06 2013
EI G EN W I JZE R Pe r s o n e e l s b l a d v a n e n v o o r a l l e m e d e w e r ke r s v a n d e A S KO
De grootste lol tijdens de Koningsspelen
pag. 3
Onderwijs: blik over de grens
pag. 8
pag. 12
Vier x Wijzer op
de A. Bekemaschool
pag. 15
Leuk: beestjes in de klas
INHOUD
6
Vraag van vandaag Systematisch op zoek gaan naar antwoorden op vragen leidt tot professionele ontwikkeling en werkplezier. Bovendien stimuleert dit kinderen om ook vragen te stellen. Dat willen we als leerkracht toch allemaal?
8
Onderwijs over de grens Hoe geven ze in Finland, Afrika of Taiwan les in het primair onderwijs? En… interessant, kunnen wij er wat van leren in Nederland?
Impressie van de Koningsspelen op 26/4/2013
12 Vier x Wijzer Stel je voor: je komt nietsvermoedend de klas binnen. Het lokaal is omgetoverd in een slagveld. Van tafels zijn loopgraven gemaakt… De A. Bekemaschool werkt met een nieuwe lesmethode.
16 ‘Samen’ is belangrijk Er staan veel scholen in Noord. Wat gaat Daan Doing, directeur van de St. Rosaschool, eraan doen om al die concurrentie de baas te kunnen?
Verder: School & buurt: wegwijs in Weesper wijken Beestjes in de klas bij juf Patty (column) Dromer in de ASKOfette
Een aantal ASKO scholen hebben meegedaan met de koningsspelen. Het was een enorme organisatie, maar het plezier was er niet minder om! Een foto-impressie. Met dank aan de Botteloef, IJsbreker, Avonturijn, St. Jozefschool (Adam) voor de foto’s.
14 15 18 ngscakeers maken koni IJsbreker moed resultaat!! ly ’s en dit is het
2
EIGENWIJZER
juni 2013
EIGENWIJZER
juni 2013
lol-
3
ASKO INFO
Resultaten met Vol Lof!
Vijf scholen in Amsterdam-West sloegen de handen ineen en toonden in het project VOL LOF! aan dat leerkrachten in hun handelen versterkt worden door een gericht coachingstraject waarin Didactisch Coachen en Beeldcoaching samen werden ingezet. De coaching was in het bijzonder succesvol doordat deze aansloot bij de individuele leervragen van leerkrachten en door de feedback die zij kregen op hun eigen ontwikkeling die zichtbaar was in beeld. Momenteel volgen de schoolleiders een training Didactisch Coachen voor leidinggevenden om zich de werkwijze eigen te maken en daarmee duurzaam te verankeren in de eigen school. De vijf scholen hebben binnen Amsterdam-West een intensieve en vruchtbare samenwerking ontwikkeld, waarbij zij gebruik maken van elkaars expertise. Ook nu het project ten einde loopt zullen zij de samenwerking voortzetten. Een belangrijke succesfactor van dit project is ‘van en met elkaar leren’ om samen op allerlei manieren tot onderwijsverbetering te komen! Heeft u vragen over dit project? Heeft u interesse om deze werkwijze in uw eigen school te implementeren? Heeft u interesse in de opleiding tot Beeldcoach? Hiervoor kunt u contact opnemen met de projectleiders Mariëlle Dekker (
[email protected]) en Hélène Steijn (
[email protected])
4
Zingen in de wind
25e Asko sportdagen op 3 en 4 juni 2013
“ZINGEN IN DE WIND” is het prentenboek van de Rosaschool in Amsterdam-Noord, waarvan het eerste exemplaar donderdag 28 februari aan Diane Middelkoop tijdens een feestelijke bijeenkomst werd aangeboden. De kinderen van de groepen 1 en 2 zongen de liedjes, die in het boek voorkomen samen met hun ouders en leerkrachten. Meerdere Amsterdamse scholen hebben aan het Prentenboek project meegedaan. Op 29 mei werden alle verschillende prentenboeken die daaruit voorkwamen overhandigd aan wethouder Van den Burg, die burgermeester Van der Laan die dag verving. Christophe Kedapy uit groep 2a van de Rosa ging mee naar de Stopera om hem het boek te geven. Van den Burg is ambassadeur van dit project. We hopen dat er op tal van scholen nog vele leuke prentenboeken zullen volgen.
Op maandag 3 en dinsdag 4 juni vonden voor het 25e jaar de ASKO sportdagen plaats op het Atletiekterrein bij de Jaap Eden baan. Dertien ASKO scholen hebben tegen elkaar gestreden op verschillende atletiek en spel onderdelen. Elke dag waren er medailles en bekers te winnen. Normaal moesten de scholen zelf voor spelleiding bij de onderdelen zorgen. De spelleiding ging dit jaar echter wat anders. Van het ROC kwamen 25 studenten helpen als spelbegeleider bij de onderdelen. De Bekemaschool ging er op maandag met de meeste prijzen vandoor. Lyon en Daphne pakten veel medailles. Op de 2e dag had Leonie van de Jozefschool Muiden medailles bij het sprinten, verspringen en hordelopen. Omdat de ROC studenten goed voorbereid bij de onderdelen stonden, gaf dit rust over het verloop van beide dagen. Dank daarom voor alle leiding en spelleiding. Ook dank aan alle vakleerkrachten en niet te vergeten de super kinderen van de groepen acht die voor het plezier van deze geweldige twee dagen hebben gezorgd. Tekst en foto: Daam van Geest
EIGENWIJZER
juni 2013
ASKO-workshops Hoe werken je collega’s van een andere ASKO school met specifieke thema’s als bijv. Engels, hoogbegaafdheid en technisch lezen? Kom dan op woensdagmiddag 6 november naar ‘De ASKO-workshops’. Deze middag staan uitkomsten van onderzoeken en schoolontwikkeling van de Academische ASKO Opleidingsscholen centraal. Na een plenaire opening volgen twee rondes met workshops die verzorgd worden door leerkrachten, studenten en meer wetende partners. De ASKO-workshops zijn toegankelijk voor ASKO-medewerkers en studenten van ASKO Oplis. De flyer en aanmeldprocedure worden in oktober op intranet en de ASKO Oplis website geplaatst. Hou het intranet in de gaten, want er is beperkt plaats. Sanne van der Linden Bovenschools coörindator ASKO Oplis
EIGENWIJZER
juni 2013
Tijdens de presentatie op de Rosa vertelden de kleuters over hun eigen ervaringen met onderwerpen uit de liedjes van het prentenboek. Ze spraken over de wind, nat worden, de dierentuin, katten, plekken waar je zit en over naar bed gaan. Voor de ouders van de kleuters liet de Rosaschool een (paperback) versie van het Prentenboek drukken. Hiermee kunnen ouders thuis samen met hun kinderen de liedjes zingen en de verhaaltjes (voor)lezen. De Rosaschool kon dit doen dankzij een donatie uit het Coöperatiefonds van de Rabobank. Het project werd begeleid door de Stichting Taalvorming en het boek kwam tot stand in samenwerking met Amsterdamse Prentenboeken. Tekst: Jozé Ammerlaan,
Foto’s: St. Rosaschool en St. Taalvorming
5
Wat is jouw vraag van vandaag?
In dit artikel willen we iedereen stimuleren om vragen te stellen en daar bewust bij stil te staan. Vragen stellen is het begin van een zoektocht naar een antwoord. Het zoeken naar een antwoord is waar het om gaat. Wat levert dit proces eigenlijk op? En hoe pak je dat aan? Systematisch op zoek gaan naar antwoorden op vragen leidt tot professionele ontwikkeling en werkplezier. Bovendien stimuleert dit kinderen om ook vragen te stellen. Dat willen we als leerkracht toch allemaal? Tekst: Maaike van den Herik (opleidingscoördinator en instituutsopleider Universitaire Pabo van Amsterdam) en Hester Edzes (coördinator onderzoek ASKO, Academisch opleider ASKO en bovenschools schoolopleider ASKO) Foto’s: Patty Roos
“Waarom reageerde Robert vanochtend zo heftig tijdens het potje basketbal?” “Welke aanbod hebben de snelle lezers in mijn groep nodig?“ “Waarom kijkt Monica tijdens de rekeninstructie altijd afwezig naar buiten?“ “Hoe ziet een doorlopende leerlijn (met heldere tussen en einddoelen) Engels voor de groepen 1 t/m 8 op de Archipel eruit?” “Heeft zittenblijven nut? Welk beleid heeft de Admiraal de Ruyter op dit gebied?” Stel je jezelf deze vragen weleens? Als leerkracht kom je elke dag situaties tegen die vragen om een antwoord.
6
Soms is zo’n antwoord gemakkelijk voor handen; je krijgt tips van collega’s, leest een vakblad waarin oplossingen staan of je probeert iets uit en het blijkt te werken. Maar sommige vragen zijn minder gemakkelijk te beantwoorden. We zouden vaker stil kunnen staan bij dit type vragen. Door systematische reflectie, oftewel onderzoeksmatig denken, doen we recht aan deze vragen en benutten we ze om daadwerkelijk ons onderwijs te verbeteren.
Vragen binnen de ASKO
Op zeven academische ASKOopleidingsscholen wordt gewerkt aan het stellen van vragen en het systematisch beantwoorden daarvan. Via onderzoeksgroepen en ontwikkelgroepen zijn leerkrachten bezig met het beantwoorden van vragen. Er ontstaat een formele structuur voor het doen van onderzoek. Om te bepalen wat er onderzocht moet worden, worden er veel vragen aan elkaar gesteld en wordt er gekeken naar de ontwikkeling van de school. Zie: de kaders voor voorbeelden van onderzoeksvragen en vormen. Op de ASKO OPLIS website zijn alle onderzoeksverslagen beschikbaar. Naast de formele structuur ontstaat ook een informele onderzoekscultuur op verschillende scholen. Dat uit zich in vragen stellen aan jezelf en aan elkaar, eerst stilstaan, informatie verzamelen en analyseren voordat je handelt. Je bent als leerkracht dus niet afhankelijk van de formele onderzoekscultuur, maar je kan zelf starten met het stellen van vragen en die beantwoorden.
Bacheloronderzoek op de Achthoek uitgevoerd door een UPvA-student Worden digitale schoolborden effectief gebruikt in het onderwijs?
Onderzoek op de Willibrordschool uitgevoerd door een onderzoeksgroep Welk continurooster past bij onze school?
Onderzoek Archipel uitgevoerd door HvA-student Hoe ziet een doorlopende leerlijn (met heldere tussen en einddoelen) Engels voor de groepen 1 t/m 8 op de Archipel eruit?
Het onderwijsaanbod verbetert door een onderbouwde aanpassing.
Je werkplezier gaat omhoog en je leert en ontwikkelt.
Kinderen gaan ook vragen stellen en ontwikkelen hun onderzoekende houding.
Opbrengsten je handelen onderbouwen vanuit je eigen onderzoek. Wat is er nou mooier dan op deze manier met je vak bezig te zijn? Wij denken dat het onderzoeksmatig werken je werkplezier vergroot. Het doen van onderzoek klinkt misschien ingewikkeld, maar dat hoeft het niet te zijn. Als je maar keuzes maakt en de opbrengsten in de gaten houdt.
Welke stappen kan je doorlopen?
Conclusie: wat weet je nu en wat ga je ermee doen? Methode: welke informatie heb je nodig?
Stap 1 - Inventariseer alle vragen die je jezelf hebt gesteld. Kies welke vraag prioriteit heeft. Stap 2 - Bedenk hoe je deze vraag kan beantwoorden. Mogelijkheden zijn: literatuur lezen, vragenlijst maken en afnemen, interview, observeren. Bijv. vragenlijstje met smiley’s. Stap 3 - DOEN! Verzamel gegevens met behulp van je gekozen methode. Vervolgens analyseer je de gegevens en trek je een conclusie. Stap 4 - Aan de slag met de resultaten. Probeer je gevonden oplossing uit en evalueer of het oplevert wat je ervan had gehoopt.
Kiezen: wat ga je onderzoeken?
Vraag: waar ben je nieuwsgierig naar?
En nu?
Stel vragen! Wat is jouw vraag van vandaag? En met welke vraag ga je morgen aan de slag? De ene keer doe je dat uitgebreid door systematisch informatie te verzamelen en de andere keer door op de fiets met je collega te praten. Maak keuzes in welke vraag je gaat uitdiepen, neem de tijd bij het zoeken naar antwoorden . Uiteindelijk creëer je samen een onderzoekscultuur waarin de leerlingen ook vragen gaan stellen, en je je professioneel ontwikkelt. Waarschijnlijk zal dat je werkplezier vergroten?
Onderzoek Adm. de Ruyter door leerkracht Heeft zittenblijven nut? Welk beleid heeft de Adm. de Ruyter hierover?
Waarom jezelf vragen stellen?
Nieuwsgierig zijn en vragen stellen helpt om kritisch naar je omgeving te kijken en erop te reflecteren. De opbrengst van het vragen stellen is dat je leerlingen het goede voorbeeld geeft en je leerlingen uiteindelijk leert vragen te stellen. Een andere opbrengst is dat het stellen van vragen, kiezen welke vraag het belangrijkste is en die systematisch beantwoorden, bijdraagt aan je professionele ontwikkeling als leerkracht. Je breidt je handelingsrepertoire uit en je kan
EIGENWIJZER
juni 2013
EIGENWIJZER
juni 2013
7
Blik over de grens In dit artikel besteden we aandacht aan het primair onderwijs in het buitenland. Hoe doen ze het in het buitenland met onderwijs? Hoe is het pedagogisch klimaat in bijvoorbeeld Denemarken of Taiwan? Wat voor onderwijsysteem hebben ze in Finland? En… interessant, kunnen wij er wat van leren in Nederland? Een nieuwsgierige blik over de grens dus.
Door: Ries Mentink (Taiwan), Rob Schimmel (Finland), Jessica Bouva (Gambia), Marco Dekker (Denemarken) en Nancy Optenkamp
8
Hoe doen ze het in andere landen? Gambia: identiteit en normen en waarden Tekst en foto’s: Jessica Bouva
“And this is our nursery 2 class. They have French now.” “Bonjour monsieur. Bonjour amie”, groeten de kinderen ons. De directeur van Presentation school in Brikama, Gambia, leidt me rond. De meester vraagt of de kinderen ons iets willen laten horen. Enthousiast zingen de kinderen een heel repertoire van Franse kinderliedjes. ‘Natuurlijk, ze hebben allemaal ritme gevoel’, betrap ik mezelf op dit vooroordeel. ‘Nou ja, bijna allemaal dan’, bedenk ik me als ik één van de kinderen erg gedreven maar erg aritmisch zie bewegen. Ik ben op bezoek bij Presentation school, een katholieke school in Brikama, Gambia. De school is deels gesponsord door de overheid, maar de meeste financiering komt van de gemeenschap. Dit is gebruikelijk onder de christelijke en islamitische scholen in het land. De overheidsscholen moeten het doen met de financiering van de overheid en dat verschil zie je o.a. terug in de staat van de klaslokalen, het lesmateriaal en de docenten. Presentation heeft zo’n 1216
EIGENWIJZER
juni 2013
leerlingen (alleen de lagere school). In een klas zitten zo’n 60 leerlingen. En dan vinden wij 32 kinderen al veel! Op deze school hebben de leerlingen de hele dag school. Op de meeste andere scholen is er een ochtend en middagshift i.v.m. het grote aantal leerlingen. De meeste van de kinderen zijn moslim. Voorheen was dat wel anders, maar als je bedenkt dat nu 45% van de Gambiaanse populatie kind of jongere is en 90% moslim dan is het niet vreemd dat de christelijke scholen veel moslimleerlingen hebben. Er is dan ook christelijke en islamitische godsdienstles op Presentation. In verschillende klaslokalen krijgen de leerlingen les in hun eigen religie. Ze leren om een goed Christen en goed Moslim te zijn. Maar bovenal leren ze hoe zich moreel te gedragen. Door velen gezien als het hoofddoel van de godsdienstlessen. Op Presentation is Frans de tweede taal die geleerd wordt en voor veel kinderen de derde of vierde taal die ze spreken. ‘We might have a Spanish class next year, cause one of our teachers knows how to speak Spanish’, vertelt de directeur mij enthousiast. De voertaal op alle scholen is Engels. Ben je nieuwsgierig naar andere verhalen over het onderwijs, leerlingen en het leven in Gambia? Vraag dan maar na bij de bovenbouw van de Archipel op IJburg. Zij vertellen vast graag over hun briefuitwisseling! Intussen kun je ook alvast mijn blog lezen op www.brikamaheiloo.blogspot.nl
EIGENWIJZER
juni 2013
100% American Kindergarten in Taiwan Tekst en foto’s: Ries Mentink
Leerkracht Ries Mentink werkte op een 100% American Kindergarten in Taiwan. De 100% betekent dat alle lessen in het Engels worden gegeven aan de kinderen op deze privé kleuterschool.
Vaste methodes en resultaatgericht In Taiwan wordt gestructureerd les gegeven vanuit vaste methode’s. De lesstof in de methode is het uitgangpunt voor de invulling van de lessen. Er wordt niet spelenderwijs geleerd, maar de methode is leidend en daarvan wordt niet afgeweken. Het onderwijs is resultaatgericht, waarbij de invulling van de werkboeken een grote rol speelt bij het bepalen van de resultaten. Wat hebben de kinderen geleerd vanuit de vastgestelde doelen per schooljaar? Er wordt hierbij niet gekeken naar de persoonlijke ontwikkeling van de kinderen. Als een kind in zijn ontwikkeling achter loopt, wordt er gestuurd op het afmaken van het werkboek. Het werkboek moet compleet ingevuld zijn. De school hecht veel waarde aan het rapporteren van de ontwikkeling van de kinderen aan de ouders. Aan het einde van de maand wordt er een geluidsopname gemaakt, waarbij het kind in het Engels antwoord geeft op vragen
9
van de docent om de resultaten qua uitspraak, woordenschat, zinsbouw en rekensommen zichtbaar te maken voor de ouders. Eén keer per kwartaal maken de kinderen een toets waar de ouders en medeleerlingen bij zijn, waarbij de vragen van de docent centraal staan om aan de ouders te laten zien wat de kinderen kunnen. Als een leerling de standaard vragen niet kan beantwoorden dan faalt deze voor het hele publiek. De uitdaging om te werken in een andere cultuur zit hem in de grote verschillen in de visie op goed onderwijs. Ries ging vooral op zoek naar de kansen om zijn waarden en normen aan de kinderen mee te geven, waarbij persoonlijke ontwikkeling centraal staat. Ries: ‘Bijzonder spannend vond ik dat. De school wilde een blanke Westerse docent hebben, dus kregen de kinderen ook mijn waarden en normen mee. Ik wilde dat de kinderen meer emoties durfden te laten zien, meer verantwoordelijk zijn voor hun eigen ontwikkeling door ze wat vrijer te laten en af en toe gek te laten doen. Een meisje in de groep durfde niks te zeggen, al twee jaar had ze niks van zich laten horen. Na drie maanden in mijn groep maakte ze een grapje en ik was enorm onder de indruk’. Ondanks het feit dat de leerlingen geen individuele benadering krijgen heeft Ries gezien dat de kinderen in de twee jaar dat hij met ze gewerkt heeft een persoonlijke groei hebben door gemaakt. ‘Ik heb het gedurfd en door de ouders is mijn werkwijze geaccepteerd’ aldus Ries. Ries Mentink is docent Engels geweest op De Archipel.
10
Wat kunnen we leren van het Deense onderwijssysteem?
Finland: Er was eens …
Tekst: Marco Dekker, directeur Bekema school
directeur Montessorischool de Regenboog
Gastvrij, welopgevoed en vrijdenkend zijn, in mijn ogen, typische kenmerken van de gemiddelde Deen. Ik heb ze redelijk leren kennen in de nu 35 jaar dat ik het land gemiddeld twee keer per jaar bezoek. Als je in Kopenhagen rondloopt zou je je zelf kunnen verbazen over het feit dat slechts de buitenlanders door rood lopen of het weinige vuil wat op straat ligt. En als je een Deense school binnenloopt voel je de veiligheid en het belang van een goede opvoeding voor de Deense maatschappij. Alhoewel Nederland ver voor Denemarken staat op de PISA-ranking zou ik, als ik kon kiezen, mijn kinderen eerder op een Deense school plaatsen dan op een Nederlandse. Waarom? Het antwoord is eigenlijk vrij simpel. Een kind op een Deense school kan langer genieten van zijn jeugd dan een kind op een Nederlandse school. De Denen hebben letterlijk de ruimte en de Deense kinderen krijgen deze ook. In het Deense systeem gaan kinderen tot hun zesde naar een børnehave (kleuterschool), waar spel en socialisatieprocessen centraal staan. Van hun zesde tot hun vijftiende volgen ze onderwijs op de Folkeskole (basisschool). Ook hier is veel ruimte voor spel, maar ook voor sport, kunst en cultuur. Hun zelfontplooiing vindt plaats in een goed ‘bewaakte’ omgeving. Een gemiddelde Deense school heeft tussen de anderhalf en twee keer zoveel personeel als een Nederlandse school met vergelijkbare grootte. Maar we moeten ons niet blind staren op een getal. De kinderen kunnen op school blijven van ‘s morgens vroeg tot laat in de middag, en speciaal onderwijs is meestal geïntegreerd. Een gemiddelde Deense school is groot (maar niet grootschalig). Het heeft meestal een grote bibliotheek, heeft verschillende sportvelden en -zalen, heeft een muziekruimte en een lokaal voor beeldende vorming. Deze faciliteiten worden over het algemeen gedeeld met de plaatselijke muziekschool en sportclub. En omdat voor- en naschoolse opvang altijd al op Deense scholen aanwezig zijn heb je gelijk je integraal kind-centrum. Elk systeem heeft zijn voor- en nadelen. Maar wat ik mooi vind aan het Deense systeem is dat het ontwikkelen van goede burgers belangrijker wordt geacht dan prachtige resultaten op de meer schoolse vakken. En als ik door Kopenhagen rondwandel en geniet van de schoonheid van de stad en van het heerlijke eten en drinken, en denkend en aan de vele gesprekken die ik heb gehad met mijn Deense vrienden en vooral vriendinnen over kunst en muziek, heb ik niet het idee dat ik een onderontwikkeld land rondloop. Integendeel!
Geboeid raken door een onderwijssysteem van een land is voor mij een nieuwe ervaring. Mijn fascinatie is altijd gewekt door individuele onderwijsvernieuwers of vernieuwende scholen. Wat hebben deze vernieuwers gemeenschappelijk wat mij zo boeit en inspireert? Dat is hun oog voor kinderen. Het gaat niet over systemen, het gaat niet over opbrengsten, het gaat niet over het gemiddelde kind. Het gaat over kinderen in hun verscheidenheid, over hoe kinderen zijn en over wat kinderen nodig hebben. In december 2011 zag ik de documentaire ‘The Finland phenonemon’, gemaakt door de Amerikaanse hoogleraar, Tony Wagner. Van Finland wist ik niet veel meer dan dat er veel meren en insecten zijn en alcohol heel duur is. Dat het Finse onderwijs het goed deed in internationaal vergelijkend onderzoek had ik wel gelezen, maar het ging dan
EIGENWIJZER
Tekst: Rob Schimmel,
juni 2013
EIGENWIJZER
juni 2013
altijd over scores op taal & rekenen. In de documentaire zegt een student dat het Finse onderwijs is gebouwd op vertrouwen. “If people are trusted, then they want to be worth that trust. (…) People perfom beter if they are trusted. Het grote verschil van Finland met veel andere landen is dit vertrouwen in hun universitair geschoolde leraren. Het is een beroep met veel aanzien, waar een zware selectie aan vooraf gaat voordat je wordt toegelaten – maar ca 10% van alle studenten wordt toegelaten. Leerkrachten ontwikkelen deels zelf hun curriculum, passend bij hun kinderen, en maken ook hun eigen toetsen en toetsjes om de vorderingen van de kinderen te kunnen volgen. Er is geen onderwijsinspectie en het woord ‘accountability’ (verantwoording afleggen) kennen de Finnen niet. Als je vertrouwen krijgt neem je je verantwoordelijkheid en daar hoort geen inspectie en landelijk controlesysteem bij. Om na te gaan wat de kwaliteit van het Finse onderwijs is worden er landelijke steekproeven gehouden. Het is bij wet verboden om bij jonge kinderen gestandaardiseerde toetsen af te nemen. Pas bij de overgang naar de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, als kinderen 15 jaar zijn, is er een nationale, gestandaardiseerde toets om te bepalen of kinderen naar het beroepsvoorbereidend of algemeen vormend onderwijs gaan. Pasi Sahlberg vergelijkt in
zijn boek ‘Finnish Lessons’ (2011) de ontwikkeling van het Finse onderwijs met internationale ontwikkelingen. Hij vat de Global Educational Reform Movement samen met o.a. standaardisatie van leren en lesgeven, focus op taal- en rekenvaardigheid, verantwoording op basis van toetsen en controle. Sahlberg zet daar de Finse ‘methode’ tegenover: ‘op maat’ leren en lesgeven, focus op creatief leren, het nemen van risico’s aanmoedigen (makkelijker maken van door leraren gemaakte curricula), eigenaar blijven van je eigen innovaties (traditionele pedagogische waarden in ere houden, eigen schoolverbeteringen die hebben gewerkt zijn de beste bronnen). In een wereld die voortdurend op zoek is naar talent, waarin je moet excelleren en hard schreeuwen, waarin je je moet willen onderscheiden - en iedereen tegelijkertijd allemaal hetzelfde wil en doet-, voel ik me steeds meer verwant met die rare Finnen. Het bieden van gelijke onderwijskansen is een belangrijke doelstelling in Finland – daarom is het onderwijs tot en met de universiteit gratis. In Nederland zijn gelijke onderwijskansen ook altijd een belangrijke doelstelling geweest. Maar ons huidige selectieve onderwijssysteem en de onsamenhangende initiatieven op gemeentelijk en landelijk niveau om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren zijn daarvoor een bedreiging. Hoe stoppen we de toenemende segregatie en ongelijkheid en hoe zorgen we voor glijke kansen voor kinderen om zich te ontwikkelen tot mensen die vertrouwen hebben in wat ze kunnen en in wie ze zijn. Misschien dat de Finnen ons nog een lesje kunnen leren.
11
Vier x Wijzer op de A. Beke-
maschool
Stel je voor: Je komt ’s morgens om kwart over 8 nietsvermoedend je school binnengelopen en merkt dat je klas is omgetoverd in een slagveld van de Eerste Wereldoorlog. Van tafels zijn loopgraven gemaakt, terwijl de stoelen een heus niemandsland vormen. Een opgerolde spellingmat verbeeldt een gesneuvelde, achtergebleven soldaat… Tekst en foto: Martin Bootsma (docent van het jaar 2011 en leerkracht A. Bekemaschool)
Je wordt ingedeeld bij een van de twee strijdende partijen: de Geallieerden of de Alliantie. En daarna ontdek je wat is het is om onbeschermd het niemandsland in te sluipen en de loopgraaf van de tegenstander te bereiken. De kogels – in de vorm van papierproppen – vliegen je om de oren. Sinds drie jaar werkt de A. Bekemaschool met Vier x Wijzer. Dit houdt in dat het onderwijs voor de zaakvakken vanaf groep 1/2 thematisch wordt aangeboden. Kinderen gaan vanuit hun eigen verwondering, belangstelling en talent op de zoek naar antwoorden bij vragen die bij een thema horen. Of ze werken aan eigen onderzoeksvragen die raakvlakken hebben met de thema’s.
deze werkwijze: Marco Bastmeijer. Dit gebeurde tijdens een feestelijke en toepasselijke uitreiking. Een groot aantal groepen had een tijdje gewerkt aan het thema ‘Ridders en Kastelen’. Bastmeijer had tijdens de uitreiking een valkenier meegenomen die de kinderen liet zien en ervaren hoe en waarvoor roofvogels in de Middeleeuwen werden gebruikt. Een van de roofvogels bracht een geheime code mee, die nodig was om de certificering officieel te maken. De vogel landde op de arm van directeur Marco Dekker, die vervolgens een koffer kon openen waarin het certificaat zat.
Letters in ‘vier’
Vier x wijzer kent een viertal uitgangspunten. De V van Vier staat voor ‘vragen’. Na afloop van een thema moeten de kinderen het antwoord kennen op één vraag (onderbouw), drie vragen (middenbouw) of vijf vragen. Deze vragen sluiten aan bij de kerndoelen van het basisonderwijs en de geschiedeniscanon. De I in Vier staat voor ‘ik’. Kinderen inventariseren voor, tijdens en na een thema wat ze van het onderwerp weten en delen dit met de andere kinderen, onder meer in de vorm van een themamuur. Centrale vraag na elke activiteit is: valt er nog iets te delen met de groep? De E in Vier staat voor ‘ervaren en experimenteren’. Naast leerkrachtlessen, zijn er
Themamuur en -kaarten
Het hart van het onderwijs, volgens de methodiek van Vier x Wijzer, wordt gevormd door de Themamuur. Gedurende een thema vullen kinderen de muur met woorden, begrippen, tekeningen en verslagen. De muur wordt gebruikt om kennis te delen en is voor de kinderen een middel om te leren van anderen. Verder gebruikt de A. Bekemaschool de muur voor woordenschatonderwijs. Dagelijks worden de woorden die de kinderen op de muur hebben aangebracht, besproken en geoefend. Naast de vragen en de themamuur is er nog een manier om de kinderen binnen een thema bezig te laten zijn met onderzoek: de themakaarten. Ze kunnen bij elk thema kiezen uit zestien kaarten met opdrachten. Deze zijn gebaseerd op de acht vormen van intelligentie van Gardner. Kinderen worden uitgedaagd om een activiteit te kiezen die bij hun intelligentie past, maar ook om een kaart te kiezen die je uitdaagt om een andere intelligentie verder te ontwikkelen. Zo kunnen natuurknappe kinderen bij het thema Twee keer Oorlog koken, zoals in de magere crisisjaren werd gedaan. En ik-knappe kinderen denken bij het thema ‘industrialisatie’ na over de gevolgen van kinderarbeid.
Niet exclusief de zaakvakken
In de afgelopen twee jaar heeft het team van de A. Bekemaschool kansen gezien om dit thematisch onderwijs uit te breiden en andere vakgebieden te integreren in de werkwijze van Vier x wijzer. Als eerste werd het woordenschatonderwijs aan het thematisch werken gekoppeld. De leerkrachten hebben een methodiek ontwikkeld waarbij elke dag wordt gewerkt aan de uitbreiding van de woordenschat. Naast woordenschatonderwijs worden ook taal, technisch lezen en begrijpend lezen zo veel mogelijk aan de thema’s gelinkt. Verder sluiten de opdrachten in de weektaak aan bij de thema’s en worden technieklessen en creatieve lessen aan de thema’s gekoppeld.
Roofvogel met certificaat
De A. Bekemaschool is de eerste basisschool in NoordHolland en de zevende in Nederland die het certificaat Vier x Wijzer heeft ontvangen van de bedenker van
12
per week enkele momenten waarop kinderen zelf aan de slag gaan met opdrachten, vragen en ideeën. De R in Vier staat voor ‘resultaat en reflectie’. Aan het einde van de themaperiode doet ieder kind op zijn eigen wijze verslag van zijn opbrengsten en geeft antwoord op de vijf vragen. Die verslaglegging vindt plaats in de vorm van een portfolio.
EIGENWIJZER
juni 2013
EIGENWIJZER
juni 2013
Op deze manier ontstaat een leeromgeving waarin kinderen samenhang ontdekken, ervaren dat er vele manieren zijn om kennis op te doen en dat zij zelf een actieve rol spelen in hun eigen leerproces. Een mooi voorbeeld hiervan is het vraagteken dat als zeventiende kaart bij de thema’s wordt opgehangen. Kinderen krijgen veel ruimte om eigen onderzoek te doen en hiervan andere kinderen de klas van op de hoogte te houden, want elke themadag wordt afgesloten met een gesprek over wat er is geleerd en wat andere kinderen hiervan kunnen leren. Kringen worden zo plekken waar kinderen intensief en betrokken met elkaar in gesprek gaan.
Portfolio
Vanzelfsprekend heeft de A. Bekemaschool aan het concept van Vier x Wijzer een eigen draai gegeven. Als school waar wordt gewerkt met Leerstijlen, wordt bij het voorbereiden van de thema’s terdege rekening gehouden met de verschillende leerstijlen van de kinderen. Om kenmerken van West-Europese landen te leren worden sjoelbakken gebruikt en kinderen leren over vogels in Nederland door touwtjetrek te spelen. De resultaten van hun onderzoekingen, foto’s van activiteiten en geschreven verslagen houden ze bij in een portfolio. Door de jaren heen groeit dit met het werk van de kinderen en zij krijgen zo inzicht van hun eigen ontdekkingstocht door de wereld om ons heen. Al deze elementen samen zorgen ervoor dat er in de school een actieve, ondernemende sfeer hangt waarin kinderen samen met de leerkrachten dagelijks bezig zijn om zelf te leren en zelf initiatief te nemen in wat ze leren. Het concept heeft het onderwijs een krachtige impuls gegeven en kinderen het eigenaarschap over hun leren gegeven.
13
COLUMN
SCHOOL
& BUURT
Patty Roos geeft les aan groep 3 van De Achthoek, een ASKO-school op Zeeburg. In E I G E N WIJZER beschrijft Patty wat zij zoal meemaakt met haar leerlingen.
St. Jozefschool Weesp
Projecten met parochie en politie Remon Pontman staat aan het hoofd van de St. Jozefschool in Weesp. Hij weet prima de weg in de Weesper ons-kent-ons-cultuur. Is de St. Jozefschool een echte dorpsschool?
De kinderen komen uit alle wijken van Weesp. In het centrum staan vier scholen op een kluitje. De St. Jozefschool bestaat al tachtig jaar, dus vele Weespers zijn bij ons op school geweest. Het ons-kent ons principe is ver doorgevoerd. Het helpt enorm als je hier de weg weet. Daarom is het fijn om als directeur in de stad zelf te wonen. Daardoor kan ik dicht op alles zitten en weet ik wat er overal leeft.
Met wat voor Weesper partijen werken jullie samen?
In overleg met de parochie doet onze school mee aan activiteiten voor de palmpaasviering , kerst en de heilige communie. De politie waakt over veiligheid in onze buurt en is betrokken bij het verkeersexamen. Culturele projecten initiëren we samen met het theater in Weesp (City of Wesopa). Ons schoolkoor doet mee aan een jaarlijks festival. En dan is er ook nog het evenement ‘Weespers aan de wand’: met Pinksteren maken de kinderen van groep 8 aan de hand van een thema een kunstwerk dat in Weesp komt te hangen gedurende het pinksterweekeinde.
verenigingen als de logopediepraktijk. We zijn een brede school in de breedste zin van het woord: kinderen bij ons op school komen uit allerhande culturen en rangen en standen. Ook de kinderen die het niet gemakkelijk hebben in de maatschappij zijn op onze school vertegenwoordigd. Zo hebben wij 12 rugzakken op 220 leerlingen met daarnaast twee kinderen die het syndroom van Down hebben. Ook zijn wij gestart met een schakelklas voor nieuwkomers en loopt er een pilot met een leerkracht op de peuterspeelzaal. Deze samenwerking met de peuterspeelzaal moet er toe leiden dat de doorgaande lijn naar onze school toe goed gaat verlopen. De leerkracht draait inhoudelijk met de groep mee. In die groep hebben namelijk zeven van de zestien leerlingen kinderen een VVE indicatie.
Hoe staat de St. Jozefschool er nu voor?
We hebben een goede reputatie in Weesp. Dat komt omdat wij staan voor wat wij zeggen en doen wat wij afspreken. Verder werken we met onze slogan ‘Kwaliteit is consequent kindgericht’ (KICK). Onze school staat te boek als school waar je kind mag zijn wie die is en waar gekeken wordt wat je kind kan. ‘Als het bij ons niet lukt, dan lukt het op geen enkele school in Weesp’, durven wij te stellen. De ouders zeggen dit ook. Deze instelling en het keiharde werken van ons team heeft ons veel goeds gebracht: het leerlingenaantal is nu van 160 leerlingen naar 227 leerlingen gegroeid.
Wat doet de school met het jaarlijkse Sluis- en bruggenfeest?
Omdat dit in de grote vakantie of net erna plaatsvindt, doen wij hier niets mee.
Brede school?
We werken met andere instellingen die zich bezighouden met de ontwikkeling van kinderen. Denk aan zowel de sport-
14
EIGENWIJZER
juni 2013
Last van kleine beestjes “Eigenlijk moet het zo zijn dat, wanneer je je ogen dichtdoet, je een soort foto voor je ziet van mij bij de tent, zolang je niet alle details weet, stel je nog vragen.” We houden een taalronde, een werkvorm waarmee de kinderen inmiddels goed bekend zijn. Ik begin met het vertellen van mijn ervaring. Als ik iets over mijn privéleven vertel, zijn ze stiller dan ooit. Uiteraard past het onderwerp bij ons thema ‘Kijk, er leeft een beestje in het gras!’ “Vorig jaar stond ik op een camping bij een meertje waar ontzettend veel kleine mugjes waren en waar we helemaal lek gestoken werden.” Meer vertel ik niet, zo blijft er nog veel te vragen over. “Hoeveel mugjes waren er eigenlijk?” “Had je je niet ingesmeerd met anti-muggen-spul dan?” “Het is ook niet handig om bij een meertje te kamperen, daar zijn meestal mugjes, zegt mama.” Robin vertelt “Dat is geen vraag, toch juf?” over een prik van Zo’n energieke kring, er worden zulke goede vragen gesteld en er wordt zo een wesp goed gereageerd… Ik krijg een brok in mijn keel als ik denk dat ik dit over een paar weken niet meer heb met deze kinderen. We praten nog een tijdje verder over mijn verhaal en dan is de ervaring van Robin aan de beurt. Ze vertelt over een prik van een wesp toen ze bij het zwembad was. Nee, we zien het nog lang niet voor ons. Waar was dat dan precies? Wie waren er bij? Wat gebeurde er nog meer en hoe liep het af? Opnieuw worden er veel vragen gesteld, vragen die als voorbeeld dienen voor de tweetalgesprekken die hierna komen. Zo fijn van routines: ze weten wat er komen gaat en nemen zelf al initiatief. Met het vaste werkmaatje van deze maand praten ze in tweetallen en wisselen hun ervaringen uit. Bij een aantal duo’s is mijn begeleiding nodig, maar de kinderen corrigeren ook elkaar. “Juf, zij praat echt heel zachtjes en ik heb aardig gevraagd of ze harder wil praten, maar dat doet ze niet.” “Wat kan jij dan doen om haar beter te verstaan?” “Oh ja, dichter bij zitten en naar haar mond kijken, bedoel je zeker?” Na het vertellen heeft iedereen een verhaal in het hoofd. Nu gaan ze tekenen. Deze taaltekeningen gaan straks mee naar de computer, alwaar de tekst getypt kan worden. Van elke taalronde wordt een boekje gemaakt, zo’n boekje behoort tot de meest gelezen boeken in de klas. Bijna is het tijd voor één van de mooiste momenten van het schooljaar: het uit elkaar halen van de boekjes, waarna iedereen zijn of haar eigen teksten krijgt. Elk kind legt die dan op goede volgorde van het schooljaar en moet je dan eens zien hoe trots ze zelf zijn.
EIGENWIJZER
juni 2013
Daan Doing is de nieuwe directeur van de St. Rosaschool
‘Samen’ vind ik een belangrijk
woord
Daan Doing stond vast in een file en verscheen daardoor veel te laat bij de ASKO-sollicitatiecommissie. Toch werd hij aangenomen. ‘De St. Rosaschool is precies wat ik zoek.’ Tekst: Bettina van de Kar, Foto’s: Daan Doing
Veel leerlingen van de Rosaschool zijn van buitenlandse afkomst en lopen tegen taalproblemen aan. Daan Doing (47) wil heel graag juist deze kinderen een basis voor een mooie toekomst te geven: “Voor kinderen van
16
hoogopgeleide ouders die in rijkere buurten in Amsterdam wonen, is zo’n toekomst bijna vanzelfsprekend. Ik vind het een mooie uitdaging om te werken met kinderen in Amsterdam Noord voor wie dit anders ligt. Ik wil al hun mogelijkheden verkennen en er alles uit te halen wat erin zit.” Humor is een van de middelen die Daan daarbij inzet. “Laatst liepen spanningen tussen twee jongetjes steeds verder op. Een van hen besloot de ander per briefje uit te schelden. ‘Zukl’ stond erop. Hij bedoelde natuurlijk: ‘sukkel’. Ik heb de situatie op een lichte, relativerende manier gekanteld door verder niet op het geruzie in te gaan en de jongens de juiste spelling van het woord ‘sukkel’ te leren.”
met elf Een tot en jfers 1 tot Kun je de ci in de ciren met 11 zó m , dat de so en tt ze ls ke alle lijop s er jf der ci 18 is? nen precies
Daan heeft warme interesse in rekenonderwijs. Ook als hij in poëziealbums een stukje schrijft, kan hij het niet laten kinderen een rekenoefening voor te leggen.
Licht dyslectische doorzetter
Daan studeerde onderwijskunde. Hiervoor was doorzettingsvermogen nodig, omdat hij licht dyslectisch is: “Mijn ouders signaleerden mijn ‘woordblindheid’, zoals dat vroeger heette, al vroeg, zodat ik hulp kreeg via remedial teaching. Dat neemt niet weg dat ik nog steeds langer dan sommige anderen over het lezen of schrijven van een tekst doe.” De werkervaring van Daan is inmiddels breed en gevarieerd. Hij werkte zo’n acht jaar in het speciaal basisonderwijs en was vijf jaar directeur van een basisschool in Overveen, een plaatsje bij Haarlem. Ook werkte hij als onderwijsadviseur bij de onderwijs begeleidingsdienst Noord- West en de Marnixacademie. Daan bleek de dynamiek van het leiden van een basisschool niet te kunnen missen en wilde stoppen als onderwijsadviseur. Samenwerken in teamverband, het toepassen van onderwijskundige kennis en de dagelijkse dynamiek met ouders en kinderen, spreekt hem enorm aan. Daarom besloot hij eind vorig jaar te solliciteren op de vacature bij de Rosaschool.
Te veel scholen in Noord
Het leerlingenaantal van de Rosaschool staat onder druk. “Dat komt omdat in deze wijk veel te veel scholen staan’, verklaart Daan. ‘Daarbij gaan de plannen voor meer nieuwbouw in de wijk niet door, waardoor de verwachte toestroom van nieuwe leerlingen uitblijft.” Dat de St. Rosaschool enigszins onder druk staat, trok Daan gek genoeg juist aan. “Ik ben wel wat gewend en heb zin in een behoorlijke uitdaging.” Welk antwoord heeft hij op de concurrentie van al die andere scholen? “Naast gewoon goed ons werk doen, moeten we iets extra’s bieden’, vindt Daan. “Denk bij dat extra’s aan het stimuleren van een onderzoekende houding. We willen aantrekkelijk onderwijs bieden met bijvoorbeeld ’s ochtends reguliere vakken als rekenen en taal en ’s middags projecten waarbij kinderen spelenderwijs kennis opdoen. Daarbij is het van belang hen te raken en interesse op te wekken. Dit is onder andere goed gelukt bij het samenstellen van het boekje ‘Zingen in de wind’.
EIGENWIJZER
juni 2013
voorschoolgroep en de eerste school in Amsterdam die de 3+/4+schakelklas introduceerde. De school staat verder bekend om een goed ontwikkeld zorgsysteem. Het was de eerste school in Amsterdam die kindertherapie, logopedie en maatschappelijk werk binnen het schoolgebouw bracht. Sinds Dick Bot in 2011 met pensioen is gegaan, zijn er door ziekte en andere omstandigheden wat personeelswisselingen geweest. ‘Hierdoor én vanwege de bouw van steeds weer nieuwe scholen in Noord ontstond onzekerheid en onrust op de Rosaschool. Daan Doing wil het tij, onder meer met het inzetten van een KBA-traject (KBA staat voor Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam), keren.
Samen sprankelen
Hierin staan tekeningen van onze kleuters en allerhande tekstjes die op basis van hun uitspraken zijn gemaakt. Het boekje is in samenwerking met Stichting Taalvorming tot stand gekomen. Aan de hand van oudhollandse liedjes zijn de kinderen vragen gesteld, waarmee ze werden uitgedaagd iets over henzelf te vertellen, hun taalvaardigheid te vergroten en hun woordenschat uit te breiden.”
KBA-traject
“Een goede reputatie zingt als vanzelf rond in de buurt en trekt steeds meer ouders aan,” vervolgt Daan. Daans voorganger, Dick Bot, stond 29 jaar aan het roer van de school en heeft de Rosaschool prima op de kaart gezet. De school was de eerste school in Noord met een
“Het schoolgebouw en het plein zijn aan opfrissing en modernisering toe, het meubilair kan vervangen worden”, stelt Daan. “Hopelijk komt er binnenkort geld vrij, zodat wij alsnog de noodzakelijke investeringen kunnen regelen.” Samenwerken met andere partijen in de wijk vindt hij de komende tijd het allerbelangrijkst. Het aanbieden van naschoolse activiteiten, (opvoed)cursussen voor ouder en het organiseren van culturele projecten wordt bijvoorbeeld in samenwerking met vijf andere scholen in Noord gedaan. Daarbij is een grote groep ouders bereid zich in te zetten voor het werven van leerlingen door bijvoorbeeld te flyeren in kinderopvangcentra. “Naar mijn idee is ‘samen’ een belangrijk woord,” aldus Daan. ‘Door verbinding te zoeken met ouders en andere partijen kunnen we een kwaliteitssprong maken. Met zijn allen maken we van de Rosaschool een sprankelende school.”
High five Meer weten over Daan? Lees dan zijn antwoorden op de volgende vijf vragen. Verliefd/verloofd/getrouwd? Getrouwd en vader van drie kinderen in de leeftijd van 12, 14 en 16 jaar. Typisch Daan? Ik ben een netwerker en leg makkelijk en overal contact. Verder heb ik bijzondere belangstelling voor rekenonderwijs. Hobby’s? Vooral sport. Ik heb enthousiast gebasketbald totdat dit niet meer kon door een hardnekkige blessure aan
mijn achillespees. En ik ben coach van het waterpoloteam waarin mijn zoon speelt. Ook houd ik van zeilen. Valkuil? Ik ben soms overenthousiast. Mensen met enthousiasme overladen, werkt nogal eens te overdonderend en averechts. Deze zomer ga ik op vakantie naar… We gaan met de kids naar een camping in de Pyreneeën. Lekker genieten van rust én activiteiten. En… natuurlijk maak ik met iedereen op en rond onze kampeerplek graag een praatje. Ook in de vakantie blijf ik een netwerker met warme interesse in andere mensen.
17
Mooiste boek/muziek/film? De boeken van Tolkien, ver voordat de films uitkwamen. Maar dat is meer een kinderding. Verder ben ik van mening dat er in iedere levensfase boeken en films zijn die op dat moment de beste zijn. Nu geniet ik bijvoorbeeld ontzettend van boeken als ‘Scheepsberichten’ van Annie Proulx, of ‘Het Winterpaleis’ of ‘De Scheepsjongen’ van John Boyne. En films zijn voor mij series geworden: ‘Downtown Abbey’, ‘Borgen’ en ‘The West Wing’.
ASKO fette met Bas Meijer Loopbaan in het kort Ik ben begonnen op de Louis Bouwmeesterschool in Osdorp. Daarna kwam ik terecht op de Piusschool in Abcoude, waar ik ruim elf jaar gewerkt heb. In het schooljaar 2004 – 2005 ben ik een jaar lang leerkracht/directeur geweest van de Nederlandse school in Nicaragua. Na dat jaar kon ik mijn baan op de Piusschool weer oppakken. Sinds augustus 2011 werk ik op De Archipel op IJburg.
kabouter geweest. Later een Hobbit, overigens. Eigenlijk is dat nooit veranderd. Als ik met mijn kinderen naar het bos ga, gaat er een zakmes mee en maken we zwaarden, pijlen en bogen.
De scholen waar ik werk, zijn fijne scholen omdat… De Archipel is een fijne school, omdat het een OGO-school is die dat niet alleen op papier is, maar dat ook echt ís. Een school waar kinderen leren denken en doen, leren spelen en vragen stellen, leren nieuwsgierig te zijn en een school waar ze samen belangrijke ervaringen opdoen. We hebben een jong en enthousiast team dat bereid is een stap of
Leuk aan werken in het onderwijs is Daar is maar een antwoord op mogelijk: kinderen! Ik kan me eigenlijk geen baan voorstellen waarbij je alleen met volwassenen te maken hebt. Het is echt bijzonder om dagelijks zoveel kinderen rond te zien fladderen en op te zien groeien. Vooral als je langere tijd op een school werkt, zie je ze groeien en zich ontwikkelen. Om daar, vanuit je visie op onderwijs, aan bij te dragen, is geweldig. Mijn beide ouders hebben hun leven lang in het onderwijs gewerkt en hadden het wel eens over een ‘roeping’. Ik heb dit nog nooit iemand anders horen roepen (generatie-dingetje?), maar het geeft wel veel zin aan het leven, dat onderwijs.
Ik erger mij aan… Toets- en afrekencultuur. Kwaliteit is meer dan Cito’s en PISA-lijsten. Onderwijsmensen weten dat, maar hoe brengen we dat over aan niet-onderwijsmensen? Verliefd/verloofd/getrouwd? Niet verloofd en getrouwd met Saar, maar wel… heel gelukkig met haar. Ik wil graag een keer op de foto met… …mijn gezin en de Land Rover Defender waarmee we, op het moment dat die bewuste foto genomen wordt, zojuist na een heel lange reis vanaf Amsterdam zijn aangekomen in Peking (dromen over de Zijderoute).
juni 2013
EIGENWIJZER
juni 2013
nummer 28, juni 2013. Uitgave van de Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs (ASKO), verschijnt vier keer per jaar voor alle medewerkers van de ASKO.
EIGENWIJZER
Redactie: Melissa Bakker (identiteitsbegeleider), Charles Dams (leerkracht Willibrordschool), Sanne van der Linden (bovenschools coördinator ASKO OPLIS), Frans Niekel (directeur De Waaier), Jan-Willem van Schendel (regiomanager). Hoofdredactie: Nancy Optenkamp Eindredactie: Bettina van de Kar (A5 Schrijfbedrijf ) Vormgeving: Ontwerp basislayout: Floor Leemans, BeeldinZicht Opmaak: Judith Vissel
Wat doe je het liefst in je vrije tijd? Het afgezaagde lezen, wandelen en fietsen sla ik gemakshalve even over. Ik maak graag meubels samen met een goede vriend. Ik ga op reis zodra ik de kans krijg. En verder mag ik graag koken.
Druk: W.C. den Ouden Oplage 1200
Aan wie wil je het stokje doorgeven en waarom? Ik geef het stokje door aan Marie-José Glandorf. Zij is leerkracht op De Pool en heeft mij tijdens mijn afstudeeronderzoek Master Pedagogiek erg geïnspireerd met haar energie en visie op hoe je een goede OGO-leerkracht kunt worden.
EIGENWIJZER
Colofon
Trots op? Mijn eigen kinderen uiteraard, het team van De Archipel en de koks van Nam Kee.
Dondersteentjes in de klas: dit is mijn gouden tip… Aai over de bol. Niet altijd zo serieus en gewichtig doen en maak ze maar aan het lachen. Als je dat lukt, doen ze veel meer voor je (en voor zichzelf!).
Hoe was je zelf als kind? Ik was een dromer, een fantasiekind. Ik las alles wat los en vast zat en ben jaren lang een 18
wat extra te doen. Ik ben er trots op om daar deel van uit te maken.
Coverfoto: Natasja Boelens, Botteloef Cartoons: Wim Dolk Redactie-adres: ASKO-personeelsblad Postbus 87591 1080 JN Amsterdam
[email protected] Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de redactie
Post voor E I G E N W I J Z E R Bent u ergens voor of tegen? Hebt u op uw school iets meegemaakt wat u met anderen wilt delen? Is een leuke onderwijsfoto het publiceren waard? Wilt u een collega in het zonnetje zetten of hebt u één of meer tips over een moeilijk onderwijsprobleem? Mail dan naar
[email protected]. 19
EIGENWIJZER
juni 2013