De Biënnale van Venetië Een gebruiksaanwijzing op slippers.
Door Chantal Pat tyn.
Alles voor de kunst
Van maandag tot donderdag om 17u of via de blog pompidou.klara.be
All the World’s Futures. De Biënnale van Okwui Enwezor & Karl Marx.
2
DE CURATOR Toen bekend werd dat de de 56ste Biënnale van Venetië zou worden geleid door Okwui Enwezor (1963, Nigeria), gingen hier en daar wat wenkbrauwen fronsen. Enwezor, die had zijn ding toch al gedaan in 2002, toen hij documenta 11 leidde? Zou hij in Venetië zijn verhaal nog eens overdoen? Enwezors documenta 11 was 13 jaar geleden heel politiek. Zo hoorde het toen ook. The right man in the right place. Bovendien was hij de eerste Afro-Amerikaan die de job kreeg. Het was de hoogste tijd dat de kunstwereld - toen (en nog voor een deel) voornamelijk bevolkt door blanke mannen van middelbare leeftijd - eens ging inzien dat er ook in andere continenten behalve Europa en de V.S. aan kunst werd gedaan. Het is o.m. de verdienste van Enwezor om een aantal van die kunstenaars op de kaart te hebben gezet. De kunstwereld kreeg, op het hoogste niveau, eindelijk een ander en dus gekleurd gezicht. Ik herinner me documenta 11 ook als een plejade van kunstenaars die reageerden op een wereld waarmee ze in onmin leefden. En van het enorme stilleven dat Luc Tuymans toen maakte, als antidotum op zoveel politiek spervuur. Enwezor, sinds 4 jaar directeur van het Haus der Kunst in München (hij volgde er Chris Dercon op) veranderde het geweer niet van schouder op deze Biënnale. Voor het eerst in de geschiedenis van de Biënnale is het aantal kunstenaars uit westerse landen in de minderheid. De Biënnale is in die zin een spiegel van de nieuwe globale verhoudingen, zowel op politiek als economisch niveau. Europa en de V.S. kreunen onder hun gewicht en geschiedenis, niet in staat om zichzelf heruit te vinden. De nieuwe centra liggen in Moskou, de Golf, Latijns-Amerika, China en Indië. Het Nabije Oosten staat - ondanks eerder aangekondigde lentes waar we met zijn allen in geloofd hebben - nog altijd in brand. De financiële en economische crisis is alles behalve bedwongen. De wereld bevindt zich in een permanente kramp. Niet in staat om met religieuze twisten, migratie, technologische revoluties of klimaatsveranderingen om te gaan. Dit is een Biënnale die, om al die redenen, vooral over identiteit gaat. En dus over geschiedenis. Want geen toekomst zonder verleden. Met heel wat kunstenaars die als antropologen en historici naar de wereld en naar zichzelf kijken. Met als resultaat een plejade aan verhalen, en heel erg des mensen.
3
& ZIJN TENTOONSTELLING ALL THE WORLD’S FUTURES De titel van deze Biënnale is alvast hoopvol. All the World’s Futures impliceert dat we in die toekomst moeten blijven geloven. En daarvoor hebben we kunst nodig. Enwezor illustreert zijn theorie aan de hand van het schilderij Angelus Novus van Paul Klee, dat in 1921 in het bezit van Walter Benjamin kwam. Benjamin dichtte het werk helderziende eigenschappen toe. Al zag de engel er nog zo bedrukt uit. Maar daar gaat het nu net over. Een kunstwerk representeert meer dan zijn eigen afbeelding. Het stelt ons in staat om verder en anders te kijken, voorbij de realiteit zoals ze zich voordoet. Alle toekomstvisies van Enwezor worden samen gebracht in een Parliament of Forms. M.a.w.: tegenover the state of things staat the appearance of things. Beeldende kunst is er in alle vormen en maten. En dus ook in de vorm van muziek, performance en dans. Als de wereld waarin we leven er één is van constante verandering en mobiliteit, dan kan het niet anders dan dat deze globale shape shifting zich ook in de kunst manifesteert. Daarom kreeg de Amerikaanse pianist Jason Moran (deze zomer artist-in-residence op Jazz Middelheim) een plek op de Biënnale van Enwezor. Net als de choreografen Lemi Ponifasio en Ivana Müller. Tal van kunstenaars op deze
Biënnale (Theaster Gates, Dora Garcia, …) hanteren performance als vorm in het parlement van Enwezor. Wijlen de filmmaker Harun Farocki krijgt een centrale plek in het Arsenale. En nooit maakte ik een Biënnale mee waar zoveel muziek weerklonk. En dus had Enwezor een podium nodig en liet hij de buik van het Centrale Paviljoen vertimmeren tot The Arena. Dit gebeurde door David Adjaye (1966, Dar-es-Salaam), de Britse sterarchitect die het nieuwe Smithsonian National Museum of African American History and Culture in Washington zal bouwen. In de Arena maakte ik tijdens de opening ook de creatie mee van een nieuwe compositie van de Duitse kunstenaar Olaf Nicolai. Met drie zangers bracht hij een hommage aan de Italiaanse componist Luigi Nono. Non consumiamo … (to Luigi Nono) brengt in herinnering dat de Biënnale in 1968 een aantal betogers de ingang ontzegde. Nono gebruikte opnames van deze gebeurtenissen in zijn compositie Un volto, del Mare/ Non consumiamo Marx. Het was ook uit onvrede met het conservatisme in de klassieke muziek dat Nono op een bepaald moment tape als medium omarmde. Met cassettebandjes kon je immers wel de arbeider in zijn fabriek bereiken.
4
DAS KAPITAL! De naam van Marx is gevallen. De soundtrack van deze Biënnale is namelijk Das Kapital van Karl Marx. De live readings van dit baanbrekende, revolutionaire en invloedrijke boek (1867) gaan door tot de volledige vier delen zijn gepasseerd. Nadien neemt Das Kapital andere vormen aan (van discussies, libretto’s, songs, film screenings). Tot de Biënnale op 22 november haar deuren sluit. Als grondtoon van een Biënnale kan zo’n statement tellen. Anderzijds schiet Enwezor zich er zwaar mee in de voet. Er is een curator en zijn theorie, maar die verhoudt zich ook tegenover de kunstmarkt, en dat is een wereld waar ze van Marx niet meteen onder de indruk zijn. Op de openingsdagen wordt het zicht op de lagune licht ontsierd door de jachten van the rich and famous. De rijke dames die er zich gedurende die drie openingsdagen, met te veel make-up en juwelen, op Louboutins en met een handtas van Chanel door de Giardini struinen (nu en dan met een klein ongemak, zeker na een regenbui) zullen het meer hebben voor Karl Lagerfeld dan voor Karl Marx. Heel wat jonge kunstenaars uit Enwezors selectie zijn al geassocieerd met een prestigieuze galerie die voor hun werk, if they are lucky, astronomische sommen geld vraagt. Sommen die na deze Biënnale alleen maar hoger worden. Maar Marx zal zich op de openingsdagen toch wat in zijn graf hebben geroerd. Een mooi voorbeeld in
het Italiaans paviljoen is een video van Isaac Julien. Beelden van een discussie over Das Kapital worden afgewisseld met beelden van een veiling bij Sotheby’s. Maar het werk van Julien - black and gay en door de kunstmarkt doodgeknuffeld - is ondertussen zelf onbetaalbaar geworden. Marx of geen Marx, op de mechanismes van de kunstmarkt is op deze Biënnale weinig kritiek te horen, behalve via The Gulf Labor Group (die actie voert tegen het feit dat de nieuwe kunsttempels in de Golf, zoals Guggenheim Abu Dhabi, worden gebouwd door goedkope gastarbeiders die er als moderne slaven door mensensmokkelaars heen zijn gebracht en tijdens de openingsdagen een actie ondernam in en op het gebouw van Peggy Guggenheim). Enwezor toont trouwens vooral individuele kunstenaars en weinig collectieven. Tot besluit: dit is een Biënnale op een bedje van Marx, maar van institutionele kritiek op het systeem is geen sprake. Enwezor had na zijn documenta best een tandje mogen bijsteken. Maar laat deze kritische commentaar de pret niet bederven. Want Enwezor maakte wel een zeer boeiende tentoonstelling, die vooral in het Arsenale zeer geslaagd is. Maar we beginnen onze tocht in de Giardini.
5
DEEL 1:
HET CENTRAAL PAVILJOEN RIRKRIT TIRAVANIJA (1961, Buenos Aires)
Hier speelt het eerste deel van de tentoonstelling van Enwezor zich af. Hij pakt er uit met een stuk of wat veteranen uit de kunstgeschiedenis (Marcel Broodthaers, Robert Smithson, Hans Haacke, Chris Marker, Walker Evans) en zorgt zo voor een aantal interessante ijkpunten, naast nieuw werk van heel wat mid career kunstenaars en een pak nieuw geweld. Ik haal er een paar persoonlijke hoogte punten uit.
De gevel is alvast indrukwekkend, met de aan elkaar genaaide canvassen van de 29-jarige Colombiaan (voor wiens werk op twee jaar tijd krankzinnige prijzen worden betaald, maar ik beloof me vanaf nu te onthouden van commentaar!) Oscar Murillo.
Tiravanija toont tientallen Demonstration Drawings. Het zijn tekeningen van een aantal historische betogingen en protestmarsen. Noot: Tiravanija liet al deze werken maken door Thaïse tekenaars.
Daarboven, in neon, de woorden: Blood, Blues, Bruise. Werk van Glenn Ligon (1960, Bronx, NY), die zich liet inspireren door het verhaal van Daniel Hamm, die in de jaren 60, tijdens de rellen in Harlem, als tiener getuigde tegen de politie van New York.
6
HANS HAACKE
THOMAS HIRSCHHORN
Deze conceptuele kunstenaar zette zijn werk altijd in als commentaar op economische en politieke systemen. Sinds de jaren 70 organiseert hij enquêtes in prestigieuze musea als het Guggenheim en het MOMA in New York. En nu ook op de Biënnale. Vul zijn World Poll in. Haacke laat er trouwens zijn blauwe zeil ook zien. En ik ben altijd weer verrukt van de poëzie van dit intrinsiek politieke werk.
Vier jaar geleden herschiep hij het Zwitserse paviljoen tot een schitterende puinhoop. Nu maakte hij een sculptuur die je door de densiteit ervan nauwelijks doorkomt. Hirschhorn gaat bijna letterlijk door het dak! Overal papier ook, met tekst. Onmogelijk om te lezen, maar net over deze onmogelijkheid gaat het. Beleef het.
(1936, Keulen)
(1957, Bern)
7
CHARLES GAINES (1944, Charleston)
KERRY JAMES MARSHALL (1955, Birmingham, Alabama)
Deze Afro-Amerikaanse conceptuele kunstenaar zet politieke en artistieke manifesto’s om in muziek. Letters worden aan noten verbonden. Hier worden partituren van Amerikaanse folksongs politiek geactiveerd.
MADHUSUDHANAN (1956, Kerala)
De tekeningen van deze Indiase film- en documentairemaker zijn indrukwekkend. In Logic of Dissappearance: a Marx Archive voert hij Marx, Lenin en Stalin op. Als oude personages op een zwart-wit storyboard die vanuit het verleden naar het neoliberale heden kijken.
PETER FRIEDL (1960, Oberneukirchen)
Zijn installatie met maquettes van allerhande woontypes (Rehousing) is heel mooi. Maar laat je niet verleiden. Dit is een beenharde commentaar op o.m. segregatie en de failliete ideologie van de modernistische architectuur.
Ik ben gek op zijn werk, waarin hij de wereld van de Afro-Amerikanen weergeeft, en vaak relateert aan de westerse kunstgeschiedenis, die hij op die manier terecht bijkleurt. Op de Biënnale toont Marshall totaal nieuw werk. Een bonte explosie van kleuren en vormen. Geschilderde Rorschach-testen. Subliem.
8
MARLENE DUMAS (1953, Kaapstad)
Dumas toont een serie doodshoofden. Kijk. En kijk. Adembenemend.
ISA GENZKEN (1948, Bad Oldesloe)
De grand lady van de Duitse kunst laat de maquettes zien van al haar projecten (ook de niet-gerealiseerde). Maar ga ook buiten kijken. Net voor het Oostenrijkse paviljoen plaatste ze twee kolossale orchideeën. Zo mooi!
9
DEEL 2: ARSENALE
ADRIAN PIPER (1948, New York)
In deze indrukwekkende gebouwen, waar vroeger de schepen van de Venetiaanse vloot werden gebouwd en ook de touwslagerij was gevestigd, komt Enwezor pas goed op gang. Het begint sterk met een aantal iconische werken van Bruce Nauman (1941, Fort Wayne). In combinatie met de machetes die Adel Abdessemed (1971, Algerije) als bloemenboeketten in de grond stopte, is de entree bijzonder heftig. Love, death, pain. Een aantal persoonlijke hoogtepunten:
Deze Amerikaanse die vanuit Berlijn opereert kreeg de prijs voor de beste kunstenaar op deze Biënnale. Terecht! Kies een belofte en teken! Ik koos voor I will always do what I say I’m going to do. I will always mean what I say doe ik sowieso al en I will always be too expensive to buy vond ik gezien mijn financiële toestand niet opportuun. Mijn certificaat heb ik intussen in mijn bibliotheek opgehangen.
10
CARSTEN HÖLLER (1961, Brussel)
SAMMY BALOJI (1978, Lubumbashi)
Onze wetenschapper- kunstenaar maakte met Fara Fara een film over twee rivaliserende muzikanten in Kinshasa. Höllers werk sluit mooi aan bij de film van Vincent Meessen in het Belgisch paviljoen.
STEVE MCQUEEN (1969, Londen)
McQueen is, na zijn alom bejubelde langspeelfilms Shame en 12 years a slave, nog eens als kunstenaar aanwezig. In Ashes vertelt McQueen het verhaal van een vissersjongen die gruwelijk vermoord werd nadat hij drugs op het strand van het Caraïbische eiland Grenada had gevonden. McQueen filmt zijn herbegrafenis, nadat Ashes eerder in een anoniem graf was gegooid. Ik ging twee keer kijken. Zo pakkend vond ik de film.
SONIA BOYCE (1962, Londen)
Schitterende performance van jazz scat, hiphop, gospel en dadaïstische nonsens. Lachen!
Baloji, die vorige zomer een zeer goede tentoonstelling maakte in Muzee, is een revelatie. Hij toont hier een uitgewerkte halve bol in koper met de scarificaties die hij ook al in het Belgisch paviljoen aan bod liet komen.
11
TARYN SIMON
LILI REYNAUD DEWAR
Ik ben grote fan van haar werk dat onlangs uitgebreid werd voorgesteld in het Jeu de Paume in Parijs. Opnieuw gaat ze te werk als een beeldhistorica. Ze ontleedde de boeketten die de onderhandelingstafels van een aantal opmerkelijke bijeenkomsten sierden. Geschiedenis, politiek en gedroogde bloemen. Wow!
Deze zeer uitgesproken feministe laat video’s zien van de performances die ze her en der, haar naakte lichaam beschilderd, opvoerde. Op doeken: teksten die onder meer gaan over het hebben van onbeschermde seks. Fel besproken.
(1975, NY)
(1975, la Rochelle)
12
NIDHAL CHAMEKH (1985, Dahmani)
CAO FEI
(1978, Guangzhou) Een animatiefilm zoals ik er zelden een zag. Kreeg er kop noch staart aan, maar ik bleef kijken naar dit bijzonder esthetische post-apocalyptische sprookje.
CHANTAL AKERMAN (1950, Brussel)
In Now laat Akerman op verschillende schermen beelden zien van razendsnelle ritten door conflictgebieden. Van enig conflict zie je niets, maar de soundtrack is die van een oorlog die maar niet wil ophouden. Heftig.
TIFFANY CHUNG (1969, Danang)
Ik viel als een blok voor de prachtige tekeningen van deze Tunesiër. In de serie De quoi rêvent les martyrs? evoceert Chamekh de Arabische lente en hoe die in zijn hoofd vorm kreeg, via een opeenstapeling van beelden. Een ontdekking.
Deze kunstenares, getekend door de oorlog in Vietnam, laat in minutieuze werken op papier de dramatische statistieken zien van de gevolgen (migratie, vluchtelingen, misdaden tegen de menselijkheid) van het conflict in Syrië.
RICARDO BREY (1955, Havana)
Every Life is a Fire van Brey, die in Gent woont en werkt, is één van de grootste installaties die ik ooit van hem zag. Hij begon er zes jaar geleden al aan. Je blijft geïntrigeerd kijken naar deze persoonlijke vorm van archeologie.
13
JASON MORAN (1975, Houston)
De Amerikaanse jazzpianist (en artist in residence op Jazz Middelheim midden augustus) toont twee installaties waarmee hij een ode brengt aan de oude music halls van o.m. The Savoy en The Three Deuces in New York. Twee clubs die zeer actief waren toen de racistische wetten van Jim Crow golden. Tot 1964, toen de Civil Rights Act een einde maakte aan deze Amerikaanse apartheid. Ondertussen luisteren we naar Work Songs, de muziek van de chain gang en de inmates. Straf.
MAJA BAJEVIC (1967, Sarajevo)
The stockmarket op textiel. When global meets local.
14
GEORG BASELITZ
SARAH SZE
De goeroe van de Duitse schilderkunst pakt uit met 8 gigantische zelfportretten. Voeten boven en hoofd beneden, uiteraard. Altijd op zijn kop gevallen, die Baselitz.
Twee jaar geleden veroverde ze mijn hart in het Amerikaans paviljoen. Hier pakt ze helemaal op het einde van de Giardino delle Vergine, een wonderlijke en rustige plek, uit met kleine werkjes. Een stuk touw, een spiegeltje, kralen, en een hangmat die ze in mijn stadstuintje mogen komen leveren. Zoek haar werk in een boom, in het gras, op een muur.
(1938, Deutschbaselitz)
(1969, Boston)
15
De Paviljoenen! Ik vond de paviljoenen tijdens deze editie niet echt verbluffend. Noch in de Giardini, noch in de stad. Jammer, want ik heb schitterende herinneringen aan Anri Sala en Sara Sze twee jaar geleden. Dit jaar was dit soort extase er niet bij. Verlies er je kostbare tijd niet aan. By the way: waar is Libanon (zo sterk in 2013 met Akram Zaatari)? Kenia trok zich blijkbaar alsnog terug. Een aantal paviljoenen daarentegen steekt er met kop en schouder bovenuit.
16
MIJN TOP 10: 1. BELGIË (Giardini)
de nasleep van de (diep eurocentrische) koloniale moderniteit en de gevolgen ervan voor o.m. de culturele relaties tussen Europa en Afrika. Kortom, de hamvraag is wat een gemeenschappelijke avant-garde zou kunnen geweest zijn.
Met Personne et les autres hebben curator Katerina Gregos en Vincent Meessen het beste paviljoen van de Biënnale afgeleverd. Meessen associeerde zich met tien kunstenaars vanuit de hele wereld (waarmee hij het ouderwetse principe van nationale vertegenwoordiging in een paviljoen op de Biënnale meteen onderuit haalt) om samen een prismatisch verhaal te vertellen over ons koloniale verleden. Of moet ik zeggen: heden? Want het kolonialisme leeft gewoon verder, in een neovorm. Meessen en co onderzoeken heel specifiek
17
Want die was er wel degelijk even. Dat illustreert Meessen op een zeer intelligente manier in zijn film die hij in Kinshasa draaide, op het moment dat er hevige rellen waren. Meessen maakte een reconstructie van de tekst van de protestsong die Joseph M’Belolo Ya M’Piku in 1968 schreef. M’Belolo was betrokken bij de Situationistische Internationale (vanaf nu: SI), eind jaren 50 opgericht door de Franse marxistische theoreticus en filmmaker Guy Debord (auteur van het baanbrekende boek La Société du Spectacle), samen met o.m. de Nederlandse kunstenaar Constant (Nieuwenhuijs) en de Deen Asger Jorn (die SI na vijf jaar al zou verlaten). In 1961 zou de Belgische marxist Raoul Vaneigem (auteur van Traité de savoir-vivre à l’usage des jeunes générations) aansluiten. Doel van SI? Kunst inzetten voor de permanente strijd tegen the powers that be. Het artistieke verhaal raakte echter meer en meer in de verdrukking door de politieke, marxistische agenda van SI. De slogans van Vaneigem sierden in 1968, de hoogdagen van SI, nog de wanden van de Sorbonne.
Elisabetta Benassi toont een tramhalte op de lijn 44, die Leopold II van Tervuren naar Montgomery liet aanleggen in het kader van de Internationale wereldtentoonstelling van 1897. Haar werk M’Fumu is een hommage aan de Congolose intellectueel, activist, stichter van de Union Congolaise en organisator van het 2de Pan-Afrikaans congres (Brussel, 1921) Paul Panda Farnana. Benassi’s tramhalte heeft iets van een skelet. De onderdelen bestaan uit afgietsels van beenderen van exotische dieren die ze in het Afrikamuseum vond. Nu en dan lezen acteurs voor uit King Leopold’s Soliloquy van Mark Twain (1905). Bingo!
De film van Meessen is verbluffend. Onder meer door de manier waarop hij muzikanten (allen vrouwen!) uit Kinshasa tegenwoordig de oude song laat vertolken. Hier bepaalt de muziek de film, niet omgekeerd. Ik genoot in het bijzonder van een aantal bijna dromerige elementen (maar we bevinden ons in Kinshasa, en daar is alles wat je niet echt acht toch echt). Twee mannen op een dak passeren de revue met een glazen cirkel. De film werd gedraaid in de 1,2, 3 Club, de legendarische plek waar destijds het OK Jazz Orchestra zwaar scoorde.
Op mijn vraag of de kunstenaar een historicus is geworden antwoordde Vincent Meessen in Pompidou dat de geschiedenis andere vormen nodig heeft. Omdat de geschreven geschiedenis haar grenzen heeft bereikt. Via films en installaties kunnen onbekende passages alsnog belicht worden. De kunstenaars op Personne et les Autres beenden allemaal kleine, vaak vergeten of nog niet geweten en, in het kader van de koloniale geschiedschrijving, belangrijke narratieven uit. Neem er je tijd voor. Want alle bijdragen zijn interessant. Ik pik er een aantal werken uit.
18
Nog een schitterende installatie is Negative Space. A Scenario Generator for Clandestine Building in Africa van James Beckett . Via nieuwe combinaties van allerhande bouwwerken (die als houten blokjes in zijn technisch vernuftige grijpmachine zitten) wil hij nutteloze en ongebruikte ruimtes opnieuw een doel geven. Een mooie commentaar op het modernisme dat door de kolonisator destijds in Afrika werd geïntroduceerd, niet zonder ideologische agenda. In een poëtische installatie geven Tamara Guimaraes en Kasper Akhoj opnieuw een stem aan Ernest Mancoba (1904-2002), de Zuid-Afrikaanse schilder die één van de stichtende leden van CoBra was maar wiens naam door kunsthistorici vergeten schijnt te zijn en niet in de geschiedenisboeken is opgenomen.
In het nieuwe werk Sociétés Sécrètes dat Baloji voor Personne et les Autres maakte, zien we scarificaties op koperplaten. Net als Benassi trok hij voor zijn onderzoek naar het Afrika museum. De scarificaties waarvan bepaalde etnische groepen zich bedienden maakten deel uit van hun identiteit, maar werden ook een paspoort voor de kolonisator, die rebellerende groepen hierdoor snel kon identificeren. Het koper verwijst naar de manier waarop de Ik was ook erg onder de indruk van de werken van Sammy Baloji. Essays on urban planning is een serie van 12 foto’s. Zes ervan zijn luchtfoto’s van Lubumbashi, zes andere foto’s tonen panelen met vliegen en muggen uit het Nationaal Museum van dezelfde stad, waar Baloji trouwens geboren werd. Hij wijst ons hiermee op de afstand van 500 meter die zwarte en blanke wijken indertijd scheidde. Een afstand die werd bepaald door de maximale vlucht van de malariamug. Segregatie en social engineering die hygiëne als argument hanteert.
kolonisator rijk werd op de kap van de Congolese bevolking. Maar ook nu nog zijn westerse bedrijven zeer actief in de koperbusiness. Waardoor Baloji’s werk duidelijk maakt dat economische exploitatie synchroon loopt met het uitwissen van de etnische identiteit. Baloji is trouwens ook één van de kunstenaars die door Okwui Enwezor in het Arsenale werd uitgenodigd (zie hoger). Sterk. Zeer sterk.
2. IJSLAND
(Campo dell’ Abbazia, Canareggio) (VP Rialto en vanaf daar een dik kwartier stappen) Aan de Chiesa Santa Maria della Misericordia verraden vlag noch wimpel dat hier het paviljoen van Ijsland gehuisvest is. Christoph Büchel huurde de kerk van een privé-eigenaar en plaatste er een moskee in. En dat was niet naar de zin van de Venetianen. Twee weken na de opening al kwamen de autoriteiten de zaak sluiten. Drogredenen: men had al eens 110 bezoekers ontvangen i.p.v. de toegelaten 90 personen, er was geen officiële aanvraag ingediend voor een moskee die as such ook gebruikt zou worden. De echte reden: Door de aanwezigheid van deze moskee kon men de veiligheid van de Venetianen en de toeristen niet garanderen. Te triest voor woorden. In het historische centrum van Venetië is namelijk geen moskee te vinden, en dat is waar Büchel op reageerde. Maar net door die consternatie is dit
één van de beste en meest relevante paviljoenen. Check op voorhand hoe de situatie is. Als het paviljoen alsnog terug operationeel is: Ga er Mekka Cola halen! En trek je schoenen uit!
19
3. ARMENIË
(San Lazzaro/ VP 20 vanaf Giardini) Armenië kreeg de prijs voor het beste paviljoen. Een beetje te veel eer, want niet alle 18 kunstenaars op Armenity leveren uitstekend werk af. Wie er met kop en schouders bovenuit steekt, is de in Aleppo geboren Mekhitar Garabedian, die in Gent woont en werkt. In het gras voor het Armeense klooster staan twee megafoons. We horen de stem van zijn vader die alle namen opnoemt van de mensen die hij, na allerlei omzwervingen, leerde kennen. Je hoort hem soms aarzelen, en dan geraakt hij weer op gang. Een 9 minuten durende reflectie over hoe ons geheugen werkt, en wat er met mensen gebeurt die hun geboortegrond moeten verlaten.
genocide die we dit jaar herdenken - was daar een gruwelijk voorbeeld van. Maar de beleving van en de herinnering aan die geschiedenis verloopt anders. Jonge Armeense kunstenaars, allen opgegroeid in de diaspora, worden getekend door een geschiedenis die ze niet persoonlijk meemaakten maar die hun identiteit wel bepaalt. M.a.w.: het geheugen trekt zich weinig aan van het lineaire verloop van de tijd. Wie we nu zijn wordt zowel door ons verleden als onze toekomst bepaald. Postmemory heet dat.
Een ander subliem werk laat in neon de zin The world is alive and Van is alive p. 49 Mahari zien. De neon hangt in een inham waar de monniken met hun bootjes aanmeren. Met zicht op de lagune. Garabedian laat hier de naar Siberië verbannen Armeense schrijver Gurgen Mahari aan het woord die voor zijn boek Burning Orchards (1966) meteen na publicatie de banvloek kreeg in Yerevan. Ook in het indrukwekkende klooster ging Garabedian aan het werk. Op de drukpersen van de Mekhitaristen creëerde hij Table (Histoire de mes ancêtres), een inhoudstabel van een kinderboek over de Armeense geschiedenis dat alle heldendaden en historische data opsomt. Garabedian lijkt te willen zeggen dat geschiedenis niet zo werkt. Er zijn ijkpunten, en 1915 - met de Armeense
In de mooie kapel van het klooster ligt een pak wit papier. Ga even door de knieën en kijk naar het witte blad, dat niet wit is. Je ziet, in reliëf, een aantal Armeense woorden. Garabedian haalde ze van een gedenkplaat voor Daniel Varoujan op de Gentse universiteit. Het Armeens werd op die plaat niet vertaald, en dus ook niet in dit kunstwerk. De dichter blijft onbegrepen.
Een humoristisch en zeer goed werk is Accent Elimination van Nina Katchadourian die haar ouders ondervraagt over de manier waarop ze haar familienaam moet uitspreken (Katchadourian of Katchatourian?!). Een film over migratie en hoe die onze taal aantast en verandert. Ook Sarkis is present met een aantal glasramen maar voor zijn solo kan je terecht in het Turks paviljoen. De trip naar San Lazzaro is overigens heerlijk. Eenmaal daar is de stilte er overdonderend. Neem je tijd voor het bezoek aan het klooster zelf. Er zijn prachtige en uitzonderlijke dingen te zien.
20
4. NIEUW-ZEELAND (Piazzetta San Marco/ VP San Marco)
In de schitterende Bibliotheca Nazionale Marciana (van Jacopo Sansovino) is Secret Power te zien, een enorme installatie van Simon Denny. Denny onderzocht de door Edward Snowden gelekte files en brengt een verbluffende maar bijzonder gelaagde en complexe commentaar over de manier waarop ongekende krachten en machten onze levens bepalen. In combinatie met de kaarten en schilderijen van de prachtige bibliotheek een zeer relevante bijdrage.
5. OOSTENRIJK (Giardini)
Oostenrijk krijgt de prijs voor het leegste paviljoen! Heimo Zobernig beperkte zich tot het installeren van een zwarte vloer en dito plafond, waarmee hij alle referenties naar de architectuur (tussen historicisme en modernisme) van Joseph Hoffman (die het paviljoen in 1934 ontwierp samen met Robert Kramrieter) uitwist. Door de ingreep is de hele vloer genivelleerd en valt de scheiding tussen binnen en buiten weg. Heel interessant.
6. GROOT-BRITTANNIË: SARAH LUCAS (Giardini)
Sarah Lucas (1962, Londen), lang geleden één van de Young British Artists, had maar één doel voor ogen toen ze de opdracht kreeg voor het Britse paviljoen: iedereen moest er vrolijk van worden! Ik werd meer dan jolig van I scream Daddio van Lucas, die trouw bleef aan haar favoriete thema’s: gender, dood en seks. Ze liet het hele paviljoen schilderen in custardgeel (in het Frans: Crème Anglaise!) en zette er haar soms zeer fallische sculpturen (ééntje kreeg als titel Maradona, juist ja, de voetballer!) neer. Net als een serie beelden van vrouwenkonten, mét een sigaret op plekken waar je ze niet verwacht. Smoking guns!
21
7. DENEMARKEN: DANH VO (Giardini)
Het Deense paviljoen toont Mothertongue, een zeer traditionele presentatie van het werk van Danh Vo (1975), die op Punta della Dogana de beste tentoonstelling van Venetië maakte. Maar loop hier ook binnen voor een goed beeld van het werk van deze in Vietnam geboren en in Denemarken (bijna letterlijk) aangespoelde kunstenaar. Mooi is zijn gebruik van kleine bankjes, ontworpen door de Deen Finn Juhl. Voor meer info verwijs ik door naar mijn uitgebreide tekst (Collateral events. 1.) over Vo’s tentoonstelling Slip of the Tongue.
Het is SMAK-directeur Philip Van Cauteren die door de Ruya Foundation werd gevraagd om als curator van het paviljoen van Irak aan te treden. De titel Invisible Beauty heeft Van Cauteren letterlijk genomen. De schoonheid van kunstenaars uit Irak wordt hier zichtbaar gemaakt. Want kunst maken in Irak was lange tijd, en helaas nog, iets voor de duisternis. Ik was blij om de foto’s van Latif Al Ani, één van de meest gerespecteerde fotografen in Irak, te ontdekken.
8. TURKIJE: SARKIS (Arsenale, Sale d’Armi)
Turkije maakt een statement op deze Biënnale door tijdens het herdenkingsjaar van de Armeense genocide de Armeense kunstenaar Sarkis (1938, Istanbul) carte blanche te geven. Sarkis laat in Respiro een aantal dramatische werken uit de kunstgeschiedenis (als De slag bij San Romano van Paolo Uccello, het Isenheim altaarstuk van Matthias Grünewald en La tempesta van Giorgione) mee zinderen. Kijk naar zijn glasramen! En naar het altaar uit rood glas dat dezelfde afmeting heeft als het altaar van het Contarelli-kapel in de San Luigi degli Francesi in Rome, waar Caravaggio’s werken
9. IRAK
(Ca Dandola/ VP San Toma)
met scènes uit het leven van Matteüs te zien zijn. En luister ondertussen naar de muziek die Jacopo Baboni-Schilingi maakte op basis van de kleuren van de neons van Sarkis.
Ook de tekeningen van Salam Atta Sabri die, na een leven in de V.S. en Jordanië, in 2005 onder het regime van Hoessein in Bagdad terug aankwam, maken indruk. Atta Sabri, die oorspronkelijk in keramiek werkte, redde zich artistiek door op een dag de potloden van zijn dochters te nemen en te beginnen tekenen. Uit therapie, meer dan uit ambitie. Op de opening drukte de kunstenaar zijn grote dankbaarheid uit voor wat hem overkwam. Mister Philip had hem als het ware van de vergetelheid gered. Ook minister van cultuur Sven Gatz bleef niet onbewogen.
22
Ook sterk zijn de werken van de nauwelijks 28-jarige en naar Turkije gevluchte Haider Jabbar. Zijn werk doet door de stijl en het coloriet een beetje aan Marlene Dumas denken maar door de gruwel die de kunstenaar meemaakte, is hier geen afstand tussen het onderwerp en de afbeelding ervan. Nog bijzonder: Van Cauteren bezocht eind vorig jaar 3 vluchtelingenkampen, waar de Ruya Foundation tekenmateriaal verdeelde. Uit de
meer dan 500 inzendingen maakte Ai Wei Wei een selectie. Opvallend is dat mensen die have en goed hebben moeten verlaten en de gruwel persoonlijk in de ogen hebben gekeken, niet die gruwel tekenen, maar een huis met spelende kinderen, een kikker, Spongebob … Kunst is het niet en net daarom is deze serie des te indrukwekkender. De opbrengst van het boek Traces of Survival gaat integraal naar de vluchtelingenkampen.
10. DUITSLAND (Giardini)
De Duitsers houden ervan hun paviljoen compleet af te breken. Waar dit goed voor was weet ik niet. Ik vond het nodeloos ingewikkeld. Op het dak gooit Olaf Nicolai nu en dan een boomerang door de lucht. Ga er beneden in ligzetels gewoond de nieuwe film van Hito Steyerl bekijken!
23
En dan begin je aan de rest van de stad! Verlies geen tijd door mordicus alle paviljoenen te willen bezoeken. Veel interessanter is het om langer in het Centrale Paviljoen of het Arsenale te blijven. Of trek de stad in. Het aantal tentoonstellingen is niet te tellen.
24
MIJN TOP 10: 1. SLIP OF THE TONGUE, PUNTA DELLA DOGANA (VP Salute). Tot 31 december. Open van 10 tot 19 uur. Gesloten op dinsdag.
Dat een kunstenaar als curator optreedt in dit door Tadao Ando verbouwde optrekje van de Franse zakenman François Pinault is een primeur. De Deense kunstenaar Danh (zeg: Jan!) Vo maakte er, met werken uit de collectie van Pinault en uit verschillende Venetiaanse instituten, de tentoonstelling Slip of the Tongue. Zelden zo’n interessante en pakkende tentoonstelling gezien op deze plek, die ik nogal klinisch vind. Vo behoort sinds een jaar of vijf tot het internationale kransje van kunstenaars dat tentoon stelt in de beste musea ter wereld en bij een topgalerie (Marian Goodman) zit. Zijn leven heeft iets van een film. Geboren in Vietnam in 1975, op vierjarige leeftijd gevlucht, door een Deens schip gered van de door zijn eigen vader getimmerde boot waarop hij met zijn familie rond dobberde, op die manier in Kopenhagen beland. Nu leeft en werkt hij in Mexico. Zijn eigen verhaal en dat van zijn familie heeft hem heel lang bezig gehouden. Op Slip of the Tongue zie je Oma Totem waarin Vo een wasmachine, een koelkast met een kruis erop en een TV op elkaar stapelde. Het zijn de objecten die zijn grootmoeder kreeg van de bijstand toen ze als vluchtelinge in München aankwam.
25
Vo zette zijn eigen vader zelfs aan het werk. Phung Vo, die geen Frans spreekt of leest, kopieerde een brief die een katholieke missionaris, enkele dagen voor zijn executie in 1861, vanuit Tonkin naar zijn vader schreef. Vo vertrekt vaak van een persoonlijke ervaring om iets over de wereld te vertellen. Aan het plafond van de benedenverdieping hangt een enorme luchter. Die haalde Vo uit het Hotel Majestic in Parijs. Het is namelijk onder die luchter dat de Amerikanen in 1973 met de Vietcong onderhandelden. Vo laat er ook een houten krat met het logo van Carnation Milk zien. Daarin plaatste hij een fragment - door Vo zelf (of één van zijn assistenten) in stukken gezaagd - van een 17de eeuwse gepolychromeerd houten beeld dat Christus voorstelt (of voorstelde!). Je wordt even onwel van zo’n daad. Maar dan kom je weer te weten dat Vo van die melk hield. En dus heet het werk Beauty Queen.
En toch wordt zo’n krat betekenisvol. Een hoger model van Johnny Walker (zo gemaakt omdat er meer flessen in konden!) met een fragment van een 17de eeuws beeld van een cherubijntje (te zien in het Deense paviljoen) erin verwijst naar het favoriete drankje van de koloniale machthebbers. Nog een subliem werk hangt aan het plafond. Allerhande werktuigen, zoals een niet ongevaarlijke zaag, hangen er tussen opengevouwen kartonnen dozen waarop in goud aan de ene kant de 13 strepen en 13 sterren van de eerste versie van de Amerikaanse vlag werden aangebracht en aan de andere kant de logo’s van Scott, Coca Cola, Kellogg’s en Colgate. De kroonjuwelen van een natie en een herinnering aan de manier waarop de V.S. uiteindelijk aan een vlag met 50 sterren kwam.
Vo is ook een man met humor. Hij zette op een fragment van een beeld van een kind uit de 2de eeuw N.C. een gotisch beeld van een madonna. Titel: Your mother sucks cocks in hell! Citaat-je uit The Exorcist. Een film die hij ook twee keer parafraseert in het Deens paviljoen.
Nog innemend: de werken van Lee Lozano en Francesco Lo Savio. Vermakelijk: de springplank die Elmgreen & Dragset monteerden op een raam. Nog: het werk van Felix-Gonzalez-Torres.
Vo bouwde Slip of the Tongue zorgvuldig op via formele en inhoudelijke linken naar het werk van de 39 andere kunstenaars. Je valt van de ene verbazing in de andere. Het zijn allemaal topwerken en ensembles die je zelden te zien krijgt. Ik was totaal weg van de Codex Artaud die Nancy Spero begin jaren 70 maakte. En van Gold sheet, een werk van Roni Horn. Letterlijk: een blad goud.
Ook Hildegard is erbij, een van de poppen die figureerden in de film Das Loch van Harald Thys & Jos De Gruyter! Uit de Galleria dell’ Accademia leende Vo een werk van Giovanni Bellini. Uit de Fondazione Giorgio Cini een aantal schitterende miniaturen. Dit is werkelijk de beste tentoonstelling die je in Venetië kan bekijken.
26
2. PROPORTIO. PALAZZO FORTUNY. SAN MARCO 3958- SAN BENETO (VP Sant’Angelo) Open van 10 tot 18 uur. Gesloten op dinsdag.
Axel Vervoordt maakt voor de vijfde keer een tentoonstelling in het Palazzo Fortuny. Rond de sacrale verhoudingen en de gulden snede, die men eeuwen geleden linkte aan geheime, spirituele kennis. Vervoordt trad op als curator en ontwierp samen met de Japanse architect Tatsure Miki vijf ruimtes, opgetrokken uit hennep en kalk. Bedoeling is om de bezoeker fysiek de sacrale proporties te laten voelen (en niezen, die hennep ging in mijn neus zitten!). Architectuur en de leer der verhoudingen kreeg, evident, een grote rol op Proportio. Via een tekening van Dürer, een pagina uit het baanbrekende en invloedrijke werk Architectura van Hans Vredeman de Vries (een belangrijk handboek voor het gebruik van klassieke, architecturale elementen) tot de maquette van de Villa Savoye van Le Corbusier en zijn tabouret voor de Cité Radieuse. Vervoordt pakt naar goede gewoonte uit met een aantal sterke ensembles. Eentje om voor op je knieën te gaan zitten is het portret van een vrouw (1485) door Sandro Boticelli naast een werk van Jef Verheyen.
Een ruimte die me deed duizelen was die met de rode draden van Fred Sandback, een indringend schilderij van Brice Marden en een quadriptiek van Raoul De Keyser. De zaal met Anish Kapoor en Giacometti is subliem. Nog bijzonder is een werk uit albast van Eduardo Chillida. Op de grond ligt Romeu, een sculptuur van Berlinde De Bruyckere. Een andere naakte man in Fortuny is het gipsen model van de Paris van Canova. Uniek!
Neem je tijd voor Proportio. Want er is zo veel te zien. Nog een aantal persoonlijke favorieten: de schilderijen van Agnes Martin, Kees Goudzwaard, Ben Nicholson, Josef Albers, Robert Ryman en Kazuo Shiraga. Het werk Golden Hans op de Beeck (ook aanwezig op GlasDream van Ann Veronica Janssens waar ik stress!) maakt indruk met zijn nieuwe video altijd stil van word. En dan had ik het nog niet Night Time. over alle kostbare oudheden die Vervoordt er toont. Een must see. De show wordt echter gestolen door Raio, een gigantisch werk (285 x 370 cm!) van Michaël Borremans, voorstellende: het paard van Axel Vervoordt zelf!
27
3. PORTABLE CLASSIC. PRADA FOUNDATION. CA’ CORNER DELLA REGINA. SANTA CROCE 2215 (tegenover Ca Pesaro) (VP San Stae of Rialto Mercato). Open van 10 tot 18 uur. Gesloten op dinsdag.
campo vaccino genoemd). De Grieks-Romeinse voorbeelden zouden een hele industrie in gang trappen. De originele beelden werden in allerhande materialen en andere formaten gekopieerd, eeuwen aan een stuk.
In Milaan liet Muccia Prada ondertussen een oude stokerij verbouwen door Rem Koolhaas, maar The Prada Foundation pakt ook in Venetië naar goede gewoonte sterk uit met een tentoonstelling die ook door Prada’s vaste architect Rem Koolhaas werd vormgegeven. En hoe! Portable Classic reconstrueert op een verrassende manier het verhaal waarop men vanaf de 15de eeuw, met de opkomst van de Renaissance, geïnteresseerd geraakte in al die oude rommel die de Romeinen hadden achtergelaten (het was de tijd dat er nog koeien graasden op het Forum Romanum, om die reden
In de centrale zaal zie je een recente kopie die in Napels werd gemaakt van de zgn. Farnese Hercules. En Hercules wordt kleiner en kleiner, tot hij nog 20 cm is en uit beschilderd porselein bestaat, een beeldje uit het Victoria & Albert Museum.
Portable Classic is ook het verhaal van de geschiedenis van het verzamelen. Als thema niet slecht nu de stad door nogal wat verzamelaars wordt bezocht. Uit het Museum voor Schone Kunsten in Gent is een werk van Tintoretto te zien, namelijk zijn portret van Giovanni Paolo
Corner, die een klassiek beeldje vast houdt. In de displays zie je vervolgens kopieën van dat beeld. De kwaliteit van de werken, die uit de meest prestigieuze musea ter wereld komen (van ’t Getty in L.A. tot het Hermitage), is buitengewoon hoog en de presentatie is super.
4. PARADISE. CY TWOMBLY. CA PESARO.
(VP San Stae of Rialto Mercato) Open van 10 tot 18 uur en na 31 oktober tot 17 uur. Dicht op maandag.
Als je de Prada Foundation bezoekt, ga dan om de hoek ook naar Ca Pesaro waar Gagosian en de Cy Twombly Foundation een heel mooie presentatie maakten met werk van de Amerikaanse schilder Cy Twombly (1928-2011), de abstract expressionist die zijn halve leven in Italië woonde en zich voornamelijk door de antieke en Europese kunst en literatuur zou laten inspireren. Maar altijd op leven en dood, met de liefde als dynamische kracht en motor.
Ik viel om bij het zien van twee van zijn landschappen uit 1986: het kan niet anders of dit is Twombly’s ode aan Caspar David Friedrich. En net zoals bij zijn overzicht in Tate Modern in 2008, viel me op hoe krachtig de werken zijn van een man die toen al 80 was. En dan te bedenken dat Donald Judd, toch een groot kunstenaar en uitmuntend criticus, ooit beweerde dat er behalve een aantal strepen en woorden niets te zien was op de schilderijen van Cy Twombly! Subliem is een enorm schilderij dat rozen voorstelt. Op basis van Les Roses van R.M.Rilke. Verzuipen in verf en poëzie. Ik hield deze tentoonstelling voor de laatste dag. Het is een ideale afsluiter om de stad in ultieme schoonheid te verlaten!
28
5. MY EAST IS YOUR WEST
(Palazzo Benzon, San Marco 3927, vanaf Santo Stefano de weg naar Fortuny volgen maar iets vroeger afslaan naar links!) Open van 10 tot 18 uur. Gesloten op maandag. Kunst veroorzaakt soms doorbraken die politiek onmogelijk zijn. Op de tentoonstelling My East is your West komen op die manier India en Pakistan samen. Shilpa Gupta (1976) leeft en werkt in Mumbai en Rashid Rana (1968) in Lahore. Het werk van Rana doet je technisch versteld staan (je speelt ook zelf een rol in het kunstwerk als je lang genoeg voor de camera staat!) maar ik was vooral geïntrigeerd door het werk van Gupta die een poëtische en literaire queeste ondernam over het leven op de grens tussen Indië en Bangladesh. Een ontdekking waar je even je tijd voor moet nemen.
6. ENERGY MADE VISIBLE. JACKSON POLLOCK’S MURAL. PEGGY GUGGENHEIM.
Tot 16 november. Open van 10 tot 18 uur. Gesloten op dinsdag. Dorsoduro 701 (VP Accademia of Salute) Verpruts je tijd niet aan de tentoonstelling die het museum maakte over Charles, de oudere broer van Jackson Pollock (al zie je een paar fijne jeugdwerkjes van Jack, met zijn broer ging het stilistisch uiteindelijk alle kanten op. Too bad!). Ga meteen voor the real thing! Bezoek, als je er bent, ook de collectie, die nu en dan van opstelling verandert. Dit keer een prachtige presentatie met werk van Mondriaan, Van Doesburg, Georges Vantongerloo en Magritte. En hetgeen me erg blij maakte: een beeld van mijn oude liefde de Dogon uit Mali ertussen! In de collectie Schulhof zie je een aantal schitterende werken van Ellsworth Kelly. Guggenheim presenteert namelijk Pollocks le- Ga, eenmaal in de tuin, ook even Peggy zelf gendarische Mural uit 1943. Het grootste werk groeten. En haar hondjes. Noblesse oblige! dat hij ooit maakte, uit de periode voor de drippings. Pollock maakte dit werk voor Peggy Guggenheims appartement in New York (het werk zegt iets over de afmetingen van haar optrekje), die het later om een onbekende reden aan de universiteit van Iowa schonk. Het schilderij, dat gedurende 18 maanden werd gerestaureerd in het Getty in Los Angeles, wordt vergezeld door werken van Lee Krasner (met wie Pollock in 1945 in het huwelijk trad), Robert Motherwell, … en een serie foto’s die van invloed waren op zijn werk in de jaren 40. Echt geweldig.
29
7. GLASSTRESS
(Palazzo Franchetti. Instituto Veneto die Scienze, Lettere ed Arte, Piazza Santo Stefano 284. VP Accademia) Tot 22.11. Elke dag open van 10 tot 18 uur.
Gotika is de titel van deze samenwerking tussen het Hermitage Museum en Berengo Studio.
doen herleven. Zo letterlijk hoef je ’t niet te nemen want heel wat kunstenaars gingen nogal vrij met de opdracht om en deden gewoon hun ding, in glas. Niet alle werken zijn even kwaliteitsvol maar nu en dan zit er een juweeltje tussen, zoals een boek met gekleurde platen van Olafur Eliasson. Ik zag er ook mooi nieuw werk van Johan Creten, Hans op de Beeck en Pascale Marthine Tayou. Ook Thomas Lerooy en Wim Delvoye zijn van de partij, met bestaand werk.
Het is echter Koen Vanmechelen die de show steelt. Zijn Awakener/ Lifebank neemt een hele etage van dit prachtige palazzo in. Deze keer ligt de focus niet op kippen maar op zaden. De boodschap is duidelijk: don’t mess with food! Zaden vormen de kern van ons bestaan. Vanmechelen verzamelde zeldzame soorten in glazen bokalen en presenteert ze als kostbaarheden in de kluis van een bank (het Palazzo Franchetti was ooit de zetel van de Banca di Venezia). Hij installeerde ook een tuin en verderop wordt er volgens het principe van slow food gekookt met de ingrediënten eruit. Ik heb geproefd en het was zeer lekker! Het was zeer lekker! Vanmechelen zit ook op het eiland Murano voor een kweekprogramma met kip, champignon en dromedaris! Inclusief restaurant. Maar daar ben ik helaas niet geraakt.
Op deze tentoonstelling wil men nagaan hoe middeleeuwse vormen en structuren ook in de beeldtaal van nu zijn binnengedrongen en hoe kunstenaars die via Venetiaanse glastechnieken 30
8. JIMMIE DURHAM. VENICE: OBJECTS, WORK AND TOURISM.
Fondazione Querini Stampalia. Tot 20 september. Open van 10 tot 18 uur. Gesloten op maandag. De Amerikaanse kunstenaar Jimmy Durham (1940) praatte in Venetië en op de eilanden van de lagune met mensen die meestal onzichtbaar blijven: de mannen die de boten maken en herstellen, schrijnwerkers, glasblazers, … Ondertussen verzamelde hij allerlei rotzooi van de straat: glas, oude stenen. En hij leerde één en ander over oude ambachten en technieken. Met zijn gevonden materiaal maakte hij nieuwe werken en constellaties die worden tentoongesteld tussen de kostbare kunstobjecten en –werken van de Fondazione Querini Stampalia. Het is Durhams commentaar op een cultuur die verdwijnt ten voordele van het toerisme. Dit is ook één van de weinige plekken waar je moderne architectuur ziet in Venetië. De gelijkvloerse verdieping werd er namelijk in 1959 verbouwd door Carlo Scarpa.
9. JENNY HOLZER. WAR PAINTINGS.
Museo Correr (Piazza San Marco) Tot 22 november. Elke dag open van 10 tot 19 uur. Na 31 oktober tot 17 uur. Je moet heel wat gangen van deze prachtige collectie door voor je het werk van de Amerikaanse conceptuele kunstenaar Jenny Holzer vindt, maar het loont de moeite. Holzer is vooral bekend voor haar werken in neon, maar sinds een jaar of tien, in de nasleep van Nine Eleven, maakt ze schilderijen waarvoor ze zich baseert
op allerhande gevoelige documenten van de Amerikaanse overheid (de War on Terror, de acties in Afghanistan en Irak). Je moet deze schilderijen dus vooral lezen. Je stoot op ondervragingen, autopsierapporten en op zeer pakkende uitspraken van mensen die werden opgepakt.
31
ZOEK DE BELGEN/ CHERCHEZ LES BELGES! 10. HEARTBREAK HOTEL. WALTER VANHAERENTS. GIUDECCA.
Fondamenta delle Zitelle (Neem de VP aan Zattere en stap uit aan Zitelle). Open van 10 tot 18 uur. Gesloten op dinsdag. Walter Vanhaerents, de aannemer uit Torhout die zijn eigen collectie al sinds een paar jaar in Brussel laat zien, huurde een ruimte op Giudecca waar hij op de tonen van Elvis’ Heartbreak Hotel werk laat zien van o.m. Cindy Sherman, Yinka Shonibare, Ugo Rondinone, Andy Warhol en Sam Falls. Bijzonder is Four Part Large Animals van Bruce Nauman en de vier Martyrs van Bill Viola. Toegegeven, aan de presentatie van de serie in Saint-Paul’s Cathedral raakt men hier niet, maar: vaut le détour! (en als je daar bent spring dan 30 meter verder bij de buren binnen om de werken van Mark Dion te zien!)
Er zijn nogal wat Belgische kunstenaars die deze zomer werk in Venetië tentoon stellen. Met Belgen bedoel ik ook alle kunstenaars die hier niet geboren zijn maar wel wonen en werken en vice versa, die hier geboren zijn maar andere oorden hebben opgezocht. De kunstwereld is namelijk een globale onderneming. Vincent Meesen palmt samen met o.m. Sammy Baloji het Belgisch paviljoen in. In de tentoonstelling van Okwui Enwezor vind je werk van Chantal Akerman, Carsten Höller, Sammy Baloji, Ricardo Brey en Marcel Broodthaers.
Marcel Broodthaers’ Armoire de Cuisine is te zien op Slip of the Tongue, net als Hildegard van Harald Thys & Jos De Gruyter.
Werk van Michaël Borremans, Koen van den Broek, Jef Verheyen, Raoul De Keyser en Berlinde De Bruyckere wordt getoond op Proportio in Palazzo Fortuny. Thomas Lerooy, Hans op de Beeck, Wim Delvoye, Johan Creten, Pascale Marthine Tayou en Koen Vanmechelen zie je op Glasstress. Vanmechelen zit ook op Murano. En het werk waarop Rinus Van de Velde zichzelf afbeeldt terwijl hij Warhols Brillo Boxen maakt, is te zien op Revenge of the Common Place, de Vlaamse bijdrage aan deze Biennale in Palazzo Nani Mocenigo, Dorsoduro 960 (VP Accademia). Werk van Magritte en Georges Vantongerloo tref je aan in de recente collectie-presentatie bij Peggy Guggenheim.
32
PRAKTISCH Take your time! Neem je tijd. Een mens kan niet meer kunst aan dan zijn/ haar hoofd kan vatten. Kijk, en neem nu en dan een break om te lezen. Voor het Arsenale had ik een uur of zes nodig. En dan ging ik nog eens terug. Want alles in één keer opnemen is ondoenbaar. In het midden vind je een bar waar je iets kan eten en drinken (de Insalata Biënnale is niet eens zo slecht!). Verderop vind je nog een bar, waar je rustig kan zitten, met zicht op het water en de Corderie. Overal Illy-koffie. Live Happ-illy heet dat!
Plan! Kortom, neem een dagje voor de Giardini, een dag voor Arsenale en combineer op een derde dag een paar paviljoenen en tentoonstellingen in de stad.
Nogal wat paviljoenen liggen in de stad. Combineer die met andere tentoonstellingen voor je voeten het begeven en je alweer naar huis moet.
Als je de belangrijkste tentoonstellingen wil zien en de Biënnale wil bezoeken zonder te joggen heb je een dag of vier nodig.
Het paviljoen van Nieuw-Zeeland kan je best combineren met The War Paintings van Jenny Holzer. Allemaal op San Marco.
Alle info op www.labiennale.org
Vandaar kan je oversteken naar Salute. Voor Punta della Dogana. En vanaf daar ben je op een wip bij Peggy Guggenheim. Als je daar dan toch bent, spring dan binnen bij Palazzo Cini waar Ettore Spalletti tentoonstelt.
Glasstress, aan de brug van Accademia, kan je makkelijk combineren met Revenge of the Common Place, de Vlaamse bijdrage met werk van Francis Alÿs, Song Dong en Rinus Van de Velde.
Als je naar Giudecca wil, neem je de boot vanaf Zattere. Vijf minuten stappen vanaf Accademia. Check de uren van de boot naar het Armeense paviljoen op San Lazzaro. Je kan een boot nemen vanaf San Zaccharia maar het is handiger vanaf Giardini omdat er van daaruit meer boten vertrekken. Omdat er meer boten vanaf Giardini vertrekken. Je kan, op lijn 20, een eiland vroeger afstappen voor de bijdrage van Cuba. Neem water mee naar Armenië! Je gaat naar een klooster, en daar is geen bar! Op de Biënnale kan je handige plannetjes meenemen.
Proportio en My East is your West liggen op loopafstand van elkaar. Net zo voor The Prada Foundation en Ca Pesaro. Jimmie Durham stelt tentoon op Santa Maria Formosa. Vanaf daar kan je te voet makkelijk naar het Arsenale.
33
Openingsuren! Kijk wat uit als je naar de Biënnale trekt en maak een goede planning om te voorkomen dat je voor gesloten deuren staat. Heel wat musea zijn dicht op dinsdag. Maar een enkele keer op maandag.
Logeren! De Biënnale zelf is gesloten op maandag. Openingsuren: van 10 tot 18 uur en op vrijdag en zaterdag tot 20 uur. Een enkele keer is een tentoonstelling pas om 11 uur open, zoals in Palazzo Cini.
wel zelf je vuilniszak buiten zetten! Voor half 8! Of er volgt een boete! Check www.veniceappartments.com en www.veniceapartments.org
Bagage!
Short guide! Als je enigszins geïnformeerd door de Biënnale wil geraken, koop je best de short guide. Hij weegt geen ton, kost geen fortuin en je vindt er per kunstenaar een goede beschrijving van het werk dat wordt getoond. Opgepast: het boek werd gedrukt voor de definitieve installatie van
Een economische manier om in Venetië te logeren is een appartement huren. Je vindt goede adressen vanaf 800 euro per week voor vier personen. Ze voorzien ook handdoeken. Je moet
de tentoonstelling. Een aantal kunstenaars dat in het Arsenale belandde (zoals Carsten Höller, Christian Boltanski, Mika Rottenberg en Adrian Piper!), staat onder Giardini gecatalogeerd. Bij de les blijven dus!
Als je vroeg moet uitchecken (en je hebt geen hotel) en je weet met je bagage geen blijf, laat ze dan achter bij Venice Luggage Deposit, niet zo ver van Rialto. Betrouwbaar.
Edoch slechts om 9 u 30 ’s ochtends open! 10 euro per koffer, 3 euro per zak. www.veniceluggagedeposit.com
Porter Service! Als je zwaar geladen bent (zoals ondergetekende, die altijd met tien kilo boeken naar huis gaat) en een appartement hebt gehuurd (waar je je bagage niet kan achterlaten) kan je een porter bestellen. Die komt met een stootkar je koffers
ophalen. Kost 30 euro. Tien euro extra als je meer dan zes bruggen over moet (zoals ik, maar lief lachen, een mooie vriendin aan je zijde en een beetje Italiaans spreken doet altijd wonderen!)
Vaporetto! Neem een pas voor een aantal dagen. Zelfs al neem je een dag geen Vaporetto. Het is goedkoper dan aparte tickets kopen.
De 1 stopt overal, de 2 gaat iets sneller maar slaat haltes over.
34
Taxiboot! In case of emergency kan je een boot nemen. 100 euro van Marco Polo tot aan de stad. Spreek de fermata’s (de stops) af als je met een aantal mensen bent. Per koffer en fermata komt er vaak iets bij. Het is handig en als je met een bende bent maar net iets duurder dan de Allilaguna. Als je ergens op een eiland blijft steken is het zeer comfortabel om het nummer van Venezia Motoscafi bij te hebben: 0039.041.71.69.22 en 0039.041.71.67.67.
Meer info? Mail:
[email protected] Of vind me op Facebook of Twitter. Laat me ook weten, als je Venetië bezoekt, wat jouw ervaringen zijn. Ik was er 6 volle dagen maar zag bijlange niet alles. En miste de show van Peter Doig die zeer goed schijnt te zijn en geraakte niet in de paviljoenen van Cyprus en Iran, waarover ik goede dingen vernam. Laat het weten! Benieuwd naar jullie ervaringen en tips!
Copyright foto’s Chantal Pattyn (behalve portret Okwui Enwezor, beeld Bruce Nauman en beelden uit de film 1,2, 3 van Vincent Meessen)
35