DE IDEALE UITKOMST EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN Marieke Kleinloog en Derk Spronk In opdracht van Gemeente Nieuwegein, 2014/2015
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
1
2
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
DE IDEALE UITKOMST EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN Marieke Kleinloog en Derk Spronk In opdracht van Gemeente Nieuwegein, 2014/2015
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
3
COLOFON Auteurs Marieke Kleinloog en Derk Spronk Ontwerp Anneloes Ontwerpt, Nieuwegein
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD7 LEESWIJZER9 FASE 1: PROBLEEMANALYSE
11
Oh, moet ik een probleem hebben dan? Wat is precies het probleem? Is het probleem door middel van gedragsverandering op te lossen? Waarom is het een probleem? Wie zijn de betrokken partijen? Bij welke groep wil je het gedrag veranderen (doelgroep)? Formuleer de probleemdefinitie
11 11 13 13 14 14 16
THEORETISCH INTERMEZZO
19
Wat is gedrag? Psychologische mechanismen: Reflectief / Automatisch Automatisch proces Reflectief proces Tot slot
19 20 20 21 23
FASE 2: IDEALE UITKOMST
25
Formuleren van de ‘ideale uitkomst’ Wat beïnvloedt de ideale uitkomst? Stap 1. Brainstormen Stap 2. Selecteren
27 28 29 29
FASE 3: DE GEDRAGSVERANDERINGSSTRATEGIE
33
Methoden33 Het kiezen van een methode 35 De methoden 36 Communicatiekanalen40
FASE 4: EVALUATIE
47
Verschillende meetmethoden 48 Observatie48 Interview49 Vragenlijst50 Algemene aandachtspunten bij evaluatie 58 Toepassing van evaluatie 59 Analyseren van resultaten 60
VOORBEELD “TE WEINIG GROEN IN MARENVELD”
65
NAWOORD77
6
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
VOORWOORD Voor je ligt het werkboek ‘De Ideale Uitkomst’. Dit werkboek is ontwikkeld om vrijwilligerswerkorganisaties in Nieuwegein te helpen hun gedragsveranderingstechnieken voor duurzaamheid effectiever te maken en meetbaar te maken. Dit werkboek leidt je langs een bepaald gedachtespoor, geïnspireerd op het PATH-model van Buunk & Van Vugt 1 afkomstig uit de Sociale Psychologie. Dit model beschrijft in vier fasen hoe je een effectieve gedragsveranderingsactiviteit op kan zetten en kan evalueren. Het doorlopen van deze vier stappen draagt bij aan het ontwikkelen van een goede activiteit. Hierbij zul je merken dat je brede ideeën zult slijpen en verfijnen, wat leidt tot één specifieke activiteit. Het werkboek is gericht op duurzame gedragsverandering, maar het model en daarmee de inhoud van het werkboek is op verschillende domeinen toepasbaar, zoals gezondheidsgedrag, leefbaarheid en andere sociale kwesties. Het gebruik van dit werkboek is geen garantie voor grote veranderingen; de wereld zal niet in één keer duurzamer worden. Gedragsverandering verloopt in kleine stappen, daarom is het belangrijk om brede doelen te specificeren om de effectiviteit van de gedragsverandering te maximaliseren. Dit werkboek helpt kleine initiatieven om met lokale activiteiten een effectieve gedragsverandering tot stand te brengen, met de nadruk op effectief. Gedragsverandering is namelijk moeilijker dan het lijkt en daarom is het goed om vrijwillige organisaties te ondersteunen bij dit doel. Dit werkboek is oorspronkelijk ontworpen voor Nieuwegein binnen het Global Awareness In Action (GAIA) project, waar nog drie andere Europese steden bij aangesloten zijn. Het beoogde doel van GAIA is lokale duurzaamheid te bewerkstelligen en elkaar onderling te helpen met dit doel. In Nieuwegein zijn veel mensen actief om anderen, deze stad en de wereld duurzamer te maken. Er worden talloze grote en kleine(re) activiteiten voor uiteenlopende doelgroepen georganiseerd. De activiteiten hebben verschillende doelen, zoals anderen stimuleren zuiniger om te gaan met energie en water, meer Fairtrade producten te kopen, duurzamer om te gaan met kleding en minder te vervuilen. Deze activiteiten hebben één ding gemeen, namelijk dat er gedragsverandering bereikt dient te worden. Dit werkboek is speciaal geschreven voor vrijwilligers die activiteiten willen opzetten om Nieuwegein duurzamer te maken, uiteraard kan het ook worden toegepast buiten Nieuwegein en buiten de context van duurzaamheid. Wie het werkboek ook gebruikt: net als bij het op de markt brengen van een diamant zal je een aantal stappen doorlopen, zodat je van een ruwe diamant naar een schitterende, in waarde gestegen, loepzuivere diamant zal gaan. Het eindresultaat is het zeker waard! Over de auteurs Marieke Kleinloog en Derk Spronk zijn op het moment van het vervaardigen van het werkboek, master studenten aan de Universiteit Utrecht. Zij studeren Sociale Psychologie en dankzij hun universitaire curriculum zijn zij gedragsdeskundigen. Dit werkboek is geen wetenschappelijk document, maar er is wel vanuit een wetenschappelijk perspectief gekeken naar gedrag en gedragsverandering.
1
Buunk, A. P., & Van Vugt, M. (2013). Applying social psychology: From problems to solutions. Sage.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
7
THEORETISCH INTERMEZZO
FASE 1
FASE 2
FASE 3
FASE 4
Wat is precies het probleem?
Wat is de ideale uitkomst?
Welke gedragveranderingmethode kies je?
Welke meetmethode kies je?
Is het probleem oplosbaar?
Waarom is het een probleem?
Welke vragenlijst kies je? Wat beïnvloedt de ideale uitkomst?
Welk (communicatie) kanaal kies je? Hoe stel je een vragenlijst op?
Wie zijn de betrokken partijen?
Bij welke groep wil je het gedrag veranderen?
8
Hoe verwerk je de meetgegevens?
PROBLEEMDEFINITIE
PROCESMODEL
STRATEGIE
FASE 2
FASE 3
FASE 4
EVALUATIE
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
LEESWIJZER FASEN Het werkboek bestaat uit verschillende fasen die elkaar opvolgen. De fasen nemen je mee in een denkwijze, waarbij je eerst bekijkt wat je wilt gaan veranderen (Fase 1 & 2), daarna hoe je dit gaat veranderen (Fase 3) en tot slot hoe je deze verandering gaat meten (Fase 4). 2 In Fase 1 stel je vast welk probleem je wilt oplossen, welke partijen een rol spelen en bij wie je gedrag wilt veranderen. Het goed nadenken over en juist formuleren van het probleem is essentieel omdat dit de basis vormt van de aanpak en opzet van het initiatief. Voordat je aan Fase 2 en 3 begint, is enige psychologische kennis zinvol. Daarom volgt er na Fase 1 een kort Theoretisch Intermezzo. In Fase 2 richt je je op oorzaken van het probleem en je verwoordt een “ideale situatie”, die je samen met de mogelijke oorzaken voor het probleem in een procesmodel zet. Daardoor wordt in deze Fase de hele context duidelijk en heb je genoeg ingrediënten om een initiatief te bedenken. Dat gebeurt in Fase 3, waar je een juiste strategie gaat opstellen. Dit doe je door een (of meerdere) van de genoemde psychologische verandermethoden te kiezen en een wijze waarop die methoden worden geïmplementeerd te selecteren. Fase 4 geeft tot slot handvatten voor het evalueren van je initiatief.
VOORBEELDEN Door alle fasen heen vind je ook fictieve voorbeelden, om de tekst een meer levendige inhoud te geven. Het is goed om hierbij op te merken dat de verschillende gedragsveranderingsmethoden andere uitwerkingen kunnen hebben in verschillende situaties. Wat in de ene situatie werkt, hoeft niet per se in de andere situatie ook te werken. Denk daarom altijd goed na over de keuzes die je maakt en neem niet letterlijk voorbeelden over voor jouw eigen activiteit. 3
OPDRACHTEN De inhoud van het werkboek wordt ondersteund door opdrachten, hierdoor kom je op het juiste gedachtespoor terecht. Het is de bedoeling dat je door het maken van deze opdrachten een goed overzicht krijgt van je initiatief en de kans dat je betere keuzes maakt is aanzienlijk groter. Uit ervaring weten we dat het beter is de opdrachten en het werkboek in samenwerking met anderen te doorlopen. Een aantal onderdelen komen bijvoorbeeld tot stand door brainstorming en met twee personen kom je altijd op meer ideeën dan alleen. De opdrachten vind je door de fasen heen, het is verstandig om ze te maken wanneer je ze tegenkomt. Aan het einde van iedere fase vind je alle opdrachten nogmaals, maar dan ingevuld bij wijze van fictief voorbeeld. Zo kun je checken of je op de goede weg zit met het invullen van de opdrachten.
2
Dit is in overeenstemming met het Behavioral Insight Team (BIT) – beschreven in Grip op gedrag; inspiratie voor het vervolg van Beter benutten, blz. 6
3
Grip op Gedrag; inspiratie voor het vervolg van Beter benutten, blz. 18
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
9
10
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
FASE 1 PROBLEEMANALYSE ‘OH, MOET IK EEN PROBLEEM HEBBEN DAN?’ Een probleem klinkt misschien zwaar, maar het kan ook geformuleerd worden als een doel dat je wilt bereiken. Mogelijk ontstaat je activiteit vanuit een leuk idee en heb je deze van tevoren niet als een oplossing voor een probleem gezien. Juist als je bent begonnen met een leuk idee kun je door over het achterliggende probleem na te denken, op vernieuwde inzichten komen. De eerste Fase is de probleemanalyse, waarin je een probleemdefinitie gaat formuleren. Op dit moment heb je waarschijnlijk nog geen uitgewerkte probleemdefinitie, terwijl dit het fundament zal vormen voor de rest van het initiatief. Bovendien kun je pas een effectieve gedragsverandering opzetten als je weet wat het probleem precies is, bij wie het probleem ligt en hoe je doelgroep in elkaar zit. De probleemdefinitie bestaat uit vijf onderdelen die met behulp van onderstaande vragen behandeld worden. Elk van deze vragen zullen apart worden toegelicht en behandeld in Fase 1, zodat er aan het einde van Fase 1 een probleemdefinitie ligt. Het beantwoorden van deze vragen zal leiden tot een juist geformuleerde probleemdefinitie: • wat is precies het probleem? • is het probleem oplosbaar? • waarom is het een probleem? -- wat zijn de gevolgen van het probleem? -- waarom zijn die gevolgen schadelijk? -- wat zijn (mogelijke) oorzaken van het probleem? -- wat is de relatie tussen dit probleem en soortgelijke problemen? • wie zijn de betrokken partijen? -- wie is deze groep? -- hoe ziet deze groep het probleem? -- is deze groep bereidwillig mee te helpen om het probleem op te lossen? • bij welke groep wil je het gedrag veranderen (doelgroep)?
WAT IS PRECIES HET PROBLEEM? We willen graag impact hebben. Het liefst zouden we de hele stad in een keer duurzaam willen maken. Maar helaas, dat gaat natuurlijk niet. Gedragsverandering is bijzonder lastig, zeker als het om milieuvriendelijk gedrag gaat. Wil je echt een probleem aanpakken, richt je focus en je kracht dan op één punt. Maak dat punt zo specifiek mogelijk. Uit de psychologie blijkt dat een abstracte overkoepelende aanpak voor gedragsverandering (bijvoorbeeld: richten op milieuvriendelijker koopgedrag) vaak zijn doel blijkt te
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
11
THEORETISCH INTERMEZZO
FASE 1
FASE 2
FASE 3
FASE 4
Wat is precies het probleem?
Wat is de ideale uitkomst?
Welke gedragsveranderingmethode kies je?
Welke meetmethode kies je?
Is het probleem oplosbaar?
Waarom is het een probleem?
Welke vragenlijst kies je? Wat beïnvloedt de ideale uitkomst?
Welk (communicatie) kanaal kies je? Hoe stel je een vragenlijst op?
Wie zijn de betrokken partijen?
Bij welke groep wil je het gedrag veranderen?
Hoe verwerk je de meetgegevens?
PROBLEEMDEFINITIE
PROCESMODEL
STRATEGIE
FASE 2
FASE 3
FASE 4
EVALUATIE
missen, zelfs als grote organisaties een hele campagne hierover uitrollen1. Als je precies weet en specifiek geformuleerd hebt wat je probleem is, dan richt het initiatief zich op datgene waar jij verandering in wilt brengen, waardoor je impact gemaximaliseerd wordt.
1
Referentie: Abrahamse, W., Steg, L., Vlek, C., & Rothengatter, T. (2005). A review of intervention studies aimed at household energy conservation. Journal of environmental psychology, 25(3), 273-291.
12
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
FASE 1 • OPDRACHT 1 Wat is precies het probleem? Schrijf op wat precies het probleem is waar jij je initiatief op richt
IS HET PROBLEEM DOOR MIDDEL VAN GEDRAGSVERANDERING OP TE LOSSEN? Een heel belangrijke vraag om te stellen is: kan het probleem worden opgelost? Het lijkt misschien een gekke vraag om te stellen, maar daarmee wordt bedoeld dat niet alle problemen opgelost kunnen worden door gedragsverandering. Kijk goed of jouw activiteit een relevante rol kan vervullen in het oplossen van dit probleem. Je kan er gemakkelijk achter komen of iets oplosbaar is door jezelf de vraag te stellen of het probleem ‘meer’ of ‘minder’ kan worden. Zwerfafval is bijvoorbeeld een oplosbaar probleem, omdat de hoeveelheid afval op straat meer of minder kan worden door een verandering in gedrag. Als blijkt dat dit niet het geval is, probeer je gekozen probleem dan toe te spitsen op iets dat wel beïnvloedbaar is of herformuleer je probleem, met in je achterhoofd de rol van jouw initiatief/stichting.
WAAROM IS HET EEN PROBLEEM? Het is goed om na te gaan wat de consequenties van het probleem zijn, hoe lang het al een probleem is en wat het problematisch maakt. Dit onderdeel van de probleemanalyse kan ervoor zorgen dat je erachter komt dat het probleem anders in elkaar steekt dan je in eerste instantie dacht. Probeer dus echt kritisch te kijken naar de inhoud van het probleem; probeer alle kanten te onderzoeken. Dit geeft niet alleen inzicht in de oorsprong van het probleem, maar helpt ook om geïnspireerd te raken voor de invulling van je initiatief. Onderstaande vragen helpen je op weg om een volledig antwoord te geven op waarom het probleem een probleem is.
VOORBEELD: ENERGIEBESPARING 4 Stel het probleem is: ‘huishoudens in Batau-Noord verbruiken per huishouden de meeste kWh in Nieuwegein’. Het gevolg hiervan is dat de huishoudens relatief milieubelastend zijn, relatief het meeste geld betalen aan energie en dat Nieuwegein hierdoor net niet in de top 20 van groenste steden van Nederland staat. Deze gevolgen zijn schadelijk voor het milieu en het zelfbeeld van de inwoners van Nieuwegein. Het probleem dat Batau-Noord het meeste energie verbruikt blijkt slechts relatief: het scheelt nauwelijks 1 kWh per maand met Fokkesteeg. Mogelijke oorzaken zijn dat de huizen in Batau-Noord en Fokkesteeg over het algemeen slechter zijn geïsoleerd dan in de rest van Nieuwegein. Voor de initiatiefnemers is nu duidelijk geworden waarop het initiatief zich kan richten en is een vergelijkbare wijk gevonden die ook baat kan hebben bij hun initiatief.
4 Zie voor waargebeurde voorbeelden over dit thema: ECN & Duneworks. (2013). Effectief beleid voor duurzaam gedrag: Een thematische vergelijking. Pagina: 24 - 39.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
13
• • • •
Wat zijn de gevolgen van het probleem? Waarom zijn die gevolgen schadelijk? Wat zijn (mogelijke) oorzaken van het probleem? Wat is de relatie tussen dit probleem en soortgelijke problemen?
FASE 1 • OPDRACHT 2. Waarom is het een probleem? Schrijf op waarom het probleem een probleem is. Denk aan de gevolgen, mogelijke oorzaken en hoe de verhouding is met soortgelijke problemen.
WIE ZIJN DE BETROKKEN PARTIJEN?5 Bij elk probleem is een aantal partijen betrokken. Elke partij levert op haar eigen manier een bijdrage aan het probleem: soms ten goede en soms ten kwade. Het is essentieel om de rollen die de partijen hebben in kaart te brengen. Zo zorg je ervoor dat je op zorgvuldige wijze duidelijk maakt bij wie je gedragsverandering wilt bereiken, wiens hulp je kunt gebruiken, wiens weerstand je kunt verwachten etc. Probeer echt alle groepen die betrokken zijn in kaart te brengen (zie onderstaand voorbeeld). Beantwoord per groep deze vragen: • Wie is deze groep? • Hoe ziet deze groep het probleem? • Is deze groep bereidwillig mee te helpen het probleem op te lossen?
FASE 1 • OPDRACHT 3. Wie zijn de betrokken partijen? Schrijf op wie er betrokken zijn bij het probleem, wat deze groep van het probleem vindt en of ze hulp kunnen bieden.
BIJ WELKE GROEP WIL JE HET GEDRAG VERANDEREN (DOELGROEP)? In de vorige stap heb je alle betrokken groepen in kaart gebracht. Bij een van die groepen zou het veranderen van hun gedrag kunnen leiden tot de oplossing van het probleem. Dit is je doelgroep. Bij deze groep wil je in eerste instantie het gedrag veranderen. Alle overige partijen spelen dus bijrollen en de doelgroep speelt de hoofdrol. Als de hoofdrolspeler bereikt moet worden door de bijrollen te veranderen, dan is dat onderdeel van je strategie. Om te slagen in gedragsverandering bij de doelgroep, is niet alleen het specificeren van je doelgroep belangrijk, het is ook belangrijk je doelgroep te kennen. Je richt je initiatief immers op hen.
5
14
Aanvullende informatie: Motivaction. (2014). Vijf tinten groen.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
VOORBEELD: ZWERFAFVAL FIETSROUTES 6 ‘De fietsroute van Cityplaza naar het Cals College is ernstig vervuild.’ Bij dit probleem zijn een aantal groepen betrokken. De gemeente (het opruimen kost geld en tijd), de omwonenden (zij zitten met een vervuild straatbeeld), de passanten en de fietsende scholieren. Ook de school van de scholieren en de winkels waar de scholieren hun snacks halen zijn betrokken. Na een aantal gesprekken met mogelijke betrokkenen wordt duidelijk dat de vervuilende scholieren het zelf niet als probleem zien: ‘’de gemeente ruimt het toch wel op’’.
6 Zie voor waargebeurde voorbeelden over dit thema: ECN & Duneworks. (2013). Effectief beleid voor duurzaam gedrag: Een thematische vergelijking. Pagina: 67 - 75.
Wie zijn precies de mensen van wie je gedrag wilt beïnvloeden? Wees hier zo specifiek mogelijk7. Er is een enorm verschil tussen bijvoorbeeld alle inwoners in Fokkesteeg en alle moeders met kinderen in basisschoolleeftijd in Fokkesteeg. Bij het leren kennen van de doelgroep helpt het om de volgende factoren zo goed mogelijk vast te stellen: 1. Wat doet de doelgroep al met het thema duurzaamheid? Zijn ze ermee bezig of juist helemaal niet? Kan je ze bereiken met een boodschap over het belang van duurzaamheid, of juist niet? 2. Is de doelgroep gemotiveerd om het probleemgedrag te veranderen door deel te nemen aan de activiteit of niet? Een ongemotiveerde doelgroep is lastiger te bereiken. 3. Ziet de doelgroep zelf in wat het probleem is? Zien de veroorzakers in dat zij een probleem veroorzaken of hebben zij daar zelf geen last van? 4. Wat zijn de behoeftes/interesses van je doelgroep? Wat vinden ze belangrijk en hoe zijn ze te beïnvloeden? 8 Door hierop te letten, maak je je doelgroep enthousiast over je initiatief. Bijvoorbeeld, de boodschap komt over het algemeen beter aan bij jongeren als het verpakt zit in een leuk kort filmpje aangeboden op social media, terwijl ouderen mogelijk een ander communicatiemiddel prefereren9. Hierover lees je meer in Fase 3: communicatiekanalen.
FASE 1 • OPDRACHT 4. Wie is je doelgroep? Schrijf op welke kenmerken je doelgroep heeft: Denk aan Duurzaamheid, Motivatie, Zelfinzicht, Behoeftes/interesse
7
Aanvullende informatie: Behavioral and Societal Scienes, TNO. Gedragsverandering en Mobiliteit. Pagina 13 en 14.
8
Aanvullende informatie: Motivaction, Young Mentality, 2005/2006
9 Referentie: Ogbeide, G. C., Fenich, G. G., Scott-Halsell, S., & Kesterson, K. (2013). Communication Preferences for Attracting the Millennial Generation to Attend Meetings and Events. Journal of Convention & Event Tourism, 14, (4) 331-344.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
15
FORMULEER DE PROBLEEMDEFINITIE Aan de hand van de voorgaande vragen, heb je als het goed is een duidelijk beeld gekregen van wat het probleem is waarop het initiatief zich gaat richten. In een probleemdefinitie omschrijf je alle belangrijke zaken die het probleem kent 10, 11. Hieronder een checklist waaraan de probleemdefinitie moet voldoen om vervolgens op basis daarvan een geschikte activiteit op te kunnen stellen. • • • • • • •
Bevat een omschrijving van wat het probleem is Het probleem is specifiek geformuleerd Het probleem is oplosbaar Bevat een uitleg waarom het een probleem is Bevat mogelijke oorzaken Bevat wie de relevante betrokken partijen zijn (en kenmerken hiervan) Bevat wie de doelgroep is (en kenmerken hiervan)
Hoe en in welke volgorde deze kenmerken/eigenschappen worden opgesteld is niet belangrijk. Waarschijnlijk heb je alle stappen doorlopen voor jouw initiatief en bedacht hoe deze probleemdefinitie eruit ziet. Zie onderstaand voorbeeld voor een juist uitgewerkte probleemdefinitie.
VOORBEELD: ZWERFAFVAL FIETSROUTES12 De stadsparkbeheerder van Nieuwegein (wie) heeft last van de grote hoeveelheid zwerfafval dat in parken wordt achtergelaten op fietsroutes naar middelbare scholen (wat). Dit verstoort de schoonheid van het park en brengt schade toe aan de flora en fauna van de parken (waarom). Het zwerfafval is afkomstig van de scholieren (wie) die onderweg naar school/huis en in tussenuren snacks eten in de parken en het afval laten rondslingeren (mogelijke oorzaak). Het probleem speelt al een geruime tijd, maar er wordt niks aan gedaan (wat), ondanks meerdere klachten van omwonenden die ingediend zijn bij de gemeente, die geen geld wil uitgeven aan dit probleem (wie). De hoofdvraag is dus: hoe kunnen we de vervuilende middelbare scholieren (doelgroep) stimuleren minder te laten vervuilen?
Hopelijk is nu duidelijk geworden waarom het nuttig is dat je een probleemdefinitie hebt opgeschreven. Aan de hand van bovenstaand voorbeeld kan je zien dat het veel makkelijker is om te bepalen wat je wilt (middelbare scholieren minder te laten vervuilen), wat je kan meten om de eventuele verandering waar te nemen (de hoeveelheid zwerfafval, hoe schoon mensen het park vinden, de leefbaarheid van het park), wat mogelijke oorzaken zijn (het weggooien van snack-verpakkingen in het park), waarmee je uiteindelijk verder kan werken (bv. het bereiken van scholieren op plekken waar snacks worden verkocht). Wanneer je de probleemdefinitie hebt geformuleerd, kan je door naar het volgende onderdeel: Theoretisch intermezzo.
10 Aanvullende informatie: Raad voor de leefomgeving en infrastructuur [RLI]. (2014). Doen en Laten. Pagina 49: “Deel 2. 1.1. Hoe komt overheidsbeleid tot stand?” en pagina 81. 11 Aanvullende informatie: Behavioral and Societal Scienes, TNO. Gedragsverandering en Mobiliteit. Pagina 34, 35 en 36. 12 Zie voor waargebeurde voorbeelden over dit thema: ECN & Duneworks. (2013). Effectief beleid voor duurzaam gedrag: Een thematische vergelijking. Pagina: 67 - 75.
16
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
FASE 1 • OPDRACHT 5. Probleemdefinitie Schrijf je probleemdefinitie op en check of de volgende punten behandeld zijn: • Bevat een omschrijving van wat het probleem is • Het probleem is specifiek geformuleerd • Het probleem is oplosbaar • Bevat een uitleg waarom het een probleem is • Bevat mogelijke oorzaken • Bevat wie relevante betrokken partijen zijn • Bevat wie de doelgroep is
TOEKOMSTBLIK Fase 1 zit er op! Zoals helemaal in het begin vermeld, borduur je in elke volgende Fase voort op de fasen die al geweest zijn. Door onder andere vast te stellen wat het probleem is, waarom het een probleem is en of het probleem oplosbaar is heb je als het goed is een specifieke probleemdefinitie kunnen formuleren. Deze probleemdefinitie is concreet bruikbaar bij het doorlopen van Fase 3 en 4. In Fase 3 kies je namelijk een gedragsveranderings-strategie voor je initiatief. Zoals je zojuist hebt geconcludeerd verschilt je doelgroep op een aantal vlakken waarschijnlijk van de betrokken partijen. Daarom is het heel zinvol dat je nu de kenmerken van alle betrokken partijen, apart van de kenmerken van de specifieke doelgroep hebt geformuleerd. Dan weet je zeker dat je straks een strategie op maat kiest, voor zowel de doelgroep als de betrokken partijen. In Fase 4 is een goede probleemdefinitie ook belangrijk, want met een specifiek geformuleerde probleemdefinitie weet je precies wat je wilt meten. Maar voordat we op de zaken vooruit lopen is het nu eerst belangrijk het Theoretisch Intermezzo goed door te nemen. Hierin wordt achtergrondinformatie over gedrag beschreven dat essentieel is om in Fase 2 en 3 de juiste beslissingen te nemen.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
17
18
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
THEORETISCH INTERMEZZO Voordat we doorgaan met de volgende fase, is het zinvol om bepaalde theoretische achtergrondinformatie door te nemen. Waarschijnlijk organiseer je een activiteit om (uiteindelijk) gedragsverandering te veroorzaken. De keuze voor een bepaalde strategie om gedragsverandering te bereiken, is vaak in eerste instantie gebaseerd op een onderbuik gevoel, een eerdere ervaring, een idee of informatie uit een andere bron. Maar om de kans te vergroten dat je strategie en je activiteit daadwerkelijk gedragsverandering tot stand brengen, is het beter om je keuzes te baseren op meer dan dit. In de psychologie zijn mechanismen van menselijk gedrag onderzocht, in kaart gebracht en benoemd. Dit geeft veel inzicht in hoe gedrag daadwerkelijk in elkaar steekt. Op basis van dit inzicht kan in latere fasen een meer weloverwogen keuze worden gemaakt voor effectieve gedragsveranderingsstrategieën die je toepast in je initiatief. De kennis die je in dit Theoretisch Intermezzo op doet zal ervoor zorgen dat de kans op een geslaagde activiteit en gedragsverandering groter is. Daarnaast zal de inhoud van het theoretisch intermezzo (begrippen, modellen) in andere delen van het werkboek terugkomen.
WAT IS GEDRAG? Wat gedrag precies is en hoe je verschillende soorten gedrag kunt identificeren, leiden we in met een voorbeeld.
VOORBEELD: AFVALSCHEIDING13 Roos heeft net een Fairtrade banaan gekocht en eet die op terwijl ze naar de wereldwinkel loopt. De bananenschil wil ze weggooien. Want Roos gooit nooit afval op straat. Ze zoekt een afvalbak om de bananenschil kwijt te raken. De afvalbakken in het stadscentrum stimuleren afvalscheiding door middel van icoontjes. Ze kijkt naar de verschillende soorten afval en gooit de bananenschil doelbewust in de juiste afvalbak.
Dit voorbeeld lijkt op het eerste gezicht een doelbewuste actie. Roos zocht immers naar een afvalbak, maar de keuze om haar afval überhaupt weg te gooien en haar afval te scheiden is niet zo bewust als het lijkt. Roos gooit altijd haar afval in de afvalbak, waardoor haar gedrag sterk wordt bepaald door haar gewoonte. Bij gewoontegedrag denk je niet zo veel na: het gedrag komt tot stand via een automatisch proces, omdat het wordt uitgevoerd op basis van eerdere ervaringen in die situatie die je herhaalt.
13 Zie voor waargebeurde voorbeelden over dit thema: ECN & Duneworks. (2013). Effectief beleid voor duurzaam gedrag: Een thematische vergelijking. Pagina: 67 - 75.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
19
Ook weten we dat de afvalbakken in het stadscentrum zo ontworpen zijn dat je heel snel ziet waar welk type afval in moet. Roos hoefde geen moeite te doen om te bedenken in welke afvalbak ze de bananenschil moest gooien, het was in één oogopslag duidelijk waar de schil in moest. Iets simpels als het weggooien van een bananenschil, is dus psychologisch gezien complexer dan het op het eerste gezicht lijkt. Het gedrag van Roos verliep via een automatisch proces. Doordat Roos de sterke gewoonte heeft haar afval gescheiden weg te gooien, was het weggooien van haar bananenschil onbewust gestuurd. Ze hoefde niet bewust een beslissing te nemen over de juiste afvalbak voor haar bananenschil. Voor iemand die deze gewoonte niet heeft kan het weggooien van een bananenschil heel anders uitpakken. Het gedrag kan dus op basis van verschillende processen tot stand komen en deze processen kunnen opgedeeld worden in reflectieve processen en automatische processen.
PSYCHOLOGISCHE MECHANISMEN: REFLECTIEF / AUTOMATISCH14 Onderstaande figuur geeft op vereenvoudigde wijze weer hoe gedrag tot stand komt. Eerst is er sprake van een perceptie (hoe je iets ervaart, bewust of onbewust) van iets uit de omgeving. Dit kan letterlijk een object uit de omgeving zijn, of een eigen gedachte, iets wat iemand tegen je zegt of een lichamelijke sensatie. Of de perceptie tot een reflectief proces of een automatisch proces leidt, hangt af van een aantal zaken, zoals: in hoeverre het gedrag een gewoonte is, hoe sterk de motivatie is op dat moment en of er een kans/mogelijkheid bestaat om ook echt bepaald gedrag uit te voeren, of mensen vermoeid zijn of niet, of er sprake is van alcohol of andere verdovende middelen etc.
REFLECTIEF PROCES
PERCEPTIE
Factoren: gewoonte, motivatie, vermoeidheid, alcohol,etc.
GEGRAG
AUTOMATISCH PROCES
14 Aanvullende informatie: RLI. (2014). Doen en Laten. Pagina 57: Deel 2. Hoofdstuk 2.
20
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
VOORBEELD: BOODSCHAPPEN DOEN Soms denk je dat je een keuze zeer bewust maakt, maar zelfs dan kan de keuze beïnvloed zijn door onbewuste processen. Neem bijvoorbeeld boodschappen doen. De meeste keuzes die je in de supermarkt maakt, zijn onbewust gestuurd. Zelfs al heb je een lijstje gemaakt, de keuze voor een bepaald product van een bepaald merk in een bepaalde hoeveelheid, wordt onder andere sterk beïnvloed door eerder gemaakte keuzes in diezelfde supermarkt en niet op basis van weloverwogen beslissingen. Neem je een grote of kleine verpakking, welk merk, welke soort, er zijn zoveel keuzes, dat het maar goed is dat we niet over elk product een weloverwogen beslissing moeten nemen. Dan zouden we gemiddeld 3 of 4 uur per keer in de supermarkt besteden!
Automatisch proces Als het gedrag via een automatisch proces tot stand komt, is het lastig om alle factoren die hierin meespelen in kaart te brengen en het voert te ver om hier nu op in te gaan. Het is ook minder zinvol om automatisch gedrag te analyseren of te “ontleden”, omdat het vaak onbekend is waardoor het gedrag veroorzaakt wordt. Dat wil niet zeggen dat het gedrag niet veranderd kan worden. In Fase 3 bespreken we namelijk een aantal gedragsveranderingsmethoden die gebruikt worden om automatisch gedrag te veranderen.
Reflectief proces15 Gedrag dat door een reflectief proces tot stand komt, bevat bewuste overwegingen en denkprocessen. Het kopen van een huis is hier een voorbeeld van. Gepland gedrag is één van de vormen van gedragingen die tot stand komen door een reflectief proces. De ‘Theorie van Gepland Gedrag’ beschrijft hoe gepland gedrag tot stand komt, zie onderstaand model. Dit model laat de (onderlinge) invloed van verschillende variabelen16 op gepland gedrag zien. Dit model wordt veelvuldig gebruikt in de psychologie. Ook in het kader van duurzaam gedrag (door een reflectief proces tot stand gekomen) is dit model goed bruikbaar. Hieronder wordt elke variabele apart toegelicht.
VOORBEELD: EEN HUIS KOPEN In vergelijking met boodschappen doen klinkt het logisch dat het kopen van een huis niet onbewust gestuurd wordt. Een huis is namelijk zeer kostbaar, het kopen van een huis heeft een grote invloed op je leven en je koopt niet elke week een nieuw huis. Reden genoeg om hier je aandacht aan te besteden en zorgvuldig af te wegen welk huis je koopt. NB: Voor de volledigheid, ook bij het kopen van een huis spelen onbewuste processen een rol. Zo kan het gevoel dat je krijgt als je rondloopt van groot belang zijn bij de beslissing. Zo’n gevoel komt voort uit onbewuste processen en de precieze redenatie achter je gevoel is vaak lastig te achterhalen. Dit geeft aan dat er bijna altijd een onbewust aspect meespeelt in gedrag.
15 Aanvullende informatie: RLI. (2014). Doen en Laten. Pagina 59: Deel 2. 1.2. 16 In de sociale wetenschappen kunnen vrijwel alle kenmerken waarin mensen van elkaar verschillen teruggebracht worden tot zogeheten variabelen. Een variabele heeft minimaal twee meetwaarden of opties, bijvoorbeeld man of vrouw. De variabele is in dit geval dan sekse en is een zogeheten dichotome variabele, het één of het ander. Meer info: http://www. cultureelwoordenboek.nl/index.php?lem=703
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
21
KENNIS
ATTITUDE houding, mening of gevoel t.o.v. iets of iemand
ERVAREN NORM wat is het ‘normale’ gedrag?
INTENTIE het plan dat iemand heeft om gedrag te vertonen
GEPLAND GEDRAG bewust gestuurd
HOEVEELHEID ERVAREN CONTROLE OVER EIGEN GEDRAG
Kennis Kennis is de hoeveelheid informatie die je bezit over een bepaald onderwerp. Vaak begint gedragsverandering met kennisvergaring, zeker als het gaat om bewuste, ingewikkelde keuzes.
Attitude Een attitude is een waardebepaling van een object. Met andere woorden, het is de mening, een opvatting of houding die je hebt ten opzichte van producten, objecten of thema’s. Attitudes hebben invloed op je intentie (zie hierboven).
Ervaren norm In de maatschappij bestaan er allerlei normen over wat je wel of niet zou moeten doen. De ervaren norm is eigenlijk wat jij denkt dat ‘hoort’. Dus welk gedrag gewenst is. Het gaat er níet om of je je vervolgens gedraagt naar deze norm, het gaat er alleen om welke norm jij ervaart. De ervaren norm wordt beïnvloed door de omgeving, dus welke norm wordt er gecommuniceerd en hoe iemand de norm interpreteert. De kans dat er wordt vervuild in een vies steegje met veel graffiti en zwerfafval is veel groter dan in een lichte straat zonder graffiti en zwerfafval, met veel afvalbakken en mensen die hun afval in deze afvalbakken deponeren. De omgeving communiceert namelijk een bepaalde norm. Is het normaal om hier je afval op de grond te gooien of doet niemand dat? Over het algemeen gedragen mensen zich naar de ervaren norm. Maar er zijn ook mensen die dit juist (meer of minder doelbewust) niet doen. Zo wordt het bijvoorbeeld ‘afgekeurd’ als je in de bibliotheek hardop praat of aan het bellen bent met een vriendin, hoewel mensen dit soms toch doen. Het doorbreken van de norm is wel eerder de uitzondering op de regel en de meeste mensen zullen het vervelend vinden om de norm te doorbreken en daardoor door anderen te worden afgekeurd. Daarom heeft het communiceren van een bepaalde norm op de meeste mensen wel degelijk effect.
Intentie De variabele die veranderd moet worden door jouw initiatief bevat een intentie als het gaat om een voornemen/plan dat mensen hebben om bepaald gedrag te vertonen. Zoals je kunt zien in het figuur over de Theorie van Gepland Gedrag, behoort intentie bij reflectief gedrag. Als je automatisch gedrag wilt veranderen, heeft het veranderen van ‘intentie’ een minder sterke invloed. Immers wordt automatisch gedrag bepaald door onder andere omgevingsfactoren en niet door een bewuste overdenking/keuze. Het veranderen van intentie heeft het meeste zin wanneer het gaat om bewust gestuurd gedrag.
22
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
Hoeveelheid controle over eigen gedrag Deze variabele is het best te begrijpen in relatie tot één van de andere variabelen uit de Theorie van Gepland Gedrag, namelijk intentie. De intentie om bepaald gedrag te vertonen wordt beïnvloed door de ervaren controle over het eigen gedrag. Stel je wilt van plek A naar B, maar je hebt nooit geleerd om te fietsen, dan is de kans dat je een intentie hebt om de fiets te gebruiken om van plek A naar B te komen erg klein. Als je het gevoel hebt dat je bepaald gedrag niet kán uitvoeren, is de kans dat je een intentie vormt om dit gedrag uit te voeren zeer klein. In het model op p. 22 zijn ook de onderlinge verbanden tussen deze variabelen weergegeven met pijlen. Zo wordt inzichtelijk hoe de factoren met elkaar samenhangen. Wanneer je iemands intentie wilt veranderen, weet je dus dat je het beste de attitude, de ervaren norm en de hoeveelheid controle over het eigen gedrag kan veranderen. Als je de attitude wilt veranderen, kun je dit doen met behulp van kennis. Soms is het niet mogelijk om al deze variabelen te veranderen, kies dan degene die in jouw situatie het meest van invloed is op intentie. Bij duurzaam gedrag is het zo dat attitude en kennis ook voor een aanzienlijk gedeelte gedrag voorspellen, dus het heeft vaak zin om je initiatief hierop te richten.17
TOT SLOT Hieronder wordt schematisch de verhouding weergegeven tussen de hoeveelheid automatisch gedrag en de hoeveelheid reflectief gedrag dat mensen dagelijks vertonen. Zoals je kunt zien komt de ruime meerderheid van het gedrag dat we vertonen door middel van een automatisch proces tot stand, waardoor de kans dat het gedrag dat jij wilt veranderen in deze categorie valt, ook groter is. Dit kan onnatuurlijk aanvoelen, omdat je misschien het idee hebt dat de meeste keuzes die je maakt wel bewust gestuurd zijn. Uit de literatuur blijkt dat mensen de natuurlijke neiging hebben om hun keuzes altijd te onderbouwen met argumenten, ook als deze keuzes onbewust gestuurd zijn.18 Het is goed om je dit te realiseren bij het zoeken naar verklaringen voor bepaald gedrag (en mogelijkheden om dit te veranderen). REFLECTIEF bewust gestuurd
AUTOMATISCH onbewust gestuurd
17 Referentie: Mobley, C., Vagias, W. M., & DeWard, S. L. (2009). Exploring additional determeninants of environmentally responsive behavior: The influence of environmental literature and environmental attitudes. Environment and Behavior. 18 Referentie: Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American psychologist, 55(1), 68. DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
23
24
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
FASE 2 IDEALE UITKOMST In de vorige fase heb je een duidelijk, concreet en volledig beeld geschetst van het probleem dat je gaat aanpakken met je activiteit/initiatief. Uit deze probleemdefinitie zijn allerlei zaken naar voren gekomen. Om ervoor te zorgen dat deze informatie werkbaar is en je beslissingen hierop kan baseren, ga je in deze fase de probleemdefinitie visualiseren. Dit doe je door verschillende meespelende factoren in een procesmodel te zetten. Dit procesmodel zal een overzicht zijn waarin je goed kan zien op welke factoren jij je gedragsverandering wilt richten. In Fase 3 ga je een gedragsveranderingsstrategie kiezen op basis van één of twee factoren uit het procesmodel dat je in deze fase gaat maken. In schema op p.26 is de inhoud van Fase 2 gedetailleerder weergeven. In deze uitdieping zijn ook driehoekjes zichtbaar. Deze driehoekjes geven aan bij welke onderdelen van Fase 2 je informatie uit eerdere fasen (F1=Fase 1, TI=theoretisch intermezzo) gebruikt. Deze driehoekjes zijn ook naast de tekst in deze Fase te vinden.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
25
THEORETISCH INTERMEZZO
FASE 1
FASE 2
FASE 3
FASE 4
Wat is precies het probleem?
Wat is de ideale uitkomst?
Welke gedragsveranderingmethode kies je?
Welke meetmethode kies je?
Is het probleem oplosbaar?
Waarom is het een probleem?
Welke vragenlijst kies je? Wat beïnvloedt de ideale uitkomst?
Welk (communicatie) kanaal kies je? Hoe stel je een vragenlijst op?
Wie zijn de betrokken partijen?
Bij welke groep wil je het gedrag veranderen?
Hoe verwerk je de meetgegevens?
PROBLEEMDEFINITIE
PROCESMODEL
STRATEGIE
FASE 2
FASE 3
FASE 4
Wat is de ideale uitkomst?
THEORETISCH INTERMEZZO
Het formuleren van een ideale uitkomst Kijken naar relevantie, specificiteit en continuïteit
EVALUATIE
PROCESMODEL
F1: Probleemdefinitie
FASE 3 Wat beïnvloedt de ideale uitkomst?
Op zoek naar factoren die invloed uitoefenen
F1: Mogelijke oorzaken
Brainstormen & selecteren Theoretisch intermezzo: theorie van gepland gedrag 26
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
FORMULEREN VAN DE ‘IDEALE UITKOMST’ De ideale uitkomst is een haalbare situatie waardoor het probleem uit de probleemanalyse is afgenomen nadat jouw activiteit is geweest. De ideale uitkomst is dus het resultaat dat haalbaar is na één gedragsveranderingsactiviteit en is geformuleerd als een verandering van een variabele (gedrag, attitude, intentie, etc.). De probleemdefinitie van de vorige Fase, vormt het kader waarin je de ideale uitkomst invult. De ideale uitkomst is niet altijd het omgekeerde van je probleem, omdat sommige problemen niet met één activiteit opgelost kunnen worden. Houd dus rekening met hoe je de ideale uitkomst formuleert, namelijk als haalbaar doel 19. Tip: hierbij kun je de Behavior Wizard gebruiken, een handige tool van de Standford Universiteit om erachter te komen wat je wilt veranderen en hoe je dat zou kunnen doen.20, 21 Gaat het probleem bijvoorbeeld over Fairtrade en wil je dat je doelgroep meer kennis heeft over Fairtrade? Dan is de ideale uitkomst dus: Doelgroep heeft meer (wat is meer? nader definiëren) kennis (variabele) over Fairtrade (kader van probleemdefinitie). Bij een ander voorbeeld, zoals het specifiek geformuleerde probleem: ‘Op de snoeproute tussen het Oosterlicht College en de McDonalds in Houten ligt gemiddeld meer zwerfafval (verpakkingen van snacks) dan op andere plekken in Nieuwegein.’, zal de ideale uitkomst zijn ‘Minder snackverpakkingen op de snoeproute’.
TI
F1
Om een goede ideale uitkomst te formuleren is het van belang om de volgende drie kenmerken goed in de gaten te houden:
Relevantie Heeft de ideale uitkomst echt een goede link met het probleem en de overkoepelende uitkomst? Kijk terug naar je probleemdefinitie en zorg ervoor dat je ideale uitkomst een situatie beschrijft waarin het probleem niet meer bestaat. (zie voorbeeld: Recycling)
F1
Specificiteit Beschrijf de ideale uitkomst zo specifiek en concreet mogelijk. Als je je richt op een te brede uitkomst, is het gevaar dat het initiatief haar doel misloopt. Je kan beter klein beginnen en dat goed aanpakken, dan dat je een te groot en algemeen doel kiest dat niet behaald kan worden. Houd dus rekening met de capaciteit en het bereik van je initiatief/organisatie en formuleer je ideale situatie in lijn hiermee.
Continuïteit Continuïteit betekent dat de ideale uitkomst in een hoeveelheid moet kunnen worden weergeven. De ideale uitkomst moet ‘meer’ of ‘minder’ kunnen worden. Door het op deze manier te formuleren maak je het ook beter meetbaar. Je hoeft nu nog niet aan te geven wat jij verstaat onder meer of minder. Bij de evaluatie bepaal je wanneer jij vindt dat het verschil in ideale uitkomst tussen vóór jouw activiteit en na jouw activiteit groot genoeg is om van een succes te spreken. Neem bijvoorbeeld zwerfafval. In de ideale uitkomst wil je minder zwerfafval. Op een later moment bepaal je of je wilt dat er helemaal geen zwerfafval meer aanwezig is, of dat je wilt dat de hoeveelheid bijvoorbeeld met 50% is afgenomen.
19 Aanvullende informatie: Behavioral and Societal Sciences, TNO. Gedragsverandering en Mobiliteit. Pagina 8. 20 http://www.behaviorwizard.org/ 21 Aanvullende informatie: Behavioral and Societal Sciences, TNO. Gedragsverandering en Mobiliteit. Pagina 22.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
27
F1
VOORBEELD: RECYCLING 22 ‘Huishoudelijke recycling’ is geen goede ideale uitkomst, omdat het niet duidelijk is om welke vorm van recycling het gaat. Is het glas? Is het groenafval? Is het papier? Als dit niet specifieker geformuleerd wordt, zou er een initiatief kunnen worden bedacht om alle vormen aan te pakken, terwijl het alleen een probleem kan zijn bij het recyclen van glas. De ideale uitkomst zou dus moeten zijn: ‘het meer recyclen van glas in huishoudens in Vreeswijk’. (NB: ‘meer’ is subjectief, het is de uitkomst waar jij naar streeft en wat haalbaar is. Je kan je verwachtingen hierover specificeren als je een evaluatiemethode hebt gekozen). Het initiatief heeft het meeste effect als je je richt op een specifiek probleem, in plaats van te denken dat het goed is om ook andere vormen van recycling tegelijkertijd aan te pakken. Hoe meer factoren je tegelijk aanpakt, hoe kleiner de impact per factor.
FASE 2 • OPDRACHT 6 Ideale uitkomst Schrijf hier je ideale uitkomst op en denk eraan dat de ideale uitkomst relevant, specifiek en continu is.
WAT BEÏNVLOEDT DE IDEALE UITKOMST? F1
Je hebt in Fase 1 al mogelijke oorzaken voor het probleem geïdentificeerd. Nu ga je deze factoren uitbreiden en uitdiepen. Het gaat er nu niet om dat je gaat bedenken hoe je de ideale uitkomst precies wilt bereiken, het gaat er alleen om dat je in kaart brengt welke factoren van invloed zijn op je ideale uitkomst. Het aantal en de soort factoren die de ideale uitkomst beïnvloeden, kunnen verschillen per situatie. De factoren kunnen een positieve invloed hebben op de ideale uitkomst, of een negatieve invloed. Beide soorten factoren zijn nuttig om op te nemen in het procesmodel (zie ook het voorbeeld hierboven). Het zoeken naar factoren kun je in twee stappen doen.
FACTOR 1
FACTOR 2
FACTOR 3
IDEALE UITKOMST
FACTOR 4
FACTOR 5
22 Zie voor waargebeurde voorbeelden over dit thema: ECN & Duneworks. (2013). Effectief beleid voor duurzaam gedrag: Een thematische vergelijking. Pagina: 67 - 75.
28
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
Stap 1. Brainstormen Bij het brainstormen schrijf je minimaal 10 en maximaal 20 mogelijke factoren op die invloed kunnen hebben op jouw ideale uitkomst. Denk ook aan de factoren die maar enigszins een rol lijken te spelen. Gebruik je creativiteit, en kijk op internet/in kranten/tijdschriften etc. naar artikelen of verslagen van soortgelijke problemen met een soortgelijke ideale uitkomst. Vaak staan daar ook oorzaken bij of aspecten die een rol spelen in dit probleem.
FASE 2 • OPDRACHT 7A Brainstorm; alle mogelijke factoren Schrijf nu alle mogelijke factoren op die je ideale uitkomst kunnen beïnvloeden. Let erop dat de factoren relevant, specifiek en continu geformuleerd zijn. Probeer minimaal 10 en maximaal 20 factoren op te schrijven.
Stap 2: Selecteren Bij het brainstormen en in Fase 1 bij het zoeken naar mogelijke oorzaken heb je waarschijnlijk veel factoren gevonden die een rol kunnen spelen. Nu ga je de meest invloedrijke factoren selecteren. Dit doe je door zelf goed na te denken of te discussiëren met anderen, wat absoluut de voorkeur heeft. Probeer je zo goed mogelijk te verplaatsen in een persoon uit jouw doelgroep die het gewenste gedrag moet gaan vertonen. Waarom zou die persoon dat niet doen, of juist wel? Wat lijkt de meest logische verklaring hiervoor? Samen met anderen kun je discussiëren en overleggen waarom de ene verklaring logischer lijkt dan de andere. Bij het formuleren van factoren is het daarnaast belangrijk dat je dezelfde aandachtspunten aanhoudt als voor de ideale uitkomst, dus dat ze Relevant, Specifiek en Continu zijn. In Fase 3 ga je namelijk een strategie kiezen om deze factoren te beïnvloeden of te veranderen. Daarom is het essentieel dat je erop let dat factoren veranderd kunnen worden. Voorbeelden van factoren die wel een rol kunnen spelen maar die niet veranderd kunnen worden zijn geslacht, leeftijd, persoonlijkheid e.d. Op de volgende pagina staat een voorbeeld procesmodel, zodat duidelijk is wat voor soort factoren geschikt zijn en hoe een procesmodel eruit kan zien wanneer je het toepast op een (vergelijkbare) situatie.
FASE 2 • OPDRACHT 7B Selecteren Streep alle factoren weg die minder relevant zijn voor jouw ideale uitkomst, die niet veranderd kunnen worden door jouw initiatief of die onveranderbaar zijn (denk aan bv persoonlijkheid, leeftijd, achtergrond, sekse)
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
29
F1
Soort woning (koop/huur) en soort dak
Gezinssituatie Kennis over het rendement van zonnepanelen
Kennis over de negatieve gevolgen van ‘grijze energie’
Het beeld dat mensen hebben over het prijsverloop van zonnepanelen
De mate waarin iemand zichzelf als duurzaam beschouwt
Attitude t.o.v. zonnepanelen
Intentie om zonnepanelen aan te schaffen
Aanschaf van zonnepanelen door huishoudens in Nieuwegein
Ervaren norm (zijn er meer mensen in de straat met zonnepanelen)
Hoeveelheid ervaren controle over de mogelijkheid om zonnepanelen aan te schaffen Financiële middelen Toekomst woon-planning (hoe lang woon je nog in dit huis) Hoeveel moeite kost het aanscahproces
30
FASE 2. OPDRACHT 8 Procesmodel Teken nu je procesmodel met ideale uitkomst en je uitgekozen factoren.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
TOEKOMSTBLIK Fase 2 is klaar! Met het tekenen van het schema, heb je nu een volledig en overzichtelijk beeld van de meest relevante factoren die invloed hebben op jouw ideale uitkomst. Als het goed is zijn die factoren beïnvloedbaar. Door je te richten op één of een aantal van die factoren, kun je met een strategie (toepassen van psychologische methoden en communicatiekanalen), de ideale uitkomst bereiken. Die strategie ga je in Fase 3 samenstellen. Ook daarbij houd je rekening met de zaken die je in voorgaande fasen hebt benoemd, zoals de kenmerken van je doelgroep en andere betrokkenen.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
31
32
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
FASE 3 DE GEDRAGSVERANDERINGSSTRATEGIE METHODEN Je hebt het probleem duidelijk gespecificeerd, een doelgroep in kaart gebracht, betrokken partijen geïdentificeerd (Fase 1) en de ideale uitkomst geformuleerd met bijbehorende factoren die daarop van invloed zijn (Fase 2). Nu is het tijd om een gedragsveranderingsstrategie23 te bepalen. Met deze strategie wil je jouw ideale uitkomst bereiken, met andere woorden, je bepaalt hoe je jouw activiteit gaat vormgeven zodat jouw ideale uitkomst bereikt wordt. Je strategie bestaat uit één of meerdere gedragsveranderingsmethodes24 en één of meerdere communicatiekanalen25 voor zowel je doelgroep als eventueel andere betrokken partijen. Een methode is de toepassing van één of meerdere psychologische processen die gebruikt kan worden om gedragsverandering te bereiken. Verderop wordt een aantal van deze methoden toegelicht. Een kanaal is de wijze waarop je die methode toepast, vergelijkbaar met een communicatieplan. Het kiezen van een strategie is een afweging tussen welke methode(n) en kanaal of kanalen het beste past of passen bij het probleem en de doelgroep en wat haalbaar is voor jouw initiatief. Er bestaan helaas geen harde criteria die bepalen welke strategie voor jouw probleem het meest passend is. Maar je hebt wel heel goed nagedacht over jouw probleem, ideale uitkomst en bijbehorende factoren. Dit fundament, samen met je eigen creativiteit en inzicht, geeft richting aan de keuze voor een bepaalde strategie. Het kan helpen om jouw beslissing voor te leggen aan anderen. Wat denken zij? Is dit inderdaad een goede methode voor jouw probleem/ideale uitkomst? Check het bij iemand uit jouw doelgroep, wat vindt diegene van jouw idee? Denkt diegene dat de doelgroep hieraan meewerkt?
23 Vanaf nu wordt gedragsveranderingsstrategie aangegeven met: strategie 24 Vanaf nu wordt gedragsveranderingsmethoden aangegeven met: methoden 25 Vanaf nu wordt communicatiekanalen aangegeven met: kanalen
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
33
F1
THEORETISCH INTERMEZZO
FASE 1
FASE 2
FASE 3
FASE 4
Wat is precies het probleem?
Wat is de ideale uitkomst?
Welke gedragsveranderingmethode kies je?
Welke meetmethode kies je?
Is het probleem oplosbaar?
Waarom is het een probleem?
Welke vragenlijst kies je? Wat beïnvloedt de ideale uitkomst?
Welk (communicatie) kanaal kies je? Hoe stel je een vragenlijst op?
Wie zijn de betrokken partijen?
Bij welke groep wil je het gedrag veranderen?
Hoe verwerk je de meetgegevens?
PROBLEEMDEFINITIE
PROCESMODEL
STRATEGIE
FASE 2
FASE 3
FASE 4
EVALUATIE
F1: Doelgroep, betrokken partijen en probleemdefinitie F2: Ideale situatie en bijhorende factoren
Welke gedragsverandering methode kies je?
THEORETISCH INTERMEZZO
Straf / beloning Feedback Educatie / training Aanwijzingen geven Gedrag demonstreren Gedragscommitment Publiek commitment
Hypocrisie aan de kaak stellen Sociale norm Autoriteit Wederkerigheid Herkenning Voet-in-de-deur
STRATEGIE
FASE 4
Welk (communicatie) kanaal kies je? F1: Doelgroep en betrokken partijen
34
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
Het kiezen van een methode Bij het kiezen van een methode spelen natuurlijk de resultaten uit de vorige fasen een belangrijke rol, maar ook nog een aantal andere zaken. In opdracht 9 ga je de link leggen tussen de doelgroepen en de factoren uit Fase 2. Hieronder een lijstje met zaken die daarin aan bod komen: • De kenmerken van je gekozen doelgroep (Fase 1) • De kenmerken van de betrokken partijen (Fase 1) • Hoe de factoren en de doelgroep / betrokken partijen zich tot elkaar verhouden • Of het gedrag door een reflectief of automatisch proces tot stand komt (Theoretisch Intermezzo) • De factoren die je Ideale Uitkomst beïnvloeden (Fase 2) • De intensiviteit van een methode is belangrijk om in de gaten te houden, omdat de methode wel passend moet zijn voor de intensiviteit en mogelijkheden die je hebt als initiatief. Denk aan tijd, geld en mankracht.
FASE 3 • OPDRACHT 9A Omcirkel de factoren Kijk terug naar de factoren die je in Fase 2 in kaart hebt gebracht. Bedenk welke factoren je zou kunnen veranderen met een activiteit vanuit je initiatief. Omcirkel deze factoren.
FASE 3 • OPDRACHT 9B Kenmerken doelgroep Kijk terug naar de kenmerken van je gekozen doelgroep die je in Fase 1 hebt opgeschreven. Bedenk welke factoren uit het model van Fase 2 (opdracht 8) veroorzaakt worden / passen bij jouw doelgroep.
FASE 3 • OPDRACHT 9C Kenmerken betrokken partijen Kijk terug naar de kenmerken van de betrokken partijen die je in Fase 1 hebt opgeschreven. Bedenk welke factoren uit het model van Fase 2 (opdracht 8) veroorzaakt worden / passen bij de betrokken partijen.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
35
TI
F1 F2
De methoden Hieronder volgt een selectie van methoden. Deze selectie is gemaakt op basis van literatuur26 over methoden en aansluitend bij wat kan werken in Nieuwegein en voor de Nieuwegeinse initiatieven. Veel van deze methoden vind je ook terug in ‘Enabling sustainable choices in everyday life’, het GAIA handboek met methoden, samengesteld door Malmö. 27
Straffen en Belonen28, 29 Je kunt mensen verleiden om doelgedrag uit te voeren door een beloning te geven bij het tonen van het gewenste gedrag. Het uitdelen van beloningen en straffen werkt vaak goed, totdat de beloning of straf vervalt. Straffen kan daarbij weerstand oproepen, dus daar moet rekening mee gehouden worden. Door je boodschap zorgvuldig en vriendelijk te communiceren kan dit worden ondervangen. In onderstaande tabel worden de verschillende soorten straffen en beloningen weergeven. Positief en negatief verwijst niet naar de uitkomst, maar of iets wordt toegediend (positief) of iets wordt weggenomen (negatief). Als je duidelijk maakt dat er iets te verliezen valt als je een doelgedrag niet uitvoert, krijgt je doelgroep een extra reden om het doelgedrag wel uit te voeren. Een voorbeeld hiervan is de postcodeloterij, waarin mensen een lot kopen om niet de enige te zijn in de straat die de prijs misloopt. POSITIEF
NEGATIEF
STRAF
Iets vervelends geven
Iets leuks weghalen
BELONING
Iets leuks geven
Iets vervelends weghalen
Feedback 30, 31, 32, 33 Dit houdt in dat je aan je doelgroep de consequenties van hun eigen gedrag toont en handvatten biedt voor het vertonen van het gewenste gedrag. Een voorbeeld hiervan is ‘Toon’ van Eneco. Dit is een slimme thermostaat waarop je precies kan zien hoeveel energie je verbruikt en hoeveel geld je hebt bespaard door de verwarming uit te zetten. Ook geeft deze thermostaat weer hoe energiebesparend jij bezig bent ten opzichte van andere Toongebruikers. Feedback geven werkt het beste wanneer het direct na het uitvoeren van het gedrag zichtbaar is.
26 Referentie: Cialdini, R.B. (2009). Influence: Science and practice (5th ed.). Boston: Pearson Lehman, P. K., & Geller, E. S. (2008). Applications of social psychology to increase the impact of behaviour-focused intervention. In L. Steg, A. P. Bunk, & T. Rothengatter (Eds.) Applied Social Psychology: Understanding and Managing Social Problems (pp. 57–86). Cambridge University Press. 27 http://www.swedesd.uu.se/publications 28 Aanvullende informatie: XTNT, Tabula Rasa, & &Morgen. (2013). Grip op Gedrag. Pagina 28. 29 Aanvullende informatie: RLI. (2014). Doen en Laten. Pagina 92 en 93. 30 Aanvullende informatie: Enabling Sustainable Choices in everyday life – punt 4, pag. 15-16. 31 Aanvullende informatie: ECN & Duneworks. (2013). Effectief beleid voor duurzaam gedrag: Een thematische vergelijking. Pagina 13, kopje “Sociale Normen”. 32 Aanvullende informatie: XTNT, Tabula Rasa, & &Morgen. (2013). Grip op Gedrag. Pagina 34. 33 Aanvullende informatie: RLI. (2014). Doen en Laten. Pagina 101.
36
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
Educatie en training34, 35 Kennis over de consequentie van bepaalde gedragingen heeft invloed op de keuze voor dat gedrag. Iemand die niet weet dat de katoenproductie voor de kledingindustrie erg milieubelastend is, zal ook niet handelen vanuit hetzelfde principe als iemand die dit wel weet. Educatie en training op gebied van duurzaamheid wordt al veel gedaan en is ook zeker belangrijk. Echter, dit alleen is niet genoeg om gedragsverandering te bewerkstelligen. Vaak kost het uitvoeren van duurzaam gedrag meer moeite, waardoor het minder aantrekkelijk lijkt. Het verstrekken van kennis in combinatie met andere strategieën zal effectiever zijn.
Aanwijzingen36, 37 Verbale of geschreven aanwijzingen die strategisch geplaatst zijn op de plek waar het doelgedrag plaatsvindt, kunnen als herinneringen dienen voor dat doelgedrag. Het werkt het beste als aan de volgende criteria wordt voldaan: • Het kost weinig energie om het gewenste gedrag te vertonen • De aanwijzing is duidelijk omgeschreven • De aanwijzing bevindt zich op de plaats waar het doelgedrag moet plaatsvinden • De aanwijzing is beleefd omschreven (niet gebiedende wijs) Een voorbeeld van een effectieve aanwijzing zijn de afvalbakken van Nederland Schoon: een herkenbare en beleefde aanwijzing op de plek van het doelgedrag. Op deze manier wordt de positieve consequentie van het schoonhouden zichtbaar gemaakt, en is er sprake van een directe en zekere consequentie van het gedrag.
Demonstreren van gedrag38 Bij complexe gedragingen is het zinvol om de gewenste handeling voor te doen. Dit kan leiden tot kennis over hoe de handeling moet worden uitgevoerd en versterkt gevoel van eigen mogelijkheid om het gedrag te vertonen. Je ziet het gebruik van dit soort voorbeeldgedrag veel in reclamecampagnes. Dit is effectief wanneer de positieve consequentie van het doelgedrag direct zichtbaar is. Een voorbeeld hiervan is een filmpje waarin iemand 20 minuten lang tips-en-tricks uitvoerde om energie te besparen, waarna de kijkers dit zelf ook gingen doen. Dit werkte ook op de lange termijn. Bij meer eenvoudige handelingen is een aanwijzing voldoende.
Commitment / Consistentie39, 40 Om sociale relaties aan te gaan en te onderhouden, is het vanzelfsprekend om consistent te zijn in je gedrag. Het is moeilijk een relatie te onderhouden met iemand die iets anders zegt dan wat hij of zij doet, helemaal als die persoon daar totaal willekeurig in lijkt. Daarom is het mens-eigen om consistent te zijn in gedrag. We zeggen niet voor niets: ‘Wie A zegt, moet ook B zeggen.’ Het wordt als een deugd gezien
34 Aanvullende informatie: ECN & Duneworks. (2013). Effectief beleid voor duurzaam gedrag: Een thematische vergelijking. Pagina 13, kopje “Individueel Gedrag”. 35 Aanvullende informatie: RLI. (2014). Doen en Laten. Pagina 94, 101 en 102. 36 Aanvullende informatie: ECN & Duneworks. (2013). Effectief beleid voor duurzaam gedrag: Een thematische vergelijking. Pagina 7 en 11, kopje “Individueel gedrag”. 37 Aanvullende informatie: RLI. (2014). Doen en Laten. Pagina 99 & 100. 38 Aanvullende informatie: RLI. (2014). Doen en Laten. Pagina 99. 39 Aanvullende informatie: XTNT, Tabula Rasa & Morgen. (2013). Grip op Gedrag. Pagina 32. 40 Aanvullende informatie: RLI. (2014). Doen en Laten. Pagina 95.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
37
TI
om consistent te zijn. De drang om gedrag te vertonen dat overeenkomt met het beeld dat jij van jezelf hebt zit diep ingebakken in het brein, net als de neiging om gedrag te vertonen dat consistent is met wat jij denkt dat het beeld is dat anderen over jou hebben. Het mechanisme wordt daarmee voornamelijk automatisch gestuurd, maar het bewust maken van (in)consistent gedrag is daarmee een methode om gewenste gedragsverandering te veroorzaken. Dit mechanisme wordt veel gebruikt om gedrag te veranderen, er zijn verschillende manieren om van dit mechanisme gebruik te maken. Onderstaande methoden gebruiken allemaal het principe van commitment en consistentie (je gedrag overeen laten komen met je zelfbeeld en eerder gedrag):
1. Gedragscommitment Het kan helpen om mensen te laten committeren aan een bepaalde wens/ambitie die ze hebben. Dat committeren kan door mensen te helpen zichzelf te blijven herinneren aan hun wens of ambitie. De methode die daarbij past is het opschrijven van hun wens of ambitie. Dit versterkt de bewustwording van de wens of ambitie en zet het commitment-mechanisme in gang. Neem bijvoorbeeld de wens om vaker te fietsen naar het werk, in plaats van met de auto te gaan. De keuze voor een woon-werk vervoersmiddel is voor de meeste mensen gewoontegedrag41. In het theoretisch intermezzo is het duidelijk geworden dat gewoontegedrag lastig te veranderen is. Er is dus een sterk duwtje nodig in de goede richting. Uit de literatuur42 blijkt dat gedragscommitment hierbij helpt, door in een ik-boodschap op te schrijven wat je belooft te doen en wanneer je dat precies doet.
2. Voet in de deur Dit hoef je niet letterlijk te nemen, maar het idee is dat je meer mensen meekrijgt in het initiatief als je met een klein verzoekje begint en daarna een groter verzoek doet. Het grotere verzoek is dan wat je werkelijk wilt. Een voorbeeld waar je voet-in-de-deur kunt gebruiken is als je meer betrokkenen wilt hebben in je initiatief. Je kan potentiële leden ‘lokken’ door eerst een klein (en leuk) verzoek te doen of kleine activiteit te laten organiseren, en daarna uitbreiden met een groter verzoek met daarin het gewenste doel: een betrokken lid.
3. Publieke commitment Mensen zijn sociale wezens en houden min of meer rekening met wat anderen van ze vinden. Omdat mensen ook consistent willen zijn in hun gedrag, zullen ze meer geneigd zijn bepaald gedrag uit te voeren als ze dat gedrag een eerdere keer in het publiek hebben bevestigd. Want om met hun gedrag overeen te komen met het beeld dat anderen van ze hebben gekregen door dat eerdere gedrag, zullen ze in lijn met dat gedrag hetzelfde soort gedrag vertonen. Hierbij kan jij de mensen beïnvloeden door ze bijvoorbeeld in het openbaar een bepaald soort gedraging te laten bevestigen. Een voorbeeld is om persoon X aan anderen te laten vertellen wat hij allemaal doet met duurzaamheid. Daarmee ‘help’ je mee aan het creëren van een bepaald beeld van persoon X. Het beeld dat persoon X een duurzaam persoon is wil hij, door de regel van consistentie, bevestigen. Dus persoon X zal dan eerder geneigd zijn, in overeenstemming met het beeld dat anderen van het hebben, duurzaam gedrag te (blijven) vertonen. Want persoon X wordt als duurzaam gezien. Dit kan ook bij mensen die de wens hebben duurzamer te gedragen. Een combinatie van publieke commitment en gedragscommitment heeft extra impact.
41 Zie voor waargebeurde voorbeelden over dit thema: ECN & Duneworks. (2013). Effectief beleid voor duurzaam gedrag: Een thematische vergelijking. Pagina: 53 – 66 en XTNT, Tabula Rasa, & &Morgen. (2013). Grip op Gedrag. Bijlagen. 42 Referentie: Cialdini, R.B. (2009). Influence: Science and practice (5th ed.). Boston: Pearson
38
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
4. Hypocrisie aan de kaak stellen Mensen zeggen vaak dat ze duurzaamheid belangrijk vinden, maar handelen er niet altijd naar. Door ze deze tegenstrijdigheid vriendelijk en beleefd duidelijk te maken, kan gedrag worden veranderd. Erop gewezen worden dat je gedrag niet consistent is, is iets dat mensen graag ontwijken. Het kan zijn dat iemand het gewenste gedrag niet uitvoert, omdat hij het te moeilijk vindt (zie ook ‘Hoeveelheid controle over eigen gedrag’ in theoretisch intermezzo). Hij handelt dus niet naar zijn principe en dit levert spanning op. Deze spanning kan op twee manieren worden verlicht. Ofwel past diegene zijn mening/gedachte aan over dat onderwerp, ofwel diegene past zijn gedrag aan en gaat gedrag vertonen wat in overeenstemming is met zijn principes. Je doel is dat het gedrag veranderd wordt en niet de mening/gedachte over dat onderwerp. Dat zou er namelijk voor kunnen zorgen dat de persoon ervoor kiest om in overeenstemming met zijn (niet duurzame) gedrag zijn mening bij te stellen - van ‘duurzaamheid is belangrijk’ naar ‘duurzaamheid is onbelangrijk’ - en dat is precies wat je niet wilt. Kortom, zorg ervoor dat het gewenste gedrag gemakkelijk, aantrekkelijk en toegankelijk is. Anders is het raadzaam een andere methode te kiezen.
TI
Sociale norm43, 44, 45, 46 In situaties waarin je niet weet welk gedrag je het beste kunt uitvoeren gaan mensen vaak af op de massa. In de volksmond wordt dit ook wel kuddegedrag genoemd. Een bekend voorbeeld uit de psychologie gaat over het hergebruiken van handdoeken in hotels. Eerst stond er een bordje in de badkamer met de boodschap: ‘Probeert u alstublieft uw handdoek meer dan één dag te gebruiken alvorens u hem laat wassen’. In deze boodschap werd gecommuniceerd dat mensen blijkbaar hun handdoeken al na één keer gebruiken in de was deden, en dat het hotel liever had dat dit niet gebeurde. De boodschap werd veranderd in: ‘76% van de hotelbezoekers gebruikt zijn handdoek minimaal 4 dagen alvorens hem in de was te gooien.’ In deze boodschap werd een andere norm gecommuniceerd, waardoor de hotelgasten dachten dat het normaal is om een handdoek 4 dagen achter elkaar te gebruiken. Het resultaat was dat veel meer mensen in dit onderzoek hun handdoek langer gebruikten voordat ze hem in de was gooiden. Bij deze methode is het belangrijk dat je geen ‘onzin’ verkoopt aan mensen. De boodschap moet geloofwaardig zijn en de omgeving moet in overeenstemming zijn met de boodschap47.
Autoriteit Het gebruik van een “autoriteit” maakt je statement geloofwaardiger en wordt zo sneller als waar aangenomen. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van wetenschappelijk onderzoek, de mening van een expert benoemen of aangeven dat je initiatief/activiteit ondersteund wordt door de gemeente.
Wederkerigheid48 Deze methode houdt in dat als je iemand iets geeft of iets voor iemand doet, diegene de neiging heeft daar iets voor terug te doen. Wat iemand teruggeeft kan hetgene zijn dat je wilt bereiken. Geef bijvoorbeeld een leuke (duurzame) goodie/gadget (die tevens als aanwijzing kan dienen voor jouw wens) en
43 Aanvullende informatie: Enabling Sustainable Choices in everyday life – punt 2, pag. 11-12. 44 Aanvullende informatie: ECN & Duneworks. (2013). Effectief beleid voor duurzaam gedrag: Een thematische vergelijking. Pagina 7 en 11 en 14, kopje “Sociale Normen”. 45 Aanvullende informatie: XTNT, Tabula Rasa & Morgen. (2013). Grip op Gedrag. Pagina 31 en 33. 46 Aanvullende informatie: RLI. (2014). Doen en Laten. Pagina 95. 47 Referentie: Keizer, K., Lindenberg, S., & Steg, L. (2008). The spreading of disorder. Science, 322(5908), 1681-1685. 48 Aanvullende informatie: Enabling Sustainable Choices in everyday life – punt 9, pag 25-26.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
39
TI
mensen zullen het gevoel hebben iets terug te willen doen. Als je daarnaast duidelijk maakt wat jouw wens is, zullen mensen sneller aan die wens willen voldoen.
Herkenning Mensen zijn geneigd te luisteren naar mensen die ze leuk vinden of waarmee ze zich kunnen identificeren. Dat kan een autoriteit zijn (zie Autoriteit), maar ook buren, vrienden of een bekende Nederlander. Gebruik dus de juiste mensen om je doelgroep te bereiken. Identificeer je met de voorkeur van de doelgroep en gebruik die voorkeur, door bijvoorbeeld je betrokken partijen hiervoor slim in te zetten49.
FASE 3 • OPDRACHT 10 Methoden Schrijf op welke methode(n) je denkt te willen gebruiken: ........
COMMUNICATIEKANALEN
F1
Nu je een methode hebt gekozen om de ideale uitkomst te bereiken, is het van belang om te beslissen op welke wijze je deze methode aan de man gaat brengen, maar ook je activiteit zelf bekend gaat maken. Hiervoor zijn verschillende communicatiekanalen beschikbaar. Verderop wordt duidelijk dat de beslissing voor een bepaald communicatiekanaal sterk wordt beïnvloed door je doelgroep. Ieder communicatiekanaal heeft een eigen effect. De keuze voor een bepaald communicatiekanaal hangt af van: • De soort boodschap, denk aan: kwaliteit / kwantiteit, dynamisch / statisch • Tijdsplanning van de communicatie • De te bereiken doelgroep -- Welke media gebruiken zij? -- Wat is de doelstelling van de boodschap? -- Hoe snel moet de boodschap de ontvanger bereiken?
Het gebruik van meerdere communicatiekanalen naast elkaar levert vaak het beste resultaat op. Liefst op een manier zodat ze elkaar aanvullen en versterken. Een persoonlijk gesprek met een gemeente over een activiteit/project kan bijvoorbeeld worden aangevuld met een samenvatting die nog eens achteraf kan worden gelezen. Hieronder staan een aantal communicatiekanalen die verdeeld zijn in verschillende categorieën, waarin je kunt zien welke wanneer geschikt zijn en waar je speciale aandacht aan moet besteden. De categorieën zijn: persoonlijk, free publicity, gedrukte media, ether, Internet en overige middelen.
49 Aanvullende informatie: Motivaction, Young Mentality, 2005/2006
40
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
FASE 3 • OPDRACHT 11 Communicatiekanaal Beantwoord de volgende drie punten voor jouw doelgroep: • Welke media gebruiken zij? • Wat is de doelstelling van de boodschap? • Hoe snel moet de boodschap de ontvanger bereiken? Het verdient de voorkeur per doelgroep (indien zij veel verschillen) de meest effectieve middelen te selecteren. Welke middelen in aanmerking komen hangt onder meer af van het mediagebruik van de doelgroep, de doelstelling en de snelheid waarmee de boodschap de ontvanger(s) moet bereiken.
COMMUNICATIEKANAAL WANNEER GESCHIKT
SPECIALE AANDACHT VOOR
A: PERSOONLIJK Mond-tot-mond
Praten met mensen om je heen over het • Tijdsinvestering evenement. Hierdoor ontstaat mond• Opvolging tot-mond reclame. • Vastberadenheid en compassie
B: FREE PUBLICITY • Lokale kranten • Regionale kranten • Wijkbladen
De doelgroep is groot, moeilijk vast te leggen in typische kenmerken. Doel is attenderen op nieuws en informeren, de boodschap bevat nieuws. Het nieuws in de redactionele kolommen ervaart de lezer als geloofwaardig. Dit maakt het tot één van de meest effectieve manieren om de doelgroep te overtuigen.
• Nieuws vooraan • Feiten en cijfers • Wie, Wat, Waar? • Dosering van informatie • Duidelijke taal • Overzichtelijke lay-out
Doelgroep is bekend en/of bereikbaar. Doel is informatie over het jouw organisatie over te brengen. Boodschap is vrij statisch (niet al te actualiteitsgevoelig)
• Informele schrijfstijl • Niet te veel informatie • Aantrekkelijke vormgeving
C: GEDRUKTE MEDIA • Folder/brochure • Poster • Flyers
D: ETHER (lokale) televisie
Je organisatie bekend maken bij • Korte beelden van een activiteit of verschillende groepen. Gemakkelijk in te bijeenkomsten zetten in combinatie met Social media.
(lokale) radio
De doelgroep is groot, moeilijk vast te leggen in typische kenmerken. Doel is attenderen op nieuws en informeren. De boodschap bevat nieuws.
• Nieuws vooraan • Feiten en cijfers • Dosering van informatie • Duidelijke taal
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
41
E: INTERNET Eigen website
Gemakkelijk middel dat door iedereen te • Nieuws plaatsen gebruiken is. • Up-to-date houden
Websites van externe partijen
Verschillende organisaties binnen de regio beheren nieuwswebsites of websites over duurzaamheid
Sociale media
Sociale media is een verzamelnaam • Korte berichten te plaatsen die kunnen voor alle internet-toepassingen worden gelezen door volgens / likers waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen op een gebruiksvriendelijke en vaak leuke wijze. Denk aan Facebook, Twitter, Instagram en Linkedin.
Film
Promotiefilmpjes om bepaalde activiteiten van jouw organisatie in beeld te brengen. Deze kunnen op de website worden geplaatst, mits van goede kwaliteit.
• Duidelijk, kort en informatief overbrengen van de diensten
Op deze wijze wordt de drempel tot contact voor bezoekers verlaagd. Uitstraling van de organisatie wordt hierdoor professioneler.
• Gebruik van badge of sticker met organisatienaam en functieomschrijving bij activiteiten of andere plekken • Zelfde kleuren in kleding
• Nieuws plaatsen via de perscontacten (behoort tot free publicity)
F: OVERIGE MIDDELEN Herkenbaarheid personeel
Om heel gericht bepaalde communicatiekanalen aan bepaalde personen te koppelen, is meer nodig dan bovenstaande tabel. Sommige doelgroepen moeten anders worden aangesproken dan anderen, omdat je je kan voorstellen dat bijvoorbeeld ouderen minder op Facebook zitten dan jongeren. 50 Het is belangrijk per doelgroep te bekijken of het communicatiekanaal effectief zal zijn. Vergeet niet je methode hierbij te betrekken. Het is wenselijk om zoveel mogelijk mensen te bereiken, daarom zal er voor iedere doelgroep een doelgroep specifiek communicatiekanaal gekozen worden. Sommige doelgroepen zullen dezelfde communicatiekanalen aantrekkelijk vinden, maar het is belangrijk om vast te stellen of dit het geval is. In onderstaande tabel kun je de juiste communicatiekanalen selecteren voor jouw doelgroep(en).
COMMUNICATIEKANAAL
BEREIK
COMMUNICATIEVERMOGEN
Iedereen
• Direct
Inwoners gemeente Inwoners regio Wijkbewoners Inwoners regio
• Makkelijk in te zetten • Makkelijk in te zetten • Makkelijk in te zetten • Makkelijk in te zetten
A: PERSOONLIJK Mond-tot-mond
B: FREE PUBLICITY • Lokale kranten • Regionale kranten • Wijkbladen • Kabelkrant
50 Aanvullende informatie: Motivaction, Young Mentality, 2005/2006
42
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
C: GEDRUKTE MEDIA • Folder/brochure • Poster • Flyers
Verspreidingsgebied Inwoners Inwoners
• Uitdelen • Verspreiden door regio Verspreiden door regio
(lokale) televisie
Inwoners gemeente/regio
• Huidige situatie uitleggen
(lokale) radio
Inwoners gemeente/regio
• Huidige situatie uitleggen
Eigen website
Geïnteresseerde
• Makkelijk te bereiken
Websites van externe partijen
Geïnteresseerde
• Makkelijk te bereiken
Sociale media
Volgers/likers
• Direct/makkelijk
Bezoekers activiteit
• Direct
D: ETHER
E: INTERNET
F: OVERIGE MIDDELEN Herkenbaarheid personeel, bijvoorbeeld: naambadges, hesjes, t-shirt, hoed / pet
Een aantal van de communicatiekanalen uit de tabel worden hieronder verder toegelicht.
Free publicity Journalisten zijn in de regel niet geïnteresseerd in het opbouwen van een hechte en langdurige relatie. Wel staan ze direct op de stoep als een project of activiteit nieuwswaarde bevat. Dit is het geval wanneer er sprake is van actuele en opvallende informatie rond thema’s die van maatschappelijk belang zijn. Om de aandacht te trekken van media kun je persberichten rondsturen. Hieronder wordt stapsgewijs toegelicht hoe je een persbericht schrijft. Hoe maak je een persbericht: 1. Zet boven aan: PERSBERICHT 2. Zet enkele regels daaronder de kop, die in enkele woorden het nieuws moet samenvatten waar het persbericht over gaat 3. Schrijf vervolgens het bericht en zorg ervoor dat: - Het nieuws in de eerste alinea staat - De toelichting in de tweede en volgende alinea’s komt - Het bericht niet langer wordt dan één A4-tje - Het taalgebruik begrijpelijk, kort en krachtig is - Je geen reclame maakt, maar feitelijke informatie overdraagt - Je actieve taal gebruikt (dus geen lijdende vorm) 4. Ezelsbruggetje: 5 x W + H (Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom en Hoe) 5. Noot voor de redactie: Schrijf onderaan het persbericht wie gebeld kan worden voor meer informatie 6. Zorg dat duidelijk (d.m.v. huisstijl / logo) is wie de afzender is 7. Het persbericht moet verzorgd zijn. Hanteer 1,5 regel wit tussen de regels en zorg voor ruimte tussen de alinea’s. 8. Zorg voor een juiste adressering
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
43
Gedrukte media Flyer Een Flyer bestaat uit één of twee pagina’s (voor- en achterzijde) en is normaal gesproken niet groter dan A5. Flyers worden gebruikt om kort informatie te verschaffen of een activiteit aan te kondigen. Flyers worden meestal gebruikt om tijdens een evenement uit te delen, ergens neer te leggen of op te hangen.
Brochures/folders Alle brochures/folders moeten uiteindelijk op één manier worden opgemaakt. Zo kan je aan alle bezoekers laten zien wat jouw organisatie te bieden heeft.
Ether Het is nuttig om deze media in te zetten. De lokale tv of radio kan betrokken worden bij het verzenden van persberichten. Dit is namelijk een bijzonder medium binnen deze groep. Zij plaatsen namelijk persberichten op tv.
Internet Internet is afgelopen jaren een steeds belangrijker medium geworden om de boodschap naar buiten te brengen.
Eigen website De website moet altijd up-to-date blijven. Door het toevoegen van persberichten en een eventuele activiteitenkalender zal de website iedere keer iets nieuws te bieden hebben aan de bezoekers. Dit zorgt ervoor dat bezoekers terugkomen.
Websites van externe partijen Verschillende organisaties in de regio plaatsen persberichten direct op de website. Door berichten naar deze organisaties te sturen zal uw organisatie vaker online te vinden zijn.
Sociale media Kort gezegd zijn sociale media alle online media die wederzijdse communicatie mogelijk maken. Veel organisaties zijn gewend veel informatie te zenden. Sociale media gaan er vanuit dat je actief met elkaar in gesprek kan gaan: zo ontstaat wederzijdse communicatie. Als organisatie kan je hiervan gebruik maken, omdat het meer naamsbekendheid oplevert. Daarnaast bouw je kennis op over wat geïnteresseerden denken en wensen. Sociale media zijn goede media om gemakkelijk met je (vooral jonge) doelgroep te communiceren. Maar je kan niet zomaar aan de slag gaan. Denk eerst na over de methode die je wilt gebruiken op deze media. Verkeerde inzet van Sociale media kan de naamsbekendheid ook negatieve schade toedoen. Maar vergeet niet: het kan deze ook zeker verbeteren of versterken.
44
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
Planning Wanneer
Wat
Inhoud
Wie
1 maand vooraf
Persbericht
vooraankondiging Project/activiteit komt eraan, wat zijn de plannen.
Kranten, wijkbladen, kabelkrant, radio, website, nieuwsblad, digitaal nieuwsblad, Sociale media.
1,5 week vooraf
Persbericht
Vooraankondiging: Extra informatie over het project/activiteit
Kranten, kabelkrant, radio, website, digitaal nieuwsblad, Sociale media.
Tijdens
Persbericht / sociale media
Update geven: Gaat het goed? Loopt alles volgens plan? Wellicht interview (met een krant).
Kranten, kabelkrant, website, digitaal nieuwsblad, Sociale media.
Afsluiting
Persbericht / uitnodiging
Als er een officiële afsluiting is van het project/activiteit moet deze aangekondigd worden met een bericht.
Kranten, kabelkrant, radio, website, digitaal nieuwsblad, Sociale media.
Na project/activiteit
Persbericht
Resultaten: ·Als er bijzondere resultaten zijn behaald met het project kunnen deze in een kort persbericht verstuurd worden.
Kranten, wijkbladen, kabelkrant, radio, website, digitaal nieuwsblad, Sociale media.
FASE 3 • OPDRACHT 12 Strategie Schrijf op welke gedragsveranderingsmethode je hebt gekozen en welk communicatiekanaal je gaat inzetten. Zorg dat het een lopend verhaal is waarbij je laat zien dat je methode en kanaal op elkaar aansluiten en elkaar versterken met betrekking tot jouw doelgroep. Dit is je uiteindelijke strategie.
TOEKOMSTBLIK Fase 3 is afgerond! Je initiatief gaat nu echt van de grond komen. Je bent op het punt dat je weet wat je moet veranderen (Fase 2), waarom dat moet (Fase 1), bij wie je iets gaat veranderen (Fase 1) en hoe je dat gaat doen (Fase 3). Doordat je in de afgelopen fasen weloverwogen beslissingen hebt genomen, mede op basis van kennis die je hebt opgedaan in het Theoretische Intermezzo, staat je initiatief als een huis. Dat is niet het enige voordeel: in de volgende Fase komen we erachter dat een goed uitgewerkt initiatief de benodigde basis vormt voor een effectmeting. Doordat je duidelijk en helder hebt geformuleerd wat je wilt veranderen, weet je ook wat je moet meten!
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
45
46
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
FASE 4 EVALUATIE In Fase 1, 2 en 3 heb je een uitgebreide analyse van het probleem, een model met mogelijke oorzaken gemaakt en een geschikte gedragsveranderingsstrategie gekozen. Er moet nog één voorbereiding getroffen worden voordat je de activiteit kunt gaan opzetten. Het is erg belangrijk dat je, vóórdat je de activiteit gaat uitvoeren nadenkt over de evaluatie van die activiteit. Later in deze fase komt bijvoorbeeld een nul-meting aan bod, waar je voorafgaand aan je activiteit de huidige situatie in kaart brengt. Om gedragsverandering te meten zijn er verschillende opties en er zijn een aantal zaken waar rekening mee gehouden moet worden, die je in eerdere fasen hebt vastgesteld. Eigenlijk is het meten van gedragsverandering een zeer complexe opdracht, maar in deze fase zijn de belangrijkste zaken opgenomen zodat het toegankelijk maar toch zo goed mogelijk gemeten kan worden. Als je deze zaken meeneemt in de beslissing heb je aan het eind van deze fase een effectieve evaluatiemethode gekozen.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
47
THEORETISCH INTERMEZZO
FASE 1
FASE 2
FASE 3
FASE 4
Wat is precies het probleem?
Wat is de ideale uitkomst?
Welke gedragsveranderingmethode kies je?
Welke meetmethode kies je?
Is het probleem oplosbaar?
Waarom is het een probleem?
Welke vragenlijst kies je? Wat beïnvloedt de ideale uitkomst?
Welk (communicatie) kanaal kies je? Hoe stel je een vragenlijst op?
Wie zijn de betrokken partijen?
Bij welke groep wil je het gedrag veranderen?
Hoe verwerk je de meetgegevens?
PROBLEEMDEFINITIE
PROCESMODEL
STRATEGIE
FASE 2
FASE 3
FASE 4
EVALUATIE
VERSCHILLENDE MEETMETHODEN Er zijn grofweg drie manieren om gedragsverandering te meten: observatie, interview of vragenlijsten51.
Observatie Als je letterlijk gedrag wilt meten is observatie de meest logische en beste keuze. Zeker bij automatisch gedrag is een observatie bruikbaar, want mensen zijn zich vaak niet goed bewust van automatisch gedrag, waardoor een interview of een vragenlijst niet zo bruikbaar zijn. In een observatie noteer je hoe vaak een bepaald soort gedrag voorkomt. Je moet goed specificeren welk gedrag je precies meet. Sommige vormen van observatie zijn bijzonder eenvoudig en goede meetmethoden, zoals bijvoorbeeld: in de meterkast kijken hoeveel water of energie er wordt gebruikt, of de verkoopcijfers na te trekken van
51 Aanvullende informatie: Behavioral and Societal Scienes, TNO. Gedragsverandering en Mobiliteit. Pagina 10 en 11.
48
DE IDEALE UITKOMST - EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
duurzame producten. Echter bij veel soorten gedrag kost observatie veel tijd en wordt het sterk beïnvloed door het moment dat je het observeert. Bijvoorbeeld observeren hoeveel afval er op een bepaalde plek op straat wordt gegooid. Je kunt je voorstellen dat er rond etenstijd meer afval op straat wordt gegooid dan om 11:00 uur ’s ochtends. Er zal dus meerdere malen geobserveerd moeten worden om conclusies te kunnen trekken. Hieronder een aantal tips wanneer je observatie als meetmethode wilt gebruiken: • Zorg ervoor dat je alles noteert wat je observeert. Maak de gedragingen zo klein mogelijk. Bijvoorbeeld, als iemand een object oppakt dan kan je onderscheid maken in het waarnemen waar het object staat, het reiken naar het object, het vastpakken van het object en het object optillen. • Probeer bijvoorbeeld te turven of gedragingen te classificeren zijn voordat je gaat observeren, zodat de gegevens makkelijker te vergelijken zijn en elk soort gedrag in één categorie valt. • Je kunt observeren of bepaald gedrag voorkomt, hoe vaak het voorkomt, hoe lang het duurt, en hoe intens de gedraging is. • Je kunt ervoor kiezen om zelf onderdeel te zijn van de groep die je observeert, of je kunt vanaf een afstandje observeren zodat je zelf geen invloed uitoefent op de groep. • Houd er rekening mee dat je na observatie alleen iets kan zeggen over gedrag. Emoties, gedachten of gevoelens kun je moeilijk aflezen van gedrag (niet iedereen huilt bijvoorbeeld als hij verdrietig is en iemand kan ook huilen van het lachen). • Bij het analyseren van resultaten die verkregen zijn uit observatie is het belangrijk om rekening te houden met de omgeving waarin de data zijn verkregen. Is de observatie passend voor deze omgeving of is het vertoonde gedrag uniek?
Interview Een andere manier om gedrag te meten is door middel van een interview. In een interview kan je zeer specifiek naar bepaalde dingen vragen en kunnen dieperliggende motieven boven tafel krijgen. Helaas heb je als interviewer erg veel invloed op hoe de geïnterviewde reageert, daarom zijn echte interviewers professioneel opgeleid om dit effect te omzeilen (of juist niet te omzeilen, zoals in tv-interviews of in de politiek). Mocht er geen onafhankelijke professionele interviewer beschikbaar zijn, is het vaak beter om een andere meetmethode te kiezen. Een interview is handig als je een inventarisatie wilt maken van de situatie (zowel voor als na je activiteit) en als je bij een kleine specifieke groep wilt weten hoe ze bijvoorbeeld jouw activiteit hebben ervaren, of ze iets geleerd hebben (kennis), wat ze er echt van vonden (attitude over de activiteit), wat voor gevolgen het heeft gehad, etc. Je kunt heel diep ingaan op datgene wat je weten wilt. Maar soms is dat niet nodig, het is bijvoorbeeld niet per se zinvol om erachter te komen wat de achterliggende redenen van meneer Jansen zijn om slagroomsoesjes te kopen. Hieronder een aantal tips voor het afnemen van een interview: • Bereid de interviewvragen van te voren voor, zo weet je zeker dat je geen informatie vergeet te achterhalen. • Wees je bewust van het feit dat jij invloed uitoefent op de antwoorden die de geïnterviewde geeft. • Kies een interview kanaal, bijvoorbeeld via de telefoon, via e-mail of face to face. • Leidt het interview in, waarbij je vertelt wie je bent en waar het interview over gaat en hoe lang het ongeveer gaat duren. • Zorg ervoor dat de geïnterviewde zich op zijn gemak voelt en het gevoel heeft alles te kunnen vertellen wat hij/zij wil (breek eerst even het ijs bij de eerste ontmoeting door bijvoorbeeld over het weer te beginnen of kort even iets te vertellen over jezelf) • Vat gedurende het interview samen wat de geïnterviewde heeft gezegd, zodat je kan checken of je alles goed hebt begrepen, dit voorkomt misverstanden bij de analyse. Doe dit nogmaals aan het einde van het interview. • Sluit het interview netjes af door de geïnterviewde te bedanken voor zijn tijd en moeite.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
49
TI
Vragenlijst Het afnemen van een vragenlijst is vaak een praktische keuze gezien de lage kosten in tijd en geld. Toch zijn bij het afnemen van een vragenlijst ook een aantal zaken die je in de gaten moet houden. Bijvoorbeeld welke vragen je stelt, in welke volgorde je ze stelt en hoe je bijvoorbeeld rekening houdt met sociale wenselijkheid. Gelukkig zijn er genoeg vragenlijsten die zijn getest op betrouwbaarheid en validiteit die je kunt gebruiken. Er blijven dan slechts een aantal dingen over die je zelf in de gaten moet houden, dat zal hieronder uitgebreid besproken worden.
FASE 4 • OPDRACHT 13 Meetmethode Schrijf op welke meetmethode jij wilt gaan gebruiken om jouw activiteit te meten, en licht kort toe waarom je deze methode gekozen hebt.
• Heb je observatie gekozen als meetmethode? Maak dan opdracht 14a. • Heb je een interview gekozen als meetmethode? Maak dan nu opdracht 14b. • Heb je een vragenlijst gekozen als meetmethode? Lees dan nu verder vanaf ‘Het kiezen van een vragenlijst’ (hieronder).
FASE 4 • OPDRACHT 14A Observatie Schrijf op welke gedragingen je gaat observeren en in welke kleine handelingen je dit gedrag gaat opdelen. Denk nog eens aan de bullets onder het kopje ‘Observatie’ op blz. 49
FASE 4 • OPDRACHT 14B Interview Schrijf op wie en hoeveel mensen je gaat interviewen, welke interviewvragen je gaat stellen, via welk kanaal je het interview gaat afnemen, hoe je jezelf gaat introduceren en hoe je het interview gaat leiden.
Besluit je geen vragenlijst te gebruiken, ga dan naar het kopje ‘Algemene aandachtspunten bij evaluaties’ op blz. 58.
Het kiezen van een vragenlijst Er bestaan heel veel vragenlijsten. Sommige vragenlijsten meten attitude, anderen weer gedrag, of een ander psychologisch mechanisme. Het onderwerp van de vragenlijst moet natuurlijk gaan over hetgeen waarover jouw activiteit gaat. Duurzaamheid is bijzonder breed en bestaat daardoor uit veel deelonderwerpen. Omdat je in Fase 2 een specifieke ideale uitkomst hebt geformuleerd, weet je bij welk deelonderwerp jouw activiteit hoort.
50
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
Hieronder is een lijst met allerlei geteste vragenlijsten over duurzaamheid. Alle vragenlijsten bevatten gesloten vragen waardoor je aan het einde van de vragenlijst een score overhoudt. De vragenlijsten zijn onderverdeeld in verschillende deelonderwerpen van duurzaamheid. Per domein wordt uitgelegd wat de vragenlijst meet en wanneer je hem kan gebruiken. De betreffende vragenlijsten zelf vind je terug als download.
ONDERWERP
ATTITUDES OVER DE LEEFOMGEVING (MILIEU/NATUUR)
Omschrijving
Deze vragenlijst bestaat uit een aantal onderdelen die elk apart kunnen worden gebruikt. Elk onderdeel meet de attitude van verschillende onderdelen die letterlijk vallen onder het woord duurzaamheid. Deze vragenlijst (of waarschijnlijk een onderdeel daarvan) is handig om erachter te komen wat je doelgroep vindt van duurzaamheid in de breedste zin. De onderdelen zijn: 1. Plezier van natuur 2. Steun voor duurzaam beleid 3. Betrokkenheid met milieuactivisten 4. Natuurbehoud gemotiveerd door antropocentrisch motief 5. Fragiliteit van de natuur 6. Menselijke inmenging met de natuur 7. Natuurbehoud gemotiveerd door persoonlijk motief 8. Menselijke verhouding tegenover de natuur. 9. Emotionele en nostalgische gevoelens bij natuur
Aantal vragen
10 per onderdeel
Wat het meet
Attitude
Bron
Milfont, T. L., & Duckitt, J. (2010). The environmental attitudes inventory: A valid and reliable measure to assess the structure of environmental attitudes. Journal of Environmental Psychology, 30(1), 80-94.
ONDERWERP
KENNIS EN BEWUSTWORDING MILIEU
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe bekend ze zijn met globale thema’s rondom duurzaamheid.
Aantal vragen
10 attitude vragen en 7 kennis vragen
Wat het meet
Attitude en Kennis
Bron
Taufique, K. M. R., Siwar, C. B., Talib, B. A., & Chamhuri, N. (2014). Measuring Consumers’ Environmental Responsibility: A Synthesis of Constructs and Measurement Scale Items. Current World Environment, 9(1), 27-36.
ONDERWERP
ZORG VOOR MILIEU
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in welke mate mensen milieu belangrijk vinden.
Aantal vragen
17 vragen
Wat het meet
Attitude
Bron
Mobley, C., Vagias, W. M., & DeWard, S. L. (2009). Exploring additional determinants of environmentally responsible behavior: The influence of environmental literature and environmental attitudes. Environment and Behavior.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
51
ONDERWERP
MILIEUVRIENDELIJKE GEDRAGINGEN
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe vaak ze bepaalde duurzame gedragingen uitvoeren door verschillende stellingen te geven. Sommige daarvan komen in het algemeen vaak voor en sommige niet.
Aantal vragen
8 vragen over veel voorkomende gedragingen en 8 over minder vaak voorkomende gedragingen.
Wat het meet
Gedrag
Bron
Van der Werff, E., Steg, L., & Keizer, K. (2013). The value of environmental self-identity: The relationship between biospheric values, environmental self-identity and environmental preferences, intentions and behaviour. Journal of Environmental Psychology, 34, 55-63.
ONDERWERP
MILIEUVRIENDELIJKE DOELEN
Omschrijving
Deze vragenlijst bestaat uit negen verschillende doelen die mensen kunnen hebben als ze duurzamer willen leven.
Aantal vragen
9
Wat het meet
Intentie
Bron
Osbaldiston, R., & Sheldon, K. M. (2003). Promoting internalized motivation for environmentally responsible behavior: A prospective study of environmental goals. Journal of Environmental Psychology, 23(4), 349-357.
ONDERWERP
VERANTWOORD OMGAAN MET AFVAL
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe zij omgaan met afval door verschillende stellingen over afval gerelateerd gedrag te geven.
Aantal vragen
5
Wat het meet
Gedrag
Bron
Kaiser, F. G. (1996). Environmental Attitude and Ecological Behavior
ONDERWERP
PRO-SOCIAAL GEDRAG
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe zij omgaan met sociale gerechtigheid door verschillende stellingen over sociale situaties te geven.
Aantal vragen
8
Wat het meet
Gedrag
Bron
Kaiser, F. G. (1996). Environmental Attitude and Ecological Behavior
52
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
ONDERWERP
WATER EN ENERGIE BESPARING
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe zij omgaan met water- en energiebehoud door verschillende stellingen over situaties te geven waarin water- en/of energiebehoudend gedrag kan worden uitgevoerd.
Aantal vragen
5
Wat het meet
Gedrag
Bron
Kaiser, F. G. (1996). Environmental Attitude and Ecological Behavior
ONDERWERP
DUURZAAM KOOPGEDRAG (KORTE VERSIE)
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe zij omgaan met koopgedrag door verschillende stellingen over koopgedrag te geven.
Aantal vragen
7
Wat het meet
Gedrag
Bron
Kaiser, F. G. (1996). Environmental Attitude and Ecological Behavior
ONDERWERP
DUURZAAM KOOPGEDRAG (UITGEBREIDE VERSIE)
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe zij omgaan met koopgedrag door verschillende stellingen over koopgedrag te geven.
Aantal vragen
30
Wat het meet
Gedrag
Bron
Straughan, R. D., & Roberts, J. A. (1999). Environmental segmentation alternatives: a look at green consumer behavior in the new millennium. Journal of consumer marketing, 16(6), 558575.
ONDERWERP
DUURZAAM KOOPGEDRAG EN ATTITUDE
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe zij omgaan met koopgedrag door verschillende stellingen over koopgedrag te geven.
Aantal vragen
6
Wat het meet
Gedrag en Attitude
Bron
Taufique, K. M. R., Siwar, C. B., Talib, B. A., & Chamhuri, N. (2014). Measuring Consumers’ Environmental Responsibility: A Synthesis of Constructs and Measurement Scale Items. Current World Environment, 9(1), 27-36.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
53
ONDERWERP
SOCIAAL VERANTWOORDELIJK DUURZAAM KOOPGEDRAG
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe zij omgaan met koopgedrag door verschillende stellingen over koopgedrag te geven.
Aantal vragen
40
Wat het meet
Gedrag en Attitude
Bron
Antil, J. H. (1984). Socially responsible consumers: profile and implications for public policy. Journal of macromarketing, 4(2), 18-39.
ONDERWERP
SOCIAAL VERANTWOORDELIJKE AANKOPEN EN DUURZAAM GEBRUIK
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe zij omgaan met aankopen en hoe zij hun aankopen gebruiken door verschillende stellingen hierover te geven.
Aantal vragen
26
Wat het meet
Gedrag
Bron
Webb, D. J., Mohr, L. A., & Harris, K. E. (2008). A re-examination of socially responsible consumption and its measurement. Journal of Business Research, 61(2), 91-98.
ONDERWERP
RECYCLING
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe zij omgaan met recycling door verschillende stellingen over koopgedrag te geven.
Aantal vragen
15
Wat het meet
Gedrag en Attitude
Bron
Smith, S. M., Haugtvedt, C. P., & Petty, R. E. (1994). Attitudes and recycling: does the measurement of affect enhance behavioral prediction?. Psychology & Marketing, 11(4), 359-374.
ONDERWERP
MOBILITEIT
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe zij omgaan met mobiliteit door verschillende stellingen hierover te geven.
Aantal vragen
4
Wat het meet
Gedrag
Bron
Kaiser, F. G. (1996). Environmental Attitude and Ecological Behavior
54
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
ONDERWERP
FAIRTRADE
Omschrijving
De vragenlijst meet in welke mate mensen zelf aangeven hoe zij staan tegenover Fairtrade
Aantal vragen
2 vragen over gedrag en 2 vragen over attitude
Wat het meet
Gedrag en Attitude
Bron
Tanner, C., & Wölfing Kast, S. (2003). Promoting sustainable consumption: Determinants of green purchases by Swiss consumers. Psychology & Marketing, 20(10), 883-902.
ONDERWERP
VOEDSELGEBRUIK
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe zij omgaan met voedselgebruik door verschillende stellingen hierover te geven.
Aantal vragen
19
Wat het meet
Attitude, Waargenomen Norm, Eigen Effectiviteit, Intentie, Barrières (status quo en kennis) en Gedrag.
Bron
Van Schuppen, A., & Huijer, M. (2015). Een Meetmethode voor Duurzame Gedragsverandering. Interdisciplinaire Bachelor Scriptie Liberal Arts and Sciences, Universiteit Utrecht & GAIA Utrecht.
ONDERWERP
DUURZAME KLEDINGKEUZE
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe zij omgaan met aanschaf van kleding door verschillende stellingen hierover te geven.
Aantal vragen
19
Wat het meet
Attitude, Waargenomen Norm, Eigen Effectiviteit, Intentie, Barrières (status quo en kennis) en Gedrag.
Bron
Van Schuppen, A., & Huijer, M. (2015). Een Meetmethode voor Duurzame Gedragsverandering. Interdisciplinaire Bachelor Scriptie Liberal Arts and Sciences, Universiteit Utrecht & GAIA Utrecht.
ONDERWERP
KLEDING GEBRUIK
Omschrijving
Deze vragenlijst meet in hoeverre mensen zelf aangeven hoe zij omgaan met kleding door verschillende stellingen hierover te geven.
Aantal vragen
19
Wat het meet
Attitude, Waargenomen Norm, Eigen Effectiviteit, Intentie, Barrières (status quo en kennis) en Gedrag.
Bron
Van Schuppen, A., & Huijer, M. (2015). Een Meetmethode voor Duurzame Gedragsverandering. Interdisciplinaire Bachelor Scriptie Liberal Arts and Sciences, Universiteit Utrecht & GAIA Utrecht.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
55
ONDERWERP
DUURZAME GEDRAGSINTENTIE
Omschrijving
De vragenlijst meet in welke mate mensen zelf aangeven wat hun intentie is om duurzaam gedrag uit te gaan voeren
Aantal vragen
6 vragen
Wat het meet
Intentie
Bron
Minton, A. P., & Rose, R. L. (1997). The effects of environmental concern on environmentally friendly consumer behavior: An exploratory study. Journal of Business Research, 40(1), 37-48.
ONDERWERP
PERSOONLIJKE NORM
Omschrijving
De vragenlijst meet hoe moreel verplicht mensen zich voelen om zich meer duurzaam te gedragen.
Aantal vragen
8
Wat het meet
Norm
Bron
Minton, A. P., & Rose, R. L. (1997). The effects of environmental concern on environmentally friendly consumer behavior: An exploratory study. Journal of Business Research, 40(1), 37-48.
ONDERWERP
MILIEUBEZORGDHEID
Omschrijving
De vragenlijst meet in hoeverre mensen bezorgd zijn over het milieu.
Aantal vragen
16
Wat het meet
Attitude
Bron
Minton, A. P., & Rose, R. L. (1997). The effects of environmental concern on environmentally friendly consumer behavior: An exploratory study. Journal of Business Research, 40(1), 37-48.
ONDERWERP
ZUINIGHEID
Omschrijving
De vragenlijst meet in welke mate mensen zelf aangeven hoe zuinig zij omgaan met consumentenartikelen
Aantal vragen
10 vragen
Wat het meet
Gedrag
Bron
Tapia-Fonllem, C., Corral-Verdugo, V., Fraijo-Sing, B., & Durón-Ramos, M. F. (2013). Assessing sustainable behavior and its correlates: A measure of pro-ecological, frugal, altruistic and equitable actions. Sustainability, 5(2), 711-723.
56
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
ONDERWERP
ALTRUÏSME
Omschrijving
De vragenlijst meet in welke mate mensen zelf aangeven hoe altruïstisch zij zijn.
Aantal vragen
10 vragen
Wat het meet
Gedrag
Bron
Tapia-Fonllem, C., Corral-Verdugo, V., Fraijo-Sing, B., & Durón-Ramos, M. F. (2013). Assessing sustainable behavior and its correlates: A measure of pro-ecological, frugal, altruistic and equitable actions. Sustainability, 5(2), 711-723.
Zelf een vragenlijst opstellen Als je een geschikte vragenlijst hebt gevonden kun je de vragenlijst gereed gaan maken voor gebruik. Dit verloopt in een aantal stappen. 1. Het selecteren van de juiste vragen 2. Vragenlijst opmaken 1. Vragen selecteren Ten eerste zie je in de vragenlijst een heleboel vragen, en niet alle vragen zijn per se relevant. Houd er rekening mee dat een korte vragenlijst vaak beter wordt ingevuld dan een lange vragenlijst, doordat mensen snel hun aandacht verliezen. Probeer dus een goede balans te vinden tussen de hoeveelheid informatie die je wilt verkrijgen en het maximale aantal vragen dat je wilt/kan stellen. Zorg dat de vragenlijst niet langer dan 8 pagina’s is, ideaal is 4 pagina’s. Hieronder een lijst van verschillende soorten vragen waaruit een vragenlijst kan bestaan: a) Kernvragen Dit zijn de vragen waar de vragenlijst om draait: de inhoud van de door u gekozen vragen wordt hierin verwerkt. b) Verhulvragen Dit zijn de vragen die je toevoegt als je het werkelijke doel wilt verhullen. Met deze vragen zorg je ervoor dat de deelnemer niet weet waar de vragenlijst precies over gaat en eerlijker antwoordt. Hieronder vallen ook de vragen die sociaal wenselijk gedrag meten. c) Achtergrond vragen Aan het eind van een vragenlijst wordt vaak nog even wat informatie gevraagd over de achtergrond van de deelnemer. Denk bijvoorbeeld aan: geslacht, geboortejaar, educatieniveau, geloofsovertuiging en inkomensniveau. Als dit niet relevant is voor wat jij wilt meten kan je het achterwege laten. d) Afloop vragen Nadat de vragenlijst is afgerond is het soms fijn om mondeling na te vragen wat de deelnemer van de vragenlijst vond. Dit kan ook schriftelijk, maar een mondelinge aanpak blijkt vaker functioneel omdat niet iedereen het schriftelijk invult. e) Transitie informatie Zijn de vragen uit de vragenlijst moeilijk te begrijpen? Dan helpt het soms om een kleine introducerende tekst toe te voegen voorafgaand aan een blokje vragen. Let erop dat dit stukje tekst kort, overzichtelijk en neutraal is.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
57
2. Vragenlijst opmaken Nu ga je de vragenlijst opmaken. Enkel een blaadje met vragen is namelijk niet genoeg. Om misverstanden te voorkomen en ervoor te zorgen dat de deelnemer alles begrijpt is het handig om een introductie toe te voegen en de volgorde van de vragen aan te passen. a) De vragenlijst krijgt een titel, waarna er een introductie volgt. In de introductie komen de volgende punten aan bod: -- wie is de opdrachtgever? (bv. de naam van je initiatief) -- waarom de vragenlijst wordt afgenomen -- waarom de deelnemer mee doet -- waar de vragenlijst over gaat -- wat er met de resultaten wordt gedaan (verspreid of anoniem) -- of de deelnemer anoniem blijft of niet *Indien je het werkelijke doel van de vragenlijst niet wilt vertellen is dat goed, zolang het niet te veel verschilt van het origineel. Het moet wel geloofwaardig blijven. **Over het gebruik van anonimiteit wordt verderop meer uitgelegd. b) De vragen uit de vragenlijst moeten in een willekeurige volgorde gesteld worden, dat wil zeggen dat de vragen niet geordend zijn per onderwerp (behalve als de vragenlijst erg complex is). Dit beperkt allerlei nadelige effecten. Het groeperen van vragen leidt tot het effect dat mensen ‘leren’ welke soort vragen er komt, waardoor ze het gevoel krijgen minder aandachtig de vragen te lezen. Deze voorspelbaarheid moet worden beperkt. Het is wel belangrijk om de eerste paar vragen uit de vragenlijst aantrekkelijk te maken. Zo wordt de deelnemer geprikkeld om door te gaan met de vragenlijst. Dit kun je doen door ervoor te zorgen dat de vragen: -- Relevant zijn voor het hoofdonderwerp -- Makkelijk te beantwoorden zijn -- Interessant zijn -- Toepasbaar zijn voor elke deelnemer -- Gesloten worden gesteld (dit betekent in dit geval dat de vraag met ja/nee of a/b/c kan worden beantwoord)
FASE 4 • OPDRACHT 14C Vragenlijst Als je een vragenlijst hebt gekozen als meetmethode, schrijf dan de volgende zaken op: titel van de vragenlijst, inleiding, de geselecteerde vragen in de juiste volgorde, afsluiting en opmaak van de vragenlijst.
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN BIJ EVALUATIES Aandachtspunt 1: sociale wenselijkheid Voordat je de vragenlijst gaat gebruiken is het belangrijk om rekening te houden met sociale wenselijkheid. Deze term verwijst naar de neiging van mensen om hun antwoorden aan te passen aan wat ‘normaal’ is of ‘gewenst’ is door de vragenlijstafnemer. Hieronder staan punten hoe je kan voorkomen dat dit gebeurt.
58
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
a) Verberg wat je precies aan het meten bent. Dit kan door andere vragen in de vragenlijst op te nemen die puur als afleiding dienen en vertellen dat je iets anders meet. Bijvoorbeeld, als je met een vragenlijst wilt meten of mensen meer Fairtrade producten zijn gaan kopen, dan kun je dat verhullen door te doen alsof je een algemeen consumenten onderzoek doet, waarbij ‘toevallig’ ook een aandeel vragen over Fairtrade aankopen gaan. Uiteindelijk neem je natuurlijk alleen de vragen over Fairtrade mee in de analyse52 . b) Vraag onbekende mensen de vragenlijst in te vullen. Als mensen degene die de vragenlijst afneemt kennen, zijn ze nog meer geneigd zich beter voor te doen. Immers weegt de beoordeling van een bekende zwaarder dan van een onbekende. c) Je kunt sociale wenselijkheid letterlijk meten. Er bestaan veel gebruikte vragenlijsten die sociale wenselijkheid meten. Wanneer deelnemers uitzonderlijk hoog scoren op deze vragenlijst kan hij/zij worden verwijderd uit de analyse. Aandachtspunt 2: beloning: afweging beloning of geen beloning Het afnemen van een vragenlijst kost tijd, ook voor de deelnemer. Zeker bij lange vragenlijsten kan een beloning positief werken. Zo kan je voorkomen dat mensen de vragenlijst gaan afraffelen of gedemotiveerd raken en oneerlijke antwoorden geven. Bij korte vragenlijsten is een simpel dankwoordje al genoeg. Aandachtspunt 3: anonimiteit of gegevens Mensen vinden het fijn als het invullen van een vragenlijst op anonieme wijze gebeurd. Maar soms wil je graag eenzelfde groep mensen op twee verschillende tijdstippen meten, dan zal je hun gegevens moeten opschrijven en bewaren anders kun je de resultaten niet vergelijken. Dan kun je aangeven dat de gegevens anoniem worden behandeld en niet aan derden worden verstrekt.
FASE 4 • OPDRACHT 15 Aandachtspunten Controleer nu of de wijze waarop je jouw meetmethode gaat uitvoeren aangepast moet worden op basis van bovenstaande aandachtspunten.
TOEPASSING VAN DE EVALUATIE53 Bij het meten van de effectiviteit van het initiatief is het fijn als er nog voordat het initiatief plaatsvindt, een nul-meting wordt gedaan. Deze nul-meting is eigenlijk een inventarisatie van de huidige situatie. Zo kan je, als je na je initiatief dit nogmaals meet, echt zien of er dankzij jouw activiteit iets veranderd is. Heb je geen nul-meting, dan kun je nooit je resultaten vergelijken en zijn ze eigenlijk niet bruikbaar. Naast een nul-meting is het ook mogelijk om een controlegroep te gebruiken. Deze controlegroep is een groep die lijkt op jouw doelgroep, maar die niet aan jouw activiteit deelneemt. Wanneer je deze groep mensen test en vergelijkt met de mensen die wel aan jouw activiteit hebben deelgenomen kan je mooi
52 Zie voor waargebeurde voorbeelden over dit thema: ECN & Duneworks. (2013). Effectief beleid voor duurzaam gedrag: Een thematische vergelijking. Pagina: 40 - 52 53 Aanvullende informatie Behavioral and Societal Scienes, TNO. Gedragsverandering en Mobiliteit. Pagina 14. 2.2.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
59
het effect van het initiatief zien. In onderstaand figuur staat schematisch weergeven hoe je een nulmeting en een controlegroep kan gebruiken om je resultaten optimaal te kunnen analyseren.
Tijdstip 0
Activiteit
Tijdstip 1
Huidige situatie
Xxx
Nameting
FASE 4 • OPDRACHT 16 Planning Bedenk nu op welke data je de meting gaat uitvoeren. Maak een planning en communiceer deze naar anderen uit je initiatief.
ANALYSEREN VAN RESULTATEN Als je de meting hebt uitgevoerd, heb je een hele set aan resultaten bemachtigd. Om erachter te komen of je activiteit iets heeft veranderd, is het goed om deze resultaten zorgvuldig te analyseren. Bij observatie en vragenlijsten heb je waarschijnlijk cijfers / scores verkregen. Bij observatie kan het een score zijn van het aantal keer dat het gedrag vertoond werd of de intensiteit van het getoonde gedrag. De vragenlijsten bevatten vaak stellingen waarvoor mensen kunnen invullen in hoeverre ze het eens zijn met deze stelling op een schaal van bijvoorbeeld 1 tot 5 of 1 tot 7. Hieronder zal worden uitgelegd wat je met deze scores kunt doen om iets te kunnen zeggen over de effectiviteit van je activiteit.
Analyseren van vragenlijsten Hoe je de scores het beste kan evalueren wordt uitgelegd aan de hand van een voorbeeld. Stel dat je een vragenlijst hebt met 15 stellingen, waarbij de deelnemer op een schaal van 1 tot 7 moet aangeven in hoeverre hij het eens is met de stelling. Elke deelnemer heeft deze vragenlijst ingevuld, in totaal heb je 50 deelnemers voorafgaand aan de activiteit de vragenlijst laten invullen, en 50 deelnemers na de activiteit. Ten eerste moet je kijken of een hoge score bij elk van deze stellingen ook ‘duurzamer’ betekent. Bijvoorbeeld, als je bij deze stelling: ‘Ik vind het niet belangrijk dat ik weet waar mijn kleding gemaakt is’ een 7 invult, betekent dat niet duurzaam. Terwijl in dezelfde vragenlijst de volgende stelling ‘Ik koop vaak kleding van biologisch katoen’ een 7 invult, betekent dat heel duurzaam. Het is erg belangrijk de vragenlijst te checken hierop. Kom je een stelling tegen die ‘niet duurzaam’ meet, dan kun je de score omcoderen, zodat de vraag samen met de andere scores kan worden meegewogen. Een 7 wordt dan een 1, een 6 wordt een 2, een 5 wordt een 3, een 4 blijft een 4, een 3 wordt een 5, een 2 wordt een 6 en een 1 wordt een 7. Als je alle stellingen hierop hebt gecontroleerd en de scores hebt omgecodeerd kun je de gemiddelde score van die persoon uitrekenen. Dit doe je door de scores van alle stellingen bij elkaar op te tellen, en dat getal te delen door het aantal stellingen. Score per persoon = Alle scores per stelling bij elkaar opgeteld : Het aantal stellingen
60
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
Dan heb je de gemiddelde score van 1 persoon. Dit doe je bij elk persoon die de vragenlijst heeft ingevuld. Vervolgens reken je daar weer de gemiddelde score van uit. Dit doe je door alle gemiddelde scores van elk persoon bij elkaar op te tellen, en dat getal te delen door het aantal personen die de vragenlijst heeft ingevuld. Totaalscore = Som van alle gemiddelde scores van elke persoon : het aantal personen Nu heb je bijvoorbeeld een score van 4,6 gevonden. Op deze vragenlijst scoren jouw deelnemers dus gemiddeld een 4,6. Deze berekening kun je voor de nameting precies herhalen. Stel dat daaruit volgt dat jouw deelnemers na de activiteit gemiddeld een 5,7 scoren, dan kun je de verschilscore uitrekenen. Dit is 5,7 - 4,6 = 1,1. Nu kun je voorzichtig concluderen dat jouw activiteit ervoor heeft gezorgd dat er een stijging plaatsvond van 1,1 punt op een schaal van 1 tot 7. Je kunt nooit helemaal zeker weten In wetenschappelijk onderzoek zouden we nu met behulp van statistische toetsen analyseren of dit verschil significant is, ofwel of het verschil echt bestaat of dat je het door toeval hebt gevonden. Helaas beschikken de meeste initiatieven in Nieuwegein niet over deze statistische programma’s, waardoor er geen harde conclusies kunnen worden getrokken uit deze resultaten. De interpretatie van dit verschil zal dus subjectief zijn. Je mag zelf bepalen of je tevreden bent met dit verschil of niet tevreden bent met dit verschil. Het is het beste om te bepalen waar je tevreden mee bent voordat je de resultaten gaat analyseren.
Gebruik maken van Excel Met Excel kun je heel gemakkelijk vragenlijsten verwerken. Dat kan er als volgt uitzien:
Schermafbeelding van een voorbeeld hoe je in Excel om kunt gaan met het verwerken van vragenlijsten
Stel dat je 50 vragenlijsten terug hebt gekregen. Elke vragenlijst heeft 15 vragen, waarvan elke vraag een score van 1 tot 5 mogelijk was. Om de gegevens anoniem te verwerken kun je eerst alle vragenlijsten een nummer geven. Dit nummer kun op het blaadje schrijven maar ook in het Excel bestand. Deze nummers noem je proefpersoon-nummers, afgekort ppnr. In de schermafbeelding zie je dit als de blauwe rij. Deze nummers typ je verticaal. Horizontaal schrijf je het aantal vragen. In de schermafbeelding zie je dit als de groene en paarse rij. De groene vragen meten in dit voorbeeld ‘recycling gedrag’ de paarse vragen meten ‘attitude over recycling.’ Daarna vul je per proefpersoon de score in van de vragenlijst. Dit is wat werk, maar is in een uurtje zo gedaan. Als je scores hebt verwerkt, dan kun je de gemiddelde score per vraag of per proefpersoon be-
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
61
rekenen. Dit doe je simpel door in een hokje te staan en dan deze code in te typen: =GEMIDDELDE. Naast het woord =GEMIDDELDE typ je haakjes, als je “haakje openen” intypt, is dat een signaal voor Excel dat je de cellen kunt selecteren waarover je een gemiddelde wilt berekenen. Als je de juiste cellen hebt geselecteerd typ je “haakje sluiten”. Je krijgt dan bijvoorbeeld: =GEMIDDELDE(C3:C18). Als je ergens eenmaal een gemiddelde van hebt gemaakt, kun je dezelfde truc uithalen bij alle vragen of proefpersonen door simpel de cel waarin het gemiddelde is berekend te selecteren en rechtsonder in de hoek van de gemiddelde-cel je muis te bewegen tot deze in een “+” teken veranderd. Dan kun je terwijl je je muis ingedrukt houd, de cel over de cellen slepen die verticaal of horizontaal van die cel staan. Excel berekent dan automatisch de gemiddelden van de andere vragen. Op die manier krijg je gemiddelde per vraag en de gemiddelde per proefpersoon. In de schermafbeelding zijn de zwarte cellen met in het wit genoteerd de gemiddelde waarden. De gemiddelden links van de proefpersonen zijn de gemiddelden per proefpersoon. De gemiddelden boven de vragen zijn de gemiddelden per vraag. Dan je ook de gemiddelden berekenen van alles, of van een paar vragen die samen één categorie vormen, etc. De totale gemiddelde van alles zie je in de schermafbeelding in de gele cel met in het rood genoteerd het gemiddelde.
FASE 4 • OPDRACHT 17 Analyseren van meetresultaten Bedenk of je met jouw meetmethode de juiste resultaten krijgt om in kaart te brengen of jouw activiteit effectief is geweest. Pas het zo nodig aan.
62
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
63
64
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
VOORBEELD ‘TE WEINIG GROEN IN MARENVELD’ Hieronder vind je een fictief voorbeeld namens Groener Arkeveen, een fictief initiatief die zich inzet voor een groenere leefomgeving in de fictieve stad Arkeveen, een middelgrote stad ergens in Nederland. Groener Arkeveen bestaat uit een groep van vijf actieve vrijwilligers die hart hebben voor duurzaamheid en voor tuinieren. Om Arkeveen groener te maken hebben zij besloten om aan de hand van het spoorboek een activiteit te ontwikkelen. Hieronder vind je de uitgewerkte opdrachten uit het spoorboek met extra toelichting.
FASE 1: PROBLEEMANALYSE Één van de vrijwilligers van Groener Arkeveen heeft vernomen dat er in de wijk Marenveld ontevredenheid heerst over de hoeveelheid groen in de wijk. Deze vrijwilliger heeft kennissen in deze wijk en die zeggen dat dit het geval is. Naar aanleiding van deze geruchten heeft een groepje vrijwilligers van Groener Arkeveen nader onderzoek gedaan. Ze zijn langs de deuren geweest om te inventariseren of dit probleem heerst en dit bleek inderdaad echt zo te zijn. Bewoners vinden de wijk ongezellig en sfeerloos. Bovendien heerst er ontevredenheid over buurtcontact, er is lage saamhorigheid; buren trekken niet met elkaar op. Volgens Groener Arkeveen zou met meer groen in de wijk kunnen bijdragen aan de uitstraling van de wijk Marenveld waardoor de sfeer verbeterd wordt en de wijk een gezelliger karakter krijgt. Aan de hand van deze constatering is de volgende probleemstelling geformuleerd:
OPDRACHT 1: WAT IS PRECIES HET PROBLEEM? De bewoners van de wijk Marenveld in Arkeveen vinden de wijk te ongezellig, sfeerloos zijn ontevreden over saamhorigheid van de wijk.
OPDRACHT 2: WAAROM IS HET EEN PROBLEEM? Ondanks de ongezellige en sfeerloze uitstraling van de wijk, is er tot dusver geen actie ondernomen hier iets aan te doen. Mogelijke oorzaken hiervan zijn de financiële situatie van de buurtbewoners, de lage saamhorigheidsgevoelens van buurtbewoners en gebrek aan initiatiefnemers uit de buurt. De ontevredenheid over de sfeer in de wijk kan als oorzaak hebben dat er te weinig groen in de wijk is. Dit wordt ook als klacht door buurtbewoners zelf aangegeven. Dit wordt ook ondersteund uit literatuur die gevonden is. Te weinig groen in stedelijk gebied kan namelijk zorgen voor het ‘urban heat island’ effect, dus dat de stad buitensporig heet wordt door gebrek aan groen. Bij hittegolven is de kans op agressie groter en voeren mensen minder werk uit. Groen en natuur zorgt er voor dat het minder warm wordt in een stad. Wanneer het minder warm wordt in de wijk is er ook minder airconditioning nodig. Tot slot blijkt uit gegevens van Gemeente Arkeveen dat er in de wijk Marenveld 15% groen is, terwijl het gemiddelde percentage groen in Arkeveense wijken 21% is. Te weinig groen in Marenveld is dus problematisch.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
65
OPDRACHT 3: WIE ZIJN DE BETROKKEN PARTIJEN? 1. Buurtbewoners – zij hebben aangegeven wat het probleem is en zouden graag meer sfeer willen in hun buurt. Ze zijn bereid zich in te zetten om dit probleem te verminderen. 2. Gemeente Arkeveen – zij hebben baat bij het verminderen van het ‘urban heat island effect’ en het verhogen van de uitstraling van de wijk. Ze zijn daarmee bereid zich in te zetten dit probleem te verminderen. Echter spelen zij een faciliterende rol. De buurtbewoners dienen zelf actie te ondernemen wat betreft onderhoud. Vanwege bezuinigingen zijn ze beperkt in het bieden van steun. 3. Intratuin – zij zijn enthousiast over het idee meer groen in de wijk Marenveld te hebben en zijn bereid planten te leveren, mits dit wel overal vermeld wordt. 4. Woonvereniging Marenveld – zij vinden het een leuk idee, maar willen dat er geen bomen en andere planten worden gepland die het trottoir kunnen aantasten en de riolering kunnen beschadigen op lange termijn. 5. Wijzelf: Groener Arkeveen – wij vinden het belangrijk dat er meer biodiversiteit komt in Arkeveen en hopen hiermee ook meer Urban Farming te promoten.
OPDRACHT 4: BIJ WELKE GROEP WIL JE HET GEDRAG VERANDEREN? De buurtbewoners, zij moeten zelf initiatief gaan tonen de buurt een betere uitstraling te geven en de samenhorigheid te versterken. De bewoners hebben meer behoefte aan groen, maar zijn zelf niet per se duurzaam. De doelgroep is wel gemotiveerd om te veranderen, omdat er ontevredenheid heerst. De buurtbewoners willen het probleem graag aanpakken. De buurtbewoners zien nog niet echt in dat zij zelf het probleem kunnen aanpakken, daar ligt een uitdaging voor Groener Arkeveen. Er zijn weinig eengezinswoningen in Marenveld, het bestaat vooral uit bedrijven en meergezinswoningen met starters. Vooral deze starters zijn gemotiveerd het probleem aan te pakken.
OPDRACHT 5: PROBLEEMDEFINITIE In de wijk Marenveld heerst ontevredenheid over de sfeer, gezelligheid en samenhorigheid. Er is geconstateerd dat weinig buurtbewoners initiatief nemen hier iets aan te doen. De oorzaak van deze ontevredenheid ligt in het tekort aan groen in de wijk. Dit tekort verslechterd de uitstraling en kan zorgen voor de nadelige gevolgen van het ‘urban heat island effect’. De betrokken partijen die bij dit probleem een rol spelen zijn logischerwijs de bewoners uit deze wijk, de gemeente, de Intratuin en het Groener Arkeveen. De bewoners zullen zelf initiatief moeten nemen om de wijk gezelliger en sfeervoller te maken, daar gaat Groener Arkeveen hen bij helpen.
66
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
FASE 2: PROCESMODEL OPDRACHT 6: IDEALE UITKOMST Meer tevredenheid van bewoners op het gebied van de uitstraling (sfeer, gezelligheid en saamhorigheid) van de wijk Marenveld.
OPDRACHT 7A: BRAINSTORM, ALLE MOGELIJKE FACTOREN • • • • • • • • • • • • • • •
te weinig groen in de wijk te weinig onderling contact tussen buurtbewoners financiële situatie geen actie vanuit de gemeente te hoge werkdruk persoonlijke problemen geen buurtactiviteiten te drukke omgeving door winkels / bedrijvigheid te weinig gekleurde gebouwen / grijzige omgeving attitude ten opzichte van een groene leefomgeving behoefte bij een groep te horen sociaal leven dat geen ruimte laat voor nieuwe contacten positieve levenshouding tijd die thuis wordt doorgebracht buurtfaciliteiten
OPDRACHT 7B: FACTOREN WEGSTREPEN • • • • • • • • • • • • • • •
te weinig groen in de wijk te weinig onderling contact tussen buurtbewoners financiële situatie geen actie vanuit de gemeente te hoge werkdruk persoonlijke problemen geen buurtactiviteiten te drukke omgeving door winkels / bedrijvigheid te weinig gekleurde gebouwen / grijzige omgeving attitude ten opzichte van een groene leefomgeving behoefte bij een groep te horen sociaal leven dat geen ruimte laat voor nieuwe contacten positieve levenshouding tijd die thuis wordt doorgebracht buurtfaciliteiten
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
67
OPDRACHT 8: PROCESMODEL TEKENEN
Financiële situatie van de bewoners
Ervaren controle over eigen capaciteiten om het probleem aan te pakken
Positieve attitude t.o.v. een leefbare* wijk
Intentie het probleem aan te pakken
Non-actieve rol van de gemeente
Te weinig groen in de wijk
Te weinig buurtactiviteiten
Te weinig contact tussen buurtbewoners
Meer tevredenheid bij bewoners Marenveld
Te weinig buurtfaciliteiten
*leefbaarheid is de noemer voor sfeer, gezelligheid en saamhorigheid
68
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
UITGEWERKTE OPDRACHTEN ALS VOORBEELD: FASE 3 OPDRACHT 9A: FACTOREN OMCIRKELEN DIE VERANDERD KUNNEN WORDEN MET ÉÉN ACTIVITEIT
Financiële situatie van de bewoners
Ervaren controle over eigen capaciteiten om het probleem aan te pakken
Positieve attitude t.o.v. een leefbare wijk*
Intentie het probleem aan te pakken
Non-actieve rol van de gemeente
Te weinig groen in de wijk
Te weinig buurtactiviteiten
Te weinig contact tussen buurtbewoners
Meer tevredenheid bij bewoners Marenveld
Te weinig buurtfaciliteiten
OPDRACHT 9B: KENMERKEN DOELGROEP Alle factoren die bij opdracht 9a omcirkeld zijn hebben betrekking op de doelgroep.
OPDRACHT 9C: KENMERKEN BETROKKEN PARTIJEN De factor die met behulp van betrokken partijen aangepakt wordt is de financiële situatie van de bewoners, daarop kan worden ingespeeld door externe partijen om financiële middelen te vragen, waardoor de ervaren controle over het eigen gedrag van buurtbewoners verhoogd wordt. Te weinig groen in de wijk wordt daarmee ook aangepakt met behulp van externen (toestemming aan gemeente, faciliterende rol van de Intratuin). Om rekening te houden met de wens van de woonvereniging Marenveld, is besloten dat er geen bomen en planten komen die met hun wortels schade kunnen toebrengen aan het trottoir en riolering.
OPDRACHT 10: GEDRAGSVERANDERINGSMETHODEN Commitment, wederkerigheid, voet in de deur, hypocrisie aan de kaak stellen, autoriteit herkenning.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
69
OPDRACHT 11: COMMUNICATIEKANAAL Er wordt gebruik gemaakt van mond-tot-mond reclame en gedrukte media in de vorm van een flyer/educatiefolder.
OPDRACHT 12: STRATEGIE De activiteit gaat er grofweg als volgt uitzien: er wordt een buurtdag georganiseerd waarop de buurtbewoners met elkaar planten, die door de gemeente en Intratuin met planten zijn gefaciliteerd. Voorafgaande aan de buurtdag wordt er een commissie opgesteld (elke buurtbewoner is vrij hieraan deel te nemen) die samen met Groener Arkeveen bepaalt waar en welk soort plantenbakken er moeten komen. Vervolgens worden de buurtbewoners uitgenodigd en op de hoogte gesteld van de buurtdag door leden uit die commissie. Tijdens de buurtdag is iedereen welkom, kinderen kunnen ook helpen. Tevens zal er een cateraar komen (saladebar o.i.d.) die tegen lage kosten een maaltijd aanbiedt, zodat de hele buurt na een dag hard werken gezellig samen kan eten.
Stap 1: Commissie vormen Methoden: herkenning We nemen contact op met de sociaal programmeur uit de wijk bij de gemeente, die ons advies kan geven over welke mensen er uit de buurt in deze commissie plaats willen deelnemen. Deze mensen worden persoonlijk benaderd door de sociaal programmeur om deel te nemen aan de commissie.
Stap 2: Taken van commissie Methoden: wederkerigheid, commitment, voet in de deur, hypocrisie aan de kaak stellen De mensen die al in de commissie hebben deelgenomen, gaan de rest van de buurtbewoners benaderen voor de commissie en de buurtdag. Hoe zij dit precies gaan doen wordt door de leden van Groener Arkeveen uitgelegd. Zij hebben aan de hand van het werkboek een plan opgesteld. Hierbij gebruiken we wederkerigheid en commitment. Wederkerigheid doordat er wordt aangegeven door de commissieleden dat de gemeente geld vrijmaakt de plantenbakken te financieren, en in ruil daarvoor hulp vraagt aan de bewoners. Daarnaast gebruiken we voet in de deur, door eerst deelname aan de buurtdag te vragen, waarna mensen zich kunnen inschrijven voor de commissie. Tevens wordt er herkenning gebruikt door middel van de commissieleden, die bekenden zijn uit de buurt. Wanneer buurtbewoners niet bereid zijn mee te doen kunnen de commissieleden hypocrisie aan de kaak stellen. Immers is uit de evaluatie gebleken dat de bewoners ontevreden zijn, dus zijn ze als het goed is bereid mee te helpen aan de verbetering van de wijk.
Stap 3: Vergaderen Methoden: commitment, autoriteit Met de commissieleden wordt besloten wat er in de buurt aan groen komt en op welke plaatsen. Hierbij is ook een medewerker van de afdeling groenbeheer van de gemeente aanwezig om de mogelijkheden in de gaten te houden. Ook de organisatie van de buurtdag mag door deze commissie bepaald worden.
70
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
Stap 4: Buurtdag Methoden: commitment De commissie vult de dag in met behulp van een budget welke beschikbaar is gesteld door de gemeente. Het vullen van de plantenbakken staat op deze dag centraal. Door deze activiteit ontstaat er meer cohesie onder de bewoners, ze voelen zich samen verantwoordelijk voor de uitstraling van de wijk en voelen zich meer verbonden met elkaar en de buurt. Het onderhoud van de plantenbakken kan daardoor ook bij de buurtbewoners zelf liggen, met opnieuw de commissie als ‘controle’ hierop.
Stap 5: Evaluatie Drie maanden nadat de buurtdag is geweest en alle plantenbakken zijn geplaatst en gevuld, zal er opnieuw een buurt tevredenheidonderzoek plaatsvinden. Hierin zal naar voren komen of het plaatsen van de planten en bomen invloed hebben gehad op de buurttevredenheid. Dit onderzoek wordt deur tot deur afgenomen door de vrijwilligers van Groener Arkeveen. Dit onderzoek zal dezelfde vragen bevatten als de nul-meting. In dit voorbeeld behandelen we zowel opdracht 14a als 14b als 14c, om te laten zien hoe je deze opdrachten invulling kan geven.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
71
FASE 4 OPDRACHT 13: MEETMETHODE De gekozen meetmethode is een vragenlijst. Zo kunnen veel buurtbewoners benaderd worden zonder dat het veel moeite en tijd kost.
OPDRACHT 14A: OBSERVATIE ‘For the sake of the argument’ zijn we in dit geval geïnteresseerd in hoeveel planten mensen in de tuin hebben en of dit toeneemt, afneemt of gelijk blijft naar mate er meer aandacht is geweest over groen in de buurt. Wat er geobserveerd wordt is: • het aantal planten per tuin. Er wordt een verdeling gemaakt in sierbomen, fruitbomen, sierplant, bloemenplant of kruiden/groente of fruitplant. Elke plant is 1 turf. Een grasmat wordt ook als enkele turf gerekend. • Alleen voortuinen worden meegenomen in de observatie. • De mededeling dat er een observatie plaatsvindt, wordt meegenomen in de communicatie over de algehele activiteit.
OPDRACHT 14B: INTERVIEW In dit geval zijn we geïnteresseerd in hoe mensen de leefbaarheid van de wijk ervaren. Voor de toespitsing op onderwerpen gebruiken we het procesmodel uit Fase 2 om vragen te bedenken. Het kanaal van het interview is telefonisch. Het script is als volgt:
Inleiding: ‘Hallo ik ben […] en ben vrijwilliger bij Groener Arkeveen. Wij zetten ons als organisatie in meer groenvoorzieningen te faciliteren in Arkeveen. Ook in uw wijk willen we kijken naar mogelijkheden de buurt leuker te maken met behulp van het planten van bomen, struiken en urban farming. We zijn erg nieuwsgierig naar uw mening over de leefbaarheid in uw wijk en groenvoorzieningen. Zou u me willen helpen door het beantwoorden van een paar vragen? Ik vraag niet meer dan 10 minuten van uw tijd.’ • als de interviewde weigert: ‘Dat is begrijpelijk, prettige dag verder.’ • als de interviewde accepteert: ‘Heel erg bedankt, u help mij hiermee verder op weg! Een kleine noot: ik ben geïnteresseerd in uw echte mening, voelt u zich vrij eerlijk te antwoorden.
Vragen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Hoe lang woont u in Marenveld? Bent u tevreden met Marenveld? Wat zijn positieve kenmerken van Marenveld? Hoe komt het denkt u, dat u dit op deze wijze ervaart? Wat zijn negatieve kenmerken van Marenveld? Hoe komt het denkt u, dat u dit op deze wijze ervaart? Wat zou er kunnen veranderen om de negatieve kenmerken minder negatief te maken?
‘[Geef een korte samenvatting van de antwoorden]. Klopt deze samenvatting?’ 1. Bent u tevreden met het groen in Marenveld? 2. Waarom (wel/niet?)
72
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
3. Vindt u groen belangrijk in de wijk? 4. Waarom (wel/niet) (Indien wel: ga door vanaf vraag 12. Indien niet: ga door met vraag 15) 5. Wat voor soorten planten en of groenvoorziening zoals een buurtmoestuin, zou u graag zien in de wijk? 6. Zou u bereid zijn hiervoor uw tijd in te zetten in onderhoud van buurttuinen? 7. Zou u bereid zijn uw tijd in te zetten voor Groener Arkeveen? 8. (Indien: ja) Mag ik uw contactgegevens noteren? 9. Denkt u dat anderen in uw wijk groen in de buurt belangrijk vinden? 10. Heeft u verdere opmerkingen omtrent de besproken zaken? ‘[Geef een korte samenvatting van de antwoorden]. Klopt deze samenvatting?’ ‘Hartelijk bedankt voor uw tijd! Wij zullen uw mening anoniem behandelen. Een prettige dag verder!’
OPDRACHT 14C: VRAGENLIJST Hieronder staat de vragenlijst zoals gebruikt zal worden voor de evaluatie. Enkele vragen uit de vragenlijst zijn afkomstig uit: Milfont, T. L., & Duckitt, J. (2010). The environmental attitudes inventory: A valid and reliable measure to assess the structure of environmental attitudes. Journal of Environmental Psychology, 30(1), 80-94.
‘Tevredenheidsonderzoek Marenveld’ Bedankt dat u wilt deelnemen aan deze vragenlijst, die u wordt aangeboden door het intitatief ‘Groener Arkeveen’. Deze vragenlijst wordt afgenomen ten behoeve van het evalueren van bepaalde komende activiteiten waar u later van op de hoogte zal worden gesteld. De vragenlijst is volledig anoniem, dit wil zeggen dat de resultaten niet worden verbonden aan uw naam. We willen u vragen de stellingen zo eerlijk mogelijk te beoordelen, dat komt de evaluatie ten goede. De vragenlijst bestaat uit twee onderdelen, we willen u vragen beide onderdelen volledig in te vullen. Geef van onderstaande stellingen op een schaal van 1 tot 7 aan in hoeverre u het hiermee eens bent. 1 = helemaal mee oneens 2 = mee oneens 3 = beetje mee oneens 4 = niet mee oneens / eens
5 = beetje mee eens 6 = mee eens 7 = helemaal mee eens
Deel 1. Buurt-tevredenheid Ik vind de wijk Marenveld een leuke wijk om in te wonen
1 2 3 4 5 6 7
Ik ben tevreden over mijn leefomgeving in deze wijk.
1 2 3 4 5 6 7
Ik vind dat er te weinig sociale controle is in deze wijk.
1 2 3 4 5 6 7
Ik ben tevreden over de hoeveelheid groen in de wijk.
1 2 3 4 5 6 7
Ik zou willen dat er meer sociale activiteiten worden georganiseerd in de wijk.
1 2 3 4 5 6 7
Mijn buren vormen onderdeel van mijn sociale leven.
1 2 3 4 5 6 7
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
73
Ik vind het leuk om in de tuin bezig/ op mijn balkon te tuinieren.
1 2 3 4 5 6 7
Ik voel mij veilig in deze wijk, omdat ik weet dat mijn buurtbewoners op mij en mijn huis letten.
1 2 3 4 5 6 7
Als er een moestuin met groenten, kruiden en fruit in de wijk aanwezig zou zijn, zou ik daar zeker gebruik van maken.
1 2 3 4 5 6 7
Deel 2. Interesse in Natuur Ik ben niet een type die ervan houd om tijd door te brengen in de wilde natuur.
1 2 3 4 5 6 7
Ik hou er erg van om door natuurgebieden te rijden, bijvoorbeeld door de weilanden of door bebost gebied.
1 2 3 4 5 6 7
Ik vind het erg saai om in de wilde natuur te zijn.
1 2 3 4 5 6 7
Als ik me ongelukkig voel, vind ik vaak rust in de natuur.
1 2 3 4 5 6 7
Als ik me in de natuur bevind gaat mijn stressniveau omlaag.
1 2 3 4 5 6 7
Ik ga liever een weekendje naar een grote stad dan dat ik naar een natuurgebied zou gaan.
1 2 3 4 5 6 7
Ik hou ervan om in natuurgebieden te zijn, gewoon omdat het fijn is om je in de natuur te bevinden.
1 2 3 4 5 6 7
Ik ervaar een geluksgevoel wanneer ik mij in de stilte van de natuur bevindt.
1 2 3 4 5 6 7
Ik vind het leuker om te gaan winkelen dan dat ik in het bos, bomen en vogels ga bekijken.
1 2 3 4 5 6 7
Ik vind het saai om tijd door te brengen in de natuur.
1 2 3 4 5 6 7
Mensen horen de natuur te overheersen.
1 2 3 4 5 6 7
Mensen zijn gecreëerd en/of geëvolueerd om de rest van de natuur te domineren.
1 2 3 4 5 6 7
Planten en dieren hebben net zoveel bestaansrecht als mensen.
1 2 3 4 5 6 7
Planten en dieren zijn bedoeld om te gebruiken door mensen.
1 2 3 4 5 6 7
Mensen zijn net zo goed onderdeel van het ecosysteem als andere dieren.
1 2 3 4 5 6 7
74
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
Mensen zijn niet belangrijker dan nadere levende organismen in de natuur.
1 2 3 4 5 6 7
De natuur is bedoeld om door mensen gebruikt te worden.
1 2 3 4 5 6 7
De natuur, in al zijn vormen en manifestaties, zou gecontroleerd moeten worden door mensen.
1 2 3 4 5 6 7
Ik geloof niet dat mensen gemaakt of geëvolueerd zijn om de rest van de natuur te domineren.
1 2 3 4 5 6 7
Mensen zijn niet belangrijker dan andere diersoorten.
1 2 3 4 5 6 7
Hartelijk bedankt voor het invullen van deze vragenlijst. U hoort spoedig meer van ons, over de komende activiteiten en de uitslagen van deze vragenlijst.
OPDRACHT 15: AANDACHTSPUNTEN Het werkelijke doel van de onderzoeken hoeft niet verhuld te worden. Er is nagedacht over een kleine beloning, door bijvoorbeeld aardbeien uit te delen. De anonimiteit blijft behouden, dit staat vermeld in alle meetmethoden. Sociale wenselijkheid is met name bij het interview aanwezig, dit wordt weggenomen door aan te geven dat er wordt verwacht dat de geïnterviewde eerlijk zal antwoorden.
OPDRACHT 16: PLANNING Tijdstip 0 De vragenlijst zal worden afgenomen 3 weken voordat de eerste communicatie over de activiteiten zal plaatsvinden. Dan kun je naar aanleiding van de resultaten uit de vragenlijst eventueel nog de activiteit iets aanpassen.
Tijdstip 1 De vragenlijst zal 2 maanden na de activiteit worden afgenomen. Na 2 maanden is de activiteit een beetje weggezakt, maar is het effect van de groenere omgeving wel goed zichtbaar. De mensen zijn het eerste meetmoment ook alweer een beetje vergeten waardoor ze daar niet door beïnvloed worden. Er kunnen eventueel vragen worden toegevoegd die specifiek naar het evenement verwijzen. Deze moeten niet mee worden genomen bij de analyse / vergelijking maar kunnen wel inzicht geven over de reden van verandering.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
75
76
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
NAWOORD Door de fasen te doorlopen in dit werkboek, ben je op het goede spoor gezet om duurzame gedragsverandering te stimuleren bij jouw doelgroep. Je weet nu wat je wilt veranderen, hoe je dat gaat doen en op welke wijze je dit gaat evalueren. Het is geen garantie voor een succesvolle duurzame gedragsverandering, maar ongetwijfeld is dit het beste wat je kunt doen met de capaciteit van jouw initiatief. Bedankt dat je jouw tijd en energie gebruikt om de wereld een stukje duurzamer te maken! Aan dit werkboek is door vele mensen gewerkt en dit project was niet mogelijk geweest zonder Global Awareness In Action (GAIA), de Gemeente Nieuwegein en de Europese Unie. Met speciale dank aan Cecile Custers, Shida Versteeg, Alex de Bree, Erna Kotkamp en Hans van der Boor voor hun zorgvuldige en kritische feedback op de ontwikkeling van dit werkboek. Tot slot een dankwoord voor de Nieuwegeinse initiatieven die mee hebben gedacht over de invulling van het werkboek: Stichting Fairtrade Nieuwegein, Werkgroep Rundu, Samen Duurzaam Nieuwegein, Cirkeltje Rond, Kledingbank voor Nieuwegein en Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid (IVN) Nieuwegein - IJsselstein e.o. De auteurs hopen van harte dat met behulp van het werkboek een activiteit is opgezet die het gewenste resultaat zal behalen. Veel succes en plezier toegewenst. Hartelijk bedankt, Marieke Kleinloog en Derk Spronk.
Deze publicatie is tot stand gekomen met hulp van de Europese Unie. De inhoud van deze publicatie is de verantwoordelijkheid van de gemeente Nieuwegein en kan op geen enkele wijze worden gezien als een weerspiegeling van de standpunten van de Europese Unie.
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
77
78
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN GAIA NIEUWEGEIN
79
“Het was leuk om te ervaren dat een goede voorbereiding van een interview met behulp van het werkboek leidt tot een beter resultaat”
“Door het werkboek heb ik geleerd hoe ik op een effectieve manier gedrag kan veranderen en kan meten of mijn activiteit heeft gewerkt.”
“Het maakt je enthousiast en zorgt voor een duidelijke structuur.” Arie Werkgroep Rundu
Roel Samen Duurzaam Nieuwegein
Carin IVN
“Het werkboek is gericht op duurzaamheid, maar eigenlijk is het binnen veel meer domeinen toepasbaar.” Frans Cirkeltje Rond
80
“Dit boekje is hèt bewijs dat je door samen te werken tot een mooi eindresultaat kunt komen.” Shida Communicatiemedewerkster Gemeente Nieuwegein
DE IDEALE UITKOMST • EFFECTIEVE DUURZAME GEDRAGSVERANDERING IN VIER STAPPEN
GAIA NIEUWEGEIN