De kerngedachten van Che Guevara
Marc Vandepitte
Initiatief Cuba Socialista www.cubanismo.net 1
“En als iemand zegt dat we romantici zijn of hardnekkige idealisten die dromen van het onmogelijke, dat het niet mogelijk is om de massa’s te veranderen in bijna perfecte mensen, dan moeten we duizend en één keer antwoorden dat het wel mogelijk is, dat we gelijk hebben.”1 Over Che wordt veel geschreven en gesproken, maar weinigen laten hem zelf aan het woord. Dat is handig, want zo kan je Che makkelijk politiek onschadelijk maken. Sinds de jaren zestig is deze Argentijnse arts hét symbool van revolutionair verzet tegen kapitalisme en imperialisme, wat vandaag hygiënisch globalisering genoemd wordt. Daarom doen de gevestigde machten er met behulp van de media alles aan om dat symbool kapot te maken. Dat doen ze door hem af te schilderen als een halfzachte dromer, een avonturier, een zwakke persoonlijkheid, een onbekwame politicus of een mislukte guerrillaleider. Met andere woorden, misschien een man met goede bedoelingen, maar met weinig politiek vernuft, een mislukkeling. Zeker niet het navolgen waard. Dat zijn gefabriceerde beelden van Che, ontworpen door schrijvers, journalisten en intellectuelen in wiens wereldbeeld geen plaats is voor een revolutionair. Een heel andere Che komt te voorschijn als je hem zelf aan het woord laat. Dan komt een sterke, gerijpte persoonlijkheid naar voor, iemand met 2
veel intellectuele bagage en een sterk ontwikkelde politieke visie. Ernesto Guevara is zonder twijfel de meest markante figuur van de revolutionaire traditie in het LatijnsAmerika van de jaren '50-'60. Zijn gedachtegoed vat het beste samen van de revolutionaire praktijk van die periode, het behoort tot het kruim van de revolutionaire traditie op wereldvlak. De echte Ernesto Guevara leren kennen is een must. In een zestal punten laten we hier Che zelf aan het woord, aangevuld met wat commentaar. 1. Het belang van studie Je zou het misschien niet direct verwachten, maar Che las heel veel. Hij was een echte boekenworm. Heel vroeg zag hij het belang in van theoretische arbeid. Als tiener koos hij systematisch de marxistisch georiënteerde boeken uit zijn vaders bibliotheek. Later schijft hij hierover: “Men moet marxist zijn op dezelfde evidente manier waarop men newtoniaan is in de fysica of ‘pasteurist’ in de biologie. (...) De verdienste van Marx is dat hij een kwalitatieve sprong heeft gemaakt in de geschiedenis van de sociale filosofie. Hij interpreteert de geschiedenis, verklaart haar dynamiek en voorziet de toekomst. Bovendien gaat hij verder dan zijn wetenschappelijke plicht: hij formuleert een revolutionair concept. Het is niet voldoende de natuur der dingen te begrijpen, het is ook nodig haar te veranderen. De mens houdt op slaaf en instrument van de geschiedenis te zijn en wordt de architect van zijn toekomst.”2 Deze boeken gaven de beste antwoorden op de vele vragen waarmee hij als jongere geconfronteerd werd. Waarom is er zoveel miserie en waarom wordt de kloof tussen rijken en armen alsmaar groter? Waarom mislukte de geweldlo3
ze aanpak in Guatemala (1954) en waarom zijn de NoordAmerikanen zo actief op de rest van het continent? Studeren was een onderdeel van Che’s revolutionaire discipline. Zelfs tijdens zijn guerrilla-activiteiten legde hij zich toe op theoretische studie. Men kan het zich nauwelijks voorstellen: na een verschrikkelijke tocht van 14 uur, honger lijdend en last van astma-aanvallen. In die omstandigheden zat Che vaak nog uren te lezen onder het maanlicht terwijl de anderen guerrillero’s sliepen.3 “Vaak verwaarlozen we de noodzakelijke aandacht voor de theorie,”4 schrijft hij bij het begin van de revolutie. En die opmerking geldt niet in het minst voor jongeren: “We moeten vasthouden aan de opdracht die reeds een tijdje het parool is van de jongcommunisten: ‘De studie, het werk en het geweer’.”5 Waarom vond Che de studie zo belangrijk? Omdat het lot van een revolutie in belangrijke mate afhangt van de politiek-ideologische lijn die gevolgd wordt. Een stevige ideologische oriëntatie leidt tot correcte politieke besluitvorming. Bij een zwakke ideologische fundering riskeert de revolutie bij de eerste moeilijke beslissing of uitdaging uit de bocht te gaan. Che heeft een uitvoerig artikel gewijd aan deze kwestie. Hij verwijst daarbij naar een grondstelling van Lenin: ‘zonder revolutionaire theorie is er geen revolutionaire beweging’. “De revolutie kan zich voltrekken indien ze correct de werkelijkheid interpreteert en op een correcte manier de aanwezige krachten gebruikt, zelfs zonder kennis van de theorie. Maar, het is duidelijk dat een adequate theoretische kennis de taak vergemakkelijkt en voorkomt dat men in gevaarlijke fouten vervalt (altijd in de veronderstelling dat de theorie overeenkomt met de werkelijkheid).6 4
In de werkkamer van Che vind je honderden titels terug waaronder de verzamelde werken van Marx, Engels, Lenin, Stalin, Mao, Ho Chi Min, Martí, Mariategui, … Che was een volbloed intellectueel, maar zijn intellectuele arbeid stond volkomen in dienst van de revolutie. Hij moest niet weten van kleinburgerlijk intellectualisme. “De fout van veel van onze intellectuelen” sneerde hij, “komt voort uit hun erfzonde, uit het feit dat het geen authentieke revolutionairen zijn.”7 Vooral hun individualisme en idealisme veroordeelt Che heel sterk. “Om een revolutionair te zijn moet je eerst een revolutie hebben. De geïsoleerde inspanning, de individuele inspanning, de puurheid van de idealen, de ijver om zijn hele leven op te offeren voor de meest nobele idealen, dat alles dient tot niets als het om een solo-inspanning gaat, ergens in een hoek van Latijns-Amerika. (…) Om revolutie te maken heb je nodig wat er vandaag in Cuba is: dat een geheel volk zich mobiliseert.”8 2. Laat je niet vangen Progressieve intellectuelen hebben vaak de neiging om de morele codes en idealen waardoor ze zelf gedreven worden, te projecteren op de wereldpolitiek. Ze vergroten het idealisme van hun eigen leven uit tot de hele planeet en zijn daarom zeer gevoelig voor de idealistische en ethisch gekleurde boodschappen van politici en media. Maar die projectie slaat nergens op. In het grof spel tussen de grootmachten is weinig plaats voor waarden of idealen. Daartegen waarschuwt Che. Hij heeft verschillende keren de brutaliteit van het imperialisme aan den lijve ondervonden. In Congo vocht hij in 1965 aan de zijde van de revolutionairen. Om de opstand o.l.v. Mulele neer te slaan werden Belgische para’s en huurlingen ingezet. Deze bloedige operatie kostte aan honderdduizenden Congolezen het leven. Enkele jaren eerder hadden de Fransen ook al geprobeerd om de onaf5
hankelijkheid van Algerije op een zeer gewelddadige manier tegen te houden. Over deze gebeurtenissen schrijft hij: “Deze gebeurtenissen leren ons twee zaken. Ten eerste de beestachtigheid van het imperialisme, die niet gebonden is aan een bepaalde grens of aan een bepaald land. Beesten waren de hitlerhorden zoals de NoordAmerikanen vandaag beesten zijn, of de Belgische para’s, of de Franse imperialisten in Algerije. Want het is de natuur van het imperialisme die van de mensen beesten maakt, die hen verandert in bloeddorstige roofdieren, bereid om kelen over te snijden, te moorden.”9 Maar, het imperialisme is een wolf in een schapenvacht. De brutaliteit wordt vaak gecamoufleerd met valse argumenten en mooie woorden. Het imperialisme verschuilt zich achter het internationaal recht, de Verenigde Naties (VN), en goochelt met de mensenrechten, de noodzaak tot humanitaire interventie, enz. De Congolese revolutie werd mede door toedoen van de VN neergeslagen. Lumumba, de eerste democratisch verkozen president van Congo, werd toen op een beestachtige wijze om het leven gebracht. Che was niet naïef en wist heel goed welke rol de Internationale Instellingen spelen. “Het standbeeld van Lumumba (...) herinnert er ons aan (...) dat men het imperialisme niet kan vertrouwen, niet het minste beetje, niets. Het was onder de vlag van de Verenigde Naties dat Lumumba in Congo werd vermoord. En het zijn diezelfde Verenigde Naties die volgens de VS ons grondgebied zouden moeten inspecteren. Diezelfde Verenigde Naties!”10 Het zijn diezelfde Verenigde Naties die van 1991 tot 2003 het embargo tegen Irak instelden, wat het leven heeft gekost aan anderhalf miljoen kinderen.
6
3. Om een omelet te maken moet je eieren breken “Twee, drie, vele Vietnams, dat is het parool.”11 De enige manier om komaf te maken met het imperialisme en een einde te stellen aan de ondraaglijke miserie van de volkeren, is zelf de wapens opnemen. “Ik geloof in de gewapend strijd als enige oplossing voor de volkeren die vechten voor hun bevrijding, en ik ben consequent in mijn overtuiging. Velen zullen me beschouwen als een avonturier, en ik ben er een, maar van een ander type: van diegenen die hun liven riskeren om hun waarheden te verdedigen.”12 Die gewapende strijd vatte hij niet romantisch op, integendeel. “We kunnen en mogen niet de illusie koesteren dat we de vrijheid kunnen verwerven zonder strijd. En het zullen geen loutere straatgevechten zijn met stenen tegen traangas, noch vreedzame algemene stakingen, noch zal het de strijd zijn van een woedend volk dat in twee of drie dagen het repressieapparaat van de heersende oligarchieën vernietigt. (...) Zij zijn het die ons tot deze strijd hebben gedwongen; er zit niets anders op dan er ons op die strijd voor te bereiden en hem aan te gaan… Dat betekent een lange oorlog, en ik herhaal het eens te meer, een wrede oorlog.”13 Che was geen softe jongen, geen watje. Hij kende de wreedheid van de tegenstrever. Hij besefte dat alleen een onwrikbare houding de derdewereldvolkeren uit de miserie kon halen. Niet dat hij het geweld verheerlijkte, in bepaalde omstandigheden was hij tegen het gebruik ervan. “Het is absoluut juist om elk onnodig offer te vermijden,”14 maar vroeg of laat is een gewapende confrontatie onvermijdelijk. 7
“Het geweld is geen eigendom van de uitbuiters, ook de uitgebuiten groepen mogen het gebruiken. Meer zelfs, op het geschikte moment moéten ze het gebruiken.”15 De noodzaak tot geweld hangt af van de repressie van de eersende klasse: “Om te weten of de revolutie al dan niet geweldloos zal verlopen, hangt niet af van de revolutionairen, maar van de reactionaire krachten van de oude maatschappij. Het hangt af van hun weerstand tegen het tot stand komen van een nieuwe maatschappij.”16 Che gebruikt een voorbeeld uit zijn beroepscategorie: “Een revolutie is zoals een arts die assisteert bij de geboorte van een kind. Hij zal de verlostang niet gebruiken als het niet nodig is. Maar hij zal niet aarzelen telkens als het nodig is voor de bevalling.”17 4. Een rotsvaste overtuiging “Het communisme is het doel van de mensheid dat bewust wordt nagestreefd. (…) Het is de perfecte maatschappij, de diepe aspiratie van de mens om verder te zien dat het heden.18 Het communisme wordt in etappes bereikt. De eerste etappe is het socialisme, maar dat is een overgangsfase naar het communisme: “Wij bevinden ons (...) in de eerste fase van de overgang naar het communisme, of in de fase van de opbouw van het socialisme.”19 Wat Che daaronder verstaat vat hij zeer kort samen: “Er is geen andere geldige definitie van het socialisme voor ons, dan de afschaffing van de uitbuiting van de mens door de mens”.20 Dat impliceert onder andere de uitschakeling van de klasse van de burgerij, het aan de macht brengen van de klasse van arbeiders en boeren onder leiding van de partij, de collectivisering van de productiemiddelen en het plannen van de economie, een snelle ontwikkeling van de productie8
krachten, een volgehouden ideologische opvoeding en een consequent internationalisme. Che was voor alles een communist. Het was vanuit die levensvisie dat hij minister werd, en het was vanuit dezelfde visie dat hij later de guerrilla begon in Congo en Bolivië. “Dat we de pioniers zijn van de constructie van een socialistische maatschappij in Latijns-Amerika, dat moeten we hoog in het vaandel houden. Dat is voor ons een eer en een voorbeeld. Een voorbeeld waarop de landen van Latijns-Amerika zich kunnen inspireren.”21 Zijn communistische overtuiging was de kern van zijn leven. Uitgerekend dat aspect van Che vindt de kapitalistische klasse het gevaarlijkst. Een razend populaire held die wat rebels is, tot daar aan toe. Maar als die bovendien een overtuigd communist is, dat is dat een heuse bedreiging. Daarom wordt dat aspect angstvallig verborgen gehouden.
5. De communistische partij Communist zijn kan je niet in je eentje, daarvoor heb je een partij nodig. Een stevige organisatie is ook nodig om de revolutie tot een goed einde te brengen. “De organisatie is de sleutel die toelaat om de initiatieven die van de leiders van de Revolutie komen (...) om te zetten in precieze richtlijnen, in precieze ideeën, om tot actie te komen. Zonder organisatie verliezen de ideeën hun efficiëntie eenmaal de eerste impuls voorbij is. Ze vervallen dan in routine, conformisme en zullen nog slechts als een herinnering overblijven.” (O 163) Che verwijst hier naar de eerste drie jaren van de revolutie die gekenmerkt waren door heel wat anarchisme. Tegen dat anarchisme waarschuwde hij herhaalde malen. Om dat te vermijden is een partij nodig die 9
de leiding van de revolutie op zich neemt en stuurt. Maar die partij moet bestaan uit mensen die kiezen voor de revolutie. “De constructie van het socialisme is moeilijk denkbaar met een partij van de burgerlijke klasse, met een partij die voor een goed deel bestaat uit uitbuiters, die zich zouden inspannen om hun politieke lijn door te drukken. Het is evident dat zo’n politieke alliantie alleen maar de strijd kan lijden in de fase van de nationale bevrijding, tot op zekere niveaus en in bepaalde omstandigheden. In het volgende moment, zal de revolutionaire klasse omslaan in een reactionaire klasse en zal ze nieuwe voorwaarden instellen die het aantreden van een marxistisch-leninistische partij noodzakelijk zal maken om de revolutionaire strijd te leiden.”22 De noodzaak dus van een communistische partij. Deze ontstaat in de schoot van arbeidersklasse zelf, zij groepeert de beste krachten ervan. “De Partij is een voorhoedeorganisatie. De beste arbeiders worden door hun kameraden voor het lidmaatschap voorgedragen. Zij vormt een minderheid, maar vanwege de kwaliteiten van haar kaders beschikt ze over een grote autoriteit. Het is onze aspiratie dat het een massapartij wordt, maar pas dan als de massa’s het niveau van de ontwikkeling van de voorhoede hebben bereikt. Dat wil zeggen, wanneer zij voor het communisme zullen zijn opgevoed. En op die opvoeding is ons werk gericht. De Partij is het levend voorbeeld, haar kaders moeten een voorbeeld van toewijding en opoffering zijn, zij moeten door hun inspanning de massa’s ertoe brengen hun revolutionaire taak te vervullen. Dat vraagt jaren van zware strijd tegen de moeilijkheden die de opbouw (van het socialisme) met zich mee brengen, tegen de klassenvijanden, tegen de misstanden uit het verleden, tegen het imperialisme.”23 Een partijkaart dient dus niet, zoals vaak het geval is om promo10
tie te maken of privilegies te verkrijgen, integendeel. “Jongcommunist zijn, lid zijn van de Vereniging van Jongcommunisten (UJC), dat is geen gunst (…) maar een hoge eer.”24 De communistische partij is de voorhoede, maar staat niet boven of buiten de massa’s. Van sektarisme moest Che niets weten. Deze fout werd gemaakt bij het begin van de revolutie, maar snel rechtgezet. Daarom besloot de nationale leiding “om terug te keren naar de massa’s en een beroep te doen op de massa’s. Daarom werd een systeem van consultatie ingevoerd in alle arbeidscentra voor de verkiezing van de ‘modelarbeiders’25 door de massa. Dat gaf ook de mogelijkheid om mensen te selecteren voor de vorming van partijcellen. (…) De partij van de toekomst zal intiem verbonden zijn met de massa’s en van de massa’s de grote ideeën ontlenen, die dan nadien zullen vertaald worden in concrete directieven.”26 De permanente bevraging en consulstatie van de Cubaanse bevolking is uniek in de wereld en verklaart waarom de overgrote meerderheid achter de regering en de partij blijft staan, ondanks de moeilijke omstandigheden sinds de jaren negentig.27 Che besefte heel goed dat de communistische partij en de massa-organisaties cruciaal waren voor de opbouw van de socialistische revolutie. Dat is een inzicht dat vandaag gedeeld wordt door het Pentagon. Om de Cubaanse revolutie te destabiliseren wordt alles in het werk gesteld om de invloed van de partij en de massa-organisaties te verminderen door het creëren van de zogenaamde ‘autonome civiele maatschappij’. Het is een scenario dat met succes werd uitgeprobeerd in de voormalige Oostbloklanden en dat men heeft uitgeprobeerd in Venezuela, maar daar zonder succes. In Cuba wil het ook maar niet lukken. 11
6. Werken aan de nieuwe mens Het kapitalisme is onmenselijk. Om de armoede en miserie wereldwijd op te heffen, volstaat honderd miljard dollar, dat is het gezamenlijk fortuin van de drie rijkste personen van deze wereld. Maar de winst staat voorop en niet het lot van de meerderheid van de wereldbevolking. Als gevolg daarvan sterven elke dag ongeveer honderdduizend mensen aan gemakkelijk geneesbare ziektes of ontbering.28 Che wilde komaf maken met dit onmenselijk systeem. Hij draaide de waardenschaal om. “Het leven van één enkel menselijk wezen is duizenden keren meer waard dan alle eigendommen van de rijkste persoon ter wereld.”29 Precies daarom werd Che marxist. In één van zijn speechen citeert hij Fidel: “Het was precies de liefde voor de mens die het marxisme deed ontstaan. Het was de liefde voor de mens en de mensheid, het verlangen om de miserie, de onrechtvaardigheid en het lijden van het proletariaat te bevechten, waardoor het marxisme uit het brein van Karel Marx ontsproot.30 In de revolutie die Che voor ogen had, staat de mens centraal. “Wij zijn niet enkel bezorgd om het socialisme. We vestigen voor het eerst in de wereld een marxistisch, socialistisch systeem (…) waarin men de mens centraal stelt, waar men het over het individu heeft, waar men het over de mens heeft en over het belang dat hij heeft als fundamentele factor van de Revolutie.”31 Vandaar dat de Cubaanse revolutie onmiddellijk werk maakte van een grootscheepse alfabetiseringscampagne, van landbouwhervormingen, van algemene tewerkstelling, van de snelle uitbouw van volksgezondheid, gratis onderwijs enz. 12
Om dat alles te realiseren zijn nieuwe structuren nodig. Maar Che besefte heel goed dat dit niet voldoende was. Ook de mensen moesten veranderen, een ‘nieuwe mens’ was nodig. “Om het communisme op te bouwen moet er gelijktijdig met de vernieuwing van de materiële basis ook een nieuwe mens gecreëerd worden.”32 Zij moeten individualisme en op zichzelf gericht zijn omvormen tot altruïsme en inzet voor de medemens. “Het individualisme als zodanig, als een eenmansactie (…), dat moet verdwijnen. Het individualisme van morgen moet de volledige inzet zijn van geheel het individu ten voordele van de collectiviteit.”33 Alleen dan kan de nieuwe maatschappij opgebouwd worden. Maar de nieuwe mens ontstaat niet spontaan. “De nieuwe maatschappij in wording, moet hardnekkig wedijveren met het verleden… Het is een proces dat tijd vraagt.”34 De oude gewoonten en overtuigingen die voortkomen uit eeuwen kapitalisme zitten diepgeworteld. “De oude maatschappij weegt, de denkwijzen van de oude maatschappij beïnvloeden constant het denken van de mensen. Daarom is het dat de verdieping van het socialistisch bewustzijn zo belangrijk is.”35 Alleen door een langdurig omvormings- en bewustmakingsproces kunnen ze weggewerkt worden. Hier helpt geen dwang, maar alleen overtuigingskracht. “Het voorbeeld, het goede voorbeeld, net zoals het slechte voorbeeld, werkt aanstekelijk; en wij moeten aanstekelijk zijn met onze goede voorbeelden. We moeten inwerken op het bewustzijn van de mensen, ermee knokken, tonen tot wat ze in staat zijn.”36 Che ziet de ideologische opvoeding dan ook als een centrale taak voor de leiding van de revolutie. “De maatschappij in zijn geheel moet zich omvormen tot één gigantische school. (…) De mensen van de partij moeten deze taak in 13
“Diegenen die Che elimineerden en lieten verdwijnen zullen nooit begrijpen dat zijn spoor in de geschiedenis toen al onuitwisbaar was. Zijn profetenblik werd een symbool voor de miljarden armen in deze wereld. (…) Samen zullen we verder blijven vechten voor een betere wereld.” Fidel Castro38
Eindnoten .. 1
Guevara E., Obras 1957-1967. Vol. 2, Havana 1970, p. 174. Obras. p. 93-94. 3 Cfr. Tablada C., Het economisch denken van Che Guevara. Berchem 1995, p. 43. 4 Obras. p. 93. 5 Obras. p. 347. 6 Obras. p. 92. 7 Obras. p. 380. 8 Obras. p. 71. 9 Obras. p. 649. 10 Obras. p. 649 11 Obras. p. 584. 13 Obras. p. 595, 597. 12 Obras. p. 693. 14 Obras. p. 595. 15 Obras. p. 166. 2
14
16
Guevara E., Guerra de guerrillas : un método. Cuba Socialista september 1963, p. 205. Te raadplegen op www.filosofia.cu/che/chet1g3.htm. 17 Guerra de guerrillas. p. 206. 18 Obras. p. 259 en de Beauchesne I. (ed.), Petit Bréviaire de la Révolution. Parijs 1998, p. 41. 19 Obras. p. 377. 20 Obras. p. 575. 21 Petit Bréviaire. p. 45. 22 Obras. p. 199. 23 Obras. p. 381. 24 Obras. p. 163.. 25 Letterlijk: ‘obreros ejemplares’: voorbeeldige arbeiders. 26 Obras. p. 205. 27 Cuba was economisch heel sterk verbonden met de voormalige Oostbloklanden. Toen die één na één de overstap maakten naar het kamp van het kapitalisme, zegden ze hun handelsbetrekkingen met Cuba praktisch volledig op. Als gevolg daarvan daalde op enkele maanden tijd de buitenlandse handel van Cuba met driekwart. Voor meer uitleg zie Vandepitte M., De gok van Fidel. Cuba tussen socialisme en kapitalisme? Berchem, 1998. 28 Vandepitte M., De kloof en de uitweg. Een dwarse kijk op ontwikkelingssamenwerking. Berchem 2004, p. 25 en 34. 29 Obras. p. 76. 30 Obras. p. 206. 31 Het economisch denken. p. 49. 32 Obras. p. 372. 33 Obras. p. 74. 34 Obras. p. 371, 380 35 Obras. p. 192. 36 Obras. p. 194. 37 Obras. p. 372, 379. 38 Uitgesproken op 17 oktober 1997, bij de bijzetting van de stoffelijke resten van Che en zijn kameraden uit de Boliviaanse guerrilla. 15
Over Che wordt veel geschreven en gesproken, maar weinigen laten hem zelf aan het woord. Dat is handig, want zo kan je Che makkelijk politiek onschadelijk maken. Sinds de jaren zestig is deze Argentijnse arts hét symbool van revolutionair verzet tegen kapitalisme en imperialisme, wat vandaag hygiënisch globalisering genoemd wordt. Daarom doen de gevestigde machten er met behulp van de media alles aan om dat symbool kapot te maken. Dat doen ze door hem af te schilderen als een halfzachte dromer, een avonturier, een zwakke persoonlijkheid, een onbekwame politicus of een mislukte guerrillaleider. Een heel andere Che komt te voorschijn als je hem zelf aan het woord laat. Dan komt een sterke, gerijpte persoonlijkheid naar voor, iemand met veel intellectuele bagage en een sterk ontwikkelde politieke visie. Ernesto Guevara is zonder twijfel de meest markante figuur van de revolutionaire traditie in het Latijns-Amerika van de jaren '50-'60. Zijn gedachtegoed vat het beste samen van de revolutionaire praktijk van die periode, het behoort tot het kruim van de revolutionaire traditie op wereldvlak. De echte Ernesto Guevara leren kennen is een must. In een zestal punten laten we hier Che zelf aan het woord, aangevuld met wat commentaar.
Wil jij ook samen met ons de Cubaanse revolutie steunen? Sluit je aan bij onze solidariteitsacties. Je kan ook lid worden van ICS. Meer info op www.cubanismo.net of stuur een mail naar
[email protected].
16