouw door de Fransen ingericht als militair hospitaal. Nadien tot in de jaren 1950 van deze eeuw bleef het als ziekenhuis dienst doen. Daarna nam de universiteit het gebouw van de staat over en vanaf 1962 huisvestigde men de faculteit van de rechten (ongeveer 3 000 studenten).
Het stadspark “Sint Donatuspark” Doordat het park wordt omringd door KUL gebouwen is men het in de universiteitskringen de binnentuin van de universiteit gaan noemen. Nu nog kan men in het park de overblijfselen van een deel van de muren van de twee torens zien. De eerste stadsmuur was 2740 meter lang en bevatte 11 poorten en 31 torens. Nadien in de 14de eeuw is er een tweede stadsmuur gebouwd op de plaats waar nu de Leuvense ring loopt. De jongste jaren kreeg het stadspark meer en meer kritiek omwille van de geurhinder van het dierenpark. Daarom werd het deel heraangelegd waardoor een deel van het dierenpark verdween. Het graspark is in de lente en de zomer een populaire plek voor blokkende en knuffelende studenten.
Standbeeld “Pieter De Somer” Hij is een zeer bekende persoon. Hij studeerde aan de KUL geneeskunde en werd in 1952 hoogleraar. Hij ontwikkelde een vaccin tegen kinderverlamming en het kankerbestrijdend product interferome. Hij werd rector sinds KUL-UCL. De grootste aula “Pieter De Somer” telt 850 zitplaatsen.
Het Groot Begijnhof Het Groot Begijnhof werd begin 13de eeuw gesticht. Sommige van de 72 huizen werden genoemd naar een heilige of naar een gebeurtenis uit het testament. De Sint-Jan-de-Doperkerk is gebouwd in 1305. Rond 1600 woonden 300 begijnen op het begijnhof. Het waren religieuze vrouwen (orde van het klooster) die in gemeenschap leefden en die geen eeuwige geloften moesten afleggen. De belangrijkste inkomsten van het begijnhof waren giften en inkomsten van onroerende goederen binnen en buiten Leuven. In de 19de eeuw ging het aantal begijnen snel achteruit. Sedert 1925 werd het Groot begijnhof eigendom van het OCMW. Er was een vernieuwde bouwactiviteit waarbij de huizen werden aangepast aan hun nieuwe functie. In het begin van de jaren 60 was de toestand van de huizen zo slecht dat er werd gesproken over afbraak omdat OCMW de financiële middelen niet had om de huizen te restaureren. Daarom heeft de KUL in 1962 het Begijnhof gekocht met de verplichting dat ze dit grondig moesten restaureren. Ze hebben hieraan gewerkt van 1963 tot en met 1972. Het groot begijnhof is nu een universitair woonrijk voor studenten, professoren en personeel van de KUL en ook de buitenlandse gasten. Er is ook een nieuw hotel (voormalig ziekenhuis). Momenteel heeft het begijnhof ongeveer 500 bewoners.
Pater Damiaanplein (Sint Antoniuskapel) Jozef de Veuster is in Tremelo geboren op 3 januari 1840 als zevende kind. Zijn vader, een graanhandelaar wou dat Jozef de handel en de boerderij van moeder overnam, maar de dromen van Jozef lagen elders. Op 18-jarige leeftijd vroeg hij zijn ouders met aandrang in het voetspoor van zijn broer Peter Pamfiel te mogen treden. Op 19-jarige leeftijd trad hij toe tot de congregatie (godsdienstige broederschap) van de Paters Heilige Harten in Leuven. Zij hadden er een koppige pater bij. Jozef koos als kloosternaam: DAMIAAN. Broer Pamfiel was reeds benoemd voor de missie van Hawaï, maar kreeg Tyfus (besmettelijke ziekte). Damiaan slaagde erin zijn plaats over te nemen. Na een zeereis van 140 dagen bereikte hij Hawaï op 9 maart 1864. Hij verdiepte zich in de taal en de gewoonten van de Hawaianen. Op 21 mei 1864 werd hij er tot priester gewijd. Na een achttal jaren te hebben gewerkt, ging hij op eigen verzoek naar Molokaï, het melaatseneiland. Hij zette zich er volledig in voor de verzorging van leprozen (melaatsen). Zelf door de ziekte aangetast, overleed hij er op 15 april 1889 (49 jaar). In 1936 werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar hier.
Het Klein Begijnhof
Met de Franse Revolutie in 1789 kwam er een einde aan de meeste begijnhoven, zo ook aan het 'Klein Begijnhof'. De kerk werd gesloten en in 1862 afgebroken. In 1954 werd door de oprukkende brouwerij 'Stella Artois' de infirmerie afgebroken. Toen 10 jaar later ook het begijnhofplein door deze brouwerij werd ingepalmd, verloor het begijnhof een groot deel van zijn eigenheid.
Sint-Pieterskerk
De Sint-Pietersparochie is de oudste van Leuven. Ze werd waarschijnlijk in 986 gesticht. De eerste kerk brandde af in 1176. De constructie van de huidige kerk (ter vervanging van de romaanse kerk) werd begonnen in 1425 en voltooid in 1497. Van de drie voorziene torens waarvan één een hoogte van 170 meter zou bereiken, blijven nu slechts de torenbasissen over. Toen men in 1541 tot op een hoogte van 50 meter was
gevorderd, staakte men de werken. De ondergrond bleek immers niet stabiel genoeg om een nog hogere toren te dragen. Na een paar instortingen verlaagde men in 1613 de toren tot zijn huidige niveau.
De kerk heeft onder de twee wereldoorlogen sterk geleden. Zo brandde in 1914 het dak af en werd in 1944 de noorderkruisbeuk gebombardeerd. Sinds 1986 is er een nieuwe restauratie.
Stadhuis
Dit is het derde stadhuis van Leuven. Het eerste stond op de Oude Markt, het tweede op de Grote Markt vlakbij bij de kerk. In het tweede stadhuis van 1435 was de gemeentelijke administratie gevestigd in een viertal huizen. Dit gebouw zou later plaats maken voor het huidige naadhuis. De bouw van het derde stadhuis start in 1439. De kelders van de bestaande huizen blijven bewaard. Ze zijn gerestaureerd en toegankelijk via het deurtje linksonder. In 1469 was het prachtige stadhuis voltooid dus na 30 jaar. De 236 beelden in de nissen zijn na 1850 aangebracht. Samen vormen ze het Leuvense pantheon. Elk personage is gekleed in de stijl van de periode waarin het leefde.
De rijen op het gelijkvloers stellen kunstenaars, geleerden en bekende Leuvense geschiedkundige figuren voor. De eerste verdieping wordt gevuld met de patroonheiligen van de Leuvense parochies en figuren die de gemeentelijke vrijheden symboliseren. Op de tweede verdieping staan de graven van Leuven en de hertogen van Brabant. Op de torens staan bijbelse figuren.
Er zijn zeer mooie zalen in het stadhuis namelijk de onthaalzaal, raadzaal, salons. Het stadhuis bleef gespaard van vernieling in 1914, maar had wel schade tijdens de bombardementen van 1944.
Universiteitsbibliotheek In de nacht van 25 op 26 augustus 1914 voltrok zich een drama dat de ganse westerse wereld in beroering zou brengen en dat de geschiedenis zou ingaan als The Flames of Louvain. De Duitse bezetters, die in Leuven sinds enkele dagen bezet hadden, begonnen zonder aanwijsbare redenen een aantal burgers uit hun huizen te halen en een groot aantal gebouwen plat te branden. Meer dan 200 burgers werden afgemaakt en ongeveer 1200 huizen werden verwoest. De Duitsers verspreiden het bericht dat zij werden beschoten door de burgerbevolking. Al snel werd duidelijk dat de Duitsers in het schermduister op elkaar geschoten hadden en de verwarring hun woede koelden op de burgerbevolking. In 1914 werden de 300 000 boeken en co 2000 handschriften allemaal vernield en ook rijke portretten en verzamelingen. Na de oorlog kwam er een internationale hulpactie op gang om de bibliotheek van Leuven te herstellen. In ca 25 landen werden hiertoe comités opgericht. Duitsland werd verplicht de boekenverzameling van de Leuvense bibliotheek aan te vullen met materiaal uit Duitse collecties. Het Amerikaanse hulpcomité besloot de universiteit een nieuw gebouw te schenken. Het gebouw is in 1928 klaar. Op 4 juli van dat jaar werd de Independence Dag van America ingehuldigd. Mede dankzij de stipte Duitse restitutie en schenkingen uit gans de wereld groeide het boekenbezit snel weer naar ongeveer 900 000 stuks. Op 17 mei 1940 brandde de bibliotheek opnieuw grotendeels uit. Slechts 15 000 tot 21 000 boeken bleven ongeschonden. Net zoals in 1914 werd er ook hier door de Duitsers een gekleurde versie van de verwoesting verspreid. De Engelsen zouden het gebouw in brand gestoken hebben om de Duitsers hiervan de schuld te geven. De restauratie van het gebouw werd in 1950 voltooid. Hiermee is hij de op één na grootste beiaard met 63 klokken van Europa (In Berlijn bevindt zich sinds 1987 een beiaard van 68 klokken). De honderden gebeitelde stenen die in het bebouw zijn verwerkt, herinneren aan de schenkingen. OP de middengevel staan de borstbeelden van Koningin Elisabeth, Koning Albert en Prins Leopold. De madonna in de nis werd een krijgsgodin met helm en zwaard. Zij ver in dienst van de geallieerden, de Duitse adelaar. De bibliotheek bevat nu meer dan 3 miljoen boeken. __________________________