Bridge en invloed van pechgelukbied-speeltechniek
DE INVLOED VAN GELUK, PECH, BIED- EN SPEELTECHNIEK OP DE SCORE BIJ BRIDGE Versiedatum: 30-8-2008
Jan Blaas
Blz. 1 van 7
Versiedatum: 30-8-08
Bridge en invloed van pechgelukbied-speeltechniek
INHOUDSOPGAVE Inleiding ....................................................................................................................................... 3 Hoe groot is de invloed van pech en geluk? ................................................................................ 3 Hoe groot is de invloed van een goede of slechte bied- en speeltechniek? ................................. 3 Opzet van het onderzoek .............................................................................................................. 4 De resultaten van het onderzoek .................................................................................................. 5 Conclusies .................................................................................................................................... 6
Jan Blaas
Blz. 2 van 7
Versiedatum: 30-8-08
Bridge en invloed van pechgelukbied-speeltechniek Inleiding Heeft u zich ook wel eens afgevraagd hoe het mogelijk is, dat je lekker gespeeld hebt en toch maar een magere score haalt? Of omgekeerd, je hebt niet best gespeeld, maar de score valt erg mee! Natuurlijk spelen pech en geluk hierbij een rol, maar hoe groot is die rol eigenlijk? En wat is eigenlijk de invloed die je op de score uitoefent als je optimaal biedt en speelt? Ik heb geprobeerd op die vragen een antwoord te vinden. Over een heel seizoen gemeten zal duidelijk zijn dat de invloed van pech/geluk nauwelijks meer van invloed is. De invloed van pech/geluk is groot per spel en ook nog redelijk groot per speelavond. Over een heel seizoen is de gemiddelde score (gelukkig) grotendeels bepaald door de mate van goede bied- en speeltechniek. Rest wel de vraag hoeveel invloed er precies is van de verschillende factoren en dus wat de (theoretische) grenzen zijn van de scores die je kunt halen.
Hoe groot is de invloed van pech en geluk? Het zal u wellicht verbazen dat de factor pech in ongeveer 25% van de gevallen een (grote) rol speelt, evenals 25% voor de factor geluk. Samen spelen ze dus een (grote!) rol in ongeveer 50% van de spellen. Hoe groot die rol precies is wordt uitgelegd in de paragraaf “Resultaten van het onderzoek”. Om u nu al een idee te geven: als je niets bijzonder goed of fout doet en van de 24 gespeelde spellen 10 keer pech hebt en 2 keer geluk (en dus in 12 spellen geen pech of geluk), dan scoort u ongeveer 43,2%. Zou je echter 10 keer geluk hebben gehad en 2 keer pech, dan scoor je ongeveer 58,8%. Wat is eigenlijk ‘pech’ of ‘geluk’? In principe is er sprake van ‘pech’ of ‘geluk’, als je gemiddeld op het spel 50% zou scoren, maar op het bekeken spel significant hoger of lager scoort (bv meer dan +/- 5%) of je hebt pech als je iets ‘goed’ doet en door bijvoorbeeld een onwaarschijnlijk zitsel toch slecht scoort, of je hebt geluk als je iets eigenlijk fout doet, maar toch goed scoort. Ander voorbeeld: Je hebt ‘pech’ als enkelen in de andere lijn te weinig slagen maken. Je hebt ‘geluk’ als er (terecht) wordt rondgepast en je scoort er 70% mee. Of als de tegenstanders te hoog bieden en down gaan.
Hoe groot is de invloed van een goede of slechte bied- en speeltechniek? De invloed van een goede bied- en speeltechniek (en natuurlijk inzicht en talent) is vanzelfsprekend recht evenredig met het aantal keren dat je significant invloed op de score kunt uitoefenen vanwege deze eigenschappen. Elk spel biedt weer kans op een goede score vanwege goede techniek/inzicht, maar er zijn ook altijd een aantal spellen waarbij dit niet zo is, omdat het bijvoorbeeld erg simpele spellen zijn, waarbij ‘iedereen’ hetzelfde scoort. Alleen bij spellen waar dit niet zo is kun je profijt hebben van een goede techniek. In het uitgevoerde onderzoek bleek dat in 51% van de spellen het ‘normale’ spellen betrof, waar (in ieder geval door ons) weinig invloed op de score kon worden uitgeoefend. Van de restende 49% hebben wij ongeveer 29% van de scores positief kunnen beinvloeden en ongeveer 19% hebben we negatief beinvloed. In onze situatie bleek dus dat in ongeveer 50% van de spellen (net zoals de facoren pech en geluk) wij in staat waren de score te beinvloeden.
Jan Blaas
Blz. 3 van 7
Versiedatum: 30-8-08
Bridge en invloed van pechgelukbied-speeltechniek Hoe groot die beinvloeding precies is wordt weer uitgelegd in de paragraaf “Resultaten van het onderzoek”. Om u weer een idee te geven: als je geen bijzondere pech of geluk hebt en van de 24 gespeelde spellen 10 keer iets fout doet en 2 keer iets goed (en dus in 12 spellen ‘normaal’ speelt), dan scoor je ongeveer 39,8%. Zou je echter 10 keer iets ‘goed’ hebben gedaan en 2 keer iets ‘fout’, dan ` scoor je ongeveer 61,4%. Hieruit blijkt al dat de invloed van ‘goed’ of ‘fout’ spelen iets groter is dan het hebben van geluk of pech (maar niet veel!). Wat is eigenlijk ‘fout’ of ‘goed’? In principe is er sprake van ‘fout’ of ‘goed’, als er een duidelijk identificeerbare handeling is die als ‘fout’ of als ‘goed’ kan worden aangemerkt. Voorbeelden van ‘fout’: Je gebruikt een conventie, maar partner of jij interpreteert deze verkeerd. Of je haalt een slag minder dan de meeste anderen in je lijn door een fout speelplan. Voorbeelden van ‘goed’: Je biedt competitief, waardoor de tegenpartij een manche mist, of je gebruikt een conventie, waardoor je als een van de weinigen het juiste contract bereikt of waardoor de tegenpartij het juiste contract mist, of je speelt een spel als een van de weinigen erg goed af.
Opzet van het onderzoek Om iets betrouwbaars over de invloed van de factoren pech/geluk en fout/goed op de score te kunnen zeggen heb je een voldoende aantal gevallen nodig. Dit onderzoek is gebaseerd op 1932 spellen, gespeeld in de parenclubcompetitie van onze club in de A-lijn, twee (paren) zomercompetities en enkele (paren) drives in de seizoenen 2006-2007 en 2007-2008. Om de invloed van pech/geluk en fout/goed op de score te kunnen bepalen, is per gespeeld spel bepaald of er sprake was van ‘pech’ of ‘geluk’ en ‘fout’ of ‘goed’. Dit is natuurlijk subjectief, maar de classificatie is gedaan naar ‘beste eer en geweten’ en de voldoende grootte van de steekproef middelt e.e.a. wel uit. Een stukje uit de classificatie:
Jan Blaas
Blz. 4 van 7
Versiedatum: 30-8-08
Bridge en invloed van pechgelukbied-speeltechniek Een speelavond bestond meestal uit 24 spellen. Het resultaat per speelavond is ook steeds geanalyseerd en op basis van 24 regels zoals hierboven ziet de analyse van een speelavond er zo uit:
In de eerste tabel is te zien dat ‘wij’ 7 keer speelden en ‘zij’ 17 keer en dat we het 4 keer ‘fout’ deden, in alle gevallen terwijl ‘zij’ speelden. We deden het 6 keer ‘goed’, waarvan 3 keer terwijl ‘wij’ speelden en 3 keer terwijl ‘zij’ speelden. In het totaal waren er 14 spellen ‘normaal’. De andere tabellen zijn op gelijksoortige manier interpreteerbaar. De tabellen zijn standaard functionaliteit van Microsoft Excel: het zijn draaitabellen (engels: Pivot table) in het menu ‘Data’ en ze zijn gegenereerd op basis van de data zoals hierboven is getoond in ‘een voorbeeld van de classificatie’ (per speelavond dus 24 spellen en in het totaal dus 1932 regels (spellen)).
De resultaten van het onderzoek Op basis van de 1932 gespeelde spellen en de classificatie per spel zijn de resultaten als volgt:
Jan Blaas
Blz. 5 van 7
Versiedatum: 30-8-08
Bridge en invloed van pechgelukbied-speeltechniek
In onze specifieke situatie scoorden we dus 53,2% over 1932 spellen. We scoorden 53,1% als we zelf speelden en 53,2% als we tegenspeelden. We hebben 359 keer iets ‘fout’ gedaan en 567 keer iets ’goed’. We hebben 456 keer ‘geluk’ gehad en 544 keer ‘pech’. Hierbij moet worden opgemerkt dat het aantal keren ‘pech’ significant groter is dan het aantal keren ‘geluk’. Dit kan te wijten zijn aan de neiging om ‘naar jezelf toe te rekenen’. Dit zal de komende tijd kritisch worden gevolgd, waarna eventueel een correctiefactor zal worden toegepast. Als we iets ‘fout’ deden scoorden we gemiddeld 21,1%. Deden we iets ‘fout’ maar hadden we ook ‘geluk’, dan scoorden we gemiddeld 67,2%. Dit lijkt erg hoog, maar is verklaarbaar doordat het dan meestal zo is, dat je weliswaar iets fout doet, maar dat het toch goed uitpakt. Het aantal keren dat dit voorkwam is trouwens maar 25 van de 1932 keer. Deden we iets ‘fout’ en hadden we ook nog ‘pech’, dan scoorden we gemiddeld 14,1%. Als we iets ‘fout’ deden, zonder dat er sprake was van pech of geluk, dan scoorden we gemiddeld 18,1%. Gelijksoortige conclusies zijn uit de tabellen af te lezen voor ‘goed’, ‘geluk’ en ‘pech’. De gemiddelde scores zonder beinvloeding van andere factoren zijn uit de tabellen af te lezen: Alleen Goed: 83% Alleen Fout: 18,1% Alleen Geluk: 76,2% Alleen Pech: 27,3%. Iets ‘goed’ of ‘fout’ doen blijkt dus iets meer impact op de score te hebben dan ‘geluk’ of ‘pech’ hebben.
Conclusies Zoals al gezegd is de invloed van ‘pech’ en ‘geluk’ per spel groot (samen 50%) en over een speelavond ook nog vrij groot. (Zie voorbeelden in de inleiding). Over een speelseizoen middelt de factor pech/geluk zich echter voor het grootste deel uit en is de score vrijwel alleen afhankelijk van de aantallen keren dat een partnership iets ‘goed’ of ‘fout’ doet. Als we de percentages die je scoort als je iets ‘goed’/’fout’ doet of als je ‘geluk’/’pech’ hebt omrekenen naar een percentage op het gehele resultaat Jan Blaas
Blz. 6 van 7
Versiedatum: 30-8-08
Bridge en invloed van pechgelukbied-speeltechniek (per 24 spellen), dan krijg je voor elke keer dat je iets ‘goed’/’fout’ doet of als je ‘geluk’/’pech’ hebt de volgende wijziging tov 50% per spel: Goed: +1,4% Fout: -1,3% Geluk: +1,1% Pech: -0,9%. Heb je op een speelavond van de 24 spellen dus bv 5 keer ‘geluk’ en 2 keer ‘pech’ en je doet niets echt ‘goed’ of ‘fout’, dan zul je ongeveer 50+5x1,1%-2x0,9% = 53,7% scoren. Zou je daarbij bijvoorbeeld ook nog 4 keer iets echt ‘goed’ hebben gedaan en twee keer iets ‘fout’, dan komt daarbij: +4x1,4% – 2x1,3% = +3%. In het totaal zou je dan ongeveer 56,7% scoren. In de 1932 door mijn partner en mij gespeelde spellen deden we in 29% van de gevallen iets ‘goed’ en in 19% van de gevallen iets ‘fout’. Dat geeft een verwachte gemiddelde score van 50+24x0,29x1,4%-24x0,19x1,3% = 53,8%. In werkelijkheid scoorden we wat lager (53,2%). Dit is verklaarbaar, omdat we iets meer ‘pech’ dan ‘geluk’ hadden. Als we het aantal keren dat we iets ‘fout’ doen zouden weten te verkleinen naar bijvoorbeeld 10%, dan zouden we dus naar verwachting 50+24x0,29x1,4%24x0,10x1,3% = 55,2% scoren. Als we bijvoorbeeld ook nog het aantal keren ‘goed’ zouden kunnen vergroten naar 35%, dan zouden we naar verwachting 50+24x0,35x1,4%-24x0,10x1,3% = 57,2% scoren. Het zal duidelijk zijn dat erg hoge/lage scores zeldzaam zullen zijn. Er van uitgaande dat van de 24 spellen er een redelijk aantal ‘dode’ spellen zijn (waar bijvoorbeeld iedereen 4H contract op speelt), dan kun je alleen positief scoren met de resterende ‘niet dode’ spellen. Een voorbeeld van behoorlijk hoge scores: Stel dat er 5 ‘dode’ spellen zijn en stel dat je geen ‘pech’ of ‘geluk’ hebt, en stel tenslotte dat je van de 19 resterende spellen er 10 ‘goed’ hebt gedaan en 9 ‘normaal’, dan scoor je naar verwachting 50+10x1,4% = 64%. Zou je ook nog eens 5 keer ‘geluk’ hebben gehad, dan scoor je 64+5x1,1% = 69,5%. Had je echter 5 keer ‘pech’ gehad, dan scoor je 64-5x0,9% = 59,5%. Een voorbeeld van behoorlijk lage scores: Stel dat er weer 5 ‘dode’ spellen zijn en stel dat je geen ‘pech’ of ‘geluk’ hebt, en stel tenslotte dat je van de 19 resterende spellen er 10 ‘fout’ hebt gedaan en 9 ‘normaal’, dan scoor je naar verwachting 50-10x1,3% = 37%. Zou je ook nog eens 5 keer ‘geluk’ hebben gehad, dan scoor je 37+5x1,1% = 42,5%. Had je echter 5 keer ‘pech’ gehad, dan scoor je 37-5x0,9% = 32,5%. Tenslotte: Het nut voor mijn partner en mij van dit onderzoek ligt in het duidelijk worden van de relatie van de score over een heel seizoen met de mate van goed en fout bridgen van onszelf. Door achteraf per spel bij te houden wat we goed en fout deden krijgen we een beeld van mogelijke verbetering en kunnen we ook volgen of het inderdaad beter gaat, omdat we meer goed en minder fout doen. Dat pech en geluk zo’n grote rol spelen op een speelavond relativeert alleen maar de waarde die we hechten aan een erg hoge of lage score op een speelavond. Ik hoop dat u er wellicht (op een eventueel andere manier) ook iets aan heeft.
Jan Blaas
Blz. 7 van 7
Versiedatum: 30-8-08