De grondbeginselen van Salesforce leren

De grondbeginselen van Salesforce leren Gebruikershandleiding, Summer ’16

@salesforcedocs Siste oppdatering: 21-4-2016

De Engels versie van dit document heeft voorrang op de vertaalde versie. © Copyright 2000–2016 salesforce.com, inc. Alle rechten voorbehouden. Salesforce is een gedeponeerd handelsmerk van

salesforce.com, inc.; dit geldt ook voor andere namen en merken. Overige handelsmerken die worden vernoemd, zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.

INHOUDSOPGAVE Grondbeginselen van Salesforce . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Wat is Salesforce? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Aan de slag als nieuwe gebruiker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Uw werkwijze inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Werken op mobiele apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Relaties en gegevens met records beheren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 Informatie vinden met Zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 166 Een rapport uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190 Toegang tot UI-elementen, records en velden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199

Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201

Grondbeginselen van Salesforce Welkom bij Salesforce, de bekroonde oplossing voor cloud-computing die voor u is ontwikkeld voor het beheer van uw klantrelaties, de integratie met andere systemen en het samenstellen van uw eigen toepassingen! Hier volgen enkele van de belangrijkste concepten die u helpen de Salesforce-producten en editions te begrijpen en die u begeleiden bij het instellen van uzelf als een gebruiker. U vindt hier ook informatie over alledaagse taken die u in Salesforce gaat uitvoeren – zoals het gebruik van Chatter-voorzieningen, het uitvoeren van rapporten en het zoeken naar gewenste informatie of records in Salesforce.

EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Alle editions

Wat is Salesforce? Salesforce helpt u bij het beheer van uw klantenrelaties, de integratie met andere systemen en het samenstellen van uw eigen toepassingen. Aan de slag als nieuwe gebruiker Bent u nieuw bij Salesforce? Stel uzelf in als nieuwe gebruiker, zodat u de toepassing onmiddellijk kunt gaan gebruiken. Uw werkwijze inrichten Gebruik uw instellingsopties om uw Salesforce-omeging wat persoonlijker te maken. Stel uw weergave op de gewenste manier in, beschrm uw informatiw en laat anderen weten dat u er bent. Werken op mobiele apparaten Salesforce biedt diverse mobiele toepassingen om u verbonden en productief te houden, ongeacht waar u bent. Relaties en gegevens met records beheren Veel van uw Salesforce-gegevens worden in afzonderlijke records opgeslagen en binnen objecten geordend. Bijvoorbeeld, het object Account bevat al uw accountrecords. Als het bedrijf Acme een van uw accounts is, hebt u een accountrecord voor Acme. Informatie vinden met Zoeken Zoeken van Salesforce geeft de mogelijkheid om sneller informatie te vinden. Zoeken is beschikbaar via de Salesforce-site, een mobiele app Salesforce1 of een aangepaste zoekimplementatie die is samengesteld op basis van het Salesforce-platform. Een rapport uitvoeren Voor het uitvoeren van een rapport zoekt u dit op het tabblad Rapporten en en klikt u op de rapportnaam. De meeste rapporten worden automatisch uitgevoerd wanneer u op de naam ervan klikt. Als u al een rapport weergeeft, klikt u op Rapport uitvoeren om het onmiddellijk uit te voeren of plant u een toekomstige uitvoering. In Lightning Experience wordt de knop Rapport uitvoeren alleen weergegeven nadat u een rapport hebt opgeslagen. Toegang tot UI-elementen, records en velden Uw Salesforce-beheerder kan vele verschillende gebieden aanpassen om gegevens van uw bedrijf te beveiligen. Gebruikers in Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition-organisaties kunnen de toegang van andere gebruikers tot hun gegevens bepalen door records afzonderlijk met collega's te delen.

1

Grondbeginselen van Salesforce

Wat is Salesforce?

Wat is Salesforce? Salesforce helpt u bij het beheer van uw klantenrelaties, de integratie met andere systemen en het samenstellen van uw eigen toepassingen.

EDITIONS

Salesforce omvat de volgende producten en services.

Beschikbaar in: Salesforce Classic

Salesforce-toepassingen Salesforce bevat vooraf gebouwde toepassingen (of "apps") voor klantenrelatiebeheer (CRM), variërend van automatisering van het verkoopproces in partnerrelatiebeheer en marketing tot klantenservice.

Uw Salesforce edition bepaalt welke voorzieningen en functionaliteit u kunt gebruiken.

Force.com-platform Het Force.com-platform is het eerste "platform as a service" (PaaS), waarmee ontwikkelaars elke soort bedrijfstoepassing geheel on-demand en zonder enige software kunnen ontwikkelen en leveren. Het platform bevat ook gebruiksvriendelijke aanwijzen-en-klikken aanpassingstools om u te helpen bij het maken van oplossingen voor unieke zakelijke behoeften en zonder enige programmeerervaring.

AppExchange AppExchange is een forum met honderden cloudtoepassingen die zijn ontwikkeld door Salesforce-klanten, -ontwikkelaars en -partners. Vele toepassingen zijn gratis en alle zijn vooraf geïntegreerd met Salesforce, waardoor u functionaliteit gemakkelijk en efficiënt kunt toevoegen. Salesforce.com Community Salesforce biedt training, ondersteuning, advies, evenementen, best practices en discussiefora die u helpen successen te boeken. Bezoek Salesforce.com Community. Belangrijkste concepten en termen Als u goed op gang komt met Salesforce, is het handig om enkele belangrijke concepten en termen te kennen. Ze duiken regelmatig op tijdens het gebruik van dit product, onze documentatie en onze serviceprofessionals. De volgende concepten geven u meer inzicht in de werking van Salesforce. En de termen zijn nuttig voor een beter begrip van zijn belangrijkste componenten. Salesforce editions Salesforce biedt diverse bundels van producten en services, die alle afzonderlijk zijn gericht op een andere set bedrijfsbehoeften. Overige Salesforce editions Bepaalde Salesforce editions worden niet langer verkocht. U kunt uw Contact Manager, Group, Personal, Performance of Database.com Edition-organisatie blijven gebruiken of u kunt een van de editions aanschaffen, die momenteel te koop zijn: Professional, Enterprise, Unlimited en Developer Edition. Lijst van Database.com-voorzieningen De lijst van Salesforce-voorzieningen die ook beschikbaar zijn in Database.com. Gebruik deze lijst in combinatie met de Edition=-tabellen van de voorziening om onderwerpen te zoeken in de Help van Salesforce, die ook van toepassing zijn op Database.com. Ondersteunde browsers Ondersteunde browsers voor Salesforce variëren afhankelijk van het gegeven of u Salesforce Classic of Lightning Experience gebruikt. Tips en implementatiehandleidingen

2


Belangrijkste concepten en termen

Belangrijkste concepten en termen Als u goed op gang komt met Salesforce, is het handig om enkele belangrijke concepten en termen te kennen. Ze duiken regelmatig op tijdens het gebruik van dit product, onze documentatie en onze serviceprofessionals. De volgende concepten geven u meer inzicht in de werking van Salesforce. En de termen zijn nuttig voor een beter begrip van zijn belangrijkste componenten.


Concepten Concept

Definitie

Cloud

Een Salesforce-naam een losse verzameling voorzieningen die het uitvoeren vergemakkelijken van bepaalde typen activiteiten als de verkoop van producten, het ondersteunen van klanten en het samenwerken met collega's. Twee veel gebruikte voorbeelden zijn Service Cloud en Sales Cloud.

Cloud-computing

Technologie voor op internet gebaseerde services waarvoor u zich met een browser kunt aanmelden en inloggen. Salesforce biedt zijn service aan in de cloud. Andere bekende services voor cloud-computing zijn bijvoorbeeld Google Apps en Amazon.com.

Software as a Service (SaaS) Software wordt niet op de gebruikelijke manieren (bijvoorbeeld op een schijf) geleverd, maar in de cloud, als een service. Er hoeft niets te worden gedownload of geïnstalleerd en updates worden automatisch uitgevoerd. Trust

Met deze term doelt Salesforce op zijn engagement voor de hele organisatie voor het bouwen en leveren van de veiligste, snelste en meest betrouwbare op cloud gebaseerde service die beschikbaar is. Bedoeld voor meer succes bij klanten is trust.salesforce.com, een website voor de systeemstatus die Salesforce-klanten en de community toegang biedt tot real-time en historische gegevens en updates van systeemprestaties, probleemrapporten en onderhoudsplanning voor alle belangrijke systeemcomponenten. trust.salesforce.com is gratis voor alle leden van de Salesforce-community.

Termen Term

Definitie

App

Verkorte vorm voor application. Een verzameling componenten zoals tabbladen, rapporten, dashboards en Visualforce-pagina's die zijn gericht op een specifieke bedrijfsbehoeften. Salesforce biedt standaardapps, die u kunt aanpassen, zoals Sales en Call Center. U kunt de standaardapps aanpassen aan uw manier van werken.

Edition

Een van diverse bundels Salesforce-producten en services, elk afgestemd op een andere reeks zakelijke behoeften. Alle Salesforce editions hebben hetzelfde uiterlijk, maar zij verschillen in voorzieningen, functionaliteit en prijs.

Object

Een definitie van een specifieke soort informatie die u in Salesforce kunt opslaan. Met het object Case kunt u bijvoorbeeld informatie opslaan over vragen van klanten. Voor elk object zal uw organisatie meerdere specifieke records hebben. Bij Salesforce worden veel standaardobjecten meegeleverd, maar u kunt ook aangepaste objecten maken.

3


Salesforce editions

Term

Definitie

Organisatie

Een implementatie van Salesforce met een met een afgebakende groep gelicentieerde gebruikers. Uw organisatie omvat al uw gegevens en toepassingen.

Record

Een verzameling velden waarin informatie is opgeslagen over een specifiek item van een specifiek type (weergegeven door een object) zoals een contactpersoon, een account of een opportunity. U kunt bijvoorbeeld informatie over Jan Smit in een contactpersoonrecord opslaan, en informatie over zijn training in een caserecord.

Release

Salesforce geeft drie keer per jaar nieuwe producten en voorzieningen vrij en deze releases worden door hun seizoen – winter, lente en zomer – van het kalenderjaar aangeduid. Voorbeeld: Winter '15. Bij elke Salesforce-release omvatten de Salesforce-notities bj de release nieuwe voorzieningen en producten die algemeen beschikbaar of in een bètarelease beschikbaar komen, plus alle wijzigingen aan bestaande voorzieningen en producten. U vindt de notities bij de release wanneer u zoekt naar "Notities bij deze release" in de Help van Salesforce.

Salesforce

De naam van de Salesforce cloud-computing CRM-service.

Salesforce

De bedrijfsnaam.

Salesforce editions Salesforce biedt diverse bundels van producten en services, die alle afzonderlijk zijn gericht op een andere set bedrijfsbehoeften.

EDITIONS

Deze bundels, die editions worden genoemd, hebben hetzelfde uiterlijk, maar variëren naargelang voorzieningen, functionaliteit en prijsstelling. Zo is Territoriumbeheer voor de onderneming wel beschikbaar in Enterprise and Unlimited Edition-organisaties met de Sales Cloud, maar niet in Professional Edition-organisaties. Sommige klanten beginnen met een basis-edition en voeren dan een upgrade uit naarmate hun bedrijf groeit.

Beschikbaar in: zowel Salesforce Classic als Lightning Experience

De Help van Salesforce beschrijft alle algemeen beschikbare voorzieningen, inclusief die welke niet beschikbaar zijn in alle editions. Voor informatie over welke voorziening beschikbaar is in welke edition, zoekt u de voorziening in de Help van Salesforce en controleert u de gegevens in de tabel "Beschikbaar in:" boven aan elk onderwerp over de voorziening.

Beschikbaar in: Professional, Enterprise, Unlimited en Developer Edition

Professional Edition Deze edition is bestemd voor bedrijven die een volwaardige CRM-functionaliteit behoeven. Professional Edition omvat duidelijke en eenvoudige aanpassings-, integratie- en beheertools om een kleine tot middelgrote implementatie te vereenvoudigen. Enterprise Edition Deze edition is ontworpen voor de behoeften van grote en complexe bedrijven. Naast alle functionaliteit die beschikbaar is in Professional Edition, krijgen organisaties met Enterprise Edition geavanceerde tools voor het maken van aanpassingen en voor beheer, die geschikt zijn voor grootschalige implementaties. Enterprise Edition geeft ook toegang tot de webservices-API, zodat u eenvoudig kunt integreren met back-officesystemen. Unlimited Edition Deze edition is de ultieme oplossing van Salesforce voor het maximaliseren van succes en het uitbreiden van dat succes naar de gehele onderneming via het Force.com-platform. Unlimited Edition-klanten kunnen nieuwe niveaus van platformflexibiliteit benutten voor het on demand beheren en delen van hun informatie. Unlimited Edition omvat alle Enterprise Edition-functionaliteit plus Premier Support, volledige mobiele toegang, onbeperkte aangepaste apps, ruimere opslaglimieten, enzovoort.

4


Overige Salesforce editions

Developer Edition Deze edition biedt toegang tot het Force.com-platform en -API. Met een Developer Edition-organisatie kunnen ontwikkelaars het Salesforce-systeem uitbreiden, integreren in andere toepassingen en nieuwe tools en toepassingen ontwikkelen. Developer Edition biedt toegang tot vele van de voorzieningen die beschikbaar zijn bij de Enterprise Edition-organisaties. Opmerking: Salesforce biedt geen technische ondersteuning voor Developer Edition-organisaties. Hiervoor kunt u beter terecht op de messageboards van de developer community die beschikbaar is voor geregistreerde gebruikers via de Force.com-website voor ontwikkelaars: developer.salesforce.com. Documentatie voor de Developer Edition is beschikbaar in de Technical Library. Zie voor een vergelijkingsdiagram van editions en hun voorzieningen de Salesforce-pagina Prijzen en editions. ZIE OOK: Vergelijking van Salesforce Mobile-producten

Overige Salesforce editions Bepaalde Salesforce editions worden niet langer verkocht. U kunt uw Contact Manager, Group, Personal, Performance of Database.com Edition-organisatie blijven gebruiken of u kunt een van de editions aanschaffen, die momenteel te koop zijn: Professional, Enterprise, Unlimited en Developer Edition. Opmerking: Lightning Experience is niet beschikbaar in Contact Manager, Personal of Database.com Edition-organisaties.

EDITIONS Beschikbaar in: Contact Manager, Group, Personal, Performance en Database.com Edition

Contact Manager Edition Deze edition is ontwikkeld voor kleine bedrijven en biedt toegang tot de belangrijkste voorzieningen voor contactpersoonsbeheer, waaronder accounts, contactpersonen, activiteiten, agenda's, notities en bijlagen en rapporten. Contact Manager biedt duidelijke en eenvoudige opties voor aanpassingen. Group Edition Deze edition is ontwikkeld voor kleine bedrijven en werkgroepen met een beperkt aantal gebruikers. Group Edition-gebruikers kunnen hun klanten beheren vanaf het begin van de verkoopcyclus via het sluiten van de deal en het geven van klantenondersteuning en service. Group Edition biedt toegang tot accounts, contactpersonen, opportunities, leads, cases, dashboards (alleen-lezen) en rapporten. Personal Edition Deze edition is een CRM-oplossing die is ontworpen voor een individuele verkoopvertegenwoordiger of andere enkele gebruiker. Personal Edition biedt toegang tot de belangrijkste voorzieningen voor contactpersonenbeheer, zoals accounts, contactpersonen en synchronisatie met Microsoft Outlook®. Tevens biedt deze edition verkoopvertegenwoordigers verkooptools zoals opportunities. Opmerking: Personal Edition-organisaties die zijn aangeschaft na juni 2009, hebben geen toegang tot opportunities. Performance Edition Deze edition is ontworpen voor klanten die een fantastische groei moeten aansturen, die nieuwe niveaus van klanttevredenheid moeten halen en die verkoop- en servicesuccessen in de wereld van sociale media en de mobiele wereld moeten maximaliseren. Performance Edition-organisaties omvatten alle Unlimited Edition-functionaliteit plus zuivere, doelgerichte lead- en klantengegevens uit Data.com, tools voor coaching en feedback uit Work.com, betrouwbare identiteitsservices uit Identity en meer. Voor klanten in Japan, Singapore en Zuid-Korea bieden we de Performance Edition Limited, die alle Performance Edition-functionaliteit omvat, behalve Data.com.

5


Lijst van Database.com-voorzieningen

Database.com Database.com is een clouddatabaseservice met meerdere "tenants", die is ontwikkeld voor de opslag van gegevens voor mobiele, sociale ondernemingstoepassingen. U kunt Database.com gebruiken als back-enddatabase voor toepassingen die in een willekeurige taal zijn geschreven en op een willekeurig platform of mobiel apparaat worden uitgevoerd. Met de ingebouwde infrastructuur voor "social computing" van Database.com en de eigen ondersteuning van geavanceerde, op REST gebaseerde API's kunt u op medewerkers gerichte eigen mobiele en sociale toepassingen maken. Als Salesforce-gebruiker maakt u al gebruik van Database.com bij het uitvoeren van taken zoals aangepaste objecten maken, beveiliging beheren gegevens importeren met het Force.com-platform en de API. Er is een zelfstandige versie van Database.com beschikbaar voor ontwikkelaars die toepassingen willen maken, die andere talen, platforms en apparaten benutten of gebruiken. Database.com-specifieke documentatie wordt niet geleverd. Gebruik de Salesforce-documentatie en de lijst van voorzieningen die Database.com ondersteunt. Deze lijst geeft de onderwerpen in de Salesforce-documentatie aan, die van toepassing zijn op Database.com. Daarnaast bevat de Edition Table van elke voorziening Database.com als de voorziening beschikbaar is in Database.com. Gebruik de Help van Salesforce, de notities bij de release, de instructieboeken en de handleidingen voor ontwikkelaars voor API's, Apex, SOQL en SOSL. ZIE OOK: Salesforce editions

Lijst van Database.com-voorzieningen De lijst van Salesforce-voorzieningen die ook beschikbaar zijn in Database.com. Gebruik deze lijst in combinatie met de Edition=-tabellen van de voorziening om onderwerpen te zoeken in de Help van Salesforce, die ook van toepassing zijn op Database.com. De hier vermelde Salesforce-voorzieningen zijn die voorzieningen welke ook beschikbaar zijn in Database.com. De voorzieningen zijn ingedeeld op algemeen productgebied. Bepaalde voorzieningen zijn alleen beschikbaar via de API. Dit wordt aangegeven wanneer ze worden vermeld.

EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Database.com Edition

Beheer • Controletraject • Bedrijfsgegevens • Gedelegeerd beheerder en Inloggen als • Uitgebreid profielbeheer • Beveiliging op veldniveau • Inloghistorie • Bulkoverdrachten • UI voor nieuwe profielen • Machtigingensets • Profielen Apex (Bibliotheken zijn alleen beschikbaar voor voorzieningen die worden ondersteund in Database.com.) API • API-clients • Bulk-API • Data Loader

6



• API voor metagegevens • Chatter-REST-API • Replicatie van gegevens van Webservices-API • Leesbewerkingen van Webservices-API • Schrijfbewerkingen van Webservices-API Beheer van de levenscyclus van toepassingen • Wijzigingssets Chatter • Mogelijkheid tot stoppen met volgen van records waarvan u in Chatter eigenaar bent • Bij vermeldingen (alleen API) • Chatter-activiteit en -invloed • Chatter-instellingen aanpassen • Feed bijhouden • Feeds • Bestanden (alleen API) • Groepslay-outs • Groepstrigger en groepslidtriggers • Groepen • Hashtags en onderwerpen • Snelle acties • Voorbeelden van geavanceerde koppelingen in feed • Triggers voor feedopmerkingen en feeditems Inhoud Aangepaste instellingen Klantdomeinen Gegevens • Mogelijkheid tot in bulk overdragen van records van aangepaste objecten • Data Loader Declaratieve Appsamensteller en aangepast schema Aangepaste objecten en velden • Force.com • Formulevelden • Rich-text-gebied • Totaaloverzichtsvelden • Validatieregels Tools voor de ontwikkelaar • Force.com IDE Divisies Gebruikersinterface voor een uitgebreid profiel

7



• Inschakelen • Beveiliging op veldniveau • Veld-/objectmachtigingen • Object- en tabbladinstellingen – alleen objecten • Zoeken • Systeemmachtigingen • Appmachtigingen weergeven en bewerken • Inlog-uren weergeven en bewerken • Inlog-IP-bereiken weergeven en bewerken • Toegang serviceprovider weergeven en bewerken • Profiellijsten weergeven Veldtoegankelijkheid (voor aangepaste objecten) Veldafhankelijkheidsmatrix Fileforce Lokalisering en globalisering • Meerdere valuta's • Tijdzones Mijn persoonlijke gegevens • Mijn wachtwoord wijzigen • Persoonlijke gegevens bewerken • Inlogtoegang verlenen (knop Activeringskoppeling verzenden) Offline • Force.com Flex Desktop-toepassingen • Force.com Flex Web-toepassingen Machtigingensets • Mogelijkheid tot zoeken in machtigingen • Weergeven, bewerken en maken Profiellijstweergaven • Maken • Bewerken Inloggen beperken • Uren en IP-bereiken voor profielen Sandbox • Developer Sandbox (tegen bijbetaling) • Full Copy-sandbox (tegen bijbetaling) • Set-up Only-sandbox (tegen bijbetaling) Zoeken • Persoonlijke tags

8



• Openbare tags Beveiliging • Verbonden apps (OAuth) • Gecodeerde (versleutelde) aangepaste velden • Algemene beveiliging • Identiteitsvoorziening • Inkomende Single Sign-On • Beleidsvormen voor wachtwoord en inloggen • Vergeten wachtwoorden ophalen Single Sign-On Delen • Via Apex beheerd delen • Op criteria gebaseerde regels voor delen • Portalgebruiker met groot volume • Op eigendom gebaseerde regels voor delen • Openbare groepen • Wachtrijen • Rollenhiërarchie • Sharemodel en handmatig delen Onderwerpen • Topic- en TopicAssignment-triggers Set-up gebruiker • Persoonlijke en openbare groepen maken en bewerken • Activeringskoppeling verzenden Gebruikers • Wachtwoorden laten verlopen • Gebruikers beheren • Rollen beheren • Gebruikersevents controleren (inlogpogingen en training) • Wachtwoorden resetten • Rollenvelden • Pagina Rollenlijst • Vervaldatum wachtwoord instellen • Inlogbeperkingen instellen De gerelateerde lijst Openbare groep weergeven Wekelijkse export Werkstroom • Uitgaande berichten (als zowel onmiddellijke als tijdafhankelijke acties) • Op tijd gebaseerde werkstroom (werkstroomwachtrij)

9


Ondersteunde browsers

• Werkstroomveldupdates en uitgaande berichten • Werkstroomregels

Ondersteunde browsers Ondersteunde browsers voor Salesforce variëren afhankelijk van het gegeven of u Salesforce Classic of Lightning Experience gebruikt. Ondersteunde browsers voor Salesforce Classic Salesforce Classic wordt ondersteund bij Microsoft® Internet Explorer® versies 9, 10 en 11, Apple® Safari® versie 8.x voor Mac OS X en Microsoft® Edge voor Windows® 10. De recentste stabiele versie van Mozilla® Firefox® en Google Chrome™ wordt ook ondersteund. Er zijn enkele beperkingen. Ondersteunde browsers voor Lightning Experience Lightning Experience wordt ondersteund bij Apple® Safari® versie 8.x en 9.x onder Mac OS X en Microsoft® Edge voor Windows® 10. De recentste stabiele versies van Mozilla® Firefox® en Google Chrome™ worden ook ondersteund. Als u Microsoft® Internet Explorer® versies 9-11 gebruikt, wordt u omgeleid naar Salesforce Classic. Er zijn enkele beperkingen. Invoegtoepassingen (plug-ins) voor het weergeven van documentatie en online trainingen/opleidingen ophalen Download de invoegtoepassingen (plug-ins) die u nodig hebt voor het weergeven van PDF-documentatie en online trainingen/opleidingen van Salesforce. Sneltoetsen voor het toetsenbord leren Gebruik sneltoetsen voor het toetsenbord (toetsenbordsnelkoppelingen) om doelmatig in Salesforce te kunnen werken. Sneltoetsen op het toetsenbord voor samenstellervensters in Lightning Experience Gebruik sneltoetsen voor het toetsenbord voor efficiënt werken in de Lightning Experience-samenstellervensters. Open een samenstellervenster om taken te maken, opmerkingen te noteren, een gesprek vast te leggen en meer. Sneltoetsen op het toetsenbord maken het gemakkelijk door de velden in een samensteller te gaan en meerdere samenstellervensters te doorlopen die tegelijkertijd geopend zijn. Internet Explorer configureren Als u Internet Explorer gebruikt, wordt aangeraden om de nieuwste versie te gebruiken, die Salesforce ondersteunt. Pas alle Microsoft-software-updates toe. Firefox configureren Om ervoor te zorgen dat Salesforce optimaal werkt met Firefox, dient u enkele configuraties van de browser uit te voeren.

Ondersteunde browsers voor Salesforce Classic Salesforce Classic wordt ondersteund bij Microsoft® Internet Explorer® versies 9, 10 en 11, Apple® Safari® versie 8.x voor Mac OS X en Microsoft® Edge voor Windows® 10. De recentste stabiele versie van Mozilla® Firefox® en Google Chrome™ wordt ook ondersteund. Er zijn enkele beperkingen. Opmerking: Gebruik van Salesforce Classic in een mobiele browser wordt niet ondersteund. In plaats daarvan wordt aangeraden om de Salesforce1-app te gebruiken bij werken op een mobiel apparaat. Als u wilt zien welke mobiele browsers worden ondersteund voor de app Salesforce1, raadpleegt u Vereisten voor het gebruik van de mobiele app van Salesforce1 op pagina 89.

EDITIONS Salesforce Classic beschikbaar in: Alle editions

Microsoft Edge Salesforce ondersteunt Microsoft Edge onder Windows 10 voor Salesforce Classic. Let op de volgende beperkingen. • De HTML-oplossingeneditor in Microsoft Edge wordt niet ondersteund in Salesforce Knowledge.

10



• Microsoft Edge wordt niet ondersteund voor de Developer Console. • Microsoft Edge wordt niet ondersteund voor Salesforce CRM Call Center indien samengesteld met de CTI Toolkit versie 4.0 of hoger. Microsoft Internet Explorer versies 9, 10 en 11 Als u Internet Explorer gebruikt, wordt aangeraden om de nieuwste versie te gebruiken, die Salesforce ondersteunt. Pas alle Microsoft-software-updates toe. Let op de volgende beperkingen. • De volledige Salesforce-site wordt ondersteund in Internet Explorer 9, 10 en 11 onder Windows 8 en 8.1 voor laptops met aanraakscherm met alleen standaard toetsenbord- en muisinvoer. Er is geen ondersteuning voor mobiele apparaten of tablets waarbij aanraken de primaire manier van interactie is. Gebruik in plaats daarvan de mobiele-browserapp Salesforce1. • De editor voor HTML-oplossingen in Internet Explorer 11 wordt niet ondersteund in Salesforce Knowledge. • Zowel Compatibiliteitsmodus als de Compatibiliteitsweergave in Internet Explorer worden niet ondersteund. • De Metro-versie van Internet Explorer 10 wordt niet ondersteund. • Internet Explorer 11 wordt niet ondersteund voor de Developer Console (Ontwikkelaarsconsole). • Internet Explorer 11 wordt niet ondersteund voor Salesforce CRM Call Center indien samengesteld met de CTI Toolkit versie 4.0 of hoger. • Communitysjablonen voor selfservice ondersteunt Internet Explorer 9 en hoger voor desktopgebruikers en Internet Explorer 11 en hoger voor mobiele gebruikers. • Internet Explorer 9 wordt niet ondersteund voor Salesforce Wave Analytics. • Internet Explorer 9 en 10 worden niet ondersteund voor de Lightning Appsamensteller. • Internet Explorer 9-gebruikers beschikke niet over spellingcontrole in de browser. Raadpleeg voor configuratieaanbevelingen Internet Explorer configureren op pagina 15. Opmerking: Salesforce Classic-ondersteuning voor Microsoft® Internet Explorer® versies 7 en 8 wordt met ingang van Summer '15 stopgezet. Mozilla Firefox, recentste stabiele versie Salesforce doet er alles aan om de huidige versie van Firefox te testen en te ondersteunen. • Mozilla Firefox wordt ondersteund voor desktopgebruikers uitsluitend voor Communitysjablonen voor selfservice. Zie Firefox configureren op pagina 16 voor configuratieaanbevelingen. Google Chrome, recentste stabiele versie Chrome past updates automatisch toe. Salesforce doet er alles aan om de recentste versie te testen en te ondersteunen. Er zijn geen configuratieaanbevelingen voor Chrome. Chrome wordt niet ondersteund voor: • Het tabblad Console (De Salesforce Console wordt wel ondersteund.) Apple Safari versie 8.x onder Mac OS X Er zijn geen configuratieaanbevelingen voor Safari. Apple Safari op iOS wordt niet ondersteund voor de volledige Salesforce-site. Safari wordt niet ondersteund voor: • De Salesforce Console • Salesforce CRM Call Center, samengesteld met de CTI Toolkit, versies lager dan 4.0 • Salesforce Wave Analytics

11



Voor Wave Analytics ondersteunde browsers Browserondersteuning is beschikbaar voor Microsoft Internet Explorer versies 10 en 11 en de recentste stabiele versies van Mozilla Firefox en Google Chrome.

Aanbevelingen en vereisten voor alle browsers • Schakel voor alle browsers JavaScript, cookies en TLS 1.2 in. Als TLS 1.2 niet beschikbaar is, schakelt u TLS 1.1 in. Browsers die TLS 1.1 of TLS 1.2 niet ondersteunen, kunnen geen toegang krijgen tot Salesforce nadat we TLS 1.0 hebben gedeactiveerd. Deactivering staat gepland, maar is niet gegarandeerd, voor juni 2016 voor sandboxorganisaties en begin 2017 voor productieorganisaties. • De minimale schermresolutie vereist voor de ondersteuning van alle Salesforce-voorzieningen is 1024 x 768. Lagere schermresoluties geven Salesforce-voorzieningen zoals de Rapportsamensteller en Editor voor paginalay-out mogelijk niet goed weer. • Voor Mac OS-gebruikers op Apple Safari of Chrome is het belangrijk dat zij de systeeminstelling Toon schuifbalken instellen op Altijd. • Sommige browserinvoegtoepassingen en -uitbreidingen van derden kunnen de functionaliteit van Chatter verstoren. Als Chatter niet goed functioneert, schakelt u alle browserinvoegtoepassingen en -uitbreidingen uit en probeert u het opnieuw. Bepaalde voorzieningen in Salesforce—en bepaalde desktopclients, toolkits en adapters—stellen hun eigen vereisten voor browser. Bijvoorbeeld: • Internet Explorer is de enige ondersteunde browser voor: – Standaard mail merge – Salesforce Classic Mobile installeren op een Windows Mobile-apparaat – Connect Offline • Gebruik voor de beste ervaring met de uitgebreide editor voor paginalay-out Firefox. • Gebruik voor de beste ervaring op machines met 8 GB RAM in de Salesforce Console Chrome. • Browservereisten gelden ook voor het uploaden van meerdere bestanden in Chatter.

Ondersteunde browsers voor Lightning Experience Lightning Experience wordt ondersteund bij Apple® Safari® versie 8.x en 9.x onder Mac OS X en Microsoft® Edge voor Windows® 10. De recentste stabiele versies van Mozilla® Firefox® en Google Chrome™ worden ook ondersteund. Als u Microsoft® Internet Explorer® versies 9-11 gebruikt, wordt u omgeleid naar Salesforce Classic. Er zijn enkele beperkingen. Opmerking: U hebt geen toegang tot Lightning Experience in een mobiele browser. In plaats daarvan wordt aangeraden om de Salesforce1-app te gebruiken bij werken op een mobiel apparaat. Zie voor een lijst van ondersteunde mobiele browsers voor Salesforce1 Vereisten voor de mobiele app voor Salesforce1 op pagina 89.

EDITIONS Lightning Experience beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

Microsoft Edge Salesforce ondersteunt Microsoft Edge onder Windows 10 voor Lightning Experience. Let op de volgende beperkingen. • De HTML-oplossingeneditor in Microsoft Edge wordt niet ondersteund in Salesforce Knowledge. • Microsoft Edge wordt niet ondersteund voor de Developer Console. • Microsoft Edge wordt niet ondersteund voor Salesforce CRM Call Center indien samengesteld met de CTI Toolkit versie 4.0 of hoger.

12



Microsoft Internet Explorer versie 11 Belangrijk: Ondersteuning voor Internet Explorer 11 voor toegang tot Lightning Experience wordt ingetrokken met ingang van Summer '16. • Gebruikers van bestaande organisaties kunnen IE11 blijven gebruiken voor toegang tot Lightning Experience tot 16 december 2017. • Gebruikers van nieuwe organisaties die zijn gemaakt na Summer '16, kunnen IE11 niet gebruiken voor toegang tot Lightning Experience. In plaats daarvan worden IE11-gebruikers automatisch omgeleid naar Salesforce Classic. Zie voor meer details over deze wijziging Retirement of Support for Accessing Lightning Experience and Salesforce1 Using Internet Explorer 11 (Intrekking van ondersteuning voor toegang tot Lightning Experience en Salesforce1 met behulp van Internet Explorer 11). Als u Internet Explorer gebruikt, wordt aangeraden om de nieuwste versie te gebruiken, die Salesforce ondersteunt. Pas alle Microsoft-software-updates toe. Let op de volgende beperkingen. • De volledige Salesforce-site wordt ondersteund in Internet Explorer 9, 10 en 11 onder Windows 8 en 8.1 voor laptops met aanraakscherm met alleen standaard toetsenbord- en muisinvoer. Er is geen ondersteuning voor mobiele apparaten of tablets waarbij aanraken de primaire manier van interactie is. Gebruik in plaats daarvan de mobiele-browserapp Salesforce1. • De editor voor HTML-oplossingen in Internet Explorer 11 wordt niet ondersteund in Salesforce Knowledge. • De voorziening Compatibiliteitsweergave in Internet Explorer wordt niet ondersteund. • Het wijzigen van de compatibiliteitsmodus voor parseren van de browser door bijvoorbeeld het gebruik van de X-UA-Compatibility-header wordt niet ondersteund. • Internet Explorer 11 wordt niet ondersteund voor de Developer Console (Ontwikkelaarsconsole). • Internet Explorer 11 wordt niet ondersteund voor Salesforce CRM Call Center indien samengesteld met de CTI Toolkit versie 4.0 of hoger. Raadpleeg voor configuratieaanbevelingen Internet Explorer configureren op pagina 15. Mozilla® Firefox®, de recentste stabiele versie Salesforce doet er alles aan om de huidige versie van Firefox te testen en te ondersteunen. Zie Firefox configureren op pagina 16 voor configuratieaanbevelingen. Google Chrome™, recentste stabiele versie Chrome past updates automatisch toe. Salesforce doet er alles aan om de recentste versie te testen en ondersteunen. Er zijn geen configuratieaanbevelingen voor Chrome. Opmerking: De nieuwste stabiele versie van Google Chromium™ wordt ondersteund. Apple® Safari® versie 8.x en 9.x op Mac OS X Er zijn geen configuratieaanbevelingen voor Safari. Safari wordt niet ondersteund voor: • Salesforce CRM Call Center samengesteld met CTI Toolkit versies, lager dan 4.0 • Salesforce Wave Analytics

Ondersteunde browsers voor Wave Analytics Browserondersteuning is beschikbaar voor Microsoft Internet Explorer versie 11 en de recentste stabiele versies van Mozilla Firefox en Google Chrome.

13



Aanbevelingen en vereisten voor alle browsers • Schakel voor alle browsers JavaScript, cookies en TLS 1.2 in. Als TLS 1.2 niet beschikbaar is, schakelt u TLS 1.1 in. Browsers die TLS 1.1 of TLS 1.2 niet ondersteunen, kunnen geen toegang krijgen tot Salesforce nadat we TLS 1.0 hebben gedeactiveerd. Deactivering staat gepland, maar is niet gegarandeerd, voor juni 2016 voor sandboxorganisaties en begin 2017 voor productieorganisaties. • De minimale schermresolutie vereist voor de ondersteuning van alle Salesforce-voorzieningen is 1024 x 768. Lagere schermresoluties geven Salesforce-voorzieningen zoals de Rapportsamensteller en Editor voor paginalay-out mogelijk niet goed weer. • Voor Mac OS-gebruikers op Apple Safari of Google Chrome is het belangrijk dat zij de systeeminstelling Toon schuifbalken instellen op Altijd. • Sommige browserinvoegtoepassingen en -uitbreidingen van derden kunnen de functionaliteit van Chatter verstoren. Als Chatter niet goed functioneert, schakelt u alle browserinvoegtoepassingen en -uitbreidingen uit en probeert u het opnieuw.

Invoegtoepassingen (plug-ins) voor het weergeven van documentatie en online trainingen/opleidingen ophalen Download de invoegtoepassingen (plug-ins) die u nodig hebt voor het weergeven van PDF-documentatie en online trainingen/opleidingen van Salesforce.

EDITIONS

• Adobe Reader—Voor het weergeven van PDF-documentatie. Ga naar de Adobe Reader-downloadpagina om een gratis versie te downloaden.


• Macromedia Flash Player — Voor het volgen van online trainingen/opleidingen. Ga naar de Adobe Flash Player-downloadpagina om een gratis versie te downloaden.

Beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com

Sneltoetsen voor het toetsenbord leren Gebruik sneltoetsen voor het toetsenbord (toetsenbordsnelkoppelingen) om doelmatig in Salesforce te kunnen werken.

EDITIONS

Naast de sneltoetsen voor het toetsenbord (toetsenbordsnelkoppelingen) die beschikbaar zijn in de webbrowser, ondersteunt Salesforce ook de volgende sneltoetsen.


• Druk tegelijk op ALT en een cijfer van 0 t/m 9 om een item te markeren in de lijst Recente items op de zijbalk. Druk bijvoorbeeld op ALT+1 om het eerste item in de lijst te markeren, op ALT+2 om het tweede item te markeren, enzovoort. Drukken op ALT+0 markeert het tiende item in de lijst.


Opmerking: Bij gebruik van Mozilla® Firefox® drukt u op SHIFT+ALT plus een cijfer om het door u gemarkeerde item automatisch weer te geven. Bij gebruik van Mozilla Firefox op een Mac drukt u op CTRL plus een cijfer. Als u Microsoft® Internet Explorer® gebruikt, moet u op ALT plus een cijfer en daarna op Enter drukken om het gemarkeerde item weer te geven. • Als in uw organisatie de samenvouwbare zijbalk is ingeschakeld, drukt u op ALT+S om de zijbalk te openen of sluiten. Als u de zijbalk opent met ALT+S, wordt de cursor automatisch in het zoekvak geplaatst.

14



Sneltoetsen op het toetsenbord voor samenstellervensters in Lightning Experience Gebruik sneltoetsen voor het toetsenbord voor efficiënt werken in de Lightning Experience-samenstellervensters. Open een samenstellervenster om taken te maken, opmerkingen te noteren, een gesprek vast te leggen en meer. Sneltoetsen op het toetsenbord maken het gemakkelijk door de velden in een samensteller te gaan en meerdere samenstellervensters te doorlopen die tegelijkertijd geopend zijn. Naast de sneltoetsen voor het toetsenbord die beschikbaar zijn in uw webbrowser, ondersteunt Lightning Experience ook de volgende handige sneltoetsen tijdens het werken met samenstellervensters.

EDITIONS Beschikbaar in Lightning Experience Beschikbaar in: in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

• Alt+1: opent vanaf elke paginapositie het overloopmenu • Toetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag: doorloopt de lijst geopende samenstellervensters in het overloopmenu • Toetsen pijl-naar-links en pijl-naar-rechts: gaat naar een ander samenstellervenster • Enter (vanuit de kop van een samenstellervenster): plaatst de focus in het samenstellervenster • Tab-toets: gaat in een cyclus door de velden in het samenstellervenster heen • Esc-toets: verplaatst de focus van een samenstellervenster naar de kop van het venster

Internet Explorer configureren Als u Internet Explorer gebruikt, wordt aangeraden om de nieuwste versie te gebruiken, die Salesforce ondersteunt. Pas alle Microsoft-software-updates toe.

EDITIONS

Voor de beste prestaties van Internet Explorer stelt u het volgende in in het dialoogvenster Internetopties via de instellingen van uw browser:


Tabblad Algemeen

Beschikbaar in: Alle editions

1. Klik vanuit het tabblad Algemeen op Instellingen onder Bladerhistorie. 2. Voor de optie Wanneer moet er op nieuwe versies van pagina's worden gecontroleerd? selecteert u Automatisch. 3. Geef bij de optie Te gebruiken schijfruimte minstens 50 MB op. Tab Beveiliging 1. Klik op het tabblad Beveiliging op Aangepast niveau onder Internet en scrol naar de sectie Uitvoeren van scripts. 2. Zorg ervoor dat de optie Actief uitvoeren van scripts is ingeschakeld. Voor JavaScript moet deze instelling zijn ingeschakeld. Tabblad Privacy 1. Klik op het tabblad Privacy op Geavanceerd. 2. Selecteer de optie Automatische cookieverwerking opheffen. 3. Selecteer de optie Cookies per sessie altijd toestaan. 4. Selecteer voor de optie Externe cookies de instelling Accepteren. Tabblad Geavanceerd Scrol op het tabblad Geavanceerd naar de sectie Beveiliging en handel als volgt: • Selecteer niet de optie Versleutelde pagina's niet op schijf opslaan.

15



• Selecteer TLS 1.0, TLS 1.1 en TLS 1.2. Zorg ervoor dat u de selectie opheft van SSL 2.0 gebruiken en SSL 3.0 gebruiken. SSL wordt niet langer ondersteund door Salesforce. TLS 1.0 wordt niet meer ondersteund nadat we het hebben gedeactiveerd; dit staat momenteel gepland voor juni 2016 voor sandboxorganisaties en begin 2017 voor productieorganisaties. Tip: Met de optie De map met tijdelijke internetbestanden leegmaken wanneer de browser wordt afgesloten wordt het cachegeheugen gewist wanneer Internet Explorer wordt afgesloten. Dit verbetert de privacy, maar leidt soms tot slechtere prestaties. ZIE OOK: Ondersteunde browsers

Firefox configureren Om ervoor te zorgen dat Salesforce optimaal werkt met Firefox, dient u enkele configuraties van de browser uit te voeren.

EDITIONS

Salesforce doet er alles aan om de huidige versie van Firefox te testen en te ondersteunen.


Vereiste instellingen


Zorg ervoor dat Firefox cookies kan accepteren. 1. Klik op Tools > Opties (of klik op een Mac op Firefox > Voorkeuren). 2. Ga naar het deelvenster Privacy. 3. Selecteer bij de optie Firefox de instelling Mijn aangepaste instellingen voor geschiedenis gebruiken 4. Selecteer de optie Cookies van websites accepteren. 5. Selecteer de optie Externe cookies accepteren. 6. Selecteer bij de optie Bewaren totdat ze verlopen. 7. Klik op OK.

Geavanceerde instellingen Configureer desgewenst voorkeuren voor geavanceerde caching om prestaties te maximaliseren. 1. Typ about:config in de adresbalk van de browser en druk vervolgens op Enter. 2. Als er een waarschuwing wordt weergegeven, klikt u op Ik zal voorzichtig zijn, dat beloof ik! 3. Zoek naar de volgende voorkeuren en stel deze in op de aanbevolen waarde door te dubbelklikken op de naam van de voorkeur. Wijzigingen zijn onmiddellijk van kracht. 4. Wijzig de manier waarop de browser veelgebruikte resources voor alle verzoeken vasthoudt door de volgende cachevoorkeuren in te stellen. Voorkeur

Aanbevolen waarde

Standaardwaarde

browser.cache.check_doc_frequency

3

3

browser.cache.disk.capacity

50.000 of meer; verhogen om meer harde-schijfruimte 50,000 te gebruiken

16


Tips en implementatiehandleidingen

Voorkeur

Aanbevolen waarde

Standaardwaarde

browser.cache.disk.enable

True (Waar)

True (Waar)

browser.cache.disk_cache_ssl

True (Waar)

False (Onwaar)

browser.cache.memory.enable

True (Waar)

True (Waar)

network.http.use-cache

True (Waar)

True (Waar)

Opmerking: U kunt enkele van deze voorkeuren instellen door te klikken op Extra > Opties in de Firefox-browser. Raadpleeg Firefox Help voor details. Tip: Door privacy.sanitize.sanitizeOnShutdown in te stellen op "True (Waar)" wordt het cachegeheugen gewist wanneer Firefox wordt afgesloten. Dit verbetert de privacy, maar leidt wellicht tot slechtere prestaties. Als u de inhoud van uw cachegeheugen wilt zien, typt u about:cache in de adresbalk van de browser en druk vervolgens op Enter. Raadpleeg de MozillaZine Knowledge Base en de Firefox Support Home Page voor meer informatie over deze en andere voorkeuren.

ZIE OOK: Ondersteunde browsers

Tips en implementatiehandleidingen Naast de online Help publiceert Salesforce extra materiaal om u te helpen slagen met Salesforce. Deze documenten omvatten tips, implementatiehandleidingen en andere bronnen waarin de functies en mogelijkheden van Salesforce staan beschreven. Opmerking: Adobe Reader® is vereist om Adobe® PDF-bestanden te openen. Ga voor een download van de meest actuele versie van Reader naar www.adobe.com/products/acrobat/readstep2.html. • Voor alle gebruikers • Voor verkoopprofessionals Demo's op video Sneller meer doen met begeleidingen Interactieve begeleidingen loodsen u stap voor stap door een taak of voorziening. Salesforce maakt begeleidingen om u te helpen met een geslaagd gebruik van Salesforce. ZIE OOK: Demo's op video

Voor alle gebruikers Deze documenten zijn voor alle Salesforce-gebruikers. • Hoe u kunt slagen met Salesforce • Tips voor het gebruik van inhoudsleveringen

17



• Veel gestelde vragen over Chatter Plus

Voor verkoopprofessionals De volgende documenten hebben betrekking op verkoopprofessionals:

Territoriumbeheer voor de onderneming • Enterprise Territory Management Implementation Guide (Implementatiehandleiding Territoriumbeheer voor de onderneming)

Accountbeheer • Voorbeeldsjablonen voor mail merge (Zipbestand)

Demo's op video Salesforce maakt demo's op video om u te helpen met een geslaagd gebruik van Salesforce. Alle video's zijn in het Engels. • Set-up van Salesforce • Set-up gebruiker • Algemene Salesforce-functionaliteit • Community • Verkoop • Service • Data.com • Platform en apps • Beveiliging • Salesforce Identity • Gegevensimport

Set-up van Salesforce Titel van de video

Voor eindgebruikers

Get Ready to Migrate to Lightning Experience (Voorbereiding op migreren naar Lightning Eperience) Lightning Experience is de moderne en intelligente Salesforce gebruikersinterface die de manier waarop verkoopvertegenwoordigers werken, radicaal verandert. Voordat vertegenwoordigers aan de slag kunnen gaan, moeten Salesforce-beheerders migreren vanuit Salesforce Classic. Deze video demonstreert de manier waarop de Migratieassistent beheerders bij elke stap begeleiding biedt.

18

Voor beheerders



Set-up gebruiker Titel van de video

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

How to Change Your Personal Settings in Salesforce (Uw persoonlijke instellingen wijzigen in Salesforce) Deze korte video behandelt het wijzigen van uw persoonlijke instellingen in Salesforce. U kunt de tabbladen wijzigen, die boven aan de pagina worden weergegeven, de lay-out en elementen wijzigen, die worden weergegeven op afzonderlijke pagina's, en uw Chatter-e-mailinstellingen heel nauwkeurig afstellen. Need Help Logging In? (Assistentie nodig bij inloggen?) Een video voor snelle assistentie wanneer u uw Salesforce-wachtwoord vergeet!

Algemene Salesforce-functionaliteit Titel van de video Search in Salesforce Classic (Zoeken in Salesforce Classic) Deze video loodst u door de zoekfunctionalteit in Salesforce en binnen Chatter, zodat u snel bestanden, posts en onderwerpen kunt vinden. Search in Salesforce Lightning Experience (Zoeken in Salesforce Lightning Experience) Deze video introduceert zoeken in Salesforce Lightning Experience te navigeren door zoekresultaten. How Does Search Work? (De werking van Zoeken) Ooit afgevraagd hoe de zoekfunctie informatie in uw organisatie vindt? Deze video introduceert het zoekproces, inclusief de manier waarop uw zoektermen worden opgesplitst en vergeleken met de zoekindex. How to Search In Help (Hoe kan ik zoeken in Help?) Onze Help-portal is erg uitgebreid, met alles van documentatie tot Knowledge-artikelen over foutopsporing, video's en nog meer. Stem uw zoekinstellingen fijner af en leer hoe u omgaat met filters zodat u telkens weer precies kunt vinden wat u nodig hebt.

Community Titel van de video Tips for Rolling Out Chatter (Tips voor de implementatie van Chatter)

19



Titel van de video

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

U twijfelt over de implementatie van Chatter in uw organisatie of het aansturen van acceptatie door gebruikers? Bekijk deze korte video voor wat opties en bedenk een plan dat uniek is voor uw bedrijfsbehoeften. Collaborate in Chatter Groups (Samenwerken in Chatter-groepen) Chatter-groepen bieden samenwerkingsmogelijkheden met verschillende maten van privacy waardoor groepsleden kunnen samewerken als een team, resources kunne delen en zelfs klanten kunnen uitnodigen. Bekijk deze video in de groepsstrategie van uw organisatie te plannen en het maximale te halen uit de groepsfeed, zoeken in groepen, bestanden, aankondigingen en andere krachtige voorzieningen. Discover and Organize with Chatter Topics (Chatter-onderwerpen ontdekken en ordenen) Gebruik Chatter-onderwerpen om te zien waarover mensen spreken, orden de gesprekken waaraan u wilt deelnemen, en ontdek mensen en groepen die deskundig en geïnteresseerd zijn in dezelfde gebieden. Getting the Most Out of Chatter Feeds (Chatter-feeds optimaal gebruiken) Gebruik Salesforce Chatter om posts, opiniepeilingen en bladwijzers te maken om effectief in Chatter samen te werken met uw collega's. Leer hoe u post naar uw volgers of een groep, een bladwijzer voor een post aanbrengt zodat u deze later kunt vinden, en een opiniepeiling samenstelt zodat u snel over resultaten beschikt! Enhancing Your Chatter Posts (Uitbreiding van uw Chatter-posts) Leer hoe u @vermeldingen en hashtagonderwerpen gebruikt om uw Chatter-posts te verbeteren. Get Started with Salesforce Files Sync (Aan de slag met Salesforce Files Sync) Leer hier hoe u bestanden synchroniseert tussen uw computer of mobiele apparaat en Salesforce zodat u altijd de nieuwste versie van elk bestand hebt. Setting Up Your Salesforce Community (Uw Salesforce-community instellen) Leer hoe een Salesforce-beheerder Salesforce Community's gebruikt om een ondersteuningscommunity voor het bedrijf op te zetten.

Verkoop Titel van de video Lightning Experience: Take it for a Spin (Lightning Experience: een proefrit)

20



Titel van de video

Voor eindgebruikers

Deze video belicht de volledige Salesforce Lightning Experience. Leer hoe u uw persoonlijke instellingen kunt vinden, waar u zaken als records en apps kunt vinden, en hoe u door records navigeert en details en veelgebruikte acties vindt. Use Tasks in Lightning Experience to Boost Sales Productivity (Taken in Lightning Experience gebruiken voor een hogere verkoopproductiviteit) Leer drie ijzersterke manieren om taken in Lightning Experience te beheren. Qualify and Convert Your Leads Efficiently (Uw leads doelmatig kwalificeren en converteren) De leadwerkruimte in Lightning Experience is de commandocentrale voor het werken aan het kwalificeren van leads. Leg gesprekken vast, maak taken, werk samen en verzend e-mail—alles vanuit uw werkruimte. Work Your Opportunities and Manage Your Pipeline (Uw opportunities bewerken en uw pijplijn beheren) Deze video toont hoe u aan uw deals werkt en uw pijplijn beheert in de Salesforce Lightning Experience. Take Your Tasks from Desktop to Mobile (Uw taken van desktop naar mobiel) Zie hoe onze set-upwizard u aan de slag helpt met Salesforce. Salesforce Basics for Helping Your Sales Teams Close Deals Faster (Salesforce-grondbeginselen waarmee uw verkoopteams sneller deals kunnen sluiten) Meer info over de standaardobjecten die u in Salesforce gebruikt voor de opslag van uw gegevens. Take Your Tasks from Desktop to Mobile (Uw taken van desktop naar mobiel) Blijf controle over uw taken houden wanneer u onderweg bent, door de app Salesforce1 voor telefoons en tablets te gebruiken. Accounts and Contacts on the Go (Accounts en contactpersonen onderweg) Combineer desktop- en mobiele gegevens met de app Salesforce1 voor telefoons en tablets. Splitting Credit across Your Sales Team (Kredietpunten verdelen binnen uw verkoopteam) Leer hoe u omzet- en overlaysplitsingen kunt toevoegen aan opportunities. Connecting Social Networks to Accounts, Contacts, and Leads (Sociale netwerken verbinden met accounts, contactpersonen en leads) Krijg meer inzicht in uw huidige en potentiële klanten door sociale gegevens toe te voegen aan uw Salesforce-accounts, -contactpersonen en leads.

21

Voor beheerders



Titel van de video

Voor eindgebruikers

Editing Role-Based Category Group Visibility (Zichtbaarheid van op rollen gebaseerde categoriegroepen bewerken) Staat toe dat bepaalde rollen informatie weergeven, zoals vragen in een antwoordencommunity of artikelen in een Knowledge Base, dit op basis van specifieke gegevenscategorieën. Forecast Accurately With Collaborative Forecasts (Nauwkeurige prognoses maken met samenwerkingsprognoses) Zie wat u kunt doen in samenwerkingsprognoses om uw verkoopdoelen te bereiken. Sending Mass Email (E-mail in bulk verzenden) Deze demo toont hoe u de tool voor bulk-e-mail in Salesforce kunt benutten, zodat u snel contact met uw klanten kunt opnemen en deze e-mailberichten kunt bijhouden binnen de Salesforce-app. Creating Quote Templates (Offertesjablonen maken) Met offertesjablonen kunt u sjablonen ontwerpen, in een voorbeeld weergeven en activeren voor de offerte-PDF-bestanden die verkoopvertegenwoordigers naar uw klanten verzenden. How to Merge Contacts in Salesforce (Contactpersonen samenvoegen in Salesforce) Leer hoe u dubbele contactpersoonsrecords kunt samenvoegen in Salesforce. How to Use Notes (Gebruik van Notities) Leer hoe u Notities moet gebruiken, de uitgebreide tool voor het maken van notities in Salesforce1. How to Track Calls, Emails, and Meetings (Gesprekken, e-mailberichten en vergaderingen bijhouden) Leer hoe u verschillende events zoals gesprekken, e-mailberichten en vergaderingen in Salesforce bijhoudt. Merging Duplicate Accounts: Tips and Gotchas (Duplicaataccounts samenvoegen: tips en weetjes) Met behulp van de tool voor accounts samenvoegen kunt u meerdere accountrecords samenvoegen tot één record en kiezen welke gegevens uit elke record u wilt behouden. Deze video loodst u door het proces zodat u snel beschikt over schone, nuttige gegevens. Lightning Sync-video's Salesforce Lightning Sync Setup in Office 365 via Point and Click (Set-up van Salesforce Lightning Sync in Office 365 via aanwijzen en klikken) Deze video loodst u door de procedure voor het configureren van Exchange door middel van de "point-and-click"-interface.

22

Voor beheerders



Titel van de video

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Salesforce Lightning Sync Setup in Exchange via the Command Line (Set-up van Salesforce Lightning Sync in Exchange via de opdrachtregel) Deze video loodst u door de procedure voor het configureren van Exchange 2010, Exchange 2013 of Office 365 (Exchange Online) met behulp van de opdrachtregelinterface. Salesforce voor Outlook-video's Getting Started with Salesforce for Outlook (Aan de slag met Salesforce voor Outlook) Met Salesforce voor Outlook kunt u contactpersonen, events en taken synchroniseren tussen Microsoft® Outlook® en Salesforce. Ook kunt u Outlook-e-mailberichten, -events en -taken rechtstreeks vanuit Outlook koppelen aan Salesforce-records. Leer hoe u het product downloadt en op uw systeem installeert. Learning about Sync Directions (Meer informatie over synchronisatierichtingen) Leer hoe u uw instellingen voor synchronisatierichting kunt weergeven in Salesforce voor Outlook en ga na of u machtigingen hebt om ze te wijzigen. Using the Salesforce Side Panel to Work with Records in Microsoft® Outlook® (Gebruik van het Salesforce-zijdeelvenster om te werken met records in Microsoft® Outlook®) Leer hoe u rechtstreeks in Outlook kunt werken met Salesforce-records. Leer bovendien hoe u e-mailberichten van Outlook en events kunt toevoegen aan gewenste Salesforce-records. Work.com-video's Getting Started with Work.com (Aan de slag met Work.com) Deze video introduceert de voorzieningen voor prestatiebeheer van Work.com. Gebruik Work.com om collega's te herkennen, de doelen van uw bedrijf op één lijn te brengen, aan definieerbare meetgegevens gebonden coachingrelaties te maken, feedback te geven en vragen, en prestatiesamenvattingen te implementeren.

Service Titel van de video Encourage Collaboration with Idea Themes (Samenwerking bevorderen met ideeënthema's) Met ideeënthema's kunt u communityleden uitnodigen om ideeën over bepaalde onderwerpen te posten zodat leden problemen kunnen oplossen of voorstellen voor vernieuwingen in uw bedrijf kunnen doen. Introducing the Salesforce Console (Inleiding tot de Salesforce Console)

23



Titel van de video

Voor eindgebruikers

De Salesforce Console gebruikt tabbladen om u te helpen uw records snel te vinden en bij te werken. Prepare to Set Up a Salesforce Console (De set-up van een Salesforce Console voorbereiden) Hoe stelt men een Service Cloud-console in voor ondersteuningsagenten? Entitlement Management Setup (Rechtenbeheer instellen) Leer hoe u de voorziening Rechtenbeheer instelt. Rechtenbeheer ondersteunt uw ondersteuningsmedewerkers bij het bepalen van welke klanten in aanmerking komen voor welke vormen van ondersteuning. Deze video gaat in op Mijlpalen bij Rechtenbeheer, Rechtenprocedures, Rechten, en Servicecontracten. Updating Entitlement Processes with Entitlement Versioning (Rechtenprocedures bijwerken door versiebeheer voor rechten) Leer hoe u een nieuwe versie van een rechtenprocedure maakt, de nieuwe versie bewerkt en deze toepast op nieuwe en bestaande rechten. Setting Up Data Categories (Gegevenscategorieën instellen) Met gegevenscategorieën kunt u uw gegevens classificeren op basis van uw bedrijfsbehoeften. Support Your Customers on Their Social Networks (Uw klanten ondersteunen op hun sociale netwerken) Leer hoe u aan de slag gaat met Sociale-klantenservice. Live Agent Configuration (Live Agent-configuratie) Stel Live Agent in uw Salesforce Console in en laat uw agenten chatten!

Data.com Titel van de video

Voor eindgebruikers

Finding Data.com Accounts and Contacts and Adding Them to Salesforce (Data.com-accounts en -contactpersonen vinden en deze toevoegen aan Salesforce) Leer hoe u Data.com-accounts en -contactpersonen zoekt en deze toevoegt aan Salesforce. How Do I Set Up Data.com Clean? (Hoe kan ik Data.com Clean instellen?) Deze video toont Salesforce-beheerders hoe u Data.com Opschonen kunt instellen en onderhouden.

24

Voor beheerders

Voor beheerders



Titel van de video

Voor eindgebruikers

Select a Data.com Match for your Salesforce Account Record (Een Data.com-overeenkomst voor uw Salesforce-accountrecord selecteren) Using the Data.com Industry Selector (Werken met de sectorselector van Data.com) Leer hoe u de sectorselector van Data.com gebruikt om op een eenvoudige manier door de uitgebreide lijsten van sectoren te navigeren en hoe u sectorcriteria toevoegt aan uw zoekopdracht naar accounts of contactpersonen. Managing Duplicate Records in Salesforce with Duplicate Rules (Duplicaatrecords beheren in Salesforce met duplicaatregels) Leer hoe Duplicatenbeheer van Data.com u kan helpen bij het handhaven van gegevenskwaliteit binnen Salesforce. Deze demo toont hoe u een duplicaatregel maakt zodat u kunt bepalen of en wanneer gebruikers records mogen opslaan die als duplicaten worden aangeduid. Identifying Duplicate Records with Matching Rules (Duplicaatrecords aanduiden met overeenkomstenregels) Leer hoe u overeenkomstenregel maakt die bepaalt hoe duplicaatrecords worden aangeduid. Understanding Matching Rules (Inzicht in overeenkomstenregels) Leer hoe overeenkomstenregels werken voor het aanduiden van duplicaatrecords. The Importance of High Quality Data (Het belang van kwalitatief hoogwaardige gegevens) Rick Endrulat, President van Virtual Causeway over gegevenskwaliteit. Talk with Drew Alexander About High Quality Data (Gesprek met Drew Alexander over kwalitatief hoogwaardige gegevens) Bekijk Drew Alexander, WW Director of Sales Technology and Analytics voor Commvault, in een gesprek over de kracht van kwalitatief hoogwaardige gegevens. Talk With Drew Alexander About Data.com Clean (Gesprek met Drew Alexander over Data.com Clean) Bekijk Drew Alexander, WW Director of Sales Technology and Analytics voor Commvault, in een gesprek over de manier warop Data.com Clean helpt bij de verbetering van de gegevenskwaliteit.

25

Voor beheerders



Platform en apps (algemeen) Titel van de video

Voor eindgebruikers

How to Change the Look and Feel of Salesforce for Your Company (Manieren om voor uw bedrijf het uiterlijk van Salesforce te wijzigen) Een snelle demo van manieren om voor uw organisatie het uiterlijk van Salesforce aan te passen. Creating a Workflow Rule (Een werkstroomregel maken) Snelle demo van de manier waarop u een werkstroomregel in Salesforce maakt. Visual Workflow Cloud Flow Designer Overview (Overzicht van de Cloud Flow Designer van Visual Workflow) Deze demo geeft een overzicht van de Cloud Flow Designer van Visual Workflow, de tool voor het maken van stromen. Met de Cloud Flow Designer van Salesforce kunt u schermen configureren en vertakkingslogica ("branching logic") voor uw stromen definiëren, volledig binnen Salesforce, zonder enige code te hoeven schrijven. Building a Simple Flow (Een eenvoudige stroom samenstellen) Volg ons terwijl we een eenvoudige stroom voor een toezegging ("pledge flow") van twee schermen maken met behulp van invoervelden en keuzes voor de gebruiker. We verzamelen de informatie van gebruikers, vragen hen om een niveau van de toezegging en bedanken hen vervolgens voor hun donatie. Troubleshooting Workflow (Werkstroom voor problemen opsporen) Leer hoe u de meest voorkomende problemen kunt opsporen en onderzoeken, die zich af en toe voordoen bij Workflow. Avoid Unwanted Actions in Your Process (Ongewenste acties in uw proces vermijden) Deze video toont hoe u opties in de Process Builder dusdanig instelt dat u bijvoorbeeld kunt voorkomen dat er een hele reeks e-mailberichten naar de VP wordt verzonden telkens wanneer een opportunity van grote waarde wordt bijgewerkt. Accessing the Email Field from a Lookup Object (Toegang tot het veld E-mail vanuit een opzoekobject) Hebt u wel eens een veld willen gebruiken van een opzoekobject voor het onderliggende object ervan? Bijvoorbeeld toegang tot het veld E-mail voor een opzoekobject in een werkstroom, dat is gebaseerd op het onderliggende object? Deze video leidt u door precies zo'n scenario. Creating Custom Links and Buttons (Aangepaste koppelingen en knoppen maken) Leer hoe u een koppeling voor het object Account maakt, die het bedrijfsadres doorgeeft naar Yahoo Maps. Force.com Quick Access Menu (Force.com-menu Snelle toegang)

26

Voor beheerders



Titel van de video

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Hebt u als beheerder ooit velden willen weergeven of maken, of recordtypen willen weergeven of maken in context, vanuit een objecttabblad in plaats van te moeten werken vanuit de menu's van Set-up? Deze video toont hoe u het Force.com-menu Snelle toegang kunt gebruiken. How Organization Sync Works (De werking van Synchronisatie van de organisatie) Leer omgaan met Synchronisatie van de organisatie, een voorziening met hoge beschikbaarheid, waarmee u een secundaire, gesynchroniseerde Salesforce-organisatie instelt, waartoe uw gebruikers toegang hebben wanneer de primaire organisatie down-time ondervindt of onderhoud ondergaat. Who Sees What: Record Types (Wie ziet wat: recordtypen) Leer hoe u gegevens ordent en verzamelt voor hetzelfde object, op verschillende manieren, met behulp van recordtypen.

Aangepaste velden Titel van de video How to Create a Custom Field in Salesforce (Een aangepast veld maken in Salesforce) U wilt Salesforce aanpassen zodat al uw bedrijfsgegevens worden vastgelegd? Deze korte video belicht de manier waarop u een aangepast keuzelijstveld maakt, van het kiezen van het juiste veldtype tot het toepassen van beveiliging op veldniveau. Custom Fields: Picklists (Aangepaste velden: keuzelijsten) Deze video loodst u door het maken van een keuzelijstveld en het toevoegen van nieuwe waarden aan het veld en het verwijderen van oude waarden. We behandelen zelfs de manier waarop u waarden toevoegt aan de juiste paginalay-outs, zodat gebruikers keuzes zien, die relevant voor hun werk zijn. Custom Fields: Tips and Gotchas (Aangepaste velden: tips en weetjes) Leer enkele best practices van de experts, details over het verwijderen van velden, limieten voor veldgebruik, veldhistorie bijhouden en nog meer. We geven ook enkele waarschuwingen voor het wijzigen van veldtypen en advies over het juiste type tekstveld kiezen.

Formules Titel van de video Getting Started With Formules (Aan de slag met formules)

27



Titel van de video

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Deze video geeft een korte inleiding tot Salesforce-formules, het openen van de editor voor formules in de app en de manier waarop u de tools van de editor gebruikt om formules samen te stellen. How to Calculate the Number of Days a Case is Open (Berekening van het aantal dagen gedurende welke een case open is) Deze video leidt u door het opstellen van een formule voor het berekenen van het aantal dagen dat nodig was om een case te sluiten of, als de case nog steeds open is, het aantal dagen dat is verstreken sinds the case voor het eerst werd geopend. How to Build an Image Formula (Het samenstellen van een afbeeldingenformule) Deze video legt uit hoe u een snelle en eenvoudige formule maakt om afbeeldingen toe te voegen aan het veld voor beoordelingen voor een lead—vijf sterren voor "hot", drie sterren voor "warm" en één ster voor "cold"—zodat de verkoopmensen in één oogopslag kunnen zien welke leads het belangrijkste zijn. Formulas: Tips and Gotchas (Formules: tips en weetjes) Formules zijn enorm krachtig en kunnen worden gebruikt in velden en rapporten. Deze video loodst u door enkele professionele tips over hoe u aan de slag gaat, en over de manier waarop u bepaalde valkuilen kunt vermijden.

Beveiliging Titel van de video Who Sees What: Overview (Wie ziet wat: een overzicht) Leer hoe u kunt bepalen wie welke gegevens in uw organisatie kan zien. Who Sees What: Organization Access (Wie ziet wat: toegang binnen de organisatie) Leer hoe u inloggen via IP-bereiken en inlog-uren het inloggen kunt beperken. Who Sees What: Object Access (Wie ziet wat: toegang tot objecten) Leer hoe u gebruikers toegang tot objecten kunt verlenen door middel van profielen. Who Sees What: Organization-Wide Defaults (Wie ziet wat: standaardinstellingen voor de hele organisatie) Leer hoe u toegang tot records kunt beperken, die eigendom zijn van andere gebruikers. Who Sees What: Record Access via the Role Hierarchy (Wie ziet wat: toegang tot records via de rollenhiërarchie) Leer hoe u toegang tot records kunt verruimen met behulp van de rollenhiërarchie.

28



Titel van de video

Voor eindgebruikers

Who Sees What: Record Access via Sharing Rules (Wie ziet wat: toegang tot records via regels voor delen) Leer hoe u toegang tot records kunt verlenen met behulp van regels voor delen. Who Sees What: Field-level Security (Wie ziet wat: beveiliging op veldniveau) Leer hoe u toegang tot specifieke velden kunt beperken van het ene profiel tot het andere. Who Sees Whom: User Sharing (Wie ziet wie: delen van gebruikers) Leer hoe u de zichtbaarheid onder de gebruikers in uw organisatie kunt bepalen. Who Sees What: Permission Sets (Wie ziet wie: machtigingensets) Leer hoe u gebruikers meer machtigingen en toegangsinstellingen geeft zonder profielen te wijzigen. Who Sees What: Record Types (Wie ziet wat: recordtypen) Leer hoe u gegevens ordent en verzamelt voor hetzelfde object, op verschillende manieren, met behulp van recordtypen. Creating a Criteria-Based Sharing Rule (Een op criteria gebaseerde regel voor delen maken) Leer hoe u een regel voor delen maakt op basis van een veldwaarde in een record. Letting Your Salesforce Administrator Access Your Account (Uw Salesforce-beheerder toegang geven tot uw account) Leer hoe u uw beheerder toegang tot uw Salesforce-account kunt verlenen zonder uw wachtwoord te hoeven prijsgeven. Removing Users’ Access to Salesforce (Toegang van gebruikers tot Salesforce verwijderen) Door gebruikers in Salesforce te deactiveren wordt de toegang tot hun accountgegevens verwijderd, terwijl hun historische activiteit en records toch bewaard blijven. Zodra u begrijpt waarom u gebruikers deactiveert en niet verwijdert, leert u hoe u iemand deactiveert en ziet u wat er met diens gegevens gebeurt. Activating Your Computer (Uw computer activeren) Leer hoe u uw computer kunt activeren, zodat u zich buiten het kantoor kunt aanmelden bij Salesforce. Ter assistentie kan uw Salesforce-beheerder, of anders Ondersteuning van Salesforce, inloggen bij uw Salesforce-account. Deze video demonstreert de manier waarop uw Salesforce-beheerder of Ondersteuning van Salesforce gedurende bepaalde tijd toegang krijgt tot uw account zonder dat daarbij gevoelige informatie zoals uw wachtwoord wordt verspreid.

29

Voor beheerders



Titel van de video

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Learn More About the Security Health Check (Meer informatie over Controle van de beveiligingstoestand) Deze video introduceert Controle van beveiligingstoestand, een tool voor Salesforce-beheerders. Leer hoe u voor uw gehele Salesforce-organisatie beveiligingsrisico's inschat en verhelpt. Introduction to Salesforce Authenticator (Inleiding tot Salesforce Authenticator) Leer meer over Salesforce Authenticator, een mobiele app die u gebruikt voor twee-factorenauthenticatie. De app stuurt u een kennisgeving wanneer iemand probeert om toegang te krijgen tot uw account of gegevens. U verifieert of blokkeert de activiteit met een enkele tik op uw mobiele apparaat. Desgewenst kunt u ook locatieservices inschakelen om telkens wanneer u op een locatie bent, die u vertrouwt, automatisch te (laten) verifiëren. Salesforce Authenticator: Set Up a Two-Factor Authentication Requirement (Salesforce Authenticator: een vereiste voor twee-factorenauthenticatie instellen) Leer hoe u een vereiste voor twee-factorenauthenticatie bij inloggen instelt voor gebruikers in uw Salesforce-organisatie. Gebruikers kunnen de gratis mobiele app Salesforce Authenticator gebruiken om hun identiteit te (laten) verifiëren wanneer ze inloggen. Bekijk voor meer informatie over machtigingensets Who Sees What: Permission Sets (Wie ziet wat: machtigingensets).

Salesforce Identity Titel van de video Salesforce Identity Demo (Demo van Salesforce Identity) Volg een snelle rondleiding langs enkele van de verbazingwekkende voorzieningen van Salesforce Identity. Deze demo bestrijkt "branding", Single Sign-On, toegangsbeheer, beleidsvormen, rapportage en nog meer. Salesforce as a Single Sign-On Provider (Salesforce als Single Sign-On-leverancier) Leer hoe eenvoudig het is om Salesforce Identity als Single Sign-On-leverancier te configureren naar externe toepassingen. In deze video stellen we Salesforce snel in als Identiteitsleverancier voor Google Apps. Setting Up Single Sign-On (Single Sign-On instellen) Deze video demonstreert de Single Sign-On van Salesforce voor "best practice"-aanbevelingen voor zowel medewerkers als partners als klanten met Portals en Community's. Tevens behandelt deze kritieke strategieën voor foutopsporing. Setting Up a My Domain (Mijn domein instellen)

30



Titel van de video

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Ervaar meer over de voordelen van het instellen van een aangepaste URL voor uw Salesforce-organisatie met behulp van "Mijn domein". Mijn domein betekent een uitbreiding van uw controle over inlogservices, biedt naadloze Single Sign-On of anders aangepaste "branding" van de Salesforce-inlogpagina. Integrating Active Directory with Salesforce using Identity Connect (Integratie van Active Directory met Salesforce met behulp van Identity Connect) Ervaar meer over de eenvoudige integratie van Active Directory met Salesforce met behulp van Salesforce Identity Connect. Deze video toont hoe u Identity Connect dusdanig instelt dat uw gebruikers kunnen authenticeren en u Salesforce-gebruikers gesynchroniseerd kunt houden met Active Directory-gebruikers. Enhancing Security with Two-Factor Authentication (Beveiliging vergroten met twee-factorenauthenticatie) Bekijk een demonstratie van twee-factorenauthenticatie voor Salesforce, en wanneer u deze gebruikt. Setting Up the App Launcher (De Appstarter instellen) Verzorg de instelling, het gebruik en het beheer van de Appstarter van Salesforce, die vanuit één interface een Single Sign-On-portal voor uw gebruikers biedt voor het starten van goedgekeurde Salesforce-apps en externe toepassingen. Social Sign-On Leer hoe u Social Sign-On configureert. Met deze voorziening kunnen uw gebruikers zich aanmelden bij uw Salesforce-organisatie via Mijn domein met behulp van hun inloggegevens voor sociale netwerken. Single Sign-On and Access Management for Mobile Applications (Single Sign-On en toegangsbeheer voor mobiele toepassingen) Leer hoe u verbonden apps inschakelt voor mobiele gebruikers, en toch de controle behoudt over autorisatieregels en -beleidsvormen met behulp van Salesforce Identity en OAuth. Deze video bestrijkt mobielspecifieke beleidsvormen, zoals pincodebescherming, sessietime-out, Single Sign-On-integratie, controles en rapportage.

Gegevensimport Titel van de video Cleaning Up Your Import File (Uw importbestand opschonen) Leer hoe u importbestanden kunt opschonen en Salesforce gereed kunt maken, en maak kennis met de best practices voor het schoon houden van gegevens nadat deze zijn geïmporteerd.

31



Titel van de video

Voor eindgebruikers

Voor beheerders

Cleaning and Preparing Your Data Using Excel (Uw gegevens opruimen en voorbereiden met Excel) Excel biedt veel mogelijkheden en functies om uw gegevensbestanden snel gereed te maken voor importeren. Wij laten enkele praktische manieren zien voor gebruik van deze functies bij uw importgegevens. Choosing the Right Tool (De juiste tool kiezen) Maak diepgaand kennis met Data Loader, zodat u kunt bepalen wanneer dit aan uw behoeften voldoet. We vergelijken hem met de importwizards en noemen ook enkele andere tools waaraan u zou kunnen denken. Owner IDs and Parent IDs (ID's van eigenaars en bovenliggende ID's) Leer stap voor stap welke objecten u wanneer moet importeren. We tonen hoe u ervoor kunt zorgen dat elk onderliggend object, zoals opportunities, de juiste eigenaar en bovenliggende record heeft, en geven u een demonstratie in de gebruikersinterface van de manier waarop u de tool Data Loader gebruikt. Best Practices for Importing Data (Best practices voor importeren van gegevens) Leer wat de belangrijkste pijnpunten zijn die onze klanten ervaren, zodat u ze volledig kunt voorkomen! Deze video geeft gedetailleerde uitleg over de manier waarop u een slechte import verwijdert, waarop u een reservekopie van gegevens maakt vóór import, en nog meer. Importing Your Accounts and Contacts—Part 1: Exporting Your Data (Uw accounts en contactpersonen importeren—Deel 1: Uw gegevens exporteren) In deze video wordt u begeleid bij het importeren van gegevens uit Accounts en Contactpersonen met behulp van de wizard Gegevens importeren. Zodra u uw gegevens beschikbaar hebt in een csv-bestand, kunt u deze met de wizard importeren en velden toewijzen. Importing Your Accounts and Contacts—Part 2: Importing Your Data (Uw accounts en contactpersonen importeren—Deel 2: Uw gegevens importeren)

ZIE OOK: Tips en implementatiehandleidingen

Sneller meer doen met begeleidingen Interactieve begeleidingen loodsen u stap voor stap door een taak of voorziening. Salesforce maakt begeleidingen om u te helpen met een geslaagd gebruik van Salesforce.

EDITIONS

Voordat u op de koppeling van een begeleiding klikt, controleert u of u de juiste gebruikersmachtigingen en licentie hebt, die aan de voorziening zijn gekoppeld, zodat u toegang


32


Aan de slag als nieuwe gebruiker

krijgt tot de juiste pagina's in Salesforce. Klik vervolgens op de koppeling om de begeleiding te openen. Als u nog niet bent ingelogd, krijgt u de aanwijzing om in te loggen bij uw account. De begeleiding loodst u door een reeks stappen voor het voltooien van een taak of beoordelen van een voorziening rechtstreeks in uw eigen Salesforce-account. Opmerking: Onthoud dat begeleidingen u door uw eigen Salesforce-account loodsen en niet door een demo-omgeving. Om deze reden brengt u dan ook feitelijk wijzigingen aan in de gegevens in uw organisatie terwijl u de stappen opvolgt. Als u twijfelt over het aanbrengen van deze wijzigingen, volgt u de begeleiding eerste in een sandboxaccount of andere testomgeving.

Aan de slag als nieuwe gebruiker Bent u nieuw bij Salesforce? Stel uzelf in als nieuwe gebruiker, zodat u de toepassing onmiddellijk kunt gaan gebruiken. 1. De eerste maal inloggen Wanneer uw beheerder u als nieuwe gebruiker instelt, ontvangt u een e-mailbericht met uw gebruikersnaam en een koppeling naar de Salesforce-site van uw organisatie. 2. Navigeren in Salesforce Leer hoe u in basisgebieden van Salesforce navigeert, zodat u snel uw weg kunt vinden in de app. 3. Uw Chatter-profiel instellen Uw Chatter profiel vertelt uw collega's en eventuele klanten wie u bent. Het bevat uw foto en basisinformatie zoals uw functie en contactgegevens.

EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Alle editions; Chatter beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited, Contact Manager en Developer Edition

4. Uw Salesforce Experience personaliseren Salesforce bevat opties voor persoonlijke instellingen waarmee u uw ervaring wat persoonlijker kunt maken. Afhankelijk van de omgeving van Salesforce die u hebt ingeschakeld, vindt u deze instellingen in verschillende delen van de toepassing. 5. Wat achtergrond over uw Salesforce-beheerder Uw Salesforce-beheerder is een Salesforce-gebruiker met taken en plichten op het gebied van systeembeheer en andere superrechten. Beheerders zijn verantwoordelijk voor het instellen van Salesforce voor hun organisaties en zorgen er tevens voor dat alles soepel verloopt. Beheerders hebben een speciaal profiel, door middel waarvan ze gebruikers kunnen toevoegen en kunnen bepalen wat die gebruikers in Salesforce kunnen zien en doen. Beheerders kunnen iedereen productiever maken door aangepaste Salesforce-objecten, -werkstromen, -validatieregels, -rapporten en meer te maken. Beheerders zijn planners, probleemoplossers en helden. 6. Waarom kan ik bepaalde voorzieningen niet zien? Omdat Salesforce uiterst aanpasbaar is, hebt u mogelijk niet toegang tot alle productvoorzieningen. 7. Tips voor nieuwe gebruikers Maak gebruik van de tips die u nodig hebt om vanaf de eerste dag een snelle, productieve Salesforce/gebruiker te zijn.

33


De eerste maal inloggen

De eerste maal inloggen Wanneer uw beheerder u als nieuwe gebruiker instelt, ontvangt u een e-mailbericht met uw gebruikersnaam en een koppeling naar de Salesforce-site van uw organisatie.

EDITIONS

U meldt zich de eerste maal als volgt aan:

Beschikbaar in: Salesforce Classic en Lightning Experience

1. Controleer uw e-mail voor uw inloggegevens. 2. Klik op de koppeling in het e-mailbericht. Via de koppeling wordt u automatisch aangemeld op de site.


3. Op de site moet u een wachtwoord instellen en een beveiligingsvraag en -antwoord kiezen om uw identiteit te controleren als u uw wachtwoord bent vergeten. Als u uw inloggegevens niet hebt ontvangen, neemt u contact op met de Salesforce-beheerder in uw organisatie. ZIE OOK: Problemen met inloggen opsporen Uw identiteit verifiëren

Navigeren in Salesforce Leer hoe u in basisgebieden van Salesforce navigeert, zodat u snel uw weg kunt vinden in de app. Salesforce is een waardevol hulpmiddel—als u de interface leert kennen en weet waar uw informatie wordt opgeslagen, kunt u maximaal gebruikmaken van de app. 1. Inzicht in de manier waarop Salesforce uw informatie opslaat.


2. Inzicht in Salesforce-pagina's. 3. Inzicht in het tabblad Hoofdpagina. 4. Navigeren door hoofdpagina's van objecten. 5. Het menu Set-up zoeken.

Inzicht in de manier waarop Salesforce uw informatie ordent Salesforce groepeert uw gegevens in logische categorieën, objecten genaamd. Een object is een verzameling velden met een naam voor het soort informatie dat de velden opnemen. Vaak gebruikte Salesforce-objecten zijn Contactpersonen, Accounts, Cases en Rapporten. Bijvoorbeeld, het object Contactpersonen bevat velden met informatie die de mensen beschrijven waarmee u zaken doet, zoals hun voor- en achternamen, telefoonnummers, functies en de bedrijven waarvoor ze werken. Navigeren door hoofdpagina's van objecten Een andere app openen U kunt de voorziening niet vinden, die u moet gebruiken? Misschien zit deze in een andere app. Controleer het vervolgkeuzemenu om alle apps te zien, die voor u beschikbaar zijn, en selecteer de app die u nodig hebt. Set-up zoeken Hoe u Set-up kunt vinden, ia afhankelijk van de Salesforce-omgeving die u gebruikt, en van de gebruikersinterface-instellingen van uw organisatie.

34


Navigeren in Salesforce

Inzicht in de manier waarop Salesforce uw informatie ordent Salesforce groepeert uw gegevens in logische categorieën, objecten genaamd. Een object is een verzameling velden met een naam voor het soort informatie dat de velden opnemen. Vaak gebruikte Salesforce-objecten zijn Contactpersonen, Accounts, Cases en Rapporten. Bijvoorbeeld, het object Contactpersonen bevat velden met informatie die de mensen beschrijven waarmee u zaken doet, zoals hun voor- en achternamen, telefoonnummers, functies en de bedrijven waarvoor ze werken. Er zijn twee typen Salesforce-objecten: • Standaardobjecten zijn opgenomen in de Salesforce-licentie die uw bedrijf aanschaft. Dat zijn de meest algemeen gebruikte objecten. • Aangepaste objecten worden gemaakt om aan de zakelijke behoeften van uw bedrijf te voldoen. De beheerder van uw organisatie kan standaardobjecten aanpassen aangepaste objecten maken voor de ondersteuning van het type werk dat uw bedrijf uitvoert, of voor de sector waarin u actief bent. Zo wil uw organisatie wellicht een aangepast object maken met de naam "Bugs" om bekende problemen met producten bij te houden, of anders de naam van het standaardobject "Accounts" wijzigen in "Klanten" omdat dit de manier is waarop uw organisatie naar klanten verwijst. In de Salesforce-interface, werkt u doorgaans met objecten vanaf hun tabbladen. Bijvoorbeeld, het object Opportunity heeft een tabblad Opportunities. Als u van doen krijgt met een object in de Salesforce-documentatie maar het niet kunt vinden in de gebruikersinterface, neemt u contact op met uw beheerder om na te gaan of het object voor u beschikbaar is. Als in uw edition objecten en gerelateerde tabbladen voorkomen waarvoor u geen documentatie kunt vinden, is het object mogelijk een aangepast object. Neem contact op met uw beheerder voor meer informatie over hoe u ze kunt gebruiken. ZIE OOK: Navigeren door hoofdpagina's van objecten

Navigeren door hoofdpagina's van objecten In de desktoptoepassing kunt u algemeen gebruikte objecten zoeken door op hun tabbladen te klikken die bovenaan in het scherm verschijnen. Andere Salesforce-voorzieningen, zoals Hoofdpagina en Chatter, hebben ook tabbladen. Klik op het tabblad van een object om met uw gegevens te werken. Klik bijvoorbeeld op het tabblad Accounts om accountgegevens te openen van de klanten waar u mee werkt. Hier vindt u: 1. De naam van het object en het type gegevens dat u bekijkt. In dit geval: Accounts. 2. Lijstweergaveopties. Een lijstweergave beperkt uw accounts tot een specifieke set (u kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om Alle accounts weer te geven of alleen Recent weergegeven accounts). 3. Een lijst van recent geopende records. Hier: Recente accounts. Deze lijst is zichtbaar voor elk standaard- en aangepaste object en kan niet worden aangepast. 4. Koppelingen naar andere voorzieningen die u mogelijk daarna wilt gebruiken.

Een andere app openen U kunt de voorziening niet vinden, die u moet gebruiken? Misschien zit deze in een andere app. Controleer het vervolgkeuzemenu om alle apps te zien, die voor u beschikbaar zijn, en selecteer de app die u nodig hebt. Als u voorzieningen wilt gebruiken, die beschikbaar zijn in een andere Salesforce-app dan die welke u open hebt, moet u de andere app openen. Andere apps omvatten de app Salesforce Marketing, de app Callcenter en alle aangepaste apps voor uw organisatie.

35

EDITIONS Beschikbaar in: Lightning Experience en Salesforce Classic Beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com



Uw organisatie gebruikt mogelijk ook verbonden apps. Verbonden apps omvatten productiviteitsapps zoals Gmail™ en Microsoft Office 365™, of andere apps voor uw werk. Als uw beheerder deze apps heeft toegevoegd aan uw organisatie, worden ze weergegeven in de Appstarter. Een andere Salesforce-app openen in Salesforce Classic Navigeren tussen Salesforce-apps is heel gemakkelijk, bijvoorbeeld om van de app Sales naar de app Marketing te gaan. Een app openen vanuit de Appstarter in Salesforce Classic Navigeer tussen uw Salesforce-apps en verbonden apps vanuit één menu. Een andere app openen in Lightning Experience Gebruik Zoeken of de Appstarter om tussen al uw apps te navigeren.

Een andere Salesforce-app openen in Salesforce Classic Navigeren tussen Salesforce-apps is heel gemakkelijk, bijvoorbeeld om van de app Sales naar de app Marketing te gaan. Opmerking: Deze stappen werken in Salesforce Classic. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic. Als u links een navigatiebalk ziet, bevindt u zich in Lightning Experience.

EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com

Als u voorzieningen wilt gebruiken, die beschikbaar zijn in een andere Salesforce-app dan die welke u open hebt, moet u de andere app openen. U kunt één app tegelijk openen, en de app die u geopend hebt, wordt geopend als u de volgende keer inlogt bij Salesforce. GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een app openen: Selecteer rechtsboven op een Salesforce-pagina de gewenste app in het vervolgkeuzemenu van apps.

Een app gebruiken: • Toegang tot die app zoals bepaald in uw gebruikersprofiel of machtigingenset.

Een app openen vanuit de Appstarter in Salesforce Classic Navigeer tussen uw Salesforce-apps en verbonden apps vanuit één menu.

EDITIONS

Opmerking: Deze stappen werken in Salesforce Classic. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic. Als u links een navigatiebalk ziet, bevindt u zich in Lightning Experience.


U moet toegang hebben tot een Salesforce-app of verbonden app om deze vanuit de Appstarter te kunnen zien en openen.

Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

De Appstarter openen: selecteer de Appstarter op een willekeurige Salesforce-pagina vanuit het Force.com-appmenu. Klik in de Appstarter op het pictogram van een geïnstalleerde app om de app te starten.

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN De Appstarter bekijken: • "Identiteitsvoorzieningen gebruiken"

36



Een andere app openen in Lightning Experience Gebruik Zoeken of de Appstarter om tussen al uw apps te navigeren. Opmerking: De volgende stappen werken in Lightning Experience. Als u een navigatiebalk aan de linkerzijde van uw scherm ziet, bevindt u zich in Lightning Experience. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic. Voor het openen van een app hebt u 2 opties. • Gebruik het vak Zoeken in Salesforce boven aan een willekeurige Salesforce-pagina. Begin de naam van de app te typen, bijvoorbeeld "Marketing", en klik vervolgens op het resultaat wanneer dit wordt weergegeven. Deze zoekopdracht werkt ook voor aangepaste apps en verbonden apps. Deze manier van zoeken staat geen zoekopdrachten met jokertekens toe voor apps. Delen van woorden genereren echter wel zoekresultaten voor apps terwijl u typt (zoals "Mark"). • Klik in de rechterbovenhoek van een willekeurige Salesforce-pagina op het pictogram Appstarter.

EDITIONS Beschikbaar in: Lightning Experience Beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een app gebruiken: • Toegang tot die app zoals bepaald in uw gebruikersprofiel of machtigingenset.

De Appstarter geeft al uw beschikbare Salesforce-apps en eventuele verbonden apps weer, die uw beheerder heeft geïnstalleerd. U kunt één Salesforceapp tegelijk openen, en de app die u geopend hebt, wordt geopend als u de volgende keer inlogt bij Salesforce. U kunt meerdere verbonden apps tegelijk openen.Verbonden apps zijn apps die uw beheerder installeert om u te helpen bij uw werk, zoals Gmail™ en Microsoft Office 365™. Elke verbonden app wordt geopend in een nieuw venster; stel het blokkeren van pop-ups daarom in op het toestaan van pop-ups vanhieruit, anders wordt de verbonden app niet geopend. Sleep het pictogram van een app van de ene positie naar de andere en rangschik ze op de apps die u het meest gebruikt. U ziet niet wat u wenst? Klik op Andere items om meer apps, objecten en items te zien. Of vraag uw beheerder of er meer apps beschikbaar zijn.

Set-up zoeken Hoe u Set-up kunt vinden, ia afhankelijk van de Salesforce-omgeving die u gebruikt, en van de gebruikersinterface-instellingen van uw organisatie.

EDITIONS

Salesforce bevat vele opties voor het instellen, onderhouden en aanpassen van uw organisatie. Sommige organisaties hebben ook opties voor het samenstellen, in een pakket opnemen en distribueren van hun eigen apps. Deze opties zijn alle beschikbaar vanuit het menu Set-up. Als u Salesforce-beheerder of -ontwikkelaar bent, gebruikt u het menu Set-up regelmatig. De gebruikersinterface-instellingen van uw organisatie bepalen hoe iedereen in uw organisatie toegang heeft tot dit menu.

Beschikbaar in: Salesforce Classic en Lightning Experience Beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com

1. Kijk bovenaan op elke Salesforce-pagina. •

Als u Lightning Experience gebruikt, klikt u op

en selecteert u vervolgens Hoofdpagina Set-up.

• Als u Salesforce Classic gebruikt en Set-up ziet in de koptekst van de gebruikersinterface header, klikt u erop. • Als u Salesforce Classic gebruikt en Set-up niet ziet in de koptekst, klikt u op uw naam en selecteert u vervolgens Set-up. 2. Geef de naam van de gewenste pagina op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens de juiste pagina in het menu.

37


Uw Chatter-profiel instellen

Tip: Typ de eerste paar lettertekens van de naam van een pagina in het vak Snel zoeken. Terwijl u typt, worden pagina's die overeenkomen met uw zoektermen, in het menu weergegeven. Als u bijvoorbeeld de pagina Taalinstellingen wilt vinden, typt u taa in het vak Snel zoeken en selecteert u vervolgens Taalinstellingen.

ZIE OOK: Uw persoonlijke instellingen zoeken in Salesforce Classic

Uw Chatter-profiel instellen Uw Chatter profiel vertelt uw collega's en eventuele klanten wie u bent. Het bevat uw foto en basisinformatie zoals uw functie en contactgegevens.

EDITIONS

Stel uw Chatter-profiel in kort nadat u bent gestart met Salesforce en werk het geregeld bij.


Opmerking: Als uw organisatie Chatter niet gebruikt, kunt u persoonlijke gegevens toch toevoegen en bewerken. 1. Klik op het tabblad Chatter en zoek de plaatshouder voor de profielafbeelding aan de linkerzijde van de pagina. Klik op Uw naam naast de afbeelding van de plaatshouder. 2. Om uw profielfoto bij te werken beweegt u de muisaanwijzer over de afbeelding van de plaatshouder en klikt u op Foto toevoegen.

Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited, Contact Manager en Developer Edition

Tip: Gebruik een foto van uzelf en niet van een groep of een huisdier. Chatter is een bedrijfstool, dus kies een foto die uw baas of uw CEO zou mogen zien. 3.

Klik op onder uw profielfoto om uw contactgegevens te bewerken. In het vak Profiel bewerken vult u de velden in op het tabblad Contactpersonen en het tabblad Info. Tip: Vul uw profiel aan met gegevens over de afdeling waar u werkt en uw ervaring in projecten waar u op dat moment mee bezig bent.

4. Klik op Alles opslaan. ZIE OOK: Uw persoonlijke gegevens bewerken

Uw Salesforce Experience personaliseren Salesforce bevat opties voor persoonlijke instellingen waarmee u uw ervaring wat persoonlijker kunt maken. Afhankelijk van de omgeving van Salesforce die u hebt ingeschakeld, vindt u deze instellingen in verschillende delen van de toepassing. Uw persoonlijke instellingen zoeken in Lightning Experience Als u Lightning Experience gebruikt, vindt u uw persoonlijke instellingen in Persoonlijke set-up of Mijn instellingen. Uw persoonlijke instellingen zoeken in Salesforce Classic Als u Salesforce Classic gebruikt, vindt u uw persoonlijke instellingen in Persoonlijke set-up of Mijn instellingen.

38


Wat achtergrond over uw Salesforce-beheerder

Uw persoonlijke instellingen zoeken in Lightning Experience Als u Lightning Experience gebruikt, vindt u uw persoonlijke instellingen in Persoonlijke set-up of Mijn instellingen.

EDITIONS

1. Klik boven aan een willekeurige Salesforce-pagina op uw afbeelding.

Beschikbaar in: Lightning Experience

2. Klik op Instellingen. 3. Klik aan de linkerzijde van de pagina op een menu-item om het submenu ervan weer te geven en klik vervolgens op het gewenste item.


Tip: Om snel een pagina te zoeken typt u de eerste paar lettertekens van de naam ervan in het vak Snel zoeken. Terwijl u typt, worden pagina's die overeenkomen met uw zoektermen, in het menu weergegeven. Als u bijvoorbeeld de pagina voor Persoonlijke informatie wilt vinden, typt u pers in het vak Snel zoeken.

Uw persoonlijke instellingen zoeken in Salesforce Classic Als u Salesforce Classic gebruikt, vindt u uw persoonlijke instellingen in Persoonlijke set-up of Mijn instellingen.

EDITIONS

1. Klik bovenaan op een Salesforce-pagina op de pijl-omlaag naast uw naam.


Afhankelijk van de gebruikersinterface-instellingen van uw organisatie ziet u Set-up of Mijn instellingen in het menu. 2. In het menu onder uw naam klikt u op Set-up of Mijn instellingen.


3. Handel als volgt: • Als u op Set-up hebt geklikt, kijkt u links op de pagina en klikt u op een menu-item om het submenu daarvan weer te geven, en daarna klikt u op het gewenste item. • Als u op Mijn instellingen hebt geklikt, kijkt u links op de pagina en klikt u op een menu-item onder Mijn instellingen om het submenu daarvan weer te geven, en daarna klikt u op het gewenste item. Tip: Om snel een pagina te zoeken typt u de eerste paar lettertekens van de naam ervan in het vak Snel zoeken. Terwijl u typt, worden pagina's die overeenkomen met uw zoektermen, in het menu weergegeven. Als u bijvoorbeeld de pagina voor Persoonlijke informatie wilt vinden, typt u pers in het vak Snel zoeken.

ZIE OOK: Set-up zoeken

Wat achtergrond over uw Salesforce-beheerder Uw Salesforce-beheerder is een Salesforce-gebruiker met taken en plichten op het gebied van systeembeheer en andere superrechten. Beheerders zijn verantwoordelijk voor het instellen van Salesforce voor hun organisaties en zorgen er tevens voor dat alles soepel verloopt. Beheerders hebben een speciaal profiel, door middel waarvan ze gebruikers kunnen toevoegen en kunnen bepalen wat die gebruikers in Salesforce kunnen zien en doen. Beheerders kunnen iedereen productiever maken door aangepaste Salesforce-objecten, -werkstromen, -validatieregels, -rapporten en meer te maken. Beheerders zijn planners, probleemoplossers en helden. Alle Salesforce-organisaties hebben minstens één beheerder; grotere organisaties kunnen er meer hebben. De rol van uw beheerder kan net zo eenvoudig of ingewikkeld zijn als de grootte en structuur van uw bedrijf. In kleinere organisaties is de beheerder mogelijk

39


Waarom kan ik bepaalde voorzieningen niet zien?

iemand die Salesforce ook gebruikt zoals andere gebruikers doen: bijvoorbeeld om producten te verkopen of klantenservice te bieden. Vele verschillende functies, één groot brein. Salesforce biedt vele voorzieningen en items (zoals aangegeven in de handleiding Learn Salesforce Basics), die u zelf kunt instellen en configureren. En dat functioneert goed! Maar bepaalde dingen kunt u beter aan uw vertrouwde beheerder overlaten. Deze helpt u optimaal gebruik te maken van wat Salesforce heeft te bieden en zorgt voor een geslaagde en productieve omgeving. Hier zijn enkele voorbeelden van dingen die uw beheerder voor u kan oplossen of doen. • Een object, veld of voorziening vinden of gebruiken, waarover u tijdens een training hebt gehoord. • Een aangepaste werkstroom maken om te achterhalen wanneer een case gesloten is. • Een aangepast goedkeuringsproces maken om de onkosten van een medewerker af te tekenen. • Een aangepast rapport maken voor uw verkoopgebied. • U een gebruikersmachtiging verlenen, die niet als onderdeel van uw gebruikersprofiel wordt verleend. • Vragen beantwoorden over uw eigen toegang tot records of die van anderen. • Aandacht besteden aan die verdraaide foutberichten die u vragen contact met uw beheerder op te nemen voor meer informatie. Hoe u contact opneemt met uw beheerder en wanneer en waarom, is afhankelijk van de interne bedrijfsbeleidsvormen en -praktijken in uw bedrijf. U wilt precies weten wat die zijn? Vraag het uw beheerder! ZIE OOK: Waarom kan ik bepaalde voorzieningen niet zien? Inlogtoegang verlenen

Waarom kan ik bepaalde voorzieningen niet zien? Omdat Salesforce uiterst aanpasbaar is, hebt u mogelijk niet toegang tot alle productvoorzieningen. Wellicht hebt u baat bij meer informatie over nieuwe Salesforce-voorzieningen in onze Help-documentatie en trainingsvideo's. Maar soms merkt u dat u hiertoe geen toegang hebt via uw interface. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn. • Mogelijk moet u uw aangepaste paginaweergaven bijstellen of externe apps installeren om de voorziening in te schakelen.

EDITIONS Beschikbaar in: zowel Salesforce Classic als Lightning Experience Beschikbaar in: Alle editions

• Uw machtigingen en toegangsinstellingen voor bepaalde voorzieningen zijn beperkt. • Uw bedrijf heeft Salesforce dusdanig aangepast dat bepaalde standaardobjecten en -velden andere namen hebben, of uw bedrijf geeft eigen aangepaste objecten en velden gemaakt. • De voorziening die u zoekt, is niet voorhanden in de Salesforce edition of de Salesforce-omgeving die uw bedrijf gebruikt. ZIE OOK: Wat achtergrond over uw Salesforce-beheerder

40


Tips voor nieuwe gebruikers

Tips voor nieuwe gebruikers Maak gebruik van de tips die u nodig hebt om vanaf de eerste dag een snelle, productieve Salesforce/gebruiker te zijn.

EDITIONS

Nieuwe gebruikers kunnen het beste de volgende tips in gedachten houden:


• Wanneer u op een object klikt om uw gegevens te zoeken, ziet u geen volledige lijst van uw bestaande records—Salesforce houdt deze uit het zicht totdat u deze handmatig oproept, voor het geval u een subset wilt kiezen in de volledige lijst. Kies een optie binnen Weergave en klik op Ga!


• Gerelateerde lijsten zijn koppelingen die voorkomen onder aan objectpagina's. Gerelateerde lijsten bieden snelle toegang tot andere gerelateerde objecten waarmee u wellicht de volgende keer wilt werken. Deze voorziening voegt veel waarde toe, omdat deze snelle toegang geeft tot informatie die u waarschijnlijk in een volgende stap nodig hebt. Dit betekent minder navigatie en een snellere werkstroom. Salesforce levert de toepassing met enkele standaard gerelateerde lijsten, maar beheerders kunnen items van bepaalde gerelateerde lijsten aanpassen. • Als u hoort van of leest over een voorziening die u niet in uw eigen interface ziet, hoedt u zich geen zorgen te maken. Uw beheerder kan aanpassingen doorvoeren, die aansluiten op de behoeften van uw organisatie. Als uw beheerder de Help voor aanpassingen niet heeft ingeschakeld, neemt u er contact mee op. • Onze materialen van Help en training vermelden mogelijk een voorziening die uw bedrijf niet heeft ingeschakeld of waarvoor uw machtigingenprofiel u geen toestemming tot bekijken geeft. Als u vindt dat deze voorziening moet voorkomen in uw interface of u zou kunnen helpen bij uw werk, neemt u contact op met de Salesforce/beheerder in uw bedrijf. U weet niet zeker wie dat is? Raadpleeg degene in uw bedrijf, die u kennis heeft laten maken met Salesforce. • Sla uw werk op! Het is wel vaker gebeurd dat iemand veel tijd spendeerde aan het bijwerken van de velden in een record en vervolgens dat scherm verliet zonder op te slaan. Maak er een gewoonte van om met de muis naar de knop Opslaan te gaan voordat naar een ander pagina-element gaat. ZIE OOK: Waarom kan ik bepaalde voorzieningen niet zien? Wat achtergrond over uw Salesforce-beheerder

Uw werkwijze inrichten Gebruik uw instellingsopties om uw Salesforce-omeging wat persoonlijker te maken. Stel uw weergave op de gewenste manier in, beschrm uw informatiw en laat anderen weten dat u er bent. Uw identiteit verifiëren Verifieer op eenvoudige wijze uw identiteit bij inloggen van buiten een vertrouwd IP-bereik. Het verifiëren van uw identiteit helpt ongeoorloofde toegang tot uw Salesforce-account voorkomen.

EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Alle editions.

Uw persoonlijke gegevens bewerken Uw wachtwoord wijzigen Nadat u hebt ingelogd, kunt u uw wachtwoord wijzigen voor een betere beveiliging. Als u uw wachtwoord kwijtraakt, klikt u op de koppeling Uw wachtwoord vergeten op de inlogpagina om uw wachtwoord via e-mail opnieuw in te stellen.

41


Uw identiteit verifiëren

Uw beveiligingsvraag wijzigen Als u uw wachtwoord vergeet en dit moet resetten, wordt soms van u geëist om uw identiteit te verifiëren door een beveiligingsvraag te beantwoorden, die u voorheen hebt uitgekozen. U kunt de beveiligingsvraag en het antwoord op de pagina Mijn wachtwoord wijzigen in uw persoonlijke instellingen. Uw instellingen voor taal en omgeving bewerken Uw e-mailinstellingen bewerken Bewerk instellingen van uitgaande e-mail om de naam op te geven, die wordt weergegeven, alsmede een optionele handtekening. U kunt ook een retouradres opgeven en ervoor kiezen om automatisch BCC e-mailberichten aan uzelf op het retouradres te zenden. Recordtypevoorkeuren instellen Stel een optie in waarmee uw standaard recordtype automatisch wordt ingevoegd wanneer u nieuwe records maakt. Met deze instelling kunt u de pagina overslaan die u vraagt een recordtype te selecteren. Als er verschillende recordtypen voor u beschikbaar zijn, wordt u mogelijk liever gevraagd een recordtype te selecteren wanneer u een nieuwe record maakt. Uw contactgegevens bijwerken Werk te allen tijde uw contactgegevens bij op uw profiel pagina. Uw contactgegevens zijn zichtbaar voor iedereen in uw bedrijf. Tabbladen voor veelgebruikte items toevoegen De gebruikersinterface van Salesforce Classic bestaat uit tabbladen die als startpunten dienen voor het bekijken, toevoegen en het bewerken van gegevens van een object. Verschillende apps kunnen verschillende sets tabbladen hebben. Voeg tabbladen toe voor items die u vaak gebruikt in een app. Uw weergave aanpassen U kunt uw Salesforce-weergave nu aanpassen door middel van uw persoonlijke instellingen. Beschikbare Salesforce-tabbladen Toegankelijkheidsnormen Lees meer over de normen die Salesforce volgt bij het ontwerpen van toepassingen met toegankelijkheid in gedachten. Veelgestelde vragen weergeven Salesforce-pagina's Salesforce-apps bestaan uit tabbladen en pagina's. Standaardobjecten zoals accounts, contactpersonen en leads, en andere voorzieningen zoals Chatter, hebben gewoonlijk tabbladen en vanaf een tabblad navigeert u door pagina's om te werken met de voorzieningen die u gebruikt. Als u bijvoorbeeld een accountrecord wilt maken, klikt u op het tabblad Accounts waarna u terecht komt op de hoofdpagina Accounts. Het tabblad Hoofdpagina Vanaf het tabblad Hoofdpagina kunt u een Chatter-post maken, momentopnamen van dashboards weergeven, uw taken en agenda weergeven en zoeken in de feed (

).

Problemen met inloggen opsporen U kunt niet inloggen? Gebruikersnaam of wachtwoord vergeten, of u bent uitgesloten door te veel inlogpogingen? Probeer voor het oplossen van inlogproblemen deze oplossingen.

Uw identiteit verifiëren Verifieer op eenvoudige wijze uw identiteit bij inloggen van buiten een vertrouwd IP-bereik. Het verifiëren van uw identiteit helpt ongeoorloofde toegang tot uw Salesforce-account voorkomen.

EDITIONS

Wanneer u inlogt bij Salesforce vanuit een browser of toepassing die we niet herkennen, en wanneer uw IP-adres buiten een vertrouwd IP-bereik ligt, krijgt u de aanwijzing om uw identiteit te verifiëren.

Beschikbaar in: Zowel Salesforce Classic als Lightning Experience

42



Salesforce vraagt u om uw identiteit te verifiëren met behulp van een van de volgende verificatiemethoden. Mobiele app Salesforce Authenticator Als u de mobiele app Salesforce Authenticator (versie 2 of later) met uw account hebt verbonden, gebruikt u de app om uw Salesforce-accountactiviteit te verifiëren. Salesforce verzendt een pushkennisgeving naar uw mobiele apparaat. Wanneer u de kennisgeving ontvangt, opent u de app, controleert u de activiteitsdetails en tikt u op Goedkeuren op uw mobiele apparaat. App met generator voor eenmalig wachtwoord Als u een authenticator-app (als Salesforce Authenticator of Google Authenticator) met uw account hebt verbonden, gebruikt u de mobiele app om een verificatiecode te genereren. Dit type code noemt men soms ook wel een "time-based one-time password" (TOTP). De waarde van de code wordt periodiek gewijzigd. Sms-bericht (sms'je) Als u geverifieerd mobiel nummer aan uw account hebt gekoppeld, ontvangt u een verificatiecode in een naar uw telefoon verzonden tekstbericht. Als u geen geverifieerd mobiel nummer hebt, wordt u gevraagd om er een te registreren wanneer u inlogt bij Salesforce. Het registreren van uw mobiele-telefoonnummer verifieert dit en schakelt deze methode in wanneer u in de toekomst wordt gecontroleerd. Neem contact op met uw Salesforce-beheerder, als uw mobiele nummer wordt gewijzigd. E-mail Salesforce verzendt een verificatiecode in een e-mailbericht naar het adres dat aan uw account is gekoppeld. De code komt na 24 uur te vervallen. De identiteitsverificatiepagina heeft een optie "Mij niet meer vragen", die standaard is geselecteerd. Als u de optie geselecteerd laat en op Verifiëren klikt, vraagt Salesforce u niet meer om uw identiteit te verifiëren wanneer u vanuit dezelfde browser of toepassing inlogt. Uitzonderingen zijn wanneer u handmatig cookies van uw browser wist, uw browser instelt op het verwijderen van cookies of uw browser in een privé- of "incognito"-modus gebruikt. In dergelijke gevallen krijgt u telkens wanneer u inlogt bij Salesforce vanaf een IP-adres dat niet als vertrouwd voor uw organisatie gedefinieerd is, uw identiteit te verifiëren. Opmerking: Wanneer u inlogt vanaf een openbaar of gedeeld apparaat, heft u de selectie van Mij niet meer vragen op. Door de selectie van deze optie op te heffen wordt ervoor gezorgd dat volgende gebruikers hun identiteit moeten verifiëren wanneer ze vanaf dat apparaat inloggen. Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) verbinden met uw account voor identiteitsverificatie U kunt versie 2 of hoger van de mobiele app Salesforce Authenticator verbinden met uw account. Gebruik de app telkens wanneer Salesforce uw identiteit moet verifiëren. Als uw beheerder twee-factorenauthenticatie vereist voor meer beveiliging bij inloggen bij of toegang tot rapporten of dashboards, gebruikt u de app om uw accountactiviteit te verifiëren. Als u verplicht bent om twee-factorenauthenticatie te gebruiken voordat u de app hebt verbonden, krijgt u de aanwijzing om deze te verbinden de volgende maal dat u inlogt bij Salesforce. Als er nog geen sprake is van de vereiste voor twee-factorenauthenticatie, kunt u de app toch nog verbinden met uw account via uw persoonlijke instellingen. Een app of apparaat met generator voor eenmalig wachtwoord verbinden voor identiteitsverificatie U kunt een app met een generator voor een eenmalig wachtwoord, zoals Salesforce Authenticator of Google Authenticator, verbinden met uw account. Gebruik een door de app gegenereerde verificatiecode, soms ook "op tijd gebaseerd eenmalig wachtwoord" genoemd, wanneer Salesforce uw identiteit moet verifiëren. Als uw beheerder twee-factorenauthenticatie vereist voor meer beveiliging bij inloggen, bij toegang tot verbonden rapporten of toegang tot rapporten of dashboards, gebruikt u een code uit de app. Als u verplicht bent om twee-factorenauthenticatie te gebruiken voordat u de app hebt verbonden, krijgt u de aanwijzing om deze te verbinden de volgende maal dat u inlogt bij Salesforce. Als er nog geen sprake is van de vereiste voor twee-factorenauthenticatie, kunt u de app toch nog verbinden met uw account via uw persoonlijke instellingen. Uw identiteit verifiëren met een tijdelijke code Wanneer u geen toegang hebt tot het apparaat dat u doorgaans gebruikt voor twee-factorenauthenticatie, vraagt u uw Salesforce-beheerder om u een tijdelijke identiteitsverificatiecode te geven. De code is 1 tot 24 uur geldig. Uw beheerder stelt de vervaltijd in, maar u kunt de code zelf eerder laten vervallen als u deze niet meer nodig hebt.

43



Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) verbinden met uw account voor identiteitsverificatie U kunt versie 2 of hoger van de mobiele app Salesforce Authenticator verbinden met uw account. Gebruik de app telkens wanneer Salesforce uw identiteit moet verifiëren. Als uw beheerder twee-factorenauthenticatie vereist voor meer beveiliging bij inloggen bij of toegang tot rapporten of dashboards, gebruikt u de app om uw accountactiviteit te verifiëren. Als u verplicht bent om twee-factorenauthenticatie te gebruiken voordat u de app hebt verbonden, krijgt u de aanwijzing om deze te verbinden de volgende maal dat u inlogt bij Salesforce. Als er nog geen sprake is van de vereiste voor twee-factorenauthenticatie, kunt u de app toch nog verbinden met uw account via uw persoonlijke instellingen.

EDITIONS Beschikbaar in: Zowel Salesforce Classic als Lightning Experience Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited, Developer en Contact Manager Edition

De app Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) op uw mobiele apparaat is de tweede "factor" bij authenticatie. Het gebruik van de app voegt een extra niveau aan beveiliging toe aan uw account. Zodra u de app verbindt, ontvangt u een kennisgeving op uw mobiele apparaat telkens wanneer u iet doet dat identiteitsverificatie vereist. Wanneer u de kennisgeving ontvangt, opent u de app op uw mobiele apparaat, controleert u de activiteitsdetails en reageert u op uw mobiele apparaat om te verifiëren. Als u een kennisgeving ontvangt over activiteit die u niet herkent, kunt u de app gebruiken om de activiteit te blokkeren. U kunt de geblokkeerde activiteit signaleren bij uw Salesforce-beheerder. De app biedt ook een verificatiecode die u als alternatieve methode van identiteitsverificatie kunt gebruiken. 1. Download en installeer versie 2 of hoger van de app Salesforce Authenticator voor het type mobiele apparaat dat u gebruikt. Haal de app voor iPhone op bij de App Store. Haal de app voor Android-apparaten op bij Google Play. Als u voorheen versie 1 van Salesforce Authenticator op uw mobiele apparaat hebt geïnstalleerd, kunt u de app bijwerken naar versie 2 via de App Store of Google Play. De update behoudt alle verbonden accounts die u al in de app hebt. Het betreft "code-only"-accounts die wel verificatiecodes genereren, maar geen pushkennisgevingen verzenden of op locatie gebaseerde geautomatiseerde verificaties toestaan. "Code-only" accounts worden weergegeven in uw lijst Verbonden accounts zonder een > uiterst rechts van de accountnaamrij, terwijl er geen accountdetailpagina is. Als u een code-only-account hebt voor de gebruikersnaam die u hebt gebruikt voor uw huidige inlogpoging bij Salesforce, veegt u in de app naar links om die gebruikersnaam te verwijderen voordat u doorgaat. Bij de volgende stappen gaat u de account opnieuw voor die gebruikersnaam verbinden. De nieuwe verbonden account biedt volledige functionaliteit van Salesforce Authenticator, versie 2: pushkennisgevingen, op locatie gebaseerde geautomatiseerde verificaties en verificatiecodes. 2. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Geavanceerde gebruikersdetails op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Geavanceerde gebruikersdetails. Geen resultaten? Geef Persoonlijke gegevens op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Persoonlijke gegevens. 3. Zoek Appregistratie: Salesforce Authenticator en klik op Verbinden. 4. Om beveiligingsredenen krijgt u de aanwijzing om in te loggen bij uw account. 5. Open de app Salesforce Authenticator op uw mobiele apparaat. Als u de app voor de eerste maal opent, ziet u een rondleiding door de voorzieningen van de app. Volg de rondleiding of ga meteen aan de gang met het toevoegen van uw Salesforce-account aan de app. 6. Tik in de app op + om uw account toe te voegen. De app genereert een unieke frase van twee woorden. 7. Geef, terug in uw browser, de frase op in het veld Frase van twee woorden. 8. Klik op Verbinden.

44



Als u voorheen een authenticator-app hebt verbonden, die verificatiecodes voor uw account genereert, krijgt u soms een waarschuwing te zien. Het verbinden van versie 2 of hoger van de mobiele app Salesforce Authenticator maakt de codes uit uw oude app ongeldig. Wanneer u een verificatiecode nodig hebt, haalt u deze vanaf nu op met Salesforce Authenticator. 9. In de app Salesforce Authenticator op uw mobiele apparaat ziet u details over de account waarmee u verbindt. Tik voor het voltooien van de accountverbinding op Verbinden in de app. Om uw account veilig te houden sturen we u een kennisgeving per e-mail telkens wanneer een nieuwe identiteitsverificatiemethode wordt toegevoegd aan uw Salesforce-account. U ontvangt het e-mailbericht ongeacht of u de methode toevoegt of dat uw Salesforce-beheerder deze namens u toevoegt. ZIE OOK: Uw identiteit verifiëren Uw Salesforce Experience personaliseren

Een app of apparaat met generator voor eenmalig wachtwoord verbinden voor identiteitsverificatie U kunt een app met een generator voor een eenmalig wachtwoord, zoals Salesforce Authenticator of Google Authenticator, verbinden met uw account. Gebruik een door de app gegenereerde verificatiecode, soms ook "op tijd gebaseerd eenmalig wachtwoord" genoemd, wanneer Salesforce uw identiteit moet verifiëren. Als uw beheerder twee-factorenauthenticatie vereist voor meer beveiliging bij inloggen, bij toegang tot verbonden rapporten of toegang tot rapporten of dashboards, gebruikt u een code uit de app. Als u verplicht bent om twee-factorenauthenticatie te gebruiken voordat u de app hebt verbonden, krijgt u de aanwijzing om deze te verbinden de volgende maal dat u inlogt bij Salesforce. Als er nog geen sprake is van de vereiste voor twee-factorenauthenticatie, kunt u de app toch nog verbinden met uw account via uw persoonlijke instellingen.

EDITIONS Beschikbaar in: Zowel Salesforce Classic als Lightning Experience Beschikbaar in: Alle editions

1. Download de ondersteunde authenticator-app voor uw apparaattype. U kunt elke willekeurige authenticator-app gebruiken, die het "time-based one-time password"-algoritme (TOTP) ondersteunt ( IETF RFC 6238), zoals Salesforce Authenticator for iOS, Salesforce Authenticator for Android of Google Authenticator. 2. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Geavanceerde gebruikersdetails op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Geavanceerde gebruikersdetails. Geen resultaten? Geef Persoonlijke gegevens op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Persoonlijke gegevens. 3. Zoek Appregistratie: One-Time Password Generator (Generator voor eenmalig wachtwoord) en klik op Verbinden. 4. Om beveiligingsredenen krijgt u de aanwijzing om in te loggen bij uw account. 5. Scan de QR-code met de authenticatie-app op uw mobiele apparaat. U kunt ook in uw browser op Ik kan de QR-code niet scannen klikken. De browser toont een beveiligingssleutel. In de authenticator-app geeft u uw gebruikersnaam en de getoonde beveiligingssleutel op. 6. In Salesforce gaat u naar het veld verificatiecode en geeft daar de verificatiecode op die de app heeft gegenereerd. De authenticator-app genereert periodiek een nieuwe verificatiecode. Geef de huidige code op. 7. Klik op Verbinden.

45



Om uw account veilig te houden sturen we u een kennisgeving per e-mail telkens wanneer een nieuwe identiteitsverificatiemethode wordt toegevoegd aan uw Salesforce-account. U ontvangt het e-mailbericht ongeacht of u de methode toevoegt of dat uw Salesforce-beheerder deze namens u toevoegt. ZIE OOK: Uw identiteit verifiëren Uw Salesforce Experience personaliseren

Uw identiteit verifiëren met een tijdelijke code Wanneer u geen toegang hebt tot het apparaat dat u doorgaans gebruikt voor twee-factorenauthenticatie, vraagt u uw Salesforce-beheerder om u een tijdelijke identiteitsverificatiecode te geven. De code is 1 tot 24 uur geldig. Uw beheerder stelt de vervaltijd in, maar u kunt de code zelf eerder laten vervallen als u deze niet meer nodig hebt. Als uw Salesforce-beheerder andere gebruikers machtiging heeft gegeven om u te helpen met twee-factorenauthenticatie, kunen zij u een tijdelijke code geven. Helpdesk- of ondersteuningpersoneel van Uw bedrijf heeft soms die machtiging. 1. Vraag uw Salesforce-beheerder (of iemand die door uw beheerder is aangewezen) om een tijdelijke identiteitsverificatiecode. Uw beheerder stelt de duur in dat de code geldig is. U kunt de code meerdere malen gebruiken totdat deze komt te vervallen. U ontvangt een kennisgeving per e-mail wanneer uw beheerder een tijdelijke code voor u genereert.

EDITIONS Beschikbaar in: Zowel Salesforce Classic als Lightning Experience Beschikbaar in: Contact Manager, Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

2. Geef de tijdelijke code op waaneer u daarom wordt gevraagd in het identiteitsverificatiescherm. 3. Als u de code niet meer nodig hebt terwijl deze nog geldig is, laat u de code vervallen. a. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Geavanceerde gebruikersdetails op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Geavanceerde gebruikersdetails. Geen resultaten? Geef Persoonlijke gegevens op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Persoonlijke gegevens. b. Zoek naar Tijdelijke verificatiecode en klik op Nu verlopen.

ZIE OOK: Uw identiteit verifiëren Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) verbinden met uw account voor identiteitsverificatie Een app of apparaat met generator voor eenmalig wachtwoord verbinden voor identiteitsverificatie

46


Uw persoonlijke gegevens bewerken

Uw persoonlijke gegevens bewerken 1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Geavanceerde gebruikersdetails op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Geavanceerde gebruikersdetails. Geen resultaten? Geef Persoonlijke gegevens op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Persoonlijke gegevens. 2. Klik voor het aanbrengen van wijzigingen op Bewerken. Als u uw e-mailadres wijzigt, wordt er een bericht ter bevestiging naar het nieuwe adres verzonden. Klik op de koppeling in dat bericht om het nieuwe e-mailadres van kracht te laten worden. Dit proces garandeert systeembeveiliging.

EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic en Lightning Experience Welke persoonlijke set-upopties beschikbaar zijn is afhankelijk van welke Salesforce-versie u hebt.

3. Sla uw wijzigingen op. ZIE OOK: Uw wachtwoord wijzigen Uw Chatter-profiel instellen Uw Salesforce Experience personaliseren

Uw wachtwoord wijzigen Nadat u hebt ingelogd, kunt u uw wachtwoord wijzigen voor een betere beveiliging. Als u uw wachtwoord kwijtraakt, klikt u op de koppeling Uw wachtwoord vergeten op de inlogpagina om uw wachtwoord via e-mail opnieuw in te stellen. Wijzig uw wachtwoord periodiek ter bescherming van de privacy van uw gegevens. Als uw Salesforce-beheerder gebruikerswachtwoorden periodiek laat vervallen, krijgt u de aanwijzing om aan het einde van elke periode uw wachtwoord te wijzigen.


Opmerking: Als u de machtiging "Gebruikt Single Sign-On" hebt, kan alleen de beheerder uw wachtwoord wijzigen. Neem voor assistentie contact op met uw Salesforce-beheerder. 1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Wachtwoord op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Mijn wachtwoord wijzigen. 2. Geef de gevraagde wachtwoordgegevens op. 3. Klik op Opslaan. ZIE OOK: Uw vergeten wachtwoord opnieuw instellen Uw beveiligingstoken opnieuw instellen Uw identiteit verifiëren Uw Salesforce Experience personaliseren

47


Uw beveiligingsvraag wijzigen

Uw beveiligingsvraag wijzigen Als u uw wachtwoord vergeet en dit moet resetten, wordt soms van u geëist om uw identiteit te verifiëren door een beveiligingsvraag te beantwoorden, die u voorheen hebt uitgekozen. U kunt de beveiligingsvraag en het antwoord op de pagina Mijn wachtwoord wijzigen in uw persoonlijke instellingen. Opmerking: Als u de optie Mijn wachtwoord wijzigen niet ziet, neemt u contact op met uw Salesforce-beheerder voor hulp.

EDITIONS Beschikbaar in: Zowel Salesforce Classic als Lightning Experience Beschikbaar in: Alle editions

1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Wachtwoord op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Mijn wachtwoord wijzigen. 2. Geef uw huidige wachtwoord op. 3. Selecteer een vraag in de vervolgkeuzelijst Beveiligingsvraag. 4. Geef uw antwoord op de vraag in het veld Antwoord. 5. Klik op Opslaan. ZIE OOK: Uw Salesforce Experience personaliseren

Uw instellingen voor taal en omgeving bewerken 1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Tijdzone op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Taal en tijdzone. Geen resultaten? Geef Persoonlijke gegevens op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Persoonlijke gegevens. 2. Geef waar nodig de volgende instellingen op. • Selecteer voor Tijdzone uw primaire tijdzone. • Selecteer voor Omgeving uw land of geografische regio.


• Selecteer voor Taal uw primaire taal. Alle tekst en online Help wordt weergegeven in de door u geselecteerde taal. • Selecteer voor E-mailcodering de tekenset en coderingsoptie voor e-mail die u verzendt vanuit Salesforce. 3. Klik op Opslaan. ZIE OOK: Uw Salesforce Experience personaliseren

Uw e-mailinstellingen bewerken Bewerk instellingen van uitgaande e-mail om de naam op te geven, die wordt weergegeven, alsmede een optionele handtekening. U kunt ook een retouradres opgeven en ervoor kiezen om automatisch BCC e-mailberichten aan uzelf op het retouradres te zenden. 1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Mijn e-mailinstellingen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Mijn e-mailinstellingen. 2. Breng uw wijzigingen aan.

48

EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce ClassicLightning Experience Beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com


Recordtypevoorkeuren instellen

Opmerking: In Personal en Developer Edition wordt een Salesforce-specifieke coderegel onder uw persoonlijke handtekening toegevoegd in alle uitgaande e-mailberichten. ZIE OOK: Uw Salesforce Experience personaliseren

Recordtypevoorkeuren instellen Stel een optie in waarmee uw standaard recordtype automatisch wordt ingevoegd wanneer u nieuwe records maakt. Met deze instelling kunt u de pagina overslaan die u vraagt een recordtype te selecteren. Als er verschillende recordtypen voor u beschikbaar zijn, wordt u mogelijk liever gevraagd een recordtype te selecteren wanneer u een nieuwe record maakt. 1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Recordtype op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Standaard recordtypen instellen of Recordtypeselectie—afhankelijk van wat wordt weergegeven. 2. Schakel een vakje in zodat het standaard recordtype automatisch wordt geselecteerd wanneer records van dat type worden gemaakt.

EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

Alle niet-ingeschakelde vakjes geven aan dat u liever wordt gevraagd een recordtype te selecteren. 3. Klik op Opslaan. Opmerking: Mogelijk is de optie Recordtypeselectie niet beschikbaar, omdat uw organisatie geen recordtypen gebruikt of omdat er geen meerdere recordtypen beschikbaar zijn voor een bepaald tabblad. Afzonderlijke selectievakjes worden alleen aangeboden als u meer dan één recordtype beschikbaar hebt voor een tabblad. Als uw organisatie gebruikmaakt van persoonsaccounts, stelt u door het inschakelen van het vakje Account op deze pagina één standaard recordtypeselectie in voor alle soorten accounts. Het is niet mogelijk afzonderlijke standaard recordtypeselecties in te stellen voor bedrijfsaccounts en persoonsaccounts. Laat dit vakje leeg als u met beide typen accounts werkt.

ZIE OOK: Uw Salesforce Experience personaliseren

Uw contactgegevens bijwerken Werk te allen tijde uw contactgegevens bij op uw profiel pagina. Uw contactgegevens zijn zichtbaar voor iedereen in uw bedrijf. Beschikbaar in: Salesforce Classic en Lightning Experience Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited, Contact Manager en Developer Edition

Klik voor het bijwerken van uw contactgegevens op uw naam of uw profielfoto. U kunt alle velden in uw profiel bijwerken, behalve het veld Manager. Alleen uw Salesforce-beheerder kan het veld Manager bijwerken. In Community's kunt u ook de zichtbaarheid van uw contactgegevens binnen community's bepalen, en wel per veld. U kunt ervoor kiezen om velden zichtbaar te maken voor alleen medewerkers, leden van de community van buiten uw bedrijf of gastgebruikers die niet hoeven in te loggen. Bepaalde velden zijn altijd zichtbaar voor iedereen met toegang tot de community.

49


Uw contactgegevens bijwerken

Uw profiel- of groepsfoto wijzigen Upload een foto naar uw profiel zodat mensen kunnen zien wie u bent, of upload een foto voor groepen waarvan u eigenaar bent of die u beheert. Mensen volgen Volg mensen om updates te bekijken in uw feed, inclusief posts, opmerkingen en "Positief"-aanduidingen. Records volgen Volg records zodat u updates in uw feed kunt zien, inclusief veldwijzigingen, posts, taken en opmerkingen over records. Lid worden van groepen of deze verlaten Word lid van groepen om met andere samen te werken op projecten of gemeenschappelijke gebieden. Deel aan projecten gerelateerde bestanden en informatie met de groep. Zoeken in al uw feeds Op zoek naar mensen, groepen of bestanden? Gebruik zoeken om snel informatie in al uw feeds te vinden. ZIE OOK: Uw profiel- of groepsfoto wijzigen

Uw profiel- of groepsfoto wijzigen Upload een foto naar uw profiel zodat mensen kunnen zien wie u bent, of upload een foto voor groepen waarvan u eigenaar bent of die u beheert. Beschikbaar in: Salesforce Classic en Lightning Experience Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited, Contact Manager en Developer Edition

1. Ga naar uw profiel of de pagina van de groep. 2. Beweeg de muisaanwijzer over de foto en klik op Foto toevoegen of Bijwerken. 3. Blader naar de foto die u wilt uploaden, en open het bestand. U kunt foto's uploaden in .jpg-, .gif- of .png-indeling van maximaal 8 MB. 4. Maak een miniatuurafbeelding door de stippellijnen over de foto te slepen. Als de foto voor uw profiel is bedoeld en u lid bent van een community's, kunt u Weergeven in community's met openbaar toegankelijke pagina's selecteren . Deze optie maakt de foto zichtbaar voor gastgebruikers die openbaar toegankelijke sites of pagina's weergeven, waarvoor geen inloggen is vereist. 5. Sla uw wijzigingen op.

Mensen volgen Volg mensen om updates te bekijken in uw feed, inclusief posts, opmerkingen en "Positief"-aanduidingen. Beschikbaar in: Salesforce Classic en Lightning Experience Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited, Contact Manager en Developer Edition

50



Klik voor het volgen van iemand op Volgen op iemands profielpagina. Wanneer u mensen volgt, kunt u hun posts, opmerkingen en "Positief"-aanduidingen in uw feed zien. U kunt maximaal een combinatie van 500 mensen, onderwerpen en records volgen. Om te zien hoeveel items u op dat moment volgt, geeft u de lijst Momenteel volgen op uw profiel weer. Als u wilt stoppen met het volgen van iemand, klikt u op van die persoon in uw Chatter-feed meer.

. Wanneer u stopt met iemand volgen, ziet u geen toekomstige updates

ZIE OOK: Records volgen

Records volgen Volg records zodat u updates in uw feed kunt zien, inclusief veldwijzigingen, posts, taken en opmerkingen over records.

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een record weergeven: • "Lezen" voor de record

Beschikbaar in: Salesforce Classic en Lightning Experience Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited, Contact Manager en Developer Edition

De veldwijzigingen die u in uw feed ziet, worden bepaalde door de velden die uw beheerder voor het bijhouden van feeds heeft geconfigureerd. Updates van versleutelde aangepaste velden worden in feeds niet weergegeven. Klik voor het volgen van een record op Volgen op de recordpagina. Wanneer u een record volgt, ziet u updates voor de record in uw feed. U kunt maximaal een combinatie van 500 mensen, onderwerpen en records volgen. Om te zien hoeveel items u op dat moment volgt, geeft u de lijst Momenteel volgen op uw profiel weer. Als u de records die u maakt, automatisch wilt volgen, schakelt u deze voorziening in vanuit uw persoonlijke instellingen. Geef Mijn feeds op in het vak Snel zoeken, selecteer Mijn feeds en selecteer vervolgens Records die ik maak, automatisch volgen. U volgt events, taken of dashboards niet automatisch nadat u deze hebt gemaakt. Om te stoppen met het volgen van een record klikt u op op de recordpagina. Nadat u bent gestopt met het volgen van een record, ziet u geen toekomstige updates voor de record maar in uw feed. ZIE OOK: Mensen volgen Uw Salesforce Experience personaliseren

51



Lid worden van groepen of deze verlaten Word lid van groepen om met andere samen te werken op projecten of gemeenschappelijke gebieden. Deel aan projecten gerelateerde bestanden en informatie met de groep.

EDITIONS

1. Ga naar de detailpagina van de groep.


2. Als u lid wilt worden van een openbare groep, klikt u op Lid worden of Lid worden van groep. Als u lid wilt worden van een privégroep, klikt u op Vragen om lid te worden. Uw verzoek wordt verzonden naar de eigenaar en managers van de privégroep, die uw verzoek accepteren of afwijzen. U kunt lid worden van maximaal 300 groepen. Alle groepen tellen mee voor deze limiet, behalve gearchiveerde groepen. Als u bijvoorbeeld lid bent van 300 groepen, waarvan er 10 zijn gearchiveerd, kunt u nog lid worden van 10 andere groepen.


Voor het verlaten van een groep waarvan u lid bent geworden, of het intrekken van uw verzoek om lid te worden van een privégroep gaat u naar de groepsdetailpagina en klikt u op of op Afmelden bij groep. Als u deze opties niet ziet, vraagt u uw Salesforce-beheerder om de paginalay-out aan te passen.

Zoeken in al uw feeds Op zoek naar mensen, groepen of bestanden? Gebruik zoeken om snel informatie in al uw feeds te vinden.

EDITIONS Beschikbaar in Salesforce Classic en Lightning Experience

Zoeken in uw feeds in Lightning Experience Zoek naar mensen, groepen en bestanden in al uw feeds. Zoeken naar uw feeds in Salesforce Classic Zoek naar feeds, mensen, groepen, onderwerpen en bestanden in heel Chatter.


Zoeken in uw feeds in Lightning Experience Zoek naar mensen, groepen en bestanden in al uw feeds.

EDITIONS

1. Geef uw zoekterm op in het zoekvak in de koptekst. 2. Klik op de zoekresultatenpagina op FEEDS om posts te zien uit de feed Hele bedrijf met daarin overeenkomsten voor uw zoekterm.

Beschikbaar in Lightning Experience Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited, Contact Manager en Developer Edition

52


Tabbladen voor veelgebruikte items toevoegen

Zoeken naar uw feeds in Salesforce Classic Zoek naar feeds, mensen, groepen, onderwerpen en bestanden in heel Chatter.

EDITIONS

1. Geef uw zoekterm op in het zoekvak in de koptekst. Beschikbaar in Salesforce Classic

2. Klik op Zoeken. De pagina met zoekresultaten toont overeenkomsten voor heel Salesforce, inclusief Chatter. Vanuit de pagina met zoekresultaten kunt u uw zoekopdracht verder verfijnen. Voor bijvoorbeeld zoekresultaten voor alle Chatter-feeds klikt u op Zoeken in feeds. U kunt ook zoeken naar specifieke feeds. Als u bijvoorbeeld wilt vinden waar iemand in een groep is vermeld, typt u de naam van die persoon in het zoekvak boven de groepsfeed.


Voorbeeld:

Tabbladen voor veelgebruikte items toevoegen De gebruikersinterface van Salesforce Classic bestaat uit tabbladen die als startpunten dienen voor het bekijken, toevoegen en het bewerken van gegevens van een object. Verschillende apps kunnen verschillende sets tabbladen hebben. Voeg tabbladen toe voor items die u vaak gebruikt in een app. 1. Klik op het pictogram Plus ( ) dat rechts naast uw huidige tabbladen wordt weergegeven. De pagina Alle tabbladen verschijnt. Standaard toont deze alle tabbladen die u kunt bekijken of bewerken.


2. Als u alleen een lijst wenst van de tabbladen voor een specifieke app, selecteert u die app in de vervolgkeuzelijst Weergave. 3. Klik op Mijn tabbladen aanpassen. 4. In de vervolgkeuzelijst Aangepaste apps selecteert u de app waarin u het tabblad wilt laten weergeven. Als bijvoorbeeld het tabblad Ideeën wilt laten weergeven in uw app Marketing, selecteert u Marketing en het tabblad Ideeën wordt dan alleen in die app weergegeven. 5. Met de pijlen Toevoegen en Verwijderen kunt u tabbladen verplaatsen van de lijst Beschikbare tabbladen naar de lijst Geselecteerde tabbladen. Met de pijlen Omhoog en Omlaag kunt u de volgorde van de tabbladen wijzigen. 6. Klik op Opslaan. 7. Als u een tabblad hebt toegevoegd aan een app die u niet actief gebruikt, opent u die app om uw nieuwe tabblad te bekijken. ZIE OOK: Beschikbare Salesforce-tabbladen

53


Uw weergave aanpassen

Uw weergave aanpassen U kunt uw Salesforce-weergave nu aanpassen door middel van uw persoonlijke instellingen.

EDITIONS

• Aanpassen welke tabbladen worden weergegeven in uw app, en in welke volgorde Beschikbaar in: Salesforce Classic

• Aanpassen wat er op uw pagina's wordt weergegeven Uw tabbladen aanpassen Bepaal welke tabbladen worden weergegeven wanneer u inlogt, of, als u meerdere apps hebt, welke tabbladen in elke app worden weergegeven.


Uw pagina's aanpassen Geef de gerelateerde lijsten op, die op detailpagina's worden weergegeven.

Uw tabbladen aanpassen Bepaal welke tabbladen worden weergegeven wanneer u inlogt, of, als u meerdere apps hebt, welke tabbladen in elke app worden weergegeven.

EDITIONS

1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Aanpassen mijn op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Mijn tabbladen aanpassen. Geen resultaten? Geef Weergave op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Mijn weergave wijzigen.


2. Als u toegang hebt tot meerdere apps, selecteert u de app waarvan u de tabbladen wilt aanpassen, in de vervolgkeuzelijst Aangepaste apps. Standaard ziet u de tabbladen voor de geselecteerde aangepaste app, die zijn ingesteld voor uw profiel.


Opmerking: Het eerste tabblad dat wordt weergegeven wanneer u een app selecteert, wordt mogelijk gewijzigd als uw beheerder het standaard landingstabblad van de app heeft gewijzigd. 3. Indien gewenst, kunt u elk tabblad toevoegen, dat u wilt weergeven, terwijl u ook de weergavevolgorde van de door u geselecteerde tabbladen kunt wijzigen. 4. Sla uw wijzigingen op. ZIE OOK: Uw pagina's aanpassen Uw Salesforce Experience personaliseren

Uw pagina's aanpassen Geef de gerelateerde lijsten op, die op detailpagina's worden weergegeven. 1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Aanpassen mijn op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Mijn pagina's aanpassen. Geen resultaten? Geef Weergave op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Mijn weergave wijzigen. Selecteer op uw tabblad Hoofdpagina de momentopname van het dashboard dat moet worden weergegeven op het tabblad Hoofdpagina. De koppeling voor het aanpassen van uw hoofdpagina is alleen beschikbaar als uw beheerder de lay-out van uw hoofdpagina heeft aangepast, zodat een dashboard kan worden opgenomen.

54



Beschikbare Salesforce-tabbladen

Geef voor alle andere tabbladen op welke gerelateerde lijsten op uw detailpagina's moeten worden weergegeven. • Voor het toevoegen of verwijderen van gerelateerde lijsten selecteert u een gerelateerde lijst en klikt u op de pijl Toevoegen of Verwijderen. Opmerking: Deze instelling wordt mogelijk gewijzigd als uw beheerder de paginalay-out voor een bepaald tabblad wijzigt. • Als u de volgorde van de gerelateerde lijsten wilt wijzigen, selecteert u de titel van een gerelateerde lijst in het vak Geselecteerde lijst en klikt u op de pijl Omhoog of Omlaag. 2. Sla uw wijzigingen op. ZIE OOK: Uw tabbladen aanpassen Uw Salesforce Experience personaliseren

Beschikbare Salesforce-tabbladen Als u alle, in Salesforce beschikbare tabbladen wilt weergeven, klikt u op het pluspictogram (+) naast de hoofdtabbladen.

EDITIONS

Op deze pagina kunt u het volgende doen:


• Klik op een van de tabbladnamen om snel naar dat tabblad te springen. • Als u meerdere apps hebt, gebruikt u de vervolgkeuzelijst Weergeven om het logo van elke app en de meegeleverde tabbladen te bekijken.


• Klik op Mijn tabbladen aanpassen om te veranderen hoe tabbladen op uw scherm worden weergegeven. ZIE OOK: Tabbladen voor veelgebruikte items toevoegen

Toegankelijkheidsnormen Lees meer over de normen die Salesforce volgt bij het ontwerpen van toepassingen met toegankelijkheid in gedachten.

EDITIONS

Salesforce heeft zich verplicht tot het leveren van on-demand toepassingen voor ondernemingen, die toegankelijk zijn voor iedereen, inclusief diegenen die werken met hulpmiddelen, zoals software voor spraakherkenning en schermlezers. Om ons doel van een universeel ontwerp te bereiken volgt Salesforce zo veel mogelijk de internationaal erkende best practices in sectie 508 van de Amerikaanse Rehabilitation Act alsmede de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) 2.0 Level AA.

Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com

Onze Voluntary Product Accessibility Template (VPAT) -- een vrijwillige sjabloon voor producttoegankelijkheid -- is een tool die wordt gebruikt om de conformiteit van een product aan de toegankelijkheidsnormen volgens sectie 508 van de Rehabilitation Act te documenteren en omvat een beoordeling van de toegankelijkheid van onze producten.

Algemene vereisten voor toegankelijkheid Denk aan de volgende vereisten bij het gebruik van Salesforce.

55


Toegankelijkheidsnormen

• JavaScript-ondersteuning moet beschikbaar en ingeschakeld zijn. • Na een opgegeven periode van inactiviteit wordt er automatisch een pop-updialoogvenster voor sessietime-outs weergegeven met de aanwijzing uit te loggen of door te gaan met werken. Uw beheerder kan dit tijdsinterval instellen of in zijn geheel uitschakelen. Uw browser moet pop-ups in Salesforce toestaan, anders ontvangt u geen waarschuwing over de aanstaande time-out. • Proef- en bètavoorzieningen zijn mogelijk niet toegankelijk.

Aanbevolen browsers Voor algemene tests van toegankelijkheid gebruikt Salesforce de meest actuele versie van Mozilla® Firefox® en Microsoft® Internet Explorer® op Windows® en van Apple® Safari® op OS X®.

Contact opnemen met Salesforce over toegankelijkheidsproblemen Voor toegang tot documentatie en Knowledge base-artikelen of voor contact met klantenondersteuning klikt u op de koppeling Help en training boven aan een willekeurige pagina. Voor het melden van toegankelijkheidsproblemen of het aanvragen van een alternatieve versie van een document verzendt u een e-mailbericht naar [email protected]. Opmerking: Klantenondersteuning is niet beschikbaar voor gebruikers van Personal Edition en Developer Edition. Bovendien is toegang tot de knowledge base niet beschikbaar voor gebruikers van Developer Edition. Gebruikers kunnen IN HET ENGELS contact met [email protected] opnemen met vragen over toegankelijkheid. Toegankelijkheidsmodus Ervaar hoe de toegankelijkheidmodus uw gebruik van Salesforce verandert. Toegankelijkheidsmodus inschakelen Optimaliseer uw ervaring met behulp van Salesforce met hulpmiddelen, zoals software voor spraakherkenning en schermlezers, door de toegankelijkheidmodus in te schakelen. Aanbevelingen voor Salesforce-toegankelijkheid Lees meer over Salesforce-toegankelijkheidsvoorzieningen die zijn ontwikkeld voor gebruikers die werken met hulpvoorzieningen, zoals software voor spraakherkenning en schermlezers.

Toegankelijkheidsmodus Ervaar hoe de toegankelijkheidmodus uw gebruik van Salesforce verandert. Salesforce omvat een alternatieve gebruikersinterfacemodus waardoor gebruikers met hulpmiddelen, zoals software voor spraakherkenning en schermlezers, doelmatiger met Salesforce kunnen werken. De meeste nieuwe voorzieningen zijn ontwikkeld met toegankelijkheid in gedachten en zijn inherent toegankelijk in de standaardmodus. Maar wellicht vindt u dat de toegankelijkheidmodus beter aansluit op uw behoeften, vooral bij het gebruik van spraakherkennings- of schermlezersoftware voor het make van rapporten en dashboards of een interactie met lijstweergaven.


De toegankelijkheidmodus omvat de volledige functionaliteit van Salesforce met de hier aangegeven aanpassingen om gebruikers met hulpmiddelen een betere ervaring te geven.

Voorzieningen van de toegankelijkheidmodus die de bruikbaarheid vergroten • Open set-uppagina's vanuit een koppeling Set-up boven aan de pagina.

56



• Vervolgkeuzemenu's omvatten een knop Ga die u selecteert om naar de in de vervolgkeuzelijst gekozen optie te gaan. • Menuknoppen worden weergegeven als een vervolgkeuzelijst met een knop Ga. • Overlaypagina's worden weergegeven als afzonderlijke pop-upvensters. • De HTML-editor is vervangen door een tekstvak. Dit tekstvak accepteert alleen HTML en herkent geen platte-tekstinvoer zoals vaste regeleinden. Voor het scheiden van inhoud gebruikt u de HTML-tags voor alinea's of regeleinden. • Bij het weergeven van een dashboard wordt het filter met automatisch aanvullen van Dashboard weergeven vervangen door een standaard vervolgkeuzemenu. • De koppeling Kolommen bewerken op de pagina Leden beheren, die toegankelijk is via de vervolgkeuzelijst Leden beheren op een campagnedetailpagina, wordt een vervolgkeuzeknop. De overlay Kolommen bewerken wordt vervangen door een standaard set-uppagina. • Als u klikt op een aangevraagde vergadering in de gerelateerde lijst Open activiteiten en in bepaalde lijstweergaven, wordt de detailpagina voor vergaderingen niet weergegeven. In plaats daarvan wordt er een dialoogvenster geopend met de aanwijzing om contact op te nemen met de organisator van de vergadering voor details over de aangevraagde vergadering. • De vervolgkeuzelijst Mijn e-mail inschakelen voor een Chatter-groep wordt weergegeven als een koppeling Chatter-e-mailinstellingen, waarmee uw instellingen worden geopend voor het ontvangen van Chatter-e-mailberichten.

Uitgeschakelde agendavoorzieningen • Eventdetailoverlays in de agendaweergave • Bewerken via slepen en neerzetten • Plannen via slepen en neerzetten • Klikken-en-maken events • De knop Nieuw vergaderverzoek in de gerelateerde lijst Open activiteiten Opmerking: Daarom kunt u niet verzoeken om een vergadering in de toegankelijkheidsmodus en geeft het subtabblad Aangevraagde vergaderingen in de sectie Agenda van het tabblad Hoofdpagina geen vergaderingen weer.

Uitgeschakelde rapporten dashboardvoorzieningen • Bewerken via slepen en neerzetten in de dashboardsamensteller • Rapporten maken en bewerken in de rapportsamensteller Opmerking: De rapportsamensteller is verplicht om samengevoegde rapporten en rapporten met daarin kruisfilters of buckets te maken of bewerken. Gebruikers met de Toegankelijkheidsmodus ingeschakeld kunnen deze rapporten wel uitvoeren, maar niet maken of bewerken. Voor het maken van rapporten in de toegankelijkheidmodus moet u de rapportwizard gebruiken. • Slepen en neerzetten om rapporten en dashboards te verplaatsen tussen mappen

Uitgeschakelde lijstweergavevoorzieningen • Zweefkoppelingen van gerelateerde lijsten • Deze voorzieningen voor uitgebreide lijsten: – Inline bewerkingen – Kolommen opnieuw rangschikken en de breedte ervan aanpassen – De huidige lijstweergave bewerken, verwijderen of vernieuwen – Het aantal records wijzigen, dat per pagina wordt weergegeven

57



– Direct naar een specifieke pagina met resultaten gaan

Overige uitgeschakelde voorzieningen • De knop Spelling controleren voor oplossingen • De nieuwste pagina Leden beheren • Het vervolgkeuzemenu Recente tags wanneer u de tagcomponent toevoegt aan de zijbalk • Bij het zoeken naar soortgelijke opportunities, de zijbalk Filtercriteria op de zoekresultatenpagina • De lijst van soortgelijke vragen bij het typen van een vraag in een antwoordencommunity Tip: Gebruikers voor wie de toegankelijkheidsmodus is ingeschakeld, dienen het zoekvak op het tabblad Antwoorden te gebruiken om te zien of hun vraag al is gesteld, voordat ze hun vraag posten.

Toegankelijkheidsmodus inschakelen Optimaliseer uw ervaring met behulp van Salesforce met hulpmiddelen, zoals software voor spraakherkenning en schermlezers, door de toegankelijkheidmodus in te schakelen.

EDITIONS

1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Toegankelijkheid op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Toegankelijkheid. Geen overeenkomende resultaten? Geef Persoonlijke gegevens op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Persoonlijke gegevens.


2. Selecteer Toegankelijkheidmodus. 3. Klik op Opslaan. ZIE OOK: Aanbevelingen voor Salesforce-toegankelijkheid Uw Salesforce Experience personaliseren

Aanbevelingen voor Salesforce-toegankelijkheid Lees meer over Salesforce-toegankelijkheidsvoorzieningen die zijn ontwikkeld voor gebruikers die werken met hulpvoorzieningen, zoals software voor spraakherkenning en schermlezers.

EDITIONS

Hier zijn enkele aanbevelingen die kunnen helpen bij het gebruik van Salesforce.


• Toetsenbordgebruikers met gezichtsvermogen


• Gebruikers van schermlezers • Dove gebruikers of gebruikers met gehoorbeschadigingen • Gebruikers van specifieke kleuren • Gebruikers met weinig gezichtsvermogen die vergroting behoeven ZIE OOK: Toegankelijkheidsmodus inschakelen

58



Toetsenbordgebruikers met gezichtsvermogen De volgende Salesforce-voorzieningen zorgen voor een goede toegankelijkheid. • De toegankelijkheidsmodus laat u doelmatiger werken met Salesforce, met name rapporten, dashboards en lijstweergaven. Zie Toegankelijkheidmodus op pagina 56 voor meer informatie. • Geselecteerde gebieden op het scherm omvatten markeringen om u een visuele indicatie op het scherm te geven van de focus. • Deze elementen worden aangeduid in uw pagina-opmaak voor een betere interactie ermee. – Koppen hebben de opmaak van koppen in plaats van veldset- en legenda-elementen voor het groeperen van formulierelementen. – De hoofdkop van de pagina (doorgaans aan het begin van het gebied met de hoofdinhoud) is een kop op niveau 1. Door middel van een sneltoetscombinatie kunt u naar deze kop gaan. – Gegevenstabellen hebben de opmaak voor gegevenstabellen (behalve bij uitgebreide lijstweergaven in alleen de standaardmodus) om sneller koppen voor elke cel te kunnen herkennen. – Lijsten in het gebied van de hoofdinhoud hebben de opmaak (mark-up) voor lijsten. • Met een koppeling voor overslaan (de eerste, via het toetsenbord bereikbare koppeling op elke pagina) kunt u snel de focus verplaatsen naar het begin van het gedeelte met de hoofdinhoud. Hiermee worden doorgaans de navigatiemenu's vóór het gedeelte met de hoofdinhoud overgeslagen, hetgeen het aantal malen dat op de TAB-toets moet worden gedrukt om anders het gedeelte met de hoofdinhoud te bereiken, sterk vermindert. • De toetsenbordfocus wordt binnen de dialoogvensters geplaatst wanneer deze worden geopend, en blijft vergrendeld totdat het dialoogvenster wordt gesloten. • Op bewerkingspagina's gaat de toetsenbordfocus standaard naar het eerste bewerkbare veld op de pagina. Bij het maken of bewerken van een taak of event gaat de toetsenbordfocus standaard naar het veld Onderwerp, ongeacht de plaats ervan op de pagina. • Knoppen, koppelingen en velden die op het moment niet actief zijn, hebben het kenmerk "disabled" (uitgeschakeld). Wanneer u bijvoorbeeld een wizard met meerdere stappen gebruikt, kunnen sommige knoppen uitgeschakeld zijn totdat u een specifieke optie selecteert.

Gebruikers van schermlezers On-demand toepassingen van Salesforce zijn dusdanig ontworpen dat ze de nieuwste voorzieningen van de meest gangbare software voor schermlezers benutten. Hoewel u mogelijk vindt dat vele combinaties van browser en schermlezer goed functioneren, wordt toch aangeraden om de meest actuele versies van Mozilla® Firefox® en JAWS® of NVDA bij Salesforce te gebruiken. De volgende Salesforce-voorzieningen zorgen voor een goede toegankelijkheid: • De toegankelijkheidsmodus laat u doelmatiger werken met Salesforce, met name rapporten, dashboards en lijstweergaven. Zie Toegankelijkheidmodus op pagina 56 voor meer informatie. • Belangrijke afbeeldingen hebben tekstalternatieven die gelijkwaardig zijn aan het doel van de afbeelding; niet-belangrijke afbeeldingen hebben lege tekstalternatieven of worden via CSS geïmplementeerd. Afbeeldingen die gedetailleerde informatie tonen, zijn tevens koppelingen naar brongegevens. Zo bevatten dashboards diagrammen en grafieken die van nature visueel zijn. Als u toegang wilt tot de rapportgegevens die zijn gebruikt om het diagram of de grafiek te maken, selecteert u de dashboardcomponent. Opmerking: Het onderliggende rapport kan meer gegevens bevatten dan worden weergegeven in de dashboardcomponent. Bovendien kan het onderliggende rapport gegevens bevatten die u niet kunt weergeven vanwege instellingen voor delen. • Deze elementen worden aangeduid in uw pagina-opmaak voor een betere interactie ermee. – Koppen hebben de opmaak van koppen in plaats van veldset- en legenda-elementen voor het groeperen van formulierelementen. – De hoofdkop van de pagina (doorgaans aan het begin van het gebied met de hoofdinhoud) is een kop op niveau 1. Door middel van een sneltoetscombinatie kunt u naar deze kop gaan.

59



– Gegevenstabellen hebben de opmaak voor gegevenstabellen (behalve bij uitgebreide lijstweergaven in alleen de standaardmodus) om sneller koppen voor elke cel te kunnen herkennen. – Lijsten in het gebied van de hoofdinhoud hebben de opmaak (mark-up) voor lijsten. • Met een koppeling voor overslaan (de eerste, via het toetsenbord bereikbare koppeling op elke pagina) kunt u snel de focus verplaatsen naar het begin van het gedeelte met de hoofdinhoud. Hiermee worden doorgaans de navigatiemenu's vóór het gedeelte met de hoofdinhoud overgeslagen, hetgeen het aantal malen dat op de TAB-toets moet worden gedrukt om anders het gedeelte met de hoofdinhoud te bereiken, sterk vermindert. • De toetsenbordfocus wordt binnen de dialoogvensters geplaatst wanneer deze worden geopend, en blijft vergrendeld totdat het dialoogvenster wordt gesloten. • Op bewerkingspagina's gaat de toetsenbordfocus standaard naar het eerste bewerkbare veld op de pagina. Bij het maken of bewerken van een taak of event gaat de toetsenbordfocus standaard naar het veld Onderwerp, ongeacht de plaats ervan op de pagina. • Knoppen, koppelingen en velden die op het moment niet actief zijn, hebben het kenmerk "disabled" (uitgeschakeld). Wanneer u bijvoorbeeld een wizard met meerdere stappen gebruikt, kunnen sommige knoppen uitgeschakeld zijn totdat u een specifieke optie selecteert. Daarnaast wordt aangeraden om de volgende aan uw persoonlijke stijl aangepaste webinstellingen in uw schermlezer te gebruiken: • Stel pagina's in op automatisch vernieuwen. • Schakel live aankondigingen van updates voor uw regio in. • Stel tekstkoppelingen in op het tonen van titels. Deze instelling zorgt ervoor dat de schermlezer informatie aankondigt die beschikbaar is via het kenmerk "title" van een koppeling, bijvoorbeeld een waarschuwing dat er een venster wordt geopend. • Stel koppen in op het aankondigen van koppen en niveaus. Headingmark-up wordt gebruikt om zowel context als navigatie te bieden. • Voeg veelgebruikte symbolen, zoals het apenstaartje "@" voor het vermelden van mensen in Chatter-posts en -opmerkingen, toe aan de woordenlijst van uw schermlezer om de manier aan te passen, waarop deze standaard worden aangekondigd.

Dove gebruikers of gebruikers met gehoorbeschadigingen Salesforce biedt demo's op video die worden gehost op YouTube. Als y gesynchroniseerde ondertitels voor video's wilt weergeven, klikt u op Bekijken op YouTube.com in de rechterbenedenhoek van ingebedde video's.

Gebruikers van specifieke kleuren De browser en het besturingssysteem wijzigen de binnen de afbeeldingen weergegeven kleuren niet, terwijl Salesforce veel afbeeldingen als achtergrondafbeeldingen implementeert (die niet worden weergegeven wanneer instellingen van de browser en het besturingssysteem voor de weergave van kleuren van kracht zijn). Als u vertrouwt op browserinstellingen en uw besturingssysteem voor het wijzigen van uw weergave in een bepaalde kleurencombinatie, moet u wellicht het volgende doen: • Geef de tekstalternatieven voor afbeeldingen weer voor toegang tot informatie die wordt gegeven door belangrijke afbeeldingen. • Negeer onze CSS voor de volgende klassen: assistiveText, zen-assistiveText. Stel uw browserinstellingen vervolgens in op uw voorkeuren. Daarnaast zijn er de volgende mogelijkheden: • Bepaalde diagrammen (bijvoorbeeld in rapporten en dashboards) zijn voor de weergave van informatie afhankelijk van kleuren. Als u problemen onderbindt bij de interpretatie van de informatie in diagrammen, selecteert u Palet voor kleurenblinden op diagrammen op uw persoonlijke detailpagina. Met deze optie stelt u een alternatief kleurenpalet in voor diagrammen, dat is geoptimaliseerd voor gebruik door mensen die kleurenblind zijn. E-mailberichten van dashboards maken geen gebruik van het alternatieve palet. U kunt ook op een diagram klikken om het bronrapport ervan weer te geven.

60


Veelgestelde vragen weergeven

• Dashboards bevatten diagrammen en grafieken die van nature visueel zijn. Als u toegang wilt tot de rapportgegevens die zijn gebruikt om het diagram of de grafiek te maken, selecteert u de dashboardcomponent. Opmerking: Het onderliggende rapport kan meer gegevens bevatten dan worden weergegeven in de dashboardcomponent. Bovendien kan het onderliggende rapport gegevens bevatten die u niet kunt weergeven vanwege instellingen voor delen.

Gebruikers met weinig gezichtsvermogen die vergroting behoeven Salesforce ondersteunt de standaardtools voor vergrotingen voor het niveau van het besturingssysteem, de browser en externe tools. Stel de zoominstelling af op uw persoonlijke behoeften. Deze elementen worden aangeduid in onze opmaak voor pagina's. U kunt de stijlen voor deze elementen wijzigen om u te helpen bij de identificatie ervan. • Koppen hebben de opmaak van koppen in plaats van veldset- en legenda-elementen voor het groeperen van formulierelementen. • De hoofdkop van de pagina (doorgaans aan het begin van het gebied met de hoofdinhoud) is een kop op niveau 1. Door middel van een sneltoetscombinatie kunt u naar deze kop gaan. • Gegevenstabellen hebben de opmaak voor gegevenstabellen (behalve bij uitgebreide lijstweergaven in alleen de standaardmodus) om sneller koppen voor elke cel te kunnen herkennen. • Lijsten in het gebied van de hoofdinhoud hebben de opmaak (mark-up) voor lijsten.

Veelgestelde vragen weergeven Welke talen ondersteunt Salesforce? Waarom kan ik bepaalde knoppen en koppelingen niet zien? Waarom kan ik pop-upvensters van Salesforce niet weergeven, zoals opzoekdialoogvensters en het venster Help en training? Waarom verdwijnen mijn gegevens als ik tijdens de bewerking van een record op Backspace druk? Kan ik de vervolgkeuzelijst met ingangen wijzigen of verwijderen, die wordt weergegeven wanneer ik een tekstveld bewerk?

Welke talen ondersteunt Salesforce? Salesforce biedt taalondersteuning op drie niveaus: volledig ondersteunde talen, talen voor eindgebruikers en talen voor uitsluitend platforms. Elke taal wordt aangeduid met een taalcode van twee letters (zoals en) of een omgevingscode van vijf lettertekens (zoals en_AU). Behalve de taalondersteuning door Salesforce kunt u uw organisaties op twee manieren lokaliseren. Met het Vertaalcentrum kunt u de talen opgeven die u wilt vertalen, vertalers toewijzen aan talen, vertalingen maken voor aanpassingen die u hebt aangebracht in uw Salesforce-organisatie, en labels en vertalingen uit beheerde pakketten overschrijven. Alles, van aangepaste keuzelijstwaarden tot aangepaste velden, kan dusdanig worden vertaald dat uw wereldwijde gebruikers alles van Salesforce in hun eigen taal kunnen gebruiken. De tweede optie is om de naam van tabbladen en velden in Salesforce te wijzigen. Als uw aangepaste toepassing slechts enkele standaard Salesforce-tabbladen en -velden gebruikt, kunt u deze vertalen.

Volledig ondersteunde talen U kunt de taal wijzigen voor alle voorzieningen, inclusief Help, in een van de volgende, volledig ondersteunde talen door vanuit Set-up Bedrijfsgegevens op te geven in het vak Snel zoeken, Bedrijfsgegevens te selecteren en vervolgens Bewerken te selecteren..

61



• Chinees (vereenvoudigd): zh_CN • Chinees (traditioneel): zh_TW • Deens: da • Nederlands: nl_NL • Engels: en_US • Fins: fi • Frans: fr • Duits: de • Italiaans: it • Japans: ja • Koreaans: ko • Noors: no • Portugees (Brazilië): pt_BR • Russisch: ru • Spaans: es • Spaans (Mexico): es_MX • Zweeds: sv • Thai: th Opmerking: • Spaans (Mexico) wordt Spaans voor door de klant gedefinieerde vertalingen. • Hoewel de Salesforce-gebruikersinterface volledig in het Thai is vertaald, blijft de Help Engelstalig.

Talen voor eindgebruikers Talen voor eindgebruikers zijn nuttig wanneer u een meertalige organisatie hebt of anders partners die andere talen sprekebn dan de standaardtaal van uw bedrijf. Bij talen voor eindgebruikers biedt Salesforce vertaalde labels voor alle standaardobjecten en -pagina's met uitzondering van uitzondering van administratieve pagina's, Set-up en Help. Wanneer u een taal voor een eindgebruiker opgeeft, worden labels en Help die niet zijn vertaald, weergegeven in het Engels. Eindgebruikerstalen zijn alleen bedoeld voor persoonlijk gebruik door eindgebruikers. Gebruik eindgebruikerstalen niet als bedrijfstalen. Salesforce biedt geen klantenondersteuning in eindgebruikerstalen. Eindgebruikerstalen omvatten: • Arabisch: ar • Bulgaars: bg • Kroatisch: hr • Tsjechisch: cs • Engels (Verenigd Koninkrijk): en_GB • Grieks: el • Hebreeuws: iw • Hongaars: hu • Indonesisch: in • Pools: pl

62



• Portugees (Portugal): pt_PT • Roemeens: ro • Slowaaks: sk • Sloveens: sl • Turks: tr • Oekraïens: uk • Vietnamees: vi Opmerking: Salesforce biedt beperkte ondersteuning voor talen van rechts naar links—Arabisch en Hebreeuws—voor de volgende voorzieningen. • Live Agent • Cases • Accounts Deze voorzieningen worden niet ondersteund in Lightning Experience, de mobiele app Salesforce1, elke andere mobiile app of mobiele browser, of een andere gebruikersinterface behalve Salesforce Classic. Er is geen garantie dat talen van rechts naar links correct functioneren bij andere Salesforce-voorzieningen. Er zijn geen pplannen om de lijst van ondersteunde voorzieningen uit te breiden. Voorzieningen die niet worden ondersteund voor talen van rechts naar links omvatten, maar zijn niet beperkt tot de volgende. • Rapportsamensteller • Offerte-PDF-bestanden genereren • Aanpasbare prognoses • E-mailberichten • Salesforce Knowledge • Feeds • Community's Als een voorziening niet in deze lijst voorkomt, houdt dat geen ondersteuning in. Alleen Live Agent, Cases en Accounts worden ondersteund in talen van rechts naar links.

Talen voor uitsluitend platforms Gebruik in situaties waar Salesforce geen standaardvertalingen biedt, talen voor uitsluitend platforms om apps en aangepaste functionaliteit te lokaliseren die u in de Salesforce App Cloud hebt samengesteld. U kunt items als aangepaste labels, aangepaste objecten en veldnamen lokaliseren. U kunt ook de naam wijzigen van de meeste standaardobjecten, labels en velden. Informatieve tekst en tekst voor labels van niet-velden kunnen niet worden vertaald. Talen voor uitsluitend platforms zijn beschikbaar op alle plaatsen waar u in de toepassing een taal kunt selecteren. Wanneer u echter een taal voor uitsluitend een platform selecteert, worden alle standaard Salesforce-labels standaard teruggezet naar het Engels of, in bijzondere gevallen, naar een taal voor eindgebruikers of een volledig ondersteunde taal. Wanneer u een taal voor uitsluitend een platform selecteert, worden labels voor standaardobjecten en -velden teruggezet naar het Engels, behalve: • Engels (Australië), Engels (India), Engels (Maleisië) en Engels (Filippijnen) worden teruggezet naar Engels (Verenigd Koninkrijk). • Duits (Oostenrijk) en Duits (Zwitserland) worden teruggezet naar Duits. • Frans (Canada) wordt teruggezet naar Frans. • Roemeens (Moldavië) wordt teruggezet naar Roemeens.

63



• Montenegrijns wordt teruggezet naar Servisch (Latijns). • Portugees (Portugal) wordt teruggezet naar Portugees (Brazilië). De volgende talen voor uitsluitend platforms worden momenteel ondersteund. • Albanees: sq • Arabisch (Algerije): ar_DZ • Arabisch (Bahrein): ar_BH • Arabisch (Egypte): ar_EG • Arabisch (Irak): ar_IQ • Arabisch (Jordanië): ar_JO • Arabisch (Koeweit): ar_KW • Arabisch (Libanon): ar_LB • Arabisch (Libië): ar_LY • Arabisch (Marokko): ar_MA • Arabisch (Oman): ar_OM • Arabisch (Qatar): ar_QA • Arabisch (Saudi-Arabië): ar_SA • Arabisch (Sudan): ar_SD • Arabisch (Syrië): ar_SY • Arabisch (Tunesië): ar_TN • Arabisch (Verenigde Arabische Emiraten): ar_AE • Arabisch (Jemen): ar_YE • Armeens: hy • Baskisch: eu • Bosnisch: bs • Bengalees: bn • Chinees (Vereenvoudigd—Singapore): zh_SG • Chinees (Traditioneel—Hongkong): zh_HK • Engels (Australië): en_AU • Engels (Canada): en_CA • Engels (Hongkong): en_HK • Engels (India): en_IN • Engels (Ierland): en_IE • Engels (Maleisië): en_MY • Engels (Filippijnen): en_PH • Engels (Singapore): en_SG • Engels (Zuid-Afrika): en_ZA • Estlands: et • Frans (België): fr_BE • Frans (Canada): fr_CA

64



• Frans (Luxemburg): fr_LU • Frans (Zwitserland): fr_CH • Georgisch: ka • Duits (Oostenrijk): de_AT • Duits (Luxemburg): de_LU • Duits (Zwitserland): de_CH • Hindi: hi • IJslands: is • Iers: ga • Italiaans (Zwitserland): it_CH • Letlands: lv • Litouws: lt • Letzeburgs: lb • Macedonisch: mk • Maleis: ms • Maltees: mt • Roemeens (Moldavië): ro_MD • Montenegrijns: sh_ME • Reto-Romaans: rm • Servisch (Cyrillisch): sr • Servisch (Latijns): sh • Spaans (Argentinië): es_AR • Spaans (Bolivia): es_BO • Spaans (Chili): es_CL • Spaans (Colombia): es_CO • Spaans (Costa Rica): es_CR • Spaans (Dominicaanse Republiek): es_DO • Spaans (Ecuador): es_EC • Spaans (El Salvador): es_SV • Spaans (Guatemala): es_GT • Spaans (Honduras): es_HN • Spaans (Nicaragua): es_NI • Spaans (Panama): es_PA • Spaans (Paraguay): es_PY • Spaans (Peru): es_PE • Spaans (Puerto Rico): es_PR • Spaans (Verenigde Staten): es_US • Spaans (Uruguay): es_UY • Spaans (Venezuela): es_VE • Tagalog: tl

65



• Tamil: ta • Urdu: ur • Welsh: cy

Waarom kan ik bepaalde knoppen en koppelingen niet zien? Knoppen en koppelingen worden alleen weergegeven voor gebruikers die over de juiste machtigingen beschikken. Gebruikers die bijvoorbeeld niet over de machtiging "Verwijderen” voor opportunities beschikken, zien de knop Verwijderen op een opportunitydetailpagina niet. Ook zien zij de koppeling Verw in een gerelateerde lijst voor opportunities niet.

Waarom kan ik pop-upvensters van Salesforce niet weergeven, zoals opzoekdialoogvensters en het venster Help en training? Als de pop-upblokkeerinstellingen van uw browser zijn geconfigureerd voor maximale beveiliging, kunt u geen pop-upvensters in Salesforce weergeven—zelfs niet de vensters die noodzakelijke functionaliteit verschaffen zoals de agendapop-up waarin een datum voor een activiteit kan worden worden gekozen, opzoekdialoogvensters voor de selectie van een record, het venster Help en training, enzovoort. Uw pop-upinstellingen testen: 1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Herinneringen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Herinneringen en waarschuwingen. Geen resultaten? Geef Persoonlijke gegevens op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Persoonlijke gegevens. 2. Klik op Voorbeeld van herinneringswaarschuwing. Als u pop-upvensters wilt toestaan voor Salesforce, voegt u Salesforce toe als vertrouwde site in de pop-upblokkeerinstellingen van uw browser. Raadpleeg de online Help van uw browser voor specifieke instructies. Sommige browseruitbreidingen, zoals de Google-werkbalk, bevatten ook pop-upblokkering. Raadpleeg de documentatie van deze software als u wilt weten hoe u deze producten zo configureert dat pop-upvensters van Salesforce worden toegestaan. ZIE OOK: Uw Salesforce Experience personaliseren

Waarom verdwijnen mijn gegevens als ik tijdens de bewerking van een record op Backspace druk? In sommige versies van Internet Explorer wordt Backspace als een sneltoets gebruikt voor de knop Vorige van de browser. Als u op Backspace drukt terwijl de cursor niet in een tekstveld staat, gaat de browser naar de vorige pagina terug. Hierdoor lijkt het of uw gegevens verloren zijn gegaan. Als u uw gegevens wilt ophalen en wilt terugkeren naar de pagina waaraan u werkt, klikt u op de knop Volgende van de browser.

Kan ik de vervolgkeuzelijst met ingangen wijzigen of verwijderen, die wordt weergegeven wanneer ik een tekstveld bewerk? Nee. Deze automatisch aangevulde vermeldingen die verschijnen als u bepaalde tekstvelden bewerkt, zijn een functie van Internet Explorer. De browser onthoudt tekst die u van tevoren hebt ingevoerd, en geeft u een lijst van deze teksten om het veld automatisch in te vullen. Als u deze functie wilt uitschakelen, klikt u op Extra op de menubalk van uw browser, selecteert u Internetopties, klikt u

66


Salesforce-pagina's

op het tabblad Inhoud en kiest u daarna de knop Instellingen voor Automatisch aanvullen om de instellingen van uw browser te wijzigen.

Salesforce-pagina's Salesforce-apps bestaan uit tabbladen en pagina's. Standaardobjecten zoals accounts, contactpersonen en leads, en andere voorzieningen zoals Chatter, hebben gewoonlijk tabbladen en vanaf een tabblad navigeert u door pagina's om te werken met de voorzieningen die u gebruikt. Als u bijvoorbeeld een accountrecord wilt maken, klikt u op het tabblad Accounts waarna u terecht komt op de hoofdpagina Accounts. Klik op Nieuw om de pagina Account bewerken te openen waarop u de informatie voor de account kunt invoeren. Als u op Opslaan klikt, wordt de detailpagina van de account weergegeven. Ga terug naar de hoofdpagina voor accounts en de nieuwe account staat in de lijst. Salesforce-tabbladen kunnen meerdere typen pagina's bevatten, zoals de hoofdpagina, de pagina Bewerken en detailpagina's, en u kunt lijstweergaven maken voor sommige objecten. Chatter heeft een primair paginatype: een feed. En Data.com heeft een zoekinterface. Dashboards en rapporten hebben bovendien hun eigen paginastijlen. Doorgaans stelt uw systeembeheerder paginalay-outs in voor standaardobjecten en schakelt deze de navigatievoorzieningen in voor uw organisatie, maar interactie met Salesforce is gemakkelijker als u de meest voorkomende pagina-elementen kent voor de meest gebruikte objecten. Hiertoe behoren: 1. Een tag-balk, waar u tags voor een object kunt weergeven en toevoegen. 2. Een feed, waar u opmerkingen over een record kunt toevoegen en weergeven. 3. Een zijbalk, waar u onder meer records kunt zoeken en snel nieuwe records kunt maken. 4. Secties voor de record, met belangrijke velden en koppelingen. 5. Gerelateerde lijsten, waarin groepen met koppelingen worden weergegeven naar andere records die behoren bij de record die u weergeeft. U kunt de volgorde van gerelateerde lijsten op uw pagina wijzigen. 6. Diverse koppelingen voor verschillende plaaatsen op de pagina of om naar andere pagina's of externe sites te gaan. Laten we eens kijken naar deze elementen op een accountdetailpagina.

67


Salesforce-pagina's

Inzicht in de Salesforce-zijbalk Samenvouwbare zijbalk tonen en verbergen Werken met gerelateerde items rechtstreeks vanuit de record die u op dat moment weergeeft In Salesforce-records zijn koppelingen en details van gekoppelde records gegroepeerd binnen gerelateerde lijsten. Met bepaalde gerelateerde lijsten kunt veel voorkomende taken voor het gerelateerde object uitvoeren, zoals nieuwe records maken of bestanden bijvoegen. Werken met uitgebreide lijsten Navigeren in lange lijsten

68


Salesforce-pagina's

Werkdivisie wijzigen U kunt wijzigen welke records u weergeeft, door de divisie te selecteren, waarin u op dat moment werkt. ZIE OOK: Tags voor records Inzicht in de Salesforce-zijbalk Navigeren door hoofdpagina's van objecten Het tabblad Hoofdpagina

Inzicht in de Salesforce-zijbalk Via de zijbalkkolom die wordt weergegeven aan de linkerkant van de meeste Salesforce-pagina's, krijgt u snel toegang tot de volgende koppelingen en opdrachten.

EDITIONS

• Zoeken


Gebruik het zoekvak in de koptekst als u niet kunt zoeken via de zijbalk.


• De koppeling Tags en de vervolgkeuzelijst Recente tags • De vervolgkeuzelijst Divisies • De vervolgkeuzelijst Nieuwe maken • De snelkoppeling Agenda naar de agendaweergave die u het laatst hebt gebruikt • De lijst Recente items • Berichten en waarschuwingen • Aangepaste koppelingen • Een snelkoppeling naar de Prullenbak

Welke opties uw zijbalk bevat, is afhankelijk van de voorzieningen die u hebt ingeschakeld en of uw beheerder de paginalay-out heeft aangepast.

Samenvouwbare zijbalk tonen en verbergen Als uw beheerder de samenvouwbare zijbalk heeft ingeschakeld, kunt u de zijbalk naar wens tonen en verbergen. Opmerking: Callcentergebruikers zien geen inkomende gesprekken als zij de zijbalk samenvouwen. Klik op de rand van de zijbalk om de zijbalk naar wens te openen en te sluiten.

69



Salesforce-pagina's

Werken met gerelateerde items rechtstreeks vanuit de record die u op dat moment weergeeft In Salesforce-records zijn koppelingen en details van gekoppelde records gegroepeerd binnen gerelateerde lijsten. Met bepaalde gerelateerde lijsten kunt veel voorkomende taken voor het gerelateerde object uitvoeren, zoals nieuwe records maken of bestanden bijvoegen.

EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce

Classic Zo biedt de record Lead een aantal gerelateerde lijsten, inclusief Open activiteiten, die open activiteiten en de belangrijkste activiteitsvelden vermeldt. Voor deze gerelateerde lijst kunt u een Beschikbaar in: Alle editions nieuwe taak, een nieuwe activiteit of een nieuw vergaderverzoek maken. Wanneer een aan de lead gerelateerde taak wordt gesloten, wordt er een koppeling naar die taak weergegeven in de gerelateerde lijst Activiteithistorie van de record Lead, die dezelfde belangrijkste velden weergeeft als Open activiteiten en andere veel voorkomende taken biedt.

Welke gerelateerde lijsten u kunt weergeven en gebruiken, wordt bepaald door: • Uw gebruikersmachtigingen • Gebruikersinterface- en paginalay-outaanpassingen die zijn aangebracht door uw Salesforce-beheerder • Persoonlijke aanpassingen die u mogelijk aanbrengt Het rangschikken en openen van gerelateerde lijsten is gemakkelijk. Hier ziet u hoe.

1. Scrol met de pagina om de benodigde gerelateerde lijst te vinden.

70


Salesforce-pagina's

2. Als zweefkoppelingen van gerelateerde lijsten zijn ingeschakeld in uw organisatie, klikt u op een koppeling om de lijst weer te geven in een pop-upvenster. 3. Klik op Pagina aanpassen voor de selectie en rangschikking van de beschikbare gerelateerde lijsten die u wilt zien.

Werken met uitgebreide lijsten Uitgebreide lijsten bieden u de mogelijkheid om lijstgegevens snel weer te geven, aan te passen en te bewerken om uw dagelijkse productiviteit te vergroten. Een eerste vereiste voor het benutten van de voordelen hiervan is inschakeling door uw beheerder.

EDITIONS

Met uitgebreide lijsten kunt u:


• Navigeren door de lijstresultaten door op het pictogram voor de eerste pagina (<<), Vorige, Volgende of het pictogram voor de laatste pagina (>>) onder aan de lijst te klikken.


• Ga naar de specifieke pagina met resultaten door een getal op te geven in het tekstvak in de recherbenedenhoek en vervolgens op ENTER te drukken. • Maak een nieuwe weergave door te klikken op Nieuwe weergave maken. Bewerk, verwijder of vernieuw de huidige weergave door te klikken op respectievelijk Bewerken, Verwijderen of . in de • Wijzig het aantal records dat per pagina wordt weergegeven. Klik op linkerbenedenhoek van de lijst en selecteer de gewenste instelling. U kunt 10, 25, 50, 100 of 200 records tegelijkertijd weergeven. Wanneer u deze instelling wijzigt, keert u terug naar de eerste pagina met lijstresultaten.

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Inline bewerkingen in een uitgebreide lijst gebruiken: • "Bulkbewerkingen uit lijsten"

Het wijzigen van uw voorkeur voor het aantal per pagina weergegeven records is van app op alle lijsten in alle Salesforce-apps, niet alleen die welke momenteel wordt weergegeven. Als u daarnaast uw voorkeur wijzigt in 200, waarschuwt een bericht voor mogelijke slechtere prestaties. • Wijzig de breedte van een kolom door de rechterzijde van de kolomkop te slepen met uw muis. Alle aan de kolombreedte aangebrachte wijzigingen zijn specifiek voor alleen die lijst en blijven behouden voor de volgende keer dat u de lijst weergeeft. Als u in een lijst kolommen toevoegt of verwijdert, worden alle kolombreedteaanpassingen in die lijst automatisch genegeerd. • De volgorde wijzigen waarin kolommen worden weergegeven, door een volledige kolomkop met uw muis naar de gewenste positie te slepen. Als u gemachtigd bent om de lijstdefinitie te bewerken, worden uw wijzigingen automatisch opgeslagen voor alle gebruikers die de lijst bekijken. Als u niet gemachtigd bent om de lijstdefinitie te bewerken, worden uw wijzigingen genegeerd wanneer u de pagina verlaat. • Het aantal en de volgorde van weergegeven kolommen wijzigen door te klikken op Bewerken naast de vervolgkeuzelijst in de linkerbovenhoek. • Enkele records direct vanuit de lijst bewerken, als uw beheerder inline bewerkingen heeft ingeschakeld voor uw organisatie, door te dubbelklikken op afzonderlijke veldwaarden. Als uw beheerder u ook de machtiging "Bulkbewerkingen uit lijsten" heeft verleend, kunt u ook maximaal 200 records tegelijkertijd bewerken. • Klik voor account-, contactpersoons- en leadlijstweergaven op de koppeling Agenda openen onder aan de pagina om onder de lijst een weekweergave van een agenda weer te geven. Vervolgens sleept u een record naar een tijdstip in de agenda om snel een aan de record gekoppelde event te maken. Vergeet niet dat uw beheerder de beschikbaarheid van de voorziening Plannen via slepen en neerzetten bepaalt.

71


Salesforce-pagina's

Navigeren in lange lijsten Veel lijstpagina's in Salesforce bevatten de volgende tools voor het beheren van grote hoeveelheden gegevens.

EDITIONS

• Als u een gefilterde lijst van items wilt weergeven, selecteert u een vooraf gedefinieerde lijst in de vervolgkeuzelijst Weergave of klikt u op Nieuwe weergave maken om uw eigen aangepaste weergaven te maken.

Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Alle editions

Als u een willekeurige, door u gemaakte weergave wilt bewerken of verwijderen, selecteert u deze in de vervolgkeuzelijst Weergave en klikt u op Bewerken. • Klik boven aan de pagina op een letter om items weer te geven die met die letter corresponderen, of klik op Overig om items weer te geven waarvan de namen met een cijfer of een symbool beginnen. Klik op Alle om alle items weer te geven die overeenkomen met de criteria van de huidige weergave. • Klik op een kolomkop om items in een lijstweergave op de gegevens in die kolom te sorteren. Gegevens worden daarbij alfabetisch gesorteerd en numerieke gegeven in oplopende volgorde. Datums worden gesorteerd met de meest recente datum als eerste. Klik nogmaals op een kolomkop om de sorteervolgorde om te keren. Opmerking: U kunt u op elk aangepast veld sorteren, met uitzondering van keuzelijstvelden met een meervoudige selectie. Gebruikerslijstweergaven worden niet gesorteerd voor organisaties met meer dan twee miljoen gebruikers. Organisaties met meer dan twee miljoen gebruikers kunnen contact opnemen met Salesforce om sorteren opnieuw in te schakelen. • Klik op de koppeling Vorige pagina of Volgende pagina om naar de vorige of volgende set items in de huidige weergave te gaan. • Klik onder aan een lijst op de koppeling minder of meer om minder of meer items per pagina weer te geven. In sommige gerelateerde lijsten met veel items zijn de volgende koppelingen beschikbaar. • Klik op [aantal] Meer tonen om het aantal items in de lijst te vergroten. • Klik op Ga naar lijst om een tweede pagina van de hele gerelateerde lijst weer te geven.

Werkdivisie wijzigen U kunt wijzigen welke records u weergeeft, door de divisie te selecteren, waarin u op dat moment werkt.

EDITIONS

U kunt te allen tijde de divisie wijzigen waarin u werkt, en u kunt voor bepaalde zoekopdrachten en rapporten ook de standaarddivisie overschrijven, waaraan u oorspronkelijk was toegewezen.


• Selecteer vanuit het veld Divisies in de zijbalk de divisie waarin u wilt werken.

Beschikbaar in: Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

Opmerking: Records die u maakt, worden toegewezen aan uw standaarddivisie, niet aan uw werkdivisie. U kunt expliciet een andere divisie instellen dan uw standaarddivisie waarin u de record maakt.

72


Het tabblad Hoofdpagina

Het tabblad Hoofdpagina Vanaf het tabblad Hoofdpagina kunt u een Chatter-post maken, momentopnamen van dashboards weergeven, uw taken en agenda weergeven en zoeken in de feed (

EDITIONS

).

U kunt ook de zijbalkcomponenten gebruiken, zoals Nieuwe maken, Recente items en Aangepaste koppelingen, die u ook ziet op andere Salesforce-pagina's. De lay-out van uw tabblad Hoofdpagina, zijbalkcomponenten en koppelingen worden ingeschakeld en geconfigureerd door uw beheerder. Op het tabblad Hoofdpagina kan een waarschuwing worden weergegeven om u te informeren wanneer er updates beschikbaar zijn voor desktopclients zoals Connect Offline. Het dashboard van het tabblad Hoofdpagina wijzigen Gebruik van uw taken en agenda op de Hoofdpagina

Beschikbaar in: Salesforce Classic Welke tabbladen en opties beschikbaar zijn in de vervolgkeuzelijst Nieuw maken, is afhankelijk van welke machtigingen u hebt, en van welke versie van Salesforce u gebruikt.

Aangepaste koppelingen op het tabblad Hoofdpagina weergeven Berichten en waarschuwingen weergeven Prestatiediagram Gebruik het prestatiediagram op de pagina Hoofdpagina in Lightning Experience om uw verkoopprestaties of de prestaties van uw verkoopteam ten opzichte van een aanpasbaar verkoopdoel bij te houden. De Assistent Gebruik de Assistent op de pagina Hoofdpagina in Lightning Experience om belangrijke updates weer te geven, naarmate de dag vordert. ZIE OOK: Navigeren door hoofdpagina's van objecten

Het dashboard van het tabblad Hoofdpagina wijzigen De beheerder kan aangepaste pagina's van het tabblad Hoofdpagina maken waarop aangepaste componenten worden weergegeven, zoals een dashboardsnapshot of uw bedrijfslogo. Als het tabblad Hoofdpagina een dashboardsnapshot bevat, kunt u de dashboardinstellingen wijzigen. Klik op Pagina aanpassen in de dashboardsectie van uw tabblad Hoofdpagina als uw hoofdpagina een dashboard bevat. Gebruik deze pagina om een ander dashboard te selecteren voor weergave op uw tabblad Hoofdpagina. Klik op Vernieuwen om de gegevens in uw dashboard te vernieuwen.


Gebruik van uw taken en agenda op de Hoofdpagina Opmerking: De secties Mijn taken en Agenda worden weergegeven op uw tabblad Hoofdpagina als deze als componenten zijn opgenomen in de paginalay-out van Hoofdpagina. Vanuit de pagina Hoofdpagina kunt u taken en events weergeven, maken en bewerken. Als u Salesforce voor Outlook hebt geïnstalleerd, kunt u mogelijk uw Outlook-items synchroniseren met Salesforce zodat ze in de secties Mijn taken en Agenda worden weergegeven. In de sectie Mijn taken hebt u de volgende mogelijkheden:

73




• Klik op Nieuw om een taak te maken. • Geef een lijst van de aan u toegewezen taken weer. Maximaal vijftien taken kunnen worden weergegeven; klik op Meer weergeven om al uw taken weer te geven. geeft taken aan, die onderdeel van een terugkerende reeks zijn. • Kies een tijdsbestek in de vervolgkeuzelijst om te selecteren welke taken u wilt weergeven. • Wijs onopgeloste e-mailberichten toe aan gerelateerde records; klik voor het weergeven van uw niet-toegewezen e-mailberichten op Mijn onopgeloste items. • Als uw organisatie zweefkoppelingen voor de lijst Mijn taken heeft ingeschakeld, gaat u met de muisaanwijzer over het onderwerp van de taak om de details van de taak in een overlay te zien. Klik desgewenst op de onderwerp van een taak om de detailpagina van die taak te openen. • Klik op X als u een taak wilt sluiten. In de sectie Agenda hebt u de volgende mogelijkheden: • Klik op Nieuwe event om een nieuwe event te maken. • Klik op het subtabblad Geplande vergaderingen om een lijst weer te geven van de events die u voor de volgende zeven dagen hebt gepland. Dit tabblad geeft maximaal 50 events per dag weer. –

geeft events aan, die onderdeel van een terugkerende reeks zijn.

–

geeft events met genodigden aan. Events die eigendom zijn van meerdere mensen, zijn niet beschikbaar in Personal Edition.

– Als uw organisatie hoofdpaginazweefkoppelingen voor events heeft ingeschakeld, gaat u met de muisaanwijzer over het onderwerp van de event om de details van de event in een interactieve overlay te zien. U kunt ook op de onderwerp van een event klikken om de detailpagina van die event te openen. • Klik op the subtabblad Aangevraagde vergaderingen om vergaderingen weer te geven, die u al wel hebt aangevraagd maar die nog niet zijn bevestigd. Dit tabblad geeft maximaal 100 aangevraagde vergaderingen weer. – Klik op het onderwerp van de vergadering om de bijbehorende detailpagina te openen, waarop u de vergadering kunt annuleren en opnieuw plannen. – De kolom Reacties toont het aantal genodigden dat op uw vergaderverzoek heeft gereageerd. – Zodra u een vergadering bevestigt, wordt deze weergegeven op het subtabblad Geplande vergaderingen. Als het subtabblad Aangevraagde vergaderingen niet wordt weergegeven, vraagt u uw Salesforce-beheerder om dit toe te voegen aan de sectie Agenda. • Kleine agenda van de huidige maand bekijken. Om te wijzigen welke maand wordt weergegeven, klikt u op

en

.

• Navigeer naar verschillende weergaven van uw agenda en klik op de pictogrammen onder de kleine maandkalender die van toepassing is.

Aangepaste koppelingen op het tabblad Hoofdpagina weergeven Of deze sectie op het tabblad Hoofdpagina wordt weergegeven, is afhankelijk van uw aangepaste hoofdpaginalay-out.

EDITIONS

De sectie Aangepaste koppelingen van het tabblad Hoofdpagina bevat koppelingen naar websites of Salesforce-pagina's die handig zijn voor iedereen in uw organisatie. Uw beheerder stelt in welke koppelingen worden weergegeven in deze sectie.


74




Berichten en waarschuwingen weergeven De sectie Berichten en waarschuwingen van de zijbalk van het tabblad Hoofdpagina geeft door de beheerder van uw organisatie aangepaste meldingen weer. De sectie Berichten en waarschuwingen is niet beschikbaar in Personal Edition.

EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Contact Manager, Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

Prestatiediagram Gebruik het prestatiediagram op de pagina Hoofdpagina in Lightning Experience om uw verkoopprestaties of de prestaties van uw verkoopteam ten opzichte van een aanpasbaar verkoopdoel bij te houden. Het prestatiediagram geeft gegevens weer op basis van opportunities van uw verkoopteam als u een gekoppeld team hebt. Anders geeft het diagram opportunities weer, waarvan u eigenaar bent. Alleen opportunities voor het lopende verkoopkwartaal, die zijn gesloten of open met een waarschijnlijkheid van meer dan 70%, worden weergegeven. • Gesloten—De som van uw gesloten opportunities.

EDITIONS Beschikbaar in: Lightning Experience Beschikbaar in: Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

• Open (>70%)—De som van uw open opportunities met een waarschijnlijkheid van meer dan 70%. De blauwe lijn in het diagram is het gecombineerde totaal van de gesloten opportunities en open opportunities met een waarschijnlijkheid van meer dan 70%. • Doel—Uw aanpasbare verkoopdoel voor het kwartaal. Dit veld is specifiek voor het prestatiediagram en heeft geen invloed op prognosequota's van een willekeurig ander type doel. Klik op

om het doel in te stellen.

75



Beweeg de muisaanwijzer over het diagram om de gesloten en toegezegde opportunitybedragen voor verschillende datums te zien. Als u de muisaanwijzer over een datum beweegt toen een opportunity werd gesloten of werd ingesteld op een waarschijnlijkheid van meer dan 70%, wordt er een blauwe stip weergegeven. Klik op de stip om een venster met meer opportunitydetails te zien. ZIE OOK: De Assistent

De Assistent Gebruik de Assistent op de pagina Hoofdpagina in Lightning Experience om belangrijke updates weer te geven, naarmate de dag vordert.

EDITIONS

Klik op verschillende leads of opportunities om naar de detailpagina van de record te gaan.

Beschikbaar in: Lightning Experience Beschikbaar in: Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

De volgende updates worden weergegeven in de Assistent: • Leads die vandaag aan u zijn toegewezen • Opportunities met achterstallige taken • Opportunities zonder activiteit in 30 dagen • Opportunities zonder open activiteit Updates over leads worden weergegvn vóór updates over opportunities. Opportunityupdates worden ingedeeld op volgorde van sluitingsdatum.

76


Problemen met inloggen opsporen

Opmerking: Als u geen toegang hebt tot activiteiten voor opportunities of als de opportunitypijplijn uit staat, ziet u in plaats daarvan items voor opportunities die binnen de volgende 90 dagen een sluitingsdatum hebben. ZIE OOK: Prestatiediagram

Problemen met inloggen opsporen U kunt niet inloggen? Gebruikersnaam of wachtwoord vergeten, of u bent uitgesloten door te veel inlogpogingen? Probeer voor het oplossen van inlogproblemen deze oplossingen.

EDITIONS

Uw Salesforce-beheerder stelt wachtwoordbeleidsvormen voor uw organisatie in. Deze beleidsvormen bepalen het aantal malen dat u kunt proberen om in te loggen, de manier waarop u wordt uitgesloten, en wat uw wachtwoordvereisten zijn.


Ter bescherming van de privacy van uw gegevens wijzigt u uw wachtwoord periodiek. Als uw Salesforce-beheerder gebruikerswachtwoorden periodiek laat vervallen, krijgt u de aanwijzing om aan het einde van elke periode uw wachtwoord te wijzigen.


• Wachtwoord vergeten? Haal het op. • Uitgesloten? Wacht totdat de uitsluitingsperiode is verstreken en probeer het opnieuw of neem contact op met uw Salesforce-beheerder. • Wachtwoord verlopen? Er wordt gevraagd uw wachtwoord te wijzigen. • U wilt toegang tot Salesforce van buiten een vertrouwd IP-bereik, met gebruik van een nieuwe browser of app? We geen u dan de aanwijzing om uw identiteit te verifiëren. • Wat betekent Aangepast domein gebruiken op de inlogpagina? Als uw Salesforce-beheerder een aangepast domein voor uw organisatie heeft gemaakt, klikt u op Aangepast domein gebruiken om de domeinnaam op te geven en in te loggen. Een aangepast domein heeft de vorm https://universalcontainers.my.salesforce.com, waarbij universalcontainers een door uw beheerder opgegeven naam is.

Uw beveiligingstoken opnieuw instellen Bij togang tot Salesforce vanaf een IP-adres dat buiten het vertrouwde IP-bereik van uw bedrijf valt bij gebruik van een desktopclient of de API, hebt u een beveiligingstoken nodig om in te loggen. Een beveiligingstoken is een hoofdlettergevoelige alfanumerieke code die u toevoegt aan uw wachtwoord of opgeeft in een afzonderlijk veld in een clienttoepassing. Inlogtoegang verlenen Om u te kunnen helpen kan uw beheerder of klantenondersteuningsmedewerker inloggen bij de toepassing met behulp van uw inloggegevens. Standaard hebben de beheerders van uw bedrijf toegang tot uw account zonder enige actie van uw kant. Als uw organisatie vereist dat gebruikers inlogtoegang verlenen aan beheerders, kunt u voor een bepaalde duur toegang verlenen. U kunt ook toegang verlenen aan vertegenwoordigers van ondersteuningsorganisaties. Uw vergeten wachtwoord opnieuw instellen Als u uw wachtwoord bent vergeten, kunt u dit gemakkelijk opnieuw instellen met behulp van de koppeling voor vergeten wachtwoord op de inlogpagina. Het enige wat u nodig hebt, is uw gebruikersnaam.

77



Uw beveiligingstoken opnieuw instellen Bij togang tot Salesforce vanaf een IP-adres dat buiten het vertrouwde IP-bereik van uw bedrijf valt bij gebruik van een desktopclient of de API, hebt u een beveiligingstoken nodig om in te loggen. Een beveiligingstoken is een hoofdlettergevoelige alfanumerieke code die u toevoegt aan uw wachtwoord of opgeeft in een afzonderlijk veld in een clienttoepassing. Uw beveiligingstoken wordt niet weergegeven in uw instellingen of profiel. Bepalde clienttoepassingen bieden aan afzonderlijk veld om het beveiligingstoken op te geven. Als de toepassing geen afzonderlijk veld heeft, voegt u het beveiligingstoken toe an het einde van uw wachtwoord. Als uw wachtwoord bijvoorbeeld mijnwachtwoord luidt en het beveiligingstoken XXXXXXXXXX is, geeft u mijnwachtwoordXXXXXXXXXX op in het veld Wachtwoord. Gebruik het beveiligingstoken niet, of voeg het niet toe aan uw wachtwoord, wanneer u bij Salesforce inlogt via een browser. Als uw beheerder u de machtiging voor "Twee-factorenauthenticatie voor inloggen met API" heeft toegewezen, gebruikt u de waarde die door uw authenticator-app is gegenereerd, zoals Salesforce Authenticator of Google Authenticator, voor de waarde van het beveiligingstoken.

Uw token ophalen of resetten

EDITIONS Beschikbaar in: zowel Salesforce Classic als Lightning Experience Beschikbaar in: Alle editions Connect voor Office niet beschikbaar in Database.com Connect Offline beschikbaar in: Salesforce Classic Connect Offline beschikbaar in: Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

Er wordt een nieuw beveiligingstoken per e-mail naar u gezonden wanneer u uw wachtwoord reset. U kunt uw token ook afzonderlijk resetten. 1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Resetten op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Mijn beveiligingstoken opnieuw instellen. 2. Klik op Beveiligingstoken opnieuw instellen. Het nieuwe beveiligingstoken wordt verstuurd naar het e-mailadres dat in uw persoonlijke instellingen van Salesforce staat. Tip: Voordat u toegang krijgt tot Salesforce vanaf een nieuw IP-adres, wordt aangeraden om uw beveiligingstoken op te halen vanaf een vertrouwd netwerk met behulp van Mijn beveiligingstoken opnieuw instellen.

Uw Token in Salesforce Outlook Edition bijwerken 1. Ga in Outlook naar Tools > Salesforce-opties. 2. Geef in het wachtwoordvenster uw wachtwoord en beveiligingstoken op met het beveiligingstoken toegevoegd aan het eind van uw wachtwoord. Bijvoorbeeld mypasswordXXXXXXXXXX. 3. Om te testen of u uw wachtwoord en token correct hebt ingevoerd klikt u op Controleren . 4. Klik op OK.

Uw Token bijwerken in Connect Offline, Connect voor Office en Data Loader Als u inlogt, voegt u de waarde van het beveiligingstoken toe aan het einde van uw wachtwoord, zoals mypasswordXXXXXXXXXX.

78



Opmerking: Als u een ongeldig-wachtwoordfout krijgt bij inloggen, probeert u in te loggen met alleen uw wachtwoord. Deze fout kan zich voordoen als u uw beveiligingstoken gebruikt om in te loggen vanaf een IP-adres dat binnen een vertrouwd IP-bereik valt zoals ingesteld door uw beheerder. ZIE OOK: Uw persoonlijke instellingen zoeken in Salesforce Classic Problemen opsporen bij ontbrekend "Mijn beveiligingstoken opnieuw instellen"

Inlogtoegang verlenen Om u te kunnen helpen kan uw beheerder of klantenondersteuningsmedewerker inloggen bij de toepassing met behulp van uw inloggegevens. Standaard hebben de beheerders van uw bedrijf toegang tot uw account zonder enige actie van uw kant. Als uw organisatie vereist dat gebruikers inlogtoegang verlenen aan beheerders, kunt u voor een bepaalde duur toegang verlenen. U kunt ook toegang verlenen aan vertegenwoordigers van ondersteuningsorganisaties. Om veiligheidsredenen is de maximale periode voor het verlenen van toegang één jaar. Gedurende de tijd dat u toegang hebt verleend, kunnen beheerders of ondersteuningsvertegenwoordigers uw inloggegevens gebruiken en hebben daarmee toegang tot uw gegevens om problemen te kunnen oplossen. 1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Inlogtoegang op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens de optie om inlogtoegang te verlenen.

EDITIONS Beschikbaar in: zowel Salesforce Classic als Lightning Experience Beschikbaar in: Alle editions Beheerderstoegang verlenen beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited, Developer en Database.com Edition

2. Kies in de keuzelijst een waarde om de vervaldatum voor toegang in te stellen. 3. Klik op Opslaan.

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN

Als een beheerder, ondersteuningsvertegenwoordiger of uitgever wijzigingen in de set-up aanbrengt met behulp van uw inloggegevens, vermeldt Set-up controletraject de wijzigingen en de gebruikersnaam. In bepaalde organisaties worden ook records van klikken die zijn gemaakt door een beheerder die als u was ingelogd, vastgelegd voor controledoeleinden.

Set-up controletraject weergeven: • "Set-up en configuratie weergeven"

Opmerking: U kunt geen toegang verlenen aan bepaalde ondersteuningsorganisaties als uw beheerder beperkingen heeft ingesteld, of als de licentie van een pakkettoepassing dit verhindert. ZIE OOK: Wat achtergrond over uw Salesforce-beheerder Uw Salesforce Experience personaliseren

Uw vergeten wachtwoord opnieuw instellen Als u uw wachtwoord bent vergeten, kunt u dit gemakkelijk opnieuw instellen met behulp van de koppeling voor vergeten wachtwoord op de inlogpagina. Het enige wat u nodig hebt, is uw gebruikersnaam. 1. Klik op de inlogpagina op de koppeling voor vergeten wachtwoord. 2. Geef uw gebruikersnaam op en klik op Doorgaan. Er wordt een e-mailbericht met instructies voor het opnieuw instellen van uw wachtwoord verzonden naar het adres dat is opgegeven in uw persoonlijke instellingen van Salesforce.

79



Werken op mobiele apparaten

3. Klik binnen 24 uur op de koppeling in het e-mailbericht, beantwoord uw beveiligingsvraag en klik vervolgens op Doorgaan. (De koppeling in het e-mailbericht kan slechts één maal worden gebruikt en verloopt na 24 uur.) 4. Geef een nieuw wachtwoord op wanneer dat wordt gevraagd. Wanneer u inlogt bij Salesforce vanuit een browser of toepassing die we niet herkennen, en wanneer uw IP-adres buiten een vertrouwd IP-bereik ligt, krijgt u de aanwijzing om uw identiteit te verifiëren. ZIE OOK: Uw identiteit verifiëren Problemen met inloggen opsporen

Werken op mobiele apparaten Salesforce biedt diverse mobiele toepassingen om u verbonden en productief te houden, ongeacht waar u bent. Vergelijking van Salesforce Mobile-producten Salesforce1, SalesforceA, Salesforce Classic Mobile en Salesforce Authenticator zijn beschikbaar op verschillende mobiele apparaten en in verschillende editions, met verschillende ondersteuningsopties. Mobiele app Salesforce1 De mobiele app Salesforce1 is eigenlijk Salesforce voor onderweg! Deze mobiele omgeving op ondernemingsniveau biedt real-time toegang tot dezelfde informatie die u op kantoor ziet, maar dan opgezet voor sneller werken tussen vergaderingen met klanten door, terwijl u wacht op een vlucht... zelfs wanneer u in de rij staat voor koffie. De intuïtieve interface vergemakkelijkt de navigatie bij en interactie met gegevens op een aanraakscherm, zodat u met slechts enkele malen tikken informatie kunt bekijken en bijwerken. En Salesforce1 omvat vele van de aanpassingen van uw organisatie, waardoor de app perfect aansluit op uw zakelijke behoeften. Salesforce Classic Mobile De Salesforce Classic Mobile-app biedt mobiele toegang tot uw Salesforce-gegevens vanaf Android™- en iPhone®-apparaten. U kunt records weergeven, maken, bewerken en verwijderen, uw activiteiten bijhouden, uw dashboards weergeven, eenvoudige rapporten uitvoeren en gesprekken en e-mailberichten vastleggen. Uw Salesforce-beheerder moet u een mobiele licentie toewijzen voordat u Salesforce Classic Mobile kunt gaan gebruiken. Salesforce Authenticator Welkom bij de gloednieuwe mobiele app Salesforce Authenticator! Versie 2 is een krachtige en innovatieve app voor twee-factorenauthenticatie voor uw mobiele apparaat. De app voegt een extra beveiligingslaag toe om uw Salesforce-account en -gegevens te beschermen. En het ontwerp ervan is gericht op supereenvoudig gebruik. U krijgt betere en meer beveiliging en meet gemak—alle in één prachtige app.

Vergelijking van Salesforce Mobile-producten Salesforce1, SalesforceA, Salesforce Classic Mobile en Salesforce Authenticator zijn beschikbaar op verschillende mobiele apparaten en in verschillende editions, met verschillende ondersteuningsopties.

80


Vergelijking van Salesforce Mobile-producten

Product

Beschrijving

Ondersteunde Salesforce edition

Ondersteunde mobiele apparaten

Offline ondersteuning?

Salesforce1

Toegang tot en updates van Salesforce-gegevens vanuit een interface die is geoptimaliseerd voor navigeren en werken op uw mobiele apparaat met aanraakscherm.

Gratis voor klanten die gebruikmaken van:

• Android-telefoons

• Personal Edition

• iPad-modellen

• Group Edition

• iPhone-modellen

Ja, voor het weergeven van gegevens.

U kunt records weergeven, bewerken en maken, uw activiteiten beheren, uw dashboards en rapporten weergeven en Chatter gebruiken. Salesforce1 ondersteunt vele standaardobjecten en lijstweergaven, alle aangepaste objecten van uw organisatie, de integratie van andere mobiele apps en vele van de Salesforce-aanpassingen van uw organisatie (inclusief Visualforce-tabbladen en -pagina's, en Lightning-pagina's). SalesforceA

Beheer gebruikers en geef gegevens voor Salesforce-organisaties weer vanaf uw smartphone.

• Professional Edition • Enterprise Edition • Unlimited Edition • Performance Edition • Developer Edition • Contact Manager Edition

Gratis voor klanten die gebruikmaken van:

• Group Edition Deactiveer of bevries gebruikers, stel • Professional Edition wachtwoorden opnieuw in, ontgrendel • Enterprise Edition gebruikers, bewerk gebruikersdetails en wijs • Unlimited Edition machtigingensets toe. • Performance Edition Deze app is beperkt tot gebruikers met de • Developer Edition machtiging "Gebruikers beheren".

• Android-tablets

Bèta: • Windows 8.1- en gegevens Windows 10-telefoons maken en (alleen bewerken mobiele-browserapp) (Salesforce1 voor Android, v9.0 of hoger, en Salesforce1 for iOS, v10.0 of hoger)

• Android-telefoons

Nee

• Android-tablets • iPad-modellen • iPhone-modellen • iPod Touch

• Contact Manager Edition Salesforce Classic U kunt uw dashboards weergeven, Mobile eenvoudige rapporten uitvoeren, gesprekken en e-mailberichten vastleggen, uw activiteiten bijhouden en records maken, bewerken en verwijderen. De meeste Sales-objecten (Verkoop-objecten) en enkele Service-objecten zijn beschikbaar. Aangepaste objecten en configuraties worden ook ondersteund.

App vereist mobiele • Android-telefoons licenties en is beschikbaar • Android-tablets voor: • iPhone-modellen • Professional Edition

Salesforce Authenticator

Gratis voor alle klanten die • Android-telefoons gebruikmaken van: • iPhone 5 of hogere modellen

Beveilig uw account door uw mobiele apparaat te gebruiken voor

Ja

• Enterprise Edition • Unlimited Edition • Performance Edition • Developer Edition

81

Ja, voor het genereren


Product

Mobiele app Salesforce1

Beschrijving

Ondersteunde Salesforce edition

twee-factorenauthenticatie. Verifieer uw identiteit of blokkeer niet-herkende activiteit met een reactie van één maal tikken naar een pushkennisgeving. Als u locatieservices inschakelt voor de app, kunt u vertrouwde locaties instellen, zoals uw privéadres of kantoor. Als automatisering beschikbaar is, kan de app uw identiteit automatisch verifiëren wanneer u zich op een vertrouwde locatie bevindt. Haal een code op als reserve identiteitsverificatiemethode.

• Group Edition

Ondersteunde mobiele apparaten

Offline ondersteuning? van verificatiecodes

• Professional Edition • Enterprise Edition • Performance Edition • Unlimited Edition • Developer Edition • Contact Manager Edition

ZIE OOK: Vereisten voor de mobiele app Salesforce1 Salesforce Classic Mobile Salesforce editions

Mobiele app Salesforce1 De mobiele app Salesforce1 is eigenlijk Salesforce voor onderweg! Deze mobiele omgeving op ondernemingsniveau biedt real-time toegang tot dezelfde informatie die u op kantoor ziet, maar dan opgezet voor sneller werken tussen vergaderingen met klanten door, terwijl u wacht op een vlucht... zelfs wanneer u in de rij staat voor koffie. De intuïtieve interface vergemakkelijkt de navigatie bij en interactie met gegevens op een aanraakscherm, zodat u met slechts enkele malen tikken informatie kunt bekijken en bijwerken. En Salesforce1 omvat vele van de aanpassingen van uw organisatie, waardoor de app perfect aansluit op uw zakelijke behoeften.

EDITIONS Mobiele app Salesforce1 beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com

Opmerking: Deze release van Salesforce1 heeft niet alle functionaliteit van de volledige Salesforce-site. Voor het bekijken van gegevens of uitvoeren van acties die niet worden ondersteund in Salesforce1, gebruikt u in plaats daarvan de volledige site. De mobiele app Salesforce1 verkrijgen De manier waarop u toegang krijgt tot Salesforce1, is afhankelijk van de manier waarop u wilt werken: met behulp van een app die op uw apparaat is geïnstalleerd, of met behulp van een mobiele browser. Het is mogelijk dat enkele van de Salesforce1-versies voor uw organisatie zijn uitgeschakeld—vraag uw Salesforce-beheerder naar uw opties. Voorzieningen van de mobiele app Salesforce1: wat in elke versie beschikbaar is Salesforce1 is beschikbaar als downloadbare app voor iOS- en Android-apparaten en als mobiele-browserapp in ondersteunde mobiele browsers. In de meest gevallen omvatten alle Salesforce1-"varianten" dezelfde voorzieningen. Maar er zijn ook enkele verschillen tussen de beide varianten, die vaak verband houden met verschillen op de mobiele platforms waarop Salesforce1 wordt ondersteund.

82



Vereisten voor de mobiele app Salesforce1 Salesforce1 is beschikbaar voor de meeste Salesforce editions en voor vele gebruikerslicentietypen. De app wordt ondersteund op een verscheidenheid aan mobiele platforms, waarbij bepaalde vereisten voor het apparaat, het besturingssysteem en de mobiele browser gelden. Voor de communicatie met Salesforce is een internetverbinding nodig. Welke gegevens zijn beschikbaar in de mobiele app Salesforce1? Salesforce1 maakt gebruik van de Salesforce edition van uw organisatie, van uw gebruikerslicentietype en van uw toegewezen gebruikersprofiel en machtigingensets om te bepalen welke gegevens er beschikbaar zijn voor u. In de meeste gevallen ziet u dezelfde objecten, recordtypen, velden en paginalay-outs die u ook ziet op de volledige Salesforce-site. Maar niet alle Salesforce-gegevens of functionaliteit worden echter in Salesforce1 ondersteund. Waarom kan ik niet inloggen bij de mobiele app Salesforce1? U weet zeker dat u uw correcte Salesforce-inloggegevens gebruikt, maar u kunt niet inloggen bij Salesforce1? Er zijn enkele veel voorkomende redenen waarom u problemen ondervindt. Help zoeken in de mobiele app Salesforce1 Salesforce1 omvat een koppeling voor Help, die u kunt gebruiken voor informatie over de mobiele app. Help-resources voor de mobiele app Salesforce1 De volgende resources bieden informatie over het gebruik van de mobiele app Salesforce1, het instellen van uw organisatie voor het gebruik van de app en het ontwikkelen voor de app. Omgevings- en taalondersteuning voor de app Salesforce1 Salesforce1 werkt met bijna alle door Salesforce ondersteunde omgevingen, volledig ondersteunde talen en eindgebruikerstalen. (De Help van Salesforce omvat een volledige lijst van ondersteunde omgevingen en talen.) Talen die van rechts naar links worden gelezen, zoals Arabisch en Hebreeuws, worden in deze release niet ondersteund. Overwegingen bij de toegankelijkheid van de mobiele app Salesforce1 Salesforce1 is ontworpen met toegankelijkheid in het achterhoofd en biedt een volledig toegankelijke mobiele ervaring voor iedereen, inclusief gebruikers die werken met schermlezers. De mobiele-browserapp Salesforce1 in- of uitschakelen Wanneer de mobiele-browserapp Salesforce1 is ingeschakeld voor uw organisatie, wordt u automatisch hiernaar omgeleid wanneer u inlogt bij Salesforce vanaf een ondersteunde mobiele browser. Toegang tot de volledige Salesforce-site in een willekeurige mobiele browser wordt niet ondersteund. Maar het is wel mogelijk om de mobiele-browserapp uit te schakelen als u voor een bepaalde tijd toegang moet hebben tot Salesforce Classic vanaf uw mobiele apparaat. ZIE OOK: Help-resources voor de mobiele app Salesforce1

De mobiele app Salesforce1 verkrijgen De manier waarop u toegang krijgt tot Salesforce1, is afhankelijk van de manier waarop u wilt werken: met behulp van een app die op uw apparaat is geïnstalleerd, of met behulp van een mobiele browser. Het is mogelijk dat enkele van de Salesforce1-versies voor uw organisatie zijn uitgeschakeld—vraag uw Salesforce-beheerder naar uw opties. Een downloadbare app installeren


De downloadbare apps voor Salesforce1 zijn beschikbaar voor ondersteunde Android- en iOS-apparaten. U kunt Salesforce1 downloaden en installeren vanuit Google Play of de App Store. Zodra de app is geïnstalleerd, start u deze vanuit uw hoofdpaginascherm en logt u in bij uw Salesforce-account. Mogelijk ontvangt u de aanwijzing on een beveiligingspincode aan te maken. Standaard hebt u dan verbinding met uw productieomgeving.

83



Opmerking: Als u niet kunt inloggen, controleert u bij uw beheerder of u voor het gebruik van de downloadbare app bent ingeschakeld. Toegang tot de mobiele-browserapp De mobiele-browserapp Salesforce1 wordt uitgevoerd in een mobiele browser. De mobiele-browserapp is een prima optie als uw organisatie verhindert dat u apps installeert op uw door het bedrijf verstrekte apparaat. Als de mobiele-browserapp is ingeschakeld voor uw organisatie, wordt u automatisch omgeleid naar Salesforce1 wanneer u inlogt bij Salesforce vanaf een ondersteunde mobiele browser. Als Salesforce1 niet automatisch start, controleert u of u de omleiding naar de mobiele-browserapp niet hebt uitgeschakeld en of u een ondersteunde browser gebruikt. (Vanuit de meeste niet-ondersteunde mobiele browsers wordt u in plaats daarvan omgeleid naar Salesforce Classic. Als u gebruikmaakt van een iOS-apparaat, hebt u toegang tot de mobiele browser vanuit Google Chrome for iOS of bij tikken op een Salesforce-koppeling in Gmail for iOS, maar het werken in deze beide omgevingen wordt niet ondersteund door Salesforce.) ZIE OOK: Waarom kan ik niet inloggen bij de mobiele app Salesforce1? Vereisten voor de mobiele app Salesforce1 De mobiele-browserapp Salesforce1 in- of uitschakelen

Voorzieningen van de mobiele app Salesforce1: wat in elke versie beschikbaar is Salesforce1 is beschikbaar als downloadbare app voor iOS- en Android-apparaten en als mobiele-browserapp in ondersteunde mobiele browsers. In de meest gevallen omvatten alle Salesforce1-"varianten" dezelfde voorzieningen. Maar er zijn ook enkele verschillen tussen de beide varianten, die vaak verband houden met verschillen op de mobiele platforms waarop Salesforce1 wordt ondersteund. Voorziening

Downloadbare Android-apps

Downloadbare iOS-app

Mobiele-browserapp

Navigatie en acties Toegang tot maximaal 200 lijstweergaven per object Visuele momentopnamen bekijken van bedrijfsgegevens voor diagrammen in lijstweergaven

(uitsluitend tablets)

Lijstweergaven sorteren en filteren Acties uitvoeren zoals telefoongesprekken voeren, gesprekken vastleggen en e-mailberichten verzenden (Telefoongesprekken alleen ondersteund op iPhones en Android-telefoons) Snelle acties gebruiken die voor uw organisatie zijn gemaakt Google Maps-afbeeldingen bekijken in standaard adresvelden Zoeken Zoeken naar Salesforce-records

84


Voorziening



Bereik aangeven bij Globaal zoeken om records op object te vinden Overeenkomende zoekresultaten bekijken voor alles records, niet alleen die welke recent zijn weergegeven Zoekresultaten sorteren Automatische spellingcontrole en correctie van zoektrefwoorden Globaal zoeken gebruiken om Chatter-posts te vinden in de feed "Hele bedrijf" Relatie- en gegevensbeheer Nieuwe records toevoegen en bestaande records bijwerken Het maken van duplicaatrecords voorkomen Op de hoogte blijven van belangrijke bedrijven en sectoren met de app Nieuws Het laatste nieuws over accounts volgen met Account Insights (vanuit accounts en opportunities) Bedrijfslogo's voor accounts zien (bèta) Twitter-profielen zoeken, koppelen en weergeven voor Salesforce-accounts, -contactpersonen en -leads Relaties tussen accounts en contactpersonen volgen met Contactpersonen aan meerdere accounts Contactpersonen toevoegen aan Salesforce vanuit lijsten van contactpersonen op mobiele apparaten Gekwalificeerd leads converteren naar contactpersonen Verkooptraject gebruiken om verkoopprocessen te volgen het sluiten van deals af te ronden Werken met accountteams en opportunityteams Werken met gegevens die zijn opgeslagen buiten Salesforce Productiviteit (Salesforce Today, Notities, Events, Taken) Today gebruiken voor voorbereiding en beheer van de events van die dag, om deel te nemen aan conferentiegesprekken en om mobiele-agenda-events in Salesforce vast te leggen Contactpersonen toevoegen aan Salesforce uit events in Today Rich-text-notities voor vergaderingen maken en deze eenvoudig relateren aan records

85


Mobiele-browserapp


Voorziening




Taken maken vanuit Notities Taken maken vanuit Chatter-posts Taken bijhouden, sluiten of opnieuw openen Snelle-takenupdates uitvoeren met tikken: opmerkingen bewerken of vervaldatum, status of prioriteit wijzigen Salesforce-events maken en weergeven Work.com Work.com Coaching, Doelen, Beloningen en Vaardigheden gebruiken (Vaardigheden allen beschikbaar in Android) Tools voor Klantenservice Sociale-klantenservice gebruiken voor het bijhouden van cases en het reageren op Twitter-tweets in real-time Salesforce Knowledge-artikelen weergeven Aangeschafte producten volgen met Activa Veldservice stroomlijnen met werkorders (inclusief mijlpalen, gekoppelde artikelen en werkorderhiërarchieën) Geplande services weergeven en naar servicelocaties navigeren met Field Service Lightning Rapporten en dashboards Dashboards, dashboardcomponenten (inclusief Visualforce-dashboardcomponenten) en rapporten weergeven Lightning Experience-rapporten, -dashboards en -diagrammen weergeven Gegevens in rapporten sorteren Dashboardfilters toepassen Dashboards delen in feeds (beperkt) Salesforce Files Salesforce Files gebruiken Salesforce Files gebruiken als Chatter is uitgeschakeld

86

Mobiele-browserapp


Voorziening



Bladeren in en delen van bestanden uit externe gegevensbronnen, zoals SharePoint, OneDrive for Business, Google Drive en Box (vereist Files Connect) Microsoft Office 365-bestanden bewerken Chatter (Feeds, Onderwerpen, Profielen, Groepen) Chatter-feeds, -mensen en -groepen gebruiken Zoeken in de hoofd-Chatter-feed Op onderwerp ingedeelde feedingangen weergeven, bewerken en volgen; meerdere onderwerpen toevoegen aan posts Meerdere recordupdates bundelen in één post Foto's of bestanden bijvoegen bij posts of opmerkingen, snelle acties gebruiken om foto's of bestanden te posten Chatter-posts delen Voorbeelden weergeven van bestanden die zijn gepost naar posts en opmerkingen Dubbeltikken om bladwijzers voor Chatter-posts toe te voegen of te verwijderen Vragen stellen en antwoorden krijgen in de feed Vragen in Chatter escaleren naar cases Gebruikersprofieldetails bewerken (uitsluitend Android) De foto van het gebruikersprofiel wijzigen Records toevoegen een groepen Samenwerken met meer privacy in niet-geregistreerde Chatter-groepen Aankondigingen posten in groepsfeeds Groepen beheren Salesforce1 gebruiken als Chatter is uitgeschakeld Snelle acties gebruiken in Salesforce1 als Chatter is uitgeschakeld Salesforce1 starten vanuit Chatter-kennisgevingen per e-mail en -samenvattingskoppelingen Salesforce-community's

87


Mobiele-browserapp


Voorziening



Toegang tot community's die zijn gemaakt met behulp van de sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce Bedrijfslogica en procesautomatisering Records indienen voor goedkeuring De status van in behandeling zijnde goedkeuringen weergeven en goedkeuringsverzoeken goedkeuren of afwijzen Onderbroken stroominteracties hervatten of verwijderen Kennisgevingen In-app kennisgevingen ontvangen Pushkennisgevingen ontvangen De pushkennisgevingen configureren, die worden verzonden Offline In het cachegeheugen bewaarde gegevens weergeven bij offline werken Records maken en bewerken voor recent geopende objecten indien offline (proef) Toegang en Beveiliging Schakelen tussen meerdere Salesforce-accounts of -community's zonder de app te verlaten Verbindingen met meerdere exemplaren configureren vanaf de inlogpagina De meeste Salesforce-URL's rechtstreeks in Salesforce1 openen Toegang tot apps bepalen met een beveiligingstoegangscode Uitgebreide beveiliging met Mobile Device Management (MDM) Aanpassingen en gebruikers-/app-instellingen Visualforce-pagina's weergeven Lightning-pagina's en aangepaste en externe apps openen Een aangepaste selectie en indeling van acties zien in de actiebalk en lijstitemacties

88


Mobiele-browserapp



Voorziening



Mobiele-browserapp

Aangepaste "branding" zien

ZIE OOK: Help-resources voor de mobiele app Salesforce1

Vereisten voor de mobiele app Salesforce1 Salesforce1 is beschikbaar voor de meeste Salesforce editions en voor vele gebruikerslicentietypen. De app wordt ondersteund op een verscheidenheid aan mobiele platforms, waarbij bepaalde vereisten voor het apparaat, het besturingssysteem en de mobiele browser gelden. Voor de communicatie met Salesforce is een internetverbinding nodig. Ondersteunde apparaten en browsers


Salesforce1 is ondersteund in deze omgevingen. Salesforce1-app

Ondersteunde apparaten

Ondersteund mobiel OS

Downloadbare app voor iOS

iPhone 5c/5s of hogere modellen iOS 9.2 of hoger

Ondersteunde mobiele browser Niet van toepassing

iPad 4 of latere modellen (inclusief iPad Air 2 en iPad Pro) iPad mini 2 of hogere modellen Apple Watch (alleen pushkennisgevingen) Downloadbare app voor Android

Android-telefoons

Android 4.4 of hoger

Niet van toepassing

Samsung Galaxy Note 10.1 tablets Android 5.1.1 of hoger

Niet van toepassing

Mobiele-browserapp

iPhone 5c/5s of hogere modellen iOS 9.2 of hoger

Apple Safari

iPad 4 of latere modellen (inclusief iPad Air 2 en iPad Pro)

Good Access

iPad mini 2 of hogere modellen Android-telefoons


Android-tablets

Google Chrome Good Access

Nokia Lumia 950

Windows 10

Microsoft Edge

Nokia Lumia 1020- en HTC 8X-telefoons

Windows 8.1-update

Microsoft Internet Explorer 11

BlackBerry OS 10.2 of hoger

BlackBerry Browser

(Ondersteuning eindigt op 17 december 2017) BlackBerry Z10-telefoons

89


Salesforce1-app




Ondersteunde mobiele browser

(Ondersteuning eindigt Winter '17) BlackBerry Z30-telefoons

BlackBerry OS 10.2.1.3175 of (Ondersteuning eindigt Winter '17) hoger

BlackBerry Browser

Opmerking: Salesforce ondersteunt laptops met aanraakfunctionaliteit, zoals Microsoft Surface- en Surface Pro-apparaten, als laptops in plaats van tablets. Toegang tot de mobiele-browserapp Salesforce1 is op deze apparaten niet mogelijk. Gebruikers worden altijd omgeleid naar de volledige siteomgeving die voor ze is ingeschakeld—Lightning Experience of Salesforce Classic. Alleen standaardinvoer via toetsenbord en muis wordt ondersteund op dit type apparaten. Voor optimale Salesforce1-prestaties wordt aangeraden om de besturingssystemen van uw mobiele apparaten bijgewerkt te houden en een upgrade uit te voeren naar nieuwere modellen apparaten indien toegestaan door uw mobiele plan. Toekomstige Salesforce1-versies vereisen mogelijk het verwijderen van ondersteuning van oudere besturingssystemen, terwijl nieuwere releases van besturingssystemen mogelijk niet goed functioneren op oudere apparaten. Bij het gebruik van de mobiele-browserapp wordt aangeraden om de Incognito Mode in Chrome, InPrivate Browsing in Internet Explorer of Private Browsing in Safari of BlackBerry Browser uit te schakelen. Salesforce editions en licenties Deze Salesforce editions en -gebruikerslicentietypen staan het gebruik van Salesforce1 toe. Salesforce editions De volgende Salesforce editions zijn • Personal Edition geschikt voor het gebruik van Salesforce1. • Group Edition

Database.com Edition wordt niet ondersteund.

• Professional Edition • Enterprise Edition • Performance Edition • Unlimited Edition • Developer Edition • Contact Manager Edition Gebruikerslicentietypen Deze typen gebruikerslicentie hebben toegang tot Salesforce1. Een bijzondere Salesforce1- of mobiele licentie is niet verplicht.

De volgende typen gebruikerslicenties worden niet ondersteund: portalgebruikers • Salesforce Platform- en (tenzij lid van een Salesforce-community), Force.com-gebruikers Database.com-gebruikers, Sites- en • Chatter Plus-gebruikers (ook wel bekend Site.com-gebruikers, Data.com-gebruikers als Chatter Only), Chatter en Work.com-gebruikers. Free-gebruikers en Chatter External-gebruikers* • Salesforce-gebruikers

• Customer Community, Customer Community Plus en externe gebruikers van Partner Community

90



• Portalgebruikers die lid zijn van een Salesforce-community

Opmerking: Uw hebt toegang tot dezelfde gegevens en functionaliteit welke beschikbaar zijn op de volledige site, zoals bepaald door de Salesforce edition van uw organisatie, uw type gebruikerslicentie en uw toegewezen gebruikersprofielen en machtigingensets. *

Chatter Plus-, Chatter Free- en Chatter External-gebruikers moeten de profielmachtiging "API ingeschakeld" ingeschakeld hebben om een van de downloadbare apps van Salesforce1 te kunnen gebruiken. Chatter External-gebruikers die API-toegang hebben, hebben geen toegang tot de lijstweergaven Groepen of Mensen bij gebruik van een downloadbare app. Draadloze verbinding Een Wi-Fi®- of mobiele-netwerkverbinding is benodigd voor communicatie met Salesforce. Voor mobiele verbindingen is een 3G-netwerk of sneller vereist. Voor de beste prestaties raden wij het gebruik van Wi-Fi of LTE aan. Als u gebruikmaakt van een van de downloadbare apps voor Salesforce1, kunt u uw recentst geopende records weergeven en records maken en bewerken wanneer uw apparaat offline is. ZIE OOK: Omgevings- en taalondersteuning voor de app Salesforce1 Overwegingen bij de toegankelijkheid van de mobiele app Salesforce1 Welke gegevens zijn beschikbaar in de mobiele app Salesforce1?

Welke gegevens zijn beschikbaar in de mobiele app Salesforce1? Salesforce1 maakt gebruik van de Salesforce edition van uw organisatie, van uw gebruikerslicentietype en van uw toegewezen gebruikersprofiel en machtigingensets om te bepalen welke gegevens er beschikbaar zijn voor u. In de meeste gevallen ziet u dezelfde objecten, recordtypen, velden en paginalay-outs die u ook ziet op de volledige Salesforce-site. Maar niet alle Salesforce-gegevens of functionaliteit worden echter in Salesforce1 ondersteund.


Deze objecten zijn beschikbaar in Salesforce1. Tenzij anders vermeld, kunt u records voor deze objecten weergeven, bewerken of maken. • Accounts en Persoonsaccounts • Activa • Campagnes • Cases • Contactpersonen • Contracten • D&B-bedrijf (uitsluitend weergeven, voor Data.com Premium Prospector- en Data.com Premium Clean-klanten) • Dashboards (alleen weergeven) • Events • Leads • Gekoppelde artikelen (alleen weergeven) • Live Chat-transcripties

91



• Opportunities • Orders (uitsluitend weergeven of bewerken) • Rapporten (alleen weergeven) • Salesforce Knowledge-artikelen (alleen weergeven) • Taken • Work.com Coaching, Doelen, Bedankjes, Beloningen en Vaardigheden (Vaardigheden niet beschikbaar in de downloadbare app voor iOS) • Werkorders • Werkordermijlpalen (alleen weergeven) • Aangepaste objecten met een tabblad waartoe u toegang hebt • Externe objecten van Salesforce Connect die doorzoekbaar zijn en een tabblad hebben, waartoe u toegang hebt U hebt toegang tot al deze objecten vanuit het Salesforce1-navigatiemenu. Via het navigatiemenu kunt u zich richten op de objecten waarmee u het meest werkt. Tik op Meer onder aan de sectie Recent voor een volledige lijst van alle objecten die u in Salesforce1 ter beschikking staan. Op bepaalde uitzonderingen na zijn alle van de standaard- en aangepaste velden beschikbaar voor deze records. En u kunt werken met de meeste van de gerelateerde lijsten voor ondersteunde objecten. Tip: Als u nieuw bent bij Salesforce en nog geen historie van recente items hebt, ziet u in eerste instantie deze objecten in de sectie Recent in het Salesforce1-navigatiemenu: Accounts, Cases, Contactpersonen, Bestanden, Groepen (tenzij rechtstreeks toegevoegd aan het navigatiemenu), Leads, Opportunities en Mensen (tenzij rechtstreeks toegevoegd aan het navigatiemenu). Naarmate u meer werkt in Salesforce1 en de volledige Salesforce-site, gaan de objecten die u het meest gebruikt, geleidelijk de standaardobjecten vervangen in de sectie Recent en worden dat de objecten die beschikbaar zijn voor globale zoekopdrachten in Salesforce1. Ket kan maximaal 15 dagen duren voordat de objecten waarmee u regelmatig werkt, worden weergegeven in de sectie Recent. Als u objecten sneller wilt laten weergeven in Recent, zet u deze vanuit uw zoekresultaten op de volledige Salesforce-site. Bij het uitvoeren van een globale zoekopdracht in Salesforce1 kunt u records vinden voor de objecten die alleen in de sectie Recent worden weergegeven. Om te zoeken naar records voor de andere objecten in de volledige lijst wanneer de sectie Recent wordt uitgevouwen, zoekt u vanuit de hoofdpagina van het object. Als Chatter is ingeschakeld, hebt u toegang tot feeds, gebruikersprofielen, groepen en bestanden. U hebt toegang tot gebruikersprofielen zelfs als Chatter is uitgeschakeld. Als u een downloadbare app van Salesforce1 gebruikt, kunt u Salesforce Today gebruiken om vergaderingen voor te bereiden, contact te onderhouden met klanten, snel meedoen aan conferentiegesprekken en uw dag in het algemeen beheren. ZIE OOK: Vereisten voor de mobiele app Salesforce1

Waarom kan ik niet inloggen bij de mobiele app Salesforce1? U weet zeker dat u uw correcte Salesforce-inloggegevens gebruikt, maar u kunt niet inloggen bij Salesforce1? Er zijn enkele veel voorkomende redenen waarom u problemen ondervindt.

EDITIONS

• Zorg ervoor dat u daadwerkelijk machtiging hebt om Salesforce1 te gebruiken. Salesforce-beheerders kunnen bepalen wie de downloadbare apps van Salesforce1 kunnen gebruiken en kunnen ook toegang tot de mobiele-browserapp voor u of uw gehele bedrijf uitschakelen. Als u niet zeker weet of u toegang hebt, overlegt u met uw beheerder.

Mobiele app Salesforce1 beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com

92



• Als u een downloadbare app gebruikt, zorgt u ervoor dat u inlogt bij het juiste exemplaar—productie, sandbox of een aangepast domein. Standaard geeft Salesforce1 een verbinding met uw productieomgeving. Als uw organisatie Single Sign-On gebruikt, configureert u de app dusdanig dat deze tijdens inloggen naar een andere pagina verwijst. Hetzelfde geldt voor het verbinden van Salesforce1 met een sandboxomgeving voor testdoeleinden of voor inloggen met behulp van een Community-URL. Een aangepast domein heeft de vorm https://universalcontainers.my.salesforce.com, waarbij universalcontainers een door uw beheerder geselecteerde naam is. Uw beheerder kan u de te gebruiken domeinnaam geven. – Voor verbinding van de downloadbare app voor iOS met een ander exemplaar gebruikt u deze stappen. – Voor verbinding van de downloadbare app voor Android met een ander exemplaar gebruikt u deze stappen. Als u nog steeds niet kunt inloggen, vraagt u uw beheerder om assistentie. ZIE OOK: De mobiele app Salesforce1 verkrijgen Vereisten voor de mobiele app Salesforce1

Help zoeken in de mobiele app Salesforce1 Salesforce1 omvat een koppeling voor Help, die u kunt gebruiken voor informatie over de mobiele app.

EDITIONS

De koppeling Help bevindt zich onder aan het Salesforce1-navigatiemenu. Tik op navigatiemenu te openen.


om het

En er zijn een heleboel andere resources waarmee u aan de slag kunt gaan in Salesforce1. Raadpleeg Help-resources voor de mobiele app Salesforce1 op pagina 93.

Help-resources voor de mobiele app Salesforce1 De volgende resources bieden informatie over het gebruik van de mobiele app Salesforce1, het instellen van uw organisatie voor het gebruik van de app en het ontwikkelen voor de app.

EDITIONS

Aan de slag met Salesforce1


Handleidingen Using the Salesforce1 App

PDF

Help-onderwerpen Inleiding tot de mobiele app Salesforce1

HTML

Voorzieningen van de mobiele app Salesforce1: wat in elke versie beschikbaar is

HTML

Vereisten voor de mobiele app Salesforce1

HTML

Welke gegevens zijn beschikbaar in de mobiele app Salesforce1?

HTML

De mobiele app Salesforce1 verkrijgen

HTML

Wat niet beschikbaar is in de mobiele app Salesforce1

HTML

93



Help in de app Voor de downloadbare app Salesforce1 op iPhone

HTML

Voor de downloadbare app Salesforce1 op iPad

HTML

Voor de downloadbare app Salesforce1 op Android-telefoons

HTML

Voor de mobiele-browserapp Salesforce1 op mobiele telefoons

HTML

Voor de mobiele-browserapp Salesforce1 op tablets

HTML

Salesforce1-video's Take Your Tasks from Desktop to Mobile (Uw taken meenemen van de desktop naar mobiel)

Video

Accounts and Contacts on the Go (Accounts en contactpersonen onderweg)

Video

Setting Up and Customizing Salesforce1 (Salesforce1 instellen en aanpassen) Handleidingen en tips en trucs Salesforce1-sectie in de notities bij de Salesforce Summer '16-release

PDF

HTML

Salesforce1 Mobile App Admin Guide

PDF

HTML

Salesforce1 App Admin Rollout Guide

HTML

Help-onderwerpen De mobiele app Salesforce1 instellen met de wizard Salesforce1

HTML

Opties voor de set-up van de mobiele app Salesforce1

HTML

De manier waarop acties worden gerangschikt in de Salesforce1-actiebalk

HTML

De "branding" van uw organisatie in de mobiele app Salesforce1

HTML

Visualforce-pagina's inschakelen voor de mobiele app Salesforce1

HTML

Offline toegang tot de mobiele app voor Salesforce1

HTML

Ontwikkelen voor Salesforce1 Handleidingen en tips en trucs Salesforce1 App Developer Guide

PDF

URL-schema's voor Salesforce1 Mobile voor Android en iOS

PDF

Salesforce1 Mobile Security Guide

PDF

94

HTML



Omgevings- en taalondersteuning voor de app Salesforce1 Salesforce1 werkt met bijna alle door Salesforce ondersteunde omgevingen, volledig ondersteunde talen en eindgebruikerstalen. (De Help van Salesforce omvat een volledige lijst van ondersteunde omgevingen en talen.) Talen die van rechts naar links worden gelezen, zoals Arabisch en Hebreeuws, worden in deze release niet ondersteund. Opmerking: De downloadbare apps van Salesforce1 gebruiken de taal- en omgevingsinstellingen van zowel uw Salesforce-gebruikersprofiel als de omgevingsinstellingen op uw mobiele apparaat. Als uw apparaat andere omgevingsinstellingen gebruikt dan zijn opgegeven voor uw gebruikersprofiel, ziet u in de gehele app mogelijk andere talen weergegeven. Zo wordt het navigatiemenu mogelijk in het Engels weergegeven, terwijl records in het Frans worden weergegeven.


Salesforce1 omvat wel ondersteuning voor meerdere valuta's, maar geavanceerd valutabeheer is niet beschikbaar. ZIE OOK: Vereisten voor de mobiele app Salesforce1

Overwegingen bij de toegankelijkheid van de mobiele app Salesforce1 Salesforce1 is ontworpen met toegankelijkheid in het achterhoofd en biedt een volledig toegankelijke mobiele ervaring voor iedereen, inclusief gebruikers die werken met schermlezers.

EDITIONS

In tegenstelling tot de volledige Salesforce-site vereist Salesforce1 geen toegankelijkheidsmodus om gebruikers die met hulpapparaten werken, een volledig toegankelijke ervaring te bieden.


Controleer de documentatie van uw mobiele apparaat voor meer informatie over het gebruik van een schermlezer. ZIE OOK: Vereisten voor de mobiele app Salesforce1

De mobiele-browserapp Salesforce1 in- of uitschakelen Wanneer de mobiele-browserapp Salesforce1 is ingeschakeld voor uw organisatie, wordt u automatisch hiernaar omgeleid wanneer u inlogt bij Salesforce vanaf een ondersteunde mobiele browser. Toegang tot de volledige Salesforce-site in een willekeurige mobiele browser wordt niet ondersteund. Maar het is wel mogelijk om de mobiele-browserapp uit te schakelen als u voor een bepaalde tijd toegang moet hebben tot Salesforce Classic vanaf uw mobiele apparaat. Opmerking: Als u automatische omleiding naar de mobiele-browserapp Salesforce1 uitschakelt, schakelt u ook automatische toegang tot elke ondersteunde browser voor al uw mobiele apparaten uit. Als u bijvoorbeeld de mobiele-browser-app uitschakelt vanaf uw tablet, kunt u ook de mobiele-browser-app op uw smartphone niet meer gebruiken. De volgende stappen hebben geen invloed op de downloadbare apps van Salesforce1, die altijd de Salesforce1-interface weergeven. De mobiele-browserapp uitschakelen vanuit de app: 1. Tik op

.

95



Salesforce Classic Mobile

2. Tik op Volledige site. U schakelt onmiddellijk over naar de volledige site van Salesforce Classic. Toegang tot Lightning Experience is vanuit geen enkele mobiele browser mogelijk. De volledige site is nu uw standaardomgeving wanneer u inlogt vanuit een mobiele browser. U kunt teruggaan naar de mobiele-browserapp Salesforce1 met behulp van de voettekstkoppeling Ga naar Salesforce1 op de volledige site, waarna Salesforce1 weer uw standaardomgeving is. De mobiele-browserapp uitschakelen vanuit de volledige site: 1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Geavanceerde gebruikersdetails op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Geavanceerde gebruikersdetails. Geen resultaten? Geef Persoonlijke gegevens op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Persoonlijke gegevens. 2. Hef de selectie van de optie Salesforce1-gebruiker op. 3. Sla uw wijzigingen op. Als u de mobiele-browserapp Salesforce1 weer wilt inschakelen vanaf de volledige site, herhaalt u de vorige stappen en selecteert u de optie Salesforce1-gebruiker. ZIE OOK: De mobiele app Salesforce1 verkrijgen Vereisten voor de mobiele app Salesforce1 Uw Salesforce Experience personaliseren

Salesforce Classic Mobile De Salesforce Classic Mobile-app biedt mobiele toegang tot uw Salesforce-gegevens vanaf Android™en iPhone®-apparaten. U kunt records weergeven, maken, bewerken en verwijderen, uw activiteiten bijhouden, uw dashboards weergeven, eenvoudige rapporten uitvoeren en gesprekken en e-mailberichten vastleggen. Uw Salesforce-beheerder moet u een mobiele licentie toewijzen voordat u Salesforce Classic Mobile kunt gaan gebruiken. Opmerking: Ondersteunde voorzieningen kunnen variëren, afhankelijk van het besturingssysteem op uw mobiele apparaat en het apparaatmodel. Salesforce Classic Mobile slaat uw Salesforce-records op in een lokale database op uw mobiele apparaat, hetgeen inhoudt dat u de Salesforce Classic Mobile-app zelfs kunt gebruiken wanneer er geen gegevensverbinding beschikbaar is. Salesforce Classic Mobile verzendt periodiek een "oproep" naar Salesforce voor nieuwe en bijgewerkte records, hetgeen u de moeite bespaart om handmatig uw gegevens te moeten synchroniseren. Controleer de lijst van ondersteunde mobiele apparaten om te zien of u de Salesforce Classic Mobile-app op uw smartphone kunt gebruiken. Vereisten voor het gebruik van Salesforce Classic Mobile De Salesforce Classic Mobile-app installeren Veelgestelde vragen over werken met Salesforce Classic Mobile

96

EDITIONS Salesforce Classic Mobile instellen beschikbaar in: zowel Salesforce Classic als Lightning Experience Mobiele app beschikbaar in: Performance, Unlimited en Developer Edition, en tegen bijbetaling in: Professional en Enterprise Edition



Vereisten voor het gebruik van Salesforce Classic Mobile De app Salesforce Classic Mobile kan worden uitgevoerd onder het Android- en iOS-besturingssysteem. Verder wordt deze ondersteund door draadloze providers—als het apparaat een gegevensverbinding met het internet tot stand kan brengen, kan het de mobiele app uitvoeren. Controleer of uw apparaat wordt ondersteund voordat u de mobiele app installeert. Mobiele apparaten die nog niet lang op de markt zijn, worden niet meteen ondersteund, omdat elk apparaat aan het officiële proces voor certificering en kwaliteitscontrole wordt onderworpen.

Notities over iOS-apparaten Gebruik van de Salesforce Classic Mobile-app voor Apple-producten is onderworpen aan bepaalde beperkingen:


• Derden (waaronder, doch niet beperkt tot, Apple Inc. en uw leverancier van netwerkconnectiviteit) kunnen op een willekeurig moment het gebruik van Salesforce Classic Mobile voor de iPhone- en iPod touch-apparaten beperken, onderbreken of voorkomen, of de Salesforce Classic Mobile-app verwijderen van iPhone- of iPod touch-apparaten, of van Salesforce vereisen een van de voorgaande situaties door te voeren zonder de klant het recht te geven op enige restitutie, krediet of een andere vorm van compensatie van deze derde of Salesforce. • Servicecontracten zijn niet van toepassing op Salesforce Classic Mobile voor het iPhone-product. Aanvullende beperkingen staan beschreven in het Order Form Supplement voor Salesforce Classic Mobile voor iPhone, die gebruikers moeten accepteren bij het downloaden of installeren van Salesforce Classic Mobile voor het iPhone-product. ZIE OOK: Vergelijking van Salesforce Mobile-producten Salesforce Classic Mobile

De Salesforce Classic Mobile-app installeren U kunt de app Salesforce Classic Mobile installeren op elk ondersteund Android- of iPhone-apparaat. De gemakkelijkste manier om Salesforce Classic Mobile te installeren is via een bezoek aan http://mobile.salesforce.com vanaf uw mobiele apparaat en daarna de instructies op het scherm opvolgen. U kunt ook de installatiestappen voor uw type apparaat doorlopen.

Android-installatie Salesforce Classic Mobile is beschikbaar voor downloaden vanaf Google Play. Voor toegang tot Google Play moet uw Android-apparaat zijn verbonden met het netwerk. Ook hebt u een Google-account nodig voor het downloaden van toepassingen. Als u nog geen Google-account hebt, gaat u naar https://accounts.google.com en selecteert u Aanmelden om een account in te stellen.


Salesforce Classic Mobile installeren vanaf Google Play: 1. Selecteer vanaf het scherm Apps (Toepassingen) van uw Android-apparaat de optie Google Play Store. 2. Selecteer het veld Search (Zoeken) en typ salesforce. 3. Selecteer Salesforce Classic Mobile in de zoekresultaten.

97



4. Selecteer Download. 5. Tik op Accept and Download (Akkoord en downloaden) als u met de voorwaarden akkoord gaat. 6. Selecteer Open (Openen) om de toepassing te starten. 7. De eerste maal dat u de Salesforce Classic Mobile-app start op een apparaat, moet u de app activeren voor uw apparaat door in te loggen en gegevens te downloaden. Controleer of uw telefoon is verbonden met een netwerk. a. Selecteer I Accept (Ik ga akkoord). b. Geef in het activeringsscherm uw Salesforce-gebruikersnaam en -wachtwoord in. c. Selecteer Activate (Activeren). Afhankelijk van de set-up binnen uw organisatie moet u mogelijk een toegangscode instellen voordat u de app kunt openen.

iPhone-installatie Salesforce Classic Mobile is beschikbaar voor downloaden vanaf de App Store van Apple. Voor het gebruik van de App Store moet uw iPhone of iPod touch zijn verbonden met het netwerk. U hebt ook een iTunes™ Store-account nodig voor het downloaden van toepassingen. Als u niet al een iTunes Store-account hebt, opent u iTunes op uw computer en selecteert u Store > Account om er een in te stellen. Salesforce Classic Mobile installeren vanaf de App Store: 1. Selecteer in het scherm met de hoofdpagina van uw iPhone of iPod touch het pictogram App Store. 2. Tik op Search (Zoeken). 3. Tik binnen het veld Search (Zoeken) om het toetsenbord te openen. Typ salesforce. 4. Selecteer Salesforce Classic Mobile in de lijst van zoekresultaten om informatie over de toepassing weer te geven. 5. Tik op Free (Gratis) en vervolgens op Install (Installeren). Opmerking: Het downloaden van de app vanuit de App Store is gratis. Maar alleen gebruikers van de Enterprise, Professional, Unlimited, Performance of Developer Edition aan wie een mobiele licentie is verleend, kunnen Salesforce Classic Mobile uitvoeren. 6. Geef uw iTunes Store-account en -wachtwoord op en tik op OK. 7. De eerste maal dat u Salesforce Classic Mobile start, moet u de app activeren voor uw apparaat door in te loggen en gegevens te downloaden. Controleer of uw apparaat is verbonden met een netwerk. a. Tik op het Salesforce-pictogram op het scherm Hoofdpagina. b. Tik op I Accept (Ik ga akkoord). c. Geef in het activeringsscherm uw Salesforce-gebruikersnaam en -wachtwoord in. d. Tik op Activate (Activeren). Voorzichtig: Als tijdens het activeringsproces de toepassing sluit of het apparaat wordt vergrendeld, onderbreekt het iPhone-besturingssysteem het downloadproces, maar dit wordt dan hervat de volgende keer dat u de app start. Afhankelijk van de set-up binnen uw organisatie moet u mogelijk een toegangscode instellen voordat u de app kunt openen. ZIE OOK: Vergelijking van Salesforce Mobile-producten Salesforce Classic Mobile

98



Veelgestelde vragen over werken met Salesforce Classic Mobile Heb ik een licentie nodig voor het gebruik van Salesforce Classic Mobile? Is mijn telefoon compatibel met de Salesforce Classic Mobile-app? Welke Salesforce-gegevens worden op mijn apparaat opgeslagen wanneer ik de Salesforce Classic Mobile-app gebruik? Kan ik records in de Salesforce Classic Mobile-app zien, waartoe ik geen toegang heb in Salesforce? Hoe frequent werkt de Salesforce Classic Mobile-app mijn gegevens bij? Hoe kan ik de Salesforce Classic Mobile-app gebruiken voor toegang tot records die niet op mijn mobiele apparaat staan? Wanneer ik een gesprek ontvang op mijn Mobile-apparaat, opent de Salesforce Classic Mobile-app dan de gekoppelde contactpersoonsrecord?

Heb ik een licentie nodig voor het gebruik van Salesforce Classic Mobile? U hebt een mobiele licentie nodig voor alle gebruikers die toegang nodig hebben tot Salesforce Classic Mobile. . Als aan u een mobiele licentie is toegewezen, maar de beheerder nog geen mobiele configuratie voor u heeft ingesteld, kunt u Salesforce Classic Mobile activeren met de standaard mobiele configuratie. De standaardconfiguratie synchroniseert automatisch de records die u het recentst hebt geopend in Salesforce via uw mobiele apparaat. U kunt u zoeken naar records en deze downloaden vanaf Salesforce, die niet lokaal op uw apparaat beschikbaar zijn. Als u wilt achterhalen of aan uw gebruikersaccount een mobiele licentie is verleend voor toegang tot Salesforce Classic Mobile, controleert u uw persoonlijke set-up. • Als de optie Mobiele gebruiker is geselecteerd, kunt u Salesforce Classic Mobile installeren en uitvoeren. Als het selectievakje Mobiele gebruiker is ingeschakeld, maar het veld Mobiele configuratie leeg is, kunt u Salesforce Classic Mobile activeren met de standaard mobiele configuratie. Opmerking: De optie Mobiele gebruiker is standaard uitgeschakeld voor nieuwe Unlimited en Performance Edition-gebruikers.

Is mijn telefoon compatibel met de Salesforce Classic Mobile-app? De app Salesforce Classic Mobile kan worden uitgevoerd op iPhones, iPod touch-apparaten en de meeste Android-apparaten. Raadpleeg de lijst van ondersteunde mobiele apparaten om uit te zoeken of op uw telefoon de app kan worden uitgevoerd. Opmerking: Ondersteunde voorzieningen kunnen variëren, afhankelijk van het besturingssysteem op uw mobiele apparaat en het apparaatmodel.

Welke Salesforce-gegevens worden op mijn apparaat opgeslagen wanneer ik de Salesforce Classic Mobile-app gebruik? Het gebruik van de Salesforce Classic Mobile-app voor toegang tot Salesforce op een mobiel apparaat is heel anders dan het gebruik van de volledige Salesforce-toepassing op uw computer. Mobiele apparaten hebben een minimale hoeveelheid geheugen en een klein scherm, terwijl ze geen constante netwerkverbinding onderhouden. Om ondanks deze beperkingen toch te kunnen werken wordt er een subset van uw Salesforce-gegevens opgeslagen in een lokale database op uw telefoon. De volgende typen tabbladen zijn beschikbaar in de Salesforce Classic Mobile-app: • Alle aangepast-objecttabbladen en de volgende standaardobjecttabbladen: – Accounts

99



– Activa – Bijlagen – Cases – Contactpersonen – Inhoud – Events – Groepen – Groepsleden – Leads – Notities – Opportunities – Prijslijsten – Producten – Oplossingen – Taken – Gebruikers – Dashboards – Rapporten • Tabbladen voor web en Visualforce Opmerking: Welke tabbladen en objecten u in de app ziet, wordt bepaald door uw mobiele configuratie en omvat wellicht niet alle tabbladen en objecten die hier worden vernoemd. Daarnaast ondersteunen de iPhone- en Android-apps geen rapporten. Wanneer u voor een object het tabblad opent, ziet u waarschijnlijk niet al uw Salesforce-records. Voor elk gemobiliseerd object kan uw beheerder filtercriteria maken om het aantal records op uw apparaat te beperken. Zo zou in een grote organisatie het verzenden van alle open en gesloten opportunities naar uw mobiele apparaat te veel geheugen verbruiken en er potentieel toe kunnen leiden dat uw apparaat crasht. In plaats van alle opportunities te verzenden kan uw beheerder een subset ervan verzenden, zoals open opportunities waarvan u eigenaar bent en die volgens de planning deze maand moeten worden gesloten.

Kan ik records in de Salesforce Classic Mobile-app zien, waartoe ik geen toegang heb in Salesforce? Nee. Gebruikersmachtigingen, regels voor delen en beveiliging op veldniveau worden overgenomen vanuit Salesforce—de mobiele toepassing dwingt alle beperkingen af, die zijn ingesteld in Salesforce.

Hoe frequent werkt de Salesforce Classic Mobile-app mijn gegevens bij? De Salesforce Classic Mobile-app controleert elke 20 minuten op wijzigingen in de gegevens. Tijdens deze incrementele update haalt de server alle nieuw gemaakte Salesforce-gegevens op waarvan u eigenaar bent, en verzendt deze gegevens naar uw apparaat. Tevens worden ook wijzigingen verzonden aan alle records die al op het apparaat zijn opgeslagen. Opmerking: Let op het volgende bij de gegevenssynchronisatie: • De app voor Android-clients past de pollingtijd van gegevens aan op basis van appgebruik. Als de app niet in gebruik is, wordt het interval voor de pollingtijd op exponentiële manier vergroot, totdat dit interval de periode van acht uur bereikt. Vanaf dat

100



moment pollt het apparaat elke acht uur naar gegevens. Hierdoor wordt voorkomen dat de Salesforce Classic Mobile-app de batterij van uw apparaat leeg maakt, terwijl de app maar zelden wordt gebruikt. • Omdat er slechts één app tegelijk op de iPhone kan worden uitgevoerd, kan de Salesforce Classic Mobile-app alleen om een gegevensupdate verzoeken wanneer de app is geopend. Wanneer u de app start op de iPhone, voert deze een incrementele update uit, tenzij er in de daaraan voorafgaande 20 minuten een synchronisatie van gegevens heeft plaatsgevonden.

Hoe kan ik de Salesforce Classic Mobile-app gebruiken voor toegang tot records die niet op mijn mobiele apparaat staan? Welke Salesforce-gegevens beschikbaar zijn op uw apparaat, wordt bepaald door uw mobiele configuratie. U kunt gemakkelijk zoeken naar records die niet automatische naar uw apparaat worden gedownload. Op het tabblad van elk object in de Salesforce Classic Mobile-app is een zoekvak beschikbaar; dit zoekvak treft u ook aan op de hoofdpagina van de app.

Wanneer ik een gesprek ontvang op mijn Mobile-apparaat, opent de Salesforce Classic Mobile-app dan de gekoppelde contactpersoonsrecord? De Salesforce Classic Mobile-app kan geen Salesforce-contactpersoon openen wanneer u inkomende gesprekken ontvangt. Als u echter een gesprek plaatst vanuit Salesforce Classic Mobile, krijgt u automatisch de aanwijzing om het gesprek vast te leggen (registreren).

Salesforce Authenticator Welkom bij de gloednieuwe mobiele app Salesforce Authenticator! Versie 2 is een krachtige en innovatieve app voor twee-factorenauthenticatie voor uw mobiele apparaat. De app voegt een extra beveiligingslaag toe om uw Salesforce-account en -gegevens te beschermen. En het ontwerp ervan is gericht op supereenvoudig gebruik. U krijgt betere en meer beveiliging en meet gemak—alle in één prachtige app.

EDITIONS Beschikbaar in: Zowel Salesforce Classic als Lightning Experience Twee-factorenauthenticatie

Wat is twee-factorenauthenticatie? met Salesforce Authenticator We wille allemaal onze online accounts en gegevens veilig houden. Twee-factorenauthenticatie beschikbaar in: Group, is een prima manier om hiervoor te zorgen. Twee-factorenauthenticatie betekent dat u twee Professional, Enterprise, dingen, oftewel twee factoren, hebt voor de toegang tot uw account. De eerste factor is iets Performance, Unlimited, Developer en Contact dat u bekend is, zoals de combinatie van uw gebruikersnaam en wachtwoord. De tweede is Manager Edition iets dat u hebt, zoals een mobiel apparaat waarop een beveiligingsapp is geïnstalleerd. Die tweede factor—het mobiele apparaat met een beveiligingsapp—voegt een extra laag bescherming aan uw account toe. Zelfs als hackers uw wachtwoord stelen, kunnen ze nog niet inloggen, omdat ze uw mobiele apparaat niet hebben, waarop Salesforce Authenticator is geïnstalleerd. De mobiele app Salesforce Authenticator ophalen (versie 2 of hoger) Salesforce Authenticator is een app die u downloadt en installeert op uw mobiele apparaat. Vereisten voor Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) De mobiele app Salesforce Authenticator wordt ondersteund op diverse platforms, met nog bepaalde apparaat-, besturingssysteemen mobiele-browservereisten. Een internetverbinding is noodzakelijk voor communicatie met Salesforce voor gebruikersverificaties van accountactiviteit en op locatie gebaseerde geautomatiseerde verificaties. Verificatiecodes (op tijd gebaseerde eenmalige wachtwoorden, oftewel TOTP's - time-based one-time passwords) kunnen zonder een internetverbinding worden gegenereerd op het mobiele apparaat.

101



Toegankelijkheidsoverwegingen bij Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Salesforce Authenticator is ontworpen met toegankelijkheid in het achterhoofd en biedt een volledig toegankelijke mobiele ervaring voor iedereen, inclusief gebruikers die werken met schermlezers. In tegenstelling tot de volledige Salesforce-site vereist Salesforce Authenticator geen toegankelijkheidsmodus om gebruikers die met hulpapparaten werken, een volledig toegankelijke ervaring te bieden. Omgevings- en taalondersteuning voor Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Salesforce Authenticator werkt met bijna alle door Salesforce ondersteunde omgevingen en de volledig ondersteunde eindgebruikerstalen. De Help van Salesforce omvat een lijst van ondersteunde omgevingen en talen. Talen die van rechts naar links worden gelezen, zoals Arabisch en Hebreeuws, worden in deze release niet ondersteund. Accounttypen van Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) De mobiele app Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) ondersteunt twee typen verbonden accounts. Standaardaccounts beschikken over pushkennisgevingen, op locatie gebaseerde geautomatiseerde verificaties en verificatiecodes voor twee-factorenauthenticatie. "Code-only" accounts bieden alleen verificatiecodes. Een account verbinden met Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Verbind uw Salesforce-account met de mobiele app Salesforce Authenticator om de app te gebruiken voor twee-factorenauthenticatie. In bepaalde organisaties krijgt u de aanwijzing om met uw account te verbinden terwijl u inlogt. In andere organisaties verbindt u de account door middel van uw persoonlijke instellingen. Een account verwijderen uit Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Wanneer u de app voor twee-factorenauthenticatie niet langer wilt gebruiken, verwijdert u uw Salesforce-account uit de mobiele app Salesforce Authenticator. Voordat u een account verwijdert uit de app Salesforce Authenticator op uw mobiele apparaat, zorgt u ervoor dat u geen toegang tot uw Salesforce-account verliest. Vraag uw Salesforce-beheerder om de vereiste van twee-factorenauthenticatie vanuit uw account uit te schakelen of zorg ervoor dat u een andere methode voor twee-factorenauthenticatie beschikbaar hebt. Accountactiviteit verifiëren met de Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) voor twee-factorenauthenticatie Als uw organisatie-instellingen vereisen dat u twee-factorenauthenticatie voltooit bij inloggen of bij toegang tot afgeschermde resources in Salesforce, gebruikt u de mobiele app Salesforce Authenticator. U gebruikt de app voor het verifiëren van identificatiedetails bij uw inlogpogingen en andere accountactiviteit. Door het gebruik van de app voor de verificatie van accountactiviteit voldoet u aan de vereiste van twee-factorenauthenticatie. Niet-herkende accountactiviteit blokkeren met Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Als u een kennisgeving ontvangt van de mobiele app Salesforce Authenticator over accountactiviteit die u niet herkent, gebruikt u de app om de activiteit te blokkeren. Ook kunt u de geblokkeerde activiteit signaleren aan uw Salesforce-beheerder. Twee-factorenauthenticatie vanaf een vertrouwde locatie automatiseren met Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Schakel locatieservices in de mobiele app Salesforce Authenticator in en gebruik de app vervolgens voor het automatiseren van twee-factorenauthenticatie vanaf een vertrouwde locatie. Voorbeelden van vertrouwde locaties zijn thuis of uw kantoor. Op locatie gebaseerde geautomatiseerde verificaties stoppen in Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) U kunt een locatie verwijderen uit uw lijst van vertrouwde locaties om van daaruit geautomatiseerde verificatie uit te schakelen.

102



Wat is twee-factorenauthenticatie? We wille allemaal onze online accounts en gegevens veilig houden. Twee-factorenauthenticatie is een prima manier om hiervoor te zorgen. Twee-factorenauthenticatie betekent dat u twee dingen, oftewel twee factoren, hebt voor de toegang tot uw account. De eerste factor is iets dat u bekend is, zoals de combinatie van uw gebruikersnaam en wachtwoord. De tweede is iets dat u hebt, zoals een mobiel apparaat waarop een beveiligingsapp is geïnstalleerd. Die tweede factor—het mobiele apparaat met een beveiligingsapp—voegt een extra laag bescherming aan uw account toe. Zelfs als hackers uw wachtwoord stelen, kunnen ze nog niet inloggen, omdat ze uw mobiele apparaat niet hebben, waarop Salesforce Authenticator is geïnstalleerd. Vele mobiele authenticator-apps genereren verificatiecodes die na verloop van tijd komen te vervallen. Wanneer u inlogt bij een online account die twee-factorenauthenticatie vereist, geeft u samen met uw gebruikersnaam en wachtwoord de code op. Salesforce Authenticator genereert ook codes voor wanneer u deze nodig hebt, maar versie 2 van de app introduceert nieuwe voorzieningen voor meer gemak zonder daarbij de beveiliging op te offeren.

EDITIONS Beschikbaar in: Zowel Salesforce Classic als Lightning Experience Twee-factorenauthenticatie met Salesforce Authenticator beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited, Developer en Contact Manager Edition

Wanneer iemand probeert in te loggen bij online gegevens met beperkte toegang in uw account of deze probeert te openen, verzendt Salesforce een kennisgeving naar uw mobiele apparaat. U opent de app Salesforce Authenticator om details van de online activiteit te zien. Nadat u de details hebt gecontroleerd, kunt u op Goedkeuren tikken om te verifiëren dat de activiteit bij u hoort. Als u de activiteit niet herkent, tikt u op Weigeren om deze te blokkeren. Ook kunt u de geblokkeerde activiteit signaleren aan uw Salesforce-beheerder. Wanneer u locatieservices voor Salesforce Authenticator inschakelt, maakt u zelfs nóg krachtiger voorzieningen beschikbaar. Als u bijvoorbeeld thuis of op kantoor bent, kunt u de aan de Authenticator doorgeven om uw activiteiten automatisch vanaf die vertrouwde locatie te verifiëren. Deze automatisering biedt de extra beveiliging van twee-factorenauthenticatie zonder dat u zelfs maar uw telefoon in de hand hoeft te hebben. Voordat u Salesforce Authenticator kunt gebruiken voor twee-factorenauthenticatie, verbindt u de app met uw online account. In Salesforce kunt u de app met uw account verbinden in uw persoonlijke instellingen. Het verbinden van de app betekent niet dat u verplicht bent om twee-factorenauthenticatie te gebruiken telkens wanneer u inlogt. Uw beheerder stelt een vereiste voor twee-factorenauthenticatie voor u in op basis van de beveiligingsbeleidsvormen van uw bedrijf. Als uw beheerder twee-factorenauthenticatie verplicht stelt voordat u Salesforce Authenticator met uw account verbindt, krijgt u de volgende maal dat u inlogt, de aanwijzing om de app te verbinden.

De mobiele app Salesforce Authenticator ophalen (versie 2 of hoger) Salesforce Authenticator is een app die u downloadt en installeert op uw mobiele apparaat.

EDITIONS

Nieuwe installaties U kunt de mobiele app Salesforce Authenticator downloaden en installeren vanuit Google Play of de App Store voor ondersteunde Android- en iOS-apparaten. Nadat u de app hebt geïnstalleerd, start u deze vanuit uw hoofdpaginascherm en verbindt u deze met uw Salesforce-account. In bepaalde organisaties krijgt u de aanwijzing om de app tijdens inloggen te verbinden. Anders verbindt u de app via uw persoonlijke instellingen in Salesforce. Bijwerken vanaf Salesforce Authenticator versie 1 Als u versie 1 al op uw mobiele apparaat hebt geïnstalleerd, downloadt u de update vanuit de App Store of Google Play. De update behoudt alle verbonden accounts die u al in de app hebt. Het betreft "code-only"-accounts die wel verificatiecodes genereren, maar geen pushkennisgevingen verzenden of op locatie gebaseerde geautomatiseerde verificaties toestaan. "Code-only" accounts worden weergegeven in uw lijst Verbonden accounts zonder een > uiterst rechts van de

103

Beschikbaar in: Zowel Salesforce Classic als Lightning Experience Twee-factorenauthenticatie met Salesforce Authenticator beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited, Developer en Contact Manager Edition



accountnaamrij, terwijl er geen accountdetailpagina is. De verificatiecodes in deze "code-only" accounts zijn geldig totdat u de nieuwe versie 2-functionaliteit verbindt met uw Salesforce-account via uw persoonlijke instellingen. Nadat u de nieuwe versie hebt verbonden, geeft uw account de volledige functionaliteit van Salesforce Authenticator versie 2: pushkennisgevingen, op locatie gebaseerde geautomatiseerde verificaties en verificatiecodes. ZIE OOK: Vereisten voor Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger)

Vereisten voor Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) De mobiele app Salesforce Authenticator wordt ondersteund op diverse platforms, met nog bepaalde apparaat-, besturingssysteemen mobiele-browservereisten. Een internetverbinding is noodzakelijk voor communicatie met Salesforce voor gebruikersverificaties van accountactiviteit en op locatie gebaseerde geautomatiseerde verificaties. Verificatiecodes (op tijd gebaseerde eenmalige wachtwoorden, oftewel TOTP's - time-based one-time passwords) kunnen zonder een internetverbinding worden gegenereerd op het mobiele apparaat. Ondersteunde apparaten en browsers Salesforce Authenticator wordt in deze omgevingen in de stand Staand ondersteund. App Salesforce Authenticator



iOS, v2 of hoger

iPhone 5 of hogere modellen

iOS 8 of hoger

Android, v2 of hoger

Android-telefoons



Voor optimale Salesforce Authenticator-prestaties wordt aangeraden om het besturingssysteem van uw mobiele apparaat bijgewerkt te houden en om een upgrade naar een nieuwe model van het apparaat uit te voeren wanneer dit is toegestaan bij uw provider. Toekomstige Salesforce-versies vereisen mogelijk het verwijderen van de ondersteuning van oudere besturingssystemen, terwijl soms releases van een nieuwer besturingssysteem niet goed functioneren op oudere apparaten. Salesforce editions en licenties De volgende Salesforce editions en gebruikerslicentietypen staan het gebruik van Salesforce Authenticator voor identiteitsverificatie en twee-factorenauthenticatie toe. Salesforce editions • Group Edition • Professional Edition

Database.com Edition wordt niet ondersteund.

• Enterprise Edition • Performance Edition • Unlimited Edition • Developer Edition • Contact Manager Edition Gebruikerslicentietypen

104



De volgende typen gebruikerslicenties worden niet ondersteund: portalgebruikers • Salesforce Platform en (tenzij lid van een Salesforce-community), Salesforce-gebruikers Database.com-gebruikers, Sites- en • Customer Community, Customer Site.com-gebruikers, Data.com-gebruikers Community Plus en externe gebruikers en Work.com-gebruikers. van Partner Community • Salesforce-gebruikers

• Portalgebruikers die lid zijn van een Salesforce-community

Draadloze verbinding Een Wi-Fi- of cellulair-netwerkverbinding is nodig voor communicatie met Salesforce. Voor mobiele verbindingen is een 3G-netwerk of sneller vereist. Voor de beste prestaties raden wij het gebruik van Wi-Fi of LTE aan. Salesforce Authenticator genereert geldige verificatiecodes wanneer uw apparaat offline is. U kunt ook uw activiteitenhistorie en lijst van vertrouwde locaties weergeven wanneer het apparaat offline is. ZIE OOK: Omgevings- en taalondersteuning voor Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Toegankelijkheidsoverwegingen bij Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger)

Toegankelijkheidsoverwegingen bij Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Salesforce Authenticator is ontworpen met toegankelijkheid in het achterhoofd en biedt een volledig toegankelijke mobiele ervaring voor iedereen, inclusief gebruikers die werken met schermlezers. In tegenstelling tot de volledige Salesforce-site vereist Salesforce Authenticator geen toegankelijkheidsmodus om gebruikers die met hulpapparaten werken, een volledig toegankelijke ervaring te bieden. Controleer de documentatie van uw mobiele apparaat voor meer informatie over het gebruik van een schermlezer. ZIE OOK: Vereisten voor Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger)

Omgevings- en taalondersteuning voor Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Salesforce Authenticator werkt met bijna alle door Salesforce ondersteunde omgevingen en de volledig ondersteunde eindgebruikerstalen. De Help van Salesforce omvat een lijst van ondersteunde omgevingen en talen. Talen die van rechts naar links worden gelezen, zoals Arabisch en Hebreeuws, worden in deze release niet ondersteund. ZIE OOK: Vereisten voor Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger)

105



Accounttypen van Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) De mobiele app Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) ondersteunt twee typen verbonden accounts. Standaardaccounts beschikken over pushkennisgevingen, op locatie gebaseerde geautomatiseerde verificaties en verificatiecodes voor twee-factorenauthenticatie. "Code-only" accounts bieden alleen verificatiecodes. Standaardaccounts In uw lijst Verbonden accounts geven standaardaccounts uiterst rechts in de rij een > weer. Tik op een willekeurige plaats in de accountrij om naar de accountdetailpagina te gaan. De detailpagina toont informatie over de account, inclusief recente accountactiviteit. "Code-only" accounts In uw lijst Verbonden accounts geven "code-only" accounts geen > weer uiterst rechts van de rij en is er geen accountdetailpagina.


ZIE OOK: Een account verbinden met Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Een account verwijderen uit Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger)

Een account verbinden met Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Verbind uw Salesforce-account met de mobiele app Salesforce Authenticator om de app te gebruiken voor twee-factorenauthenticatie. In bepaalde organisaties krijgt u de aanwijzing om met uw account te verbinden terwijl u inlogt. In andere organisaties verbindt u de account door middel van uw persoonlijke instellingen. Als u de aanwijzing krijgt om Salesforce Authenticator te verbinden met uw Salesforce account terwijl u inlog, volgt u de instructies op het scherm. Voor het verbinden van de app vanuit uw persoonlijke instellingen in Salesforce logt u in bij uw account en volgt u deze stappen op. 1. Download en installeer versie 2 of hoger van de app Salesforce Authenticator voor het type mobiele apparaat dat u gebruikt. Haal de app voor iPhone op bij de App Store. Haal de app voor Android-apparaten op bij Google Play.


Als u voorheen versie 1 van Salesforce Authenticator op uw mobiele apparaat hebt geïnstalleerd, kunt u de app bijwerken naar versie 2 via de App Store of Google Play. De update behoudt alle verbonden accounts die u al in de app hebt. Het betreft "code-only"-accounts die wel verificatiecodes genereren, maar geen pushkennisgevingen verzenden of op locatie gebaseerde geautomatiseerde verificaties toestaan. "Code-only" accounts worden weergegeven in uw lijst Verbonden accounts zonder een > uiterst rechts van de accountnaamrij, terwijl er geen accountdetailpagina is. Als u een code-only-account hebt voor de gebruikersnaam die u hebt gebruikt voor uw huidige inlogpoging bij Salesforce, veegt u in de app naar links om die gebruikersnaam te verwijderen voordat u doorgaat. Bij de volgende stappen gaat u de account opnieuw voor die gebruikersnaam verbinden. De nieuwe verbonden account biedt volledige functionaliteit van Salesforce Authenticator, versie 2: pushkennisgevingen, op locatie gebaseerde geautomatiseerde verificaties en verificatiecodes. 2. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Geavanceerde gebruikersdetails op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Geavanceerde gebruikersdetails. Geen resultaten? Geef Persoonlijke gegevens op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Persoonlijke gegevens. 3. Zoek Appregistratie: Salesforce Authenticator en klik op Verbinden. 4. Om beveiligingsredenen krijgt u de aanwijzing om in te loggen bij uw account.

106



5. Open de app Salesforce Authenticator op uw mobiele apparaat. Als u de app voor de eerste maal opent, ziet u een rondleiding door de voorzieningen van de app. Volg de rondleiding of ga meteen aan de gang met het toevoegen van uw Salesforce-account aan de app. 6. Tik in de app op + om uw account toe te voegen. De app genereert een unieke frase van twee woorden. 7. Geef, terug in uw browser, de frase op in het veld Frase van twee woorden. 8. Klik op Verbinden. Als u voorheen een authenticator-app hebt verbonden, die verificatiecodes voor uw account genereert, krijgt u soms een waarschuwing te zien. Het verbinden van versie 2 of hoger van de mobiele app Salesforce Authenticator maakt de codes uit uw oude app ongeldig. Wanneer u een verificatiecode nodig hebt, haalt u deze vanaf nu op met Salesforce Authenticator. 9. In de app Salesforce Authenticator op uw mobiele apparaat ziet u details over de account waarmee u verbindt. Tik voor het voltooien van de accountverbinding op Verbinden in de app. Om uw account veilig te houden sturen we u een kennisgeving per e-mail telkens wanneer een nieuwe identiteitsverificatiemethode wordt toegevoegd aan uw Salesforce-account. U ontvangt het e-mailbericht ongeacht of u de methode toevoegt of dat uw Salesforce-beheerder deze namens u toevoegt. ZIE OOK: Accounttypen van Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Een account verwijderen uit Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger)

Een account verwijderen uit Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Wanneer u de app voor twee-factorenauthenticatie niet langer wilt gebruiken, verwijdert u uw Salesforce-account uit de mobiele app Salesforce Authenticator. Voordat u een account verwijdert uit de app Salesforce Authenticator op uw mobiele apparaat, zorgt u ervoor dat u geen toegang tot uw Salesforce-account verliest. Vraag uw Salesforce-beheerder om de vereiste van twee-factorenauthenticatie vanuit uw account uit te schakelen of zorg ervoor dat u een andere methode voor twee-factorenauthenticatie beschikbaar hebt. 1. Begin in een webbrowser, in uw Salesforce-account. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Geavanceerde gebruikersdetails op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Geavanceerde gebruikersdetails. Geen resultaten? Geef Persoonlijke gegevens op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Persoonlijke gegevens. 2. Zoek Appregistratie: Salesforce Authenticator en klik op Verbinden. 3. Zoek Appregistratie: Generator voor eenmalig wachtwoord en klik op Verbinding verbreken. 4. Open de app Salesforce Authenticator op uw mobiele apparaat. 5. Zoek in de applijst van verbonden accounts de account die u wilt verwijderen. 6. Veeg naar links over de gebruikersnaam van de account. 7. Tik op Verwijderen. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven.

107




8. Tik voor het bevestigen van het verwijderen van de account op Verwijderen. ZIE OOK: Accounttypen van Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Een account verbinden met Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger)

Accountactiviteit verifiëren met de Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) voor twee-factorenauthenticatie Als uw organisatie-instellingen vereisen dat u twee-factorenauthenticatie voltooit bij inloggen of bij toegang tot afgeschermde resources in Salesforce, gebruikt u de mobiele app Salesforce Authenticator. U gebruikt de app voor het verifiëren van identificatiedetails bij uw inlogpogingen en andere accountactiviteit. Door het gebruik van de app voor de verificatie van accountactiviteit voldoet u aan de vereiste van twee-factorenauthenticatie. Voordat u de app voor twee-factorenauthenticatie kunt gebruiken, verbindt u de app met uw account. Wanneer u in Salesforce iets doe dat verificatie vereist, ontvangt u een kennisgeving vanuit de app Salesforce Authenticator op uw mobiele apparaat. 1. Reageer op de kennisgeving door de app Salesforce Authenticator te openen op uw mobiele apparaat. De app geeft details van uw accountactiviteit weer, inclusief uw gebruikersnaam, de service waartoe u toegang probeert te krijgen (zoals Salesforce), en informatie over het apparaat dat u voor de activiteit gebruikt. Als locatieservices zijn ingeschakeld en beschikbaar zijn, toont de app uw huidige locatie. Vanwege de aard van geolocatietechnologie kan de nauwkeurigheid van geolocatievelden (bijvoorbeeld straatadres, land, plaats) variëren.


2. Controleer de details. 3. Als u de details herkent, tikt u op Goedkeuren op uw mobiele apparaat. In Salesforce wordt u ingelogd of toegang tot de gewenste resource gegeven. ZIE OOK: Wat is twee-factorenauthenticatie? Twee-factorenauthenticatie vanaf een vertrouwde locatie automatiseren met Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Niet-herkende accountactiviteit blokkeren met Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger)

108



Niet-herkende accountactiviteit blokkeren met Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Als u een kennisgeving ontvangt van de mobiele app Salesforce Authenticator over accountactiviteit die u niet herkent, gebruikt u de app om de activiteit te blokkeren. Ook kunt u de geblokkeerde activiteit signaleren aan uw Salesforce-beheerder. 1. Reageer op de kennisgeving door de app Salesforce Authenticator te openen op uw mobiele apparaat. De app geeft details van uw accountactiviteit weer, inclusief uw gebruikersnaam, de service waartoe u toegang probeert te krijgen (zoals Salesforce), en informatie over het apparaat dat u voor de activiteit gebruikt. Als locatieservices zijn ingeschakeld en beschikbaar zijn, toont de app de huidige locatie van de gebruiker. Vanwege de aard van geolocatietechnologie kan de nauwkeurigheid van geolocatievelden (bijvoorbeeld straatadres, land, plaats) variëren. 2. Controleer de details. 3. Als u de details niet herkent, tikt u op Weigeren op uw mobiele apparaat. De app vraagt wat er moet gebeuren met de niet-herkende activiteit.


4. Ter voorkoming van ongeoorloofde toegang tot uw account en als waarschuwing aan uw Salesforce-beheerder van een potentiële inbreuk op beveiliging tikt u op Activiteit blokkeren en signaleren. Om toegang tot uw account te verhinderen zonder signaleren tikt u op Activiteit alleen blokkeren. Als u per abuis op Weigeren hebt getikt, tikt u op Annuleren om terug te gaan en de activiteit te verifiëren. ZIE OOK: Wat is twee-factorenauthenticatie? Accountactiviteit verifiëren met de Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) voor twee-factorenauthenticatie

Twee-factorenauthenticatie vanaf een vertrouwde locatie automatiseren met Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) Schakel locatieservices in de mobiele app Salesforce Authenticator in en gebruik de app vervolgens voor het automatiseren van twee-factorenauthenticatie vanaf een vertrouwde locatie. Voorbeelden van vertrouwde locaties zijn thuis of uw kantoor. Voordat u de app voor twee-factorenauthenticatie kunt gebruiken, verbindt u de app met uw account. De eerste maal dat u Salesforce Authenticator gebruikt voor het verifiëren van uw accountactiviteit, vraagt de app om toegang tot uw locatie. Reageer door toegang toe te staan of ga later naar de instellingen van uw mobiele apparaat om Salesforce Authenticator toegang tot uw locatie te geven. De locatiegegevens van mobiele apparaat blijven binnen de app. Door toegang tot uw locatie toe te staan automatiseert u twee-factorenauthenticatie wanneer u werkt op kantoor, vanuit thuis of een andere vertrouwde locatie.


1. Reageer op een kennisgeving vanuit Salesforce Authenticator door de app op uw mobiele apparaat te openen. De app geeft details van uw accountactiviteit weer, inclusief uw gebruikersnaam, de service waartoe u toegang probeert te krijgen (zoals Salesforce), en informatie over het apparaat dat u voor de activiteit gebruikt. Als locatieservices zijn ingeschakeld en beschikbaar zijn, toont de app uw huidige locatie. Vanwege de aard van geolocatietechnologie kan de nauwkeurigheid van geolocatievelden (bijvoorbeeld straatadres, land, plaats) variëren. 2. Controleer de details.

109


Relaties en gegevens met records beheren

3. Als u de details herkent en u op een locatie bent, die u vertrouwt (zoals op kantoor of thuis), schakelt u Altijd verifiëren vanaf deze plaats in. 4. Tik op Goedkeuren. In Salesforce wordt u ingelogd of toegang tot de gewenste resource gegeven. De volgende maal dat u dezelfde actie vanaf dezelfde locatie onderneemt, verifieert de app Salesforce Authenticator automatisch de activiteit voor u. U moet uw mobiele apparaat wel bij u hebben, maar u hoeft niet (meer) te reageren op een appkennisgeing. ZIE OOK: Accountactiviteit verifiëren met de Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) voor twee-factorenauthenticatie Op locatie gebaseerde geautomatiseerde verificaties stoppen in Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger)

Op locatie gebaseerde geautomatiseerde verificaties stoppen in Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger) U kunt een locatie verwijderen uit uw lijst van vertrouwde locaties om van daaruit geautomatiseerde verificatie uit te schakelen.

EDITIONS

1. Open de app Salesforce Authenticator op uw mobiele apparaat.

Beschikbaar in: Zowel Salesforce Classic als Lightning Experience

2. Tik in uw lijst Verbonden accounts op uw gebruikersnaam om naar de accountdetailpagina te gaan. 3. Tik in Vertrouwde locaties op Alles weergeven. 4. Veeg naar links op de locatie waarvoor u wilt ophouden met vertrouwen. 5. Tik op Verwijderen of Ophouden met vertrouwen, ongeacht wat wordt weergegeven. De app vraagt om bevestiging dat u vanaf deze locatie geautomatiseerde verificaties wilt uitschakelen. 6. Tik op Ophouden met vertrouwen.

Twee-factorenauthenticatie met Salesforce Authenticator beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited, Developer en Contact Manager Edition

ZIE OOK: Twee-factorenauthenticatie vanaf een vertrouwde locatie automatiseren met Salesforce Authenticator (versie 2 of hoger)

Relaties en gegevens met records beheren Veel van uw Salesforce-gegevens worden in afzonderlijke records opgeslagen en binnen objecten geordend. Bijvoorbeeld, het object Account bevat al uw accountrecords. Als het bedrijf Acme een van uw accounts is, hebt u een accountrecord voor Acme. Records en gegevens zoeken en weergeven Bekijk uw gegevens met tabbladen, zoekopdrachten of lijsten. Records maken Records maken is de standaardprocedure voor de meeste Salesforce-gebruikers. Bepaalde objecten (zoals Account) kennen speciale richtlijnen en overwegingen waarvan u op de hoogte moet zijn, maar het proces van het maken van een record is voor alle gelijk. Records bewerken Records verwijderen

110


Records en gegevens zoeken en weergeven

Bestanden bijvoegen bij records Bij de meeste soorten Salesforce-records kunt u bestanden – zoals Microsoft® Office-documenten, Adobe® PDF-bestanden, en afbeeldingen en video's – bijvoegen. De groottelimiet voor een bijgevoegd bestand is 25 MB indien rechtstreeks bijgevoegd bij de gerelateerde lijst, inclusief een bestand dat is bijgevoegd bij een oplossing.De groottelimiet voor meerdere bestanden die zijn bijgevoegd bij hetzelfde e-mailbericht, is 25 MB, met een maximale grootte van 5 MB per bestand. Onderwerpen voor records Onderwerpen zijn woorden of frasen die u kunt koppelen aan Salesforce-records om deze in te delen op basis van gemeenschappelijke thema's. Gebruik onderwerpen om records te groeperen op een gemeenschappelijk thema en gebruik deze onderwerpen vervolgens om lijstweergaven te filteren. Tags voor records Tags zijn woorden of korte woordgroepen die u aan de meeste Salesforce-records kunt koppelen om hun gegevens op persoonlijke wijze te beschrijven en te organiseren. Gebruik tags om records van verschillende objecten te groeperen op een gemeenschappelijk thema of gebruik. Vervolgens kunt u op die tags zoeken om snel en eenvoudig gegevens te zoeken. Richtlijnen voor het invoeren van valuta, datums, tijden en telefoonnummers Keuzelijstwaarden selecteren Mogelijk komt u een paar vershillende typen keuzelijstvelden tegen in Salesforce. Notities Notities is een uitgebreide en verbeterde versie van de Salesforce-tool voor het maken van notities, waarmee uw gebruikers sneller en beter notities kunnen maken. Gebruik Notities om uw werkstroom te stroomlijnen, de productiviteit te verbeteren en Salesforce optimaal te benutten. Overwegingen bij het beheer van aan records gekoppelde bestanden en notities Bij het werken met bijlagen, Google-documenten of notities die zijn gemaakt met de oude tool voor het maken van notities moet u een aantal dingen in gedachten houden. Notitie- en bijlagevelden Notities is een verbeterde, uitgebreide versie van de Salesforce-tool voor het maken van notities. Deze tabel vermeldt de beschikbare velden wanneer u een notitie maakt met Notities. Er is ook een werkbalk met pictogrammen om bullet- en genummerde lijsten toe te voegen aan notities. Notities en bijlagen verwijderen uit records Als u een notitie of bijlage wilt verwijderen, klikt u op Verw naast de notitie of de bijlage in de gerelateerde lijst Notities of bijlagen of de gerelateerde lijst Bijlagen van een record. Waarom wordt de record die ik probeer op te slaan, gesignaleerd als duplicaat? Wat kan ik doen? Uw organisatie gebruikt duplicaatregels, die voorkomen dat gebruikers duplicaatrecords aanmaken. Lees het bericht om te bepalen hoe u moet verdergaan.

Records en gegevens zoeken en weergeven Bekijk uw gegevens met tabbladen, zoekopdrachten of lijsten.

EDITIONS

Als u met records werkt, mag u niet vergeten dat de recordtypen die u kunt maken, weergeven en verwijderen, worden bepaald door instellingen van de beheerder, zoals een gebruikersprofiel en machtigingenset. Uw toegang tot afzonderlijke records kan zijn bepaald door andere configuraties, zoals instellingen voor delen. En uw toegang tot velden op recordtypen kan worden bestuurd door beveiliging op veldniveau. Werk samen met uw beheerder om te zorgen dat u toegang hebt tot de records en gegevens die u nodig hebt. Uw records kunt u op enkele gemakkelijke manieren zoeken en weergeven.

111

Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Alle editions



• Vanuit een tabblad, zoals Accounts of Contactpersonen, start u vanuit de standaardweergave en klikt u op Gaan! of selecteert u een andere weergave. De pagina die verschijnt, wordt een lijstweergave genoemd. • Zoek naar een record met trefwoorden, zoals een naam of adres dat in de record is opgeslagen. Gebruik de zoekbalk in de banner die op de meeste pagina's wordt weergegeven. • Zoek in veel records onder de belangrijkste secties op de pagina naar gerelateerde lijsten, die records aanduiden die gekoppeld zijn aan de record die u op dat moment weergeeft. Bijvoorbeeld een accountrecord heeft waarschijnlijk een gerelateerde lijst van contactpersonen voor die account. Toegang tot records verlenen U kunt handmatig delen gebruiken om specifieke andere gebruikers toegang te geven tot bepaalde typen records, inclusief accounts, contactpersonen en leads. In bepaalde gevallen omvat het verlenen van toegang tot één record ook toegang tot alle gekoppelde records hiervan. Recordtoegang bewerken of verwijderen De toegang tot een record bewerken of verwijderen. Weergeven welke gebruikers toegang hebben tot uw records Nadat u toegang hebt verleend tot een record waarvan u eigenaar bent, kunt u een lijst weergeven van gebruikers die toegang hebben tot de record en de bijbehorende gegevens, inclusief hun toegangsniveau en een verklaring. De lijst toont alle gebruikers die meer toegang hebben dan de standaardinstellingen van de hele organisatie. Recordtoegangsniveaus Lijstweergaven Met lijstweergaven zijn uw belangrijke records snel toegankelijk. U vindt vooraf geconfigureerde weergaven, zoals een lijst recentelijk weergegeven records, voor elk standaard en aangepast object. Maak aangepaste lijstweergaven voor het weergeven van records die aan uw eigen criteria voldoen. Scrol door de vooraf geconfigureerde weergaven en lijstweergaven die u hebt gemaakt, en gebruik lijstweergavediagrammen om uw gegevens grafisch weer te geven. Hoe werkt het sharemodel? Voor welke soorten records kan ik lijstweergaven afdrukken? Items openen, die u recent hebt weergegeven In de sectie Recente items van de Salesforce-zijbalk vindt u een lijst van maximaal 10 items (records, documenten, aangepaste objecten, enz.) die u het recentst hebt toegevoegd, bewerkt of weergegeven. ZIE OOK: Salesforce-pagina's Wat achtergrond over uw Salesforce-beheerder

112



Toegang tot records verlenen U kunt handmatig delen gebruiken om specifieke andere gebruikers toegang te geven tot bepaalde typen records, inclusief accounts, contactpersonen en leads. In bepaalde gevallen omvat het verlenen van toegang tot één record ook toegang tot alle gekoppelde records hiervan. Als u een andere gebruiker bijvoorbeeld toegang verleent tot een account, heeft deze gebruiker automatisch toegang tot alle opportunities en cases die aan die account zijn gekoppeld. Voor het verlenen van toegang tot een record moet u een van de volgende gebruikers zijn. • De recordeigenaar • Een gebruiker in een rol boven de eigenaar in de hiërarchie (als de instellingen voor delen van uw organisatie toegang bepalen via hiërarchieën) • Een gebruiker aan wie "Volledige toegang" tot de record is verleend • Een beheerder Stap voor stap: gebruikers toegang tot uw account verlenen Toegang verlenen tot een record met behulp van handmatig delen: 1. Klik op Delen voor de record die u wilt delen. 2. Klik op Toevoegen. 3. Selecteer vanuit de vervolgkeuzelijst Zoeken het type toe te voegen groep, gebruiker, rol of territorium. Afhankelijk van de gegevens in uw organisatie kunnen uw opties omvatten: Type

Beschrijving

Groepen van managers

Alle directe en indirecte managers van een gebruiker.

Groepen van ondergeschikten van managers Een manager en alle direct en indirect rapporterenden die deze manager aanstuurt. Openbare groepen

Alle openbare groepen die zijn gedefinieerd door uw beheerder.

Persoonlijke groepen

Alle persoonlijke groepen die zijn gedefinieerd door de recordeigenaar. Alleen de recordeigenaar kan delen met zijn of haar persoonlijke groepen.

Gebruikers

Alle gebruikers in uw organisatie. Omvat geen portalgebruikers.

Rollen

Alle rollen die zijn gedefinieerd voor uw organisatie. Dit omvat alle gebruikers in elke rol.

Rollen en ondergeschikten

Alle gebruikers in de rol, plus alle gebruikers in rollen onder die rol in de hiërarchie. Alleen

113

EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Delen voor accounts en contactpersonen is beschikbaar in: Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition Delen voor campagnes, cases, aangepast-objectrecords, leads en opportunities is beschikbaar in Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition Territoriumbeheer beschikbaar in: Developer en Performance Edition, en in Enterprise en Unlimited Edition met de Sales Cloud



Type

Beschrijving beschikbaar als er geen portals zijn ingeschakeld voor uw organisatie.

Rollen en interne ondergeschikten

Alle rollen die zijn gedefinieerd voor uw organisatie. Dit omvat alle gebruikers in de specifieke rol plus alle gebruikers in de rollen daaronder, behalve partnerportal- en klantportalrollen.

Rollen en interne en portalondergeschikten

Voegt een rol en de ondergeschikte rollen ervan toe. Omvat alle gebruikers in die rol, plus alle gebruikers in rollen onder die rol. Alleen beschikbaar wanneer een partner of klantportal is ingeschakeld voor uw organisatie. Omvat portalrollen en -gebruikers.

Territoria

Bij organisaties die territoriumbeheer gebruiken, alle territoria die voor uw organisatie zijn gedefinieerd, inclusief alle gebruikers in elk territorium.

Territoria en ondergeschikten

Bij organisaties die territoriumbeheer gebruiken, alle gebruikers in het territorium plus de gebruikers onder dat territorium.

Opmerking: Als in organisaties met meer dan 2000 gebruikers, rollen en groepen uw query geen items in een bepaalde categorie oplevert, wordt die categorie niet getoond in het vervolgkeuzemenu Zoeken. Als geen van uw groepsnamen bijvoorbeeld de tekenreeks "CEO" bevat, merkt u na zoeken op "CEO" dat de optie Groepen niet langer wordt weergegeven in het vervolgkeuzemenu. Als u een nieuwe zoekterm opgeeft, wordt nog wel naar alle van de categorieën gezocht, ook al komen ze niet voor in de lijst. U kunt het vervolgkeuzemenu opnieuw invullen door uw zoektermen te wissen en Zoeken te selecteren. 4. Kies de specifieke groepen, gebruikers, rollen of territoria die toegang moeten krijgen, door hun namen toe te voegen aan de lijst Delen met. Gebruik de pijlen voor Toevoegen en Verwijderen om de items te verplaatsen van de lijst Beschikbaar naar de lijst Delen met. 5. Bepaal het toegangsniveau voor de record die u deelt, alsmede alle gekoppelde records waarvan u eigenaar bent. Opmerking: • Als u een opportunity of case deelt, dienen degenen met wie u deelt, minstens "Lezen"-toegang tot de gekoppelde account te hebben (tenzij u een case deelt via een caseteam). Als u ook de machtigingen hebt om de account zelf te delen, krijgen degenen met wie u deelt, automatisch "Lezen"-toegang tot de account. Als u geen machtigingen hebt om de account te delen, moet u de accounteigenaar vragen om de anderen "Lezen"-toegang ervoor te verlenen. • Contactpersoonstoegang is niet beschikbaar als de standaardwaarde voor contactpersonen van de hele organisatie is ingesteld op Beheerd door bovenliggend niveau. • Bij regels voor delen die toegang tot gekoppelde objectrecords bepalen, is het gegeven toegangsniveau alleen van toepassing op de regel voor delen. Als de regel voor het delen van een account bijvoorbeeld Privé aangeeft als het toegangsniveau voor gekoppelde contactpersonen, kan een gebruiker toch nog steeds op een andere manier toegang tot gekoppelde contactpersonen hebben, bijvoorbeeld via standaardinstellingen van hele organisatie, de machtiging "Alle gegevens wijzigen" of "Alle gegevens weergeven", of de machtiging "Alles wijzigen" of "Alles weergeven" voor contactpersonen. 6. Wanneer u een prognose deelt, selecteert u Indienen toegestaan zodat de gebruiker, groep of rol de prognose kan indienen.

114



7. Selecteer de reden waarom u de record deelt, zodat gebruikers en beheerders weten waarover het gaat. 8. Klik op Opslaan. ZIE OOK: Recordtoegang bewerken of verwijderen Toegang tot UI-elementen, records en velden Weergeven welke gebruikers toegang hebben tot uw records Recordtoegangsniveaus

Recordtoegang bewerken of verwijderen De toegang tot een record bewerken of verwijderen.

EDITIONS

Vormen van handmatig delen worden automatisch verwijderd als de recordeigenaar wordt gewijzigd of als deze niet langer nodig is, bijvoorbeeld wanneer de standaardinstellingen voor de hele organisatie of regels voor delen een soortgelijke of ruimere toegang verlenen dan die van handmatig delen. Toegang tot een record bewerken of verwijderen: 1. Open de record waarvoor u de toegang wilt bewerken of verwijderen. 2. Klik op Delen voor de record. 3. Klik op Bewerken of Verw naast de groep, de gebruiker, de rol of het territorium waarvoor u de toegang wilt wijzigen of verwijderen. ZIE OOK: Toegang tot records verlenen Recordtoegangsniveaus

Beschikbaar in: Salesforce Classic Delen voor accounts en contactpersonen is beschikbaar in: Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition Delen voor campagnes, cases, aangepast-objectrecords, leads en opportunities is beschikbaar in Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition Delen voor aangepaste objecten is beschikbaar in Database.com

Weergeven welke gebruikers toegang hebben tot uw records Nadat u toegang hebt verleend tot een record waarvan u eigenaar bent, kunt u een lijst weergeven van gebruikers die toegang hebben tot de record en de bijbehorende gegevens, inclusief hun toegangsniveau en een verklaring. De lijst toont alle gebruikers die meer toegang hebben dan de standaardinstellingen van de hele organisatie. Voor het delen van prognoses toont de lijst of de gebruiker een prognose kan indienen (in prognoseversies waarin delen beschikbaar is). Portalgebruikers met groot volume en klantportalsupergebruikers worden van deze lijst uitgesloten. Opmerking: Bij regels voor delen die toegang tot gekoppelde objectrecords bepalen, is het gegeven toegangsniveau alleen van toepassing op de regel voor delen. Als de regel voor het delen van een account bijvoorbeeld Privé aangeeft als het toegangsniveau voor gekoppelde contactpersonen, kan een gebruiker toch nog steeds op een andere manier

115




toegang tot gekoppelde contactpersonen hebben, bijvoorbeeld via standaardinstellingen van hele organisatie, de machtiging "Alle gegevens wijzigen" of "Alle gegevens weergeven", of de machtiging "Alles wijzigen" of "Alles weergeven" voor contactpersonen. 1. Klik op Delen voor de gewenste record. 2. Klik op Lijst uitvouwen. 3. Klik op Waarom? naast de naam van een gebruiker om te zien waarom de gebruiker toegang tot de record heeft. Als er verschillende redenen zijn met verschillende toegangsniveaus, krijgt de gebruiker altijd het meest tolerante toegangsniveau. De mogelijke redenen zijn: Reden

Beschrijving

Regel voor het delen van account

De gebruiker heeft toegang via een door de beheerder gemaakte regel voor het delen van een account.

Account delen

De gebruiker is toegang verleend via de knop Wordt gedeeld voor de gekoppelde account.

Accountteam

De gebruiker is lid van het accountteam.

Accountterritorium

De account is toegewezen aan een territorium waartoe de gebruiker toegang heeft.

Accountterritoriumregel

De gebruiker heeft toegang via een door de beheerder gemaakte regel voor het delen van een territorium.

Beheerder

De gebruiker heeft de beheermachtiging "Alle gegevens wijzigen" of "Alle gegevens weergeven" of de objectmachtiging "Alles wijzigen" of "Alles weergeven".

Gekoppelde portalgebruiker of rol

De portalgebruiker of een rol hoger dan de rol van de portalgebruiker heeft toegang tot de account waarvoor de portalgebruiker contactpersoon is.

Eigenaar of delen van gekoppelde record

De gebruiker is eigenaar van of heeft toegang via delen tot een aan de account gekoppelde contactpersoon of contract. Klik op de koppeling om weer te geven welke gekoppelde records de gebruiker in eigendom heeft of tot welke gekoppelde records deze via delen toegang heeft.

Delen van gekoppelde records

De gebruiker is lid van een groep voor delen, die toegang heeft tot een contactpersoon of contract dat is gekoppeld aan de account die eigendom is van portalgebruikers met groot volume.

Regel voor het delen van campagnes

De gebruiker heeft toegang via een door de beheerder gemaakte regel voor het delen van een campagne.

Regel voor het delen van cases

De gebruiker heeft toegang via een door de beheerder gemaakte regel voor het delen van een case.

Regel voor het delen van contactpersoon

De gebruiker heeft toegang via een door de beheerder gemaakte regel voor het delen van een contactpersoon.

116



Reden

Beschrijving

Gedelegeerde prognosemanager

Een gebruiker heeft toegang tot prognosegegevens gekregen via de knop Delen voor de prognose (in prognoseversies waarin delen beschikbaar is).

Prognosemanager

Een gebruiker heeft toegang als prognosemanager in de prognosehiërarchie.

Groepslid

De gebruiker heeft toegang via een groep, zoals een Managersgroep of Managersgroep van ondergeschikten.

Regel voor het delen van leads

De gebruiker heeft toegang via een door de beheerder gemaakte regel voor het delen van een lead.

Manager van territoriumlid

De gebruiker is een ondergeschikte in de rollenhiërarchie, die is toegewezen aan het territorium waaraan de account is gekoppeld.

Handmatig delen

De gebruiker heeft toegang die werd verleend via de knop Wordt gedeeld voor de record.

Handmatig delen van het territorium

De account is handmatig toegewezen aan een territorium waartoe de gebruiker toegang heeft.

Regel voor het delen van opportunities

De gebruiker heeft toegang via een door de beheerder gemaakte regel voor delen van een opportunity.

Eigenaar

De gebruiker is eigenaar van de record, de gebruiker is lid van de wachtrij die eigenaar is van de record, of heeft een positie hoger dan het wachtrijlid in de rollenhiërarchie.

Groep voor delen van portal

De gebruiker is lid van een groep voor delen, die toegang heeft tot records die eigendom zijn van portalgebruikers met groot volume.

Gerelateerde portalgebruiker

De portalgebruiker is contactpersoon voor de case.

Rol boven eigenaar of gedeelde gebruiker (alleen portal)

De rol van de gebruiker is hoger dan de rol van een portalgebruiker die toegang heeft tot de record via eigendom of delen.

Verkoopteam

De gebruiker is lid van het opportunityverkoopteam.

Machtiging Alle prognoses weergeven

De gebruiker heeft de machtiging "Alle prognoses weergeven".

Als een gebruiker toegang heeft tot een record als gevolg van meerdere redenen voor delen, ziet u mogelijk dat sommige redenen tot één record worden gecomprimeerd, die het hoogste niveau van machtiging bevat. De redenen die worden gecomprimeerd, zijn: Associated Portal User of Role, Associated Record Owner of Sharing, Manual Sharing, en Owner. Als bijvoorbeeld een gebruiker eigenaar

117



is van opportunities die aan een account zijn gekoppeld, en tevens handmatig toegang tot die account is gegeven, wordt de gebruiker slechts één maal op pagina's voor delen vermeld. ZIE OOK: Toegang tot UI-elementen, records en velden Toegang tot records verlenen Recordtoegangsniveaus

Recordtoegangsniveaus Als u records deelt met andere gebruikers, kunt u hen verschillende toegangsniveaus voor de records toewijzen.

EDITIONS

Dit zijn de beschikbare toegangsniveaus:


Toegangsniveau

Beschrijving

Volledige toegang

U kunt de record weergeven, bewerken, verwijderen en overdragen. Gebruiker kan de toegang ook delen met meer gebruikers, maar de gebruiker kan geen Volledige toegang verlenen aan andere gebruikers.

Delen voor accounts en contactpersonen is beschikbaar in: Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

Lezen/schrijven

De gebruiker kan de record weergeven en bewerken, en gekoppelde records, notities en bijlagen eraan toevoegen.

Alleen-lezen

De gebruiker kan de record weergeven, en gekoppelde records eraan toevoegen. De gebruiker kan de record niet bewerken, noch notities of bijlagen eraan toevoegen.

Delen voor campagnes, cases, aangepast-objectrecords, leads en opportunities is beschikbaar in Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

Privé

De gebruiker heeft op geen enkele manier toegang tot de record.

Opmerking: Als u een fout krijgt bij selectie van de optie Volledige toegang, hebt u niet langer de machtiging voor het instellen van volledige toegang voor records. Neem contact op met uw beheerder om te bepalen of deze toegang wel noodzakelijk is. ZIE OOK: Toegang tot UI-elementen, records en velden Weergeven welke gebruikers toegang hebben tot uw records

Lijstweergaven Met lijstweergaven zijn uw belangrijke records snel toegankelijk. U vindt vooraf geconfigureerde weergaven, zoals een lijst recentelijk weergegeven records, voor elk standaard en aangepast object. Maak aangepaste lijstweergaven voor het weergeven van records die aan uw eigen criteria voldoen. Scrol door de vooraf geconfigureerde weergaven en lijstweergaven die u hebt gemaakt, en gebruik lijstweergavediagrammen om uw gegevens grafisch weer te geven.

118



Een lijstweergave maken Maak een lijstweergave maken om een specifieke set records weer te geven. U kunt weergaven voor opportunities, contactpersonen, leads en andere standaard- en aangepaste objecten maken en opslaan. U bepaalt welke records worden weergegeven door filters in te stellen. Alle records die aan uw filtercriteria voldoen, verschijnen in uw lijstweergave. Lijstweergavefilters bewerken Verfijn uw lijstweergaven of werk ze bij om te zorgen dat u de meest relevante records ziet. Bewerk de lijstweergavefilters om te wijzigen welke records in een lijstweergave worden weergegeven. Lijstweergaven sorteren Van veel objecten kunt u records in lijsten weergeven, ook "lijstweergaven" genoemd. Als uw lijst lang is, kunt u de records sorteren op een van de veldkolommen. Zo kunt u de lijstweergave Alle accounts sorteren op de veldkolom Accountnaam, de veldkolom Factuurstaat/provincie en andere. Ook kunt u aangepaste lijstweergaven sorteren. Sorteren gebeurt alfanumeriek. Een lijstweergave afdrukken in Salesforce Classic Een lijstweergave verwijderen Verwijder een lijstweergave die niet meer nodig hebt, om uw werkruimte up-to-date te houden. Relatieve-datumwaarden voor filtercriteria Wanneer u een lijstweergave maakt, die een filter voor een bereik van datums bevat, zoals Aanmaakdatum of Datum laatste update, gebruikt een of meer van de relatieve-datumwaarden waarmee u het bereik kunt opgeven. Lijstweergavegegevens visualiseren met diagrammen in Lightning Experience Bekijk een grafische weergave van lijstweergavegegevens met lijstweergavediagrammen. Er zijn drie typen diagrammen: verticaal en horizontaal staafdiagram, en ringdiagram. Selecteer uit beschikbare standaard en aangepaste lijstweergavediagrammen voor elke lijstweergave. U kunt de gegevensweergave desgewenst in een ander type wijzigen. Een lijstweergavediagram maken in Lightning Experience Maak een diagram om lijstweergavegegevens te visualiseren. Er zijn drie typen diagrammen: verticaal en horizontaal staafdiagram, en ringdiagram. Voor elke lijstweergavediagram kunt u desgewenst de weergegeven gegevens wijzigen in een ander type. Als u een lijstweergavediagram maakt voor een object als opportunities of leads, wordt het diagram aan het object gekoppeld. Het diagram is beschikbaar voor elke lijstweergave waarvoor u een machtiging tot weergave voor dat object hebt, behalve de Recent weergegeven lijst. Een lijstweergavediagram bewerken in Lightning Experience Verfijn uw aangepaste-lijstweergavediagrammen of werk ze bij om te zorgen dat u de meest zinvolle gegevensvisualisaties ziet. Er zijn drie typen diagrammen: verticaal en horizontaal staafdiagram, en ringdiagram. Voor elke lijstweergavediagram kunt u desgewenst de weergegeven gegevens wijzigen in een ander type.

Een lijstweergave maken Maak een lijstweergave maken om een specifieke set records weer te geven. U kunt weergaven voor opportunities, contactpersonen, leads en andere standaard- en aangepaste objecten maken en opslaan. U bepaalt welke records worden weergegeven door filters in te stellen. Alle records die aan uw filtercriteria voldoen, verschijnen in uw lijstweergave. Een lijstweergave maken in Lightning Experience Maak een weergave om een oneindig scrolbare lijst van records weer te geven die aan uw filtercriteria voldoen. Een lijstweergaven maken in Salesforce Classic Een lijstweergave maken om een specifieke set contactpersonen, documenten of andere objectrecords weer te geven. Zo kunt u een lijstweergave maken met accounts in uw provincie, leads met een specifieke leadbron of opportunities boven een bepaald bedrag. U kunt ook weergaven maken van contactpersonen, leads, gebruikers of cases die u wilt gebruiken voor in bulk e-mailontvangerslijsten.

119



Een lijstweergave maken in Lightning Experience Maak een weergave om een oneindig scrolbare lijst van records weer te geven die aan uw filtercriteria voldoen.

EDITIONS Beschikbaar in: Lightning Experience

Opmerking: Deze stappen werken in Lightning Experience. Als u een navigatiebalk aan de linkerzijde van uw scherm ziet, bevindt u zich in Lightning Experience. Als u een rij tabbladen ziet langs de bovenzijde van het scherm, bent u in Salesforce Classic.

Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

Acties die u kunt uitvoeren voor lijstweergaven zijn toegankelijk in het menu Besturingselementen voor lijstweergave, waartoe u toegang krijgt door op lijstweergave.

te klikken naast de naam van de

1. Selecteer Nieuw vanuit Besturingselementen voor lijstweergave. Er wordt een dialoogvenster weergegeven. 2. Geef een naam op voor uw lijst. 3. Kies wie deze lijstweergave kan zien: alleen u of alle gebruikers, inclusief gebruikers van partner- en klantportals. 4. Klik op Opslaan. Het deelvenster Filters verschijnt. 5. Klik op Toon mij en selecteer vervolgens Alle objecten of Mijn objecten. 6. Klik op Gereed. 7. Voeg filters toe en stel deze in om alleen de records te zien die aan uw criteria voldoen. U hebt verschillende opties, afhankelijk van het veld dat u wilt filteren en de operator die u kiest.

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Lijstweergaven maken: • "Lezen" voor het type record dat is opgenomen in de lijst EN "Lijstweergaven maken en aanpassen" Openbare lijstweergaven maken, bewerken of verwijderen: • "Openbare lijstweergaven beheren"

Filters ondersteunen alleen waarden tussen het minimum en maximum voor een ondertekende integerwaarde van 23 bits, oftewel tussen 1 en 2.147.483.648. Een waarde buiten dit bereik schakelt dat filter uit. a. Klik op Filter toevoegen. b. Selecteer het te filteren veld vanuit de vervolgkeuzelijst Nieuw Filter. c. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Filteren op... een operator. Kies bijvoorbeeld is gelijk aan, begint met of bevat niet. d. Maak voor Waarde een selectie of geef een waarde op. e. Klik op Gereed. f. Klik op Filter toevoegen om een ander filter in te stellen. g. Klik op

bij de filternaam om een filter te verwijderen.

8. Klik voor het toevoegen van logica die verder verfijnt welke records worden weergegeven in uw lijstweergave, op Filterlogica. Gebruik het aan elk filter toegewezen nummer om te verwijzen naar filters in uw instructie voor de logica. Belangrijk: Neem elk filternummer in uw instructie voor de logica op. U kunt geen filters hebben waarnaar niet wordt verwezen in de instructie voor de logica. Operande

Definitie

EN

Zoekt records die overeenkomen met beide waarden. 1 AND 2

OF

Zoekt records die overeenkomen met een van beide waarden. 1 OR 2

120



Operande

Definitie

NOT

Zoekt records die waarden uitsluiten. Bijvoorbeeld, Filter 1 is Sector is gelijk aan Biotechnologie. U stelt de filterlogica in als NOT 1. Uw rapport retourneert records die niet Biotechnologie als de waarde voor Sector hebben.

Stel dat een vertegenwoordiger alle opportunities wil zien, die in juli 2015 of daarna zijn gemaakt, die in een vergevorderde fase van onderhandeling zijn, of een grote waarschijnlijkheid van sluiten hebben, of beide. Hier zijn de filters: a. Datum van laatste wijziging groter dan of gelijk aan 7/1/2015 b. Fase bevat Voorstel/prijsofferte, Onderhandeling/beoordeling c. Waarschijnlijkheid groter dan of gelijk aan 50 De vertegenwoordiger voegt vervolgens de instructie voor de logica toe: 1 AND (2 OR 3).

Opmerking: NOT functioneert niet bij expressies tussen haakjes. Zo wordt de expressie 1 AND NOT (2 AND 3) geëvalueerd als 1 AND (NOT 2 AND 3). In de filterresultaten worden geen records geretourneerd wanneer u verwacht wel enkele records te zien.

121



9. Klik op Opslaan. De weergave verschijnt in de vervolgkeuzelijst Lijstweergave zodat u deze later kunt openen. 10. Optioneel kunt u de kolommen in uw lijstweergave kiezen en sorteren. a. Selecteer Weer te geven velden selecteren vanuit het menu Besturingselementen voor lijstweergave. b. Selecteer een of meer velden van Beschikbare velden om kolommen toe te voegen en gebruik de pijl om deze naar Zichtbare velden te verplaatsen. c. Selecteer een of meer velden van Zichtbare velden om kolommen te verwijderen en gebruik de pijl om deze naar Beschikbare velden te verplaatsen. d. Selecteer een of meer velden van Zichtbare velden om kolommen te sorteren en gebruik de pijlen om deze naar omhoog of omlaag te verplaatsen. e. Klik op Opslaan. Opmerking: In lijstweergaven ziet u alleen de gegevens waartoe u toegang hebt. U ziet records die uw eigendom zijn of waartoe u lees- of schrijftoegang hebt, en records die met u zijn gedeeld. Lijstweergaven omvatten ook records die eigendom zijn van of zijn gedeeld met gebruikers in rollen onder u in de rollenhiërarchie. U kunt alleen de velden zien, die zichtbaar zijn volgens de instellingen van uw paginalay-out en beveiliging op veldniveau. ZIE OOK: Een lijstweergaven maken in Salesforce Classic Lijstweergavefilters bewerken in Lightning Experience Naslag over filteroperatoren Lijstweergavegegevens visualiseren met diagrammen in Lightning Experience

Een lijstweergaven maken in Salesforce Classic Een lijstweergave maken om een specifieke set contactpersonen, documenten of andere objectrecords weer te geven. Zo kunt u een lijstweergave maken met accounts in uw provincie, leads met een specifieke leadbron of opportunities boven een bepaald bedrag. U kunt ook weergaven maken van contactpersonen, leads, gebruikers of cases die u wilt gebruiken voor in bulk e-mailontvangerslijsten.


Opmerking: Deze stappen werken in Salesforce Classic. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic. Als u een navigatiebalk ziet aan de linkerzijde, bent u in Lightning Experience. Klik op Nieuwe weergave maken boven aan een lijstpagina of in de sectie Weergaven van de hoofdpagina van een tabblad om een weergave te maken. Opmerking: Als u Nieuwe weergave maken niet ziet, beschikt u niet over de machtiging "Lijstweergaven maken en aanpassen". Neem contact op met uw Salesforce-beheerder om deze aan te vragen. 1. Geef bij Weergavenaam opgeven de naam op, die moet worden weergegeven in de vervolgkeuzelijst voor weergaven. 2. Als u de machtiging "Toepassing aanpassen" hebt, geeft u een unieke naam op voor gebruik bij de API en beheerde pakketten. 3. Geef uw filtercriteria op.

122

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Aangepaste lijstweergaven maken: • "Lezen" voor het type record dat is opgenomen in de lijst EN "Lijstweergaven maken en aanpassen" Openbare lijstweergaven maken, bewerken of verwijderen: • "Openbare lijstweergaven beheren"



Filteren op eigenaar Deze opties verschillen per recordtype. Meestal selecteert u Alle... of Mijn... om de verzameling records op te geven die moeten worden doorzocht. Mogelijke opties omvatten: • Leads en cases weergeven op wachtrij. • Groeperen op prijslijst. • Lijstweergaven voor activiteiten weergeven op verschillende manieren. • Als in uw organisatie territoriumbeheer wordt gebruikt, account- en opportunitylijstweergaven beperken op basis van Mijn territoria of Mijn territoriumteams. Mijn territoria omvat records die zijn gekoppeld aan territoria waartoe u behoort. Mijn territoriumteams omvat records die zijn gekoppeld aan territoria waartoe u behoort of aan territoria onder u in de territoriumhiërarchie. • Als uw organisatie caseteams heeft, caselijstweergaven beperken op basis van Mijn caseteams. • Als uw organisatie accountteams, accountlijstweergaven beperken op basis van Mijn accountteams. • Als uw organisatie opportunityteams, opportunitylijstweergaven beperken op basis van Mijn opportunityteams. Filteren op campagne Deze optie is beschikbaar voor de volgende lijstweergaven: • Hoofdpagina contactpersonen • Hoofdpagina leads • Bulk e-mailcontactpersonen • Bulk e-mailleads • Wizard Campagneleden in bulk toevoegen • Wizard Campagneleden in bulk bijwerken Als u een lijstweergave bewerkt die wordt gefilterd op campagne, en niet ten minste leestoegang hebt tot de campagne, krijgt u een foutmelding wanneer u probeert om de lijstweergave op te slaan. Filteren op divisie Als uw organisatie divisies gebruikt voor het segmenteren van gegevens en u de machtiging "Beïnvloed door divisies" hebt, selecteert u de divisie voor de records die u wilt weergeven. Deze optie wordt uitgeschakeld als u niet alle records doorzoekt. Selecteer Huidig om records in de huidige werkdivisie weer te geven. Filteren op aanvullende velden Geef optioneel filtercriteria op waaraan de geselecteerde items moeten voldoen, bijvoorbeeld Leadbron is gelijk aan web. U kunt ook datumwaarden gebruiken in uw filtercriteria. Opmerking: Wanneer u het veld Aanmaakdatum hebt geselecteerd in een lijstweergavefilter, kan de door u opgegeven waarde alleen een datum en niet een tijd zijn. Deze beperking geldt niet voor andere filters. 4. Bepaal welke velden moeten worden weergegeven. De standaardvelden worden automatisch geselecteerd. Vanuit de velden die voorkomen in uw paginalay-out, kunt u maximaal 15 verschillende velden in uw weergave weergeven. Wanneer u een lange-tekstgebied selecteert, worden er in de lijstweergave maximaal 255 tekens weergegeven. Opmerking: Als u een veld toevoegt of verwijdert en de wijziging opslaat, worden de kolommen van de lijstweergave aangepast aan de standaardbreedte om de wijziging mogelijk te maken. Deze wijziging negeert alle eerder ingestelde aangepaste breedten. a. Als u velden wilt toevoegen of verwijderen, selecteert u een veldnaam en klikt u op de pijl Toevoegen of Verwijderen. b. Rangschik de velden in de juiste volgorde met behulp van de pijlen.

123



5. Beperk optioneel de zichtbaarheid van de weergave. Als u een beheerder of een gebruiker met de machtiging "Openbare lijstweergaven beheren" bent, geeft u op of de aangepaste weergave door iedereen of alleen door u kan worden bekeken. Deze optie is niet beschikbaar in Personal Edition. Gebruikers moeten ook de machtiging "Lezen" voor het type records in de lijstweergave hebben om een lijstweergave te kunnen bekijken. Enterprise-, Unlimited-, Performance- en Developer Edition-gebruikers kunnen een openbare groep of rol toegang geven, inclusief alle gebruikers onder die rol. De lijstweergave delen: a. Selecteer Zichtbaar voor bepaalde groepen gebruikers. b. Kies het type groep of rol in de vervolgkeuzelijst en selecteer vervolgende de groep of rol in de lijst. c. Klik op Toevoegen. Opmerking: Lijstweergaven zijn zichtbaar voor uw Salesforce klantportalgebruikers als de instelling Zichtbaar voor alle gebruikers is ingeschakeld voor weergaven van objecten in profielen van klantportalgebruikers. Om lijstweergaven alleen zichtbaar te maken voor uw Salesforce-gebruikers selecteert u Zichtbaar voor bepaalde groepen gebruikers. Vervolgens deelt u de weergave met de groep Alle interne gebruikers of een geselecteerde set van interne groepen en rollen. Bij de implementatie van een klantportal maakt u aangepaste weergaven die alleen relevante informatie voor klantportalgebruikers bevatten. Maak deze weergaven vervolgens zichtbaar voor klantportalgebruikers door ze te delen met de groep Alle klantportalgebruikers of een set van portalgroepen en rollen. 6. Klik op Opslaan. De weergave verschijnt in de vervolgkeuzelijst Weergave zodat u deze later kunt openen. U kunt een bestaande lijstweergave een andere naam geven en klikken op Opslaan als om de criteria van de lijstweergave op te slaan zonder de oorspronkelijke weergave te veranderen. Als u terug wilt navigeren naar de lijstpagina die u het laatst hebt bekeken, klikt u op Terug naar lijst boven aan een detailpagina. Opmerking: In lijstweergaven ziet u alleen de gegevens waartoe u toegang hebt. U ziet records die uw eigendom zijn of waartoe u lees- of schrijftoegang hebt, en records die met u zijn gedeeld. Lijstweergaven omvatten ook records die eigendom zijn van of zijn gedeeld met gebruikers in rollen onder u in de rollenhiërarchie. U kunt alleen de velden zien, die zichtbaar zijn volgens de instellingen van uw paginalay-out en beveiliging op veldniveau. Gearchiveerde activiteiten zijn niet opgenomen in activiteitenlijstweergaven. U kunt de gerelateerde lijst Activiteitshistorie gebruiken om deze activiteiten weer te geven.

Lijstweergavefilters bewerken Verfijn uw lijstweergaven of werk ze bij om te zorgen dat u de meest relevante records ziet. Bewerk de lijstweergavefilters om te wijzigen welke records in een lijstweergave worden weergegeven. Lijstweergavefilters bewerken in Lightning Experience Bewerk filters voor een lijstweergave vanuit Besturingselementen voor lijstweergave of klik op Filters.

124

voor toegang tot het deelvenster



Lijstweergavefilters bewerken in Salesforce Classic Om filters van een lijstweergave te wijzigen bewerkt u de lijst. ZIE OOK: Naslag over filteroperatoren Een lijstweergave maken in Lightning Experience

Lijstweergavefilters bewerken in Lightning Experience Bewerk filters voor een lijstweergave vanuit Besturingselementen voor lijstweergave of klik op voor toegang tot het deelvenster Filters. Belangrijk: Deze stappen werken in Lightning Experience. Als u een navigatiebalk aan de linkerzijde van uw scherm ziet, bevindt u zich in Lightning Experience. Als u een rij tabbladen ziet langs de bovenzijde van het scherm, bent u in Salesforce Classic. Acties die u kunt uitvoeren voor lijstweergaven zijn toegankelijk in het menu Besturingselementen voor lijstweergave, waartoe u toegang krijgt door op lijstweergave.

te klikken naast de naam van de

Opmerking: Sommige lijstweergaven hebben vooraf gedefinieerde filterbereiken en kunnen niet worden gefilterd. De SOQL-query voor bijvoorbeeld een generieke lijstweergave Team of de recent weergegeven lijstweergave staat geen verder filteren van de queryresultaten toe. 1. Selecteer Lijstfilters bewerken vanuit Besturingselementen voor lijstweergave. U kunt ook op

klikken. Het deelvenster Filters verschijnt.

2. Bewerk, verwijder of voeg filters toe om alleen de records weer te geven, die aan uw criteria voldoen. U hebt verschillende opties, afhankelijk van het veld dat u wilt filteren en de operator die u kiest. a. Klik op het filter dat u wilt wijzigen. b. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Filteren op... een operator. Kies bijvoorbeeld is gelijk aan, begint met of sluit uit.

EDITIONS Beschikbaar in: Lightning Experience Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Lijstweergaven bewerken: • "Lezen" voor het type record dat is opgenomen in de lijst EN "Lijstweergaven maken en aanpassen" Openbare lijstweergaven maken, bewerken of verwijderen: • "Lezen" voor het type record dat is opgenomen in de lijst EN "Lijstweergaven maken en aanpassen"

c. Maak in Waarde een selectie of geef een waarde op. Opmerking: Filters ondersteunen alleen waarden tussen het minimum en maximum voor een ondertekende integerwaarde van 23 bits, oftewel tussen 1 en 2.147.483.648. Een waarde buiten dit bereik schakelt dat filter uit. d. Klik op Gereed. e. Klik op Filter toevoegen om een ander filter in te stellen. f. Klik op

bij de filternaam om een filter te verwijderen.

3. Pas desnoods uw filterlogica aan. De instructie voor de filterlogica kan niet verwijzen naar een filtergetal dat niet bestaat. Opmerking: NOT functioneert niet bij expressies tussen haakjes. Zo wordt de expressie 1 AND NOT (2 AND 3) geëvalueerd als 1 AND (NOT 2 AND 3). In de filterresultaten worden geen records geretourneerd wanneer u verwacht wel enkele records te zien.

125



4. Klik op Opslaan om de bewerkte filters toe te passen en de lijst bij te werken. Iedereen met toegang tot de lijst ziet de resultaten van uw opgeslagen wijzigingen. Voorbeeld: U ziet liever een set opportunities op een bord dan in een raster, maar de lijstweergave bevat records met verschillende recordtypen. Het opportunitybord kan alleen lijstweergaven weergeven met records van één recordtype. Bewerk de filters voor uw lijstweergave om te zorgen dat de weergave op een bord kan worden weergegeven, . Klik op Filter toevoegen op het deelvenster Filters. Kies Opportunityrecordtype en de operator is gelijk aan en voer vervolgens de waarde in van het gewenste recordtype. Uw bewerkte lijstweergave kan nu op het bord worden weergegeven. ZIE OOK: Naslag over filteroperatoren Een lijstweergave maken in Lightning Experience

Lijstweergavefilters bewerken in Salesforce Classic Om filters van een lijstweergave te wijzigen bewerkt u de lijst.

EDITIONS

Opmerking: Deze stappen werken in Salesforce Classic. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic. Als u een navigatiebalk ziet aan de linkerzijde, bent u in Lightning Experience. 1. Klik op Bewerken naast de naam van de lijstweergave. Gebruikers zonder de machtiging "Openbare lijstweergaven beheren" zien de koppeling Klonen in plaats van Bewerken zodat ze een openbare of standaardweergave kunnen klonen. 2. Wijzig desgewenst in Filtercriteria opgeven uw selectie Filteren op eigenaar/ Voeg de selecties voor Veld, Operator of Waarde toe, of wijzig deze, bij Extra velden voor Filteren op. Als u een veld toevoegt of verwijdert en de wijziging opslaat, worden de kolommen van de lijstweergave aangepast aan de standaardbreedte om de wijziging mogelijk te maken. Deze wijziging negeert alle eerder ingestelde aangepaste breedten. 3. Klik op Opslaan om uw bewerkte filters toe te passen op de lijstweergave. Alle gebruikers met toegang tot de lijstweergave zien de resultaten van uw opgeslagen wijzigingen. Opmerking: In lijstweergaven ziet u alleen de gegevens waartoe u toegang hebt. U ziet records die uw eigendom zijn of waartoe u lees- of schrijftoegang hebt, en records die met u zijn gedeeld. Lijstweergaven omvatten ook records die eigendom zijn van of zijn gedeeld met gebruikers in rollen onder u in de rollenhiërarchie. U kunt alleen de velden zien, die zichtbaar zijn volgens de instellingen van uw paginalay-out en beveiliging op veldniveau.

126


GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Lijstweergaven bewerken: • "Lezen" voor het type record dat is opgenomen in de lijst EN "Lijstweergaven maken en aanpassen" Openbare lijstweergaven maken, bewerken of verwijderen: • "Lezen" voor het type record dat is opgenomen in de lijst EN "Lijstweergaven maken en aanpassen"



Lijstweergaven sorteren Van veel objecten kunt u records in lijsten weergeven, ook "lijstweergaven" genoemd. Als uw lijst lang is, kunt u de records sorteren op een van de veldkolommen. Zo kunt u de lijstweergave Alle accounts sorteren op de veldkolom Accountnaam, de veldkolom Factuurstaat/provincie en andere. Ook kunt u aangepaste lijstweergaven sorteren. Sorteren gebeurt alfanumeriek. 1. Open de lijstweergave.


2. Klik op de koptekst voor de veldkolom waarop u wilt sorteren. Een pijl geeft aan hoe de lijst is gesorteerd: vanaf de eerste record van de kolom (alfanumeriek) of de laatste ( ).

)

Opmerking: Vanaf Spring '13 kunt u lijstweergaven niet sorteren voor het object Gebruikers in Salesforce-organisaties die meer dan twee miljoen gebruikers hebben.

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een lijstweergave sorteren: • "Lezen" voor de records van de lijst

ZIE OOK: Een lijstweergaven maken in Salesforce Classic

Een lijstweergave afdrukken in Salesforce Classic Opmerking: Deze stappen werken in Salesforce Classic. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic. Als u een navigatiebalk ziet aan de linkerzijde, bent u in Lightning Experience. Als voor uw organisatie afdrukbare lijstweergaven zijn ingeschakeld, kunt u standaard- en aangepaste lijstweergaven afdrukken. 1. Ga naar de lijstweergave die u wilt afdrukken. Bijvoorbeeld: Alle accounts op het tabblad Accounts.


2. Sorteer desgewenst de inhoud van de lijstweergave.


3. Klik op

Lijstweergaven afdrukken: • "Lezen" voor de records van de lijst

.

4. Selecteer in het nieuwe venster het aantal af te drukken records—maximaal 1000. (Voor het afdrukken van meer dan 1000 records voert u een rapport uit en klikt u vervolgens op Afdrukbare weergave voor het rapport.) 5. Klik op Deze pagina afdrukken.

Een lijstweergave verwijderen Verwijder een lijstweergave die niet meer nodig hebt, om uw werkruimte up-to-date te houden. Een lijstweergave verwijderen in Lightning Experience U kunt een lijstweergave verwijderen als u hem niet meer nodig hebt. Een lijstweergaven verwijderen in Salesforce Classic U kunt een aangepaste weergave verwijderen als u hem niet meer nodig hebt.

127

EDITIONS Beschikbaar in: Alle editions

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Openbare lijstweergaven verwijderen: • "Openbare lijstweergaven beheren"



Een lijstweergave verwijderen in Lightning Experience U kunt een lijstweergave verwijderen als u hem niet meer nodig hebt. Opmerking: Deze stappen werken in Lightning Experience. Als u een navigatiebalk aan de linkerzijde van uw scherm ziet, bevindt u zich in Lightning Experience. Als u een rij tabbladen ziet langs de bovenzijde van het scherm, bent u in Salesforce Classic. 1. Selecteer een lijstweergave. 2.

Klik op

voor toegang tot Besturingselementen voor lijstweergave.

3. Selecteer Verwijderen.

EDITIONS Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Openbare lijstweergaven verwijderen: • "Openbare lijstweergaven beheren"

Een lijstweergaven verwijderen in Salesforce Classic U kunt een aangepaste weergave verwijderen als u hem niet meer nodig hebt. Opmerking: Deze stappen werken in Salesforce Classic. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic. Als u een navigatiebalk ziet aan de linkerzijde, bent u in Lightning Experience.


1. Selecteer een aangepaste lijstweergave. 2. Klik op Bewerken.


3. Klik op Verwijderen.

Openbare-lijstweergaven verwijderen: • "Openbare lijstweergaven beheren"

ZIE OOK: Een lijstweergaven maken in Salesforce Classic

Relatieve-datumwaarden voor filtercriteria Wanneer u een lijstweergave maakt, die een filter voor een bereik van datums bevat, zoals Aanmaakdatum of Datum laatste update, gebruikt een of meer van de relatieve-datumwaarden waarmee u het bereik kunt opgeven. Belangrijk: Lijstweergaven maken en filteren in Lightning Experience is momenteel alleen beschikbaar in proeforganisaties. We bieden deze voorziening aan geselecteerde klanten via een proefprogramma waarvoor instemming met specifieke leveringsvoorwaarden is vereist. Als u in aanmerking wilt komen voor deelname aan dit proefprogramma, neemt u contact op met Salesforce. Omdat proefprogramma's kunnen worden gewijzigd, kunnen wij acceptatie niet garanderen. Deze proefvoorziening is niet algemeen beschikbaar, zoals is aangewezen in dit document, in persberichten of in openbare verklaringen. We kunnen niet garanderen dat de voorziening ooit of binnen een bepaalde periode algemeen beschikbaar komt. Beslis over uw aankopen alleen op basis van algemeen beschikbare voorzieningen.


Geef bijvoorbeeld Aanmaakdatum is gelijk aan LAATSTE WEEK op om een aangepaste weergave of een aangepast rapport te maken met accounts die de laatste week zijn gemaakt. Bij relatieve-datumwaarden met variabelen als "VOLGENDE N DAGEN" vervangt u N door een getal groter dan nul.

128



Relatieve-datumwaarden zijn niet hoofdlettergevoelig. U kunt "VORIGE WEEK" of "vorige week" gebruiken. U kunt in één veld meerdere bereikwaarden gebruiken, gescheiden met komma's. Opmerking: Bij de Enterprise, Unlimited, Performance, Professional en Developer Edition wordt de week gedefinieerd door de vervolgkeuzelijst Omgeving op de pagina met persoonlijke gegevens. Bij de Contact Manager, Group en Personal Edition wordt de week gedefinieerd door de instelling Omgeving in het bedrijfsprofiel. Bijvoorbeeld: wanneer de Omgeving Engels (Verenigde Staten) is, loopt de week van zondag tot en met zaterdag, terwijl met de instelling Engels (Verenigd Koninkrijk) de week van maandag tot en met zondag loopt. Opmerking: In de tabel zijn de met een asterisk (*) gemarkeerde relatieve-datumwaarden niet beschikbaar in Lightning Experience. Relatieve-datumwaarde

Bereik

GISTEREN

Begint om 00:00 uur middernacht op de dag vóór de huidige dag en duurt 24 uur.

VANDAAG

Begint om 00:00 uur middernacht op de huidige dag en duurt 24 uur.

MORGEN

Begint om 00:00 uur middernacht op de dag ná de huidige dag en duurt 24 uur.

VORIGE WEEK

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van de week vóór de huidige week en duurt zeven dagen.

DEZE WEEK

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van de huidige week en duurt zeven dagen.

VOLGENDE WEEK*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van de week ná de huidige week en duurt zeven dagen.

AFGELOPEN n WEKEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van de week die n weken vóór de huidige week begon, en loopt door tot maximaal 23:59:00 op de laatste dag van de week vóór de huidige week.

VOLGENDE n WEKEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van de week na de huidige week en loopt door gedurende n maal zeven dagen.

n WEKEN GELEDEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van de week die begon n weken vóór de start van de huidige week en loopt door gedurende zeven dagen.

VORIGE MAAND

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van de maand vóór de huidige maand en duurt alle dagen van die maand.

DEZE MAAND

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van de huidige maand en duurt alle dagen van die maand.

VOLGENDE n MAANDEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van de maand na de huidige maand en loopt door tot aan het einde van de nde maand.

AFGELOPEN n MAANDEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van de maand die n maanden vóór de huidige maand begon, en loopt door tot maximaal 23:59:00 op de laatste dag van de maand vóór de huidige maand.

n MAANDEN GELEDEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van de maand die begon n maanden vóór het begin van de huidige maand en loopt door gedurende alle dagen van die maand.

129



Relatieve-datumwaarde

Bereik

VOLGENDE MAAND*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van de maand vóór de huidige maand en duurt alle dagen van die maand.

AFGELOPEN 90 DAGEN*

Begint om 00:00 uur middernacht 90 dagen vóór de huidige dag en loopt door tot op de actuele seconde. (Het bereik is inclusief vandaag.)

VOLGENDE 90 DAGEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de dag ná de huidige dag en duurt 90 dagen. (Het bereik is exclusief vandaag.)

AFGELOPEN n DAGEN*

Begint om 00:00 uur middernacht n dagen vóór de huidige dag en loopt door tot op de actuele seconde. (Het bereik is inclusief vandaag. Gebruik van deze datumwaarde bevat records vanaf n + 1 dagen geleden tot en met de huidige dag.)

VOLGENDE n DAGEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de volgende dag en duurt de volgende n dagen. (Het bereik is exclusief vandaag.)

n DAGEN GELEDEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de dag n dagen vóór de huidige dag en loopt door gedurende de volgende 24 uur. (Het bereik is exclusief vandaag.)

AFGELOPEN KWARTAAL

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het kalenderkwartaal vóór het huidige kalenderkwartaal en duurt tot het einde van dat kwartaal.

DIT KWARTAAL

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het kalenderkwartaal en loopt door tot aan het einde van het kwartaal.

VOLGENDE KWARTAAL*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het kalenderkwartaal vóór het huidige kalenderkwartaal en duurt tot het einde van dat kwartaal.

AFGELOPEN n KWARTALEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het kalenderkwartaal n kwartalen geleden en loopt door tot aan het einde van het kalenderkwartaal vóór het huidige kwartaal. (Het bereik is exclusief het huidige kwartaal.)

VOLGENDE n KWARTALEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het kalenderkwartaal na het huidige kalenderkwartaal en loopt door tot aan het einde van het kalenderkwartaal n kwartalen in de toekomst. (Het bereik is exclusief het huidige kwartaal.)

n KWARTALEN GELEDEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het kalenderkwartaal n kwartalen vóór het huidige kalenderkwartaal en loopt door tot aan het einde van dat kwartaal.

AFGELOPEN JAAR

Begint om 00:00 uur middernacht op 1 januari van het jaar vóór het huidige jaar en duurt tot en met het einde van 31 december van dat jaar.

DIT JAAR

Begint om 00:00 uur middernacht op 1 januari van het huidige jaar en duurt tot en met het einde van 31 december van het huidige jaar.

VOLGEND JAAR*

Begint om 00:00 uur middernacht op 1 januari van het jaar ná het huidige jaar en duurt tot en met het einde van 31 december van dat jaar.

n JAAR GELEDEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op 1 januari van het kalenderjaar n jaar vóór het huidige kalenderjaar en duurt tot en met het einde van 31 december van dat jaar.

130




Bereik

AFGELOPEN n JAAR*

Begint om 12:00:00 op 1 januari, n+1 jaar geleden. Het bereik eindigt op 31 december van het jaar voor het huidige jaar.

VOLGENDE n JAREN*

Begint om 00:00 uur middernacht op 1 januari van het jaar na het huidige jaar en duurt tot en met het einde van 31 december van het nde jaar.

AFGELOPEN FISCALE KWARTAAL*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het fiscale kwartaal vóór het huidige fiscale kwartaal en duurt tot en met de laatste dag van dat fiscale kwartaal. Het fiscale kwartaal is gedefinieerd op de pagina Fiscaal jaar in Instellingen. Opmerking: Geen van de constantendatumwaarden voor FISCAL wordt ondersteund bij het maken van mobiele aangepaste weergaven.

DIT FISCALE KWARTAAL*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het huidige fiscale kwartaal en duurt tot en met het einde van de laatste dag van het huidige fiscale kwartaal. Het fiscale kwartaal is gedefinieerd op de pagina Fiscaal jaar in Instellingen.

VOLGENDE FISCALE KWARTAAL*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het fiscale kwartaal ná het huidige fiscale kwartaal en duurt tot en met de laatste dag van dat fiscale kwartaal. (Het bereik is exclusief het huidige kwartaal.) Het fiscale kwartaal is gedefinieerd op de pagina Fiscaal jaar in Instellingen.

AFGELOPEN n FISCALE KWARTALEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het fiscale kwartaal n fiscale kwartalen geleden en duurt tot en met het einde van de laatste dag van het vorige fiscale kwartaal. (Het bereik is exclusief het huidige fiscale kwartaal.) Het fiscale kwartaal is gedefinieerd op de pagina Fiscaal jaar in Instellingen.

VOLGENDE n FISCALE KWARTALEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het fiscale kwartaal na het huidige fiscale kwartaal en duurt tot en met het einde van de laatste dag van het nde fiscale kwartaal. (Het bereik is exclusief het huidige fiscale kwartaal.) Het fiscale kwartaal is gedefinieerd op de pagina Fiscaal jaar in Instellingen.

n FISCALE KWARTALEN GELEDEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het fiscale kwartaal n fiscale kwartalen vóór het huidige fiscale kwartaal en duurt tot en met het einde van de laatste dag van dat fiscale kwartaal.

AFGELOPEN FISCALE JAAR*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het fiscale jaar vóór het huidige fiscale jaar en duurt tot en met het einde van de laatste dag van dat fiscale jaar. Het fiscale kwartaal is gedefinieerd op de pagina Fiscaal jaar in Instellingen.

DIT FISCALE JAAR

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het huidige fiscale jaar en duurt tot en met het einde van de laatste dag van het fiscale jaar. Het fiscale kwartaal is gedefinieerd op de pagina Fiscaal jaar in Instellingen.

VOLGENDE FISCALE JAAR*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het fiscale jaar ná het huidige fiscale jaar en duurt tot en met het einde van de laatste dag van dat fiscale jaar. Het fiscale kwartaal is gedefinieerd op de pagina Fiscaal jaar in Instellingen.

AFGELOPEN n FISCALE JAREN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het fiscale jaar n fiscale jaren geleden en duurt tot en met het einde van de laatste dag van het fiscale jaar

131




Bereik vóór het huidige fiscale jaar. (Het bereik is exclusief het huidige fiscale jaar.) Het fiscale kwartaal is gedefinieerd op de pagina Fiscaal jaar in Instellingen.

VOLGENDE n FISCALE JAREN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het fiscale jaar na het huidige fiscale jaar en duurt tot en met het einde van de laatste dag van het nde fiscale jaar. (Het bereik is exclusief het huidige fiscale jaar.) Het fiscale kwartaal is gedefinieerd op de pagina Fiscaal jaar in Instellingen.

n FISCALE JAREN GELEDEN*

Begint om 00:00 uur middernacht op de eerste dag van het fiscale jaar n fiscale jaren geleden en duurt tot en met het einde van de laatste dag van dat fiscale jaar.

Lijstweergavegegevens visualiseren met diagrammen in Lightning Experience Bekijk een grafische weergave van lijstweergavegegevens met lijstweergavediagrammen. Er zijn drie typen diagrammen: verticaal en horizontaal staafdiagram, en ringdiagram. Selecteer uit beschikbare standaard en aangepaste lijstweergavediagrammen voor elke lijstweergave. U kunt de gegevensweergave desgewenst in een ander type wijzigen. Opmerking: Deze stappen werken in Lightning Experience. Als u een navigatiebalk aan de linkerzijde van uw scherm ziet, bevindt u zich in Lightning Experience. Als u een rij tabbladen ziet langs de bovenzijde van het scherm, bent u in Salesforce Classic. 1. Selecteer op de hoofdpagina van een object een lijstweergave met gegevens die u wilt visualiseren.

Beschikbaar in: Lightning Experience Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition


2. Klik op . Het deelvenster Diagrammen verschijnt. 3. Om een ander diagram te selecteren klikt u op

EDITIONS

naast de diagramnaam.

4. Om de grafische weergave van gegevens te wijzigen klikt u op Diagrammen en kiest u een nieuw diagramtype. Uw gegevens veranderen in de nieuwe weergave. ZIE OOK: Een lijstweergavediagram maken in Lightning Experience Een lijstweergavediagram bewerken in Lightning Experience

132

in het deelvenster

Lijstweergavediagrammen weergeven: • "Lezen" voor het recordtype in de lijst



Een lijstweergavediagram maken in Lightning Experience Maak een diagram om lijstweergavegegevens te visualiseren. Er zijn drie typen diagrammen: verticaal en horizontaal staafdiagram, en ringdiagram. Voor elke lijstweergavediagram kunt u desgewenst de weergegeven gegevens wijzigen in een ander type. Als u een lijstweergavediagram maakt voor een object als opportunities of leads, wordt het diagram aan het object gekoppeld. Het diagram is beschikbaar voor elke lijstweergave waarvoor u een machtiging tot weergave voor dat object hebt, behalve de Recent weergegeven lijst. Opmerking: Deze stappen werken in Lightning Experience. Als u een navigatiebalk aan de linkerzijde van uw scherm ziet, bevindt u zich in Lightning Experience. Als u een rij tabbladen ziet langs de bovenzijde van het scherm, bent u in Salesforce Classic. 1. Selecteer op de hoofdpagina van een object een lijstweergave met gegevens die u wilt visualiseren. 2. Klik op

Beschikbaar in: Lightning Experience Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Lijstweergavediagrammen maken: • "Lezen" voor het type record dat is opgenomen in de lijst EN "Lijstweergaven maken en aanpassen"

.

3. Klik in het deelvenster Diagrammen dat verschijnt op

EDITIONS

.

4. Selecteer Nieuw diagram. Er wordt een dialoogvenster weergegeven. 5. Geef een diagramnaam op. 6. Selecteer een diagram type: verticaal of horizontaal staafdiagram, of ringdiagram. 7. Selecteer het aggregatietype, het aggregatieveld en het groeperingsvelden.

Het aggregatietype bepaalt hoe de veldgegevens worden berekend: als som, telling of gemiddelde. Het aggregatieveld bepaald het type van de te berekenen gegevens. Het groeperingsveld labelt de diagramsegmenten. 8. Klik op Opslaan om uw diagram weer te geven. Voorbeeld: Uw verkoopteam wil accounts vergelijken op aantal medewerkers om prospectingsinspanningen te richten op grote ondernemingen. Een van de medewerkers maakt een horizontaal staafdiagram door Som als het aggregatietype te selecteren, Medewerkers als het aggregatieveld en Accountnaam als het groeperingsveld. Het diagram toont het aantal medewerkers bij elke account op accountnaam. ZIE OOK: Lijstweergavegegevens visualiseren met diagrammen in Lightning Experience Een lijstweergavediagram bewerken in Lightning Experience

133



Een lijstweergavediagram bewerken in Lightning Experience Verfijn uw aangepaste-lijstweergavediagrammen of werk ze bij om te zorgen dat u de meest zinvolle gegevensvisualisaties ziet. Er zijn drie typen diagrammen: verticaal en horizontaal staafdiagram, en ringdiagram. Voor elke lijstweergavediagram kunt u desgewenst de weergegeven gegevens wijzigen in een ander type. Opmerking: Deze stappen werken in Lightning Experience. Als u een navigatiebalk aan de linkerzijde van uw scherm ziet, bevindt u zich in Lightning Experience. Als u een rij tabbladen ziet langs de bovenzijde van het scherm, bent u in Salesforce Classic. 1. Klik op een hoofdpagina van een object op

.

2. Selecteer de naam van een van uw aangepaste diagrammen in het deelvenster Diagrammen dat verschijnt. 3. Klik op

.

4. Selecteer Diagram bewerken. Er wordt een dialoogvenster weergegeven. 5. Breng uw wijzigingen aan in de diagramnaam, het diagramtype, het aggregatietype, het aggregatieveld en het groeperingsveld.


GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Lijstweergavediagrammen bewerken: • "Lezen" voor het type record dat is opgenomen in de lijst EN "Lijstweergaven maken en aanpassen"

Het aggregatietype bepaalt hoe de veldgegevens worden berekend: als som, telling of gemiddelde. Het aggregatieveld bepaald het type van de te berekenen gegevens. Het groeperingsveld labelt de diagramsegmenten. 6. Klik op Opslaan om uw bewerkte diagram weer te geven. Opmerking: U kunt standaard- en vooraf geconfigureerde diagrammen niet bewerken. U kunt alleen door u gemaakte diagrammen bewerken. U kunt lijstweergavediagrammen niet verwijderen. ZIE OOK: Lijstweergavegegevens visualiseren met diagrammen in Lightning Experience Een lijstweergavediagram maken in Lightning Experience

Hoe werkt het sharemodel? In Professional, Enterprise, Unlimited, Performance en Developer Edition-organisaties kan een beheerder het standaardsharemodel voor uw organisatie definiëren door standaardinstellingen voor de organisatie te kiezen. Met standaardinstellingen voor de hele organisatie wordt het standaardtoegangsniveau tot records opgegeven. Voor de meeste objecten kunnen standaardinstellingen voor de hele organisatie worden ingesteld op Privé, Openbaar alleen-lezen of Openbaar lezen/schrijven. In omgevingen waar het sharemodel voor een object is ingesteld op Privé of Openbaar alleen-lezen, kan een beheerder gebruikers aanvullende toegang tot records verlenen door een rollenhiërarchie in te stellen en regels voor delen te definiëren. Rollenhiërarchieën en regels voor delen kunnen echter alleen worden gebruikt om toegang te verlenen—ze kunnen niet worden gebruikt om toegang tot records verder te beperken dan oorspronkelijk met het sharemodel is opgegeven door middel van standaardinstellingen voor de hele organisatie. Na beperking van toegang met behulp van standaardinstellingen voor de hele organisatie krijgen gebruikers doorgaans toegang door middel van een of meer van de volgende methoden: • Rollenhiërarchie • Regels voor delen

134



• Handmatig delen • Impliciete toegang (accounts en gekoppelde onderliggende records) • Teams (Account, Case en Opportunity)

Voor welke soorten records kan ik lijstweergaven afdrukken? Als voor uw organisatie afdrukbare lijstweergaven zijn ingeschakeld, kunt u standaard- en aangepaste lijstweergaven voor deze soorten record afdrukken. • Accounts • Activiteiten • Campagnes • Cases • Contactpersonen • Contracten • Aangepaste objecten • Documenten • Leads • Opportunities • Machtigingensets • Prijslijsten • Profielen • Producten • Rapporten • Oplossingen

Items openen, die u recent hebt weergegeven In de sectie Recente items van de Salesforce-zijbalk vindt u een lijst van maximaal 10 items (records, documenten, aangepaste objecten, enz.) die u het recentst hebt toegevoegd, bewerkt of weergegeven. Als u de detail- of bewerkingspagina van een item wilt openen, klikt u gewoon op de koppeling ervan. Tip: Als uw organisatie knopinfo heeft ingeschakeld, beweegt u uw muisaanwijzer over een item in de lijst Recente items om de belangrijkste informatie over de record weer te geven voordat u op de detail- of bewerkingspagina van die record klikt.


Opmerking: Recente items geeft mogelijk minder dan 10 items weer als u onlangs een of meer van de recent weergegeven items hebt verwijderd. Om dezelfde reden geven de lijsten Recent op de pagina's van het tabblad van een hoofdpagina (bijvoorbeeld de lijst Recente leads) mogelijk minder dan 10 of 25 items weer als u onlangs items hebt verwijderd.

135


Records maken

Records maken Records maken is de standaardprocedure voor de meeste Salesforce-gebruikers. Bepaalde objecten (zoals Account) kennen speciale richtlijnen en overwegingen waarvan u op de hoogte moet zijn, maar het proces van het maken van een record is voor alle gelijk. Een record maken in SalesforceLightning Experience Maak nieuwe Salesforce-records voor opportunities, leads, taken, notities, accounts en contactpersonen. Bepaalde objecten (zoals Account) kennen speciale richtlijnen en overwegingen waarvan u op de hoogte moet zijn, maar het proces van het maken van een record is voor alle gelijk.

EDITIONS Beschikbaar in: Lightning Experience Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Alle editions

Een record maken in Salesforce Classic Maak nieuwe Salesforce-records voor opportunities, leads, taken, notities, accounts en contactpersonen. Bepaalde objecten (zoals Account) kennen speciale richtlijnen en overwegingen waarvan u op de hoogte moet zijn, maar het proces van het maken van een record is voor alle gelijk. ZIE OOK: Records bewerken Records verwijderen Richtlijnen voor het invoeren van valuta, datums, tijden en telefoonnummers Notities maken en deze toevoegen aan records Bestanden bijvoegen bij records

Een record maken in SalesforceLightning Experience Maak nieuwe Salesforce-records voor opportunities, leads, taken, notities, accounts en contactpersonen. Bepaalde objecten (zoals Account) kennen speciale richtlijnen en overwegingen waarvan u op de hoogte moet zijn, maar het proces van het maken van een record is voor alle gelijk. Opmerking: Deze informatie geldt voor Lightning Experience. Als u een navigatiebalk aan de linkerzijde van uw scherm ziet, bevindt u zich in Lightning Experience. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic.

EDITIONS Beschikbaar in: Lightning Experience Beschikbaar in: Alle editions

In Lightning Experience kunt u op verschillende manieren records maken. • Voor records maken vanaf een willekeurige Salesforce-pagina selecteert u het gewenste item in het navigatiemenu en klikt u vervolgens op Nieuw in de lijstweergave. • Voor het maken van records vanuit een bestaande record klikt u op Nieuw voor het gewenste item. Stel bijvoorbeeld dat u een contactpersoonsrecord weergeeft en een notitie over de contactpersoon wilt maken—klik op Nieuw in de sectie Notities van de contactpersoonspagina.

136


Records maken

Een record maken in Salesforce Classic Maak nieuwe Salesforce-records voor opportunities, leads, taken, notities, accounts en contactpersonen. Bepaalde objecten (zoals Account) kennen speciale richtlijnen en overwegingen waarvan u op de hoogte moet zijn, maar het proces van het maken van een record is voor alle gelijk. Opmerking: Deze informatie is voor Salesforce Classic. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic. Als u links een navigatiebalk ziet, bevindt u zich in Lightning Experience


Afhankelijk van de wijze waarop uw beheerder uw Salesforce-organisatie heeft ingesteld, kunt u records op enkele verschillende manier maken. Records maken van objecttabbladen Records maken in feeds Records maken met de vervolgkeuzelijst Nieuw maken Records maken met Snel maken

Records maken van objecttabbladen Zorg ervoor dat u de eventuele richtlijnen kent voor het soort record dat u maakt, voordat u een record maakt.

EDITIONS

1. Klik op het tabblad voor het soort record dat u wilt maken. U start op de hoofdpagina van dat object. Klik bijvoorbeeld op het tabblad Accounts als u een accountrecord wilt maken.


2. Klik op Nieuw.


3. Selecteer een recordtype als dat gevraagd wordt. 4. Geef waarden op in de velden. Verplichte velden herkent u aan een rode balk ( ). Tip: De meeste objecten hebben velddefinities in de Help van Salesforce. Zoek in de Help naar de objectnaam + "velden". Als u bijvoorbeeld een accountrecord maakt of bewerkt en u meer wilt weten over uw opties in de vervolgkeuzelijst Sector, zoekt u naar "Accountvelden" in de Help.

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Records maken: • "Maken" voor het object voor het soort record dat u maakt

5. Als u klaar bent met het opgeven van waarden voor uw nieuwe record, klikt u op Opslaan of klikt u op Opslaan en nieuw om de huidige record op te slaan en een andere te maken. Als u de pagina verlaat voordat u op Opslaan klikt, gaan uw wijzigingen verloren. ZIE OOK: Records maken in feeds Records maken met Snel maken Records maken

137


Records maken

Records maken in feeds Afhankelijk van de wijze waarop uw beheerder Salesforce heeft ingesteld, kunt u mogelijk records maken in de feed op de hoofdpagina, het tabblad Chatter en recorddetailpagina's. Uitgevers op verschillende feeds beschikken mogelijk over verschillende acties; vraag uw beheerder informatie over wat u in elke feed kunt doen. Zorg ervoor dat u de eventuele richtlijnen kent voor het soort record dat u maakt, voordat u een record maakt. 1. Klik in de feed waarin u een record wilt maken op de snelle actie die correspondeert met het soort record dat u wilt maken. 2. Geef waarden op in de velden. Verplichte velden herkent u aan een rode balk ( ). De meeste objecten hebben velddefinities in de Help van Salesforce. Zoek in de Help naar de objectnaam + "velden". Als u bijvoorbeeld een accountrecord maakt of bewerkt en u meer wilt weten over uw opties in de vervolgkeuzelijst Sector, zoekt u naar "Accountvelden" in de Help.



3. Zodra u klaar bent met het invoeren van waarden voor de nieuwe record, klikt u op Maken. Er verschijnt een feeditem voor de door u gemaakte record. • In de feed waarin u de record gemaakt hebt. • Als het eerste item in de feed voor de nieuwe record zelf. • In uw Chatter-feed. • In de Chatter-feed van ieder die de record volgt vanaf welke u de nieuwe record hebt gemaakt. Als u bijvoorbeeld een contactpersoon hebt gemaakt vanaf de recorddetailpagina voor de account ABC Industrie, zal iedereen die ABC Industrie volgt, een feeditem zien voor de door u gemaakte contactpersoonsrecord. ZIE OOK: Records maken van objecttabbladen Records maken met Snel maken Records maken

Records maken met de vervolgkeuzelijst Nieuw maken De vervolgkeuzelijst Nieuw maken, in de zijbalk, bevat opties om nieuwe records te maken. Een nieuwe record maken met de vervolgkeuzelijst:

EDITIONS

1. Selecteer het type record dat u wilt maken. De pagina voor de nieuwe record wordt onmiddellijk weergegeven op het juiste tabblad of het dialoogvenster Een bestand uploaden wordt weergegeven als u Bestand hebt geselecteerd.


2. Vul de velden in. 3. Klik op Opslaan of klik op Uploaden naar Mijn bestanden als u Bestand hebt geselecteerd.

138

De beschikbare opties in de vervolgkeuzelijst Nieuw maken zijn afhankelijk van welke machtigingen u hebt, welke Salesforce Edition u gebruikt en welke app u gebruikt.


Records bewerken

Records maken met Snel maken Als uw beheerder Snel maken heeft ingeschakeld, kunt u records maken vanaf de hoofdpagina voor leads, accounts, contactpersonen en opportunities. U kunt ook records maken vanaf de resultatenlijst van het opzoekveld Account op het formulier voor contactpersonen, leads en opportunities van Snel maken. Validatieregels gelden niet als u nieuwe records voor een object maakt met Snel maken. 1. Klik op het tabblad voor het soort record dat u wilt maken. Om een account te maken terwijl u een contactpersoon, lead of opportunity maakt, klikt u op het pictogram het accountveld in het door u gebruikte formulier Snel maken.

naast

2. Geef waarden op in de velden. Verplichte velden herkent u aan een rode balk ( ). De meeste objecten hebben velddefinities in de Help van Salesforce. Zoek in de Help naar de objectnaam + "velden". Als u bijvoorbeeld een accountrecord maakt of bewerkt en u meer wilt weten over uw opties in de vervolgkeuzelijst Sector, zoekt u naar "Accountvelden" in de Help.



3. Klik op Opslaan. ZIE OOK: Records maken van objecttabbladen Records maken in feeds Records maken

Records bewerken 1. Zorg ervoor dat u de eventuele richtlijnen kent voor het soort record dat u bewerkt. Dat vindt u in de Help van Salesforce.

EDITIONS

2. Zoek en open de record die u wilt bewerken.


3. Klik op Bewerken.


4. Geef waarden op in de velden of bewerk deze. Tip: De meeste objecten hebben velddefinities in de Help van Salesforce. Zoek in de Help naar de objectnaam + "velden". Als u bijvoorbeeld een accountrecord maakt of bewerkt en u meer wilt weten over uw opties in de vervolgkeuzelijst Sector, zoekt u naar "Accountvelden" in de Help. 5. Wanneer u klaar bent met het invoeren of bewerken van waarden, klikt u op Opslaan.

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Records bewerken: • "Bewerken" voor het object voor het soort record dat u bewerkt

Velden bewerken in Salesforce Veel Salesforce-objecten, waaronder aangepaste objecten, bieden het gemak van inline bewerkingen voor records. Richtlijnen voor het bewerken van records met de inline editor

139


Records bewerken

Records rechtstreeks vanuit uitgebreide lijsten bewerken ZIE OOK: Records maken Richtlijnen voor het invoeren van valuta, datums, tijden en telefoonnummers Richtlijnen voor het bewerken van records met de inline editor Records rechtstreeks vanuit uitgebreide lijsten bewerken Notities maken en deze toevoegen aan records Bestanden bijvoegen bij records

Velden bewerken in Salesforce Veel Salesforce-objecten, waaronder aangepaste objecten, bieden het gemak van inline bewerkingen voor records. Recordvelden bewerken met de inline editor van Salesforce Classic Gebruikers kunnen recordvelden bewerken voor veel Salesforce-objecten, waaronder aangepaste objecten, bieden het gemak van inline bewerkingen voor records. Recordvelden bewerken met de inline editor van Lightning Experience Inline bewerken bespoedigt het bijwerken van records Vanaf een tabblad Details kan een vertegenwoordiger een record openen voor het bewerken en tegelijkertijd bijwerken van enkele velden.

Recordvelden bewerken met de inline editor van Salesforce Classic Gebruikers kunnen recordvelden bewerken voor veel Salesforce-objecten, waaronder aangepaste objecten, bieden het gemak van inline bewerkingen voor records. Tip: Niet alle velden voor alle objecten kunnen inline worden bewerkt. Als u wilt weten of een veld inline bewerkingen ondersteunt, beweegt u er de muisaanwijzer over en zoekt u naar een potloodpictogram ( ). 1. Binnen een record die u op dat moment maakt of bewerkt, dubbelklikt u binnen het veld dat u wilt definiëren of bewerken. Als het veld u Opzoeken biedt om de gewenste waarde te zoeken, ziet u het pictogram van een vergrootglas (

).

2. Geef uw tekst op in het veld of gebruik Opzoeken om de gewenste waarde te vinden. Klik op het pictogram voor Ongedaan maken ( ) of verwijder uw gegevens indien noodzakelijk. 3. Klik op Opslaan.

140


GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Records bewerken: • "Bewerken" voor het object voor het soort record dat u bewerkt


Records bewerken

Recordvelden bewerken met de inline editor van Lightning Experience Inline bewerken bespoedigt het bijwerken van records Vanaf een tabblad Details kan een vertegenwoordiger een record openen voor het bewerken en tegelijkertijd bijwerken van enkele velden. Dubbelklik op een veld of klik op het pictogram Bewerken in de bewerkmodus.

ernaast. De record wordt geopend


Gebruik sneltoetsen voor het toetsenbord om een record snel te bewerken. • Druk op de Tabtoets om naar het volgende veld in de record te gaan. • Druk op Shift + Tab om naar het terugzetpictogram van het vorige veld terug te keren. • Druk op Enter in het terugzetpictogram om een wijziging in een veld terug te zetten. • Druk op Esc om naar Annuleren te gaan en druk op Enter om alle wijzigingen in de record terug te zetten. • Druk op Enter en nogmaals op Enter om op te slaan. Hier volgen enkele andere voordelen van inline bewerken in Lightning Experience.

141


Records bewerken

• Vertegenwoordigers kunnen binnen de pagina navigeren tijdens het bewerken van een record. Ze kunnen heen- en terugschakelen naar de chatter-feed zonder wijzigingen kwijt te raken. • Vertegenwoordigers worden gewaarschuwd als zij naar een andere pagina of browsertabblad pogen te gaan zonder de wijzigingen op te slaan. • Foutberichten verschijnen in een venster onder aan de pagina. Vertegenwoordigers kunnen op verbergen bij het bladeren door een lange record.

klikken om het venster te

Opmerking: Inline bewerken werkt alleen bij het bewerken van recorddetails. Het komt spoedig beschikbaar in het deelvenster Markeringen en lijstweergaven.

142


Records bewerken

Richtlijnen voor het bewerken van records met de inline editor EDITIONS

Tips voor het opslaan van inline bewerkingen • Druk, met de muisaanwijzer in het bewerkingsvak van een veld, op Enter om de wijziging voor dat veld te bevestigen.


• Druk op Enter wanneer er geen velden in de bewerkingsmodus zijn, om alle bewerkingen van de record op te slaan.

Instellingen voor inline bewerkingen beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com

Beperkingen • Inline bewerkingen zijn niet beschikbaar in/op:


– Toegankelijkheidsmodus

Inline bewerkingen gebruiken: • "Bewerken" voor het object

– Set-uppagina's – Dashboards – Klantportal – Beschrijvingen voor HTML-oplossingen

• De volgende standaardselectievakjes voor case- en leadbewerkingspagina's zijn niet inline bewerkbaar: – Casetoewijzing (Toewijzen met behulp van actieve toewijzingsregels) – Case-e-mailmelding (E-mailmelding verzenden naar contactpersoon) – Leadtoewijzing (Toewijzen met behulp van actieve toewijzingsregels) • De velden in de volgende standaardobjecten zijn niet inline bewerkbaar. – Alle velden in Documenten en Prijslijsten – Alle velden in Taken behalve Onderwerp en Opmerking – Alle velden in Events behalve Onderwerp, Beschrijving en Locatie – Velden voor volledige namen van Persoonsaccounts, Contactpersonen en Leads. Hun componentvelden zijn dat echter wel, bijvoorbeeld Voornaam en Achternaam. • Met inline bewerkingen kunt u via beveiliging op veldniveau of het sharemodel van uw organisatie de waarden wijzigen in records waarvoor u alleen-lezen toegang hebt. Salesforce laat echter niet toe dat u de wijzigingen opslaat en geeft een foutbericht weer over onvoldoende rechten als u dat probeert.

Bijzondere gevallen • Inline bewerkingen zijn beschikbaar op detailpagina's voor alle velden die bewerkbaar zijn op bewerkingspagina's, met uitzondering van enkele velden voor taken, events, prijslijsten en documenten. Als u een van deze wilt bewerken, navigeert u naar de bewerkingspagina van een record, wijzigt u de waarde van het gewenste veld en klikt u op Opslaan. De volgende tabel bevat de objecten met beperkingen voor inline bewerken op sommige velden. Voor het weergeven van enkele van deze velden hebt u mogelijk speciale machtigingen nodig: Object

Velden

Alle objecten

Alle velden zijn bewerkbaar behalve velden van lange-tekstgebieden.

143


Records bewerken

Object

Velden

Opportunities

Alle velden zijn bewerkbaar, zij het dat de volgende velden alleen kunnen worden bewerkt op detailpagina's (niet in lijstweergaven): – Bedrag – Fase – Prognosecategorie – Hoeveelheid

Leads

Alle velden zijn bewerkbaar, zij het dat Leadstatus alleen kan worden bewerkt op detailpagina's (niet in lijstweergaven).

Cases

Alle velden zijn bewerkbaar, zij het dat Casestatus alleen kan worden bewerkt op detailpagina's (niet in lijstweergaven).

Contracten

Alle velden zijn bewerkbaar, zij het dat Contractstatus alleen kan worden bewerkt op detailpagina's (niet in lijstweergaven).

Events

Alleen de volgende velden zijn bewerkbaar: – Beschrijving – Locatie – Onderwerp – Type – Aangepaste velden

Taken

Alleen de volgende velden zijn bewerkbaar: – Aanroeptype – Beschrijving – Onderwerp – Type – Aangepaste velden

Documenten

Geen velden zijn bewerkbaar.

Prijslijsten

Geen velden zijn bewerkbaar.

144


Records bewerken

Records rechtstreeks vanuit uitgebreide lijsten bewerken Als zowel inline bewerkingen als uitgebreide lijsten zijn ingeschakeld voor uw organisatie, kunt u records rechtstreeks in een lijst bewerken. Bewerkbare cellen geven een potloodpictogram ( ) weer wanneer u de muisaanwijzer over de cel beweegt, terwijl niet-bewerkbare cellen een vergrendelingspictogram ( ) weergeven. Voorzichtig: Wanneer verschillende gebruikers gelijktijdig inline bewerkingen aanbrengen aan dezelfde velden voor een record, worden records in uitgebreide-lijstweergaven wel bijgewerkt met de recentste bewerking, maar wordt een eventueel conflict niet met een bericht aangeduid. Als u de machtiging "Bulkbewerkingen uit lijsten" hebt, kunt u de waarde voor een gemeenschappelijk veld in maximaal 200 records tegelijk voor de meeste soorten records wijzigen. Producten moeten één voor één worden bewerkt. Eén record uit een lijst bewerken:


GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Inline bewerkingen in een uitgebreide lijst gebruiken: • "Bulkbewerkingen uit lijsten"

1. Dubbelklik vanuit de lijst op de bewerkbare cel. 2. Geef de gewenste waarde op. 3. Klik op OK. Records in bulk bewerken vanuit een lijst: 1. Selecteer de optie naast elke record die u wilt bewerken. U kunt records op meerdere pagina's selecteren. 2. Dubbelklik op een van de cellen die u wilt bewerken. Past uw bewerking toe op slechts één record of op elke record die u hebt geselecteerd. Als u problemen ondervindt wanneer u probeert om records bij te werken, wordt er een consolevenster weergegeven, waarin de naam van elke record met een probleem (indien bekend) alsmede een uitleg getoond. Klik op een record in het consolevenster om de detailpagina ervan te openen in een nieuw venster. Opmerking: Voor het weergeven van de foutconsole moet het blokkeren van pop-ups zijn uitgeschakeld voor het Salesforce-domein.

Tips voor het gebruik van inline bewerkingen bij lijsten • Sommige standaardvelden ondersteunen geen inline bewerkingen. Zo kunnen Casestatus, Opportunityfase, Opportunitybedrag, Opportunityhoeveelheid en Leadstatus, alsmede de meeste velden voor Taak en Event alleen worden bewerkt vanaf de bewerkingspagina van een record. Zie voor meer informatie Richtlijnen voor het bewerken van records met de inline editor op pagina 143. • Als uw organisatie recordtypen gebruikt, zijn inline bewerkingen alleen beschikbaar wanneer alle records in de lijst hetzelfde recordtype hebben. Daarom moet u een filter Recordtype is gelijk aan X opgeven, waarbij X de naam is van één recordtype (of blanco voor het hoofdrecordtype). • U kunt geen inline bewerken gebruiken voor een uitgebreide lijst als de filtercriteria voor uw lijstweergave een OR-definitie bevatten. • Bij lijsten van activiteiten moet u, om inline bewerkingen beschikbaar te maken, een extra filter Taak is gelijk aan Waar (voor taken) of Taak is gelijk aan Onwaar (voor gebeurtenissen) opgeven. • Als uw organisatie persoonsaccounts gebruikt, geldt het volgende: – U kunt inline bewerkingen niet gebruiken om persoonsaccounts te wijzigen vanuit een lijst Contactpersonen. U kunt deze accounts alleen inline bewerken vanuit een lijst Accounts. – U kunt inline bewerkingen alleen gebruiken voor contactpersonen die zijn gekoppeld aan bedrijfsaccounts, door een aanvullend filter Is persoonsaccount IS GELIJK AAN Onwaar in uw lijstcriteria op te nemen.

145


Records verwijderen

Records verwijderen Records verwijderen is een standaardprocedure voor de meeste Salesforce-gebruikers. Voor sommige soorten objecten is het verwijderen van een record van invloed op andere, gerelateerde records. Als u bijvoorbeeld een account of contactpersoon verwijdert, worden ook alle gekoppelde attributen verwijderd. 1. Zorg dat u de eventuele gevolgen kent van het verwijderen van het betrokken soort record. Dat vindt u in de Help van Salesforce. 2. Zoek en open de record die u wilt verwijderen.



3. Klik op Verwijderen.

Records verwijderen: • "Verwijderen" voor het object voor het soort record dat u verwijdert

ZIE OOK: Werken met de Prullenbak Notities en bijlagen verwijderen uit records

Bestanden bijvoegen bij records Bij de meeste soorten Salesforce-records kunt u bestanden – zoals Microsoft® Office-documenten, Adobe® PDF-bestanden, en afbeeldingen en video's – bijvoegen. De groottelimiet voor een bijgevoegd bestand is 25 MB indien rechtstreeks bijgevoegd bij de gerelateerde lijst, inclusief een bestand dat is bijgevoegd bij een oplossing.De groottelimiet voor meerdere bestanden die zijn bijgevoegd bij hetzelfde e-mailbericht, is 25 MB, met een maximale grootte van 5 MB per bestand.


1. Open de record. 2. Klik op Bestand koppelen. 3. Klik op Bladeren en zoek het bestand dat u wilt bijvoegen. 4. Klik op Bestand koppelen om het bestand te uploaden. 5. Klik op Gereed als het uploaden is voltooid.


Opmerking: • Wanneer een bestand wordt bijgevoegd bij de Chatter-feed van een record, wordt het als een feedbijlage toegevoegd aan de gerelateerde lijst Notities en bijlagen. De groottelimiet voor bijlagen bij Chatter-feeds bedraagt 2 GB.

Bestanden bijvoegen bij records: • "Bewerken" voor het object

• Als de beveiligingsinstelling HTML-uploads niet toestaan als bijlagen of documentrecords is ingeschakeld voor uw organisatie, kunt u geen bestanden met de volgende bestandsextensies uploaden: .htm, .html, .htt, .htx, .mhtm, .mhtml, .shtm, .shtml, .acgi, .svg.

Onderwerpen voor records Onderwerpen zijn woorden of frasen die u kunt koppelen aan Salesforce-records om deze in te delen op basis van gemeenschappelijke thema's. Gebruik onderwerpen om records te groeperen op een gemeenschappelijk thema en gebruik deze onderwerpen vervolgens om lijstweergaven te filteren.


146


Onderwerpen voor records

Als Chatter is ingeschakeld, kunt u records over een onderwerp ook op één centrale plaats zien—het tabblad Records of de onderwerpdetailpagina. Als een aantal accounts deelneemt aan een conferentie, kunt u bijvoorbeeld het onderwerp User Conference 2014 toevoegen aan hun records. Vervolgens gebruikt u dat onderwerp om een accountslijstweergave te filteren of om (met Chatter) de accounts bij elkaar op het tabblad Records te zien van de onderwerppagina User Conference 2014. Hier is een voorbeeld van een onderwerpdetailpagina, met het tabblad Records dat accounts voor het onderwerp toont. (Als u geen tabblad Records zoals dit voor een bepaald onderwerp ziet, is het onderwerp niet toegevoegd aan records.)

Beheerders kunnen onderwerpen in- of uitschakelen voor accounts, activa, campagnes, cases, contactpersonen, contracten, bestanden, leads, opportunities, orders, oplossingen, aangepaste objecten en Engelse artikelen. Onderwerpen kunnen ook worden ingeschakeld voor taken en events; ze zijn niet toegankelijk via lijstweergaven of het tabblad Records. Onderwerpen in bestanden worden automatisch toegevoegd wanneer onderwerpen aan de feedposts worden toegevoegd waaraan zij gekoppeld zijn. Opmerking: Alleen Engelse Knowledge-artikelen ondersteunen onderwerpen.

Onderwerpen toevoegen aan records Voeg onderwerpen toe om records snel in te delen op veel voorkomende thema's, ze op te halen in lijstweergaven en (met Chatter) ze weer te geven op onderwerpdetailpagina's. Onderwerpen verwijderen uit records Verwijder een onderwerp uit een record als het niet langer van toepassing is.

147



Onderwerpen toevoegen aan records Voeg onderwerpen toe om records snel in te delen op veel voorkomende thema's, ze op te halen in lijstweergaven en (met Chatter) ze weer te geven op onderwerpdetailpagina's.

EDITIONS

Onderwerpen moeten voor objecten zijn ingeschakeld voordat u onderwerpen kunt toevoegen aan records van dat objecttype.


Opmerking: Alle onderwerpnamen zijn openbaar en worden weergegeven in zoekresultaten, maar dit heeft geen invloed op de zichtbaarheid van records die onderwerpen hebben. 1. Klik boven aan de recorddetailpagina onder de naam van de record op Klik om onderwerpen toe te voegen. Als de record al onderwerpen heeft, klikt u op Onderwerpen.


GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Onderwerpen toevoegen aan een record: • "Maken" of "Bewerken" voor de record EN "Onderwerpen toewijzen" voor het toevoegen van bestaande onderwerpen OF "Onderwerpen maken" voor het toevoegen van nieuwe onderwerpen

Als uw beheerder op feeds gebaseerde lay-outs heeft ingeschakeld, klikt u op Onderwerpen toevoegen in de zijbalk van de feedweergave.

148



2. Begin in de onderwerpeditor uw tekst te typen. Terwijl u typt, kunt u een onderwerp uitzoeken in de lijst van suggesties of gaat u door met typen om uw eigen unieke onderwerp te maken. Als u meer dan één onderwerp wilt toevoegen, typt u een komma na elk onderwerp. Komma's ( , ) en rechterblokhaken ( ] ) beëindigen automatisch een onderwerp. Andere interpunctietekens, symbolen en scheidingstekens worden wel ondersteund in onderwerpnamen. Records kunnen maximaal 100 onderwerpen hebben. 3. Wanneer u klaar bent met het toevoegen van onderwerpen, klikt u op Gereed of drukt u op Enter. U kunt nu door u aan records toegevoegde onderwerpen gebruiken om uw lijstweergaven te filteren. En als uw beheerder Chatter heeft ingeschakeld, worden aan records toegevoegde onderwerpen koppelingen naar onderwerpdetailpagina's, waarop gekoppelde records worden weergegeven op het tabblad Records om toegang te vergemakkelijken. (Zoals u ziet, worden Chatter-posts op een record niet automatisch toegevoegd aan onderwerpen van een record; u moet de onderwerpen toevoegen aan de posts.) ZIE OOK: Een lijstweergaven maken in Salesforce Classic Onderwerpen verwijderen uit records

149


Tags voor records

Onderwerpen verwijderen uit records Verwijder een onderwerp uit een record als het niet langer van toepassing is.

EDITIONS

Het verwijderen van onderwerpen verwijdert ze niet permanent. Voordat u een onderwerp verwijdert uit een record, gaat u na of iemand anders dit heeft toegevoegd; het kan zijn dat die persoon het onderwerp gebruikt om de record bij te houden.


1. Klik boven aan de recorddetailpagina op Onderwerpen.


2. Klik op

naast het onderwerp dat u uit de record wilt verwijderen.

3. Klik op Gereed of druk op ENTER.


Met het verwijderen van een onderwerp uit een record verwijdert u ook de record uit alle lijstweergaven die dat onderwerp als filter gebruiken. Als Chatter is ingeschakeld, wordt de record ook verwijderd uit het tabblad Records van de onderwerpdetailpagina.

Onderwerpen verwijderen uit een record: • "Maken" of "Bewerken" voor de record EN "Onderwerpen toewijzen"

Tags voor records Tags zijn woorden of korte woordgroepen die u aan de meeste Salesforce-records kunt koppelen om hun gegevens op persoonlijke wijze te beschrijven en te organiseren. Gebruik tags om records van verschillende objecten te groeperen op een gemeenschappelijk thema of gebruik. Vervolgens kunt u op die tags zoeken om snel en eenvoudig gegevens te zoeken. Stel dat u een aantal contactpersonen en leads ontmoet op een conferentie. U kunt dan aan al deze personen de code Gebruikersconferentie 2011 toevoegen. De tag Gebruikersconferentie 2011 kan vervolgens in zoekresultaten worden aangeklikt om die records op te halen.


Salesforce ondersteunt twee typen tags. • Persoonlijke tags zijn privé. Alleen u kunt persoonlijke tags zien, die u aan een record toevoegt. • Openbare tags worden gedeeld door alle gebruikers in een organisatie. Elke gebruiker met toegang tot de record kan de door u toegevoegde openbare tags weergeven. Beheerders kunnen persoonlijke en openbare tags inschakelen voor accounts, activiteiten, activa, campagnes, cases, contactpersonen, contracten, dashboards, documenten, events, leads, nototoes, opportunities, rapporten, oplossingen, taken en willekeurige aangepaste objecten, hetgeen het volgende mogelijk maakt: • Records van tags voorzien • Tags verwijderen van een record • Bladeren en zoeken in en beheren van tags Opmerking: Als uw beheerder onderwerpen inschakelt voor een object, worden openbare tags uitgeschakeld voor dat object. Dit heeft geen invloed op persoonlijke tags. Records van tags voorzien Tags uit records verwijderen Tags bekijken, zoeken en beheren Recent gebruikte tags weergeven

150


Tags voor records

Records van tags voorzien 1. Klik in de rechterbovenhoek van de recorddetailpagina op Tags toevoegen. Als aan de record al tags zijn gekoppeld, klikt u op Tags bewerken.

EDITIONS

2. Geef in de tekstvakken Persoonlijke tags of Openbare tags met komma's gescheiden lijsten van de tags op, die u aan de record wilt koppelen. Tags mogen alleen letters, cijfers, spaties, streepjes en onderstrepingstekens bevatten en moeten ten minste één letter of cijfer bevatten.


Tijdens het invoeren van nieuwe tags worden maximaal 10 reeds gedefinieerde tags weergegeven als suggestie voor automatisch aanvullen. De lijst met suggesties wordt aangepast terwijl u typt, zodat alleen tags worden weergegeven die overeenkomen met datgene wat u al hebt ingevoerd. Voor het kiezen van een suggestie klikt u erop of gebruikt u de pijltoetsen op het toetsenbord om de tag te selecteren en drukt u vervolgens op TAB of ENTER. 3. Klik op Opslaan. Tip: Bij het maken of bewerken van tags kunt u ook op de toets ENTER drukken om uw wijzigingen op te slaan, of op ESC om ze te negeren.


GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Tags voor een record bewerken: • "Lezen" voor de record De naam van openbare tags wijzigen of deze verwijderen: • "Tagbeheer"

Opmerking: Er zijn limieten aan het aantal persoonlijke en openbare tags dat u kunt maken en toepassen op records. U probeert een record van tags te voorzien met een nieuwe tag, waarmee een of meer van deze limieten wordt overschreden, wordt die tag bij alle editions niet opgeslagen. Als u een limiet bereikt, gaat u naar de pagina Tags en verwijdert u weinig gebruikte tags. ZIE OOK: Tags voor records Tags uit records verwijderen

Tags uit records verwijderen 1. Klik in de rechterbovenhoek van de recorddetailpagina op Tags bewerken. 2. Klik naast de tekstvakken Persoonlijke tags of Openbare tags op [X] naast de tag die u wilt verwijderen. 3. Klik op Opslaan. Tip: Bij het maken of bewerken van tags kunt u ook op de toets ENTER drukken om uw wijzigingen op te slaan, of op ESC om ze te negeren. Als de tag die u hebt verwijderd, het laatste exemplaar van de tag is, wordt de tag uit uw organisatie verwijderd. Als de tag door andere records wordt gebruikt, wordt de tag nog steeds weergegeven in de zoekresultaten en op de pagina Tags.

151


GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Tags voor een record bewerken: • "Lezen" voor de record


Tags voor records

Tags bekijken, zoeken en beheren Voor toegang tot de pagina Tags klikt u op de naam van een willekeurige tag op een detailpagina of, als uw beheerder tags heeft toegevoegd aan de zijbalk, op Tags in de zijbalk.

EDITIONS

Vanaf deze pagina kunt u het volgende doen:


• Tags weergeven en erin bladeren


• Records zoeken met behulp van tags • Tags zoeken • De naam van tags wijzigen en tags verwijderen


• Persoonlijke tagstatistieken bekijken

Weergeven van en bladeren in tags Gebruik de opties Persoonlijke tags en Openbare tags om uw weergave te beperken of uit te breiden. Omdat persoonlijke tags privé zijn, kunt u alleen de persoonlijke tags zien, die u zelf hebt gedefinieerd. U kunt wel alle openbare tags zien, die in uw organisatie zijn gedefinieerd.

De naam van openbare tags wijzigen of deze verwijderen: • "Tagbeheer"

Klik op een letter boven aan het bladergebied voor tags om alleen tags weer te geven, die met die letter beginnen, of klik op Volgende pagina of Vorige pagina. Tags worden standaard in alfabetische volgorde gerangschikt. Kies in de keuzelijst Sorteren de optie Op aantal keren gebruikt om tags te sorteren op het aantal records dat met deze tag is aangeduid, of kies Op recentste gebruik om tags te sorteren op de frequentie waarmee ze zijn toegevoegd aan een record.

Records met tags zoeken Klik op een tag om de lijst van records te zien, die zijn geordend op object. Het aantal aan de tag gekoppelde records wordt naast de tag weergegeven. U kunt de resultaten nog verder beperken door op extra tags te klikken. Wanneer meer dan één tag wordt geselecteerd, worden alleen records in de lijst van resultaten weergegeven, die overeenkomen met alle geselecteerde tags. Klik op [X] naast een tag om de selectie ervan op te heffen en deze uit het filter te verwijderen. Klik op Geselecteerde tag(s) wissen als u de selectie van tags ongedaan wilt maken en opnieuw wilt beginnen. Opmerking: • Het aantal records dat aan een tag is gekoppeld, kan soms groter zijn dan het aantal records dat wordt weergegeven wanneer u op die tag klikt op de pagina Tags. Deze situatie doet zich voor als u eerst een record van een tag hebt voorzien en vervolgens de machtiging om deze weer te geven bent kwijtgeraakt vanwege een wijziging bij delen; een andere oorzaak doet zich voor als een record waartoe u geen toegang hebt, een of meer openbare tags heeft. • Zoekresultaten en de pagina Tags geven geen aangepaste objecten weer zonder een bijbehorend tabblad is, zelfs niet als tags zijn ingeschakeld voor het aangepaste object. U kunt kolommen aanpassen en de zoekresultaten filteren.

Tags zoeken Geef termen op in het zoekvak Tags opzoeken en klik op Zoeken. Alleen tags die aan uw zoekcriteria voldoen, worden weergegeven in het bladergebied. Vervolgens kunt u op een tag klikken om records te bekijken die aan die tag zijn gekoppeld. Tekenreeksen voor zoeken moeten minstens twee lettertekens bevatten en kunnen ook jokertekens en operatoren bevatten.

152


Richtlijnen voor het invoeren van valuta, datums, tijden en telefoonnummers

Het meest recente zoekresultaat wordt opgeslagen in het bladergebied voor tags, naast het alfabet boven aan de pagina. Klik op de zoekreeks om terug te keren naar de resultaten.

De naam van tags wijzigen en tags verwijderen • Als u de naam van een tag wilt wijzigen, beweegt u de muisaanwijzer over de tag en selecteert u Naam wijzigen in de vervolgkeuzelijst die om de tag wordt weergegeven. Geef een nieuwe naam voor de tag op in het tekstvak dat verschijnt, en klik op Opslaan. • Als u een tag wilt verwijderen, beweegt u de muisaanwijzer over de tag en selecteert u Verwijderen in de vervolgkeuzelijst die om de tag wordt weergegeven. De tag wordt verwijderd uit elke record in uw organisatie en wordt in de Prullenbak geplaatst. Als u een tag herstelt vanuit de Prullenbak, wordt deze automatisch opnieuw gekoppeld aan de records waaruit deze werd verwijderd. Zie voor meer informatie Werken met de Prullenbak op pagina 189. U kunt de naam van elke persoonlijke tag wijzigen of elke persoonlijke tag verwijderen, maar u moet wel beschikken over de machtiging "Tagbeheer" om de naam te wijzigen of een openbare tag te verwijderen.

Statistieken over persoonlijke tags weergeven Klik op Gebruik van persoonlijke tags aan de rechterzijde. Deze pagina toont uw huidige aantal unieke persoonlijke tags en toepassingen van persoonlijke tags. U kunt maximaal hebben: • 500 unieke persoonlijke tags • 5000 gevallen van op records toegepaste persoonlijke tags Als u uw limieten voor persoonlijke tags nadert, kunt u overwegen om gelijksoortige tags samen te voegen in één tag door de naam te wijzigen. Als u bijvoorbeeld tags hebt voor Fietsen, Wielrennen en Biking, kunt u de naam van Wielrennen en Biking wijzigen in Fietsen om het aantal unieke persoonlijke tags te verminderen. Als u het aantal gevallen waarin tags zijn toegepast op records, wilt verminderen, verwijdert u persoonlijke tags die u niet langer gebruikt.

Recent gebruikte tags weergeven Met de koppeling Tags en de vervolgkeuzelijst Recente tags, die beschikbaar zijn in de zijbalk, kunt u respectievelijk door tags bladeren en uw meest recent gebruikte tags bekijken. • Klik op Tags om uw volledige verzameling tags te bekijken, te doorzoeken of te beheren. • Selecteer een tag in de vervolgkeuzelijst Recente tags om alle records weer te geven die met die tag zijn gemarkeerd. De tags in deze lijst zijn de tags die u het laatst hebt gebruikt als tags voor records.

Richtlijnen voor het invoeren van valuta, datums, tijden en telefoonnummers Het maken en bewerken van records wordt eenvoudiger als u enkele richtlijnen en tips kent voor de valuta-, datum-, tijden telefoonnummervelden die u in verschillende records aantreft.

EDITIONS

Valuta

Beschikbaar in: Lightning Experience en Salesforce Classic

In de meeste Salesforce editions worden de notatie en het valutatype die u voor valutavelden als Quota of Jaaromzet kunt gebruiken, bepaald door de instelling van Valutaomgeving voor uw bedrijf. In Group, Professional, Enterprise, Unlimited en Performance Edition-organisaties die met meerdere valuta's werken, worden de notatie en het valutatype bepaald door het veld Valuta in de record die u maakt of bewerkt.

153



Keuzelijstwaarden selecteren

Tip: Als u een geldbedrag (of een ander soort getal) invoert, kunt u de sneltoetsen k, m en b gebruiken om duizendtallen, miljoenen of miljarden aan te duiden. Als u bijvoorbeeld 50k typt, wordt dit als 50.000 weergegeven. Deze sneltoetsen werken echter niet voor filtercriteria.

Datums en tijden In veel velden kunt u een datum of een tijd invoeren in de notatie die in uw instelling Omgeving is bepaald. Bij het invoeren van datums kunt u een datum kiezen uit de kalender of de datum handmatig invoeren. Alleen datums binnen een bepaald bereik zijn geldig. De vroegste geldige datum is 1700-01-01T00:00:00Z GMT, oftewel net na middernacht op 1 januari 1700. De laatste geldige datum is 4000-12-31T00:00:00Z GMT, oftewel net na middernacht op 31 december 4000. De waarden verschuiven mee met uw tijdzone. Zo is vroegste geldige datum in de Pacifische tijdzone 1699-12-31T16:00:00, oftewel 16:00 uur op 31 december 1699. Tip: • Jaren worden in vier cijfers weergegeven en opgeslagen, maar als u de laatste twee cijfers invoert, bepaalt Salesforce de eerste twee. Invoer van 60 tot en met 99 wordt geacht in de 20e eeuw te vallen (bijvoorbeeld: 1964) en invoer van 00 tot en met 59 wordt geacht in de 21e eeuw te vallen (bijvoorbeeld: 2012). • Als u alleen cijfers voor maand en dag invoert (bijvoorbeeld: 15-01), voegt Salesforce het huidige jaar toe. • Als uw omgeving en taal Engels zijn, kunt u woorden als Yesterday, Today, en Tomorrow of een dag van de week invoeren; Salesforce zorgt dan voor de rest. Er wordt altijd aangenomen dat namen van weekdagen (als Monday) voor de volgende week zijn bedoeld.

Telefoonnummers Als u telefoonnummers in de verschillende velden daarvoor invoert, bewaart Salesforce deze altijd in de ingevoerde notatie. Echter, als uw Omgeving is ingesteld op Engels (Verenigde Staten) of Engels (Canada), worden nummers van tien cijfers en nummers van elf cijfers die met "1" beginnen, automatisch genoteerd als (800) 555-1212 wanneer de record opslaat. Tip: • Als u de notatie met haakjes plus koppelteken ((800) 555-1212) niet wenst voor een nummer van tien of elf cijfers, typt u een "+" voor het nummer. Bijvoorbeeld: +49 8178 94 07-0. • Als uw telefoonnummers van tien of elf cijfers de automatische notatie van Salesforce hebben, kan het nodig zijn de haakjes in te voeren bij het opgeven van de filtervoorwaarden. Bijvoorbeeld: Telefoonnummer begint met (020).

Keuzelijstwaarden selecteren Mogelijk komt u een paar vershillende typen keuzelijstvelden tegen in Salesforce. • Standaardkeuzelijsten - Klik op de pijl-omlaag om één waarde te selecteren. • Keuzelijsten met meervoudige selectie - Dubbelklik op een beschikbare waarde in één scrolvak om die waarde toe te voegen aan het geselecteerde scrolvak rechts. U kunt één waarde of meerdere waarden selecteren. Voor de selectie van waarden binnen een bereik selecteert u de eerste waarde en klikt u op de laatste waarde in het bereik terwijl u SHIFT ingedrukt houdt; vervolgens klikt u op de pijl om de selecties toe te voegen aan het gekozen vak. • Afhankelijke en controlerende keuzelijsten werken in combinatie met elkaar. De waarde die is gekozen in de controlerende keuzelijst, is van invloed op de waarden die beschikbaar zijn in de afhankelijke keuzelijst ervan. Zowel controlerende als afhankelijke keuzelijsten worden op bewerkingspagina's aangegeven met een pictogram . Beweeg uw muisaanwijzer over het pictogram om de naam van de controlerende of afhankelijke keuzelijst weer te geven.

154


Notities

Notities Notities is een uitgebreide en verbeterde versie van de Salesforce-tool voor het maken van notities, waarmee uw gebruikers sneller en beter notities kunnen maken. Gebruik Notities om uw werkstroom te stroomlijnen, de productiviteit te verbeteren en Salesforce optimaal te benutten. Notities is samengesteld op basis van Salesforce Files, waardoor u veel dezelfde dingen kunt doen met notities, die u ook met bestanden kunt doen, zoals rapporteren over notities en Chatter gebruiken om notities te delen. Bekijk voor meer informatie over wat u met Notities kunt doen, de video: (Gebruik van Notities).

How to Use Notes

Notities maken en deze toevoegen aan records Gebruik Notities, onze verbeterde en meer uitgebreide tool voor het maken van notities in Salesforce, om belangrijke informatie toe te voegen aan uw records.

EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic en Lightning Experience Beschikbaar in: Contact Manager, Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

Een vorige versie van een notitie weergeven of herstellen Notities kunt oude versies van notities tonen en deze desnoods herstellen. Een notitie delen met gebruikers of groepen Werk samen uw collega's door uw notities te delen met andere Salesforce-gebruikers of Chatter-groepen. Een rapport over uw notities maken Bekijk en analyseer details over al uw notities met behulp van rapporten. U kunt alleen rapporteren over notities die zijn gemaakt met Notities, onze uitgebreide tool voor het maken van notities. Richtlijnen voor het gebruik van Notities in Salesforce1 Leer een paar tips, trucs en best practices voor het gebruik van Notities in Salesforce1. Wat is het verschil tussen Notities en de oude tool voor het maken van notities? Notities is een verbeterde, uitgebreide versie van de oorspronkelijke Salesforce-tool voor het maken van notities. Bij Notities kunt u een aantal voorzieningen krijgen, waarmee u beter en sneller notities kunt maken en uw productiviteit kunt vergroten.

Notities maken en deze toevoegen aan records Gebruik Notities, onze verbeterde en meer uitgebreide tool voor het maken van notities in Salesforce, om belangrijke informatie toe te voegen aan uw records. Opmerking: Als u nog steeds de oude tool voor het maken van notities gebruikt, overlegt u met uw beheerder om over te stappen op de verbeterde en meer uitgebreide versie van Notities. Notities maken en deze toevoegen aan records in Salesforce Classic Voeg belangrijke informatie toe aan uw records met behulp van Notities, onze verbeterde en meer uitgebreide tool voor het maken van notities in Salesforce, zodat u beter georganiseerd en productiever kunt worden. Notities maken en deze toevoegen aan records in Salesforce Lightning Experience Met Notities voegt u belangrijke informatie toe aan uw records zodat u de zaken op orde houdt.

155



Notities

Notities maken en deze toevoegen aan records in Salesforce Classic Voeg belangrijke informatie toe aan uw records met behulp van Notities, onze verbeterde en meer uitgebreide tool voor het maken van notities in Salesforce, zodat u beter georganiseerd en productiever kunt worden. Opmerking: Deze stappen werken in Salesforce Classic. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic. Als u links een navigatiebalk ziet, bevindt u zich in Lightning Experience. 1. Klik vanuit de gerelateerde lijst Notities van een record op Nieuwe notitie. Of ga, om een privé, op zich zelf staande notitie te maken die niet aan een record is gerelateerd, naar het tabblad Bestanden en klik op een van de filters voor Notities om de optie Nieuwe notitie te tonen.


2. Geef een titel en de hoofdtekst op. 3. Sla de notitie op. Notities die zijn gemaakt met de uitgebreide versie van Notities, worden weergegeven in de gerelateerde lijst Notities van de record, terwijl notities die zijn gemaakt met de oude tool voor het m aken van notities, worden weergegeven in de gerelateerde lijst Notities en bijlagen van de record. ZIE OOK: Richtlijnen voor het gebruik van Notities in Salesforce1 Wat is het verschil tussen Notities en de oude tool voor het maken van notities?

Notities maken en deze toevoegen aan records in Salesforce Lightning Experience Met Notities voegt u belangrijke informatie toe aan uw records zodat u de zaken op orde houdt. Opmerking: De volgende stappen werken in Lightning Experience. Als u een navigatiebalk aan de linkerzijde van uw scherm ziet, bevindt u zich in Lightning Experience. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic. 1. Klik vanuit de gerelateerde lijst Notities van de record op Nieuw. Of klik, als u een notitie wilt maken, die is gerelateerd aan een andere record of in het geheel geen record, op het pictogram Globale acties en selecteer Nieuwe notitie. 2. Geef een titel en de hoofdtekst op. U kunt afbeeldingen toevoegen aan uw notitie.

EDITIONS Beschikbaar in: Lightning Experience Beschikbaar in: Contact Manager, Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

3. Relateer de notitie aan andere records, indien noodzakelijk. Notities die zijn gemaakt met de uitgebreide versie van Notities, worden weergegeven in de gerelateerde lijst Notities van de record, terwijl notities die zijn gemaakt met de oude tool voor het m aken van notities, worden weergegeven in de gerelateerde lijst Notities en bijlagen van de record. ZIE OOK: Richtlijnen voor het gebruik van Notities in Salesforce1 Wat is het verschil tussen Notities en de oude tool voor het maken van notities?

156


Notities

Een vorige versie van een notitie weergeven of herstellen Notities kunt oude versies van notities tonen en deze desnoods herstellen. Opmerking: De volgende stappen werken in Lightning Experience. Als u een navigatiebalk aan de linkerzijde van uw scherm ziet, bevindt u zich in Lightning Experience. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic. 1. Klik vanuit de gerelateerde lijst Notities van de record op de titel van de notitie. 2. Klik in het notitievenster op

.

3. Selecteer in de lijst de versie van de notitie, die u graag wilt weergeven. 4. Klik voor het herstellen van de geselecteerde versie van de notitie op Herstellen.


Een notitie delen met gebruikers of groepen Werk samen uw collega's door uw notities te delen met andere Salesforce-gebruikers of Chatter-groepen. Een notitie delen met gebruikers of groepen in Lightning Experience Werk samen uw collega's door uw notities te delen met andere Salesforce-gebruikers of Chatter-groepen. Een notitie delen met gebruikers of groepen in Salesforce Classic Werk samen uw collega's door uw notities te delen met andere Salesforce-gebruikers of Chatter-groepen.

EDITIONS Beschikbaar in: Lightning Experience en Salesforce Classic Beschikbaar in: Contact Manager, Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

Een notitie delen met gebruikers of groepen in Lightning Experience Werk samen uw collega's door uw notities te delen met andere Salesforce-gebruikers of Chatter-groepen. Opmerking: De volgende stappen werken in Lightning Experience. Als u een navigatiebalk aan de linkerzijde van uw scherm ziet, bevindt u zich in Lightning Experience. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic. 1. Navigeer naar een notitie die u graag wilt delen. 2. Klik in het notitievenster op Delen. 3. Geef de namen op van gebruikers of groepen met wie u wilt delen.


4. Voeg zo nodig meer gebruikers of groepen toe. 5. Als u wilt verhiunderen dat de ontvangers zelf de notitie delen of dat ongedaan maken, klikt up Verhinderen dat anderen delen en delen opheffen. 6. Klik op Delen. De gebruikers met wie u deelt, ontvangen een e-mailbericht met een koppeling naar de gedeelde notitie.

157


Notities

Een notitie delen met gebruikers of groepen in Salesforce Classic Werk samen uw collega's door uw notities te delen met andere Salesforce-gebruikers of Chatter-groepen. Opmerking: De volgende stappen werken in Salesforce Classic. Als u een rij tabbladen aan de bovenzijde van het scherm ziet, bevindt u zich in Salesforce Classic. Als u links een navigatiebalk ziet, bevindt u zich in Lightning Experience. 1. Navigeer naar een notitie die u graag wilt delen. 2. Klik in het notitievenster op Instellingen voor delen van notitie. 3. Kies of u wilt delen met een andere gebruiker, een groep of een bibliotheek.


4. Geef de namen op van gebruikers of groepen met wie u wilt delen. 5. Kies voor elke gebruiker of groep of deze kijker of bijdrager wordt. Alleen bijdragers kunnen de door u gedeelde notitie bewerken. 6. Schrijf een kort bericht aan de ontvangers. Wanneer u uw notitie deelt, krijgen de ontvangers een e-mailbericht met daarin uw eventuele bericht. 7. Klik op Delen. 8. Als u wilt verhiunderen dat de ontvangers zelf de notitie delen of dat ongedaan maken, klikt up Verhinderen dat anderen delen en delen opheffen. 9. Klik op Sluiten. De gebruikers met wie u deelt, ontvangen een e-mailbericht met een koppeling naar de gedeelde notitie.

Een rapport over uw notities maken Bekijk en analyseer details over al uw notities met behulp van rapporten. U kunt alleen rapporteren over notities die zijn gemaakt met Notities, onze uitgebreide tool voor het maken van notities.

EDITIONS

1. Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met standaardrapporten en hoe u deze aanpast.


2. Maak een nieuw rapport met de volgende criteria. Rapporttype

Bestands- en inhoudsrapport

Velden

Bestandsnaam Publicatiedatum Gemaakt door Datum van laatste revisie

Beschikbaar in: Contact Manager, Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition


Laatste revisie door Bestandstype

Filters

Bestandstype is gelijk aan SNOTE

Rapporten maken, bewerken en verwijderen: • "Rapporten maken en aanpassen" EN

3. Zorg ervoor dat u uw rapport opslaat zodat u het later weer kunt uitvoeren.

158

"Rapportsamensteller"


Notities

4. Als u het rapport met anderen wilt delen, maakt u een rapportmap en slaat u het rapport hierin op. gebruik vervolgens de instellingen voor delen voor de map om individuen of groepen gebruikers toe te voegen. ZIE OOK: Notities

Richtlijnen voor het gebruik van Notities in Salesforce1 Leer een paar tips, trucs en best practices voor het gebruik van Notities in Salesforce1. Video bekijken:

EDITIONS

How to Use Notes (Gebruik van Notities)

Uw beheerder moet Notities instellen voor uw organisatie. Vervolgens kunt u Notities in Salesforce1 gaan gebruiken. Hier zijn enkele richtlijnen om u op gang te helpen. • Maak notities door op

in de actiebalk te tikken.

• Voeg lijsten met opsommingstekens en nummers toe aan notities met behulp van de pictogrammen in de werkbalk van Notities.


• Relateer notities aan meerdere records door op Records relateren te tikken. Tik voor het wijzigen van de gerelateerde records op de namen van de gerelateerde records (3). • Maak een taak door over een regel in een notitie te vegen. Of tik anders op een regel of markeer wat tekst en tik vervolgens op op de werkbalk. • Werk met gerelateerde taken rechtstreeks vanuit een notitie. • Bekijk en zoek in al hun notities door Notities in het Salesforce1-navigatiemenu te selecteren. • Als u of uw beheerder de gerelateerde lijst Notities heeft toegevoegd aan objectpaginalay-outs, kunt u: – Snel gerelateerde notities rechtstreeks vanuit records openen, in plaats van te moeten overschakelen naar het navigatiemenu om het item Notities te openen. – Notities maken vanuit de gerelateerde lijst.

Wat is het verschil tussen Notities en de oude tool voor het maken van notities? Notities is een verbeterde, uitgebreide versie van de oorspronkelijke Salesforce-tool voor het maken van notities. Bij Notities kunt u een aantal voorzieningen krijgen, waarmee u beter en sneller notities kunt maken en uw productiviteit kunt vergroten.

Notities t.o.v. de oude tool voor het maken van notities Voorziening

Notities

Oude tool voor het maken van notities

Notities toevoegen aan records De gerelateerde lijst Notities gebruiken voor het beheer van notities

159



Voorziening

Notities

Notities

Oude tool voor het maken van notities

De gerelateerde lijst Notities en bijlagen gebruiken voor het beheer van notities Notities automatisch opslaan

(alleen Lightning Experience)

Spellingcontrole


Privénotities toevoegen aan records Privé, zelfstandige notities maken (niet gerelateerd aan records) Notities relateren aan meerdere records

(alleen Lightning Experience en Salesforce1)

Rich-text-opmaak gebruiken, inclusief lijst met opsommingstekens en genummerde lijsten Salesforce doorzoeken op alleen notities Taken maken op basis van notities

(uitsluitend Salesforce1)

Een rapport over uw notities maken Afbeeldingen toevoegen aan een notitie


Een vorige versie van een notitie weergeven of herstellen


Notities worden automatisch gerelateerd aan de bovenliggende account

Gebruikers kunnen handmatig notities relateren aan de bovenliggende account.

ZIE OOK: Richtlijnen voor het gebruik van Notities in Salesforce1 Notities maken en deze toevoegen aan records Notities

160


Overwegingen bij het beheer van aan records gekoppelde bestanden en notities

Overwegingen bij het beheer van aan records gekoppelde bestanden en notities Bij het werken met bijlagen, Google-documenten of notities die zijn gemaakt met de oude tool voor het maken van notities moet u een aantal dingen in gedachten houden.

EDITIONS

• Als Chatter is ingeschakeld voor uw organisatie, worden bestanden die zijn gepost naar een feed voor een record, als feedbijlagen toegevoegd aan de gerelateerde lijst Notities en bijlagen van de record. U kunt feedbijlagen wel weergeven in een voorbeeld (indien beschikbaar), downloaden en verwijderen vanuit de gerelateerde lijst Notities en bijlagen, maar u kunt deze niet bewerken.


• U kunt een notitie of een bijlage alleen bewerken als u ook toegang hebt om de record te bewerken die eraan is gekoppeld. • Voor het verwijderen van een notitie of bijlage moet u de eigenaar van de notitie of bijlage zijn of anders een beheerder met de machtiging "Alle gegevens wijzigen". Let op: eigendom wordt bepaald door het veld Eigenaar. Eigendom van bijlagen wordt bepaald door het veld Gemaakt door.

Notities en bijlagen zijn beschikbaar in: Contact Manager, Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition Google Documenten beschikbaar in alle edities

• Recordeigenaars kunnen bijlagen verwijderen voor records ook al hebben ze de bijlage niet bijgevoegd. • Communitygebruikers kunnen wel bijlagen downloaden, maar kunnen alleen bijlagen als voorbeeld bekijken, bewerken of verwijderen als ze deze zelf hebben gemaakt. • Notities en bijlagen die via het selectievakje Privé als privé zijn gemarkeerd, zijn alleen toegankelijk voor degene die ze heeft bijgevoegd, en voor beheerders. Als beheerders privénotities en -bijlagen willen weergeven, hebben zij de machtiging "Alle gegevens weergeven" nodig, en als ze deze willen bewerken of verwijderen, hebben ze de machtiging "Alle gegevens wijzigen" nodig. • Als de service Google-documenten toevoegen aan Salesforce is ingeschakeld in uw organisatie, wordt de gerelateerde lijst Notities en bijlagen Google-documenten, notities en bijlagen genoemd. De gerelateerde lijst Bijlagen heet dan Google-documenten en bijlagen. • Voor toegang tot een Google-document vanaf een recorddetailpagina moet het document zijn gedeeld met uw Google Apps-account. • De gerelateerde lijst Notities en bijlagen omvat bestanden uit Salesforce CRM Content wanneer deze zijn gepost naar een Chatter-feed voor een record. De gerelateerde lijst Notities en bijlagen omvat echter geen Salesforce CRM Content-bestanden die alleen voorkomen in Salesforce CRM Content. Als uw organisatie Salesforce CRM Content heeft ingeschakeld, kunt u de gerelateerde lijst Gerelateerde inhoud toevoegen aan de detailpagina's voor accounts, contactpersonen, leads, opportunities, cases, producten of aangepaste objecten. • Als u notities naar externe contactpersonen publiceert via Salesforce naar Salesforce, worden alle openbare notities automatisch gedeeld met een verbinding wanneer u het bovenliggende object deelt. Bijlagen worden automatisch gedeeld als de optie Delen met verbindingen voor de bijlage is geselecteerd. Selecteer Privé om het delen van een opmerking of bijlage te beëindigen. • Van niet alle bestanden kan een voorbeeld worden weergegeven; het gaat dan onder meer om versleutelde bestanden, met een wachtwoord beveiligde bestanden, tegen kopiëren beschermde PDF-bestanden, onbekende bestandstypen en elk bestand dat groter is dan 25 MB. Bij bestanden waarvan geen voorbeeld kan worden weergegeven, is de optie Voorbeeld niet beschikbaar bij feeds of lijstweergaven; bestanden worden weergegeven als generieke pictogrammen voor bestandstypen in de feed. Bepaalde Microsoft Office 2007-voorzieningen worden in voorbeelden niet correct weergegeven. Als er wel een voorbeeld van een bestand kan worden weergegeven, terwijl er geen voorbeeld bestaat, neemt u contact op met uw Salesforce-beheerder die het voorbeeld mogelijk opnieuw kan genereren.

161


Notitie- en bijlagevelden

• Alle notities en bijlagen die aan contactpersonen en opportunities zijn toegevoegd, worden ook onder de bijbehorende account toegevoegd. ZIE OOK: Notities Notities maken en deze toevoegen aan records Richtlijnen voor het gebruik van Notities in Salesforce1

Notitie- en bijlagevelden Notities is een verbeterde, uitgebreide versie van de Salesforce-tool voor het maken van notities. Deze tabel vermeldt de beschikbare velden wanneer u een notitie maakt met Notities. Er is ook een werkbalk met pictogrammen om bullet- en genummerde lijsten toe te voegen aan notities.

Velden voor Notities Opmerking: In Salesforce1 en Lightning Experience zijn er extra velden om meerdere records aan de notitie te relateren. Veld

Beschrijving

Hoofdtekst

Tekst van de notitie. Kan maximaal 50 MB aan gegevens bevatten.

Titel

Onderwerp van notitie. Maximaal 200 lettertekens.


Velden voor de oude tool voor notities Veld

Beschrijving

Hoofdtekst

Tekst van de notitie. Kan maximaal 32 kB aan gegevens bevatten.

Privé

Dit selectievakje geeft aan dat de notitie alleen toegankelijk is voor de eigenaar en beheerders. Als beheerders privébijlagen willen weergeven, hebben zij de machtiging "Alle gegevens weergeven" nodig en als ze deze willen bewerken, hebben ze de machtiging "Alle gegevens wijzigen" nodig.

Functie

Korte beschrijving van de notitie. Maximaal 80 lettertekens.

Velden voor Bijlagen Bijlagevelden Veld Beschrijving

Beschrijving Beschrijving van het geüploade bestand.

162


Notities en bijlagen verwijderen uit records

Bijlagevelden Veld

Beschrijving

Bestandsnaam

Naam van het geüploade bestand.

Privé

Dit selectievakje geeft aan dat de bijlage alleen toegankelijk is voor de eigenaar en beheerders. Als beheerders privébijlagen willen weergeven, hebben zij de machtiging "Alle gegevens weergeven" nodig en als ze deze willen bewerken, hebben ze de machtiging "Alle gegevens wijzigen" nodig.

Delen met verbindingen

Dit selectievakje geeft aan dat de bijlage wordt gedeeld met verbindingen, wanneer de bovenliggende record wordt gedeeld. Dit selectievakje is alleen beschikbaar als Salesforce naar Salesforce is ingeschakeld, de bovenliggende record wordt gedeeld en de bijlage openbaar is.

Grootte

Grootte van het geüploade bestand.

Notities en bijlagen verwijderen uit records Als u een notitie of bijlage wilt verwijderen, klikt u op Verw naast de notitie of de bijlage in de gerelateerde lijst Notities of bijlagen of de gerelateerde lijst Bijlagen van een record.

EDITIONS

Verwijderde notities of bijlagen kunt u herstellen vanuit de Prullenbak.


Als u een bestand wilt verwijderen dat was gekoppeld vanuit een Chatter-feed, klikt u op Verw naast de feedbijlage. Hierdoor wordt het bestand verwijderd uit alle Chatter-feeds waarop het werd gedeeld, en wordt het bestand verwijderd uit de gerelateerde lijst Notities en bijlagen. Herstel het bestand door op de Prullenbak te klikken, het bestand te selecteren en op Verwijderen ongedaan maken te klikken. Als het bestand is bijgevoegd vanuit uw computer, een Chatter-feed, groep of een Salesforce CRM Content-bibliotheek, wordt het bestand met het verwijderen uit de gerelateerde lijst Notities en bijlagen ook verwijderd uit de post, maar wordt het bestand niet verwijderd uit zijn oorspronkelijke locatie.


GEBRUIKERSMACHTIGINGEN ZIE OOK: Notities maken en deze toevoegen aan records Overwegingen bij het beheer van aan records gekoppelde bestanden en notities

Een notitie of een bijlage verwijderen: • Eigenaar van de bovenliggende record OF "Bewerken" of "Verwijderen" voor het bovenliggende recordtype OF "Alle gegevens wijzigen"

163


Waarom wordt de record die ik probeer op te slaan, gesignaleerd als duplicaat? Wat kan ik doen?

Waarom wordt de record die ik probeer op te slaan, gesignaleerd als duplicaat? Wat kan ik doen? Uw organisatie gebruikt duplicaatregels, die voorkomen dat gebruikers duplicaatrecords aanmaken. Lees het bericht om te bepalen hoe u moet verdergaan.

EDITIONS

Hier is wat u ziet als de record die u probeert op te slaan, als een mogelijk duplicaat is gesignaleerd.

Beschikbaar in: Salesforce Classic en Lightning Experience Beschikbaar in: Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

1. Een door het systeem gegenereerd bericht meldt hoeveel mogelijke duplicaten zijn aangetroffen. Het aantal omvat alleen de records waartoe u toegang hebt. Als u geen toegang hebt tot een van de records die zijn aangeduid als mogelijke duplicaten, omvat dit bericht geen aantal, maar wel een lijst van recordeigenaars zodat u om toegang tot de bestaande duplicaten kunt verzoeken. 2. Een aangepaste waarschuwing die is geschreven door degene die de duplicaatregel heeft gemaakt. In het ideale geval legt de waarschuwing uit waarom u de record niet kunt opslaan en wat u moet doen. 3. Als de duplicaatregel u wel toestaat om een record op te slaan, ondanks het feit dat het een mogelijk duplicaat betreft, is de knop Opslaan (waarschuwing negeren) aanwezig. Als de duplicaatregel het opslaan blokkeert van een record die een mogelijke duplicaatrecord is, is de knop Opslaan wel aanwezig, maar kan de record pas met succes worden opgeslagen als u de benodigde wijzigingen aan de record aanbrengt, zodat deze niet langer als een mogelijke duplicaatrecord wordt gesignaleerd. 4. De lijst van mogelijke duplicaten omvat alleen records waartoe u toegang hebt. De in de lijst getoonde velden omvatten alleen velden waartoe u toegang hebt (maximaal de eerste 7 velden die zijn vergeleken voor het vaststellen van een overeenkomst).

164


Waarom wordt de record die ik probeer op te slaan, gesignaleerd als duplicaat? Wat kan ik doen?

Maximaal 5 records worden weergegeven in deze lijst, maar als er meer dan 5 duplicaten zijn aangetroffen, klikt u op Alle weergeven >> voor een volledige lijst van records (maximaal 100). Records worden vermeld in de volgorde waarin ze voor het laatst zijn gewijzigd. Ga rechtstreeks naar een van de records in de lijst door op de koppeling ervoor te klikken. 5. De gemarkeerde velden zijn de velden die zijn vergeleken voor het vaststellen van de overeenkomst. Welke notatie wordt er gebruikt voor datums, tijden en namen in Salesforce? Hoe bepaal ik dat alleen bepaalde gebruikers gegevens delen? Kan een individuele gebruiker zelf het delen van records waarvan deze eigenaar is, bepalen? Kan ik records overdragen aan andere gebruikers? Hoe druk ik Salesforce-records af?

Welke notatie wordt er gebruikt voor datums, tijden en namen in Salesforce? De indeling voor datums, tijden en namen van personen in Salesforce wordt bepaald door de instelling Omgeving. Bepaal als volgt welke datum- en tijdsindeling wordt gebruikt voor uw instelling Omgeving: 1. Geef vanuit uw persoonlijke instellingen Geavanceerde gebruikersdetails op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Geavanceerde gebruikersdetails. Geen resultaten? Geef Persoonlijke gegevens op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Persoonlijke gegevens. 2. Bekijk de datum- en tijdsindeling die wordt gebruikt in het alleen-lezen veld Gemaakt door. Dit is de notatie die u ook moet gebruiken om datums en tijden in Salesforce-velden op te geven. ZIE OOK: Uw Salesforce Experience personaliseren

Hoe bepaal ik dat alleen bepaalde gebruikers gegevens delen? Als uw Professional, Enterprise, Unlimited, Performance of Developer Edition-organisatie het sharemodel Privé of Openbaar alleen-lezen heeft, kan uw beheerder bepaalde gebruikers toch toestaan om informatie te delen. Uw beheerder kan openbare groepen maken en daarna regels voor delen instellen om op te geven dat gebruikers in bepaalde rollen altijd hun gegevens delen met gebruikers in een andere rol of openbare groep. Afzonderlijke gebruikers kunnen ook persoonlijke groepen maken om toegang te verlenen tot hun eigen accounts, contactpersonen en opportunities.

Kan een individuele gebruiker zelf het delen van records waarvan deze eigenaar is, bepalen? Ja. In Professional, Enterprise, Unlimited, Performance en Developer Edition-organisaties zijn alle accounteigenaars in staat het delen op een account-per-accountbasis verder uit te breiden. Bijvoorbeeld, als de organisatie een Privémodel heeft, kan de eigenaar van de Acme-account deze account en zijn gerelateerde gegevens delen met geselecteerde groepen of met afzonderlijke gebruikers. In Enterprise, Unlimited, Performance en Developer Edition kunnen opportunityeigenaars het delen ook los van het delen van een account uitbreiden voor afzonderlijke apportunities. U kunt het delen van accounts, leads en opportunities gebruiken om de toegang tot uw accounts te vergroten. U kunt de toegang niet verder beperken dan de standaardtoegangsniveaus van uw organisatie. Dit type delen noemt men handmatig delen en wordt gebruikt via de knop Delen op de recorddetailpagina.

165


Informatie vinden met Zoeken

Kan ik records overdragen aan andere gebruikers? In de meeste editions kunt u eigendom van records met een van de volgende methoden overdragen. Wanneer u de eigenaar van een record wijzigt, draagt Salesforce ook het eigendom over van bepaalde gerelateerde records. Eigendom overdragen van één record waarvan u eigenaar bent Klik op Eigenaar wijzigen op de recorddetailpagina. Zie Eigendom wijzigen en Overdracht van gekoppelde items voor meer informatie. Eigendom overdragen van meerdere cases, leads of aangepast-objectrecords waarvan u eigenaar bent Klik op het tabblad van het object en geef een lijstweergave weer. Selecteer de over te dragen records en klik op Eigenaar wijzigen. Eigendom overdragen van meerdere records waarvan andere gebruikers eigenaar zijn Gebruikt de voorziening Bulkoverdracht. Zie Records in bulk overdragen voor meer informatie over bulkoverdracht en welke gerelateerde records worden overgedragen. Eigendom van records overdragen met werkstroomregels Wanneer de eigenaar van een record door een werkstroomregel wordt overgedragen, wijzigt Salesforce het eigendom van gerelateerde records niet.

Hoe druk ik Salesforce-records af? De details van een Salesforce-record afdrukken: 1. Klik op de koppeling Afdrukbare weergave in de rechterbovenhoek op de meeste detailpagina's. Er wordt een nieuw browservenster geopend, waarin de record wordt weergegeven in een opmaak die zo kan worden afgedrukt. 2. U kunt secties in de afdrukbare weergave samen- of uitvouwen door op de driehoekjes naast de sectiekoppen te klikken. 3. Klik desgewenst op Alles uitvouwen of Alles samenvouwen om alle samenvouwbare secties weer te geven of te verbergen. Gerelateerde lijsten, zoals de lijst met opportunities die aan een account zijn gekoppeld, kunnen niet worden samengevouwen. 4. Klik op Deze pagina afdrukken of gebruik de afdrukfunctie van de browser om de pagina naar een printer te verzenden. Opmerking: Op het tabblad Console kunt u op het pictogram Afdrukken ( rapport te openen.

) klikken om de afdrukbare weergave van een

Informatie vinden met Zoeken Zoeken van Salesforce geeft de mogelijkheid om sneller informatie te vinden. Zoeken is beschikbaar via de Salesforce-site, een mobiele app Salesforce1 of een aangepaste zoekimplementatie die is samengesteld op basis van het Salesforce-platform.

EDITIONS Beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com

De werking van Zoeken Zoeken vindt op efficiënte wijze datgene waarnaar u zoekt, door uw zoektermen op te delen en op basis hiervan overeenkomsten te vinden in de index. Hoe deelt een zoekopdracht informatie op? Telkens wanneer u een record maakt, splitst de zoekmachine de zoekbare informatie op in kleinere delen. Weten hoe deze delen worden opgesplitst, helpt bij het bepalen van de te gebruiken zoektermen.

166


De werking van Zoeken

In welk opzicht verschilt het zoeken tussen Lightning Experience, Salesforce Classic en Salesforce1? Globaal zoeken op de volledige Salesforce-site (in Lightning Experience of Salesforce Classic) en de mobiele app Salesforce1 gebruiken dezelfde zoekindex, zodat u altijd in dezelfde gegevens zoekt. U ziet dezelfde set van recent geopende records in onmiddellijke resultaten. Het zoekbereik (de lijst van objecten die u het meers gebruikt) beïnvloedt de zoekresultaten. Maar bedenk dat sommige standaardobjecten niet beschikbaar zijn in Salesforce1 en Lightning Experience, dus u zult niet steeds exact dezelfde zoekresultaten zien. En de interface voor Globaal zoeken verschilt tussen al deze omgevingen, dus u dient te denken aan visuele en navigatieverschillen. Hoe zoek ik in opzoekvelden? Gebruik een opzoekopdracht om twee records aan elkaar te koppelen. Zoekresultaten In vele gevallen vindt u snel de record waarnaar u hebt gezocht, door gewoon de bovenste resultaten te bekijken, omdat resultaten voor elke gebruiker worden gesorteerd op relevantie. U vindt hier inzicht in de reden warom bepaalde records worden geretourneerd, en in de manier waarop u uw resultaten kunt verfijnen. Beperkingen voor zoeken in Salesforce Classic Bij het gebruik van Globaal zoeken, Zoeken via zijbalk, Geavanceerde zoekopdracht, gestructureerde query's, lijstweergaven en filters gelden bepaalde beperkingen.

De werking van Zoeken Zoeken vindt op efficiënte wijze datgene waarnaar u zoekt, door uw zoektermen op te delen en op basis hiervan overeenkomsten te vinden in de index.

EDITIONS

Raadpleeg de video:


How Does Search Work? (De werking van Zoeken) Wanneer u een zoekterm opgeeft in het veld Zoeken (1), splitst de zoekmachine uw zoekterm op in kleinere delen, de tokens (2). Deze zoekt naar overeenkomsten voor die kleinere termen in de recordgegevens die zijn opgeslagen in de index (3), beoordeelt de gekoppelde records op relevantie (4) en retourneert de resultaten waartoe u toegang hebt (5).


Opmerking: Nadat een zoekbare record van een object is gemaakt of bijgewerkt, kan het ongeveer 15 minuten of langer duren voordat de bijgewerkte tekst zoekbaar wordt. De records van en object zijn alleen doorzoekbaar nadat ze zijn opgeslagen in de zoekindex.De zoekmachine retourneert alleen resultaten waarvoor u een machtiging tot weergeven hebt.

167


Hoe deelt een zoekopdracht informatie op?

Raadpleeg voor meer informatie over wat u met Zoeken kunt doen, de volgende video's. Search in Salesforce Classic (Zoeken in Salesforce Classic) Search in Salesforce Lightning Experience (Zoeken in Salesforce Lightning Experience)

Hoe deelt een zoekopdracht informatie op? Telkens wanneer u een record maakt, splitst de zoekmachine de zoekbare informatie op in kleinere delen. Weten hoe deze delen worden opgesplitst, helpt bij het bepalen van de te gebruiken zoektermen. Wanneer u een record maakt of bijwerkt (1), splitst de zoekmachine de doorzoekbare tekst van de record op een kleinere termen, de tokens (2). Vervolgens slaat deze de tokens op in de zoekindex (3). Als u zoekt, deelt de zoekmachine uw zoektermen op soortgelijke wijze op in tokens om records met overeenkomende tokens te vinden in de index en te retourneren.

EDITIONS Beschikbaar in: zowel Salesforce Classic als Lightning Experience Beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com

Hier volgen enkele voorbeelden van de tokens die uit de recordgegevens zijn gemaakt. De zoekmachine maakt alfanumerieke tokens wanneer zoektermen interpunctie bevatten. U zou de record kunnen vinden met een zoekopdracht met behulp van willekeurige geïndexeerde tokens die zijn vermeld. Recordgegevens

Geïndexeerde tokens

Acme, Inc.

acme inc

Web2Lead

web2lead web 2 lead

Bewijsstuk-XYZ1234

bewijsstuk-xyz1234 bewijsstukxyz1234 bewijsstuk

168


Recordgegevens

Hoe deelt een zoekopdracht informatie op?

Geïndexeerde tokens xyz1234 xyz 1234

(415) 999-3434

415 999-3434 9993434 999 3434

[email protected]

[email protected] @domain.com john.smith john smith johnsmith domain.com domein com domaincom

Zoeken en de afhandeling van termen in Chinees, Japans, Koreaans en Thai Zoeken vindt relevante resultaten voor zoekopdrachten in Oost-Aziatische talen zoals Chinees, Japans, Koreaans en Thai door het opsplitsen van informatie voor opslag in een zoekindex. ZIE OOK: De werking van Zoeken

Zoeken en de afhandeling van termen in Chinees, Japans, Koreaans en Thai Zoeken vindt relevante resultaten voor zoekopdrachten in Oost-Aziatische talen zoals Chinees, Japans, Koreaans en Thai door het opsplitsen van informatie voor opslag in een zoekindex.

EDITIONS

De zoekmachine retourneert accurate zoekresultaten uit zoekopdrachten in Oost-Aziatische talen die geen spaties tussen woorden bevatten met behulp van morfologische tokenisering.


Denk eens aan het probleem van het indexeren van de term Prefectuur Tokio en een daaropvolgende zoekopdracht naar Kyoto in het Japans.

169



In welk opzicht verschilt het zoeken tussen Lightning Experience, Salesforce Classic en Salesforce1?

Geïndexeerde term

Zoekterm

東京都

京都

Prefectuur Tokio

Kyoto

Morfologische tokenisering segmenteert de term 東京都 (Prefectuur Tokio) in twee tokens. Geïndexeerde term

Zoekterm

東京

都

Tokio

Prefectuur

Deze vorm van tokenisering zorgt ervoor dat een zoekopdracht naar 京都 (Kyoto) alleen resultaten retourneert, die wel 京都 (Kyoto) bevatten en niet 東京都 (Prefectuur Tokio). In het Chinees, Japans, Koreaans en Thai (CJKT) kunt u iemand vinden door eerst de achternaam en dan pas de voornaam op te geven. Zoeken naar 佐々木律子 retourneert elke persoon met zowel de achternaam 佐々木 als de voornaam 律子.

In welk opzicht verschilt het zoeken tussen Lightning Experience, Salesforce Classic en Salesforce1? Globaal zoeken op de volledige Salesforce-site (in Lightning Experience of Salesforce Classic) en de mobiele app Salesforce1 gebruiken dezelfde zoekindex, zodat u altijd in dezelfde gegevens zoekt. U ziet dezelfde set van recent geopende records in onmiddellijke resultaten. Het zoekbereik (de lijst van objecten die u het meers gebruikt) beïnvloedt de zoekresultaten. Maar bedenk dat sommige standaardobjecten niet beschikbaar zijn in Salesforce1 en Lightning Experience, dus u zult niet steeds exact dezelfde zoekresultaten zien. En de interface voor Globaal zoeken verschilt tussen al deze omgevingen, dus u dient te denken aan visuele en navigatieverschillen.


Opmerking: Hoewel er zich kleine verschillen kunnen voordoen in de volgorde van zoekresultaten, zoekt u nog steeds in dezelfde set gegevens. Voorziening

Downloadbare app Salesforce1 voor Android en iOS

Toegang tot Zoeken

Zoekvak boven aan het Zoekpictogram in de Salesforce1-navigatiemenu. koptekst.

Onmiddellijke resultaten U ziet een lijst van uw wanneer Zoekvak is recentst gebruikte geselecteerd records voor alle objecten.

Mobiele-browserapp Volledige site Volledige site Salesforce1 Lightning Experience Salesforce Classic

U ziet een lijst van uw recentst gebruikte records voor het huidige in de balk voor zoekbereik geselecteerde object.

170

Zoekvak in de koptekst.

Zoekvak in de koptekst.

U ziet een lijst van uw recentst gebruikte records voor alle objecten.

Niet beschikbaar. Begin met typen om onmiddellijke resultaten te zien.


Voorziening


Onmiddellijke resultaten De lettertekens die u typt, terwijl u typt filteren de lijst van recentst gebruikte records.

In welk opzicht verschilt het zoeken tussen Lightning Experience, Salesforce Classic en Salesforce1?

Mobiele-browserapp Volledige site Volledige site Salesforce1 Lightning Experience Salesforce Classic De lettertekens die u typt, filteren de lijst van recentst gebruikte records. Terwijl u typt, begint de lijst ook de overeenkomende records te tonen die u niet recent hebt geopend.

De lettertekens die u typt, filteren de lijst van recentst gebruikte records. Terwijl u typt, begint de lijst ook de overeenkomende records te tonen die u niet recent hebt geopend.

De lettertekens die u typt, filteren de lijst van recentst gebruikte records.

Volledige zoekresultaten U ziet de top-3 records U ziet verschillende voor elke van uw recentst resultaten voor het in de gebruikte objecten. balk voor zoekbereik geselecteerde object. Resultaten worden gegroepeerd per object Wijzig het object om meer resultaten te zien. en gerangschikt op

U ziet resultaten voor het in de balk voor zoekbereik geselecteerde object. Topresultaten geeft een lijst van topresultaten voor de vaakst gebruikte objecten. Wijzig het object om meer resultaten te zien.

U ziet de top-5 records voor elke van uw recentst gebruikte objecten.

belangrijkheid.

Resultaten worden gesorteerd op belangrijkheid.

Resultaten worden gegroepeerd per object en gerangschikt op belangrijkheid.

Resultaten worden gesorteerd op belangrijkheid. Zoekresultaten verfijnen Niet beschikbaar.

U kunt resultaten sorteren op veldtype.

U kunt resultaten sorteren op kolomkop.

U kunt resultaten sorteren op kolomkop. Indien ingeschakeld door uw beheerder, is ook filteren beschikbaar.

Zoeken in feeds

Globaal zoeken vindt geen informatie in feeds. Gebruik in plaats daarvan zoeken in feeds. Trek op de pagina Feed van boven af naar beneden om het zoekvak te doen verschijnen.

Selecteer Feeds in de balk voor zoekbereik vanaf de pagina voor zoekresultaten om de resultaten van de feed Hele bedrijf te zien.

U gebruikt Globaal zoeken op de hoofdpagina van Feeds om de resultaten van de feed Hele bedrijf te zien. Als u niet gezocht hebt vanuit de hoofdpagina van Feeds, schakelt u over naar Feeds op de balk voor zoekbereik.

Gebruik Zoeken in feeds vanuit de pagina voor zoekresultaten om de resultaten van alles in uw bedrijf te zien.

Lettertekens van zoektermen

iOS: Globaal zoeken retourneert resultaten voor de eerste 155 lettertekens van uw zoekterm. Zoeken in

Retourneert resultaten voor de eerste 100 lettertekens van uw zoekterm.

Retourneert resultaten voor de eerste 100 lettertekens van uw zoekterm.

Zijbalk en Geavanceerd: Retourneert resultaten voor de eerste 80

171


Voorziening

Hoe zoek ik in opzoekvelden?


Mobiele-browserapp Volledige site Volledige site Salesforce1 Lightning Experience Salesforce Classic

feeds retourneert resultaten voor de eerste 100 lettertekens.

lettertekens van uw zoekterm. Globaal: Retourneert resultaten voor de eerste 100 lettertekens van uw zoekterm.

Android: Retourneert resultaten voor de gehele zoekterm, ongeacht het aantal lettertekens.

Hoe zoek ik in opzoekvelden? Gebruik een opzoekopdracht om twee records aan elkaar te koppelen.

EDITIONS

Term

Definitie

Beschikbaar in Beschikbaar in Salesforce Classic? Lightning Experience?

Standaard opzoekopdracht

Zoekt naar een Ja beperkte set velden voor elk object, zoals het naamveld. Resultaten zijn beperkt tot 50 records tegelijk. U kunt de kolommen in de resultaten niet sorteren, filteren of aanpassen.

Uitgebreide zoekopdrachten

Zoekt naar meer Ja, indien ingeschakeld Ja, maar filteren is niet velden voor elk object. door beheerder beschikbaar Zoekquery's worden opgedeeld in afzonderlijke zoektermen, hetgeen betere overeenkomsten en resultaten geeft. Resultaten hebben geen opzoekspecifieke limiet en u kunt resultaten verfijnen.

Blanco opzoekopdracht

Een opzoekopdracht Ja wanneer u op het opzoekpictogram klikt

Nee

Ja

172

Beschikbaar in: zowel Salesforce Classic als Lightning Experience Beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com


Term


Definitie

Beschikbaar in Salesforce Beschikbaar in Lightning Classic? Experience?

zonder een zoekterm op te geven. Opzoeken met automatisch voltooien (Directe resultaten)

Alle opzoekopdrachten geven een dynamische lijst van records weer wanneer u begint te typen in een opzoekveld.

Ja, indien ingeschakeld door beheerder. De lettertekens die u typt, filteren de lijst van recentst gebruikte records.

Gerelateerde opzoekfilters

Door de beheerder ingestelde Ja, indien ingeschakeld door filters die de geldige waarden beheerder en zoekresultaten voor opzoekvelden voor uitgebreide zoekopdrachten via het opzoekdialoogvenster beperken. Kan verplicht of optioneel zijn.

Ja. De lettertekens die u typt, filteren de lijst van recentst gebruikte records. Terwijl u typt, begint de lijst ook de overeenkomende records te tonen die u niet recent hebt geopend. Ja

Zo kunt u het opzoekveld Accounteigenaar dusdanig configureren dat alleen actieve gebruikers voor dezelfde record worden getoond. Afhankelijke opzoekfilters

Door de beheerder ingestelde Ja, indien ingeschakeld door filters die verwijzen naar velden beheerder voor de huidige objectrecord (de bron) voor uitgebreide zoekopdrachten via het opzoekdialoogvenster. Kan verplicht of optioneel zijn.

Nee

Zo kunt u het caseveld Contactpersoon dusdanig configureren dat alleen contactpersonen worden getoond, die zijn gekoppeld aan de account die is geselecteerd in het caseveld Accountnaam voor dezelfde record. Opzoekdialoogvensters (Zoeklay-out)

In Set-up definiëren beheerders Ja de velden die beschikbaar zijn binnen de zoeklay-out van het opzoekdialoogvenster. Gebruikers kunnen velden toevoegen en verwijderen uit

173

Ja, maar opzoeken globale zoekresultaten worden beide gecombineerd onder de lay-out voor zoekresultaten. Mijn kolommen is niet beschikbaar.


Term


Definitie

Beschikbaar in Salesforce Beschikbaar in Lightning Classic? Experience?

de lijst met behulp van Mijn kolommen. Gebruikers kunnen geen extra velden toevoegen, die niet door beheerders zijn gedefinieerd in de zoeklay-out. Opzoekfiltervelden (Zoeklay-out) In Set-up definiëren beheerders Ja, indien ingeschakeld door de velden die beschikbaar zijn beheerder voor het filteren voor uitgebreide opzoekopdrachten.

Nee

Gebruikers hebben toegang tot de filters met behulp van Filters weergeven in het opzoekdialoogvenster. Gebruikers kunnen geen extra velden toevoegen, die niet door beheerders zijn gedefinieerd in de zoeklay-out.

Opzoekopdrachten in Salesforce Classic Met opzoekvelden kunt u twee records aan elkaar koppelen om een relatie te leggen. Zo omvat een contactpersoonsrecord een accountopzoekveld dat de contactpersoon koppelt aan de account ervan. Opzoekopdracht in Lightning Experience Met opzoekvelden kunt u twee records aan elkaar koppelen om een relatie te leggen. Zo omvat een contactpersoonsrecord een accountopzoekveld dat de contactpersoon koppelt aan de account ervan. In de opzoekopdracht voor doorzoekbare objecten worden termen vergeleken met alle doorzoekbare velden binnen een record, niet alleen de naam van de record. Als u een record niet in de automatisch voorgestelde omiddellijke resultaten ziet, voert u een volledige zoekopdracht uit. Wacht 15 minuten en probeer het opnieuw, als u een nieuwe record niet in de zoekresultaten ziet. Bekijk enkele andere antwoorden op veelgestelde vragen over zoekopdrachten.

Opzoekopdrachten in Salesforce Classic Met opzoekvelden kunt u twee records aan elkaar koppelen om een relatie te leggen. Zo omvat een contactpersoonsrecord een accountopzoekveld dat de contactpersoon koppelt aan de account ervan. Standaard- en uitgebreide zoekopdrachten in Salesforce Classic Salesforce-objecten omvatten vaak opzoekvelden waarmee u twee records kunt koppelen in een relatie. Zo omvat een contactpersoonsrecord een opzoekveld Account, dat de contactpersoon koppelt aan diens account. Opzoekvelden worden weergegeven met de knop


op recordbewerkingspagina's. Door te klikken op het pictogram wordt een dialoogvenster voor een opzoekopdracht geopend waarmee u kunt zoeken naar de record die u wilt koppelen aan de record die u op dat moment bewerkt. Er zijn twee typen zoekopdrachten: standaard en uitgebreide.

174



Tips voor het gebruik van standaard en uitgebreide zoekopdrachten Denk aan de volgende tips bij het gebruik van standaard en uitgebreide zoekopdrachten: Automatisch invullen bij opzoekopdrachten Indien ingeschakeld door uw beheerder, ondersteunen opzoekopdrachten automatisch aanvullen.

Standaard- en uitgebreide zoekopdrachten in Salesforce Classic Salesforce-objecten omvatten vaak opzoekvelden waarmee u twee records kunt koppelen in een relatie. Zo omvat een contactpersoonsrecord een opzoekveld Account, dat de contactpersoon

EDITIONS

koppelt aan diens account. Opzoekvelden worden weergegeven met de knop op recordbewerkingspagina's. Door te klikken op het pictogram wordt een dialoogvenster voor een opzoekopdracht geopend waarmee u kunt zoeken naar de record die u wilt koppelen aan de record die u op dat moment bewerkt. Er zijn twee typen zoekopdrachten: standaard en uitgebreide.


Standaardzoekopdrachten in Salesforce Classic Standaardzoekopdrachten zoeken door en beperkte set doorzoekbare velden per object en gebruikers kunnen zoekresultaten niet verfijnen. Uitgebreide zoekopdrachten in Salesforce Classic Uitgebreide zoekopdrachten bieden meer zoekmogelijkheden dan standaardzoekopdrachten. Daarnaast kunt u met uitgebreide zoekopdrachten zoekresultaten sorteren en filteren.

Standaardzoekopdrachten in Salesforce Classic Standaardzoekopdrachten zoeken door en beperkte set doorzoekbare velden per object en gebruikers kunnen zoekresultaten niet verfijnen.

EDITIONS

Beschikbaarheid Standaardzoekopdrachten zijn beschikbaar voor de meeste standaardobjecten. Alle opzoekvelden gebruiken standaard standaardzoekopdrachten.


Zoekwerking Wanneer u een blanco opzoekopdracht uitvoert, wordt er een lijst van recent weergegeven records weergegeven in het opzoekdialoogvenster.


Standaardzoekopdrachten voeren een query uit op geselecteerde velden Naam voor objecten. Aan elke van uw zoektermen wordt automatisch een jokerteken toegevoegd. Zo is een zoekopdracht naar bob jo eigenlijk een zoekopdracht naar bob* jo* en retourneert deze items met bob jones, bobby jones of bob johnson. Standaardopzoekquery's zoeken naar overeenkomsten voor uw zoekterm in de database van de organisatie (niet de zoekindex) zonder de term op te splitsen in tokens. Zoekresultaten De meeste standaardzoekopdrachten retourneren maximaal 200 van de relevantste records en u kunt door 50 records tegelijk bladeren. Opzoekopdrachten voor campagnes retourneren de bovenste 100 resultaten. Als u alle resultaten hebt bekeken en nog steeds niet de gewenste record ziet, geeft u een specifiekere zoekterm op. Resultaten staan in alfabetische volgorde op het naamveld van de primaire record.

175



U kunt de kolommen in de zoekresultaten niet sorteren, filteren of aanpassen. Salesforce retourneert alleen overeenkomsten voor een aangepast object als uw beheerder hieraan een aangepast tabblad heeft gekoppeld. Voor weergave hoeft u het tabblad niet toe te voegen. Opmerking: Overweeg om standaardzoekopdrachten te converteren naar uitgebreide zoekopdrachten voor betere zoekresultaten. Beheerders schakelen uitgebreide zoekopdrachten in.

Uitgebreide zoekopdrachten in Salesforce Classic Uitgebreide zoekopdrachten bieden meer zoekmogelijkheden dan standaardzoekopdrachten. Daarnaast kunt u met uitgebreide zoekopdrachten zoekresultaten sorteren en filteren.

EDITIONS

Beschikbaarheid Uitgebreide zoekopdrachten zijn beschikbaar voor de objecten Bedrijfsaccount, Contactpersoon, Aangepast object, Opportunity, Persoonsaccount, Gebruiker, Werkorder en Werkorderregelitem. Beheerders schakelen uitgebreide zoekopdrachten in voor elk object.


Zoekwerking Wanneer u een blanco opzoekopdracht uitvoert, wordt er een lijst van recent weergegeven records weergegeven in het opzoekdialoogvenster. Indien beschikbaar, kunt u recent weergegeven records sorteren en filteren. Als u geen record ziet, voert u een volledige opzoekopdracht uit. Standaard voer uitgebreide zoekopdrachten een query uit op een beperkte set velden, voornamelijk velden voor Naam voor elk object. Indien beschikbaar in het uitgebreide opzoekdialoogvenster, selecteert u Alle velden en andere zoektermen die uniek zijn voor de record, om te zoeken op alle doorzoekbare velden.

Query's van uitgebreide opzoekopdracht delen uw zoektermen op in tokens zodat ze records kunnen retourneren met overeenkomende tokens uit de index. Zoekresultaten Uitgebreide zoekopdrachten retourneren maximaal 2000 van de meest relevante records, terwijl u ook door grote sets zoekresultaten kunt bladeren. Als u alle resultaten hebt bekeken en nog steeds niet de gewenste record ziet, geeft u een specifiekere zoekterm op.

176



Resultaten worden in eerste instantie gepresenteerd in oplopende alfabetische volgorde op het naamveld van de primaire records. Aangepaste objecten worden vermeld in aflopende volgorde op de datum waarop u deze het recentst hebt geopend. Sorteer resultaten door op de kolomkop te klikken. Gebruik Filters tonen om resultaten te filteren. Gebruik Mijn kolommen om te wijzigen welke kolommen worden weergegeven in de zoekresultaten.

Opmerking: Beheerders moeten een zoeklay-out instellen voor het veld Opzoekfilter voordat gebruikers resultaten kunnen sorteren of filteren. Beheerders bepalen de beschikbare velden die worden weergegeven als kolommen in de zoeklay-out. Hoewel u de kolommen die worden weergegeven in lay-out, kunt verbergen en rangschikken met Mijn kolommen, kunt u geen kolommen toevoegen, die niet in de lay-out zijn opgenomen. Daarom neemt u contact op met uw beheerder om extra kolommen te laten toevoegen aan de lay-out. Salesforce retourneert alleen overeenkomsten voor een aangepast object als uw beheerder hieraan een aangepast tabblad heeft gekoppeld. Voor weergave hoeft u het tabblad niet toe te voegen.

Tips voor het gebruik van standaard en uitgebreide zoekopdrachten Denk aan de volgende tips bij het gebruik van standaard en uitgebreide zoekopdrachten: • Als u een record niet kunt vinden in opzoekresultaten, controleert u of de zoekterm correct is of probeert u om een meer specifieke zoekterm op te geven. Als uitgebreide zoekopdrachten zijn ingeschakeld door de beheerder, kunt u resultaten filteren of sorteren. Beheerders definiëren ook de velden die worden weergegeven als kolommen in de zoeklay-out om resultaten te verfijnen.


• Als u een waarde opgeeft in het tekstvak voor de opzoekopdracht en de record opslaat zonder op het opzoekpictogram te klikken, voert Salesforce automatisch een standaard opzoekopdracht uit. Als er een exacte overeenkomst wordt gevonden, wordt die waarde opgeslagen in het opzoekveld, zelfs als er andere gedeeltelijke overeenkomsten worden gevonden. Als er geen exacte overeenkomst maar wel een of meer gedeeltelijke overeenkomsten worden gevonden, vereist Salesforce dat u een waarde selecteert in een vervolgkeuzelijst van overeenkomsten. Als er geen resultaten zijn die overeenkomen met de tekst die u hebt ingevoerd, wordt in plaats daarvan een foutmelding weergegeven.

177



• Als u zoekt naar contactpersonen, leads, gebruikers of andere personen met spaties in de velden Voornaam of Achternaam, plaatst u aanhalingstekens rond de termen. Als u bijvoorbeeld wilt zoeken naar iemand met de achternaam van meegen, typt u "van meegen". • In organisaties waarin de Salesforce-klantportal of de partnerportal is ingeschakeld, kunt u de resultaten die in het opzoekdialoogvenster voor gebruikers worden weergegeven, filteren door een wachtrij of groep gebruikers te selecteren in de vervolgkeuzelijst Eigenaar of Toegewezen aan. • Als in uw organisatie divisies worden gebruikt en u de machtiging "Beïnvloed door divisies" hebt, omvatten de zoekresultaten in het opzoekdialoogvenster records in de divisie die u selecteert in het opzoekdialoogvenster. • Wanneer u een blanco zoekopdracht uitvoert, wordt een lijst weergegeven van recentelijk gebruikte records. Bij standaardzoekopdrachten worden records in alfabetische volgorde op het naamveld van de primaire record geplaatst. Bij uitgebreide zoekopdrachten wordt de volgorde van records bepaald door de wijze waarop u ze voor het laatst hebt weergegeven. Het aantal records varieert bij sommige objecttypen. Hier zijn enkele voorbeelden van veelgebruikte blanco opzoekscenario's. – Bij standaardzoekopdrachten naar producten geeft het dialoogvenster 50 records weer. – Bij standaardzoekopdrachten naar campagnes geeft het dialoogvenster 100 actieve campagnes weer. – Bij standaardzoekopdrachten naar activa geeft het dialoogvenster alle activa weer, die vrband houden met de contactpersoon voor de case. Als u niet de gewenste record ziet in de lijst van recent gebruikte records, voert u een volledige opzoekopdracht uit. U krijgt de beste resultaten met meer specifieke zoektermen.

Automatisch invullen bij opzoekopdrachten Indien ingeschakeld door uw beheerder, ondersteunen opzoekopdrachten automatisch aanvullen. Zowel standaard zoekopdrachten als uitgebreide zoekopdrachten kunnen een dynamische lijst van overeenkomende, recentelijk gebruikte records weergeven wanneer een opzoekveld wordt bewerkt. Deze lijst is beperkt tot objecten van het juiste type en wordt, met uitzondering van opzoekacties van gebruikers, ingevuld met onlangs gebruikte items. Als u bijvoorbeeld een zoekopdracht op Account bewerkt, ziet u recentelijk gebruikte accounts met namen die overeenkomen met de prefix die u hebt opgegeven. Recentelijk gebruikte contactpersonen worden niet in deze lijst weergegeven.


Automatisch invullen bij zoekopdrachten is onderworpen aan de volgende beperkingen: • Voor het automatisch invullen van de lijst bij zoekopdrachten moet u recentelijk bezochte records van het juiste type hebben. • U moet het opzoekveld bewerken op de bewerkingspagina van een record. Knopinfo wordt alleen weergegeven voor opzoekvelden voor objecttypen die zijn opgenomen in lijsten van recentelijk gebruikte records. Producten worden bijvoorbeeld niet opgenomen in lijsten van recentelijk gebruikte records, dus knopinfo kan niet worden weergegeven voor een opzoekveld voor producten.

Opzoekopdracht in Lightning Experience Met opzoekvelden kunt u twee records aan elkaar koppelen om een relatie te leggen. Zo omvat een contactpersoonsrecord een accountopzoekveld dat de contactpersoon koppelt aan de account ervan. In de opzoekopdracht voor doorzoekbare objecten worden termen vergeleken met alle doorzoekbare velden binnen een record, niet alleen de naam van de record. Als u een record niet in de automatisch voorgestelde omiddellijke resultaten ziet, voert u een volledige zoekopdracht uit. Wacht 15 minuten en probeer het opnieuw, als u een nieuwe record niet in de zoekresultaten ziet. Bekijk enkele andere antwoorden op veelgestelde vragen over zoekopdrachten.

178




Waarom kan ik geen resultaten in de keuzelijst zien? Als een object niet zoekbaar is gemaakt in ow organisatie of als u de record niet eerder hebt weergegeven, is het vervolgkeuzemenu leeg. Kan ik een zoekopdracht met gedeeltelijke overeenkomsten gebruiken? Als u de juiste record wilt vinden, geeft u de volledige zoekterm op. De opzoekopdracht gebruik geen zoekopdrachten met automatische gedeeltelijke overeenkomsten bij jokertekens die volgen. Deze werking is om te voorkomen dat u ongewenste resultaten krijgt. Wat bepaalt de aanwezigheid van het secundaire veld onder de recordnaam? Indien beschikbaar, is er een secundair veld dat wordt weergegeven onder de naam van de primaire record in opzoekopdrachten, dat meer contextuele informatie geeft. Zo wordt de locatie San Francisco weergegeven onder de bedrijfsnaam Acme, Inc. om u te helpen soortgelijke recordnamen van elkaar te onderscheiden. Uw beheerder past secundaire velden aan bij het instellen welke recordvelden in welke volgorde worden weergegeven. In welke velden wordt gezocht bij Zoeken met opzoekdialoogvenster? Wanneer u in het opzoekveld begint te typen, ziet u een lijst van automatisch voorgestelde resultaten. Deze directe resultaten zijn overeenkomsten voor de zoektermen met het naamtypeveld van de record. Als u echter een volledige zoekopdracht gebruikt, komen de geretourneerde resultaten overeen met de zoekterm voor alle doorzoekbare velden voor het object. Deze werking is bijna gelijk aan globale zoekresultaten. ZIE OOK: Hoe kan ik zoekresultaten in Lightning Experience verfijnen? Welke resultaten zie ik terwijl ik in de zoekbalk typ?

Waarom kan ik geen resultaten in de keuzelijst zien? Als een object niet zoekbaar is gemaakt in ow organisatie of als u de record niet eerder hebt weergegeven, is het vervolgkeuzemenu leeg.


Kan ik een zoekopdracht met gedeeltelijke overeenkomsten gebruiken? Als u de juiste record wilt vinden, geeft u de volledige zoekterm op. De opzoekopdracht gebruik geen zoekopdrachten met automatische gedeeltelijke overeenkomsten bij jokertekens die volgen. Deze werking is om te voorkomen dat u ongewenste resultaten krijgt.


179


Zoekresultaten

Wat bepaalt de aanwezigheid van het secundaire veld onder de recordnaam? Indien beschikbaar, is er een secundair veld dat wordt weergegeven onder de naam van de primaire record in opzoekopdrachten, dat meer contextuele informatie geeft. Zo wordt de locatie San Francisco weergegeven onder de bedrijfsnaam Acme, Inc. om u te helpen soortgelijke recordnamen van elkaar te onderscheiden. Uw beheerder past secundaire velden aan bij het instellen welke recordvelden in welke volgorde worden weergegeven.


In welke velden wordt gezocht bij Zoeken met opzoekdialoogvenster? Wanneer u in het opzoekveld begint te typen, ziet u een lijst van automatisch voorgestelde resultaten. Deze directe resultaten zijn overeenkomsten voor de zoektermen met het naamtypeveld van de record. Als u echter een volledige zoekopdracht gebruikt, komen de geretourneerde resultaten overeen met de zoekterm voor alle doorzoekbare velden voor het object. Deze werking is bijna gelijk aan globale zoekresultaten.


Zoekresultaten In vele gevallen vindt u snel de record waarnaar u hebt gezocht, door gewoon de bovenste resultaten te bekijken, omdat resultaten voor elke gebruiker worden gesorteerd op relevantie. U vindt hier inzicht in de reden warom bepaalde records worden geretourneerd, en in de manier waarop u uw resultaten kunt verfijnen. Hoe worden zoekresultaten geordend? De zoekmachine sorteert de voor de gebruiker meest relevante resultaten op basis van de frequentie, volgorde en uniciteit, record- en gebruikersactiviteit, en toegangsmachtigingen van de zoekterm. Relevantie van zoekresultaten kan voor elke gebruiker verschillen.


Hoe kan ik zoekresultaten verfijnen? Gebruik deze richtlijnen om snel records op de pagina met zoekresultaten te vinden. Welke zoektermvariaties krijg ik te zien in de zoekresultaten? Zoekresultaten omvatten uitgebreide resultaten voor relevante of soortgelijke termen door middel van lemmatisering (retourneert overeenkomsten voor de stamvorm van een woord), synoniemengroepen, spellingcorrectie en bijnamen. Welke resultaten zie ik terwijl ik in de zoekbalk typ? Terwijl u in het het vak voor Globaal zoeken typt, verschijnt een lijst van automatisch voorgestelde records. Deze omiddellijke resultaten geven u snel toegang tot een record alvorens een volledige zoekopdracht uit te voeren.

180


Zoekresultaten

Hoe worden zoekresultaten geordend? De zoekmachine sorteert de voor de gebruiker meest relevante resultaten op basis van de frequentie, volgorde en uniciteit, record- en gebruikersactiviteit, en toegangsmachtigingen van de zoekterm. Relevantie van zoekresultaten kan voor elke gebruiker verschillen.

EDITIONS

Prioriteitsstijgingen en filters


De zoekmachine gebruikt vele factoren voor het prioriteren van records. Deze factoren worden niet genoemd in de volgorde waarin ze worden toegepast, of naar belangrijkheid.


Frequentie Prioriteert records waarin de zoekterm vaker voorkomt. Bovendien worden records die alle of meer van de ingevoerde meerdere zoektermen bevatten, hoger geprioriteerd. Uniciteit Prioriteert records die unieke termen bevatten, aannemende dat uniciteit de kans van een relevante overeenkomst verhoogt. Locatie Prioriteert records met de zoekterm in de velden naam, titel of onderwerptype. Nabijheid Prioriteert records waarin de zoektermen dichter bij elkaar staan met weinig of geen tussenliggende woorden. Records die dezelfde volgorde van tekens bevatten worden hoger geprioriteerd. Evenzo, als een enkele alfanumerieke tekenreeks met meerdere tokens is geïndexeerd, worden exacte overeenkomsten geprioriteerd boven overeenkomsten met tussenliggende woorden. Eigendom Prioriteert records waarvan u eigenaar bent. Lengte Normaliseert het aantal keren dat een term in een record voorkomt, zodat langere documenten geen al te grote prioriteit krijgen boven kortere. Deze stijging geldt alleen voor Salesforce Knowledge-records. Recordbijlage Normaliseert het aantal gevalen van een term in een bijlage. Bijlagen met vele gevallen van een zoekterm krijgen geen onnodige prioriteit boven meer relevante records met minder gevallen. Geldt alleen voor Salesforce Knowledge-records. Activiteit van records Prioriteert records die vaak bekeken of bewerkt worden en records die meer gekoppelde records hebben, zoals gerelateerde lijsten. De aanmaakdatum van de gegevens heeft geen invloed op de resultaatprioriteit. Activiteit van gebruikers Prioriteert records die u onlangs bewerkt of bekeken hebt. Toegang Retourneert alleen de records waartoe u toegang hebt.

Waarom zien verschillende gebruikers verschillende resultaten? Zoekresultaten worden aangepast aan de gebruiker die de zoekopdracht geeft. • Toegangsmachtigingen zijn gebaseerd op de gebruikersprofielen. Als u geen toegang hebt tot een record, maar iemand anders wél, verschijnt de record voor die persoon maar niet voor u. • Recordeigendom bevordert records in de resultaten. Als u eigenaar bent van de record, verschijnt deze hoger in de zoekresultaten. • De kijk- of bewerkhistorie van records bevordert deze in de resultaten. Als u onlangs een record hebt bekeken of bewerkt, wordt de record hoger geprioriteerd in de zoekopdracht dan wanneer iemand de record voor het eerst bekijkt.

181


Zoekresultaten

• Objecthistorie bevordert records in resultaten. Records van objecttypen die u vaker gebruikt hebben hogere prioriteit in uw zoekresultaten.

Hoe kan ik zoekresultaten verfijnen? Gebruik deze richtlijnen om snel records op de pagina met zoekresultaten te vinden.

EDITIONS

Hoe verfijn ik zoekresultaten in Salesforce Classic? Gebruik onze richtlijnen voor het sorteren en filteren van uw resultaten om snel records te vinden.


Hoe kan ik zoekresultaten in Lightning Experience verfijnen? Gebruik onze richtlijnen voor navigeren door de pagina voor zoekresultaten om snel records te vinden.


Hoe verfijn ik zoekresultaten in Salesforce Classic? Gebruik onze richtlijnen voor het sorteren en filteren van uw resultaten om snel records te vinden. Als u de balk voor Globaal zoeken gebruikt, doorzoekt u alle objecten een meerdere-veldtypen, inclusief aangepaste en lange-tekstvelden, binnen een record. Als u meerdere termen opgeeft, worden de resultaten geretourneerd die alle zoektermen bevatten, wat heel veel records kunnen zijn! Hier volgen enkele strategieën voor het vinden van de record die u zoekt na het uitvoeren van een volledige zoekopdracht.


Alles doorzoeken Een zoekopdracht retourneert standaard resultaten voor de objecten die u het vaakst gebruikt. Gebruik Alles doorzoeken om de zoekopdracht uit te breiden naar andere objecten. Als u geen optie Alles doorzoeken hebt, heeft globaal zoeken onvoldoende informatie over welke objecten u gebruikt. Uw resultaten bevatten alle objecten totdat het meet informatie heeft. Vastzetten Beweeg de muisaanwijzer over belangrijke objecten en zet deze vast boven aan de objectenlijst van zoekresultaten. U kunt de objecten later altijd losmaken of opnieuw ordenen. Vastzetten is handig voor objecten die u niet vaak gebruikt. Filteren

• Gebruik Opties... om uw zoekopdracht te beperken tot items waarvan u, in beschikbaat, eigenaar bent, via zoekopdrachten met exacte frase en tot divisies, als uw organisatie deze gebruikt. • Gebruik Filters tonen, indien beschikbaar, om uw zoekresultaten te filteren. • Gebruik Mijn kolommen, indien beschikbaar, om aan te passen welke kolommen worden weergegeven, door Geselecteerde velden aan te passen vanuit Beschikbare velden Opmerking: Uw beheerder bepaalt de beschikbaarheid van filtervelden en aanpasbare kolommen in een zoeklay-out. Als uw beheerder geen zoeklay-out heeft gemaakt of als zoeklay-outs niet beschikbaar zijn voor een object, kunt u zoekresultaten niet filteren of de kolommen in zoekresultaten aanpassen. Filters zijn niet beschikbaar in klantportals of partnerportals.

182


Zoekresultaten

Meer richtlijnen • Zorg dat u in het juiste objectbereik bent. U kunt het bereik wijzigen in de linkernavigatie. • Controleer uw spelling en ga na of u de volledige zoekterm hebt opgegeven. Of probeer om een meer specifieke zoekterm op te geven. • Als u de record onlangs hebt gemaakt of de record meermaals is gewijzigd, wordt de record niet meteen in de zoekresultaten weergegeven. Het proces voor het zoekbaar maken van een record, indexering genaamd, kan 15 minuten vergen. Search in Salesforce Classic (Zoeken in Salesforce Classic) ZIE OOK: Waarom kan ik bepaalde voorzieningen niet zien?

Hoe kan ik zoekresultaten in Lightning Experience verfijnen? Gebruik onze richtlijnen voor navigeren door de pagina voor zoekresultaten om snel records te vinden.

EDITIONS

Uw resultaten sorteren U kunt de resultaten op volgorde zetten met de vervolgkeuzelijst voor sorteren. Het menu vermeldt alle kolommen in de zoeklay-out, evenals Relevantie. Sorteer door een van de items in de vervolgkeuzelijst te kiezen. Of klik op de kolomkoppen.

Beschikbaar in: Lightning Experience Beschikbaar in: Alle editions behalve Database.com

Het sorteren van resultaten helpt als er te veel records op de zoekresultatenpagina staan. Als de zoeklay-out niet-sorteerbare velden bevat, is de sorteerknop uitgeschakeld. De meest relevante resultaten op één pagina bekijken met Topresultaten De resultatenpagina met topresultaten geeft een lijst van de meest relevante resultaten voor records voor elke van uw vaakst gebruikte objecten. Deze pagina is een goede keus als u de resultaten voor een zoekterm nog eens wilt bekijken maar niet naar een specifiek objecttype zoekt. U zoekt bijvoorbeeld naar Acme Inc en kijkt naar de pagina Topresultaten voor accounts, leads en opportunities. De pagina Topresultaten is voor iedereen anders, afhankelijk van de objecten die men het vaakst gebruikt. Gebruik de koppeling Meer weergeven voor het geval u meer resultaten wilt zien voor een object. Alle bedrijfsposts zien onder Feeds Als dit door uw beheerder is ingeschakeld, geeft de zoekresultatenpagina voor Feeds een lijst van posts van de feed Hele bedrijf die overeenkomsten bevat met de ingevoerde zoekterm. Het gebruik van feeds is handig bij het zoeken naar een post die u nog eens wilt bekijken. U hebt bijvoorbeeld een post over een nieuwe trainingsvideo gezien, maar weet niet meer wie de informatie heeft gepost. Resultaten filteren op object met de zoekbereikbalk Klik snel door op object gefilterde resultaten door middel van de balk voor zoekbereik onder het vak Globaal zoeken. Doorzoekbare objecten staan in dezelfde volgorde waarin ze worden weergegeven in het navigatiemenu. Voor de resultaten voor het object klikt u op de naam. Stel dat u een contactpersoon zoekt op de hoofdpagina Accounts en op de zoekresultatenpagina Accounts bent gekomen. Klik op het object Contactpersonen om de resultaten voor contactpersonen te zien. Alle beschikbare objecten zien onder Meer Als u een object niet in de balk voor zoekbereik ziet, selecteert u Meer voor een lijst van alle objecten die voor u beschikbaar zijn. Doorzoekbare objecten die worden vermeld in het navigatiemenu, maar niet passen in de balk voor zoekbereik, worden weergegeven boven aan de objectenlijst Meer.

183


Zoekresultaten

Meer richtlijnen • Controleer uw spelling en ga na of u de volledige zoekterm hebt opgegeven. Of probeer om een meer specifieke zoekterm op te geven. • Als u de record onlangs hebt gemaakt of de record meermaals is gewijzigd, wordt de record niet meteen in de zoekresultaten weergegeven. Het proces voor het zoekbaar maken van een record, indexering genaamd, kan 15 minuten vergen. Search in Salesforce Lightning Experience (Zoeken in Salesforce Lightning Experience) ZIE OOK: Waarom kan ik bepaalde voorzieningen niet zien?

Welke zoektermvariaties krijg ik te zien in de zoekresultaten? Zoekresultaten omvatten uitgebreide resultaten voor relevante of soortgelijke termen door middel van lemmatisering (retourneert overeenkomsten voor de stamvorm van een woord), synoniemengroepen, spellingcorrectie en bijnamen.

Lemmatisering

EDITIONS Beschikbaar in: zowel Salesforce Classic als Lightning Experience

Beschikbaar in: Alle editions Lemmatisering reduceert verschillende verbogen vormen van een woord tot één vorm, afhankelijk behalve Database.com van de context. De zoekopdracht retourneert dan overeenkomsten voor de uitgebreide vormen. Deze werking is van toepassing op het type woord waarnaar u op dat moment zoekt. Een zoekopdracht naar een zelfstandig naamwoord kan dan overeenkomsten opleveren voor variantvormen van het zelfstandige naamwoord. Een zoekopdracht naar een werkwoord kan dan overeenkomsten opleveren voor variantvormen van het werkwoord. Zo retourneert een zoekopdracht naar voorziening resultaten voor voorzieningen en een zoekopdracht naar toevoegen retourneert items die toevoegt, toevoegend en toegevoegd. bevatten

Overeenkomsten met vormen van een zoekopdracht worden in zoekresultaten lager gerangschikt dan overeenkomsten met de exacte term. De volgende objecten worden ondersteund. • Case (inclusief opmerkingen) • Chatter-feed • Chatter-groep • Bestand • Idee (inclusief opmerkingen) • Knowledge-artikel • Vraag • Oplossing • Werkorder • Werkorderregelitem De volgende talen worden ondersteund. • Chinees • Deens • Nederlands • Engels

184


Zoekresultaten

• Frans • Duits • Italiaans • Japans • Koreaans • Noors • Portugees • Russisch • Spaans • Zweeds • Thai

Synoniemengroepen Synoniemengroepen bevatten woorden of frasen die bij zoekopdrachten als gelijkwaardig worden beschouwd. Een zoekopdracht naar de ene term in een synoniemengroep retourneert resultaten voor alle termen in de groep. Zo retourneert een zoekdracht naar USB resultaten voor alle termen in de synoniemengroep, die USB, "thumb drive", "flash stick" en geheugenstick bevatten. De volgende objecten worden ondersteund. • Case • Chatter-feed • Bestand • Knowledge-artikel • Idee • Vraag • Werkorder • Werkorderregelitem

Spellingcorrectie Wanneer u een zoekterm opgeeft, die geen resultaten oplevert, controleert de zoekmachine de spelling en retourneert resultaten op basis van de gecorrigeerde zoekterm. Er is geen visuele aanduiding wanneer resultaten afkomstig zijn van een zoekterm na spellingcorrectie. De volgende objecten worden ondersteund. • Activum • Bijlage • Bedrijfsaccount • Campagne • Case • Chatter-feed • Chatter-groep • Contactpersoon • Bestand • Knowledge-artikel

185


Zoekresultaten

• Lead • Opmerking • Opportunity • Gebruiker • Vraag • Taak De volgende talen worden ondersteund. • Engels

Bijnamen Kunt u zich niet meer herinneren of iemand Mike dan wel Michael genoemd wordt? U kunt een naam opzoeken en de geretourneerde resultaten bevatten overeenkomsten voor gekoppelde bijnamen. U zoekt bijvoorbeeld naar Mike Smith en krijgt resultaten voor Michael Smith. De volgende objecten worden ondersteund. • Bedrijfsaccount • Contactpersoon • Lead • Gebruiker De volgende talen worden ondersteund. • Engels

Welke resultaten zie ik terwijl ik in de zoekbalk typ? Terwijl u in het het vak voor Globaal zoeken typt, verschijnt een lijst van automatisch voorgestelde records. Deze omiddellijke resultaten geven u snel toegang tot een record alvorens een volledige zoekopdracht uit te voeren. Onmiddellijke resultaten worden alleen weergegven voor records binnen doorzoekbare objecten. De voorgestelde records die worden weergegeven, zijn onlangs door u bekeken of bevatten de door u ingevoerde zoekterm. Als u de gezochte record niet ziet in de omiddellijke resultaten, voert u een volledige zoekopdracht uit voor meer resultaten. Stopwoorden als hoe en te worden opgenomen in de omiddellijke resultaten voor de volgende objecten. • Account • Campagne • Case • Contactpersoon • Contract • Aangepaste objecten • Bevestiging • Fonds • Doel

186



Beperkingen voor zoeken in Salesforce Classic

• Lead • Opportunity • Volgorde • Beloning • Vaardigheid • Onderwerp • Gebruiker

Beperkingen voor zoeken in Salesforce Classic Bij het gebruik van Globaal zoeken, Zoeken via zijbalk, Geavanceerde zoekopdracht, gestructureerde query's, lijstweergaven en filters gelden bepaalde beperkingen.

EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic

Chatter en Globaal zoeken Als Chatter is ingeschakeld, zijn Globaal zoeken en Zoeken in feeds ingeschakeld, maar Zoeken via zijbalk en Geavanceerd zoeken zijn uitgeschakeld. De beheerder van uw organisatie moet Chatter hebben ingeschakeld om Globaal zoeken te kunnen gebruiken. Zoekopties zijn niet beschikbaar voor gebruikers van Chatter Free.


Zoeken in bereik heeft geen invloed op Chatter-feedzoekopdrachten, die overeenkomsten voor posts voor alle objecten omvatten.

Zoeken via zijbalk en Geavanceerd zoeken De tabel geeft een overzicht van de verschillen tussen Zoeken via zijbalk en Geavanceerd zoeken. Voorziening

Zijbalk

Geavanceerd

Locatie

Indien beschikbaar gesteld, bevindt deze zich aan de linkerzijde van de pagina. Het zijbalkvenster kan worden aangepast en samenvouwbaar worden gemaakt.

Koppelen aan Geavanceerd zoeken binnen Zoeken via zijbalk.

Recordvelden en -bijlagen

Zoekt in alle aangepaste veldtypen, behalve Zoekt in alle aangepaste veldtypen. De voor het type tekstgebied, standaardvelden waarin wordt gezocht, lange-tekstgebied en rich text-gebied. De variëren per object. standaardvelden waarin wordt gezocht, variëren per object. Bijlagen worden niet doorzocht.

Zoekopdrachten voor meerdere objecten

Kies 1 object waarop u uw zoekopdracht wilt beperken. Selecteer Alles doorzoeken om in alle objecten te zoeken, die doorzoekbaar zijn via de zijbalk.

Zoektermen

Gebruikt een frasezoekopdracht en vindt Gebruikt zoekopdrachten met aparte overeenkomende termen in de exacte woorden voor doorzoekbare velden binnen volgorde waarin ze worden weergegeven. een record. Bijvoorbeeld, zoeken naar bob

187

Kies een of meer objecten om uw zoekopdracht mee te beperken. Selecteer Alles doorzoeken om in alle objecten te zoeken, die doorzoekbaar zijn via geavanceerd.


Voorziening


Zijbalk

Geavanceerd

Bij bijvoorbeeld het zoeken naar bob jones geeft items met Bob Jones als jones worden wel items met Bob Jones resultaat en een contactpersoon met de geretourneerd, maar niet met Bobby Jones naam Bob Smith omdat zijn e-mailadres [email protected] is. of Bob T Jones. Bovendien wordt aan het einde van de zoektermen een jokerteken toegevoegd. Bijvoorbeeld: Bob T Jones*. Zoeken naar bijnamen

Omvat geen resultaten voor bijnamen.

Bevat resultaten voor bijnamen.

Gestructureerde query's op basis van meerdere criteria Gebruik een lijstweergave, rapport of dashboard om te zoeken naar records op basis van een gestructureerde query, zoals accounts in een bepaald gebied of open opportunities binnen een bedrijf.

Beperkt tot items waarvan ik eigenaar ben Als Beperkt tot items waarvan ik eigenaar ben is geselecteerd, retourneren de zoekresultaten geen activum-, idee-, factuur-, order-, vraag-, offerte-, antwoorden gebruikersrecords omdat deze records geen eigenaar hebben.

Filters Uw beheerder bepaalt de beschikbare filtervelden in een zoeklay-out. Zoekfilters zijn niet beschikbaar in klantportals of partnerportals. Bij het filteren van zoekresultaten wordt de operator automatisch geselecteerd op basis van het veldtype. Tenzij anders is vermeld, gebruiken alle velden de operator "contains" (bevat). Automatisch genummerde velden en telefoonvelden gebruiken de operator "contains" omdat ze niet-numerieke tekens kunnen bevatten. De =-operator (is gelijk aan) wordt gebruikt bij de volgende typen velden. • Datums • Getallen, behalve automatisch genummerde velden of telefoonvelden. • Record-ID's Het expliciete gebruik van de OR-operator wordt alleen ondersteund in getalvelden. Met uitzondering van getalvelden worden komma's als OR-operatoren in filters voor zoekresultaten gebruikt. Als u bijvoorbeeld acme, california opgeeft in het filterveld Accountnaam, bevatten uw resultaten accountnamen met hetzij acme, hetzij california. Bij getalvelden (waarin een komma een onderdeel van een getal kan zijn) worden komma's echter niet behandeld als OR-operatoren en moet u de OR-operator expliciet invullen. Dat wil zeggen, als u meerdere criteria opgeeft, bevat het resultaat alleen records die voldoen aan alle criteria. Als u bijvoorbeeld acme california opgeeft in het filterveld Accountnaam, bevatten uw resultaten accountnamen met zowel acme als california. Neem geen http:// of https:// op in URL-filtercriteria om te voorkomen dat u onverwachte resultaten krijgt. Wanneer u waarden invoert in een URL-veld en de records opslaat, voegt Salesforce http:// toe aan elke URL die niet met http:// of https:// begint. De toegevoegde http:// wordt niet opgeslagen in de database. Als u bijvoorbeeld salesforce.com opgeeft in het veld Website en de record opslaat, geeft het veld Website wel http://salesforce.com weer, maar bestaat de opgeslagen waarde uit salesforce.com. Daarom omvatten uw resultaten, als u http://salesforce.com opgeeft in het filterveld Website, niet uw record. Werken met de Prullenbak

188



Werken met de Prullenbak Met de koppeling Prullenbak in de zijbalk kunt u onlangs verwijderde records gedurende 15 dagen weergeven en herstellen voordat ze definitief worden verwijderd. De recordlimiet van uw Prullenbak is 25 maal het aantal megabytes (MBs) in uw opslag. Als uw organisatie bijvoorbeeld 1 GB opslag heeft, is uw limiet 25 maal 1000 MB of 25.000 records. Als uw organisatie haar limiet voor de Prullenbak bereikt, verwijdert Salesforce automatisch de oudste records als deze zich al minstens twee uur in de Prullenbak bevinden.

Items in de Prullenbak weergeven Kies Mijn prullenbak in de vervolgkeuzelijst om de items weer te geven die u hebt verwijderd. Beheerders en gebruikers met de machtiging "Alle gegevens wijzigen" kunnen Gehele Prullenbak kiezen om alle gegevens weer te geven die zijn verwijderd voor de hele organisatie. In Personal Edition kunt u met de optie Gehele prullenbak al uw verwijderde items weergeven.

Zoeken naar items in de Prullenbak 1. Kies Mijn prullenbak of Gehele prullenbak in de vervolgkeuzelijst. Als u Mijn prullenbak kiest, wordt alleen gezocht in items die u hebt verwijderd. 2. Geef uw zoektermen op. Zoektermen worden als aparte woorden behandeld met een impliciete AND ertussen. Als u bijvoorbeeld zoekt op bob jones worden items als resultaat gegeven met bob en jones samen, maar niet met bob smith wiens e-mailadres [email protected] is. Er wordt een impliciet jokerteken aan uw zoektermen toegevoegd. Als u zoekt naar bob wordt dus ook bob of bobby gevonden. Tijdens zoekopdrachten wordt gezocht naar overeenkomsten in het veld dat wordt weergegeven in de kolom Naam van de Prullenbak zoals Naam, Casenummer, Contractnummer of Productnaam van leads.


GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Records weergeven en herstellen die u hebt verwijderd: • "Lezen" voor de records in de Prullenbak Records weergeven en herstellen die door andere gebruikers zijn verwijderd: • "Alle gegevens wijzigen" Verwijderde openbare tags herstellen: • "Tagbeheer" De Prullenbak opschonen: • "Alle gegevens wijzigen"

Opmerking: Bepaalde zoekvoorzieningen, waaronder stamherleiding en synoniemen, zijn niet beschikbaar bij zoeken in de Prullenbak. 3. Klik op Zoeken.

Items in de Prullenbak herstellen U kunt items herstellen door het vakje naast de items in te schakelen en te klikken op Verwijderen ongedaan maken. U kunt alle verwijderde items herstellen door het selectievakje naast de kolomkop in te schakelen en te klikken op Verwijderen ongedaan maken. Wanneer u het verwijderen van een record ongedaan maakt, herstelt Salesforce de koppelingen van de record voor de volgende relatietypen: • Bovenliggende accounts (opgegeven in het veld Bovenliggende account van een account) • Bovenliggende cases (opgegeven in het veld Bovenliggende case van een case) • Hoofdoplossingen voor vertaalde oplossingen (opgegeven in het veld Hoofdoplossing van een oplossing) • Managers van contactpersonen (opgegeven in het veld Rapporteert aan van een contactpersoon) • Producten die gerelateerd zijn aan activa (opgegeven in het veld Product van een activum) • Opportunities die verband houden met offertes (zoals opgegeven in het veld Opportunity voor een offerte) • Alle aangepaste opzoekrelaties

189


Een rapport uitvoeren

• Relatiegroepsleden voor accounts en relatiegroepen, met enkele uitzonderingen • Tags • De categorieën, publicatiestatus en toewijzingen van een artikel Opmerking: Salesforce herstelt alleen opzoekrelaties die (nog) niet zijn vervangen. Als u bijvoorbeeld een activum aan een ander product relateert en daarna het verwijderen van de oorspronkelijke productrecord ongedaan maakt, wordt die activum-productrelatie niet hersteld.

De Prullenbak opschonen Beheerders en gebruikers met de machtiging "Alle gegevens wijzigen" kunnen verwijderde items definitief verwijderen voordat de periode van 15 dagen voorbij is, door te klikken op Uw prullenbak legen of De prullenbak van uw organisatie legen . ZIE OOK: Records verwijderen

Een rapport uitvoeren Voor het uitvoeren van een rapport zoekt u dit op het tabblad Rapporten en en klikt u op de rapportnaam. De meeste rapporten worden automatisch uitgevoerd wanneer u op de naam ervan klikt. Als u al een rapport weergeeft, klikt u op Rapport uitvoeren om het onmiddellijk uit te voeren of plant u een toekomstige uitvoering. In Lightning Experience wordt de knop Rapport uitvoeren alleen weergegeven nadat u een rapport hebt opgeslagen. Als u geen resultaten ziet, controleert u het rapport op een van de volgende voorwaarden: • Het rapport retourneerde geen gegevens. Controleer uw filtercriteria om er zeker van te zijn dat er gegevens worden geretourneerd.


• Vanwege de beveiliging op veldniveau hebt u geen toegang tot een de geselecteerde groeperingen.


• De context van uw aangepast-overzichtsformule kwam niet overeen met de diagraminstellingen. Als bijvoorbeeld de formule wordt berekend voor Sector, terwijl het diagram geen Sector bevat, worden er geen resultaten geretourneerd.

Rapporten uitvoeren: • "Rapporten uitvoeren"

• Uw waarden zijn buiten het bereik van acceptabele waarden. De maximaal toegestane waarde is 999999999999999. De minimaal toegestane waarde is -99999999999999. Als uw rapport meer dan 2000 records retourneert, worden alleen de eerste 2000 records weergegeven. Klik op Details exporteren om een complete weergave van de rapportresultaten te zien. Als de voltooiing van uw rapport langer dan 10 minuten duurt, annuleert Salesforce het rapport. Probeer met de volgende technieken de hoeveelheid gegevens in uw rapport te verminderen: • Filter op uw eigen records, in plaats van op alle records. • Beperk het bereik van de gegevens tot een bepaald datumbereik. • Houd onnodige kolommen buiten uw rapport. • Verberg de rapportdetails.

190

Rapporten plannen: • "Rapporten plannen" Rapporten maken, bewerken en verwijderen: • "Rapporten maken en aanpassen" EN "Rapportsamensteller"


Filterlogica toevoegen

Filterlogica toevoegen Filterlogica bepaalt hoe en wanneer filters op uw rapport worden toegepast. Rapportresultaten sorteren Sorteer een rapport op de gegevens in een bepaalde kolom door op de kop van die kolom te klikken. Als u op een kolomkop klikt, worden de gegevens gesorteerd in de oplopende volgorde van die kolom: tekst wordt gesorteerd van A tot Z, numerieke gegevens worden gesorteerd van laag naar hoog, en tijd-/datumgegevens worden gesorteerd van vroeg naar laat. Gegevens visualiseren met dashboards Een dashboard geeft gegevens uit bronrapporten weer als visuele componenten, die uit diagrammen, meters, tabellen, meetgegevens (metriek) of Visualforce-pagina's kunnen bestaan. De componenten bevatten een momentopname van de belangrijkste meetgegevens (metriek) en prestatie-indicatoren voor uw organisatie. Elk dashboard kan maximaal 20 componenten hebben.

Filterlogica toevoegen Filterlogica bepaalt hoe en wanneer filters op uw rapport worden toegepast. Na het toevoegen van een filter aan uw rapport is het filter genummerd. Uw eerste filter wordt Filter 1 en uw tweede filter wordt Filter 2. U past filterlogica toe op basis van deze genummerde filters. Stel bijvoorbeeld dat u een rapport hebt van Accounts met velden zoals Staat/provincie, Jaarlijkse omzet en Sector. Uw rapport heeft de volgende filters:

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Rapporten maken, bewerken en verwijderen: • "Rapporten maken en aanpassen" EN "Rapportsamensteller"

1. Staat/provincie omvat California, Arizona, Nevada 2. Sector is gelijk aan Bankwezen 3. Jaarlijkse omzet is groter dan 1000000 Door deze drie filters retourneert uw rapport Accounts met een locatie in California, Arizona of Nevada in de sector Bankwezen met Jaarlijkse omzet groter dan € 1.000.000. Maar wat als u op zoek bent naar alleen Accounts met een locatie in California, Arizona en Nevada AND (EN) in de sector Bankwezen, OR (OF) met Jaarlijkse omzet groter dan € 1.000.000,00? U voegt filterlogica toe aan uw rapport.

Aangepaste lijstweergaven maken: • "Lezen" voor het recordtype in de lijst Openbare lijstweergaven maken, bewerken of verwijderen: • "Openbare lijstweergaven beheren"

1. Klik op Toevoegen > Filterlogica. 2. Geef elk filterregelnummer op, gescheiden met een operator voor filterlogica. Zo vindt (1 AND 2) OR 3 records die overeenkomen met zowel Filter 1 als Filter 2 of Filter 3. Hier is een volledige tabel van operatoren voor filterlogica: Operator

Definitie

EN

Zoekt records die overeenkomen met beide waarden. 1 AND 2

OF

Zoekt records die overeenkomen met een van beide waarden. 1 OR 2

191



Operator

Definitie

NOT

Zoekt records die waarden uitsluiten. Filter 1 is bijvoorbeeld Sector is gelijk aan "Biotechnologie". U stelt filterlogica in op Not 1. Uw rapport retourneert records die niet gelijk zijn aan Biotechnologie.

3. Klik op Opslaan. Uw rapport toont nu Accounts uit de sector Bankwezen in California, Arizona en Nevada met een willekeurig bedrag aan omzet, en elke Account met Jaarlijkse omzet boven € 1.000.000,00. Opmerking: • Filterlogica is niet beschikbaar voor alle filters. U kunt ze bijvoorbeeld niet gebruiken voor totaaloverzichtsvelden. • Bij rapporten waarin object A al dan niet een object B kan hebben, kunt u niet de voorwaarde OR gebruiken om voor meerdere objecten te filteren. Als u bijvoorbeeld filtercriteria Accountnaam begint met M OR Voornaam contactpersoon begint met M invoert, verschijnt het foutbericht dat uw filtercriteria onjuist zijn. • Met uitzondering van filterlogica voor opzoekvelden kunt u geen filterlogica gebruiken als uw veldfilters een van de volgende velden gebruiken: – Onderwerpen – Beschrijving – elke willekeurige velden Adresregel 1, Adresregel 2, Adresregel 3 – Prognosecategorie – Campagne: Lidtype – Gebruiker: Profielnaam – Inlogstatus – aangepaste lange-tekstgebiedvelden

Naslag over filteroperatoren De operator in een filter lijkt op een werkwoord in een zin. Operatoren geven aan hie filtercriteria zich onderling verhouden. Raadpleeg deze lijst van filteroperatoren bij het instellen van filters voor lijstweergaven, rapporten, dashboards en bepaalde aangepaste velden. Filteren op speciale keuzelijstwaarden ZIE OOK: Naslag over filteroperatoren Filteren op speciale keuzelijstwaarden

Naslag over filteroperatoren De operator in een filter lijkt op een werkwoord in een zin. Operatoren geven aan hie filtercriteria zich onderling verhouden. Raadpleeg deze lijst van filteroperatoren bij het instellen van filters voor lijstweergaven, rapporten, dashboards en bepaalde aangepaste velden.

192



Operator

Gebruikt

is gelijk aan

Gebruik dit voor een exacte overeenkomst. Bijvoorbeeld "Gemaakt is gelijk aan vandaag".

kleiner dan

Gebruik dit voor resultaten die kleiner zijn dan de door u opgegeven waarde. Zo retourneert "Quota kleiner dan 20000" records waarbij de bereiken van het veld voor quota liggen tussen 0 en 19.999,99.

groter dan

Gebruik dit wanneer u resultaten wenst die de door u opgegeven waarde overtreffen, bijvoorbeeld "Quota greater than 20000" retourneert records bij welke het quotabedrag begint bij 20.000,01.

kleiner dan of gelijk aan

Gebruik dit voor resultaten die overeenkomen met of kleiner zijn dan de door u opgegeven waarde.

groter dan of gelijk aan

Gebruik dit voor resultaten die overeenkomen met of groter zijn dan de door u opgegeven waarde.

is niet gelijk aan

Toont resultaten die niet de door u opgegeven waarde hebben. Deze operator is met name handig voor het elimineren van lege velden Bijvoorbeeld "E-mail is niet gelijk aan ".

bevat

Gebruik dit voor velden die wel uw zoektekenreeks bevatten, maar soms ook andere informatie bevatten. Zo kunt u met "Account bevat California" de waarden California Travel, California Pro Shop en Surf California vinden. Vergeet niet dat het opgeven van een korte zoektekenreeks een overeenkomst met een langer woord kan opleveren. Zo geeft "Account bevat pro" als resultaat: California Pro Shop and Promotions Corporation. Deze operator is niet hoofdlettergevoelig.

bevat niet

Elimineert records die niet de door u opgegeven waarde bevatten. Bijvoorbeeld "Postadresregel 2 bevat niet Postbus". Opmerking: Bij het opgeven van filtercriteria voor totaaloverzichtsvelden gebruikt bevat niet "OR"-logica voor met komma's gescheiden waarden. Bij lijstweergaven, rapporten en dashboards gebruikt bevat niet "AND"-logica. Deze operator is niet hoofdlettergevoelig.

begint met

Gebruik dit wanneer u weet waarmee uw waarde begint, maar zich niet de exacte tekst herinnert. Deze operator is een engere zoekterm dan "bevat". Als u bijvoorbeeld "Account begint met California" opgeeft, vindt u wel California Travel en California Pro Shop, maar niet Surf California.

is inclusief

Alleen beschikbaar wanneer u een keuzelijst met meervoudige selectie kiest als het geselecteerde veld. Gebruik deze operator om records te zoeken, die een of meer van de door u opgegeven waarden bevatten. Als u bijvoorbeeld "Interesses is inclusief hockey, voetbal, honkbal" opgeeft, vindt u zowel records waarvoor alleen hockey is geselecteerd, als records die twee of drie van de opgegeven waarden hebben. Resultaten omvatten niet gedeeltelijke overeenkomsten van waarden.

is exclusief

Alleen beschikbaar wanneer u een keuzelijst met meervoudige selectie kiest als het geselecteerde veld. Gebruik deze operator om records te vinden die geen van de waarden bevatten, die u hebt opgegeven. Als u bijvoorbeeld "Interesses is exclusief wijn, golf" opgeeft, vermeldt uw rapport records die elke andere waarde uit de keuzelijst bevatten, inclusief die welke leeg zijn. Resultaten omvatten niet gedeeltelijke overeenkomsten van waarden.

193



Operator

Gebruikt

ligt tussen

Alleen beschikbaar voor dashboardfilters. Wordt gebruikt voor het filteren op bereiken van waarden. Voor elk bereik retourneert het filter resultaten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de minimale waarde en kleiner dan de maximale waarde. Als u bijvoorbeeld "Aantal medewerkers ligt van 100 tot 500" opgeeft, omvatten uw resultaten accounts met 100 medewerkers tot en met die met 499 medewerkers. Accounts met 500 medewerkers worden niet opgenomen in de resultaten.

Filteren op speciale keuzelijstwaarden Bij het maken van filtercriteria kunt u speciale keuzelijstwaarden voor uw zoekcriteria gebruiken. Dit zijn speciale keuzelijsten met de waarden True (Waar) of False (Onwaar).

EDITIONS

Als u bijvoorbeeld alle opportunities wilt tonen die u hebt gewonnen, geeft u Gewonnen is gelijk aan True als zoekcriteria op. Als u alle gesloten/verloren opportunities wilt tonen, geeft u Gesloten is gelijk aan True en Gewonnen is gelijk aan False op.


Opmerking: Als u filtercriteria maakt voor een rapport of lijstweergave, wordt het opzoekpictogram automatisch weergegeven wanneer u ervoor kiest om te filteren op een van de speciale keuzelijsten. Klik op het opzoekpictogram om de waarde True (Waar) of False (Onwaar) te kiezen. U kunt True of False ook handmatig in de filtercriteria opgeven.

Welke velden beschikbaar zijn, is afhankelijk van welke Salesforce-versie u hebt.

Dit zijn de beschikbare velden en hun waarden: Veld van speciale keuzelijst

Waarde

Beschrijving

Accounts en contactpersonen: Is

True (Waar)

De account is een persoonsaccount. Uw beheerder heeft de naam van dit veld mogelijk aangepast. Dit veld wordt weergegeven als het pictogram voor de persoonsaccount ( ).

Persoonsaccount

False (Onwaar) De account is een bedrijfsaccount.

Accounts, leads en opportunities:

De account is een partneraccount, of de eigenaar van de lead of opportunity is een partnergebruiker.

True (Waar)

Partneraccount

False (Onwaar) De account is geen partneraccount, of de eigenaar van de lead

of opportunity is geen partnergebruiker. Activiteiten: Hele dag

Is alleen van toepassing op events, niet op taken. De event wordt aangeduid als een event voor gehele dag.

True (Waar)

False (Onwaar) De event heeft een specifieke tijd.

Activiteiten: Gesloten

Is alleen van toepassing op taken, niet op events. De taak is gesloten, d.w.z. het taakveld Status heeft een waarde "Gesloten".

True (Waar)

False (Onwaar) Taak is nog steeds open.

194



Veld van speciale keuzelijst

Waarde

Beschrijving

Activiteiten: Uitnodiging voor

True (Waar)

Is alleen van toepassing op events, niet op taken. De event is de uitnodiging voor de vergadering, die is verzonden naar een andere gebruiker voor een event voor meerdere personen.

event

(Alleen voor rapporten)

False (Onwaar) De event is de oorspronkelijke event voor meerdere personen,

die is toegewezen aan de gastheer/-vrouw van de event. False (Onwaar) Activiteit heeft geen groene kaart.

Activiteiten: Taak

Activiteit is een taak, niet een event.

True (Waar)

False (Onwaar) Activiteit is een event.

Campagnes: Actief

Campagne is actief en kan worden gekozen vanuit diverse campagnekeuzelijsten.

True (Waar)

False (Onwaar) Campagne is inactief.

Cases: Gesloten

De case is gesloten, d.w.z. dat het caseveld Status een waarde "Gesloten" heeft.

True (Waar)

False (Onwaar) Case is nog steeds open.

Cases: Geëscaleerd

Case wordt automatisch geëscaleerd via de escalatieregel van uw organisatie.

True (Waar)

False (Onwaar) Case is niet geëscaleerd.

Cases: Nieuwe

Aan de case is een nieuwe opmerking toegevoegd door een Selfservicegebruiker.

True (Waar)

Selfserviceopmerking

False (Onwaar) Case heeft geen nieuwe Selfserviceopmerking.

Cases: Open

De case is open, d.w.z. Status van de case heeft een waarde die niet gelijk is aan "Gesloten".

True (Waar)


False (Onwaar) Case is gesloten.

Cases: Selfserviceopmerking

Aan de case is een nieuwe opmerking toegevoegd door een Selfservicegebruiker.

True (Waar)

False (Onwaar) Case heeft geen Selfserviceopmerking.

Contactpersonen: Niet e-mailen

De contactpersoon kan niet worden opgenomen in een lijst van ontvangers van bulk-e-mail.

True (Waar)

False (Onwaar) De contactpersoon kan bulk-e-mail ontvangen.

Contactpersonen: Selfservice

De contactpersoon is ingeschakeld voor inloggen bij uw Selfserviceportal.

True (Waar)

actief


False (Onwaar) De contactpersoon is niet ingeschakeld voor Selfservice.

Leads: Geconverteerd

True (Waar)


False (Onwaar) De lead is niet geconverteerd.

De lead is geconverteerd.

195




Waarde

Beschrijving

Leads: Niet e-mailen

True (Waar)

De lead kan niet worden opgenomen in een lijst van ontvangers van bulk-e-mail.

False (Onwaar) De lead kan bulk-e-mail ontvangen.

Leads: Ongelezen

De lead is not niet weergegeven of bewerkt door de eigenaar, aangezien de lead is toegewezen aan die gebruiker.

True (Waar)

False (Onwaar) De lead is minstens één maal weergegeven of bewerkt door de

eigenaar sinds de lead werd toegewezen. Opportunities: Gesloten

De opportunity is gesloten, d.w.z. dat het veld Fase heeft een waarde van het type Gesloten/Gewonnen of Gesloten/Verloren.

True (Waar)

False (Onwaar) De opportunity is nog steeds open.

Opportunities: Primair

De partner voor de opportunity is aangeduid als de primaire partner.

True (Waar)

(Alleen voor rapport Partneropportunities)

False (Onwaar) De partner voor de opportunity is niet aangeduid als de primaire

partner. Opportunities: Privé

De opportunityeigenaar heeft de optie Privé op de opportunitybewerkingspagina geselecteerd.

True (Waar)

False (Onwaar) De optie Privé is voor de opportunity niet geselecteerd.

Opportunities: Gewonnen

De opportunity is gesloten en gewonnen, d.w.z. dat het veld Fase een waarde van het type Gesloten/Gewonnen heeft.

True (Waar)

False (Onwaar) De opportunity is niet gewonnen. Het veld Fase heeft mogelijk

een waarde van het type Open of Gesloten/Verloren. Producten: Actief

Product is actief en kan worden toegevoegd aan opportunities in Enterprise, Unlimited en Performance Edition-organisaties.

True (Waar)

False (Onwaar) Product is inactief en kan niet worden toegevoegd aan

opportunities. Product: Heeft hoeveelheidsplanning

Product: Heeft omzetplanning

Product heeft een standaardhoeveelheidsplanning.

True (Waar)

False (Onwaar) Product heeft geen standaardhoeveelheidsplanning.

Product heeft een standaardomzetplanning.

True (Waar)

False (Onwaar) Product heeft geen standaardomzetplanning.

Oplossingen: Zichtbaar in

De oplossing is aangeduid als Zichtbaar in Selfserviceportal en is zichtbaar voor Selfserviceportalgebruikers.

True (Waar)

Selfserviceportal

False (Onwaar) Oplossing is niet aangeduid als Zichtbaar in Selfserviceportal en is niet zichtbaar voor

Selfserviceportalgebruikers.

196


Rapportresultaten sorteren


Waarde

Beschrijving

Oplossingen: Beoordeeld

True (Waar)

De oplossing is beoordeeld, d.w.z. dat het veld Status van de oplossing een waarde "Beoordeeld" heeft.

False (Onwaar) Oplossing is niet beoordeeld.

Oplossingen Verouderd

De vertaalde oplossing is niet bijgewerkt t.o.v. de hoofdoplossing waaraan deze is gekoppeld.

True (Waar)

False (Onwaar) De vertaalde oplossing is wel bijgewerkt t.o.v. de hoofdoplossing

waaraan deze is gekoppeld. Gebruikers: Actief

Gebruiker is actief en kan inloggen.

True (Waar)

False (Onwaar) Gebruiker is inactief en kan niet inloggen.

Gebruikers: Offline gebruiker

Gebruiker heeft toegang voor het gebruik van Connect Offline.

True (Waar)

False (Onwaar) Gebruiker is niet ingeschakeld voor het gebruik van Connect

Offline. Gebruikers: Marketinggebruiker

Gebruiker kan campagnes beheren.

True (Waar)

False (Onwaar) Gebruiker is niet ingeschakeld boor het beheren van campagnes.

Gebruiker: Is partner

Gebruiker is een partnergebruiker.

True (Waar)

False (Onwaar) Gebruiker is geen partnergebruiker.

Opmerking: De speciale keuzelijsten die u kunt bekijken, zijn alleen die welke zichtbaar zijn op uw paginalay-out en in instellingen voor beveiliging op veldniveau.

Rapportresultaten sorteren Sorteer een rapport op de gegevens in een bepaalde kolom door op de kop van die kolom te klikken. Als u op een kolomkop klikt, worden de gegevens gesorteerd in de oplopende volgorde van die kolom: tekst wordt gesorteerd van A tot Z, numerieke gegevens worden gesorteerd van laag naar hoog, en tijd-/datumgegevens worden gesorteerd van vroeg naar laat.

EDITIONS

• Klik nogmaals op een kolomkop om de sorteervolgorde om te keren.


• Als de zwevende koptekst in het rapport is ingeschakeld voor uw organisatie, is de sorteerwerking enigszins anders.


Wanneer gebruikers gegevens sorteren door op een zwevende rapportkop te klikken, wordt het rapport vernieuwd en worden gebruikers omgeleid naar het begin van rapportresultaten.

GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Rapportresultaten sorteren:

• In een rapport met meerdere groeperingsniveaus kunt u sorteren op de overzichtswaarde • "Rapporten uitvoeren" aan de hand waarvan elke groepering is gedefinieerd. Neem bijvoorbeeld een rapport Opportunities dat is gegroepeerd op type bedrijf. Elke groepering op Type is op haar beurt gegroepeerd op Fase, terwijl elke groepering voor Fase weer is gegroepeerd op Leadbron. U kunt de groeperingen voor Type nu sorteren op bedrag, de groeperingen voor Fase op fase en de groeperingen voor Leadbron op recordtelling.

197


Gegevens visualiseren met dashboards

Gegevens visualiseren met dashboards Een dashboard geeft gegevens uit bronrapporten weer als visuele componenten, die uit diagrammen, meters, tabellen, meetgegevens (metriek) of Visualforce-pagina's kunnen bestaan. De componenten bevatten een momentopname van de belangrijkste meetgegevens (metriek) en prestatie-indicatoren voor uw organisatie. Elk dashboard kan maximaal 20 componenten hebben.

EDITIONS Beschikbaar in: zowel Salesforce Classic als Lightning Experience

Door op het tabblad Dashboards te klikken wordt het recentst door u weergegeven dashboard weergegeven. De bovenzijde van de4 pagina toont het tijdstip waarop het dashboard voor het laatst is vernieuwd, en de gebruiker wiens machtigingen bepalen welke gegevens zichtbaar zijn op het dashboard.

Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition

Elke component in een dashboard toont gegevens uit een onderliggend rapport. Als u toegang hebt tot de map voor het onderliggende bronrapport, kunt u de gerelateerde dashboardcomponent zien. Klik op een dashboardcomponent of de elementen ervan om GEBRUIKERSMACHTIGINGEN door te klikken naar het bronrapport, het gefilterde rapport, de recorddetailpagina of een andere URL. Als u doorklikt in een gefilterde component, worden de dashboardfilters toegepast Dashboards weergeven en vernieuwen: op het bronrapport. Klik op Ga naar dashboardlijst om al uw dashboards weer te geven. Zoek een dashboard met behulp van de Dashboardzoeker. Typ een naam in het veld Dashboard weergeven en kies een dashboard uit de resultatenlijst. U ziet alleen dashboards in mappen waartoe u toegang hebt. Volg een dashboard om updates over het dashboard naar uw Chatter-feed te laten posten.

•

"Rapporten uitvoeren" EN toegang tot dashboardmap

Dashboards maken: • "Rapport uitvoeren" EN "Dashboards beheren" Door u gemaakte dashboards bewerken en verwijderen: • "Rapport uitvoeren" EN "Dashboards beheren" Niet door u gemaakte dashboards bewerken en verwijderen: • "Rapporten uitvoeren", "Dashboards beheren" EN "Alle gegevens weergeven"

198


Toegang tot UI-elementen, records en velden

Toegang tot UI-elementen, records en velden Uw Salesforce-beheerder kan vele verschillende gebieden aanpassen om gegevens van uw bedrijf te beveiligen. Gebruikers in Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition-organisaties kunnen de toegang van andere gebruikers tot hun gegevens bepalen door records afzonderlijk met collega's te delen. Actie

Toegang vereist

Een tabblad weergeven:

• U moet de machtiging "Lezen" hebben voor de records binnen dat tabblad. • Zorg ervoor dat u uw persoonlijke weergave dusdanig hebt aangepast dat het tabblad wordt getoond.

Een record weergeven:

• Zorg ervoor dat u de machtiging "Lezen" hebt voor het type record dat u wilt weergeven. • Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition-organisaties kunnen een model voor delen instellen, dat de toegang van gebruikers bepaalt tot records waarvan ze geen eigenaar zijn. Afhankelijk van uw model voor delen moet de eigenaar de record mogelijk met u delen als u niet de eigenaar van de record bent of een hogere plaats in de rollenhiërarchie dan de eigenaar hebt. • Developer en Performance Edition-organisaties en Enterprise en Unlimited Edition-organisaties met de Sales Cloud kunnen territoriumbeheer gebruiken om toegang te verlenen tot accounts, opportunities en cases.

Een veld weergeven:

• Zorg ervoor dat u de machtiging "Lezen" voor het type recordvoor het veld hebt. • Controleer bij Professional, Enterprise, Performance en Unlimited Edition-organisaties de beveiliging op veldniveau; uw instellingen voor beveiliging op veldniveau verhinderen mogelijk dat u het veld ziet. • Controleer uw paginalay-out; afhankelijk van uw paginalay-outinstellingen ziet u mogelijk bepaalde velden wel en andere weer niet.

199



Toegang tot UI-elementen, records en velden

Actie

Toegang vereist

Een veld bewerken:

• Zorg ervoor dat u de machtiging "Bewerken" voor het type record voor het veld hebt. • Controleer bij Professional, Enterprise, Performance en Unlimited Edition-organisaties de beveiliging op veldniveau; uw instellingen voor beveiliging op veldniveau stellen een veld mogelijk in op "alleen-lezen". • Controleer uw paginalay-out; paginalay-outs kunnen velden instellen op Alleen lezen.

Een gerelateerde lijst weergeven:

• Zorg ervoor dat u de machtiging "Lezen" hebt voor het type records dat wordt weergegeven in de gerelateerde lijst. • Controleer uw paginalay-out; afhankelijk van uw paginalay-outinstellingen ziet u mogelijk bepaalde velden wel en andere weer niet.

Een knop of koppeling weergeven:

• Zorg ervoor dat u de benodigde machtiging hebt om de actie uit te voeren. Knoppen en koppelingen worden alleen weergegeven voor gebruikers die over de juiste gebruikersmachtigingen beschikken.

ZIE OOK: Toegang tot records verlenen Weergeven welke gebruikers toegang hebben tot uw records Recordtoegangsniveaus

200

INDEX A

B

Aan de slag demo's op video 18 gebruikershandleidingen 17 implementatiehandleidingen 17 navigeren 34 navigeren door hoofdpagina's van objecten 35 nieuwe gebruiker 33, 110 ondersteunde talen 61 records afdrukken 166 records delen 165 regels voor delen 165 sharemodel 134 tips 17 Aangepaste weergaven afdrukken 127 bewerken 124–126 maken en opslaan 118–120, 122 navigeren 72 sorteren 72 speciale keuzelijstwaarden 194 veldfilters 191 verwijderen 128 waarden voor datumvelden 128 zie Lijstweergaven 127 Afdrukken lijstweergaven 127 records 166 Agenda Tabblad Hoofdpagina 73 app 3 Apparaat niet-herkende browser of toepassing 42 verloren apparaat. 42, 46 verloren telefoon 42, 46 Apps Appstarter 36 openen 35–37 Assistent Lightning Experience 76 assistent 76 automatisch invullen 178

Begeleiding 32 Beveiligingstoken resetten 78 Beveiligingsvraag opnieuw instellen door gebruiker 48 Bewerken e-mailinstellingen 48 inline 143 lijstweergavediagrammen 134 notities en bijlagen 161 persoonlijke gegevens 47 Bijlagen toevoegen 146 velden 162 verwijderen 163 weergeven en bewerken 161 Bijnaam 184 Browsers aanbevelingen 10, 12 beperkte ondersteuning 10, 12 Firefox-instellingen 16 instellingen 10, 12 Internet Explorer-instellingen 15 ondersteunde versies 10, 12 vereisten 10, 12

C Campagnes lijstweergaven filteren op 119, 122 Chatter contactpersoonsgegevens 49 foto's uploaden 50 groepen verlaten 52 lid worden van groepen 52 mensen volgen 50 records volgen 51 zoeken 52–53 Chatter Plus Veelgestelde vragen 18 Chatter-profiel instellen 38 Cloud 3 Cloud-computing 3

201

Index

Contactpersoon gegevens, Chatter 49

D Dashboards overzicht 198 weergeven 198 Database.com documentatie 6 richtlijnen voor ontwikkelaars 6 Datums gebruiken in filtercriteria 128 indeling 165 omgeving 165 Demo's (video's) 18 Detailpagina's aanpassen 54 Divisies selecteerbare divisie wijzigen 72 werkdivisie 72 documentatie afdrukbaar 17 gebruikershandleidingen 17 implementatiehandleidingen 17 tips 17 Downloaden downloadbare apps van Salesforce1 83 Mobiele app Salesforce Authenticator 103 Duplicaatregels 164

Gebruikers (vervolg) Zie ook Set-up gebruiker 47 Gebruikershandleidingen 17 gerelateerde lijsten 70 Gerelateerde lijsten 67

H Handmatig delen toegang bewerken of verwijderen 115 Help-onderwerpen voor velden 136–137, 139–140 Hoofdpagina Zie tabblad Hoofdpagina 73

I

E-mail gebruikersinstellingen bewerken 48 instellingen 48 E-mailcodering instellingen, bewerken 48 Editions definitie 4–5

Identiteitsverificatie 42, 46 Implementatiehandleidingen 17 Informatie over de grondbeginselen van Salesforce 1 Inhoudsleveringen tips 17 Inline bewerkingen info 143 uitgebreide lijsten 145 Inloggen aangepast domein 77 de eerste maal 34 gebruikersnaam uitgesloten 77 hint voor gebruikersnaam 34 hint voor inloggen 34 inlogfout 77 uitgesloten 77 vergeten gebruikersnaam 77 verloren gebruikersnaam 77 verloren wachtwoord 77 wachtwoord opnieuw instellen 77 wachtwoord vergeten 77 Installeren downloadbare apps van Salesforce1 83 Mobiele app Salesforce Authenticator 103

F

J

Feeds mensen volgen 50 records volgen 51 Filteren zoekresultaten 182

JAWS 56

G

L

Gebruikers selecteerbare divisie wijzigen 72

Lemmatisering 184

E

K knopinfo 178 Koppelingen 67

202

Index

Lightning Experience browserondersteuning 12 notities 156 ondersteunde browsers 12 opmerkingen 157 vereisten 12 Lijsten navigeren 72 sorteren 72 Lijstweergavediagrammen weergeven 132 lijstweergaven sorteren 127 Lijstweergaven afdrukken 135 lijstweergavediagrammen 132–134 verwijderen 127–128 Zie Aangepaste weergaven 118–120, 122, 124–126

M Mail merge voorbeelden van mail merge-sjablonen 18 Maken aangepaste weergaven 118–120, 122 lijstweergavediagrammen 133 notities 155 records 136 Mensen momenteel volgen 50 Mijn instellingen navigeren naar 38, 140 navigeren naar, Lightning Experience 39 navigeren naar, Salesforce Classic 39 Snel zoeken 38, 140 Snel zoeken, Lightning Experience 39 Snel zoeken, Salesforce Classic 39 Mobiele app Salesforce Authenticator account verbinden 44, 106 account verwijderen 107 accountactiviteit verifiëren 108–109 accounttypen 106 "code-only" accounts 106 standaardaccounts 106 geautomatiseerde verificaties 109–110 geautomatiseerde verificaties uitschakelen 110 installeren 103 niet-herkende accountactiviteit blokkeren 109

Mobiele app Salesforce Authenticator (vervolg) ondersteuning voor omgeving en taal 105 overzicht 101 toegang 103 toegankelijkheid 105 twee-factorenauthenticatie 103, 106, 108–109 vereisten 104 vertrouwde locaties 109–110 ophouden met vertrouwen 110 Mobiele app Salesforce1 Doorleiding naar de mobiele-browser-app 95 gebruiken 93 installeren 83 kan niet inloggen 92 Ondersteunde gegevens 91 openen 83 resources 93 Uitschakelen 95 vergelijking van voorzieningen 84 mobiele apps voor Salesforce1 gebruiken 95 vereisten 89

N Naleving van 508 55, 58 Namen indeling 165 omgeving 165 Nieuwe notities 155, 159 Notities Actiebalk 155 gebruiken 159 Inschakelen 155 Instellen 155 maken 155–158 Maken 155, 158 Overzicht 159 Rapport 158 Richtlijnen 159 Salesforce1 155, 159 Set-up 155 Tips 159 velden 162 verwijderen 163 weergeven en bewerken 161 Notities maken 155, 158–159

203

Index

O object 3 Objecten hoofdpagina object 35 inzicht 35 Omgeving datums 165 instellingen, bewerken 48 namen 165 tijden 165 omgevingsinstellingen 153 Ondersteuning inlogtoegang verlenen 79 Onderwerpen toevoegen aan records 148 verwijderen uit records 150 voor records 146 Openbare tags 150, 152 Opzoekdialoogvenster info 175–176

P Pagina's navigeren 67 Persoonlijke instellingen navigeren naar 38, 140 navigeren naar, Lightning Experience 39 navigeren naar, Salesforce Classic 39 Snel zoeken 38, 140 Snel zoeken, Lightning Experience 39 Snel zoeken, Salesforce Classic 39 Persoonlijke tags statistieken 152 Prestatiediagram Lightning Experience 75 prestatiediagram 75 Prullenbak 189

R Rapport notities 158 Rapporten resultaten sorteren 197 speciale keuzelijstwaarden 194 uitvoeren 190 veldfilters 191 waarden voor datumvelden 128 Recente items 135

record 3 recordlijsten sorteren 127 records bewerken 139 inline bewerkingen 140 maken 136 maken in feeds 138 maken met Snel maken 139 maken van objecttabbladen 137 verplichte velden 137, 139–140 verwijderen 146 Records maken 136–137 momenteel volgen 51 notities toevoegen 155–158 weergeven 111 zoeken 111 recordtoegang Alleen-lezen 118 Lezen/schrijven 118 Privé 118 Volledige toegang 118

S Salesforce 3 Salesforce Classic notities 156 opmerkingen 158 Salesforce Classic Mobile installeren 97 ondersteunde apparaten 97 Salesforce-beheerder kan geen voorzieningen zien 40 Salesforce1 Instellen 155, 159 Notities 155 Set-up 159 Salesforce1-apps gebruiken 95 overzicht 82 Samenvouwbare zijbalk Tonen 69 Verbergen 69 Secties 67 Set-up gebruiker 41 navigeren naar 37 persoonlijke gegevens 47

204

Index

Set-up (vervolg) Snel zoeken 37 Set-up gebruiker beveiligingstoken resetten 78 beveiligingsvraag opnieuw instellen 48 bewerken 47 e-mailinstellingen 48 identiteit verifiëren 42, 44–46 inlogtoegang verlenen 79 pagina's aanpassen 54 tabbladen aanpassen 54 wachtwoord verlopen 47 wachtwoord wijzigen 42 wachtwoorden wijzigen 44–45, 47 Sjablonen voorbeelden van mail merge-sjablonen 18 Snel maken records maken 139 Software as a Service 3 Spellingcorrectie 184 Stamherleiding 184 Synoniem 184

T Taakbalk 138 Taal instellingen, bewerken 48 Tabblad Hoofdpagina aanpassen 73 de zijbalkcomponent Tags gebruiken 153 overzicht 73 Prullenbak 189 sectie Agenda 73 sectie Mijn taken 73 vervolgkeuzelijst Nieuw maken 138 zijbalkkolom 69 tabbladen toevoegen 53 Tabbladen aanpassen 54 alle tabbladen weergeven 55 Tags beheren 152 bladeren 152 naam wijzigen 152 overzicht 150 persoonlijk en openbaar 152 persoonlijke statistieken 152 persoonlijke t.o.v. openbare 150

Tags (vervolg) records van tags voorzien 151 samenvoegen 152 taglimieten 151 tags verwijderen 151 verwijderen 152 verwijderen uit records 151 zoeken 152 Tags gebruiken de zijbalkcomponent Tags gebruiken 153 Telefoon verloren apparaat. 42, 46 verloren telefoon 42, 46 territoriumbeheer implementeren 18 Territoriumbeheer voor de onderneming tips voor beheerders 18 Tijdelijke verificatiecode identiteit verifiëren 46 Tijden indeling 165 omgeving 165 Tijdzone instellingen, bewerken 48 tips 177 Tips 17 tips voor nieuwe gebruikers 41 Toegankelijkheid aanbevelingen 58 alternatieve documentindelingen 56 ondersteuning 56 overzicht 55 plug-ins 14 sneltoetsen 14–15 testen 56 toegankelijkheidmodus in Salesforce 56 toegankelijkheidsmodus 58 Toevoegen bijlagen 146 Tokenisering 168 Trust 3 Twee-factorenauthenticatie 46

U Uitgebreide lijsten inline bewerkingen 145 Uitgebreide notities 155, 159

205

Index

V Veelgestelde vragen ondersteunde talen 61 records afdrukken 166 records delen 165 regels voor delen 165 sharemodel 134 Velden notities 162 Verloren wachtwoord 47 Verwijderen lijstweergaven 127–128 notities en bijlagen 163 tags 152 Video demo's 18 Voorkomen van duplicaten duplicaatregels 164

W waardennotatie datums 153 telefoonnummers 153 tijden 153 valuta 153 Wachtwoord opnieuw instellen 47, 79 Wachtwoord vergeten 47 Wachtwoord wijzigen 47

Wachtwoorden identiteitsbevestiging 44–45 inlogverificatie 44–45 resetten 79 twee-factorenauthenticatie 44–45 vergeten 79 wijzigen 47 wijzigen per gebruiker 44–45 Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) 55, 58 Weergaven Zie Aangepaste weergaven 118–120, 122, 124–126 Weergeven notities en bijlagen 161 werking van zoeken 168–169 Werkstroom filteren op datums 128

Z Zijbalk overzicht 69 tags 150 zoeken 169 Zoeken Chatter 52–53 hoe het werkt 167 opzoekdialoogvenster 175–176 resultaten 180 tags 152 Zoekopdrachten 177–178 Zoektermen 168

206

De grondbeginselen van Salesforce leren

Recommend Documents