REGLEMENT OP BEGRAAFPLAATSEN Titel 1:INRICHTING EN BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATSEN §1.1 Bestaande begraafplaatsen in de gemeente Laarne Artikel 1: de gemeente Laarne beschikt over 2 begraafplaatsen: a) De begraafplaats Laarne, gelegen aan de Achterstraat te Laarne b) De begraafplaats Kalken, gelegen aan de Kouterstraat te Laarne (Kalken) §1.2 Openingsuren van de begraafplaatsen Artikel 2: de beide begraafplaatsen zijn alle dagen toegankelijk voor het publiek: a) Van l april tot 31 oktober van 8 tot 21 uur b) Van 1 november tot 31 maart van 8 tot 18 uur. §1.3 Vormen van lijkbezorging toegelaten op de gemeentelijke begraafplaatsen Artikel 3: op beide begraafplaatsen zijn de volgende vormen van lijkbezorging voorzien : 1. Begraven in volle grond 2. Begraven in een grafkelder (enkel mogelijk met concessie) 3. Begraven van een urne op het urnenveld 4. Bijzetten van een urne in het columbarium 5. Verstrooiing van de as op de asweide §1.4 Lijkbezorging op één van de begraafplaatsen van Laarne is mogelijk voor: Artikel 4: 1. Inwoners van de gemeente. 2. Op eenvoudig verzoek van de ouders - met inschrijving in onze gemeente - worden levenloos geboren kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidgrens nog niet hebben bereikt volgens de daartoe voorziene mogelijkheden op de beide begraafplaatsen begraven. 3. Personen die overleden zijn op het grondgebied van de gemeente 4. Personen die uit noodzaak opgenomen zijn in een instelling buiten de gemeente, maar die voor hun opneming hun gewone verblijfplaats in Laarne of in Kalken hadden. 5. Personen die op het ogenblik van overlijden niet meer in Laarne wonen, maar die wel gedurende 30 jaar in Laarne of Kalken hebben gewoond. 6. Personen waarvoor een reservatie bestaat op één van de kerkhoven 7. Niet-inwoners van de gemeente, mits het betalen van het tarief vastgesteld door de gemeenteraad De categorieën vermeld onder de nrs. 4 en 5 worden wat de retributie betreft gelijkgesteld met de inwoners. Titel 2. : DE LIJKBEZORGING-ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 5: een overlijden moet zo spoedig mogelijk aangegeven worden in de gemeente/stad waar het heeft plaatsgevonden. Artikel 6: teraardebestellingen en lijkverbrandingen mogen niet geschieden zonder de toelating van de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand. Personen die belast zijn met
de lijkbezorging moeten instaan voor deze documenten. Deze toelating kan ten vroegste 24 uren na het overlijden bekomen worden. Artikel 7: er worden geen teraardebestellingen, bijzettingen of asverstrooiingen verricht op zon- en wettelijke feestdagen. Artikel 8: het College van Burgemeester en Schepenen stelt de volgorde van begraving vast. Titel 3. : NIET GECONCEDEERDE BEGRAVINGEN /LIJKBEZORGINGEN §3.1 Algemene principes Artikel 9 : het College van Burgemeester en Schepenen is verantwoordelijk voor het verlenen van kosteloze begravingen/lijkbezorgingen. Op de gemeentelijke begraafplaatsen worden niet-geconcedeerde plaatsen toegekend die betrekking hebben op: 1. Een begraving in volle grond 2. Een bijzetting in het columbarium 3. Een begraving op het urnenveld §3.2 Duurtijd Artikel 10 : plaatsen toegekend op niet-geconcedeerde percelen worden toegekend voor een periode van 15 jaar, verlenging van deze periode is niet mogelijk. Deze plaatsen worden slecht toegekend voor de begraving van 1 persoon, er kan dus achteraf niemand meer bijgelegd worden. Titel 4. : GECONCEDEERDE BEGRAVINGEN/LIJKBEZORGINGEN - MODALITEITEN §4.1 Definitie concessie Artikel 11: een concessie is een tijdelijk gebruiksrecht op een perceel op het kerkhof of een nis in het columbarium, dat onder de voorwaarden vastgesteld bij wet en de gemeentelijke verordeningen, door het college van burgemeester en schepenen wordt verleend aan de concessiehouder en dit voor de duur van de concessie. Concessies zijn niet overdraagbaar. § 4.2 Algemeen principe Artikel. 12: de concessies worden verleend door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 13: eenzelfde grafconcessie kan dienen voor de aanvrager, zijn echtgenoot, zijn bloedof aanverwanten evenals voor allen daartoe aangewezen door de concessiehouder en die daartoe bij de gemeentelijke overheid hun wil te kennen hebben gegeven. Wanneer iemand overlijdt terwijl hij op dat ogenblik een feitelijk gezin vormde, kan de overlevende een concessie aanvragen. Artikel 14: een concessieaanvraag mag ingediend worden ten behoeve van een derde en van diens familie. Ook een rechtspersoon kan ook een concessie aanvragen.
Artikel 15: bij geschillen over wie in een concessie begraven mag worden, komt het aan de meest gerede partij toe om de zaak ter beoordeling aan de rechtbank van eerste aanleg voor te leggen of, in geval van hoogdringendheid, aan de voorzitter van de rechtbank die zetelt in kortgeding. Artikel 16: op de gemeentelijke begraafplaatsen worden geconcedeerde begravingen of plaatsingen toegekend, die betrekking hebben op: a) Een begraving in een kelder b) Een begraving in volle grond c) Een begraving op het urnenveld d) Een bijzetting in het columbarium § 4.3 Modaliteiten voor de aanvraag van een concessie: Artikel 17: concessies worden verleend vanaf het moment dat de aanvraag wordt ondertekend door de aanvrager of zijn gevolmachtigde. Na de opmaak van deze aanvraag wordt een betalingsformulier verzonden aan de aanvrager. Artikel 18: het College van Burgemeester en Schepenen bepaalt de vorm en de inhoud van het aanvraagformulier van een concessie en van het aanvraagformulier voor een hernieuwing. Artikel 19: de aanvragen tot het verlenen van een concessie impliceren vanwege de aanvragers de verbintenis zich te onderwerpen aan al die reglementen en ordemaatregelen die gelden op de gemeentelijke begraafplaatsen en aan die welke in de toekomst kunnen uitgevaardigd worden. § 4.4 Duurtijd Artikel 20: a) Te betalen concessies worden verleend voor een termijn van 25 of 50 jaar b) Concessies met kelder worden enkel verleend voor een termijn van 50 jaar c) Bij verval kan een concessie worden verlengd met een termijn van 10 jaar d) Bij verval kan een concessie met kelder enkel verlengd worden voor de oorspronkelijke termijn. § 4.5 Hernieuwing van een concessie Artikel 21: voor de hernieuwing van een concessie moet een onderscheid gemaakt worden tussen een hernieuwing zonder bijzetting en een hernieuwing met bijzetting. Artikel 22: hernieuwingen zonder bijzetting kunnen geweigerd worden als blijkt dat op het moment van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. De duur voor deze vorm van hernieuwing wordt door de gemeenteraad bepaald. Vóór het verstrijken van de concessie of van de verlenging ervan maakt de burgemeester of zijn gemachtigde een akte op, die zowel aan het graf als aan de ingang van de begraafplaats en gedurende een periode van één jaar aangeplakt wordt. De nabestaanden kunnen dan een aanvraag tot hernieuwing richten aan het gemeentebestuur. Aanschrijven van belanghebbenden is niet verplicht. Artikel 23: na het overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke of rechtspersoon een aanvraag tot hernieuwing doen.
Artikel 24: een concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag voor een nieuwe periode van dezelfde termijn worden hernieuwd naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting in de concessie. In dat geval moet het door de gemeente vereiste verschuldigde bedrag berekend worden rekening houdend met het nog te lopen aantal jaren in de bestaande concessie. (zie retributiereglement grafconcessies). 4.6 Altijddurende concessies Artikel 25: de altijddurende concessies zijn sinds de wet van 20 juli 1971 afgeschaft en omgezet in concessies die om de vijftig jaar, en zonder vergoeding hernieuwd kunnen worden. De hernieuwing kan gebeuren door dezelfde groep van personen die een concessie kan aanvragen. Dezelfde procedure als bij de hernieuwing van de niet-altijddurende concessies moet worden gevolgd. De procedure die wordt vastgesteld in de wet van 20 juli 1971, met de opsporingen van eventuele belanghebbende is vervallen. Het is aan de belanghebbenden zelf om op eigen initiatief een aanvraag in te dienen. 4.7 Speciale categorieën van concessies: Artikel 26: Kinderen tot 12 jaar kunnen begraven worden in een gratis concessie, die wordt in eerste instantie verleend voor 20 jaar. Na de eerste 20 jaar, kan die op aanvraag van nabestaanden gratis verlengd worden per tien jaar zolang als ze dat wensen. Buiten de kinderbegraafplaats kan een gratis begraving of plaatsing van een asurn toegestaan worden voor overleden kinderen tot de leeftijd van 12 jaar. De concessie wordt gedurende 20 jaar behouden en kan dan op aanvraag gratis vernieuwd worden met een periode van telkens 10 jaar. Artikel 27: Oud-strijders kunnen eveneens begraven worden in een gratis concessie, die verleend wordt voor een periode van 20 jaar. Deze gratis concessies zal enkel voor de oud-strijder zelf toegekend worden. Na de eerste 20 jaar, kan de concessie - op aanvraag van nabestaanden – telkens gratis verlengd worden per tien jaar. Voor bestaande concessies waarin de oud-strijder samen met zijn echtgenote begraven ligt komt enkel de oud-strijder in aanmerking voor een gratis verlenging. Voor de echtgenote moet bijbetaald worden. Gebeurt dit laatste niet, dan verdwijnt het graf. Artikel 28: Er wordt een overgangsperiode ingelast, waarbij alle begunstigen van, hetzij kindergraven, hetzij het graf van een oud-strijder zullen worden aangeschreven om een gratis concessie te krijgen voor 20 jaar, die daarna verder zal behandeld worden als de hierboven vermelde categorieën. § 4.8 Het voortijdig beëindigen van een concessie
Artikel 29: op aanvraag van de nabestaanden kan een concessie voortijdig beëindigd worden. Er wordt door het gemeentebestuur een aanvraag tot beëindiging concessietermijn opgesteld die ondertekend wordt door alle nabestaanden in leven. Door dit aanvraagformulier te ondertekenen bevestigen de nabestaanden dat er geen nabestaanden of belanghebbenden (in leven) zijn die bovengenoemde concessie verder willen verlengen en vragen aldus om stopzetting van de concessie. De aanvragers zijn ervan op de hoogte dat bovengenoemde concessie op hun aanvraag ontruimd zal worden en nemen hiervoor alle verantwoordelijkheid. Niet meegenomen materialen worden bij ontruiming eigendom van de gemeente. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om toelating te verlenen tot voortijdige beëindiging van de concessie. Bij de vroegtijdige beëindiging kan de betaalde concessieprijs noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden. Artikel 30: het College van Burgemeester en Schepenen kan in bepaalde dringende gevallen (gevaar tot beschadiging andere graven, veiligheid, …) beslissen om tot voortijdige ontruiming over te gaan, waarna de gemeenteraad op de eerstvolgende gemeenteraad in kennis gesteld wordt van de genomen beslissing. Artikel 31: wanneer een graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is, kan de verwaarlozing worden geconstateerd in een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde, die één jaar lang bij de ingang van de begraafplaats en bij het graf aangeplakt blijven. Als er, na het verstrijken van de termijn voor de aanplakking van de voormelde akte, vastgesteld wordt dat er geen enkel herstellingswerk werd uitgevoerd, dan kan er een einde gesteld worden aan het recht op concessie. Artikel 32: in geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of een geconcedeerde nis, wegens openbare of dienstnoodwendigheden, kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding en hebben zij slechts recht op het bekomen van een perceel van dezelfde oppervlakte of een nis van dezelfde grootte, op dezelfde of op een andere begraafplaats. Hetzelfde principe wordt gevolgd bij de ontruiming van een begraafplaats. Artikel 33: een concessie is beëindigd wanneer de concessietermijn is verstreken of wanneer na de wettelijke bekendmakingen geen van de nabestaanden hun wil te kennen hebben gegeven om de concessie nog verder te hernieuwen. Artikel 34: na het verstrijken van de concessietermijn en na de wettelijke bekendmakingen te hebben vervuld cfr. art. 7 van het decreet op de begraafplaatsen en lijkbezorging wordt overgegaan tot ontruiming van de niet hernieuwde concessies.
Artikel 35: wanneer een concessie om welke reden ook een einde neemt, worden de niet weggenomen graftekens, na verwittiging van de concessiehouders en na het verstrijken van de vastgestelde termijn, eigendom van de gemeente Titel 5. : ONTRUIMINGEN Artikel 36: in een beslissing van de gemeenteraad wordt bepaald welke bestemming wordt gegeven aan de resten -onverminderd de naleving van de laatste wilsbeschikking inzake de wijze van lijkbezorging- en de graftekens bij ontruimingen. Voor de ontruimingen moeten evenwel de bepalingen van het decreet op de begraafplaatsen en de bijhorende uitvoeringsbesluiten in acht genomen worden, zowel wat betreft de beginselen inzake eerbied voor de overledenen, als deze met betrekking tot de volksgezondheid. Titel 6. : ONTGRAVING Artikel 37: de regels met betrekking tot ontgravingen zowel van in de volle grond begraven stoffelijke resten , als van de gecremeerde resten bewaard in een asurn, zijn bepaald in het politiereglement op begraafplaatsen. Titel7.BEPALINGEN ROND DE GRAFCONSTRUCTIE,SIERELEMENTEN EN BEPLANTINGEN. § 7.1 Gemeenschappelijke bepalingen Artikel 38: de aanvragen tot het verlenen van een concessie impliceren vanwege de aanvragers de verbintenis zich te onderwerpen aan al de reglementen en ordemaatregelen die gelden op de gemeentelijke begraafplaatsen en aan die welke in de toekomst kunnen uitgevaardigd worden, dus ook aan onderstaande bepalingen. Artikel 39: tenzij de overledene er anders heeft over beschikt, of indien zijn bloed- of aanverwanten er zich tegen verzetten, heeft eenieder het recht een grafteken te plaatsen op het graf van zijn verwant of vriend. Artikel 40 : het onderhoud van de graven en graftekens is ten laste van de concessiehouders. Het aanbrengen van grafschriften, levenbeschouwelijke of godsdienstige symbolen zijn vrij, als zij niet in strijd zijn met de eerbied verschuldigd aan de doden. § 7.2 Bepalingen rond het plaatsen van graftekens en onderhoud Artikel 41 : op de gemeentelijke begraafplaatsen gebeurt de plaatsing, de wegneming of de restauratie van graftekens en de uitvoering van aanplantingen onder toezicht van de burgemeester of zijn gemachtigde en dit binnen de openingsuren. Op zondagen, wettelijke feestdagen en op de laatste werkdag voor 1 november mogen geen werken noch plaatsingen worden uitgevoerd.
Artikel 42 : alle werken die als voorbereiding elders kunnen gebeuren, mogen niet op de begraafplaats geschieden. De materialen moeten zover mogelijk afgewerkt ter plaatse worden gebracht om de werken op de begraafplaats tot een volstrekt minimum te beperken. Artikel 43 : de graftekens moeten zodanig geplaatst worden dat zij niet kunnen overhellen of omvallen. Geen materialen of materieel mag op de begraafplaats worden achtergelaten na 17 uur. De burgemeester kan ambtshalve en op kosten van de aansprakelijk bevonden personen, de materialen en voertuigen verwijderen of toegebrachte schade herstellen, zulks na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling § 7.3 Afmetingen van graftekens Artikel 44: de afmetingen van de graftekens voor begravingen in volle grond worden vastgesteld als volgt: Volwassenen: Lengte maximum 2 meter Breedte maximum 90 cm voor een graf van een persoon, maximum 1.80 meter voor een graf van 2 personen Voor een kelder voor 2 personen onder elkaar gelden dezelfde maten als voor en begraving van 1 persoon. Hoogte maximum 1.20 meter te rekenen vanaf de grond. Kinderen: Lengte maximum 1 meter Breedte maximum 0.80 meter Hoogte maximum 0.75 meter van de grond Graftekens op het urnenperk De gedenktekens mogen maximum 0.50 cm lang en 0.50 cm breed zijn en een hoogte hebben van maximum 0.75 meter ter rekenen vanaf de grond. Er vóór wordt een ruimte voorzien van 0.50 op 0.50 m voor het plaatsen van een bloemstukje of een gelijkaardig iets. Gedenkstenen columbarium: Elke columbariumnis is afgesloten met een sluitsteen. Het aanbrengen van een tekst gebeurt op kosten van de aanvrager. Het is toegelaten een andere sluitsteen aan te brengen met dezelfde afmetingen. §7.4 Beplantingen: Artikel 45 : beplantingen mogen niet over de aanpalende graven noch over de wegen hangen. Het aanplanten van bomen of grotere heesters rond de graven is verboden. Verwelkte bloemen of verwaarloosde bloemstukken kunnen ambtshalve verwijderd worden. Op het urnenveld is het niet toegelaten beplanting aan te brengen tussen de gedenkstenen. Gezien de omvang van de voorziene strook, is het ook niet toegelaten grotere vaste planten te plaatsen.
Titel 8. VERANTWOORDELIJKHEID Artikel 47: de gemeente staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen en is niet aansprakelijk voor de op de begraafplaatsen gepleegde diefstallen. Artikel 48 : het gemeentebestuur kan niet verantwoordelijk zijn voor beschadigingen ontstaan aan grafmonumenten, veroorzaakt door onvoorziene gebeurtenissen, derden, …. Titel 9 SLOTBEPALINGEN: Artikel 49: Bij onvoorziene situaties, - in de gevallen die niet voorzien zijn in dit reglement -, beslist het college van Burgemeester en Schepenen. Titel 50: Het reglement van inwendige orde op het verlenen van graf- en columbariumconcessies de dato 25 oktober 2001 wordt opgeheven.