De Hertog van Marlborough
in ere hersteld
INHOUDSOPGAVE
Verplancke + Goethals Architekten
VOORWOORD DOOR BURGEMEESTER JAN LONINK
5
DE TERUGKEER VAN DE HERTOG VAN MARLBOROUGH
6
HUIDIGE BEWONERS OOSTKADE 31, V+G ARCHITEKTEN
19
DE RESTAURATIE VAN DE HERTOG VAN MARLBOROUGH
21
VOORWOORD
Het Hertog van Marlborough-huis in Sas van Gent is tot vreugde van velen in zijn oorspronkelijke staat hersteld. Diverse mensen hebben zich hiervoor ingespannen. Hun doorzettingsvermogen heeft er toe geleid dat in mei vorig jaar gestart kon worden met de restauratiewerkzaamheden aan het majestueuze ‘Witte Huis’ aan de Oostkade. Inmiddels zijn de werkzaamheden afgerond en het resultaat mag er zijn. Hoe één en ander verlopen is kunt u lezen in deze brochure, die ontstaan is uit een samenwerkingsverband tussen de initiatiefnemer (het architectenbureau) en de Heemkundige Kring Sas van Gent. Als burgemeester draag ik ondernemers met een dergelijk initiatief een warm hart toe. Verfraaiing van wijken en kernen levert niet alleen een grote bijdrage aan het woongenot, maar indien er, zoals hier, sprake is van het opknappen van een monument geeft dit ook een meerwaarde aan de omgeving. Voor het in het ‘nieuwe’ pand gevestigde architectenbureau zal het een stuk prettiger werken zijn, en voor allen die dit bezienswaardige monument willen bezichtigen: tijdens tentoonstellingen en op de Open Monumentendag opent het architectenbureau haar deuren voor het publiek. Ik kan u een bezoek van harte aanbevelen!
Jan Lonink
Verplancke + Goethals Architekten
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
5
Input Output Fotografie, Hoek
Burgemeester gemeente Terneuzen
DE TERUGKEER VAN DE HERTOG VAN MARLBOROUGH Halverwege de 17e eeuw werd aan de Oostkade in Sas van Gent een statige woning gebouwd. In z’n ruim 350 jarig bestaan is de woning vele malen van eigenaar en functie veranderd. Het woonhuis werd opgedeeld in meerdere woning; deed dienst als kantoor en werd later directiewoning. In 1983 kocht architectenbureau Schoonis en Partners het pand. Nu, anno 2007 is het pand – enkele directiewisselingen later - nog steeds in bezit van het architectenbureau dat tegenwoordig de naam draagt van de huidige directie Verplancke + Goethals Architekten. Het was Guido Goethals die enkele jaren geleden, toen hij op zoek was naar mogelijkheden om de werkomstandigheden te optimaliseren, tot de conclusie kwam dat nieuwbouw niet nodig was. Het in ere herstellen van het huidige pand bood mogelijkheden genoeg om de medewerkers op een goede manier te huisvesten en tegelijkertijd een positieve bijdrage te leveren aan het stadsgezicht van Sas van Gent. Het resulteerde in een grootschalig restauratieproject dat begin 2007 werd afgerond. Ter gelegenheid hiervan is door de Heemkundige Kring de geschiedenis van het pand in beeld gebracht, waarvan u in deze uitgave de weerslag vindt.
HET ONTSTAAN VAN SAS VAN GENT Het ontstaan van Sas van Gent begint met de toestemming van Karel V om een sluis (sas) te bouwen, ten behoeve van de haven en handel van de stad Gent. Voorwaarde was wel dat er een vingerling (een ringdijk) op de schorren zou worden aangelegd. Het leidde ertoe dat op 19 augustus 1551 de eerste steen werd gelegd aan de zoute speye aan de zeezijde. Op 8 mei 1561 volgde de eerste steen aan de zoete speye. Ten gevolge van de bouwwerkzaamheden en het graven van de Sasse Vaart ontstond een kleine nederzetting (van 43 huizen) die bestond uit kaaimeesters, kaaigezellen, winkeliers en herbergiers. Daarmee was het ontstaan van Sas van Gent
Verplancke + Goethals Architekten
een feit. Aan de oostzijde van het kanaal stonden (in 1569) 22 huizen; de overige 21 bevonden zich aan de westzijde. Niet veel later, in 1572, was men zo goed als terug bij af (as), nadat de watergeuzen Sas platbrandden. In totaal werd meer dan de helft van de aanwezige huizen (24 stuks) in de as gelegd. Hoe verder men verwijderd was van de sluis hoe kleiner de schade. Het illustreert de strategische waarde van het toenmalige Sas van Gent. Logisch dus dat de Gentenaren besloten een versterking aan te leggen rondom het sluizencomplex van hun stad. Het duurde tot 1577 eer de schade aan de sluizen hersteld was en er weer scheepvaart op Gent kon plaatsvinden. Toen is Sas van Gent versterkt om te voorkomen dan het opnieuw verwoest zou worden. De nederzetting groeide uit tot een vesting die bestond uit een wal voorzien van vier hoornwerken en een gracht. Deze gracht krijgt later de namen Meulewater (west) en Hospitaalwater (oost). Het gedeelte binnen de muren werd het Hoge Sas genoemd.
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
7
Ondanks de versterkingen bleek Sas niet bestand tegen buitenlandse interesse. In 1583 gaf Alexander Farnese, Hertog van Parma, opdracht aan de markgraven Montigny en Rysenburg zich van “het Sas van Gent “meester te maken. Door deze verovering, inclusief die van Axel, Hulst en Sluis waren de Spaanse troepen in staat de steden Gent en Brugge te bedreigen en brachten ze geheel Vlaanderen onder Spaanse heerschappij. De echte omvorming van nederzetting (met schutsluis) tot vesting vond plaats onder het Spaanse bewind. Het was Sas van Gent onder het gezag van Gent namelijk verboden om handel te drijven. Dankzij de Spanjaarden kon er weer handel gedreven worden. In 1602 werd het Rapenburg, waar het gewone volk woonde, ommuurd. De noord-, west- en zuidzijde werden beschermd door een wal, waarin verschillende bastions waren geplaatst. Deze wal was omringd door een diepe gracht, waar enkele ravelijnen en lunetten in lagen. Sas van Gent was een mooie stad geworden. In de nieuwe Cronyck van Zeeland staat: “Dese plaets was seer vast gemaekt met fortificatiewerken, daer nog een kasteel (het Hoge Sas) in besloten lag, hebbende in de midden des selfs een uitermate schone komme, of deurschuttende steene Sas; benevens nog eenen heel hooge kat, die alles beheerste.”
Verplancke + Goethals Architekten
Dat Sas van Gent in die tijd sterk en interessant was, blijkt uit het feit dat prins Frederik Hendrik zijn hoofdkwartier in 1644 opsloeg in Assenede om de plaats te heroveren op de Spanjaarden. Na een belegering van vijf volle weken slaagde hij hier uiteindelijk in. Tijdens de verovering door prins Frederik Hendrik lezen we dat de toenmalige Spaanse commandant enkele huizen op het Rapenburg laat afbreken om een vrij schootsveld te verkrijgen. Hoeveel en welke dit zijn geweest is helaas niet meer te achterhalen. Wel weten we dat het huizenbestand in 1644 niet veel groter was dan zo’n 45 huizen, die voornamelijk bewoond werden door het Spaanse garnizoen dat de versterkte sluis bewaakte en wat mensen die betrokken waren bij de werkzaamheden aan de sluis en de kade. Ook na de verovering door prins Frederik Hendrik op 5 september 1644 bloeit het Sas weer op. Daarbij speelt Alexander Feris, een kanonnier en timmerman, een belangrijke rol. Hij bouwt minstens twintig huizen in Sas van Gent: negen woningen aan de Oostkade; zeven in de Zuidstraat; drie in de Ooststraat en een op de Markt. Daarmee was Alexander Feris een van de grondleggers van het vergrote bewoonde Sas.
DE OOSTKADE EN DE HERTOG VAN MARLBOROUGH Ondanks dat de Oostkade al heel vroeg een rol speelt in de Sasse geschiedenis,heeft deze niet altijd zo geheten. Sas van Gent dateert immers van halverwege de 16e eeuw, terwijl het tot na 1800 duurde voordat het gebruik van straatnamen (en huisnummers) ingeburgerd raakte (zie verderop). Oorspronkelijk werd er gesproken over de ‘oostzijde van de kaay’ om de locatie aan te duiden. Daarmee werd echter niet uitsluitend verwezen naar de huidige Oostkade, maar ook naar de achterliggende hoven en tuinen, evenals naar het nieuwe soldatenkwartier en de ‘Constabelsbarakken’. Dit gehele gebied werd in de 17e eeuw aangeduid als “Nieu-Raepenburgh”.
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
9
Dit is een gezicht op de mooie vesting Sas van Gent rond 1787 Dit schilderij (deelopname) hangt in de burgerzaal van het stadhuis van Sas van Gent aan de Westkade Het werd geschilderd en aan de gemeente geschonken door de heer George van Bastelaere Verklaring van de foto: Rechts in het midden op de foto ziet men het pand
De Oostkade was bewoond ten zuiden van de Hervormde kerk. Daar bevonden zich zo’n vijftien woningen. Deze werden bewoond door de Sasse notabelen, waaronder diverse schepenen, predikanten, de ontvanger der gemeene middelen en die der convoyen en licenten, enz. In tegenstelling tot de Westkaay en omgeving werden op de Oostkaay slechts enkele huizen met een naam aangeduid. Voorbeelden zijn ondermeer Het Ancker, De Grutmolen, de Vijfhoek en de Hertog van Marlborough. In vroeger tijden verschafte de Oostkade, wanneer men Sas van Gent vanuit Gent door de Gentse of Boheemse poort binnenkwam, een prachtig zicht op de beide kades. Deze poort was gelegen aan het einde van de huidige Stationsstraat. Het illustreert dat de houten brug waarover vaak wordt gesproken, niet aan het einde van de Stationsstraat heeft kunnen liggen. Dit wordt nogeens bevestigd, wanneer we een oude kaart bekijken. Daarop is te zien dat de verbinding tussen de Oost- en Westkade noordelijker ligt: in het verlengde van de Gentsestraat. H e r t o g v a n M a r l b o r o u g h’. Het huis werd in 1647 Recht tegenover deze brug lag het huis de ‘H gebouwd door Alexander Feris. In diezelfde periode bouwde Feris ook het pand er naast, dat nu onderdak biedt aan V+G Architekten. Oorspronkelijk heeft dit tweede pand geen naam gedragen, maar aangezien beide panden onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, is er voor gekozen de naam ‘Hertog van Marlborough’ ook te gebruiken voor het huidige monumentale pand, in de archieven omschreven als ‘wesende het hoeckhuijs’.
HUISNAMEN EN –NUMMERS Dat huizen in de periode tot ongeveer 1800 van een naam voorzien werden heeft alles te maken met de postbedeling. Huisnummering was in die periode nog niet ingevoerd. Dat gebeurde pas toen de Franse legers in 1795 onderleiding van Napoleon hun revolutie naar de andere Europese landen meenamen, en het huisnummerings-syteem invoerden. Na deze invoering verviel een belangrijke functie van de naamgeving aan panden, die werd overgenomen door straatnaamborden en huisnummering. Pas na 1852 werden de straten even en oneven genummerd. Voordien nummerde men gewoon door.
Verplancke + Goethals Architekten
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
11
DE HERTOG VAN MARLBOROUGH De Hertog van Marlborough werd geboren op 26 mei 1650 en was in 1702 legeraanvoerder tijdens de Spaanse Successieoorlog. Zijn naam werd in 1724 aan het pand gegeven door de toenmalige bewoner, Pieter Neteson Janszoon. Voor zover is na te gaan is dit gebeurd als een eerbetoon aan de Hertog. Op dat moment was de hertog echter al niet meer in leven. Hij overleed 16 juni 1722. De eigenlijke naam van de Hertog van Marlborough luidde overigens John Churchill. Het is een van de verre voorvaderen van Sir Winston Churchill. De titel Hertog verkreeg hij door de grote overwinningen die hij boekte tijdens de Spaanse Successieoorlog (1702-1724).
DE EIGENAREN Het pand De Hertog van Marlborough is door de eeuwen heen altijd een aantrekkelijk gebouw gebleven. Het kende vele bewoners die het pand op verschillende manieren gebruikten: als woning, als woning voor meerdere gezinnen; als woning annex kantoor; als directiewoning en als architectenkantoor. Er is zelfs, aan het eind van de jaren ’60, nog even sprake van geweest dat het de functie van (representatief) gemeentehuis zou krijgen, inclusief gemeentepark. Er waren op dat moment zelfs al plannen ontwikkeld voor de aanleg van een weg t.b.v. de bruidsstoet. De beslissing werd door het college van B&W echter uitgesteld met het oog op de gemeentelijke herindeling, omdat men Philippine en Westdorpe niet wilde confronteren met een voldongen feit. Dat is enerzijds jammer, want ook het provinciebestuur stond positief tegenover deze ontwikkeling. Het is een belangrijke beslissing geweest voor V+G architekten want wellicht dat zij in dat geval nooit eigenaar van het gebouw zouden zijn geworden. De voorgangers van de architecten die wel eigenaar waren van het pand of het bewoond hebben, treft u in chronologische volgorde aan in het onderstaande overzicht.
Verplancke + Goethals Architekten
DE HERTOG VAN MARLBOROUGH - DE GESCHIEDENIS 1647 2 nov 1648
1678 1678
Bouw van de woning door Alexander Feris Kaptitein Wessel van Lauwick eigenaar Johannes Baptista Pieters (met Amij Pieters) Caspar de Mauregnault Jan Faber (getrouwd met Maria Vercouteren) Splitsing van de woning
nummer 26 (later 58) nummer 27 (later 59) 9 jan 1730 Machteld Gentman en Geertman Leijdekker Gerrit Aar(t)sen 30 jan 1700 8 apr 1737 Anthonij Hendrik Husungh Laurens de Konink 8 jan 1707 24 aug 1764 Dirk Francois Bouillon Samuel de Pont 20 okt 1719 8 mei 1769 Pieter Snoe(c)k Jacob Noorthoek 5 dec 1722 1 jan 1798 Pieter Francies Anthonius (+1/8/1812) Dirk van der Burgh (trouwt in 1799 met Joanna Maria (=Isabella) (Di(e)r(i)ckx) 5 dec 1739 Pieter del Tombe 28 jan 1743 Sijbrandus Haarsma18 jan 1771 Coletta Jacoba en Carolina Francisca Snoeck 31 mar 1792 Antoine de Peralta (met Anna Logies) 1 jul 1798 Leegstand (?) 1 nov 1809 1812 Nog steeds twee panden Bruno van de Wattijne trouwt met JM Dierickx 1820 Weer samengevoegd Joanna Maria Dierickx (+25/6/1824) De Hertog van Marlborough in ere hersteld
13
nummer 81 BvdW hertrouwt met Henrica Josephina de Vriend(t) Bruno van de Wattijne (+20/8/1850) Joseph Geeraerts met vrouw en 2 kinderen - huur Familie Dupre (moeder 5 kinderen) - huur Pieter van Helmond, vrouw en 3 kinderen bgm van SvG 24/6/1853 - huur 1853 Henri van de Wattijne - eigenaar 1881 Rosalie van Acker (wed. Van Dumoleijn) - huur Johannes van der Klooster - huur 1882 deel van de tuin wordt verkocht 1884 August Rudolf Muijshondt (+15/1/1890) 1886 ARM splitst het huis 15 jan 1890 Stephanie de Rechter (wed. ARM) en consorten 1894 Mathilde Muijshondt (e.v. Charles Muijshondt) Tuinen toegevoegd 1904 Verbouwing of uitbreiding Toevoeging van nog een huis 1907/1908 Mathilde Muijshondt Rijkswaterstaat mede-eigenaar van 1 are 82ca Edouard Kamoen 2/9e eigendom 1907 Achille Louis Desire Marie Ange Bril (+ 14/2/1920) (Grote) huis, schuur, tuin C1938 huis, erf C1581 1910 A. Bril huis, erf C1582 1824 1825 1832 1836
Het rode huis is de “Hertog van Marlborough” het blauwe huis het nu gerenoveerde huis. (situatie overgenomen kadaster 1832)
Verplancke + Goethals Architekten
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
15
1910 1910
Verkoop koetsiershuizen Verkoop huis en erf C1450 aan Johannes Petrus Bruinings
1919 1921 1924 1938 1939
Sloop van huis en schuur C1937 Eerste Coop. Beetwortel Suikerfabriek Uitbreiding Klein deel perceel verkocht aan Maurice Pierre Henri Wauters Sloop van schuur van het grote huis Opnieuw twee huizen Petrus Adrianus Neeteson (directeur CBS) Achille Bril Fam. Van Krevelen verenigt de twee huizen tot ongeveer 1967 / 1970 Architectenbureau Verplancke en Partners Renovatie Hertog van Marlborough
1948 1983 2006
Verplancke + Goethals Architekten
Uitbreiding in 1915 en 1916; verkoop in 1917 aan Henri Martinus Vermoet; HMV sloopt deel in1937 en herbouwen in 1943 tot huis/bergplaats en erf
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
17
HUIDIGEOOSTKADE BEWONERS 31, V+G ARCHITEKTEN In 1938 start Toon van Zantbeek afkomstig uit Tilburg, in Sas van Gent een architectenbureau. Samen met zijn studievriend Chris Schoonis, die zich na de oorlog bij hem voegt, werd dit het Architectenbureau Van Zantbeek en Schoonis. Het bureau was gevestigd in het prachtige Jugendstil pand rechts naast de RK Kerk op de Markt van Sas van Gent. Na hier vele jaren met plezier gewerkt te hebben, moest begin jaren ‘80 noodgedwongen worden uitgekeken naar een nieuw onderkomen omdat het bureau uit zijn jas groeide. Op dat moment bestond de directie van het toenmalige Architectenbureau Schoonis en Partners uit Chris Schoonis, Maurice Rademakers en Eric Verplancke. Na het terugtreden van Chris Schoonis in 1982 werd het bureau voortgezet door Rademakers en Verplancke onder de naam Architectenbureau Verplancke en Partners . Het was Maurice die zijn oog had laten vallen op het te koop staande ‘Witte Huis’ aan het eind van de Oostkade. In 1983 besloot hij het pand te kopen om hierin het architectenbureau te huisvesten. Aangezien op dat moment de zeer grote tuin van het huis nog de volledige achterzijde van de Oostkade besloeg, besloot Maurice vanwege het vele onderhoud, het grootste deel van de tuin te verkopen aan de familie Widdershoven. Die tuin behoort nu toe aan de familie De Vleesschauwer, Oostkade 28. Op 1 januari 2000 vond er wederom een wijziging plaats in de directie van het architectenbureau. Rademakers besloot te stoppen en verkocht zijn aandeel in het bedrijf aan Guido Goethals, waardoor Verplancke Goethals Architekten ontstond. Tevens verkocht hij zijn pand aan de Oostkade aan de nieuwe directie van het architectenbureau.
Verplancke + Goethals Architekten
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
19
DE RESTAURATIE VAN HERTOG VAN MARLBOROUGH HET VERTREKPUNT Na de herstelwerkzaamheden die de familie Van Krevelen direct na de Tweede Wereldoorlog had laten uitvoeren, was er aan het pand tot medio 2006 geen noemenswaardig onderhoud gepleegd. Dit was een architectenbureau onwaardig. Het heeft geduurd tot mei 2006 alvorens met de hoognodige restauratiewerkzaamheden gestart kon worden. In de tussentijd was Guido Goethals volledig eigenaar geworden van het pand.
DE VOORBEREIDING Dat het zo lang duurde voordat met de restauratie kon worden begonnen, had meerdere redenen. Aangezien het pand een rijksmonument is, diende er overeenstemming te zijn met de Rijksdienst Monumentenzorg in Zeist over de geplande werkzaamheden. Tevens was de financiering van de werkzaamheden erg lastig omdat de vroegere regeling (waarbij de provincie een subsidie ter beschikking stelde voor dergelijke werken) was komen te vervallen. Eind mei 2006 ging het restauratielicht op groen en werd Leenhouts Aannemingsbedrijf uit Sluis, een gecertificeerd restauratieaannemer, geselecteerd als hoofdaannemer. De restauratie kon beginnen. De aannemer had een ambitieuze planning ingediend die er vanuit ging dat nog voor Kerstmis 2006 het werk voor 95 procent gereed zou zijn. Die planning was inderdaad ambitieus maar, minstens zo belangrijk, eveneens realistisch en de aannemer slaagde er in het werk binnen de gestelde termijn af te ronden.
Verplancke + Goethals Architekten
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
21
HET STUCWERK Uit diverse inspecties en onderzoeken was gebleken dat de buitengevel van het pand in zeer slechte staat verkeerde. In de jaren tachtig was deze voorzien van een toplaag die geen vocht doorliet. Door deze verkeerde toplaag was de huid van het gebouw op veel plaatsen gebarsten en waren de muren verzadigd geraakt met vocht. Het was dus zaak om die laag te verwijderen en het pand vervolgens de tijd te gunnen dit vocht ‘uit te ademen’. Net voor de zomervakantie 2006 werd gestart met het plaatsen van een steiger rond het gebouw en werd al het stucwerk verwijderd. Gedurende enkele maanden heeft de afgekapte gevel vervolgens in zon en wind voldoende de kans gekregen zijn vocht kwijt te raken. Dit alles met het oog op het aanbrengen van een nieuwe stuclaag. Eind oktober 2006 was het zover en kon worden begonnen met de (voorbereidingen van de) nieuwe gevelbekleding. Het in gevelisolatie gespecialiseerde bedrijf Thermecon uit Zierikzee bracht als eerste een nieuwe ondergrond aan voor de stuclaag. Eerder was gebleken dat de gewenste stuclaag te dik zou worden om tijdig te kunnen drogen. Er werd daarom gekozen om eerst isolatiemateriaal aan te brengen op de gevel en deze vervolgens te voorzien van het stucwerk. Zo werd tegelijkertijd de isolatiewaarde van de oude muren verbeterd. Na bevestiging van deze isolatieplaten is een gaaswerk op deze platen bevestigd waarop de stuc is aangebracht. Aan de voorzijde van het pand is door middel van plaatjes van glasachtig materiaal de ouderwetse blokkenstructuur op de begane grond terug gebracht. Bij de werkzaamheden zijn verrassende details te voorschijn gekomen. Aan de noordzijde van gebouw bevond zich op de eerste verdieping vroeger een opening. Het is onduidelijk of dit een raam was of dat het een inpandige verbinding was met naastgelegen koetsenhuis. Tevens kwamen op de zuidwest hoek van het pand de vroegere bevestigingpunten van een op de gevel gemonteerde straatlantaarn weer in beeld. Op de zuidgevel werd een oud dichtgemetseld raam opnieuw zichtbaar. Het raam is terug te vinden op oude foto’s van het pand, en was dus niet echt een verrassing.
Verplancke + Goethals Architekten
Dat gold wel voor de prachtige originele metselstructuur aan de linker voorgevel van het pand. Hieruit valt op te maken dat waarschijnlijk alleen de twee linkse ramen en de voordeur tot het originele pand uit 1647 behoorden. Het is een vermoeden dat bevestigd wordt door het feit dat deze verdeling ook in de kapconstructie is terug te vinden. Het linker gebouwdeel vormt de basis van het gebouw en heeft waarschijnlijk tot ongeveer 1800 bestaan. Daarna is het pand uitgebreid met het zuidelijke deel en heeft het zijn huidige vorm gekregen met de classicistische stijlkenmerken. Bij het verwijderen van de oude verf- en stuclagen werden de originele arduinen vensterbanken weer zichtbaar. Ze zijn subtiel en sporadisch gerepareerd. Er werd niet gestreefd naar het uiterlijk van een nieuw gebouw. De rond het pand aanwezige arduinen palen en stoepen zijn op dezelfde manier behandeld. Ze zijn zo minimaal mogelijk gerepareerd om hiermee de historie te benadrukken. De monumentale arduinen trap aan de achterzijde werd deels aan het zicht onttrokken door een hoge muur. Deze muur is verwijderd waardoor de klassieke symmetrie aan de achterzijde nu veel beter tot z’n recht komt en sterker geaccentueerd wordt.
DE KOZIJNEN In verband met de continuïteit van de werkzaamheden van het architectenbureau werden direct na de zomervakantie de stalen kozijnen van de bovenverdieping vervangen. Aansluitend volgden de meer dan veertig overige kozijnen van het gebouw. Voordat de kozijnen geplaatst konden worden heeft nog een grondige discussie plaats gevonden met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Deze dienst was van mening dat bij restauratie van een pand
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
23
moet worden teruggegrepen op het laatst bekende beeld van het gebouw. Het gevolg hiervan zou zijn dat de ranke stalen kozijnen met enkel glas terug dienden te komen. En dat, terwijl er voldoende fotomateriaal aanwezig was waaruit bleek dat het pand voor 1930 nog houten kozijnen had met prachtige verdelingen. Een praktisch voordeel van het gebruik van hout was dat hierbij een combinatie met isolatieglas mogelijk was, hetgeen energetisch veel verstandiger is. Uiteindelijk is de discussie in het voordeel van de houten kozijnen uitgevallen. De kozijnen zijn onder professionele begeleiding in de werkplaats van de aannemer in Sluis gemaakt door vier leerlingen van de Restauratie Opleiding Zeeland. Tijdens de vele voorbereidingsgesprekken met allerlei instanties was Guido Goethals door Jan Lonink, in het dagelijks leven Burgemeester van Terneuzen maar nu uit hoofde van zijn functie als voorzitter van Restauratie Opleidingen Zeeland in contact gekomen met de coördinator van de opleiding, de heer Van Zon. Het contact met Van Zon heeft ervoor gezorgd dat het pand in Sas van Gent een tijdelijke restauratie-werkplaats werd voor de betrokken leerlingen. Op deze werkplaats hebben de vier jonge enthousiaste leerlingen een half jaar het restauratievak kunnen leren. Toen de nieuwe kozijnen geplaatst waren, kon een begin worden gemaakt met de renovatie van de binnenruimtes. Ruimte na ruimte zijn ze alle volledig onder handen genomen. Alle ruimtes zijn opnieuw geschilderd; werden voorzien van nieuwe verlichting en kregen nieuw (zelf ontworpen) meubilair. Dit alles in een kwaliteit en uitvoering die hoort bij een architectenbureau met liefde voor details.
Verplancke + Goethals Architekten
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
25
WERKZAAMHEDEN AAN DE KAP Tegelijkertijd met de plaatsing van de kozijnen werd gestart met de werkzaamheden aan de kap van het gebouw. Het pand staat bij monumentenzorg vooral bekend als het pand met de vier markante ronde schoorstenen. Het is dan ook logisch dat deze behouden dienden te worden. Wel was het noodzakelijk om de rookgaskanalen te verwijderen die de schoorstenen met de vele haarden in het pand verbonden. Dit betekende een aanzienlijke ontlasting van de houten kapconstructie en dat kwam goed uit omdat het de bedoeling was om de kap bij de restauratie te voorzien van originele, zware, natuurstenen leien, in plaats van de na de oorlog aangebrachte, lichte, bitumen leien. Gelukkig ging ook in dit geval de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (na veel discussie) akkoord met deze verwijdering van de rookgaskanalen. Immers, ook deze aanpassing heeft praktische voordelen terwijl het karakter en de architectuur van het gebouw er niet door worden beïnvloed. Bij het verwijderen van de oude bitumen dakbedekking kwamen veel slechte houten dakdelen tevoorschijn. Gezien de grondigheid van de restauratie is hier zonder aarzelen besloten alle slechte delen te vervangen door nieuwe.
Vanwege energetische aspecten en de slechte staat van de zoldervloer is gekozen om de originele vloer in tact te laten en af te dekken met een dikke isolatielaag. De zolder herbergt nu het archief van het architectenbureau en in de laatste fase van de bouw is besloten om op deze zolder een schildersatelier in te richten. Uit oude foto’s van het pand is gebleken dat het pand vroeger grijs was (in plaats van wit). Zodoende is er voor gekozen de nieuwe stuclaag in deze kleur te laten schilderen. De originele kozijnen waren op deze oude foto’s wel wit, wat tevens bleek uit een door Sikkens uitgevoerd kleurenonderzoek .
DE BINNENDEUREN Bij aanvang van de restauratie waren op de begane grond in de ruimte linksachter nog twee sets originele oude hoge houten paneeldeuren aanwezig. De dubbele deuren die uitkwamen op de monumentale marmeren gang waren in de loop der jaren echter vervangen door een enkele deur en houten betimmering. De leerlingen van de restauratiewerkplaats hebben een originele deur mee genomen naar de timmerwerkplaats en er acht kopieën van gemaakt. Dankzij dit stukje vakwerk is op de begane grond de grandeur van de vier dubbele deuren in ere hersteld.
Het dakdekkerbedrijf Van Keulen uit Ossendrecht heeft het dak voorzien van nieuwe natuurstenen leien. Dit arbeidsintensieve werk heeft er voor gezorgd dat het dak gedurende drie maanden continu gedeeltelijk heeft opengelegen. Het pand heeft zijn originele dakbedekking teruggekregen en dankzij deze afwerking van de kap wordt de sculptuur van de achterzijde van het pand sterk benadrukt.
Verplancke + Goethals Architekten
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
27
DE GANG Ook de vloer van de monumentale gang op de begane grond moest tijdens de restauratie onder handen worden genomen. De tegelvloer was in het verleden namelijk volledig los gekomen door het gemanoeuvreer met zware goederen toen het pand gebruikt werd door diverse handelsfirma’s. Ten behoeve van de restauratie is de vloer volledig genummerd en verwijderd. Na het aanbrengen van een nieuwe ondergrond is de vloer in z’n originele volgorde teruggeplaatst. Aardig detail is dat bij het verwijderen van een zwarte marmeren plint aan het licht kwam dat dit stuk steen inmiddels aan een tweede leven begonnen was: op de achterkant bleek de plint voorzien te zijn van een (waarschijnlijk) kerkelijke inscriptie, die duidt op een eerder gebruik van het marmer. Door optrekkend vocht waren diverse delen van het imitatie marmer in de gang zwaar beschadigd. Tevens was het cassetteplafond in de gang op vele plaatsen gescheurd. Deze wanden en het plafond zijn volledig hersteld en zullen begin 2008 worden afgewerkt met imitatie marmer.
Verplancke + Goethals Architekten
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
29
DE LOUVRELUIKEN Het was een wens van Guido Goethals om, indien het budget het toeliet, het pand te voorzien van de louvreluiken die te zien zijn op oude foto’s van het gebouw. Mede dankzij de samenwerking met de opleidingsinstituten in Zeeland kan dit gedeeltelijk worden gerealiseerd. De heer Van Zon heeft de Bouwopleiding Zeeland in Goes bereid gevonden om deze luiken door leerlingen te laten vervaardigen. Wellicht dat er t.z.t. mogelijkheden ontstaan om ook de achterzijde van het pand te voorzien van dergelijke originele luiken.
Verplancke + Goethals Architekten
DE TUIN Van de originele tuin is weinig over. Het grootste gedeelte is zoals eerder vermeld in de jaren tachtig verkocht. Bij de verwijdering van het wilde groen, is de oude tuinmuur aan de Prinsenkade weer in beeld gekomen. Op basis van het gerestaureerde pand en de aanwezigheid van deze oude muur heeft Mieke Meuleman, tuinarchitect bij Dethon Groen, een minimalistische tuin ontworpen die naadloos aansluit op de bestaande omgeving en er tegelijkertijd een extra dimensie aan toevoegt.
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
31
DE TOEKOMST Verplancke + Goethals Architekten, sinds de restauratie van naam veranderd in V+G architekten, werkt in Zuidwest Nederland, op dit moment met tien man, voor diverse scholen, zorginstellingen, bedrijven, particulieren en woningbouwverenigingen. Ze hoopt in dit prachtige pand op een prettige manier zijn werkzaamheden nog lang te kunnen voortzetten en zal bij tentoonstellingen en de open monumentendag de deuren open zetten voor geïnteresseerden zodat iedereen ervan kan meegenieten.
Verplancke + Goethals Architekten
De Hertog van Marlborough in ere hersteld
33
Vormgeving: Recht door Zee [Sas van Gent] Teksten: Heemkundige Kring [Sas van Gent] / V+G Architekten Correcties: Frank Neve
SPONSORS DEZE UITGAVE IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:
Verplancke + Goethals Architekten
VERPLANCKE + GOETHALS ARCHITEKTEN SAS VAN GENT
HEEMKUNDIGE KRING SAS VAN GENT
LEENHOUTS
LEENHOUTS AANNEMERSBEDRIJF SLUIS
Leenhouts’ Aannemings-Bedrijf b.v.
VAN KEULEN OSSENDRECHT
HOUTEPEN SCHILDERWERKEN SAS VAN GENT
THERMECON ISOLATIE NEDERLAND ZIERIKZEE
De Hertog van Marlborough in ere hersteld