Agendanr. Voorstelnr. Onderwerp
: 3 : 2007-103 : vaststelling raadsbegroting 2008
Aan de Raad,
Heerhugowaard, 30 oktober 2007
GEWIJZIGDE VERSIE D.D. 30 OKTOBER 2007
“ DE BESTE SPOREN ZIJN OP DWARSLIGGERS GEBOUWD ” Beknopt voorstel Mede naar aanleiding van de technische bespreking van de raadsbegroting 2008 in de raadscommissie Middelen op 22 oktober jl. is er behoefte om dit voorstel op een enkel onderdeel aan te passen en van een aanvulling te voorzien. De wijzigingen en aanvulling zijn cursief aangegeven. Toelichting Op 13 november worden ter vaststelling aan de orde gesteld: a. de raadsbegroting 2008 inclusief: 1. de vaststelling van de tarieven voor de afvalstoffenheffing, de rioolrechten, de hondenbelasting, de lijkbezorgingrechten, de markttarieven en de leges; 2. de invulling van de offertes voor nieuw beleid (zie de bladzijden 130 e.v. van de raadsbegroting); Ter kennisname worden u aangeboden: b. het onderzoeksplan 2008; c. de tweede bestuursrapportage 2007. a.
De raadsbegroting 2008
Er is u op 4 oktober een sluitende begroting 2008 toegezonden. Ook is in die begroting een structureel sluitend meerjarenperspectief tot en met 2011 opgenomen, met dien verstande dat er naar de huidige inzichten in 2010 een tekort is. Vanaf bladzijde 71 van de begroting is de specificatie per programma vermeld. Op de bladzijden 78 en 79 is aangegeven door welke oorzaken de begrotingsuitkomsten ten opzichte van 28 juni 2007 (de datum van de vaststelling van de Voorjaarsnota 2007) zijn veranderd. De begroting 2008 is een week later dan gepland aan u toegezonden, omdat is gekozen voor een andere lay out. Het voordeel van die vertraging is dat nu in de primaire begroting ook aandacht is besteed aan de septembercirculaire 2007 over de algemene uitkering uit het gemeentefonds (op de bladzijden 7 en 20/21).
2
In de inleiding van de raadsbegroting 2008 staat o.a.: “ Zoals u ziet is er gekozen voor een heel andere lay out van dit boekje ten opzichte van voorgaande jaren. Naast de lay out zijn er ook qua inhoud bij de raadsprogramma’s veranderingen doorgevoerd als onderdeel van de gefaseerde start met de ontwikkeling van effect indicatoren. Bij de leeswijzer op de volgende bladzijden wordt hierop nader ingegaan. • De programma indeling in deze begroting is gebaseerd op de hoofdlijnen van het collegeprogramma 2006 – 2010. Ook is rekening gehouden met het in november 2006 vastgestelde raadsprogramma 2006 – 2010. De Voorjaarsnota 2007 is ook gebaseerd op die indeling. • Alle informatie is bij de desbetreffende programma’s ondergebracht. U treft per programma aan: Thema Hier is kernachtig de bestaansreden van het programma aan te geven. Het thema is relatief permanent en geeft de identiteit van het programma weer. Context en achtergrond Onder dit kopje wordt kort ingegaan op de inhoud van het programma en ontwikkelingen die invloed hebben op de achtergrond en inhoud van dit programma. Kaderstellende beleidsnota’s Hier wordt een chronologische opsomming gegeven van de per programma relevante beleidsnota’s, inclusief de datum van besluitvorming door de raad. “ Op 22 oktober jl. is in uw raadscommissie Middelen de begroting 2008 technisch besproken. Er zijn toen op enkele onderdelen opmerkingen gemaakt over een van de nieuwe elementen die vanaf 2008 in uw begroting zijn opgenomen en wel over de effect indicatoren. Het is de bedoeling om de pilot met de twee onderdelen die inmiddels zijn uitgevoerd van het “project doorontwikkeling programmabegroting” te agenderen voor bespreking met de commissie Middelen op 3 december. Dat is wat het college betreft een prima moment om daarbij ook uw meningen te betrekken. Het college nodigt u van harte uit om op 13 november richting gevende uitspraken te doen over de ingeslagen weg. Die kunnen dan worden betrokken bij de voorbereiding voor de commissievergadering van 3 december. Op 22 oktober is ook terecht vanuit de raadscommissie opgemerkt dat er in de begroting redactionele onvolkomenheden zitten. De energie is voor een groot deel gestoken in het nieuwe format en dit is ten koste gegaan van de redactie. Wij bieden u alsnog langs deze weg daarvoor onze excuses aan. Bij dit voorstel is overzicht met errata gevoegd met redactionele correcties. Wat ons betreft worden die onderdeel van de definitieve versie van de vastgestelde begroting 2008. Uitgangspunt in de meerjarenramingen is ook het onverkort voortzetten van de woonlastenbeheersing. Voor een toelichting op de voorgestelde tarieven van de lokale heffingen 2008 verwijzen wij u naar “Paragraaf A Lokale heffingen” in de raadsbegroting (bladzijden 90 tot en met 96). Uit deze paragraaf blijkt dat, met instandhouding van de systematiek van 100% dekking van de lasten van afvalstoffeninzameling en –verwerking en van rioleringen, de ontwikkeling van de woonlasten binnen de bestuurlijke bandbreedte van “maximaal verhoging met het inflatiepercentage” blijft.
3
Apart aandachtspunt is de hondenbelasting. In november 2005 is besloten om vanaf 2006 de hondenbelasting gefaseerd in vijf jaar af te bouwen. Dit besluit is gebaseerd op de volgende toelichting bij het desbetreffende amendement: de hondenbelasting is al jaren onderwerp van discussie in de raad de hondenbelasting is niet meer van deze tijd; voorwaarde voor afschaffing is een goede controle van de opruimplicht, desnoods met een extra handhaver. In de begroting is op de bladzijden 93 en 94 een evaluatie van de handhaving opgenomen. Wij constateren dat er geen sprake is van een duidelijke vermindering van de overlast van hondenpoep. Gezien de context van het amendement van november 2005 stelt het college u voor niet verder te gaan met de gefaseerde afbouw van de hondenbelasting. Hieruit ontstaat een positief financieel effect. Wij stellen u voor het hiermee gemoeide bedrag in te zetten voor meer capaciteit in de controle van de opruimplicht. De gevolgen van vaststelling van de tarieven voor 2008 worden verwerkt in de diverse belastingverordeningen; die komen ter vaststelling in uw vergadering van 18 december 2007 aan de orde. In de begroting 2008 is ook het investeringsschema 2008 tot en met 2011 opgenomen. Vaststelling van de begroting 2008 betekent dat u instemt met de votering van de investeringskredieten van de jaarschijf 2008 die op de bladzijden 84 tot en met 87 zijn vermeld. Inmiddels is gebleken dat in het investeringsschema van de sector Stadsbeheer (SB) voor de jaren een onjuiste versie staat. Daarop wordt in de Voorjaarsnota 2008 teruggekomen. Daarnaast is onvoldoende rekening gehouden met het renteverloop van de afgesloten vaste geldleningen over de periode 2009 tot en met 2011. Per saldo hebben de correcties een positief effect; dit blijkt uit onderstaand overzicht:
2008 Correcties Perspectief in raadsbegroting (blz. 7) Geactualiseerde ramingen
b.
Bedragen x € 1.000 2010 2011
2009 52
256
219
155
1.049
677
- 200
73
1.101
933
19
228
Overige informatie
De invulling van de offertes voor nieuw beleid In de Voorjaarsnota 2007 zijn voor het realiseren van beleidsintenties budgetten opgenomen voor nieuw beleid vanaf 2008. Die zijn ook in de nu voorliggende raadsbegroting 2008 verwerkt. Op de bladzijden 130 tot en met 145 van dat boekje treft u de uitwerking van die intenties aan via de zogenaamde offertes. Op onderdelen blijkt daaruit een wat andere fasering van de lastenontwikkeling ten opzichte van de prognose in de Voorjaarsnota 2007. Op dat effect wordt in de Voorjaarsnota 2008 teruggekomen.
4 De aanwending van de groeibudgetten Uitgangspunt van beleid is dat de hogere inkomsten van de gemeente als gevolg van de groei, i.c. een hogere algemene uitkering en een hogere OZB-opbrengst, het financieel kader zijn voor het noodzakelijke groeibudget. Hierop wordt separaat teruggekomen, omdat de besluitvorming hierover door ons nog niet is afgerond.
Onderzoeksplan 2007 Onze "Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Heerhugowaard" verplicht het college tot het periodiek verrichten van onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur. In tegenstelling tot het onderzoek van de rekenkamer gaat het hierbij dus om zelfonderzoek. In de voorbije jaren (2005 tot en met 2007) is er voor gekozen om de beperkt beschikbare onderzoekscapaciteit ‘slim‘ in te zetten. Dat houdt in dat we geen separate onderzoekstrajecten opstellen, maar aanhaken bij trajecten die om andere redenen, bijvoorbeeld bestuurlijke prioriteit of kwaliteitsverbetering, toch al voorgenomen zijn. Voorgesteld wordt om deze lijn te handhaven. In de raadsvoorstellen tot vaststelling van de begrotingen vanaf 2005 zijn de volgende onderwerpen aangegeven: 1) in 2005: - de verbetering van de planning- en controlecyclus en het begrotingsproces; - de mogelijkheid tot het clusteren van publiekscontacten. 2) in 2006: - de implementatie van de aanpassing van de organisatie van de sector Organisatieondersteuning (OO) en de Concernstaf; - de verbetering / inbedding van control; - de clustering van administratieve functies. 3) in 2007: - aanpassing van de sector OO; - gevolgen van de aanpassing van de organisatie van de sector OO en de Concernstaf; - borging van rechtmatig handelen en van risicomanagement; - verdere verbetering en inbedding van control; - uitvoering van centrale inkoop; - implementatie WMO; - evaluatie welstandsnota. In de paragraaf Bedrijfsvoering van de begroting 2008 staat (op bladzijde 118) dat de organisatie in 2007 als onderdeel van de periodieke aanpak is doorgelicht. Het resultaat van die periodieke check up is dat het accent nu ligt op verbetering van het Informatieen Verandermanagement. Daarvoor zijn 15 acties in gang gezet.
5 Daarnaast wordt er begin 2008 een organisatieverandering doorgevoerd: • er ontstaat een sector Publiek; • binnen de sector Stadsontwikkeling (SO) worden de afdeling Vergunningverlening & Handhaving en de afdeling Vastgoed gevormd; • de afdelingen Bouwen en Milieu & Economie van de sector SO worden opgeheven; • de sector Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) verdwijnt; • de positie van de afdeling Welzijn, Onderwijs & Cultuur (nu onderdeel van sector MO) wordt nog nader bekeken. De werkzaamheden die uit dit – niet limitatieve – overzicht voortvloeien worden uitgevoerd door ambtelijke capaciteit. Het overzicht vermeldt een breed scala aan onderwerpen, die voor een groot deel ook kunnen worden beschouwd als onderzoeken o.g.v. artikel 213A dan wel daarmee vergelijkbaar zijn. Gelet op de beschikbare capaciteit, de span of control van onze medewerkers en de doorloop van o.a.: • de verbetering van de planning- en controlecyclus en het begrotingsproces, • de verbetering / inbedding van control, • het vervolg op de ‘pilot’ planning en control waaraan in 2007 wordt deelgenomen en waarvan de uitkomst een begin is van de discussie over dat onderwerp, zien wij geen mogelijkheden om daarnaast in 2008 nog specifieke onderzoeken zoals bedoeld in artikel 213A op te pakken.
c.
De tweede bestuursrapportage 2007
De tweede rapportage over de uitvoering van de begroting van 2007 is u op 11 oktober verstrekt. Die rapportage is naar de realiteit per medio augustus opgemaakt. Voor de resterende periode in 2007 is een prognose opgenomen. Het document gaat in op de afwijkingen in planningen en budgetten en er wordt gerapporteerd over de bedrijfsvoering. De rapportage vermeldt o.a. een prognose van de uitkomsten van de rekening 2007. Die komt uit op € 1,7 mln. positief. Voor de onderbouwing en aanverwante aspecten wordt verwezen naar die rapportage. Op grond van het BBV wordt over de bestemming van het rekeningsresultaat bij de vaststelling een besluit genomen. Op basis van de met uw raad gemaakte afspraken wordt het financiële effect van de twee bestuursrapportages verwerkt in een begrotingswijziging 2007; die wordt u ter vaststelling aangeboden in uw vergadering van 18 december 2007.
d.
Financieel beleid inzake reservepositie(s)
In de Voorjaarsnota 2007 is toegezegd dat bij de begrotingsbehandeling 2008 op basis van dan beschikbare cijfers wordt teruggekomen op de bestemming van het surplus in de algemene reserve, omdat: a. in het najaar 2007 de uitkomsten van de risico inventarisatie bekend zijn > effect van de invulling van het risicomanagement; b. er een actueler inzicht is in de uitkomsten van de grondexploitaties die in de jaarrekening 2006 zijn voorzien van een prognose van de resultaten;
6 c.
er op basis van sub a. en b. ook een definitief besluit kan worden genomen over de bestemming van het resultaat van de jaarrekening 2006 > op 28 juni is besloten om: “ het restant ad € 2.132.000 toe te voegen aan de algemene reserve en hierop bij de begrotingsbehandeling 2008 nader terug te komen “.
Als bijlage is bij dit voorstel gevoegd een nota “Financieel beleid inzake reservepositie(s) 2007” Daarin wordt verder ingegaan op dit onderwerp. Uit die nota vloeit het voorstel voort om € 4,7 mln. toe te voegen aan de reserve grote projecten en om de rente over dat bedrag ten gunste van de algemene middelen te verantwoorden (conform de beleidslijn voor de omgang met de rente van het weerstandsvermogen). Voorstel Met inachtneming van het bovenstaande stellen wij u voor de besluiten te nemen die hierna in concept zijn opgenomen. Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard, De secretaris, de burgemeester,
7
Nr. 2007 - 103 de Raad van de gemeente Heerhugowaard; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 oktober 2007, nummer 2007 – 103; gelet op: • de bepalingen in de Gemeentewet en in de Financiële Verordening Gemeente Heerhugowaard; • de door de raad aangenomen amendementen A (Kunstgrasvelden) en C (handhaving gefaseerde afbouw tárieven Hondenbelasting); • de toezeggingen in de raadsvergadering van 13 november 2007;
b e s l u i t: a.
1. de raadsbegroting 2008 vast te stellen conform concept en inclusief de errata die op 30 oktober aan het voorstel zijn toegevoegd en het erratum met betrekking tot de brandweerinvestering; 2. als gevolg van sub 1 in te stemmen met de votering van de investeringskredieten die in de 2008 van de begroting 2008 zijn vermeld; 3. de financiële gevolgen van uw besluiten van 13 november 2007 via begrotingswijzigingen aan de ramingen 2008 toe te voegen;
b.
1. ten laste van het weerstandsvermogen aan de reserve grote projecten € 4,7 mln. toe te voegen; 2. de rente over die toevoeging ten gunste van de algemene middelen te verantwoorden;
c.
kennis te nemen van: 1. de informatie over lopende onderzoeken in relatie met artikel 213A van de Gemeentewet; 2. de tweede bestuursrapportage 2007.
Heerhugowaard, 13 november 2007
De Raad voornoemd, de griffier,
de voorzitter,
8
Bijlage bij raadsvoorstel d.d. 16 oktober 2007 over vaststelling raadsbegroting 2008
Financieel beleid inzake reservepositie(s) 2007
9 Heerhugowaard, 16 oktober 2007. In de Voorjaarsnota 2007 is toegezegd dat bij de begrotingsbehandeling 2008 op basis van dan beschikbare cijfers wordt teruggekomen op de bestemming van het surplus in de algemene reserve, omdat: a. in het najaar 2007 de uitkomsten van de risico inventarisatie bekend zijn > effect van de invulling van het risicomanagement; b. er een actueler inzicht is in de uitkomsten van de grondexploitaties die in de jaarrekening 2006 zijn voorzien van een prognose van de resultaten; c. er op basis van sub a. en b. ook een definitief besluit kan worden genomen over de bestemming van het resultaat van de jaarrekening 2006 > op 28 juni is besloten om: “ het restant ad € 2.133.000 toe te voegen aan de algemene reserve en om hierop bij de begrotingsbehandeling 2008 nader terug te komen “.
1.
Weerstandsvermogen
Omvang per 31 december 2006 (blz. 80 begroting 2008) € 18.896.000 Stand weerstandsvermogen per 31 december 2006 Bij: resultaat jaarrekening 2006 Af: nog te verwerken toevoeging aan bestemmingsreserve kunstgrasvelden en accommodaties (rb. 28 juni 2007) Relevante omvang weerstandsvermogen
€ 16.163.000 € 2.733.000 €
600.000 € 18.296.000
Overige informatie over omvang van weerstandsvermogens in andere gemeenten: (CBS balansen gemeenten per 31 december 2005) bedragen per inwoner
20.000 – 50.000 inw. Eigen vermogen - algemene reserve - bestemmingsreserves - saldo van rekening 2005 Voorzieningen Vaste schuld - Vaste geldleningen - Overige vaste schuld
1.131 437 656 39 332 1.387 1.348 39
50.000 – 100.000 inw. 1.193 412 711 70 471 1.885 1.736 149
HHW 2005 1.796 196 1.566 34 309 801 795 6
2006 2.016 326 1.614 76 308 827 821 6
Het gemiddeld eigen vermogen van alle gemeenten per 31 december 2005 is € 1.552 per inw. De helft van de gemeenten heeft een eigen vermogen dat lager is dan € 993 per inwoner. Van de gemeenten hebben er 14 een eigen vermogen in de bandbreedte van € 1.700 - € 1.800 per inwoner; onze gemeente hoort ook bij die bandbreedte. Brielle heeft het hoogste eigen vermogen met € 11.012 per inwoner en Westervoort sluit de rij met € 31 per inwoner. Het resultaat in onze regio is: Alkmaar € 883 Beverwijk € 1 .250 Bergen € 450 Heiloo € 1.236 Heemskerk € 1.455 Hoorn € 1.131 Langedijk € 1.161 Purmerend € 1.002 Schagen € 1.067 Velsen € 386 Wester-Koggenland € 2.639 Zaanstad € 521 Heerhugowaard € 1.796
10 2.
Risicomanagement
Benodigde weerstandscapaciteit (blz. 100 begroting 2008)
3.
€ 9.596.000
Confrontatie weerstandsvermogen met risicomanagement:
Omvang 31 december 2007 Noodzakelijk op grond van risico inventarisatie 2007 * Surplus
€ 18.296.000 € 9.596.000 € 8.700.000
* Dit is het effect van een moment opname; het effect van de risico inventarisatie is dynamisch en niet statisch. Benadrukt wordt dat het niet realistisch is om de volledige € 8,7 mln. een andere bestemming te geven. De risico inventarisatie is immers geen stabiel gegeven maar fluctueert. Het is daarom verstandig om een weerstandsnorm te hanteren. Deze norm geeft dan de bandbreedtes aan waarbinnen het benodigde weerstandsvermogen zich moet bevinden. In paragraaf B van de begroting 2008 vindt u op blz. 100 nadere informatie over de weerstandsnorm. De norm voor “ruim voldoende” heeft een ratio van 1,4 – 2,0. Uit die norm vloeit een surplus voort ten opzichte van het aanwezige weerstandsvermogen van € 4,9 mln. Vooruitlopend op besluitvorming door de raad (gepland op 18 december 2007) over de te hanteren weerstandsnorm is in deze nota als surplus in de algemene reserve € 4,9 mln. gehanteerd. 4.
Nota Bovenwijkse Kosten (NBK) deel II gebouwde en overige voorzieningen.
In de meerjarenramingen is nog geen rekening gehouden met de onderhouds- en beheerslasten van gebouwde en overige voorzieningen, die in deel II van de NBK zijn vermeld. In het raadsvoorstel bij de vaststelling van de NBK in het najaar van 2005 is aangegeven dat dekking hiervan onderdeel uitmaakt van het jaarlijkse budget voor groeigelden. De budgetten voor onderhoud en beheer zijn nog gebaseerd op normen die niet zijn afgestemd op de kwalitatief meer hoogwaardige inrichting van de openbare buitenruimte en van de welzijnsvoorzieningen in de nieuwe wijken. Om daarin te voorzien wordt gedacht aan de vorming van een buffer. Eerder is als bestuurlijke richting uitgesproken om “meer te reserveren voor beheer ”. Daarbij is dan specifiek gedacht aan het bestemmen van 50% van het resultaat van Heerhugowaard-Zuid (structuurkosten). In de jaarrekening 2006 is in de paragraaf Grondbeleid hiervan als verwacht resultaat € 4,8 mln. vermeld met de classificatie “klein” van het risico. Bij de vermelde 50% betekent dit een prognose ad € 2,4 mln. voor de instelling van de genoemde voorziening. In dezelfde paragraaf Grondbeleid worden de volgende resultaten vermeld die naar verwachting worden gerealiseerd in de verschillende complexen: Totaal verwachte resultaten € 18.700 Aanwending voor NBK projecten (besluit vaststelling NBK 2005) € 11.000 Nog niet bestemd € 7.700 Effect instelling reserve beheer voorzieningen deel II NBK 2005 € 2.400 Beschikbaar surplus € 5.300 In de Voorjaarsnota 2008 wordt teruggekomen op de dan bekende cijfers (met als basis de jaarrekening 2007).
11 Het uiteindelijke exploitatieresultaat wordt overigens definitief bepaald via de vaststelling van de zogenaamde slotinventarisatie. Dat is de afsluiting van een exploitatieopzet met een inventarisatie van nog te maken kosten en te verwachte opbrengsten. Het gaat dan om financiële effecten, die niet relevant genoeg zijn om de afsluiting van een opzet te verlengen / vertragen. Het was de bedoeling om nu ook de beschikking te hebben over een inzicht in alle lasten van de voorzieningen van deel II van de NBK. Die inventarisatie is vertraagd en is eind 2007 beschikbaar. Gelet op de relatie met het jaarlijks budget voor groeigelden (zie de bovenstaande inleiding bij deze paragraaf) is ons voorlopig uitgangspunt dat een in te stellen buffer voor beheer van de voorzieningen van deel II in de NBK 2005 met een omvang van € 2,4 mln. (50% van structuurkosten HHWZuid) toereikend is. 5.
Totaal beeld
Het totaal van de punten 1 tot en met 4 leidt tot het volgende overzicht / de tussenstand: Surplus tussen effect risico inventarisatie en omvang weerstandsvermogen *
€ 4.9 mln.
Surplus grondexploitaties **
€ 5,3 mln.
Totaal surplus
€ 10,2 mln.
* ** 6.
Exclusief het effect van de prognose van de tweede bestuursrapportage 2007: voordelig resultaat van de jaarrekening 2007 van € 1,7 mln. Wordt in de praktijk toegevoegd aan de algemene reserve. Relatie met innovatieve methode
In het najaar van 2006 heeft de provincie ingestemd met onze methodiek over de dekking van de kapitaallasten van de investeringen in de grote projecten. In de brief daarover van Gedeputeerde Staten d.d. 9 oktober 2006 staat o.a. het volgende: “ Daarnaast hebben wij begrepen dat uw gemeente, als uitkomst van het project Risicomanagement, nog lopende het jaar 2006 zicht krijgt op een reële omvang van het weerstandsvermogen in relatie tot het risicoprofiel van uw gemeente. Een eventueel surplus in weerstandscapaciteit wordt vooralsnog niet uitgesloten, hetgeen een besluit door uw raad om (een deel van) dit surplus te storten in de reserve grote projecten mogelijk maakt. Voorts is ons duidelijk gemaakt dat uw voornemen om revenuen vanuit grondexploitaties te storten in de reserve grote projecten nog steeds van kracht is. Samenvattend maken deze omstandigheden het mogelijk om dotaties te doen aan de reserve grote projecten op momenten dat uw gemeente daartoe in de gelegenheid is. In samenhang met de extra cumulatieve last in de exploitatie ter zake is daarmee de dekking van de lasten van grote projecten naar onze mening voldoende geborgd. Op grond van bovenstaande overwegingen zien wij in de innovatieve dekkingsmethode, zoals door uw gemeente toegepast, geen aanleiding om ons toezicht aan te scherpen en beschouwen wij hiermee de discussie over dit onderwerp als beëindigd. “ In een kennismakingsgesprek met de nieuwe gedeputeerde “Toezicht gemeenten” (de heer Visser) is ook dit onderwerp aan de orde geweest. Hij ziet vooralsnog geen aanleiding tot een eventuele heroverweging van het standpunt van Gedeputeerde Staten. De heer Visser heeft wel de bereidheid uitgesproken om met een delegatie van de raad hierover nog eens nader van gedachten te wisselen.
12 De impact van de innovatieve methode is om vanaf 2005 in 20 jaar “te groeien” naar een belasting van de algemene middelen die gelijk is aan de omvang van de kapitaallasten van de investeringen in grote projecten. In de tussenliggende periode komt “het tekort” ten laste van de reserve grote projecten. Het uitgangspunt van de provincie is geweest dat in principe de volle omvang van de investeringen in grote projecten (€ 70 mln.) geborgd moet zijn. Anders is er voor het ontbrekende deel sprake van incidentele dekking. In de Voorjaarsnota 2007 en daarmee in de raadsbegroting 2008 is een meerjarenperspectief tot en met 2011 opgenomen. De realiteit is dat vanaf 2005 een jaarlijks oplopend bedrag aan de reserve grote projecten is toegevoegd en ook in de meerjarenramingen tot en met 2011 is opgenomen (dus over zeven jaar). Deze toevoeging is daarmee al voor zeven jaar (van de totale 20 jaar) geborgd. In de provinciale optiek is dan de resterende periode van 13 jaar nog incidentele dekking. Alleen daarvoor moet er dan in feite nog een noodzakelijke omvang van de reserve grote projecten zijn. Dit komt neer op een omvang van € 45,5 mln. (13/20 van € 70 mln.). Per ultimo 2006 zit er € 40.840.000 in de reserve. Dat betekent dat in de optiek van de provincie de dekking structureel is geborgd wanneer er nog € 4,7 mln. aan de reserve grote projecten wordt toegevoegd. In het gememoreerde gesprek met gedeputeerde Visser is aangegeven dat de provincie de discussie over onze methode als beëindigd beschouwd. Men toetst echter wel of de toezegging: “ Samenvattend maken deze omstandigheden het mogelijk om dotaties te doen aan de reserve grote projecten op momenten dat uw gemeente daartoe in de gelegenheid is. In samenhang met de extra cumulatieve last in de exploitatie ter zake is daarmee de dekking van de lasten van grote projecten naar onze mening voldoende geborgd. “ wordt nagekomen.
Voorstel Gelet op: - het bij sub 5 vermelde surplus naar de huidige inzichten met een omvang van ruim € 16 mln.; - de hiervoor becijferde toevoeging aan de reserve grote projecten van € 4,7 mln. stellen wij u voor om ten laste van de algemene reserve (weerstandsvermogen) € 4,7 mln. toe te voegen aan de reserve grote projecten. Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat inherent aan de systematiek van de innovatieve methode is dat dit bedrag na afloop van de periode van 20 jaar vrijvalt. Op dat moment (in 2024) kan aan dat surplus een nadere bestemming worden gegeven. Op grond van het rentebeleid over reserves wordt de rente van de reserve grote projecten “via resultaatbestemming aan deze reserve” toegevoegd. De rente over het weerstandsvermogen komt ten gunste van de algemene middelen. Gelet op dit beleid wordt voorgesteld de rente over het surplus in de reserve grote projecten ad € 4,7 mln. ten gunste van de algemene middelen te verantwoorden. Op de volgende bladzijde is een geactualiseerd overzicht van de reserve grote projecten vermeld. In de inleiding bij dit voorstel staat dat u op 28 juni heeft besloten om op 13 november 2007 een definitief besluit te nemen over de bestemming van het resterende resultaat van de jaarrekening 2006 ad € 2.132.000. Dit voorstel betekent ook dat de toevoeging van dat bedrag definitief ten gunste van de algemene reserve komt.
13
Soort
Bestemmingsreserve
Portefeuille
H. v.d. Heiligenberg
Programma 8
Bedrijfsvoering en financiën
Afdeling
Concernstaf
Naam:
713119.
Basis
In 1994 is een reserve gevormd voor de dekking van lasten van investeringen in te realiseren grote projecten.
Doel
a. De reserve is ingesteld voor de dekking van de lasten van investeringen die voortvloeien uit de grote projecten.
Grote projecten
b. Bij de vaststelling van de raadsbegroting 2008 is aandacht besteed aan het financieel beleid over de reservepositie(s) van de gemeente. Daarbij is ook de ontwikkeling van deze reserve in relatie met de innovatieve methode betrokken. Die methodiek houdt in dat in een periode van 20 jaar de structurele lasten van de investeringen gefaseerd ten laste van de algemene middelen komen en dat in de tussenliggende periode de aanwezige reserve grote projecten wordt gebruikt ter dekking van het ontbrekende deel. In de meerjarenramingen 2008 tot en met 2011 is de toevoeging vanaf 2005 ad cumulatief € 190.000 per jaar opgenomen en daarmee geborgd voor de eerste zeven jaar . Op 13 november 2007 is besloten om ten laste van het weerstandsvermogen € 4,7 mln. aan deze reserve toe te voegen. Het plafond van de reserve is daarmee € 45,5 mln. Dat is ter borging van de resterende periode van 13 jaar deel van de volle omvang van de investeringen in grote projecten ad € 70 mln. 13/20 van € 70 mln. is € 45,5 mln). Rente Stortingen
Ad a. Ad b.
Via resultaatbestemming ten gunste van de reserve. Over € 4,7 mln. ten gunste van de algemene middelen.
• Tot en met 2006 een deel van de rijksuitkering Verfijning Omvangrijke Opgave Woningbouw (OOW). • Vanaf 2005 dotatie volgens de innovatieve methode (jaarlijks € 190.000 cumulerend). • In 2007 incidenteel € 4,7 mln.
Onttrekkingen
Ter dekking van kapitaallasten van grote projecten.
Bodem
Inherent aan de systematiek van de innovatieve methode is dat de toevoeging in 2007 ad € 4,7 mln. dient ter borging van de dekking van de lasten over de periode 2012 tot en met 2024. In 2024 valt deze € 4,7 mln. vrij en kan daaraan een andere bestemming worden gegeven.
Plafond
Niet van toepassing.
Heroverweging
Niet van toepassing.
Bestedingsplan
De kapitaallasten van de brandweerkazerne, Gembipark, zwembad/sporthal Waardergolf, Trinitascollege en Centrum voor kunst en cultuur.
Budgethouder
Hoofd Concernstaf