Psalm zoekt jou
De HEER heeft nieuwe wonderen gedaan dat vraagt om nieuwe psalmen. Dus zing voor Hem dit lied. Psalm 98, berijming Liesbeth Goedbloed
Psalm zoekt jou Bijbelstudies bij Psalmen voor Nu
Rien van den Berg
UITGEVERIJ BOEKENCENTRUM, ZOETERMEER
www.uitgeverijboekencentrum.nl
Ontwerp omslag: 150 WATT Binnenwerk: Gerard de Groot De in dit boek besproken Psalmen voor Nu zijn verkrijgbaar op cd, maar ook als losse nummers in de iTunes Store te downloaden.
ISBN 978 90 239 2406 7 NUR 707 © 2011 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
5
Inhoud
Vooraf
7
1. Een bloemlezing – Psalm 1 (cd 5)
11
2. Levend dichtwerk – Psalm 29 (cd 2)
21
3. Zwijgende instrumenten – Psalm 136 (cd 1)
30
4. Een psalm voor elk moment – Psalm 6 (cd 1)
41
5. De kracht van herhaling (I) – Psalm 42-43 (cd 2)
47
6. De kracht van herhaling (II) – Psalm 84 (cd 1)
56
7. De kracht van herhaling (III) – Psalm 13 (cd 1)
66
8. De kracht van de tegenstelling – Psalm 26 (cd 4)
74
9. De kracht van een beeld – Psalm 133 (cd 5)
84
10. Een geheim bewaren – Psalm 130 (cd 1)
Meer weten?
92 106
7
Vooraf
Stel dat je de volgende opdracht krijgt: ga naar het winkelcentrum in je woonplaats en vraag een willekeurige voorbijganger een lied te zingen. Maakt niet uit wat, als het maar minimaal tweeduizend jaar oud is. Grote kans dat de voorbijganger je aankijkt of je gek bent. Als de toevallige passant christen is, kijkt hij hoogstwaarschijnlijk net zo glazig. Toch kennen heel veel christenen liederen van twee-, drieduizend jaar oud – en vaak nog uit het hoofd ook. Psalmen. Maar hier is iets heel anders aan de hand. Veel gelovigen leven met de psalmen. Met de psalmen steken ze de diepe dalen van hun leven over, met een psalm zingen ze hun vreugde uit op de toppen van hun bestaan. Voor hen zijn de psalmen geen teksten uit vervlogen millennia, maar levende woorden van God – woorden van God om mee te leven in de alledaagse werkelijkheid van eeuw eenentwintig. Kinderen snappen vaak nauwelijks wat ze zingen, jongeren beginnen een vermoeden te krijgen, volwassenen beginnen de psalmen te waarderen en oudere mensen willen ze niet meer kwijt. Heel oude mensen kennen, zelfs als ze de namen van hun kinderen vergeten zijn, de psalmen nog altijd uit het hoofd. Toch weten we eigenlijk niet zo veel over deze liederen. De psalmen zijn bekend als teksten uit de Bijbel, en in liedvorm in een oudere of nieuwere berijming, in de protestantse traditie doorgaans op melodieën die gecomponeerd werden tussen 1539 en 1562. Als ze nog gezongen worden, tenminste. Want psalmen zingen met de hele gemeente is een (voornamelijk) calvinistische traditie. Evangelische en rooms-katholieke christenen gebruiken de psalmen traditioneel veel minder voor gemeentezang. Toch zullen ook deze christenen regelmatig herkennen wat ze in het psalmboek tegenkomen. Christenen zingen, en dichters die christelijke liederen schrijven, putten
8
Vooraf
dankbaar uit de bron van het psalmboek. Ook het zogenaamde vrije kerklied leunt sterk op de psalmen. Gelovigen lezen de psalmen als geloofsteksten. En dat is een bijzondere manier van lezen. Een christen die een psalm leest, hoort de stem van God, in de eenentwintigste eeuw. Wij horen hoe een medegelovige 2500 jaar geleden de worsteling doormaakt die ook de onze is. Kortom: wij steken in onze beleving van de psalmen vaak moeiteloos een brug van duizenden jaren over. De psalmen leven in ons gelovige heden. Dat kan overigens alleen doordat we geneigd zijn psalmen over te slaan. Begin maar eens bij Psalm 1 te lezen en lees door tot Psalm 150. Je zult verbaasd staan van de teksten die je nog nooit gelezen hebt, laat staan gezongen. Van tijd tot tijd zal zich de vraag aan je opdringen of je dit eigenlijk wel mee kunt zingen, zo rauw en gewelddadig zijn de teksten soms. De dichter van Psalm 88 is op het randje van cynisch tegen God. De dichter van Psalm 137 zegent degene die de kinderen van zijn vijanden vermoorden zal. De dichter van Psalm 79 beschrijft een slachtpartij in Jeruzalem, en vraagt vervolgens aan God of hij met eigen ogen mag zien dat deze misdaad gewroken wordt – oftewel: of hij nog een bloedbad beleven mag, maar nu van de anderen. Wie de psalmen leest, komt voor nog veel meer raadsels te staan. We moeten een kloof oversteken om de cultuur van de psalmen te kunnen begrijpen, de wereld waarin ze zijn ontstaan. Wat betekent het eigenlijk als er in Psalm 58 geschreven wordt over een slak die oplost in z’n eigen slijm? En lees het slot van Psalm 127 eens. Wat bedoelt de dichter eigenlijk? Zonen als pijlen op je boog? En dan ineens dringt zich de vraag op wat we eigenlijk doen als we psalmen zingen. Psalmen, wat zijn dat voor dingen? Wie heeft ze gemaakt? Wanneer? In welke omstandigheden leefde hij? Hij? Hoe schreven mensen in die tijd gedichten? Wat wilden de psalmdichters vertellen? Wie heeft van al die psalmen die er in Israël circuleerden eigenlijk een boek gemaakt met honderdvijftig exemplaren? Wat betekenen sommige raadselachtige teksten eigenlijk? Wie echt psalmen begint te lezen, komt al snel met vragen te zitten. Die vragen komen aan bod in dit boek. Wat we doen, is ouderwetse
Vooraf
9
bijbelstudie. Als een tekst vragen oproept, dien je te beginnen bij het begin: zo goed mogelijk lezen wat er staat. De reis naar het hart van een tekst voert over drie lastige paden. Je leest een psalm 1. als historische tekst 2. als literaire tekst 3. als geloofstekst. Haast is gevaarlijk op een lastig pad. Onzorgvuldigheid leidt onherroepelijk tot uitglijders. In elk hoofdstuk van dit boek kom je de drie paden tegen, steeds in dezelfde volgorde. Ieder hoofdstuk opent met een thematische inleiding. Daarna wordt er een psalm behandeld, achtereenvolgens als historisch document, als kunstwerk en als geloofstekst. Elke stap met de goede aandacht, in navolging van het woord van psalmenkenner Pius Drijvers, die al in de jaren zestig waarschuwde: ‘Niet blijven staan bij de historisch-gebonden, oudtestamentische betekenis der psalmteksten, ook niet over die onmiddellijk-letterlijke zin heenstappen en meteen vluchten in de sfeer van christelijke toepassingen en spirituele exegese.’ We hebben niet gekozen voor één bijbelvertaling. We hopen eigenlijk dat je diverse vertalingen naast elkaar gebruikt. De meeste vertalingen, zoals de Statenvertaling, de Nieuwe Vertaling, de Willibrordvertaling, de Naardense Bijbel en de Herziene Statenvertaling, volgen zo nauwgezet mogelijk de Hebreeuwse tekst en zinsbouw (wat bij poëzie nauwelijks te onderschatten is!). Andere vertalingen, zoals Groot Nieuws en de Nieuwe Bijbelvertaling, geven heel goed de zeggingskracht en de emotionele dynamiek van de Hebreeuwse tekst weer. Als je op de plek waar je dit boek gebruikt de beschikking hebt over internet, is de site www.biblija.net een aanrader: hier vind je bijna alle bovengenoemde bijbelvertalingen digitaal, de Naardense Bijbel is te lezen op www.naardensebijbel.nl. Dit boek is ontstaan uit Psalmen voor Nu, een poging om van alle psalmen een moderne berijming te maken met een nieuwe melodie. Psalmen voor Nu wil door nieuwe berijmingen te maken, laten zien wat een rijkdom er is klaargelegd in het bijbelboek van de Psalmen. Dat is de eeuwen door steeds gedaan, en de reden daarvoor klinkt al in de psalmen zelf: De HEER heeft nieuwe wonderen gedaan / dat
10
Vooraf
vraagt om nieuwe psalmen. Dus zing voor Hem dit lied’ (Psalm 98, voor Psalmen voor Nu berijmd door Liesbeth Goedbloed). Zo lang de HEER nieuwe dingen blijft doen, krijgen zijn psalmen steeds nieuwe glans. Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar bij Psalmen voor Nu zijn niet onze nieuwe versies van de psalmen het belangrijkst, maar juist de aloude teksten uit de Bijbel. De psalmen moeten niet worden opgepoetst omdat ons gevoel voor stijl of smaak dat vraagt, maar omdat God door de eeuwen steeds opnieuw bewijst wie Hij is. Zo ligt er dus dit werkboek. Welbeschouwd doen we ouderwetse bijbelstudie; we proberen de tekst van de Bijbel zo goed mogelijk te lezen. Voorbeelden uit Psalmen voor Nu dienen als illustratiemateriaal. Bij Psalmen voor Nu hebben de hebraïci, de dichters en de componisten intensief op de psalmen gestudeerd. Met als resultaat dat de psalmen voor ons op een verdiepte manier tot leven kwamen. We hopen dat jij in dit boek met ons wilt meestuderen op de psalmen. Met hetzelfde resultaat.
11
1 Een bloemlezing Psalm 1 (cd 5)
Geef mij les, HEER, in uw wet en leer mij uw geboden, opdat velen uw werken horen en de volken uw grootheid eren. Denk aan mij, vergeet mij niet, en breng mij niet in omstandigheden die te zwaar voor mij zijn. Doe ver van mij weg de zonde van mijn jeugd en laat mijn overtredingen niet bij mij terugkeren. Reinig mij, HEER, van de kwade plaag en laat die niet naar mij terugkeren. Verdroog haar wortels in mij en laten haar ranken in mij niet groen worden. Glorie bent u, HEER. Psalm 155, Dode Zee-rollen (fragment)
De opbouw van het psalmboek Wat wij kennen als het psalmboek is een bonte verzameling liederen. De kortste psalm telt 2 verzen, de langste 176. Sommige psalmen worden gezongen vanaf de toppen van het bestaan, andere vanuit de afgrond. Sommige psalmen zijn voor pelgrims, andere voor vluchtelingen. Er zijn collectieve lofzangen op God, er zijn keiharde geschiedenislessen. Er zijn confronterende oproepen tot heiligheid en ontroerende schuldbelijdenissen. Er zijn liederen van diepe armoede en vertwijfeling en er is een bruiloftslied voor de koning. Het psalmboek is dan ook niet van gisteren op vandaag tot stand gekomen. De wortels van de oudste psalmen gaan terug tot meer dan duizend jaar voor Christus, de jongste psalmen dateren uit de
12
Een bloemlezing
tweede eeuw voor de jaartelling. In de loop van de eeuwen ontstonden er diverse psalmenverzamelingen. Veel verzamelingen waren natuurlijk gemaakt ten behoeve van de liturgie, maar misschien waren er ook al wel verzamelingen voor persoonlijk gebruik, zoals onze middeleeuwse getijdenboeken ook verzamelingen zijn van liederen en gebeden voor privégebruik. De Bijbel verraadt de aanwezigheid van dit soort verzamelingen. Als de zoon van Achaz, Hizkia, in de achtste eeuw voor Christus de tempeldienst in ere herstelt, verbaast hij zich erover dat de priesters nog zo goed weten hoe alles moet. De Levieten zingen de lof van de HEER vol vreugde met de woorden van David en de ziener Asaf (2 Kron. 29:30). Kennelijk waren die psalmen al in een verzameling ondergebracht. Diezelfde koning Hizkia liet zijn dienaren ook nieuwe verzamelingen aanleggen, lees Spreuken 25. In het tweede boek van de Makkabeeën (hoofdstuk 2 vers 13) wordt verteld dat Nehemia (in de vijfde eeuw voor Christus) een bibliotheek had laten aanleggen met onder meer boeken over de koningen, geschriften van de profeten en ‘geschriften van David’. Tijdens de Makkabeeënopstand was die bibliotheek op verschillende plekken in veiligheid gebracht, maar de schrijver meldt dat de boeken nu weer verzameld zijn. ‘Wanneer u ze wilt raadplegen, kunt u ze laten halen.’ De mooiste en meest ‘bruikbare’ psalmen bleven over, tot er tussen 200 en 150 voor Christus uit die psalmenverzamelingen door Joodse schriftgeleerden een selectie werd gemaakt voor het boek van de Psalmen zoals het nu in de Bijbel staat. Om een beetje rond op honderdvijftig uit te komen zijn er overigens wel wat kunstgrepen toegepast. Zo is één lied verknipt tot twee psalmen (42-43), en sommige wetenschappers denken dat ook de psalmen 9 en 10 oorspronkelijk een eenheid vormden. Psalm 117 is een ander gek geval. Mensen wisten zich daar niet goed raad mee. Hoe kon zo’n kort lied een zelfstandige psalm zijn? Ze knoopten hem de ene keer aan Psalm 116 vast, en openden de volgende keer 118 ermee. Ook in de latere overlevering ging weleens iets mis. De Septuagintvertaling, eeuwenlang zeer gezaghebbend, beschouwt niet alleen Psalm 9 en 10 als één psalm, maar ook Psalm 114 en 115. De Psalmen 116 en 147 worden in die vertaling elk in twee stukken geknipt.
Een bloemlezing
13
Dat Israël meer psalmen gezongen heeft dan er in het bijbelboek terecht zijn gekomen, is aantoonbaar. Het lied van Debora uit Rechters 5 is heel oud en niet in het psalmboek opgenomen. Habakuk 3 is een gedicht in de beste psalmentraditie, het slot kennen we als bijbellied (‘Al zou de vijgeboom niet bloeien’), maar in het psalmboek staat het niet. Het maken van psalmen ging ook door in het Nieuwe Testament (het ‘Magnificat’ van Maria, het ‘Benedictus’ van Zacharias), en toen was de psalmenverzameling van de Hebreeuwse Bijbel al afgerond. Van de oudste psalmen zullen er veel verloren zijn geraakt. De Bijbel vertelt vanaf 2 Koningen 22 (hetzelfde verhaal staat ook in 2 Kronieken 34) dat zelfs een compleet verbondsboek zoek kon raken. En de nieuwste psalmen ontstonden pas toen het canonieke psalmboek al af was. Daar is nog wel iets meer over te vertellen. In heel oude Griekse, Syrische, Armeense en Arabische bijbelhandschriften is een Psalm 151 opgenomen. Op de psalmenrol uit de grotten van Qumran staan de Psalmen 151 tot 155 (die ook in het Syrische manuscript staan). Het zijn psalmen over de heldendaden van David, die ook beschreven staan in 1 Samuel 16 en 17. In Psalm 151 vertelt David hoe hij door Samuël bij de lammetjes vandaan werd gehaald: 1. Ik was klein onder mijn broers, de jongste in het huis van mijn vader: ik zorgde voor de schapen van mijn vader. 2. Mijn handen maakten een harp, mijn vingers creëerden een lier. 3. Wie zal het aan mijn Heer vertellen? Mijn Heer zelf: hij is het die luistert. Dan vervolgt de psalm met de geschiedenis van David en Goliat. Waarom kwam deze psalm niet in de Bijbel terecht? De Leidse psalmenspecialist prof.dr. Jan Fokkelman noemt als gemeenschappelijk kenmerk van de psalmen in de Bijbel dat ze juist niet specifiek verwijzen naar het persoonlijke leven van één mens. Hij vermoedt zelfs dat liederen die oorspronkelijk misschien heel persoonlijk waren, in de loop van de tijd zijn aangepast en algemener gemaakt, zodat ook latere generaties ze voluit mee konden zingen. Van die ingrepen
14
Een bloemlezing
profiteren wij nu ook nog. Een psalm van David gaat niet alleen over David, maar ook over ons! Misschien is dat wel een reden dat Psalm 151 niet in het uiteindelijke psalmboek is terechtgekomen. Het is een biografische psalm over David, maar het lied voegt eerlijk gezegd niet veel toe aan wat we al weten uit de geschiedenis van David in de bijbelboeken 1 en 2 Samuel en 1 Koningen. Maar dat argument gaat niet op voor andere psalmen. Psalm 155 bewijst dat er ook prachtige psalmen zijn afgevallen. Deze psalm is aangetroffen in de Dode Zee-rollen, die tussen 66 en 70 na Christus verstopt werden in de buurt van het dorpje Qumran. Het middendeel gaat zo: Geef mij les, HEER, in uw wet en leer mij uw geboden, opdat velen uw werken horen en de volken uw grootheid eren. Denk aan mij, vergeet mij niet, en breng mij niet in omstandigheden die te zwaar voor mij zijn. Doe ver van mij weg de zonde van mijn jeugd en laat mijn overtredingen niet bij mij terugkeren. Reinig mij, HEER, van de kwade plaag en laat die niet naar mij terugkeren. Verdroog haar wortels in mij en laten haar ranken in mij niet groen worden. Glorie bent u, HEER. Er waren dus meer psalmen in het oude Israël, en honderdvijftig ervan ‘haalden’ de Bijbel. Het bijbelse Boek der Psalmen is dus eigenlijk een bloemlezing, samengesteld uit ten minste vijf andere bloemlezingen. De vijf verzamelingen die ten grondslag liggen aan het psalmboek zijn nog altijd te herkennen. In sommige vertalingen staat het bij de psalmen aangegeven. Boek 1: Psalm 1 tot 41 Boek 2: Psalm 42 tot 72 Boek 3: Psalm 73 tot 89
Een bloemlezing
15
Boek 4: Psalm 90 tot 106 Boek 5: Psalm 107 tot 150 Er is wel gezegd: zoals de eerste vijf boeken van de Bijbel de Thora van Mozes zijn, zo zijn de vijf boeken van de psalmen de Thora van David.1 Niet alleen de psalmen zelf zijn dus gecomponeerd, ook het boek is dat. Je kunt een losse psalm bestuderen, maar ook de psalmen in hun onderlinge samenhang. De vijf ‘boeken’ openen vaak met een filosofische psalm, een lied uit de traditie van de wijsheidsliteratuur. Psalm 1, Psalm 73, Psalm 90 en Psalm 107 horen daarbij. Het psalmboek opent met Psalm 1. En niet voor niets.
Psalm 1 Gelukgewenst de mens die niet meeloopt op advies van slechte mensen, die op de weg van de wettelozen geen voet zet en aan de tafel van de spotters niet gaat zitten, maar aan de wet van de HEER vreugde beleeft, en uit zijn wet zichzelf zachtjes voorleest, dag en nacht. Hij zal als een boom zijn, geplant waar water is, die vrucht zal dragen op zijn tijd en waarvan het blad niet zal verwelken. Alles wat hij doet, zal slagen. Zo niet de slechteriken. Zij zijn als het kaf dat door de wind weggeblazen wordt. Wettelozen blijven in de rechtszaal niet overeind en zondaren niet in de gemeenschap van de rechtvaardigen. De HEER kent de weg van de rechtvaardigen, maar de weg van de wettelozen loopt dood. 1) Kijk eens hoe het eerste bijbelboek van het Nieuwe Testament, Matteüs, gecomponeerd is: het bevat vijf grote leerredes van Jezus. Voorop staat de Bergrede, waarvan het refrein (‘zalig zijn wie…’) naadloos aanhaakt bij Psalm 1. Je vindt dit in Matteüs 5:3-12. In vers 12 is, net als in Psalm 1, sprake van een rijke beloning. In hoofdstuk 7:13 is sprake van de twee wegen die we ook in Psalm 1 vinden, en het zou niemand verbazen als hij in de tuin van het goedgefundeerde huis van het slot van de Bergrede (7:24-27) de boom uit Psalm 1 zou aantreffen.
16
Een bloemlezing
Historische tekst Een psalm dateren is een lastige klus, maar bij Psalm 1 hebben de geleerden wel een idee. Deze psalm staat namelijk welbewust op één. Hij is door de samenstellers van het psalmboek, waarschijnlijk in de tweede eeuw voor Christus, voorop gezet, om aan te geven waar dit boek volgens hen over gaat. Het is goed mogelijk dat deze psalm zelfs speciaal gedicht is als opening van de verzameling. In dat geval zou dit dus de jongste psalm zijn uit het hele boek. Psalm 1 is zogezegd de leesbril voor de rest van het psalmboek. Wie aan het psalmboek begint, wordt hier verwelkomd en gefeliciteerd, omdat hij bereid is naar Gods Woord te luisteren en niet meeloopt met slechteriken. De psalm is geschreven in de traditie van de ‘wijsheidsliteratuur’, net als veel andere psalmen, en ook de bijbelboeken Spreuken en Job. In deze literatuur staan de grote levensvragen centraal: Hoe moet ik leven? Wie is God? Waarom is er lijden? Hoe kan ik, in de wereld zoals die is, gelukkig worden? Als deze psalm inderdaad zo welbewust vooropgezet is, betekent dat ook dat je er wat van mag verwachten. Hij moet dan niet alleen inhoudelijk een goede ‘leesbril’ zijn, hij moet ook een kunststuk zijn dat hoge verwachtingen wekt van het boek dat komen gaat. Vergelijk het maar met een cd. Het eerste nummer moet staan als een huis, want anders wordt niemand nieuwsgierig naar de rest van de liedjes.
Literaire tekst De verschillende delen in een gedicht worden in een modern gedicht van elkaar gescheiden door witregels. Maar met psalmen is dat nu juist een probleem. De Hebreeuwse grondtekst kent geen witregels. Dat betekent niet dat de psalmteksten gewoon lange lappen poëzie zijn, zonder overgangen en afzonderlijke delen. Denk maar aan de bekende Psalm 42-43: de zinnen ‘wat ben je neerslachtig, mijn hart, wat ben je onrustig in mij’, komen daarin liefst drie keer voor. Het is dus een echt refrein. Elke hedendaagse liedjesschrijver zou het zonder twijfel tussen witregels zetten. Maar zo helder ligt het vaker niet dan wel bij een psalm. Het plaatsen van een witregel, hoe zorgvuldig je dat ook probeert te doen, is altijd een keuze van een lezer uit de eenentwintigste eeuw, gebaseerd op een vermoeden van hoe een dichter het pakweg 2500 jaar geleden wel bedoeld zal hebben. Vaak