De kwaliteit van online suïcidepreventie in Nederland en Vlaanderen Master-these door Wouter van Ballegooijen
Studentnummer: 1320890 Begeleiders: Prof. Dr. A.J.F.M. Kerkhof, Drs. B.A.J. van Spijker Beoordelaar: Dr. B. Steunenberg Datum afronding: 20 december 2007
Samenvatting:
Er zijn aanwijzingen dat een grote groep suïcidale personen geneigd is geen professionele hulp te zoeken. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat veel suïcidale personen op het internet zoeken naar informatie en contact met lotgenoten. In navolging van een onderzoek van Degraeve & Pieters uit 2002 is een inventarisatie gemaakt van Nederlandstalige websites over suïcide. Met zoekmachine Google zijn 153 websites over suïcide opgespoord en gecategoriseerd. Vervolgens zijn de websites voor suïcidepreventie (n=23) beoordeeld op kwaliteit aan de hand van 19 kwaliteitseisen. 6 websites voor suïcidepreventie zijn voldoende bevonden, waarvan 3 Nederlands en 3 Vlaams. De 3 beste Vlaamse sites zijn professioneel en informatief, terwijl de 3 beste Nederlandse sites interactiever zijn. De Nederlandstalige online suïcidepreventie is nog niet optimaal. De informatie die wordt gegeven is veelal niet volledig en er moet meer aandacht komen voor e-hulp, zelftests en interactieve communicatie.
Abstract:
Evidence suggests a large group of suicidal people tends not to seek professional help. Many suicidal people look for information and contact with peers on the internet. Following up on a study by Degraeve & Pieters (2002) a classification is made of Dutch websites about suicide. With the Google search engine 153 websites about suicide were found and classified. The websites for suicide prevention (n=23) were scored for quality with a list of 19 items. 6 websites for suicide prevention are found to be of sufficient quality, of which 3 Dutch and 3 Flemmish. The 3 best Flemmish sites are professional and informative, while the 3 best Dutch sites are more interactive. Online suicide prevention in the Dutch language area is not yet optimal. The informativity needs improvement and a focus on more e-help, self tests and interactive communication is needed.
1
Inhoudsopgave Pagina Inleiding………………………………………………………………………………………. 3
Methode………………………………………………………………………………………..9
Resultaten…………………………………………………………………………………….16
Discussie……………………………………………………………………………………... 23
Literatuurlijst……………………………………………………………………………….. 31
2
Inleiding
Suïcidaliteit
Definities Het leven niet meer zien zitten, het gevoel vast te zitten, de cirkel van piekerende gedachten niet kunnen doorbreken, eenzaamheid, hopeloosheid. Dit zijn enkele redenen waarom mensen kunnen besluiten een einde aan hun leven te maken of een suïcidepoging te ondernemen. Gemiddeld plegen elke dag vier tot vijf Nederlanders suïcide. Suïcide is te definiëren als “een daad met fatale afloop welke de overledene in de wetenschap of de verwachting van een potentiële fatale afloop, heeft geïnitieerd en uitgevoerd met als doel gewenste veranderingen te bewerkstelligen” (De Leo, Burgis, Bertolote, Kerkhof & Bille-Brahe, 2006, p12). Een poging tot zelfdoding waar de persoon niet aan overlijdt, wordt gedefinieerd als “niet-habitueel gedrag zonder dodelijke afloop dat de persoon initieert en uitvoert met de verwachting van, of het risico neemt om, te overlijden of lichamelijke schade te veroorzaken, met als doel gewenste veranderingen te bewerkstelligen” (De Leo, Burgis, Bertolote, Kerkhof & Bille-Brahe, 2006, p14). Als iemand een poging tot zelfdoding onderneemt, wil dit niet zeggen dat die persoon ook echt een doodswens heeft. In sommige gevallen is het een noodkreet om hulp, in andere gevallen een poging om alle problemen te laten ophouden. Iemand kan een fatale dosis medicatie innemen in de overtuiging dat diens partner hem/haar naar het ziekenhuis brengt om de maag te laten leegpompen. Een ander persoon kan vijf aspirientjes nemen in de overtuiging daaraan te zullen overlijden. Ook komt het voor dat een persoon zonder doodswens een te rigoureuze suïcidepoging doet en daar aan overlijdt.
Cijfers Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maken in Nederland ongeveer 1530 mensen per jaar een eind aan hun leven (CBS, 2007). In Vlaanderen ligt dit cijfer op zo’n 1100 (Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, 2007), een relatief hoog cijfer als rekening gehouden wordt met bevolkingsaantallen. Uit data van de Wereldgezondheidsorganisatie kan men afleiden dat België het 12e hoogste zelfmoordcijfer ter wereld heeft
3
(World Health Organisation, 2007). Volgens deze gegevens komt Nederland op de 51e plaats. In Europa staat België op plaats 8 en Nederland op 30. Vergeleken met omringende landen valt het suïcidecijfer van Nederland dus mee. Dat maakt het probleem er echter niet minder op. Suïcide is bijvoorbeeld tegenwoordig een veel groter probleem dan verkeersongevallen. Ter illustratie, in 2006 kwamen 811 Nederlanders om door verkeersongevallen (CBS, 2007), dus half zo veel als door suïcide. Suïcide is onder jonge mensen één van de belangrijkste doodsoorzaken. Van de overleden 15-20 jarigen in 2006 kwam 16% om door suïcide (CBS, 2007). Van de overleden 20-30 jarigen in 2005 kwam 21% om door suïcide (CBS, 2007). In Vlaanderen is suïcide zelfs de meest voorkomende doodsoorzaak bij mannen tussen 30 en 49 jaar, en bij vrouwen tussen 20 en 34 jaar (Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid).
Bovendien is het probleem suïcidaliteit veel groter dan alleen het aantal zelfdodingen. Per jaar worden in Vlaanderen ongeveer 11.000 suïcidepogingen gemeld (Eenheid voor Zelfmoordonderzoek, 2007). In Nederland worden jaarlijks 14.000 suïcidepogingen in ziekenhuizen behandeld plus nog enkele duizenden bij huisartsen (Kerkhof, Mulder & Draisma, 2007). Dit is waarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg. De meeste suïcidepogingen zonder dodelijke afloop worden niet medisch behandeld en worden nooit gemeld. Afgelopen jaar verschenen verontrustende resultaten vanuit de Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS; ten Have, de Graaf, van Dorsselaer, Verdurmen, van ’t Land & Vollebergh, 2006). Hieruit bleek dat jaarlijks 94.000 volwassen Nederlanders een suïcidepoging ondernemen. Daarnaast voelen 410.000 mensen zich zo terneergeslagen dat zij aan suïcide denken. De onderzoekers wijzen er op dat deze cijfers vergelijkbaar zijn met cijfers van omringende landen. Een mogelijke verklaring voor het relatief lage suïcidecijfer in Nederland is misschien moeilijkere toegankelijkheid tot middelen, zoals vuurwapens en medicatie die in hoge doses dodelijk is. Er bestaat dus een grote groep mensen met suïcidale gedachten. Volgens het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD; 1999) denkt één op de vijf Nederlandse scholieren aan zelfmoord. Deze groep is deels onzichtbaar, omdat deze jongeren geen hulp zoeken of geen hulp durven zoeken. Enkele internationale studies bevestigen dit beeld onder jonge mensen. Een Nieuw Zeelands onderzoek wijst uit dat hoe sterker jongeren denken en fantaseren over zelfdoding, ofwel hoe meer suïcidale ideatie, hoe minder ze geneigd zijn hulp te zoeken (Carlton & Deane, 2000). Adolescenten uit de Amerikaanse staat New York blijken vermijdend en onaangepast om te gaan met suïcidale gedachten (Gould, Velting, Kleinman, 4
Lucas, Thomas & Chung, 2004) en onderzoek uit Noorwegen onder 15 en 16 jarigen wijst uit dat van degenen met de zwaarste psychische problemen slechts 34% hulp zoekt (Zachrisson, Rödje & Mykletun, 2006). Dit laatste is vooral opmerkelijk, omdat de Noorse hulpverlening toegankelijk is en geld geen rol hoeft te spelen. De onderzoekers concluderen dat de jongeren hun problemen niet genoeg erkennen, of dat ze de intentie niet hebben hulp te zoeken.
Online suïcidepreventie
Het internet is een toegankelijk medium en een groeiende bron aan informatie. Wie een ziekte of een probleem heeft, kan vanuit zijn huiskamer en in alle anonimiteit op zoek gaan naar hulp, tips en lotgenoten. De drempel om bijvoorbeeld een huisarts te raadplegen is veel hoger. Mensen met zelfmoordgedachten of mensen die een suïcidepoging hebben ondernomen zoeken ook hulp op internet. Het aantal Nederlandstalige websites, forums, weblogs en persoonlijke pagina’s dat in meer of mindere mate over suïcide gaat, is gigantisch en onoverzichtelijk. Op 3 oktober 2007 geeft op Google het trefwoord ‘zelfmoord’ 1,6 miljoen hits. ‘Zelfdoding’ geeft 311.000 hits en ‘suïcide’ geeft 385.000. Het trefwoord ‘suicide’, wanneer niet beperkt wordt tot Nederlandstalige sites, geeft zelfs 112 miljoen hits. Deze internetpagina’s gaan lang niet allemaal ook daadwerkelijk over suïcide, maar de suïcidale surfer heeft een ruim aanbod aan informatie en contacten.
Onlangs is onderzoek gedaan naar ‘suicide surfers’ (Harris, in publicatie). Mensen die suïcide websites bezoeken blijken uiteenlopende behoeftes te hebben. Ze zoeken vooral naar informatie (63%), 22% zoekt hulp, 8% zoekt contact met lotgenoten en 2% is op zoek naar methoden. Wat de onderzochte personen vooral zinvol vinden zijn discussiefora. Harris concludeert het volgende: het is waarschijnlijk dat het aantal suïcidale mensen dat suïcide websites bezoekt groeit, er is bewijs dat veel van deze mensen niet op andere manieren hulp zoeken, wat ze zoeken op het internet is niet altijd wat preventie en hulp sites aanbieden, suicide surfers geven aan dat gebruik van internet een goede invloed heeft op suïcidalitiet. Dat het internet schadelijk kan zijn voor suïcidale personen, blijkt uit een aantal case reports. Mehlum (2000) beschrijft een geval van een ‘suicide pact’. Een Noorse jongen en een Oostenrijks meisje, beide suïcidaal, komen in contact via het internet en besluiten samen van een berg een fjord in te springen. Wehner & Gawatz (2003) beschrijven hoe een 14-jarige 5
jongen van een website leert hoe hij zich moet vergiftigen met taxus. Becker, Mayer, Nagenborg, El-Faddagh & Schmidt (2004) beschrijven het geval van een 15-jarig meisje dat met internetcontacten praat over suïcide en bij één van hen pillen bestelt. Dit is slechts een greep uit de gepubliceerde verhalen over internetcontacten die aanzetten tot suïcide. Alao, Soderberg, Pohl & Alao (2006) namen de invloed van het internet op suïcidaal gedrag onder de loep. Het blijkt dat vooral adolescenten met weinig sociale steun risico lopen negatief beïnvloed te worden. Er zijn websites waar zelfmoordmethoden worden beschreven en chatboxen en discussiefora waar informatie over methoden wordt gegeven, of waar zelfs wordt aangezet tot zelfdoding. Alao e.a. pleiten echter ook voor de preventieve werking van het internet op suïcide. Er is een rijk aanbod aan informatie beschikbaar over hulp en het tijdig vaststellen van problemen. Er staan vragenlijsten online, zoals de Hamilton Depression Rating Scale en zelftests voor suïcidale ideatie. Ook maken patiënten steeds meer gebruik van e-mail voor hulpvragen.
Online suïcidepreventie brengt het gevaar met zich mee dat de informatie toegankelijk is voor iedereen met een internetaansluiting. Lezen over zelfdoding of zelfbeschadiging zou mensen suïcidaler kunnen maken. De American Association of Suicidology (AAS) onderzocht in hoeverre suïcide voorlichting schadelijk kan zijn (Rudd, Mandrusiak, Joiner, Berman, Van Orden & Hollar, 2006). Uit dit onderzoek blijkt dat het lezen van een lijst van waarschuwingssignalen van suïcidaal gedrag, in vergelijking met waarschuwingssignalen van hartinfarcten of diabetes, geen klinisch relevante impact heeft op de stemming of de suïcidale ideatie van de proefpersonen. De AAS bewees ook dat het lezen van waarschuwingssignalen zinvol is (Van Orden e.a., 2006). Proefpersonen blijken na het lezen van suïcide waarschuwingssignalen beter te kunnen herkennen of iemand suïcidaal is en hun oordeel over suïcidale personen is niet ten negatieve beïnvloed.
Het is dus duidelijk dat online suïcidepreventie zinvol en relevant kan zijn. Bovendien is het belangrijk om de juiste informatie te verspreiden, als tegenwicht tegen de meer malafide pro-suïcide sites. Het probleem is echter dat iedereen, specialist of niet, een website voor suïcidepreventie online kan zetten. De AAS heeft onderzocht in hoeverre de door hen gebruikte lijst van waarschuwingssignalen van suïcidaal gedrag overeen komt met de op het internet beschikbare lijsten (Mandrusiak, Rudd, Joiner, Berman, Van Orden & Witte, 2006). Er bleek dat alle gevonden 6
lijsten van waarschuwingssignalen voor ongeveer 50% met elkaar overeenkomen. De andere 50% was over het algemeen uniek voor elke afzonderlijke website. 9 van de 12 waarschuwingssignalen van de AAS kwamen terug op 38% van de onderzochte sites.
Over online suïcidepreventie in het Nederlandse taalgebied is minder bekend. Vijf jaar geleden verscheen een inventarisatie van een selectie van Nederlandse websites over suïcide (Degraeve & Pieters, 2002). Door met de meta-zoekmachine Ixquick te zoeken naar het trefwoord ‘zelfmoord’, kwamen de onderzoekers op de 45 meest relevante sites. Dit wil zeggen dat Ixquick de resultaten van de bekendste zoekmachines combineerde tot de 45 meest relevante internetpagina’s. Deze websites zijn ingedeeld op doel en genre. Negen sites (20%) werden ingedeeld in de categorie CEPO (Crisiseducatie, -preventie en –onderzoek) en zijn vervolgens beoordeeld op een aantal criteria. Het gebruikte model voor indeling is gebaseerd op dat van Baume, Rolfe & Clinton (1998). Bij de beoordeling valt op dat de meeste sites die bij organisaties behoren naar suïcidale ideatie peilen, de situatie serieus nemen, informatie verstrekken en doorverwijzen naar professionele hulpverleners, terwijl de persoonlijke en religieuze sites dit niet doen. De 45 onderzochte websites zijn slechts een door Ixquick geselecteerde greep van wat er op het Nederlandse taalgebied bestaat aan internetpagina’s over suïcide. Er zijn meer relevante websites en bovendien is er in vijf jaar veel veranderd en bijgekomen.
De inventarisatie van Degraeve & Pieters kan herhaald en aangepast worden. Een uitgebreidere lijst van kwaliteitseisen kan worden opgesteld en getest op betrouwbaarheid, waarna een beeld kan worden gegeven van de Nederlandstalige online suïcidepreventie.
Doel en vraagstellingen Het doel van dit onderzoek is enerzijds kwantitatief: er wordt een inventarisatie gemaakt van Nederlandstalige suïcide websites en er wordt nagegaan wat er is veranderd sinds 2002. Anderzijds wordt er ingegaan op de kwaliteit van sites voor suïcidepreventie, waarna verbeteringen of mogelijkheden voor de toekomst kunnen worden overwogen.
7
Er zijn drie hoofdvragen aan de orde en een aantal deelvragen:
1) Wat is er in het Nederlandse taalgebied beschikbaar aan websites over suïcide? -
Wat is er veranderd sinds de inventarisatie van Degraeve & Pieters (2002)?
-
Wat is er met Google te vinden aan Nederlandstalige websites over suïcidaliteit?
-
Bestaan er Nederlandstalige pro-suïcide websites?
2) In hoeverre is de lijst kwaliteitseisen voor suïcidepreventie websites een betrouwbare maatstaf? -
Wat is de interbeoordelaarsovereenstemming van de kwaliteitseisen?
-
In hoeverre komen beoordelingen met de kwaliteitseisen overeen met de beoordelingen van Degraeve & Pieters uit 2002?
3) Wat is de kwaliteit van Nederlandstalige suïcide preventie sites? -
In hoeverre voldoen Nederlandstalige suïcide preventie sites aan de kwaliteitseisen?
-
Verschillen Nederlandstalige suïcidepreventie sites van Engelstalige suïcidepreventie sites?
-
Wat ontbreekt er nog aan de Nederlandstalige online suïcidepreventie?
8
Methode Hieronder worden de methoden beschreven waarmee de hoofdvragen en deelvragen beantwoord kunnen worden. Op elke methode volgt zover mogelijk een hypothese.
1) Wat is er in het Nederlandse taalgebied beschikbaar aan websites over suïcide? Methode: Er worden twee onderzoeken gedaan. Ten eerste wordt het onderzoek van Degraeve & Pieters (2002) herhaald. Met de meta-zoekmachine Ixquick, die resultaten van de meest gebruikte zoekmachines combineert, zal gezocht worden met de zoekterm ‘zelfmoord’. Ixquick zal de meest relevante hits tonen, welke vervolgens bezocht worden en gecategoriseerd aan de hand van de categorieën in tabel 1a. Ten tweede zal met Google, verreweg de meest gebruikte zoekmachine, gezocht worden op de trefwoorden ‘zelfmoord’, ‘zelfdoding’, ‘suïcide’ en ‘ik wil dood’. De bedoeling is dat met deze methode de zoekmethode van een suïcidaal persoon wordt benaderd. De zoekopdracht ‘suïcide’ zal beperkt worden tot pagina’s in het Nederlands en de term ‘ik wil dood’ zal tussen dubbele aanhalingstekens worden gezet. Van de zoekresultaten zullen steeds de eerste 50 hits worden opgenomen. De resultaten van de Google zoekopdracht worden vervolgens geïnventariseerd aan de hand van aangepaste categorieën (zie tabel 1b). ‘Crisiseducatie –preventie en -onderzoek (CEPO)’ van Degraeve & Pieters is veranderd in ‘suïcidepreventie (SP)’. De reden hiervoor is dat het in deze categorie specifiek moet gaan om hulpwebsites voor suïcidale personen. De categorie ‘artikelen’ wordt toegevoegd, omdat dit ontbreekt in de categorieën van Degraeve & Pieters. Aan de categorie ‘cultuur’ wordt de subcategorie ‘overig’ toegevoegd. Van de categorie ‘interactieve communicatie’ kunnen de subcategorieën ‘nieuwsgroepen’ en ‘mailinglijsten’ worden weggelaten, omdat deze nauwelijks meer voorkomen. De categorie ‘andere organisaties’ wordt onderverdeeld in de subcategorieën ‘nabestaanden’ en ‘overig’. De categorie ‘blogs’ wordt toegevoegd, omdat dat een categorie website is die de afgelopen vijf jaar flink in aantal is toegenomen. Tenslotte wordt de categorie ‘irrelevant’ toegevoegd. Onbereikbare en irrelevante websites zullen niet in de Google inventarisatie worden opgenomen. Hypothese: Het internet is constant in beweging en er zal veel veranderd zijn in vijf jaar. De cijfers van Degraeve & Pieters uit 2002 zijn echter de enige cijfers waar een hypothese op te baseren valt. Er wordt vanuit gegaan dat de bevindingen van Degraeve & Pieters (2002) nog
9
steeds gelden. Dit houdt in: 20% van de websites valt in de categorie ‘suïcidepreventie’, 0% in ‘pro-suïcide’, 22% in ‘cultuur’, 7% in ‘interactieve communicatie’, 18% in ‘nieuws en media’, 7% in ‘religieus’, 16% in ‘andere organisaties’ en 11% in ‘onbereikbaar’.
2) In hoeverre is de lijst kwaliteitseisen voor suïcidepreventie websites een betrouwbare maatstaf? Methode: Er zijn negentien kwaliteitseisen opgesteld gebaseerd op de drie eisen van Degraeve & Pieters, op de waarschuwingssignalen van de AAS en op het Handboek Suïcidaal Gedrag (van Heeringen, 2007). De eisen zullen hieronder worden beschreven. De websites die in de categorie SP vallen, worden bezocht en krijgen een -, 0 of + toegekend aan elke kwaliteitseis, waarbij een – één punt oplevert, een 0 twee punten en een + drie punten. Tien SP sites zullen worden beoordeeld door een tweede beoordelaar, waarna berekend wordt in hoeverre de beoordelingen overeenkomen en er een uitspraak kan worden gedaan over de interbeoordelaarovereenstemming van de kwaliteitseisen. Als de beoordelingen voor minder dan 75% overeenkomen, zullen de eisen aangepast worden. De scores van de negen websites die ook door Degraeve & Pieters beoordeeld zijn, worden vergeleken met de scores die deze websites vijf jaar geleden kregen. Alleen de categorieën ‘algemene informatie’, ‘serieus nemen’ en ‘doorverwijzingen naar huisarts of GGZ’ komen exact overeen met de scoringsmethode van Degraeve & Pieters, dus alleen over deze eisen kan een exacte vergelijking worden. Hypothese: Er wordt vanuit gegaan dat de kwaliteitseisen redelijk in overeenstemming te scoren zijn. Dit komt er op neer dat de scores van de twee beoordelaars voor 75% overeenkomen en dat de eisen dus niet aangepast hoeven te worden. Verder is de verwachting dat de beoordelingen van Degraeve & Pieters voor 90% overeen zullen komen. De drie eisen ‘algemene informatie’, ‘serieus nemen’ en ‘doorverwijzingen naar huisarts of GGZ’ zijn nauwelijks aangepast, dus zal de overeenkomst in scores groot zijn.
3) Wat is de kwaliteit van Nederlandstalige suïcide preventie sites? Methode: De SP sites worden beoordeeld aan de hand van de kwaliteitseisen. Vanaf 40 punten zal de score als voldoende tellen. Dit zou neerkomen op een rapportcijfer van 5.5. Ter vergelijking met het Engelstalige deel van het internet zal met Google gezocht worden met de term ‘suicide’, waarna de eerste vijf Engelstalige SP sites worden bezocht en beoordeeld.
10
Hypothese: Van de SP sites krijgt 44% een zeer positieve beoordeling en 33% een zeer negatieve. Deze hypothese is gebaseerd op de beoordeling van Degraeve & Pieters. Zij beoordeelden 4 van de 9 CEPO sites volledig positief en 3 van de 9 volledig negatief. Verder wordt er van uitgegaan dat de Engelstalige online suïcidepreventie niet verschilt van de Nederlandstalige. Tabel 1a
Tabel 1b
Categorieën van suïcide websites door
Aangepaste categorieën van suïcide websites.
Degraeve & Pieters (2002) • •
Onbereikbaar Crisiseducatie, preventie en onderzoek (cepo) – – –
• •
Pro-suïcide Cultuur – – – –
•
Suïcidepreventie (SP) – – –
• • •
Discussiefora Nieuwsgroepen Mailinglijsten
– – – – –
Nieuws en media Religieus Andere organisaties
• • • • •
Muziek Computerspellen Grappen Literatuur Overig
Interactieve communicatie (discussiefora) Blogs Nieuws en media Religieus Andere organisaties –
• •
Persoonlijk Religieus Organisatie
Artikelen Pro-suïcide Cultuur
Muziek Computerspellen Grappen Literatuur
Interactieve communicatie – – –
• • •
Persoonlijk Religieus Organisatie
•
Nabestaanden
– Overig Onbereikbaar Irrelevant
Lijst kwaliteitseisen voor websites voor suïcidepreventie.
Elke website krijgt een -, 0 of + toegekend op de volgende categorieën: • • • • • • • • • •
Algemene informatie Waarschuwingssignalen Serieus nemen Advies geen zelfdestructief gedrag te vertonen Consequenties diplomatiek brengen Tijdelijke aard suïcidaliteit Doorverwijzingen naar huisarts of GGZ Doorverwijzingen naar telefonische hulpdiensten Link naar de NVVE, Ex6, Pandora, Ypsilon of Befrienders Organisatie achter de website
11
• • • • • • • • •
Zelftest Discussieforum Chatroom Mogelijkheid tot e-hulp Informatie voor familieleden Bijzondere informatie Geen beschrijvingen van zelfmoordmethoden Geen propaganda Geen propaganda in het discussieforum
Algemene informatie Waar bij deze categorie op wordt gelet is ten eerste of er algemene informatie wordt gegeven over suïcide en suïcidale ideatie en ten tweede of deze informatie klopt. Het gaat hierbij om prevalentie, oorzaken, risicofactoren en symptomen. De informatie wordt als volledig beschouwd als alle vier genoemde factoren voorkomen, waarbij het Handboek Suïcidaal Gedrag (van Heeringen, 2007) als standaard geldt. Betekenis van de scores: - Er staat geen algemene informatie, of de algemene informatie klopt niet. 0 De algemene informatie is onvolledig of klopt deels niet. + De algemene informatie is volledig en correct. Waarschuwingssignalen Er worden waarschuwingssignalen voor suïcidaal gedrag genoemd. Als standaard gelden de twaalf Consensus Warning Signs for Suicide (AAS, 2007), zie tabel 2. Betekenis van de scores: - Er worden geen waarschuwingssignalen genoemd. 0 Er worden enkele waarschuwingssignalen genoemd. + Minstens 9 van de 12 waarschuwingssignalen worden genoemd. Serieus nemen Uit de toon en bewoording van de tekst blijkt dat de situatie van een suïcidaal persoon beschouwd wordt als ernstig en hulpbehoevend. De situatie moet echter ook niet te serieus worden genomen en beschouwd worden als hopeloos. Betekenis van de scores: - Er staat niets over de ernst van de situatie, er wordt luchtig over gedaan, of de situatie wordt beschouwd als hopeloos. 0 De toon en bewoordingen zijn neutraal. + De situatie wordt gezien als serieus en ernstig, maar niet hopeloos. Advies geen zelfdestructief gedrag te vertonen Er wordt uitgelegd dat er betere alternatieven zijn dan er een eind aan te maken, een suïcidepoging te doen, of te automutileren. Betekenis van de scores: - Er staat niet dat zelfdestructief gedrag geen goede oplossing is. 0 Er wordt geadviseerd geen zelfdestructief gedrag te vertonen, maar zonder uitleg. + Er wordt uitgelegd waarom zelfdestructief gedrag geen goede oplossing is en er worden alternatieven genoemd.
12
Consequenties diplomatiek brengen De lezer wordt op de consequenties van zelfdestructief gedrag geattendeerd, zoals de schok voor familie en vrienden, of de vinder bij een suïcidepoging. Het is belangrijk dat dit niet beschreven is op een beschuldigende of veroordelende manier. - De lezer wordt niet op consequenties geattendeerd, of wordt op een beschuldigende of veroordelende manier op consequenties geattendeerd. 0 Er staat neutrale informatie over consequenties voor nabestaanden. + De lezer wordt op een diplomatieke manier geattendeerd op de consequenties van zelfdestructief gedrag. Tijdelijke aard suïcidaliteit Er wordt duidelijk gemaakt dat suïcidaliteit tijdelijk van aard is en behandelbaar. Betekenis van de scores: - Er staat niet dat suïcidaliteit van tijdelijke aard is. 0 Suïcidaliteit wordt beschouwd als moeilijk behandelbaar. + Suïcidaliteit wordt beschouwd als tijdelijk en behandelbaar. Doorverwijzingen naar huisarts of GGZ Betekenis van de scores: - Er staan geen doorverwijzingen naar huisarts of GGZ. 0 Er staan doorverwijzingen, maar deze zijn moeilijk te vinden of onduidelijk. + Er staan duidelijke doorverwijzingen naar huisarts of GGZ. Doorverwijzingen naar telefonische hulpdiensten Betekenis van de scores: - Er staan geen doorverwijzingen naar telefonische hulpdiensten. 0 Er staan doorverwijzingen, maar deze zijn moeilijk te vinden of onduidelijk. + Er staan duidelijke doorverwijzingen naar telefonische hulpdiensten. Link naar de NVVE, Ex6, Pandora, Ypsilon of Befrienders Betekenis van de scores: - Er staan geen links naar de Ex6, Pandora, Ypsilon of Befrienders. 0 Er staan links, maar er wordt niet uitgelegd wat het doel is van deze organisaties. + Er staan duidelijk links en er wordt uitgelegd wat het doel is van deze organisaties. Organisatie achter de website Bij deze categorie wordt gekeken naar informatie over de beheerders van de website, of de organisatie waar de site bij hoort, en wordt een oordeel geveld over deskundigheid. Onder deskundig wordt verstaan getraind in de geestelijke gezondheidszorg. De informatie hoeft niet op de website zelf te staan, zolang er wel een link is. Betekenis van de scores: - Er staat geen informatie over de beheerders of een organisatie. 0 De mensen achter de site zijn niet getraind in de GGZ. + De website is opgezet door deskundigen. Zelftest Betekenis van de scores: - Er is geen zelftest aanwezig. 0 Er is een zelftest aanwezig, maar er wordt niet duidelijk uitgelegd wat de scores inhouden. + Er is een zelftest aanwezig, waarbij de scores worden uitgelegd.
13
Discussieforum Is er een discussieforum aanwezig waar zinvol gebruik van wordt gemaakt? Onder zinvol gebruik wordt verstaan dat mensen hun verhaal kwijt kunnen en vragen kunnen stellen waar serieus op wordt gereageerd. Betekenis van de scores: - Er is geen discussieforum. 0 Er is wel een discussieforum, maar er wordt geen gebruik of geen zinvol gebruik van gemaakt. + Er is een discussieforum aanwezig waar mensen hun verhaal kwijt kunnen en vragen kunnen stellen waar serieus op wordt gereageerd. Chatroom Het criterium voor een zinvolle chatroom is dat er toezicht wordt gehouden door een deskundige. Deskundig houdt in getraind in de GGZ. Betekenis van de scores: - Er is geen chatroom. 0 Er is wel een chatroom, maar er is geen toezicht. + Er is een chatroom aanwezig onder toezicht van een deskundige. Mogelijkheid tot e-hulp Mogelijkheid tot e-hulp houdt in dat er op de website een cursus staat voor zelftherapie, of dat er elektronisch contact kan worden gelegd met een professionele hulpverlener, of dat er een afspraak kan worden gemaakt voor e-therapie. De professionele hulpverlener is bij voorkeur psycholoog, maar bijvoorbeeld een vrijwilliger getraind in de GGZ wordt ook als voldoende professioneel beschouwd. Ook voor zelftherapie geldt dat het opgezet moet zijn door een professional. Betekenis van de scores: - Er is geen mogelijkheid tot e-hulp. 0 Er is mogelijkheid tot niet professionele e-hulp. + Er is mogelijkheid tot professionele e-hulp. Informatie voor familieleden Is er informatie te vinden voor mensen met een suïcidaal familielid? Betekenis van de scores: - Er staat geen informatie voor familieleden. 0 Er staan enkele korte aanwijzingen voor familieleden. + Er staat informatie voor familieleden, inclusief waarschuwingssignalen en advies hoe ze een suïcidaal persoon kunnen helpen. Bijzondere informatie Hierbij gaat het om extra informatie die niet onder de categorie algemene informatie valt. Er wordt bijvoorbeeld dieper ingegaan op depressie of andere psychische stoornissen die suïcidaal gedrag kunnen veroorzaken, of er worden specifieke gevallen besproken. Informatie die alleen van toepassing is op bepaalde doelgroepen, zoals religieuze groeperingen, wordt hier ook toe gerekend. Betekenis van de scores: - Er staat geen bijzondere informatie. 0 Er staat bijzondere informatie, maar deze is niet relevant voor een suïcidaal persoon. + Er staat bijzondere informatie, welke relevant is voor tenminste één doelgroep van suïcidale personen.
14
Geen beschrijvingen van zelfmoordmethoden Bij deze categorie wordt er gelet op informatie waarmee een suïcidale lezer concrete zelfmoordplannen kan maken of op ideeën kan komen. Betekenis van de scores: - Eén of meerdere zelfmoordmethoden worden dermate uitgebreid beschreven dat de lezer er zelfmoordplannen op kan baseren. 0 Eén of meerdere zelfmoordmethoden worden kort genoemd, maar niet beschreven. + Er worden geen zelfmoordmethoden beschreven. Geen propaganda Pro-suïcide, pro-keuze, anti-suïcide of ‘pro-life’ uitspraken kunnen opgevat worden als propaganda. Dergelijke uitspraken kunnen lezers afschrikken en kunnen schadelijk zijn voor makkelijk beïnvloedbare lezers. Betekenis van de scores: - Er staan pro-suïcide uitspraken, of veroordelende pro-keuze, anti-suïcide of ‘pro-life’ uitspraken. 0 Er staan anti-suïcide of ‘pro-life’ uitspraken. + Er staan geen uitspraken die als propaganda opgevat kunnen worden. Geen propaganda in het discussieforum Indien er geen discussieforum aanwezig is, wordt een 0 gescoord. Betekenis van de scores: - In het discussieforum staan pro-suïcide uitspraken, of veroordelende pro-keuze, anti-suïcide of ‘pro-life’ uitspraken. 0 In het discussieforum staan anti-suïcide of ‘pro-life’ uitspraken. + In het discussieforum staan geen uitspraken die als propaganda opgevat kunnen worden.
Tabel 2 Consensus Warning Signs for Suicide. (American Association of Suicidology, 2007) Are you or someone you know at risk of suicide? Get the facts and take appropriate action. Get help immediately by contacting a mental health professional or calling 1-800-273-TALK (8255) for a referral should you witness, hear, or see anyone exhibiting any one or more of the following: Someone threatening to hurt or kill him/herself, or talking of wanting to hurt or kill him/herself. Someone looking for ways to kill him/herself by seeking access to firearms, available pills, or other means. Someone talking or writing about death, dying or suicide, when these actions are out of the ordinary for the person. Seek help as soon as possible by contacting a mental health professional or calling 1-800-273TALK (8255) for a referral should you witness, hear, or see someone you know exhibiting any one or more of the following: Hopelessness Rage, uncontrolled anger, seeking revenge Acting reckless or engaging in risky activities, seemingly without thinking Feeling trapped - like there's no way out Increased alcohol or drug use Withdrawing from friends, family and society Anxiety, agitation, unable to sleep or sleeping all the time Dramatic mood changes No reason for living; no sense of purpose in life
15
Resultaten
Inventarisatie van Nederlandstalige internetpagina’s over suïcide
Allereerst is onderzocht of de onderzoeksmethode van Degraeve & Pieters vijf jaar later dezelfde resultaten oplevert. Met de meta-zoekmachine Ixquick is gezocht met de zoekterm ‘zelfmoord’. Dezelfde indeling is gebruikt, zoals te zien in tabel 1a. Op 28 september 2007 gaf ‘zelfmoord’ rond de 1.490.000 hits. Ixquick selecteerde 44 meest relevante websites, waarvan 4 onbereikbaar en 1 niet met het onderwerp zelfmoord, namelijk de rubriek binnenland van Sp!ts. Deze laatste is ingedeeld bij de categorie ‘nieuws en media’. Bijna de helft (45%) van de gevonden pagina’s valt in de categorie ‘Crisiseducatie, preventie en –onderzoek’. Er werd geen pro-suïcide aangetroffen. Ook werd er geen interactieve communicatie aangetroffen. In vergelijking met de verdeling van 2002 valt op dat de CEPO sites zijn toegenomen, cultuur sites zijn verminderd, interactieve communicatie is verdwenen, nieuws en media sites zijn toegenomen en websites van andere organisaties zijn verminderd. Zie tabel 3. Tabel 3 Verdeling van de resultaten van de zoekopdracht ‘zelfmoord’ met zoekmachine Ixquick. Cijfers uit 2002 door Degraeve & Pieters. Categorie Onbereikbaar CEPO Pro-suïcide Cultuur Interactieve communicatie Nieuws en media Religieus Andere organisaties Totaal
Aantal (%) 2002 2007 5(11) 4 (9) 20(45) 9(20) 0 (0) 0 (0) 10(22) 2 (5) 3 (7) 0 (0) 8(18) 14(32) 3 (7) 1 (2) 7(16) 3 (7) 44(100) 45(100)
Vervolgens is het onderzoek met Google uitgevoerd. Op 28 november 2007 gaf de zoekterm ‘zelfmoord’ 1.540.000 hits. ‘Zelfdoding’ gaf 304.000 hits en ‘suïcide’, wanneer beperkt tot pagina’s in het Nederlands, 384.000 hits. Op 12 december gaf ‘ik wil dood’ (met vaste woordvolgorde) 837 hits. Van de eerste 50 hits van de zoekopdracht ‘zelfmoord’ waren 16
46 pagina’s relevant en bereikbaar. Deze zijn vervolgens gecategoriseerd. De eerste 50 hits van de zoekopdracht ‘zelfdoding’ voegde 42 relevante en bereikbare pagina’s toe aan de lijst. De zoekopdracht ‘suïcide’ voegde 29 pagina’s toe. Tenslotte zorgden de resultaten van ‘ik wil dood’ voor een toename van 36 relevante en bereikbare pagina’s. Het totaal aantal onderzochte internetpagina’s is 182, waarvan 153 bereikbaar en relevant. Van de 153 relevante pagina’s werden er 23 (15%) gecategoriseerd in de categorie SP, 19 (12%) in ‘artikelen’, 25 (16%) in ‘cultuur’, 13 (8%) in ‘interactieve communicatie’, 1 (1%) in ‘blogs’, 47 (31%) in ‘nieuws en media’, 2 (1%) in ‘religieus’ en 23 (15%) in ‘andere organisaties’. Zie tabel 4 voor een overzicht. Tabel 4. Verdeling van de gevonden websites over suïcide (n=153).
Website categorie •
• • •
• • • • •
Suïcidepreventie (SP) - Persoonlijk - Religieus - Organisatie Artikelen Pro-suïcide Cultuur - Muziek - Computerspellen - Grappen - Literatuur - Overig Interactieve communicatie Blogs Nieuws en media Religieus Andere organisaties - Nabestaanden - Overig
n(%) 23(15) 1 5 17 19(12) 0 (0) 25(16) 7 3 3 10 2 13 (8) 1 (1) 47(31) 2 (1) 23(15) 12 11
Enkele blogs zijn ondergebracht in de categorie ‘cultuur’, subcategorie ‘literatuur’, omdat er alleen gedichten op staan. Het kleine aantal blogs blijft echter opmerkelijk. Om te onderzoeken of dit ligt aan de zoekmethode of dat er weinig blogs over suïcide bestaan, is op www.punt.nl gezocht met de zoekterm ‘zelfmoord’ in blogberichten. Dit leverde het maximum aantal hits op dat de zoekmachine aan lijkt te kunnen, 400. De eerste 40 hits zijn bezocht. Van deze 40 waren 19 blogberichten persoonlijke verhalen of visies rondom het 17
onderwerp zelfmoord, waaronder overigens geen pro-suïcide uitspraken. Eén bericht was verwijderd door de staf van punt.nl. In de overige 20 berichten werd het woord zelfmoord genoemd, zonder dat het bericht over suïcidaliteit ging.
Betrouwbaarheid van de kwaliteitseisen
Van de onderzochte websites (n=153) bleken er 23 te passen in de categorie SP. Deze 23 websites zijn beoordeeld aan de hand van de 19 kwaliteitseisen. Elke website heeft een -, een 0 of een + toebedeeld gekregen op elke categorie, waarbij geldt: - = 1 punt, 0 = 2 punten, + = 3 punten. Tien sites zijn ook beoordeeld door een tweede beoordelaar. De scores van de tweede beoordelaar zijn alleen gebruikt voor het meten van de interbeoordelaarsovereenstemming. Voor de beoordeling van de kwaliteit van de SP sites is alleen gebruik gemaakt van de scores van de eerste beoordelaar.
De scores van de twee beoordelaars komen voor 87% overeen (zie tabel 5). Het grootste verschil in beoordeling blijkt voor de website gratisadviseurs.nl, waarbij de scores voor slechts 63% overeenkomen. Voor één site, zelfmoord.nl, is de overeenkomst 100%. De mediaan van het aantal verschillen is 2, ofwel een overeenkomst van 89%. De categorie ‘bijzondere informatie’ blijkt het minst overeen te stemmen. In de helft van de gevallen verschillen de beoordelaars van score op deze categorie. De scores op de categorieën
‘chatroom’,
‘doorverwijzingen
naar
telefonische
hulpdiensten’,
‘geen
propaganda’ en ‘zelftest’ komen steeds voor 100% overeen. In 7 gevallen kende de eerste beoordelaar een + toe waar de tweede beoordelaar een – toekende. Dit kwam vier keer voor in de categorie ‘bijzondere informatie’, één keer in ‘tijdelijke aard suïcidaliteit’, één keer in ‘discussieforum’ en één keer in ‘mogelijkheid tot ehulp’.
Er is gepoogd te vergelijken of Degraeve & Pieters op dezelfde scores kwamen. Van de 9 CEPO sites die in 2002 beoordeeld zijn, komen er 2 voor in de categorie SP, het equivalent van CEPO. Er zijn 4 websites ondergebracht in andere categorieën dan SP en 3 sites komen niet voor in de inventarisatie van 2007. Van de 3 die niet voorkomen, is er 1 onbereikbaar. De door Degraeve & Pieters onderzochte sites zijn veranderd in de afgelopen vijf jaar. Er kan geen goede vergelijking gemaakt worden. 18
Tabel 5. Interbeoordelaarsovereenstemming van de kwaliteitseisen in absolute aantallen. Overeenkomst: 87% Beoordelaar 1 2↓
-
0
+
-
78
3
7
0
5
28
5
+
0
4
60
De kwaliteit van Nederlandstalige SP sites
De gemiddelde score van de 23 SP sites is 36.3. De laagste score is 27, welke werd toegekend aan een Google pagina waar slechts enkele links naar andere suïcidepreventie sites staan. Pratenonline.nl scoort het hoogst met 49 punten, ofwel een rapportcijfer van 7.9. De scores kunnen omgerekend worden tot rapportcijfers door de berekening ((x-19)/38)*10. De grens tussen voldoende en onvoldoende is gesteld op 40 punten. Dit zou neerkomen op een rapportcijfer van 5.5. Van de 23 SP sites blijken er 6 een voldoende score te behalen, waarvan 3 Nederlands en 3 Vlaams. De top 15 van Nederlandstalige SP sites is uitgezet in tabel 6. Op geen van de onderzochte sites is propaganda aangetroffen in de tekst van de site zelf, dit wil zeggen buiten de discussiefora. Daarmee is de categorie Geen propaganda de meest stabiele en heeft de minste discriminerende waarde. Verder is onderzocht welke categorieën het meest voorkomen. Alleen de score + is meegerekend. De categorieën die het meest voorkomen zijn ‘geen propaganda’ (100%), ‘bijzondere informatie’ (87%) en ‘geen beschrijvingen van zelfmoordmethoden’ (74%). Geen van de websites scoort een + op ‘consequenties diplomatiek brengen’ en ‘chatroom’. Zelftests en waarschuwingssignalen komen ook weinig voor (beide categorieën 4%). Deze percentages zijn uitgezet in tabel 7.
19
20
In tabel 7 is ook de top 6 uitgezet tegen de rest van de SP sites. De top 6 wordt voornamelijk van de rest onderscheiden door de categorieën ‘tijdelijke aard suïcidaliteit’ en ‘doorverwijzingen naar huisarts of GGZ’. Alle sites uit de top 6 scoren een + op deze categorieën, terwijl slechts enkelen van alle andere sites aan deze eisen voldoen. Tabel 7. Proportie Nederlandstalige websites over suïcide die een + scoorden per categorie.
Algemene informatie Waarschuwingssignalen Serieus nemen Advies geen zelfdestructief gedrag te vertonen Consequenties diplomatiek brengen Tijdelijke aard suïcidaliteit Doorverwijzingen naar huisarts of GGZ Doorverwijzingen naar telefonische hulpdiensten Link naar de NVVE, Ex6, Pandora, Ypsilon of Befrienders Organisatie achter de website Zelftest Discussieforum Chatroom Mogelijkheid tot e-hulp Informatie voor familieleden Bijzondere informatie Geen beschrijvingen van zelfmoordmethoden Geen propaganda Geen propaganda in het discussieforum
Top 6 (n=6)
Rest (n=17)
Totaal (n=23)
50% 17% 67% 67% 0% 100% 100% 67% 33% 67% 17% 50% 0% 33% 67% 100% 67% 100% 50%
6% 0% 41% 12% 0% 12% 12% 35% 12% 35% 0% 29% 0% 6% 18% 82% 76% 100% 29%
13% 4% 48% 26% 0% 35% 35% 43% 17% 43% 4% 35% 0% 13% 30% 87% 74% 100% 35%
Ter vergelijking zijn vijf Engelstalige sites onderzocht. Met Google is gezocht met de term ‘suicide’, waarna de eerste vijf SP sites zijn geselecteerd. De vijf Engelstalige SP sites krijgen een gemiddelde score van 37.2 punten. De laagste score is 30 punten. De hoogste score werd toegekend aan metanoia.org. Deze website kreeg 50 punten, ofwel een rapportcijfer van 8.2. In totaal zijn twee van de vijf sites voldoende bevonden. Zie tabel 8 voor een overzicht. De categorie ‘link naar de NVVE, Ex6, Pandora, Ypsilon of Befrienders' was niet van toepassing. In plaats daarvan is gekeken naar links naar organisaties voor euthanasie of lotgenoten. Een link naar Befrienders en naar Samaritans (de overkoepelende organisatie van Befrienders) werden beide positief beoordeeld.
21
Een opvallend verschil met de Nederlandstalige SP sites is het gebrek aan discussiefora: 48% van de Nederlandstalige sites heeft een discussieforum tegenover 0% van de Engelstalige. De website www.nlm.nih.gov/medlineplus/suicide.html was niet goed te beoordelen met de lijst kwaliteitseisen. Er staat weinig tekst op de site zelf, maar er staat een overzichtelijk ingedeelde lijst met zinvolle links. De site heeft 31 punten gekregen.
22
Discussie
Er zijn vele Nederlandstalige internetpagina’s beschikbaar over het onderwerp suïcidaliteit. Een gedeelte daarvan, 15%, valt in de categorie suïcidepreventie. Er zijn geen pro-suïcide websites aangetroffen. De 19 kwaliteitseisen waarmee de kwaliteit van SP sites in kaart gebracht kan worden, hebben een goede interbeoordelaarsovereenstemming. De kwaliteit van de Nederlandstalige online suïcidepreventie is nog niet optimaal: van de 23 onderzochte sites zijn er slechts 6 voldoende bevonden. De website www.pratenonline.nl is het meest volledig. De drie Vlaamse sites uit de top 6 onderscheiden zich door professionaliteit en goede informatie, terwijl de drie beste Nederlandse sites interactiever zijn. Vijf onderzochte Engelstalige SP sites verschillen nauwelijks van de Nederlandstalige, hoewel het de Engelstalige sites ontbreekt aan mogelijkheden tot interactie.
Inventarisatie van Nederlandstalige internetpagina’s over suïcide
Het internet is constant in beweging, waardoor de gevonden resultaten voor slechts een korte tijd zullen gelden.
Het onderzoek van Degraeve & Pieters (2002) levert vijf jaar later andere resultaten op. De zoekmachine Ixquick vindt meer websites voor crisiseducatie –preventie en –onderzoek en meer nieuws en media pagina’s over suïcide. Een toename van nieuwsitems is mogelijk, want ook in het Google onderzoek werden vele nieuwsitems gevonden. Wellicht zijn ook het aantal CEPO sites toegenomen. Een andere verklaring is dat Ixquick is veranderd in vijf jaar. In 2002 combineerde Ixquick zeven zoekmachines, nu tien. Bovendien is het mogelijk dat het bedrijf zijn zoekmethodes heeft aangepast en verbeterd.
Uit het uitgebreidere onderzoek met zoekmachine Google blijkt dat slechts 15% van de Nederlandstalige websites over suïcidaliteit valt in de categorie SP. Bijna een derde valt onder ‘nieuws en media’, waarmee dit de talrijkste categorie is. Het zorgelijke beeld dat door Alao, Soderberg, Pohl & Alao (2006) en andere auteurs wordt geschetst lijkt niet op te gaan voor het Nederlandstalige deel van het internet. Er zijn
23
wel enkele beschrijvingen van methoden gevonden, maar geen websites waar suïcide wordt gepromoot. Slechts 13 van de 153 relevante hits verwezen naar discussiefora. Deze zijn niet volledig onderzocht, maar het zou opgevallen zijn als jongeren elkaar op grote schaal ophitsen suïcide te plegen. Misschien zijn fora waar dit wel gebeurt moeilijk vindbaar, maar ook dat is een geruststellende gedachte. Het is echter wel mogelijk dat Nederlandstalige jongeren in contact komen met malafide Engelstalige discussiefora.
Het kleine aantal gevonden blogs lijkt te maken te hebben met de zoekmethode. Er valt te concluderen uit het onderzoek op punt.nl dat wanneer het woord ‘zelfmoord’ valt in een blogbericht, het in ongeveer de helft van de gevallen over suïcidaliteit gaat. Het blijft echter onduidelijk of het gaat om enkele honderden of wellicht om tienduizenden blogs over suïcidaliteit, omdat de zoekmachine van punt.nl een maximum lijkt te hebben van 400 hits. Verontrustende bevindingen van Schoemaker, Smeets, Hoeymans & Jansen (2007), die aangeven dat er enkele tientallen pro-ana (pro anorexia) blogs te vinden zijn op punt.nl, lijken voor pro-suïcide niet op te gaan. Van de 40 bekeken blogberichten is er geen één pro-suïcide.
Een laatste opmerking over de inventarisatie is dat de 153 relevante pagina’s niet allemaal tot verschillende websites behoren. In de categorie SP zitten bijvoorbeeld twee sites van de Evangelische Omroep en de 13 hits op discussiefora verwijzen naar 10 verschillende fora.
De kwaliteitseisen
De lijst kwaliteitseisen blijkt een goed instrument om SP sites mee te beoordelen. De scores van twee beoordelaars komen voor 87% overeen en er is een duidelijke grens tussen voldoende en onvoldoende bij 40 punten. De minste overeenstemming is voor de categorie ‘bijzondere informatie’, wat niet verrassend is doordat het één van de meest subjectieve categorieën is. Een betere afbakening is nodig in de beschrijving. Een oplossing is het schrappen van het woord ‘bijvoorbeeld’, zodat alleen informatie over psychische stoornissen, beschrijvingen van specifieke gevallen en informatie voor specifieke doelgroepen worden gerekend als bijzondere informatie. Over de categorie ‘algemene informatie’, ook redelijk subjectief, zijn de beoordelaars het grotendeels wél eens. Dit is enerzijds te verwachten, omdat het begrip duidelijk wordt 24
afgebakend. Er wordt namelijk alleen een + toegekend als prevalentie, risicofactoren, oorzaken en symptomen worden beschreven. Anderzijds is deze categorie juist één van de moeilijkste om mee te werken, omdat er overlap zit tussen risicofactoren en oorzaken, en tussen symptomen en de categorie ‘waarschuwingssignalen’. Een langdurige depressie is bijvoorbeeld een risicofactor voor suïcidaal gedrag, terwijl depressie ook een oorzaak kan zijn. Depressieve symptomen komen grotendeels overeen met symptomen van suïcidaliteit en komen bovendien overeen met een aantal waarschuwingssignalen. Alcoholisme kan zelfs worden opgevat als risicofactor, symptoom en waarschuwingssignaal. Vooral in een tekst die niet is onderverdeeld in onderwerpen is ‘algemene informatie’ moeilijk te scoren. Zodoende kunnen er ook bij een aantal sites waarschuwingssignalen uit de tekst worden opgemaakt, zonder dat er expliciet over waarschuwingssignalen geschreven wordt. Een ondergrens van drie of vier waarschuwingssignalen voor de score 0 zou een optie zijn. Chatrooms worden aangetroffen bij meerdere sites, maar het criterium dat er toezicht moet worden gehouden door een deskundige zorgt er voor dat geen enkele site een + krijgt. Er zijn wel sites waar de mogelijkheid wordt aangeboden te chatten met een hulpverlener, maar dit is altijd één op één, waardoor het valt onder de categorie ‘mogelijkheid tot e-hulp’. Wellicht is het moeilijk haalbaar om een chatroom onder toezicht van een deskundige te zetten, maar het bestaat wel op de website van stichting Ex6 (welke overigens niet voorkomt in de inventarisatie). Geen enkele Nederlandstalige website kreeg een + toegekend voor ‘consequenties diplomatiek brengen’. Meerdere sites scoren een 0, omdat er informatie staat voor nabestaanden waarin wordt uitgelegd hoe moeilijk het is nabestaande te zijn van iemand die suïcide heeft gepleegd. Het is uiteraard niet bewezen of een suïcidaal persoon zich daar iets van aantrekt. Consequenties worden blijkbaar niet graag direct gemeld aan een suïcidale lezer. Dit is begrijpelijk vanuit het standpunt dat een suïcidaal persoon zich veroordeeld en juist slechter zou kunnen voelen wanneer hij geconfronteerd wordt met consequenties van suïcidaal gedrag. Toch zou het nuttig zijn consequenties diplomatiek te brengen, zodat een suïcidaal persoon kan inzien dat zijn daden niet alleen betrekking hebben op zichzelf. Op de Engelstalige website metanoia.org wordt dit goed gedaan en volgens de tweede beoordelaar verdient de website van Oase ook een + op deze categorie. ‘Consequenties diplomatiek brengen’ is dus streng, maar wel haalbaar. Het lijkt niet nodig deze categorie aan te passen. Zoals
bleek
bij
het
beoordelen
van
de
Engelstalige
internetpagina
www.nlm.nih.gov/medlineplus/suicide.html worden sites met een goed ingedeelde lijst aan
25
zinvolle links ondergewaardeerd. Aan de andere kant zou het onmogelijk worden bij de beoordeling informatie mee te nemen waar een website slechts naar doorverwijst. Er zou een extra categorie kunnen komen voor overzichtelijkheid. Zelfmoordpreventie.be heeft rechtsboven in beeld een grote groene knop met de tekst ‘crisis’ staan. Als men daarop klikt, komt men direct terecht bij crisisinformatie voor suïcidale personen en voor familieleden. Daarnaast staat de knop ‘chat’ waarmee men in contact kan komen met een hulpverlener. Ter contrast, bij zelfmoordpreventievlaanderen.be moet gezocht worden naar informatie bij de sectie FAQ, ofwel veel gestelde vragen. De site van Oase, nummer 5 bij de beoordelingen, heeft een ouderwets aandoende opmaak met alle informatie in één lange pagina. Er staat veel goede informatie, maar men mist het overzicht. De score voor deze site van de tweede beoordelaar komt voor 73.7% overeen met de score van de eerste beoordelaar. Dit is in verhouding een laag percentage en kan te maken hebben met overzichtelijkheid. Of interbeoordelaarsovereenstemming daadwerkelijk samenhangt met overzichtelijkheid zal nader onderzocht moeten worden. Het is een aannemelijke hypothese, ondermeer omdat op de site met het grootste verschil in beoordeling ook goed gezocht moet worden naar zinvolle informatie.
De scores op de drie eisen die zijn overgenomen van Degraeve & Pieters komen matig overeen met de scores van het onderzoek uit 2002. Er was echter geen goede vergelijking te maken. Van de negen CEPO sites die vijf jaar geleden beoordeeld werden, komen er slechts twee terug in de categorie SP. Op andere sites is zelfs geen informatie over suïcidaliteit meer te vinden. Naast het feit dat Degraeve & Pieters geen 0 scoorden, maakt dit een goede vergelijking onmogelijk.
De kwaliteit van online suïcidepreventie in Nederland en Vlaanderen
Beoordelingen De Nederlandstalige online suïcidepreventie, welke een gemiddeld rapportcijfer krijgt van 4.6, is nog niet optimaal. Nog niet de helft (48%) van de Nederlandstalige SP sites laat blijken dat de situatie van een mogelijke suïcidale lezer serieus genomen wordt, terwijl dat uitermate belangrijk is. Slechts 35% van de websites maakt duidelijk dat suïcidaliteit van tijdelijke aard en behandelbaar is. Eén enkele SP site noemt de waarschuwingssignalen van de AAS. Driekwart van de onderzochte websites krijgt een onvoldoende. De eisen zijn misschien 26
streng, maar op ‘chatroom’ na is er op elke categorie wel een keer een + toegekend, wat er op duidt dat het mogelijk is de volle score te behalen. Een groot aantal websites moet ofwel hun informatie en mogelijkheden uitbreiden, ofwel een link neerzetten naar een suïcidepreventie site die wel goed is. Een pluspunt van de Nederlandstalige SP sites is dat er geen propaganda op staat. Uiteraard zetten SP sites geen pro-suïcide boodschap neer, maar suïcidale personen worden ook niet veroordeeld. In twee gevallen werden in reacties van lezers uitspraken aangetroffen die suïcidaliteit veroordelen, beide in Christelijk georiënteerde websites.
Niet alle Nederlandstalige SP sites komen voor in de inventarisatie. Hierdoor zijn niet alle Nederlandstalige SP sites beoordeeld. De websites die niet voorkomen zijn niet gevonden met de gebruikte zoekmethode en zullen zich makkelijker vindbaar moeten maken. Het is opvallend dat enkele websites van stichtingen en organisaties die goed bekend staan, ontbreken. Befrienders, een internationale hulporganisatie voor mensen met suïcidale gedachten, komt niet voor in de inventarisatie. Ook Ex6, een stichting van vrijwilligers voor suïcidale mensen, staat er niet bij.
De zes websites voor suïcidepreventie die voldoende zijn bevonden bestaan uit drie Nederlandse en drie Vlaamse sites. Deze Vlaamse sites zijn opgezet door professionele hulpverleners.
Van
de
Nederlandse
sites
is
alleen
pratenonline.nl
professioneel.
Easethepain.nl is opgezet door lotgenoten en de andere pagina behoort bij een helpdesk voor jongeren van de Evangelische Omroep. Dit verschil is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat suïcidepreventie wel wordt gesteund vanuit de Belgische overheid en niet vanuit de Nederlandse overheid. De professionaliteit van de Vlaamse sites uit zich in de categorie ‘algemene informatie’. Daarentegen zijn de Nederlandse sites meer gericht op interactie met gelijkgestemden door middel van discussiefora. Pratenonline.nl krijgt de beste beoordeling. Een groot pluspunt aan deze site is de crisishulp die toegankelijk is opgezet voor suïcidale jongeren. Verder blinkt deze site uit in interactie. Men kan chatten met een hulpverlener, zijn verhaal vertellen aan lotgenoten op het discussieforum en de eigen stemming testen met een zelftest. De tweede plaats is voor zelfmoordpreventie.be. Een opvallend aspect van deze site is het rijke aanbod aan informatie. Er is crisisinformatie te vinden, informatie voor familie van suïcidale personen, algemene feiten over suïcidaliteit en een beschrijving van het suïcidaal
27
proces. Bovendien behoort zelfmoordpreventie.be tot de weinige sites die de mogelijkheid bieden te chatten met een hulpverlener.
Suggesties Pratenonline.nl is bedoeld voor mensen tussen de 12 en 22 jaar en de sectie Ronduit van de EO is bedoeld voor Christelijke jongeren. Jongeren zijn momenteel de belangrijkste doelgroep voor online suïcidepreventie, omdat zij de meeste affiniteit hebben met het internet. Hierdoor is het hulpaanbod voor Nederlandse volwassenen mager, temeer omdat easethepain.nl niet zo groot is en een gesloten indruk geeft. De ondervraagde personen in het onderzoek van Harris (in publicatie) hadden een gemiddelde leeftijd van 30 jaar. Deze mensen gaven aan discussiefora het meest zinvol te vinden. Dit duidt er op dat er behoefte kan zijn aan een soort pratenonline voor Nederlandse volwassenen. Hoewel 48% van de Nederlandstalige SP sites een discussieforum heeft, biedt slechts 35% een discussieforum waar zinvol gebruik van wordt gemaakt. Een toegankelijk Nederlands lotgenoten forum voor alle leeftijden is te vinden bij www.zelfmoord.nl. Dit is dan ook een veel bezochte website. Het ontbreekt deze site echter aan informatie en crisishulp. De drie Vlaamse sites in de top 6 komen vrij officieel over en missen juist interactie en aantrekkingskracht voor jongeren. Zelfmoordpreventie.be lijkt het meest toegankelijk en deze site biedt daarnaast de mogelijkheid tot chatten met een hulpverlener. Een discussieforum zou een goede toevoeging zijn. Wat nergens is aangetroffen is informatie voor culturele minderheden. Hier zal aan gewerkt moeten worden. Uit onderzoek is gebleken dat zelfmoordpogingen onder Turkse en Surinaamse meisjes in Nederland twee tot drie keer zo veel voorkomen als onder autochtone meisjes (Burger, van Hemert, Bindraban & Schudel, 2005) E-hulp komt weinig voor en bestaat voornamelijk in de vorm van chatten met een hulpverlener. Er werden online zelfhulp cursussen aangetroffen op easethepain.nl. Deze cursussen zijn zinvol en behulpzaam, maar niet professioneel opgezet of begeleid. Als een suïcidaal persoon hulp zoekt op internet, zou het goed zijn als er van zijn aandacht gebruik wordt gemaakt door middel van directe hulp. E-hulp is duidelijk een punt van verbetering voor de Nederlandstalige SP sites. Hierbij kan een voorbeeld genomen worden aan enkele websites voor depressie, welke op het gebied van e-hulp verder gevorderd zijn.
28
Een ander punt van verbetering is zelftests. Alleen pratenonline.nl biedt een zelftest aan. Dit is een belangrijk aandachtspunt, omdat zelftests bij kunnen dragen aan erkenning van het probleem door de suïcidale persoon zelf en zijn omgeving.
Vergelijking met Engelstalige SP sites Een
goed
voorbeeld
van
een
SP
site
met
volledige
informatie
is
www.metanoia.org/suicide. Deze Engelstalige website is geheel positief beoordeeld, op de categorieën ‘zelftest’, ‘discussieforum’ en ‘chatroom’ na. De site biedt zelf geen e-hulp, maar biedt wel uitgebreide informatie over e-therapie inclusief uitleg hoe men een afspraak kan maken. De site is ook toegankelijk, makkelijk te vinden en redelijk overzichtelijk. Het enige wat deze website mist is interactie. Net als de andere Engelstalige sites is er geen zelftest, discussieforum of chatroom. Er kan geen harde conclusie getrokken worden met een steekproef van vijf Engeltalige SP websites, maar interactie lijkt een Nederlandse aangelegenheid. Over het algemeen kan niet gezegd worden dat Engelstalige SP sites verschillen van de Nederlandstalige. Het bestaan van metanoia.org bewijst wel dat het mogelijk is volle punten te behalen op het gebied van informatie.
Conclusie De Nederlandstalige online suïcidepreventie is nog niet volledig. De top drie Vlaamse websites geven goede informatie, maar moeten interactiever worden. Pratenonline.nl is een uitstekende website, maar is alleen bedoeld voor jongeren. Er zijn aanwijzingen dat er behoefte kan zijn aan een dergelijke website voor volwassenen. Bovendien is te verwachten dat de vraag naar een dergelijke website de komende jaren zal groeien, naarmate steeds meer volwassenen zijn opgegroeid met internet.
Nader onderzoek Over het effect van het internet op suïcidaliteit is nog weinig bekend. Nader onderzoek is nodig om dit effect, zowel positief als negatief, in kaart te brengen. Ook moet onderzocht worden in hoeverre suïcidale personen geholpen zijn door suïcidepreventie sites en in hoeverre e-hulp werkzaam is bij suïcidaliteit. Het is aan te raden over vijf jaar opnieuw een inventarisatie van Nederlandstalige websites over suïcide te maken en de kwaliteit van de online suïcidepreventie te evalueren.
29
Implicaties voor de praktijk De onderzochte SP sites hebben veel minpunten, dus er is ruimte voor verbetering. Belangrijke informatie, zoals waarschuwingssignalen, ontbreekt nog op de meeste sites, maar vooral moet gekeken worden naar meer interactieve mogelijkheden. Er kunnen meer zelftests komen, er kunnen chatrooms worden opgezet met professioneel toezicht en het aanbod aan professionele e-hulp kan uitgebreid worden. Men zou kunnen overwegen een nieuwe Nederlands-Vlaamse hulpwebsite voor suïcidepreventie op te zetten die aan alle eisen voldoet, wellicht in samenwerking met een aantal bestaande SP sites.
30
Literatuurlijst Alao, A.O., Soderberg, M., Pohl, E.L. & Alao, A.L. (2006). Cybersuicide: review of the role of the internet on suicide. Cyberpsychology & Behavior, 9, 489-493.
Becker, K., Mayer, M., Nagenborg, M., El-Faddagh, M. & Schmidt, M.H. (2004). Parasuicide online: Can suicide websites trigger suicidal behaviour in predisposed adolescents? Nordic Journal of Psychiatry, 58, 111-114.
Burger, I., van Hemert, A.M., Bindraban, C.A. & Schudel, W.J. (2005). Parasuïcides in Den Haag. Meldingen in de jaren 2000-2004. Epidemiologisch Bulletin, 40, 2-8.
Carlton, P.A. & Deane, F.P. (2000). Impact of attitudes and suicidal ideation on adolescents’ intentions to seek professional psychological help. Journal of Adolescence, 23, 35-45.
Centraal Bereau voor de Statistiek. CBS StatLine, 2007. http://www.cbs.nl/nlNL/menu/cijfers/statline/default.htm
Centraal Bureau voor de Statistiek. Sterke stijging verkeersdoden onder fietsers, 2007. http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/verkeervervoer/publicaties/artikelen/archief/2007/2007-031-pb.htm
Degraeve, G. & Pieters, G. (2002). Zelfmoord en internet: Een bespreking van Nederlandstalige websites. Tijdschrift voor psychiatrie, 44, 505-509.
De Leo, D., Burgis, S., Bertolote, J.M., Kerkhof, A.J.F.M. & Bille-Brahe, U. (2006). Definitions of Suicidal Behaviour. Lessons Learned from the WHO/EURO Multicentre Study. Crisis, 27, 4-15.
Eenheid voor Zelfmoordonderzoek. Zelfmoordpogingen Vlaanderen, 2007. http://users.ugent.be/~cvheerin/Zelfmoordpogingen%20Evolutie%20Vlaanderen.html
31
Gould, M.S., Velting, D., Kleinman, M., Lucas, C., Thomas, J.G. & Chung, M. (2004). Teenagers' attitudes about coping strategies and help-seeking behavior for suicidality. Journal of American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 43, 1124-1133.
Harris, K. (in publicatie). Suicide Surfers: Who, Where, Why, and What Consequences?
Ten Have, M., de Graaf, R., van Dorsselaer, S., Verdurmen, J., van ’t Land, H. & Vollebergh, W. (2006). Suïcidaliteit in de algemene bevolking: gedachten en pogingen. Resultaten van de ‘Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study’ (NEMESIS). Utrecht: Trimbos Instituut.
Van Heeringen, C. (2007). Handboek Suïcidaal Gedrag. Utrecht: De Tijdstroom.
Kerkhof, A., Mulder, S. & Draisma, J. (2007). Suicidepogingen behandeld in Nederlandse ziekenhuizen. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 1, 37-42. Mandrusiak, M., Rudd, M.D., Joiner, T.E., Berman, A.L., Van Orden, K.A. & Witte, T. (2006). Warning Signs for Suicide on the Internet: A Descriptive Study. Suicide and LifeThreatening Behavior, 36, 263-271.
Mehlum, L. (2000). The internet, suicide, and suicide prevention. Crisis, 21, 186-188.
Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting. Eén op de vijf scholieren denkt aan zelfmoord, 1999. http://www.minvws.nl/artikelen/djb/en_op_de_vijf_scholieren_denkt_aan_zelfmoord.asp
Rudd, M.D., Mandrusiak, M., Joiner, T.E., Berman, A.L., Van Orden, K.A. & Hollar, D. (2006). The Emotional Impact and Ease of Recall of Warning Signs for Suicide: A Controlled Study. Suicide and Life-Threatening Behavior, 36, 288-295.
Schoemaker, C.G., Smeets, E., Hoeymans, N. & Jansen, A. (2007). Pro anorexia weblogs op het internet. De onverwachte effecten van een waarschuwingstekst. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 62, 512-521.
32
Van Orden, K.A., Joiner, T.E., Hollar, D., Rudd, M.D., Mandrusiak, M. & Silverman, M.M., (2006). A Test of the Effectiveness of a List of Suicide Warning Signs for the Public. Suicide and Life-Threatening Behavior, 36, 272-287.
Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Iedere dag sterven drie Vlamingen door suïcide, 2005. http://62.50.14.72/topPage.aspx?id=3046
Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Statistiek doodsoorzaken, 2007. http://www.zorgen-gezondheid.be/statistiek-doodsoorzaken.aspx
Wehner, F. & Gawatz, O. (2003). Suicidal yew poisoning--from Caesar to today--or suicide instructions on the internet. Archiv für Kriminologie, 211, 19-26.
World Health Organisation. Country reports and charts available, 2007. http://www.who.int/mental_health/prevention/suicide/country_reports/en/index.html
Zachrisson, H.D., Rödje, K. & Mykletun, A. (2006). Utilization of health services in relation to mental health problems in adolescents: a population based survey. BMC Public Health, 6: 34.
33