De glorieuze natie: Kazakstan
Eerste deel van een reisverslag naar de landen die echt bestaan: Kazakstan, Kyrgyzstan en Oezbekistan (reisperiode juli en augustus 2012).
Het negende land ter wereld in omvang: Kazakstan, telt 16 miljoen inwoners. Er wonen ruim 100 nationaliteiten die via het Russische keizerrijk en de Sovjet-Unie vrijwillig of gedwongen in het onmetelijke Kazakstan verzeild zijn geraakt. En 1 nationaliteit woonde er altijd al: de Kazak. De grens met Rusland, China, Kyrgyzstan en Oezbekistan heeft een lengte van een slordige 12.000 kilometer. De bevolking van 16 miljoen bestaat uit: 63.1% Kazak, 23.7% Rus, 2.9% Oezbeek, 2.1% Oekraïens, 1.4% Oeigoer, 1.3% Tataar, 1.1% Duits (Wolga-Duits) en vele anderen.
Kazakstan staat al ruim 20 jaar onder de bezielende leiding van president Nursaltan Nazarbayev. De voormalige staalarbeider is Kazak en heeft het land door de moeilijke jaren 90 geloodst naar een voorspoedige 21ste eeuw. Hij geniet een ongekende populariteit onder de bevolking, maar het westen heeft zoals altijd zo zijn twijfels.
Afstanden zijn relatief in Kazakstan. Ter illustratie: Het Balkasj meer (de blauwe pijl) heeft een lengte van ruim 500 km. In omvang bijna de helft van Nederland. Circa negentig procent van het land bestaat uit steppe. De grens met China en deels Kyrgyzstan wordt gevormd door het Tien Shan gebergte, waar kolossale bergtoppen van 7.000 meter en hoger meer regel dan uitzondering zijn. Alleen een noordelijke afsplitsing van de Zijderoute liep deels door Kazakstan via een pas naar Urumqi in China. De meeste handel ging echter via meer zuidelijke passen via Kyrgyzstan en Tadzjikistan naar Kashgar in China. Deze afbeelding van Google is geen getrouwe weergave: het Aral meer is grotendeels opgedroogd (het aaneengesloten blauw tussen O’zbekistan en Kazakstan bestaat niet meer en is tegenwoordig verdeeld in een noordelijk en zuidelijk meer).
ALMA-ATA (ALMATY) Letterlijk de stad van de appel: Alma-Ata, telt bijna 2 miljoen inwoners. Alleen de Alma-Ata oblast (provincie) is al vijf keer groter dan Nederland. Terwijl in Nederland acht maal zoveel mensen wonen. 111 dagen per jaar ligt Alma-Ata in de sneeuw. Ooit stond de omgeving rond Alma-Ata vol met wilde appelbomen (aport genaamd). Tegenwoordig houden de Kazakken zelf van de ‘Europese’ appel en is de wilde variant bijna uitgestorven. Ik heb geen idee of de appelboom op de foto ‘wild’ is…
Republic Square, Alma-Ata: Sovjet architectuur is soms lelijk maar vaak ook heel fraai.
Great Pattriotic War 1941-1945 In de gehele voormalige Sovjet-Unie (en ook in de andere landen van het Oostblok) is er een grote gemene deler: de herdenking van de titanenstrijd tegen de Nazi’s, algemeen bekend als de Grote Patriottistische Oorlog. De oproep van Stalin om het Nazi-kwaad uit te roeien vond gehoor bij miljoenen Sovjets. Ruim tien miljoen Sovjet soldaten lieten hun leven op de slagvelden. In elk dorp in elke uithoek van het immense Sovjetimperium wordt deze oorlog heden ten dage herdacht middels monumenten. Voor de veteranen is er een diep respect. Alleen het communisme kon ons bijna failliete democratische en kapitalistische concept in de jaren dertig van de ondergang redden. Na de oorlog is bij ons de nadruk op de geallieerden uit het Westen en de Holocaust komen te liggen. Maar realiseer wel dat hoe luguber het ook klinkt ‘slechts’ vijf miljoen Joden stierven In gaskamers, terwijl die ‘weelde’ van een snelle dood voor nog meer miljoenen Sovjet krijgsgevangen niet was weggelegd. Zij stierven veelal na een maandenlange lijdensweg door honger en ontbering in een uithoek van diezelfde concentratie- en vernietigingskampen. Als beloning voor bewezen diensten werden zij die het overleefden na terugkomst door Stalin dikwijls naar een Gulag (Karlag) gestuurd omdat ze in aanraking waren geweest met het verderfelijke westen. (De grootste gulags waren overigens gevestigd in de oneindige steppen rond Astana in Kazakstan). Op de volgende foto wordt het respect uitgedrukt in beeld. In Alma-Ata laten veel kersverse bruidsparen hun trouwfoto nemen bij het monument voor de gevallen van de Tweede Wereldoorlog. Namens alle fans van de vrijheid, waaronder ik, een verlaat maar niet minder welgemeend dankjewel.
In Kazakstan is de meerderheid van de bevolking moslim. Religieuze vrijheid is echter een groot goed geworden na de repressie van het communisme. De multiculturele samenleving is over het algemeen bijzonder tolerant en gematigd. Boerka’s komen er niet of nauwelijks voor in het straatbeeld. De ramadan wordt door weinigen beleden. Bier en wodka zijn gemeengoed. Echter, varkensvlees is nergens te verkrijgen.
Dit is de fraaie Russisch-Orthodoxe kerk in Panfilov Park, Alma-Ata.
Alma-Ata is bij ons vooral bekend door de hoogstgelegen ijsbaan ter wereld (1.800 meter): Medeu. De bergen in het zuiden van Alma-Ata reiken tot een hoogte van zo’n 4.000 meter. Er is ook een nieuw skioord: Shymbulak. In de korte en hete zomer een populair oord. Je kunt er op de foto met de Gouden Adelaar (het symbool dat in de vlag is verwerkt). Terwijl het in Alma-Ata bijna 40 graden is, is het hier op 15 km afstand slechts 19 graden (zie foto linksboven).
Kazakstan is zeker geen toeristisch land. Engels wordt er nauwelijks gesproken. De VVV van Alma-Ata vond ik pas na een lange zoektocht in een achteraf straatje. Vrijwel niemand kende het bestaan ervan. Een aardige eigenares van een reisbureau ruim vijf kilometer verderop bracht me er uiteindelijk in haar auto naar toe. ‘We zijn maar wat blij dat er vreemdelingen zijn die ons land willen bezoeken. Dit is het minste dat ik kan doen…’
Het land van Borat
Onderweg naar Saty zo’n 300 km zuidoostelijk van Alma-Ata wordt even gestopt om een aardige hond te begroeten, maar vooral ook om de paardenmelk te kopen die enkele kinderen aan de weg verkochten.
Kazakstan ontwikkelt zich in een moordend tempo. Het is een van de rijkste landen ter wereld en dat terwijl de meeste bodemschatten er nog in de grond zitten. In het dorp van ‘Borat’ (zie Borat: Cultural Learnings of America for Make Benefit Glorious Nation of Kazakhstan) tref je vooral ouderen. De jeugd is vertrokken naar de grote stad. Ik ging drie dagen op bezoek bij Dilda en zijn familie. Hij woont op 300 kilometer van Almaty, nabij de grens met Kyrgyzstan en China. Na 250 kilometer steppe veranderde het landschap eindelijk. Een prachtig berglandschap kwam ervoor in de plaats. Met naaldwouden, bergmeren, wilde paarden en veel frisse lucht. Paardenmelk en – vlees namen de plaats in van shaslick en Coca Cola. GENIET VAN SATY, EEN BORAT DORP IN KAZAKSTAN. Het dorp, de boerenkinderen in de klas en een Lada die ratelt op de keien…
Linksboven: de gloednieuwe moskee en een karrenvracht hooi inclusief een aantal trotse landarbeiders.
Rechtsboven: Dilda poseert samen met Xi Kong uit Singapore voor zijn ‘bainya’ oftewel sauna.
Dilda leidde me rond in en om zijn huis. Trots liet hij de fotoportretten in de woonkamer zien. Dilda als soldaat in het Sovjet-leger. Twee zonen van Dilda die poseren met hun eega voor de trouwfoto. En een foto waarop Dilda met een microfoon in de hand naar een televisiescherm loert op een van die bruiloften: ‘Karaoke,’ fluisterde hij. Op zijn omvangrijke erf liepen kippen, er lag hooi en Dilda liet zijn honderden aardappelplanten zien die over twee maanden worden geoogst. ‘Waar is de aport?’ vroeg ik. Dilda glimlachte en nam me mee aan de arm. ‘Zijn ze niet schitterend?’ vroeg hij even later. ‘Je appelgaard staat erbij als een plaatje…’
Kazakstaanse ‘kost’. De over het algemeen enorm bescheiden Kazakken overdrijven soms ook. Ze vinden hun eten enorm lekker. Hier lacht Xi Kong uit Singapore dan nog wel, maar na drie dagen was ook hij er klaar mee. ‘Er staat steeds hetzelfde,’ concludeerde hij enigszins teleurgesteld. Daar gaan we: de zuidvruchten en nootjes komen uit Oezbekistan en de keiharde koekjes en broodjes zijn van lokale makelij. De abrikozen- en kersenjam ook. Voeg daar borsjt (soep), waarin paarden- en schapenvlees, aardappelen en wat noedels drijven aan toe. Nee, voor culinaire hoogstandjes moet je hier niet zijn. En altijd weer is er chai (thee) met paardenmelk…
1941-1945. Zelfs in het dorp Saty wordt deze heroïsche strijd op gepaste wijze herdacht. Ik ontmoette in Saty enkele dorpelingen met indrukwekkende hoeveelheden decoratiespelden op hun borst. Bij binnenkomst kwam de plaatselijke ‘sheriff’ even buurten (hij had ook een imposant rijtje opgespeld). Om te kijken of er ‘goed volk’ was binnengekomen. De heren Xi Kong uit Singapore en Schuit uit Nederland konden na een korte zichtinspectie zijn goedkeuring wegdragen. Een uurtje later zaten we in de taxi naar het ‘aardbevingsmeer’. Sergej haalde ons op. De helft van zijn lichaam was bedekt met brandwonden. ‘Uit Afghanistan,’ verzekerde hij me. Daarna verbond hij twee draadjes aan elkaar en scheurde in zijn Lada Niva met een noodgang over de redelijk onbegaanbare weg naar Kaiydy Lake gelegen op 1.867 meter. Een prachtig meer, ontstaan in 1911 na een aardbeving. De karakteristieke dode stammen van de naaldbomen staan er sinds die tijd nog steeds overeind…
Kolsay meer 1 gelegen op 1.818 meter. Vanaf dit meer is het vijf kilometer naar Kolsay meer 2. Het is alleen te voet of te paard bereikbaar en ligt op 2.252 meter (zie volgende foto). Kolsay meer 3 op 2.500 meter is verboden gebied, omdat het nabij de grens met Kyrgyzstan ligt.
Deze eekhoorn nam even polshoogte tussen Kolsay meer 1 en 2.
Ex-Afghaan veteraan en taxichauffeur Sergej in zijn Lada Niva nabij Kaiydy meer.
Pompstation in Saty met uitermate betaalbare benzine (30 eurocent per liter). ‘Er gaat vandaag geen Marshrutka (minibus) naar Alma-Ata, maar ik breng jullie wel,’ zei Dilda op de avond voor ons vertrek. Na dertig kilometer was dit de eerste lekke band. Dilda en zijn kleinzoon vervingen hier de kapotte band, terwijl de vrouw van Dilda aandachtig toekijkt. Weer twintig kilometer verder sloeg het noodlot opnieuw toe.
Na een emotioneel afscheid gingen Xi Kong en ik verder met een door Dilda geregelde lift richting de driesprong (zie volgende foto). Daar stonden we nauwelijks drie minuten toen we al een lift kregen naar Alma-Ata. Dilda bedankt voor drie onvergetelijke dagen en de ongekende Kazakstaanse gastvrijheid!
Shymkent en de Zijderoute
Shymkent en Turkistan Shymkent is de derde stad van Kazakstan na Alma-Ata en Astana. Shymkent werd ergens in de 13e Eeuw gesticht als caravanserai (overnachtingsplaats op de Zijderoute). De stad ligt op steenworpafstand van de grens met Oezbekistan en Perzische en Turkse invloeden overheersen er. Op zo’n 200 kilometer en heel veel zand en niemandsland verder ligt Turkistan. Tussendoor zijn er wilde kamelen, ezels en paarden te bewonderen. En daarna volgt wederom heel veel steppe en de stad Kyzlagorda op 400 kilometer en na nog eens 500 kilometer niets ligt Aralsk, dat ooit aan het Aralmeer grensde. Via Tashkent, de prachtige hoofdstad van Oezbekistan, reisde ik naar Shymkent. Vanuit Shymkent ging ik met een marshrutka naar het ‘toeristische mekka’ van Kazakstan: Turkistan. Daar trof ik een godvergeten stad aan vol zand en stof. Maar zo dachten de Kazakken er zeker niet over. Want honderden Kazakstaanse toeristen genoten met volle teugen van het imposante mausoleum dat wijlen Timur (Tamerlane) aan het einde van de 14e eeuw liet bouwen voor Kozha Akhmed Yasaui, een heilige Turkse moslim. Na de onaflatende stroom van veel imposantere mausolea in buurland Oezbekistan was ik niet of nauwelijks onder de indruk.
Het centrum van Shymkent
President Nazarbayev had een droom in 1992 In 1824 stichtten een paar Kozakken uit Omsk een fort in Zuid-Siberië aan de rivier Ishim genaamd Ak Mola, het witte mausoleum. In 1961 kreeg de stad de naam Tselinograd en bediende het vooral de barre werkkampen (karlag) in de regio. In 1992 werd de stad met zo’n 50.000 inwoners weer Ak Mola. En toen kwam de droom van president Nazarbayev…..
Astana is na Ulaanbataar de koudste hoofdstad ter wereld. In de zomer stijgt het kwik er tot bijna 50 graden. In de lange winter is het er gemiddeld twintig graden onder nul met uitschieters van min 40 tot min 50.
In 1997 veranderde de stad wederom van naam. Astana (simpelweg ‘hoofdstad’) verving toen Alma-Ata als hoofdstad van Kazakstan. Anno 2012 wonen er ruim 700.000 inwoners, komt het verkeer nauwelijks meer vooruit, maar ligt het plan 2030 op schema: ‘In 2014 wonen hier 1 miljoen en in 2030 als het af is 2 miljoen,’ aldus de gids in het plannenmuseum…
1
Nurzhol bulvar: het centrale hart van Astana is bijna af.
2
De mijlpalen van west naar oost: 1. Khan Shatyr (Life happens here…)
3
2. Hoofdkantoor KazMunayGaz (Kazakstaans gasbedrijf) 3. Bayterek monument
4
4. Ak Orda: het presidentieel paleis 5. Kazak Yeli
5
De bouw van de Khan Shatyr naar een idee van de Britse architect Norman Foster. Het tentachtige amusement- annex winkelcomplex opende haar deuren in 2006. De speciale panelen zorgen zelfs bij min 40 voor een aangename ‘huiskamertemperatuur’. Er is een beachclub, je kunt er op een skyrail doorheen en er is een katapult die je van ruim 100 meter naar beneden laat vallen.
Een knotsgekke tent. Khan Satyr. Linksboven kun je op ruim 100 meter even uitrusten van het winkelen in de monorail. Rechts: In het midden schiet de ‘katapult’ je naar honderd meter om daarna door te zakken (zie blauwe pijl: de ‘catapult’ is halverwege).
THE DREAM CAME TRUE
Om dit te vieren kwamen o.a. deze coryfeeën een kijkje nemen: Steven Segal, een Iranese popzanger, een Russische profbokser en de ex-president van Turkije.
Foto’s met centraal 2. KazMunayGaz (linksonder: 3. Bayterek monument en rechtsonder: 1. Khan Satyr).
4. Ak Orda: het presidentieel paleis
Boven: De skyline vanaf de brug tussen oud en nieuw Astana. Tijdens de vier dagen in Astana zweefde ik continu. Wat is dit? dacht ik. Een vergelijking met Dubai en Abu Dhabi ging mank, omdat hier geen slaven uit India, Bangladesh en Pakistan voor een hongerloon werden uitgebuit. Ik zag prachtige kantoorgebouwen, monumenten en bijzondere fraaie lichtschakeringen al naar gelang de stand van de zon. Brasilia dan? Dat was eind jaren 1960 ook zo’n ‘futuristische’ stad, terwijl je er thans het gevoel hebt door een verloederd betonnen communistisch museum te lopen…
Ik miste een hart. Klinisch als Dubai. Een flesje frisdrank was er niet te koop. Restaurants waren er ook nauwelijks. Simpelweg omdat het veelal helemaal leeg was. De gloednieuwe stad Astana zag er op ooghoogte alleraardigst uit, maar onder mij was de verloedering zowel binnen als buiten al zichtbaar. ‘Schots en scheve’ tegels in de trottoirs. Zowel in de peperdure Khan Satyr als in ‘The Palace of Peace and Accord’ was de marmeren betegeling ronduit goor. ‘Hoe doen ze dat als president Nazarbayev en tal van religieuze hoogwaardigheidsbekleders er hun periodieke vredespraatjes houden?’ vroeg ik de gids in dat paleis. ‘Die zien dat niet. We zetten de zaal vol met stoelen en gooien er dan een tapijt overheen.’ Astana was 30% af op 18 augustus 2012 volgens de gids. De files in de stad zijn nu al een ramp. Er is geen metro. ‘Er komt een skytrain,’ verzekerde de gids me. ‘Die is over tien jaar af.’ ‘En in de tussentijd staat Astana wederom in de file vanwege de bouwwerkzaamheden daarvoor?’ vroeg ik. ‘Daar heb ik eerlijk gezegd niet over nagedacht.’
De Kazakken zijn enorm trots op hun nieuwe hoofdstad. Geef ze eens ongelijk. Nederland stond zo’n 700 jaar geleden bijna volledig onder water en roofde daarna de rest van de wereld leeg om zijn beschaving te bekostigen. De Kazakken betalen de miljardeninvesteringen vrijwel volledig uit eigen zak en kloppen zichzelf nu op de borst.
Astana is nog veel meer…
The Palace of Peace and Accord (nabij nr 5, Kazak Yeli) ligt op zo’n 5 km van Khan Shatyr. En is net als de Khan Shatyr ook ontworpen door Norman Foster. Hier komen periodiek alle religieuze stamhoofden van onze planeet tezamen om voor vrede te pleiten. Net als Khan Satyr is het op ooghoogte oogverblindend mooi, maar is het daaronder ronduit smerig.
In The Palace of Peace and Accord ontmoeten de religieuze wereldleiders elkaar periodiek om over de vrede te filosoferen. Veel heeft het nog niet uitgehaald…
Het 91 meter hoge Kazak Yeli monument, waarop de president zelf een prominente plaats inneemt. Links is Shabyt: de kunstacademie en rechts is: het Paleis van de Onafhankelijkheid (daarnaast wordt de laatste hand gelegd aan het Historisch Museum van Kazakstan).
‘De Engelstalige rondleiding start om vier uur, meneer.’ ‘Maar, euh moet ik dan net als in die piramide hiernaast een half uur wachten op niemand?’ vroeg ik.
Ik viel in slaap op een pluche bank in dit overweldigend moderne paleis waar naast een concert- en congreshal ook het plan voor Astana en wat snuisterijen van de president staan opgesteld. ‘We krijgen zo’n vijf Engelstalige bezoekers per dag,’ vernam ik later in vertrouwen van de gids.
‘Dit is een geschenk van een lokale kunstenaar aan onze president. Als u er tussenin gaat staan, dan neem ik een foto.’ Ik bedankte vriendelijk voor de eer. Met excuus voor de glinstering. Maar dit is een prachtding: Poetin (derde van rechts) die pissig naar Bush loert. Tussen de ‘blanke’ prominenten (o.a. Chirac, Koizumi, Blair, Berlusconi, Schroeder en Jeltsin) wandelt vredesduif Nazarbayev. Wie staan er allemaal niet op… (Afrika?, India?)…
Een geinig kado van de inwoners van Karagandy provincie aan president en mister Kazakstan: Nursultan Nazarbayev: HET CIRCUS.
Welkomstfeest voor de Olympische helden
Op vrijdag 17 augustus was het feest in Astana. De Olympische ploeg werd bij terugkomst uit Londen luid toegezongen: KAZAKSTAN, KAZAKSTAN, KAZAKSTAN! Door het hele centrum waren de prestaties van de Olympiërs te aanschouwen op metershoge televisieschermen.
Zeven maal goud. Vier maal bij ‘stanga’ oftewel gewichtheffen. Eenmaal bij het boksen, de hink-stap-sprong en het wielrennen.
Reizen in Kazakstan Op 15 juli 2012 betrad ik in Alma-Ata voor het eerst de heilige Kazakstaanse steppe. Op 21 juli verliet ik het land en keerde op 10 augustus 2012 weer terug via de enige grensovergang met Oezbekistan nabij Shymkent. Mijn visa was okay. Ik kreeg een registratiekaart, maar slechts een van de twee noodzakelijke stempels. De tweede stempel moest ik in de ‘grote stad’ halen binnen vijf dagen… In Shymkent (de derde stad van Kazakstan) verwees het kader me keurig naar Alma-Ata. Op 13 augustus wisten de mannen met de grote petten in Alma-Ata (ze hebben echt enorme petten op, die veelal groter zijn dan hun hoofd) dat ik een stempel alleen 1.300 km verderop in Astana kon halen: Astana is tenslotte de hoofdstad. ‘Vandaag moet je het land uit,’ hoorde ik daar een dag later. ‘Maar, ik vlieg morgenochtend.’ ‘Niet ons probleem. Ga maar naar je ambassade.’ Daar kreeg ik een heerlijke bak koffie, maar ook een dringend advies. ‘Je komt in de gevangenis als je niet voor 24.00 uur het land uit bent, ondanks dat je visum pas morgen afloopt.’ Om exact 23.53 uur griste ik 1.600 km verderop mijn paspoort uit de hand van een verbouwereerde Kazakstaanse grensbewaker. ‘Je hebt geen visum voor Kyrgyzstan, dus laat ik je niet door,’ zei hij. ‘Die heb ik niet nodig,’ schreeuwde ik terwijl ik de grens over sprintte. (De visumplicht was 14 dagen eerder afgeschaft, maar dat wist hij niet).
Op 17 augustus 2012 keerde ik terug naar Kazakstan. Niemand kende het bestaan van het tijdelijke visum dat ik had geritseld voor Kazakstan, maar ik had hem en kon zo op 19 augustus met een gerust hart toch nog vanuit Astana terugvliegen via Kiev naar Amsterdam. U bent gewaarschuwd.
De droom van Nazarbayev was voor mij bijna uitgelopen op een nachtmerrie. Na dagenlang gezeik slaagde ik er toch in! Mijn koffertje voor de ingang van Astana International Airport.
Einde deel 1, tot in Kyrgyzstan: