De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie wat de afronding van mijn studie Communicatiewetenschap belichaamt. Een studie die ik met veel plezier heb gedaan en waar ik erg veel van heb geleerd. Ik wil me in dit voorwoord richten op twee groepen mensen. De eerste groep bestaat uit de mensen die ik speciaal wil danken: mijn ouders, mijn vriendin en de docenten Mark Leenders, Jo Bardoel, Robert Adolfsson en mijn scriptiebegeleider Piet Bakker.
Als tweede wil ik me richten op de student die aan het begin van het scriptietraject staat en nu dit voorwoord leest. Elk voorwoord dat ik las voordat ik met mijn scriptie begon straalde uit dat het schrijven van een scriptie een lijdzaam en moeilijk proces is. Doordat dit van student naar student en van voorwoord naar voorwoord wordt ‘doorgegeven’, wordt ‘gecultiveerd’ dat een scriptie schrijven vooral niet leuk is. Deze vicieuze cirkel wil ik doorbreken en daarom: heb plezier! (tevens: wees niet te ambitieus en focus niet teveel op het eindresultaat)
Rutger Docter (Januari 2006)
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Samenvatting Dit onderzoek zoekt naar een verklaring voor het wijdverspreide downloaden van muziek door middel van filesharing technologieën. De muziekindustrie kiest ervoor de gebruikers van p2p netwerken te vuur en te zwaard te bestrijden, zonder zich te verdiepen in de p2p gebruiker. Dit onderzoek wil door middel van een combinatie van uses en gratifications theorie en de diffusietheorie het p2pgebruik beschrijven. Deze theoretische combinatie kan worden geschaard onder de ‘mutual shaping of technology’. De uses en gratifications theorie is operationeel vertaald naar motieven en de diffusietheorie is vertaald naar technologische eigenschappen. Deze factoren zijn empirisch getoetst door middel van een online survey die ingevuld werd door 340 respondenten. De meest belangrijke motieven zijn ‘convenience’, ‘new music seeking’ en ‘library storage’ en de meest belangrijke technologische eigenschappen zijn in absolute zin complexiteit en comparatief voordeel en in relatieve zin (ten opzichte van de mate van p2p gebruik) zijn alle technologische eigenschappen (behalve testbaarheid) in bescheiden mate aangenomen. De resultaten zijn gebruikt voor een aanzet naar een ‘perfect’ p2p systeem genaamd Yeah!.
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Inhoudsopgave
1 Inleiding.................................................................................................................................. 1 1.1 De juridische oorlogsvoering van de muziekindustrie................................................... 1 1.2 Het gebruik van filesharing technologieën nader bekeken ........................................... 3 1.4 Onderzoeksvraag ............................................................................................................. 5 1.4.1 Afbakening................................................................................................................. 5 1.5 Relevantie......................................................................................................................... 6 1.6 Indeling............................................................................................................................ 7 2 Theorie.................................................................................................................................... 9 2.1 Twee verschillende benaderingen binnen technology studies....................................... 9 2.1.1 De twee benaderingen bijeen: ‘mutual shaping of technology’.............................. 10 2.1.2 Van algemene naar concrete theorie ...................................................................... 10 2.2 Diffusietheorie: de technologie als verklarende factor................................................ 11 2.3 Uses and Gratifications: de gebruiker als verklarende factor..................................... 13 2.3.1 Uses and Gratifications in deze scriptie ................................................................. 13 2.4 Kenmerken van de gebruiker ........................................................................................ 16 2.5 Theoretisch raamwerk................................................................................................... 18 3 Methoden.............................................................................................................................. 19 3.1 Deelvragen ..................................................................................................................... 19 3.2 Methoden van datavergaring ........................................................................................ 19 3.2.1 Surveymethode ........................................................................................................ 20 3.2.2 Deelvraag I: Kwalitatief vooronderzoek................................................................. 20 3.2.3 Respondenten .......................................................................................................... 21 3.2.4 Meetbaarheid begrippen ......................................................................................... 23 3.3 Methoden van data analyse........................................................................................... 24 3.3.1 Forumdiscussies ...................................................................................................... 24 3.3.2 Survey ...................................................................................................................... 24 4 Resultaten............................................................................................................................. 25 4.1 Exploratief onderzoek deelvraag I................................................................................ 25 4.1.1 Motieven uit theoretisch kader................................................................................ 25 4.1.2 De motieven ‘convenience’ en ‘consumer emancipation’....................................... 27 4.2 Ontwikkeling survey ...................................................................................................... 29 4.3 Resultaten survey........................................................................................................... 30 4.3.1 Beschrijving steekproef ........................................................................................... 30 4.3.2 Deelvraag I.............................................................................................................. 34 4.3.3 Deelvraag II ............................................................................................................ 43 4.3.4 Deelvraag III ........................................................................................................... 50
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
5 Conclusies en discussie........................................................................................................ 56 5.1 Antwoorden op de deelvragen........................................................................................ 56 5.1.1 De onderzoeksvraag beantwoord............................................................................ 61 5.2 Beperkingen................................................................................................................... 62 5.3 Gevolgen voor de gevestigde en nieuwe muziekindustrie ............................................ 63 5.3.1 Een ‘perfect’ p2p systeem: Yeah!............................................................................ 64 5.4 Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek .................................................................. 66 Bibliografie.............................................................................................................................. 67
Appendices .............................................................................................................................. 75 Appendix 1: Eerste post forumdiscussie............................................................................. 75 Appendix 2: Mail Survey..................................................................................................... 75 Appendix 3: Survey ............................................................................................................. 76 Appendix 4: Deelvraag I ..................................................................................................... 83 Appendix 5: Deelvraag II.................................................................................................... 94 Appendix 6: Deelvraag III .................................................................................................. 97
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
1 Inleiding De jaren negentig kunnen beschouwd worden als het decennium waarin zowel de personal computer als het internet bij een groot publiek doorbraken (Negroponte, 1995; Rogers, 1995). Beide ‘uitvindingen’ hebben in de loop der jaren een gigantische invloed op ons dagelijks leven, op bedrijven en op samenlevingen als geheel gekregen (Castells, 2001). Het internet leverde (en levert) veelbesproken innovaties op, waaronder zogenaamde filesharing technologieën, ook wel bekend als ‘peer-to-peer’ (p2p) netwerken.
Het eerste p2p netwerk dat een massapubliek bereikte was Napster, geïntroduceerd in 1999. Dit programma, geschreven door student (!) Shawn Fanning, bereikte in slechts twaalf maanden vijfentwintig miljoen gebruikers, die vooral muziek uitwisselden (Krishnan, Smith & Telang, 2003, p. 2), Napster werd gezien als een ‘revolutie’ (Fox, 2002; Doyle, 2002). Maar waarom werd Napster zo’n groot succes? Het maken van kopieën was niet nieuw, al met videorecorders, fotokopieermachines en taperecorders was dit mogelijk (Liebowitz, 1985; Varian, 2005). Echter in tegenstelling tot analoge kopieën, is een digitale kopie kwalitatief niet van het origineel te onderscheiden. Er treedt geen kwaliteitsverlies op als een bepaalde song veel gekopieerd wordt: elke kopie is identiek. Door Napster werd het voor gebruikers mogelijk deze digitale kopieën op grote schaal met elkaar te delen. Dit werd tevens vergemakkelijkt doordat de muziek ‘gecomprimeerd’ was. Dit houdt in dat de bestandsgrootte sterk kon worden verkleind door de compressietechniek ‘mpeg audio layer-3’ (mp3), waardoor het veel sneller kon worden gedistribueerd. Het succes van Napster is dan ook niet los te zien van het succes van mp3 (Fox, 2002, pp. 2-4; Kasaras, 2002, pp. 2-4; Dujmovic & Mellegard, 2002). Daarnaast was er een groeiende penetratie van breedband internet en werd computer hardware steeds goedkoper (Bakker, 2005, p. 43). Al deze ontwikkelingen bij elkaar zorgden voor het succes van Napster: de p2p revolutie was geboren.
1.1 De juridische oorlogsvoering van de muziekindustrie Muziek was door de opkomst van p2p netwerken een economisch goed geworden waar vele mensen niet meer voor betaalden (Dolfsma, 2004). Een ontwikkeling die op het internet al wijdverspreid was, zoals bijvoorbeeld Segal (1996, p. 99), ruim voor de Napster revolutie, duidelijk maakte: “Cyberspace has bred an entitlement philosophy in Internet users. The prevailing dogma is that anything available over the Internet is free, or at least should be”. Napster zorgde er dus voor dat de muziekindustrie steeds moeilijker geld kon verdienen op de manier zoals ze gewend waren (Berkman Center for Internet and Society, 2005a). De 1
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
muziekindustrie werd daarom ‘gedwongen’ in te grijpen. In 2000 werd Napster door de Amerikaanse rechtbank gemaand haar netwerk te ‘sluiten’ wegens het faciliteren van auteursrechtschendingen, waarbij veroordeling makkelijker werd gemaakt door Napster’s gebruik van een centrale database (Berkman Center for Internet Society, 2005a, p. 22). Ook recentelijk was er in de Verenigde Staten een belangwekkende rechtszaak (Hollywood wins Internet piracy battle, 2005). De filmstudio MGM klaagde het filesharing netwerk Grokster aan voor het stimuleren van ‘het stelen van muziek’ en ‘piraterij’. De jurisprudentie (de Betamax zaak is een veelgenoemd voorbeeld (Liebowitz, 2003)) leek in het voordeel van Grokster, namelijk dat een technologiebedrijf niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor hoe de gebruikers haar technologie gebruiken. Echter, 27 juni jongstleden kwam rechter David Souter met het oordeel dat Grokster ‘unmistakable’ verantwoordelijk kan worden gehouden voor auteursrechtschendingen door de gebruikers (CNN, 2005). De muziekindustrie juichte, de technologie industrie en belangenorganisaties voor consumenten waren teleurgesteld.
Naast rechtszaken tegen makers van p2p programma’s worden ook individuele gebruikers die veel songs ter beschikking stellen (‘uploaden’) juridisch vervolgd. In 2004 werden er zevenhonderd zaken begonnen in Europa (in Nederland is stichting BREIN een aanjager hiervan (Brein onderneemt juridische stappen tegen tweeëndertig internetters, 2005)) en maar liefst zesduizend in de Verenigde Staten. Deze zaken resulteerden vooral in schikkingen van vierduizend euro tot dertienduizend euro (IFPI, 2005). Jessica Litman (2003; 2004) is een van de criticasters van deze ‘juridische oorlogsbenadering’ van de muziekindustrie. Ten eerste heeft ze kritiek op het feit dat de muziekmaatschappijen bij herhaling naar voren brengen dat gebruikers van filesharing technologieën zich schuldig maken aan diefstal, terwijl dit volgens haar nergens juridische grondslag vindt. Sterker, ze stelt dat de meeste regels met betrekking tot auteursrecht op het internet ‘verzonnen’ zijn (p. 218): “In the Internet arena, almost all of the copyright rules you hear are made up rules”. Ten tweede wordt er nooit een principieel juridisch oordeel geveld hierover, omdat de gedagvaarde gebruikers door de advocaten onder grote (financiële) druk worden gezet. Hierdoor kiezen de meeste aangeklaagde gebruikers eieren voor hun geld en schikken de zaak (p. 220). De publiciteit hierover (een voorbeeld hiervan is dit citaat van Cary Sherman, president van de RIAA: “The law is very clear. What they are doing is stealing” (Litman, 2003, p. 219)) wordt dan weer gebruikt door de muziekindustrie om alle filesharing gebruikers ‘piraten’ te noemen. Hierdoor ontstaat een
2
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
vicieuze cirkel die alleen te doorbreken is door meer vragen te stellen over de redenen van het p2p gebruik.
1.2 Het gebruik van filesharing technologieën nader bekeken De juridische benadering van de muziekindustrie heeft als gevolg dat er weinig publieke discussie plaatsvindt waarom filesharing technologieën zoveel worden gebruikt, zonder in ‘piraten terminologie’ te vervallen. Volgens Litman (2003, p. 220) zijn ‘piraten’ mensen die met ‘counterfeit kopieën’ (kopieën die niet van het origineel zijn te onderscheiden) geld verdienen en hiervoor zeer terecht worden gestraft. In het publieke debat wordt echter iedereen die een kopie maakt per definitie een piraat. Het ‘piratenidioom’ wordt door veel media klakkeloos en zonder ‘aanziens des gebruiks’ overgenomen. Een voorbeeld hiervan is dat de Volkskrant (28 juni, 2005) op de voorpagina de volgende kop afdrukt: “Hof: makers piraten-software strafbaar”. Verder wordt er de laatste jaren veel gesproken over toekomstige businessmodellen voor de muziekindustrie (Berkman Center for Internet and Society, 2005a; 2005b). Maar hoe kan men het over toekomstige businessmodellen hebben als men zich niet verdiept in het consumentengedrag van miljoenen mensen (Dujmovic & Mellegard, 2002)?
Dat men zich hierin verdiept is ook voor de muziekindustrie relevant, het gebruik van filesharing technologieën is namelijk niet afgenomen door alle juridische acties1 of door de opkomst van ‘legale’ muziekdiensten als iTunes (Freedman, 2003). Integendeel: “although the mainstream media tends to report there is a decline in p2p and filesharing usage, it appears this is largely incorrect. Quite the contrary, the interest in p2p and filesharing networks appears to be at an all time high.” (Interest in File-Sharing at All Time High, 2005). Geconcludeerd wordt dat het totale aantal gebruikers van filesharing technologieën in maart vorig jaar 8,5 miljoen is (tegen 5,5 miljoen in 2003 en 7,0 miljoen in 2004 (bron: http://www.bigchampagne,com) ), dus "the presence of peer-to-peer file-sharing options in the market remains an influential force on consumer digital music acquisition behavior" (Interest in File-Sharing at All Time High, 2005). Met recht een invloedrijke kracht, want er worden elke week meer dan een miljard bestanden gedownload door middel van filesharing technologieën (Liebowitz, 2004). 1
Ook in 1999 was deze trend zichtbaar: de neergang van Napster hield niet in dat alle voormalige gebruikers van dit netwerk (in haar oude vorm) nu wel opeens legale diensten gingen gebruiken. Webnoise Research (In: Fox, 2002, p. 8) onderzocht 3000 studenten hoe ze nu muziek online gingen verwerven. Maar liefst 78% antwoordde dat hij of zij ging overstappen naar een ander bron van gratis muziek. Slechts 21% stapte over op legale diensten (waarvan destijds mp3.com de grootste was).
3
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Filesharing is voor grote groepen mensen, vooral jongeren, dus als het ware ‘natuurlijk gedrag’ geworden. Ook Lessig (Lawrence Lessig vecht tegen de rechtenoorlog, 2004, p. 1) signaleert het: “(..) de totaal andere manier waarop jongeren media gebruiken. Hun essentie van cultuur is dat alles voor een eigen interpretatie te gebruiken is, om te samplen en te remixen. Maar de wet maakt nu illegaal wat voor jongeren natuurlijk is geworden [namelijk filesharing, RD]. Lehman-Wilzig en Cohen-Avigdor (2004, p. 722) zeggen het als volgt: “The threat to older media is a cultural-generational one. (..) new media can change profoundly the way is which content is consumed and perceived”.
In deze scriptie wil ik onderzoeken waarom de consument van de zogenaamde ‘digitale generatie’ filesharing technologieën gebruikt. Wat drijft hem of haar? Vaak wordt inkomen als belangrijke factor aangehaald hiervoor. Zo doet Bakker (2005, p. 53) de volgende aanname over de verschillende consumentengroepen van filesharing netwerken en betaalde downloaddiensten2: consumenten die meer tijd dan geld hebben gebruiken p2p diensten, consumenten die meer geld dan tijd hebben betaalde downloaddiensten. Deze aanname zou je als volgt kunnen extrapoleren richting de toekomst: wanneer de groep die nu veel gebruik maakt van filesharing technologieën (vooral in de leeftijd van 12 tot 29 (Pew Internet, 2003, p. 5; 2005)) meer gaat verdienen stapt ze over op betaalde downloaddiensten. Maar is dit wel zo? Is er niet veel meer aan de hand? Is het gebruik van filesharing technologieën niet een ‘logische’ uitkomst van de veranderende behoeften en attitudes van de jongeren van nu, die dagelijks vele uren op het internet doorbrengen (SCP, 2004; CBS, 2004)? Het volgende citaat van Kwong en Lee (2002, p. 7) geeft al indicatie in deze richting, ze vonden het “surprising to find that the income of the respondents (..) do not shown to have a significant effect on the piracy behavior”.
Consumenten van de digitale generatie zouden dus weleens p2p kunnen blijven gebruiken, zeker wanneer deze gebruiksvriendelijker en veiliger worden (Dujmovic & Mellegard, 2002). Reden van zorg, volgens Mark Fox (2002): “This phenomenon [gebruik van filesharing technologieën, RD] is of particular concern to the music industry as these young consumers may, when they enter the workforce, continue to obtain music for free”. Betaalde downloaddiensten als alternatief voor filesharing netwerken zijn dus niet zaligmakend,
2
Er zit slechts een geringe overlap tussen gebruikers van filesharing technologieën en betaalde diensten. Onderzoek van Pew Internet (2005) bracht aan het licht dat negen procent van de huishoudens zowel betaalde diensten als filesharing technologieën gebruikt.
4
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Bakker (2005, p. 54) hierover: “Als ze [betaalde diensten en p2p, RD] perfecte substituten waren, dan zou het prijsverschil resulteren in een zeer bescheiden aantal betaalde downloads”. Een indicatie dat dit misschien al wel het geval is geeft een poll op de site multiscope.nl3 aan. Met de stelling “Illegaal muziek/software downloaden is nog altijd aantrekkelijker dan legaal downloaden of kopen” was maar liefst 82% het eens (n=665)!
Inzicht in het gebruik van p2p programma’s onder de digitale generatie kan ons veel leren over de toekomst, aangezien de zogenaamde digitale generatie groter en groter wordt. Onderzoeksbureau Gartner (2003) hierover: “By 2020, 60% of the population will be “media-active,” born since 1975 and raised on the Internet. Media companies must take these generational changes into account.”
1.4 Onderzoeksvraag In de vorige paragrafen is uiteengezet dat de redenen voor het gebruik van filesharing technologieën vaak overschaduwd worden door het begrip ‘piraterij’. Het is echter belangwekkend en wetenschappelijk interessant om deze redenen te begrijpen en te verklaren. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvraag:
Hoe kan het gebruik van filesharing technologieën onder de digitale generatie worden verklaard?
1.4.1 Afbakening Voordat de relevantie van deze onderzoeksvraag wordt aangegeven, eerst wat belangrijke restricties. Als eerste met betrekking tot het begrip ‘gebruik’. Het gebruik van filesharing technologieën valt uiteen in downloaden en uploaden (het delen van een bestand). Download gedrag is actiever gedrag, in tegenstelling tot uploaden aangezien de upload functie automatisch aanstaat bij p2p programma’s (Oram, 2001). ‘Download gedrag’ is fundamenteel anders dan ‘upload gedrag’, onder ‘gebruik’ wordt in deze scriptie daarom alleen het downloaden verstaan.
Een verdere aanscherping: slechts het downloaden van muziek zal worden besproken in deze scriptie. De reden voor de keuze is dat muziek als eerste werd gecomprimeerd (mp3). Gevolg
3
Bron: http://www.multiscope.nl/poll/pollarchief2.phtml?poll_action=viewPosted&poll_id=136
5
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
hiervan is dat het als eerste op het p2p netwerk Napster werd gedistribueerd (Zhang, 2002, p. 2; Kasaras, 2002, pp. 2-4). Muziek is dus een voorloper te noemen, nog steeds is het merendeel van de files op filesharing netwerken muziek. De IFPI meldt dat er op filesharing netwerken ongeveer 800 miljoen muziekbestanden worden aangeboden (IFPI, 2005, pp. 2223). Ook al moet worden aangetekend dat het hier niet gaat om allemaal unieke songs, van mainstream muziek bevinden zich dikwijls meer dan één versie op een p2p netwerk, muziek is nog steeds wel de reden voor veel mensen een p2p programma te gebruiken (Liebowitz, 2004).
Ook het begrip ‘digitale generatie’ heeft verdere afbakening nodig. De eerste beperking die te maken is, is dat vanuit methodische overwegingen slechts consumenten uit Nederland subjecten van onderzoek waren in deze scriptie. De tweede beperking is meer inhoudelijk, namelijk wat is de ‘digitale generatie’ precies? Dit begrip houdt in dat mensen internet en digitale technologie als natuurlijk integreren in hun dagelijks leven. Deze consumentengroep is over het algemeen sterk computer ‘geleerd’4 (Holm, 2000) en groeide op met het internet. De leeftijdsgrens waar de digitale generatie begint, het bleek al uit eerder citaat van Gartner, wordt vaak gesteld op mensen geboren na 1975 (dus onder de dertig jaar). De logica van deze grens is dat mensen jonger dan dertig bij de opkomst van internet niet te oud waren om deze technologie te leren gebruiken. Het leereffect bij de digitale generatie is dus het hoogst, deze groep scoort dan ook het hoogst op zogenaamde ‘digitale vaardigheden’ (SCP, 2004, pp. 107114; Kusek & Leonard, 2005, pp. 97-107; CBS, 2004).
1.5 Relevantie Deze scriptie is zowel sociaal-cultureel, juridisch als economisch van belang. Om te beginnen met de sociaal-culturele relevantie, kan deze scriptie bijdragen aan een beter begrip van filesharing door inzichten in het gebruik ervan. Dit kan ervoor zorgen dat de (toekomstige) mogelijkheden van p2p beter kunnen worden benut. Bijvoorbeeld dat er door filesharing meer culturele mediagoederen worden geconsumeerd, doordat het makkelijker toegankelijk en doorzoekbaar is. Ook kunnen artiesten die bij platenmaatschappijen geen kans krijgen, via p2p netwerken hun muziek distribueren, waardoor er meer diversiteit zou kunnen ontstaan ( 4 De stelregel dat jongeren beter dan ouderen met computers overweg vindt weerslag in het rapport ‘Jeugd 2003: cijfers en feiten’ van het CBS (2004, p. 122): “Jongeren beschikken over meer computervaardigheden dan 25plussers.” Deels zou dit door de attitude kunnen komen (CBS, 2004, p. 123): “de houding ten opzichte van moderne ict-hulpmiddelen verschilt duidelijk met die van de bevolking vanaf 25 jaar. Over het algemeen staan jongeren positiever tegenover computers dan 25-plussers.
6
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Lawrence Lessig vecht tegen de rechtenoorlog, 2004, p. 1; Lehman-Wilzig en CohenAvigdor, 2004, p. 716; Bardoel & Van Cuilenburg, 2002). Ons ‘culturele erfgoed’ zal steeds digitaler worden en onze cultuur verbonden te laten zijn is het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen toegang hebben hiertoe: weer een mogelijke toepassing van p2p (Litman, 2004, pp. 24-26).
Met de geschetste rechtszaken in het achterhoofd, is deze scriptie zowel voor wetgevende als de rechterlijke macht relevant: een juridisch belang. Tevens is er een economisch belang. Ook al gaat de digitale economie niet om geld alleen, maar ook om het enthousiasme van ‘vrijwilligers’ die informatie willen delen met anderen (een zogenaamde ‘gift economy’), het is wel degelijk belangrijk dat er geld kan worden verdiend met muziek (en mediacontent) (Doyle, 2002) (Litman, 2004, pp. 4-8; McGee & Skågeby, 2004; Tapscott, 1996). De muziekindustrie, in al zijn vormen, kan veel baat hebben bij de resultaten van deze studie om haar consumenten beter te begrijpen en hierop te kunnen inspelen. Ook artiesten kunnen met de resultaten van deze scriptie allicht beter inschatten hoe in de toekomst geld te verdienen met hun creaties (Shuker, 2001). Indirect is deze scriptie ook relevant voor alle marktpartijen die zich in meer of meer mindere mate met mediacontent bezighouden, er hun geld mee verdienen. De muziekindustrie werd als eerste geconfronteerd met de p2p revolutie, echter andere sectoren van mediacontent zullen snel volgen (op het moment zijn films bijvoorbeeld ook zeer populair op p2p netwerken)
De wetenschappelijke relevantie is (uiteraard) empirische kennis toe te voegen aan het nog onontgonnen onderzoeksgebied van het gebruik (downloaden) van filesharing technologieën. Er zijn nog weinig onderzoeken gedaan om het gebruik te begrijpen en te verklaren5. Deze scriptie heeft niet de pretentie alle gerelateerde onderwerpen in het zeer brede veld te bespreken, het biedt een begin voor verder (kwantitatief) onderzoek.
1.6 Indeling In hoofdstuk 2 zal theorie worden besproken om een kader te scheppen van waaruit de onderzoeksvraag beantwoord kan worden. In hoofdstuk 3 zullen de deelvragen en de methoden gepresenteerd worden. In hoofdstuk 4 worden de resultaten van deze scriptie behandeld aan de hand van de volgende drie deelvragen: 5
Er zijn veel studies gedaan naar motieven voor uploaden (de meest recente is van Becker en Clement (2006), echter onderzoeken die het download gedrag nader onderzoeken, in termen van motieven, zijn schaars.
7
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Welke motieven heeft de digitale generatie om filesharing technologieën te gebruiken?
In welke mate verklaren technologische eigenschappen het gebruik van filesharing technologieën onder de digitale generatie?
Wat is de samenhang tussen de motieven en de technologische eigenschappen en kenmerken van de gebruiker?
In hoofdstuk 5 volgen de conclusies en de discussie (met onder andere een advies aan de muziekindustrie).
8
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
2 Theorie In dit hoofdstuk zullen allereerst in paragraaf 2.1 twee benaderingen worden besproken binnen de discipline van ‘technology studies’, namelijk het technologisch determinisme en de ‘social shaping of technology’. Deze twee theorieën verklaren het gebruik van technologie allebei vanuit een ander perspectief. Vervolgens zullen in paragraaf 2.1.1 deze twee benaderingen samenkomen in de ‘mutual shaping of technology’. Vanuit deze mutual shaping benadering zal dan eerst de technologie als verklarende factor worden besproken in de vorm van de diffusietheorie (2.2) en dan wordt in paragraaf 2.3 de ‘uses and gratifications’ theorie besproken, die vanuit de gebruiker verklaringen zoekt. Deze twee theorieën vormen uiteindelijk het raamwerk van waaruit de deelvragen volgen die samen de onderzoeksvraag beantwoorden (zie figuur 1 en 2).
2.1 Twee verschillende benaderingen binnen technology studies De onderzoeksvraag van deze scriptie heeft het doel een verklaring te vinden voor het gebruik van filesharing technologieën en daarom is het nuttig twee benaderingen te bespreken over de relatie tussen samenleving en technologie (wat binnen de sociale wetenschap als ‘technology studies’ wordt aangeduid). De oudste ‘stroming’ is het technologisch determinisme dat ontstaan is in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, wanneer Marshall McLuhan het bekende Understanding media uitbrengt (McLuhan wordt vaak gezien als de eerste technologisch determinist) (McQuail, 2000, p. 85). McLuhan schrijft in dit boek over het fenomeen dat mediatechnologie de samenleving sterk kan gaan veranderen (McLuhan, 1967). McLuhan en andere technologisch deterministen zien technologische ontwikkeling als de belangrijkste veroorzaker voor veranderingen in de samenleving, waarbij deze technologische ontwikkelingen als het ware ‘los’ van ontwikkelingen in de samenleving plaatsvinden (MacKenzie & Wajcman, 1985, pp. 2-4). De tweede stroming is de ‘social shaping of technology’ (SST). Deze ziet, in tegenstelling tot het technologisch determinisme, veranderingen in de samenleving als belangrijke veroorzaker van technologische ontwikkeling (Lenert, 2004, p. 238; MacKenzie & Wajcman, 1985). De ‘samenleving’ wordt door de SST school breed opgevat, blijkens het volgende citaat: “technology and its shaping has to do with the historical, the economic, the political, and the psychological as well as with the sociological” (Williams & Edge, 1996).
Om deze twee benaderingen naar deze scriptie te vertalen: filesharing technologieën zou je kunnen beschouwen als ‘een resultaat’ van de sociale ontwikkelingen op het internet, van een 9
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
‘internetcultuur’ (Castells, 2001). Deze cultuur wordt van oorsprong gevormd door ambitieuze, ideologische vrijwilligers: hackers6. Deze groep (dikwijls gekant tegen een te grote invloed van machtige IT bedrijven) ‘schrijft’ software, in dit geval p2p programma’s, die voor iedereen en van iedereen zijn (deze software kan iedereen verbeteren, dus ook door iedereen): ‘open source software’ (Castells, 2001, pp. 36-64, pp. 100-101). Naast het feit dat deze sociale ontwikkelingen (namelijk internet cultuur) de veroorzaker waren van p2p netwerken, is deze technologie ook veroorzaker van sociale veranderingen, bijvoorbeeld dat men minder bereid is te betalen voor muziek. De focus in deze scriptie ligt op de gebruiker; niet de technologie zelf en de eventuele sociale veranderingen zijn belangrijk, maar hoe en waarom de technologie gebruikt wordt door de digitale generatie (Williams & Edge, 1996).
2.1.1 De twee benaderingen bijeen: ‘mutual shaping of technology’ De social shaping of technology wordt vaak gezien als kritiek op het technologisch determinisme (Williams & Edge, 1996, p. 865) en op het eerste oog lijken de twee benaderingen ook lijnrecht tegenover elkaar te staan. Echter zoals in de vorige alinea duidelijk werd, kunnen beide benaderingen iets bijdragen aan deze scriptie. In theorieën over ‘media evolutie’ zijn sociale en technologische ontwikkelingen dan ook onderling afhankelijk van elkaar (Stöber, 2004; Lehman-Wilzig, & Cohen-Avigdor, 2004). Op basis hiervan is er een benadering die het technologisch determinisme en de SST in één benadering laten samenkomen, namelijk de ‘mutual shaping of technology’ (Boczkowski, 2004): “the social shaping and technological determinism of media artifacts are so intimately tied that they should be seen as the two sides of the same innovation coin” (p. 255). Boczkowski (2004) stelt namelijk dat de twee theorieën elkaar in hoge mate kunnen aanvullen, omdat de tekortkomingen van de ene benadering de sterktes zijn van de andere benadering en vice versa, kortom ze maken elkaar sterker: “a mutual shaping lens provides more encompassing account of new media evolution” (p. 256).
2.1.2 Van algemene naar concrete theorie Boczkowski (2004) heeft het technologisch determinisme concreet gemaakt met de diffusietheorie, die in de volgende paragraaf 2.2 besproken zal worden. De SST is in deze scriptie concreet gemaakt met behulp van de uses and gratifications (U&G) benadering, besproken in paragraaf 2.3 (zie figuur 1). De diffusietheorie en de U&G benadering zijn het 6
Van oorsprong is het begrip hackers dus een positief begrip. Later is dit begrip als het ware ‘gekaapt’ door de media die het gebruik(t)en als synoniem voor computervandalen.
10
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
raamwerk van waaruit de onderzoeksvraag beantwoord is, aangezien deze een sterk verklarend karakter hebben. Zo gebruikte ook het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) (2004, pp. 205-207) deze combinatie om het gebruik van nieuwe media te verklaren:“recapitulerend kan worden gesteld dat de ervaren functionaliteit van media, in combinatie met hun relatieve aantrekkelijkheid, bepaalt van welke media mensen gebruikmaken.” (p. 207). Hierbij verwijst ‘ervaren functionaliteit’ naar de U&G benadering en ‘relatieve aantrekkelijkheid’ naar de diffusietheorie. Ook Pedersen en Ling (2002) zijn van mening dat de diffusietheorie en de U&G benadering verklarend van karakter zijn, en bevelen deze combinatie aan wanneer er verklarend gebruiksonderzoek moet worden gedaan.
Social shaping of Technology
Mutual shaping of technology
Gebruikers factoren: U&G benadering
Diffusietheorie
Technologische factoren
Figuur 1 Mutual shaping benadering in deze scriptie.
2.2 Diffusietheorie: de technologie als verklarende factor De diffusietheorie van Rogers stelt de technologie centraal, er wordt dus vanuit de technologie beredeneerd (Rogers, 1995; Pedersen & Ling, 2002). Het meest bekende deel van deze theorie is dat de verspreiding van technologie plaatsvindt langs vaste segmenten. Het eerste segment, de ‘innovators’ (2,5 % gemiddeld) gebruiken een bepaalde technologie als eerste, gevolgd door de ‘early adoptors’ (13,5%), de ‘early majority’ (34%), de ‘late majority’ (34%) en de ‘laggards’ (16%) als laatsten. Deze verdeling is een ideaaltype op basis van de statistische normaalverdeling, in de praktijk komt dit ideaaltype zelden voor.7. Ook de diffusie van p2p programma’s is niet volgens deze verdeling verlopen, zo was Napster al binnen een jaar onder zeer veel gebruikers (en dus segmenten) ‘verspreid’ (Kusek & Leonard, 2005). Dit
7
Furukawa en Kato (2002, pp. 1-10) hebben onderzoek naar de diffusie van verschillende informatieproducten en kwamen tot de conclusie dat de meeste producten niet volgens de ideaaltypische normaalverdeling werden verspreid.
11
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
deel van de diffusietheorie is dan ook niet relevant voor deze scriptie (ook al omdat dit deel te beschrijvend is van aard is) (Pedersen & Ling, 2002). Wanneer de diffusietheorie wordt gebruikt om bepaald gebruik te verklaren, is analyse van de technologische eigenschappen van een innovatie bruikbaar (Truman, Sandoe & Rifkin, 2003, p. 593). De eigenschappen verklaren tussen de 49 en 87 procent van de variantie in het gebruik (Rogers, 1995, p. 250).
De technologische eigenschappen die volgens Rogers (1995, pp. 219-258; SCP, 2004, p. 207; Vishwanath & Goldhaber, 2003, pp. 549-551; Truman e.a , 2003, p. 593) het technologie gebruik verklaren zijn: het comparatieve voordeel, de compatibiliteit, de complexiteit, de testbaarheid en de zichtbaarheid.
Het gaat niet zozeer om het feit of bovenstaande eigenschappen werkelijk aan de technologie zijn toe te schrijven, het gaat om de (subjectieve) perceptie van de gebruiker (Vishnawath & Goldhaber, 2003, p. 550). Het comparatieve voordeel verwijst naar de mate waarin de technologie wordt gezien als beter dan de voorganger of een alternatief product met een vergelijkbare functie (“often expresses as economic profitability or social prestige” (Rogers, 1995, p. 229)) De compatibiliteit heeft te maken met de mate waarin de technologie past binnen de aanwezige waarden, behoeften en ervaringen van de gebruiker. De complexiteit houdt in hoe moeilijk het is de technologie te gebruiken en te begrijpen. De testbaarheid verwijst naar de mate waarin het product uitgeprobeerd kan worden. De zichtbaarheid is in hoeverre de resultaten van een technologie te zien zijn voor anderen, “de omgang ermee kan als het ware worden afgekeken van anderen” om discussie erover te bevorderen (SCP, 2004, p. 207).
Toegepast op deze scriptie, kunnen er de volgende hypothesen (H) worden opgesteld. Het gebruik van een p2p programma voor het downloaden van muziek is het hoogst wanneer: H1 er een comparatief voordeel is ten opzichte van legale downloaddiensten; H2 het gebruik past binnen zijn de bestaande waarden, ervaringen en behoeften; H3 het p2p programma niet te moeilijk is om te begrijpen en te gebruiken; H4 het gemakkelijk uitgeprobeerd kan worden; H5 de resultaten van muziekdownloads zichtbaar zijn voor anderen.
12
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
2.3 Uses and Gratifications: de gebruiker als verklarende factor De uses and gratifications (U&G) benadering stelt, net als de eerder besproken SST, de gebruiker van de technologie centraal: het publiek wordt gezien als actief en machtig (McQuail, 2000, p. 366). De U&G benadering, dikwijls gezien als “de belangrijkste representant” (de Boer & Brennecke, 1999, p. 97) van de zogenaamde ‘behavioristische’ traditie, ziet het publiek niet als massa maar als individuen, die media voor bepaalde doeleinden gebruiken (een functionalistisch paradigma). Het mediagebruik wordt gerelateerd aan de behoeften, die men wil bevredigen en aan de voldoening (‘gratificatie’), die men denkt te ontlenen (De Boer & Brennecke, 1999, p. 98). Met andere woorden, welk motief heeft men een bepaald medium te gebruiken. Hierbij is het niet belangrijk of het medium uiteindelijk de behoeften bevredigt, het gaat om de gezochte bevrediging.
De U&G benadering bestudeert dus niet de technologie, maar de behoeften en verwachtingen van de gebruiker. Lin (1996, p. 580) zegt het als volgt: “the individual user or adopter focuses, and the general idea is that adopters seek gratifications in technology based upun their individual needs or motivations”. Hierbij concurreert het mediagebruik uiteraard met andere vormen van behoeftebevrediging (de Boer & Brennecke, pp. 99-100), een mens heeft immers beperkte vrije tijd (SCP, 2004). De benadering veronderstelt dus dat er een verband is tussen de behoeften van mensen en het mediagebruik dat een verwachte gratificatie oplevert, waarbij het verband het sterkst is wanneer er de motivatie hoog is (McQuail, 2000, p. 389). Dit wordt beschreven in het ‘expectancy-value model’, een model gebaseerd op het principe dat “attitudes (towards media) are an outcome of empirically located beliefs and also of values (and personal preferences)” (McQuail, 2000, p. 390).
2.3.1 Uses and Gratifications in deze scriptie De Boer en Brennecke (1999, p. 109) geven aan dat “één van de zwakke punten van de benadering is dat een eenduidige, theoretisch gefundeerde indeling van behoeften (..) ontbreekt”. Dit is ook de reden dat het een ‘benadering’ wordt genoemd en geen theorie (de Boer & Brennecke, 1999, p. 114). Het gevolg hiervan is dat er door U&G onderzoekers vrijwel altijd gebruik gemaakt van reeds gevonden motieven in andere onderzoeken. Met behulp hiervan worden verschillende categorieën voor het eigen onderzoek samengesteld, die dan weer worden getoetst (Ruggiero, 2000)8. Rogers vindt (1986, in: Ruggiero, 2000, p. 17) 8
Om deze onvolkomenheid te compenseren, is in deze scriptie door kwalitatief vooronderzoek onderzocht of er onder p2p gebruikers nieuwe motieven zijn voor het gebruik ervan.
13
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
dat “novel attributes” (van p2p) het onmogelijk maken “to investigate the effects of a new communication system using earlier research”. Toch zijn meerdere U&G onderzoekers van mening dat eerder onderzoek een goed raamwerk geeft om het gebruik van nieuwe technologieën te onderzoeken “to adapt and mold the current conceptual framework to deal with new communication technologies” (Williams, Phillips & Lum, p. 241).
Voor deze scriptie is het derhalve relevant gebruik te maken van U&G onderzoek naar de motieven voor het algemeen gebruik van internet, omdat er geen verklarend gebruikersonderzoek over downloaden via p2p voorhanden is (wel erg veel onderzoek naar het uploaden via p2p (Becker & Clement, 2006)). De algemene motieven die voor elk mediumtype geldig zijn, zijn volgens Katz, Gurevitch en Haas (in: Hunter, 1996, pp. 2-4; Sangwan, 2005, p. 3) te onderscheiden in vijf hoofdtypen:
cognitieve motieven: gericht op de verwerving van informatie en het begrip van de omgeving;
affectieve motieven: gericht op esthetische, plezierige en emotionele ervaringen;
persoonlijke ‘integratieve’ motieven: gericht op het vertrouwen, stabiliteit en de status van het individu;
sociale ‘integratieve’ motieven: gericht op het contact met familie, vrienden en de wereld;
ontspannende motieven: gericht op plezier, ‘excitement’ en behoefte aan verandering.
In deze scriptie zal een (hypothetische) behoeftenindeling gemaakt worden voor het gebruik van filesharing technologieën met behulp van deze algemene motieven, aangevuld met de bevindingen van Hunter (1996), aangezien bovenstaande motieven door Hunter (1996) zijn toegepast op het internet. Cognitieve motieven zijn gericht op het zoeken van informatie; voor p2p gebruikers in deze scriptie zou dit vertaald kunnen worden dat ze op zoek zijn naar muziek. Deze muziek kan bekend zijn of onbekend, in het laatste geval kan de p2p gebruiker uitvinden of deze muziek interessant voor hem of haar is (aangezien muziek een ‘experience good’ is, de kwaliteit is pas duidelijk bij gebruik (Doyle, 2002)) (Molteni & Ordanini, 2003, pp. 390-391; Liebowitz, 2004, pp. 3-9; Liebowitz, 2005, pp. 14-17; Brown, Geelhoed & Sellen, 2000, p.4). Onderzoek van Dufft, Stiehler, Vogeley en Wichmann (2005, p. 20) wijst
14
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
echter uit dat er vooral naar bekende muziek wordt gezocht. Het zoeken van muziek wordt in deze scriptie het motief van music seeking genoemd.
Een ander motief in het verlengde hiervan is dat gebruikers p2p programma’s gebruiken om een muziekarchief op te bouwen: library storage. Dufft e.a. (2005, p. 17) onderzocht dat 18% van ‘digital music users’ meer dan vijfhonderd songs op haar of zijn computer heeft staan. Hierbij is het eigendom van een song of album soms belangrijker dan het luisteren ervan, Kasaras (2002, p. 15) hierover: “It is possible that many will continue downloading music in an obsessive manner, without identifying with it or experiencing a passionate attachment. Dit is te classificeren als een emotionele ervaring (affectief motief), echter is ook wat voor te zeggen om het te scharen onder persoonlijke integratieve motieven. Het volgende citaat van Brown e.a. (2000, p. 6) wijst hier op: “the collecting of music was something which they took pride in. In many ways their music collection acted as a tangible presentation of their taste of music, expressing ‘who you are’.
Net als elk medium worden p2p programma’s gebruikt voor meerdere persoonlijke ‘integratieve’ doeleinden. Zo is het voor te stellen dat men muziek download om iets te bewijzen voor zichzelf, iets te volbrengen. Het doel hiervan is om vertrouwen en de stabiliteit van zichzelf te verstevigen, anders gezegd self achievement. Molteni & Ordanini (2003, p. 394) noemen dit motief weliswaar ‘curiosity’ (nieuwsgierigheid), ze raken wel de kern van dit motief: “those not particularly interested in music, but considering downloading as another way of trying out and exploiting the potential of digital technologies”
Bovenstaand en ander gebruik van p2p kan veroorzaakt worden door de druk die men voelt van anderen om muziek te downloaden, men wil voor anderen zijn of haar status bewijzen. Dit wordt veroorzaakt door zogenaamde subjectieve normen: hoe de persoon denkt dat andere, voor de persoon belangrijke, mensen tegen het gedrag aankijken. Deze normen worden weer bepaald door de ‘normative beliefs’, met andere woorden de verwachtingen over hoe andere mensen, hoe dichter hoe belangrijker, over het gedrag in kwestie oordelen (Ajzen, 1991) Kwong & Lee (2002) vonden dat subjectieve normen een positieve correlatie hebben met het gebruik van programma’s. In deze scriptie is dit begrip vertaald naar het motief social pressure.
15
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Filesharing technologieën hebben ook de mogelijkheid voor de gebruikers om te communiceren met elkaar, waardoor er ‘community vorming’ ontstaat met de focus op muziek (Kasaras, 2002, p.11). In deze scriptie is dit vertaald naar het motief interpersonal communication. Zo concludeerden Brown e.a. (2000, p. 3) dat “role of friends in recommending and acting as ‘guides’ for new music had an important influence on what people later bought or listened to”. Ook vond Lee (2003) in haar onderzoek naar de belangrijkste eigenschappen van een p2p programma dat de vier items (van de zesentwintig) die betrekking hadden op communicatie (“supports direct messaging”, “buddy list”, “supports chat” en “has voice connection”) een gezamenlijke belangrijkheid hadden van 3,639 (op schaal van 1-7).
Als laatste zouden p2p programma’s ook gebruikt kunnen worden om net als de meeste andere mediumtypen aan de ontspannende behoefte te voldoen (Parker & Plank (2000, p. 44) analyseerden U&G studies die tussen 1978 en 1992 waren uitgevoerd en elke studie was een motief ‘entertainment’ gecategoriseerd). Molteni en Ordanini (2003, p. 394) hierover: “another aspect has to do with the entertainment linked to downloading activities, a variable that considers downloading as an experience related more to entertainment than to real content offered”. Dit motief verwijst in U&G studies vooral naar ‘escapistische’ motieven, maar in deze scriptie is dit niet echt relevant, aangezien het gebruik van filesharing technologieën te veel een middel is en te weinig een doel op zich. Het motief entertainment is echter toch opgenomen in het theoretisch kader (en de survey), omdat twee ‘submotieven’ die onder de noemer entertainment vallen, namelijk ‘excitement’ en ‘boredom avoidance’ wel van toepassing zouden kunnen zijn (Parker & Plank, 2000, pp. 40-45).
2.4 Kenmerken van de gebruiker Naast de besproken theorieën in paragraaf 2.2 en 2.3 is het ook interessant te analyseren welke gebruikerskenmerken een verband hebben met het gebruik van filesharing technologieën (zie figuur 2, deelvraag III).
De ‘geijkte’ demografische kenmerken als geslacht, leeftijd, inkomen en opleiding zijn ook in dit onderzoek gevraagd aan de respondent. Deze kenmerken zijn van groot belang, zo kwam
9
Lee (2003, pp. 51-52) vind de mate van belangrijkheid aan de lage kant en concludeert dat er significant verschil is tussen ervaren en minder ervaren gebruikers.
16
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
het instituut Pew Internet & American Life erachter dat “inside the downloader population, men are 50% more likely to have downloaded songs compared to women. And 38% of those ages 18-29 download songs” (Pew Internet, 2004. p. 5). Door het vragen van gebruikerskenmerken zou een beginnende verklaring kunnen geven waarom de verschillen, zoals het Pew instituut die heeft vastgesteld, er zijn.
Verder zijn er nog twee kenmerken van de gebruiker verzameld. Ten eerste de mate waarin de gebruiker tot de digitale generatie behoort. Mijn verwachting is dat de hoe hoger de mate van digitale generatie, hoe hoger het p2p gebruik (indicaties in deze richting zijn al gevonden door Pew Internet (2003)).
Het tweede kenmerk is de primaire muzieksmaak (Ebare, 2004). Ik ben me bewust van het feit dat muzieksmaak een begrip is dat in relatie staat met sociale condities (bijvoorbeeld subcultuur), zoals uit het volgende citaat van Molteni & Ordanini (2003, p. 391) blijkt: “tastes for cultural goods are essentially group-based an built around different clusters”. Echter in deze scriptie wordt smaak als ‘losstaand’ begrip beschouwd om de onderzoeksvraag eventueel beter te kunnen benantwoorden (Lull, 1985, p. 209). De muzieksmaak zou kunnen samenhangen met een bepaald p2p consumptiepatroon, waarvan Molteni en Ordanini (pp. 395-396) er vijf onderscheiden10: “individual tastes are subject to continuous interactions with others” (p. 390).
10
Duplicators (14%, “Substitute downloading for traditional consumption”); Occasional (30%, “Scant interest in downloading” ); Mass Listeners (21%, “File sharing without duplication” ); Curious (11%, “Downloading as fun” ); Explorers / Pioneers (24%, “Search and Explore digital catalogues” )
17
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
2.5 Theoretisch raamwerk Uit de besproken theorie in dit hoofdstuk volgen drie deelvragen, die in het volgende hoofdstuk uitvoerig besproken zullen worden. In figuur 2 staat het theoretisch raamwerk schematisch weergegeven.
Social shaping of Technology
Mutual shaping of technology
Diffusietheorie
Gebruikers factoren: Uses & Gratifications
Technologische factoren
Deelvraag I:
Deelvraag II:
Welke motieven heeft de digitale generatie om filesharing technologieën te gebruiken?
Deelvraag III: Wat is de samenhang tussen de motieven en de technologische eigenschappen en kenmerken van de gebruiker?
In welke mate verklaren technologische eigenschappen het gebruik van filesharing technologieën onder de digitale generatie?
Verklaring voor het gebruik van filesharing technologieën onder de digitale generatie
Figuur 2 Het theoretisch raamwerk.
18
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
3 Methoden In het vorige hoofdstuk is de theorie besproken, waarvan als logisch uitvloeisel in paragraaf 3.1 de drie deelvragen worden gepresenteerd (zie ook figuur 2). Vervolgens zal in paragraaf 3.2 zal de methode van datavergaring worden besproken, welke motivaties daaraan ten grondslag liggen en in paragraaf 3.2.4 wordt beschreven hoe de begrippen in de deelvragen vragen gemeten zijn. Als laatste, in paragraaf 3.3, wordt uiteengezet hoe de data is geanalyseerd.
3.1 Deelvragen In paragraaf 2.3 is aan de hand van de U&G theorie uiteengezet dat de gezochte bevrediging in filesharing technologieen het gebruik ervan kan verklaren. In paragraaf 2.2 zijn de technologische eigenschappen besproken die het gebruik van filesharing technologieen zouden kunnen verklaren en in paragraaf 2.4 werden kort kenmerken van gebruikers besproken. Hieruit volgen deze deelvragen:
Deelvraag I: Welke motieven heeft de digitale generatie om filesharing technologieën te gebruiken?
Deelvraag II: In welke mate verklaren technologische eigenschappen het gebruik van filesharing technologieën onder de digitale generatie?
Deelvraag III: Wat is de samenhang tussen de motieven en de technologische eigenschappen en kenmerken van de gebruiker?
De antwoorden op deze deelvragen geven een antwoord op de vraag hoe het gebruik van filesharing technologieën onder de digitale generatie te verklaren is.
3.2 Methoden van datavergaring De primaire datavergaring van deze scriptie is met behulp van een survey (3.2.1). Er is kwalitatief vooronderzoek verricht in de vorm van forumdiscussies (3.2.2). De selectie van respondenten komt aan orde in paragraag 3.2.3 en de meetbaarheid van de begrippen in 3.2.4
19
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
3.2.1 Surveymethode De deelvragen I en II zijn beantwoord op basis van een survey dat van 5 oktober tot 19 oktober 2005 online heeft gestaan op http://www.studentenonderzoek.com/?qid=5374 (zie appendix 3) en is ingevuld door 347 respondenten, wat uiteindelijk 340 bruikbare respondenten op heeft geleverd.
De reden waarom voor een survey is gekozen is dat beide deelvragen het beste zijn te benantwoorden met deze kwantitatieve methode. Met betrekking tot deelvraag I, geeft dit citaat bewijs hiervoor:“U&G researchers have relied heavily on the survey method to collect their data” (Wimmer & Dominick, 2000, p. 387). Deelvraag II is een hypothesen toetsende vraag, waarbij Baarda en de Goede (1999) een survey de beste methode vinden hiervoor.
Het survey leverde twee delen van data op (zie appendix 3): een deel bevat persoonlijk kenmerken en vragen over het gebruik van p2p programma’s en muziek, een deel bevatte vragen, allen in de vorm van een stelling, waarbij op een ordinaal meetniveau gebruik is gemaakt van 5-punts ‘Likert scales’ met de uitersten ‘zeer mee eens’ en zeer mee oneens (Wimmer & Dominick, 2000, pp. 55-56; den Boer e.a, 1994, pp. 60-73). Ook de categorie geen mening is toegevoegd aan elke stelling. Deze schalen zijn gebruikt om de motieven (deelvraag I) en de technologische eigenschappen (deelvraag II) te meten.
3.2.2 Deelvraag I: Kwalitatief vooronderzoek Het onderzoeksgebied van deelvraag I, behoeftenonderzoek van downloaden via p2p, is nog zeer onontgonnen. Veel U&G onderzoekers passen doen daarom dikwijls eerst kwalitatief vooronderzoek ter exploratie, vaak in essay vorm. Wimmer en Dominick hierover: “As a first step U&G researchers (..) have asked respondents to write essays about their reasons for media consumption” (p. 387)11. Ook in deze scriptie is eerst kwalitatief vooronderzoek met betrekking tot deelvraag I uitgevoerd (Wimmer & Dominick, 2000, p. 48). Het doel hiervan is om, naast de in de theorie besproken motieven, te verkennen of ook andere motieven een rol spelen onder p2p gebruikers. Een andere reden voor het kwalitatieve vooronderzoek is om ten aanzien van de in de theorie veronderstelde motieven reeds wat ‘invulling’ te geven voor het samenstellen van het survey.
11
Zo vroegen Rubin en Bantz (1989, in: Wimmer & Dominick, 2000, p. 388) respondenten om tien manieren op te schrijven hoe ze videorecorders gebruikten en de redenen daarvoor.
20
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
De keuze voor kwalitatief onderzoek is dat de eigenschappen van dit soort onderzoek (namelijk flexibel, kleine steekproef, verkennend) goed aansluiten bij de doelen. De methode van datavergaring was door op vijf verschillende fora een topic te openen met het volgende centrale (zo open mogelijk gestelde) onderwerp (zie appendix 1 voor volledige openingspost):
“Download jij muziek met p2p programma's? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?”
De topics hebben van 5 september tot 12 september 2005 online gestaan, waarbij in totaal 262 mensen hebben gereageerd (op het Fok ! Forum waren de meeste reacties, 115; op het Computeridee forum waren de minste reacties, 21; het gemiddelde was 52,4). De vijf fora waren (de links waren op het moment van publicatie nog actief):
Fok! Forum (http://forum.fok.nl/topic/749753/6/25
Computeridee forum (http://forum.computeridee.nl/viewtopic.php?t=4727)
Scholieren.com forum (forum.scholieren.com/showthread.php?s=&threadid=1261020)
Webpiraat.nl Forum (http://www.webpiraat.nl/wp/list_messages/14828/2)
AT5 forum (http://forum.at5.nl/viewtopic.php?t=4122)
Deze forum methode zou beschouwd kunnen worden als een nieuwe vorm van essay methode, echter met belangrijke voordelen, namelijk dat er discussie plaatsvindt (net zoals in bijvoorbeeld een focusgroep) en dat de vergaring weinig tijd kost: de onderzoekers verkrijgt veel bruikbare data in korte tijd. Ook kan er lang worden nagedacht over een ‘reply’, waardoor er eventueel diepere oorzaken worden besproken dan in focusgroepen. Het nadeel van forumdiscussies is dat er geen directe menselijke interactie aanwezig is, ook lenen slechts bepaalde onderwerpen ervoor, bijvoorbeeld door de anonimiteit die aanwezig is (slechts weinig forumgebruikers ‘posten’ onder hun eigen naam).
3.2.3 Respondenten De populatie van dit onderzoek is de digitale generatie. Aan de hand van twee stappen is een selectie gemaakt om zo tot een representatieve en praktisch uitvoerbare (dus: snel te bereiken) steekproef te komen (zie figuur 3) De respondenten in het survey zijn benaderd via MSN
21
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Messenger12 (afbakeningsstap nummer één), volgens een ‘viraal principe’. Dit houdt het volgende in: ik stuurde een mail (zie appendix 3) aan mijn hele contactenlijst in MSN Messenger met de vraag of ze p2p programma’s gebruikten (afbakeningstap nummer twee) en wanneer dat het geval was mijn survey wilden invullen. Ook vroeg ik de mail door te sturen aan hun hele contactenlijst, hierdoor kan er snel een ‘virale verspreiding’ kon ontstaan binnen de gewenste respondentengroep, wat een groot praktisch voordeel opleverde. Aangezien binnen relatief korte tijd het survey door veel respondenten is ingevuld, zou deze methode ook bruikbaar voor andere wetenschappers en onderzoekers kunnen zijn.
p2p gebruiker MSN Gebruiker
Digitale Generatie
Figuur 3 Afbakening respondenten survey.
De respondenten in het kwalitatief vooronderzoek zijn niet via mail benaderd, ik heb op http://www.multiscope.nl bekeken welke fora het best bezocht zijn en binnen deze lijst beoordeeld of een onderwerp over het downloaden van muziek past op het desbetreffende forum. Ik ben van mening dat mensen die op een forum reageren, ook beschouwd kunnen worden als onderdeel van de digitale generatie (CBS, 2004), waardoor het kwalitatief vooronderzoek representatief is voor de onderzoeksvraag en haar deelvragen. Daarnaast zijn het fora met allen een verschillende invalshoek, waardoor de diversiteit gewaarborgd is.
12
De digitale generatie integreert de personal computer in haar dagelijks leven en het gebruik van IM programma’s is hier een belangrijk onderdeel van. Vooral voor de groep van 10 tot 20 jaar is het de belangrijkste PC bezigheid, de groep van 20-30 jaar ziet het als handige aanvulling op andere communicatievormen (CBS, 2004). In Nederland wordt MSN Messenger gemiddeld veertien uur per maand gebruikt. MSN Messenger heeft onder Nederlanders van 24 jaar en jonger met twee miljoen gebruikers een bereik van maar liefst 75 procent (totaal bereik: 3,8 miljoen) (Cultuur van invloed op gebruik messenger, 2005).
22
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
3.2.4 Meetbaarheid begrippen De begrippen zijn allen gemeten in samengestelde variabelen (schalen). Dit houdt in dat elk begrip door meer dan één vraag is gemeten. Dit verhoogt de betrouwbaarheid van het onderzoek aangezien meerdere dimensies van een bepaald begrip (of:construct) worden gemeten.
Het construct ‘digitale generatie’ is gemeten door in het survey (zie appendix 3) twee dimensies op ordinaal niveau te meten, namelijk de frequentie van internet gebruik en de frequentie van MSN gebruik. Aangezien de digitale generatie in dit onderzoek is geoperationaliseerd door de MSN gebruiker (die tevens p2p gebruikt (zie figuur 3)), is het een vereiste dat de respondent MSN gebruikt (waaraan wordt voldaan doordat de respondenten via MSN zijn benaderd). Wanneer er MSN wordt gebruikt wordt er uiteraard ook internet gebruikt, maar door dimensie toe te voegen kan er beter worden gemeten in welke mate de respondent tot de digitale generatie behoort. In lijn met eerder onderzoek (CBS, 2004) denk ik namelijk dat deze twee dimensies goed kunnen voorspellen in welke mate iemand tot de digitale generatie behoort.
Het construct ‘gebruik’ is gemeten door twee dimensies. De eerste dimensie is hoe vaak een p2p programma wordt opgestart, de tweede dimensie is hoeveel songs de gebruiker download gemiddeld per week. Er is er geen afbakening ten aanzien van het p2p programma (het begrip ‘filesharing technologieën’) waarmee de gebruiker werkt, wel wordt gevraagd welk programma de gebruiker in kwestie het meeste werkt.
Het construct ‘motieven’ uit deelvraag I is gemeten door in het survey per motief ten minste vier vragen te stellen of het desbetreffende motief een rol speelt bij de gebruiker. Hierdoor kunnen uitspraken gedaan worden over de motieven waarom een gebruiker een filesharing technologie gebruikt.
In het survey is ook gevraagd wat de perceptie is van de gebruiker over bepaalde ‘technologische eigenschappen’ (zie 2.2) van het p2p programma. Per eigenschap zijn in het survey tenminste drie vragen gesteld, op basis waarvan de opgestelde hypothesen getoetst zijn.
23
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Het survey bestond uit vragen die de verschillende dimensies op de twee constructen ‘motieven’ en ‘technologische eigenschappen’ meetbaar maakten. Baarda en de Goede (1999, p. 151) zijn van mening dat drie vragen per dimensie het minimum is omwille van een goede betrouwbaarheid en validiteit
3.3 Methoden van data analyse In deze paragraaf zal kort besproken met welke invalshoeken de vergaarde is geanalyseerd, met betrekking tot de forumdiscussies (3.3.1) en het survey (3.3.2)
3.3.1 Forumdiscussies Om een systematische en controleerbare analyse van de forumdiscussies zo waarschijnlijk mogelijk te maken, heb ik deze uitgevoerd vanuit het positivistische paradigma (Wimmer & Dominick, 2000, pp. 103-104). De ‘posts’ in de forumdiscussies zijn gecategoriseerd per motief, zoals besproken in de theorie. Wanneer een bepaalde ‘forum post’ niet paste binnen een motief zijn er, na analyse van alle niet passende motieven, nieuwe categorie(ën) toegevoegd. De gevolgde analyse methode is een vereenvoudigde afgeleide van de ‘constant comparative technique’ van Glaser en Strauss (Wimmer & Dominick, 2000, pp. 107-108)
Uiteraard is het in de analyse van kwalitatieve data zeer moeilijk strak vast te houden aan het positivistische paradigma, zo neemt de onderzoeker bij de analyse van de data (bij de vergaring niet, ik mengde me niet in de discussie) een belangrijke, interpretatieve rol in.
3.3.2 Survey De resultaten zijn geanalyseerd met behulp van het statistische programma SPSS 12.0 waar de factoranalyse en de ‘reliability analysis’ een belangrijke rol speelden. Hierdoor kon per motief worden bepaald welke rol het speelt bij het p2p gebruik en per technologische eigenschap kon worden bepaald of de hypothesen zoals geformuleerd aangenomen dan wel verworpen kunnen worden. Om antwoord te kunnen geven op deelvraag III, welke samenhang er is tussen de motieven en de technologische eigenschappen enerzijds en de kenmerken van de gebruiker anderzijds, zijn er correlaties uitgerekend met associatiematen (zoals Kendall’s Tau b) en zijn er verschillende frequentieanalyses (met behulp van kruistabellen) gedaan (den Boer, Bouwman, Frissen & Houben, 1994).
24
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
4 Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van deze scriptie. In paragraaf 4.1 zal het kwalitatief vooronderzoek voor deelvraag I besproken worden dat in de vorm van forumdiscussies is uitgevoerd. Vervolgens wordt in paragraaf 4.2 de ontwikkeling van het survey kort besproken. In paragraaf 4.3 worden de resultaten van dit survey gepresenteerd. Er wordt in 4.3.1 begonnen met een beschrijving van de steekproef, vervolgens in 4.3.2 deelvraag I, in 4.3.3 deelvraag II en in 4.3.4 deelvraag III.
4.1 Exploratief onderzoek deelvraag I In paragraaf 4.1.1 wordt besproken dat de posts in de fora vooral gingen over het ‘music seeking’ motief en in mindere mate over de andere motieven uit het theoretisch kader. Verder zijn er twee nieuwe motieven naar voren gekomen uit de fora, namelijk ‘convenience’ en ‘consumer emancipation’, wat ter sprake komt in paragraaf 4.1.2.
4.1.1 Motieven uit theoretisch kader Uit analyse van de 262 reacties bleek dat de zeer veel ‘posters’ motieven hadden die onder het music seeking motief vielen. Een veel genoemd argument was namelijk dat de muziek die ze zochten niet in de platen of cd-winkel te vinden was. “Ik ben altijd op zoek naar muziek, maar niet naar het schaarse aanbod van de cd-zaken. Live registraties, jamsessies, of gewoon een paar nummers om te luisteren als ik de band nog niet ken.” (MarMar, Fok! Forum) “Ik download muziek om de simpele reden dat de muziek waar ik van houd niet of nauwelijks te koop is. Af en toe kom ik iets tegen bij een verzamelaar, rommelmarkt of koop ik een vreselijk dure cd in het buitenland maar zelfs dan vind je slechts af en toe wat” (Missjoeri, AT5 Forum) “Ik heb vorige week bij Emule zo´n 500 12inches ingetikt, die staan allemaal in de wacht, iedere dag komen er zo´n 25 binnen. Als ik die dingen op vinyl zou kunnen kopen zou ik ze kopen, zeg mij maar waar” (junebug666, AT5 Forum)
Verder wordt het gebrek aan kennis gehekeld in de platen of cd winkel. “CD’s die niet in de rekken liggen waar ze horen, maar in andere rekken simpelweg omdat met niet weet om wat voor soort muziek het gaat. Medewerkers die naar lucht beginnen te happen als je een wat gerichte vraag stelt” (Marco, AT5 Forum)
Dit gebrek aan kennis zou een van de redenen kunnen zijn dat veel posters zelf moeten uitproberen of een artiest of cd iets voor hem of haar is, aangezien muziek een ‘experience good’ is (pas na consumptie kan de waarde worden bepaald (Doyle, 2002)). Dit heeft ook relatie met de sampling hypothese (dat p2p vooral wordt gebruikt om muziek uit te proberen) zoals die door veel auteurs, waaronder Liebowitz (2003; 2004; 2005) is geformuleerd (echter
25
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
het is nog maar de vraag of nadat de consument een cd heeft uitgeprobeerd de cd ook daadwerkelijk koopt, zoals de sampling hypothese beschrijft). “Omdat het een goedkope manier is van kennis maken met muziek die je anders niet zo snel of nooit zal kopen. Mocht de cd echt goed bevallen, dan koop ik hem alsnog. “ (WolterB, Scholieren.com Forum) “Ik download ook veel muziek, en dan vooral omdat ik geen zin heb om me een financiële buil te vallen aan een cd in de winkel. Sommige bands, waar ik al wat langer fan van ben, vertrouw ik mijn centen wel toe, maar als ik wat zie staan in een tijdschrift of de krant, download ik het eerst om te horen of het wel waard is om m origineel te kopen. De meeste muziek die ik download, vind k wel leuk, maar ik ben ook niet echt bereid om ze te kopen, omdat ze gewoon te gewoon zijn.” (Tlapaxa, Webpiraat Forum)
Naast de winkels die fysieke muziek verkopen, wordt ook het aanbod van online muziekdiensten niet uitgebreid genoeg bevonden, ten opzichte van p2p netwerken. Volgens de posters circuleren er veel zeldzame songs die op geen enkele andere manier zijn te verkrijgen. Tevens is het voor gebruikers een motief dat op filesharing netwerken regelmatig al cd’s circuleren voordat ze uitkomen in de winkel en wordt via p2p compleet nieuwe muziek ontdekt door de gebruikers “Soms zoek ik naar verschillende versies van 1 nummer, soms naar een instrumentale versie, zang oefenmateriaal is dat. Of gewoon als ik op dat moment zin heb om iets te luisteren wat ik net ff niet voor handen heb. (MarMar, Fok! Forum)” “Daarbij ontdek je veel nieuws. Voor ik eens wat ging downloaden zag ik andere mensen dat wel eens zeggen en ik dacht nog "nou, daar ga ik het niet voor gebruiken denk ik, ik zal wel gericht gaan zoeken". Dat bleek een misvatting, je zoekt veel makkelijker naar iets nieuws” (MouseOver, Fok! Forum!) “Als je iets zoek dan krijg je een x-aantal hits en soms staat er iets vreemds tussen en denk je van "dat wil ik wel eens horen", je downloaded het..en tadaa...je hebt een nieuwe artiest ontdekt. Het is dus gewoon een goede manier om met iets in aanraking te komen wat je niet kende” (Onderbroek, Fok! Forum)
Ook de andere motieven uit het theoretisch kader kwamen zo nu en dan ter sprake in de forum discussies. Het opbouwen van een muziek catalogus (library storage) als motief kwam naar voren in de twee vormen, de een meer affectief de ander meer cognitief. "Omdat ik het verzamel, ik vind het gewoon leuk om 15.000 nummers in m'n media library te hebben" (Ratt, Fok! Forum) “Een nummer terugvinden is veel gemakkelijker op de computer dan je cd verzameling doorspitten” (Foo_niks, Fok! Forum)
Ook ten aanzien van self achievement “je kan vreselijke foute muziek aan je collectie toevoegen zonder dat iemand je er op aankijkt” (Foo_niks, FOK! Forum)”, social pressure “waarom zou ik het niet doen terwijl miljoenen het wel doen?” (Magic, Computeridee Forum) en interpersonal communication “als je download op genre, dan ontdek je via andere liefhebbers nieuwe artiesten, die je op een radio nooit hoort” (Reintje, Computer Idee Forum)
26
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
zijn zeer nuttige resultaten verzameld in het kader van exploratie van de motieven. Het motief entertainment is niet expliciet ter sprake gekomen in de 262 posts. Dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat de vraagstelling van het forum (en van dit onderzoek), zeer toegepast is (namelijk het downloaden van muziek via p2p programma’s). In meer impliciete zin werd door sommige forumgebruikers werd p2p gebruik “leuk” genoemd of ze waren er “nieuwsgierig” naar.
4.1.2 De motieven ‘convenience’ en ‘consumer emancipation’ In de forumdiscussies noemden heel veel posters de volgende motieven: “gratis, snel en makkelijk”, vaak alledrie samen. Ook het volgende motief werd opvallend vaak genoemd: het feit dat artiesten toch al genoeg verdienen en dat cd’s veel te duur zijn. Na analyse van alle posts die niet in de bestaande motievenclassificatie paste, zijn op basis hiervan twee nieuwe motief categorieën toegevoegd, namelijk convenience en consumer emancipation. Het motief convenience13 komt tot uiting bij de respondenten doordat ze p2p programma’s veel makkelijker vinden dan ofwel naar de muziekzaak gaan ofwel legale downloaddiensten. Ook vinden de respondenten dat via filesharing muziek het snelst te vergaren is en het feit dat gratis is, valt voor veel respondenten ook onder de noemer gemak (sommigen geven toe gewoon lui te zijn). “gratis, veel sneller dan al die muziek sites en makkelijk vanuit de luie stoel” (Onderbroek, Fok! Forum) “Je kan in een prettige omgeving luisteren op de bank ofzo,je staat dus niet aan een bar te hangen met teringrap op de achtergrond en een verkoper die je aanstaart van ja kopen of nie” (Foo_niks, Fok! Forum) “In cdwinkels zie je trouwens door de bomen het bos niet meer tussen al die drukke cdhoesjes. Een lijstje is veel overzichtelijker, vooral als je met queries kan zoeken” (MouseOver, Fok! Forum) “Omdat ik te lui ben om naar de winkel te wandelen” (moomoo, Fok! Forum) “Ik download omdat ik een arme student ben en geen geld heb om al mijn muziek te kopen zeg maar” (Dobermann, Scholieren.com Forum)
Daarnaast wijzen posts erop dat de muziek (in mp3 formaat) verkregen via p2p programma’s makkelijk over te zetten is op muziekspelers, en dat sommigen p2p netwerken gebruiken om muziek te downloaden die ze reeds op cd bezitten. Ook geven sommige respondenten aan dat 13
In de literatuur komt het motief convenience bij Molteni & Ordanini (2003, p. 394) naar voren: “in this case, the use of the Internet and digital technologies alters the process of music consumption by doing away with some phases of conventional CD purchasing, such as having to choose a retail outlet and the logistics involved (opening hours, assortment)”
27
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
muziek via p2p aantrekkelijk(er) is omdat er geen DRM (Digital Rights Management) technieken in ‘verwerkt’ zitten en vinden sommigen cd’s een zeer onhandig format. “Ik download ook wel eens cd's die ik ook al gekocht heb, omdat dat makkelijker luisteren is met de pc” (MarMar, Fok! Forum)” “Ik heb het nodig om mijn iPod en beetje te vullen” (DaMook, Fok! Forum)” “En omdat het handiger is. Want al je liedjes staan dan ook gelijk op de computer. en dat is weer makkelijk voor mn mp3-speler” (Lisaa, Webpiraat Forum) […] heb je nog zgn. copy-protection op veel cd's zitten. Dit voorkomt dat je de cd in veel apparaten niet kan afspelen (zoals op de pc, in de auto, etc). Dit slaat natuurlijk helemaal nergens op, want om maar even een situatieschets te maken: Ik zit op m’n stoel achter de pc en download een mp3. Ik heb hem meteen, en kan er alles mee doen wat ik wil: Op cd zetten, op mn mp3speler zetten, op de pc luisteren, in de auto luisteren, ... Ik had ook naar de winkel kunnen reizen, uur zoeken naar de goeie cd, deze vervolgens voor veel geld aanschaffen, terug naar huis reizen, en er vervolgens achterkomen dat ik er niets mee kan doen. Ik kan de muziek niet op mn mp3speler zetten, niet op de pc luisteren, etc. (Loggedin, Fok! Forum) “Het scheelt een hoop ruimte en stof zonder al die cd-doosjes en je hoeft ze niet in het juiste doosje terug te doen” (Foo_niks, Fok! Forum)
Het motief consumer emancipation is afgeleid van een artikel van Giesler en Pohlmann (2003). Zij gebruiken Napster om zogenaamde piraterij de beschrijven als een ‘levenstijl’ die een “emancipated consumer paradox” creëert. Zij stellen dat consumenten meer en meer afstand nemen van het consumptieproces in de aloude markteconomie, en dat een van de uitingen hiervan is om via p2p netwerken muziek (en andere content) uit te wisselen. Het internet is volgens deze auteurs een omgeving waar de consument meer en meer voor zichzelf durft op te komen. In dit onderzoek zal ik de term consumer emancipation van Giesler en Pohlmann gebruiken om dit motief te onderzoeken.
Ook Kasaras (2002, p. 14) heft trouwens sterke ideeën hierover: “their actions (downloading en uploading, RD) are political – in terms of ideology – because they subvert the existing economic structure of profit with new ways of distributing a commodity, based usually on the principle of an ideal non-profitable equality”. Ook al gaat Kasaras misschien wat ver, feit is dat binnen de respondenten het idee zeer sterk is dat artiesten te veel geld verdienen en dat cd’s “schandalig duur zijn”14. Zowel de artiest als de muziekindustrie wordt in de forumdiscussies zeer kritisch besproken. Men vindt dat cd’s te duur zijn, dat artiesten genoeg (of te veel) verdienen, men ergert zich aan de muziekindustrie en dat artiesten het toch niet aan de verkoop van cd’s veel geld overhouden, ze moeten het van optredens hebben. 14
Natuurlijk kan dit een vorm van zelfrechtvaardiging zijn (‘cognitieve dissonantie’) om het door de media verachtelijk genoemde gedrag te vergoelijken. Dit ligt echter buiten het gebied van deze scriptie.
28
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
“Elke keer als ik "The Fabulous Life Of..." kijk, zie ik dat het toch niet zo erg slecht gaat met de artiesten. Ik vind het belachelijk dat die mensen met een aangeboren talent, zangkunsten, zo vreselijk veel moeten verdienen. Het is erg leuk wat ze kunnen maar ik kan wel 100 beroepen verzinnen die meer geld zouden moeten verdienen voor wat ze doen” (Thirdeye, Fok! Forum) “De muziekindustrie is tegenwoordig en vroeger eigenlijk ook al een puur marketing instrument puur op winst gericht. En uiteindelijk worden de echte winsten behaalt bij concerten, maar dat weet de echte artiest zelf ook wel” (ASroma, Fok! Forum) “Ik download inderdaad al mijn muziek via een p2p want ik vind het te belachelijk voor woorden dat ik schreeuwend veel moet betalen voor een CD hier in Nederland. Als je in vergelijking naar andere landen kijkt is de prijs per CD aanzienlijk lager. Waarom kan dat in NL niet dan?” (Gekwordikervan, Computeridee Forum) “De platenmaatschappij moet geld vangen, want, stel je voor dat de directeur maar 2 keer in plaats van 3 keer per jaar een nieuwe auto kan kopen” (De_Slager, Webpiraat Forum) “Muziek zou, net als kunst, voor iedereen gratis en vrij toegankelijk moeten zijn. Internet is daar een perfect medium voor” (Moenbloem, Scholieren.com Forum)
Tot slot gaven sommige respondenten aan dat ze simpelweg het geld er niet voor over hebben om muziek te kopen en daarom besluiten muziek te downloaden. Op basis hiervan is de variabele ‘importantie muziek’ toegevoegd aan de gebruikerskenmerken (deelvraag III) “Het is heel simpel: ik hou voldoende van muziek om er naar te luisteren, maar niet voldoende om er voor te betalen.” (Dinalfos, Scholieren.com Forum)
4.2 Ontwikkeling survey Op basis van de bevindingen van bovenstaande kwalitatieve onderzoek, zijn er uiteindelijk acht motieven die het gebruik van p2p zouden kunnen verklaren, getoetst met het survey. Ook zijn er in het survey vragen gesteld over de perceptie van de technologische kenmerken van het p2p programma. Als laatste uiteraard ook de demografische vragen en vragen om de frequentie van het p2p gebruik, de mate van digitale generatie, de muzieksmaak en de importantie van muziek te meten. Het survey (appendix 3b) is uiteindelijk ingevuld door 345 respondenten.
Vraag 1 van het survey is welk p2p programma het meeste wordt gebruikt. Aangezien er geen afbakening is gemaakt op p2p programma is het relevant dit te vragen.
De frequentie van het p2p gebruik is gemeten door vraag 2 en vraag 3, respectievelijk hoe vaak het p2p programma gemiddeld per week wordt opgestart en hoeveel muziek er per week gemiddeld wordt gedownload.
29
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
In vraag 8 wordt gevraagd welke muziekpreferenties de respondent heeft. In vraag 9 en 10 is gemeten wat hoe belangrijk muziek is voor de respondent, respectievelijk door te vragen wat de gemiddelde muziekuitgaven per maand zijn en hoe belangrijk muziek in het leven is van de respondent.
In hoeverre de respondent tot de digitale generatie behoort is gemeten met vraag 11, 12 en 13: hoeveel de respondent internet per dag, welke internetverbinding hij of zij heeft en hoeveel er wordt gechat. Verder zijn er algemene demografische gegevens verzameld door vraag 14, 15, 16 en 17.
In het survey is door middel van stellingen in vraag 4 en 6 (zeer mee eens tot zeer mee oneens) gemeten wat de sterkte is van de verschillende motieven: deelvraag I. In appendix 3a wordt beschreven welke survey items voor welk motief van toepassing zijn.
Deelvraag II, in welke mate technologische kenmerken het gebruik van p2p verklaren, is ook gemeten met stellingen, in vraag 5 en 7. In appendix 3a is aangegeven welke items voor welke kenmerken van toepassing zijn.
4.3 Resultaten survey In deze paragraaf worden de resultaten van de survey besproken en de deelvragen beantwoord. In de eerste paragraaf 4.3.1 worden de kenmerken van de steekproef behandeld en bijvoorbeeld ook hoe representatief de respondenten in de survey zijn voor de digitale generatie. In paragrafen 4.3.2 tot 4.3.4 worden de resultaten van de deelvragen gepresenteerd en worden de statistische technieken die daarbij zijn gebruikt toegelicht.
4.3.1 Beschrijving steekproef Voor de resultaten zijn 340 bruikbare surveys geanalyseerd, waarbij moet worden aangetekend dat 37 surveys niet volledig zijn ingevuld. Omdat ook de niet ingevulde surveys toch waarde hebben, heb ik besloten deze wel in de analyse op te nemen., waardoor er bij elke vraag een verschillende n is. De steekproef (die niet a-select genomen is, zie paragraaf 3.2.3) is groot genoeg om goede analyses mee uit voeren.
De verdeling tussen man en vrouw ligt met respectievelijk 48,8% en 51,2% behoorlijk gelijk en de leeftijdscategorieën die het meeste voorkomen onder de respondenten zijn de 30
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
categorieën 18 tot en met 21 jaar (n=165, 54,5%) en 22 tot en met 25 jaar (n=106, 35,0%). De reden dat deze categorieën oververtegenwoordigd zijn is ogenschijnlijk dat vooral (huidige of voormalige) studenten zijn van de universiteit de enquête hebben ingevuld, namelijk 239 (78,9%). Het inkomen ligt dan ook voornamelijk tussen 0 en 500 euro (n=165, 54,5%) en 500 en 1000 euro (n=87, 28,7%).
De respondenten hebben massaal de beschikking over breedbandinternet: 164 hebben de beschikking over ADSL, 126 over kabel, samen goed voor 95,1%. De mate van het internetgebruik ligt (waarschijnlijk mede door deze hoge breedbandpenetratie) dan ook hoog, maar liefst 79,4% gebruikt internet meer dan een uur per dag. Deze 79,4% is op te splitsen in 24,6% (n=75) die tussen een uur en anderhalf uur internet gebruikt, 20% (n=20) die tussen een anderhalf en twee uur zich op het wereldwijde web begeeft en het grootste deel, namelijk 34,8% (n=106) gebruikt internet meer dan twee uur per dag. Deze frequenties geven aan dat de steekproef van de survey met recht tot de digitale generatie kan worden gerekend15 (zie figuur 4). 120 100
Aantal
80 60 34,75%
40
24,59% 20,0% 16,39%
20 3,93%
0
0,33%
niet
niet meer tussen tussen tussen meer dan dan een een half een uur anderhalf twee uur half uur uur en en uur en een uur anderhalf twee uur uur Hoeveel uur internet je per dag?
Figuur 4 Frequentieverdeling internetgebruik.
Er is naast het internetgebruik echter nog een variabele gemeten om de digitale generatie te kunnen meten en dat is het chatgebruik via MSN Messenger van de respondent. Ruim één derde van de respondenten (35,4%, n=108) chat niet meer dan een half uur per dag. Dit is minder dan verwacht, maar zou te maken kunnen hebben dat de leeftijd van hevige chatters lager ligt dan achttien jaar (en 89,5% van de respondenten is ouder dan achttien jaar). Ook
15
De respondent die aangaf niet te internetten is niet meer meegenomen in de verder analyses.
31
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
opvallend is dat 49 respondenten (16,1%) aangaven niet te chatten. Dit is opvallend omdat de respondenten zijn ‘geworven’ via de contactenlijst van MSN Messenger, waardoor mijn verwachting was dan bijna elke respondent wel een actieve chatter is. Er zijn echter ook andere ‘instant messaging’ (IM) programma’s en 31 respondenten hebben dan ook in het opmerkingen aangegeven met een ander IM programma te chatten. De overige 18 ‘nietchatters’ heb ik toch in de verdere analyses meegenomen, omdat al deze 18 chatters in de hoogste categorie van internet gebruik vielen (de correlatie in de vorm van Kendall’s tau b tussen chatgebruik en internetgebruik is -0.03). Door de variabele internetgebruik en chatgebruik te combineren kan een uitspraak worden gedaan over in hoeverre een respondent tot de digitale generatie behoort (zie figuur 5).
40
Hoeveel uur chat je per dag met MSN? niet 1-30 minuten 31-60 minuten
30
61 - 90 minuten
Aantal
91-120 minuten meer dan 120 minuten 20
10
0
niet
niet meer dan tussen een tussen een tussen een half uur half uur en uur en anderhalf uur een uur anderhalf uur en twee uur
meer dan twee uur
Hoeveel uur internet je per dag?
Figuur 5 Internetgebruik vs. chatgebruik.
De twee p2p programma’s die het meest worden gebruikt zijn Limewire (26,5%, n=90) en Kazaa (23,8%, n=81), respectievelijk de nummer drie en één onder p2pgebruikers (Kazaa weer meest gebruikte peer-to-peer programma, 2005) (zie figuur 6).
32
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Kazaa
8,24% 0,59%
Emule
23,82%
Bittorrent
5,88%
Limewire 6,18%
WinMX Bearshare 7,65%
5,29% 2,06%
DC ++ Soulseek Morpheus
9,41%
Gnutella
26,47%
Shareaza Anders
Figuur 6 Frequentieverdeling p2p programma’s.
Het p2p programma wordt door 27,6% van de respondenten (n=94) gemiddeld één keer per week opgestart en door 24,4 % (n=83) twee of keer. Verreweg de meeste respondenten (64,4%, n=219) geven aan gemiddeld tussen één en tien nummers te downloaden met het p2p programma. De kruisverdeling tussen de frequentie van opstarten en de frequentie van muziekdownloads (zie figuur 7) laat zien dat er een hoe vaker het programma wordt opgestart, des te meer nummers er worden gedownload (de gemeten correlatie in de vorm van Kendall’s tau-b is 0.42, significant bij 0,01) Hoe veel muzieknummers download je gemiddeld per week met het peerto-peer programma?
100
80
1-10
Aantal
11-20 21-60
60
61-100 Meer dan 100
40
20
0 1 keer
2 of 3 keer
4 of 5 keer
6 of 7 keer
meer dan Het staat 7 keer constant aan
Figuur 7 Frequentieverdeling downloads per week.
Bijna alle respondenten geven aan muziek belangrijk te vinden, op de vraag ‘hoe belangrijk is muziek voor jou in je leven’ geven 133 respondenten (46,1%) het antwoord ‘belangrijk’ en 33
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
zelfs nog meer ‘erg belangrijk’: 150 respondenten (49,2%) maar liefst. Deze mate van belangrijkheid contrasteert enigszins met de antwoorden op de vraag wat de muziekuitgaven per maand zijn, 52,5% (n=160) geeft aan geen geld aan muziek te besteden. Figuur 8 laat zien dat mensen die muziek belangrijker vinden ook meer aan muziek uitgeven, de correlatie tussen de belangrijkheid van muziek en de muziekuitgaven is echter slechts 0.157 (Kendall’s tau-b, significant bij 0,01)16.
80
Aantal
60
Wat zijn je muziekuitgaven gemiddeld per maand? niets 1-20 euro 21-40 euro
40
41-60 euro 61-80 euro 81 euro of meer
20
0 helemaal niet belangrijk heel erg weet ik niet belangrijk belangrijk niet belangrijk Hoe belangrijk is muziek voor jou in je leven?
Figuur 8 Importantie muziek vs. muziekuitgaven.
4.3.2 Deelvraag I In het survey is door middel van stellingen in vraag 4 en 6 (zie appendix 3) gemeten wat de sterkte is van de motieven. Allereerst is er een factoranalyse uitgevoerd onder al deze stellingen om te kunnen analyseren welke stellingen ‘unidimensionaliteit’ vertonen. Dit houdt in dat de scores op de items (stellingen) door één construct zijn te verklaren en wordt door een factoranalyse geanalyseerd omdat op deze manier alle stellingen als het ware worden ‘gereduceerd’ tot en kleiner aantal factoren17.
In tabel 1 is een gedeelte van de variantietabel afgebeeld, waarbij de ‘eigenwaarde’ belangrijk is. Bij een factoranalyse worden altijd net zoveel factoren gevormd als er items
16
Dat de correlatie niet hoger is wordt mede veroorzaakt door de beperkte variatie op deze variabele: de categorieën belangrijk en heel erg belangrijk zijn verreweg het grootst. 17 Het wordt dan ook een datareductie techniek genoemd: door een gewogen combinatie van de oorspronkelijke variabelen is het doel zoveel mogelijk informatie uit die variabelen te verklaren door zo min mogelijk factoren met als maar de hoeveelheid variantie
34
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
zijn, in het geval van deze deelvraag zijn dat er negenenveertig. Echter alleen die factoren die meer variantie verklaren dan de oorspronkelijke items zijn bruikbaar in dit geval, deze factoren hebben een zogenaamde ‘eigenwaarde’ groter dan 1 (den Boer e.a., 1994, pp. 64-73). Verder moeten deze factoren een gezamenlijke variantie verklaren die groter is dan vijftig procent, in dit geval is dat 69,2%. Tabel 1 Eigenwaarde analyse. Initial Eigenvalues % of Cumulative Eigenvalues Variance % Compo nent
1
9,772
19,942
19,942
2
6,142
12,534
32,476
3
3,302
6,739
39,215
4
2,378
4,853
44,068
5
1,848
3,772
47,840
6
1,761
3,595
51,435
7
1,532
3,126
54,561
8
1,404
2,865
57,427
9
1,379
2,815
60,242
10
1,279
2,610
62,852
11
1,078
2,200
65,052
12
1,040
2,122
67,174
13
1,000
2,041
69,215
In appendix 4a staat de geroteerde factor matrix, waar per factor staat wat de correlatie is met een variabele en zo kunnen er dimensies worden geïnterpreteerd (de matrix wordt geroteerd omdat deze dan gemakkelijk te lezen is) (den Boer e.a., 1994, pp. 67). Ik heb ervoor gekozen alle factoren die hoger laden dan 0.40 op te nemen in de verschillende dimensies (deze zijn geel gemaakt in de matrix), de minimale eis is 0.35 (den Boer e.a, 1994, p. 67).
Er is net geen sprake van een simpel structure, dit houdt in dat elke variabele hoog laadt op een factor en laag op de andere factoren. (p. 67). In slechts van vier van de negenenveertig variabelen laden twee factoren hoger dan 0.40, de rest van de factoren volgt de simpel structure. Er zijn dertien verschillende factoren (motieven) te onderscheiden. De factoren zijn geïnterpreteerd, waardoor de ‘vertaling’ naar motieven mogelijk wordt.
35
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Eerst is per factor de homogeniteit gemeten, dat wil zeggen dat de items of allen hoog scoren of allen laag scoren binnen een factor. In appendix 4b staan voor de dertien factoren de homogeniteitsanalyse (‘reliability’ analyse) door middel van Cronbach’s alpha. Deze alpha moet tussen 0.65 en 0.90 liggen. Bovendien moet het ook zo zijn de ‘item-total’ correlaties voor elk item groter dan of gelijk is aan 0.30 (den Boer, 1994, p. 61-64).
De Cronbach alpha van factor 1 is 0.85 en voor elk item is de item-total correlatie groter dan 0.30. De alpha van factor 2 is 0.82 en voor elk item is de item-total correlatie groter dan 0.30. Voor factor 3 is de alpha 0.87 en voor elk item is de item-total correlatie groter dan 0.30. De Cronbach’s alpha voor factor 4 is 0.73, echter het item “om te luisteren of ik een cd wil kopen” is 0.279. Het item moet op statistische criteria verwijderd worden, maar is toch belangrijk om inhoudelijke gronden (bij eliminatie van het item zou de Cronbach’s alpha ‘slechts’ stijgen naar 0.78). Factor 5 is tevens homogeen met een alpha van 0.74 en elk afzonderlijk item boven de 0.30. De Cronbach’s alpha van factor 6 is 0.73 met geen enkel item onder de 0.30. Ook factor 7 is homogeen (alpha 0.70 en elke item boven de 0.30). Factor 8 heeft een alpha van 0.68 en elk item is statistisch homogeen. Factor 9 heeft een Cronbach’s alpha van 0.84 met homogene items.
De alpha van factor 10 is slechts 0.39, waarbij het item “om te luisteren of ik een cd wil kopen” slechts 0.16 laadt en tevens niet bij de andere items past. Na eliminatie van dit item is de alpha 0.461. Dit is nog veel te laag om aan de homogeniteits eis te kunnen voldoen en deze factor zal daarom niet worden meegenomen in de verdere analyse. Factor 11 heeft een Cronbach’s alpha van 0.39 en beide items scoren beneden de 0.30 en ook deze factor zal worden geëlimineerd. Factor 12 bestaat uit één item (“muziek te downloaden die ik misschien ooit nog ga luisteren”) en wordt om inhoudelijke reden niet meegenomen in de analyse. Factor 13 wordt verwijderd omdat de vraag (“er geen 'copy protection' zit op de muziek die ik download ermee”) zo onduidelijk was voor de respondenten, dat maar liefst 66 respondenten geen mening als antwoord gaven.
Nu volgt de interpretatie van de factoren, waaruit motieven worden geabstraheerd. Daarna worden deze motieven geanalyseerd, waardoor er uitspraken mogelijk zijn over de sterktes van de motieven.
36
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
De interpretatie van de factoren is als volgt:
o Motief I: “Social Pressure” Dit motief heeft veel overeenkomst met het social pressure motief uit het theoretisch kader. Deze sociale druk zou kunnen worden veroorzaakt doordat het downloaden van muziek een wijdverspreide en ‘alledaagse’ digitale taak (net als bijvoorbeeld email) is, waardoor er een bepaalde sociale druk ontstaat wanneer iemand geen muziek downloadt met p2p programma’s. Items: mijn vrienden het adviseren het te doen iedereen peer-to-peer programma’s gebruikt ik verslaafd ben iedereen peer-to-peer aan muziek downloaden het hip is om te doen ik mijn vrienden wil laten zien dat ik veel muziek heb ik het spannend vind te gebruiken ik nieuwsgierig ben ernaar te zorgen dat ik cool ben hetzelfde te doen wat iedereen ook al doet
o Motief II: “Convenience” Dit motief houdt in dat de gebruiker p2p programma’s de makkelijkste manier vindt om muziek mee te vergaren. Items: makkelijk de muziek kan vinden die ik wil het een zeer snelle manier is om muziek te vergaren het de makkelijkste manier is om muziek te vergaren de muziek gratis is muziek van p2p programmas veel handiger is dan cd's de nieuwste muziek zo snel mogelijk te vergaren om precies die nummers te vergaren die ik wil
o Motief III: “Interpersonal communication’ Onder dit motief wordt geschaard dat de gebruiker met andere gebruikers wil communiceren. Items: mensen te vinden die dezelfde muziek luisteren als ik te praten met anderen over muziek mensen te ontmoeten die van dezelfde muziek houden als ik om te praten met iemand over een artiest of een album om te praten met anderen
37
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
o Motief IV: “New music seeking” Dit motief houdt in dat het zoeken van informatie, in dit geval muziek het motief is. Analyse van de items wijst uit het hier om het zoeken naar nieuwe muziek gaat. Items: nieuwe artiesten en muziek te verkennen om op de hoogte te blijven van nieuwe muziek muziek uit te proberen om te luisteren of ik een cd wil kopen om nieuwe genres te verkennen.
o Motief V: “Consumer Emancipation” Dit motief houdt in dat gebruikers p2p netwerken gebruiken om het ‘nieuwe consumentisme’ vorm te geven, met andere woorden de ‘emancipatie’ van de consument in het internettijdperk.
Volgens de factoranalyse zijn er twee factoren te onderscheiden die als ‘consumer emancipation’ zijn te kenmerken, namelijk factor 5 en 7. Aangezien beide factoren (zie items hieronder) echter de zelfde inhoudelijke dimensie, namelijk ‘consumer emancipation’ is er met onderstaande items een nieuwe homogeniteitstoets gedaan. Uit deze toets blijkt dat het item “een cd te downloaden die ik al heb” niet aan de eis voldoet met 0.261. Na eliminatie van dit item scoort deze schaal een Cronbach’s alpha van 0.77, waardoor factor 5 en 7 samengevoegd kunnen worden tot één motief (zie appendix 4b) Items V: artiesten hun geld toch met optredens kunnen verdienen iedereen peer-to-peer programmas gebruikt de muziekindustrie niet snapt wat de consument wil artiesten meer dan genoeg geld verdienen artiesten muziek moeten maken uit passie, niet om geld te verdienen Items VII: er zeker van te zijn dat de muziekindustrie minder geld verdient de muziek industrie te laten zien ze niet meer zo machtig is
o Motief VI: “Library Storage” Dit motief heeft betrekking op het feit dat p2p gebruikers muziek willen archiveren op hun pc. Items: ik graag heel veel albums op mijn harde schijf wil hebben ik zoveel muziek wil hebben als mogelijk ik een muziekcollectie wil opbouwen ik mijn digitale muziekspeler (bijv. iPod) wil vullen
38
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
o Motief VII: “Entertainment” Dit motief heeft betrekking op tijdverdrijf: gebruikers downloaden muziek met p2p omdat ze zich vervelen om of zich te ontspannen. Items: te browsen in de muziek van een ander iets te doen te hebben als ik me verveel om me te ontspannen
o Motief VIII: “Self achievement” Dit motief verwijst naar het gegeven dat gebruikers muziek downloaden via p2p om zichzelf iets te bewijzen, iets te volbrengen. Items: mijn digitale kennis en/of vaardigheden uit te breiden om mezelf technologisch te blijven ontwikkelen
Alle motieven zoals die in het theoretisch kader zijn uiteengezet en de motieven die zijn gevonden in de forumdiscussies komen voor onder de respondenten in de survey. Echter om uitspraken te kunnen doen over de sterkte van de motieven zijn de items van de acht motieven samengevoegd (met het ‘compute’ commando) tot één motief en zijn van de acht motieven (na hercodering18) frequentieverdelingen opgesteld. Met behulp van deze frequentieverdelingen kan een antwoord worden gegeven op deelvraag I. Na hercodering zijn er vijf categorieën aangemaakt met betrekking tot de sterkte van het motief: totaal niet aanwezig, niet aanwezig, middelmatig aanwezig, aanwezig en sterk aanwezig.
In figuur 9 a t /m h zijn per motief de frequentieverdelingen per motief afgebeeld. Om de verschillende categorieën precies te kunnen interpreteren, zijn de categorieën gewogen (zie appendix 4d). Hieruit volgt dat het motief ‘convenience’ het sterkst aanwezig is onder de digitale generatie (zie figuur 9a ). Onder 68% van de respondenten is dit motief sterk aanwezig, onder 25,2% is aanwezig en voor 4,8% is convenience een middelmatig motief. Bij slechts 2,0% is dit motief (totaal) niet aanwezig. Na weging is aan het motief convenience een waarde van 254,9 toegekend.
18
De motieven bestaan uit verschillende items waar het bereik van de schaal door wordt bepaald. De hercodering is simpel: de schaal gedeeld door het aantal items.
39
De digitale generatie piraten?
70
Rutger Docter
Motief II Convenience
60
Percent
50 40 68
30 20 25,2
10 0
totaal niet aanwezig
4,8
1,7
0,3
niet aanwezig
middelmatig aanwezig
aanwezig
sterk aanwezig
motiefsterkte
Figuur 9a Convenience motief.
Het motief dat als tweede kan worden aangemerkt is ‘new music seeking’ (zie figuur 9b) Bij 49,5% is het motief om nieuwe muziek te zoeken aanwezig, en bij 22,7% is het zelfs sterk aanwezig. 20,4% is in te delen bij de groep waar het een motief een middelmatige sterkte heeft, bij 5,4% is het niet aanwezig en bij 2% is het totaal niet aanwezig. De wegingswaarde van dit motief is 170,7. 50
Motief IV New music seeking
Percent
40
30 49,5
20 22,7
20,4
10 2
0
totaal niet aanwezig
5,4
niet aanwezig
middelmatig aanwezig
aanwezig
sterk aanwezig
motiefsterkte
Figuur 9b New music seeking motief . Het motief om een muziekcollectie op te bouwen, het ‘library storage’ motief is het derde motief in sterkte (figuur 9c). Bij 34,2% van de respondenten is dit motief aanwezig en bij 20,7% is het sterk aanwezig. Een middelmatige sterkte heeft het bij 29,2% en 15,9% is toe te schrijven aan (totaal) niet aanwezig. Het library storage motief heeft na weging een waarde van 124,5.
40
De digitale generatie piraten?
40
Rutger Docter
Motief VI Library Storage
Percent
30
20 34,2 29,2 20,7
10 12,5
0
3,4
totaal niet aanwezig
niet aanwezig
middelmatig aanwezig
aanwezig
sterk aanwezig
motiefsterkte
Figuur 9c Library storage motief.
Het volgende motief is het ‘entertainment’ motief (figuur 9d). Dit motief is middelmatig aanwezig bij 31,4%, aanwezig bij 22,1% en sterk aanwezig bij 5%. Het motief is niet aanwezig en totaal niet aanwezig bij respectievelijk 25,8% en 15,7%. Dit is het eerste motief dan een negatieve wegingswaarde (-8,1) heeft, aangezien dit motief meer niet dan wel voorkomt bij de mensen in de populatie19.
Motief VII Entertainment
Percent
30
20 31,4 25,8 22,1
10 15,7
5
0 totaal niet aanwezig
niet aanwezig
middelmatig aanwezig
aanwezig
sterk aanwezig
motiefsterkte
Figuur 9d Entertainment motief.
Het ‘consumer emancipation’ motief (zie figuur 9e) is niet aanwezig bij 43,8% en bij 5,8% totaal niet aanwezig. Bij 36% is het middelmatig aanwezig, bij 12,8 is het aanwezig en bij 1,7% is het sterk aanwezig. Dit motief heeft een wegingswaarde van -38,3.
19
Voor de duidelijkheid: dit wil dus niet zeggen dat dit motief niet relevant is, het is alleen minder relevant dan motieven met een positieve waarde na weging.
41
De digitale generatie piraten?
50
Rutger Docter
Motief V Consumer emancipation
Percent
40
30 43,8
20
36
10 12,8 5,8
1,7
0 totaal niet aanwezig
niet aanwezig
middelmatig aanwezig
aanwezig
sterk aanwezig
motiefsterkte
Figuur 9 e Consumer emancipation motief.
Het ‘social pressure’ motief is bij maar liefst 62,6% niet aanwezig en 12,6% totaal niet aanwezig. Het is (sterk) aanwezig bij 4,4% en bij 20,5% middelmatig van sterkte. De waarde na weging is bij dit motief -131,2 (zie figuur 9f).
70
Motief I Social pressure
60
Percent
50 40 62,6
30 20
20,5
10 12,6
2,2
2,2
aanwezig
sterk aanwezig
0 totaal niet aanwezig
niet aanwezig
middelmatig aanwezig
motiefsterkte
Figuur 9f Social pressure motief.
Het ‘self achievement’ motief is bij niet aanwezig en totaal aanwezig bij 37,2% en 33,6% en middelmatig aanwezig bij 16,4%. 12,9% is toe te schrijven aan aanwezig en sterk aanwezig, resulterend in een wegingswaarde van -133,6 (zie figuur 9g)
42
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
40
Motief VIII Self achievement
Percent
30
20
37,2
33,6
10
16,4 9,9 3
0 totaal niet aanwezig
niet aanwezig
middelmatig aanwezig
aanwezig
sterk aanwezig
motiefsterkte
Figuur 9g Self achievement motief.
Het motief om met andere mensen te communiceren (‘interpersonal communication’, figuur 9h) is (totaal) niet aanwezig bij 76,4%, middelmatig aanwezig bij 15,2% en (sterk) aanwezig bij 8,3%. Het heeft de laagste wegingswaarde, namelijk -155,8.
50
Motief III Interpersonal Communication
Percent
40
30
20
36,3
40,1
10
15,2 4,8
3,5
aanwezig
sterk aanwezig
0 totaal niet aanwezig
niet aanwezig
middelmatig aanwezig
motiefsterkte
Figuur 9 h Interpersonal communication motief. 4.3.3 Deelvraag II Deze deelvraag is via dezelfde stappen geanalyseerd als deelvraag I, dus allereerst een factoranalyse, daarna een homogeniteitsanalyse, daarna de items optellen (‘compute’) om via een wegingswaarde uitspraken te kunnen over of technologische eigenschappen het downloaden van muziek via p2p kunnen verklaren. Daarnaast is er met de samengestelde schalen een correlatieanalyse uitgevoerd om te bekijken in hoeverre de eigenschappen het p2p gebruik voorspellen.
43
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Voordat de factoranalyse is uitgevoerd zijn eerst alle variabelen gestandaardiseerd, met andere woorden dat voor elk item de hoogste score steeds overeenkomt met meest gunstige visie op de technologische eigenschap20. In tabel 2 is een deel van de variatietabel afgebeeld, de factoren met een eigenwaarde hoger dan 1, zijn ‘geselecteerd’. Er zijn vier factoren met een eigenwaarde groter dan 1, en deze factoren verklaren 58,9% van de variantie (en voldoet dus aan de eis van >50%). Tabel 2 Eigenwaarde analyse.
Total
Initial Eigenvalues % of Variance Cumulative %
Component 1
4,334
25,492
25,492
2
2,792
16,424
41,916
3
1,666
9,802
51,718
4
1,228
7,222
58,940
5
,926
5,449
64,389
6
,838
4,929
69,318
7
,806
4,741
74,059
In appendix 5a staat de geroteerde factor matrix, waar per factor staat wat de correlatie is met een variabele en zo kunnen er dimensies worden geïnterpreteerd (de matrix wordt overigens geroteerd omdat deze dan makkelijk te lezen is) (den Boer e.a., 1994, pp. 67). Ik heb ervoor gekozen alle factoren die hoger laden dan 0.40 op te nemen (deze zijn geel in de matrix) in de verschillende dimensies (de minimale eis is 0.35 (den Boer e.a, 1994, p. 67). Er is net geen sprake van een ‘simpel structure’, dit houdt in dat elke variabele hoog laadt op één factor en laag op de andere factoren. (p. 67). In slechts één van de zeventien variabelen laden twee factoren hoger dan 0.40, de rest volgt de ‘simpel structure’. Er zijn vier verschillende factoren (technologische eigenschappen) te onderscheiden. Hieronder zullen de factoren worden geïnterpreteerd. Eerst is per factor de homogeniteit gemeten, dat wil zeggen dat de items of allen hoog scoren of allen laag scoren binnen een factor. In appendix 5b staan voor de vier ‘geselecteerde’ factoren de homogeniteitsanalyse met behulp van Cronbach’s alpha. Deze alpha moet tussen 0.65 en 0.90 liggen. Bovendien moet het ook zo zijn de itemtotal correlaties voor elk item groter dan of gelijk is aan 0.30 (den Boer, 1994, p. 61-64). 20
In de praktijk houdt het hier in dat alle negatief gestelde vragen zijn gehercodeerd, vooral met betrekking tot de eigenschap complexiteit.
44
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
De Cronbach’s alpha van factor 1 is 0.80 en voor elk item is de item-total correlatie groter dan 0.30. Voor factor 2 is de Cronbach’s alpha 0.78 en elke item scoort hoger dan 0.30. De alpha van factor 3 is 0.75 en er hoeft geen enkel item op statistische gronden verwijderd te worden. De Cronbach’s alpha van factor 4 is 0.54 en de twee items groter dan 0.30. De alpha is dus lager dan 0.65, maar deze factor wordt toch meegenomen in de analyse omdat deze factor inhoudelijk belangrijk is. Er moeten ook worden aangetekend dat een alpha van 0.54 voor een schaal bestaande uit twee items relatief een ‘hoge’ score is en dat de minimumeis van 0.65 geen absolute grens is. den Boer e.a. (1994, p. 62) hierover: “Verschillende auteurs hanteren verschillende onder- en bovengrenzen. Dit [van 0.65 tot 0.90, RD] is een grof gemiddelde van wat anderen adviseren.” De interpretatie van de factoren is als volgt: o Eigenschap I: “Comparatief voordeel” Deze factor heeft betrekking op het feit dat de gebruiker p2p netwerken als beter ziet dan alternatieve producten. Elk item heeft duidelijke relatie met dit comparatief voordeel. Items I: handiger dan andere muziek diensten passen in mijn computergebruik makkelijk om uit te proberen sneller dan enig ander alternatief mijn leven gemakkelijker maken uitgebreider in muziekaanbod dan wat dan ook
o Eigenschap II: “Complexiteit” Deze eigenschap houdt in hoe moeilijk het p2p netwerk te gebruiken en te begrijpen. Alle items (behalve “makkelijk om uit te proberen”) zijn gehercodeerd omdat de relatie tussen complexiteit en gebruikerspenetratie negatief is. Elk item heeft duidelijk betrekking op de eigenschap. Items II: makkelijk om uit te proberen eng om te gebruiken ingewikkeld om te gebruiken niet makkelijk om te leren erg onduidelijk als je wil uitvinden welke functies erin zitten
o Eigenschap III: “Zichtbaarheid” Deze eigenschap houdt in dat de resultaten en het gebruik van p2p systemen zichtbaar zijn voor anderen. Item nummer 2, 4, en 5 meten duidelijk deze eigenschap. Item nummer 1
45
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
(“is toegankelijk als ik wil proberen of het iets voor me is”) heeft iets minder duidelijk een relatie met zichtbaarheid, het begrip toegankelijk kan echter worden aangemerkt als een duidelijke indicator van zichtbaarheid. Item nummer 3 (“is een uiting van mijn digitale levensstijl”) behoort op statistische gronden tot de schaal, echter het meet op geen enkele wijze de dimensie zichtbaarheid en wordt daarom verwijderd uit deze schaal (de alpha blijft hetzelfde na deze eliminatie) Items III: is toegankelijk als ik het wil proberen of het iets voor me is door anderen is geregeld door mij gezien wordt vaak gedaan door iemand die ik ken levert resultaten op die duidelijk voor mij zichtbaar zijn
o Eigenschap IV: “Compatibiliteit” Deze eigenschap houdt in dat het past binnen de waarden, ervaringen en behoeften van de p2p gebruiker, beide items verwijzen duidelijk hiernaar. Items IV: niet moreel juist om te gebruiken is in lijn met mijn normen en waarden
Alle eigenschappen zoals die in het theoretisch kader zijn uiteengezet komen voor onder de respondenten in de survey, behalve de eigenschap ‘testbaarheid’. Om uitspraken te kunnen doen over de sterkte van de eigenschappen zijn de items van de vier eigenschappen samengevoegd. Met behulp van frequentieverdelingen van de eigenschappen kan een antwoord worden gegeven op deelvraag II. Na hercodering zijn er vijf categorieën aangemaakt met betrekking tot de sterkte van het eigenschap: totaal niet aanwezig, niet aanwezig, middelmatig aanwezig, aanwezig en sterk aanwezig.
In figuur 10a t/m d zijn per eigenschap de frequentieverdelingen per motief afgebeeld. Om de verschillende categorieën precies te kunnen interpreteren, zijn de categorieën gewogen (zie appendix 4d). Na deze weging kwam als ‘sterkste’ eigenschap naar voren complexiteit, met een waarde van 244,3 (zie figuur 10a). Deze eigenschap is sterk aanwezig bij 59,8% van de respondenten, bij 33,8% is de eigenschap aanwezig en bij 3,7% middelmatig aanwezig. Bij in 2,7% is deze eigenschap (totaal) niet aanwezig. Hierbij moet niet vergeten worden dat het gebrek aan complexiteit er juist voor zorgt dat gebruikers het p2p programma gebruiken.
46
De digitale generatie piraten?
60
Rutger Docter
Eigenschap II Complexiteit
Percent
50 40 30
59,8
20 33,8
10 0
1
1,7
3,7
totaal niet aanwezig
niet aanwezig
middelmatig aanwezig
aanwezig
sterk aanwezig
eigenschapssterkte
Figuur 10a De technologische eigenschap complexiteit.
De eigenschap comparatief voordeel is sterk aanwezig bij 34,9% van de respondenten en aanwezig bij 49,1% (zie figuur 10b). Het is middelmatig en niet aanwezig bij respectievelijk 13,4 en 2,6%. De wegingswaarde is 211,3.
50
Eigenschap I Comparatief Voordeel
Percent
40
30 49,1
20 34,9
10 13,4
0
2,6
niet aanwezig
middelmatig aanwezig
aanwezig
sterk aanwezig
eigenschapssterkte
Figuur10b De technologische eigenschap comparatief voordeel.
47
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Zichtbaarheid is de volgende eigenschap met maar liefst 77,4% (sterk) aanwezig, en slechts 4,8% (totaal) niet aanwezig. Deze eigenschap heeft een wegingswaarde van 199,5 (zie figuur 10c). 40
Eigenschap III Zichtbaarheid
Percent
30
20
40
10
0
37,4
17,8
0,9
totaal niet aanwezig
3,9
niet aanwezig
middelmatig aanwezig
aanwezig
sterk aanwezig
eigenschapssterkte
Figuur 10c De technologische eigenschap zichtbaarheid.
De laatste eigenschap, compatibiliteit, is middelmatig aanwezig bij 43,5%, aanwezig bij 29,4% en sterk aanwezig bij 12,5%. Het is (totaal) niet aanwezig bij 12,6%. De wegingswaarde van deze eigenschap is 108,2 (zie figuur 10d)
50
Eigenschap IV Compatibiliteit
Percent
40
30 43,5
20
29,4
10 12,5
12,2
0
2,4
totaal niet aanwezig
niet aanwezig
middelmatig aanwezig
aanwezig
sterk aanwezig
eigenschapssterkte
Figuur 10d De technologische eigenschap compatibiliteit.
Op basis van bovenstaande resultaten is echter de deelvraag nog niet goed te beantwoorden, omdat de wegingswaarde en de frequenties los staan van het p2p gebruik. Anders gezegd, het is voor deze deelvraag zeer relevant te weten wat de correlatie is tussen de verschillende eigenschappen aan de ene kant en de mate van downloaden via p2p netwerken aan de andere kant. De mate van downloaden via p2p netwerken is gemeten door middel van twee variabelen, namelijk hoe vaak het p2p programma gemiddeld per week wordt opgestart (vraag
48
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
2) door de gebruiker en hoeveel muzieknummers er per week gemiddeld worden gedownload (vraag 3). De schaal op basis van deze twee variabelen scoort een Cronbach’s alpha van 0.585 en beide items scoren hoger 0.30. Ookal is de alpha dus minder dan de minimumeis van 0.65 van den Boer e.a (1994, p. 62), toch is het statistisch verantwoord om deze schaal als homogeen te beschouwen (ook omdat 0.585 voor een schaal bestaande uit twee items een goede score is). De dimensie ‘p2p gebruik’ is gebruikt om het verband tussen de mate van downloaden en de perceptie van de technologische eigenschappen te analyseren. Deze dimensie, bestaande uit twee opgetelde variabelen, bestaat uit een schaal van 2 tot en met 11 (de frequentieverdeling van de dimensie staat in appendix 5c). Om het verband beter te kunnen analyseren heb ik de dimensie p2p gebruik onderverdeeld in drie categorieën: laag (waarde 2-4), middel (waarde 57) en hoog (waarde 8-11). Voor elke van deze categorieën is de samenhang berekend met de afzonderlijk technologische eigenschappen, met behulp van Kendall’s tau-b.
In figuur 11 staan de trendlijnen van de technologische eigenschappen aan de hand van de correlatiewaardes (in appendix 5d staat de tabel). Voor de eigenschap complexiteit is de correlatie met matig p2p gebruik 0,089, met geregeld gebruik -0,055 en met intensief gebruik 0,316. De eigenschap comparatief voordeel heeft een samenhang van 0,096 voor matige gebruikers, -0,077 voor geregelde gebruikers en 0,032 voor intensieve gebruikers. Voor de eigenschap zichtbaarheid is er wat minder verschil tussen de verschillende correlaties: 0,165 voor matige gebruikers, 0,139 voor geregelde gebruikers en 0,166 voor intensieve gebruikers. De eigenschap compatibiliteit heeft de volgende trend: 0,129 (matig), 0,117 (geregeld) en 0,272 (intensief).
Opvallend is dat de samenhang van elke eigenschap op zijn laagst is in de groep geregelde gebruikers, wat inhoudt dat de technologische eigenschappen voor matige gebruikers belangrijker zijn dan voor geregelde gebruikers. De samenhang is het hoogst bij intensieve gebruikers, op de eigenschap comparatief voordeel na.
49
Kendall's tau-b
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
0,350
complexiteit
0,300
comparatief voordeel
0,250
zichtbaarheid
0,200
compatibliteit
0,150 0,100 0,050 0,000 -0,050 -0,100
matig
geregeld
intensief
mate van p2p gebruik
Figuur 11 Technologische eigenschappen vs. p2p gebruik.
Voor het beantwoorden van deze deelvraag is het tevens interessant te bekijken wat de samenhang is van de eigenschap ten opzichte van de ‘hele’ dimensie p2p gebruik (zie tabel 3). Voor de eigenschap complexiteit is deze correlatie 0,129, voor comparatief voordeel 0,133, voor zichtbaarheid 0,112 en voor compatibiliteit 0,146. Alle eigenschappen hebben dus een vergelijkbare en bescheiden correlatie met p2p gebruik. Omdat de correlaties allen een zeer vergelijkbare waarde hebben, verandert er nauwelijks iets in de onderliggende relaties van de eigenschappen, zoals weergegeven in figuur 13.
Tabel 3 De samenhang tussen technologische eigenschap en p2p gebruik.
complexiteit comparatief voordeel zichtbaarheid compatibliteit
Kendall’s tau-b 0,129 0,133 0,112 0,146
4.3.4 Deelvraag III Deze deelvraag wordt beantwoord aan de hand van correlatie en frequentie analyses tussen aan de ene kant motieven (deelvraag I) en technologische eigenschappen (deelvraag II) en aan de andere kant de gebruikerskenmerken. De gebruikerskenmerken zijn onder te verdelen in demografische kenmerken (geslacht, leeftijd, inkomen, opleiding) en specifieke kenmerken (mate van digitale generatie, importantie van muziek, muziekuitgaven, muzieksmaak). De dimensie digitale generatie bestaat uit de variabelen ‘hoeveel uur internet je per dag’ en
50
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
‘hoeveel uur chat je per dag’. Cronbach’s alpha van deze schaal is 0,60 (beide items hoger dan 0.40), wat net iets lager is dan de ‘eis’ van den Boer e.a (1994), maar voor een schaal bestaande uit twee variabelen is dit een erg hoge score (de frequentieverdeling van de schaal staat in appendix 6a).
Aangezien de steekproef een sterke bias richting studenten (80% is WO student en 7% is HBO student (geweest) ) heeft, is het in mijn ogen niet nuttig om de variabele opleiding mee te nemen in de analyse voor deze deelvraag. Dit komt voort uit het feit dat ordinale associatiematen pas bruikbaar zijn wanneer de verdeling niet te ver van een normaalverdeling afwijkt (den Boer, 1994, p. 265).Sterk samenhangend met de variabele opleiding is uiteraard leeftijd (categorie 18-21 scoort 54,5% en categorie 22-25 scoort 35,0%) en inkomen (54,5% verdient tussen 0 en 500 euro per maand en 28,7% tussen 500 en 1000 euro). Deze demografische kenmerken vallen daarom als zodanig af voor de analyse, de variabele geslacht blijft ‘over’, aangezien de verdeling op deze variabele een goede basis voor analyse biedt: man 48,8%, vrouw 51,2%). Er is echter wel een test gedaan waar de sterkten en de motieven zijn vergeleken tussen WO studenten (79%) en VWO leerlingen (10%)21 en dus indirect de variabelen opleiding, leeftijd en inkomen werden getoetst.
Ook de variabele p2p programma is meegenomen om te bekijken of er grote verschillen zijn waarom bepaalde p2p programma’s worden gebruikt. Aangezien er in het survey (zie appendix 3b, vraag 1) naar veel verschillende p2p programma’s is gevraagd zullen er drie groepen worden samengesteld op basis gebruikersfrequentie (zie figuur 6) en technologische eigenschappen22. De eerste groep bestaat uit meer ingewikkelde en ‘underground’ programma’s Bittorrent, Emule en DC++, 23,2% van de respondenten gebruikt één van deze programma’s (zie figuur 6). De tweede groep bestaat uit de twee meest gebruikte en dus ‘mainstream’ programma’s, namelijk Kazaa en Limewire die door maar liefst 50,3% van de respondenten gebruikt worden. De derde groep wordt gevormd door ‘buitenbeentje’23 Soulseek, gebruikt door 5,88%.
21
Dit is interessant omdat onder VWO leerlingen een hoger percentage hoort tot de hogere categorieën van de variabele digitale generatie (zie appendix 6H) 22 Dit is mijn eigen waarneming, op basis van een zeer kleinschalige inhoudsanalyse. 23 Soulseek bevat opties en functionaliteiten die in geen enkel ander p2p programma voorkomen, zoals het browsen in de bestanden van anderen.
51
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Op basis van de hierboven besproken variabelen is er een gebruikersprofiel gemaakt per motief en per technologische eigenschap met verschillende analyse technieken (zie tabel 4).
De analyse tussen nominale en ordinale variabelen is gedaan op basis van analyse en vergelijking van frequenties. Hiervoor zijn de motieven en de technologische eigenschappen gehercodeerd.. De reden hiervoor is dat ik in deze deelvraag wil bekijken wat de kenmerken zijn van de gebruiker waar een bepaald(e) eigenschap of motief een grote rol speelt. De eigenschappen en motieven zijn daarom op de volgende manier gehercodeerd. De categorie 4 (aanwezig) en 5 (sterk aanwezig) zijn gehercodeerd naar respectievelijk 1 en 2, terwijl de categorieën 3 (middelmatig aanwezig), 2 (niet aanwezig) en 1 (helemaal niet aanwezig) zijn gehercodeerd naar waarde 0, waardoor ze geen rol spelen in de analyse (aangezien 0 een ‘missing value’ is). De gehercodeerd variabelen worden in de tabellen motieven_HIGH en eigenschappen_HIGH genoemd. Vervolgens wordt er een kruistabel met een gebruikerskenmerk gedraaid en dan worden de frequenties vergeleken met de algemene frequentieverdeling van de motieven en de eigenschappen om te bekijken of er afwijkingen zijn. Om volledig te zijn: de frequentievergelijking is gedaan op basis van select cases en de correlatieanalyse door Kendall’s tau-b .
Tabel 4 Analyse technieken deelvraag III. variabele opleiding, leeftijd, inkomen geslacht p2p programma digitale generatie muzieksmaak importantie muziek
wijze van analyse Frequentievergelijking tussen VWO en WO freqentieanalyse Frequentievergelijking tussen drie groepen correlatieanalyse: Kendall Tau frequentieanalyse Frequentievergelijking tussen belangrijk en heel belangrijk
In appendix 6 staan alle tabellen voor deze deelvraag III. In appendix 6b staan de motieven_HIGH uitgesplitst naar de groepen p2pprogramma, in appendix 6c staan de motieven_HIGH afgezet naar geslacht, appendix 6d staat een tabel met de correlatieanalyse tussen motieven en de variabele digitale generatie. Appendix 6 e staat de frequentieverdeling van de muziek, in appendices 6f en 6g staan respectievelijk de motieven_HIGH en de eigenschappen_HIGH afgezet tegen muzieksmaak. De frequentie van eigenschappen_HIGH en motieven_HIGH onder VWO leerlingen en WO studenten staat in appendix 6i en uitgesplitst naar importantie muziek (belangrijk en heel belangrijk) in appendix 6k. De
52
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
eigenschappen_HIGH afgesplitst naar geslacht (6l), digitale generatie (6m) en p2p programma (6n) completeren de rij.
Het motief ‘convenience’ komt bovengemiddeld voor onder Emule, Bittorrent en DC ++ gebruikers, groep 1 (+0,9%). Vrouwen zijn heel licht oververtegenwoordigd (+0,3%). De correlatie met de variabele digitale generatie is zeer bescheiden: 0,19 (met een standaardfout van0.000). Het genre electronic dance is bovengemiddeld aanwezig met 1,4% meer ten opzichte van de algemene frequentieverdeling. Voor WO studenten is dit motief belangrijker dan voor VWO leerlingen (6,5% verschil) en voor respondenten die muziek belangrijk vinden is dit motief iets relevanter (2,3% verschil met categorie heel belangrijk).
Het motief ‘new music seeking’ komt bovengemiddeld bij groep 1 van de p2p programma’s (+3,2%) en Soulseek: groep 3 (+1%). Mannen zijn met 3,1% verschil oververtegenwoordigd bij dit motief en de correlatie met de variabele digitale generatie is zeer sterk: 0,80 (standaardfout 0.097). Er is geen genre dat significant verschilt van de algemene frequentieverdeling. Het percentage voor WO studenten ligt iets hoger dan voor VWO leerlingen (4,1% verschil) en voor respondenten die muziek heel belangrijk is dit motief veel meer aanwezig dan bij respondenten die muziek belangrijk vinden (verschil 14,8%).
Het motief ‘library storage’ is oververtegenwoordigd bij groep 1 (+3,1%) en groep 3 (2,1%). Dit motief is meer aanwezig bij vrouwen (+4,4%) en de correlatie met de digitale generatie is met 0,16 zeer bescheiden. Er is geen genre dat meer dan 0,7% afwijkt van het gemiddelde, electronic dance (+0.6%) en (-0,7%) zijn de grootste uitschieters. Voor de WO student dit motief iets relevanter (+2,4%) en voor degenen die muziek heel belangrijk vinden (+6,7%).
Het ‘entertainment’ motief is bovengemiddeld aanwezig bij groep 1 (+1,5%), groep 2 bestaande uit Kazaa en Limewire (+1,5) en ook groep 3 (+2,7%). Mannen zijn oververtegenwoordigd (+3,1%) en de correlatie met de digitale generatie is zeer bescheiden (0.14) en R&B is meer aanwezig (+ 1,8%) en hiphop (-1,2% en blues (-1%) zijn minder aanwezig. Het motief is onder WO studenten omvangrijker (+14,1%) en onder respondenten die muziek belangrijk vinden (+1,1%).
Bij het motieven ‘consumer emancipation’, ‘social pressure’, ‘self achievement’ en ‘interpersonal communication’ is een minder steekhoudende analyse te geven over p2p 53
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
programma en geslacht, omdat het aantal metingen te laag is (<75). Wel is het inhoudelijk interessant te melden dat het motief consumer emancipation vooral belangrijk is groep 1 van de p2p programma’s (+5,4%) en het interpersonal communication motief eveneens belangrijk is voor groep 1 (+14,4%), evenals groep 3 (+6,6%). Eveneens opvallend is dat gebruikers met dit laatste motief voor 69,6% uit mannen bestaat. De correlatie met de digitale generatie is voor consumer emancipation (0.12) en social pressure (0.14) zeer bescheiden voor self achievement bijna nihil (0,01), terwijl interpersonal communication een redelijk sterke correlatie ‘scoort’: 0,58.
Voor het ‘consumer emancipation’ motief is het genre jazz (-2,9%) ondervertegenwoordigd, de genres electronic dance (+3,4%) en dj mixes (+2,7%) oververtegenwoordigd. Het motief is voor VWO leerlingen (+0,1%) iets belangrijker en tevens voor mensen die muziek belangrijk vinden (+3,5%).
De motieven ‘social pressure’ (+1,1%) en ‘interpersonal communication’ (+0,6%) zijn bovengemiddeld aanwezig onder VWO studenten, het ‘self achievement’ motief bij WO studenten (+4%). Hiernaast is het ‘social pressure’ motief oververtegenwoordigd bij respondenten die muziek belangrijk vinden (+3,3%), de motieven ‘selfachievement’ (+3,5%) en ‘interpersonal communication’ (1,2%) zeer meer aanwezig bij mensen die muziek heel belangrijk vinden.
De eigenschap complexiteit is bovengemiddeld aanwezig onder groep 1 (+1%) en groep 2 (+0,6%) van de p2p programma’s, terwijl vrouwen iets meer aanwezig zijn (+0,7%). De correlatie met de digitale generatie is zeer bescheiden (0,05) en dit motief is sterker onder VWO leerlingen (+2,4%) en is hetzelfde onder mensen die muziek belangrijk dan wel heel belangrijk vinden (88%). De respondenten die dit motief belangrijk vinden hebben niet een significant andere muzieksmaak dan de totale set respondenten.
De eigenschap comparatief voordeel is bovengemiddeld aanwezig onder groep 1 (+3,4%) van de p2p programma’s, terwijl mannen iets meer aanwezig zijn (+0,5%). De correlatie met de digitale generatie is van matige sterke (0,26) en dit motief is sterker onder WO studenten (+2,6%) en mensen die muziek heel belangrijk vinden (+9,6%). De respondenten die dit motief belangrijk vinden houden bovengemiddeld van blues (+0,6%) en nederlandstalig (+0,6%) en benedengemiddeld van pop (-0,6%) 54
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
De eigenschap zichtbaarheid is bovengemiddeld aanwezig onder groep 1 (+4,3%) van de p2p programma’s, terwijl mannen meer aanwezig zijn (+1,5%). De correlatie met de digitale generatie is zeer bescheiden (0,10) en dit motief is sterker onder WO studenten (+13,1%) en mensen die muziek heel belangrijk vinden (+4,1%). De respondenten die dit motief belangrijk vinden houden bovengemiddeld van electronic dance (+0,5%) en benedengemiddeld van nederlandstalig (-0,7%). De eigenschap compatibiliteit is onder alle drie groepen p2p programma’s benedengemiddeld aanwezig. Opvallend is dat maar liefst 10,3% (+2,1%) een ander p2p programma dan de keuzemogelijkheden gebruikt. De correlatie met de digitale generatie is zeer bescheiden (0,07) en dit motief is sterker onder WO studenten (+2,8%) en mensen die muziek heel belangrijk vinden (+0,2). De respondenten die dit motief belangrijk vinden houden bovengemiddeld van dj mixes (+1,5%), electronic dance (+0,8%), hiphop (+0,6%) en soul (+0,6%).en benedengemiddeld van pop (-1,2%), jazz (-1,7%) en top40 (-1,2%)
Tot slot zijn in appendix 6m de groepen p2p programma’s, het geslacht en het meest voorkomende muziek genre, electronic dance, afgezet tegen p2p gebruik (laag, middel en hoog). In elk motief is groep 1 (Emule, Bittorrent, DC++_ van de p2p programma’s bovengemiddeld aanwezig en tevens in drie van de vier eigenschappen. Appendix 6m laat zien dat Groep 1 meer gebruikers heeft die een hoog p2p gebruik hebben
Verder zijn mannen in twee van de vier motieven bovengemiddeld aanwezig en in drie van de vier eigenschappen. Ook mannen hebben relatief een hoger p2p gebruik dan vrouwen. Bij het meest voorkomende genre, electronic dance, is het p2p gebruik ook relatief hoog.
55
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
5 Conclusies en discussie In dit hoofdstuk worden eerst in paragraaf 5.1 de antwoorden op de deelvragen gegeven, waarbij de antwoorden in relatie met de theorie en met de werkelijkheid worden gebracht. In paragraaf 5.1.1 wordt de onderzoeksvraag beantwoord. In paragraaf 5.2 worden de beperkingen van dit onderzoek besproken. Vervolgens worden er in paragraaf 5.3 op basis van de antwoorden een advies gegeven aan de muziekindustrie. Tenslotte zullen er in paragraaf 5.4 aanbevelingen worden gegeven voor toekomstig onderzoek.
5.1 Antwoorden op de deelvragen De eerste deelvraag (‘Welke motieven heeft de digitale generatie om filesharing technologieën te gebruiken?’) kan worden geantwoord dat er één motief is dat er bovenuit steekt en dat is het motief ‘convenience’, met andere woorden muziek vergaren via p2p is het meest makkelijk voor de digitale generatie (zie figuur 12) Onder dit topmotief bevinden zich twee motieven in de ‘subtop’, namelijk ‘new music seeking’ en ‘library storage’. Dit houdt in dat de gebruiker filesharing technologieën gebruikt om nieuwe muziek mee te ontdekken en te vinden en dat de gebruiker muziek download om een collectie op te bouwen.
Na deze subtop volgt er ‘een middenmoot’ met twee motieven die beiden een licht negatieve wegingswaarde hebben, namelijk ‘entertainment’ (-8,3) en ‘consumer emancipation’ (-38,3) Het ‘entertainment’ motief houdt in dat de gebruiker een p2p programma gebruikt uit tijdverdrijf, het ‘consumer emancipation’ motief verwijst naar het feit dat gebruikers p2p netwerken gebruiken als protest tegen de praktijken van de muziekindustrie (zie onder andere inleiding). Vervolgens zijn er nog drie motieven te groeperen met een grote negatieve wegingswaarde en daarom zijn de motieven ‘social pressure’, ‘self achievement’ en ‘interpersonal communication’ het minst relevant voor deze deelvraag.
Wanneer bovenstaande wordt teruggekoppeld aan de ‘uses and gratifications’(U&G) theorie (pp. 16-19) is opvallend dat cognitieve en affectieve motieven een leidende rol spelen bij de digitale generatie, in de vorm van respectievelijk new music seeking en library storage. Het topmotief zou beschouwd kunnen worden als een zowel een cognitief als een affectief motief. Een ontspannend motief (entertainment) is ook redelijk aanwezig, terwijl persoonlijk en sociale integratieve motieven te verwaarlozen zijn (social pressure, self achievement, interpersonal communication). Bij het motief interpersonal communication moet wel worden
56
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
opgemerkt dat dit niet betekent dat dit motief intrinsiek niet aanwezig is bij de digitale generatie. Echter, p2p programma’s hebben op dit moment geen bevredigende communicatiefuncties te bieden: als de programma’s al een communicatiemogelijkheid hebben, dan is het niet gebruiksvriendelijk. Het motief interpersonal communication zou mogelijk dus wel aanwezig zijn als er betere mogelijkheden tot communicatie waren in p2p programma’s. Een opvallend feit is dat een motief dat gevonden is in het exploratief vooronderzoek, namelijk convenience, het absolute topmotief is. De implicaties hiervan zijn dat ik iedere wetenschapper die een U&G onderzoek doet, aanraad exploratief onderzoek te doen om zo mogelijke hiaten in het theoretisch kader ‘op te vullen’.
convenience
Motievenkaart new music seeking library Storage
entertainment
-200
-100
0
100
200
300
consumer emancipation social pressure interpersonal communication
self achievement
Figuur 12 Deelvraag I: de motieven.
De tweede deelvraag (‘In welke mate verklaren technologische eigenschappen het gebruik van filesharing technologieën onder de digitale generatie?’) is minder eenduidig te beantwoorden als de eerste deelvraag. Aan de ene kant kan een zelfde soort ‘kaart’ worden geconstrueerd als in deelvraag I (figuur 13): dit beantwoordt de deelvraag in absolute zin (en dus de relaties tussen de eigenschappen). Aan de andere kant moeten de eigenschappen ook worden afgezet tegen p2p gebruik: dit beantwoordt de deelvraag in relatieve zin.
Figuur 13 laat zien dat de digitale generatie het het meest eens is over de eigenschap complexiteit. Na complexiteit volgen er twee andere eigenschappen, namelijk comparatief
57
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
voordeel en zichtbaarheid. Het laatste motief compatibiliteit volgt als laatste. Alle technologische eigenschappen hebben een wegingswaarde boven de 100. Op basis van deze resultaten zijn de hypotheses echter niet goed te verwerpen of aan te nemen.
Eigenschappenkaart
complexiteit comparatief voordeel zichtbaarheid
compatibliteit
Figuur 13 Deelvraag II: De technologische eigenschappen in absolute zin
Het gebruik van een p2p programma voor het downloaden van muziek is het hoogst wanneer H1 er een comparatief voordeel is ten opzichte van legale downloaddiensten; H2 het gebruik past binnen zijn de bestaande waarden, ervaringen en behoeften; H3 het p2p programma niet te moeilijk is om te begrijpen en te gebruiken; H4 het gemakkelijk uitgeprobeerd kan worden; H5 de resultaten van muziekdownloads zichtbaar zijn voor anderen. Figuur 14 Hypothesen deelvraag II
Om de hypothesen te kunnen beantwoorden is een correlatieanalyse nodig om te bekijken in hoeverre de technologische eigenschappen het gebruik van filesharing technologieën voorspellen. In figuur 15 zijn de technologische eigenschappen in een correlatieanalyse afgezet tegen een matige, een geregelde en een intensieve p2p gebruiker. Hierdoor is er relatieve de beantwoording mogelijk van de deelvraag, aangezien het word gerelateerd aan het p2p gebruik. De antwoorden op de hypothesen en dus de deelvraag zijn als volgt:
H1: voor de matige gebruiker bescheiden; voor de geregelde gebruiker verworpen (correlatie negatief) voor de intensieve gebruiker zeer bescheiden
58
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
H2: voor de matige gebruiker bescheiden voor de geregelde gebruiker bescheiden voor de intensieve gebruiker redelijk sterk
H3: voor de matige gebruiker bescheiden voor de geregelde gebruiker verworpen (correlatie negatief) voor de intensieve gebruiker sterk
H4: : Verworpen (eigenschap niet getest)
H5: voor de matige gebruiker bescheiden voor de geregelde gebruiker bescheiden voor de intensieve gebruiker bescheiden
De totale correlaties (zie appendix 5d) zijn voor compatibiliteit 0.146, voor comparatief voordeel 0.133, voor complexiteit 0.129 en voor zichtbaarheid 0.112. Het uiteindelijke antwoord op de deelvraag in relatieve zin is dat alle technologische eigenschappen een
Kendall's tau-b
bescheiden voorspellende waarde ten opzichte van het p2p gebruik.
0,350
complexiteit
0,300
comparatief voordeel
0,250
zichtbaarheid
0,200
compatibliteit
0,150 0,100 0,050 0,000 -0,050 -0,100
matig
geregeld
intensief
mate van p2p gebruik
Figuur 15 Technologische eigenschappen vs. p2p gebruik.
Het feit dat alle hypothesen die testbaar waren in bescheiden mate zijn aangenomen (testbaarheid kon niet worden getest) is op het eerste oog een ‘simpele’ afspiegeling van wat in het theoretisch kader uiteengezet is (pp. 114-15). Echter in de diffusietheorie van Rogers
59
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
wordt niet beschreven dat matige gebruikers meer hun gebruik van de technologische eigenschappen laten afhangen dan geregelde gebruikers. Verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de beslissing voor een persoon om een bepaalde technologie te gaan gebruiken (en dus in eerste instantie een matige gebruiker wordt) meer doordacht is dan de beslissing van een matige gebruiker om de technologie geregeld te gaan gebruiken. Deze laatste stap zou meer cognitief kunnen zijn dan de eerste stap. Deze verdieping van de diffusietheorie levert naar mijn mening inzichten voor toekomstig onderzoek. Hierin kan worden meegenomen dat in absolute zijn de eigenschappen complexiteit en comparatief voordeel het meest belangrijk waren voor de respondenten.
Deelvraag III (‘Wat is de samenhang tussen de motieven en de technologische eigenschappen en de kenmerken van de gebruiker’) behelsde een aantal gebruikerskenmerken. De antwoorden op deze deelvraag zijn te vinden in tabel 5, bij het kenmerk p2pprogramma bestaat groep 1 uit Emule, Bittorrent en DC++, groep 2 uit Limewire en Kazaa en groep 3 uit Soulseek.
Op basis van tabel 5 concluderen dat bepaalde motieven belangrijker zijn voor Emule, Bittorrent en DC++ gebruikers dan voor gebruikers van andere p2p programma’s is te kort door de bocht. Evenmin te kort door de bocht dat motieven belangrijker zijn voor vrouwen en dat de motieven vooral voor liefhebbers van electronic dance belangrijk zijn. De naar mijn mening meest waarschijnlijke reden kan namelijk zijn dat zowel gebruikers van p2p groep 1, als mannen, als electronic dance liefhebbers bovengemiddeld meer nadenken en dus bewuster zijn over hun p2p gebruik, aangezien ze een hoger p2p gebruik hebben (appendix 6 m)
Dus: eenduidige verklaringen voor de verschillen zijn op basis van dit onderzoek niet te geven voor deze deelvraag. Er zijn, naast de hierboven beschreven, veel mogelijke verklaringen te geven (aannames), die zeer goed aanzet kunnen zijn voor verder onderzoek. Een aantal aannames zal ik hieronder geven:
Vrouwen vinden het belangrijk dat een p2p programma niet te complex is, mannen vinden de overige technologische eigenschappen relevanter.
Hoe hoger de mate van digitale generatie, des te meer worden p2p netwerken gebruikt voor new music seeking en interpersonal communicaition. Dit omdat deze twee taken het meest vergen van de digitale vaardigheden.
Het genre electronic dance is de grootste motor voor het p2p gebruik. 60
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Hoe belangrijker de digitale generatie muziek vindt, des te meer new music seeking, library storage en interpersonal communication zal ze ondernemen.
Tabel 5 Deelvraag III: de gebruikerskenmerken. geslacht
digitale muzieksmaak generatie
VWO/ WO
importantie muziek
groep 1
bescheiden
electronic dance
WO
belangrijk
new music seeking mannen
groep1; groep 3
zeer sterk
geen afwijking
WO
heel belangrijk
library storage
vrouwen
groep1; groep 3
bescheiden
electronic dance
WO
heel belangrijk
entertainment
mannen
groep1; groep 3
R&B
WO
belangrijk
consumer emancipation social pressure
kleine steekproef kleine steekproef kleine steekproef mannen
groep1; groep 3
complexiteit
vrouwen
comparatief voordeel zichtbaarheid compatibiliteit
convenience
self achievement interpersonal communication
vrouwen
p2p programma
groep2; bescheiden bescheiden
belangrijk
kleine steekproef bescheiden
electronic dance; VWO djmixes n.v.t VWO
kleine steekproef nihil
n.v.t
WO
heel belangrijk
groep1; groep 3
n.v.t
VWO
heel belangrijk
groep 1; groep 2 bescheiden
geen afwijking
VWO
geen verschil
mannen
groep 1
matig sterk
WO
heel belangrijk
mannen
groep 1
bescheiden
blues; nederlandstalig electronic dance
WO
heel belangrijk
mannen
ander
bescheiden
electronic dance; WO djmixes; hiphop; soul
heel belangrijk
sterk
belangrijk
5.1.1 De onderzoeksvraag beantwoord De onderzoeksvraag, hoe kan het gebruik van filesharing technologieën onder de digitale generatie worden verklaard, kan worden beantwoord dat filesharing technologieën worden gebruikt omdat ze gemak (‘convenience’) vertegenwoordigen, om nieuwe muziek mee te zoeken en om een muziekcollectie mee op te bouwen. In mindere mate worden filesharing technologieën gebruikt ter vermaak of als uiting van consumenten emancipatie. De technologische eigenschappen die het gebruik van filesharing technologieën in absolute zin het meest verklaren zijn complexiteit en comparatief voordeel, in relatieve zin (ten opzichte van p2p gebruik) verklaren alle technologische eigenschappen (behalve testbaarheid) in bescheiden mate het gebruik van filesharing technologieën. Met betrekking tot de gebruikerskenmerken valt er géén eenduidige conclusie te geven, de reden hiervoor is dat het lijkt te zijn dat hoe hoger het gebruik van filesharing technologieën, des te meer is de
61
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
gebruiker bewust van het gebruik. Hierdoor zijn de resultaten minder valide en heeft deze deelvraag slechts een ‘achtergrondfunctie’.
In dit onderzoek is het p2p gebruik vooral beschreven, echte verklaringen kunnen op basis van de vergaarde data niet worden gegeven. Daarom had de onderzoeksvraag beter als volgt kunnen worden geformuleerd: hoe kan het gebruik van filesharing technologieën onder de digitale generatie worden beschreven?
5.2 Beperkingen De betrouwbaarheid van de resultaten gaat volgens Krippendorf (1980, in: den Boer e.a, 1994, p. 291) “over de mate waarin de verschillende aspecten van het onderzoek en de daaruit verkregen gegevens variatie in de werkelijkheid representeren in plaats van meetfouten, omstandigheden, toevalligheden of procedurefouten”. De surveymethode die gebruikt is voor dit onderzoek heeft de karakteristiek dat meetfouten tot het minimum beperkt worden. De betrouwbaarheid van de verschillende schalen is tevens gewaarborgd door de ‘reliability analysis’ (homogeniteitsanalyse) per schaal, waardoor kon worden geanalyseerd in hoeverre de schalen homogeen en dus betrouwbaar waren. De steekproef is niet ‘ad random’ getrokken, waardoor de kans dat de gevonden variaties op toeval berusten groter is. Echter ik denk dat door de grootte van de steekproef (340 personen) er sprake is van betrouwbare resultaten. Ook zijn de resultaten volgens systematische procedures geanalyseerd, waardoor procedurefouten zeer onwaarschijnlijk zijn.
De interne validiteit van de resultaten, wordt er gemeten wat ik wil meten, is ten eerste beperkt door de eventuele sociale wenselijkheid van de antwoorden. Het downloaden van muziek is een bezigheid die nou eenmaal een zweem van illegaliteit om zich heeft en daardoor zouden de respondenten andere antwoorden hebben gegeven dan wat ze werkelijk denken. Een tweede belemmering voor de interne validiteit is het gebruik van ordinale likertschalen. Door het gebruik hiervan zijn correlaties pas echt zichtbaar wanneer de variatie op een bepaalde schaal genoeg verdeeld is. Bijvoorbeeld de correlaties die zijn berekend met de schaal p2p gebruik zouden weleens lager kunnen zijn dan in de werkelijkheid. Achteraf was het beter geweest om bijvoorbeeld 10-puntsschaal te gebruiken (in plaats van de 5puntsschaal), zodat er een grote variatie ontstaat op de variabelen.
62
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Een derde belemmering is dat er naar meningen van de gebruiker wordt gevraagd die soms erg in het onbewuste liggen van de respondenten. Er moet door de respondent erg worden nagedacht over het p2p gebruik om de vragen goed te kunnen beantwoorden, dit zou ook een reden kunnen zijn dat respondenten waarbij de motieven en eigenschappen sterk aanwezig een hoger p2p gebruik hebben.
De externe validiteit, met andere woorden in hoeverre de resultaten iets zeggen over de hele populatie, is niet echt van toepassing op deze scriptie. De reden hiervoor is dat er geen statistische verantwoorden steekproef is getrokken, waardoor de resultaten te veel op toeval gebaseerd zouden kunnen zijn en de externe validiteit laag is. De resultaten geven dus alleen een realiteit weer van de steekproef, het beschrijft deze in termen van redenen voor p2p gebruik.
5.3 Gevolgen voor de gevestigde en nieuwe muziekindustrie Zoals al in de inleiding uiteengezet moet de muziekindustrie het fenomeen p2p anders benaderen dan dat ze tot nu toe heeft gedaan. In deze paragraaf wil ik een aanzet geven tot een andere distributiestrategie en daarmee ook een ander businessmodel. Er wordt veel gesproken over nieuwe businessmodels, zoals het toepassen van het ‘broadcasting’ model (vast bedrag per maand betalen voor content) (Fox & Wrenn, 2001). In deze paragraaf wordt een aanzet gegeven tot een p2p businessmodel, een in mijn ogen onmiskenbare ’evolutie’ die door de muziekindustrie nog te weinig wordt erkend, deze evolutie behoeft namelijk een complete verandering van strategie(Krueger, Swatman & Van der Beek, 2004).
De aanname is dat de muziekindustrie per definitie minder verdient door p2p. Echter ik denk dat dit niet op waarheid op berust, Bhattacharjee, Gopal, Lertwachara en Marsden (2001, p. 1) hierover: “An interesting finding was that strategies that minimize piracy do not necessarily maximixe revenues”. Zowel de inkomsten als de ‘social welfare’ kan worden gemaximaliseerd in een model waar p2p een centrale rol speelt. Bhattacharjee e.a. (2001, p. 4) geven aan dat het niet het doel op zich moet zijn om piraterij (dus p2p) terug te dringen, de nadruk moet meer liggen op het ontwikkelingen van online strategieën die het consumentensurplus en de omzet van de verkoper verbeteren. De manier waarop dat volgens mij het beste mogelijk is om, op basis van de resultaten in dit onderzoek, een ‘perfect’ p2p systeem te ontwikkelen waarmee de muziekindustrie voortaan de muziek distribueert. Deze verandering van distributiestrategie houdt ook in dat er idealiter ook een ander business model 63
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
wordt gehanteerd, met de consument centraal: “by working within consumers’ preferred envirnoment, the industry might be able to influence emerging norms by offering reasonable, legitimate alternatives that respect consumer preferences” (Berkman Center for Internet and Society, 2005b, AIII-3)
5.3.1 Een ‘perfect’ p2p systeem: Yeah! Er moet in het te ontwikkelen p2p systeem (ik noem het voor het gemak systeem Yeah!) gestreefd worden naar perfectie om zoveel mogelijk consumenten tevreden te stemmen. Dit is een belangrijke ‘regel’ voor internet business models, de consument heeft op internet meer macht dan ooit (Krueger e.a. 2004, p. 8). Fox (2004, p. 205) verwoord het als volgt: “downloadable music and its associated technologies have brought about a redistribution of power from major record companies to music consumers”24.
Het convenience motief is het meest aanwezig onder consumenten, het systeem Yeah! moet er dus op gericht zijn zeer veel gemak aan de consument te bieden. In eerste instantie houdt dit in dat er niet meer per nummer wordt betaald (zoals nu op de meeste online muziekdiensten), maar dat er voor het programma wordt betaald (dus: een software business model). Op het internet moet er namelijk minder vanuit traditionele media business models worden gedacht, maar meer vanuit internet business models. Het is op internet nou eenmaal niet gebruikelijk per song (of andere content) te betalen, dit wordt door de consument als onhandig ervaren25. Verder denk ik dat de beste optie is om van systeem Yeah! een ‘web applicatie’ te maken, om de volgende ‘convenience’ redenen:
de gebruiker kan dan op elke pc (of mobiel apparaat) inloggen
het systeem kan dan makkelijk worden 'geupdate’ zonder dat de gebruiker daar moeite voor hoeft te doen
een webapplicatie biedt de beste mogelijkheden voor de muziekindustrie om ‘authenfication’ van de gebruiker te faciliteren.
De laatste reden is belangrijk omdat er een goede beveiliging per gebruiker moet worden ontworpen, aangezien dit de inkomstenbron van de muziekindustrie moet worden. De beste 24
Een bedrijf dat deze ‘regel’ in de praktijk brengt is Google. Dit bedrijf heeft zich altijd gericht op de consument: ”focus on the user and all else will follow! From its inception, Google has focused on providing the best user experience possible.” (bron: http://www.google.com/intl/en/corporate/tenthings.html). 25 Op de vraag “Ik vind p2p programma’s handiger dan andere muziekdiensten’ is dan ook 40% het eens en 22% het zeer eens.
64
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
mogelijkheid is om dit via vingerafdruk te faciliteren. Door een webapplicatie kan er een ook webopslag worden aangeboden aan de gebruiker die hierdoor in staat is om library storage van nummers toe te passen. Deze online opslag biedt meer convenience aan de consument dan de fysieke harde schijf omdat ten eerste de muziek overal toegankelijk is voor de gebruiker (het zou ook ‘gestreamd’ kunnen worden naar elk draadloos apparaat26) en het is veiliger (aangezien harde schijven in een pc dikwijls ‘crashen’). De online opslag maakt het ook mogelijk van iedere gebruiker een muziekprofiel te maken op basis van wat hij luistert en waardeert, waardoor gebruikers makkelijker nieuwe muziek kunnen vinden, aangezien er een context (ten opzichte van andere gebruikers) wordt aangeboden voor de muzieksmaak van de gebruiker. New music seeking27 kan dus gebeuren op basis van aanbeveling (Kusek & Leonhard, 2005, pp. 154-155). Dit zou een ‘killer application’ kunnen zijn, aangezien er steeds meer muziek (en andere content) makkelijker (via het internet) wordt gedistribueerd. Hierdoor wordt de context voor de gebruiker steeds belangrijker, met andere woorden hoe relevant is bepaalde muziek?
In deze webapplicatie moet er ook mogelijkheid zijn tot interpersonal communication, idealiter door de mogelijkheid te geven via elk IM client te kunnen inloggen, waardoor er communicatie plaatsvindt buiten de standaarden om28. De technologische eigenschappen van webapplicatie moet afhankelijk zijn van de mate van gebruik: een matige gebruiker, een geregelde gebruiker en een intensieve gebruiker. Ook dit is makkelijk aan te passen in een webapplicatie. Ook is het aanbevelenswaardig de gebruiker in te laten vullen welk geslacht, welke muziek smaak en welke leeftijd hij of zij heeft om op basis van deze gebruikerskenmerken de webapplicatie aan te passen.
Tevens kan er op basis van bovenstaande gegevens prijsdiscriminatie plaatsvinden (Varian, 2003; Shapiro & Varian, 1999), waardoor iedere gebruiker zijn maximale prijs betaalt. Een businessmodel voor systeem Yeah! Zou zijn kunnen de gebruiker zelf te laten bepalen hoe hoog zijn vaste kosten (toegang tot het systeem) en de variabele kosten zijn. De gebruiker betaalt in dit laatste geval bijvoorbeeld pas bij de derde keer dat hij of zij een song beluistert, hierdoor kan de gebruiker de song uitproberen of alleen ‘storagen’ (dit is een model dat in de softwareindustrie al lang gebruikt wordt).
26
Een aanzet hiervoor wordt gegeven door de dienst www.orb.com Een aanzet hiervoor wordt gegeven door diensten als www.last.fm en www.pandora.com 28 Een aanzet hiervoor wordt gegeven door www.meebo.com
27
65
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
5.4 Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek Dit onderzoek heeft zich vooral gericht op het in kaart brengen van de p2p gebruiker. Welke motieven heeft zij? Zijn technologische eigenschappen belangrijk voor deze gebruiker? En wat zijn zoal de kenmerken van de gebruiker? Het biedt een beschrijving van de p2p gebruiker en dus een aanzet tot verder onderzoek wat precies de verklaring is voor p2p gebruik. Ik denk dat dit onderzoek een uitstekende analyse biedt voor een ieder die geïnteresseerd is in specifiek het p2p gebied en meer algemeen het gebruik en adoptie van (nieuwe) media technologieën. De theoretische combinatie van uses & gratifications en diffusietheorie (de mutual shaping) geeft onderzoekers in deze gebieden een beter handvat.
Voor onderzoekers die van plan zijn op dit gebied een onderzoek te verrichten biedt deze scriptie dus een goede basis. Onderzoeken die zich meer richten op het onderzoeken van causale relaties lijken me zeer relevant. Hierbij denk ik aan surveys met interval en ratio meetniveaus en experimenten. Belangrijk voor dit toekomstig onderzoek is dat men bewust is van het feit dat het gebruik van p2p programma’s gevoelig bij de gebruiker ligt, omdat het een illegaal karakter heeft. Echter door vertrouwen uit te stralen kan dit probleem worden opgelost en kunnen verdere onderzoeken veel toevoegen aan het kennisgebied dat door deze studie iets minder onontgonnen is.
66
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Bibliografie Ajzen, I. (1991). The theory of planned behavior. Organizational Behavior and Human Decsion Processes, 50, 179-211.
Baarda, D.B. & Goede, M.P.M. de. (1999). Basisboek Methoden en Technieken. Houten: Stenfert Kroese.
Bakker, P. (2005). File-sharing: fight, ignore or compete: Paid download services vs. p2pnetworks. Telematics and Informatics, 22, 41-55.
Bardoel, J. & Cuilenburg, J. van. (2002). Communicatiebeleid en Communicatiemarkt. Amsterdam: Otto Cramwinckel Uitgever.
Becker, J.U. & Clement, M. (2006). Dynamics of illegal participation in p2p networks: why do people illegally share media files? Journal of Media Economics, 19(1), 7-32.
Berkman Center for Internet and Society (2005a). Copyright and Digital Media in a PostNapster world. Harvard Law School. [www-document] http://cyber.law.harvard.edu/media/files/wp2005.pdf
Berkman Center for Internet and Society (2005b). Content and Control: Assessing the Impact of Policy Choices on Potential Online Business Models in the Music and Film Industries. Harvard Law School. [www-document] http://cyber.law.harvard.edu/media/files/content_control.pdf
Bhattacharjee, S., Gopal, R.D., Lertwachara, K. & Marsden, J.R. (2001). No more shadow boxing with online music piracy: strategic business models to enhance revenues. School of Business : University of Connecticut [www-document] http://www.informatik.uni-trier.de/~ley/db/conf/hicss/hicss2003-7.html
Boczkowski, P.J. (2004). The Mutual Shaping of Technology and Society in Videotex Newspapers: Beyond the Diffusion and Social Shaping Perspectives. The Information Society, 20, 255-267.
67
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Boer, de C. & Brennecke, S. I. (1999). Media en publiek. Amsterdam: Boom.
Boer, den D.J, Bouwman, H., Frissen, V. & Houben, M. (1994). Methodologie en statistiek voor communicatie-onderzoek. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
Brein onderneemt juridische stappen tegen 32 internetters. (2005, 14 april 2005). Tweakers. [www-document] http://www.tweakers.net/nieuws/36912
Brown, B.A.T, Geelhoed, E., Sellen, A.J. (2000). The use of conventional and new music media: implications for future technologies. Bristol: Hewlett Packard Labs. [www-document] http://www.equator.ac.uk/var/uploads/BrownB-the%20use%20of%202001.pdf
Castells, M. (2001). The Internet Galaxy. New York: Oxford University Press.
CBS (2004). Jeugd 2003, cijfers en feiten. Voorburg: auteur.
Cultuur van invloed op gebruik messenger. (2005, november). Emerce. [www-document] http://www.emerce.nl/nieuws.jsp?id=964210
Hollywood wins Internet piracy battle. (2005, juni). CNN. [www-document] http://money.cnn.com/2005/06/27/technology/grokster
Dolfsma, W. (2004). Some economics of digital content. [www-document] http://ideas.repec.org/p/dgr/eureri/30001460.html
Doyle, G. (2002). Understanding media economics. London: Sage.
Dufft, N., Stiehler, A., Vogeley, D. & Wichmann, T. (2005). Results from an European Consumer Survey. INDICARE. [www-document] http://www.indicare.org/tiki-download_file.php?fileId=110
Dujmovic, M. & Mellegard, L. (2002). How the Mp3-format Affects Music Habits. Master Thesis, University of Gothenburg, Department of Informatics. 68
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
[www-document]http://www.informatik.gu.se/~magnus/mastertheses/How%20the%20Mp3format.pdf
Fox, M. (2002). Technological and social drivers of change in the online music industry. First Monday, 7(2) [www-document] www.firstmonday.org/issues/issue7_2/index.html
Fox, M. (2004). E-commerce Business models for the music industry. Popular Music and Society, 27(2), 201-220.
Fox, M. & Wrenn, B. (2001). A broadcasting model for the music industry. International Journal on Media Management, 3(2), 112-119.
Freedman, D. (2003). Managing pirate culture: corporate responses to peer-to-peer networking. International Journal on Media Management, 5(3), 173-179.
Furukawa, R. & Kato, H. (2002). A conceptual model for adoption and diffusion process of a new product. Review of Marketing Science, 1(1).
Gartner G2. (2003). Global Media Industry Scenario. [www-document] http://www.gartnerg2.com
Giesler, M. & Pohlmann, M. (2003). The social form of Napster: Cultivating the paradox of consumer emancipation. [www-document] http://www.napsterresearch.com/pdf/NapsterParadGieslerPohlmann.pdf
Holm, H. (2000). The computer generation’s willingness to pay for originals when pirates are present. [www-document] http://ideas.repec.org/p/hhs/lunewp/2000_009.html
Hunter, C.D. (1996). The Uses & Gratifications of the World Wide Web. [www-document] http://www.asc.upenn.edu/usr/chunter/webuses.html
IFPI (2005). Digital Music Report 2005. [www-document] http://www.ifpi.org/sitecontent/library/digital-music-report-2005.pdf
69
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Interest in File-Sharing at All Time High. (2005). Slyck. [www-document] http://www.slyck.com/news.php?story=763
Kasaras, K. (2002). Music in the age of free distribution: MP3 and Society. First Monday, 7(2) [www-document] http://firstmonday.org/issues/issue7_1/kasaras/index.html
Kazaa weer meest gebruikte peer-to-peer programma (2005, 28 november). Webwereld. [www-document] http://www.webwereld.nl/articles/38521
Krishnan, R., Smith, M.D., Telang, R. (2003). The economics of peer-to-peer networks. H. John Heinz III School of Public Policy and management. [www-document] http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=504062
Krueger, C., Swatman, P.M.C. & Beek, K. van der. (2004). E-Business Models in the Online Music Sector. Proceedings of the Fourth International Conference on Web delivering of Music. [www-document] http://www.cimne.upc.es/simweb/formacion/paperWedel2004.pdf
Kusek, D. & Leonhard, G. (2005). The Future of Music: Manifesto for the digital music revolution. Boston: Berklee Press.
Kwong, T.C.H. & Lee, M.K.O. (2002). Behavioral Intention Model for the Exchange Mode Internet Music Piracy. [www-document] http://csdl.computer.org/comp/proceedings/hicss/2002/1435/07/14350191.pdf
Lawrence Lessig vecht tegen de rechtenoorlog (2004, 22 juni). Netkwesties. [wwwdocument] http://www.netkwesties.nl/editie101/artikel2.php
Lee, J. (2003). An end-user perspective on file-sharing systems. Communications of the ACM, 46(2), 49-53.
Lehman-Wilzig, S., & Cohen-Avigdor, N. (2004). The natural life cycle of new media evolution. New Media & Society, 6(6), 707-730.
70
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Lenert, E. (2004). A social shaping perspective on the development of the world wide web. New Media & Society, 6(2), 235-258.
Liebowitz, S.J. (1985). Copying and indirect appropriability. Journal of Political Economy, 93, 945-957.
Liebowitz, S.J. (2003). Will Mp3 downloads annihilate the record Industry? The evidence so far. University of Texas, School of Management. [www-document] http://www.utdallas.edu/~liebowit/intprop/records.pdf
Liebowitz, S.J. (2004). File-sharing: Creative destruction or just plain destruction? University of Texas, School of Management. [www-document] http://som.utdallas.edu/capri/destruction.pdf
Liebowitz, S.J. (2005). Pitfalls in measuring the impact of file-sharing. University of Texas, School of Management. [www-document] http://www.utdallas.edu/~liebowit/intprop/pitfalls.pdf
Lin, C.A. (1996). Looking back: the contribution of Blumler and Katz’ uses of mass communication to communication research. Journal of Broadcasting & Electronic Media, 40, 574-582.
Litman, J. (2003). Ethical disobedience. Ethics and Information Technology, 5, 217-223.
Litman, J. (2004). Sharing and Stealing. Wayne State University. [www-document] http://law.wayne.edu/litman/papers/sharing&stealing.pdf
Lull, J. (1985). The naturalistic study of media use and youth culture. In K.E Rosengren, L.A Wenner & P.Palmgreen (red.), Media Gratifications Research; Current Perspectives (pp. 209-224). Beverly Hills: Sage.
McLuhan, M. (1967). Media begrijpen; Kritische editie. Amsterdam: Nieuwezijds.
71
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
MacKenzie, D.A. & Wajcman, J. (1985). The social shaping of technology. Milton Keynes: Open University Press. McGee, K. & Skågeby, J. (2004). Gifting technologies. First Monday, 9(12) [www-document] http://firstmonday.org/issues/issue9_12/mcgee/index.html McQuail, D. (2000). Mass Communication Theory. Londen: Sage.
Molteni, L. & Ordanini, A. (2003). Consumption patterns, digital technology and music downloading, Long Range Planning, 36(4), 389-406.
Negroponte, N. (1995). Being Digital. New York: Alfred Knopf.
Oram, A. (2001). Peer to peer: harnessing the power of disruptive technologies. Sebastopol: O’Reilly & Associates.
Parker, B.J. & Plank, R.E. (2000). A Uses and Gratifications Perspective on the Internet as a New Information Source. American Business Review, 18(2), 43-49.
Pedersen, P.E. & Ling, R. (2002). Modifying adoption research for mobile Internet service adoption: Cross-disciplinary interactions. IEEE Computer Society. [www-document] http://ikt.hia.no/perep/pedersen_ling_hicss.pdf
Pew Internet. (2003). Music downloading, file-sharing and copyright. [www-document] http://www.pewinternet.org/pdfs/PIP_Copyright_Memo.pdf
Pew Internet. (2004). The state of music downloading and file-sharing online. [www-document] http://www.pewinternet.org/pdfs/PIP_Filesharing_April_04.pdf
Pew Internet. (2005). Music and video downloading moves beyond p2p. [www-document] http://www.pewinternet.org/pdfs/PIP_Filesharing_March05.pdf Rogers, E. (1995). Diffusion of innovations (fifth edition). New York: Free Press.
72
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Ruggiero, T.E. (2000). Uses and Gratifications Theory in the 21st century. Mass Communication & Society, 3(1), 3-37.
Sangwan, S. (2005). Virtual Community Success: a Uses and Gratifications perspective. Proceedings of the 38th Hawaii International Conference on System Sciences [www-document] http://ebusiness.fhbb.ch/eb/publications.nsf/bb366c7c939905e1c1256c5600643476/cb6a02366523d4 3bc1256f9b004aa439/$FILE/HICCS38_Sangwan.pdf
Segal, A.P. (1996). Dessemination of digitized music on the internet: a challenge to the copyright act. Computer and high technology law journal, 12, 97-138.
Shapiro, C. & Varian, H.R. (1999). Information Rules: a strategic guide to the network economy. Boston: Harvard Business School Press.
Shuker, R. (2001). Understanding Popular Music. London: Routledge.
Sociaal en Cultureel Planbureau (2004). Achter de schermen: een kwart eeuw lezen, kijken en internetten. Den Haag. [www-document] http://www.scp.nl/publicaties/boeken/9037701299/AchterDeSchermen.pdf
Stöber, R. (2004). What media evolution is: A theoretical approach to the history of new media. European Journal of Communication, 19(4), 483-505.
Tapscott, D. (1996). The Digital Economy. New York: McGraw-Hill.
Truman, G. E., Sandoe, K., & Rifkin, T. (2003). An empirical study of smart card technology. Information & Management, 40(6), 591-606.
Varian, H.R. (2003). The economics of information technology. [www-document] http://www.sims.berkeley.edu/~hal/Papers/mattioli/mattioli.pdf
Varian, H.R. (2005). Copying and Copyright. [www-document] http://www.sims.berkeley.edu/~hal/papers/2004/copying-and-copyright.pdf 73
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Vishwanath, A., & Goldhaber, G. M. (2003). An examination of the factors contributing to adoption decisions among late-diffused technology products. New Media & Society, 5(4), 547-572.
Williams, R., & Edge, D. (1996). The social shaping of technology. Research Policy, 25(6), 865-899.
Wimmer, R.D. & Dominick, J.R. (2000). Mass Media Research. Belmont: Wadsworth.
Zhang, M.X. (2002). A review of the economic properties of music distribution. Sloan School of Management, MIT. [www-document] http://web.mit.edu/zxq/www/mit/15575/musicreview.html
Williams, F., Phillips A.F. & Lum. P. (1985). Gratifications associated with new communication technologies. In K.E Rosengren, L.A Wenner & P.Palmgreen (red.), Media Gratifications Research; Current Perspectives (pp. 241-252). Beverly Hills: Sage.
74
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Appendices Appendix 1: Eerste post forumdiscussie Ik zal me even voorstellen: ik ben Rutger Docter en schrijf op dit moment een scriptie over het download gedrag door middel van p2p programma’s. In het kader hiervan heb ik besloten om door middel van een forum discussie meer te weten te komen over dit download gedrag. Dit topic heeft de centrale vraag: Download jij muziek met p2p programma's? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Ik wil je vragen de volgende stappen te ondernemen voordat je een reactie toevoegt: 1) Denk enige tijd geconcentreerd na hoeveel muziek je de laatste tijd hebt gedownload en welke gedachten en beslissingen hierbij een rol speelden 2) Lees de eventuele reacties van dit topic door. 3) Als je besluit ergens op te reageren, probeer altijd als eerste aan te geven wat jouw redenen zijn (hierbij juich ik uitgebreidheid toe) Vervolgens kan jij aan de hand hiervan een reactie geven op een posting.
Appendix 2: Mail Survey Subject: Enquete voor scriptie Rutger Docter (Universiteit van Amsterdam) Hallo, Ik (Rutger Docter) ben op het ogenblik bezig met mijn afstudeerscriptie Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) over het downloaden van muziek. Daarom wil ik je het volgende vragen: Download jij weleens muziek zonder dat je ervoor betaald? Via zogenaamde peer-to-peer programma’s, zoals Kazaa. Limewire of Emule?? Zo ja, zou je dan zo vriendelijk willen zijn op de volgende link te klikken om een enquête in te vullen? Het zou me heel erg helpen als je deze (volledig anoniem!!) invult en het kost niet meer dan 10 minuten van je tijd! Ook wil ik vragen dit mailtje door te sturen aan je MSN contacten lijst, zodat mijn enquête door zo veel mogelijk mensen kan worden ingevuld (ik hoop dat jouw contacten deze mail dan ook weer doorsturen etc. etc.) Nogmaals het zou me erg helpen als je de enquete zou willen invullen. Voor vragen etc. kan je altijd mailen of bellen!! Met vriendelijke groet, Rutger Docter 06-48345919
75
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Appendix 3: Survey 3a Items Hieronder zal worden aangegeven welke surveyitems voor welk motief van toepassing zijn.
Music Seeking (9 items)
Vraag 4 c; 6 a; 6 h; 6 l; 6 n; 6 p ; 6 q; 6 s; 6 v; 6 y
Library Storage (5 items)
Vraag 4 b; 4 h; 4 m; 4 q; 6 d
Interpersonal Communication (7 items)
Vraag 6 b; 6 i; 6 m; 6 t; 6 w; 6 x; 6 y
Self Achievement (10 items)
Vraag 4 m; 4 n; 4 p; 6 c; 6 j; 6 o; 6 r; 6 u
Social Pressure (8items)
Vraag 4 d; 4 f; 4 n; 4 p; 4 t; 6 e; 6 n; 6 w
Convenience (9 items)
Vraag 4 e; 4 j; 4 k; 4 o; 4 r; 4 s; 6 f; 6 p; 6 q
Consumer Emancipation (6 items)
Vraag 4 a; 4 g; 4 i; 4 l; 6 g; 6 k
Entertainment (4 items)
Vraag 4 u; 4 v; 6 z; 6 ab Hieronder wordt per kenmerk aangegeven welke items voor welk kenmerk van toepassing zijn.
Comparatieve voordeel (4 items)
Vraag 5 b; 5 h; 5 j; 5 k
Compatibiliteit (4 items)
Vraag 5 c; 5 i; 7 a; 7 d
Complexiteit (4 items)
Vraag 5 d; 5 f; 5 g; 5 l
Testbaarheid (3 items)
Vraag 5 e; 5 l; 7 b;
76
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Zichtbaarheid (3 items)
Vraag 7 c; 7 e; 7 f
3b Online survey Vragenlijst gebruik peer-to-peer programma's Deze vragenlijst gaat over het gebruik van peer-to-peer (p2p) programmas . Dit zijn programmas waarmee je allerlei zaken kunt downloaden, een voorbeeld van een p2p programma is Kazaa, Limewire of Emule. Deze vragenlijst kost niet meer dan 10 minuten. Denk eerst enige tijd geconcentreerd na wanneer je de laatste keer muziek hebt gedownload met een p2p programma en wat je dacht toen je dat deed. De enquete is volledig anoniem!! Bij voorbaat dank voor het serieus invullen ervan.
1. Welk peer-to-peer programma gebruik je het meest? Kazaa Emule Bittorrent Limewire WinMX Bearshare DC ++ Exeem Soulseek Morpheus Gnutella Shareaza Anders
2.
Hoe vaak start je het peer-to-peer programma gemiddeld op per week? Een keer Twee keer of drie keer Vier of vijf keer Zes of zeven keer Meer dan zeven keer Het staat constant aan
3.
Hoe veel muzieknummers download je gemiddeld per week met het peer-to-peer programma? 1-10 11-20 21-60 61-100 Meer dan 100
Het overgrote deel van deze enquete zal gaan door middel van stellingen. Lees de stellingen g goed door voordat je antwoordt. 4. Ik gebruik peer-to-peer programma's omdat... zeer mee oneens zeer mee eens a artiesten hun geld toch met optredens kunnen verdienen
1
2
3
4
5
geen mening 6
77
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
b ik graag heel veel albums op mijn harde schijf wil hebben c makkelijk de muziek kan vinden die ik wil d mijn vrienden het adviseren het te doen e het een zeer snelle manier is om muziek te vergaren f iedereen peer-to-peer programmas gebruikt g de muziekindustrie niet snapt wat de consument wil h ik zoveel muziek wil hebben als mogelijk i artiesten meer dan genoeg geld verdienen j het de makkelijkste manier is om muziek te vergaren k er geen 'copy protection' op de muziek die ik download ermee l artiesten muziek moeten maken uit passie, niet om geld te verdienen m ik verslaafd ben aan muziek downloaden n het hip is om te doen o de muziek gratis is p ik mijn vrienden wil laten zien dat ik veel muziek heb q ik een muziekcollectie wil opbouwen r ik mijn digitale muziekspeler (bijv. iPod) wil vullen s muziek van p2p programmas veel handiger is dan cd's t mijn vrienden willen dat ik iets voor ze dowload u ik het spannend vind te gebruiken v
78
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
ik nieuwsgierig ben ernaar
5. Ik vind peer-to-peer programmas zeer mee oneens zeer mee eens b handiger dan andere muziek diensten c passen in mijn computergebruik d eng om te gebruiken e makkelijk om uit te proberen f ingewikkeld om te gebruiken g niet makkelijk om te leren h sneller dan enig ander alternatief i niet moreel juist om te gebruiken j mijn leven gemakkelijker maken k uitgebreider in muziekaanbod dan wat dan ook l erg onduidelijk als je wil uitvinden welke functies er inzitten
1
2
3
4
5
geen mening 6
page: 3 6.
Ik gebruik peer-to-peer programmas om zeer mee oneens zeer mee eens a de nieuwste muziek zo snel mogelijk te vergaren b mensen te vinden die dezelfde muziek luisteren als ik c te zorgen dat ik cool ben d muziek te downloaden die ik misschien ooit nog ga luisteren e hetzelfde te doen wat iedereen ook al doet f een cd te downloaden die ik al heb g er zeker van te zijn dat de
1
2
3
4
5
geen mening 6
79
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
muziekindustrie minder geld verdient h muziek te downloaden die nergens anders wordt aangeboden i om te praten met anderen over muziek j bij de tijd te blijven k de muziek industrie te laten zien dat ze niet meer zo machtig is l nieuwe artiesten en muziek te verkennen m mensen te ontmoeten die van dezelfde muziek houden als ik n om op de hoogte te blijven van nieuwe muziek o mijn digitale kennis en/of vaardigheden uit te breiden p muziek uit te proberen q om te luisteren of ik een cd wil kopen r om mezelf technologisch te blijven ontwikkelen s om nieuwe genres te verkennen t om te praten met iemand over een artiest of een album u om nieuwe interesses of hobbies te ontwikkelen v om precies die nummers te vergaren die ik wil w te kunnen meepraten erover met vrienden en bekenden x om te praten met anderen y te browsen in de muziek van een ander z iets te doen te hebben als ik me verveel ab om me te ontspannen
page: 4
80
De digitale generatie piraten?
7.
Rutger Docter
Het gebruiken van peer-to-peer programma's zeer mee oneens zeer mee eens a is in lijn met mijn normen en waarden b is toegankelijk als ik het wil proberen of het iets voor me is c door anderen is geregeld door mij gezien d is een uiting van mijn digitale levensstijl e wordt vaak gedaan door iemand die ik ken f levert resultaten op die duidelijk voor mij zichtbaar zijn
1
2
3
4
5
geen mening 6
Dit waren de stellingen. De enquete is nu bijna klaar, er volgen nog wat vragen over jouw kenmerken. 8. Van welk(e) muziekgenre(s) houdt je het meest?
Top40
Rock
Metal
Pop
Jazz
Funk
Electronic Dance
Hiphop
R&B
Nederlandstalig
Soul
Blues
Wereldmuziek
Klassiek
DJ Mixes
9. Wat zijn je muziekuitgaven gemiddeld per maand? Niets 1-20 euro 21-40 euro 41-60 euro 61-80 euro
81
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
81 euro of meer
10.
Hoe belangrijk is muziek voor jou in je leven? Helemaal niet belangrijk Niet belangrijk Belangrijk Heel erg belangrijk Weet ik niet
11.
Hoeveel uur internet je per dag? Niet niet meer dan een half uur tussen een half uur en een uur tussen een uur en anderhalf uur tussen anderhalf uur en twee uur
12.
Wat voor internetverbinding heb je? Inbelverbinding ADSL Kabel Geen Anders
13.
Hoeveel uur chat je per dag met MSN? Ik chat niet Niet meer dan een half uur Tussen een half uur en een uur Tussen een uur en anderhalf uur Tussen anderhalf uur en twee uur
page: 5 14.
Hoe oud ben je? jonger dan 10 jaar 10-13 jaar 14-17 jaar 18-21 jaar 22-25 jaar 26-29 jaar 30-33 jaar ouder dan 33 jaar
15.
Wat is je geslacht? Man Vrouw
16.
Wat is je maandelijkse inkomen? 0 euro 0-500 euro 501-1001 euro 1001-1500 euro 1501-2000 euro 2001-2500 euro boven de 2500 euro
82
De digitale generatie piraten?
17.
Rutger Docter
Wat is je hoogste of huidige opleiding? Lagere school VMBO/Mavo Havo VWO MBO HBO WO
18. Opmerkingen/Commentaar Dit was de enquete en je kan op de onderstaande klaar! VERZEND button drukken. Kijk nog even na of je alle vragen hebt beantwoord!
Appendix 4: Deelvraag I 4a Geroteerde factormatrix deelvraag I Component 1 artiesten hun geld toch met optredens kunnen verdienen ik graag heel veel albums op mijn harde schijf wil hebben makkelijk de muziek kan vinden die ik wil mijn vrienden het adviseren het te doen het een zeer snelle manier is om muziek te vergaren iedereen peer-topeer programmas gebruikt de muziekindustrie niet snapt wat de consument wil ik zoveel muziek wil hebben als mogelijk artiesten meer dan genoeg geld verdienen het de makkelijkste manier is om
4
5
6
7
,087 -,007 -,093
,004
,816
,052
,058
,005
,015
,123
,020
,828
,079
,763 -,037
,142
,064
,134
,037 -,002 -,006 -,040 -,001
,016
,055
,006
,246
,082 -,214 -,101
-,106
,830 -,168
,113
,013 -,012 -,015
,097 -,153 -,010
,122
-,003 -,014
,422
,227 -,006
,072
,521
,118 -,081
,081 -,009
,281
,187
,122 -,301
-,072
,096
,205
,099
,412
,032
,148
,148
,343
,044
,183
,204
,019
,043 -,015
,094
,116
,175
,077 -,036
,208
,149 -,063 -,107
,113
,101 -,012 -,079
,139
-,126
,055
,001
,042 -,019
,053
,012
,090
-,151
,443
-,062
2
,067
3
,848 -,069
,110 -,037
,105
9
10
11
12
13
,172 -,001 -,019 -,010
-,037
,081
,089 -,011 -,067 -,001
-,016
,068
,387 -,110
,754 -,037
,764 -,030
8
,082
,038
,607 -,097
,094
-,040 -,070
,056 -,188
,156
83
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
muziek te vergaren er geen 'copy protection' zit op ,188 ,247 ,025 ,039 ,330 ,085 de muziek die ik download ermee artiesten muziek moeten maken uit ,051 -,010 ,286 -,006 ,674 ,135 passie, niet om geld te verdienen ik verslaafd ben ,481 -,067 ,311 -,036 ,148 ,322 aan muziek downloaden het hip is om te ,677 -,138 ,173 -,046 ,204 ,078 doen de muziek gratis ,102 ,757 -,277 ,012 -,005 ,067 is ik mijn vrienden wil laten zien dat ,698 -,080 ,179 -,090 ,094 ,289 ik veel muziek heb ik een muziekcollectie ,120 ,204 ,029 ,104 ,113 ,772 wil opbouwen ik mijn digitale muziekspeler -,071 ,121 -,077 ,049 ,089 ,418 (bijv. iPod) wil vullen muziek van p2p programmas veel -,020 ,505 -,014 -,062 ,145 ,260 handiger is dan cd's mijn vrienden ,128 ,062 ,086 -,165 -,082 ,040 willen dat ik iets voor ze download ik het spannend ,685 -,167 ,176 -,111 ,042 -,027 vind te gebruiken ik nieuwsgierig ben ernaar de nieuwste muziek zo snel mogelijk te vergaren mensen te vinden die dezelfde muziek luisteren als ik te zorgen dat ik cool ben muziek te downloaden die ik misschien ooit nog ga luisteren hetzelfde te doen wat iedereen ook al doet
-,013 -,025
,000
,057
,116
,060
,659
,230 -,031
,070
,090 -,028
,000
,157
,147
,197
,007
,140
,021
,059
,340
,063
,161
,121
,022
,060
,017
,263
,120 -,008 -,073
,032
,053
,061
,044
,049 -,055
-,035
,061
,028 -,030
-,054
,016
-,214
,192 -,016
-,009
,052
,039
-,044
,235
,107 -,049
,543
,145
,019
,390
,084
,119
,040
,203
-,245
,034
,181
,108
,176
,750
,089
-,119
,144
,163
,100
,140
,089 -,154
-,066
,306
,652
,135
,175
,164
,048 -,007 -,039
,053
,274
,104 -,073
,006 -,132
-,019
,584
,077
,217
,172
,325 -,150
,009
,020
,046
,091
,120
,206 -,153
,726 -,082
,053
,071
,221 -,080
,164
,073
,009
,306 -,032
,598 -,139
,235 -,188 -,034
,000
,269 -,066
,277
,047
,152
-,043 -,053
,305
,119
,152
,146
,353 -,134
,045
,114
,524
,029
,128
,190
,001
,276
,045 -,089
,082
,669 -,114
,216 -,115
,159 -,070
,188
,081
,130
,039
84
De digitale generatie piraten?
een cd te downloaden die ik al heb er zeker van te zijn dat de muziekindustrie minder geld verdient muziek te downloaden die nergens anders wordt aangeboden te praten met anderen over muziek bij de tijd te blijven de muziek industrie te laten zien ze niet meer zo machtig is nieuwe artiesten en muziek te verkennen mensen te ontmoeten die van dezelfde muziek houden als ik om op de hoogte te blijven van nieuwe muziek mijn digitale kennis en/of vaardigheden uit te breiden muziek uit te proberen om te luisteren of ik een cd wil kopen om mezelf technologisch te blijven ontwikkelen om nieuwe genres te verkennen om te praten met iemand over een artiest of een album om nieuwe interesses of hobbies te ontwikkelen om precies die nummers te vergaren die ik wil
Rutger Docter
,265 -,229
,185
,199 -,056
,244 -,027
,272 -,002
,667
,083
,165 -,095 -,199
,172
,004
,036
,245
,178
,039
,158
,275
,180
,341 -,209
,241
,248
-,329 -,032
,209 -,048
,034
,608 -,068 -,039
,122
,127
,021 -,049
,170
,032
,728
,163
,030 -,047
,193
,045
,152
,087
,220
-,025
,053
,184
,260
,302
,161
,124
,005
,062
,018
,075
,058
,613
-,084
,069
,288 -,003
,257 -,016
,703
,037
,080
,014
,007
-,062
,066
,058
,792
,097
,139
,015
,006 -,040 -,111
,031
,110 -,037
,803 -,040
,022
,046
,216
,041
,099 -,013
,045
,136
,039
,199
,329
,473
,084
,112 -,187
,090
,219
,043
,315
,031
,244
,296 -,047
,165
,130
,054
,103
,076
,148
,778
,095
,086
-,055
,023
,812 -,073
,080
,115
,099
,050 -,046 -,053
,145 -,021
-,039
,239
,178 -,244
-,008
-,115
,193 -,076
,012 -,172
,000 -,333
,171
,456
,005 -,097 -,001
,045 -,022
,443
,062
,160
,024
,328 -,067
,162
,124
,004
,040
,134
,082
,780
,114
,081
-,040
,012
,078
,067
,713 -,141
,098
,035
,070
,172
,019
,107
-,176
,167
,190 -,131
,730
,199 -,046
,019
,154
,131 -,048
,119
,057
-,255
,110
,150 -,155
,382
,374
,107
,079
,078
,270
,210
,177
,223
-,286
,088
,423 -,110 -,070
,181
,106 -,305
,135
,271 -,143 -,124
,086
,046
-,036
-,281
85
De digitale generatie piraten?
te kunnen meepraten erover met vrienden en bekenden om te praten met anderen te browsen in de muziek van een ander iets te doen te hebben als ik me verveel om me te ontspannen
,379
Rutger Docter
,034
,303
,216
,188
,068
,017
,289
,077
,072
,010
-,552 -,105
-,193 -,055
,241 -,139
,750 -,020
,000 -,008 -,013
,233
,034 -,035 -,077
,089 -,011
,385
,111
,070
,082
,357
,475
,049
,043 -,031
,139 -,166
,120
,116
,098
,072
,212
,163 -,037
,765
,036
,009
,025
,031
,144
,284
,137
,102
,014
,099 -,058
,661
,259
,067
,154
,105
-,153 -,069
4b Homogeniteitanalyse Deelvraag I Factor 1
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
mijn vrienden het adviseren het te doen
13,63
31,172
,462
,847
iedereen peer-to-peer programmas gebruikt
13,31
29,696
,454
,853
ik verslaafd ben aan muziek downloaden
13,83
29,551
,580
,835
het hip is om te doen
14,14
30,297
,730
,823
ik nieuwsgierig ben ernaar
13,38
28,988
,502
,848
ik het spannend vind te gebruiken
14,19
30,564
,688
,826
te zorgen dat ik cool ben
14,26
31,832
,624
,834
ik mijn vrienden wil laten zien dat ik veel muziek heb
14,05
30,048
,697
,824
hetzelfde te doen wat iedereen ook al doet
14,07
30,966
,630
,831
86
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Factor 2
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
het de makkelijkste manier is om muziek te vergaren
25,15
17,290
,704
,766
de muziek gratis is
25,28
16,842
,651
,773
om precies die nummers te vergaren die ik wil
25,14
19,861
,377
,818
makkelijk de muziek kan vinden die ik wil
25,03
18,422
,652
,779
het een zeer snelle manier is om muziek te vergaren
25,03
17,678
,702
,768
muziek van p2p programmas veel handiger is dan cd's
25,95
18,345
,371
,830
de nieuwste muziek zo snel mogelijk te vergaren
25,49
17,445
,529
,796
Factor 3
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
mensen te vinden die dezelfde muziek luisteren als ik
6,80
13,124
,673
,856
te praten met anderen over muziek
6,77
13,309
,676
,854
mensen te ontmoeten die van dezelfde muziek houden als ik
6,95
12,817
,813
,821
6,80
12,960
,742
,838
6,89
14,231
,618
,867
om te praten met iemand over een artiest of een album om te praten met anderen
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
87
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Factor 4
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
14,34
12,796
,419
,722
13,45
12,772
,658
,637
muziek uit te proberen
13,64
12,883
,646
,642
om te luisteren of ik een cd wil kopen
14,42
13,930
,279
,780
om nieuwe genres te verkennen
13,98
12,097
,587
,652
om op de hoogte te blijven van nieuwe muziek nieuwe artiesten en muziek te verkennen
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
Factor 5
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
artiesten hun geld toch met optredens kunnen verdienen
9,92
12,767
,585
,662
iedereen peer-to-peer programmas gebruikt
10,14
14,101
,392
,735
de muziekindustrie niet snapt wat de consument wil
9,89
13,603
,419
,727
artiesten meer dan genoeg geld verdienen
9,86
12,877
,606
,656
10,17
13,304
,527
,685
artiesten muziek moeten maken uit passie, niet om geld te verdienen
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
Factor 6
ik zoveel muziek wil hebben als mogelijk
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
10,02
10,028
Corrected Item-Total Correlation ,593
Cronbach's Alpha if Item Deleted ,628
88
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
ik graag heel veel albums op mijn harde schijf wil hebben
9,77
10,414
,571
,643
ik een muziekcollectie wil opbouwen
9,52
10,175
,587
,633
ik mijn digitale muziekspeler (bijv. iPod) wil vullen
9,30
11,061
,361
,769
Factor 7
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
een cd te downloaden die ik al heb
2,92
2,929
,385
,825
er zeker van te zijn dat de muziekindustrie minder geld verdient
3,48
3,453
,601
,534
de muziek industrie te laten zien ze niet meer zo machtig is
3,28
3,018
,620
,477
Factor 8
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
te browsen in de muziek van een ander
5,50
5,553
,372
,724
iets te doen te hebben als ik me verveel
4,95
4,135
,588
,448
om me te ontspannen
4,46
4,450
,526
,537
Factor 9
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
mijn digitale kennis en/of vaardigheden uit te breiden
1,91
1,210
,731
.(a)
om mezelf technologisch te blijven ontwikkelen
2,01
1,304
,731
.(a)
a The value is negative due to a negative average covariance among items. This violates reliability model assumptions. You may want to check item codings.
89
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Factor 10
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
mijn vrienden willen dat ik iets voor ze download
5,02
3,486
,277
,206
mijn vrienden het adviseren het te doen
5,19
3,750
,264
,240
om te luisteren of ik een cd wil kopen
4,15
3,183
,161
,461
Factor 11
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
bij de tijd te blijven
3,59
2,297
,243
.(a)
ik mijn digitale muziekspeler (bijv. iPod) wil vullen
2,37
1,656
,243
.(a)
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
Factor 5 en 7
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
artiesten meer dan genoeg geld verdienen
14,83
26,889
,491
,732
artiesten hun geld toch met optredens kunnen verdienen
14,85
26,780
,490
,732
iedereen peer-to-peer programmas gebruikt
15,14
27,860
,370
,754
de muziekindustrie niet snapt wat de consument wil
14,86
25,722
,517
,726
artiesten muziek moeten maken uit passie, niet om geld te verdienen
15,17
26,222
,554
,720
90
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
een cd te downloaden die ik al heb
15,43
29,204
,261
,774
er zeker van te zijn dat de muziekindustrie minder geld verdient
16,05
28,735
,516
,733
de muziek industrie te laten zien ze niet meer zo machtig is
15,81
27,327
,555
,723
4c Tabellen Motiefsterkten deelvraag I
Motief I Social Pressure Frequency 35
totaal niet aanwezig
51,2
62,6
75,2
57
16,8
20,5
95,7
aanwezig
6
1,8
2,2
97,8
sterk aanwezig
6
1,8
2,2
100,0
278
81,8
100,0
62
18,2
340
100,0
middelmatig aanwezig
Total Missing
Cumulative Percent 12,6
174
niet aanwezig Valid
Percent Valid Percent 10,3 12,6
System
Total
Motief II Convenience
totaal niet aanwezig
Missing Total
Percent Valid Percent ,3 ,3
Cumulative Percent ,3
5
1,5
1,7
2,0
middelmatig aanwezig
14
4,1
4,8
6,8
aanwezig
74
21,8
25,2
32,0
sterk aanwezig
200
58,8
68,0
100,0
Total
294
86,5
100,0
46
13,5
340
100,0
niet aanwezig Valid
Frequency 1
System
91
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Motief III Interpersonal Communication
totaal niet aanwezig
Cumulative Percent 36,3
34,1
40,1
76,5
middelmatig aanwezig
44
12,9
15,2
91,7
aanwezig
14
4,1
4,8
96,5
sterk aanwezig
10
2,9
3,5
100,0
289
85,0
100,0
51
15,0
340
100,0
Total Missing
Percent Valid Percent 30,9 36,3
116
niet aanwezig Valid
Frequency 105
System
Total
Motief IV New Music Seeking
totaal niet aanwezig
Valid
Percent Valid Percent 1,8 2,0
Cumulative Percent 2,0
niet aanwezig
16
4,7
5,4
7,4
middelmatig aanwezig
61
17,9
20,4
27,8
148
43,5
49,5
77,3
68
20,0
22,7
100,0
299
87,9
100,0
41
12,1
340
100,0
aanwezig sterk aanwezig Total
Missing
Frequency 6
System
Total
Motief V Consumer Emancipation
totaal niet aanwezig
43,8
49,6
middelmatig aanwezig
87
25,6
36,0
85,5
aanwezig
31
9,1
12,8
98,3
4
1,2
1,7
100,0
242
71,2
100,0
98
28,8
340
100,0
Total Total
Cumulative Percent 5,8
31,2
sterk aanwezig Missing
Percent Valid Percent 4,1 5,8
106
niet aanwezig Valid
Frequency 14
System
92
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
motief6_librarystorage
totaal niet aanwezig
Valid
Frequency 11
Cumulative Percent 3,4
niet aanwezig
40
11,8
12,5
16,0
middelmatig aanwezig
93
27,4
29,2
45,1
109
32,1
34,2
79,3
66
19,4
20,7
100,0
319
93,8
100,0
21
6,2
340
100,0
aanwezig sterk aanwezig Total
Missing
Percent Valid Percent 3,2 3,4
System
Total
Motief VII Entertainment
totaal niet aanwezig
Valid
Frequency 47
Cumulative Percent 15,7
niet aanwezig
77
22,6
25,8
41,5
middelmatig aanwezig
94
27,6
31,4
72,9
aanwezig
66
19,4
22,1
95,0
sterk aanwezig
15
4,4
5,0
100,0
299
87,9
100,0
41
12,1
340
100,0
Total Missing
Percent Valid Percent 13,8 15,7
System
Total
Motief VIII Self Achievement
totaal niet aanwezig
Frequency 113
30,0
33,6
70,7
middelmatig aanwezig
50
14,7
16,4
87,2
aanwezig
30
8,8
9,9
97,0
9
2,6
3,0
100,0
304
89,4
100,0
36
10,6
340
100,0
sterk aanwezig Total Missing
Cumulative Percent 37,2
102
niet aanwezig Valid
Percent Valid Percent 33,2 37,2
System
Total
4d Weging motieven De weging van de verschillende motieven is uitgevoerd aan de hand van de tabel Sterk Aanwezig Aanwezig Middelmatig aanwezig
frequentie x 3 frequentie x 2 frequentie x 1
93
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Niet aanwezig frequentie x -1 Totaal niet aanwezig frequentie x -2
Appendix 5: Deelvraag II 5a Geroteerde factormatrix deelvraag II Component 1
2
3
4
handiger dan andere muziek diensten
,789
,105
,083
,142
passen in mijn computergebruik
,724
,165
,224
,167
makkelijk om uit te proberen
,493
,500
,182
-,250
sneller dan enig ander alternatief
,723
,166
-,090
,116
mijn leven gemakkelijker maken
,617
-,170
,306
-,088
uitgebreider in muziekaanbod dan wat dan ook
,698
,155
,172
-,050
is in lijn met mijn normen en waarden
,140
,040
,372
,695
is toegankelijk als ik het wil proberen of het iets voor me is
,321
-,037
,451
,161
door anderen is geregeld door mij gezien
,004
,009
,764
,108
is een uiting van mijn digitale levensstijl
,155
-,060
,620
,024
wordt vaak gedaan door iemand die ik ken
,013
-,009
,778
,046
levert resultaten op die duidelijk voor mij zichtbaar zijn
,211
,034
,725
,019
eng om te gebruiken
,220
,549
-,098
,152
ingewikkeld om te gebruiken
,043
,908
,042
,075
94
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
niet makkelijk om te leren
,125
,875
-,131
,049
niet moreel juist om te gebruiken
,052
,169
,010
,867
-,002
,739
,047
,038
erg onduidelijk als je wil uitvinden welke functies erin zitten .
4b Homogeniteitanalyse Deelvraag II Factor 1
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
handiger dan andere muziek diensten
18,91
13,850
,695
,731
passen in mijn computergebruik
18,83
14,279
,642
,744
makkelijk om uit te proberen
18,85
16,082
,430
,789
sneller dan enig ander alternatief
18,99
13,992
,553
,764
mijn leven gemakkelijker maken
19,26
14,501
,441
,794
uitgebreider in muziekaanbod dan wat dan ook
18,81
14,022
,572
,759
Factor 2
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
makkelijk om uit te proberen
16,73
9,323
,396
,789
eng om te gebruiken
16,18
8,651
,488
,764
ingewikkeld om te gebruiken
16,36
7,548
,742
,679
niet makkelijk om te leren
16,37
7,733
,675
,701
95
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
erg onduidelijk als je wil uitvinden welke functies erin zitten
16,85
7,985
,511
,761
Factor 3
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
is toegankelijk als ik het wil proberen of het iets voor me is
13,85
14,719
,432
,735
door anderen is geregeld door mij gezien
14,30
11,085
,609
,670
is een uiting van mijn digitale levensstijl
14,99
13,368
,398
,751
wordt vaak gedaan door iemand die ik ken
13,84
11,898
,603
,673
levert resultaten op die duidelijk voor mij zichtbaar zijn
13,77
12,987
,566
,691
Factor 4
Scale Mean if Item Deleted
Scale Variance if Item Deleted
Corrected Item-Total Correlation
Cronbach's Alpha if Item Deleted
is in lijn met mijn normen en waarden
3,33
1,299
,374
.(a)
niet moreel juist om te gebruiken
3,02
1,055
,374
.(a) .
5c Frequentie p2p gebruik
96
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
100
Frequency
80
60 87
40
66 44
20
32
29
29
23
16
0 2
3
4
5
6
7
8
9
6
8
10
11
p2pgebruik
5d Technologische eigenschappen vs. p2p gebruik matig 0,089 0,096 0,165 0,129 0,12
complexiteit comparatief voordeel zichtbaarheid compatibliteit gemiddelde
hele groep 0,129 0,133 0,112 0,146
geregeld intensief -0,055 0,316 -0,077 0,032 0,139 0,166 0,117 0,272 0,03 0,20
Appendix 6: Deelvraag III 6a Frequentie digitale generatie 70
Digitale generatie
Frequency
60 50 40 30 20 10 0 2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
sterkte
97
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
6b Motieven vs. p2p programma
convenience_HIGH new music seeking_HIGH library storage_HIGH entertainment_HIGH consumer emancipation_HIGH social pressure_HIGH self achievement_HIGH interpersonal communication_HIGH
groep1 Emule Bittorrent DC ++ 24,1% 26,4% 26,3% 24,7% 28,6% 41,7% 30,8%
groep 2 Limewire Kazaa 49,7% 46,2% 48,0% 51,8% 42,8% 33,3% 38,4%
groep 3 Soulseek 5,5% 6,9% 8,0% 8,6% 8,6% 0,0% 12,8%
n=274 n=216 n=175 n=81 n=35 n=12 n=39
37,6%
33,3%
12,5%
n=24
6c Motieven vs. geslacht
convenience_HIGH new music seeking_HIGH library storage_HIGH entertainment_HIGH consumer emancipation_HIGH social pressure_HIGH self achievement_HIGH interpersonal communication_HIGH
man 48,5% 49,1% 44,4% 51,9% 48,6% 54,5% 62,2%
vrouw 51,5% 50,9% 55,6% 48,1% 51,4% 45,5% 37,8%
n=270 n=212 n=160 n=77 n=35 n=11 n=37
69,6%
30,4%
n=23
6d Motieven vs digitale generatie Kendall's tau-b convenience new music seeking library storage entertainment consumer emancipation social pressure self achievement interpersonal communication
digitale generatie 0,19 (α =.000) 0,80 (α =.097) 0,16 (α =.001) 0,14 (α =.001) 0,12 (α =.024) 0,14 (α =.007) 0,01 (α =.058) 0,58 (α =.237)
6 e Verdeling muzieksmaak
98
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
6,6%
Nederlandstalig
N=1402 10,5%
top 40
9,8%
dj mixes 2,4%
klassiek
2,2%
wereldmuziek
3,7%
blues
7,4%
genre
soul
8,5%
R&B
8,9%
hiphop 6,0%
electronic dance
5,0%
funk
6,7%
jazz
11,3%
pop 1,5%
metal
9,6%
rock
0,0%
5,0%
10,0%
15,0%
percentage
6f Verdeling muzieksmaak per motief_HIGH Convenience New Music Library seeking Storage
Rock Metal Pop Jazz Funk Electronic dance hiphop R&B Soul Blues wereldmuziek klassiek dj mixes top40 nederlandstalig TOTAAL frequentie
9,3% 1,5% 11,0% 6,6% 4,8%
9,7% 1,7% 11,1% 6,6% 5,4%
7,4% 8,9% 8,3% 7,6% 3,8% 2,1% 2,3% 9,6% 10,3% 6,4% 100,0% 1280
6,6% 9,1% 8,9% 7,6% 3,4% 2,0% 2,2% 9,4% 10,0% 5,9% 100,00% 996
Entertainment Consumer Social Self Interperso Emancipation pressure achievement nal communic ation 9,5% 9,5% 10,0% 8,0% 10,8% 7,6% 1,5% 1,9% 1,3% 1,3% 2,5% 11,0% 10,6% 11,3% 12,0% 10,2% 7,6% 6,1% 6,0% 3,8% 4,0% 5,7% 3,8% 5,3% 5,4% 6,3% 4,0% 3,8% 5,1%
6,1% 9,9% 9,0% 7,5% 3,6% 2,6% 1,5% 10,2% 10,8% 5,5% 100,0% 757
6,0% 10,1% 10,3% 6,8% 2,7% 2,2% 1,9% 10,3% 9,8% 6,5% 100,0% 368
9,4% 8,0% 8,8% 6,0% 8,1% 12,0% 6,9% 6,0% 3,1% 1,3% 1,9% 2,0% 12,5% 14,0% 10,0% 12,0% 5,6% 12,0% 100,0% 100,0% 160 50
7,6% 8,9% 8,9% 4,5% 1,3% 1,3% 2,5% 14,0% 11,5% 7,6% 100,0% 157
12,7% 6,3% 11,4% 7,6% 2,5% 3,8% 1,3% 12,7% 11,4% 3,8% 100,0% 79
6g Verdeling muzieksmaak per technologische eigenschap_HIGH comparatief voordeel
complexiteit
zichtbaarheid
compatibiliteit
99
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
Rock Metal Pop Jazz Funk Electronic dance hiphop R&B Soul Blues wereldmuziek klassiek dj mixes top40 nederlandstalig TOTAAL aantal
9,8% 1,8% 10,7% 6,3% 4,8%
10,0% 1,7% 11,2% 6,9% 5,1%
9,5% 1,7% 11,2% 6,3% 5,2%
9,5% 1,6% 10,1% 5,6% 4,7%
6,1% 9,4% 8,9% 7,5% 3,1% 2,5% 2,4% 10,1% 10,8% 6,0% 100,0% 943
5,8% 8,9% 8,4% 7,5% 3,5% 2,2% 2,2% 9,3% 10,7% 6,8% 100,0% 1207
6,5% 9,0% 8,8% 7,3% 3,4% 2,3% 2,3% 10,0% 10,6% 5,9% 100,0% 830
6,8% 9,5% 8,8% 8,0% 4,1% 2,1% 2,1% 11,3% 9,3% 6,4% 100,0% 514
6h Frequentieverdeling digitale generatie onder WO studenten en VWO leerlingen 7
vwo leerlingen
Frequency
6 5 4 22,58%
3
19,35%
2
12,9%
12,9% 9,68%
1
6,45%
6,45%
6,45%
3,23%
0 4
5
6
7
8
9
10
11
12
digitalegeneratie
100
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
60
WO studenten
Frequency
50 40 30 22,59%
20
15,9% 13,39%
11,3% 11,3%
10
8,37%
7,95% 3,35%
4,6% 1,26%
0 3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
digitalegeneratie
6i Eigenschappen_HIGH en motieven_HIGH onder WO studenten en VWO leerlingen
Convenience New Music Library seeking Storage
WO student VWO leerling
WO student VWO student
90,4% 83,9%
68,6% 64,5%
Entertainment Consumer Social Self Emancipation pressure achievement
54,0% 51,6%
23,8% 9,7%
comparatief voordeel complexiteit 70,30% 67,70%
9,6% 9,7%
87,90% 90,30%
2,1% 3,2%
Interperso nal communic ation 10,5% 5,9% 6,5% 6,5%
zichtbaarheid compatibiliteit 61,50% 35,10% 48,40% 32,30%
6k Eigenschappen_HIGH en motieven_HIGH uitgesplitst naar importantie muziek Convenience New Music Library seeking Storage
belangrijk heel belangrijk
belangrijk heel belangrijk
91,0% 89,3%
63,9% 78,7%
Entertainment Consumer Social Self Emancipation pressure achievement
52,6% 59,3%
27,8% 26,7%
comparatief voordeel complexiteit 68,40% 78,00%
13,5% 10,0%
5,3% 2,0%
Interperso nal communic ation 9,8% 6,8% 13,3% 8,0%
zichtbaarheid compatibiliteit 88,00% 57,90% 35,10% 88,00% 62% 35,30%
6l Eigenschappen vs geslacht
comparatief voordeel_HIGH complexiteit_HIGH zichtbaarheid_HIGH compatibiliteit_HIGH
man 49,3% 48,1% 50,3% 57,5%
vrouw 50,7% 51,9% 49,7% 42,5%
n=213 n=262 n=177 n=106
6m eigenschappen vs digitale generatie
101
De digitale generatie piraten?
Kendall's tau-b comparatief voordeel complexiteit zichtbaarheid compatibiliteit
Rutger Docter
digitale generatie 0,26 (α =.000) 0,05 (α =.216) 0,10 (α =.064) 0,07 (α =.147)
6n eigenschappen vs p2p programma
comparatief voordeel_HIGH complexiteit_HIGH zichtbaarheid_HIGH compatibiliteit_HIGH
groep1 Emule Bittorrent DC ++ 26,6% 24,2% 27,5% 22,4%
groep 2 Limewire Kazaa 49,5% 50,9% 48,9% 48,6%
groep 3 Soulseek 5,3% 5,1% 5,1% 4,7%
n=226 n=277 n=178 n=107
6m p2p programma, geslacht en muziekgenre vs p2p gebruik p2pgebruik laag Welk peer-topeer programma gebruik je het meest? Kazaa
Emule
% within Welk peer-to-peer programma gebruik je het meest? % within p2pgebruik_hoog midlaag
% within Welk peer-to-peer programma gebruik je het
middel
hoog
Total
79,0%
17,3%
3,7%
100,0%
32,5%
15,6%
5,7%
23,8%
57,7%
26,9%
15,4%
100,0%
102
De digitale generatie piraten?
Rutger Docter
meest?
Bittorrent
Limewire
DC ++
Soulseek
Total
% within p2pgebruik_hoog midlaag % within Welk peer-to-peer programma gebruik je het meest? % within p2pgebruik_hoog midlaag % within Welk peer-to-peer programma gebruik je het meest? % within p2pgebruik_hoog midlaag % within Welk peer-to-peer programma gebruik je het meest? % within p2pgebruik_hoog midlaag % within Welk peer-to-peer programma gebruik je het meest? % within p2pgebruik_hoog midlaag % within Welk peer-to-peer programma
7,6%
7,8%
7,5%
7,6%
31,3%
28,1%
40,6%
100,0%
5,1%
10,0%
24,5%
9,4%
62,2%
28,9%
8,9%
100,0%
28,4%
28,9%
15,1%
26,5%
42,9%
23,8%
33,3%
100,0%
4,6%
5,6%
13,2%
6,2%
55,0%
20,0%
25,0%
100,0%
5,6%
4,4%
9,4%
5,9%
57,9%
26,5%
15,6%
100,0%
p2pgebruik_hoogmidlaag laag
man Wat is je geslacht? vrouw
% within Wat is je geslacht? % within p2pgebruik_hoog midlaag % within Wat is je geslacht? % within p2pgebruik_hoog midlaag
middel
hoog
Total
46,6%
30,4%
23,0%
100,0%
38,8%
56,3%
75,6%
48,8%
70,3%
22,6%
7,1%
100,0%
61,2%
43,8%
24,4%
51,2%
103
De digitale generatie piraten?
Total
Rutger Docter
% within Wat is je geslacht? % within p2pgebruik_hoog midlaag
58,7%
26,4%
14,9%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
p2pgebruik_hoogmidlaag laag Van welk(e) muziekgenre(s) houdt electronic dance je het meest?
% within Van welk(e) muziekgenre(s) houdt je het meest?
54,8%
middel 26,2%
hoog 19,0%
Total 100,0%
104