Gedeputeerde Staten
Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 Arnhem
Staatssecretaris voor Milieubeheer en Duurzaamheid T.a.v. de heer drs P.L. B. A. van Geel Postbus 20951 2500 EZ 's-GRAVENHAGE
datum
nummer
23 januari 2003
MW2003.2276
Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem
telefoon (026) 359 91 11 telefax (026) 359 94 80 e-mail
[email protected] internet www.gelderland.nl
onderwerp
Luchtkwaliteitsrapportage Gelderland 2001
1
Inleiding
Hierbij ontvangt u de Gelderse luchtkwaliteitsrapportage voor het jaar 2001. Deze is door Gedeputeerde Staten van Gelderland op 21 januari 2003 vastgesteld. De belangrijkste gegevens over de Gelderse luchtkwaliteit staan hieronder beschreven en zijn samengevat in de bijlagen 1, 2 en 3. De gemeenten en provincies hebben sinds het nieuwe Besluit Luchtkwaliteit een aantal duidelijk omschreven taken gekregen. Voor een deel zijn deze taken nieuw ten opzichte van de oude situatie. De uit het nieuwe Besluit voortvloeiende provinciale taken bestaan o.a. uit: S het desgevraagd aan de gemeenten verstrekken van informatie over de luchtkwaliteit rond provinciale wegen en de luchtkwaliteit rond provinciale inrichtingen; S het toetsen van de gemeentelijke rapportage op juistheid en/of volledigheid; S het maken van de provinciale rapportage Luchtkwaliteit op basis van de gemeentelijke rapportages; S het toetsen van gemeentelijke bestemmingsplannen en provinciale vergunningen op het onderdeel luchtkwaliteit; S het actief informeren van de burgers over de luchtkwaliteit; S coördinatie handhaving. Bij het uitvoeren van provinciale taken en het maken van de eerste luchtkwaliteitsrapportage voor 2001 zijn wij tegen een groot aantal knelpunten aangelopen. In de eerste plaats bleek het aantal rapportageplichtige gemeenten veel groter te zijn dan volgens het oude Besluit Luchtkwaliteit (vroeger 7 gemeenten, nu 44). Ook bleek dat het landelijk beschikbaar gestelde rekenmodel luchtkwaliteit (CAR-II) pas halverwege maart beschikbaar was, terwijl de provincie al voor 1 april behoorde te rapporteren aan de gemeenten over de luchtkwaliteit rond provinciale wegen.
inlichtingen bij
dhr. R. Smeenge
doorkiesnr.
359 86 87
e-mail verzonden
Postbank-girorekening 869762 ABNgAMRO Arnhem, rek. nr. 53.50.26.463
Daarnaast heeft het ons erg veel tijd gekost om de luchtkwaliteit rond inrichtingen in beeld te krijgen. De informatie bleek veelal niet direct bruikbaar om een berekening te maken met het landelijke model voor puntbronnen (KEMA-Stacks). Bepaalde taken zijn niet uitgevoerd, zoals het toetsen van de gemeentelijke rapportage op juistheid en/of volledigheid. Hiervoor is geen capaciteit beschikbaar. Verder bleek ons dat veel gemeenten pas erg laat de gegevens hebben gekregen over de luchtkwaliteit rond de rijkswegen. Ook is nog veel discussie over de juistheid van de door Rijkswaterstaat berekende luchtkwaliteit rond rijkswegen. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat de Gelderse rapportage luchtkwaliteit pas erg laat is gemaakt. De eerste rapportage ziet Gelderland als een leerjaar, een jaar waar ervaring wordt opgedaan met de nieuwe wettelijke regeling voor de luchtkwaliteit. Alles kan het eerste jaar niet volledig en goed worden gedaan. Gelderland ziet het serieus oppakken van de wettelijke taak over het in beeld brengen van de luchtkwaliteit in de provincie als een groeiproces. Dat betekent dat de aanpak smal begint met de huidige beperkte menskracht. Daarna kan dit verder uitgroeien tot een bredere aanpak. 2
Resultaten luchtkwaliteit Gelderland 2001
In bijlage 1 zijn de belangrijkste resultaten van de Gelderse rapportage luchtkwaliteit voor het jaar 2001 samengevat weergegeven. Bij het opstellen van de Gelderse rapportage is gekeken naar stikstofdioxide, fijn stof, zwaveldioxide, lood, koolmonoxide en benzeen. Er is tot nu toe niet gekeken naar benzo(a)pyreen, terwijl wij verwachten dat zich bij deze stof wel problemen kunnen voordoen. Welke gemeenten hebben gerapporteerd? In de tabel is aangegeven welke 28 gemeenten volgens onze provinciale studie “Op weg naar een Gelderse luchtkwaliteitstoets, wegverkeer en luchtkwaliteit (april 2002)” een potentieel knelpunt luchtkwaliteit kunnen hebben. Volgens het Besluit Luchtkwaliteit wordt van de gemeenten, die een indicatie hebben dat zich een overschrijding binnen haar grondgebied zou kunnen voordoen, verwacht dat zij de luchtkwaliteit in 2002 inventariseren en vaststellen en daaromtrent rapporteren. Deze gemeenten zijn door de provincie actief benaderd, met het uitdrukkelijke verzoek te rapporteren over de luchtkwaliteit in de betreffende gemeente. Van de 28 gemeenten hebben 23 gemeenten tot nu toe gerapporteerd en de overige vijf niet. Dit zijn Didam, Harderwijk, Renkum, Wijchen en Zevenaar. Daarnaast hebben wij met zestien andere gemeenten contact gehad over de luchtkwaliteit. Hiervan hebben twee gemeenten tot nu toe niet gerapporteerd. Dit zijn Lochem en Zutphen. Samenvattend hebben dus 37 van de 44 gemeenten daadwerkelijk een rapportage gemaakt en deze opgestuurd en soms digitaal beschikbaar gesteld aan de provincie Gelderland. De overige zeven gemeenten hebben niet gerapporteerd. De reden voor het niet rapporteren lopen uiteen. Zo geven sommige gemeenten aan dat ze geen capaciteit hebben voor de rapportage (Harderwijk en Renkum). Anderen zijn pas onlangs begonnen aan de rapportage (Didam, Wijchen en Zevenaar). Van de overige gemeenten is niet bekend waarom zij tot nu toe niet hebben gerapporteerd. 2
Luchtkwaliteit zwaveldioxide, lood, koolmonoxide en benzeen Uit de beschikbare gegevens van de gemeentelijke rapportages, eventueel aangevuld met gegevens over de luchtkwaliteit rond de provinciale en rijkswegen, blijkt dat op geen van de onderzochte plekken de grenswaarden voor zwaveldioxide, lood, koolmonoxide en benzeen zijn overschreden. Luchtkwaliteit stikstofdioxide Op 739 van de in totaal 6149 door de gemeenten onderzochte plaatsen (ca. 12%) heeft de jaargemiddelde concentratie van NO2 de wettelijke grenswaarde (40 µg/m3) overschreden. Deze cijfers betekenen dat 29 gemeenten een overschrijding van de grenswaarde van NO2 kennen. In werkelijkheid kunnen er nog meer gemeenten met een overschrijding van de grenswaarde van NO2 zijn, omdat er tot nu toe niet of nauwelijks is gekeken naar de cumulatie van de luchtverontreiniging van verschillende wegen en/of industriële inrichtingen. Daarnaast blijkt ook regelmatig dat de gemeente alleen heeft gekeken naar de binnenstedelijke knelpunten, terwijl de buitenstedelijke knelpunten niet zijn geïnventariseerd. Op dit moment is het voor de provincie Gelderland niet mogelijk om aan te geven hoe de gebieden kunnen worden gekarakteriseerd en welke gevoelige objecten er binnen de gebieden met grenswaardeoverschrijding liggen. Dit kunnen wij niet omdat: S de benodigde digitale gegevens ontbreken of moeilijk te pakken zijn te krijgen. Dit laatste geldt bijvoorbeeld voor het volledig digitaal beschikbaar krijgen van de invoergegevens en de berekeningsresultaten van de luchtkwaliteit rond rijkswegen; S het ondoenlijk is om op basis van enkele door de gemeente doorgerekende punten aan te geven waar de grenswaarde nog juist wel en waar deze niet wordt overschreden: de benodigde iso-contourlijnen luchtkwaliteit kunnen niet worden bepaald; S het niet duidelijk is voor welke plaatsen de gemeenten de luchtkwaliteit in beeld hebben gebracht. Is daarbij alleen maar gekeken naar de voor het Besluit Luchtkwaliteit relevante plekken met gevoelige bestemmingen zoals woningen, de aanwezigheid van gevoelige groepen en/of het verrichten van fysieke inspanning (bijvoorbeeld sportterreinen)? Of ook naar andere plekken zonder de aanwezigheid van gevoelige bestemmingen, zoals bijvoorbeeld voor de luchtkwaliteit op de (snel)weg? In een aantal gevallen is niet specifiek gekeken naar de luchtkwaliteit bij gevoelige bestemmingen. Dit betekent dat er soms een overschrijding van de plandrempel wordt geconstateerd, terwijl dit geen gevaar voor de volksgezondheid oplevert; S het niet duidelijk is wat er nu precies onder gevoelige bestemmingen moet worden verstaan; S het berekeningsmodel CAR-II een aantal beperkingen kent. Dit geldt met name als berekeningen worden uitgevoerd voor meerdere plaatsen langs dezelfde weg. Bij het exporteren van de berekeningsresultaten naar een GIS-omgeving is het niet meer mogelijk te herleiden voor welke punten oorspronkelijk de luchtkwaliteit in beeld is gebracht. Slechts acht gemeentelijke rapportages bevatten informatie over de aantallen mensen die worden blootgesteld aan de verontreiniging met NO2. Volgens deze rapportages bevinden zich ca. 17.000 personen boven de grenswaarde voor NO2. Het is echter onbekend hoe de gemeenten de aantallen personen in beeld hebben gebracht. Het getal van 17.000 personen boven de grenswaarde voor
3
NO2 komt overeen met de schatting uit het rapport “Wegverkeer en Luchtkwaliteit”. In dit rapport is een aantal van ca. 50.000 personen genoemd voor heel Gelderland. In Barneveld en Neerijnen wordt de jaargemiddelde plandrempel van NO2 58 µg/m3 overschreden. In Neerijnen zijn ca. vijftig personen aan de verontreiniging blootgesteld. Voor Barneveld wordt dit nog uitgezocht. Over de geconstateerde overschrijding van de plandrempel in de gemeente Neerijnen vindt nog nader onderzoek plaats. Dit gebeurt in overleg met de gemeente Neerijnen, het regionale samenwerkingsverband Rivierenland en Rijkswaterstaat. Op basis van de uitkomsten van dit nadere onderzoek zal worden bekeken of het opstellen van een plan van aanpak conform artikel 25 van het Besluit Luchtkwaliteit noodzakelijk is. In de rapportage van de gemeente Barneveld wordt geconstateerd dat op het industrieterrein Harselaar de plandrempel van 58 µg/m3 met 0,1 µg/m3 wordt overschreden. Ofschoon de gemeente verplicht is om een plan op te stellen schrijft de gemeente in de gemeentelijke rapportage dat, aangezien de overschrijding veroorzaakt wordt door de rijksweg A 1, het opstellen van een plan zal worden overgelaten aan Rijkswaterstaat. Dit is niet conform het Besluit Luchtkwaliteit. Ook met de gemeente Barneveld vindt nog nader overleg plaats over de mogelijke overschrijding van de plandrempel van NO2. Daarna zal pas worden bepaald of er een plan van aanpak conform artikel 25 van het Besluit Luchtkwaliteit noodzakelijk is. In geen van de onderzochte plekken is de uurgemiddelde concentratie van NO2 van de grenswaarde (200 µg/m3) groter dan het wettelijk toegestane aantal 18. Ook de plandrempel van het uurgemiddelde van NO2 van de plandrempel (290 µg/m3) wordt niet overschreden. Wij hebben ondanks de eerdergenoemde beperkingen toch geprobeerd om de tot nu toe beschikbare uitkomsten van de door de gemeenten, de provincie en Rijkswaterstaat uitgevoerde modelberekeningen in beeld te brengen. Op de als bijlage 2 meegestuurde kaart “Gelderse Luchtkwaliteitsrapportage 2001 NO2 jaargemiddeld” zijn de beschikbare digitale gegevens ruimtelijk weergegeven. De berekeningsresultaten zijn daarbij ingedeeld in drie klassen: onder de grenswaarde van NO2 (<40 µg/m3), tussen de grenswaarde en de plandrempel (tussen 40 en 58 µg/m3) en boven de plandrempel. Uit de kaart blijkt dat twee plaatsen zijn doorgerekend waar de plandrempel wordt overschreden, namelijk in de gemeente Barneveld en Overbetuwe. Deze plaatsen hoeven geen knelpunten voor de volksgezondheid op te leveren: gemeenten kunnen ook plaatsen hebben doorgerekend zonder dat daar gevoelige bestemmingen aanwezig zijn. Dit blijkt ook het geval te zijn in de gemeente Overbetuwe: er is wel een overschrijding van de plandrempel, alleen niet op een plek met gevoelige bestemmingen. Uit bijlage 2 blijkt verder dat de berekende grenswaarde van NO2 wordt overschreden in de nabijheid van rijkswegen en in de stedelijke centra van Apeldoorn, Arnhem en Nijmegen. Luchtkwaliteit fijn stof In twaalf gemeenten blijkt de jaargemiddelde fijnstofconcentratie uit te komen boven de grenswaarde van 40 µg/m3. Dit komt overeen met 341 van in de totaal ca. 6200 onderzochte locaties (ca. 5,5%).
4
Het gaat om de gemeenten Apeldoorn, Arnhem, Barneveld, Beuningen, Doetinchem, Ede, Eibergen, Geldermalsen, Neerijnen, Nijmegen, Tiel en Winterswijk. In drie gemeente wordt de jaargemiddelde plandrempel van 46 µg/m3 overschreden. Dit zijn de gemeenten Arnhem, Nijmegen en Tiel. De daggemiddelde grenswaarde van fijn stof van 50 µg/m3 wordt over het algemeen meer dan 35 maal overschreden. In zeven gemeenten wordt de daggemiddelde plandrempel van fijn stof van 70 µg/m3 meer dan 35 maal overschreden. Dit zijn Arnhem, Barneveld, Ede, Eibergen, Geldermalsen, Neerijnen, Tiel en Winterswijk. Ook voor fijn stof hebben wij de beschikbare digitale gegevens voor de luchtkwaliteit rond gemeentelijke, provinciale en rijkswegen op de kaart “Gelderse Luchtkwaliteitsrapportage 2001 PM 10 jaargemiddeld” weergegeven (bijlage 3). De berekeningsresultaten zijn daarbij ingedeeld in drie klassen: onder de grenswaarde jaargemiddeld van PM10 (<40 µg/m3), tussen de grenswaarde en de plandrempel (tussen 40 en 46 µg/m3) en boven de plandrempel. Uit de kaart blijkt dat de plandrempel voor PM 10 wordt overschreden in de gemeenten Tiel, Arnhem en Nijmegen. Ook hier kan weer worden opgemerkt dat de berekende knelpunten geen knelpunten voor de volksgezondheid hoeven op te leveren: gemeenten kunnen ook plaatsen hebben doorgerekend zonder dat daar gevoelige bestemmingen aanwezig zijn. Uit de kaart van fijn stof (bijlage 3) blijkt verder dat de berekende grenswaarde voor fijn stof wordt overschreden in de buurt van snelwegen en in de stedelijke centra van Apeldoorn, Arnhem en Nijmegen. Verbeterpunten en acties voor de rapportage luchtkwaliteit 2002 Wij onderzoeken de mogelijkheden om bij de rapportage over 2002 de gemeentelijke rapportage te toetsen op juistheid en/of volledigheid. Daarbij zullen wij speciaal aandacht besteden aan: S de plaatsen waar de gemeenten de luchtkwaliteit hebben vastgesteld. Zijn dit plekken met gevoelige bestemmingen of zijn daar geen gevoelige bestemmingen aanwezig; S hoe de gemeenten hebben bepaald hoeveel personen worden blootgesteld aan luchtverontreiniging; S de wat complexere situaties voor de luchtkwaliteit. Deze situaties zijn tot nu toe niet goed in beeld gebracht omdat onvoldoende is gekeken de cumulatie van luchtverontreiniging bij meerdere wegen en/of industriële inrichtingen inclusief het beschikbaar krijgen van de relevante gegevens over de luchtkwaliteit rond deze inrichtingen; S de situaties met een bijna plandrempeloverschrijding. Daarbij zal worden getoetst aan de plandrempel voor het jaar 2003 in plaats van de plandrempel voor 2002. Ook willen wij bekijken of het rapport “Wegverkeer en Luchtkwaliteit” kan worden geactualiseerd voor de situatie van 2001 of 2002. Daarbij zal dan worden gewerkt met het TNO-verkeersmodel op basis van recente verkeerstellingen, emissiefactoren en achtergrondconcentraties.
3
Gelderse projecten luchtkwaliteit 5
De provincie Gelderland voert een aantal projecten uit die te maken hebben met de luchtkwaliteit. In de eerste plaats neemt de luchtkwaliteit een prominente plaats in bij het opstellen van het nieuwe Gelders Milieuplan, het Streekplan en het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan. Verder is in oktober de eerste bijeenkomst geweest van het op te richten Gelders Platform Lucht. Tijdens deze bijeenkomst die werd bezocht door een groot aantal Gelderse gemeenten, Rijkswaterstaat, GGD, Infomil en diverse provinciale diensten is unaniem de wens geuit om gezamenlijk een Gelders kennisplatform op te richten, een platform waar aan de hand van een plan van aanpak diverse deelprojecten lucht verder worden uitgewerkt, zoals het opstellen van een rapport over industrie en luchtkwaliteit. Ook is gesproken over het via internet uitwisselen van informatie over relevante onderwerpen. Daarnaast heeft de provincie Gelderland een opdracht verstrekt voor het uitvoeren van luchtkwaliteitsmetingen in de beurt van de drukste provinciale weg, de Pleyroute en de A 12 bij het Velperbroekcircuit. Deze metingen worden uitgevoerd ter controle van de modeluitkomsten van het TNO-verkeersmodel uit de provinciale studie “Op weg naar een Gelderse luchtkwaliteitstoets, wegverkeer en luchtkwaliteit”. De uitkomsten van metingen zullen ook worden vergeleken met de resultaten van het CAR-II-model. Ook is Gelderland bezig met het vormgeven van de inhoud van het toetsten van bestemmingsplannen op het onderdeel luchtkwaliteit. Er wordt een notitie voorbereid waarin de provincie aangeeft wat in de bestemmingsplannen dient te worden opgenomen over de luchtkwaliteit. De provincie is verder actief in het voorkomen van het ontstaan van toekomstige knelpunten luchtkwaliteit via het actief begeleiden van gemeenten, zoals in de gemeente Zaltbommel. Dit heeft geleid tot het uitvoeren van een modelberekening voor het in beeld brengen van de breedte van de vrijwaringszones rond (snel)wegen. In deze gemeente is een “Alders project ” geformuleerd, een project waarin het dilemma van schaarse ruimte en de noodzaak van schone lucht wordt bekeken. Ook andere gemeenten benaderen de provincie, zoals de gemeente Doetinchem, Nijmegen, Arnhem en Apeldoorn, met vragen over het situeren van gevoelige bestemmingen nabij grote verkeersaders. Daarbij gaat het om toekomstige woningen, maar ook om een kinderdagverblijf. Ook is de provincie actief betrokken bij een project waarin wordt gekeken of een school in de nabijheid van de Pleyroute vanwege de luchtverontreiniging verplaatst moet worden. De provincie is ook actief bij het beoordelen van tracébesluiten/MER-procedures bij de aanleg van nieuwe (snel)wegen. Dat speelt met name bij het doortrekken van de A 73, het verbreden van de A 50 en de A 2. Daarnaast zijn wij ook betrokken bij het project nieuwe stadsbrug in Nijmegen. Gelderland participeert daarnaast in project Landelijk Beeld Verstoring. Dit is een samenwerkingsproject van de provincies, het VNG en het RIVM. In dit project is het de bedoeling om op een gestructureerde manier de gegevens over luchtkwaliteit te kunnen uitwisselen tussen de deelnemers. Op dit moment is een eerste stap gezet om de huidige knelpunten luchtkwaliteit in beeld te brengen. Het aantal knelpunten is fors groter dan tot nu toe werd verwacht. De volgende stap is het opstellen van een plan van aanpak, waarin de verantwoordelijke gemeente aangeeft hoe zij de 6
knelpunten zou kunnen oplossen en hoe zij dit denkt te financieren. Wij maken ons zorgen over het daadwerkelijk financieren van maatregelen. Wij vragen ons af of bij de afwezigheid van geld, het voortzetten van het oplossen van de huidige knelpunten luchtkwaliteit, überhaupt wel zinvol is. 4
Conclusies
Uit de Gelderse rapportage luchtkwaliteit 2001 kunnen de volgende conclusies worden getrokken. 1 2 3
4 5 6 7 8 9 10
In totaal 37 van de 44 Gelderse gemeenten hebben een rapportage luchtkwaliteit gemaakt. Gelderland heeft geen problemen voor SO2, lood, CO en benzeen. Gelderland heeft wel problemen met NO2 en fijn stof. In 29 gemeenten wordt de jaargemiddelde grenswaarde voor NO2 overschreden en in twee gemeenten de plandrempel. Er vindt nog nader onderzoek plaats naar de twee gevallen van overschrijding van de plandrempel voor NO2. In twaalf gemeenten wordt de jaargemiddelde grenswaarde voor fijn stof overschreden en in drie gemeenten de jaargemiddelde plandrempel. De gemeentelijke rapportage zijn niet gecontroleerd op juistheid en/of volledigheid door gebrek aan capaciteit. In de gemeentelijke rapportages is tot nu toe nauwelijks gekeken naar de cumulatie van meerdere wegen en/of industriële inrichtingen. De gemeentelijke rapportages worden veelal niet digitaal aangeleverd, waardoor het moeilijk is de gegevens op kaart te zetten. Gelderland heeft een Platform Lucht opgericht, een Platform waaronder diverse luchtprojecten zullen gaan draaien. Gelderland neemt de luchtkwaliteit mee bij het beoordelen van bestemmingsplannen, bij het verlenen van vergunningen voor de industrie en bij het formuleren van nieuw beleid in het Streekplan, het Gelders Milieuplan en het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan.
Samenvattend kunnen wij stellen dat wij door het maken van de Gelderse Luchtrapportage 2001 een beter beeld gekregen hebben van de luchtkwaliteit in de provincie, maar dat dit nog geen goed beeld geeft van de lokale luchtkwaliteit door het ontbreken van veel informatie.
Ten slotte maken wij ons ernstig zorgen over de aanpak van knelpunten vanwege het ontbreken van de middelen daarvoor.
7
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Gelderland
Commissaris van de Koningin
griffier
bijlagen: Bijlage 1: Samenvatting Gelderse rapportage Luchtkwaliteit 2001 Bijlage 2: Gelderse luchtkwaliteitsrapportage 2001 NO2 jaargemiddeld Bijlage 3: Gelderse luchtkwaliteitsrapportage 2001 PM10 jaargemiddeld coll. -/ht code: PG/91688 kopie: S Gelderse Milieu Federatie, t.a.v. dhr J. Wolsink, Jansbuitensingel 14, 6811 AB Arnhem S Infomil, t.a.v. mw. A. Even, Postbus 30732, 2500 GS 's-Gravenhage 8
S S S S S S S S S S S S S S S
Ministerie van VROM, IPC 635, t.a.v. mw. C. Marsman, Rijnstraat 8, 2500 EZ 's-Gravenhage VROM-Inspectie regio Oost, t.a.v. dhr. H. de Vries, Postbus 9013, 6800 DR Arnhem Ministerie van Verkeer en Waterstaat, DG Rijkswaterstaat, dienst Weg- en Waterbouwkunde, t.a.v. dhr. P.B. van Breugel, Postbus 5044, 2600 GA Delft Rijkswaterstaat, directie Oost-Nederland, t.a.v. dhr. H. Kosterman, Postbus 9070, 6800 ED Arnhem MW/MB/MK, R. Smeenge MW/CSP/BOC, P. Wannet MW/MB/MK, B. Spiertz MW/MB/MK, F. Bekhuis MW/MB/MK, J. Hoekstra MW/MB/MK, H. de Baas MW/MB/MK, G. Meurders MW/MB/MK, A. Grzejda MW/IND/IB. H. van Belois WVV/VV/BMB, C. Bieker REW/RO/RBV, D. Visser
9