De grutto (Limosa limosa)
Hei elei kuk eleiii... PETER PERMANNE
De vroegere leden van de Actiegroep Bourgoyen-Ossemeersen zullen wellicht een blijvende, goede herinnering hebben aan De Grutto. Je kreeg de lange snavel maar vier keer per jaar in het vizier, maar telkens weer was het een schot in de roos. Iedereen wou aan De Grutto zitten. Ter illustratie geef ik hierna een stukje proza weer dat is opgetekend ten huize van een pas samenwonend mensenkoppel, en dat sindsdien in medische kringen gekend is onder de benaming “R-VOGELS-syndroom” (staat voor “relatie-vernieling door ornithologisch-emotionele labiele situaties”).
“Schat, de pudding is klaaaar!! Mmmmmm………. Schaaat???? Gggrrrrmmmmm……… Slaapdegijmisschien??? Verlepte bok/geit…!!!, ziedegijniedakbezigben?? Zitge nu al aanmijne pudding zotteke??? Neen, aan uwen grutto!!!” Vooraleer u zou denken per abuis de Playbird in uw schuif gekregen te hebben, ik heb het over het vroegere tijdschrift van de ABO (sorry voor de onderschatting van uw potentieel…). Dit nummer van Snep! pikt de draad weer op van de vroegere “vogel-weetjes”, zij het dan onder een andere benaming. De bedoeling is om telkens een in het Gentse frequent voorkomende of opvallende vogel aan u te presenteren. En wat dacht u, het eerste vogelbeest dat bij de vleugels gepakt wordt is natuurlijk…
Snep! · 2de trimester 2003
55
NATUURSTUDIE
T
ja, eigenlijk kan je niet stellen dat de grutto in het Gentse echt talrijk aanwezig is. Buiten de trekperiode, waarin soms troepen van enkele honderden grutto’s in de Leiemeersen kunnen uitrusten en voedsel zoeken, zijn gebieden zoals de Bourgoyen of de Assels vrij schaars bevolkt met grutto’s. Deze vaststelling gaat trouwens op voor zowat geheel Vlaanderen. Vlaanderen is niet zo geliefd bij de grutto zoals Nederland dat is. Bij onze buren broedt bijna de helft van de Europese populatie grutto’s. Niet dat de grutto daar probleemloos de wormen van tussen de bollen Gouda kan plukken, wel integendeel, maar daar kom ik later op terug. Volgens de laatste gegevens van het Instituut voor Natuurbehoud (gegevens voor de nieuwe broedvogelatlas) zouden er in Vlaanderen
56
Snep! · 2de trimester 2003
zo’n 1042 à 1272 broedparen verblijven (zie www.instnat.be). In 1981 werd de Belgische (tegelijk de Vlaamse) populatie nog geschat op een 750 broedparen. Het broedareaal van de grutto zou er evenwel niet op achteruit zijn gegaan in vergelijking met de inventarisatie voor de vorige broedvogelatlas. Meer grutto’s op evenveel plaats dus. De grutto bereikt in Vlaanderen zowat de zuidwestelijke grens van zijn verspreidingsareaal. Onder meer daarom zijn de vastgestelde dichtheden bij ons niet zo hoog als in Nederland. De densiteit ginds kan oplopen tot één broedpaar per twee hectare. Stel je dát eens voor in Gent: tientallen broedparen grutto’s in de Bourgoyen! In werkelijkheid verblijven er in Gents belangrijkste natuurreservaat slechts enkele broedparen. In het begin van de jaren ‘70 van de vorige eeuw was de grutto zelfs nog niet gekend bij sommige Gentse ornithologen. In 1974 broedden er waarschijnlijk twee koppels, oplopend tot vier à zes broedparen in 1987 (Marc Batsleer, De broedvogels van het natuurreservaat Bourgoyen-Ossemeersen te Gent, 1986-87). In de jaren ‘90 tot nu broedden er iets minder, jaarlijks twee à vier koppeltjes. De grutto kan je ook aantreffen op de linker Schelde-oever te Antwerpen (gemeente Beveren). Op het eerste zicht is het vreemd dat juist het uitbreidingsgebied van de Antwerpse haven zo rijk is aan elders vrij zeldzame broedvogelsoorten. Zo zouden er grutto-koppeltjes te vinden zijn in De Putten, een authentiek stukje polder tegen een waterplas die vroeger de aanzet moest vormen van het Baalhoekkanaal (dat de Waaslandhaven rechtstreeks met de Westerschelde moest verbinden via het Nederlandse gehucht Baalhoek). Dat Baalhoekkanaal zit momenteel in de koelkast, en gelukkig maar. Het Verdronken Land van Saeftinge zou immers sterk te lijden hebben onder de aanleg van een dergelijke watersnelweg. In de provincie Oost-Vlaanderen kan je verder ook de Leiemeersen stroomopwaarts Gent noteren als broedgebied, naast de Kalkense Meersen, en het Meetjeslandse krekengebied.
De pluimpjes van de grutto Ik vind het zomerkleed van de grutto bijzonder mooi en opvallend: een lange, bruinrode, rechte snavel, aan het einde uitlopend naar zwart; een bruine rug met kastanjebruine vlekken; de kop en hals kaneelkleurig bruin en witte onderdelen met kastanjebruine strepen op de flanken. Tijdens het vliegen valt de brede witte band op de zwarte vleugels goed op. Bovendien zie je bij de grutto tijdens het vliegen duidelijk de witte staart met het zwarte uiteinde. De lange poten zijn zwart. Hier onderscheidt de grutto zich heel duidelijk van de tureluur, een andere steltloper. Deze heeft echter helderrode poten (en is een stuk kleiner). In vergelijking met het zomerkleed is de wintertenue veel minder opvallend en kleurrijk: de hoofdtonen zijn dan wit-grijs en bruin. Het geluid van de grutto is onmiskenbaar: het beestje roept eenvoudigweg zijn eigen naam (met een beetje verbeelding dan toch…).
Natte voeten De grutto broedt van oorsprong in open moeras, rivierbegeleidende graslanden in natuurlijke overstromingsgebieden en op hoogvenen, maar heeft zich bij ons aangepast aan het leven in weidegebieden. De eerste vogels komen bij ons aan in de loop van de maand februari. In juli zijn de meeste grutto’s dan weer vertrokken naar hun overwinteringsplaatsen in de kustzones van Portugal en Noordwest-Afrika. Zo kan je ze bijvoorbeeld vinden aan de monding van de Sous-rivier rond Agadir (Marokko). De meest nabije overwinteringsplaats van de grutto kan je aantreffen in Nederland, langsheen de Westerschelde. Dit zijn dan wel grutto’s van de IJslandse ondersoort, die voornamelijk in Ierland en Schotland blijft overwinteren. Op het menu staan wormen, insecten en larven van insecten, die met de lange snavel feilloos van tussen het gras en uit de weke bodem geplukt worden. De lange snavel en poten zijn hierbij onmisbare instrumenten. De pas uitgekomen jongen
NATUURSTUDIE eist, vermeerderd met het aantal jachtslachtoffers buiten Frankrijk, en je komt uit op een totaal jaarlijks verlies van (naar schatting) zo’n 35.000 grutto’s. Elk jaar moet de grutto dus 35.000 jongen grootbrengen om dat verlies te kunnen compenseren…
Een fortuynlijke oplossing??
voeden zich vooral met insecten die ze in bloemenrijke graslanden vinden. De grutto broedt vanaf half april tot eind juni. De nesten zijn vrij gemakkelijk te vinden, een broedende grutto valt voor een geoefend oog goed op. Het nest ziet eruit als een ondiep kuiltje in het gras, gevoerd met wat klein plantenmateriaal. Naarmate het gras groeit wordt dit steeds verder over het nest heengebogen door de grutto. Op het einde van het broeden zitten ze zo al een heel stuk beter verborgen. Het legsel bestaat meestal uit vier olijfgroene of olijfgele eieren met donkere vlekken. De grutto start pas met broeden als het laatste ei is gelegd. Daarom komen alle kuikens ook op hetzelfde tijdstip uit het ei. Bij ons beginnen ze te broeden vanaf 1 april en zien we de eerste kuikens in de vierde week van april. De liefhebbers van nesten zou ik echter beleefd doch dringend willen vragen broedende grutto’s te ontzien, want de verstoring van het broedsel brengt heel wat stress met zich mee!
Noordwest-Europese populatie tot broeden. Tot ongeveer 1990 kwamen er jaarlijks zo’n 100.000 paartjes tot broeden, anno 2000 is het aantal echter in elkaar gezakt tot zo’n 58.000 paren. In de provincie Holland is de teruggang blijkbaar beperkt gebleven, maar vooral in Friesland en op de zandgronden is de achteruitgang van de skries (Fries voor grutto) fors. Het is daarbij vreemd te moeten vaststellen dat de achteruitgang zich niet alleen manifesteert in intensief gebruikte weilandgebieden, ook natuurgebieden delen in de klappen. Dé oorzaak voor deze achteruitgang zou men nog niet exact gevonden hebben, wel denkt men aan een combinatie van factoren. Door waterpeilverlaging kan het vee vroeger op de weiden en is de landbouwer in staat om het hooiland vroeger in het jaar te maaien, als de eieren van de grutto nog niet zijn uitgekomen. Het ineens maaien van grote stukken hooiland is negatief omdat er de kuikens geen uitwijkmogelijkheid en voedsel meer rest, en ze bijna onvermijdelijk onder de maaibalk terechtkomen.
De grutto in Nederland: de teloorgang van het Poldermodel?
Le malheur des uns fait le bonheur des autres???
Zoals ik al in het begin van dit artikel heb aangegeven, gaat het de grutto niet voor de wind in Nederland. Nu is Nederland voor het overleven van de grutto letterlijk van levensbelang: zoals gezegd komt hier ongeveer de helft van de
Daarnaast is de jacht evenmin vrij te pleiten van schuld. Franse jagers zouden elk jachtseizoen zo’n 20.000 grutto’s doden. De grutto mag ginds zonder beperkingen worden afgemaakt. Tel daarbij nog de dodentol die de jaarlijkse trek naar Afrika
Onze noorderburen zijn soms gekend om hun wijze van aanpak (én hun wijze aanpak?). In vergelijking met België worden problemen van ruimtelijke ordening en leefmilieu of natuur er wel eens krachtiger aangepakt. Zo is ooit in Friesland de nestbescherming voor weidekuikens ‘uitgevonden’. De boer of een vrijwilliger speurt de graslanden af naar nesten, en boven elk nest wordt een ijzeren geraamte geplaatst dat groot genoeg is om het
Snep! · 2de trimester 2003
57
NATUURSTUDIE grazend vee, maaibalken en tractoren van het legsel weg te houden. Uit onderzoek van SOVON (Vogelonderzoek Nederland) zou gebleken zijn dat mét nestbescherming twee keer zo veel eieren uitkomen als zonder bescherming. In Nederland zou men zo al 300.000 hectare landbouwgrond op dergelijke wijze ‘behandelen’. Maar helaas, Friesland is juist dé Nederlandse provincie waar de grutto heel sterk is achteruitgegaan. De oorzaak hiervan zou waarschijnlijk gelegen zijn in een té grote sterfte onder de kuikens. Gruttojongen hebben meer dan andere weidevogelkuikens hoog gras nodig om er hun voedsel te vinden. Het massaal en gelijktijdig maaien van grote gebieden, maakt dat er voor de uitgekomen jongen te weinig voedsel is. Met Nederlandse spitsvondigheid heeft men echter hierop gereageerd met de introductie van het begrip ‘mozaïekbeheer’. Dit betekent dat boeren geen ‘kaalslag’ meer realiseren in hooilanden, maar in een gebied een lappendeken van gemaaide en ongemaaide percelen creëren. Ook ongemaaide slootkanten en stroken op een perceel zijn geschikt als vluchtheuvels voor jonge grutto’s. Op die manier kan men ervoor zorgen dat de kuikens steeds voldoende voedsel en schuilmogelijkheden in de buurt vinden. Het pleit voor de Nederlandse overheid dat ze landbouwers financieel stimuleert om mozaïekbeheer toe te passen. Het is evenwel jammer dat de Nederlandse staatskas té weinig geld geeft (heeft?) om alle boeren deftig te kunnen vergoeden voor een ecologisch graslandbeheer. Zo vallen momenteel immers nog téveel weidevogelrijke gebieden uit de subsidieboot.
Mesten voor de grutto? Maar hoe zit het dan met die vermindering van de broedaantallen in natuurreservaten? Wel, hou je vast, hiervoor wijst men de ‘dierlijke onderbemesting’ als één van de oorzaken aan. Vogels zouden onbemeste weilanden vermijden! Ik verslikte me in een voortreffelijke Rochefort op het moment dat ik dat las. Jaja,
58
Snep! · 2de trimester 2003
overbemesting, weg met dat woord, leve het MAP-PLUS, eigen mest eerst, stop alsjeblieft die uitvoer naar Rusland en gooi méér biggetjesmest op Vlaamse bodem. Wat blijkt immers? Als weiland geen of te weinig dierlijke mest krijgt, verzuurt het, waardoor regenwormen en ander voedsel voor de grutto verdwijnen. Nu, alle gekheid op een stokje, dit lijkt me een verdedigbaar standpunt voor armere (zand)gronden waar het humusgehalte van nature al aan de lage kant is, of voor het Hollandse veenweidegebied, waar de bodem grotendeels uit veen bestaat (en waar een be-
langrijk deel van het Nederlandse onderzoek uitgevoerd is). Maar of het stoppen van bemesting op zware, voedselrijke kleigronden op korte of middellange termijn een negatief effect op de grutto zou hebben betwijfel ik eerlijk gezegd, zeker als die gronden nog eens jaarlijks overstromen bij winters hoogtij! Daarnaast wordt ook nog geopperd dat het verplichte uitstel van maaien van de hooilanden (ter bescherming van de nog niet vliegvlugge kuikentjes) indirect een ongunstig, mestbesparend effect oplevert. Boeren die met een dergelijke beheersmaatregel geconfronteerd worden, zouden hun
hooilanden spontaan niet meer bemesten, om te vermijden dat het gras te lang wordt, gaat liggen, en niet meer kan worden gemaaid. En geen bemesting, minder vogeltjes… In de Bourgoyen wordt er nu nog steeds een lichte bemesting gegeven aan de (hooi)weiden via de uitwerpselen van de runderen die er in het zomerseizoen rondlopen. Het lijkt er dus op dat het beheer op dat vlak zeker niet hoeft te wijzigen. Bovendien is de bodem er van nature tamelijk voedselrijk, zodat er aan bodemdiertjes wellicht geen gebrek is. Twee andere oorzaken die men in Nederland opgeeft als verklaring voor het soms falend broedsucces in natuurreservaten, zijn het gevoerde beheer (gericht op andere vogelsoorten dan de grutto) en het ontbreken van jaarlijkse maaibeurten waardoor de terreinen verruigen en verbossen. De leuke conclusie van een artikel dat ik hieromtrent las luidt dat “voor een goed beheer van weidevogelgebieden het belangrijk is dat er melkveehouders in en rond de reservaten zijn. Zij hebben immers vee dat de noodzakelijke mest levert en de kennis om het grasland in samenwerking met natuurbeschermingsorganisaties optimaal voor de grutto te beheren.” (zie www.clm.nl/NL/groen/artikelen/ grutto.phtml)
lichting op de grote ring rond Gent (R4) ter hoogte van de Bourgoyen zou daarom (alleen al) eigenlijk beter verwijderd worden. Het is toch wel vreemd dat er meestal geen verlichting is op de R4, behalve juist aan de Bourgoyen…?! Het moge duidelijk zijn dat de oplossing voor de problemen van de Grutto niet gelegen zijn in louter éénzijdige maatregelen ten voordele van óf natuur óf landbouw. Het opnieuw (leren) respecteren van een minder intensieve, kleinschaliger landbouw, het blijvend onderhouden en aanplanten van kleine landschapselementen, kortom het toepassen van allerlei ecologische inzichten,…, kan resulteren in een rijkere natuur dan wanneer men de keuze zou maken voor zwaar intensief bewerkte landbouwgebieden met daartussen enkele potten intensief beheerd natuurreservaat als schaamlap. “Global farming”, zou je zoiets kunnen noemen…
Aan de toog van De Grutto1 Tooghanger 1: “Angèle! Twee Gageleers2 ! En neem zelf ook iets. Tooghanger 2: Ik vind: politiek mag ergens over gaan. Ik vind: niet alle politiekers moeten cafébazen zijn. Allez, een politieker moet toch niet alleen sympathiek zijn en spitsvondige zinnetjes opzeggen op TV, ge weet wel zo van die wanlaners. Tooghanger 1: Kwoots … Tooghanger 2: Ik vind: politiekers moeten intelligente mensen zijn, die wetten en regels maken; eventueel oude wetten en regels afschaffen of aanpassen en zo. Daar moeten de politiekers zich mee bezig houden. Zodat onze wereld rechtvaardiger wordt en al, en voor het milieu beter te beschermen en zodat het leefbaarder wordt en al. Waar dient politiek anders voor? Tooghanger 1: Dat is wel regelneverij, waar jong. Tooghanger 2: Awel, … zo had ik het nog niet bekeken. Angèle! Twee Gageleers! En neem zelf ook iets. MAF
1
Grutto’s in het donker Ik zou willen afsluiten met een lichte noot, die, hoe kan het ook anders, in Nederland van de boom is gevallen. In 1998 en 1999 heeft men onderzoek gedaan naar de invloed van wegverlichting op het broedgedrag en -succes van grutto’s (zie de samenvatting op de website van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat www.minvenw.nl/rws/dww/uitgaven/grutto). Hieruit blijkt dat “wegverlichting een aantasting blijkt te betekenen van de habitatkwaliteit voor de grutto. Wegverlichting heeft een significant negatieve invloed op de geschiktheid als broedterrein, die zich lijkt uit te kunnen strekken over enige honderden meters afstand van de verlichting. Daarnaast blijken de vogels die als eerste beginnen te nestelen, hun nestplaats significant verder van de lichtbron af te kiezen dan vogels die later gaan nestelen”. De ver-
Bezoekerscentrum van Natuurpunt Gent in het stedelijk natuurreservaat Bourgoyen-Ossemeersen 2 Bier, in Gent enkel te verkrijgen in De Grutto
Snep! · 2de trimester 2003
59