s
t
De consumptie van de gezinnen met een De consumptie van de gezinnen met een bescheiden inkomen
bescheiden inkomen
April 2008
u
d
i
e
Agenda 1. 2. • • • • • •
Doelstellingen Methodologie De voedingsconsumptie en de voedingsaankopen De consumptie van non-foodproducten en van diensten De duurzame consumptie De winkels en het koopgedrag De gezondheid Conclusies
2
Doelstellingen • Het consumentengedrag in de gezinnen met een bescheiden inkomen meten met betrekking tot :
De voedingsconsumptie en de voedingsaankopen De consumptie van non-foodproducten en van diensten De duurzame consumptie De winkels en het koopgedrag De gezondheid
3
Methodologie • Analyse van de houdingen en van het consumentengedrag in de lage sociale groepen, opgetekend tijdens kwantitatieve studies die door het OIVO werden uitgevoerd in de voorbije 3 jaar, met behulp van 180 indicators in verband met houdingen en gedragspatronen. • Deze sociale groepen omvatten niet de consumenten die uit de consumptiewereld uitgesloten zijn, noch de arme gezinnen, noch de rijken, maar omvatten wel de consumenten met een bescheiden inkomen (al dan niet werkend) die behoren tot de lage sociale groepen (25% van de consumenten – 1ste statistische kwartiel). • De methode van de sociale groepen, die ontwikkeld werd door ESOMAR (www.esomar.org socio-economic groups) en gebruikt wordt door het CIM (www.cim.be) maakt het mogelijk om de populatie in klassen in te delen zonder subjectieve gegevens te gebruiken en daarbij lacunes te vermijden die te wijten zijn aan onbeantwoorde vragen over de inkomens. • Berekeningswijze: er wordt een evenredige verhouding (= ratio) berekend op basis van het beroep en van het opleidingsniveau van de grootste verdiener in het gezin. Dankzij de gebruikte bakens kunnen acht sociale groepen van quasi gelijke effectieven worden samengesteld. De groepen 1 en 2 met de hoogste waarden komen overeen met de hoge sociale groepen (HSG), de groepen 3 tot 6 (gemiddelde waarden) komen overeen met de gemiddelde sociale groepen (GSG) en de groepen 7 en 8 (lage waarden) komen overeen met de lage sociale groepen (LSG). 4
De voedingsconsumptie en de voedingsaankopen • • • • • • • •
Een voedingsproduct kiezen Producten van gedifferentieerde kwaliteit kopen Aankoop en consumptie van vlees Aankoop en consumptie van groenten Broodconsumptie De bereiding van de maaltijden en de consumptie van bereide gerechten Babyvoeding kopen Perceptie van de prijs van het leidingwater
5
Een voedingsproduct kiezen Verschil > 0 gemiddeld profiel
Merk; 10%
¾ Keuzecriteria voor een voedingsproduct
• De consumenten met een bescheiden inkomen kiezen een voedingsproduct op basis van het merk en de prijs, maar niet voor de intrinsieke kwaliteiten van het product zoals de versheid, de smaak, de veiligheid, de afwezigheid van additieven, de samenstelling van het product, de informatie op de verpakking en de afwezigheid van GGO’s. • De beperkte beschikbare financiële middelen rechtvaardigen die keuzes.
Prijs; 6%
Versheid; -4%
Smaak; -11% Veiligheid; -12% Geen additieven; 14% Samenstelling; 16% Verpakking; -16%
Verschil < 0 gemiddeld profiel
Basis: populatie en vergelijking met de LSG.(n=803) Geen GGO; -22%
6
Producten van gedifferentieerde kwaliteit kopen > Populatie
• De gekochte voedingsproducten bij de consumenten met een bescheiden inkomen blijven basisvoedingsproducten, zonder specifieke kwalitatieve troeven en trouwens ook niet als dusdanig erkend. • De producten van gedifferentieerde kwaliteit worden veel minder vaak gekocht door de lage sociale groepen, en dat geldt zowel voor producten van specifieke oorsprong of met beschermde of erkende oorsprongsbenaming, voor biologische producten als voor fairtradeproducten.
Streekproduct; -5%
Boerderijproduct; -10%
GTS; -15% BGA; -17%
¾ Al een kwaliteitsproduct gekocht?
Bioproduct; -17% BOB; -20%
Fair trade; -24%
< Populatie
Basis: populatie en vergelijking met de LSG.(n=795) 7
Vlees kopen ¾ Hebt u in de voorbije week ... gekocht?
59%
56% 47% 40%
38%
31%
• De consumenten met een bescheiden inkomen kopen minder vaak dan de andere consumenten rundvlees, bereide gerechten op basis van rundvlees of kip. Het is een feit dat ze dit vlees duur vinden. • De duurdere producten zijn duidelijk niet in trek bij deze consumenten.
11%
9% 2% Lage SG
Gemiddelde SG
Hoge SG
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale Rundvlees
Bereide gerechten op basis van rundvlees
Kip
groepen(n=598) 8
De vleesconsumptie ¾ Hoe vaak hebt u ... gegeten in de voorbije week? •
•
1,6
1,3
1,7 1,0
Lage SG
Gehakt, worsten
1,2
1,9
1,7
1,2
1,0
Gemiddelde SG
Gekookte ham
2,6
2,2
De consumenten met een bescheiden inkomen verbruiken minder vaak gekookte ham, kip of eieren en vaker gehakt en worsten. Opnieuw hebben de duurdere producten zoals ham minder succes. Gevogelte interesseert deze consumenten weinig.
1,5
Hoge SG
Kip
Eieren
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen (n=600)
9
Groenten kopen ¾ Hebt u in de voorbije week ... gekocht? ¾ Koopt u biologische wortelen? •
52%
50%
43%
45%
39% 22%
•
39% 26%
De consumenten met een bescheiden inkomen kopen vaker wortelen dan de consumenten in de andere sociale groepen. Omgekeerd geldt: hoe hoger de sociale groep, hoe meer de consument biologische wortelen koopt. Er worden veel aardappelen gekocht, ongeacht welke sociale groep men bekijkt.
5% Lage SG
Wortelen
Gemiddelde SG
Biologische wortelen
Hoge SG
Aardappelen
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen (n=600) 10
De groenteconsumptie ¾ Hoe vaak hebt u in de voorbije week ... gegeten? 6,8
• 5,1
4,8 4,8
4,6 4,1
1,8
1,7 1,5
Lage SG
Tomaten
1,1
Gemiddelde SG
Aardappelen
Diepvriesfrieten
•
1,4
De consumenten met een bescheiden inkomen eten vaker tomaten en diepvriesfrieten en minder vaak aardappelen of wortelen. De seizoensschommelingen van de prijzen van die laatste twee producten verklaren de kleinere interesse ervoor.
1,8
Hoge SG
Wortelen
Basis: vergelijking tussen de verschillende social groepen(n=600) 11
De broodconsumptie ¾ Hebt u in de voorbije week ... gekocht? • 67% 48%
48%
•
49%
47%
• 32%
14% 15%
15%
9%
7%
1% Lage SG
Wit brood
Gemiddelde SG
Biobrood
Bruin brood
De consumenten met een bescheiden inkomen kopen evenveel wit brood als de andere sociale groepen. Ze kopen anderzijds wel minder talrijk biologisch brood, bruin brood of eigen-gebakken brood. Nochtans bieden die broden een betere prijs/ kwaliteitverhouding (eigengebakken brood) of zijn ze van betere kwaliteit.
Hoge SG
Eigengebakken brood
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=600) 12
De maaltijden bereiden ¾ Over het algemeen geldt voor u dat u... 11%
19%
30%
53%
•
• 58%
1 op de 3 consumenten met een bescheiden inkomen kookt nooit. Dit percentage is veel lager bij de gemiddelde en de hoge sociale groepen. Laatstgenoemde groepen zullen ook talrijker geregeld of af en toe koken.
59%
36%
Lage SG Nooit kookt
23%
Gemiddelde SG Geregeld kookt
11%
Hoge SG Af en toe kookt
(n=667) 13
De consumptie van bereide gerechten ¾ Hebt u in de voorbije week ... gekocht? ¾ Hebt u ... gegeten? 80%
76%
•
63%
•
37% 24%
21% 20%
Lage SG
Aankoop
•
19%
Gemiddelde SG
Consumptie in WE
24%
De consumenten met een bescheiden inkomen kopen vaker bereide gerechten dan de andere sociale groepen. In het weekend worden er meer bereide gerechten geconsumeerd in de lage sociale groepen, vooral voor het avondmaal. Het gaat in 4 op de 5 gevallen om een thuisgeleverde pizza of pizza gekocht in een warenhuis. Op weekdagen worden bereide gerechten ‘s middags gegeten en dan bestaan ze het vaakst uit een belegd broodje of pizza’s. De andere sociale groepen zijn daarentegen meer te vinden voor volledige maaltijden.
Hoge SG
Consumptie op weekdagen
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=667) 14
Babyvoeding (0-3 jaar) kopen Jus de fruits pour bébé; 66%
> Populatie
•
Biscuits ; 60%
•
Poisson; 27% Graanproducten;
•
26% Plats préparés; -22%
Petits pots; -27%
Bonbons ; 60% Bioproducten; 22% < Populatie
¾ Babyvoeding kopen
Kant-en-klare desserts; -25%
Bij de consumenten met een bescheiden inkomen zijn de gekochte voedingsproducten – met uitzondering van vis en graanproducten – vaker pleziervoeding. Anderzijds worden de bereide gerechten en biologische producten, die duurder zijn, veel minder gekocht. Voor de jonge ouders met een bescheiden inkomen mogen hun beschikbare middelen geen rem zijn op de kwaliteit van de aangeboden producten noch een gebrek aan beschikbaarheid rechtvaardigen. Om de baby tevreden te stellen, besteden ze er tijd aan (voor de maaltijd) en geven ze hem/haar producten die beschouwd worden als van goede kwaliteit of ook lekkernijen. Ze wijzen de bereide gerechten af, die ze beschouwen als een symbool voor ouders die niet beschikbaar zijn voor hun kind.
Compote; -41%
Basis: jonge ouders en vergelijking met de lage SG(n=431) 15
De prijs van leidingwater ¾ Volgens u is leidingwater... 22% 12%
66%
• 57%
•
11% 12% 32%
Lage SG
71%
Gemiddelde SG
minder duur dan flessenwater even duur als flessenwater duurder dan flessenwater
18% Hoge SG
•
Van de consumenten met een bescheiden inkomen denken er 2 op de 3 verkeerd dat leidingwater duurder is dan flessenwater. In hun ogen is leidingwater serveren op een receptie onaanvaardbaar. Ze vinden trouwens ook dat een filter nodig is om het leidingwater drinkbaar te maken en dat de kalk in het leidingwater het gevaarlijk maakt voor de gezondheid. Het gebrek aan informatie en de argumenten die de reclame gebruikt leiden ertoe dat die consumenten flessenwater kopen, dat tot 250 maal meer kost dan leidingwater. Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=597) 16
De consumptie van non-foodproducten en van diensten • • • • • • • • • • •
De uitrusting van het huis De huur en de afbetaling van de hypothecaire lening De financiële situatie van de 50+’ers De gerechtsdeurwaarders De hygiënische zorg en de onderhoudsproducten De kinderopvang Non-foodproducten voor baby’s kopen De start van het nieuwe schooljaar Zakgeld De aankopen voor de feesten Een helderziende raadplegen 17
De uitrusting van het huis TV; 0%
elektrisch fornuis; -5%
spaarlampen; - 7%
aparte diepvriezer, -9%
droogkast; > Populatie -26%
¾ Hebt u ... (gehalte uitrusting vergeleken) •
hogedrukreiniger; -1% wasmachine, -6%
In het algemeen hebben de consumenten met een bescheiden inkomen minder comfort dan de andere consumenten.
broodoven, -8%
microgolfoven; -15%
< Populatie
computer; -25%
vaatwasser; -26%
Basis: populatie en vergelijking met de lage SG qua hoeveelheid uitrusting(n=1234) 18
De uitrusting van het huis van de 50+’ers Wasmachine, -15%
Diepvriezer, DVD-recorder; -15%
Fototoestel, camera, microgolfoven; -17%
> Populatie
¾ Bezit van apparaten bij de 50+’ers (gehalte uitrusting vergeleken) •
Broodoven; -10% Hogedrukreiniger, elektrisch fornuis; 16%
In het algemeen hebben de senioren met een bescheiden inkomen veel minder huishoudelijk comfort dan de andere senioren. Ze hebben veel minder uitrusting op het vlak van elektrische huishoudtoestellen en hifi-materiaal, computer en auto.
Droogkast; -19% Vaatwasser; -23%
Computer; -26%
Basis: populatie en vergelijking met de lage SG(n=1234)
< Populatie Auto; -33%
19
Centrale verwarming 1%
1%
5%
¾ Welk type energie gebruikt uw centrale verwarming? •
35%
34%
63%
61%
Gemiddelde SG
Hoge SG
57%
De meeste consumenten met een bescheiden inkomen heeft een centrale verwarming op stookolie, in tegenstelling tot de andere consumenten die in 2 op de 3 gevallen een centrale verwarming op gas hebben.
42%
Lage SG
Gas
Stookolie
Elektriciteit
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen die een centrale verwarming hebben(n=1234) 20
De maandelijkse huur ¾ Hoeveel huur betaalt u per maand (andere kosten niet inbegrepen)? •
654,6 €
•
427,6 € 249,2 €
Lage SG
Gemiddelde SG
Voor de huurders is de huur die ze betalen anders naargelang de sociale groep waartoe ze behoren. Zo ligt de huur 71% hoger tussen de consumenten met een gemiddeld en die met een bescheiden inkomen en 53% hoger tussen de consumenten met een hoog en die met een gemiddeld inkomen. Hoewel de huur voor gezinnen met een bescheiden inkomen in absolute waarde lager is, maakt hij in verhouding toch een groter deel uit van de gezinsuitgaven, vooral in Brussel.
Hoge SG
Maandelijkse huur, exclusief kosten
(n=1234) 21
De hypothecaire lening afbetalen ¾ Hoeveel moet u per maand terugbetalen voor uw hypothecaire lening? •
771,0 €
• 418,2 €
398,6 €
•
Lage SG
Gemiddelde SG Maandelijkse terugbetaling
Hoge SG
Voor de eigenaars is de maandelijkse terugbetaling voor hun hypothecaire lening anders naargelang de sociale groep waartoe ze behoren. Het bedrag valt iets lager uit tussen de consumenten met een bescheiden inkomen en de gemiddelde sociale groepen, maar het stijgt sterk (met 94%) tussen de gemiddelde en de hoge inkomens. De verhouding tussen de terugbetaalde maandelijkse som bij een hypothecaire lening en de maandelijkse huur bedraagt 1,68 in het geval van de lage sociale groepen, maar slechts 0,93 en 1,18 in het geval van de gemiddelde en de hoge inkomens. Dit is een bewijs van de moeilijkheid voor de consumenten met een bescheiden inkomen om (ooit) een eigendom te kunnen kopen. (n=803) 22
50+’ers huurder of eigenaar? ¾ U bent... ? • 59%
73%
87%
•
• 41%
Lage SG
27%
13%
Gemiddelde SG
Huurder
Hoge SG
Eigenaar
De consumenten met een bescheiden inkomen zijn minder vaak eigenaar van hun woning dan de andere consumenten. Het is dus niet verbazend dat ze zich als huurders zonder enige financiële « reserves » ook meer zorgen maken over hun toekomst. Door de bescheiden inkomens en de belangrijke verhouding tussen maandelijkse huur en maandelijkse terugbetaling van een hypothecaire lening, zijn de senioren met een bescheiden inkomen driemaal minder vaak eigenaar van hun woning dan de senioren met een hoog inkomen. Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=1017) 23
De financiële situatie van de 50+’ers ¾ Wat uw financiële situatie betreft zou u zeggen dat u... • 45% 73%
• 85%
De consumenten met een bescheiden inkomen hebben vaker financiële moeilijkheden. Een meerderheid vinden dat ze niet genoeg geld hebben om te leven, in tegenstelling tot de gemiddelde en hoge sociale groepen voor wie de financiële middelen toereikend zijn.
55% 27% Lage SG
Gemiddelde SG
Niet genoeg geld hebt om te leven
15% Hoge SG
Genoeg geld hebt om te leven
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=1017) 24
De financiële situatie van de 50+’ers ¾ Hebt u of had u geld opzij gezet voor uw pensioen? • 58%
42%
Lage SG
73%
84%
27%
16%
Gemiddelde SG
Nee
•
De consumenten met een bescheiden inkomen hebben vaker financiële problemen want ze hebben niet altijd geld opzij gezet (of kunnen zetten) voor hun pensioen. Het tegenovergestelde geldt voor de gemiddel-de en hoge sociale groepen, die in meer dan 7 op de 10 gevallen vinden dat ze geld opzij hebben kunnen zetten voor hun pensioen.
Hoge SG
Ja
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=1017) 25
De financiële situatie van de 50+’ers 4%
4%
5%
¾ Over het pensioen dat u binnen 0 à 5 jaar zult ontvangen, bent u... •
28%
39%
41%
46%
45%
11%
9%
Gemiddelde SG
Hoge SG
De consumenten met een bescheiden inkomen uiten meer bezorgdheid over hun pensioen dan de senioren van de andere groepen, al heerst er algemeen een gevoel van angst.
40%
28% Lage SG
Zeer bezorgd
Eerder ongerust
Eerder gerust
Vol vertrouwen
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=1017)
26
De gerechtsdeurwaarders ¾ Hebt u als consument al met een gerechtsdeurwaarder te maken gehad? •
84%
90%
91%
•
16% Lage SG
Ja
10%
9%
Gemiddelde SG
Hoge SG
Nee
De consumenten met een bescheiden inkomen hebben al bijna dubbel zo vaak met een gerechtsdeurwaarder te maken gehad, in de meeste gevallen in de vorm van een brief met de vraag om een betaling te storten op een rekening, zonder een gerechtelijke procedure. Vandaag de dag hebben de meeste wan-betalingen te maken met verbruikskrediet, renouvellerend krediet, telefoonfacturen, energieof gezondheidszorgrekeningen.
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=700) 27
De gerechtsdeurwaarders ¾ Indien het daarbij ging om een vordering waarmee u niet akkoord ging, ... 21%
17%
36%
18%
45%
Lage SG
•
36% 66%
•
17%
•
43%
Gemiddelde SG
Hoge SG
hebt u gereageerd bent u blijven weigeren om te betalen hebt u toch betaald
Meer dan 4 op de 10 consumenten in de lage en gemiddelde sociale groepen aanvaarden om een betwiste vordering te betalen na ontvangst van een brief van een gerechtsdeurwaarder. Wanneer ze tot de bescheiden sociale groepen behoren, durven ze zich nauwelijks verzetten en zijn ze het minst talrijk die blijven weigeren om te betalen, dit in tegenstelling tot de gemiddelde en hoge sociale groepen. De consumenten met een bescheiden inkomen worden dus eigenlijk op die manier gestraft door een gebrek aan informatie. (n=700) 28
Hygiënische zorg en onderhoudsproducten Voor een huis zonder microben moet er geregeld worden schoongemaakt met desinfecterende producten; 11%
< Populatie
> Populatie
•
Om een proper huis te verkrijgen, moet er elke dag schoongemaakt worden; 7%
Wanneer ik een detergent gebruik, doseer ik het op basis van mijn ervaring; 11%
¾ Houdingen in verband met het gebruik van onderhoudsproducten
Wanneer ik een detergent gebruik, doseer ik het volgens de instructies van de leverancier; -12%
Voor ik een onderhoudsprodu ct koop, lees ik systematisch het etiket; -6%
De consumenten die behoren tot de lage sociale groepen, zijn niet alleen meer vatbaar voor (« gemanipuleerd door ») de stereotype beweringen in de reclameboodschappen die oproepen tot een genadeloze strijd tegen de gevaarlijke microorganismen, maar letten ook minder goed op met betrekking tot het correcte gebruik van de producten.
Basis: populatie en vergelijking met de lage SG(n=486)
29
De kinderopvang ¾ Uw kind(eren) van 0 tot 3 jaar wordt (worden) opgevangen door: 12% 29%
27%
37%
25%
88%
• 44%
Lage SG
•
Gemiddelde SG
38%
•
Binnen de lage sociale groepen wordt de opvang van het kind (de kinderen) in 9 op de 10 gevallen toevertrouwd aan de partner(in). Dat percentage neemt af tot de helft binnen de andere sociale groepen, waar een andere nauwe verwant voor de opvang mag instaan. Wanneer ze tot de gemiddelde of hoge sociale groepen behoren, gaan ze op identieke leeftijd al veel talrijker naar de crèche of naar school. Zouden de consumenten met een bescheiden inkomen gestraft worden waar het om de kinderopvang gaat?
Hoge SG
een crèche (school) of een onthaalmoeder een nauwe verwant uzelf of uw partner(in)
(n=431) 30
Babyproducten (0-3 jaar) kopen > Populatie
Massageoliën; Zeep; 66% 60%
¾ Non-foodproducten voor de baby kopen •
Doekjes; 60%
• Speciale melk; Speelgoed; 27% 26% Hydraterende Kindercrèmes; -22% shampoos; -22%
< Populatie
•
De non-foodproducten voor kinderen van 0 tot 3 jaar, zoals massageoliën, zepen, doekjes, speelgoed en specifieke (anti-allergene) melk, worden vaker gekocht door de bescheiden inkomens. Het is waar dat de gevoelsinvestering bij de geboorte van een kind heel groot is en dat de jonge ouders vaak op zoek gaan naar het allerbeste om hun kind zeker niets tekort te doen. Anderzijds worden hydraterende crèmes en shampoos veel minder gebruikt.
Basis: jonge ouders en vergelijking met de lage SG(n=431)
31
De start van het nieuwe schooljaar ¾ Gaat u speciaal winkelen voor het begin van het nieuwe schooljaar?
8%
• 65%
70%
• •
92%
Lage SG
Ja
30%
35%
Gemiddelde SG
Hoge SG
Nee
De start van het nieuwe schooljaar is een groot consumptiemoment voor de bescheiden inkomens. Ze verklaren in zeer groten getale dat ze specifieke aankopen doen in die periode. Ze zijn met driemaal meer dan in de andere sociale groepen. Ze zeggen allemaal dat ze gebruikmaken van en zich beperken tot de lijst van schoolbenodigdheden die de school aan de leerlingen voorlegt.
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=204) 32
Zakgeld ¾ Hoeveel zakgeld krijg je? •
•
36,5 €
35,2 €
36,9 €
Lage SG
Gemiddelde SG
Hoge SG
De jongeren uit de verschillende sociale groepen krijgen op een euro na dezelfde gemiddelde sommen zakgeld. Dat identieke gemiddelde mag ons echter niet uit het oog doen verliezen dat het deel van de inkomens dat aan deze uitgave besteed wordt, groter is bij de consumenten met een bescheiden inkomen, met de lagere inkomens, dan in de gemiddelde en hoge sociale groepen.
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=2200) 33
Aankopen voor de eindejaarsfeesten ¾ Hoeveel geef je gemiddeld per persoon uit voor dit feest? • 60,4 € 42,7 €
40,7 €
47,3 €
• 42,2 €
De consumenten met een bescheiden inkomen beperken de uitgaven tijdens de eindejaarsperiode meer dan de andere consumenten. Die beperking haalt echter niet dezelfde proporties als voor de andere consumenten.
28,1 €
Lage SG
Gemiddelde SG Kerstmis
Nieuwjaar
Hoge SG (n=681) 34
Huisdieren ¾ Hebt u een huisdier? • 44%
53%
58%
•
56%
47%
42%
Lage SG
Gemiddelde SG
Ja
De consumenten met een bescheiden inkomen zeggen minder vaak dat ze een huisdier hebben dan de andere sociale groepen: slechts 4 op de 10 hebben een huisdier. Hoe hoger de sociale groep, hoe groter het percentage huisdierbezitters wordt.
Hoge SG
Nee
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=1260) 35
Een helderziende raadplegen ¾ Hebt u al ooit een helderziende geraadpleegd? • • 91%
93%
94%
9%
7%
6%
Lage SG
Gemiddelde SG
Hoge SG
Ja
Nee
De consumenten met een bescheiden inkomen raadplegen gemakkelijker een helderziende. Die raadpleging kan het teken zijn van een grotere ontreddering.
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=601)
36
De duurzame consumptie • • • •
De energiebesparingen De centrale verwarming (reglementering, veranderingen, premie) Insecticiden kopen Onkruidverdelgers kopen
37
De duurzame ontwikkeling 6%
94%
7%
¾ Hebt u er persoonlijk enig idee van wat « duurzame ontwikkeling » betekent? 25%
93%
• 75%
GS inf
GS moyens
behoorlijk of heel precies idee geen of weinig precies idee
•
Net als de consumenten met een bescheiden inkomen verklaren de consumenten met een gemiddeld inkomen dat ze geen precies idee hebben van wat het begrip « duurzame ontwikkeling » betekent. De afwezigheid van kennis van het concept beïnvloedt algemeen hun globale perceptie betreffende milieubescherming als hun persoonlijke houdingen en gedragspatronen op het gebied van energie, verwarming, aankopen van gevaarlijke producten voor de gezondheid en voor het milieu.
GS sup
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen (n=600) 38
De energiebesparingen Ik laat mijn computer vaak in waakstand staan; Om de TV af te 18% zetten, gebruik ik enkel de afstandsbediening; 11% Energieverbruik is moeilijk in de hand te houden; 7%
> Populatie
¾ Gedragspatronen op het gebied van energiebesparingen •
Als het fris wordt, trek ik liever een extra pull aan dan De temperatuur in de verwarming hogermijn woning wordt 's te zetten; -14% nachts verlaagd; 17%
•
•
< Populatie
Wanneer ik wegga (> 4 uren), zet ik de thermostaat in huis lager; -8%
In het algemeen hebben de consumenten in de lage sociale groepen minder aandacht voor de energiebesparingen dan de andere consumenten. Ze vinden het moeilijk om hun verbruik onder controle te houden, maar laten vaak hun computer in waakstand staan, gebruiken enkel de afstandsbediening van de TV en gaan minder snel een extra pull aantrekken wanneer het kouder wordt in huis of de thermostaat in hun huis ‘s nachts of bij afwezigheid lager zetten. Het gebrek aan informatie kan deze consumenten ertoe leiden dat ze meer energie verbruiken.
Basis: populatie en vergelijking met de lage SG(n=1234)
39
De centrale verwarming ¾ Met welke regelsystemen is uw centrale verwarming uitgerust? •
81% 70% 61% 50%
3%
Lage SG
•
55%
52%
5%
3%
Gemiddelde SG
Thermostatische kranen op de radiators Thermostaat Buitensonde
De meeste consumenten met een bescheiden inkomen zijn qua regelsystemen voor hun centrale verwarmingsinstallatie minder goed uitgerust dan de andere consumenten. Het ontbreken van een thermostaat is een flagrant probleem. Zonder een thermostaat kun je immers de centrale verwarmingsinstallatie niet correct regelen en dat leidt tot hogere energiefacturen.
Hoge SG
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen die een centrale verwarming hebben(n=1234)
40
De centrale verwarming ¾ Hebt u veranderingen doorgevoerd aan... ? 86%
78%
77%
• De consumenten in de lage en gemiddelde sociale groepen doen minder vaak veranderingen aan hun verwarmingsinstallatie. Vaak omdat ze geen eigenaar zijn of omdat ze vinden, als ze eigenaar zijn, dat hun installatie voldoende goed presteert.
51%
28% 4% 4% Lage SG
28% 10%12% 0%
26% 19% 7%
0% Gemiddelde SG
de verwarmingsketel de thermostatische kranen de buitensonde
Hoge SG
de radiators de thermostaat
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=1234) 41
De centrale verwarming ¾ Hebt u voor die verandering een premie gevraagd? 7%
20%
26%
•
•
93%
80%
Lage SG
74%
Gemiddelde SG
Nee
Hoge SG
Ja
Voor een verandering aan de centrale verwarmingsinstallatie vragen de consumenten met een bescheiden inkomen driemaal minder vaak een premie dan de andere consumenten. Belangrijkste aangehaalde reden daarvoor: slechte kennis van het bestaan van de premies en/of van de instantie tot wie men zich moet richten.
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen die veranderingen aan hun installatie doorgevoerd hebben(n=1234)
42
Insecticiden kopen ¾ Hebt u vorig jaar insecticiden gekocht? • 53%
63% 77%
•
• 47%
37%
23%
• Lage SG
Gemiddelde SG
Ja
Hoge SG
Nee
De consumenten met een bescheiden inkomen zeggen dat ze vaker insecticiden kopen dan de andere sociale groepen. Ze kopen er gemiddeld 4,5 maal tegenover respectievelijk 2,9 en 2 maal voor de gemiddelde en de hoge sociale groepen. In tegenstelling tot de andere consumenten kopen ze het product zodra het seizoen begint, preventief, om het product vooraf in bezit te hebben, nog voordat het ongedierte verschijnt. Slechte kennis van de producten door gebrekkige informatie kan die consumenten ertoe leiden dat ze de producten in de handel verkeerd gebruiken. Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=600) 43
Onkruidverdelgers kopen ¾ Leest u het etiket op die producten? 5%
6%
95%
94%
Gemiddelde SG
Hoge SG
31%
69%
Lage SG
Ja
Nee
• Nauwelijks 2 op de 3 consumenten met een bescheiden inkomen zeggen dat ze de etiketten op die scheikundige producten lezen. • Anderzijds zeggen 9 op de 10 van de andere consumenten dat ze die etiketten lezen. • Het is waar dat de zeer technische informatie, in moeilijk leesbare lettertjes of in onbegrijpelijke taal, het lezen van de tekst niet aanmoedigt, zeker niet voor consumenten die maar zelden op de hoogte zijn van de problematiek rond de vervuilende stoffen, de onkruidverdelgers en de pesticiden. Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=600)
44
De winkels en het koopgedrag • • • • • • •
Het koopgedrag wijzigen Een voedingswinkel kiezen Het winkelbezoek Perceptie van de prijzen van de goedkoopste keten Winkelen en voedingsintoleranties Extra naar de winkel De solden
45
Het koopgedrag ¾ Het koopgedrag veranderen • 46%
52%
57%
•
17% 19% 18%
Lage SG Eerste prijs
18%
28%
13%
12%
12%
8%
Gemiddelde SG Distributeurmerk
Hoge SG
Nationaal merk
Gedrag onverand
•
De consumenten met een bescheiden inkomen consumeren vaker dan de andere sociale groepen de goedkoopste producten (eerste prijzen) en de distributeurmerken. De gemiddelde en hoge sociale groepen (vooral) kopen producten van een nationaal merk, en meer zelden van een distributeurmerk en eerste prijzen. Hun koopgedrag is standvastiger dan dat van de consumenten met bescheiden inkomens, die zoeken naar de goedkoopste producten. De hoge sociale groepen consumeren het talrijkst (duurdere) nationale merken. (n=803) 46
Een voedingswinkel kiezen ¾ Keuzecriteria voor een voedingswinkel Kenmerken
Populatie
Lage sociale groepen
Beslissingselementen (eindbeslissing – winkel kiezen)
Nabijheid Prijs Versheid Parking
Nabijheid Prijs Parking
Waarderingselementen (evaluatie en appreciatie van de winkel)
Veiligheid Kwaliteit Beschikbaarheid Smaak
•
•
•
Versheid Veiligheid Kwaliteit
Een voedingswinkel kiezen gebeurt in de eerste plaats op basis van elementen die te maken hebben met de kosten (lage prijzen, korte verplaatsingen gelet op beperkt volume dat gekocht wordt). De consumenten met een bescheiden inkomen kiezen een voedingswinkel op basis van de ligging (moet dichtbij zijn), de aangerekende prijzen en de aanwezigheid van een parking. Ze evalueren de winkel op basis van de versheid, de veiligheid en de kwaliteit van de aangeboden voedingswaren. In tegenstelling tot de andere sociale groepen is de versheid geen beslissingselement (beslissings-bepalend kenmerk), evenmin als de beschikbaarheid of de smaak, die (keuzebepalende) waarderings-elementen zijn. Basis: populatie en vergelijking met de lage SG(n=803) 47
Winkelbezoek Verschil > 0 gemiddeld profiel
Aldi; 9%
¾ De meest bezochte keten voor voedingswaren •
AD Delhaize; 5%
•
GB contact; 3% GB Partner; 1%Lidl; 1% Carrefour; -7%
•
Delhaize City; -1%
•
Colruyt; -2%
Verschil < 0 gemiddeld profiel
Bij de bescheiden inkomens zijn de prijs en de nabijheid de criteria die zorgen voor de keuze van de keten voor de aankopen van voedingswaren. Er zijn vijf ketens die veel bezocht worden door de consumenten met een bescheiden inkomen: Aldi, AD Delhaize, GB contact, GB Partner en Lidl. Carrefour, Delhaize (De Leeuw) en in mindere mate Colruyt en Delhaize City genieten minder belangstelling. Qua grootste waardering noemt de helft van hen Aldi.
Basis: populatie en vergelijking met de lage SG(n=803) Delhaize; -7%
48
Prijs: de goedkoopste keten Aldi
52%
¾ Welke is over het algemeen de goedkoopste winkel? •
Colruyt
35%
Lidl
Carrefour
8%
2%
Delhaize De Leeuw
1%
Makro
1%
•
•
Qua prijsperceptie steken twee ketens met kop en schouders boven de andere uit: Aldi en Colruyt. 1 op de 2 consumenten vindt dat Aldi de goedkoopste winkel is en 1 op de 3 vindt dat Colruyt dat is. Bij de consumenten met een bescheiden inkomen worden de hard-discounters Aldi en Lidl nog het vaakst beschouwd als de goedkoopste ketens (met respectievelijk 67% en 19%).
Basis: populatie(n=803) 49
Boodschappen doen en voedingsintoleranties ¾
62% 84%
93%
Vindt u het moeilijk om rekening te houden met voedingsintoleranties wanneer u boodschappen doet?
• De consumenten met een bescheiden inkomen hebben vaker dan de andere sociale groepen moeilijkheden om rekening te houden met voedingsintoleranties en –allergieën wanneer ze boodschappen doen. De etiketten lezen lijkt echt een probleem te zijn.
38% 16%
7% Lage SG
Gemiddelde SG
Ja
Hoge SG
Nee
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=600) 50
Boodschappen doen en voedingsintoleranties ¾
Het is moeilijk om aangepaste producten voor mensen met een voedingsallergie of –intolerantie te vinden, te herkennen in de winkel
•
De consumenten met een bescheiden inkomen ondervinden vaker dan de andere sociale groepen moeilijkheden om aangepaste producten voor mensen met een voedingsallergie of –intolerantie te vinden of te herkennen in de winkel. De identificatie van die producten in de winkelrekken is duidelijk niet vanzelfsprekend.
0% 50% 71%
•
100%
50% 29% Lage SG
Gemiddelde SG
Ja
Hoge SG
Nee
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=600)
51
Extra naar de winkel Verschil > 0 gemiddeld profiel ik graag boodschappen doe; 11%
¾ Ik ga nog extra naar de winkel omdat… •
je niet alles kunt kopen in het warenhuis; 9%
• ik impulsieve aankopen doe; 22%
Verschil < 0 gemiddeld profiel
ik mijn maaltijden, behoeften niet plan op lange termijn; 11%
ik geen tijd heb om al mijn aankopen ineens te doen; 7%
om verse producten te hebben; -20%
•
De bescheiden inkomens zeggen vaker dat ze impulsieve aankopen doen, want in hun ogen is het niet mogelijk om alles te plannen, de behoeften en de aankopen op lange termijn te voorzien en alle aankopen in het warenhuis te doen. Heel zelden gaan ze speciaal nog naar een andere winkel om verse producten te hebben. Omdat ze de verkooptechnieken en -codes niet doorzien, worden de bescheiden inkomens vaker verleid door de commerciële aanbiedingen.
Basis: populatie en vergelijking met de lage SG(n=600)
52
De solden ¾ Koopt u tijdens de solden of bent u van plan om dat te doen? • 52% 66%
73%
•
48%
34%
27% Lage SG
Gemiddelde SG
Ja
•
De consumenten met een bescheiden inkomen zeggen minder vaak dat ze aankopen doen tijdens de solden dan de consumenten in de andere sociale groepen. Dat is logisch want de voorafgaande voor-waarde om te kunnen meedoen aan de solden is niet vervuld, namelijk een inkomen/geld ter beschikking hebben. Ze zijn ook maar half zo sterk ervan overtuigd dat de soldenperiode een mogelijkheid biedt om goede zaakjes te doen.
Hoge SG
Nee
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=664) 53
De gezondheid • • • • •
De houdingen met betrekking tot voedsel De vermageringsdiëten De gezondheid (bij de jongeren, bij de 50+’ers) De voedingsallergieën De geneesmiddelen (aankoop bij de volwassenen en de 50+’ers, gebruik en perceptie) • De tabaksconsumptie (volwassenen en jongeren) • De jongerenactiviteiten • Geldspelen
54
Houdingen met betrekking tot voedsel Veel hapjes tussendoor en daarna diëten
%>0 gemiddeld profiel Eet graag
¾ Houdingen met betrekking tot voedsel •
Snelle hap voor de computer
Eet graag samen Heeft goede eetlustmet anderen
%<0 gemiddeld profiel
•
Eet weinig Eet op vaste uren
Gezelligheid, hoeveelheid en snelheid kenmerken de maaltijden van de consumenten met een bescheiden inkomen, in tegenstelling tot de consumenten die zeggen dat ze meer op hun voeding letten. Die consumenten zijn meer geneigd om vaak hapjes tussendoor te eten en daarna te diëten dan de andere consumenten.
Basis: populatie en vergelijking met de lage SG(n=645)
55
Vermageringsdiëten ¾ Hebt u in de voorbije drie maanden een vermageringsdieet gevolgd? •
80%
87%
83%
13%
17%
20%
Lage SG
Gemiddelde SG
Hoge SG
Ja
De consumenten met een bescheiden inkomen volgen minder vaak vermageringsdiëten dan de andere sociale groepen, terwijl ze nochtans zeggen dat ze geneigd zijn om vaak hapjes tussendoor te eten en daarna te diëten.
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=645)
Nee 56
Jongeren en gezondheid ¾ Ik verkeer over het algemeen in goede gezondheid… •
79%
80%
83%
21%
20%
17%
Lage SG
Gemiddelde SG
Hoge SG
Nee
Ja
•
De jonge minderjarigen met een bescheiden inkomen zeggen dat ze minder vaak in goede gezondheid zijn dan de andere jongeren. Het is waar dat deze jongeren op het gebied van voeding de voorkeur geven aan goedkopere producten, snacks en producten van minder goede kwaliteit.
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=2200) 57
50+’ers en gezondheid ¾ Wie zoals u de 50 voorbij is, is... • 46%
54%
Lage SG
60%
40%
Gemiddelde SG
75%
•
De consumenten met een bescheiden inkomen ondervinden vaker moeilijkheden met het oog op de toekomst en op het ouder worden. Ze vinden dat ze een zwakkere gezondheid hebben en leven als vijftiger voor het meren-deel in angst, in tegenstelling tot de gemiddel-de en hoge sociale groepen, die deze perioden van het leven als de start van een nieuw leven zien.
25% Hoge SG
Eerder sterk en zoekt naar een nieuw leven door de platgetreden paden te verlaten
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=1017)
Eerder kwetsbaar en zoekt naar geruststelling door zich te beschermen tegen de onzekerheden inhet leven
58
50+’ers en gezondheid ¾ Volgens u zal uw levenskwaliteit over vijf jaar… zijn 26%
33%
35%
•
• 66%
57%
50%
8%
11%
14%
Lage SG
Gemiddelde SG
Hoge SG
beter dan vandaag zoals vandaag
slechter dan vandaag
De senioren met een bescheiden inkomen zijn minder optimistisch over hun levenskwaliteit over 5 jaar: 2 op de 3 verwachten dat ze minder goed zal zijn over 5 jaar. Dat pessimisme komt minder voor onder de gemiddelde en hoge sociale groepen.
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=1017) 59
De voedingsallergieën ¾ Hebt u persoonlijk een of meerdere voedingsallergieën?
• De consumenten met een bescheiden inkomen zeggen dat ze vaker een voedingsallergie hebben dan de andere sociale groepen. 85%
88%
93%
15%
12%
7%
Lage SG
Gemiddelde SG
Hoge SG
Ja
Nee
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=600) 60
De houdingen met betrekking tot de allergieën Etikettering zegt niets over allergie
%>0 gemiddeld profiel
¾ Perceptie van de allergieën •
Volwassenen zijn almaar meer allergisch
•
Kinderen zijn almaar meer Gemakkelijk om teGenoeg informatie allergisch reageren
%<0 gemiddeld profiel
•
Twee vaststellingen dringen zich op: de volwassenen zijn almaar vaker allergisch en de etikettering van de voedingsproducten houdt onvoldoende rekening met de problemen van voedingsallergie en -intolerantie. De consumenten met een bescheiden inkomen zijn vaker bezorgt voor allergieën, ongetwijfeld door slechte kennis van die materie en ondanks het feit dat ze minder vaak vinden dat de kinderen almaar meer allergisch zijn. Ze weten niet hoe ze moeten reageren, hebben niet genoeg informatie en denken niet dat de risico’s rond allergieën overdreven worden.
Risico's rond allergie worden overdreven
Basis: populatie en vergelijking met de lage SG(n=600) 61
Kennis van de allergieën ¾ Kennis van de allergieën
54%
63%
46%
Lage SG
69%
37%
31%
Gemiddelde SG
Foute kennis
• De consumenten met een bescheiden inkomen hebben het vaker moeilijk om een risico voor allergie precies in te schatten. • Ze denken bijvoorbeeld vaker dat rijst of salade allergieverwekkers zijn.
Juiste kennis
Hoge SG
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=600) 62
Geneesmiddelen kopen ¾ Hoeveel geeft u per maand uit voor de aankoop van geneesmiddelen? •
• • 53,6 € 33,0 €
29,3 €
Lage SG
Gemiddelde SG
Mensen in de lage sociale groepen geven per maand meer dan 33 € uit voor geneesmiddelen (remgeld) en dit ondanks de bestaande terugbetalingen. Het is wel zo dat ze vaker een minder goede gezondheid hebben. Bij de gemiddelde sociale groepen is dat bedrag iets lager en bij de hoge sociale groepen loopt het op tot 53,60 € per maand.
Hoge SG Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=645) 63
50+’ers en geneesmiddelen kopen ¾ Hoeveel geeft u per maand uit voor de aankoop van geneesmiddelen? •
• 81,4 €
Lage SG
90,5 € 71,4 €
Gemiddelde SG
•
Hoge SG
De consumptie van geneesmiddelen bij de consumenten ouder dan 50 verdubbelt in verhouding tot de consumptie van de andere consumenten. De senioren met een bescheiden inkomen geven per maand meer dan 81 € uit voor geneesmiddelen. Bij de gemiddelde sociale groepen ligt dat bedrag iets lager en bij de hoge sociale groepen loopt het op tot 90,50 € per maand. Achter die verschillen in consumptie kunnen verschillende fenomenen schuil gaan. Bij consumenten met een bescheiden inkomen is de trend van « medische shopping » duidelijk aanwezig, ondanks de bestaande terugbetalingen. Bij andere consumenten maken toereikende inkomens het mogelijk om de aankoop van geneesmiddelen die nodig zijn voor een behandeling te doen. Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=1017) 64
Geneesmiddelen gebruiken ¾ Gebruikt u persoonlijk geneesmiddelen?
44%
45%
56%
55%
Gemiddelde SG
Hoge SG
61%
39%
Lage SG
Nee
Ja
• De consumenten met een bescheiden inkomen zeggen dat ze vaker geneesmiddelen gebruiken (quasi 2 op de 3) dan de andere consumenten. • Van wie geneesmiddelen gebruiken zijn er maar 35% meer die generieke geneesmiddelen nemen, tegenover respectievelijk 52% en 51% in de hogere sociale groepen.
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=645) 65
De generieke geneesmiddelen ¾ Weet u wat generieke geneesmiddelen zijn? • 45% 64%
65%
De consumenten in de lage en gemiddelde sociale groepen verklaren minder vaak dat ze weten wat generieke geneesmiddelen zijn, in tegenstelling tot de hoge sociale groepen.
55% 35%
36%
Lage SG
Gemiddelde SG
Ja
Hoge SG
Nee
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=645) 66
De generieke geneesmiddelen goedkoper dan de merkgeneesmiddelen; -11%
gemakkelijk te > Populatie verkrijgen bij de apotheker; -14%
¾ Generieke geneesmiddelen zijn... •
gemakkelijk te gebruiken; -7%
•
even efficiënt als merkgeneesmiddelen; -13%
< Populatie
identiek van samenstelling als de merkgeneesmiddelen; -18%
Over het algemeen hebben de consumenten in de lage sociale groepen een meer negatieve perceptie van de generieke geneesmiddelen dan de globale populatie. Ze twijfelen aan de efficiëntie, de prijs, de samenstelling en aan hoe gemakkelijk het is om ze te verkrijgen en te gebruiken. Die globale verwerping kan verklaard worden door slechte kennis van de producten en het feit dat eer geloof wordt gehecht aan de geruchten over de efficiëntie van de generieke geneesmiddelen, die de ronde doen.
Basis: populatie en vergelijking met de lage SG(n=645) 67
Volwassenen en tabaksconsumptie ¾ Rookt u? • 67%
•
73%
77%
5%
4%
23%
22%
19%
Lage SG
Gemiddelde SG
Hoge SG
10%
Ü9 % Elke dag
Ü1 % Af en toe
De lage sociale groepen bevatten het grootste aantal rokers, zowel dagelijkse als gelegenheidsrokers. In vergelijking met vorig jaar is het in de lage sociale groepen dat het aantal rokers het meest toegenomen is.
Þ6% Nooit
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=2050) 68
Jongeren en tabaksconsumptie ¾ Rookt u? 7%
12%
14%
•
• 86%
88%
93%
Lage SG
Gemiddelde SG
Hoge SG
Nee
Ja
De minderjarigen in de lage sociale groepen zeggen vaker dat ze roken dan de jongeren in de andere sociale groepen met gelijke exogene factoren. Deze jongeren vertonen ook vaker tekenen van ernstige verslaving en denken minder vaak aan stoppen met roken. 1 op de 2 is al beginnen roken op de leeftijd van 12 jaar terwijl dat maar voor gemiddeld 1 op de 6 geldt in de andere sociale groepen.
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=2050) 69
De jongerenactiviteiten > Populatie van de jongeren
¾ Beoefende activiteiten •
Iets gaan drinken; 6%
• Gezinsvakantie; Sport beoefenen; 6% -7%
< Populatie van de jongeren
Een muziekinstrument bespelen; -9% Museum, tentoonstelling bezoeken; -11% Spel op GSM; -15%
•
In het algemeen zijn de jongeren in de groepen met een bescheiden inkomen minder te vinden voor vakanties met het gezin, sport beoefenen, een muziekinstrument bespelen, museumbezoeken of tentoonstellingen of voor spelletjes per GSM dan de andere jongeren. Anderzijds gaan ze vaker de deur uit om iets te gaan drinken met hun vrienden en vriendinnen. De analyse van de verschillen onder de beoefende activiteiten onderstreept het gebrek aan culturele en sportieve activiteiten bij de jongeren die afkomstig zijn uit die milieus.
Basis: populatie en vergelijking met de lage SG(n=2304) 70
Geldspelen ¾ Hebt u al voor geld gespeeld? •
76%
84%
79%
16%
21%
24%
Gemiddelde SG
Hoge SG
Lage SG
Ja
Nee
•
De consumenten in de lage sociale groepen zeggen dat ze minder vaak voor geld spelen dan de leden van de andere sociale groepen. Anderzijds geven ze maandelijks gemiddeld meer geld (20,60 €) uit voor spelen dan de andere sociale groepen (18,30 € voor de gemiddelde sociale groepen en 16 € voor de hoge sociale groepen).
Basis : vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=601)
71
Jongeren en geldspelen ¾ Hebt u al voor geld gespeeld?
46%
61%
67%
54% 39%
33%
Lage SG
Gemiddelde SG
Ja
• In tegenstelling tot de volwassenen heeft een jongere uit de lage sociale groepen wel al voor geld gespeeld. In het algemeen begint zo een jongere te spelen op de leeftijd van 11 jaar. • De jongeren uit de gemiddelde en hoge sociale groepen zijn anderzijds minder talrijk die spelen en ze beginnen 1 jaar later.
Hoge SG
Nee
Basis: vergelijking tussen de verschillende sociale groepen(n=2305) 72
Conclusies • De analyse van 180 indicatoren, zowel over het consumeren en kopen van voeding of niet, duurzame consumptie, koopgedrag of gezondheid, leidt tot een zelfde conclusie. • De prijs en de commerciële druk zijn de belangrijkste elementen die aankopen uitlokken. • Wat de voedingsaankopen betreft, liggen de goedkope producten in het winkelwagentje van de consument naast de gemakkelijk te bereiden of sterk gemarketeerde producten (zoals water, de babyproducten, de bereide gerechten). • Wat de non-foodproducten en de diensten betreft, beschikken de consumenten met een bescheiden inkomen over minder comfort, zelfs onder de senioren, maar zijn ze heel gevoelig voor de reclameboodschappen. 73
Conclusies • Ze hebben schrik voor de toekomst en raadplegen talrijker een helderziende. • Omdat ze zich vaker met stookolie verwarmen, is de impact van de prijsstijging voor die laatstgenoemden groter. • De huur die in absolute waarde betaald wordt, is minder hoog maar vertegenwoordigt in verhouding een groter deel van de inkomens. En hun toegang tot een onroerende eigendom blijft moeilijker dan voor de andere inkomenscategorieën. • De senioren met een bescheiden inkomen zijn driemaal minder vaak eigenaar van een woning en ondervinden gemakkelijker financiële moeilijkheden. Vandaag de dag vindt 1 op de 2 dat hij/zij niet genoeg geld heeft om te leven en blijven 2 op de 3 zich ernstige zorgen maken over hun pensioen.
74
Conclusies • Omdat ze financiële moeilijkheden hebben voor de terugbetaling van een (of meerdere) verbruikskrediet(en), renouvellerend krediet, telefoonfacturen, energie- of gezondheidsrekeningen, heeft 1 op de 6 consumenten met een bescheiden inkomen al te maken gekregen met een gerechtsdeurwaarder en aanvaard om te betalen, zelfs als ze niet akkoord gingen met de vordering. • In bijna 9 op de 10 gevallen staan ze zelf in voor de opvang van hun kind(eren) en vermijden ze een crèche of onthaalmoeder, ook al hebben ze enorm geïnvesteerd in de geboorte van het kind door te gaan zoeken naar de beste producten, wat aangeeft dat het inkomen voor hen geen rem mag zetten op het tevreden stellen van hun kinderen. Die denklogica is tijdens de gehele opvoedingstijd aanwezig: dat blijkt zowel in de aankopen van producten voor de start van het nieuwe schooljaar als via het zakgeld.
75
Conclusies • De slechte kennis van het begrip « duurzame ontwikkeling » beïnvloedt heel algemeen hun globale perceptie in verband met de milieubescherming alsook hun persoonlijke houdingen en gedragspatronen met betrekking tot energie, verwarming, aankopen van producten die gevaarlijk zijn voor de gezondheid en/of voor het milieu. Ze hebben minder aandacht voor energiebesparingen en voor het plaatsen van warmteregelsystemen (thermostaten). Omdat ze weinig op de hoogte zijn van de wetgeving, vragen ze maar zelden premies aan voor verbouwingen of het aanbrengen van isolatie. • Met betrekking tot scheikundige producten, en meer bepaald insecticiden en onkruidverdelgers, kan hun slechte kennis door het gebrek aan informatie deze consumenten ertoe leiden dat ze de aangeboden producten verkeerd aanwenden.
76
Conclusies • De consumenten met een bescheiden inkomen consumeren vaker de goedkoopste producten (eerste prijzen) en de distributeurmerken dan de andere sociale groepen. Ze kiezen een voedingswinkel op basis van de nabijheid en de aangerekende prijzen. Er zijn vijf ketens die het meest door de consumenten met een bescheiden inkomen bezocht worden: Aldi, AD Delhaize, GB contact, GB Partner en Lidl, ook al worden Aldi en Lidl als de goedkoopste ketens beschouwd. • Ze ondervinden verschillende moeilijkheden tijdens het winkelen: om de allergieverwekkende producten te herkennen, om zich niet door de commerciële aanbiedingen te laten verleiden, om een boodschappenlijstje te gebruiken, om hun aankopen te doen met beperkte middelen.
77
Conclusies • Het begrip « voedingswaarde » speelt weinig rol bij de consumenten met een bescheiden inkomen. Zo zijn die consumenten meer geneigd om nogal veel hapjes tussendoor te eten en daarna te diëten. • Bij die sociale groepen zijn de gezondheidsproblemen reëel. Ze hebben vaker allergieën. De jongeren zeggen dat ze in minder goede gezondheid verkeren en de senioren vinden dat ze een zwakkere gezondheid hebben dan die in de andere sociale groepen. • Op het vlak van geneesmiddelengebruik nemen ze maar weinig hun toevlucht tot generieke geneesmiddelen omdat ze die niet of slecht kennen. • Anderzijds roken zowel de volwassenen als de jongeren meer. Voor geld spelen vertegenwoordigt een grote uitgave bij de volwassenen en wekt ook grote interesse bij de jongeren. • De jongeren doen weinig op het vlak van culturele en sportieve activiteiten. 78
De commerciële en de reclamedruk • De consumptie is onderhevig aan veel reclame die, gekoppeld aan de commerciële technieken en de promotieaanbiedingen, de consumenten aanzet tot meer kopen en overconsumptie. Dat gevolg zien we vooral bij de consumenten die minder goed gewapend zijn (gebrek aan kennis, aan middelen, aan vorming, aan sensibilisatie) om het commerciële aanbod te ontcijferen, onder andere waar het gaat om: Het aanzetten tot overconsumptie door de – niet altijd gerechtvaardigde – “verplichting” om grote hoeveelheden te kopen; Het promoten van het gebruik van almaar meer producten; Het bewerken van de consument om geregeld promotieproducten te kopen; Het (doen) kopen van producten met een sociale status, die een symbool zijn van sociaal succes; Het ontcijferen van de moeilijk leesbare en moeilijk te begrijpen etiketten en labels. 79
De stereotypen bepalen de consumptie • Nog meer dan bij de andere consumenten blijven de stereotype opvattingen overheersen bij de consumenten met een laag inkomen. • Hoe komt dat? Het is ongetwijfeld een mix van opvoeding en commerciële en reclamedruk die aan de basis daarvan ligt. • Het sociale milieu beïnvloedt het zoeken naar informatie en de gedragspatronen. Zonder voldoende bescherming, zonder geregelde informatie, zonder systematische en voldoende niet-commerciële informatie om de impact van de reclame te counteren, dreigen de consumenten met een laag inkomen het kind van de rekening te worden, naast de consumenten voor wie de huidige economische onrust over de prijzen geen problemen oplevert. Met een betere « opvoeding » en een beter inzicht in de aankopen zullen ze meer voeling hebben met de objectieve informatie die verspreid wordt en zullen ze minder de stereotype gedragspatronen nabootsen.
80
Angst voor de toekomst • Consumptie kan niet teruggebracht worden tot alleen maar wat cijfers. De bezorgdheid die vandaag de dag bij heel veel consumenten en onder andere bij de consumenten met een laag inkomen leeft, vloeit voort uit zowel concrete elementen zoals de stijging van de productprijzen en de daling van de koopkracht, als uit een minder concrete angst voor een risico voor verslechtering van de bestaansomstandigheden in de toekomst. • Zo ervaren de senioren, wanneer hun gezondheidstoestand wat achteruitgaat, de pensioentijd als een moeilijke periode. Dat geldt zeker voor de senioren in de zwakste sociale groepen, voor wie de gezondheidszorgen heel duur uitvallen.
81
Aanbevelingen • Zonder voldoende bescherming, zonder geregelde informatie, zonder systematische en voldoende niet-commerciële informatie om de impact van de reclame te counteren, dreigen de consumenten met een bescheiden inkomen het kind van de rekening te worden, naast de consumenten voor wie de huidige economische onrust over de prijzen geen problemen oplevert, en zal de duale consumptie nog meer uitgesproken beginnen spelen. • De herziening van de wet op de handelspraktijken zou, als men niet oplet, een eerste stap kunnen zijn in de afzwakking van de consumentenbescherming. • Zonder geregelde en voldoende publieke ruimte in de media zullen de verenigingen en de verbruikersorganisaties hun rol niet kunnen vervullen, die erin bestaat te informeren en een dynamiek van duurzame consumptie te creëren. De consumentenscholen en de sensibilisatieacties moeten aangemoedigd en op lange termijn ondersteund worden. 82
Aanbevelingen • Zonder toezicht op de oneerlijke of voor de consument gevaarlijke commerciële praktijken en de mogelijkheid voor het voeren van « class actions », zal het vertrouwen bij de consumenten afnemen. En bepaalde consumenten zouden dan de neiging kunnen hebben om zelf het recht in handen te nemen bij gebrek aan gehoor bij en bescherming vanuit de openbare diensten. • De reële en door de huidige economische onrust over de prijzen aanwezige angst voor de toekomst moet in een prijsbeleid worden ingecalculeerd. De oprichting van een observatorium kan een eerste stap zijn, maar dan moeten de resultaten van de werken van dat instituut gebruikt worden om een meer efficiënte economische reglementering in te voeren.
83
Aanbevelingen • Op het vlak van voedingswaarde en gezondheidspreventie moet het voeren van informatie- en promotiecampagnes met betrekking tot de sporten zonder risico aangemoedigd worden. Er moet een toereikend aanbod van omkaderde fysieke activiteiten, toegankelijk voor alle consumenten (inclusief de senioren), ontwikkeld worden om de gezondheidstoestand van de consumenten op middellange termijn te verbeteren. • De etikettering en het gebruik van labels, slogans en logo’s reglementeren die het voor de consument onmogelijk maken om de betrouwbare informatie nog van de verzonnen promotieargumenten te onderscheiden.
84
Verantwoordelijke uitgever : Marc Vandercammen OIVO Paapsemlaan 20 - 1070 BRUSSEL Tel. 02/547.06.11 - Fax. 02/547.06.01 www.oivo.be Uitgave 2008 Catalogusreferentie – 900-08 D 2008-2492-33 ©OIVO Prijs : 85 € Reproductie voor niet-commerciële doeleinden toegelaten mits bronvermelding
85