Port Betaald Port Payé Pays - Bas
DE HOEKSTEEN 78 De Steen die de bouwers verworpen hadden, is tot een hoeksteen geworden ( Psalm 118:22 )
* DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
ADRES ONTVANGER
REDACTIE - COLOFON - INHOUD
2 COLOFON
De uitgave van dit blad is mogelijk gemaakt door vrijwillige bijdragen. Vrijwillige bijdragen zijn welkom en kunt u storten op de rekening t.n.v. Stichting de Bazuin te Sion ABN AMRO IBAN NL26ABNA 059 1860 724 Dan is er uitbreiding van dit blad mogelijk zodat ook anderen kennis kunnen nemen van Gods boodschap. Namens de redactie, Marian Pel / Wim Wiggers ---------------Wilt u dit blad blijven ontvangen stuur dan uw adres naar:
DE HOEKSTEEN. p/a Marian Pel Struikenlaan 34 4631 AN Hoogerheide ----------------------------BIJBELSCHOOL APELDOORN Kom ook naar de Bijbelschool in Apeldoorn, elke vierde zondag in de maand. De nog volgende data voor 2015.
REDACTIE “Satan heeft met misleidende kracht gewerkt en een veelheid aan dwalingen geïntroduceerd die de waarheid verduisteren. Dwaling kan niet op zichzelf staan en zou al heel snel uitsterven als het zich niet als een parasiet zou hechten aan de boom van waarheid. Dwaling leeft van Gods waarheid. De menselijke tradities hechten zich als rondzwevende kiemen aan Gods waarheid en mensen zien ze als deel van de waarheid. Satan krijgt vaste voet aan de grond en betovert de geest van mensen door valse leerstellingen en maakt dat zij theorieën geloven die geen grond in de waarheid hebben. Mensen leren vrijmoedig de leerstellingen en geboden van mensen. Terwijl tradities doorgegeven worden van generatie op generatie, krijgen zij macht over de menselijke geest. Maar ouderdom maakt dwaling niet tot waarheid en ook maakt zijn zware last niet dat de plant van waarheid een parasiet wordt. De boom der waarheid brengt zijn eigen echte vruchten voort, zijn ware oorsprong en natuur tonend. De parasiet van dwaling brengt ook zijn eigen vruchten voort en maakt openbaar dat zijn karakter verschilt van de plant van hemelse oorsprong.” RH, 22-10-1895 Marian Pel / Wim Wiggers
De Hoeksteen Een tijdschrift waarin de grondbeginselen van de adventsboodschap uitgebreid aan de orde komen, die door de Hoeksteen - Christus- aan zijn boodschappers, ter verkondiging en waarschuwing aan een ten ondergaande wereld, zijn gegeven. Ook het in het licht stellen van de adventsboodschap in deze tijd en in deze wereld, zal de bruikbaarheid van deze oude boodschap steeds urgenter maken. De medewerk(st)ers van de redactie van dit tijdschrift hebben één doel voor ogen, namelijk: in deze sombere, door oorlog, geweld, en door nog veel meer ellende geteisterde wereld zonder toekomst, een ieder de warme blijdschap te laten ervaren van deze boodschap, dat er wél een toekomst is en dat de Here spoedig komt! Dit tijdschrift wordt uitgegeven door leken binnen de zevendedags-adventgemeenschap, die zending bedrijven, boeken drukken en uitgeven.
LET OP: LET OP: 31 mei, 28 juni
INHOUD
Adres: Serviceflat Walterbosch Mercuriuslaan 35 7314 KR Apeldoorn
De Natuur van Christus in de Geest der Profetie Kinderverhaal... Een nieuwe voortand
21
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE Jezus was op aarde God en mens 1. Jezus als God Het contract tussen de Vader en de Zoon met betrekking tot Jezus’ menswording op aarde, had als inhoud: “Ik kan van Mijzelf niets doen.”(Johannes 5: 30). “Indien Christus misleid zou zijn geweest door Satans verzoekingen en Zijn wonderbare kracht had gebruikt om Zichzelf uit de moeilijkheden te bevrijden, dan zou Hij het contract met de Vader verbroken hebben, om ten behoeve van de mensheid op de proef te worden gesteld.” “Het was een moeilijke opdracht voor de Vorst des Levens om het plan uit te voeren dat Hij op Zich had genomen voor de redding van de mensen, door zijn goddelijkheid te bekleden met menselijkheid. Hij had in de hemel eer ontvangen en Hij was vertrouwd met absolute macht. Het was voor Hem even moeilijk om op het niveau van de mens te blijven als dat het voor de mens is om zich te verheffen boven het lage niveau van hun verdorven natuur en deelhebber te worden aan de goddelijke natuur. Christus werd tot het uiterste beproefd en het vereiste de kracht van al Zijn vermogens om de neiging te weerstaan wanneer Hij in gevaar verkeerde om Zijn kracht te gebruiken om Zichzelf uit het gevaar te verlossen en op deze wijze te triomferen over de machten der duisternis. Satan toonde zijn kennis van de zwakke punten van het menselijke hart en spande zich tot het uiterste in om voordeel te trekken uit de zwakheid van de menselijkheid die Christus had aangenomen om zijn verzoekingen te weerstaan ten behoeve van de mens.” RH, 1-4-1875. Toen Jezus mens werd verwisselde Hij de goddelijkheid niet voor menselijkheid, maar Hij verenigde zijn eigen godheid met de menselijke natuur.
3
“Christus bezat twee naturen, de natuur van de mens en de natuur van God. In Hem waren goddelijkheid en menselijkheid verenigd en door deze twee naturen gescheiden te houden heeft Hij aan de wereld een voorstelling gegeven van het karakter van God en het karakter van een volmaakt mens.” GC Bulletin, 30-12-1899. De natuur van God en de natuur van Adam, de overtreder, waren in Christus verenigd. “In Christus werden het goddelijke en het menselijke verenigd – de Schepper en het schepsel. De natuur van God, wiens wet was overtreden, en de natuur van Adam, de overtreder, komen samen in Jezus – de Zoon van God en de Zoon des mensen. En nadat Hij met Zijn eigen bloed de prijs van de verlossing had betaald, nadat Hij de ervaring van de mens had doorstaan en ten behoeve van de mens de verzoeking het hoofd had geboden en overwonnen – nadat Hij, die Zelf zondeloos was, de schande en schuld en last van de zonde had gedragen, is Hij de Voorspraak en Middelaar van de mens geworden. Wat een zekerheid is dit voor de verzochte en worstelende ziel, wat een verzekering voor het toeziende universum dat Christus “een barmhartige en getrouwe Hogepriester zal zijn!” BC, blz. 586. Hoewel de godheid van Christus en Zijn mensheid in hem verenigd waren, had elk van de beide naturen een apart bestaan. “Maar hoewel de goddelijke heerlijkheid van Christus voor een tijd bedekt en verborgen was door Zijn aangenomen menselijkheid, hield Hij toch niet op God te zijn toen Hij mens werd. Het menselijke nam niet de plaats in van het goddelijke, noch het goddelijke de plaats van het menselijk. Dit is de verborgenheid van godzaligheid. De twee uitdrukkingen God en mens waren in Christus, nauw en onafscheidelijk één, en toch hadden zij beiden een afzonderlijk bestaan. Hoewel Christus Zich ver-
4
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
nederde om mens te worden, was de godheid nog steeds Zijn bezit… Er waren gelegenheden dat Jezus daar stond als de Zoon van God terwijl Hij in menselijk vlees was. De goddelijkheid straalde door de menselijkheid heen en werd gezien door de spottende priesters en oversten. Werd het erkend? Sommigen erkenden dat Hij de Christus was, maar het grootste deel van degenen die bij deze speciale gelegenheden gedwongen werden om te zien dat Hij de Zoon van God was, weigerden Hem te aanvaarden. Hun blindheid kwam overeen met hun besliste weigering om overtuigd te worden. Als de inwonende heerlijkheid van Christus opflitste was zij te intens voor Zijn reine en volmaakte menselijkheid om haar geheel te verbergen. De schriftgeleerden en Farizeeën erkenden Hem niet, maar hun haat en vijandschap werden verijdeld als Zijn heerlijkheid uit Hem straalde. De waarheid, verborgen als zij was door een bedekking van vernedering, sprak tot ieders hart met een onmiskenbaar bewijs. Dit leidde tot de woorden van Christus: “Gij weet wie Ik ben.” Wanneer Zijn heerlijkheid uitstraalde werden mensen en duivels gedwongen te belijden: “Waarlijk dit is de Zoon van God.” Op deze wijze werd God geopenbaard; op deze wijze werd Christus verheerlijkt.” BC, blz. 388. “Werd de menselijke natuur van de zoon van Maria veranderd in de goddelijke natuur van de Zoon van God? Nee, de twee naturen werden op een verborgen wijze verenigd in één persoon – de mens Jezus Christus. In Hem woonde al de volheid der godheid lichamelijk. Toen Christus werd gekruisigd, stierf Zijn menselijke natuur. De Godheid kan niet ten onder gaan en sterven, dat zou onmogelijk zijn geweest… Dit is een groot mysterie, een verborgenheid die niet ten volle in al zijn grootheid verstaan zal worden vóór de verheerlijking van de verlosten zal hebben plaatsgevonden. Dan zullen de macht, de grootheid en doeltreffendheid van Gods gave aan de mens worden begrepen. Maar de vijand is vastbesloten te zorgen dat deze gave zo mysterieus gehouden zal worden dat ze nietszeggend zal worden.” BC, blz. 361.
Dit aparte bestaan van de beide naturen, de goddelijke en de menselijke natuur in Christus, was één van de middelen die Hem in staat stelde om net als ieder ander mens verzocht te worden. Hij werd dagelijkse verzocht Zijn eigen goddelijke kracht, die Hij binnen handbereik had, te gebruiken. “Zijn heerlijkheid bedekt te houden als het kind van het gevallen geslacht was de meest strenge discipline waaraan de Vorst des levens Zich kon onderwerpen. Op deze wijze mat Hij Zijn krachten met Satan. Hij, die uit de hemel werd geworpen, vocht wanhopig om Diegene op wie hij in de hemel jaloers was geweest, te overmeesteren. Wat een gevecht was dat! Geen taal kan dit op gepaste wijze onder woorden brengen. Maar in de nabije toekomst zal dit begrepen worden door diegenen die overwonnen hebben door het bloed van het Lam en het woord van hun getuigenis.” BC, blz. 308. 2. Jezus als mens Toen Christus op aarde rondwandelde leefde Hij de menselijke natuur, niet de goddelijke natuur die de Zijne was vanaf de dagen der eeuwigheid. “De apostel wil onze aandacht van onszelf afwenden en vestigen op de Schepper van ons heil. Hij houdt ons Zijn beide naturen voor, Zijn goddelijke en menselijke natuur. Hier volgt de beschrijving van de goddelijke: “Die in de gestalte Gods zijnde, het gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht.” (Filippenzen 2: 6). Hij was de “afstraling Zijner heerlijkheid en de afdruk van Zijn wezen.” (Hebreeën 1: 3). Nu van het menselijke: Hij “is de mensen gelijk geworden: en in Zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruizes.” (Filippenzen 2: 7, 8). Hij nam de menselijke natuur vrijwillig op Zich. Het was Zijn eigen daad met Zijn eigen instemming. Hij bekleedde Zijn goddelijkheid met menselijkheid. Al die tijd
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
was Hij God, maar verscheen niet als God. Hij omhulde de demonstratie van de Godheid, die aanbidding en bewondering van heel Gods universum hadden opgeroepen. Hij was God terwijl Hij op aarde was, maar ontdeed Zich van de gestalte van God en daarvoor in de plaats nam Hij de gestalte van een mens aan. Op aarde wandelde Hij als mens… Als lid van het menselijk gezin was Hij sterfelijk, maar als God was Hij de bron des levens voor de wereld. In Zijn goddelijke persoon had Hij het voortschrijden van de dood altijd kunnen weerstaan en kunnen weigeren onder haar heerschappij te komen, maar Hij legde Zijn leven vrijwillig af, opdat Hij zo het leven zou kunnen geven en onsterfelijkheid aan het licht zou kunnen brengen… Hij had Zijn menselijke natuur kunnen helpen om de inbreuk van ziekte te weerstaan door vanuit Zijn goddelijke natuur vitaliteit en onverderfelijke kracht uit te storten in de menselijke natuur, maar Hij vernederde Zich tot de menselijke natuur. Hij deed dit opdat de Schrift vervuld zou worden… Het Woord stemde toe om vlees te worden! God werd mens! Het was een wonderbare vernedering.” BC, blz. 383-385. “Christus alleen was in staat om de Godheid te vertegenwoordigen. Hij alleen, die vanaf het begin in de tegenwoordigheid van de Vader was geweest, was in staat om dit werk te volbrengen. God kon niet aan de wereld geopenbaard worden door een beschrijving met woorden. God moest aan de mensheid geopenbaard worden door een leven van reinheid, een leven van volmaakt vertrouwen en onderwerping aan de wil van God, een leven van een zodanige vernedering dat zelfs de hoogste seraf ervoor zou zijn teruggedeinsd. Om dit tot stand te brengen bekleedde onze zaligmaker zijn Godheid met de mensheid. Hij gebruikte de menselijke vermogens, want alleen door die aan te nemen kon Hij worden begrepen door de mensheid. Alleen de mens kan de mens bereiken. Hij leefde het karakter van God uit door het menselijke lichaam dat God voor Hem had bereid. Hij zegende de wereld door het leven van God uit te leven in menselijk vlees, op deze wijze aantonend dat Hij de macht bezat om de mense-
5
lijkheid te verbinden met de goddelijkheid.” BC, blz. 583. De gehoorzaamheid van Jezus was niet de gehoorzaamheid van God aan God, maar van de mens (Jezus) aan God. “De overwinning en gehoorzaamheid van Christus is die van een waarachtig menselijk wezen. Wij maken vele fouten in onze gevolgtrekkingen vanwege onze verkeerde inzichten van de menselijke natuur van onze Heer. Indien wij aan Zijn menselijke natuur een kracht toekennen die mensen onmogelijk zouden kunnen bezitten in zijn strijd met Satan, dan vernietigen wij de volkomenheid van Zijn mens-zijn. Zijn toegerekende genade en kracht geeft Hij aan allen die Hem door het geloof aanvaarden. De gehoorzaamheid van Christus aan de Vader is dezelfde gehoorzaamheid die vereist wordt van de mens. De mens kan Satans verzoekingen niet weerstaan zonder goddelijke kracht die verenigd is met zijn vermogens. Zo ook met Jezus Christus; Hij kon beslag leggen op goddelijke kracht. Hij kwam niet naar de wereld om de gehoorzaamheid van een kleinere God te geven aan een grotere, maar om als mens Gods heilige wet te gehoorzamen en op deze manier is Hij ons voorbeeld. De Here Jezus kwam naar deze wereld, niet om te openbaren wat een God kon doen, maar wat een mens kan doen door geloof in Gods kracht om hem in elke omstandigheid te helpen. De mens moet door het geloof een deelhebber zijn van de goddelijke natuur en moet elke verzoeking overwinnen waarmee hij wordt omringd. De Here vraagt nu dat iedere zoon en dochter van Adam, door het geloof in Jezus Christus, Hem dient in de menselijke natuur die wij nu hebben, de Here Jezus heeft de afgrond die de zonde heeft gemaakt, overbrugd. Hij heeft de aarde met de hemel verbonden, de begrensde mens met de oneindige God. Jezus, de Verlosser der wereld, kon Gods geboden alleen houden op dezelfde manier waarop de mens ze kan houden.” BC, blz. 592.
6
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
“Wij hoeven de gehoorzaamheid van Christus niet te beschouwen als iets aparts, als iets waartoe Hij in het bijzonder in staat was, vanwege zijn goddelijke natuur, want Hij stond voor God als vertegenwoordiger van de mens en werd verzocht als de plaatsvervanger en borg van de mens. Indien Christus een speciale kracht had bezeten als een voorrecht dat de mens niet bezit, dan zou Satan munt geslagen hebben uit deze zaak. Maar het werk van Christus bestond daaruit dat Hij de beheersing van Satan over de mens zou wegnemen en Hij kon dit alleen maar op een eerlijke manier. Hij kwam als mens, om verzocht te worden als mens, en om de gehoorzaamheid te bewijzen van een mens. Christus bewees gehoorzaamheid aan God en overwon zoals de mens moet overwinnen. Wij worden ertoe geleid om verkeerde gevolgtrekkingen te maken vanwege onze verkeerde inzichten in de natuur van onze Heer. Het toeschrijven aan Zijn natuur van een kracht die voor ons niet mogelijk is om te bezitten in onze strijd met Satan, staat gelijk met het vernietigen van de volkomenheid van Zijn menszijn. De gehoorzaamheid van Christus aan Zijn Vader was dezelfde gehoorzaamheid die van de mens vereist wordt. De mens kan Satans verzoekingen niet overwinnen, tenzij een goddelijke kracht door de mensheid werkt. De Here Jezus kwam niet naar deze wereld om aan te tonen wat God kan doen in Zijn eigen goddelijke Persoon, maar wat Hij kan doen door de menselijke natuur. Door het geloof moet de mens deelhebber worden van de goddelijke natuur en elke verzoeking waarmee hij wordt omringd overwinnen.” ST. 10-4-1893. De wonderen van Jezus waren het werk van de Heilige Geest door de dienst van de engelen. “De wonderen van Christus voor de beproefden en lijdenden zijn gedaan door Gods macht, door het werk van de engelen. Door Christus en door de dienst van zijn hemelse boden komt iedere zegen van God tot ons.” JdWdE, blz. 109.
Tot nu toe hebben wij gezien dat: 1. Jezus Zijn eigen Goddelijkheid verenigde met onze gevallen, bevlekte, zondige natuur van de overtreder. 2. Jezus leefde Zijn menselijke natuur, niet Zijn goddelijke natuur. 3. Zijn eigen goddelijkheid en onze menselijke natuur waren hecht verbonden, maar elk had zijn eigen individualiteit, een gescheiden bestaan. 4. De menselijke natuur verbonden met Zijn eigen goddelijkheid was onze natuur, of de natuur van Adam de overtreder. 5. Jezus stond onder contract om de menselijke natuur te leven. “Indien Christus misleid was geworden door Satans verzoekingen en Zijn wonderbare kracht had gebruikt om Zich uit de moeilijkheden te bevrijden, dan zou Hij het contract met Zijn Vader om ten behoeve van het mensdom op de proef te worden gesteld, hebben verbroken.”RH. 1-4-1875. Het is vanzelfsprekend dat zijn kracht tot een heilig leven niet onze zondige natuur was. Dat is eenvoudig onmogelijk “alles draagt vrucht naar zijn aard”. Om dit te begrijpen moeten ons een aantal gegevens uit de Schrift duidelijk worden. De wetten der erfelijkheid “Wat uit het vlees geboren is, is vlees: wat uit de geest geboren is, is geest.” (Johannes 3:6). De Heilige Geest brengt uit een zondige natuur geen zondeloze natuur voort, nee!! Vlees baart vlees, zondig vlees baart zondig vlees, maar een mens uit de Geest geboren onderwerpt zondig vlees, veroordeelt zondig vlees en hij doet dat door de Heilige Geest. (Romeinen 8: 3, 4). Want wat uit de Geest geboren is, is geest. Maar zij blijven beide gescheiden, vlees blijft vlees en geest blijft geest.
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
Dat de wetten der erfelijkheid iets te maken hadden met de verzoekingen die tot Jezus kwamen, wordt duidelijk door Lukas geleerd. De volgorde die wij in zijn evangelie zien is: 1. Jezus wordt gedoopt. 2. Dan volgt het geslachtsregister van Jezus door Maria. Jezus is de 77ste generatie. 3. Daarna komt de verzoeking in de woestijn. Het geslachtsregister in Lukas staat dus in directe relatie tot de verzoeking in de woestijn. (zie Lukas 3: 21 – 4: 13). Het geslachtsregister van Jozef – het recht op de troon van David – staat in Mattheüs. Twee willen in de mens De mens heeft twee soorten wil. Paulus zegt: “De wil van het vlees en van de gedachten.” Efeze 2: 3. Het Grieks is nog veel sterker: “De willen (meervoudsvorm) van het vlees en van de gedachten.” Welnu, in Jezus was de wil van het vlees vijandschap tegen God (Efeze 2: 15), “de vijandschap in het vlees van Hem” (Grieks). Maar vers 16 zegt: “De vijandschap in Hem gedood hebbende” (Grieks). Maar de wil der gedachten in Jezus was “De gezindheid die was in Christus Jezus.” (Filippenzen 2: 5). Het vlees zelf kan niet zondigen “Het vlees kan van zichzelf niet zondigen tegen God.” Heavenly Places, blz. 198. De boze lusten mogen werkzaam zijn, maar als zij niet “bevrucht” worden door “de wil van de gedachten” dan baren zij geen zonde. (Jakobus 1: 15). Dat brengt ons tot de stelling dat datgene wat van de natuur gezegd kan worden, niet altijd gezegd kan worden van de persoon. Er is een dualisme in de mens. Het vlees strijdt tegen de Geest in de wedergeborene. Jezus bezat de zondige natuur van de mens, toch was Hij als mens zondeloos. Wat zegt de apostel? “Alle zonde die de mens doet gaat buiten zijn lichaam om.”(1 Korinthe 6: 18 Leidse vertaling). En let-
7
terlijk uit het Grieks: “Elke zonde welke de mens ooit moge doen, buiten het lichaam is zij.” Dat is de reden dat ons lichaam nooit een excuus is voor zelfs één zondige daad. De zonde zit in de menselijke geest. Reiniging van het geweten Ten vierde moet ons duidelijk zijn wat het doel is van het verlossingsplan. Het doel binnen het kader van het middelaarschap is het herstel van de oorspronkelijke geest van de mens, de zondeloze geest van Adam. “Jezus werd mens opdat Hij kon bemiddelen tussen de mens en God. Hij bekleedde Zijn goddelijkheid met menselijkheid. Hij verbond Zich met het mensdom, zodat Zijn lange menselijke arm zich om de mensheid kon slaan, terwijl Hij met Zijn goddelijke arm beslag legde op de goddelijke troon. En dit alles om het oorspronkelijke denken, dat de mens door Satans verleidelijke verzoeking in het paradijs had verloren, aan hem terug te geven, opdat de mens zou beseffen, dat het voor zijn tijdelijk en eeuwig welzijn nodig is om Gods geboden te gehoorzamen. Ongehoorzaamheid is niet in overeenstemming met de natuur die God de mens in het paradijs heeft gegeven.” BC, blz. 586. De menselijke natuur van Jezus De kracht die Jezus openbaarde als mens was niet die van een zondeloze Adams natuur. Jezus onderwierp zich aan de wetten der erfelijkheid. “Het zou een vrijwel oneindige vernedering zijn geweest voor Gods Zoon om de menselijke natuur op Zich te nemen, zelfs toen Adam nog onschuldig in het paradijs vertoefde. Maar Jezus nam de menselijke natuur op Zich toen het mensdom verzwakt was door vierduizend jaren van zonde. Evenals ieder kind van Adam aanvaardde Hij de uitwerking van de grote wet der erfelijkheid. Wat daarvan de gevolgen waren blijkt uit de geschiedenis van
8
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
zijn aardse voorouders. Hij kwam met zulk een erfelijkheid om onze zorgen en beproevingen te delen en ons een voorbeeld te geven van een zondeloos leven.” JdWdE, blz. 31. “Adam was in een gunstiger positie dan Christus, omdat toen hij werd aangevallen door de verzoeker, geen enkele van de gevolgen van de zonde op hem was. Hij stond in de kracht van een volmaakte mannelijkheid, in het bezit van de volle kracht van lichaam en geest. Hij werd omgeven door de heerlijkheid van het paradijs en was in dagelijkse gemeenschap met hemelse wezens. Zo was het niet met Jezus toen Hij de woestijn inging om de worsteling met Satan aan te gaan. Gedurende vierduizend jaar was het geslacht achteruitgegaan in lichamelijke en geestelijke kracht en in morele waarde en Christus nam de zwakheden van de gedegenereerde mensheid op Zich. Alleen op deze manier kon Hij de mens redden uit de diepste diepten van ontaarding.” ST. 3-12-1902. Christus werd verzocht door de inwonende zwakheid van de menselijke natuur, de verdorven beginselen van het menselijke vlees. “Adam werd verzocht door de vijand en hij viel. Het was geen inwonende zonde die hem ertoe leidde om toe te geven want God maakte hem rein en oprecht naar Zijn eigen beeld. Hij was even onberispelijk als de engelen voor de troon. In hem waren geen verdorven beginselen, geen neigingen tot het kwaad. Maar toen Christus kwam om de verzoekingen van Satan te weerstaan, droeg Hij “de gelijkenis van het zondige vlees”. In de woestijn, verzwakt door een vasten van veertig dagen, ontmoette Hij zijn tegenstander.” ST 17-11-1900. “Uit eigen kracht kunnen wij onmogelijk de aandrang van onze gevallen natuur loochenen (weerstaan). Op deze wijze zal Satan ons verzoeken. Christus wist dat de vijand ieder mens zou benaderen en gebruik zou maken van de aangeboren zwak-
heid, om door zijn bedrieglijke voorstellen allen, die niet op God vertrouwen, te verstrikken. Door de weg te gaan die ieder mens moet afleggen, heeft de Here het voor ons mogelijk gemaakt te overwinnen.” JdWdE, blz. 91. Jezus nam de gevallen menselijke natuur aan. “Hoewel Hij geen zondesmet op Zijn karakter had, daalde Hij toch af om onze gevallen natuur te verbinden met Zijn goddelijkheid. Door op deze manier de menselijkheid op Zich te nemen, eerde Hij de menselijkheid. Nadat Hij onze gevallen natuur had aangenomen toonde Hij wat zij kon worden door het aanvaarden van de overvloedige voorzieningen die Hij getroffen had en door deelhebber te worden van de goddelijke natuur.” QD, blz. 657. “Het aannemen van de menselijke natuur stelde Christus in staat om de aard van de beproevingen en de verzoekingen waardoor Hij werd omringd te begrijpen. Engelen die onbekend waren met de zonde konden geen medelijden hebben met de mens in zijn bijzondere beproevingen… Het was op Gods bevel dat Christus de gestalte èn de natuur van de gevallen mens op Zich zou nemen, opdat Hij vervolmaakt zou worden door lijden heen en de kracht van de vreselijke verzoekingen van Satan zou verduren, zodat Hij zou weten hoe Hij hen zou kunnen helpen die worden verzocht.” 2 SP, blz. 39. “Welk een grote liefde! Welk een verbazingwekkende afdaling! De Koning der heerlijkheid bood aan Zich te vernederen tot het gevallen mensdom! Hij zou zijn voeten zetten in de voetsporen van Adam. Hij zou de gevallen natuur van de mens op Zich nemen en de strijd aanbinden met de machtige vijand die over Adam had getriomfeerd. Hij zou Satan overwinnen en op deze wijze de weg tot verlossing openen uit Adams vernedering en val, voor allen die in Hem zouden geloven.” BC, blz. 8.
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
9
De visie van Jezus en de visie van Satan over de gevallen natuur van de mens die Hij aannam. Dit is up-to-date theologie!
en heeft onder ons gewoond”, omdat Hij Zich op deze wijze kon verbinden met de zondige, lijdende zonen en dochters van Adam.” BC, blz. 236.
“Jezus zei hun (de engelen) ook dat zij een werk te doen zouden hebben, dat zij bij Hem moesten zijn en Hem bij verschillende gelegenheden zouden moeten sterken. Dat Hij de natuur van de gevallen mens zou aannemen en dat Zijn kracht niet eens gelijk zou zijn aan de hunne.” EG, blz. 143.
Jezus nam de natuur van de overtreder aan.
“Satan… zei tegen zijn engelen dat wanneer Jezus de gevallen menselijke natuur op Zich zou nemen, hij Hem zou kunnen overwinnen en de totstandkoming van het verlossingsplan zou verhinderen.” EW (Engels), blz. 152. Jezus nam de zondige natuur op Zich. “Bekleed met het kleed van de mensheid daalde de Zoon van God af naar het niveau van diegenen die Hij wilde redden. In Hem was geen bedrog of zondigheid, Hij was altijd rein en onbevlekt, toch nam Hij onze zondige natuur op Zich. Terwijl Hij Zijn goddelijkheid bekleedde met de menselijkheid, opdat Hij Zich zou verbinden met de gevallen menselijkheid, trachtte Hij datgene voor de mens terug te winnen wat Adam voor zichzelf en voor de wereld had verloren. In Zijn eigen karakter toonde Hij aan de wereld het karakter van God.” RH. 15-12-1896. Jezus nam de menselijke natuur die bevlekt was door de zonde op Zich. “Denk na over de vernedering van Christus. Hij nam de gevallen, lijdende, menselijke natuur, ontaard en door de zonde verontreinigd, op Zich. Hij nam onze smarten op Zich en droeg ons verdriet en onze schande. Hij verdroeg alle verzoekingen waaraan mensen blootstaan. Hij verenigde het menselijke met het goddelijke: In een tempel van vlees woonde een goddelijke geest. “Het Woord is vlees geworden
“In Christus werden het goddelijke en het menselijke verenigd – de Schepper en het schepsel. De natuur van God, wiens wet was overtreden en de natuur van Adam, de overtreder, komen samen in Jezus – de Zoon van God en de Zoon des mensen.” BC, blz. 586. Het karakter van Jezus De menselijke natuur van Jezus in de zin van het karakter was “Heilig, zonder schuld of smet, gescheiden van de zondaren”. (Hebreeën 7: 26). “Wij zullen geen misvattingen hebben met betrekking tot de volmaakte zondeloosheid van de menselijke natuur van Christus… Want Hij toonde aan het verbaasde universum volmaakte en volkomen nederigheid in Zijn menselijk karakter.” ST. 9-6-1898. “In Zijn menselijke natuur behield Hij de reinheid van Zijn goddelijk karakter.” YI. 2-6-1898. “Hij moest steeds op zijn hoede zijn om Zijn reinheid te bewaren.” JdWdE, blz. 49. “Maar Jezus, die kwam om als mens te leven, werd niet verontreinigd.” JdWdE, blz. 213. “Door de natuur van de mens in diens gevallen toestand op Zich te nemen, nam Christus niet in het minste deel aan haar zonde… Als Satan ook maar in het gering-
10
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
ste Christus tot zonde had kunnen verleiden, zou hij het hoofd van de Heiland hebben verbrijzeld. Zoals de zaken nu staan, kan hij slechts Zijn hiel verbrijzelen.” BC, blz. 391. De Heilige Geest en de mens Jezus De Heilige Geest is het geheim van Jezus’ reine en zondeloze leven en karakter. “Van Christus wordt gezegd: “En Hij werd dodelijk beangst en bad des te vuriger. En Zijn zweet werd als bloeddruppels die op de aarde vielen.” (Lukas 22: 24). Wij moeten de waarheid van het mens-zijn van Christus beseffen om de waarheid van bovenstaande woorden naar waarde te schatten. Christus deed niet alsof Hij de menselijkheid op Zich nam. Hij nam de menselijke natuur aan en beleefde de menselijke natuur. Christus deed geen wonderen voor Zichzelf. Hij was vertrouwd met ziekte, maar Zijn goddelijke natuur wist wat in de mens was. Voor Hem was het niet nodig dat iemand hiervan tot Hem zou getuigen. (Johannes 2: 25). De Geest werd hem bovenmate gegeven, want Zijn werk op aarde vereiste dit. Het leven van Christus vertegenwoordigt een volmaakt mens-zijn. Hij was in menselijke gedaante precies wat u kunt zijn. Hij nam onze zwakheden op Zich. Niet alleen werd Hij vlees gemaakt, maar Hij kwam in de gelijkheid van zondig vlees. Zijn goddelijke vermogens werden weerhouden om Zijn zielsangst of Zijn lichamelijke pijn te verlichten.” BC, blz. 379. Jezus bezat de Heilige Geest zonder mate. “Voor ons betekent het veiligheid en vreugde om bezig te zijn met het verlossingsplan. Geloof en gebed zijn noodzakelijk om de diepe dingen van God te zien. Onze geest wordt zo door onze bekrompen ideeën gebonden dat wij slechts begrensde inzichten hebben van de ervaring die voor ons het voorrecht is om te bezitten… Paulus opent voor de gemeente van Efeze in
de meest opvallende taal de wondere macht en kennis die zij als zonen en dochters van de Allerhoogste kunnen bezitten. Zie Efeze 3: 1420… Opdat gij vervuld wordt tot al de volheid Gods. Hier worden hoogten geopenbaard die wij kunnen bereiken door geloof in de beloften van onze hemelse Vader. Door de verdiensten van Christus hebben wij toegang tot de troon van oneindige kracht. “Hij, die Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft maar voor ons allen overgegeven heeft, hoe zal Hij ons ook niet met Hem alle dingen schenken?” (Romeinen 8: 32). De Vader gaf Zijn Geest aan Zijn Zoon zonder mate en ook wij kunnen deelhebben aan deze volheid, vervuld met alle volheid Gods – dit is het voorrecht van de dienstknechten des Heren, en “hun recht van Mijnentwege, zegt de Here.” (Jesaja 54: 17). Het hart dat eens de liefde van Christus gesmaakt heeft, roept voortdurend om een diepere teug, en als u meedeelt zult u een rijkere en meer overvloedige mate ontvangen. Elke openbaring van God aan de ziel doet het vermogen tot kennen en liefhebben toenemen. De voortdurende uitroep van het hart is: Meer van u, en het antwoord van de Geest is “veel meer”, want onze God schept er behagen in om veel meer te doen dan wij bidden of beseffen. Aan Jezus die Zichzelf opofferde voor de zaligheid van een verloren mensheid werd de Heilige Geest gegeven zonder mate. Zo zal het zijn met iedere volgeling van Christus als hij zijn hele hart overgeeft voor Zijn inwoning.” RH. 5-11-1908. “Christus, de zondeloze, op wie de Heilige Geest werd uitgestort zonder mate, erkende voortdurend Zijn afhankelijkheid van God en zocht verse voorraad van de Bron van kracht en wijsheid.” RH. 8-11-1887. De inwoning van de Heilige Geest – de verbinding van Jezus’ menselijke natuur met de goddelijke natuur van de Heilige Geest – zorgde ervoor dat Jezus gereed was voor het conflict.
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
“De overste dezer wereld komt,” zei Jezus, “en heeft aan Mij niets.” Niets in Hem gaf toe aan de bedrieglijke wijsheid van Satan. Hij gaf niet toe aan de zonde. Zelfs in gedachten bezweek Hij niet voor de verleiding. Dat kan met ons ook het geval zijn. De menselijkheid van Christus was verbonden met de godheid. Hij was gereed de strijd aan te binden doordat de Heilige Geest in Hem woonde. Hij is gekomen om ons deel te doen hebben aan de goddelijke natuur. Zolang wij met Hem door het geloof verenigd zijn, heeft de zonde geen macht meer over ons. God reikt naar de hand van het geloof in ons waardoor wij beslag kunnen leggen op de godheid van Christus en volmaakt van karakter kunnen worden.” JdWdE, blz. 92. De geest van Jezus werd gevormd door de Heilige Geest. “Van Jezus staat geschreven: “En het kind groeide, en werd sterk in de geest, vervuld met wijsheid: en de genade Gods was op Hem..” En Jezus nam toe in wijsheid, in grootte en in genade bij God en de mensen. Een kennis van God houdt een soort kennis in die even blijvend is als de eeuwigheid. De werken van Christus doen en leren, is het verkrijgen van een ware opvoeding. Alhoewel de geest van Christus gevormd werd door de Heilige Geest, zodat Hij tot Zijn ouders kon zeggen: “Waarom zoekt gij Mij? Wist gij niet dat Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader?”, werkte Hij toch in de timmermanswinkel als een gehoorzaam zoon.” RH. 25-2-1896. In Christus werden door de Heilige Geest de eigenschappen van God (Gods karakter) meegedeeld aan de menselijke natuur. “Zullen er enigen onder ons zijn die even ondankbaar zijn als de Joden, of zullen wij op Jezus zien als een volmaakt voorbeeld van onze vervolmaakte menselijkheid, in Zichzelf de eigenschappen verenigend van de Godheid en onze menselijke natuur? De
11
eniggeboren Zoon van God maakte openbaar wat onze menselijke natuur kan worden. In zijn geheiligde menselijke natuur openbaarde Hij wat de mens moet zijn.” ST. 18-6-1896. Overwinnen zoals Hij heeft overwonnen (Openbaring 3: 21) 1. Overgave van de wil. “De Heiland verlangde vurig dat zijn discipelen zouden begrijpen met welk doel zijn goddelijkheid was verenigd met de menselijke natuur. Hij was naar de wereld gekomen om Gods heerlijkheid te openbaren, opdat de mens door de vernieuwende kracht daarvan zou worden verheven. God openbaarde Zich in Hem opdat Hij in hun geopenbaard kon worden. Jezus openbaarde geen eigenschappen en oefende geen kracht uit die de mens door geloof in Hem niet zou kunnen bezitten. Al Zijn volgelingen kunnen Zijn volmaakte menselijke natuur bezitten als zij zich evenals Hij aan God willen onderwerpen.” JdWdE, blz. 553. 2. Gebed. “Als mens smeekte Hij voor Gods troon tot Zijn menselijkheid vervuld was met een hemelse stroom die het goddelijke met het menselijke zou verbinden. Door een blijvende gemeenschap ontving Hij leven van God om aan de wereld leven te geven. Zijn ervaring moet ook de onze zijn.” JdWdE, blz. 296. 3. Door het Woord. “Zelfs in gedachten bezweek Hij niet voor de verleiding. Dat kan met ons ook het geval zijn. De menselijkheid van Christus was verbonden met de Godheid. Hij was gereed de strijd aan te binden doordat de Heilige Geest in Hem woonde… Christus heeft ons laten zien hoe wij dit kunnen bereiken. Hoe heeft Hij in de strijd met Satan overwonnen? Door Gods Woord. Alleen door dat Woord kon
12
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
Hij aan de verzoeking weerstand bieden. Hij zei: “Er staat geschreven”. Ook wij hebben “kostbare en zeer grote beloften… opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur.” (2 Petrus 1: 4). JdWdE, blz. 92. 4. Door het geloof. “In geloof vond Hij rust bij hem die Hij altijd met blijdschap had gehoorzaamd. En onderworpen vertrouwde Hij Zich nu toe aan God. Het gevoel dat Hij de liefde van Zijn Vader miste, was verdwenen. Christus was door het geloof overwinnaar.” JdWdE, blz. 632. Overwinnen zoals Hij heeft overwonnen De Heilige Geest maakt ons deelhebber aan de goddelijke natuur. “Ik ben de Wijnstok, gij zijt de ranken,” zei Christus tot de discipelen. Hoewel Hij spoedig van hen zou worden weggenomen, zou hun geestelijke verbondenheid met Hem onveranderd blijven. De eenheid van de rank met de Wijnstok was volgens Hem het zinnebeeld van de band tussen Christus en hen. De loot wordt geënt op de levende wijnstok en vergroeit heel geleidelijk met de wijnstok zelf. Het leven van de wijnstok wordt het leven van de rank. Op gelijke wijze krijgt de mens die dood is in overtredingen en zonden, leven door het verbonden-zijn met Christus. Deze eenheid komt tot stand door geloof in Hem als een persoonlijke Verlosser. De zondaar verenigt zijn zwakheid met de kracht van Christus, zijn leegte met de volheid van Christus, zijn zwakheid met de blijvende kracht van Christus. Dan leeft in hem het gevoelen van Christus. De menselijkheid van Christus heeft zich verbonden met onze menselijkheid en zo is deze verbonden met het goddelijke. Op deze wijze krijgt de mens door de Heilige Geest deel aan de goddelijke natuur. Hij wordt aangenomen in de Geliefde.” JdWdE, blz. 564.
“De Heilige Geest is de adem van het geestelijke leven in de ziel. Deelhebben aan de Geest betekent deelhebben aan het leven van Christus. Wie dit ontvangt, wordt bekleed met de eigenschappen van Christus. Alleen zij die op deze wijze door God worden onderwezen, in wie de Geest werkt en in wie het leven van Christus tot uiting komt, mogen als Zijn vertegenwoordigers optreden om de gemeente te dienen.” JdWdE, blz. 669. “Het koninkrijk van Christus wordt niet opgericht door beslissingen van gerechtshoven of vergaderingen van een wetgevende macht, niet door de bescherming van de groten der wereld, maar door het inplanten van Christus’ natuur in de mens door het werk van de Heilige Geest. “Doch allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun die in Zijn naam geloven; die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans maar uit God geboren zijn.” Dit is de enige macht die de verheffing van het mensdom kan bewerkstelligen. En het menselijke middel om dit doel te bereiken is het onderwijzen en in praktijk brengen van Gods Woord.” JdWdE, blz. 422. “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft eeuwig leven.” De Heilige Geest had door de geliefde Johannes, die naar deze woorden had geluisterd, aan de gemeente verklaard: “En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven, en dit leven is in Zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven.” En Jezus zei: “Ik zal hem opwekken ten jongsten dage.” Christus is één met ons geworden opdat wij één van geest met Hem zouden worden. Door deze eenheid zullen wij opstaan uit het graf, niet alleen als een manifestatie van Christus’ macht, maar omdat Zijn leven door geloof het onze is geworden. Wie Christus in Zijn ware aard ziet en Hem aanneemt in zijn leven, heeft eeuwig leven. Door de Geest woont Christus in ons en Gods Geest, die door het geloof in het leven is aanvaard, is het begin van het
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
nieuwe leven.” JdWdE, blz. 316. De Heilige Geest snijdt de zonde weg uit het karakter. “Wij moeten van Christus leren. Wij moeten weten wat Hij betekent voor hen die Hij heeft verlost. Wij moeten beseffen dat het ons voorrecht is om door geloof in Hem deel te hebben aan de goddelijke natuur, om zo te ontkomen aan het verderf dat in de wereld is door begeerte. Dan worden wij gereinigd van alle zonde, van alle gebreken in het karakter. Wij behoeven geen enkele zondige neiging te behouden… Wanneer wij deel hebben aan de goddelijke natuur, worden geërfde en aangeleerde neigingen tot het kwaad uit het karakter weggesneden en worden wij gemaakt tot een levende kracht ten goede.” BC, blz. 615. Alleen de Heilige Geest kan zonde overwinnen. “De Heilige Geest was de grootste van alle gaven die Hij van Zijn Vader kon vragen voor de verheffing van Zijn volk. De Geest zou gegeven worden als een wederbarende kracht. Zonder deze kracht zou het offer van Christus geen waarde hebben gehad. De macht van het kwaad was door de eeuwen heen sterker geworden en de onderwerping van de mens aan deze satanische gevangenschap was verbazingwekkend. De zonde kon alleen weerstaan en overwonnen worden met de hulp van de derde Persoon van de Godheid die niet met beperkte macht, maar in de volheid van goddelijke macht zou komen. De Geest bekrachtigt wat door de Verlosser der wereld is bewerkt. Door de Geest wordt het hart gereinigd. Door de Geest heeft de gelovige deel aan de goddelijke natuur. Christus heeft Zijn Geest gegeven als een goddelijke macht om alle geërfde en aangekweekte neigingen tot het kwaad te overwinnen en Zijn eigen karakter op de gemeente te drukken.” JdWdE, blz. 560.
13
De kracht die de werelden geschapen en die Christus uit de doden opwekte, is de kracht van God die ons kan veranderen naar Gods beeld. “De levende woorden van God leren ons niet dat de zondaar berouw moet tonen voordat hij de uitnodiging van Christus kan aanvaarden: “Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven.” De mensen moeten tot Christus komen omdat zij in Hem hun Zaligmaker zien, hun enige Helper, opdat zij in staat gesteld mogen worden om tot inkeer te komen. Want als wij berouw konden betonen zonder tot Christus te gaan, dan zouden wij gered kunnen worden zonder Christus. Het is de kracht die van Christus uitgaat die tot waarachtige bekering leidt. Petrus maakt de zaak duidelijk als hij tot de Israëlieten zegt: “Hem heeft God door Zijn rechterhand verhoogd tot een Leidsman en Heiland om Israël bekering en vergeving van zonden te schenken.” (Handelingen 5: 31). Berouw is net zo goed de gave van Christus als vergiffenis, en zij kan niet in het hart gevonden worden waar Jezus niet aan het werk is geweest. Wij kunnen net zo min berouw tonen zonder de Geest van Christus om het geweten te laten ontwaken, dan dat wij zonder Christus kunnen worden vergeven.” RH. 1-4-1890. “Toch zullen diegenen die de Geest van God ontvangen, hoewel zij dood zijn in zonden en overtredingen, de actieve werking ervaren van de macht die Jezus uit de doden opwekte… Als al de wijsheid van de scholen, als al het menselijk kunnen aangewend zou worden voor een ziel die dood is in overtredingen en zonden, dan brengt dat niets tot stand voor de hervorming van het karakter. De menselijke zelfzucht blijft in al haar verdorvenheid. De Geest van God alleen kan de mens rein maken en rein houden. Haar werk aan de ziel wordt voorgesteld als het tot leven brengen van de doden en het bevrijden van de ziel van de slavernij van de zonde, die haar onder de veroordeling van de wet hebben gebracht, waar toorn en benauwdheid over elke boosdoener komt.” ST. 5-11-1894.
14
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
“God heeft Zijn Heilige Geest beloofd, de hoogste macht in het universum, om die te doen wonen in de mens, opdat door het geloof in Christus Jezus de mensheid verheven mocht worden. Een invloed die van God uitgaat trekt en brengt de kracht van het universum samen, opdat een verloren en opstandige mensheid verzoend en tot God teruggebracht zou worden.” ST. 4-9-1893. De mens zonder de Heilige Geest. “Christus laat zien dat zonder de beheersende macht van de Heilige Geest van God de mensheid een vreselijke macht ten kwade is.” BC, blz.377. Een tijd zonder Middelaar “De tijd van benauwdheid, zoals er niet geweest is” zal binnenkort aanbreken. Dan zal ons geestelijk leven een peil moeten hebben bereikt dat we nu nog niet hebben. Velen zijn trouwens te onverschillig om zoiets mee te maken. Vaak schijnt “de benauwdheid” groter dan ze achteraf blijkt te zijn. Deze regel gaat echter niet op voor de crisis die voor de deur staat. Zelfs de beste beschrijving kan geen volledig beeld geven van de ernst van de beproeving. In die crisis moet iedereen onafhankelijk voor God staan. “(Al waren) Noach, Daniël en Job daar – zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here HERE, zij zouden zoon noch dochter redden. Zij zouden door hun gerechtigheid alleen zichzelf redden”. We moeten nu, terwijl onze Hogepriester nog verzoening voor ons doet, ernaar streven volmaakt te worden in Christus. De Heiland heeft zelfs niet door een gedachte toegegeven aan de kracht van de verleiding. Satan vindt in het hart van de mens altijd wel iets waar hij vat op heeft of een zondig verlangen dat gekoesterd wordt waardoor hij kan verleiden. Maar Christus kon van Zichzelf zeggen: “De overste der wereld komt en heeft aan Mij niets”. Satan kon in de Zoon van God niets vinden dat hem ook
maar een kans gaf op de overwinning. Christus had de geboden van Zijn Vader bewaard en er was in Hem geen enkele zonde waarvan Satan zou kunnen profiteren. In deze toestand zullen ook degenen die in de tijd der benauwdheid stand willen houden, moeten verkeren. In dit leven moeten wij ons van de zonde bevrijden door het geloof in het verlossende bloed van Christus. Christus nodigt ons uit om tot Hem te komen, onze zwakheid met Zijn sterkte, onze onwetendheid met Zijn wijsheid en onze onwaardigheid met Zijn verdiensten aan te vullen.” Grote Strijd, blz. 574, 575. “Dit „komen” was ook door de profeet Maleachi voorzegd: „Plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de HERE der heerscharen” (Maleachi 3:1). „Het komen van de Here tot zijn tempel” was plotseling gebeurd en zijn volgelingen hadden dat niet verwacht. Zij hadden Hem niet dáár verwacht. Zij hadden gedacht dat Hij naar de aarde zou terugkeren „in vlammend vuur, als Hij straf oefent over hen, die God niet kennen en het evangelie van onze Here Jezus niet gehoorzamen” (2 Tessalonicenzen 1:8). Maar Gods volk was nog niet gereed om Christus te ontmoeten. Ze moesten zich nog voorbereiden en nog meer licht ontvangen, waardoor hun blik op Gods tempel in de hemel zou worden gericht. Wanneer zij in geloof hun Hogepriester in zijn dienst zouden volgen, zouden zij zien wat ze nog moesten doen. Er moest nog een waarschuwingsboodschap aan de gemeente worden gebracht. De profeet zegt: „Doch wie kan de dag van zijn komst verdragen, en wie zal bestaan, als Hij verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur van de smelter en als het loog van de blekers. Hij zal zitten, het zilver smeltend en reinigend. Hij zal de zonen van Levi reinigen, Hij zal hen louteren als goud en als zilver, opdat zij de Here in gerechtigheid offer brengen” (Maleachi 3:2,3). De gelovigen die op aarde zullen leven wanneer er een einde komt aan het verzoenend werk van Christus in het hemelse heiligdom zullen
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
zonder middelaar voor een heilige God staan. Hun kleren moeten vlekkeloos zijn en hun karakter moet door het bloed der besprenkeling van zonde zijn gereinigd. Door Gods genade en hun eigen inspanning moeten zij overwinnaars zijn in de strijd tegen het kwaad. Terwijl het onderzoekend oordeel in de hemel plaatsvindt en de zonden van de gelovigen die berouw hebben getoond uit het heiligdom worden verwijderd, moet er een bijzonder reinigingswerk, een afleggen van zonden onder Gods volk op aarde plaatsvinden. Dit werk wordt in Openbaring 14 duidelijker uiteengezet. Wanneer dit werk volbracht zal zijn, zullen de volgelingen van Christus gereed zijn voor Zijn komst. „Dan zal het offer van Juda en van Jeruzalem de HERE aangenaam zijn als in de dagen van ouds en als in vroegere jaren” (Maleachi 3:4). Dan zal de gemeente die onze Here bij zijn komst „voor Zich zal plaatsen” een gemeente zijn „zonder vlek of rimpel of iets dergelijks” (Efeziërs 5:27). Dan zal „zij opgaan als de dageraad, schoon zijn als de blanke maan, stralend als de gloeiende zon, geducht als krijgsscharen” (Hooglied 6:10). Maleachi voorzegde niet alleen dat de Here „naar zijn tempel zou komen”, maar kondigde ook eeuwen van tevoren zijn wederkomst om het vonnis te voltrekken aan: „Ik zal tot u ten gerichte naderen; Ik zal een snelle aanklager zijn tegen de tovenaars, tegen de echtbrekers, tegen de meinedigen, tegen hen die het loon van de dagloner drukken, weduwe en wees verdrukken, en de vreemdeling terzijde dringen, maar Mij niet vrezen, zegt de HERE der heerscharen” (Maleachi 3:5). Grote Strijd, blz. 397, 398. De bemiddeling in het heiligdom. “Wanneer u het kruis van Golgotha nadert is daar een liefde zichtbaar die door niets wordt geëvenaard. Als u in het geloof de betekenis van het offer begrijpt, ziet u uzelf als een zondaar, veroordeeld door een verbroken wet. Dit is berouw. Als u met een nederig hart komt, vindt u vergeving, want Christus wordt daar voorgesteld als voortdurend staande bij het altaar, terwijl Hij elk moment het
15
offer voor de zonden van de wereld brengt. Hij doet dienst in de ware tabernakel, die de Here heeft opgericht en niet een mens. De schaduwdienst van de Joodse tabernakel heeft niet langer waarde. Dagelijkse en jaarlijkse verzoening behoeft niet langer gedaan te worden. Maar het verzoenend offer, gebracht door een Middelaar is volstrekt noodzakelijk wegens het voortdurend zondigen. Jezus doet dienst in de tegenwoordigheid van God, Hij offert Zijn vergoten bloed, als een geslacht Lam. Jezus biedt het offer aan dat gebracht is voor elke overtreding en iedere tekortkoming van de zondaar. Christus onze Middelaar, en de Heilige Geest komen voortdurend ten behoeve van de mens tussenbeide, maar de Geest pleit niet voor ons zoals Christus dat doet. Hij biedt Zijn bloed aan dat vergoten is vanaf de grondlegging der wereld, de Geest werkt in op onze harten en ontlokt daaraan gebeden, berouw, lof en dank. De dankbaarheid die van onze lippen vloeit is het resultaat van het feit dat de Geest de snaren van de ziel bespeelt en zo de muziek van het hart wekt. De godsdienstoefeningen, de gebeden, de lof, de berouwvolle belijdenissen, stijgen van de ware gelovigen op als reukwerk naar het hemels Heiligdom, maar daar ze daarbij de verdorven menselijke kanalen passeren zijn ze zodanig vervuild dat, tenzij door bloed gereinigd, ze voor God nooit van waarde kunnen zijn. Ze stijgen niet in vlekkeloze reinheid op, en tenzij de Middelaar die aan Gods rechterhand staat ze alle door Zijn gerechtigheid aanbiedt en reinigt, is het voor God niet aanvaardbaar. Alle reukwerk uit aardse tabernakels moet bevochtigd worden met de reinigende druppels van Christus’ bloed. Hij houdt de Vader het wierookvat van Zijn verdiensten voor, waaraan geen smet van aardse verdorvenheid kleeft. In dit wierookvat verzamelt Hij de gebeden, de lof en de schuldbelijdenis van Zijn volk en daarbij voegt Hij Zijn eigen smetteloze gerechtigheid. Dan komt het reukwerk omhoog tot God, geurig gemaakt met de verdiensten van de verzoening van Christus, volkomen aanvaardbaar. Dan keren genadige antwoorden terug.” 1 SM, blz. 343-344.
16
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
“Aan de gelovige wordt de wonderbare mogelijkheid voor ogen gehouden dat hij aan Christus gelijk kan zijn, en aan de beginselen der wet kan gehoorzamen. Maar uit zichzelf is de mens onmogelijk in staat deze hoogte te bereiken. De heiligheid, die hij volgens het Woord van God moet bezitten alvorens hij gered kan worden, is het resultaat van de werking van goddelijke genade, terwijl hij zich onderwerpt aan de tucht en de weerhoudende invloed van de Geest der waarheid. De gehoorzaamheid van de mens kan alleen volmaakt worden door de welriekende geur van de gerechtigheid van Christus, die elke daad van gehoorzaamheid voor God welriekend maakt. Het aandeel van de christen bestaat uit het volhardend strijden tegen iedere fout. Voortdurend moet hij de Heiland bidden om genezing van zijn ziel die ziek is door de zonde. Door eigen kracht of wijsheid kan hij niet overwinnen. God bezit deze, en Hij is bereid Zijn kracht en wijsheid te schenken aan elkeen die Hem in ootmoed en overgave daarom smeekt.” JR, blz. 387, 388. “Maar hebben goede werken echt geen waarde? Wordt de zondaar die elke dag zondigt, door God even goedgunstig beschouwd als degene die door geloof in Christus in alle oprechtheid tracht te werken? De Schrift zegt: “Zijn maaksel zijn wij, in Christus geschapen om goede werken te doen die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.” De Here heeft in Zijn goddelijke schikking door Zijn onverdiende gunst verordineerd dat goede werken hun loon zullen vinden. Wij worden alleen door de verdiensten van Christus aanvaard; de daden van barmhartigheid die wij verrichten, zijn de vruchten van het geloof. Deze worden ons ten zegen, want de mensen worden vergolden overeenkomstig hun werken. Het is de geur van de verdiensten van Christus die onze goede werken voor God aanvaardbaar maken en genade stelt ons in staat de werken te doen waarvoor Hij ons beloont. Onze werken hebben van zichzelf geen verdienste. Als wij alles hebben gedaan wat wij mogelijkerwijze konden doen, moeten wij onszelf beschouwen als nutteloze
dienstknechten. Wij verdienen geen dank van God. Wij hebben alleen maar gedaan wat onze plicht was om te doen en onze werken konden niet zijn gedaan in de kracht van onze zondige natuur.” BC, blz. 376. De reiniging van het heiligdom. “De grootste belangstelling die de mensen kunnen tonen voor de vonnissen van aardse rechtbanken is maar een zwakke afschaduwing van de belangstelling in de hemelse rechtbanken, wanneer de namen die in het boek des levens geschreven staan, worden beoordeeld door de Rechter der gehele aarde. De goddelijke Middelaar pleit dat allen die de overwinning door het geloof in zijn bloed hebben behaald, vergiffenis krijgen voor hun overtredingen, weer een plaats in Eden zullen krijgen en gekroond zullen worden als medeërfgenamen met Hem om „de heerschappij van voorheen” weer uit te oefenen. (Micha 4:8). Satan heeft met zijn pogingen om de mensheid te bedriegen en te verleiden Gods plan met de schepping van de mens willen verijdelen, maar Christus vraagt nu dat dit plan wordt uitgevoerd alsof de mens nooit was gevallen. Hij vraagt niet alleen volledige vergeving en volkomen rechtvaardigmaking voor zijn volgelingen, maar ook een aandeel aan zijn heerlijkheid en een plaats op zijn troon. Terwijl Jezus pleit voor allen die zijn genade hebben aangenomen, klaagt Satan hen aan bij God. De aartsbedrieger wil hen doen twijfelen. Hij probeert hun vertrouwen in God te ondermijnen. Hij tracht hen te scheiden van zijn liefde en wil hen zijn wet laten overtreden. Nu vestigt hij de aandacht op hun leven, op hun karakterfouten, op het grote verschil tussen hen en Christus, op het feit dat ze hun Verlosser hebben beledigd en op al de zonden waartoe hij hen heeft proberen te verleiden. Dit is trouwens de reden waarom hij denkt dat zij zijn onderdanen zijn. Jezus verontschuldigt hun zonden niet, maar wijst op hun berouw en hun geloof. Terwijl Hij vergiffenis voor hen vraagt, laat Hij zijn doorboorde handen aan de Vader en aan de engelen zien en zegt: „Ik ken hen bij naam. Ik heb ze in mijn
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
handpalmen gegrift”. „De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God” (Psalm 51:19). Tot de aanklager van zijn volgelingen zegt Hij: „De HERE bestraffe u, satan, ja de HERE, die Jeruzalem verkiest, bestraffe u; is deze niet een brandhout uit het vuur gerukt?” (Zacharia 3:2). Christus zal zijn getrouwen bekleden met zijn gerechtigheid, zodat Hij hen voor de Vader kan plaatsen als een gemeente „stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks” (Efeziërs 5:27). Hun namen staan opgetekend in het boek des levens en over hen staat geschreven: „Zij zullen met Mij in witte klederen wandelen, omdat zij het waardig zijn” (Openbaring 3:4). Zo zal de belofte van het nieuwe verbond volledig in vervulling gaan: „Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en hun zonde niet meer gedenken.” „In die dagen en te dien tijde, luidt het woord des HEREN, zal de ongerechtigheid van Israël gezocht worden, maar zij is er niet, en de zonden van Juda, maar zij zijn niet te vinden” (Jeremia 31:34; 50:20). „Te dien dage zal wat de HERE doet uitspruiten tot sieraad en heerlijkheid zijn, en de vrucht des lands tot glorie en luister voor de ontkomenen van Israël. En het zal geschieden, dat wie overgebleven is in Sion, overgelaten in Jeruzalem, heilig zal heten - ieder die in Jeruzalem ten leven is opgeschreven” (Jesaja 4:2,3). Het onderzoekend oordeel en de uitdelging van de zonden moet voor de wederkomst zijn voltooid. Daar de doden moeten worden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven staat, is het uitgesloten dat de zonden worden uitgewist voor het oordeel, waarin hun geval wordt onderzocht. De apostel Petrus verklaart heel duidelijk dat de zonden van de gelovigen zullen worden uitgedelgd „opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren, en Hij de Christus, die voor u te voren bestemd was, Jezus, zende” (Handelingen 3:19,20). Wanneer het onderzoekend oordeel heeft plaats gehad, zal Christus terugkomen en „Hij zal zijn loon bij Zich hebben om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is”. Grote Strijd, blz. 446, 447.
17
“Als Jakob niet van tevoren aan God had gezegd dat hij berouw had over zijn onrechtmatige daad bij het verkrijgen van het eerstgeboorterecht, zou God zijn gebed niet hebben verhoord en zijn leven niet genadig hebben gespaard. Als Gods kinderen in de tijd der benauwdheid, wanneer ze al door vrees en angst worden gekweld, nog onbeleden zonden zouden hebben, zouden ze bezwijken. De wanhoop zou hun geloof ondermijnen en ze zouden niet in vertrouwen tot God kunnen gaan om Hem te smeken of Hij hen zou willen verlossen. Maar hoewel ze zich ten volle bewust zijn van hun onwaardigheid hebben ze geen verborgen zonden te belijden. Hun zonden zijn van tevoren in het oordeel gegaan en zijn uitgedelgd en zij kunnen die zich niet meer herinneren.” Grote Strijd, blz. 572. “Zoals Christus na Zijn hemelvaart in Gods tegenwoordigheid verscheen om te pleiten op Zijn bloed ten behoeve van berouwvolle zondaars, sprenkelde de priester in de dagelijkse dienst het bloed van het offer in het heilige ten behoeve van de zondaar. Het bloed van Christus zou niet de zonde wegnemen, hoewel het de boetvaardige zondaar bevrijdde van de veroordeling door de wet; het zou vermeld blijven in het heiligdom tot de uiteindelijke verzoening; evenzo nam in de schaduwdienst het bloed van het zondoffer de zonde van de boetvaardige weg, maar deze bleef op het heiligdom rusten tot de Grote Verzoendag. Op de dag van afrekening zullen de doden “geoordeeld worden op grond van hetgeen in de boeken geschreven” staat, “naar hun werken.” Openbaring 20:12. Dan zullen krachtens het verzoenend bloed van Christus de zonden van allen die oprecht berouw gehad hebben, uit de boeken des hemels worden weggedaan. Zo zal het heiligdom bevrijd of geheiligd worden van het verslag van de zonde. In de schaduwdienst werd dit grote verzoeningswerk, of de uitdelging van de zonden, voorgesteld door de dienst op de Grote Verzoendag - de reiniging van het aardse heiligdom, die tot stand kwam door het wegdoen van de zonden die het verontreinigd hadden,
18
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
zulks op grond van het bloed van het zondoffer. Zoals in het laatste oordeel de zonden van de boetvaardigen uit de boeken des hemels worden gewist, om nooit meer herinnerd te worden, zo werden ze in de schaduwdienst weggevoerd in de woestijn, en voor altijd verwijderd van de vergadering. Daar satan de aanstichter is van de zonde, de oorzaak van alle zonden die oorzaak waren van de dood van Gods Zoon, eist het recht dat satan eenmaal de straf zal dragen. Het werk van Christus voor de verlossing van de mens en de reiniging van het universum van zonde zal afgesloten worden door het wegdoen van de zonde uit het hemelse heiligdom en het leggen van deze zonden op satan, die ten slotte de straf zal dragen. Zo werden in de schaduwdienst de dagelijkse diensten afgesloten door de reiniging van het heiligdom en het belijden van de zonden op de kop van de zondebok.” PP, blz. 321, 322. De verzegeling. Nergens is er in de Geest der Profetie een betere beschrijving te vinden van de volgorde van de laatste gebeurtenissen die tot de verzegeling leiden dan in Getuigenissen voor de Gemeente, deel 5. “Zacharia’s visioen van Jozua en de Engel is bijzonder van toepassing op de ervaring van Gods volk in de afsluiting van de grote verzoendag. Het overblijfsel zal grote moeite en beproeving ervaren. Zij die de geboden van God onderhouden en vasthouden aan het geloof van Jezus, zullen de gramschap van de draak en zijn engelen voelen. Satan beschouwt de wereld als zijn onderdanen, hij beheerst de afvallige kerken, maar hier is een klein gezelschap dat zich verzet tegen zijn heerschappij. Als hij ze van de aarde kon wegvagen, zou zijn overwinning volledig zijn. Zoals hij de heidense naties beïnvloedde om Israël te vernietigen, zo zal hij in de nabije toekomst de boze machten van de aarde aansporen om het volk van God te vernietigen. Iedereen zal moeten gehoorzamen aan menselijke wetten in strijd met Gods wet. Zij die God en hun plicht trouw blijven, zullen bedreigd, vervloekt en vogelvrij ver-
klaard worden. Zij zullen “overgeleverd worden zelfs door ouders en broeders en verwanten en vrienden.” Hun enige hoop is de genade van God, en hun enige verweer ligt in gebed. Zoals Jozua bij de Engel pleitte, zo zal het overblijfsel met een gebroken hart en een oprecht geloof pleiten om vergeving en verlossing door Jezus hun Voorspraak. Zij zijn zich volledig bewust van de zondigheid van hun leven, zij zien hun zwakheden en onwaardigheid, en terwijl zij naar zichzelf kijken, zijn zij de wanhoop nabij. De verleider staat klaar om hen te beschuldigen, zoals hij ook klaar stond om Jozua aan te klagen. Hij wijst op hun vuile klederen, hun gebrekkige karakters. Hij wijst op hun zwakheden en dwaasheid, hun zonden van ondankbaarheid, hun anders zijn dan Christus, hetgeen hun Verlosser onteert. Hij probeert de ziel angst aan te jagen met de gedachte dat hun geval hopeloos is, dat de smet op hun klederen nooit weggewassen zal worden. Hij hoopt hun geloof zo te vernietigen, dat zij voor zijn verleidingen zullen zwichten, zich af zullen keren van hun trouw aan God en het merkteken van het beest zullen ontvangen. Satan beschuldigt hen voor God wanneer hij zegt dat zij door hun zonden de goddelijke bescherming hebben verspeeld, en hij eist het recht op hen als overtreders te vernietigen. Hij beweert dat zij het, net als hij, verdienen om uitgesloten te worden uit de genade van God. ‘Is dit,’ zegt hij, ‘het volk dat mijn plaats in de hemel moet gaan innemen en de plaats van de engelen die aan mijn kant stonden? Hoeveel zij belijden de wet van God te gehoorzamen, hebben zij zich aan haar voorschriften gehouden? Houden zij niet meer van zichzelf dan van God? Plaatsen zij hun eigenbelang niet boven Gods belang? Houden zij niet van de dingen van de wereld? Kijk naar de zonden die hun leven kenmerken. Kijk naar hun zelfzucht, hun boosaardigheid en haat tegenover elkaar.’ Het volk van God blijft in velerlei opzicht ernstig in gebreke. Satan is nauwkeurig op de hoogte met de zonden waartoe hij hen verleid heeft, en hij brengt deze overdreven aan het licht, door te
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
zeggen: ‘Zal God mij en mijn engelen verbannen uit Zijn aanwezigheid, en toch hen belonen die schuldig zijn aan dezelfde zonden? Dit kunt U in alle rechtvaardigheid niet doen, O Heer. Uw troon zal niet geloofwaardig zijn in rechtvaardigheid en oordeel. Gerechtigheid eist dat zij veroordeeld worden.’ Maar hoewel de volgelingen van Christus zondigden, gaven zij zich niet over aan de overheersing van het kwaad. Zij hebben hun zonden weggedaan en hebben nederig en berouwvol de Heer gezocht, en de goddelijke Voorspraak pleit voor hen. Hij die door hun ondankbaarheid uitermate beledigd is, die hun zonden kent, maar ook hun berouw ziet, zegt: “De Here bestraffe u, Satan,” ‘Ik gaf Mijn leven voor deze zielen. Zij zijn in Mijn handpalmen gegraveerd.’ De aanvallen van Satan zijn fel, zijn verleidingen zijn vreselijk, maar het oog van de Heer rust op Zijn volk. Hun beproeving is groot, de vlammen van de oven schijnen op het punt hen te verteren, maar Jezus zal hen tevoorschijn doen komen als goud dat in het vuur beproefd is. Hun wereldsgezindheid moet verwijderd worden, zodat het beeld van Christus volmaakt gereflecteerd kan worden; ongeloof moet worden overwonnen en geloof, hoop en geduld moeten worden ontwikkeld. Het volk van God zucht en roept vanwege de gruwelen die in het land plaatsvinden. Onder tranen waarschuwen zij de goddelozen voor het gevaar van het vertreden van de goddelijke wet, en met onuitsprekelijke droefheid verootmoedigen zij zich voor de Heer vanwege hun eigen overtredingen. De goddelozen drijven de spot met hun droefheid, maken hun ernstige oproepen belachelijk, en spreken smalend over wat zij hun zwakheid noemen. De smart en de vernedering van Gods volk is het onmiskenbare bewijs dat zij de kracht en het adellijke karakter terugkrijgen die als gevolg van de zonde verloren waren gegaan. Omdat zij steeds dichter bij Christus komen te staan, en hun ogen gericht zijn op Zijn volmaakte reinheid en zuiverheid, kunnen zij zo duidelijk de buitengewone zondigheid van de zonde inzien. Hun verootmoediging en zelfver-
19
loochening is oneindig meer aanvaardbaar in de ogen van God, dan de zelfgenoegzame, hooghartige geest van hen die geen reden tot klagen zien, en die beweren dat zij volmaakt zijn terwijl zij Gods heilige wet overtreden. Zachtmoedigheid en nederigheid van hart zijn de voorwaarden voor kracht en overwinning. De kroon der heerlijkheid ligt klaar voor hen die zich buigen aan de voet van het kruis. Gezegend zijn deze treurenden, want zij zullen vertroost worden. De getrouwe en biddende gelovigen worden als het ware door God omgeven. Zij weten zelf niet hoe veilig zij beschermd worden. Opgehitst door Satan proberen de leiders van de wereld hen te vernietigen, maar als hun ogen geopend konden worden, zoals het geval was met Elisa’s knecht te Dothan, zouden zij de engelen van God kunnen zien die rondom hen gelegerd zijn, en die met hun stralend licht en heerlijkheid de legers van de duisternis in bedwang houden. Terwijl Gods volk hun ziel voor God verootmoedigt en smeekt om reinheid van hart, wordt het bevel gegeven om hun vuile klederen weg te doen, 1. en de bemoedigende woorden worden gesproken: “Zie, Ik neem uw ongerechtigheid van u weg. Ik trek u feestklederen aan.” 2. Het vlekkeloos kleed van Christus’ gerechtigheid wordt de op de proef gestelde, maar toch getrouwe kinderen van God aangetrokken. Het verachte overblijfsel wordt bekleed met heerlijke feestklederen, 3. die nooit meer verontreinigd zullen worden door de verdorvenheid van de wereld. 4. Hun naam staat opgetekend in het boek des levens van het Lam, samen met de getrouwen van alle eeuwen. Zij hebben de listen van Satan weerstaan; zij hebben hun trouw niet prijsgegeven door het woeden van de draak. 5. Nu zijn zij voor eeuwig veilig voor de listen van de verleider.
20
DE NATUUR VAN CHRISTUS IN DE GEEST DER PROFETIE
6. Hun zonden worden overgebracht naar de aanstichter van de zonde. Het overblijfsel wordt niet alleen vergeven en aangenomen, maar ook geëerd. “Een reine tulband” wordt op hun hoofd geplaatst. Zij zullen als koningen en priesters zijn voor God. 7. Terwijl Satan hen aanklaagde en trachtte dit gezelschap weg te vagen, vlogen onzichtbare, heilige engelen af en aan, en plaatsten op hen het zegel van de levende God. Dit zijn zij die met het Lam op de berg Sion staan, terwijl de naam van de Vader op hun voorhoofd geschreven staat. Zij zingen een nieuw lied voor de troon, het lied dat niemand kan leren, behalve de honderdvierenveertigduizend, de losgekochten van de aarde. “Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Het ook heengaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam. En in hun mond is geen leugen gevonden; zij zijn onberispelijk.”
Nu gaan de woorden van de engel volledig in vervulling: “Hoor toch, gij hogepriester Jozua, gij en uw gezellen die vóór u zitten, zij zijn immers mannen die ten wonderteken dienen voorwaar, zie, Ik zal Mijn knecht, de Spruit, doen komen.” Christus wordt geopenbaard als de Verlosser en Redder van Zijn volk. Nu bestaat het overblijfsel inderdaad uit mensen, “die ten wonderteken dienen,” als de tranen en de vernedering door hun pelgrimsreis plaats maken voor vreugde en eer in de aanwezigheid van God en het Lam. “Te dien dage zal wat de Here doet uitspruiten tot sieraad en heerlijkheid zijn, en de vrucht des lands tot glorie en luister voor de ontkomenen van Israël. En het zal geschieden, dat wie overgebleven is in Sion, overgelaten in Jeruzalem, heilig zal heten ieder die in Jeruzalem ten leven is opgeschreven.”
God heeft een plan. In de Bijbel wordt dit tot uitdrukking gebracht door de uitdrukking “Gods eeuwige voornemen”. God is ook niet veranderlijk. Hij liet Zich niet van de wijs brengen door de zondeval. Hij bleef bij Zijn voornemen. Het was en blijft Gods “eeuwige” voornemen. Deze cursus wil laten zien dat God dit plan heeft neergelegd in de Bijbel. Toch zult u ontdekken dat wij niet overal volledig zijn geweest. Er zijn een paar onderwerpen die het thema belichten vanuit de Geest der Profetie. Dat werd gedaan om een zo correct mogelijk beeld te geven. Moge de Here u zegenen in uw studie van de Bijbel, zodat u Gods plan leert kennen en dit aanneemt voor uzelf. Dit boek is te bestellen tegen € 6,95 portokosten Bestellen in de webwinkel van “ De BAZUIN “
TIJDELIJK GRATIS VERKRIJGBAAR
www.bazuintesion.nl
Kinderverhaal...
Een nieuwe voortand
21
heel zijn leven uit zou zien.
Richard keek met afschuw naar zichzelf in de spiegel. Hij kon gewoon niet meer lachen. Als hij zijn lippen stijf op elkaar hield, zou niemand het misschien zien. Maar ik ga te snel… Richard was elf jaar oud. Hij was een blije jongen met een grote glimlach. Dat wil zeggen, tot vandaag. Nog maar een paar minuten geleden had hij thuis gelachen en gestoeid met zijn broers terwijl ze zich klaarmaakten om naar school te gaan. Toen Moeder riep dat de bus er was, greep Richard zijn klarinet en zijn rugzak vanaf het bed en rende naar de trap. Net toen hij om de bocht kwam op de overloop gleed hij uit en het volgende moment lag hij met zijn spullen onderaan de trap. Eerst dacht hij dat er niets ergs was gebeurd. Hij had bewust zijn klarinet beschermd en wat kan er met een tas boeken gebeuren. Hij voelde hier en daar wel pijn, maar er was niets gebroken of zo. Juist op dat moment kwam zijn broer Brendon terug naar binnen om hem te zoeken, roepend dat hij beter op kon schieten omdat hij anders zou worden achtergelaten. Toen Richard een beetje flauw lachte, kwam er een uitdrukking van schrik op het gezicht van Brendon. Wat is er met jouw tand gebeurd! Richard rende naar de badkamer, de wachtende bus helemaal vergetend. Een snelle glimlach voor de spiegel verklaarde de reactie van zijn broer. Er was een groot stuk van zijn voortand afgebroken. Richard vroeg zich af of hij er zo
Er overkomt iedereen wel eens iets in het leven dat hij niet heeft verwacht. Soms zijn het fijne dingen, soms zijn het dingen die je bang maken, en soms zijn het dingen waar je je veel zorgen om maakt. Jezus is blij wanneer er fijne dingen met ons gebeuren. Hij begrijpt het ook wanneer we bang of bezorgd zijn. Toen Hij hier op aarde was, sprak Hij met Zijn discipelen over dingen die mensen angstig of bezorgd maken. Hij zei dat we ons geen zorgen hoeven te maken, want Hij weet wat wij nodig hebben en Hij zal voor ons zorgen. Hij wil dat wij het bezorgd zijn aan Hem overlaten. Om ons te laten weten hoeveel Hij voor ons zorgt, zei Hij tegen zijn volgelingen dat Hij zelfs weet hoeveel haren we op ons hoofd hebben, en Hij weet het ook wanneer een musje valt. Er is niets in onze levens waarover Jezus niets weet en waar Hij ons niet doorheen kan helpen. Toen moeder zag wat er met Richard was gebeurd, stelde ze hem gerust en maakte een afspraak bij de tandarts zodra de praktijk open ging. Het wachten leek eeuwig te duren voor Richard, maar uiteindelijk keek de tandarts met vriendelijke ogen op hem neer. Hij vertelde Richard dat er veel goed nieuws was en een beetje slecht nieuws. Het goede nieuws was dat er waarschijnlijk genoeg over was van Richards tand zodat de tand niet zou afsterven. Het goede nieuws was dat de tandarts een kapje kon maken over Richards tand wat zijn gebroken tand zou beschermen en er uit zou zien als een echte tand. Het goede nieuws was dat het plaatsen van het kapje geen pijn zou doen. Het slechte nieuws was dat dit kapje een aantal keren zou moeten worden vervangen voordat er een blijvende vervanging zou zijn als hij ouder was. Richard dacht dat hij daar wel mee kon leven. Denk eraan, misschien weet je niet wat er vandaag met je kan gebeuren, of morgen, of volgende week, of volgende maand. Maar je kan altijd weten dat Jezus bij je is en Hij je hoe dan ook zal helpen. Is dat geen goed nieuws?
22
Boeken van de Bazuin te Sion Te bestellen via www.bazuintesion.nl
De Zondagswet, A.T.Jones De zondag komt, G.Edward Reid. De geschiedenis van de sabbat, J.N.Andrews Een Sabbatreis van Genesis naar Openb.I.A.Wijngaarde Christelijke Vaderlandsliefde, A.T.Jones ( Nieuw )
€ € € € €
5,30 8,30 9,90 4,00 4,90
Gedachten over Daniël, compilatie geschriften E.G.White Gedachten over de Openbaring - E.G.White Daniël en de Openbaring, A de Ligne Het Heiligdom in de Hemel en het Hart ( 355 pagina’s ) De twee Babylons, A.Hislop (leergebonden)
€ 4,40 € 7,30 € 11,20 € 15,00 € 9,90
Het pad naar de troon van God, S.Peck Het gefundeerde geloof van de gemeente, pioniers Christus onze Hogepriester, A.T.Jones
€ 7,90 € 5,30 € 4,40
Organisatie of Organisme, 50 jaar discussie binnen Z.D.A. Omega 2, Lewis Walton De kerkhervorming, Maarten Luther, 4 delen, J.H.dÁubigné De kerkhervorming, J.Calvijn, 5 delen, J.H.dÁubigné
€ 6,50 € 7,80 € 38,80 € 66,00
Christus en de Wet, E.J.Waggoner Christus en Zijn Gerechtigheid, E.J.Waggoner Het geloof leeft, A.T.Jones, E.J.Waggoner Bijbellezingen voor het huisgezin Gods Eeuwig Voornemen(bijbellessen + antwoorden) Misvattingen over de eindtijd Het kleine mysterie en de schepping, Dennis Crews Over Schepping en Evolutie, Dwight K.Nelson Zin en onzin over dood en opstanding, Martino Tomasi Een reis in het bovennatuurlijke, R.J.Morneau Pas op voor Engelen, R.J.Morneau
€ 4,40 € 3,10 € 5,30 € 19,10 € 14,40 € 7,80 € 5,50 € 4,50 € 3,60 € 3,80 € 6,50
Van Rock en Roll tot Rots der eeuwen, Brian S. Neumann De man die niet gedood kon worden, Stanley Maxwell Het laatste geschenk van een moeder, Charles A.Tayler De Waarheid Telt, Walter J.Veith
€ 3,60 € 7,00 € 3,90 € 14,50
Altijd dichtbij Ongelooflijke antwoorden op gebed, R.J.Morneau Meer Ongelooflijke antwoorden op gebed, R.J.Morneau Gebedsgenezing, E.W. Farnsworth Vertrouwen door je verdriet heen, Silke Divaa Elijah, Zijn machtig gebedsleven, A.De Ligne
€ € € € € €
4,10 3,90 3,90 4,00 5,50 4,40
Een nieuwe start, V.W.Foster Weimar kookboek - Natuurlijk koken - Nieuwe uitgaven Bijbelvertalingen: Zit daar ... zoveel verschil in? W.J. Veith Uw gezondheid in eigen Hand, Ludington / Diehl ( Nieuw )
€ € € €
7,50 5,00 3,00 5,80
STICHTING DE BAZUIN TE SION Postbus 30 2957 ZG Nieuw-Lekkerland tel. 0184-681616 ABN AMRO IBAN NL26ABNA 059 1860 724 Email
[email protected] Web: www.bazuintesion.nl .... en dezen onderscheidden zich gunstig... daar zij het woord met alle bereidwilligheid aannamen en dagelijks de Schriften nagingen, of deze dingen zo waren. Hand. 17: 11
AFZENDER MARIAN en BEN PEL STRUIKENLAAN 34 4631 AN HOOGERHEIDE
Brochures van de Bazuin te Sion
23
Te bestellen via www.bazuintesion.nl Alternatieve geneeswijze en spiritisme Trouwen of samenwonen Geen tijd om feest te vieren, M.Grosboll Kinderen aan het avondmaal Oecumenisch netwerk De Joden en Israël Het begin van het einde, M.L.Andreassen Romeinen 7, W.Wiggers Het Heiligdom in de hemel en het hart ( 32 pagina’s ) Bijbeluitleg De tekst van het Nieuwe Testament, Dr.J.van Bruggen Hoe bestudeer ik de Bijbel Noach - De zondvloed als voorbeeld voor onze tijd Jezus Christus binnen de godheid Volmaaktheid in het licht van het oordeel en de 2de komst De uitstorting van de Heilige Geest De toegerekende gerechtigheid e/d 3de engelboodschap De boodschap van 1888 De Strijd achter de schermen Het oordeel over de goddelozen Als een mens sterft, wat dan Het hiernamaals, hoe zit dat? Hoe zit dat eigenlijk met de zondag? Als nieuw geboren ( volwassendoop) Waarom heeft God het kwaad toegelaten? Kerk en Staat Nog twee maanden te leven De ware achtergrond van Kerstmis Kinderboeken Huisje aan de waterkant Oma vertelt De zwarte boer Toe vertel eens wat Obed de herdersjongen Helpende handen Verhalen van kleine Ellen en de boodschap (Kinderboekje) Het heiligdom voor kinderen (lessen en werkjes)
€ € € € € € €
3,30 3,30 2,60 1,40 3,30 3,30 5,00
€ € € € € € € € € € €
3,30 6,50 3,30 3,30 3,30 1,50 3,30 3,30 3,30 5,00 5,00
€ € € € € € € € € €
0,40 0,90 0,90 0,90 0,90 0,90 3,10 3,30 2,40 0,90
€ € € € € € € €
1,90 1,90 1,90 1,90 1,90 2,60 3,60 7,60
Engelse boeken
Touched, Feeling our Infirmities, Wim Wiggers The Sanctuary in Heaven and in the Heart, Wim Wiggers / Marian Pel God’s Eternal Purpose Jesus has a message for you today Perfection, Pioneers Europe and the papacy Prijzen zijn inclusief verzend- en/of handelingskosten.
€ 7,60 € 11,10 € 12,20 € 8,70 € 5,30 € 6,50
24
Boeken van de Ellen White Stichting te bestellen via www.egwhitestichting.nl
Conflictserie bestaande uit: Patriarchen en Profeten, Profeten en Koningen, De Wens der Eeuwen, Van Jeruzalem tot Rome, De Grote Strijd, leergebonden Patriarchen en Profeten, leergebonden Profeten en Koningen, leergebonden De Wens der Eeuwen, leergebonden De Wens der Eeuwen, pocket Van Jeruzalem tot Rome, leergebonden De Grote Strijd, leergebonden Het Grote Conflict geïllustreerd Geest, Karakter en Persoonlijkheid
€ 66,00 € 16,00 € 16,00 € 16,00 € 4,60 € 16,00 € 16,00 € 5,10 € 22,50
Lessen uit het Leven van Alledag € 9,90 De Nieuwe Wereldorde..?(bij 10 of meer, €0,75 p/st) € 0,90 De weg naar Christus, (nieuwe uitgave) € 2,40 Het lijden van Christus € 1,40 De Daad bij het Woord € 6,50 Karaktervorming € 6,50 Hoe leid ik mijn kind (gebonden harde kaft) € 17,40 Brieven aan verliefde jonge mensen € 4,00 Boodschappen voor jonge mensen € 10,00 Het Bijbels Gezin € 13,80 Schatkamer der Getuigenissen deel 1,2,3 per deel € 10,90 Getuigenissen voor de gemeente, deel 5 € 17,40 Getuigenissen voor de gemeente, deel 9 € 13,30 Eerste geschriften € 10,90 Bijbelkommentaar deel 7A € 21,10 De Geest der Profetie € 3,70 De boodschapster des Heren € 5,00 Schetsen uit het leven van Ellen G. White (harde kaft) € 13,80 De Weg tot Gezondheid (pocket) € 6,70 De Weg tot Gezondheid (leergebonden) € 9,90 Adviezen over dieet en voeding € 12,70 Het geloof waardoor ik leef (Bijbels dagboek) Maranatha (leergebonden, Bijbels dagboek) Christus weerspiegelen, (leergebonden, Bijbels dagboek) Het Geheiligde leven, Ellen G. White De 8 zuilen van de gezondheid
De ELLEN G.WHITE Stichting. Postbus 30 2957 ZG Nieuw-Lekkerland tel: 0184 - 681616 ABN AMRO IBAN NL31ABNA 053 3416 000 E-mail
[email protected] www.egwhitestichting.nl
.... Zalig hij, die voorleest, en zij, die horen de woorden der profetie, en bewaren, hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij. Openbaring 1:3
€ 14,00 € 10,50 € 13,80 € 5,50 € 1,40
Engelse boeken The Great Controversy, Ellen G. White ( harde kaft ) Steps to Christ, Ellen G. White
€ 7,40 € 2,10
De Grote Strijd ( Op CD ) Eerste Geschriften ( Op CD ) Schreden naar Christus ( Op CD - MP3 )
€ 15,00 € 15,00 € 15,00
Prijzen zijn inclusief verzend- en/of handelingskosten.
AFZENDER MARIAN en BEN PEL STRUIKENLAAN 34 4631 AN HOOGERHEIDE