–
Lezen is leuk! –
l essug ges t ies - de fl a t va n fa t im a
lessuggesties - middenbou w
De flat van Fatima JANNEKE SCHOTVELD M ET I LLU S TR ATI E S VA N A N N ET SCH A A P
mdat haar ouders uit elkaar zijn, is Karel (Carolien) met haar moeder verhuisd naar een flat in een ander deel van de stad, waar mensen van diverse nationaliteiten wonen. Het is zomervakantie. Karels vader is met zijn nieuwe vriendin in Frankrijk en Karels moeder huilt de hele dag. Karel mist haar vriendin Fleur, die op vakantie is, maar gelukkig kunnen ze elkaar wel mailen. Karel vertelt Fleur in haar mails waar ze zich zorgen over maakt en wat ze meemaakt in de flat.
O
www.jannekeschotveld.nl
52
–
Lezen is leuk! –
l essug ges t ies - de fl a t va n fa t im a
In de flat ontmoet ze Sami. Hij maakt Karel wegwijs in de flat en waarschuwt haar voor buurman Blanckensteijn, die altijd aan het mopperen is. Ze ontmoet ook Fatima, een gezellige oude dame, die graag lekkere koekjes bakt voor de kinderen uit de flat. Karel en Sami komen vaak bij haar thuis en raken daar bevriend met Raja en Hafid, die ook in de flat wonen. Zo heeft Karel al snel een heleboel nieuwe vrienden. Op een dag komen ze erachter dat Fatima een enorme huurschuld heeft en per direct haar huis moet verlaten. De kinderen maken een schuilplaats voor haar in de fietsenkelder en bedenken met elkaar een plan om hun vriendin te helpen. Ze organiseren een feest waar ze allerlei lekkere hapjes gaan verkopen. Ze vertellen dat de opbrengst voor een nieuwe speeltuin is, maar ze willen een huis voor Fatima kopen. Natuurlijk houdt buurman Blanckensteijn alles in de gaten, hij vermoedt dat er iets niet klopt. En hij doet erg zijn best om het plan te verstoren. Als de burgemeester in de fietsenkelder gaat kijken, treft ze daar Fatima aan. Buurman Blanckensteijn is blij dat de situatie ontdekt is, maar de burgemeester lost dit probleem toch anders op dan hij had gehoopt.
Woordenweb Laat de kinderen een woordenweb maken over het woord ‘vriendschap’. Welke woorden horen daarbij? Bespreek met de kinderen het woordenweb.
Rood of groen Geef alle kinderen een rood en een groen kaartje en lees daarna de onderstaande stellingen voor. Laat de kinderen het groene kaartje in de lucht steken als ze het met de stelling eens zijn. Zijn ze het met de stelling oneens, dan laten ze het rode kaartje zien.
53
–
Lezen is leuk! –
l essug ges t ies - de fl a t va n fa t im a
Vraag regelmatig door en benadruk de diverse nuances. Wat laat je wel toe en wat niet, waardoor verandert je idee? Doel hiervan is niet de feitelijke keuze van de kinderen, maar de discussie die erover kan ontstaan, zodat kinderen zich realiseren dat alles niet zomaar zwart/wit is. ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆
Als je ruzie hebt met iemand, kan hij/zij nooit een vriend zijn. Je kunt best ruzie hebben met je vriend. Als je ruzie hebt gehad met je vriend, moet je het daarna wel goed maken. Als je ruzie hebt gehad met je vriend hoef je het niet goed te maken, jullie zijn toch vrienden? Daarna ga je weer verder alsof er niets is gebeurd. Voor een vriend doe je wel eens iets wat je liever niet zou doen. Als mijn vriend vraagt of ik iets wil pakken waar hij/zij niet bij kan, dan pak ik het. Als mijn vriend graag iets wil hebben uit de winkel maar hij/zij heeft niet zo veel zin om te gaan, dan haal ik het. Als mijn vriend iets wil hebben waarvoor hij geen geld heeft, dan pak ik het voor hem uit de winkel, zonder daarvoor te betalen. Als mijn vriend vraagt mijn mond te houden over iets wat hij heeft gedaan, dan doe ik dat. Als mijn vriend vraagt om iets te pakken wat van iemand anders is, dan doe ik dat. Als iemand ruzie heeft met mijn vriend, heeft hij ruzie met mij. Als mijn vriend ruzie heeft met iemand, moet hij/zij dat zelf weten, daar heb ik niets mee te maken. Als mijn vriend geplaagd wordt, ben ik bang dat ik ook geplaagd word als ik bij hem blijf staan. Als mijn vriend geplaagd wordt, kom ik voor hem op. Als mijn vriend geschopt en geslagen wordt, vecht ik met hem/haar mee. Als mijn vriend geschopt en geslagen wordt, zoek ik hulp en ga snel uit de buurt, anders krijg ik ook misschien een klap. Als mijn vriend geschopt en geslagen wordt, zoek ik hulp en hou hem goed in de gaten. Als mijn vriend iemand plaagt, doe ik mee. Als mijn vriend iemand plaagt, vraag ik hem ermee te stoppen. Als mijn vriend iemand plaagt, vertel ik dat tegen de leerkracht maar zorg ik ervoor dat hij niet weet dat ik heb geklikt.
Vriendenadvertentiespel Iedereen is wel eens op zoek naar een vriend om iets mee te doen. Met dit spel maken de kinderen grappige vriendencombinaties. Kopieer de drie soorten kaartjes uit de bijlage op drie verschillende kleuren papier. Laat de kinderen om de beurt van elke kleur een kaartje pakken en opschrijven wat
54
–
Lezen is leuk! –
l essug ges t ies - de fl a t va n fa t im a
de combinatie geworden is. Bijvoorbeeld: Opa van 93 zoekt – vrolijke badeend – om mee naar school te fietsen.
Vriendendienst-winkel Vraag de kinderen naar iets wat zij goed kunnen doen voor een ander. Kunnen zij bijvoorbeeld goed helpen, goed luisteren, iets repareren, iets moois tekenen, de klas vegen, opruimen, iets wegbrengen naar een andere klas? Laat de kinderen een kaart maken waarop zij schrijven wat zij goed kunnen, voorzien van een bijpassende tekening. Hang de kaarten goed zichtbaar op in de klas en plan een aantal momenten dat er echt gekeken wordt wie een ander ergens mee kan helpen. Bespreek ook alle succesverhalen.
Naam
Ik ben goed in
Tekening
55
–
Lezen is leuk! –
l essug ges t ies - de fl a t va n fa t im a
Koekjes bakken Fatima maakt elke keer een heerlijk Turkse lekkernij voor Karel en haar vrienden. Maak met de kinderen ook Turkse koekjes. De kinderen mogen deze koekjes aan iemand geven die voor hen een echte vriend is. Iemand die altijd voor hen klaarstaat, goed met iets helpt of naar ze luistert. Doe de koekjes in een mooi zakje en laat de kinderen een kaartje maken in de vorm van een hartje. Zorg voor voldoende koekjes, want er moet natuurlijk eerst geproefd worden voor je iets weg kunt geven!
Kurabiye Voorbereiding Zeef de bloem en de poedersuiker boven een schaal. Smelt de boter en voeg deze toe. Kneed dit goed door elkaar. Voeg de zonnebloemolie toe. Kneed tot er een stevig en soepel deeg ontstaat. Verwarm de oven voor op 165 graden.
Bereidingswijze Rol van het deeg kleine slangetjes en maak hier met duim en wijsvinger een slingertje in. Leg de deegvormpjes op het bakblik. Bak de koekjes 15-20 minuten INGREDIËNTEN op 190 graden. Laat de koekjes goed af100 gramboter koelen. 200 gram bloem
Serveertip
50 gram poedersuiker
Je kunt de koekjes mooi versieren met nootjes.
5 eetlepels zonnebloemenolie
56
–
Lezen is leuk! –
l essug ges t ies - de fl a t va n fa t im a
Vriendschapsbandjes vlechten Met een paar kleurtjes katoen kun je heel eenvoudig vriendschapsarmbandjes maken. Traditie is dat je deze vriendschapsbandjes draagt tot ze versleten zijn en van je pols vallen. De bandjes kun je extra mooi maken door af en toe een kraaltje mee te vlechten. Hoe je een vriendschapsbandje kunt vlechten, is te vinden op veel knutselsites op internet.
Vriendenflat In de flat waar Karel met haar moeder komt wonen, raakt ze bevriend met veel verschillende mensen, zoals Sami, Hafid en Fatima. Ook onderling hebben zij weer vriendschapsbanden. Bespreek met de kinderen op welke manier de personen hieronder een vriendschapsband hebben en wat zij voor elkaar betekenen. Laat naar voren komen dat vriendschap altijd twee kanten op werkt. Je hebt allebei iets aan elkaar. Niet altijd is dat op dezelfde manier. Met de ene vriend kun je goed praten, met een ander ga je graag sporten. De ene vriend helpt jou ergens mee, terwijl jij een andere vriend weer met iets anders kunt helpen. Hafid en Fatima Karel en Sami Karel en Fatima Karel en Fleur De oma van Karel en buurman Blanckensteijn
57
–
Lezen is leuk! –
l essug ges t ies - de fl a t va n fa t im a
De kinderen zullen zelf ook verschillende contacten hebben met verschillende vrienden. Kunnen ze daar voorbeelden van geven? Maak een vriendenflat. Knip in een groot gekleurd vel papier allemaal raampjes die aan een kant vastzitten. Hierdoor kun je de flapjes openvouwen. Plak dit vel vast op een tweede vel papier. Achter het middelste raampje tekenen de kinderen zichzelf. Achter de andere raampjes tekenen ze de mensen die belangrijk zijn in hun leven en die ze op verschillende manieren nodig hebben: vrienden, familie en bekenden die ze graag veel om zich heen willen hebben.
Turks spelletje – En den tura Kind A gaat met het gezicht naar de muur staan. Alle andere kinderen gaan achter een denkbeeldige lijn staan, een meter of zes naar achteren. Nu telt kind A bij de muur 'en den tura' (een twee drie). De kinderen mogen dan naar de muur toe lopen. Als kind A zich omdraait, is iedereen af die hij nog ziet bewegen. De kinderen die af zijn, gaan weer terug naar de startlijn. De eerste die ongezien de muur weet te bereiken, is de volgende die af gaat tellen.
Vriendschapselfje Laat de kinderen een elfje maken over een goede vriend. Het hoeft niet specifiek over één vriend te gaan, ze mogen ook een elfje maken over vriendschap in het algemeen. Een elfje is een eenvoudige dichtvorm. Een elfje bestaat uit elf woorden. z in 1 – 1 woord z in 2 – 2 woorden z in 3 – 3 woorden z in 4 – 4 woorden z in 5 – 1 woord
58
–
Lezen is leuk! –
l essug ges t ies - de fl a t va n fa t im a
Bij het maken van dit vriendschapselfje geven de kinderen antwoord op vijf vragen. 1. Wat is de naam van de persoon? 2. Wie is dat? 3. Waar kennen jullie elkaar van, waar zagen jullie elkaar voor het eerst? 4. Wat doen jullie samen het allerliefst? 5. Wat vind je in één woord van hem of haar?
Mailopdracht Karel mailt veel met haar vriendin Fleur. Het is fijn dat ze even haar hart kan luchten en kan vertellen over haar bezigheden. Verdeel de groep in tweetallen en laat hen net als Karel en Fleur met elkaar mailen. De tweetallen moeten vooraf het volgende afspreken: Wie zijn jullie? Waarover mailen jullie? Wat is er aan de hand? En waar bevinden jullie je? Het ene kind maakt een mailbericht waar de ander op reageert.
59