1/13
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer Beraadslaging STAT nr 20/2008 van 24 september 2008
Betreft: Aanvraag van het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken om vanwege de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie mededeling te bekomen van gecodeerde studiegegevens (verkeersongevallen op de openbare weg met doden en gewonden betreffende de jaren 1991 tot 2007) in functie van een statistisch en
beleidsondersteunend
onderzoek
met
als
thema
"verkeersveiligheid"
(STAT/MA/08/018). De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie"); Gelet op de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek (hierna "wet openbare statistiek"); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte
van de verwerking van persoonsgegevens (hierna "WVP"); Gelet op het Koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992
tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna "koninklijk besluit van 13 februari 2001"); Gelet op het Koninklijk besluit van 7 juni 2007 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking
tot de samenstelling en de werking van het Statistisch Toezichtscomité opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken, ontvangen op 10/06/2008;
Ber STAT 20/ 2008 - 2/13
Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) op 11/08/2008; Gelet op het technisch en juridisch advies ontvangen op 27/08/2008; Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 24/09/2008, na beraadslaging, als volgt: I.
VOORWERP VAN DE AANVRAAG
1. De aanvraag strekt ertoe om het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken, hierna de Onderzoeker genoemd, te machtigen om vanwege de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie
(hierna
ADSEI)
mededeling
te
bekomen
van
gecodeerde
studiegegevens
(verkeersongevallen op de openbare weg met doden en gewonden betreffende de jaren 1991 tot 2007) 1 . 2.
De
aanvraag
strekt
er
tevens
toe
het
ingevolge
die
mededeling
af
te
sluiten
vertrouwelijkheidscontract tussen ADSEI en de Onderzoeker goed te keuren.
1
Door deze aanvrager (weliswaar onder de benaming Departement Leefmilieu en Infrastructuur – Administratie
Wegen en Verkeer, Afdeling Verkeerskunde van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap) werd eerder al een aanvraag voor individuele gegevens in verband met verkeersongevallen ingediend. Het betrof toen, anders dan nu, een aanvraag tot het bekomen van de volledige set verkeersongevallendata (zonder nummerplaat, maar wel inclusief proces-verbaalnummer) voor de jaren 2005, 2006 en daaropvolgende jaren. Zie, in verband met deze aanvraag, de beslissing van de Commissie loco het Statistisch Toezichtscomité d.d. 19 maart 2008 met referte STAT nr 04/2008. Echter is het vertrouwelijkheidscontract, dat als bijlage was gevoegd bij de aanvraag tot mededeling van de gegevens, volgens de beheersinstelling niet ondertekend geworden door de aanvrager.
Ber STAT 20/ 2008 - 3/13
II.
ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG
A.
TOEPASSELIJK WETGEVING
A.1.
Wet openbare statistiek
3. Op grond van de artikelen 15 en 15bis van de wet openbare statistiek is ADSEI bevoegd, na toestemming
van
het
Statistisch
Toezichtscomité
en
mits
een
vertrouwelijkheidscontract
goedgekeurd is door datzelfde Comité, gecodeerde studiegegevens te leveren aan de in de wet openbare statistiek vermelde bestemmelingen onder de in de wet openbare statistiek gestelde voorwaarden. 4. Op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 is de Commissie, tot de installatie en de benoeming van de leden van het Comité, belast met de opdrachten die aan het Comité worden toebedeeld door de wet openbare statistiek. A.2.
WVP en koninklijk besluit van 13 februari 2001
5. Op grond van artikel 1, § 1 van de WVP en artikel 1, 3° van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 zijn gecodeerde studiegegevens betreffende geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke personen persoonsgegevens, waarvan de verwerking slechts mag gebeuren onder de in de WVP en het koninklijk besluit van 13 februari 2001 gestelde voorwaarden. B. RECHTSBASIS 6. Het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken is één van de in de wet openbare statistiek opgesomde bestemmelingen van gegevens, meer bepaald één in de zin van artikel 15, eerste lid, 2° van de wet openbare statistiek. 7. De Onderzoeker komt derhalve principieel in aanmerking om gemachtigd te worden om de gevraagde gegevens te ontvangen. C. FINALITEIT 8. Persoonsgegevens dienen voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden te worden verkregen (artikel 4, § 1, 2° WVP).
Ber STAT 20/ 2008 - 4/13
9. Samengevat 2 worden de gegevens gevraagd met het oog op een analyse van de verkeersongevallen met lichamelijk letsel teneinde de verkeersveiligheid te verbeteren aan de hand van sensibiliseringscampagnes, informaties, adviezen en aanbevelingen voor de beleidsmakers en betrokken professionelen (parlementairen, administraties). Het betreft het uitvoeren van de diverse beleidsnota’s ter zake (Vlaams regeerakkoord van 2004, Mobiliteitsplan Vlaanderen van 17 oktober 2003 en het Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen van 14 november 2007) en het bereiken van de daarin vooropgestelde doelstellingen, die allen te maken hebben met het verhogen van de verkeersveiligheid op de Vlaamse Gewestwegen. 10. Deze doeleinden beantwoorden aan de voormelde vereisten van de WVP. 11. Op grond van artikel 15 van de wet openbare statistiek dienen de gecodeerde persoonsgegevens te worden verkregen voor statistische of wetenschappelijke doeleinden. 12. De gegevens zijn bestemd voor statistische en beleidsondersteunende doeleinden. Op de individuele gegevens wordt een (niet nader bepaalde) statistische analyse uitgevoerd met als doel het uitvoeren van de supra vermelde beleidsnota’s en het bereiken van de daarin vooropgestelde doelstellingen. Volgens de beheersinstelling stelt de aanvraag op het vlak van finaliteit dus geen bezwaar. 13. Niettemin merkt de beheersinstelling volgens de Commissie terecht een zekere ambiguïteit op in het aanvraagformulier waar de aanvrager onder verwijzing naar het Vlaams regeerakkoord enerzijds vermeldt dat "het project in verband met het wegwerken van gevaarlijke punten in Vlaanderen
wordt voortgezet in samenwerking met de provincies ” en anderzijds dat "de detailgegevens worden niet verspreid". 14. In de mate dat die voorgezette samenwerking impliceert dat het geheel of een gedeelte van de individuele data waar voorliggende aanvraag op slaat door het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken zou worden gedeeld met de provincies, is de Commissie van oordeel dat deze gegevensoverdracht enkel kan door het afsluiten van bijkomende vertrouwelijkheidscontracten met de betrokken provincies, bij ontstentenis waarvan het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken enkel (geaggregeerde) statistische resultaten mag verspreiden onder de provincies.
2
Deze doelstellingen worden meer uitgebreid toegelicht in de aanvraag.
Ber STAT 20/ 2008 - 5/13
D. GEGEVENS 15. De volledige set ongevalgegevens wordt gevraagd: -gegevens betreffende plaats van het ongeval (juist adres, ongeval op een kruispunt of niet, agglomeratie, enz.); -aard van het ongeval, lichtsterkte, weersomstandigheden, staat van de weg, lokale kenmerken, positie en beweging van de gebruikers, factoren verbonden aan het ongeval, positie en beweging van de voetganger en de fietser, diversen, informatie betreffende gevaarlijke voertuigen; -algemene informatie betreffende de betrokken personen (leeftijd, geslacht, plaats in het voertuig, gevolg, alcohol, staat, type gebruiker, doch niet de identiteit van de personen). Bijgevolg worden alle door de ADSEI over de verkeersongevallen verzamelde gegevens gevraagd met uitzondering van de nummers van de processen-verbaal en de nummerplaten voor de periode 1991-2007. E. PROPORTIONALITEIT E.1.
Ten overstaan van de noodzaak tot het verkrijgen van gecodeerde gegevens
16. De Onderzoeker mag de gecodeerde persoonsgegevens enkel ontvangen indien een verwerking van anonieme gegevens niet de mogelijkheid zou bieden de statistische of wetenschappelijke doeleinden die hij betracht te verwezenlijken (artikel 4 WVP). 17. De studie en analyse die hier wordt beoogd kan het 'informatieverlies' van een eventuele anonimisering door ADSEI (bv. door opname van de gevraagde gegevens in totaliserende tabellen) niet aan. Volgens de Onderzoeker staat of valt het uitvoeren van het beoogde beleid met het kunnen beschikken en verwerken van ongevalgegevens over meerdere jaren, waarbij niet enkel het totaal aantal ongevallen per locatie en soort plaats, maar ook de aard en de omstandigheden van de ongevallen van belang is. Een gedetailleerde vergelijking van ongevalgegevens (zowel het aantal ongevallen als de aard ervan) over een periode van een 5-tal jaren (om ingrepen op de weginfrastructuur te evalueren in de tijd) en gedetailleerde analyses van de evolutie van bepaalde ongevalstypes en -omstandigheden in de tijd (voor en na de opkomst van bepaalde ontwikkelingen op technologisch of maatschappelijk vlak) worden daarbij beoogd.
Ber STAT 20/ 2008 - 6/13
18. De noodzaak om over niet-geaggregeerde gegevens te kunnen beschikken wordt duidelijk aangegeven en de Commissie erkent bijgevolg de behoefte aan de gevraagde gecodeerde persoonsgegevens voor de beoogde onderzoeksdoelstellingen. Een mededeling van louter anonieme informatie kan hier niet volstaan. 19. De doeleinden rechtvaardigen dus de verwerking van gecodeerde persoonsgegevens. E.2.
Ten overstaan van de hoeveelheid aan gegevens
20. Uit de aanvraag blijkt dat, in dit opzicht, het bewijs niet wordt geleverd per gegeven of categorie van gegevens, maar in functie van het geheel van de gevraagde gegevens. Volgens het technisch en juridisch advies wordt de algemene noodzaak van de gevraagde dataset (niettemin) aangetoond. 21. De Commissie gaat wel in op het advies van de beheersinstelling als zouden de gegevens kunnen beperkt worden tot deze met betrekking tot ongevallen die zich voordeden op het grondgebied van het Vlaams Gewest, aangezien de bevoegdheid van de Onderzoeker is beperkt tot het grondgebied van het Vlaams Gewest. 22. De Commissie vraagt zich bovendien af waarom de Onderzoeker zo ver in de tijd wil teruggaan en met name tot de gegevensreeks van 1991. De Commissie kan weliswaar aannemen dat "studies voor en na" (om bepaalde ontwikkelingen in de tijd te kunnen onderzoeken en op te volgen) een onderzoek over een meerjarenbestand vergt, maar de laatste 10 jaren (1997-2007) lijken hiervoor niettemin te kunnen volstaan. De Commissie wijst overigens op twee passages in de aanvraag zelf die evenzeer deze mogelijkheid doen vermoeden: "dit vereist een gedetailleerde vergelijking van
ongevalsgegevens over een periode van een 5-tal jaren" 3 en "op basis hiervan worden algemene ontwikkelingen geschetst gedurende de laatste 10 jaar (blz. 164 e.v.)" 4 . Los daarvan wijst de Commissie nog op de precariteit van toekomstige beleidsplanning op al te verouderde gegevens (deze van voor 1997). 23. De Commissie is van oordeel dat indien de omvang van de gevraagde gegevens aldus wordt beperkt (geografische beperking tot Vlaanderen en beperking tot de periode 1997 – 2007), de gevraagde gegevens toereikend, ter zake dienend en niet overmatig zijn (artikel 4, § 1, 3° van de WVP).
3 4
Pagina 5 van het aanvraagformulier (bewijs van evenredigheid, punt 2, laatste zin).
Pagina 3 van het aanvraagformulier (bewijs van evenredigheid, en de verwijzing naar blz 164 e.v. van het Mobiliteitsplan Vlaanderen).
Ber STAT 20/ 2008 - 7/13
E.3.
Ten opzichte van de bewaartermijn van de gegevens
24. Persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of verder worden verwerkt, noodzakelijk is (artikel 4, § 1, 5° van de WVP). 25. De bewaringstermijn van de gegevens bedraagt 10 jaar. Het technisch en juridisch advies beschouwt deze termijn als redelijk, gezien de opdracht en doelstellingen van het Ministerie, maar spreekt meteen ook van een maximumduur. De Commissie sluit zich hierbij aan. 26. Na deze termijn moeten de gegevens en back-ups door de Onderzoeker volledig vernietigd worden. Het is niet toegestaan de gecodeerde studiegegevens voor dezelfde doeleinden langer te blijven gebruiken, behoudens toegekende verlenging. Mochten de doeleinden reeds vóór het vervallen van die termijn zijn bereikt, dienen de gegevens en back-ups nog voor afloop van deze termijn door de Onderzoeker te worden vernietigd, met name meteen nadat de doeleinden zijn verwezenlijkt. F. AANGIFTE 27. De Onderzoeker dient, voordat wordt overgegaan tot één of meer volledig of gedeeltelijk geautomatiseerde
verwerkingen
van
de
gevraagde
gecodeerde
gegevens
die
voor
de
verwezenlijking van de vooropgestelde doeleinden bestemd zijn, daarvan aangifte te doen bij de Commissie. G.
BEVEILIGING
G.1.
Consulent inzake informatieveiligheid
28. Uit de door de Onderzoeker meegedeelde stukken blijkt dat hij over een externe consulent inzake informatieveiligheid beschikt. Deze functie wordt wel ingevuld op niveau van de Vlaamse Overheid en dus niet alleen op niveau van de Onderzoeker zelf. De Commissie gaat ervan uit dat er tussen de Vlaamse Overheid en deze outsourcer een verwerkerscontract in de zin van artikel 16 WVP werd afgesloten.
Ber STAT 20/ 2008 - 8/13
G.2.
Veiligheidsbeleid
29. Uit de door de Onderzoeker meegedeelde stukken blijkt dat hij over een veiligheidsbeleid beschikt. 30. Uit het veiligheidsevaluatieformulier dat de aanvraag tot mededeling van de gegevens en het vertrouwelijkheidscontract vergezelde, kan opgemaakt worden dat op 14 vragen/eisen inzake veiligheid er kennelijk 10 gerealiseerd zijn. Toch is er kennelijk geen uitgeschreven veiligheidsplan (inclusief bescherming van persoonsgegevens), noch zijn er urgentieprocedures of documenten i.v.m. veiligheidsmaatregelen ter bescherming van persoonsgegevens. 31. De Commissie neemt de suggestie van de beheersinstelling in het technisch en juridisch advies om de ontbrekende documenten en procedures op te stellen om de veiligheid van de data beter te garanderen over en eist dat de voltooiingen aan het veiligheidsbeleid in de loop van de duurtijd van het vertrouwelijkheidscontract zouden gerealiseerd worden. G.3.
Verantwoordelijke natuurlijke persoon
32. De identiteit van de verantwoordelijke natuurlijke persoon werd meegedeeld. Deze persoon is persoonlijk verantwoordelijk voor het naleven van alle verplichtingen m.b.t. de uitvoering van de wet openbare statistiek, de WVP, hun uitvoeringsbesluiten, elke andere wettelijke of reglementaire bepaling tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de bepalingen van de onderhavige beslissing van de Commissie, en de bepalingen van het vertrouwelijkheidscontract. 33. Deze persoon zal daadwerkelijk toezicht uitoefenen op de rechtmatige aanwending van de verstrekte gegevens. 34. De maatregelen waarvan sprake in G. 1. t.e.m. G.3., die de bescherming en de veiligheid van de verstrekte studiegegevens moeten verzekeren, zoals vereist door artikel 16 WVP en artikel 15bis wet openbare statistiek, zijn doeltreffend, indien ze strikt worden gecontroleerd en (op)gevolgd in de praktijk. G.4.
Scheiding van andere verwerkingen
35. De Onderzoeker dient onderhavige verwerking van onderhavige gegevens voor onderhavige doeleinden gescheiden te houden van de andere verwerkingen van persoonsgegevens die hij eventueel onder zich heeft.
Ber STAT 20/ 2008 - 9/13
G.5.
Verbod op decodering
36. De Onderzoeker dient er zich contractueel toe te verbinden alle mogelijke middelen te zullen inzetten om te vermijden dat de identiteit van de personen op wie de meegedeelde persoonsgegevens betrekking hebben, zou worden achterhaald. G.6.
Koppelverbod
37. De Onderzoeker mag geen pogingen ondernemen om de bekomen persoonsgegevens te koppelen aan persoonsgegevens die reeds met toepassing van andere machtigingen aan de Onderzoeker werden overgemaakt. G.7.
Vertrouwelijkheid
38. De Onderzoeker verbindt er zich toe de vertrouwelijkheid van de studiegegevens in acht te nemen en ervoor te zorgen dat de studiegegevens uitsluitend gebruikt worden door leden van zijn/haar eigen personeel, met het oog op de uitvoering van het bedoelde onderzoek. G.8. Personen die de studiegegevens gebruiken en de lijst van deze personen 39. Een aantal van de gegevens uit de gevraagde dataset kunnen beschouwd worden als persoonsgegevens in de zin van de artikelen 7 en 8 van de WVP. 40. De Onderzoeker moet, gelet op de gevoelige aard van deze gegevens, hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 naleven, hetzij: -een lijst opstellen waarop de (categorieën van) personen vermeld worden die de meegedeelde gegevens zullen gebruiken. Deze lijst zal voortdurend geactualiseerd en ter beschikking van de Commissie gehouden worden. Het betreft hier, voor de goede orde, niet alleen de eigenlijke onderzoekers van het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken, maar ook de testers en operatoren die technisch interveniëren op de persoonsgegevens; -deze personen moeten gehouden zijn het vertrouwelijk karakter van de betrokken gegevens in acht te nemen door een wettelijke of statutaire verplichting, of door een evenwaardige contractuele bepaling. Minstens zullen deze personen een verklaring ondertekenen waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van de informatiegegevens te bewaren;
Ber STAT 20/ 2008 - 10/13
-in de aangifte van de geautomatiseerde verwerking van de verkregen gegevens wordt melding gemaakt van de wet of verordening op grond waarvan de verwerking van dergelijke persoonsgegevens is toegestaan. H. ANDERE GEBRUIKSVOORWAARDEN H.1.
Verspreiding resultaten
41. De stukken vermelden enerzijds dat de detailgegevens niet worden verspreid, maar stellen anderzijds dat "het project in verband met het wegwerken van gevaarlijke punten in Vlaanderen
wordt voortgezet in samenwerking met de provincies”. Er is op dat punt dus kennelijk sprake van een zekere ambiguïteit die best uitgeklaard wordt. Indien de provincies bij dit project in het kader van de verkeersveiligheid worden betrokken en die samenwerking zover gaat dat de ongevallendata worden gedeeld, kan deze gegevensoverdracht enkel door het afsluiten van bijkomende vertrouwelijkheidscontracten met de betrokken provincies. Zoniet moet de mededeling zich in het kader van die samenwerking beperken tot globale eindgegevens. 42. De Onderzoeker moet er inderdaad voor zorgen dat, na analyse en gebruik van de gegevens, de gepubliceerde resultaten anoniem en globaal blijven, zodat de individuele gegevens er niet rechtstreeks of onrechtstreeks uit geïdentificeerd kunnen worden. 43. De resultaten mogen dus enkel onder globale en naamloze vorm worden verspreid. 44. Tenminste vijftien dagen vóór de verspreiding moet de Onderzoeker de voorgenomen publicatie overigens aan ADSEI ter inzage voorleggen. H.2.
Controle
45. De Onderzoeker stemt er uitdrukkelijk mee in dat vertegenwoordigers van de Commissie, te allen tijde zonder voorafgaande ingebrekestelling toegang krijgen tot de lokalen en tot de informatica-infrastructuur waar de verstrekte gegevens worden bewaard, om na te gaan of de bepalingen van de beslissing van de Commissie, de bepalingen van de wet openbare statistiek en haar uitvoeringsbesluiten, alsook de bepalingen van het vertrouwelijkheidscontract worden uitgevoerd.
Ber STAT 20/ 2008 - 11/13
46. Op eenvoudig verzoek kan de Commissie toegang krijgen tot andere lokalen en ICT-systemen om te controleren of er geen inbreuk gepleegd wordt op de bepalingen van de beslissing van de Commissie, de bepalingen van de wet openbare statistiek en haar uitvoeringsbesluiten en de bepalingen van het vertrouwelijkheidscontract. I. HET VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT 47.
De
studiegegevens
worden
medegedeeld
aan
de
Onderzoeker
krachtens
een
vertrouwelijkheidscontract tussen ADSEI en de Onderzoeker. 48. Het vertrouwelijkheidscontract, dat als bijlage werd gevoegd bij de aanvraag tot mededeling van de gegevens, legt de voorwaarden vast waaronder de gegevens door ADSEI doorgegeven en door de Onderzoeker gebruikt mogen worden. 49. Het vertrouwelijkheidscontract bevat minstens de wettelijk verplichte vermeldingen als bepaald in artikel 15bis wet openbare statistiek, waaronder de duur van het vertrouwelijkheidscontract, die, in de ogen van de Commissie, wordt gesloten voor de duur van 10 jaar. Dit laatste betekent geenszins dat na afloop van deze contractuele termijn, de vertrouwelijkheid van de gegevens zelf mag worden doorbroken. Die laatste moet dus onbeperkt in de tijd worden gerespecteerd. 50. De Commissie herhaalt dat er tevens vertrouwelijkheidscontracten moeten worden afgesloten met de provincies in de mate dat de gegevens zouden worden gedeeld. Zoniet zou het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken het principe van de statistische geheimhouding overtreden waartoe het is gehouden door het afsluiten van een vertrouwelijkheidscontract met ADSEI. 51. De contractuele bepalingen die te maken hebben met privacy en vertrouwelijkheid die in het vertrouwelijkheidscontract staan, zijn opgenomen in onderhavige beslissing van de Commissie, waardoor personen vreemd aan het vertrouwelijkheidscontract zich ook kunnen wenden tot de Commissie, dat aldus de naleving van de voorwaarden waaronder de gegevens door de Onderzoeker gebruikt mogen worden kan controleren.
Ber STAT 20/ 2008 - 12/13
III. ALGEMEEN BESLUIT 52. De Onderzoeker dient bij de verwerking van de verkregen persoonsgegevens rekening te houden met de WVP, de wet openbare statistiek, hun uitvoeringsbesluiten en elke andere wettelijke of reglementaire bepaling tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de bepalingen van de onderhavige beslissing van de Commissie, en de bepalingen van het vertrouwelijkheidscontract tussen ADSEI en de Onderzoeker. IV. SPECIFIEK BESLUIT 53. De Commissie is van oordeel dat: -de mededeling door ADSEI van de gevraagde gecodeerde studiegegevens aan het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken toegelaten is met het oog op de voormelde doeleinden van statistisch en beleidsondersteunend onderzoek, mits de set gegevens wordt beperkt als volgt: geografische beperking tot Vlaanderen en beperking tot de periode 1997 – 2007; -de bewaarduur van de gegevens en dus de duur van het vertrouwelijkheidscontract is beperkt tot maximaal 10 jaar, na afloop waarvan de vertrouwelijkheid van de gegevens zelf onbeperkt in de tijd moet worden gerespecteerd; -de Onderzoeker verhoogde beveiligingsmaatregelen in acht moet nemen, te realiseren in de loop van de duurtijd van het vertrouwelijkheidscontract (cfr. G.2.); -de Onderzoeker, gelet op de aard van sommige gegevens in de gevraagde dataset, hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 moet naleven; -de eventuele overdracht van individuele gegevens door de Onderzoeker aan de provincies vereist dat ADSEI ook vertrouwelijkheidscontracten afsluit met deze provincies.
Ber STAT 20/ 2008 - 13/13
OM DEZE REDENEN,
De Commissie,
Machtigt ADSEI om de hoger vermelde persoonsgegevens onder de hoger vermelde voorwaarden mee te delen aan het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken; Keurt het vertrouwelijkheidscontract dat er bij hoort onder de hoger vermelde voorwaarden goed; Keurt de vertrouwelijkheidscontracten die desgevallend nog met de provincies moeten afgesloten worden onder de hoger vermelde voorwaarden goed. Voor de Administrateur m.v.,
De Voorzitter
Het Afdelingshoofd ORM
(get.) Patrick Van Wouwe
(get.) Willem Debeuckelaere