Onno de Wit
De drukker en uitgever A.W. Sijthoff te Leiden: een innovatief ondernemer in de tweede helft van de 19e eeuw 1
In de 19e eeuw voltrokken zich ingrijpende veranderingen in de manier waarop informatie werd overgedragen. Aan het begin van de eeuw vormde het gedrukte woord een aanvulling op mondelinge vormen van communicatie. Informatie werd doorgaans vanuit de directe omgeving betrokken. Een kwart tot een derde van de bevolking kon niet lezen en schrijven, en slechts een kleine groep mensen kon het zich veroorloven boeken of kranten aan te schaffen. Aan het einde van de eeuw was de situatie een geheel andere. Informatie werd veelal via gedrukte media van ver buiten de eigen omgeving betrokken. Analfabetisme was een randverschijnsel geworden en boeken en kranten werden in vrijwel elk huis gelezen. Het toegenomen belang van gedrukte vormen van communicatie vond zijn afspiegeling in de sectoren die op de een of andere manier betrokken waren bij de produktie en distributie van drukwerk. Zowel het aantal machinale papierfabrieken als het aantal drukkerijen steeg explosief in met name de tweede helft van de 19e eeuw, terwijl de boekhandels niet alleen numeriek toenamen, maar tevens een grotere verspreiding over het land lieten zien. Het aantal nieuw uitgegeven boektitels groeide van 240 in 1806 naar 2717 in 1896, het aantal nieuwsbladen van 92 in 1850 naar 159 in 1866. In het algemeen namen de oplagen van zowel boeken als kranten in de loop van de 19e eeuw ook aanzienlijk toe. Gezien al deze veranderingen is het niet overdreven om te spreken van een communicatierevolutie. Eén belangrijk aspect daarvan was de enorme toename van het lezen, anders gezegd het ontstaan van een wijdverbreide leescultuur. In het ontstaan hiervan speelde een complex van factoren een rol. Reeds is gewezen op het afnemen van het analfabetisme, dat op zijn beurt weer in verband stond met de verbetering en de uitbreiding van het onderwijs. Daarnaast waren processen van verstedelijking en democratisering van belang, en veranderende methoden van distributie van drukwerk. Aan de materiële basis van de communicatierevolutie lagen evenwel technische veranderingen ten grondslag, die zorgden dat drukwerk in grotere hoeveelheden en tegen lagere prijzen beschikbaar kwam. O m die laatste veranderingen gaat het hier. Onderzocht zal worden welke innovaties er in de 19e eeuw optraden in de produktie en afzet van drukwerk, aan de hand van een van de succesvolste ondernemers op dit gebied, de Leidse uitgever en drukker A.W. Sijthoff. 2
Ondernemers Het traditionele beeld van de Nederlandse nijverheid in de 19e eeuw is lange tijd bepaald door de visie waarin Nederland na een langzame en lange aanloopfase pas rond 1890 een industriële doorbraak beleefde. In dit beeld pasten verschijnselen als de langdurige dominantie van het kleinbedrijf, de trage introductie van stoom en het ontbreken van belangrijke 1
2
D i t artikel is een bewerkte en op de persoon Sijthoff toegespitste versie van het door D i c k van Lente en de auteur geschreven cluster Papier, druk en communicatie in: H . W . Lintsen (hoofdred.), M . S . C . Bakker, E . H o m b u r g , D van Lente, J . W . Schot, G . P . J . Verbong (red.), Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving II (Zutphen 1993) 175-281. Ik dank D . van Lente voor zijn commentaar op een eerdere versie van dit artikel. D . van Lente, 'Machines en lezers', i n : Lintsen, Geschiedenis van de techniek, 177-179.
:)2H
De drukker en uitgever A.W. Sijthoff te Leiden
technische vernieuwingen. Een verklaring voor deze, in vergelijking met het buitenland, afwijkende ontwikkeling werd onder meer gevonden in psychische factoren. In het bijzonder werd de geestesgesteldheid van de Nederlandse ondernemer in de eerste helft van de 19e eeuw aan de kaak gesteld. In de woorden van I.J. Brugmans: 3
Hij is met de gewone winst tevreden en denkt er niet aan zijn methodes te veranderen, zolang een gebiedende wens van de consument hem niet hiertoe noopt. Hij is niet de ganse dag zoekend naar nieuwe afzetgebieden, nieuwe produkten, nieuwe machines. Hij behoeft niet te organiseren en te calculeren en kan de zaken gerust aan de meesterknecht overlaten. 4
In de afgelopen decennia is dit beeld van de trage en late Nederlandse industrialisatie en de daarmee samenhangende rol van de ondernemer in belangrijke mate genuanceerd. In zijn algemeenheid werd de Nederlandse ontwikkeling minder afgezet tegen de buitenlandse ontwikkeling en meer beoordeeld op haar eigen, specifieke karakteristieken. Het in Nederland dominante kleinbedrijf bleek een belangrijke bijdrage te hebben geleverd aan de industriële ontwikkeling, stoommachines werden voornamelijk op kleinschalige maar niettemin produktieve wijze toegepast en nieuwe, buitenlandse technieken werden op een creatieve manier door de Nederlandse bedrijven opgenomen. Bovendien bleek dat technische vernieuwingen niet pas na 1890, maar gedurende de gehele negentiende eeuw werden ingevoerd. Met dit veranderende beeld ontstond ook ruimte voor een ander type ondernemer. In de plaats van de bezadigde en afwachtende ondernemer van Brugmans kwam meer en meer aandacht voor de rusteloze en innovatieve ondernemer die, gewapend met een stevige portie durf en intuïtie, niet schroomde nieuwe wegen in te slaan en nieuwe gebieden te betreden. Dit type ondernemer is onlosmakelijk verbonden met de naam van de econoom J. A. Schumpeter (1883-1953). In de visie van Schumpeter is het de functie van de ondernemer om nieuwe combinaties van produktiefactoren aan te gaan, hetzij door een bestaand produkt te vernieuwen met behulp van nieuwe produktiemethoden, hetzij door een nieuw produkt op de markt te brengen. De vernieuwing hoeft evenwel niet beperkt te blijven tot de produktietechnische kant van het bedrijf: de innovatieve ondernemer weet ook nieuwe inkoop- en afzetmarkten te ontsluiten en ontplooit initiatieven op bedrijfsorganisatorisch vlak. 5
6
De nieuwe visie op de economische ontwikkeling en de ondernemer in Nederland in de 19e eeuw leidde, in combinatie met de sinds de economische crisis van de jaren 1970 hernieuwde belangstelling voor de ideeën van Schumpeter , tot een groot aantal studies op het gebied van de bedrijfs- en techniekgeschiedenis waarin innovatieve ondernemers in de 19e eeuw ten tonele werden gevoerd. Zoals gezegd staat in dit artikel de Leidse drukker en uitgever Albertus Willem Sijthoff (1829-1913) centraal. Onderzocht zal worden in hoeverre Sijthoff voldeed aan het beeld van de ondernemer in Schumpeteriaanse zin en wat hiervan de implicaties zijn voor het debat 7
8
3
Zie voor een recente reflectie op dit thema L . Noordegraaf, Overmoed uit onbehagen. Positivisme en hermeneutiek in
4
de economische en sociale geschiedenis (Hilversum 1990) 33-39. I J Brugmans, De arbeidende klasse in Nederland in de 19e eeuw (1813-1870) (4e druk; Utrecht/Antwerpen 1959) 67.
5
H . Lintsen, Een revolutie naar eigen aard. Technische ontwikkeling en maatschappelijke verandering in Nederland (Delft
6
A . Heertje, Economie en technische ontwikkeling (Leiden 1973) 114-128; A . J . M . Roobeek, De rol van de technologie
1990) in de ekonomische theorievorming (Amsterdam 1987) 21-29. 7
C . Freeman, 'Schumpeter's Business cycles revisited', i n : A . Heertje en M . Perlman, Evolving technology andmarket structure. Studies in Schumpeterian economies ( A n n A r b o r 1990) 20.
329
D e d r u k k e r en uitgever A . W . Sijthoff te L e i d e n
over de industrialisatie v a n N e d e r l a n d . D a a r b i j z u l l e n niet alleen Sijthoffs activiteiten op druktechnisch gebied aan de orde k o m e n , m a a r z a l tevens aandacht worden besteed aan zijn initiatieven op het gebied van de uitgeverij. Tot slot zal de plaats en de r o l van Sijthoff i n de 19e-eeuwse communicatierevolutie besproken worden, waarbij de v r a a g beantwoord moet worden i n hoeverre Sijthoff als representatief m a g gelden voor de toenmalige drukkersen uitgeverswereld.
De drukkerij A . W . Sijthoff opende i n 1851, n a een leertijd v a n enkele j a r e n bij onder andere de H a a g s e uitgever K . F u h r i , zijn uitgeverij en boekdrukkerij i n L e i d e n aan de O u d e Vest. Begonnen met een tiental knechts, behoorde het bedrijf een j a a r later al tot een van de grootste drukkerijen van L e i d e n . G e n o o d z a a k t door deze snelle groei verhuisde Sijthoff i n 1852 met zijn negentien werklieden naar een p a n d aan de Koepoortsgracht (thans de Doezastraat). D e eerste j a r e n drukte Sijthoff uitsluitend boeken voor andere uitgevers. A l snel begon hij echter ook een eigen fonds. I n 1867 werd een boekbinderij opgericht, zodat de uitgaven geheel i n eigen huis afgewerkt konden worden. 9
Gelijktijdig met het betrekken van het nieuwe gebouw aan de Koepoortsgracht werd door Sijthoff een houtgraveerschool o p g e r i c h t . D e houtgravure was een aan het einde van de 18e eeuw ontwikkelde hoogdruktechniek waarmee prenten k o n d e n worden gemaakt die de fijne kwaliteit v a n de kopergravure benaderden, m a a r die, i n tegenstelling tot de kopergravure, gelijktijdig met tekstzetsel gedrukt konden worden. I n de tijd dat Sijthoff zijn graveerschool opende, was de houtgravure geen n i e u w i g h e i d meer. H e t i n 1834 gestartte en wekelijks bij de A m s t e r d a m s e uitgevers gebroeders D i e d e r i c h s verschijnende Nederlandsen Magazijn was vanaf het begin rijkelijk met houtgravures g e ï l l u s t r e e r d . Daarnaast bood de i n 1840 i n D e n H a a g door de M a a t s c h a p p i j voor Schoone K u n s t e n geopende houtgraveerschool leerlingen de gelegenheid z i c h te b e k w a m e n i n diverse illustratietechnieken, waaronder de houtgravure. A l s directeur v a n de Haagse school i n de j a r e n 1845-1849 fungeerde de graveur R . J . van A r u m . H e t was deze V a n A r u m die, n a de opheffing van de school i n 1849, door Sijthoff i n 1852 de l e i d i n g werd gegeven over zijn Leidse graveerschool. 10
In eerste instantie was de graveerschool een succes. E e n aantal wetenschappelijke illustraties en een serie kinderprenten werd respectievelijk b e k r o o n d door de M a a t s c h a p p i j van N i j verheid en de M a a t s c h a p p i j tot N u t van 't A l g e m e e n . D e serie werd daarop uitgebreid en
8
Zie bijvoorbeeld K . E. Sluyterman, Ondernemen in sigaren. Analyse van bedrijfsbeleid in vijf Nederlandse sigarenfabrieken in de periode 1856-1865 en 1925-1934 ( T i l b u r g 1983), en E . H o m b u r g en J.W. Schot, 'Innoverend ondernemerschap i n het midden van de 19e eeuw: een onderzoek naar de oprichters van de Nederlandse garancineindustrie', in: Jaarboek voor de geschiedenis van bedrijf en techniek V (Utrecht 1988) 86-101. Zie ook E . S . A . Bloemen en K . E . Sluyterman, 'Epiloog. T i e n j a a r Jaarboek voor de geschiedenis van bedrijf en techniek', in: Jaarboek voor de geschiedenis van bedrijf en techniek X (Amsterdam 1993) 306-318, 323-334. Overigens pleitte Schumpeter zelf ook voor historisch onderzoek naar zijn type ondernemer: 'Economie theory and entrepreneurial history', in: J . A . Schumpeter, Essays on entrepreneurs, innovations, business cycles, and the evolution of capitalism (New Brunswick/Oxford 1989) 253-271, m.n. 263-264.
9
H . A . C . Branderhorst, ' H e t economisch leven', i n : P . C . N . Baesjou e.a., Leiden 1860-1960 (Leiden 1962) 370371; R . v a n d e r M e u l e n , Een veertigjarige uitgeversloopbaan. A. W. Sijthoff te Leiden 1851-1 januari-1891 (Amsterdam 1891) 15, 33. 10 Het volgende is gebaseerd op: D . van Lente, 'Illustratietechniek', in: Lintsen, Geschiedenis van de techniek, 255-275. 330
D e d r u k k e r en uitgever A . W . Sijthoff te L e i d e n
Afb. 1. Sijthoffs rusteloze zoektocht naar nieuwe technieken, produkten en markten werd bijzonder goed verbeeld door zijn in 1881 gekozen vignet, een rondspeurende arend op een rots in zee. Zijn initialen stonden voor het eveneens zeer toepasselijke devies 'Altijt Waek Saem'. Het vignet werd getekend door L M . L i o n , naar een ontwerp van A . A . Vorsterman van Oyen.
Sijthoff g i n g bovendien g e ï l l u s t r e e r d e kinderboeken uitgeven. D o o r m i d d e l van twee andere uitgaven poogde Sijthoff een vast m e d i u m voor zijn gravures te c r e ë r e n . B e i d e uitgaven, het i n 1854 gestartte Lectuur voor de huiskamer, tot aanmoediging van schoone kunsten, en de vanaf 1856 verschijnende Geïllustreerde Almanak, m i s l u k t e n echter. Tegenvallende verkoopcijfers leidden tot het b e ë i n d i g e n van de uitgaven i n respectievelijk 1858 en 1866. O o k de houtgraveerschool was i n m i d d e l s roemloos ten einde gekomen. Zowel een p o g i n g tot het verkrijgen van subsidie voor zijn school bij de regering, als een verzoek aan de M a a t s c h a p p i j tot N u t van 't A l g e m e e n o m ten behoeve van scholen een grote hoeveelheid prenten of prentenboeken af te nemen, liepen op niets uit. D e secretaris van 't N u t wees Sijthoff i n zijn antwoord op het feit 'dat m e n wel met stoom k a n produceren m a a r niet c o n s u m e r e n . ' 11
12
E e n ander initiatief van de Haagse graveerschool, de uitgave van De Kunstkronijk, een werk toegewijd aan de schoone kunsten, was een langer leven beschoren. I n het i n 1840 opgerichte tijdschrift verschenen aanvankelijk veel houtgravures, en relatief w e i n i g l i t h o g r a f i ë n . N a d a t het blad i n 1856 door Sijthoff v a n zijn leermeester F u h r i was overgenomen werd het evenwel grotendeels gevuld met litho's. D e z e werden door Sijthoff voornamelijk uit het b u i t e n l a n d betrokken: met name Duitse clichés bleken een goedkoop alternatief te zijn voor het zelf laten m a k e n van prenten. V a n twee andere g e ï l l u s t e e r d e tijdschriften, De Gracieuse en het Geïllustreerde Nieuws, werden de vellen met illustraties zelfs i n D u i t s l a n d gedrukt; i n de Leidse drukkerij werden deze alleen n o g m a a r v a n tekst v o o r z i e n . 13
D e houtgravure was een voorbeeld van een relatief nieuwe hoogdruktechniek. H e t drukken van prenten, boeken en kranten verliep i n de eerste helft v a n de 19e eeuw n o g goeddeels volgens het patroon dat i n de eeuwen daarvoor was o n t w i k k e l d . H e t b o e k d r u k k e n was een zware en relatief langzame bezigheid. M e t behulp van een houten pers k o n een d r u k k e r per 14
11 A.W.
Sijthoffs Uitgeversmaatschappij N.V. Leiden 1851-1951 (Leiden 1950) 2, 214.
12 Geciteerd i n V a n Lente, 'Illustratietechniek', 269. 13 Van der M e u l e n , Een veertigjarige uitgeversloopbaan, 62-69. 14 Het volgende is gebaseerd op: O. de W i t , 'Zetten en drukken', in: Lintsen, Geschiedenis van de techniek, 223-232.
331
De drukker en uitgever A.W.
Sijthoff te Leiden
Afb.
2.
Advertentie
voor
e e n vijftal
succes-
a u t e u r s u i t h e t fonds v a n Sijthoff: V a n L e n n e p , •
UITGAVEN
S
C r e m e r , T e n K a t e , Ter H a a r e n Beets. A d v e r t e n tie a f k o m s t i g u i t : R . v a n d e r M e u l e n , Het boek in
A. IV. SIJTHOFF,
50-Cents-Eiitie,
H^L *
lli'. .1. V IS I.IASEI'S
mmwiNiii IURMV
, , ' • <m -
;
,
I
50-Cents-Eiitie,
onze dagen ( L e i d e n 1892) a d v e r t e n t i e g e d e e l t e .
t. J. ( IIKMKÜ'S
i:o!n\iMiii HIKKD .
it
| ,1..1. .1.1 .1. I„ T EE\HK1TK,lifilirlitiii. 1 I Ï , MiHilïii. * j
••
iiu. » > ' » « H> i i n">'»• H F.K X. E X D IIICIHC TII KT IV B BB K
/,•:• In I II (' I I Hl IT UIV E lF.l lil i K F.F. X. X
uur circa 400 afdrukken maken. Aangezien de drukdegel van de pers slechts de helft van de drukvorm besloeg, moest elk vel papier vier maal onder de degel gebracht worden om aan beide zijden bedrukt te worden. Na één uur lagen er dus circa 100 aan beide zijden bedrukte vellen klaar. De snelheid van het drukken werd vanaf het begin van de 19e eeuw aanzienlijk opgevoerd door de snelpers, waarbij de traditionele drukdegel was vervangen door een drukcilinder, die het papier tegen de heen en weer gaande horizontale drukvorm drukte. Daarmee kon het aantal afdrukken tot circa f000 per uur worden verhoogd. De snelpers werd in 1828 in Nederland geïntroduceerd door de Haarlemse firma J. Enschedé. In de daaropvolgende decennia werd een beperkt aantal snelpersen aangeschaft; rond f853 stonden er ruim tien in Nederlandse drukkerijen opgesteld. De snelpersen werden voornamelijk gebruikt voor het drukken van kranten en werken met een hoge oplage waarvan de afzet over een langere periode verzekerd was: schoolboeken, gezangbundels en bijbels. Vanaf 1855 raakte de afzet van snelpersen evenwel in een stroomversnelling, en A.W. Sijthoff speelde hierin een grote rol.
Snelpersen
De buitenlandse fabrikanten van snelpersen, waarvan de Duitse firma Koenig & Bauer wel de belangrijkste was, moesten het voor 1850 zonder Nederlandse vertegenwoordigers stellen. Waarschijnlijk beschouwden ze de Nederlandse afzetmarkt, waar uitgaven doorgaans in oplagen van onder de 1000 stuks verschenen , niet als veelbelovend genoeg voor hun vaak 15
15 L . K u i t e n , Het boek in vele delen. De uitgave van literaire series in Nederland 1850-1900 (Amsterdam 1993) 63. 332
D e d r u k k e r en uitgever A . W . Sijthoff te L e i d e n
door stoom aangedreven snelpersen waarmee i n korte tijd hoge oplagen gerealiseerd konden worden. I n 1855 evenwel w i e r p e n zowel Sijthoff als zijn A r n h e m s e collega G . J . T h i e m e (1827-1889) zich op als vertegenwoordigers van buitenlandse snelpersfabrieken. T h i e m e ging i n zee met het Duitse bedrijf van K l e i n , Forst & B o h n , Sijthoff met de C . R e i c h e n bach'sche M a s c h i n e n f a b r i k , gevestigd te A u g s b u r g . Beide fabrieken m a a k t e n tegen betaalbare prijzen handzame snelpersen voor boekwerk met kleine en middelgrote o p l a g e n . 16
I n 1853 w e r d het eerste contact gelegd tussen Sijthoff en de Augsburgse f i r m a . I n dat j a a r h a d Sijthoff, die zijn bedrijf begonnen was met é é n enkele h a n d p e r s en i n m i d d e l s ook k o n beschikken over een - slecht functionerende - tweedehands snelpers, een Nederlandse vertaling het licht laten zien van een boekje over de snelpers, geschreven door de meesterknecht van C a r l R e i c h e n b a c h , A n d r e a s A l b e r t . B e g i n 1854 bestelde Sijthoff voor een bedrag v a n c i r c a / 2 5 0 0 , - een 'einfache Schnellpresse N o . I I ' bij de Reichenbach-fabriek. I n j u n i van dat j a a r was de m a c h i n e geleverd en i n w e r k i n g . O p de vraag w a a r o m Sijthoff n a aankoop van een Reichenbach-snelpers tevens als agent g i n g optreden voor de fabriek, k u n n e n verschillende antwoorden gegeven worden. Ten eerste l a g voor Sijthoff financieel gewin i n het verschiet. M e t R e i c h e n b a c h was overeengekomen dat n a de verkoop van een twaalfde snelpers de dertiende gratis zou worden geleverd. E n alhoewel Sijthoffs agentuur kosten met zich mee bracht (te denken valt aan reis- en drukkosten), was dit zeker een lucratieve r u i l . O o k z a l de i n m i d d e l s vriendschappelijke relatie met R e i c h e n b a c h een r o l hebben gespeeld. Beide ondernemers zochten elkaar regelmatig thuis o p . Ten tweede was Sijthoff door de bevriende drukkers D e L a n g e en K r u s e m a n gevraagd hen eenzelfde snelpers te leveren als hij i n 1854 had geplaatst. D e z e verzoeken zullen Sijthoff ervan overtuigd hebben dat er i n Nederl a n d een m a r k t voor snelpersen bestond. D a t T h i e m e r o n d dezelfde tijd een agentschap begon voor een andere buitenlandse snelpersfabrikant, zal hem alleen m a a r gesterkt hebben i n dit oordeel. Tenslotte bestond er een zekere overeenkomst tussen de bedrijven van Sijthoff en R e i c h e n b a c h . R e i c h e n b a c h h a d Sijthoff reeds enkele m a a n d e n nadat de eerste snelpers i n 1854 geleverd was een grotere snelpers aangeraden, 'da Ihr Geschaft i m wachsen ist'. O o k de Reichenbach'sche M a s c h i n e n f a b r i k bloeide: tussen 1855 en 1857 steeg het aantal werklieden i n de fabriek van 120 naar 257, en de snelpersfabricage n a m i n o m v a n g t o e . D e Nederlandse markt v o r m d e een potentieel afzetgebied, zodat zowel Sijthoff als R e i c h e n bach belang hadden bij een Nederlands agentschap. 17
18
19
20
21
22
Sijthoffs agentuur g i n g i n j u l i 1855 van start. Naast een circulaire aan de Nederlandse drukkers werd een serie advertenties i n het Nieuwsblad voor den Boekhandel geplaatst. A l h o e wel reclame i n het boekenvak inmiddels een algemeen verschijnsel was g e w o r d e n , waren de gedrukte prijscourant en de machinecatalogus dat n o g allerminst. Zowel i n de circulaire als i n de advertenties werden de prijzen vermeld v a n de verschillende typen snelpersen, va23
24
16 H . J . Wolf, Schwarze Kunst. Eine illustrierte Geschichte der Druckverfahren (Frankfurt am M a i n 1981) 220-244. 17 V a n der M e u l e n , Een veertigjarige uitgeversloopbaan, 294. 18 Andreas Albert, De machinen-meester aan de snelpers. Een handboekje voor boekdrukkers, meesterknechts, machine-meesters en werktuigkundigen (Leiden 1853). 19 Correspondentie tussen C a r l Reichenbach en Sijthoff, 5 febr., 12 j u n i , 1 aug., 30 aug., 20 sept. 1854, Universiteitsbibliotheek Leiden ( U B L ) , Archief Sijthoff, inv.nr 38. 20 Zie bijvoorbeeld Reichenbach aan Sijthoff, 10 aug. 1859, U B L , Archief Sijthoff, inv.nr 38. 21 Reichenbach aan Sijthoff, 30 aug. 1854, U B L , Archief Sijthoff, inv.nr 38. 22 Wolf, Schwarze Kunst, 244. 23 Circulaire 1855 (nr 47, ongedateerd), U B L , Archief Sijthoff, inv.nr 38; Nieuwsblad voor den boekhandel (1855) 164, 205, 238; (1856) 100, 111, 164. 24 Kuitert, Het ene boek in vele delen, 90-95.
333
De drukker en uitgever A.W. Sijthoff te Leiden
A f b . 3.
R e i c h e n b a c h - s n e l p e r s , zoals geplaatst d o o r S i j t h o f f i n z i j n d r u k k e r i j i n 1854. D e h o r i z o n t a l e
d r u k v o r m v e r p l a a t s t e z i c h als g e v o l g v a n het d r a a i e n a a n een v l i e g w i e l e n m e t b e h u l p v a n een v a n w i e l e n v o o r z i e n d r u k f u n d a m e n t o n d e r e e n a a n t a l i n k t r o l l e n door, dat de letters v a n i n k t v o o r z a g . D e j o n g e n i n het m i d d e n v a n de a f b e e l d i n g legde een p a p i e r v e l a a n dat d o o r g r i j p e r s op de d r u k c i l i n d e r w e r d v a s t g e h o u d e n . D e r o t e r e n d e b e w e g i n g v a n de d r u k c i l i n d e r z o r g d e er v e r v o l g e n s v o o r dat het p a p i e r tegen de letters w e r d g e d r u k t . N a d a t de a f d r u k tot s t a n d was g e k o m e n l i e t e n de g r i j p e r s het p a p i e r los e n w e r d het d o o r m i d d e l v a n b a n d e n n a a r de j o n g e n rechts o p de a f b e e l d i n g g e t r a n s p o r t e e r d ,
die
de a f d r u k c o n t r o l e e r d e e n v a n de v e l l e n een nette s t a p e l m a a k t e . D e v o l l e d i g h a n d b e d i e n d e pers b e z a t een d r u k c a p a c i t e i t v a n c i r c a 1000 v e l l e n p e r u u r . H o u t g r a v u r e a f k o m s t i g u i t : Schrift en schrijfkunst. boekdrukken. Hout-, koper- en staalgraveerkunst.
Het
Het steendrukken en het boekbinden ( L e i d e n 1874) 82.
riërendvan ƒ1750,- tot ƒ4650,-, en werd gewezen op de eenvoudige bediening van de apparaten. Daarnaast konden potientiële kopers de snelpers in werking zien in de Leidse drukkerij en was de Augsburgse fabriek met een tweetal snelpersen vertegenwoordigd op de groots opgezette typografische tentoonstelling te Haarlem in juli 1856. De campagne van Sijthoff had succes. Reeds aan het einde van 1856 waren negen Reichenbach-snelpersen via Sijthoff aan Nederlandse drukkers verkocht. Dat na dat jaar de verkoop enigszins stokte, lag niet zozeer aan Sijthoff, als wel aan de toegenomen concurrentie. Naast Thieme, die een jaar na het begin van zijn agentschap voor Klein, Forst & Bohn een achttal snelpersen had weten te verkopen, maakte de Franse snelpersfabrikant Hippolyte Marinoni opgang in de Nederlandse drukkerswereld. Waren aan het begin van 1857 nog slechts twee snelpersen van deze fabriek verkocht, in 1861 was dit aantal al gestegen tot 30. Ondanks deze toegenomen concurrentie wist Sijthoff ook na f856 nog snelpersen te verkopen. Uiteendoorde zwager van Reichenbach, CarlBuz, in 1859 opgesteld verkoopoverzicht 25
26
25 J.J.F. Noordziek, Gedenkboek der Coster-feesten van 15, 16 en 17 july 1856 ( H a a r l e m 1858) 197. 26 De W i t , 'Zetten en drukken', 234-235. 334
De drukker en uitgever A.W. Sijthoff te Leiden
bleek dat Sijthoff sinds het begin van zijn agentuur voor een bedrag van ƒ26.935 - aan snelpersen uit de fabriek van Augsburg in Nederland had verkocht. Sijthoff beweerde dat hij twaalf snelpersen aan de man had gebracht; Buz telde er slechts tien. Het hierdoor ontstane conflict tussen Sijthoff en Buz, die het inmiddels voor het zeggen had gekregen in de Augsburgse fabriek, werd uiteindelijk door tussenkomst van Reichenbach gesust. Voortaan zou Sijthoff een provisie ontvangen van 5% op elke verkochte pers. Sijthoff bleef tot aan het einde van de jaren 1880 Nederlands agent voor de fabriek in Augsburg, naar hij in 1879 opmerkte evenwel '[meer uit] liefhebberij dan winstbejag.' De beëindiging van zijn agentschap hield waarschijnlijk verband met een ziekte die Sijthoff vanaf zijn 55ste jaar plaagde en die maakte dat hij vanaf die leeftijd veelvuldig voor kuren in het buitenland verbleef. Wel bleef hij via zijn plaatsvervanger en schoonzoon C.G. Frentzen direct betrokken bij de gang van zaken in het bedrijf. Mede danzij de inspanningen van Sijthoff was de snelpers rond 1865 niet langer een zeldzaam verschijnsel in de Nederlandse drukkerijen: in dat jaar waren er meer dan 65 in werking. Alhoewel nog niet massaal geaccepteerd, was het gebruik ervan niet meer voorbehouden aan een klein groepje pionierende kranten- en boekdrukkers. Boekdrukkers verspreid over het land hadden een aanzienlijk bedrag geïnvesteerd in de aankoop van een snelpers, terwijl enkele kapitaalkrachtige drukkers er reeds meerdere bezaten. G.J. Thieme bezat in 1862 vier snelpersen; Sijthoff had in f868 de beschikking over vijf snelpersen. Vier daarvan waren afkomstig uit de fabriek te Augsburg, terwijl de vijfde aangeschaft was bij de snelpersfabriek van de voormalige medewerker van Reichenbach, Andreas Albert. Algemeen geaccepteerd werd de snelpers tussen circa 1865 en 1880. In dat laatste jaar stonden er 740 snelpersen opgesteld in Nederlandse drukkerijen. Daarmee was het aantal snelpersen in vijftien jaar tijd vertienvoudigd. Rond 1880 was de snelpers in produktief en numeriek opzicht superieur aan de ijzeren handpers, waarvan er nog circa 650 opgesteld stonden. De houten handpers was rond 1860 al een curiosum geworden: 27
28
29
30
31
Met de stoommachines en snelpersen is men reeds zoo vertrouwd geworden, dat men ze beter kent dan de spinnewielen der moedertjes, die nu ook al in de kleine hutten der landbouwers de wijk hebben genomen, beter nog dan de oud-hollandsche houten persen, die meestal ten vure zijn gedoemd, of staan te verroesten en en beschimmelen, of die nog slechts in de kleine plaatsen van ons vaderland een kwijnend leven voortslepen. 32
Meer innovaties
De eerste in Nederland geplaatste snelpersen werkten overigens niet op stoom, maar werden met de hand aangedreven door middel van een vliegwiel. Dit gold ook voor de snelpersen 27 B u z aan Sijthoff, 1859 (nr 19, ongedateerd), U B L , Archief Sijthoff, inv. nr 38. 28 Sijthoff aan directeur Landsdrukkerij, 31 dec. 1879, Algemeen Rijksarchief D e n H a a g ( A R A ) , Archief Landsdrukkerij, inv. nr 172. 29 R . van der M e u l e n , In memoriam A. W. Sijthoff 1829-1913. Overgedrukt uit het Adresboek voor den Nederlandschen Boekhandel, 1914, ongepagineerd. 30 Laurens Coster, tijdschrift voor beoefenaren en voorstanders der boekdrukkunst (1862) 58; Boekje met actieven en passieven (ongedateerd, n r 28, 1868), U B L , Archief Sijthoff, inv. nr 38. 31 D e W i t , 'Zetten en drukken', 235. 32 Laurens Coster (1859-1860) 268.
335
D e d r u k k e r en uitgever A . W . Sijthoff te L e i d e n
die door Sijthoff aan de m a n werden gebracht. Slechts incidenteel werd v ó ó r 1860 gebruik gemaakt van stoom. D e H a a r l e m s e drukkerij van J o h . E n s c h e d é was i n 1856 een van de eerste bedrijven waar de snelpers aan een stoommachine werd g e k o p p e l d . I n 1860 bezat een zestal drukkers een s t o o m m a c h i n e . D a a r o n d e r bevond zich ook Sijthoff. A l s tegenprestatie voor zijn inspanningen voor de Augsburg-fabriek o n t v i n g Sijthoff, anders dan oorspronkelijk was overeengekomen, i n dat j a a r tegen bijbetaling v a n ƒ 857,30 een stoommachine van vijf p k . D e stoommachine werd gebruikt voor het aandrijven van de twee grote snelpersen die Sijthoff inmiddels bezat, terwijl het niet ondenkbaar is dat tevens de kleine snelpers met stoom werd aangedreven, die Sijthoff aan de Tentoonstelling van 1856 had overgehouden en waarop vanaf 1860 het Leidsch Dagblad werd g e d r u k t . M e t behulp van de stoommachine k o n d e n de snelpersen effectiever worden benut. Tevens werd bespaard op het loon van de draaier aan de snelpers. V i a een buizenstelsel verwarmde de stoom bovendien het d r u k k e r i j l o k a a l . Alhoewel Sijthoff ook de stoommachines van A u g s b u r g i n N e d e r l a n d aan de m a n bracht, waren zijn activiteiten op dit gebied m i n d e r succesvol d a n ten aanzien van de snelpers. E e n eigen Nederlandse snelpersproduktie ontbrak, zodat de Nederlandse drukkers i n deze geheel afhankelijk waren van buitenlandse leveranciers en h u n agenten i n N e d e r l a n d . Stoommachines die geschikt waren voor het aandrijven van snelpersen werden daarentegen ook i n N e d e r l a n d vervaardigd, onder andere door de i n Delfshaven gevestigde machinefabriek E v r a r d , V a n D u y l en C o . B o vendien werd de Duitse stoommachine van Sijthoff i n eerste instantie door de D i e n s t voor het Stoomwezen afgekeurd. H e t was dus zeker begrij pelijk dat de Nederlandse drukkers ter voork o m i n g van dergelijke p r o b l e m e n bij voorkeur een produkt van eigen b o d e m aanschaften. 33
34
35
36
37
3 8
D e i n het voorafgaande besproken technische innovaties h a d d e n betrekking op het drukken van teksten e n illustraties. H e t zetten gebeurde tot ver i n de 19e eeuw n o g met de h a n d . Letters werden é é n voor é é n uit de vakjes i n de letterkast genomen en i n regels gezet i n de zethaak. Vervolgens werden de regels op een galei tot pagina's geformeerd, waarna een aantal pagina's tezamen i n de d r u k v o r m werd gesloten. N a het tot stand k o m e n v a n de d r u k werden de letters u i t de v o r m gehaald en k o n d e n ze weer verdeeld worden over de vakjes i n de letterkast, het zogenaamde distribueren. D e eerste pogingen o m de snelheid van het zetten te verhogen dateerden uit de 18e eeuw. D a t deze pogingen pas i n de 19e eeuw succes hadden, h a d te m a k e n met het feit dat er eigenlijk twee p r o b l e m e n speelden: ten eerste was er het zetten zelf, en ten tweede het distribueren v a n de gebruikte letters. H e t verwondert dan ook niet dat het probleem i n eerste instantie opgelost w e r d door het ontwerpen van twee aparte machines: een zetmachine en een distribueermachine. A l s eerste Nederlandse drukker verwierf Sijthoff i n 1867 een gecombineerde zet- en d i s t r i b u e e r m a c h i n e . Deze werd voor een bedrag van i n totaal ƒ 1 0 0 0 geleverd door de Brusselse f i r m a D e l c r a m b r e , C r u y s et C i e . I n de loop v a n de tijd bleek de zetmachine evenwel ' v a n zeer beperkte toepassing' te z i j n . N a a r alle waarschijnlijkheid was dit een gevolg van het feit dat het distribueren van 3 9
40
41
33 34 35 36 37 38 39 40 41
Joh. Enschedé, Het bedrijf der Enschedé''s (Haarlem 1903) 40. J.A.W. Nieuwkoop en H . Lintsen, De Registers van de Dienst voor het stoomwezen I, II (Amsterdam 1989-1991). Machinefabriek Augsburg aan Sijthoff, 10 april 1860, U B L , Archief Sijthoff, inv. nr 38. Reichenbach aan Sijthoff, 9 maart 1860, U B L , Archief Sijthoff, inv. nr 38. C. Schook, Handboekje voor letterzetters, boekdrukkers en correctors, 1854 & id?6~0(Fotoherdruk, voorzien van een inleidende studie door F.A. Janssen; Amsterdam/Maarssen 1981) 218. De Wit, 'Zetten en drukken', 231, 238. Ibidem, 223-224, 241-244. Ongedateerde rekening-courant en brieven Delcambre, Cruys et Cie aan Sijthoff, 12 en 15 nov. 1867, U B L , Archief Sijthoff, inv. nr 38. Van der Meulen, Een veertigjarige uitgeversloopbaan, 298.
336
D e d r u k k e r en uitgever A . W . Sijthoff te L e i d e n
' GOIYEBJTCTB'S VOLKSBOSKJSS.
Afb. 4. Titelplaat van het elfde deel uit de serie Goeverneur's Volksboeken. Het boekje werd aan het begin van de 20e eeuw nog diverse malen herdrukt.
de letters en het o p m a k e n van de regels n o g steeds met de h a n d moest worden gedaan. D e winst die werd geboekt door de hogere snelheid waarmee het eigenlijke zetten plaats k o n v i n d e n , werd dus voor een groot deel teniet gedaan. D e zetmachine van Sijthoff en de r u i m tien j a a r later door de L a n d s d r u k k e r i j geplaatste K a s t e n b e i n - z e t m a c h i n e behoorden beide tot de zogenaamde 'koude' zetmachines. I n vergelijking met deze machines boden 'hete' zetmachines grote voordelen. D e z e i n het laatste kwart van de 19e eeuw ontwikkelde machines losten het probleem v a n het tijdrovende distribueren van de letters op door de gebruikte letters o m te smelten. M e t behulp van een gietmachine en een toetsenbord k o n d e n i n rap tempo nieuwe letters w o r d e n aangemaakt en opgeroepen die d a n , zoals i n het geval van de Linotype, meteen als regel werden gegoten, of, zoals i n het geval van de Monotype, als losse letters op een galei terecht k w a m e n . D e snelheid v a n 42
het zetten werd zodoende verveelvoudigd. D e linotype werd i n 1894 i n N e d e r l a n d g e ï n t r o d u ceerd. H e t gebruik ervan was i n eerste instantie voorbehouden aan de grote krantendrukkerijen. H e t Leidsch Dagblad en het Rotterdamsch Nieuwsblad, beide Sijthoff-uitgaven, plaatsten i n respectievelijk 1903 en 1899 h u n eerste l i n o t y p e s . D e monotype was vooral geschikt voor boekwerk, m a a r werd pas aan het begin van de 20e eeuw i n N e d e r l a n d g e ï n t r o d u c e e r d . V o o r boekdruk speelden de linotype en monotype i n de 19e eeuw dus geen rol van betekenis. 43
42
Ongedateerde overeenkomst directeur Landsdrukkerij en H . P . H o t z ; machtiging minister van Binnenlandse Zaken aan directeur Landsdrukkerij, 5 nov. 1878, A R A , A r c h i e f Landsdrukkerij, inv. nr 175. 43 H . J . Scheffer, In vorm gegoten. Het Rotterdamsch Nieuwsblad in de negentiende eeuw (2e druk; 's-Gravenhage 1981) 112; F. van der Wal, De oudste vakbond van ons land. Ontstaan en vijftigjarige werkzaamheid van den Algemeenen Nederl. Typografenbond 1866-1916 (Nijmegen 1915) 134.
D e d r u k k e r en uitgever A . W . Sijthoff te L e i d e n
E e n andere laat-19e-eeuwse innovatie, de rotatiepers, was eveneens van bijzonder belang voor de grootschalige krantendrukkerijen. Evenals de houten en ijzeren handpers bezat de snelpers een horizontale, vlakke d r u k v o r m , gecombineerd met een roterende drukcilinder. Bij de rotatiepers was de vlakke d r u k v o r m vervangen door een roterende cilinder. V a n elke p a g i n a was een gebogen plaat vervaardigd die i n de v o r m c i l i n d e r werd geklemd. H e t papier werd aan de rol tussen de v o r m - en drukcilinders doorgevoerd en pas n a b e d r u k k i n g i n vellen gesneden en gevouwen. H e t al eerder genoemde Rotterdamsch Nieuwsblad plaatste i n 1888 haar eerste rotatiepers en bezat i n 1892 reeds twee van deze machines, afkomstig uit de Augsburgse fabriek. D e capaciteit van de persen bedroeg per u u r tussen de 12.000 en 14.000 exemplaren, waarbij bedacht moet worden dat de krant uit twee bladen van elk vier pagina's bestond. 44
D e overgang op rotatiedruk maakte het gebruik van ronde platen noodzakelijk. D a a r b i j b o o d een techniek de helpende h a n d , die reeds i n de 17e eeuw was uitgevonden en i n de twee daarop volgende eeuwen verscheidene keren o p n i e u w ontdekt w e r d . B i j dit zogenaamde s t e r e o t y p i e - p r o c é d é werd v a n een d r u k v o r m een afgietsel gemaakt van gips of papierm a c h é . H e t was voor een eventuele herdruk v a n een werk daardoor niet noodzakelijk de tekst opnieuw te zetten of de d r u k v o r m e n tot i n lengte van dagen te bewaren; van de stereotypie-platen k o n ten alle tijden een goedkope nieuwe afdruk gemaakt worden. V l a k k e stereotypie-platen werden al voor de introductie van de rotatiepers gebruikt op de hand- en snelpers, met name voor boekwerken i n hoge oplagen of waarvan verwacht werd, dat ze voor langere tijd ongewijzigd herdrukt k o n d e n w o r d e n . R o n d 1816 had de f i r m a E n s c h e d é voor bijbeldruk een Engelse gipsstereotypie-installatie aangekocht. A . W . Sijthoff verwierf i n 1875 een D u i t s e stereotypeerinrichting en gebruikte deze onder andere voor het h e r d r u k k e n van V a n Dale's Woordenboek. N a a r alle waarschijnlijkheid werd ook een i n 1886 door Sijthoff opgezette serie, de 50-cents editie, met stereotypie-platen g e d r u k t . H e t Rotterdamsch Nieuwsblad bezat reeds een stereotypeerinrichting voor vlakke d r u k v o r m e n , toen besloten werd tot het aanschaffen van een i n r i c h t i n g voor cilindrische v o r m e n . A a n v a n k e l i j k leverde dit n i e u we p r o c é d é de nodige p r o b l e m e n op. I n 1890 h a d Sijthoff (in samenwerking met de D u i t s e r C a r l K e m p e ) echter een succesvolle methode v a n snelstereotypie o n t w i k k e l d , die i n D u i t s l a n d werd gepatenteerd. 45
46
47
43
49
De uitgeverij Sijthoff k a n dus i n technisch opzicht als zeer innovatief gekarakteriseerd worden. H i j trachtte de houtgravure i n N e d e r l a n d een stevige economische basis te geven en droeg i n belangrijke mate bij aan de verspreiding van de snelpers i n N e d e r l a n d . H i j was bovendien een van de eersten die stoom i n de bedrijfstak introduceerden, h a d een p r i m e u r met de zetmachine en schafte als een van de eersten een stereotypie-installatie aan. Z i j n Rotterdamsch Nieuwsblad 50
ten slotte was zeer vroeg wat betreft de introductie v a n de rotatiepers en de l i n o t y p e . I n het 44 Scheffer, In vorm gegoten, 114. 45 F . A . Janssen, Zetten en drukken in de achttiende eeuw. David Wardenaar's 'Beschrijving der boekdrukkunst' [1801] (2e druk; H a a r l e m 1986) 386-387. 46 Schook, Handboekje, 224. 47 Catalogus van de typografische verzameling van Joh. Enschedé en Zonen ( H a a r l e m 1916) 151. 48 V a n der M e u l e n , Een veertigjarige uitgeversloopbaan, 298-299; Kuitert, Het ene boek in vele delen, 67. 49 Scheffer, In vorm gegoten, 114-115. 338
D e d r u k k e r en uitgever A . W . Sijthoff te L e i d e n
volgende z a l gepoogd w o r d e n deze technische innovaties, waarvan de snelpers en de stereotypie wel de belangrijkste waren, i n verband te brengen met de activiteiten v a n Sijthoff als uitgever. Terloops zijn reeds een aantal uitgaven van Sijthoff aan de orde gekomen: Lectuur voor de huiskamer, De kunstkronijk, het Rotterdamsch Nieuwsblad, en de 50-cents editie. D e titels geven een goede i n d r u k v a n het brede fonds dat Sijthoff bezat. I n de eerste 35 j a a r van het bestaan v a n de f i r m a zagen meer d a n 1400 uitgaven het l i c h t .
51
D a a r t o e behoorden jeugdboeken,
contemporaine literatuur, wetenschappelijke werken, woordenboeken, atlassen, schoolboeken, kranten en tijdschriften. M e t haar uitgaven stond de f i r m a Sijthoff i n kwantitatieve z i n aan de top v a n de Nederlandse boekhandel: i n 1876 behoorde ze, n a K r u s e m a n en Tjeenk 52
W i l l i n k , tot de beste klanten van het Bestelhuis v a n den Nederlandschen B o e k h a n d e l . V a n de b i j n a anderhalf miljoen k i l o g r a m d r u k w e r k dat v i a het bestelhuis i n dat j a a r het l a n d werd ingezonden, n a m het bedrijf v a n Sijthoff r u i m 36.000 k g voor zijn r e k e n i n g .
53
N i e t i n het m i n s t was deze koppositie te danken aan de opvallend hoge oplagen en lage prijzen v a n i n ieder geval een deel v a n Sijthoffs uitgaven. D a a r u i t bleek, dat de uitgever Sijthoff zelf een zeer goed begrip h a d v a n de berekeningen die hij i n 1855, aan het begin v a n 50 Terloops kan hier nog gememoreerd worden dat Sijthoffs onderneming tevens als eerste Leidse drukkerij aansluiting op de elektrische centrale verkreeg, en dat het bedrijf de eerste abonnee van het Leidse telefoonnet was: A.W. Sijthoffs Uitgeversmaatschappij N.V., X X V I I . 51 V a n der M e u l e n , Een veertigjarige uitgeversloopbaan, 46. 52 Sijthoff had overigens een belangrijk aandeel i n de oprichting van het bestelhuis i n 1871: ibidem, 331. 53 A . C . K r u s e m a n , Bouwstoffen voor een geschiedenis van de Nederlandschen boekhandel (Amsterdam 1887) II, 463-464. In de jaren na 1876 wist de firma Sijthoff haar marktaandeel zelfs nog iets te vergroten, zo leert een vergelijking van de cijfers bij V a n Lente, ' D e markt voor drukwerk', i n : Lintsen, Geschiedenis van de techniek, 188, grafiek 10.3, en V a n der M e u l e n , Een veertigjarige uitgeversloopbaan, 344. 339
D e d r u k k e r en uitgever A . W . Sijthoff te L e i d e n
zijn agentschap voor de Augsburg-fabriek, aan de Nederlandse drukkers h a d voorgelegd. I n een circulaire uit dat jaar maakte Sijthoff een vergelijking tussen de kosten van een ijzeren handpers en een snelpers. D e aanschafprijzen bedroegen respectievelijk ƒ 5 0 0 - en ƒ 2 5 0 0 , - . D e handpers werd bediend door een d r u k k e r a ƒ 1,20 per dag, die daarbij geholpen werd door een leerling a ƒ 0 , 5 0 per dag. D e snelpers vereiste een w e r k m a n en leergast tegen hetzelfde loon, plus twee k i n d e r e n die een dubbeltje per d a g verdienden. R e k e n i n g h o u d e n d met deze loonkosten en de kosten van afschrijving en o n d e r h o u d k w a m e n de jaarlijkse kosten van de handpers op ƒ 5 4 5 - en die v a n de snelpers op ƒ 720,-. W a a r met een handpers evenwel jaarlijks circa 750.000 vellen bedrukt konden worden, k o n met een snelpers een produktie van drie miljoen vellen bereikt worden. D e hogere kosten van de snelpers werden dus r u i m schoots vergoed door de gestegen produktiviteit. D e kostprijs per eenheid produkt daalde daarmee aanzienlijk, vooropgesteld dat de grotere produktie werd omgezet i n hogere oplagen. W a n n e e r de marktomstandigheden verder gunstig waren, resulteerde de lagere verkoopprijs vervolgens i n een grotere omzet. 54
Precies deze strategie, meer d r u k w e r k tegen lagere kosten, werd door Sijthoff, waar mogelijk, gevolgd. I n het i n 1854 voor het eerst verschenen Lectuur voor de huiskamer, dat de eerste j a r e n i n een niet geringe oplage van 4000 exemplaren v e r s c h e e n , plaatste hij een afbeeld i n g van een Augsburg-snelpers, mede opdat de lezer 'eene der oorzaken kenne waardoor de prijs van dit g e ï l l u s t e e r d e Boekwerk zoo buitengewoon goedkoop kan z i j n . ' H e t i n 1860 opgerichte Leidsch Dagblad, dat vanaf het begin op de snelpers werd gedrukt en was bedoeld als een goedkoop volksblad i n k l e i n formaat, zag n a een aanzienlijke p r i j s v e r m i n d e r i n g haar afzet snel toenemen. Tussen 1860 en 1870 steeg het aantal abonnees slechts van 180 naar 280, terwijl tussen 1870 en 1875 het aantal abonnees toenam tot 1800. O o k het i n 1877 opgerichte Rotterdamsch Nieuwsblad werd i n oorsprong door Sijthoff gezien als een volksblad, dat door de combinatie van een klein formaat met een lage prijs naar verhoopt spoedig een grote afzet z o u weten te v i n d e n . 55
56
57
5 8
D a a r m e e is niet gezegd dat Sijthoff geen prestigieuze werken i n relatief kleine oplagen vervaardigde. Voorbeelden daarvan zijn er te over. Z o verschenen bij Sijthoff vanaf 1897 de Codices Graeci et Latini, een van de 'kostbaarste en gewichtigste uitgaven, welke i n de laatste eeuw door een Nederlandse uitgever zijn tot stand gekomen'. E e n enkel - uiteraard gebonden - deel van deze reprodukties van antieke handschriften k w a m gemiddeld op circa ƒ 1 5 0 , - . O o k h a d Sijthoff een n a a m hoog te h o u d e n op het gebied van g e ï l l u s t r e e r d e kunstboeken i n p r a c h t u i t g a v e n . Typerend was evenwel ook dat een aanvankelijk dure uitgave van J a c o b van L e n n e p , De lotgevallen van Klaasje Zevenster, i n steeds goedkopere versies op de markt k w a m . I n 1866 kostte de eerste d r u k van het vijfdelige werk ƒ 17,50. D e oplage bedroeg 1525 exemplaren. V a n de tweede d r u k werden 5000 exemplaren gedrukt, die voor ƒ 9,50 per exemplaar verkocht werden. U i t e i n d e l i j k werd het werk i n 1890 voor 50 cent verkocht i n een 59
6 0
61
54 55 56 57 58 58 60 61
Circulaire 1855 (nr 47, ongedateerd), U B L , Archief Sijthoff, inv. nr 38. V a n der M e u l e n , Een veertigjarige uitgeversloopbaan, 48. A . Albert, ' D e snelpers', i n : Lectuur voor de huiskamer (1855) 48. J . Hemels, Op de bres voor de pers. De strijd voor de klassieke pesrvrijheid (Assen 1969) 245-247; V a n der M e u l e n , Een veertigjarige uitgeversloopbaan, 265-270. Scheffer, In vorm gegoten, 6. Scheffer, In vorm gegoten, 6. A.W. Sijthoffs Uitgeversmaatschappij N. V., X X I , 101. Zie ook het advertentiegedeelte van de Catalogus der nationale tentoonstelling van het boek in het gemeente-museum te Amsterdam juni-augustus 1910 (Amsterdam 1910) 86-87. Vergelijk K r u s e m a n , Bouwstoffen, 634.
.340
D e d r u k k e r en uitgever A . W . Sijthoff te L e i d e n
oplage van 12.000 exemplaren. Hetzelfde werk verscheen dus i n een dure, m i n d e r dure en uitgesproken goedkope uitgave, i n die v o l g o r d e .
62
Klaasje Zevenster verscheen i n 1890 i n een door Sijthoff i n 1886 g e ï n i t i e e r d e serie van verzamelde werken v a n verschillende auteurs, de 50-cents editie. Begonnen werd met het twaalfdelige oeuvre van V a n L e n n e p , w a a r n a onder andere J . J . C r e m e r , V o n d e l en D a C o s t a volgden. D e gemiddelde oplage van de deeltjes bedroeg 10.000 exemplaren m a a r k o n , bij successchrijvers als V a n L e n n e p , beduidend hoger u i t v a l l e n .
63
D e 50-cents editie was niet de eerste door Sijthoff gelanceerde serie. I n 1870 was hij gestart met de Algemeene Bibliotheek, een serie van literaire, historische en populair-wetenschappelijke werken, gemodelleerd naar de D u i t s e U n i v e r s a l - B i b l i o t h e k v a n de uitgever R e c l a m . O o k hier g i n g het voornamelijk o m h e r d r u k k e n uit het eigen fonds. M e t de serie, zo meldde hij 6
i n Het Vaderland *, richtte hij z i c h expliciet op een publiek dat voornamelijk o m financiële redenen n o g niet aan lezen was toegekomen: 'Zoovelen, die wel hebben leeren lezen, doen 65
het d a a r o m n o g niet...' . D a a r b i j trachtte hij een serie te c r e ë r e n , ' w a a r i n ieder iets van zijn gading v i n d e n kan.' D a t de serie desondanks het 'volk' niet bereikte, was waarschijnlijk meer 66
te wijten aan de gehanteerde schrijfstijl en de keuze der o n d e r w e r p e n , d a n aan de prijs: per deeltje van circa 50 bladzijden betaalde m e n vijftien cent. I n vergelijking met de normale oplage van een r o m a n , 1000 exemplaren, was de serie echter buitengewoon succesvol. V a n de i n totaal 100 deeltjes die tussen 1870 en 1876 verschenen werden, afhankelijk van de titel, tussen de 1500 en 7000 exemplaren gedrukt. O v e r een derde door Sijthoff i n de j a r e n 1880-1885 uitgegeven serie, Gouverneur's Volksboeken, kan hetzelfde gezegd worden. V a n de serie verschenen i n totaal 39 delen. D e gemiddelde oplage van 4000 exemplaren was hoog, de prijs - 25 cent - l a a g .
67
O f al deze boeken ook daadwerkelijk b i n n e n korte tijd verkocht werden, is een ander verhaal. D e constante stroom ' D u i t s c h e modelboekjes' die Sijthoff de naamgever van de Volksboeken-serie, J . J . A . G o u v e r n e u r ter beoordeeling opstuurde, deed de laatste z i c h afvragen: ' M a g de m a r k t wel overvoerd w o r d e n ? '
68
D e volksboekjes waren evenwel b i n n e n enkele j a -
ren uitverkocht, terwijl de eerste V a n Lennep-deeltjes i n de 50 cents-editie, gedrukt i n een 69
oplage van 16.000 exemplaren, n a vier j a a r goeddeels waren v e r k o c h t . Daarentegen k w a m Sijthoff i n de j a r e n 1883-1885 veelvuldig i n conflict met zijn vakgenoten, daar hij delen van zijn oplagen en restantpartijen verkocht a a n de Rotterdamse D. Bolle, zonder de voorgeschreven tijd i n acht te n e m e n .
tweedehands-boekhandelaar
70
D e kosten In zijn algemeenheid is het niet te gewaagd een relatie te veronderstellen tussen de lage prijzen en hoge oplagen van de hiervoor beschreven seriewerken enerzijds en het m a c h i n e p a r k 62 Kuitert, Het ene boek in vele delen, 197-199. 63 Ibidem, 197-198, 211-212. 64 H e t Vaderland was i n 1869 opgericht door het driemansschap M . Nijhoff, D. A . Thieme en A . W . Sijthoff: H e mels, Op de bres, 250-253. 65 Geciteerd i n Kuitert, Het ene boek in vele delen, 194. 66 A l s redacteur van de serie fungeerde evenwel de predikant H . C . Rogge, die bekend stond o m zijn didactische 67 68 69 70
kwaliteiten. Kuitert, Het ene boek in vele delen, 210-212, 266. Geciteerd in V a n der M e u l e n , Een veertigjarige uitgeversloopbaan, 169. Kuitert, Het ene boek in vele delen, 212; V a n der M e u l e n , Een veertigjarige uitgeversloopbaan, 83, 89. Ibidem, 318-324.
341
D e d r u k k e r en uitgever A . W . Sijthoff te L e i d e n
v a n Sijthoff anderzijds. M e t behulp van zijn snelpersen en stereotypie-inrichting k o n Sijthoff boeken tegen relatief geringe kosten i n hoge oplagen vervaardigen. D a t niet alle exemplaren onmiddelijk werden verkocht, was m i n d e r belangrijk: het was relatief goedkoop, gegeven de gelijkblijvende vaste kosten v a n het o p m a k e n van de d r u k v o r m en het stellen van de pers, o m v a n een werk extra exemplaren te laten d r u k k e n . O p termijn z o u d e n deze, desnoods v i a de tweedehands-boekhandel, h u n weg naar de klant ook wel v i n d e n . D e variabele drukkosten, de kosten die afhankelijk waren van de oplage, bestonden voornamelijk uit de kosten v a n het personeel a a n de snelpers. D e z e kosten k o n d e n laag gehouden worden door het te werk stellen van kinderen aan de snelpers en i n de zetterij. I n 1890 werkten er bij de f i r m a Sijthoff r u i m 100 mensen, waaronder achttien a t w i n t i g jongens van tussen de twaalf en zestien jaar. H u n l o o n bedroeg iets meer d a n het dubbeltje per dag dat i n de kostencalculatie uit 1855 w e r d genoemd: begonnen werd met een weekloon v a n ƒ 0,80 bij een zesdaagse werkweek. 71
N a t u u r l i j k v o r m d e n de drukkosten niet de enige kosten van het vervaardigen van boeken. M i n s t e n s zo belangrijk waren de kosten van het h o n o r a r i u m van de schrijver van het w e r k . V a n L e n n e p bedong voor zijn Klaasje Zevensterf5000-, iets wat i n de prijs van de eerste uitgave uit 1866 natuurlijk tot u i t i n g k w a m . D e latere drukgeschiedenis van het boek geeft aan, dat dit bedrag alleszins i n v e r h o u d i n g stond tot de populariteit en de verkoop van het werk. O o k andere schrijvers van bestsellers o n t v i n g e n van Sijthoff een aanzienlijke vergoeding voor h u n w e r k . I n andere gevallen echter wees Sijthoff bepaalde auteurs af, omdat h u n hon o r a r i u m te hoog was, of omdat de rechten van h u n werk bij andere uitgevers berustten, en dezen daarvoor een te h o o g bedrag v r o e g e n . V o o r de Algemeene Bibliotheek was een honor a r i u m van dertig gulden per boek gebruikelijk. H e t goedkoopste was natuurlijk, titels uit het eigen fonds te h e r d u k k e n waarvan de auteursrechten waren verlopen: daar hoefden geen h o n o r a r i a voor betaald te w o r d e n . 72
73
74
75
E e n andere belangrijke kostenpost, die wel evenredig toenam met het verhogen van de oplage, vormde het papier. U i t g a v e n werden i n het algemeen mede goedkoop gehouden door het gebruik van inferieur papier. I n 1861 viel te beluisteren: Bij de tegenwoordig heerschende manier bij vele uitgevers, o m goedkoope of zoogenaamde volksuitgaven aan het publiek te bezorgen, m a g er wel dubbele z o r g aan het papier gewijd worden, daar m e n die goedkoopte niet alleen met compressen druk, m a a r ook voornamelijk met de kwaliteit van het papier tracht te bestrijden. H e t is waarlijk een schandaal, zulk gemeen, slecht papier de d r u k k e r soms i n handen krijgt en waarmede het publiek m a a r mede opgeknapt w o r d t . 76
O f ook Sijthoff zich aan deze praktijken bezondigde, valt niet met zekerheid te zeggen. D e herkomst van het papier dat door een d r u k k e r voor een bepaald werk werd gebruikt, is vaak 71 Enquête gehouden door de Staatscommissie benoemd krachtens de wet van 19januari 1890 (Staatsblad no. 1) (Derde Afdeeling.) Leiden, verhoor K a r l G e o r g Frentzen, 215-219. 72 Vergelijk D. van Lente en O. de W i t , ' M a r k t , innovatie en kostprijs: De Erven Bohn', i n : Lintsen, Geschiedenis van de techniek, 249-253. 73 Voorbeelden waren J . J . L . ten Kate en J . J . Cremer: V a n der M e u l e n , Een veertigjarige uitgeversloopbaan, 72-80 106. 74 Kuitert, Het ene boek in vele delen, 74. 75 Ibidem, 203. 76 Laurens Coster (1861) 308. 342
D e d r u k k e r en uitgever A . W . Sijthoff te L e i d e n
moeilijk te achterhalen, omdat het papier i n de tweede helft van de 19e eeuw doorgaans v i a de groothandel w e r d betrokken. D e eigenlijke fabrikant bleef daardoor onzichtbaar. U i t de correspondentie van Sijthoff valt op te m a k e n , dat hij contacten onderhield met de papiergroothandels V a n Gelder, D e C h a r r o , Goossens en Proost en B r a n d t . Daarnaast werd papier direct betrokken van de fabrieken van Tielens & S c h r a m m e n en V a n G e r r e v i n k . Beide fabrieken m a a k t e n het - i n vergelijking met handgeschept papier - goedkopere machinale papier en schakelden al v r o e g over op grondstoffen die de dure l o m p e n moesten v e r v a n g e n . O p alle mogelijke m a n i e r e n poogde Sijthoff dus i n ieder geval een deel v a n zijn uitgaven tegen zo laag mogelijke kosten te vervaardigen, i n de hoop daarmee ten koste van de concurrentie zijn debiet te vergroten. I n dit streven was Sijthoff allerminst uniek. Veel andere drukkers schaften eveneens een snelpers aan, verhoogden h u n produktie en verlaagden h u n prijzen. D e uitgave v a n series i n hoge oplagen tegen lage prijzen bijvoorbeeld was een algemene tendens i n de uitgeverswereld n a 18 5 0 . V a n verschillende kanten werden verklaringen aangedragen voor deze ontwikkelingen. In 1859 gaf de Nijmeegse letterzetter A . A . T h e u n i s s e n zijn beeld van de veranderde omstandigheden: 77
78
79
80
Vroeger waren er m i n d e r drukkerijen en m i n d e r beoefenaren der drukkunst d a n thans. E n de werken die toen v a n de pers verschenen, waren zeker meer d a n de helft hoger i n prijs. Tegenwoordig vermeerdert dagelijks è n het aantal boekwinkels en drukkerijen, è n het aantal beoefenaren, zoodat ze zelfs, als het ware elkander v e r d r i n g e n .
81
I n de visie van T h e u n i s s e n waren het dus de toegenomen concurrentie en bedrijvigheid i n de bedrijfstakken die de prijs van de boeken deed dalen. A n d e r e n wezen de snelpers als hoofdoorzaak aan: J a , die concurrentie onder de boekdrukkers geeft al wat stof tot nadenken, vooral sedert de snelpersen zoo doorbreken, want het publiek begint ook al den neus z o o d a n i g i n de zaken te steken, dat het begrijpt, dat m e n met zulk een m a c h i n e goedkooper werk kan afleveren d a n vroeger toen op de handpers het velletje voor velletje g i n g .
82
O o k A . C . K r u s e m a n wees i n 1872 op de relatie tussen de snelpers en de gestegen oplage van boeken: ' T i e n j a a r geleden behoorde het n o g tot de zeldzaamheden op drukkerijen van m i d delmatigen o m v a n g een snelpers te zien; wie durft er thans meedoen zonder? Z i j n de oplagen van vele onzer e d i t i ë n niet minstens v e r d u b b e l d ? ' 83
H e t is zeer moeilijk zo niet onmogelijk o m uit te m a k e n welke v a n de hier genoemde factoren - de toename van het aantal boekhandels en drukkerijen, de stijging van de oplagen, de d a l i n g van de prijzen en de verspreiding van snelpersen - n u de doorslag gaf i n het proces van verandering dat de uitgeverij en de drukkerij i n de tweede helft van de 19e eeuw doormaakte. Belangrijker is misschien ook de constatering, dat alle factoren i n dezelfde r i c h t i n g 77 Zie bij voorbeeld de correspondentie uit de jaren 1854 en 1862, U B L , Archief Sijthoff, inv. nr 38. 78 Tielens & Schrammen aan Sijthoff, 23 mei 1859; V a n Gerrevink aan Sijthoff, 16 mei 1863, U B L , Archief Sijthoff, inv. nr 38. 79 O. de W i t , 'Papier', in: Lintsen, Geschiedenis van de techniek, 208-211, 218. 80 Kuitert, Het ene boek in vele delen, passim. 81 Laurens Coster (1859-1860) 84. 82 Ibidem (1862) 267. 83 Geciteerd i n Kuitert, Het ene boek in vele delen, 65.
347,
De drukker en uitgever A.W. Sijthoff te Leiden
A f b . 6. A. W. SIJTHOFFS
UITGEVERSMAATSCHAPPIJ
A d v e r t e n t i e v o o r e e n v a n Sijthoffs pres-
t i g i e u z e u i t g a v e n . U i t : Catalogus der nationale tentoonstelling van het boek ( A m s t e r d a m 1910) 8 6 .
CODICES GRAECI E T LATINI LATINI PHOTOGRHPHICE DEPICTI OU[E BIBLIOTHEEK UNfVERSITflTIS OUEE UNIYERSITflTIS UEIDENSI5 f'RREFtUO 1'RREfttIO
SCATONE DE VRIES AUTOTVPICE EDIDIT fl. R. W. SIJTHOFF, EDITOR LEIDENSIS
werkten. Drukkers en uitgevers vergrootten hun produktie en afzet en wisten zodoende een nieuwe markt van minder-gegoede lezers te bereiken, voor wie de prijs van een boek of krant in het verleden vaak nog een belemmering voor aankoop was. Dat de belangstelling voor en de vraag naar drukwerk in de tweede helft van de 19e eeuw eveneens toenam, is iets dat moeilijk met cijfers valt te staven. Indicatiefis misschien dat, waar Sijthoff in de jaren vijftig nog te verstaan werd gegeven dat boeken niet met stoom geconsumeerd kunnen worden, in de jaren tachtig van het overvoeren van de markt geen sprake meer was.
Tot besluit De expansie van de grafische sector en de uitgeverij in de 19e eeuw, die in de inleiding van dit artikel is omschreven als een communicatierevolutie, geeft aanleiding tot een aantal meer algemene opmerkingen. Ten eerste valt te constateren dat de revolutionaire veranderingen op druktechnisch gebied niet gebaseerd waren op Nederlandse vindingen, maar op buitenlandse inventies die in Nederland werden geïmporteerd en vervolgens verspreid raakten. Innovatieve ondernemers dienden daarom goed op de hoogte te zijn van wat het buitenland te bieden had; niet voor niets ondernam Sijthoff regelmatig uitgebreide reizen naar Duitsland, België en Frankrijk. Ten tweede kan opgemerkt worden dat zijn innovatief ondernemerschap niet beperkt bleef tot produktie-technische zaken. Sijthoff speelde een grote rol in de verspreiding van de snelpers en schafte als een van de eersten een stereotypie-inrichting 84
84 Zie bij voorbeeld correspondentie 1861 (ongedateerd, nrs 5 en 54), U B L , Archief Sijthoff, inv. nr 38. 344
De drukker en uitgever A.W. Sijthoff te Leiden
en stoommachine aan. Daarnaast was de firma befaamd om haar prestigieuze uitgaven en zeer succesvol met haar goedkope boeken, terwijl Sijthoff persoonlijk betrokken was bij de oprichting van een aantal dagbladen. Innovatief betekende overigens niet altijd succesvol. Met zijn houtgraveerschool en zijn zetmachine bijvoorbeeld was hij niet erg gelukkig. Toch geven ook deze twee mislukte initiatieven de kracht van Sijthoff aan. Zijn vermogen om de markt in te schatten en zijn produktiemiddelen op nieuwe afzetmarkten af te stemmen, werd door weinig andere ondernemers geëvenaard. In niets doet Sijthoff dan ook denken aan de ondernemer, zoals die getypeerd werd door Brugmans. In veel opzichten vormde hij juist de ondernemer die Schumpeter voor ogen had. Met zijn houtgraveerschool, goedkope uitgaven en snelpersen poogde Sijthoff bestaande produkten te verbeteren, het produktieproces te versnellen en nieuwe markten te ontsluiten. Het op massaproduktie en schaalvergroting gerichte ondernemerschap van Sijthoff past slecht in het beeld van een late en trage Nederlandse industrialisatie. De expansieve ontwikkeling van zijn drukkerij en uitgeverij geeft aan dat ook vóór 1890 ondernemers met succes konden streven naar een industriële en grootschalige produktie. Ze hanteerden daarbij ten dele ook een eigen Nederlandse 'stijl'. Reeds is gewezen op de internationale georiënteerdheid van Sijthoff. In dit opzicht schaarde Sijthoff zich in de traditie van het Hollandse koopmanschap: het zo snel en zo goedkoop mogelijk invoeren en afzetten van buitenlandse uitvindingen, produkten en innovaties. Ten tweede kan er op gewezen worden dat het grootbedrijf van Sijthoff naar internationale maatstaven relatief klein was. Wat dit betreft was het veelzeggend dat de grote, doorgaans door stoom aangedreven snelpersen van Koenig & Bauer in Nederland een geringe afzet vonden. De Nederlandse markt met haar beperkte taalgebied was meer gebaat bij de compacte en handbediende snelpersen van andere fabrikanten. Daarmee is tegelijkertijd aangegeven dat de adaptatie van buitenlandse uitvindingen een creatief proces was dat om een weloverwogen selectie van Nederlandse ondernemers vroeg. In zijn ondernemerschap was Sijthoff niet uniek. De veranderingen in de produktie en afzet van boeken en kranten waren een algemeen verschijnsel. Andere ondernemers volgden eenzelfde strategie als Sijthoff, en vaak met evenveel of soms nog meer succes. Wel uniek waren de schaal en de intensiteit van zijn activiteiten. 'Hij dreef zijn handel in het groot, en met een ijver die verbazing wekt', schreef Kruseman in zijn persoonlijke waardering. Sijthoffs betekenis voor de communicatierevolutie en zijn bijdrage aan de expansie van de grafische sector en boekhandel in de 19e eeuw is dan ook moeilijk te onderschatten. Dat hij in 1880 kon reppen van 'de gouden eeuw van den boekhandel' , was voor een niet gering deel aan zijn eigen activiteiten te danken. 85
86
85 K r u s e m a n , Bouwstoffen, 633. 86 V a n der M e u l e n , In memoriam, ongepagineerd.
5 15