Rechtbank Amsterdam Meervoudige Strafkamer Zitting d.d. 2 april 2012 Algemene toelichting vordering benadeelde partijen Parketnummers 13/661226-10 & 13/661234-10 Inzake:
Zedenzaak Amsterdam
Verdachten:
Roberts M. Richard van O.
Edelachtbaar College, Geachte Officieren, Geachte confrères, Inleiding In dit openbare deel zal ik een toelichting geven op de vorderingen benadeelde partij zoals die door mij namens 47 kinderen en hun ouders bij U Rechtbank is ingediend. Het onderdeel dat ziet op de immateriële schade is ook van belang bij de vorderingen benadeelde partij van de andere advocaten in deze zaak, alsmede van eventuele vorderingen ingediend door Slachtofferhulp Nederland. Dit omdat zowel die advocaten als Slachtofferhulp Nederland hebben aangegeven dezelfde systematiek te zullen hanteren ten aanzien van de immateriële vorderingen. Vanuit het oogpunt van procesefficiency leek het ons dienstig om u in een algemeen deel uit te leggen hoe wij de immateriële schade vorderen. Tevens zal ik een aantal opmerkingen maken ten aanzien van zaken die zien op alle vorderingen benadeelde partij zoals door mij ingediend. Ook zal ik algemene uitgangspunten en motivering geven voor de materiële schadeposten. Ouders ook slachtoffer, danwel schade ouder = schade kind In de literatuur zijn er auteurs die stellen dat het gezin zowel een emotionele als een economische eenheid vormt, hetgeen meebrengt dat bijvoorbeeld inkomstderving van een ouder, uiteindelijk ook vanwege een lager gezinsinkomen, als eigen vermogensschade van het kind op te vatten valt, waardoor deze onder de werking van art. 6:107 BW voor vergoeding in aanmerking komt.1. De geciteerde auteurs schreven hierover in respectievelijk 2001 en 2011. Reden om aan te nemen dat een zo bestendig volgehouden redenering waardering in rechte verdient. De door de Rechtbank aangestelde deskundige benoemt dit als volgt: “Seksueel misbruik raakt niet alleen het kind maar ook de ouders, hun relatie, hun leven en hun sociale netwerk2”.
1
Vergelijk C.C. van Dam, VR 2001, pag. 7 en 8, M.E. Wildenbeest, Derdenschade, vergoeding van materiële derdenschade bij
letsel en overlijden, 2011, pag. 34. 2 pagina 55 onderzoeksrapport mw. Linda M. Vogtländer
Pagina 1 van 24
Op een van de zittingen3 merkte de voorzitter van deze rechtbank op: “De schade van het kind is de schade van de ouder.” Wij menen dat deze redenering ook omgekeerd4 geldig is, te weten: schade van de ouder is schade van het kind. Bij zulke jonge kinderen als in deze bijzondere zaak het geval is, zou dan ook moeten gelden dat schade van de ouder(s) schade van het kind is. U Rechtbank overwoog bij tussenbeslissing van 12 maart 2012 ten aanzien van het spreekrecht: “In strikte zin zou een beperking kunnen gelden tot de directe gevolgen voor het jonge slachtoffer, zoals lichamelijke en psychische schade. Dit is echter, gezien de intense afhankelijkheid van het kind van zijn omgeving, niet acceptabel. Niet is uit te sluiten dat schade aan de omgeving, waaronder begrepen de ouders en de overige gezinsleden, mede het welzijn van het slachtoffer rechtstreeks bepaalt. Dit betekent dat, indien een ouder namens zijn kind, gebruik maakt van het spreekrecht, hij daarbij, indien gewenst, mede kan betrekken de gevolgen voor hemzelf, de partner en de rest van het gezin”5 Analoog daaraan beredeneerd zou dan naar inzicht van mijn cliënten voor deze bijzondere rechtszaak moeten gelden dat bij de schadeafwikkeling dient te worden geconcludeerd dat schade van ouders schade aan het kind is nu de verbeelding van de wetgever, als het ging om de vertaling van haar eigen regeling, feiten als waar deze zaak over handelt nog niet kon oproepen. Deze bewoording is gekozen naar aanleiding van de door de Rechtbank gebruikte bewoordingen toen zij voor de tweede keer het spreekrecht van ouders bevestigde. De – voor mij en ouders onbegrijpelijke6 - weigering van de Rechtbank om dit uitgewerkte deel van het proces verbaal aan mij als raadsman van benadeelde partijen te verstrekken kan maken dat ik deels onjuist citeer, doch de strekking blijft dezelfde, namelijk dat de wetgever een zaak met de feiten als hier ten laste gelegd en de omvang als er thans is niet heeft kunnen bevroeden en daarom in de geest van de wet gehandeld dient te worden, daarbij de bedoeling van de wetgever voor ogen houdend. Het komt mij voor dat de bedoeling van de wetgever niet is geweest om de schade van ouders bij zulk een ernstig en systematisch toegepaste vorm van seksueel misbruik van vele uiterst jonge kinderen, een van mijn cliënten was slechts 19 dagen oud, vrijwel al mijn cliënten jonger dan 2 – 2 ½ jaar toen het misbruik plaats vond, terzijde te schuiven. Het komt mij voor dat het de wetgever ook vanuit een oogpunt van goede zeden voor ogen staat dat schade bij ouders die het gevolg is van misbruik van hun kind - indien u ouders niet wilt zien als direct slachtoffer – opgevat zou moeten worden als schade van het kind, waardoor deze voor integrale vergoeding in aanmerking behoort te komen. Deskundige Lamers waarschuwt voor revictimalisatie door het justitiële systeem. Zij formuleert dat aldus: „Soms voelden zij zich gerevictimizeerd door het justitiële systeem, mede door een door hen als (veel) te laag ervaren straf voor de pleger7”. Analoog daaraan kunnen ouders zich ook genegeerd / gerevictimizeerd voelen indien hun leed en schade compleet buiten beschouwing gelaten wordt, danwel daar onvoldoende recht aan wordt gedaan.
Zitting van 12 maart 2012 waarin de Rechtbank meedeelde dat zij het verzoek tot herziening van de eerdere beslissing tot verlening van spreekrecht afwees 4 Zo u wilt: a contrario beredeneerd 5 R.o. 5 “Spreekrecht” 6 Zeker gezien in het licht van uw allereerste beslissing op de eerste pro forma zitting dat aan de raadsman van benadeelde partijen afschrift zal worden verstrekt van processtukken 7 pagina 8 rapport F. Lamers-Winkelman 3
Pagina 2 van 24
Hoofdelijkheid Vooreerst heeft te gelden dat ten aanzien van beide verdachten exact dezelfde bedragen worden gevorderd. Dit omdat de heer Van O. zowel medeplegen als medeplichtigheid, van de misdrijven waar M. van is beschuldigd, ten laste is gelegd. Indien uw Rechtbank tot een bewezenverklaring komt ten aanzien van beide verdachten, heeft te gelden dat de vorderingen die zich tot beide verdachten strekken dusdanig bedoeld zijn dat betaling van de één de ander kwijt. Dit is anders in kinddossier nummer 9 nu het daar gaat om misbruik gepleegd door de heer Van O. zelf. Die vordering wordt dan ook niet ingediend tegen de heer M.. Schadevergoedingsmaatregel en wettelijke rente Voor alle door mij ingediende vorderingen benadeelde partij geldt dat zowel de schadevergoedingsmaatregel ten aanzien van alle bedragen, alsook wettelijke rente over alle bedragen, te berekenen vanaf de dag van het ontstaan van de schade tot de dag ter algehele voldoening, wordt gevorderd. Schade ? Indien u komt tot een bewezenverklaring is er wat mij betreft per definitie sprake van schade. Ik wijs erop dat de door u ambtshalve aangestelde deskundige, mevrouw Vogtländer, hierover opmerkt: “Op grond van de huidige stand van kennis in de wetenschap is het misbruik dat de kinderen, in de leeftijd van enkele weken tot aan 3 jaar, van de zedenzaak te Amsterdam ondergaan hebben fundamenteel schadelijk.”8 9 Het door de kinderen ondergane seksueel misbruik wordt in het vakgebied van de forensische psychiatrie gezien als “verkrachting” en als “seksueel geweld.”10 Voornoemde fundamentele schade gaat zo ver dat zelfs sprake is van afwijkingen in het brein.11 12 Dit is ernstig omdat in de eerste drie levensjaren van een mens sprake is van een „kritische periode voor de ontwikkeling van de bouwstenen voor zowel de hechtingsrelatie als voor een goede stressregulatie.‟ 13 In rechtspraak wordt aangenomen dat seksueel misbruik een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer vormt, zodat daarmee een aantasting van de persoon is gegeven. Het Hof Den Haag heeft op 22 maart 2008, in haar arrest, in een strafzaak gezegd dat het een feit van algemene bekendheid is dat slachtoffers van dit soort delicten vaak nog lang psychische gevolgen ondervinden van hetgeen hen is overkomen. Dit arrest wordt aangehaald door de Rechtbank Dordrecht 14 die de verdere aansprakelijkheid en schadeafwikkeling ter beoordeling voorgelegd kreeg. Ook de Rechtbank Middelburg oordeelt 15 dat het een feit van algemene bekendheid is dat slachtoffers van delicten als de onderhavige, nog geruime tijd kunnen lijden onder de psychische gevolgen van hetgeen hen is aangedaan.
Onderstreping Raadsman. Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, Seksuele traumatisering en de psychische gevolgen bij baby‟s, peuters en kleuters, een review, p. 4. 10 Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 21 11 E.A. Landsmeer-Beker, kinderarts sociale pediatrie ( in opdracht van: mevrouw mr. A.M. Ruige, rechtercommissaris) Gevolgen van seksueel misbruik bij zeer jonge kinderen op een kinderdagverblijf, p. 8. 12 E.A. Landsmeer-Beker, kinderarts sociale pediatrie p. 18. 13 Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 9. 14 Uitspraak 30 november 2011 LJNBU6655 15 Op 2 maart 2005 LJNAZ5366R.O.4.3. Pagina 3 van 24 8 9
Op gelijke wijze oordeelde de Rechtbank Zwolle in haar uitspraak van 28 april 2010 16, alsook Hof Den Bosch 17, dat Hof overwoog: “seksueel misbruik zal, zoals elke ingrijpende, al dan niet seksuele levenservaring, noodzakelijkerwijs voor de betrokkenen gevolgen hebben, al is het maar in de zin van indringende en hardnekkige herinneringen die zij nog lang, zo niet gedurende de rest van hun leven met zich zullen meedragen. Waar het hier echter om gaat zijn de gevolgen die ook schade, dat is: nadeel, opleveren. Het is van algemene bekendheid (en dat was het ook al in de tijd dat X de aangeefsters seksueel misbruikte) dat seksueel misbruik tot grote schade kan leiden en tot ernstige, soms pas veel later tot uiting komende klachten van geestelijke en/of maatschappelijke, soms ook van lichamelijke aard”18. Overigens is het al geruime tijd zo dat het een feit van algemene bekendheid moet worden geacht dat het plegen van ontucht met minderjarigen in het algemeen psychisch leed voor die minderjarigen met zich brengt. Dit blijkt onder andere uit de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, 3 juni 1983, NJ 1984 nummer 693, nog eens aangehaald in de uitspraak van de Rechtbank Arnhem van 7 juli 2004, LJNAQ5087. Letsel Voor kosten betaald door ouders heeft te gelden dat deze op grond van verplaatste schade verhaalbaar zijn als er sprake is van letsel als bedoeld in artikel 6:107 BW. Voor de duidelijkheid wijs ik u op de uitspraak van Hof Den Bosch19 waaruit blijkt dat letsel seksueel contact met een veel oudere persoon kan inhouden. Ik verwijs u daarvoor naar rechtsoverweging 3.5.3. Voorts overweegt het Hof aldaar dat iedere tijdelijke of blijvende aantasting van de lichamelijke integriteit door een persoon geleden letsel inhoudt. Het komt mij voor dat daarmee vast staat dat sprake is van letsel als bedoeld in de zin van de wet. Omvang Als maatstaf voor de bepaling van de omvang van de wettelijke verplichting tot schadevergoeding behoort als uitgangspunt te gelden dat de benadeelde zoveel mogelijk moet worden gebracht in de toestand waarin hij zou hebben verkeerd indien de schadeveroorzakende gebeurtenis zou zijn uitgebleven, zie ook Hoge Raad 5 december 2008, NJ 2009,387.20 De aard en ernst van de inbreuk Uit Nederlandse rechtspraak blijkt dat de aard en ernst van het onrechtmatig handelen in de overweging van de hoogte van de toe te kennen schadevergoeding meeweegt.21 Ook uit het Groninger Ouderjaarsrellen-arrest blijkt dat de aard en ernst van de inbreuk op een fundamenteel recht van belang is.22 In deze zaak is sprake van de meest ernstige wijzen van inbreuk op de meest fundamentele rechten van uiterst jonge kinderen, alsmede van hun ouders. Door het misbruik zijn de kinderen geschonden in hun lichamelijke integriteit. Daarnaast is een enorme hoeveelheid beeldmateriaal gemaakt van het misbruik dat bovendien op internet is verspreid door de verdachte(n). Deze beelden zullen voor de rest van het leven van de slachtoffers blijven zwerven op het internet. Het is evident dat op de meest grove wijze inbreuk is gemaakt op het recht van privacy van de slachtoffers.
JLMBN2236R.O.2.3. 6 september 2011 LJNBT2045, R.O. 5.4 18 R.O. 5.4 5.5 19 LJN BK3112, 10 november 2009 20 Vergelijk Rb Utrecht LJN BP 5568 21 Hof Arnhem 22 maart 2005, JA 2005, 47, r.o. 2.10 22 HR 9 juli 2004, NJ 2005, 394, r.o. 3.11. 16 17
Pagina 4 van 24
De gevolgen van het misbruik hebben er tevens voor gezorgd dat het gezinsleven van de slachtoffers totaal ontwricht is en dat daarmee een inbreuk is gemaakt op het recht op eerbiediging van het gezinsleven ex art. 8 EVRM. Bij een groot gedeelte van de slachtoffers is er sprake van psychologische nazorg en andere vormen van therapie teneinde de gebeurtenissen te verwerken. Sommige ouders zijn niet meer in staat om te werken; vanwege hun psychische gesteldheid, of simpelweg vanwege het feit dat zij hun kinderen niet meer bij andere mensen durven achter te laten of, kunnen laten (wegens protest van het kind) en dus zelf voor de kind(eren) moeten zorgen. Een aantal ouders kan niet meer op dezelfde wijze naar hun kind kijken als voor de gebeurtenissen. Daarbij is het leven in hun woning verpest; het huis voelt onteerd. Een van de ouders omschreef dit in haar spreekrecht als: “ik zit gevangen in een net van schaamte en schuld”. Bovendien zitten de ouders nu in angst over het leven van hun kinderen en de eventuele blijvende gevolgen van het misbruik die (mogelijk pas later) kenbaar zullen worden. Nu zij in deze voortdurende angst en onzekerheid zitten over het welzijn en het geluk van hun kinderen dient hen ingevolge gelijkende arresten van het EHRM schadevergoeding te worden toegekend.23 Laakbaarheid Bij het vaststellen van de hoogte van de te toe te kennen schadevergoeding dient de laakbaarheid van het (niet) handelen van de verdachte(n) in overweging te worden genomen.24 Wanneer verdachten de gevolgen van hun daden hebben kunnen voorzien, dient een hogere schadevergoeding te worden toegekend aan de benadeelden. In casu is sprake van zeer laakbare daders die de gevolgen voor de ouders hebben kunnen overzien. Dat de verdachten op de hoogte waren van de gevolgen van hun misdaden blijkt uit de manier waarop zij te werk zijn gegaan bij hun misbruik. Bij de verdachten was sprake van „grooming‟ van hun slachtoffers. Dit wil zeggen dat de verdachten door toegankelijkheid te creëren, vertrouwen te winnen, precieze selectie van hun slachtoffers en het bewerkstelligen van medewerking en geheimhouding de slachtoffers binnen hun invloedsfeer hebben gebracht, teneinde ze daar voor lange tijd te houden.25 Zo heeft Roberts M. volgens het OM de slachtoffers doelbewust uitgezocht omdat zij zich niet verbaal uit konden drukken door hun jonge leeftijd. De gedachtegang van Robert M. was hierbij dat, daar zijn slachtoffertjes niemand konden vertellen over het misbruik, zijn daden nooit boven water zouden komen. Uit de eerste zittingsdag van de inhoudelijke behandeling is bovendien gebleken dat de heer M. er alles aan deed om niet gepakt te worden. Dit werd in feite ook bevestigd door de compilatie van het OM, waarin het fragment “the good guy” door Roberts wordt gezegd: “beter worden in waar ik was en hopen dat ik volgende keer niet betrapt meer wordt hè.”26 Daarnaast werd dit bevestigd door het verhoor van 22 december 2010, 19.30 uur, waar de verdachte zegt: “Ik stuur iets wat mijn veiligheid in gevaar brengt.” Deze verdachte wist dus wel degelijk waar hij mee bezig was. Daarbij zijn de verdachten bij het exploiteren van het misbruik met de grootste omzichtigheid te werk gegaan: de bestanden die het misbruik bevatten waren met de grootste mogelijke beveiliging bewapend op harde schijven die niet toegankelijk waren zonder de grote expertise van de deskundigen van het OM.
23
O.M. EHRM 26 mei 2011, nr. 27617/04-R.R. tegen Polen
24
Ti Hang Nguyen, Voorwaarden voor smartengeld bij schending fundamentele rechten zonder letsel, Nederlands Juristenblad 2009 afl. 28, p.1815 25Onderzoeksrappport dr. Linda M. Vogtländer, Seksuele traumatisering en de psychische gevolgen bij baby‟s, peuters en kleuters, een review, p.30 26 Verhoor 22 februari 2011, 10.14 uur
Pagina 5 van 24
Uit bovenstaande blijkt dat de verdachten zeer goed op de hoogte waren van de mate en ernst van het leed dat zij de slachtoffers en hun ouders hebben aangedaan. Dit blijkt immers uit de keuze van slachtoffers en de wijze waarop zij hun misbruik verborgen trachtten te houden. Nu sprake is van een zeer grote laakbaarheid bij de verdachten dient u Rechtbank hiermee bij de hoogte van de immateriële schadevergoeding rekening te houden.
Niet-reguliere wijze vorderen immateriële schade Er is weinig bekend over de gevolgen van seksueel misbruik van kinderen met zeer jonge leeftijd (gemiddeld 8 maanden) zoals die zich in deze zaak voordoet.27 De omvang van het misbruik in deze zaak bij een zeer jonge leeftijdscategorie kinderen is niet elders in de literatuur omschreven, zo stelt dr. E.A. Landsmeer-Beker op pagina 9 van haar rapportage. Normaal gesproken zijn wij in Nederland gewend bij een vordering tot immateriële schadevergoeding om een aantasting in de persoon aan te tonen, bijvoorbeeld door het overleggen van een rapport van de psychiater. Nu de meeste van mijn cliënten te jong zijn om door een psychiater enige stoornis te laten vaststellen en uit de eerdere citaten van de door u Rechtbank ambtshalve benoemde deskundigen blijkt dat er ook geen stoornis is die specifiek is voor seksueel misbruik28 hebben wij ervoor moeten kiezen om op een andere manier de schade, die er evident is, en die door de deskundigen zelfs fundamenteel wordt genoemd29, toch te verhalen. Van belang is daarbij dat jonge kinderen na traumatische gebeurtenissen in principe moeite hebben met het reguleren van hun emoties en gedrag.30 Ook is het zo dat hoe jonger de kinderen zijn hoe groter de kans op het ontstaan van meer klachten ten gevolge van het misbruik. Ik verwijs u hiervoor naar pagina‟s 43 en 61 van de rapportage van mevrouw Linda M. Vogtländer. Daarenboven heeft te gelden dat hoe vertrouwder het contact met de dader is, hoe groter de kans op een negatieve impact, en daarmee op schade, op het kind.31 32 Van belang is ook dat er geen verschil wordt gevonden ten aanzien van schade tussen jongens en meisjes.33 Zodat in onze vorderingen ook geen onderscheid gemaakt tussen de schade van een jongen of een meisje. Seksueel misbruik is te zien als een vorm van kindermishandeling. Uit de rapportage van dr. E.A. LandsmeerBeker blijkt dat, hetgeen in de Amsterdamse Zedenzaak heeft plaatsgevonden, valt onder de definitie van kindermishandeling zoals die in de Wet op de Jeugdzorg is geformuleerd. 34 Van belang is dat ook kinderen die op dit moment geen symptomen laten zien een sterk verhoogd risico lopen om gedurende hun adolescentie en de (jong)volwassenheid alsnog psychische klachten en gedragsproblemen te ontwikkelen en zij lopen een verhoogd risico om tijdens hun ontwikkeling aanpassingsproblemen te krijgen.35 “Het meemaken van traumatische omstandigheden maakt kinderen toenemend kwetsbaar voor psychische en lichamelijke gezondheidsproblemen in de loop van hun leven.”36
27
Vergelijk ook E.A. Landsmeer-Beker, kinderarts sociale pediatrie p. 31.
28 Onderzoeksrapport 29
mevrouw Linda M Vogtländer, p. 27. Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 4 30 Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, , p. 27. 31 Vergelijk Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 44. 32 Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 21. 33 Vergelijk ook E.A. Landsmeer-Beker, kinderarts sociale pediatrie p. 21. 34 E.A. Landsmeer-Beker, kinderarts sociale pediatrie p. 10/11. 35 Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 4. 36 Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 10.
Pagina 6 van 24
Seksuele traumatisering dat plaatsvindt bij de leeftijd tot 3 jaar intervenieert met de emotieregulatie, vorming van gehechtheidrelatie en ontwikkeling van een autonoom zelf.37 Recent onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat kindermishandeling zichtbare en blijvende schade aanricht aan het DNA.38 Uit het voorgaande blijkt al dat in deze zaak sprake is van kindermishandeling en dus van schade aan het DNA bij mijn cliënten. Beklemmend is ook nog eens dat in deze zaak veelal sprake is van een zich herhalend trauma.39 Op pagina 53 van de Rapportage van mevrouw Linda M. Vogtländer worden een aantal zaken omschreven waarmee de kinderen van deze zaak geconfronteerd worden. Zo spreekt zij over een verhoogd risico ten aanzien van een problematische ontwikkeling van psychische problemen, aanpassingsproblemen, gedragsproblemen en psychiatrische stoornissen. Ook kinderen die aanvankelijk symptoomloos lijken, kunnen in de loop van de adolescentie of tegen de jong volwassenheid depressieve en dissociatieve klachten gaan ontwikkelen, ook liggen andere problemen zoals middelen misbruik en depressieve krachten op de loer.40 In deze zaak is de schade ook nog eens vergroot doordat kinderen de hoofdverdachte in deze zaak als verzorger ervaren hebben. Nu die relatie uiterst onveilig is gebleken, kan een bestaande veilige gehechtheidsrelatie aangetast zijn.41 Voornoemde is allemaal schade van het kind. Gezien al het voorgaande menen wij te kunnen stellen dat er sprake is van immateriële schade. Daarnaast is het een feit van algemene bekendheid dat kinderen die seksueel worden misbruikt schade lijden en daarom recht hebben op immateriële schadevergoeding. 42 De benadeelde partijen menen dat zij, gezien al het voorgaande, per definitie recht hebben op immateriële schadevergoeding. In deze zaak zijn de mensenrechten van mijn cliënten op grove wijze geschonden. Ik zoek dan ook aansluiting bij de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens die zien op vergoeding van immateriële schade bij schending van de mensenrechten. Dit maakt dat uw Rechtbank simpel weg zou kunnen vaststellen of er sprake is van schending van dat desbetreffende mensenrecht en daar dan vervolgens de conclusie aan kan verbinden dat er dus een recht ontstaat op immateriële schadevergoeding. Dat is de werkwijze van het Europese Hof. Mevrouw mr. Ti-Hang Nguyen heeft daar een beeldend artikel over geschreven. Dat artikel is gehecht aan deze pleitnota als bijlage 1.43 Ter wille van procesefficiency verzoek ik u de argumentatie in dat artikel als hier woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen. Schending van zeer fundamentele rechten Op grond van het Baby Kelly-arrest44 is de toekenning van smartengeld alleen toegestaan wanneer sprake is van schending van zeer fundamentele rechten. Fundamentele rechten zijn deze die ten doel hebben de meest
Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 16. E.A. Landsmeer-Beker, kinderarts sociale pediatrie p. 18. 39 Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 25. 40 Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 20 en 53. 41 Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 14. 42 Rechtbank Rotterdam, 3 juni 1983, NJ 1984, 693; Rechtbank Arnhem, 7 juli 2004, LJN: AQ5087; Hof Den Bosch, 6 september 2011 LJN: BT2054; Rechtbank Zwolle, 28 april 2010, LJN: BN2236; Rechtbank Middelbrug, 2 maart 2005, LJNAZ5366; Rechtbank Dordrecht, 30 november 2011, LJNBU6655 met daarin een verwijzing naar Het Gerechtshof Den Haag 28 maart 2008. 43 Ti 2009 afl. Hang Nguyen, Voorwaarden voor smartengeld bij schending fundamentele rechten zonder letsel, Nederlands Juristenblad 2009 afl. 28, pag 1815 44 VINDPLAATS 37 38
Pagina 7 van 24
essentiële elementen of belangen van de persoon te beschermen.45 Het recht op privacy, het zelfbeschikkingsrecht en het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven vallen in ieder geval onder de zeer fundamentele rechten. Van een ernstige inbreuk is sprake wanneer de benadeelde in zijn zelfbeschikkingsrecht is beperkt, nu de vrijheid van handelen de kern vormt van de fundamentele rechten.46 Bij het misbruik zijn de kinderen op ernstige wijze in hun zelfbeschikkingsrecht aangetast nu zij op geen enkele wijze zelf over hun lichaam hebben mogen beschikken. Hetzelfde heeft te gelden voor van het misbruik gemaakte, bewaarde en verspreide beelden. Daarbij is sprake van een ingrijpende aantasting van het gezinsleven van de slachtoffers nu hun gehele familieleven is veranderd door hetgeen hen is aangedaan. Hetzelfde heeft te gelden voor de privacy. Geschonden mensenrechten De geschonden rechten die aan de vorderingen benadeelde partijen in onderhavige zaak ten grondslag liggen zijn: 1. Het recht op lichamelijke integriteit/zelfbeschikking. 2. Het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven. 3. Het recht op privacy Deze rechten zijn allen gecodificeerd onder art. 8 EVRM47 en hebben directe werking in de Nederlandse rechtsorde ingevolge art. 93 Grondwet. Nu deze rechten allen het doel hebben om de meest essentiële elementen van een persoon te beschermen, zijn zij fundamentele rechten zoals bedoeld in het Baby Kelly-arrest. In deze zaak menen wij dat de opgemelde rechten geschonden zijn. Wij menen ook dat burgers in dit land (horizontale) rechtsbescherming kunnen ontlenen onder meer aan art. 8 EVRM. Dit nog daargelaten dat het recht op zelfbeschikking en daarmee het recht op lichamelijke integriteit ook voortvloeit uit onder meer art. 11 GW. Ik wijs u er overigens nadrukkelijk op dat de rechtsbescherming ook een horizontale werking kent en derhalve kan worden ingeroepen tegen andere burgers, in casu tegen de heren M. en Van O.. Ik zal hieronder per geschonden mensenrecht een nadere uiteenzetting geven. Voor alle geschonden mensenrechten heeft te gelden dat het Europese Hof bij schendingen immateriële schadevergoedingen, niet zijnde een punitieve vergoeding, heeft toegekend aan rechtszoekenden. Dit zijn veelal vergoedingen die beduidend hoger liggen dan de vergoedingen die wij hier thans vorderen. Het artikel van mevrouw Nguyen lezende zou men kunnen denken dat € 8.000,00 per geschonden mensenrecht blijk geeft van een fundamenteel mensenrecht dat op ernstige wijze is geschonden, hetgeen in deze casus ook het geval is. Vandaar dat wij onze vorderingen hebben beperkt tot € 8.000,00 per geschonden mensenrecht. Dit betekent concreet dat voor ieder kind € 8.000,00 wordt gevorderd voor het schenden van zijn of haar lichamelijke integriteit en daarmee zijn of haar zelfbeschikkingsrecht. Tevens wordt voor ieder kind dat op foto- of film materiaal te zien is € 8.000,00 gevorderd wegens schending van de privacy.
Ti 2009 afl. Hang Nguyen, Voorwaarden voor smartengeld bij schending fundamentele rechten zonder letsel, Nederlands Juristenblad 2009 afl. 28, p. 1815. 46 Ti Hang Nguyen, Voorwaarden voor smartengeld bij schending fundamentele rechten zonder letsel, Nederlands Juristenblad 28, p. 1815 47 Jo art. 11 grondwet 45
Pagina 8 van 24
Per gezin wordt € 8.000,00 gevorderd voor schending en verstoring van het family life. Daarin ligt besloten dat bij die gezinnen waarin broertjes en/of zusjes zijn misbruikt de schade is gefixeerd op een verstoring van het family life zelf en daarmee op € 8.000,00. In dat geval wordt die claim dus niet verhoogd met het aantal kinderen dat misbruikt is. Niet alleen ik, maar ook de eerder aangehaalde auteur van het artikel uit de NJB, alsook bijvoorbeeld mr. A.J. Verheij48, die gezien wordt als een van de meest gezaghebbende auteurs op dit vlak, delen de opvatting dat schending van bovenvermelde rechten een recht op immateriële schadevergoeding oplevert. Een overzicht van zaken bij het Europese Hof met toekenning van bedragen treft u aan als bijlage 2, gehecht aan deze pleitnota. Het is mede op basis van dat jurisprudentie overzicht dat ik uw Rechtbank verzoek een schadevergoeding toe te kennen aan de benadeelden die in de pas loopt bij de jurisprudentie van het EHRM. Een immateriële schadevergoeding van € 8.000,00 per geschonden recht lijkt ons billijk. Met de toekenning van een hoge schadevergoeding zal daarbij meer recht worden gedaan aan de fundamentele aard van de geschonden rechten in deze zaak.49 Overigens is door mij enig rechtsvergelijkend onderzoek gedaan. De resultaten daarvan treft u aan in bijlage 3. Daarbij is met name gezocht in Belgische databanken voor uitspraken over misbruik gepleegd door oppassen en/of misbruik van jonge kinderen. De bedragen aldaar genoemd komen overeen of zijn veelal hoger dan de thans in deze zaak gevorderde bedragen. Ook dit overzicht wordt door mij ten grondslag gelegd aan de eisen in deze zaak. Schending recht op lichamelijke integriteit ex art. 8 EVRM In deze zaak is de lichamelijke integriteit van de slachtoffers op de meest grove wijze geschonden. De kinderen zijn door verdachte(n) op alle mogelijke manieren misbruikt. Al deze vormen van misbruik vonden herhaaldelijk plaats onder dwang van verdachte(n), de slachtoffers zagen hun recht op zelfbeschikking dusdoende illusoir worden. Met sommige kinderen zijn enkel ontuchtige handelingen gepleegd door aan hun geslachtsdelen te zitten. Bij vrijwel alle slachtoffers heeft orale penetratie plaatsgevonden: bij de jongste kinderen heeft verdachte hierbij gebruik gemaakt van hun zuigreflex teneinde in zijn eigen behoeften te voorzien. Een groot gedeelte van de slachtoffers is tevens blootgesteld aan anale dan wel vaginale penetratie. Hierbij is soms ook gebruik gemaakt van voorwerpen. De kinderen, noch hun ouders, hebben op vanzelfsprekend enige wijze ingestemd met het misbruik en/of het filmen of fotograferen daarvan. Sterker, de kinderen hebben tijdens het misbruik vaak non-verbaal laten zien en middels krijsen, huilen en jammeren laten horen, dat zij niet instemden met de handelingen van verdachte(n). Zo hebben sommige kinderen hun gezicht afgewend of trokken een “vies gezicht”. Daarbij hebben zij zich dikwijls proberen te verweren door de verdachte van zich af te duwen.50 Doordat de kinderen na het gewelddadige misbruik werden getroost door verdachte(n) voelden zij zich zeer waarschijnlijk aan zijn overmacht overgeleverd.51 Fundamentele neurologische schade door misbruik A.J. Verheij, Een pleidooi voor de vergoeding van geringe immateriële schade, RM Themis, 1998, p. 339-341 Ti Hang Nguyen, Voorwaarden voor smartengeld bij schending fundamentele rechten zonder letsel, Nederlands Juristenblad 2009 afl. 28, p.1818. 48 49
In vrijwel alle gevallen was sprake van een huilend kind tijdens het misbruik. In geval van penetratie was er sprake van krijsende en jammerende kreten van de slachtoffers, Onderzoeksrapport dr. Linda M. Vogtländer, p. 35. 51Onderzoeksrapport dr. Linda M. Vogtländer, Seksuele traumatisering en de psychische gevolgen bij baby‟s, peuters en kleuters, een review, p.63. 50
Pagina 9 van 24
Door het toegedane leed is de kans aanwezig dat er fundamentele neurologische schade is ontstaan bij de slachtoffers. De meeste slachtoffers in deze zaak hadden tijdens het misbruik de leeftijd van 0 tot 2 jaar. Hun brein vond zich op dat moment in een sterk ontwikkelende fase. Deze fase is, zo blijkt uit meerdere neurologische onderzoeken, van fundamenteel belang voor de toekomst van een kind. De snelste groei van het brein vindt plaats in de baarmoeder, en vanaf de geboorte tot het vierde jaar groeit het brein explosief. Het brein van een vierjarige beslaat 90 procent van een volwassen brein. Een meerderheid van de fysieke groei van de belangrijkste neurale netwerken van het brein vindt plaats in deze fase. Het is een tijd van plasticiteit en kwetsbaarheid, waarin het zich organiserende brein daadwerkelijk gevormd wordt door ervaringen. In deze tijd heeft het zich ontwikkelende kind grote kansen: veilige, voorspelbare, koesterende en herhaalde ervaringen kunnen het helpen een heel scala aan genetische talenten tot uiting te brengen. Helaas is het brein van deze jonge kinderen ook het kwetsbaarst voor de destructieve impact van dreiging, verwaarlozing en trauma.52 Het feit dat deze kinderen zijn misbruikt toen zij het kwetsbaarst waren zorgt ervoor dat er wellicht fundamentele neurologische schade is ontstaan. Een ieder in ons land heeft het fundamentele recht op behoud van zijn lichamelijke integriteit. Zowel uit de verklaringen van verdachte(n), als uit de filmpjes die verdachte(n) van minderjarige heeft gemaakt, blijkt dat de lichamelijke integriteit van de minderjarige is geschonden. Nu het gaat om een zó ingrijpende aantasting, van een zó fundamenteel recht, is er sprake van aantasting in de persoon zoals omschreven in artikel 6:106 lid 1 sub b BW. Het wezenlijke recht van de minderjarige om over een ongeschonden lichaam te beschikken is aangetast doordat verdachte(n) op inhumane wijze misbruik hebben gemaakt van hun machtspositie. De consequenties van dit handelen voor de minderjarigen zijn onoverkomelijk, het is een feit van algemene bekendheid dat jeugdige slachtoffers van zedendelicten ernstig trauma overhouden aan hetgeen hen is overkomen.53 Ouders spraken over de schending van dit mensenrecht toen zij hun spreekrecht uitoefenden of een schriftelijke slachtofferverklaring overlegden. Ik citeer: “Ik herinnerde het „‟Robert, nee‟‟ van onze zoon, toen Robert binnenkwam om weer op te passen. Ik herinnerde me onze zoons tot bloedens kaal geschuurde anus, waar hij dagen lang pijn van had…” “De herpesontsteking van zijn tandvlees, het hoofdbonken…..54” en ‟Het is de afgelopen tijd enorm lastig gebleken om zijn eigen stappen in de ontwikkeling van zijn seksualiteit, zijn nachtelijke paniekaanvallen, woede- uitbarstingen of uitingen van wantrouwen of verwijten naar ons helemaal onbevangen en los te kunnen zien van de handelingen van verdachte. Zoiets gewoons als bloot rond lopen bijvoorbeeld. Elke keer associeer je deze handelingen ongewild met het gebeurde. De herinnering maakt zo onterecht kinderspel vies en onschuldig gedrag zorgelijk…55” en “Het feit dat ons kind gedetailleerde herinneringen kan beschrijven over het misbruik als minder dan 2 jarige peuter is afschuwelijk en geeft ons twijfel of er slechts sprake is geweest van eenmalig misbruik door Robert M.. Daarbij kan een recentelijke gordelroosinfectie bij ons kind deze angst meteen weer doen oplaaien. Elke
52
De jongen die opgroeide als hond en andere verhalen uit het dagboek van een kinderpsychiater, Bruce Perry en Maia Szalavitz, derde druk, juli 2010, p. 265
Rechtbank Rotterdam, 3 juni 1983, NJ 1984, 693; Rechtbank Arnhem, 7 juli 2004, LJN: AQ5087; Hof Den Bosch, 6 september 2011 LJN: BT2054; Rechtbank Zwolle, 28 april 2010, LJN: BN2236; Rechtbank Middelbrug, 2 maart 2005, LJNAZ5366; Rechtbank Dordrecht, 30 november 2011, LJNBU6655 met daarin een verwijzing naar Het Gerechtshof Den Haag 28 maart 2008. 54 Kinddossier 38 55 Kinddossier 22 53
Pagina 10 van 24
keer als ons kind ‟s nachts wakker wordt of bang is in het donker zijn we bang dat dit er iets mee te maken heeft.56” Schending van het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven ex art. 8 EVRM In onderhavige zaak is sprake van schending van eerbiediging van het familie- en gezinsleven ex art. 8 EVRM. Door de gebeurtenissen is immers sprake van ontwrichting van het gezinsleven en daarbij is de hechting tussen kind en ouder verstoord. De door u Rechtbank ambtshalve aangestelde deskundige verklaart hieromtrent als volgt: „Seksueel misbruik raakt niet alleen het kind maar ook de ouders, hun relatie, hun leven en hun sociale netwerk57.‟ Slachtoffers van een zedenmisdrijf ervaren vaak een sterke mate van machteloosheid. Deskundige LamersWinkelman zegt hierover: „Machteloosheid ontstaat soms ook omdat ouders niet weten of zij hun emoties voor hun kind, en elkaar, moeten verbergen en of zij met hun kind over de gebeurtenissen moeten praten ( en hoe en wanneer)58.‟ Dat ouders als onderdeel van het gezin(ssysteem) ook hinder ondervinden blijkt o.m. uit de navolgende citaten: „.. de meerderheid van hen ondervonden als gevolg van het misbruik bij hun kind veranderingen in hun leven en na vier jaar had een derde nog PTSS „intrusieve‟ klachten (angstige, obsessieve gedachtes) en een vierde PTSS vermijdingsklachten.59‟ „De meeste ouders ontwikkelen PTSS klachten.60‟ Ik geef u verder een aantal voorbeelden van cliënten van mij. Voorbeelden Veel getroffen gezinnen zijn verhuisd of er bestaat de wens om te verhuizen Uit een spreekrechtverklaring: “De periode dat we in de Pijp woonden en onze kinderen op het Hofnarretje zaten was een geweldige tijd in Amsterdam. Nu kunnen we er niet rond lopen zonder te denken aan de zedenzaak en is die hele periode vreselijk61” Het meest geliefde „bezit‟ van de ouders is aangetast. Uit een spreekrechtverklaring: “Maar dat ook het mooiste in je leven nooit meer hetzelfde is dat snijd (sic) letterlijk in je ziel62” Ouders zijn vaak voor kortere of langere tijd niet in staat geweest om (goed) te werken.
Kinddossier 136 pagina 55 onderzoeksrapport mw. Linda M. Vogtländer 58 pagina 8 rapport F. Lamers-Winkelman 59 pagina 26 rapport E.A. Landsmeer-Beker 60 pagina 33 rapport E.A. Landsmeer-Beker 61 Kinddossier 136 62 Kinddossier 19/20 56 57
Pagina 11 van 24
Sommige ouders durven hun kind niet meer naar de crèche te brengen waardoor zij zich gedwongen voelden thuis te blijven. Uit een spreekrechtverklaring63: “Ik kan u vertellen dat vele weken dat wij onze jongste dochter op het nieuwe kinderdagverblijf achterlieten, wij huilend in de auto hebben gezeten en niet anders wilden dan haar ophalen…… We lieten haar achter in de handen van mensen die we niet kenden. We wilden het niet, hebben het gevoel dat we haar weer in de steek laten en spelen met haar leven. Dat we ze weer achter moesten laten bij “vreemden” die we noodgedwongen moeten vertrouwen, brak ons hart keer op keer. En nog steeds.” En een andere ouder verwoordde het zo64: “We hadden het volste vertrouwen. Nu heerst er schuldgevoel. We zijn nu argwanend en paranoïde naar alle leiders in de kinderopvang….”. Ouders voelen zich schuldig en zijn bang dat hun kind het hen later kwalijk gaat nemen. Uit een spreekrechtverklaring: “Maar natuurlijk is er ook de vraag: hadden we ons kind beter kunnen en moeten beschermen? Hadden we het moeten merken? Hadden we meer met andere ouders moeten praten en hadden we misschien beter naar onze intuïtie moeten luisteren? Daar heeft R. natuurlijk ook misbruik van gemaakt; van ons vertrouwen. Tegelijkertijd vinden we dat nog het ergste: dat R. zelf zegt dat hij juist die kleintjes heeft uitgekozen, omdat ze nog niet konden, praten en omdat ze zo goed van vertrouwen zijn als je zo klein bent en gewoon doen wat er van je gevraagd wordt. Het wordt nog erger als je je realiseert dat wij, zijn eigen papa en mama in wie hij nu juist het meeste vertrouwen heeft en ook moet hebben, hem daar naartoe hebben gebracht65.” Een ander66 zei: ‟Bescherming van je kind. De belangrijkste opdracht van elke ouder. Daarin hebben wij gefaald. Zo voelt het zeker. Niet dat we geen referenties hebben gevraagd en nagetrokken. Dat wel. Maar toch is ons kind als baby van negen maanden misbruikt. Meerdere keren. En dat hebben wij niet kunnen voorkomen‟ en weer een ander67: “Dat schuldgevoel gaat zo diep, dat ze twijfelt aan haar geschiktheid als moeder, professional en als mens….” Ouders zijn bang voor stigmatisering van hun kind als één van de slachtoffers van verdachte(n) in deze Amsterdamse Zedenzaak. Daarom houden veel ouders het geheim, hetgeen een enorme impact heeft ook op het gezinsleven en dus op de minderjarige. Een paar citaten van ouders die dat verwoordden bij het uitoefenen van spreekrecht of overleggen van schriftelijke slachtofferverklaring. “Het contact met een deel van de familie is moeizamer geworden. Wij hebben er voor gekozen om niemand in de omgeving iets te vertellen. Dit omdat we koste wat kost willen voorkomen dat ons zoontje een stempel krijgt van zijn omgeving. Om zoiets vreselijks niet te delen met de mensen die je het naast staan brengt veel stress met zich mee 68.” en Kinddossier 106 Kinddossier 136 65 Kinddossier 139 66 Kinddossier 23 67 Kinddossier 38 68 Kinddossier 43 63 64
Pagina 12 van 24
“In eerste instantie hebben we ons geheim wel gedeeld met onze ouders. We moesten het ook kwijt. Maar dat was een foute inschatting. De grootouders bleken niet opgewassen tegen ons geheim. Zo is een van de grootouders in therapie geweest, waar de grootouder, begeleid in sessies ons geheim van zich af leerde zetten.69” Ouders ondervinden grote problemen van deze zaak en dit doet hen erg veel verdriet, ze zijn ook bang dat dit niet (snel) over gaat. Een ouder verwoordde dat in spreekrecht als volgt: “Voor ons gaat dit nooit meer over. Dagelijks voelen we dit verdriet en deze woede over wat onze dochter, en ons als gezin is aangedaan. De stress die dit bij ons als ouders veroorzaakt heeft ook zijn weerslag op onze kinderen en gezinsleven. Het knagende gevoel dat we dit niet hebben kunnen voorkomen en haar zelfs toen ze zo klein was niet afdoende hebben kunnen beschermen verlaat ons nooit70”. een ander: “Maar ze zal nooit meer mensen vertrouwen die ze niet kent, ze vertrouwt zichzelf vaak nauwelijks. Ze denkt regelmatig aan de dood van onze kinderen en heeft grote moeite om onze zoon zelfstandig van haar weg te laten lopen of fietsen. Om dit alles te kunnen verwerken, heeft ze besloten in therapie te gaan71” Hechting kind-ouder verstoord De vroege hechting van een baby aan zijn ouders (of verzorgers) is van kritiek belang voor zijn emotionele welzijn en zelfs voor zijn lichamelijke ontwikkeling. Uit de voorgedragen spreekverklaringen door de ouders heeft U Rechtbank kunnen opmaken dat er kinderen zijn die sinds het misbruik afwijkend gedrag vertonen jegens hun ouders. Deze kinderen zijn erg bang wanneer hun ouders hen alleen laten. Vaak beginnen zij hard te huilen en een enkele keer is sprake van boosheid bij de kinderen. Het komt dan zelfs voor dat zij met hun hoofd tegen de muur beginnen te bonken, teneinde hun ouders tegen te houden hen alleen te laten. Het ontstaan van een hechtingsstoornis komt frequent voor bij seksuele kindermishandeling.72 De hechtingsstoornis kan ontstaan bij de kinderen omdat zij zich tijdens het misbruik in de steek gelaten voelen door hun ouders. Hierdoor hebben de kinderen in sommige gevallen het vertrouwen verloren in hun naasten en vooral in hun ouders. Dit verlies van vertrouwen manifesteert zich in hevige angstgevoelens bij de kinderen. Wanneer hun ouders even de deur uitgaan zijn zij bang dat zij opnieuw „in de steek‟ te zullen worden gelaten. De gevolgen van de hechtingsstoornis zijn voor de kinderen erg groot. Vaak zullen zij tot in hun volwassen leven slechts in staat zijn tot het aangaan van oppervlakkige relaties, nu zij op jonge leeftijd al hun vertrouwen hebben verloren in hun naasten. Het aangaan van wisselbare contacten heeft daarom hun voorkeur. Vaak zullen kinderen die lijden aan een hechtingsstoornis in hun verdere leven eenzaamheid ervaren die kan uitlopen op een depressie. Hierdoor kan het voor hen moeilijk en soms zelfs onmogelijk zijn om een opleiding te voltooien.73 Behoefte en belang bij stabiel gezin Uit onderzoek is gebleken dat het voor slachtoffers van seksueel kindermisbruik belangrijk is dat zij kunnen herstellen in een stabiel gezin. Betrokken, ondersteunende en op hun kinderen gerichte ouders die in staat zijn 69 70
Kinddossier 23 Kinddossier 90
71
Kinddossier 38
72
http://ouders.ggzkinderenenjeugd.nl/templates/RichContentZonder.aspx?PageID=816
73 http://ouders.ggzkinderenenjeugd.nl/templates/RichContentZonder.aspx?PageID=816
Pagina 13 van 24
om de spanning in hun eigen gezin laag te houden zorgen ervoor dat hun kind in de loop der jaren kan herstellen. Wanneer ouders in mindere mate konden reageren op de behoeften van het kind behielden de kinderen een hoge PTSS-score74. Bij de situatie dat er in grote mate spanning op het gezin blijft staan, uit zich dit in blijvende problemen bij het kind. Dit blijkt uit de rapportages van de deskundigen en hun getuigenis op zitting. Jurisprudentie EHRM Venema v. Nederland75 (Baby Kimberly) Art. 8 EVRM: Family Life In dit arrest nam het Europese Hof voor de Rechten van de Mens een schending van Family Life ex art. 8 EVRM aan en kende daarvoor een immateriële schadevergoeding toe aan de ouders en hun minderjarige kind dat ten tijde van de schending slechts een paar maanden oud was. De minderjarige werd ten onrechte van haar ouders gescheiden op zeer jonge leeftijd. Hoewel de merites van de zaak enigszins anders zijn, is het trauma dat bij ouder en kind werd aangenomen door het EHRM zeer vergelijkbaar met hetgeen de gezinnen in deze zedenzaak moeten doorstaan. Dit maakt dat de uitkomsten in deze zaak analoog toepasbaar zijn op de zaak van mijn cliënten. Het Hof komt tot die schadevergoeding op basis van de vaststelling dat er sprake van trauma bij ouders en kind is, waarvan voor de toekomst onduidelijk is of deze ooit helemaal zal verdwijnen76. De psychische schade is ontstaan door verdriet en angst, waardoor ouders gevoelens van frustratie en onrechtvaardigheid ervaren. Ouders hebben vertrouwen verloren in het zorgsysteem en de medici.77 Dit is vergelijkbaar met de wijze waarop ouders in deze zaak hun vertrouwen in het systeem zijn verloren, voornamelijk ten aanzien van kinderdagverblijven, de gemeente en andere toezicht houdende instanties, zoals de GGD. Vervolgens overweegt het EHRM in deze zaak dat de familie tevens schade heeft ondervonden van het feit dat de nationale media de zaak uitgebreid in de publiciteit heeft gebracht.78 Het behoeft geen betoog dat er in deze zaak, waarin de aard en omvang van het misbruik dat ten laste wordt gelegd zo groot is dat de media tijdens en rondom het proces daar vrijwel dagelijks over bericht, ook sprake is van een situatie waarin de gezinnen hinder ondervinden van de nationale publiciteit. Zo houden ouders hun kinderen angstvallig weg van de tv om het risico te vermijden dat zij worden geconfronteerd met de beeltenis van verdachte M.. Het EHRM kende in deze zaak aan het gezin een vergoeding toe van € 15.000,00 voor de schending van Family Life ex art. 8 EVRM. Daarnaast heeft te gelden dat in deze zaak niet alleen het Europese Hof, maar ook de Nederlandse Staat zich heeft uitgelaten over een redelijke hoogte van immateriële schadevergoeding voor een schending als in de zaak van Baby Kimberly, dus voor een schending van Family Life ex art. 8 EVRM. In het Kimberly arrest verklaarde de Nederlandse Staat voor het EHRM, indien een schending van art. 8 EVRM zou worden aangenomen, dat zij van mening was dat een bedrag aan immateriële schadevergoeding van € 13.455,03, conform hetgeen door het EHRM werd toegewezen in de zaak K. and T. v. Finland, meer passend zou zijn als schadevergoeding. Tot slot heeft te gelden dat de Hoge Raad reeds geruime tijd in haar jurisprudentie heeft erkend dat art. 8 EVRM niet alleen inroepbaar is tegen de Staat, maar ook horizontale werking toegedicht kan krijgen79.
74
Onderzoeksrapport dr. Linda M. Vogtlander, Seksuele traumatisering en de psychische gevolgen bij baby‟s, peuters en kleuters, een review, p.57
EHRM, 17 maart 2003, application no. 35731/97 R.o. 105 77 R.o. 106 78 R.o. 106 75 76
79 HR 19 januari 1987, NJ 1987, 928, m.nt. E.A. Alkema
Pagina 14 van 24
Op basis van dit arrest van het EHRM kan reeds tot de tussenconclusie gekomen worden dat de gevorderde € 8.000,00 voor schending van het recht op ongestoord Family Life in deze zaak, mede gezien de gelijkenis met de gevolgen in de zaak van Baby Kimberly, aan de bescheiden kant is en dan ook voor integrale toewijzing gereed ligt. Schending van het recht op privacy ex art. 8 EVRM Van een groot gedeelte van de slachtoffers is beeldmateriaal vervaardigd van het misbruik dat heeft plaatsgevonden. Het aangetroffen beeldmateriaal op de computers van verdachte(n) is ongekend groot. Deze beelden zijn vaak vervaardigd in de huiselijke sferen van de slachtoffers, op de plek waar zij zich, zeker gezien hun zeer jonge leeftijd, het meest veilig en geborgen hoorden te voelen. Vervolgens zijn de beelden door verdachte(n) bewerkt en via het WorldWideWeb verspreid/gedeeld met een aantal andere pedofielen. Het is een feit van algemene bekendheid dat wanneer beelden eenmaal binnen de krochten van het internet zijn gebracht, het vrijwel onmogelijk is om deze er ooit nog af te krijgen. De kans is daarom zeer groot dat het vervaardigde beeldmateriaal jarenlang op het internet zal circuleren. Dit is voor de ouders een pijnlijk besef en wanneer de kinderen dit vernemen en zal dit een grote impact op hen hebben. Bepaaldelijk niet bijgedragen aan enige rust op dit front waren de verhoren waarvan mijn cliënten kennis konden nemen tijdens een van de vorige zittingen. Vooreerst blijkt uit het verhoor van 22 december 2010 19.30 uur dat verdacht M. geen enkel probleem heeft met het versturen van beelden. Sterker nog, uit het verhoor van 22 februari 2011 blijkt dat Roberts M. verlangt naar plaatsing op het internet van zijn collectie, door hem in dat verhoor misplaatst aangeduid als kunstwerk. Door dergelijke uitlatingen vrezen ouders dat de beeltenissen van hun kinderen wel degelijk ooit op internet staan als ze er niet nu al zijn, Roberts M. spreekt immers ook over 1 of 2 paar van die filmpjes die nog ook gelekt waren.80 Indien u Rechtbank hetgeen de verdachten ten laste is gelegd, bewezen zal verklaren is er per definitie een schending van het recht op privacy. Daarnaast speelt nog mee dat foto- en filmmateriaal van mijn minderjarige cliënten zowel in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Duitsland en mogelijk ook andere landen kan zijn opgedoken. Meerdere verdachten die door de politie zijn gehoord hebben namelijk verklaard foto- en/of beeldmateriaal van verdachte(n) te hebben ontvangen. Voor ouders is het idee dat beelden en foto‟s van hun kind, op een zeer kwetsbaar moment in zijn leven, te weten op de momenten dat hij/zij seksueel werd misbruikt, op het internet rondzwerven niet te bevatten. Niet alleen het idee dat het materiaal bestaat maar ook het idee dat iemand hun kind zou kunnen herkennen levert bij veel ouders stress en angst op. Het is dan ook daarom dat ouders van mening zijn dat de vergoeding voor het schenden van het recht op de privacy van de minderjarige voor integrale vergoeding in aanmerking dient te komen. Het feit dat het misbruik is opgenomen en verspreid via internet, maakt dat het pornografisch materiaal nog voor geruime tijd in de openbaarheid verkeert. Op die manier kan het misbruik van de minderjarige levenslang voortduren. Dit gegeven is menselijkerwijs zeer ernstig voor zowel de minderjarigen als hun ouders81. Het is ondraaglijk om te leven in de wetenschap dat er verwerpelijke foto‟s en filmpjes zijn gemaakt die door willekeurige mensen over de hele wereld worden gebruikt om aan hun gerief te komen. Het feit dat van het misbruik afbeeldingen gemaakt zijn verergert de traumatische impact82 en brengt voor de ouders stress verhogende dilemma‟s met zich.
80
Verhoor 22 februari 2011 10.57 uur “eigen collectie op internet” pag 3.
E.A. Landsmeer- Beker, kinderarts sociale pediatrie (in opdracht van : mevrouw mr. A.M. Ruige, rechter- commissaris) – Gevolgen van seksueel misbruik bij zeer jonge kinderen op een kinderdagverblijf. 81
82
Zie ook in Eerste rapportage Kinderpornografie BNRM p. 175
Pagina 15 van 24
Uit de kinddossiers blijkt dat er meerdere video- en fotobestanden zijn gevonden waarop misbruik van de minderjarige herkenbaar is. Zowel uit de verklaringen van verdachte als uit het beeldmateriaal blijkt dat het misbruik plaatsvond of in de woonkamer van ouders, en/of op een verkleedkussen, en/of op een slaapkamer . Verdachte verklaart bij verschillende kinderen de beeldopnamen te hebben gemaakt en dat die zijn doorgestuurd naar zijn contacten. Zelfs de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, die in 2011 voor het eerst over Kinderpornografie rapporteerde, laat in haar Eerste rapportage Kinderpornografie weten dat zij de Amsterdamse Zedenzaak als een uiterst schokkende zaak ervaart83. Kinderpornografie voegt een dimensie toe aan het slachtofferschap van ten behoeve van die kinderpornografie misbruikte kinderen, in casu mijn cliënten die op beeldmateriaal vastgelegd zijn. Het kind is dan tevens slachtoffer van het feit dat er beeldmateriaal bestaat van het misbruik84. Het slachtofferschap bestaat in het ondervinden van de gevolgen van het figureren als object op het kinderpornografische materiaal85. Het circuleren op het internet van afbeeldingen van een kind dat misbruikt wordt, kan worden gezien als seksueel geweld als zodanig, en als slachtofferschap dat zich telkenmale opnieuw manifesteert86. De door u Rechtbank aangestelde deskundige formuleerde het als volgt: „Ik acht de kans zeer groot dat het kinderpornografisch beeldmateriaal dat vervaardigd is jarenlang wereldwijd op het Web blijft circuleren. Voor ouders is dit een uiterst pijnlijk besef en als de kinderen dit vernemen zal dit een grote impact op hen hebben.87‟
en ‟Ook de wetenschap dat het pornografische beeldmateriaal van de kinderen circuleert op het wereldwijde web kan voor de ouders en later voor de kinderen zelf een terugkerende stressfactor vormen.88‟‟
Het is in deze zaak al eerder betoogd, maar van belang hier nog eens met klem te herhalen: Anonimiteit is voor slachtoffers van kinderpornografie van groot belang. Zij hebben er belang bij dat hun identiteit en persoonsgegevens zo veel mogelijk worden beschermd89. Het Europees Parlement heeft een amendement ingediend op de nieuwe Richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik, seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie dat ertoe strekt dat EU-lidstaten het recht op persoonlijke levenssfeer en beeldmateriaal van minderjarige slachtoffers moeten garanderen en de publieke verspreiding van informatie over hen die kan leiden tot hun identificatie, moet voorkomen, omdat kinderen beschermd moeten worden tegen alle vormen van schendingen van hun persoonlijke levenssfeer90. Het Europese Hof voor de Rechten van Mens heeft zich meermalen over privacyschendingen uitgelaten. Ik beschrijf u een casus. EHRM Reklos en Davourlis v. Griekenland91 Pagina 17 van haar rapportage Vergelijk in Eerste rapportage Kinderpornografie BNRM p. 70 en voetnoot 305 aldaar voor meer verwijzingen naar literatuur. 85 Vergelijk in Eerste rapportage Kinderpornografie BNRM p. 70 86 Vergelijk in Eerste rapportage Kinderpornografie BNRM p. 175 87 pagina 69 onderzoeksrapport mw. Linda M. Vogtländer 88 pagina 4 onderzoeksrapport mw. Linda M. Vogtländer 89 Vergelijk in Eerste rapportage Kinderpornografie BNRM p. 173 90 Draft European Parliament Legislative Resolution on the proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on combating sexual abuse, sexual exploitation of children and child pornography, repealing Framework Decision 2004/68/JHA, Committee on Civil Liberties, Justice and Home Affairs (Roberta Angelilli), 2010/0064 (COD), 24 januari 2011, p. 28 91 EHRM 15 januari 2009, nr. 1234/05 Reklos en Davourlis v. Griekenland 83 84
Pagina 16 van 24
Deze zaak betrof schadevergoedingen wegens de schending van het recht op privacy wegens het maken van foto‟s van baby‟s zonder daar toestemming van de ouders voor te hebben. Het EHRM overwoog in deze zaak dat met name het bewaren van negatieven een inbreuk op van het recht op privacy ex art. 8 EVRM met zich brengt. Het is evident dat ook in deze zaak, waarbij van een deel van de slachtoffers niet alleen foto‟s zijn gemaakt, maar zelfs video‟s van pornografische aard, die ook nog eens een keer via het internet verspreid zijn en daar tot in lengte der dagen op zullen blijven staan, blijkens deze uitspraak een schending van het recht op privacy opleveren. In voornoemde zaak werd door het EHRM voor deze schending in 2009 een bedrag van € 8.000,00 aan immateriële schadevergoeding toegewezen. Het behoeft geen betoog dat in deze strafzaak, waarin sprake is van schendingen die vele malen erger zijn, een bedrag van € 8.000,00 derhalve aan de bescheiden kant is en wat ons betreft dan ook voor integrale toewijzing gereed ligt. Het recht op smartengeld binnen de Nederlandse rechtsorde Art. 6:106 lid 1 sub B BW Het recht op smartengeld is in de Nederlandse wet in art. 6:106 BW gecodificeerd. Artikel 6:106 BW 1. Voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding: a. indien de aansprakelijke persoon het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen; b. indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast; c. indien het nadeel gelegen is in aantasting van de nagedachtenis van een overledene en toegebracht is aan de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, de geregistreerde partner of een bloedverwant tot in de tweede graad van de overledene, mits de aantasting plaatsvond op een wijze die de overledene, ware hij nog in leven geweest, recht zou hebben gegeven op schadevergoeding wegens het schaden van zijn eer of goede naam. 2. Het recht op een vergoeding, als in het vorige lid bedoeld, is niet vatbaar voor overgang en beslag, tenzij het bij overeenkomst is vastgelegd of ter zake een vordering in rechte is ingesteld. Voor overgang onder algemene titel is voldoende dat de gerechtigde aan de wederpartij heeft medegedeeld op de vergoeding aanspraak te maken. Hoewel de benadeelde partijen, waaronder de ouders, in onderhavige zaak geen fysiek letsel hebben opgelopen, kent dit wetsartikel hen ingevolge lid 1 sub b toch een recht op smartengeld toe. De wet spreekt er immers van dat de benadeelde een recht op schadevergoeding heeft wanneer hij of zij „op andere wijze in zijn persoon is aangetast.‟ Aangenomen kan worden dat een persoon in zijn persoon is aangetast wanneer zijn fundamentele rechten zijn geschonden.92 Sprake moet zijn van een „zo ‟ingrijpende aantasting van een „zo‟ fundamenteel recht.93. Ouders menen dat zij zelf als slachtoffer dienen te worden bestempeld in deze bijzondere zaak. Indien u Rechtbank daartoe niet mocht over gaan menen zij dat hun schade dient te worden gezien als schade van het kind. Schade en aansprakelijkheid worden daarbij vanzelfsprekend gebaseerd op art. 6:162 junctis 106 en 107 BW. Vergelijking België
92 93
Mr. M. Jansen, Smartengeld. Uitspraken van de Nederlandse rechter over de vergoeding van immateriële schade, ANWB 2006, p.6 HR Baby Kelly
Pagina 17 van 24
In België heeft de moeder van een minderjarig slachtoffer van Dutroux betoogd dat zij als moeder ook slachtoffer is. Patricia Martin, de moeder van Laetitia Delhez, slachtoffer van Dutroux, is naar de Raad van State
gestapt nadat het Slachtofferfonds haar tussenkomst had geweigerd.
Het Slachtofferfonds beschouwde de moeder van Laetitia niet als een direct slachtoffer van Dutroux94. De Raad van State heeft echter geoordeeld dat de moeder van Laetitia wel degelijk een slachtoffer is van Marc Dutroux, zoals erkend door het Hof van Assisen.95 Het arrest is bijgevoegd als bijlage 5 en bekrachtigd door het Hof van Assisen en daarmee, voor zo ver ik kon nagaan, onherroepelijk. In het kader van rechtseenheid binnen de Europese Unie moge verwacht worden dat alle ingezetenen van de Unie als slachtoffer van een zo‟n ernstig misdrijf gelijke rechten hebben binnen de hele Unie, al helemaal als zulks ziet op de vraag of men wel slachtoffer is. Zou dat niet zo zijn dan kan het lonen voor zedendelinquenten of pedofielen om zich in een specifiek land aan kinderen te gaan vergrijpen. Ik behoef de uitspraken van Roberts M. over onze rechtsstaat, denk ik, niet te herhalen. Materiële schade Algemeen Het seksueel misbruik raakt niet alleen het kind, maar ook de ouders, hun relatie, hun leven en hun sociale netwerk.96 Dat is ernstig omdat de ondersteunende rol die ouders de kinderen in hun ontwikkeling tot volwassenen kunnen bieden wezenlijk is voor hun herstel en prognose.97 Het is dan ook belangrijk dat ouders goed voor zichzelf zorgen, zo geeft ook deskundige Vogtländer aan.98 Het is daarom dat in een aantal gevallen ook kosten worden geclaimd die zien op het op de been houden van ouders, zoals bijvoorbeeld therapiekosten, alsook gederfd inkomen. Dit omdat een aantal ouders vrij van werk moest nemen om nog adequaat voor het kind te kunnen blijven zorgen. Daarmee worden dergelijke inkomensderving en therapiekosten schade van het kind. Deze kosten zijn immers gemaakt ten behoeve van het kind. Ouders moesten en moeten een overmaat aan stress hanteren. Nadere beschrijving daarvan wordt gegeven op pagina 69 van de rapportage van mevrouw Linda M. Vogtländer. Dat er bij ouders sprake lijkt te zijn van schade wordt ook erkend in de rapportage van mevrouw F. Lamers-Winkelman nu zij aangeeft dat ouders op zijn minst99 forse emotionele distress zullen ervaren.100 Op pagina‟s 8 en 9 van de rapportage van mevrouw F. Lamers-Winkelman worden de dilemma‟s omschreven waar ouders mee te kampen hebben in deze zaak. Ga er maar aan staan. Wanneer voldaan is aan de voorwaarde dat hulp redelijkerwijs noodzakelijk is, komt de schade voor vergoeding in aanmerking. Indien uw Rechtbank er, onverhoopt, van uitgaat dat ouders niet zelfstandig slachtoffer zijn van deze verdachte(n), bestaat in beginsel geen recht op schadevergoeding voor schade van de ouders. De wet kent daarop enkele, zij het beperkte, uitzonderingen die geregeld zijn in art. 6:107 en 6:107a BW. Daarbij gaat het steeds om schade die zich als het ware van de gekwetste zelf naar de ouder heeft verplaatst. Inmiddels 94
“Moeder Laetitia is officieel slachtoffer van Dutroux”, De Standaard, 23 oktober 2008 ; “Moeder van Laetitia Delhez naar Raad van State tegen weigering schadevergoeding”, Het Nieuwsblad, 23 maart 2006. Bijgevoegd als bijlage 4. 95 RvS 15 oktober 2008, arrest 187.091, www.raadvst-consetat.be. Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 55. Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 4. 98 Onderzoeksrapport mevrouw Linda M Vogtländer, p. 4. 99 Onderstreept door Raadsman. 100 Rapportage mevrouw F. Lamers-Winkelman, p. 10. 96 97
Pagina 18 van 24
wordt in de rechtspraak aangenomen dat de tijd die ouders aan verpleging en verzorging van een gewond kind besteden, binnen bepaalde grenzen, voor vergoeding in aanmerking komt. Analoog daaraan geredeneerd zou kunnen worden gesteld dat de kinderen in deze zaak die geestelijk gekwetst zijn moeten worden aangemerkt als een gewonde die verzorgd dient te worden. Onder de werking van art. 1407 van het oude Burgerlijk Wetboek had deze schade te gelden als schade van het gewonde kind zelf zodat het gewonde kind zelf daarvan vergoeding kon vorderen. Naar huidig recht wordt, vrij algemeen, aangenomen dat de bewuste schade moet worden aangemerkt als ten behoeve van het kind gemaakte kosten waarvan de ouders op grond van art. 6:107 lid 1 BW vergoeding kunnen vorderen. Dat schade van derden (lees: ouders) voor vergoeding in aanmerking dient te komen, binnen zekere grenzen, wordt in de literatuur steeds vaker bepleit. Voor een overzicht verwijs is u naar T. Hartlief en M.E. Wildenbeest.101 Ouders van een kind dat letsel oploopt kunnen van de door het kind geleden en nog te lijden schade slechts in een hoedanigheid van ouder of voogd vergoeding vorderen.102 Dit was reeds onder het oude recht zo. Zie daarvoor bijvoorbeeld Gerechtshof ‟s-Hertogenbosch 27 april 1961 en Gerechtshof ‟s-Gravenhage 28 juni 1967103. Dat is dan ook wat wij in deze zaak doen. Oppaskosten Voor zover het gaat om een vergoeding van oppaskosten omdat ouders ervoor gekozen hebben zelf op te passen danwel door familie laten op te passen en het kind niet meer langer naar het professionele kinderdagverblijf/opvang te brengen, komen deze kosten analoog aan de uitspraak van de Hoge Raad d.d. 28 mei 1999 voor integrale vergoeding in aanmerking. 104 Het gaat immers om een kind dat gekwetst is en waarvan ouders op redelijke gronden zelf de voor genezing en het herstel van het kind noodzakelijke verzorging op zich nemen, in plaats van die taak over te laten aan professionele voor hun diensten gehonoreerde hulpverleners. In feite wordt in natura aan die verplichting , die primair op de aansprakelijke rust, voldaan. Al in voornoemde uitspraak oordeelde de Hoge Raad dat de redelijkheid met zich brengt dat het de rechter in een dergelijk geval bij het beantwoorden van de vraag of het kind vermogensschade heeft geleden en op welk bedrag die schade kan worden begroot vrij staat, te abstraheren van de omstandigheden dat die taken in feite niet door hulpverleners worden vervuld. Dat de ouders en/of de familie jegens het kind geen aanspraak op een geldelijke beloning voor hun inspanningen kunnen doen gelden en dat zij, zoals hier, in staat zijn die taak te vervullen zonder daardoor inkomsten te derven. Doet daar volgens de Hoge Raad niet aan af. De Hoge Raad heeft nog opgemerkt dat de rechter bij deze wijze van begroting geen hogere vergoeding ter zake van de verzorging mag toewijzen dan het geschatte bedrag van de bespaarde kosten van professionele hulp. Dergelijke bedragen worden dan ook niet door mijn cliënten gevorderd, zodat wat mij betreft alle kosten van oppas door ouders zelf en/of door familie voor vergoeding in aanmerking komen. Uit het onderzoek dat wel werd verricht in Amerika, waar kinderen uit een daycare-centre waren misbruikt blijkt dat die significant meer gedragsproblemen hadden dan vergelijkbare kinderen die geen misbruik hadden meegemaakt.105 Bovendien blijkt dat 70 % van de, in dit onderzoek, misbruikte kinderen angst heeft om naar het kinderdagverblijf te gaan.106
T. Hartlief, NTBR 2003, pag. 72 ev, T. Hartlief, TvP 2006, pag 98 en 104, T. Hartlief, TBR 2008/4, pag. 39-40 en M.E. Wildenbeest, Derdenschade, vergoeding van materiële derdenschade bij letsel en overlijden, 2011, pag. 88, 89, 94, 96, 103 en 105. 102 Vergelijk Groene serie Schadevergoeding, 54, mr. A.T. Bolt. 103 Gerechtshof „s –Hertogenbosch 27 april 1961, NJ 1962/274 en Gerechtshof ‟s-Gravenhage 28 juni 1967, VR 1971/28 104 HR 28 mei 1999, NJ 1999/564. 105 Rapportage mevrouw F. Lamers-Winkelman, p. 5. 106 Rapportage mevrouw F. Lamers-Winkelman, p. 11. 101
Pagina 19 van 24
Dit is van belang omdat verschillende ouders oppaskosten vorderen aangezien zij hun kinderen niet langer of op dat moment niet naar een kinderdagverblijf konden en/of wilden brengen. Daarbij is van belang dat misbruik in kinderdagverblijven anders is, omdat er veel media aandacht is. Deze media aandacht zou stigmatiserend kunnen werken.107 Therapie ouders Analoog aan het arrest Hoge Raad 28 mei 1999 kan worden gesteld dat het kind aanspraak kan maken op de vergoeding van de door ouders gemaakte therapiekosten. Het gaat immers om ten behoeve van het kind gemaakte kosten waarvan het kind vergoeding had kunnen vorderen indien het de kosten zelf had gemaakt. Het is aannemelijk om te stellen dat het kind de kosten zelf zou hebben gemaakt, indien hij dat zou kunnen, omdat uit de stand van de wetenschap108 blijkt dat een stabiele ouderlijke omgeving een beschermende factor is voor het herstel van het kind. Therapie voor ouders is, zo bezien, schadebeperkend voor het kind. Het uitgangspunt is dat de benadeelde, bij tijdig ingrijpen door therapeutisch interventie, meer zelfredzaam zal zijn dan wanneer zulks niet zou gebeuren. Analoog aan de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 10 november 1999 komen de kosten die daarmee gepaard gaan voor vergoeding in aanmerking.109 Verhuiskosten In de literatuur wordt wel het voorbeeld gegeven van verbouwingskosten die ouders moeten maken voor een ernstig gewond kind omdat hun huis aanpassingen behoeft teneinde te kunnen voldoen aan de nieuw ontstane situatie welke is veroorzaakt door de verwonding. Dergelijke kosten komen op grond van art. 6:107 jo 6:107a BW voor vergoeding in aanmerking. Analoog daaraan geredeneerd zou betoogd kunnen worden dat verhuiskosten teneinde verder psychisch leed te voorkomen, danwel te beperken, eveneens voor vergoeding in aanmerking zouden moeten komen. In een aantal gevallen wordt door ons voor cliënten verhuiskosten gevorderd. Het betreft dan mensen die woonachtig waren tegenover of naast het Hofnarretje of het huis van de verdachten. Hereniging met familie Sommige van onze cliënten hebben familie in het buitenland, danwel verbleven zelf in het buitenland, terwijl de partner in Nederland verbleef. In een aantal gevallen wordt daarvoor reiskosten in rekening gebracht teneinde vader en moeder met kinderen te verenigen en/of direct na het bekend worden van de Zedenzaak zichzelf bij familie te kunnen voegen. Blijkens de Memorie van Toelichting pagina 1285, bij het invoeren van art. 6:107 BW, wordt de vergoedbaarheid van bezoekkosten, waar ik hier op doel, beperkt door de redelijkheid: ik citeer “zo zal het gerechtvaardigd kunnen zijn dat de echtgenoot of één der kinderen van het slachtoffer, dat in ernstige toestand in het buitenland in het ziekenhuis terecht komt, zich daarheen begeeft, maar niet ook dat ooms, tantes en neven dit doen.” Wat hier in concreto geldt zal uiteraard afhangen van de omstandigheden van het geval. Voor de vergoeding van bezoekkosten is vereist dat de persoonlijke relatie tussen de derdebezoeker en de benadeelde zodanig nauw is dat het maken van de kosten daardoor is gerechtvaardigd. Ik meen dat in de vorderingen waarin wij dat doen zulks gerechtvaardigd is.110 Kosten rechtsbijstand Sommige van onze cliënten ontvangen rechtsbijstand op betalende basis. Daarvan zijn declaraties bij de vorderingen benadeelde partij gevoegd met daarbij bovendien een specificatie van de verrichte werkzaamheden.
E.A. Landsmeer-Beker, kinderarts sociale pediatrie p. 22. Zo stellen de door u Rechtbank ambtshalve benoemde deskundigen 109 Rechtbank Amsterdam 10 november 1999, VR 2000/94. 110 Vergelijk Gerechtshof Arnhem 5 december 2006, LJN AZ6510, alsmede Asser/Hartkamp en Sieburgh 6-II 2009/153-154. 107 108
Pagina 20 van 24
Nu die verrichte werkzaamheden zagen op vaststelling van de schade en aansprakelijkheid ter verkrijging van voldoening komen die voor vergoeding in aanmerking.111 Naast de dossier gebonden gespecificeerde uren is een bedrag aan vergoeding voor zogenoemde algemene uren aan rechtsbijstand gevorderd. Vanaf medio december 2010 tot op heden zijn er ten behoeve van alle ouders door mij en mijn medewerkers werkzaamheden uitgevoerd. Deze zijn op de facturen gespecificeerd als 1/40e deel van de algemene kosten. Deze algemene werkzaamheden omvatten onder meer het bijwonen van besprekingen, voeren van gesprekken en correspondentie, het informeren van alle cliënten over ontwikkelingen, hun rechten als mogelijk slachtoffer en benadeelde partij, het verloop van zittingen en beslissingen van deze Rechtbank. Daarnaast zijn er vanzelfsprekend zittingsdagen bijgewoond, waarbij heeft te gelden dat alleen de algemene zittingstijd, dus bijvoorbeeld niet de tijd voor de behandeling van specifieke kinddossiers, onder de algemene uren is geschreven. Gezien de omvang van de strafzaak en het feit dat gedurende de algemene onderdelen van de zittingen, zoals bekend, een zaal voor de ouders beschikbaar is, geldt voor een groot deel van de algemeen geschreven tijd dat op dat moment zowel ik zelf als mijn medewerkster, mevrouw Van Egmond (hierna WE), tijd hebben besteed aan onderhavige zaak. Diverse bijeenkomsten met ouders RK en WE, inclusief voor- en nabesprekingen en reistijden Voor aanvang van en gedurende de strafzaak heeft een aantal bijeenkomsten ten behoeve van ouders plaats gevonden. Een aantal van de bijeenkomsten die namens en ten behoeve van cliënten zijn bijgewoond zijn: -
Movenpick bijeenkomst 1 Movenpick bijeenkomst 2 Bijeenkomst stadhuis ouderinfo Informatie bijeenkomst familierechercheurs Commissie Gunning bijeenkomsten Presentatie Nationaal Rapporteur Mensenhandel en kinderpornografie
Besprekingen algemeen RK en WE: Ten behoeve van het op adequate wijze kunnen informeren van cliënten over de ontwikkelingen in het traject naar en tijdens de strafzaak zelve, en het onder de aandacht brengen van zaaks relevante punten die spelen bij cliënten zijn meerdere gesprekken gevoerd met instanties en personen die bij de zaak betrokken zijn. Een aantal voorbeelden van dergelijke gesprekken is: -
zedenpolitie voortgang zaak op bureau en telefonisch gesprek met hulpverleners gesprek met afdeling communicatie gemeente over opzetten website voor ouders Nationaal rapporteur mensenhandel Defence for Children kinderrechtenrapportage spreekrecht / sluiting deuren Defence for Children heeft zich vanaf het begin van de zaak uitgesproken voor de rechten van de minderjarigen en hun ouders. Ter onderbouwing van de verzoeken namens de ouders ten aanzien van het spreekrecht, sluiting der deuren en de anonimiteit in algemene zin, heeft Defence for Children een aantal mensenrechtenrapportages opgesteld. Ter informering van Defence for Children heeft een aantal keer overleg plaats gevonden, opdat zij hun standpunt hiertoe konden bepalen.
-
SHN
Vergelijk Aantekening 179-207 op artikel 96 BW van de Groene serie Schadevergoeding, alsook Asser/Hartkamp en Sieburgh 6-II 2009/28. 111
Pagina 21 van 24
Met Slachtofferhulp Nederland is onder meer overleg gevoerd over het feit dat zij in eerste instantie geen mogelijkheden voor onder meer het spreekrecht voor ouders zagen. Uiteindelijk heeft SHN ,na overleg, besloten dit standpunt wel te delen. Ook de informatievoorziening richting ouders was herhaalde malen onderwerp van gesprek, overigens ook met politie en OM. -
Diverse besprekingen met diverse gemeentelijke diensten
Gedurende het onderzoek werden cliënten via mij geïnformeerd over onder meer het onderzoek ten aanzien van de gevonden beelden en het aanleveren van de foto‟s ten behoeve hiervan, arrestaties etc. etc..
Zittingen openbaar, inclusief voor een nabesprekingen RK en WE: -
Pro forma 1 Pro forma 2 Pro forma 3 Regiezitting Uitspraak regiezitting Wraking Van O. Wraking M. Inhoudelijke behandeling
17-03-2011 17-06-2011 14-09-2011 25-09-2011 15-12-2011 23-05-2011 13-12-2012 vanaf 12-03-2011
Opstellen processtukken RK en WE t.b.v. : Ten behoeve van de zitting van 17 juni, 14 september en 25 november 2011 is namens de slachtoffers pleidooi gevoerd ten behoeve van het waarborgen van de anonimiteit, sluiting der deuren, de stelling dat ouders zelf wel degelijk slachtoffer zijn, afschrift van de PBC rapportages, processtukken en het spreekrecht voor ouders. Ten aanzien van dit laatste onderdeel heeft te gelden dat dit zelfs twee keer uitgebreid bepleit moest worden, vanwege het verzoek van de verdediging van beide verdachten het reeds aan ouders toegekende spreekrecht in te trekken. Vanzelfsprekend is aan de pleidooien de nodige studie en voorbereiding vooraf gegaan. Besprekingen OM telefonisch en in persoon: Met het OM is gesproken over verschillende zaken, zoals het spreekrecht voor ouders, anonimiteit door middel van het gebruik van nummers voor kinddossiers, verzoek afschrift rapportages PBC en logistieke zaken ten behoeve van het plannen van onder meer slachtoffergesprekken en openbare zittingen. Informatie voorziening aan ouders: Voor een groot deel van mijn cliënten heeft te gelden dat zij zo min mogelijk geconfronteerd willen worden met verdachten en andere zaken rondom het proces. Daarnaast was het voor cliënten van belang om heftige zaken niet uit het nieuws te vernemen. Zij prefereerden het dergelijke zaken vooreerst via ons kantoor te vernemen, waardoor e.e.a. minder hard binnen zou komen. Om deze reden werden wij ten behoeve van de ouders gewaarschuwd door het OM, politie en gemeente voordat informatie naar buiten werd gebracht. Zo werd ik gebeld over aanhoudingen in het buitenland of vanwege het feit dat een buitenlandse verdachte was overleden. Ouders werden daaropvolgend geïnformeerd, hetgeen tijdsintensief geweest is nu er herhaaldelijk nieuwe informatie aan het licht kwam die van belang was voor de betrokken gezinnen. Pagina 22 van 24
Ik noem als voorbeeld het feit dat verdachte Edwin R. werd vrijgelaten uit hechtenis of dat de recherche toegang had tot de computer van verdachte Roberts M.. Voor het overige heeft te gelden dat ouders, ook als zij niet bij zittingen aanwezig zijn, op de hoogte willen blijven van hetgeen zich op zitting heeft afgespeeld, de beslissingen van U rechtbank en de consequenties die dit heeft voor de gezinnen. De juridische discussie over het spreekrecht, het feit dat niet alle geleden schade binnen het strafproces voor vergoeding in aanmerking komt of het feit dat een spreekrechtverklaring geen uitlatingen over de strafmaat mag bevatten, zijn voorbeelden van zaken die uitleg behoeven voor het grootste deel van de ouders. Als overige voorbeelden van zaken waarover met ouders in algemene zin gesproken, danwel gecorrespondeerd, is geef ik u: -
Voortgang proces Ten laste leggingen (geen) afschrift PBC rapportages Logistiek en (gewijzigde) planning zittingen Arrest Hoge Raad spreekrecht maart 2012 Voorbereiding algemeen deel vorderingen Uitleg TBS systeem
In de loop van het proces zijn er vanuit de ouders verschillende verzoeken gedaan, zoals het voorkomen dat de beeltenis van Roberts M. zou worden gebruikt op een flyer ter promotie van een congres of protest aantekenen dat er van verdachte M. een documentaire gemaakt wordt, waarbij gefilmd zou worden in deze Rechtbank. Correspondentie Dat er sinds december 2010 veelvuldig met verschillende partijen gecorrespondeerd is over onderhavige strafzaak spreekt voor zich. Enkele voorbeelden van correspondentie die aan ouders, voorzien van tekst en commentaar, werden doorgeleid zijn: -
correspondentie Rechtbank correspondentie verdediging correspondentie OM correspondentie derden, waaronder EU commissie, Defence for Children e.a. processtukken
Informatie derden over kinderdagverblijf, M., schade door misbruik, spreekrecht Vanaf het begin van de strafzaak werd ons kantoor overspoeld met telefoon en e-mails van personen met informatie over onder meer: -
gang van zaken op het Hofnarretje informatie over verdachten voorbeelden van eerder toegekend spreekrecht in zaken met minderjarige slachtoffers voorbeelden van volwassenen die schade geleden hebben door misbruik in het verleden mededelingen over GGD rapportages
Daarnaast hebben leidsters van het kinderdagverblijf verklaringen aan mij afgelegd over de gang van zaken op de kinderdagverblijven. Deze informatie was in enkele gevallen relevant en gebruikt is ter informering van het OM of onderbouwing van de verzoeken namens ouders. Tussentijdse conclusie Alvorens toe te komen aan het deel dat achter gesloten deuren zal plaatsvinden en waarin ik nog opmerkingen zal maken per gezin over specifieke omstandigheden die op dat gezin zien, kom ik tot de tussentijdse conclusie Pagina 23 van 24
dat ik uw Rechtbank verzoek de vorderingen voor wat betreft zowel de materiële als de immateriële schadevergoeding toe te wijzen. In onderhavige zaak is bij alle slachtoffers sprake van inbreuk op hun recht op lichamelijke integriteit dat volgt uit art. 8 EVRM. Daarbij is bij alle slachtoffers ook inbreuk gemaakt op het recht op respect voor hun familie- en gezinsleven dat tevens voortvloeit uit art. 8 EVRM. Bij een groot gedeelte van de slachtoffers in deze zaak is inbreuk gemaakt op hun privacy door het opnemen van beeldmateriaal en de verspreiding daarvan. Gezien bovenstaande verzoek ik uw Rechtbank per schending van een fundamenteel recht van de slachtoffers een immateriële schadevergoeding van € 8.000,00 toe te kennen. Deze rechten zijn allen fundamentele rechten zoals bedoeld in het Baby Kelly-arrest. Een schadevergoeding van deze hoogte zien de ouders,SHN alsmede ik zelf, gezien de jurisprudentie van het EHRM bij schending van gelijkende fundamentele rechten als in onderhavige zaak, de aard en ernst van de schendingen, als billijk. Mocht uw Rechtbank van oordeel zijn dat de vordering deels onevenredig belastend is voor behandeling in het strafgeding, dan verzoeken cliënten uw Rechtbank om het deel dat niet onevenredig belastend is toe te wijzen en de vordering voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren (in plaats van af te wijzen). Al mijn cliënten behouden zich uitdrukkelijk het recht voor om eventueel overige, al dan niet nu nog niet bekende of gevorderde, schade in een later stadium via een civiele procedure van de verdachten te vorderen. In de individuele toelichtingen die u straks achter gesloten deuren zult horen, staat telkenmale opgenomen dat ik een voorschot vorder van bedrag X of Y. Ik hecht eraan reeds hier uit te leggen dat “voorschot” bedoeld is als zijnde dat de schade op dit moment reeds groter is dan de bedragen die wij vorderen en bovendien naar verwachting nog groter zullen worden. Met voorschot wordt dus uitdrukkelijk niet bedoeld dat wij alvast een voorschot zouden nemen op schade die nog moet ontstaan. De schade die wordt gevorderd is schade die thans is geleden. Om redenen van duidelijkheid leek het mij verstandig dat, reeds nu, voor al mijn cliënten ineens te melden. Dat dit misdrijf het leven van mijn cliënten voorgoed heeft veranderd en dat zulk leed voor vergoeding in aanmerking behoort te komen waarbij schade de van de ouder heeft te gelden als schade van het kind blijkt onder meer uit de uitlating van een ouder tijdens het spreekrecht:
“Ik heb voortdurend angst en zorgen. Pas als ik zie dat mijn kind plezier heeft kan ik mijn eigen verdriet toelaten……. Juist als mijn kinderen blij zijn voel ik me intens verdrietig” en dat voelt het kind dan weer.
Pagina 24 van 24